LESMAP
Soms is het in het leven gemakkelijker om gewoon met de stroom mee te gaan. Lodewijk de koningspinguïn doet dat echter niet. Hij gaat zijn eigen weg, volgt zijn eigen logica: “Een pinguïn is een vogel. En vogels kunnen vliegen. Dus ik kan vliegen.” Lodewijk, de koningspinguïn is een muzikale vertelling van Dimitri Leue en Benjamin Boutreur. Een verhaal dat zich afspeelt in het koudste zuiden, het zuidste kouden. Een sprookje dat schuurt. Een zoektocht naar vrijheid. Een waggelreis tussen droom en daad. Een voorstelling tussen tekst en muziek. In het seizoen 2003–2004 bracht Dimitri Leue de onvergetelijke voorstelling Lodewijk, de koningspinguïn in HETPALEIS. De voorstelling staat opnieuw op het programma omdat het een tijdloos verhaal is dat tot de verbeelding spreekt. -
1
-
TEKST, SPEL en REGIE Dimitri Leue COMPOSITIE en MUZIEK Benjamin Boutreur MUZIKALE UITVOERING Stefaan Blancke (trombone) Benjamin Boutreur (sax en klarinet) Berlinde Deman (tuba) Tom Mahieu (tenorsax en fluit) Bart Maris (trompet) Marc Meeuwissen (trombone) Antoon Officiers (piano) Tim Vandenbergh (bas) Danny Van Hoeck (drums) Bruno Vansina (sax, klarinet en fluit) Stoffel Verlackt (gitaar en accordeon) Sam Vloemans (trompet) Tom Wouters (vibrafoon en klarinet) ZANGCOACH Esmé Bos KOSTUUMONTWERP Charlotte Willems LICHTONTWERP Frank Haesevoets DRAMATURGIE Hanneke Reiziger DECORCONCEPT Nicola Dinoia KLANKUITVOERING Patrick Romain POLYVALENTE TECHNIEK Marco Santy DECORUITVOERING Danny Havermans Luk Willekens Fati Ben Azouz KOSTUUMUITVOERING/KLEEDSTER Hilde Mertens Veerle Segers TONEELMEESTER Tom De Roy PROJECTLEIDING Raf Peeters
en alle andere medewerkers van HETPALEIS
-
2
-
effect hebben. Het gaat mij om die positieve twijfel. Lodewijk twijfelt bijvoorbeeld of hij kan vliegen maar omdat hij zo hard twijfelt, gelooft hij op een gegeven moment dat hij daadwerkelijk gevlogen heeft. Hij weet zelfs anderen daarvan te overtuigen.
DE POSITIEVE TWIJFEL VAN DIMITRI LEUE Dimitri Leue is inmiddels een vaste waarde binnen HETPALEIS. Hij heeft voor HETPALEIS al verschillende opmerkelijke producties gemaakt waaronder Armandus de Zoveelste, NINA NINA of de stad zonder kinderen, DODO klein of ei zonder land en DODO groot of land zonder ei, Wiejoow, De Marcellini’s en dit seizoen bracht hij een nieuwe versie van Azen. In het voorjaar wordt Lodewijk, de koningspinguïn hernomen. Net als in zijn voorgaande producties zoekt hij de spanning op tussen vertellen, zingen, muziek en beeld.
Naast mijn persoonlijke verhaal gebruik ik ook universele verhalen om het over dromen te hebben. Verder wil ik aan de beladen woorden als geloof, hoop en liefde een nieuwe lading geven. Geloof, hoop en liefde zijn drie pijlers van het katholicisme maar ook van vele andere godsdiensten. Ik vind die begrippen nog steeds een goede basis voor het leven: geloven in uzelf of in uw medemens, hopen dat het beter wordt en weten dat de liefde schoon is. Toch krijgen sommige mensen een wat klef gevoel bij deze woorden. Ik zou die woorden opnieuw willen definiëren door het niet over geloof, hoop en liefde te hebben maar over twijfel, droom en leven.
Waar gaat Lodewijk, de koningspinguïn over? Lodewijk, de koningspinguïn vertelt het verhaal van een twijfelaar en hoe je via twijfelen tot dromen kan komen. Op een bepaalde manier slaat het verhaal op mijzelf en heeft het veel autobiografische trekjes in zich. Toen ik dertien jaar geleden aan het schrijven van Lodewijk, de koningspinguïn begon, stond ik zelf ook voor de keuze wat ik met mijn leven moest doen. Ik kon niet kiezen tussen het schrijven of spelen voor toneel, film of televisie en daarnaast wilde ik ook genoeg aandacht besteden aan mijn gezin en mijn vrienden. Ik heb als het ware een loep over mijzelf gelegd en zo mijn twijfel tot in het absurde uitvergroot. Ik geloof dat iedereen wel een twijfelaar in zich heeft. Twijfel kan soms zeer verlammend werken maar kan evengoed een stimulerend en positief
Welke rol speelt muziek in deze productie? Ik wist van te voren dat muziek een belangrijke schakel in Lodewijk, de koningspinguïn zou moeten zijn. Samen met het verhaal van de pinguïn wilde ik de twijfel ook doorvoeren in de uitvoering. Naast de liedjes zit er veel muziek in de voorstelling, die live door een dertienkoppige bigband wordt uitgevoerd. De voorstelling is meer dan een vertelling alleen. Voor de composities en de muzikale leiding heb ik een beroep gedaan op saxofonist Benjamin Boutreur met wie ik al eerder heb gewerkt. In dezelfde tijd dat ik aan -
2
-
In hoeverre hou je rekening met de
Lodewijk, de koningspinguïn begon te schrijven, toerde ik samen met Benjamin rond met de productie Olie op Duke. Die voorstelling was een eerbetoon aan Duke Ellington. Geïnspireerd door die muziek heb ik Benjamin gevraagd om de muziek te schrijven bij Lodewijk, de koningspinguïn. Ons verzoek was om geen klassieke muziek te componeren maar meer vanuit de jazz te denken. Benjamin is bijna een jaar lang met componeren bezig geweest en heeft onwaarschijnlijk mooie muziek geschreven.
doelgroep? Voordat ik begin te schrijven heb ik geen doelgroep voor ogen. Die wordt bij mij pas tijdens het schrijven duidelijk. Zelfs na het schrijven van twee zinnen van een nieuw verhaal, weet ik voor welke leeftijd het geschikt is: voor volwassenen of kinderen of het liefst voor beiden. Het moet vooral begrijpelijk blijven als je voor kinderen schrijft. In een vroege versie van Lodewijk, de koningspinguïn had ik bijvoorbeeld enkele politieke termen gebruikt en die heb ik er bij nader inzien, voor de begrijpelijkheid, toch maar uitgehaald. De leeftijdscategorie dringt zich later pas op.
Tijdens het componeren en schrijven hebben Benjamin en ik elkaar zeker beïnvloed. Zo heeft Benjamin bepaalde liedteksten, die door mij zijn geschreven, moeten aanpassen omdat dat niet klopte met het ritme. Daarnaast kwam hij ook met suggesties over de lengte en inhoud van de tekst. Tegelijkertijd ben ik met een melodie voor een liedje aangekomen. In het begin van de voorstelling zitten er, als een soort exposé, een groot aantal instrumentale nummers om de sfeer van de pinguïnkolonie op te roepen. Je krijgt veel muzikale beelden aangereikt die op het eerste gezicht niet direct iets met de verhaallijn te maken hebben. Ze geven bijvoorbeeld aan hoe de pinguïns op die ijsvlakte leven. Soms zet ik de vertelling al in tijdens een bepaald muzieknummer en het kan ook zijn dat de muziek gewoon doorspeelt tijdens mijn tekst. De tekst is soms net als de instrumenten mee verweven in de muziek.
Wat opvalt, is dat je bijna altijd in je eigen stukken speelt. Ik heb de laatste tijd steeds meer moeite om in andermans stuk of regie te staan. Als ik in mijn eigen stukken speel weet ik precies wat ik met elke zin bedoel en waarom die zin er staat. Ik hou erg van een geconstrueerd verhaal en een goede plot. Ik houd van iets dat af is. Inmiddels heb ik geleerd dat ik mijn eigen ding moet maken. Dat is het beste voor mijzelf en voor de regisseurs die mij vragen. Al heb ik wel nood aan iemand die in het laatste stadium van een repetitieproces komt kijken. Warre Borgmans is zo iemand die regelmatig komt kijken en waar ik enorm vertrouwen in heb. Ik luister naar iedere kritiek, maar het liefst vóór de première.
-
3
-
Voel jij je meer schrijver of acteur?
1. VOORBEREIDING
Schrijver! Naar de buitenwereld ben ik meer bekend als acteur maar voor mijzelf weet ik dat ik ooit zal stoppen met acteren maar nooit zal stoppen met schrijven. Wat ik zo frustrerend aan spelen vind, is dat een voorstelling de ene dag fantastisch en de volgende dag slecht kan zijn. Daar kan ik diep ongelukkig van worden. Je wilt als acteur altijd die unieke theaterervaring geven aan het publiek. Het gaat om de magie en het doorgeven van energie aan elkaar. Samen met je publiek in één verhaal zitten dat is iets onwaarschijnlijks.
1.1. KORTE INHOUD Lodewijk is een koningspinguïn. Hij is ook een twijfelaar: hij durft bijna nooit iets te doen en trekt alles in twijfel. Zo probeert hij iedere dag opnieuw of hij kan vliegen, want elke dag is hij vergeten of hij het nu wel of niet kan. Filemon vindt het allemaal onzin: pinguïns kunnen niet vliegen, punt uit. Maar Madeleine geeft Lodewijk gelijk: je moet gewoon proberen te vliegen, dan lukt het misschien wel. Als Kobe en Marie trouwen, is er een groot feest. De voorraad vis is echter door een zeekoe opgegeten. Iedereen jammert, behalve Lodewijk. Hij staat helemaal in zijn eentje te smikkelen en te smakkelen van een denkbeeldige vis. De gasten vinden het geweldig en doen hem na: zo is er toch nog eten op de bruiloft. Onder alle pinguïns wordt gefluisterd dat Lodewijk een tovenaar is en dat hij zelfs kan vliegen. Ze komen allemaal toegestroomd om die wonderlijke Lodewijk zelf te kunnen zien. Filemon vindt dat deze onzin lang genoeg geduurd heeft. Hij noemt Lodewijk een bedrieger en zet de pinguïns tegen hem op. De menigte wordt woedend. Koning Frederik de derde, koning der koningspinguïns, voelt zich verplicht om te luisteren naar zijn volk en arresteert Lodewijk. Hij probeert zijn onderdanen er nog van te overtuigen dat Lodewijk niets verkeerds gedaan heeft, maar het is te laat. De pinguïns zijn helemaal beïnvloed door Filemon. Lodewijk wordt verbannen. Wanneer Lodewijk ergens ver weg een stern redt, mag hij als wederdienst met hem mee terugvliegen naar zijn land.
Met welk gevoel zou je willen dat het publiek naar huis gaat? Ik hoop dat het publiek, net als Lodewijk, met een waggelend gevoel naar buiten komen. En dat ze het niet eens worden en twijfelen of het nu een mooi of triest einde was.
-
4
-
Filemon Een oude, grijze, zeurende koningspinguïn, die erg jaloers is en die iedere dag meewarig het hoofd schudt: “Pinguïns kunnen niet vliegen.”
De stern grijpt hem met de poten vast bij de schouders. Eenmaal aangekomen boven het paleis van Frederik de derde, zegt hij tegen de stern dat hij het vliegen verder wel alleen aankan. De stern laat Lodewijk los …
Madeleine Een jonge energieke koningspinguïn: “Pinguïns zijn wel vogels. Wij kunnen wel vliegen. Jullie willen het nog niet eens proberen!” 1.2. KENNISMAKING MET DE
Frederik de derde De koning der pinguïns. Koningspinguïn Frederik de derde, koning der koningspinguïns had een grote voorliefde voor het getal 3. Daarom was koning Frederik zeer blij dat de ruzie waarover iedereen het had, een ruzie was tussen drie partijen: Lodewijk, Filemon en Madeleine. “Joepie, joepie, joepie! Ik mag 3 koningspinguïns op audiëntie vragen, een officieel bezoek van drie onderdanen aan mij … de vorst.” En de vorst op de Zuidpool is veel machtiger dan de vorst die we hier kennen.
PERSONAGES AAN DE HAND VAN ENKELE TEKSTFRAGMENTEN
Lodewijk De pinguïn die denkt en droomt dat hij kan vliegen. Dit verhaal gaat over Lodewijk de koningspinguïn. Oh nee, hoor ik sommigen van jullie reeds denken, weer een verhaal over een koning. Maar dat is niet helemaal waar. Lodewijk is een koningspinguïn, geen koning. Een koningspinguïn is een soort of een ras zoals een huismus of een goudvis. En wij weten allemaal dat een huismus geen huis is of een goudvis geen goud. Wel, een koningspinguïn is ook geen koning. Nee, Lodewijk was een waggelaar, een twijfelaar, een niet-weten -watdoeneraar. Links of rechts, links of rechts, links of rechts, zo ging hij bijna altijd rechtdoor. Ja of nee, ja of nee, ja of nee, zo zei hij bijna altijd misschien. Goed of fout, goed of fout, goed of fout, zo durfde hij bijna nooit iets te doen. “Ik weet het niet, ik weet het niet. O-oh! Ik denk van wel. Of nee toch niet.”
Gerard/Gejajd Adviseur van de koning. Hij heeft een spraakgebrek. Zijn R wil niet rollen dus noemt hij zichzelf Gejajd. • Soms vond koningspinguïn Frederik de derde Gejajd een echte adviZEUR met de nadruk op ZEUR. Want als een idee van Gejajd niet werd uitgevoerd begon hij er iedere keer opnieuw over. “Majesteit, majesteit, en wat als u uw naam nu eens vejandejde in King Win … ”
-
5
-
Kobe en Marie Twee jonge pinguïns die trouwen. Pinguïns gooien niet met rijst, nee, ze huilen een tranenhagel. Hoe meer gepingel, hoe mooier de trouw. En dan eindelijk de plons. Ze waren getrouwd. Al de pinguïnvleugels klapperden tegen elkaar. Flap, flap, flap, flap! En dan nu feest en vooral vis, een groot vistijn.
bovenop het ijs zitten dat de stern gevangen hield.
Marcel Vantgat Een misdadige koningspinguïn. • Marcel Vantgat was een verschrikkelijke Koningspinguïn met één oog. Dat andere had hij verloren bij het buikglijden. En toch wilde hij de wedstrijd niet opgeven en met één oog heeft hij nog gewonnen. Het is een ijsbeer van een pinguïn. Een monster dat eieren kapotsloeg gewoon voor het plezier van het zien van een huilende moeder. Marcel Vantgat verwisselde kinderpinguïns van nesten. En dan kon hij zo genieten van al dat gepingel van die vallende tranen van moeders en kinderen. Maar gelukkig werd hij betrapt en gevangen genomen. Een Stern De tweede dag van zijn verbanning zag Lodewijk een stern, een soort meeuw, vastgevroren in het ijs. • “Ik ga dood, zei de stern, Ik sterf.” “Misschien wel, zei Lodewijk, maar misschien ook niet. Wij gaan allemaal dood. Maar nu nog niet. Jij nog niet. Jij bent nog levend. Je linkervleugel zit een beetje vastgevroren maar het enige wat ik moet doen is een half uur op dat ijs gaan zitten en jij bent alweer vrij.” “Maar ik zal nooit meer kunnen vliegen.” “Misschien niet, nee. Maar misschien wel.” En hop Lodewijk ging -
6
-
aan de volgende … De beweging komt van de ene naar de andere als een soort van ‘wave’. De begeleider kan de beweging klein beginnen en aangeven dat de beweging steeds groter mag worden. - Terug starten met de vliegbeweging en voeg er nu een zinnetje, een woordje, een uitroep aan toe: ja, ik kan het! Fantastisch! Ik vlieg! Kom mee! Pas op! Lang leve Lodewijk! Woepie! - Doen alsof: vis eten. Volg dezelfde structuur als bij de vorige oefening.
2. NAVERWERKING
2.1. HET VERZAMELEN VAN DE THEATERINDRUKKEN Denk terug aan de voorstelling. Ga in je verbeelding weer in de zaal zitten en probeer in je hoofd beelden te zien van de voorstelling. Probeer de muziek, de liedjes opnieuw te horen. Probeer het verhaal opnieuw te beleven. Vertel elkaar over de grappige momenten. Haal de spannende momenten eruit. Ga op zoek naar de meest opvallende momenten.
Speloefening 3 Spelen rond en met de verschillende personages uit de voorstelling. Som ze op: Lodewijk – Filemon – Kobe en Marie – Marcel Vantgat – koning Frederik de derde – Gejajd – Madeleine – Stern Schrijf de namen van de verschillende personages op kaartjes. Vertel elkaar wat voor karakter elk personage heeft. Welke beweging of houding hoort bij dat personage? Welk woord of welke zin heb je van hem/haar onthouden? Met wat voor stem spreekt hij/zij? Elk personage heeft een bepaalde houding die bij zijn karakter past. Je hebt gezien hoe acteur Dimitri Leue de personages uitbeeldde … Eén kind trekt een kaartje en beeldt, vooraan in de las, het aangegeven personage uit, non-verbaal. Zo gauw de klas kan raden wie er wordt uitgebeeld, mag hij doorspelen en zinnen of woorden gebruiken die bij het personage passen. Als dat gelukt is kan er een tweede kind ‘ inspringen’ en meespelen. Zo lopen er dan bijvoor-
2.2. SPELOPDRACHTEN
Speloefening 1 Op muziek (ritmisch, vrolijk). De kinderen lopen door de klas als pinguïns. Let op de bewegingen van de voeten, de armen, het hoofd, het achterwerk. Als iedereen daar plezier in heeft, roept de begeleider verschillende types pinguïns: stoer, verlegen, trots, oud, verliefd, sterk, bang, vrolijk … Speloefening 2 Gebruik hiervoor vrolijke ritmische muziek. - Doen alsof: Vliegen. De kinderen staan in een kring. De kinderen zijn allemaal pinguïns die moeten ‘leren‘ vliegen. - De begeleider begint met een vliegbeweging, geeft die door aan de volgende en die geeft dit weer door -
7
-
beeld twee onzekere Lodewijken rond die elkaar ‘twijfelend’ toespreken. Op die manier brengen we alle personages uit het verhaal tot leven.
Wat gebeurt er met Lodewijk in het echte verhaal? De kinderen kunnen nu zelf bepalen wat er verder met Lodewijk gebeurt ...
Speloefening 4 Speel een dialoog tussen de Stern en Lodewijk. Verdeel de klas in duo’s. Geef de kinderen 15 minuten de tijd om dit voor te bereiden. - Spelsituatie bij het begin van de dialoog: de Stern vliegt rond, landt op het ijs, wil terug opstijgen maar blijkt vastgevroren in het ijs! Hij probeert zijn vleugel nog los te trekken, tevergeefs. Lodewijk loopt verdrietig te dwalen over de ijsvlakte, twijfelend, weet niet echt waarheen. Lodewijk ontdekt de Stern en gaat bij hem zitten. - Dan start de dialoog: Stern: Ik ga dood, ik sterf. Lodewijk: Misschien wel, maar misschien ook niet. Wij gaan allemaal dood. Maar nu nog niet, Jij nog niet. Jij bent nog levend. Je linkervleugel zit een beetje vastgevroren, maar het enige wat ik moet doen is een half uur op dat ijs gaan zitten en jij bent al weer vrij. Stern: Maar ik zal nooit meer kunnen vliegen. Lodewijk: Misschien niet nee. Maar misschien wel. Situatie bij het slot van de dialoog: De Stern trekt voorzichtig en langzaam zijn vleugel los uit het ijs, neemt Lodewijk bij zijn schouders en vliegt met hem door de lucht (klas). Hierbij mogen de kinderen zelf tekst verzinnen. Ook het einde mogen ze verzinnen. Misschien wel een ander einde dan in de voorstelling ... -
8
-
Colofon
Dit lesmateriaal werd samengesteld door Paula Stulemeijer, medewerker educatie, docent drama in HETPALEIS. Lodewijk, de koningspinguïn speelt in de Grote zaal van HETPALEIS op 22, 23 maart en 8, 12, 15, 16, 30 april 2014 telkens om 15u. 29 april 2014 schoolvoorstelling om 13u30 Van 4 tot en met 26 april 2014 reist Lodewijk, de koningspinguïn langs verschillende culturele centra. Gegevens vind je terug op www.hetpaleis.be
Contact dienst educatie: Anja Geuns: 03 202 83 75
[email protected]
Paula Stulemeijer: 03 202 83 74
[email protected]
Rita Pottier: 03 202 83 59
[email protected]
HETPALEIS Theaterhuis voor kinderen, jongeren en kunstenaars Meistraat 2 2000 Antwerpen 03 202 83 11 F. 03 202 83 53
[email protected] www.hetpaleis.be
-
9
-