VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 37 NUMMER 7 27 april 2012
Samen Slimmer Beter Onlangs lag bij medewerkers een brief op de deurmat, waarin de Raad van Bestuur iedereen uitnodigt mee te denken over het doelmatiger inrichten van werkprocessen. Daarvoor ging ook speciaal een website in de lucht. Ideeën zijn meer dan welkom. N elleke D i nn i s s en
te richten, is Samsoms overtuiging. ‘Een patiënt moet kunnen vertrouwen op de hoogste kwaliteit van zorg. Onze ambitie is hierin onderscheidend te zijn en dit ook aan te tonen.’ De voorzitter is tevens een vurig pleitbezorger van patiëntenparticipatie. ‘De patiënt is onze partner en krijgt meer de regie in zijn eigen behandelproces. Samen met hen kunnen wij de zorg beter maken. Daarnaast streven wij naar zorg op maat, ofwel personalized medicine: bijvoorbeeld door de patiënt een therapie aan te bieden die aansluit bij zijn genetisch profiel. Dat wordt onder andere al toegepast bij leukemiepatiënten.’
Positie
De gezondheidszorg bevindt zich in een tijdsgewricht. Er verandert veel de komende jaren: de patiënt, de zorg en de financiering. ‘Daar moeten we actief op inspringen’, stelt bestuursvoorzitter Melvin Samsom. ‘Als UMC moeten wij juist de ontwikkelingen voor zijn.’ Heikel punt in de zorg is de variatie van kwaliteit. Bij het ene ziekenhuis heeft de patiënt voor een bepaalde aandoening betere kansen, dan bij het andere. Onacceptabel, vindt Samsom. ‘Zorg moet eenduidig zijn.’ Precair is ook de explosieve kostenstijging van de gezondheidszorg. De druk is groot om die beheersbaar te maken. Doelmatigheid is dan ook een van de speerpunten in de meerjarenstrategie van het Radboud. Variatie in kwaliteit en hoge kosten zijn aanleiding om de zorg anders in
Pagina 3 E-patiënt dialoogavond: ‘Kracht van de patiënt beter benutten’
Foto: Frank Muller
Pagina 5 De glorieuze en donkere kanten van het “leven”. Twee indrukwekkende ervaringen van neonatoloog Djien Liem
‘Dit moet allemaal in een tijd van schaarste en kan alleen als we doelmatig, efficiënt en effectief werken’, beklemtoont Samsom. ‘Positief effect hiervan is ook dat we ruimte creëren voor innovatie. Die is cruciaal om de gezondheidszorg te herontwerpen en het Radboud goed te positioneren in een markt die sterk in beweging is.’ Samsom benadrukt overigens dat innovatie en hogere kwaliteit niet altijd leiden tot stijging van kosten. ‘Integendeel, richten we het zorgproces goed in, dan is het goedkoper, omdat medewerkers zich houden aan best practices, minder schade berokkenen, er minder redo’s, klachten en wachtrijen zijn. Allemaal aspecten waarop patiënten hun keuzes maken. Bovendien heeft het een toegevoegde waarde voor de professional, omdat zijn expertise doelmatiger wordt ingezet.’ Vorige week ontvingen medewerkers een brief van de Raad van Bestuur, die bedoeld is om iedereen te betrekken bij het proces “Samen Slimmer Beter”, waarin doelmatigheid de rode draad is. Zie vervolg pagina 4.
Pagina 6 Nijmeegs onderzoek toonaangevend: slikproblemen op de wereldkaart
Pagina 12 Niemand twijfelt meer aan het nut van de verpleegkundig specialist en de physician assistant
r a dbode 7 - 2 0 1 2
Verbeterd
En verder...
Simulatie-MRI voor kinderen Hoe bereid je kinderen voor op MRI-onderzoek? De simulatie-MRI, die het Radboud sinds kort heeft, helpt kinderen om hiermee vertrouwd te raken. Spannend. Een MRI-onderzoek is zeker voor een kind spannend. Kinderen kunnen het eng vinden om in het apparaat te liggen, hebben moeite om lang stil te liggen of vinden het geluid van de MRI niet fijn om te horen. Het Radboud heeft daarom sinds november 2011 een simulatie-MRI. Kinderen worden hier, onder begeleiding van een medewerker van de pedagogische zorg,
voorbereid op het MRI-onderzoek. De simulatie-MRI is voor kinderen vanaf vijf jaar; vanaf deze leeftijd zijn ze namelijk in staat om de voorlichting in zich op te nemen en de instructies op te volgen. Kinderen tot vijf jaar worden nog onder narcose gebracht voor de MRI. Beleving. In de simulatie-MRI oefenen kinderen met (stil)liggen in een MRI. Ook raken ze gewend aan het geluid. Samen met de pedagogisch medewerker verkent elk kind stapsgewijs het MRI-apparaat. Daarbij wordt specifiek ingegaan op de beleving van het kind. Vindt een kind het geluid eng, dan wordt geprobeerd daar een positieve associatie aan te koppelen, bijvoorbeeld het geluid van een helikopter of de boor van opa. Door het oefenen weet het kind wat hem of haar te wachten staat en zal het minder angstig zijn. Ook helpt het dat ze weten dat hun vader of moeder bij de MRI kan blijven. Winst. Het oefenen in de MRI gebeurt enkele weken voor het echte MRI-onderzoek. Kwaliteit van zorg is de grootste winst: getrainde kinderen kunnen vrijwel allemaal de echte MRI zonder narcose ondergaan. Voor het kind is het prettig dat het niet onder narcose hoeft en dat hij of zij na de MRI meteen weer naar huis mag. Het ziekenhuis bespaart zo de kosten van anesthesie. GM
Agenda, Verbeterd, Kunst, Colofon Nieuwsladder Fred Lataster, Limonadefabriek, Op de tandem voor parkinson, Verkiezingen OR Wetenswaardig, oratie Maroeska Rovers Minder zout eten, Mensen, IM Ans Heijnen en Hilde de Heus Betoog, masterclasses patiëntveiligheid Ethiek
Colofon Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen, Gijs Munnichs en Marjan Wassenaar. Aan dit nummer werkten mee: Flip Franssen, Paul Hodiamont, Aliëtte Jonkers, Paul van Laere, Frank Muller, Daan Van Speybroeck, Norbert Steinkamp, Edward Tan en Marc van Teeffelen. E-mail:
[email protected], telefoon: 024-3617261 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Productgroep Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat. Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 0235714745, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442. De volgende Radbode verschijnt vrijdag 18 mei 2012.
AGENDA Algemeen
De simulatie-MRI helpt kinderen vertrouwd te raken met het echte MRIonderzoek. Foto: Frank Muller
10 mei: Dag van de Verpleging. De Raad van Bestuur nodigt verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegassistenten uit voor een gezamenlijke lunch. Q-gebouw Theaterplein, gebouw Vrouw & Kind, 2de verdieping, route 807, van 12.00 - 13.30 uur. 12 mei: Open dag en minisymposium “het beste voor de jongsten” bij Kinderopvang Heyendael. Toernooiveld 15, van 11.00 - 14.00 uur. 14 mei: Workshop ‘Radboud Biobank’. Succesvol biobankieren is een uitdaging waarbij veel aspecten geregeld moeten worden. Locatie: Huize Heyendaal, van 13.30 - 16.30 uur. Informatie en inschrijven:
[email protected]. 25 mei: Mindfulness netwerkdag 2012 & opening van het Radboud Universitair Medisch Centrum voor Mindfulness. Meer informatie en aanmelden: www.paoheyendael.nl, onder congressen en symposia. 2 juni: Reünie: 12de lustrum van de Medische Faculteitsvereniging Nijmegen. Bedoeld voor alle oud-leden van de MFVN. Meer informatie: http:// reunistendag.mfvnlustrum.nl. 15 juni: Prudentiaconferentie: “De Tijd, het Geld en de Wijsheid”. Hoe goede en menslievende zorg te realiseren ondanks druk van tijd en geld. Informatie: www.paoheyendael.nl, onder “overige professionals”.
kunst Als pendant van ‘The French Connection’ – kunstcollectie UMC St Radboud in Museum Het Valkhof, is een tijdelijke kunstroute uitgezet die loopt van de hal van het Radboud tot het poliplein bij Vrouw en Kind. De kunstwerken langs deze route zijn voorzien van een korte toelichting. Er is een folder beschikbaar die route en werken aangeeft. De kunstwerken geven uiting aan het door de Commissie Beeldende Kunst gevoerde kunstbeleid. Een pijler van dit beleid is hoe kunst van oudsher aanwezig in de gasthuizen, thans nog van betekenis kan zijn voor patiënten, hun naasten, alsook voor medewerkers van het UMC in hun geconfronteerd zijn met ziekte, lijden en dood. Vooral het eerste deel van de route besteedt daar aandacht aan via het beeld van Sint Radboud en het grote Christusbeeld in de hal van het ziekenhuis, maar ook met de wand van het Stiltecentrum, de kruisweg van Frederick Franck en de kartons van de glas-inloodramen van Nicolas Fédorenko. De foto van Sarah Wong laat de kracht van een ernstig ziek, gehandicapt kind zien. Verder op de route komt het onderwijs en de medische wetenschap in beeld. Hierin krijgt de tweede pijler van het kunstbeleid vorm: waar in het verleden de fascinatie van kunstenaars voor de ontwikkeling in de medische wetenschap een hoogtepunt bereikte met de Anatomische Lessen, is de vraag hoe hedendaagse kunstenaars omgaan met wat thans in de geneeskunde plaatsvindt. Zo laat Erwin Olaf met zijn foto The practice de eenzame angstige momenten van een patiënt zien die thans nog nauwelijks herkenbaar is. Ingaand op de wetenschappelijke praktijk bevindt zich bij Pathologie het drieluik – verspreid over de drie verdiepingen van de afdeling – van Piet Hein Eek. Deze kunstenaar combineert de massieve marmeren snijtafels – gered bij de sloop van de
Oecumenische vieringen Elke zondag om 10.00 uur in het Personeelsrestaurant. Zondag 29 april, voorganger Linda Modderkolk; zondag 6 mei, Huisselings Koor, voorganger Ans Bertens; zondag 13 mei, Dameskoor Terpsichoré, voorganger Richart Huijzer. Sarah Wong, Monique, uit de reeks Sophia’s Children, 2002
AZO-scholing
oudbouw – met de kleine fragiele dubbele glasplaatjes waartussen een preparaat wordt gevat om onder de microscoop te bekijken. Deze ontzettend vergroot, werden voor de rechtop gezette snijtafels gemonteerd.
Voor informatie over scholingsavonden: www.azo. nl onder het kopje Actueel-Agenda en OpleidingScholingsavonden. Deelname is gratis, echter wel graag aanmelden via de website. 9 mei: Scholingsavond over TIA. 6 juni: scholingsavond ‘Sporttraumatologie’. Ervaringsverhalen met medische toelichting, epidemiologie van sportletsels en casusbesprekingen.
Daan Van Speybroeck, kunstcoördinator
2
2 3 4 9 10 11 12
bele id
r a dbode 7 - 2 0 1 2
nieuwsladder Zorgverzekeraars Nederland steunt ParkinsonNet
Foto: Frank Muller
'Let's Patients help', luidt het credo van Dave deBronkart.
‘Kracht van de patiënt beter benutten’ De patiënt niet alleen bekijken maar ook zíen, niet alleen beluisteren maar ook hóren. Twee leidende motto’s voor het idee van de patiënt als partner, aldus inleider Stan Janssen op de ‘e-patiënt dialoogavond’. ‘Doel is nu de daad bij deze fraaie woorden voegen. Morgen willen we de eerste acties zien.’ P a ul v a n L a e r e
Misschien vertelde de aanblik van de e-patiënt dialoogavond wel het meeste over de omwenteling die zich in de gezondheidszorg voltrekt. Aan grote tafels zitten groepen van elk ongeveer tien mensen geanimeerd te praten – dokters, verpleegkundigen, patiënten. Aan niets valt af te zien wie hulpverlener is en wie patiënt. Medisch professionals en patiënten trekken hier samen op. De enige witte jas in de zaal - klassiek symbool van onderscheid - hangt ongebruikt in een hoekje. September vorig jaar organiseerden PVI en REshape de eerste dialoogavond. ‘Dat leverde een hoop ideeën op’, aldus Stan Janssen van PVI/REshape. De vervolgeditie is bedoeld om vooral tot concrete plannen en daden te komen. Ter inspiratie opent de avond met een gedreven betoog van ‘e-patient Dave’, die al eerder zijn verhaal deed in het Radboud. ‘Let’s patients help’, luidt het credo van de man die vijf jaar geleden te horen kreeg dat hij een zeldzame nierkanker had waaraan hij binnen een half jaar zou overlijden. Hij overwon de ziekte, mede door zijn speurtochten op internet, en online contacten met mede-patiënten. Sindsdien heeft Dave deBronkart een missie. Met Amerikaans gevoel voor pakkende oneliners, probeert hij de wereld de ogen te openen voor de kracht van de patiënt. ‘Patiënten zijn de meest onderbenutte hulpbron’, zegt Dave. ‘Er zijn een hoop patiënten die willen meehelpen.’
Minder mooi Daarvan getuigt ook de bijeenkomst, waarvoor een heleboel patiënten hun vrije avond hebben opgeofferd. Zo ook de Nederlandse ‘E-patiënt Dave’, René Tabak genaamd. Bij hem werd in 2005 hartfalen vastgesteld, inclusief een levensverwachting van vijf jaar. In Duitsland kreeg hij een hartpomp en later ook een nieuw hart. Toen hij Dave hoorde spreken, dacht hij: dat gaan we ook doen. Want ook hij voelde zich als patiënt niet op waarde geschat. ‘Ik heb nog nooit een arts horen
vragen: “Wat weet u van uw aandoening af?” Binnen 15 seconden neemt de arts het gesprek over. Daarom zet ik mijn vragen en wat ik wil zeggen tevoren op papier’, vertelt hij het publiek. En dan gaan de tafels in conclaaf. Thema’s verzamelen, en vooral concrete doelen benoemen. Met welk advies kan de dokter morgen aan de slag. Aan de tafel van de totale parenterale voeding (TPV) - voeding via een lijn vindt het idee van een mailtje met vragen, voorafgaand aan het polibezoek, weerklank. ‘Dat helpt jezelf en de dokter om het gesprek goed voor te bereiden, en het voorkomt dat je tijdens het gesprek iets vergeet’, zegt een patiënte. TPV-consulente Doreen Feibig vertelt de patiënten dat ze onder de paraplu van ‘MijnZorgnet’ een TPV-community willen oprichten. Wat zouden jullie van zo’n forum verwachten, wat moet er op die site komen, vraagt ze. ‘Betrouwbare informatie’, zegt patiënte Miranda onmiddellijk. ‘Er circuleren veel verkeerde ideeën over TPV.’
‘Patiënten zijn de meest onderbenutte hulpbron’ Belangrijk is ook praktische info. Welke restaurants, hotels, campings beschikken over schone en ruime sanitaire voorzieningen? En Miranda wil de échte verhalen van patiënten. ‘Ik zie altijd hele positieve verhalen. Maar het is minder mooi dan het wordt voorgespiegeld.’
Gerustgesteld Bij de cochleaire implant-tafel geven de patiënten te kennen dat ze graag thuis hun gehoor en spraak willen oefenen, zodat ze niet altijd naar het centrum moeten komen. De artsen denken aan een app en gaan links zoeken, die ze op de site zullen zetten. ‘Morgen twee links’, zegt Dave onmiddellijk. ‘Niet ooit. Morgen.’ De cardiologische patiënten blijken klassieke wensen te hebben: tijd en informatie. Bij de anesthesietafel heeft één patiënte het rijk alleen gehad met liefst zeven hulpverleners. Die hebben een behoorlijke lijstje plannen geproduceerd, maar als Stan Janssen de patiënte vraagt wat ze zelf zou willen, komt ze met iets dat niet op het bord staat. ‘Dat je als mens gezien wordt, dat je gerustgesteld wordt’, zegt ze. ‘Ik vond het op de OK soms een beetje zakelijk.’ Slotboodschap van Dave aan de patiënten ‘Bedenk wat je wil, en leer dat je het kunt vragen.’ n
3
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) geeft ParkinsonNet financiële steun voor een periode van drie jaar. Beide partijen hebben daarvoor op 12 april een contract gesloten. De ondersteuning volgt op een onderzoek onder 20.000 patiënten dat ZN afgelopen najaar liet uitvoeren. Daaruit bleek dat ParkinsonNet bewijst dat een betere organisatie van de zorg leidt tot grote kwaliteitswinst en een forse kostenbesparing. ParkinsonNet brengt de zorgverleners via scholing en een digitaal platform bij elkaar. Ook de patiënt heeft toegang tot deze website. Er zijn 65 regionale netwerken in Nederland. De betrokken zorgverleners kunnen door de goede samenwerking de zorgkosten voor Parkinsonpatiënten beperken met vijftien tot twintig miljoen euro per jaar. De belangrijkste reden om ParkinsonNet te ondersteunen is de verbetering van de kwaliteit en doelmatigheid van zorg. Met de bijdrage van ZN kan ParkinsonNet de benodigde infrastructuur financieren. De werkwijze van ParkinsonNet heeft potentie om bij andere aandoeningen te gebruiken. ParkinsonNet wil daarvoor graag rolmodel zijn. Dit zijn extra redenen voor ZN om ParkinsonNet te helpen.
Lunch Dag van de Verpleging Op 10 mei vindt de Dag van de Verpleging plaats in het Radboud. Het thema van de dag is “Van onderzoek naar praktijk: overbrug de kloof ”. Als blijk van waardering nodigt de Raad van Bestuur alle verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegassistenten van harte uit om op 10 mei gezamenlijk te lunchen. 12 mei is de verjaardag van Florence Nightingale, Brits verpleegkundige en grondlegger van de moderne verpleegkunde. Die dag worden verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegassistenten over de hele wereld extra in het zonnetje gezet als dank voor hun innemende en zorgzame bijdrage aan de patiëntenzorg. In het UMC St Radboud doen we dat op 10 mei. Wanneer: 10 mei, 12.00 uur - 13.30 uur Waar: Q-gebouw Theaterplein, gebouw Vrouw & Kind, 2e verdieping, route 807
Open dag Kinderopvang Heyendael Op 12 mei organiseert Kinderopvang Heyendael een open dag met minisymposium “Het beste voor de jongsten”. Op deze dag spreekt onder andere Esther Albers, gepromoveerd onderzoeker ontwikkelingspsychologie aan de Radboud Universiteit. Zij gaat in op stress bij baby’s. Sabine Hunnius, directeur van het Baby Research Center van de Radboud Universiteit, vertelt over hoe het kind de wereld ziet en hoe ouders en opvang hierop kunnen aansluiten. (Toekomstige) ouders, studenten en andere geïnteresseerden zijn van harte welkom. Kijk voor het volledige programma op www.kinderopvangheyendael.nl. De dag vindt plaats van 11.00 tot 14.00 uur, locatie: Toernooiveld 15.
Loterij Alpe d’HuZes Speciaal voor het Radboudteam Alpe d’HuZes is een loterij gestart, met als doel minstens 50.000 euro te vergaren. De trekking van de loterij vindt plaats op 31 mei. Hoofdprijs: een fiets ter waarde van 1.200 euro. Loten à 5 euro per stuk zijn verkrijgbaar bij het bedrijfsrestaurant, koffiecorners, restaurant Studiecentrum en het Winkeltje of bij de deelnemers. Meer info: www.umcn.nl/alpedhuzes. Alle prijzen worden ter beschikking gesteld door Bike Totaal Jos van Hees.
i n bed r i jf
r a dbode 7 - 2 0 1 2
Leider achter de schermen Fred Lataster is voor drie jaar benoemd tot adjunctdirecteur van het Servicebedrijf. ‘Afdelingen ontlasten van rompslomp, dat is mijn drijfveer.’
Foto: Marc van Teeffelen
Fred Lataster heeft een behoorlijke staat van dienst – al ruim 20 jaar – in het UMC St Radboud. Zijn recente wapenfeit is het leiden van het DOT-project, het invoeren van de nieuwe manier van bekostiging van de zorg. Daarvoor was hij hoofd Audit en Control in de Concernstaf, hoofd Financieel Economische Zaken en bekleedde hij verschillende functies binnen ICT. Als adjunct-directeur van het Servicebedrijf versterkt Lataster tijdelijk (drie jaar) Karin Veltman in de directie van het Servicebedrijf. Met als ambitie: doelmatiger werken te verenigen met een betere kwaliteit. Daarbij wordt vanuit het project Beter 2.0 een extra beroep gedaan op de inzet en creativiteit van het Servicebedrijf. Dit alles vraagt erom dat er meer op directieniveau gemanaged moet worden, vooral: meer over de productgroepen heen. Want bij veel verbeterprojecten, zoals ICT of zorgadministratie, zijn immers meerdere productgroepen betrokken.
Elimineren van onzin Lataster richt zich met name op ICT en financiën, de “hardere processen” in het Servicebedrijf. Zijn grote
Fred Lataster: 'Het realiseren van onze ambities vraagt niet om een korte sprint.'
drijfveer: zorgprofessionals waar mogelijk ontlasten van administratieve rompslomp. ‘Dit leidt nu te veel af van waar het werkelijk om gaat: zorg verlenen aan patiënten. Datgene wat echt nodig is aan administratie moeten we in één keer goed doen, en overbodig werk achterwege laten. Met EPIC (het nieuwe EPD) kan dit ook echt. Elimineren van onzin, minder doen is soms beter. Ik wil de regie hierop versterken. Ook wil ik eraan bijdragen dat er betere management- en stuurinformatie komt. Voor de zorgproductie, zodat afdelingen beter weten hoe ze ervoor staan, maar ook bijvoorbeeld voor de onderzoeksprojecten, zodat onderzoekers meer zicht krijgen op de financiële stand van het onderzoek.’ Het verbinden van mensen en productgroepen, het verbeteren van processen, samengevat: leiderschap op inhoud, zo ziet Lataster zijn rol, als leider achter de schermen die zorgt dat alles goed geregeld is. Als fervent hardloper trekt hij graag de vergelijking tussen zijn werk en de sport. ‘Ik vind het fantastisch om in het UMC te werken en doe dat met veel inzet. Het realiseren van onze ambities vraagt niet om een korte sprint, maar om een lange adem, zoals bij een marathon. En zo nu en dan een marathon lopen, vind ik erg leuk om te doen. Ik hoop dat er over drie jaar belangrijke stappen zijn gezet in het Servicebedrijf, en dat dit de kwaliteit en doelmatigheid van ons UMC ten goede komt.’ GM
Patiënt als partner
De Limonadefabriek
Foto: Frank Muller
Samen, slimmer, beter Vervolg van voorpagina
Taskforce
De Limonadefabriek is een uitdagende en confronterende muziektheatervoorstelling over het thema “patiënt als partner” in het ziekenhuis van de toekomst. Over de arts, de verpleegkundige, de OK medewerker en de patiënt “nieuwe stijl”. Een spraakmakende theatervoorstelling over wie je als zorgverlener eigenlijk wilt zijn. Moet zijn. Moeten? De theatervoorstelling is bestemd voor alle medewerkers om betekenis te geven aan “patiënt als partner”. Interesse? Informeer bij de afdelingsleiding of uw afdeling zich aan heeft gemeld. U kunt zich ook individueel inschrijven voor deze voorstelling, tegen een gereduceerd tarief (vijftig euro per persoon).
Onlangs vond tijdens een bijeenkomst voor afdelingshoofden en bedrijfsleiders de aftrap plaats voor het proces “Samen Slimmer Beter”. ‘Om afdelingen bij dit verbeterproces te ondersteunen, hebben we een speciale Taskforce ingesteld, waarin medewerkers uit verschillende geledingen zitting hebben’, vertelt Cees Buren, lid van de RvB met financiën en bedrijfsvoering in zijn portefeuille. Ook zijn er voor twaalf afdelingsoverstijgende projecten voorzitters benoemd die tijdens de aftrap een tipje van de sluier oplichtten.
Ligduur Een van de projecten is ligduur, met Marcel Olde Rikkert als voorzitter. In zijn pitch van drie minuten liet hij weten dat er volgens onderzoek geen bewijs is dat bedrust daadwerkelijk beter maakt. ‘Er zijn in huis teveel verkeerde beddagen. Dat gaan we aanpakken door te innoveren en door middel van preventie. Het gaat hier niet alleen over doelmatigheid, maar ook over het stimuleren van kwaliteit. Er is al veel kennis over ligduur in huis, zoals onder andere het onderzoek van Gert Westert, IQ healthcare: “Fifty ways to leave your hospital”’, besluit Olde Rikkert. Kwaliteit komt in alle projecten, zoals overhead, OKplanning, capaciteit rondom apparatuur, inkoop en personele planning telkens weer terug. Samsom benadrukt dat doelmatigheid alles te maken heeft met goede afstemming, slim werken en medewerkers betrekken. ‘Want de koers die wij inzetten om in een sterk veranderende gezondheidszorg een toekomstbestendig huis te bouwen kan alleen in een cocreatie. “Samen Slimmer Beter” is van iedereen.’ n Bijhouden Samen Slimmer Beter? Zie intranet: http://portal.umcn.nl/slimmerbeter
Op 10 en 12 mei aanstaande vindt deze voorstelling in het Radboud Auditorium plaats. Inschrijven: www.paoheyendael.nl, onder “congressen en symposia”.
De tocht startte bij het Radboud. Hier voegden ook ex-profwielrenner Michael Boogerd en de burgemeester van Nijmegen Wim Dijkstra zich bij het team om een deel van de rit mee te fietsen. Ongeveer 10 kilometer voor de finish kreeg het team gezelschap van zo’n tachtig parkinsonpatiënten en zorgverleners. Samen fietsten ze het laatste stuk naar het ministerie van VWS. Spark Magazine is een glossy met inspirerende verhalen, interviews en fotoreportages rondom mensen die leven met parkinson. De verhalen focussen zich op de mogelijkheden die mensen met een chronische ziekte nog hebben in plaats van op de beperkingen en kosten die de zorg met zich meebrengt.
Ondernemingsraad
U stemt toch ook?!
Parkinson
138 kilometer op de tandem voor parkinson ParkinsonNet heeft op Wereld Parkinson Dag, 11 april, Spark Magazine gelanceerd, een glossy over leven met de ziekte van Parkinson. Om de lancering kracht bij te zetten, stapten directeur ParkinsonNet Marten Munneke en parkinsonprofessor Bas Bloem op een tandem en fietsten ze met hun team en een aantal parkinsonpatiënten van Nijmegen naar het binnenhof in Den Haag. Daar overhandigden ze de eerste exemplaren van Spark Magazine aan minister Edith Schippers van VWS.
4
Bij de medezeggenschapsverkiezingen voor de Ondernemingsraad zijn er meer kandidaten dan zetels. Dit betekent dat u digitaal mag stemmen op uw favoriete kandidaat! U kunt vanaf 10 mei digitaal stemmen via de stemknop op de intranet portal. De stemmachine sluit op 24 mei om 14.00 uur. Laat uw digitale stem gelden! Voor meer informatie http://portal.umcn.nl/organisatie/or of neem contact op met Bureau Ondernemingsraad telefoonnummer 14882.
r a dbode 7 - 2 0 1 2
Het Moment In deze rubriek vertellen medewerkers over een ervaring in het UMC St Radboud die hen geraakt heeft. Dr. Djien Liem, neonatoloog, was een van de eersten die zijn moment vertelde in 2006; een dramatisch verhaal. Onlangs ervoer Liem het tegenovergestelde. Daarom dit keer de twee verhalen naast elkaar. N elleke D i nn i s s en
De glorieuze en donkere kanten van “leven”
Foto: Marc van Teeffelen
Geslaagd
Een harde les
‘Een paar weken geleden was ik als lid van de examencommissie bij de Faculteit Medische Wetenschappen aanwezig bij de uitreiking van de artsenbul. Dat gebeurt één keer per maand. Wij houden dan een toespraak voor iedere nieuwe arts. Dat doen we op basis van stages die ze hebben gelopen en wat voor werk ze willen gaan doen. Vlak voordat we begonnen vertelde de secretaris, dat Roel Kurvers summa cum laude was geslaagd, dus alleen maar negens en tienen. Dat is een zeldzaamheid. Sinds de invoering van het Bachelor-Mastersysteem is dit de tweede keer. En voor de eerste keer was het een jongen. De voorzitter van de examencommissie Wil van den Bosch sprak hem toe en bewierookte hem met complimenten. Na afloop liep ik de familie van deze jongen tegen het lijf. De vader sprak mij aan en zei: dr. Liem, wat leuk dat u er ook bent. Nietsvermoedend keek ik hem vragend aan. U hebt mijn zoon 25 jaar geleden met de babylance in Helmond opgehaald: hij was een prematuur van 28 weken. Ik stond perplex. Ik had tijdens de uitreiking en de toespraak geen enkel vermoeden gehad. Een prematuur van 28 weken was destijds kantje boord. Ik was opgetogen dat deze jongen het zover had geschopt. Hier doe ik het voor, dacht ik. En wat geweldig dat uitgerekend deze jongen summa cum laude is geslaagd. Want het is niet vanzelfsprekend dat prematuren het goed doen in onderwijs, een deel valt terug op speciaal onderwijs en heeft meer kans op ADHD. Maar gelukkig gaat het bij een groot deel wel goed. De ouders waren geroerd: de dokter die hun zoon het leven had gered, was nu aanwezig bij de uitreiking van de bul. Ook voor mij kon de dag niet meer stuk. Ik vond het geweldig dit mee te maken. Ik was benieuwd naar zijn medische historie en keek de ontslagbrieven erop na. Hij heeft één dag aan de beademing gelegen. Behalve een kleine complicatie, waar hij gelukkig niets aan over heeft gehouden, had Roel een ongecompliceerd beloop. Het dossier lezende schoot me te binnen dat ik vier jaar eerder bij de Medische Faculteit Vereniging Nijmegen een lezing had gehouden met als titel: “Onsterfelijkheid bij neonaten: tegen welke prijs?” Naderhand kwam er een jongen naar mij toe die vroeg of ik twintig jaar geleden ook op de afdeling Neonatologie van het UMC St Radboud werkte. Ja, zei ik. Dan bent u mijn behandelend arts geweest, zei hij.
( H e t M o m e n t v a n d r. L i e m i n 2 0 0 6 ) ‘Dit dossier zal ik altijd bewaren. 1987, ik was net begonnen met de opleiding neonatologie. Het ging om een vroeggeboorte van een tweeling van 26 weken en vijf dagen. De twee kampten met een onvoltooide longrijping en moesten aan de beademing. Door een hersenbloeding, stuipen en een moeilijke beademing was de kans op overleving voor één van de tweeling heel klein. Overleving hield in dat het kind een ernstig beschadiging zou overhouden. In overleg met collega’s en ouders staakten we de behandeling. Het andere kind was binnen vier dagen van de beademing af. Maar ook zij kreeg een hersenbloeding, zij het minder dramatisch dan haar zusje. We besloten door te gaan, maar ze kreeg de ene complicatie na de andere: een opening tussen de longslagader en de aorta, die we operatief moesten sluiten; een darmontsteking met na de operatie hevige bloedingen. We gingen wederom in conclaaf. Wat te doen? Bloed toedienen was het enige dat we konden bieden. Als er een moment was geweest om te stoppen, was het toen. Maar we wilden er alles aan doen om het kind te redden. Samen met een collega hebben we de hele avond bloed geïnjecteerd. Dat beeld staat nog in mijn geheugen gegrift.
‘Iedere neonatoloog draagt een kruis, dit is het mijne’ Door de complicaties moest het kind langdurig worden beademd. Daardoor liep ze een longbeschadiging op: ze werd benauwd en vatbaar voor luchtweginfecties. Ze kreeg een waterhoofd vanwege de hersenbloeding. En door langdurige zuurstoftoediening dienden zich vaatwoekeringen in het netvlies aan. Verwoede pogingen van de oogarts om die te bedwingen mochten niet baten. Het kind werd volledig blind. Dramatisch. En daar bleef het niet bij. Toen het kind 2,5 jaar was ontdekten we dat het compleet doof was. Na vier jaar controle werd ze ontslagen. Wij konden niets meer voor haar en haar ouders doen. Na zeven jaar belde plotseling de moeder op. Ze kwam mij het kind tonen. Een onthutsende confrontatie: een zielig hoopje mens, doofblind, motorische achterstand, ernstig mentaal geretardeerd en ontzettend angstig. De moeder had twee gezonde kinderen bij zich en vertelde hoe alle tijd werd opgeslokt door de zorg voor dit kind. Ze wilde niet alleen laten zien wat wij door ons toedoen op de wereld hadden gezet, maar zij vroeg zich vooral af of ze destijds goed geïnformeerd was. Had ze geweten dat dit het resultaat was, dan had ze een andere beslissing kunnen nemen. We hebben geprobeerd een inschatting te maken, was mijn antwoord, maar ook nu nog kunnen wij niet alle consequenties voorzien. Alle complicaties ten spijt, hoopten we dat de hersenen gespaard bleven. Niet dus. Het was een harde les. Artsen zien stoppen van de behandeling vaak als een nederlaag. Zij willen koste wat kost een leven redden. Maar ik heb sindsdien bij extreme vroeggeboorte en meerdere complicaties ernstige twijfels over doorbehandelen. Redden van leven is niet altijd de beste optie. Iedere neonatoloog draagt een kruis, dit is het mijne.’
‘Onsterfelijkheid bij neonaten: tegen welke prijs?’ Na de uitreiking van de artsenbul heb ik hem gebeld om te vragen of hij die jongen was. Dat klopte. Ik vond het destijds al fantastisch dat een van mijn patiënten medicijnen studeerde. Maar met een summa cum laude artsenbul presteert Roel buiten verwachting hoog. Hij wil graag kinderarts worden en is nu ANIOS op de afdeling Neonatologie van het Maxima Medisch Centrum. Het zou heel goed kunnen dat mijn patiënt straks mijn collega-kinderarts is. Geweldig.’
5
r epo r t a ge
Slikproblemen op de wereldkaa
Ze komen vanuit het hele land naar het UMC St Radboud: kinderen met slik- en kwijlproblemen. Sommige kinderen zijn spastisch door een hersenbeschadiging bij de geboorte. Andere hebben een ernstige spierziekte, zoals Duchenne. De expertise en de multidisciplinaire aanpak in Nijmegen zijn zo uniek, dat die wereldwijd bekendheid hebben verworven.
Al i ë tte J onke r s
De bijna vijfjarige Sarah stuitert op haar roze Crocs de kamer van logopedist Karen van Hulst binnen. Sarah draagt een truitje met vlindertjes erop en een zuurstokroze prinsessenrokje van tule over haar rode fluwelen
Kinderneuroloog dr. Corrie Erasmus is de coördinator van het team in het Radboud dat slik- en kwijlproblemen bij kindere
broek. In haar dichte, zwarte kroeshaar prijkt een knalroze bloem. Ze heeft samen met haar moeder een lange reis achter de rug. Ze zijn uit Rotterdam gekomen met de auto en er was een file. Al die uren weg van huis hebben geen enkele invloed op Sarahs stemming. Ze grijnst van oor tot oor, waarbij ze haar witte tanden bloot lacht.
Slikfabriek Sarah is een bijzonder meisje. Niet alleen omdat haar Zweeds-Nederlandse moeder haar op de leeftijd van 9 maanden uit Ethiopië heeft geadopteerd, of omdat ze Harry Potter geen enge film vindt. Sarah is ook bijzonder omdat ze lijdt aan het congenitaal perisylvian syndroom. Dat betekent dat het deel van de hersenen dat betrokken is bij het bewegen van de mond, het spreken en slikken, niet goed aangelegd is. Daardoor verloopt de aansturing van de spieren van de mond en de keel vanuit de hersenen niet goed. Sarah kwijlt. Dat doet ze de hele dag door. Haar kin is kapot, omdat die altijd nat is. Sarah draagt een speciaal sjaaltje, waarmee ze haar kin kan afdeppen. Maar Sarah voelt het niet zo goed als haar kin nat is. Dat moet ze nog leren, vindt logopedist Karen. Maar hier gaat niets overhaast. ‘Wil je even kleuren of wil je met de knikkerbaan spelen?’ Sarah lacht. Met gebaren geeft ze aan dat ze met de knikkerbaan wil spelen. Praten kan ze nog niet goed. Af en toe stoot ze geluiden uit, kwijlend, lachend en gebarend tegelijk. Karen snapt iedere keer precies wat ze bedoelt. Ondertussen gebruikt ze het spelmoment om de Drooling Quotiënt te bepalen, de mate waarin nieuw speeksel uit Sarahs mond loopt. ‘Wil jij naar mijn slikfabriek luisteren?’ vraagt ze Sarah. Ja, dat wil Sarah. Met de oorbeugels van de stethoscoop van Karen in haar oren, luistert ze naar de slikgeluiden van de logopedist. Daarna is de slikfabriek van Sarah aan de beurt. ‘Ja! Nu hoorde ik je slik! Knap gedaan!’ roept Karen. Logopedist Lenie van den Engel maakt een echo van de slik- en kauwspieren van Yvo, een 12-jarige jongen met Duchenne spierdystrofie.
Botox-injecties Met moeder Susanne bespreekt Karen wat er moet
6
gebeuren. Kwijlen is niet zo onschuldig als het lijkt. Dit heeft dr. Jan van der Burg, orthopedagoog van het team in het Radboud, ook laten zien in zijn proefschrift. Als het speeksel vooral achterin de mond loopt en naar de keelholte lekt, dan bestaat het gevaar dat niet ingeslikt speeksel wordt ingeademd en in de longen terecht komt. Dat kan zorgen voor longontstekingen en het verslechteren van de conditie. Het voorkomen van longontstekingen is dan ook prioriteit nummer één in de behandeling. Binnenkort krijgt Sarah onder narcose injecties met Botox ingespoten in haar speekselklieren. Het effect van Botox-injecties in de speekselklieren is in 2004 al aangetoond door dr. Peter Jongerius, een revalidatiearts betrokken bij het team. Botox vermindert de speekselproductie. Een maand of acht geleden heeft Sarah de injecties ook gehad. Als Sarah 10 is, kan er gekozen worden voor een meer definitieve oplossing, waarbij de speekselklieren worden afgebonden, of eventueel naar achteren in de mondholte getunneld worden – ‘achter de dijk’, zoals KNO-arts dr. Frank van den Hoogen, die deze operaties uitvoert, deze behandeling noemt.
Slikken kost kracht Bij logopedist Lenie van den Engel komt een week later Javanni (5,5) binnen met zijn ouders. Op het oog is Javanni een gezond jongetje. Toch heeft hij minder energie dan op het eerste gezicht lijkt. Javanni heeft Duchenne spierdystrofie. Langere afstanden lopen, klimmen en traplopen is moeilijk. Dan is de vijfjarige blonde knul snel moe. Het zit in de familie, zegt vader Marinus. Het broertje van zijn schoonmoeder, Jantje, overleed veertig jaar geleden, op dertienjarige leeftijd. Spierdystrofie, zeiden de artsen toen. Vorig jaar kreeg Javanni de diagnose Duchenne. ‘Toen is het DNA van Jantje opgevraagd, dat al veertig jaar opgeslagen was’, vertelt Marinus. ‘Jantje bleek ook Duchenne te hebben gehad. Het zit dus van moeders kant in de familie. Het is het meest agressieve type. Maar Jantje was echt heel zwaar gehandicapt hoor, lichamelijk en geestelijk. In
r a dbode 7 - 2 0 1 2
art Nijmeegs onderzoek toonaangevend De diagnostiek en behandeling van slik- en kwijlproblemen is complex. De behandeling is bij kinderen met een geboortebeschadiging heel anders dan bij kinderen met spierziekten. Promoverende zorgverleners van het UMC St Radboud zetten het onderzoek hiernaar met nieuwe ontdekkingen op de (wereld) kaart. Ze worden nog weleens ‘het slikteam’ of ‘het drooling team’ genoemd, maar die benaming is onvolledig . Sliken kwijlproblemen staan nooit op zichzelf: ze ontstaan in de hersenen en hebben niet alleen te maken met slikken, praten en kauwen, maar ook met de spijsvertering. Vandaar dat kinderneuroloog dr. Corrie Erasmus, coördinator van het team, liever over een multidisciplinair oro-motor team spreekt. Dat bestaat naast Erasmus uit vijf logopedisten, twee revalidatieartsen, een radioloog, een orthopedagoog en een KNO-arts.
Promoverende zorgverleners
en diagnosticeert en behandelt.
Foto’s: Frank Muller
die tijd konden ze natuurlijk ook niet zoveel doen; er was weinig bekend. Eerst dachten we dat Javanni niet ouder dan twintig zou worden. Nu horen we dat de levensverwachting al richting de vijfendertig gaat. Mijn grootste angst is dat ik Javanni ga overleven. Dat lijkt me zo verschrikkelijk...’ Terwijl Marinus praat, is bij Javanni al een echo van de slik- en kauwspieren gemaakt. Vader Marinus heeft het allemaal gemist. Niet erg, de beelden worden op een later moment toch nog besproken met logopediste Lenie.
Nergens in Nederland promoveren zoveel zorgverleners op het onderwerp slik- en kwijlproblemen bij kinderen als in het Radboud. Corrie Erasmus ontdekte dat kwijlproblemen bij kinderen met een cerebrale parese (een hersenbeschadiging als spasticiteit) niet het gevolg is van hypersalivatie, oftewel een teveel aan speeksel, maar van spierzwakte rond de mond. Logopedist Karen van Hulst is bezig met promotieonderzoek naar de slik van kinderen met een cerebrale parese. Haar collega Lenie van den Engel toonde aan dat bij kinderen met Duchenne en spinale spierdystrofie niet alleen de skeletspieren zijn beschadigd. Ook de tong- en mondbodemspieren zijn aangedaan met slikproblemen als
gevolg. Het team probeert steeds de wetenschappelijke kennis te vertalen naar de praktijk via onderwijs en het recent verschenen boek “Eet- en drinkproblemen bij kinderen”.
Veiligheid voorop Gelukkig is er steeds meer aandacht voor, vertelt kinderneuroloog Corrie Erasmus. ‘Terecht, want 60 procent van de kinderen met een cerebrale parese sterft als gevolg van luchtweginfecties door het aspireren van speeksel of voedsel.’ In Nederland heeft 60 tot 70 procent van de meervoudig gehandicapte kinderen slik- en kwijlproblemen. Bij het Radboud komen jaarlijks 200 nieuwe aanmeldingen binnen. Vorig jaar werden er 105 slikvideo’s gemaakt in Nijmegen. Logopedist Marjo van Gerven vertelt dat er veel expertise is opgebouwd door de samenwerking met radiologie. ‘We kunnen op een kindvriendelijke manier een slikvideo maken. Daarmee kunnen we zien hoe de slik verloopt, of het veilig is en waar precies de problemen ontstaan. Kinderen komen met hun ouders en zomogelijk hun behandelend logopedist een middag naar het ziekenhuis. Na een logopedisch onderzoek, een slikvideo en een consult bij de arts wordt de uitslag met de ouders besproken en geven we adviezen over de wijze waarop voeding veilig gegeven kan worden.’ Revalidatiearts dr. Imelda de Groot heeft daarnaast nog eens tachtig Duchenne-patiënten in begeleiding. Door de samenwerking van het team kan de conditie van de kinderen nauwkeurig in kaart worden gebracht. Zo kunnen er tijdig beslissingen worden genomen over het overgaan van vast naar zacht(er) voedsel, een eventuele maagsonde, of verandering van medicatie. Veiligheid rond eten en drinken staat voorop. De aanpak in het Radboud is ook hierin succesvol, meldt Imelda de Groot: ‘Driekwart van de jongens met Duchenne zou eerder longontstekingen hebben ontwikkeld. We hebben nu bereikt dat ze die niet meer krijgen. Maar de kracht van ons team ligt vooral bij de fantastische logopedisten die we hier in huis hebben.’ n
Vast voedsel kauwen Even later komt Yvo (12) met een hoop kabaal in zijn rolstoel de kamer binnen.Yvo heeft Duchenne spierdystrofie. ‘Even stoom afblazen’, meldt hij. Hij is de hele dag al voor onderzoeken in het ziekenhuis, verklaren zijn ouders. Het is nu kwart over drie ‘s middags. Ook Yvo krijgt een echo van de slik-, en kauwspieren. Lenie legt uit dat spieren die nog in goede conditie zijn, donker zijn op de echo. Hoe witter de spier, hoe slechter die eraan toe is. Yvo’s tongspieren zijn nog prima. Anders wordt het als Lenie de kauwspieren in beeld brengt: dikke witte strepen vullen het beeld van de monitor. Dat betekent dat Yvo nu steeds meer moeite zal krijgen met vast voedsel kauwen en met slikken. ‘Jongens met Duchenne kunnen vaak nog lang compenseren’, vertelt Lenie, ‘want je zet bij het kauwen nooit je maximale capaciteit in; je hebt veel restkracht. Maar deze jongens vertellen vaak ook al dat hun mond na het eten moe is. Ze moeten steeds meer zacht, gemalen voedsel gaan nemen en krijgen meer problemen met slikken. Ze hebben dan het gevoel dat eten in hun keel blijft hangen. Soms is een maagsonde nodig, naarmate de ziekte voortschrijdt. Rond hun twintigste jaar moeten ze meestal chronisch beademd worden. Gelukkig schuift die leeftijd steeds meer op, dankzij prednisonbehandelingen en wetenschappelijk onderzoek, zoals hier in het Radboud.’ n
Sarah (bijna 5) kan nog niet goed praten, maar logopedist Karen van Hulst begrijpt precies wat ze bedoelt.
7
Miranda Willaert
Jeanette Millecam
Wie Waarborgt de 30 jaar ervaring van akkermans van elten log in op radboud.meeus.com of laat ons op het PiP uw voordeel berekenen! Medewerkers van UMC St Radboud kiezen bewust voor de beste verzekering, pensioen of hypotheek. Akkermans van Elten zet al dertig jaar deze mogelijkheden helder op een rij. En vanaf nu doen we dat onder een nieuwe naam, met een nieuw logo maar met de vertrouwde dienstverlening. Op het gebied van verzekeringen bent u bij Meeùs aan het juiste adres. Met heldere communicatie en realistische oplossingen die zijn toegesneden op uw situatie.
Altijd bij u in de buurt én op de hoogte wat er speelt in de gezondheidszorg. Zo heeft Meeùs met UMC St Radboud een aantal collectieve financiële pakketten ontwikkeld die u veel voordeel bieden. - Tot 35% korting op uw privéverzekeringen - Korting op uw hypotheek - Deze kortingen blijven behouden bij uit dienst treden - Inkomenszekerheid bij arbeidsongeschiktheidsverzekering
verzekeringen | Hypotheken | Pensioenen meer weten? Loop op maandag binnen bij het PIP (Personeels Informatie Punt) Of maak een afspraak T 026 400 12 11 (radboudlijn) E
[email protected]
Te koop 3-kamerappartement inclusief inpandige
parkeerplaats te Nijmegen gelegen in de wijk Hazenkamp aan de Dobbelmannweg 13B. Gunstig gelegen tussen het Radboudziekenhuis en het centrum. Zeer mooi afgewerkt en bevindt zich op de bovenste etage. Per direct aanvaardbaar. Vraagprijs: € 190.000,00 kk Voor vragen bel of mail naar: 06-20681731 of
[email protected] Aanvullende informatie zie www.dehuizenbemiddelaar.nl
Voor de persoonlijke aanpak
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
Buitenkans in buitengebied Tijdelijke verhuur
Taal verbindt.
Intensive Language Programmes vijfdaagse taaltrainingen volledig op maat o.a. Engels, Duits, Spaans en Nederlands
DIJKSTRAAT 7
OOSTERHOUT
OP EEN PRACHTIGE LANDELIJKE LOCATIE GELEGEN VRIJSTAAND MONUMENTAAL WOONHUIS. OP FIETSAFSTAND VAN NIJMEGEN GELEGEN. BIJZONDER MOOI OBJECT MET 100% PRIVACY. ORGINELE DETAILS NOG AANWEZIG. Ind: Voorhuis: entree/hal, 3 kamers, woonkeuken met toegang tot kelder (stahoogte), tussengang, toilet/douche. Achterhuis: Deel met atelier, berging en wasruimte. 1e verd: Overloop, badkamer, toilet, 2 slaapkamers. Het achtergedeelte van de 1e verdieping is een voormalig open (hooi) zolder. Bijz: Gemeentelijk monument; Enig herstel en onderhoudswerk direct noodzakelijk; Royale tuin rondom met bijgebouwen; Nabij uiterwaarden gelegen. Inh: 1.000 m3 Perceelopp: 6.500 m2 Bwjr: ca.1900 VRAAGPRIJS: € 595.000,- K.K. Info www.rasmakelaars.nl - Tel. (0488) 420044
w w w. r a d b o u d i n t o l a n g u a g e s . n l
Expertisecentrum voor taal en communicatie van de Radboud Universiteit Nijmegen
8
Voormalige boerderij, binnenzijde onder architectuur verbouwd tot super moderne woning met of praktijkruimte of werkkamer / kantoor. Loopafstand naar de Rijn 5 minuten, naar overige natuurgebieden 10 minuten. Reisafstand Nijmegen 15 minuten, Kleve 10 minuten. Alle basisvoorzieningen in Millingen aan de Rijn ruimschoots aanwezig. Beschikbaar voor huur tot twee jaar vanaf augustus 2012 tm 2014. Woonoppervlakte 120m2 Grote woonkamer met royale open haard. Keuken, compleet met stoomoven. Bibliotheek met veel boeken, maar ook luxe beamer met goed geluid, wordt gebruikt als [bioscoop]. Zeer grote werkkamer, ook weer met open haard, nu in gebruik als kantoor, maar kan ook als zeer grote slaapkamer met openslaande deuren naar de tuin. Twee slaapkamers op verdieping, luxe douche en grote inloop kledingkast. De tuin is onderhoudsvriendelijk, heeft overdekte waranda en twee aparte terrassen om elke zonnestraal te vangen. Meer informatie bij T. Janssen 0621213457 of GW van den Broeck 0653312643
onde r zoek
r a dbode 7 - 2 0 1 2
‘Iedere chirurg is hier welkom’ Ze is binnen het UMC St Radboud een van de jongste vrouwelijke hoogleraren ooit. En ook nog eens voor een unieke leerstoel. De 38-jarige Maroeska Rovers is per 1 april benoemd tot hoogleraar ‘Evidence-based Surgery’. De klinisch epidemiologe trekt meteen een revolutionair project: chirurgie én behandeling van tumoren in één dag. P a ul v a n L a e r e
De werkkamer van klinisch epidemiologe prof.dr. Maroeska Rovers ligt niet naast die van haar vakgenoten in de prekliniek, maar in het hart van het ziekenhuis, pal onder het nieuwe OK-complex. ‘Ik zit graag tussen de clinici’, verklaart ze. ‘Hier gebeurt het.’ Rovers kan gelden als rolmodel voor de hoogleraar nieuwe stijl. Jong, vrouw, energiek, toegankelijk, en uiteraard: vol ambitie. Ze werpt zich op een gebied dat nog in de epidemiologische kinderschoenen staat: de effectiviteit en doelmatigheid van chirurgische technieken. Want terwijl voor de introductie van nieuwe medicijnen langdurige trials vereist zijn om de veiligheid
of op stapel staan, zet ze de deur voor nieuwe plannen nadrukkelijk open. ‘Iedere chirurg is hier welkom.’ Met radioloog prof.dr. Jelle Barentsz gaat ze kijken of MRI gevaarlijke prostaattumoren kan onderscheiden van de minder kwaadaardige. ‘Alleen die eerste vergen chirurgisch ingrijpen.’ Gepland is ook een effectiviteitsstudie naar correcties van het neustussenschot. Meest bijzonder en omvangrijk is het onderzoek naar de simultane chirurgie en behandeling van vier typen tumoren, waaronder borst- en prostaatkanker. ‘Bij borstkanker beslaat het traject vanaf de OK zo’n acht weken. Eerst de bevindingen van de patholoog afwachten, en vervolgens een serie bestralingen. Ons plan is om alles in één dag te doen, en op de OK dus ook bestraling te geven. De radiotherapeuten denken daarbij aan brachytherapie, waarbij de patiënte radioactieve zaadjes krijgt ingebracht. Ons einddoel is om na te gaan of deze aanpak veilig, effectief en betaalbaar is, en voor wie welke behandeling het beste werkt – de zogeheten personalised medicine.’
Microscopie op de OK Het project is mogelijk dankzij de setting van vier speciale operatiekamers met beeldvormende technieken als MRI, echo en CT binnen handbereik. Uniek is de beschikbaarheid van ‘in vivo microscopie’, een specialiteit van UMC-collega prof. dr. Peter Friedl. ‘Daarmee kan het
Prof.dr. Maroeska Rovers richt zich op de effectiviteit en doelmatigheid van chirurgische technieken.
en werking te bewijzen, geldt dat niet voor chirurgische methoden. Gevolg is dat er makkelijk technologie de ziekenhuizen binnenrolt die achteraf weinig zinvol blijkt te zijn. Zoals de kostbare Da Vinci-robot die zowat door elk ziekenhuis is aangeschaft, maar in een recent rapport vernietigend wordt beoordeeld. Een beoordeling vooraf had de wildgroei ongetwijfeld voorkomen, meent Rovers. Overmatig gebruik van medische technieken en apparatuur is haar niet vreemd. In Nijmegen promoveerde ze op het KNOOP-project, dat de effectiviteit van trommelsvliesbuisjes onderzocht. ‘We zagen dat in sommige centra die buisjes veel te snel werden geplaatst. Die verschillen tussen ziekenhuizen bestaan trouwens nog steeds.’ Een recent voorbeeld zijn de galblaasoperaties, waarvan onlangs bekend werd dat ze bij 40 procent van de patiënten niet helpen of de klachten zelfs verergeren. ‘Het idee is nu om een studie te doen zodat we die 40 procent tevoren kunnen aanwijzen.’
Brachytherapie Na haar promotie werkte Rovers, oud-studente biomedische wetenschappen in Nijmegen, een jaar in Engeland en tien jaar in Utrecht. Tot Nijmegen wederom lonkte, nu met de nieuwe leerstoel voor onderzoek van chirurgische technieken. Ofschoon al diverse projecten lopen
Foto: Flip Franssen
operatiegebied bekeken worden op de aanwezigheid van eventueel achtergebleven tumorweefsel.’ Het onderzoek geschiedt onder de vleugels van MITeC, een samenwerkingsverband met industriële partners en de TU’s van Twente en Eindhoven. De aanbesteding voor de inrichting van de OK’s is gaande, de planning is nog steeds om per 1 januari te beginnen met patiënten. Achterliggende idee van de eendagsaanpak is allereerst om de patiënt de huidige lange en belastende behandelingsperiode te besparen. ‘Daarbij hopen we dat de bestraling in het operatiegebied minstens zo tumordodend is als de bestraling van buitenaf.’ Maar er zijn ook vraagtekens. Bij onverwachte bevindingen kan de patiënt – die onder narcose is – niet worden geraadpleegd. ‘Dat moet dus tevoren allemaal doorgenomen worden, maar de vraag is of dat kan.’ Daarnaast is het ook logistiek ingewikkeld, er moeten immers veel specialisten tegelijkertijd beschikbaar zijn. De vraag is ook of dit niet te kostbaar wordt. ‘Het eerlijke antwoord is dat we het echt niet weten. Daarom onderzoeken we het ook. Het is eveneens denkbaar dat een deel van de patiënten de snelle procedure niet wil, en juist die tijd nodig heeft. Maar als de behandeling beter is, zou over een jaar of vijf deze eendagsprocedure zomaar de standaard kunnen zijn.’ n
9
wetenswaardig Wetenschapsprijs De Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde (NVKC) heeft op 19 april aan prof.dr. Dorine Swinkels, hoogleraar Experimentele Klinische Chemie, de Wetenschapsprijs 2011 toegekend. Zij krijgt deze prijs voor het evidence based review “Diagnosis and management of hereditary haemochromatosis” in het prestigieuze British Medical Journal. De prijs wordt elk jaar toegekend aan een klinisch chemicus met de publicatie met de hoogste impactfactor.
Lifetime Achievement Award Prof.dr. Jelle Barentsz heeft een Lifetime Achievement Award ontvangen van de American Society of Uroradiology. Hij kreeg de award voor zijn buitengewone verdiensten en innovaties sinds twintig jaar op het gebied van MRI-onderzoek bij blaas-, ovarium-, baarmoederhals- en prostaatkanker. Jelle Barentsz is de jongste en tweede niet-Europeaan die deze prijs in ontvangt mocht nemen.
Promoties, oraties, afscheidsredes* • Afscheidsrede prof.dr. Gijs Bleijenberg, vrijdag 27 april om 16.00 uur. Titel rede: De ene vermoeidheid is de andere niet, of toch wel…? • Promotie drs. Reinoud Klijn, vrijdag 4 mei om 13.00 uur. Titel: Bone augmentation for oral and maxillofacial applications • Promotie Minja Pfeiffer, woensdag 9 mei om 10.30 uur. Titel: Stem cells and steroid metabolism in prostate cancer • Promotie drs. Wouter Hofkens, woensdag 9 mei om 13.30 uur. Titel: Liposomal targeting of glucocorticoid in experimental arthritis • Promotie drs. Kelly Broen, woensdag 9 mei om 15.30 uur. Titel: Non-HLA immunogenetics in stem cell transplantation. Balancing between graft-versus-tumor effect and graft-versus-hostdisease • Afscheidsrede prof.dr. Jaap van Binsbergen, hoogleraar Voedingsleer en Huisartsgeneeskunde, donderdag 10 mei om 15.00 uur. Titel rede: Huisarts: houd voeling met voeding! • Afscheidsrede prof.dr. Dirk Ruiter, hoogleraar Pathologische Anatomie, vrijdag 11 mei om 15.00 uur. Titel rede: De anatomie van het leren • Promotie drs. Bart Wensing, maandag 14 mei om 15.30 uur. Titel: The clinically negative neck in oral squamous cell carcinoma: an update on preoperative imaging and follow-up • Promotie drs. Lourens Nonkes, dinsdag 15 mei om 15.30 uur. Titel: Serotonin transporter gene variation causes individual differences in rat behaviour: for better and for worse • Promotie drs. Emanuel van den Broeke, woensdag 16 mei om 10.30 uur. Titel: Cortical sensory processing in experimental and clinical models of persistent pain • Promotie drs. Mariëlla Withagen, woensdag 16 mei om 13.30 uur. Titel: Pelvic organ prolapse repair with mesh • Promotie drs. Fred Milani, woensdag 16 mei om 15.30 uur. Titel: Optimizing outcomes of vaginal prolapse surgery with and without mesh * Locatie: RU, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2, tenzij anders vermeld. Meer info: www.umcn.nl, Research, Science Agenda.
p a g i n a onde r w e r p
mensen Cees Tack
Op 1 mei is prof.dr. Cees Tack 25 jaar in dienst. Hij begon in 1987 zijn loopbaan in het UMC als arts-assistent Interne Geneeskunde. Hij promoveerde hier in 1997 op de cardiovasculaire effecten van insuline. Kort daarna verbleef hij ruim een jaar in the National Institutes of Health in Bethesda (VS) om stoornissen in het autonome zenuwstelsel bij diabetes te bestuderen. Na zijn terugkeer besteedde hij veel energie aan het uitbouwen van de diabeteszorg en werd hij al gauw gezien als een van de meest prominente diabetologen in Nederland. Ook internationaal staat hij hoog aangeschreven. Cees is een uitstekend internist en een gezien docent. Ook in patiëntenvoorlichting blinkt hij uit. Als onderzoeker staat hij, met inmiddels bijna 150 publicaties, zijn mannetje. Cees is een groot voorvechter van personalised medicine in de diabeteszorg. In een interview zei hij in dat verband: ‘wie alleen het kookboek volgt, haalt nooit een Michelinster’. Strevend naar het beste is zoals we Cees kennen en zoals we hem graag nog lang willen zien. Jos WM van der Meer, Algemeen Interne Geneeskunde
r a dbode 7 - 2 0 1 2
Minder zout eten maar wel lekker Een minder zoute maaltijd, maar wel smakelijk bereid. Die krijgen alle patiënten hier voortaan voorgeschoteld. De overgang gaat geleidelijk. Ook het personeelsrestaurant stapt langzaam over op gezonde voeding. ‘Als UMC willen we het goede voorbeeld geven, vergelijkbaar met het niet-rokenbeleid.’
‘Eigenlijk absurd dat wij patiënten voedingsadviezen mee naar huis geven, terwijl onze eigen ziekenhuismaaltijden er niet aan voldoen’, merkte diëtist Marleen Havinga enkele jaren geleden op. Nefroloog Luuk Hilbrands was het er helemaal mee eens en besloot alle patiënten op afdeling E22 (nierziekten) voortaan standaard een licht natriumbeperkt dieet voor te schotelen.
Henk Basten
Op 1 mei 1971 is het 41 jaar geleden dat Henk Basten in dienst trad. Henk begon bij de Electro-technische Dienst en werkte daar onder andere aan de toenmalige buizenpost, radio-installatie, noodstroomen elektrotechnische installaties en aan het verpleegoproepsysteem. In september 1990 werd hij telefoonbeheerder bij de technische dienst. Deze functie ging later over - middels “de telefoon van Troje” – naar de dienst Informatievoorziening, de huidige productgroep ICT. Daar werkt hij nu als specialist in mobile devices. Henk is een allround professional in het vakgebied ICT. Door zijn kennis van de techniek, het bedrijf en de mensen is hij een bron van inspiratie voor zijn collega`s. Daadkracht, mensenkennis en servicegerichtheid zijn kenmerkend voor hem. Het laatste jaar heeft hij het door gezondheidsklachten rustiger aan moeten doen. Hij heeft dit jaar dan ook besteed om zijn kennis en kunde over te dragen aan zijn collega`s. Op 15 mei is zijn laatste werkdag, waarna hij samen met zijn familie gaat genieten van zijn FPU. Wij vieren het afscheid van Henk met een etentje in besloten kring. Thijs Romijnders, hoofd Telefoonbeheer
André Grotenhuis
Prof.dr. Joachim Andre Grotenhuis, voor intimi André, is op 1 mei aanstaande 25 jaar als neurochirurg in dienst. Hij heeft aan de wieg gestaan van het Neurochirurgisch Centrum Nijmegen zoals dat nu functioneert. Toen hij de tijd rijp achtte, heeft hij afstand genomen van het afdelingshoofdschap om zich meer te kunnen toeleggen op onderwijs en opleiding van de assistenten. Hierin speelt hij nationaal en internationaal een belangrijke rol. Door zijn ideeën en ontwikkelingen aangaande de minimaal invasieve technieken heeft hij de Nijmeegse neurochirurgie landelijk maar ook mondiaal op de kaart gezet. Wij bedanken André voor zijn positieve inzet. Namens de afdeling Neurochirurgie, dr. Ronald Bartels.
In m e m o r i a m Hilde de Heus Op 16 april namen wij afscheid van onze geliefde collega Hilde de Heus. Hilde werkte sinds 1984 voor diverse afdelingen in het Radboud, waarvan de laatste 3 jaar bij onze adviesgroep PVI. Haar toewijding in het werk, haar oprechte belangstelling en zorg voor collega’s en haar kracht tijdens het ziekteproces hebben diepe indruk op ons gemaakt. Wij hebben van haar geleerd dat je moet genieten van elke dag en dat we onszelf niet altijd zo serieus moeten nemen. Wij zullen haar missen, maar zij houdt een warm plekje in het hart van ons team. Gute Nacht Freundin. Namens de collega’s van Adviesgroep PVI, Erik Booden
De Radboudmaaltijden voldoen voortaan aan de landelijke richtlijn gezonde voeding. Foto: Flip Franssen
In m e m o r i a m Ans Heijnen Dinsdag 17 april is onze collega Ans Heijnen, ICverpleegkundige Neonatologie, overleden. Zij was ruim twee jaar ongeneeslijk ziek. Ans heeft bijna 35 jaar in het UMC St Radboud gewerkt. Zij heeft binnen het Radboud de opleiding tot verpleegkundige gevolgd. Daarna heeft zij enkele jaren buiten Nijmegen gewerkt om vervolgens in 1982 terug te keren naar het Radboud. Zij ging daar werken op de afdeling Neonatologie en is daar niet meer weggegaan. Als IC-verpleegkundige Neonatologie heeft Ans met veel inzet en energie bijgedragen aan de ontwikkeling van de afdeling en het vak. Later werd Ans seniorverpleegkundige binnen de afdeling Neonatologie. Deze rol was haar op het lijf geschreven. Ans had het vermogen om mensen met elkaar te verbinden en wist met haar no-nonsense aanpak haar collega’s te motiveren en inspireren. Wij hebben Ans leren kennen als een gedreven collega die zich volledig inzette voor de belangen van patiënten, ouders en collega’s.
‘De pleuris brak uit,’ zegt hij lachend. ‘Het eten was flauw, patiënten kregen er geen sausjes meer bij…’ Er werden noodmaatregelen getroffen om het hanteerbaar te houden.
Het goede voorbeeld Het was tegelijkertijd de aanleiding voor een verbetertraject voor álle patiënten. Diëtist Heleen Dicke: ‘Van zout heb je maar 6 gram per dag nodig, terwijl er gemiddeld in Nederland 10 tot 12 gram wordt genuttigd. Zout verhoogt de bloeddruk en dat leidt tot hart- en vaatziekten. Als ziekenhuis willen wij het goede voorbeeld geven.’ Alle patiënten krijgen daarom voortaan eten voorgeschoteld, dat voldoet aan de landelijke richtlijn gezonde voeding. Zo wordt het – als bewustwording – ook naar hen gecommuniceerd. Willen ze tóch meer zout, dan is dat hun eigen verantwoordelijkheid. Dan kunnen ze het zelf toevoegen. De overgang gaat geleidelijk. ‘We zijn al begonnen met pasta’s, rijst en groenten. Straks volgen de aardappels en de jus. Ook de broodbuffetwagen vullen we met minder zoute producten. Ons streven is wél dat het eten smakelijk blijft door toevoeging van specerijen en verse kruiden’, vertelt Jaap Buis (operationeel manager patiëntenkeuken). ‘We zijn in onderhandeling met diverse leveranciers die ons kant-en-klaarproducten aanleveren. Ook over de prijs, want smaakvolle zoutarme producten zijn vaak duurder en de overgang moet kostenneutraal zijn.’ Volgens Buis is “gezonde voeding” een hot item, ook bij andere UMC’s. Bovendien komt er binnen de voedingsmiddelenindustrie een beweging op gang voor goede voeding. Zo is “Go without salt” een belangrijke topic van het vorig jaar geopende Heinz Innovation Centre in Nijmegen. Maar volgens Buis wil niemand erin voorop lopen. ‘Uit vrees voor minder omzet, want minder zout wordt nu nog teveel geassocieerd met minder lekker.’JM
Te paard naar Istanbul Op Tweede Paasdag startte Maldenaar Noud Dirks vanaf het Radboud-terrein met een reis te paard naar Istanbul. Een reis van vijf maanden waarin hij 3250 km aflegt. Dirks hoopt via sponsoring ruim 100.000 euro op te halen voor de stichting Loop voor Leven. Met dit geld wil het Radboud Universitair Centrum voor Oncologie (RUCO) een kankerpreventiebus aanschaffen. Nicoline Hoogerbrugge, hoogleraar erfelijke kanker: ‘De kankerpreventiebus gaat rijden in Nijmegen en de wijde omgeving. In de bus krijgen mensen advies op maat over wat ze in het dagelijks leven kunnen doen om de kans op kanker te verkleinen. Het goede van een kankerpreventiebus is dat we laagdrempelig voorlichting kunnen geven. We hopen zo ook die mensen te bereiken die niet vaak bij de dokter komen.’ Meer informatie: www.opwegnaaristanbul.nl en www. loopvoorleven.nl. Twitter: @noudistanbul.
Het werk en de collega’s van de afdeling Neonatologie waren heel belangrijk voor Ans. Gedurende haar ziekteperiode bleef ze contact houden met de afdeling en droeg waar mogelijk haar steentje bij. Daarnaast bleef zij in deze moeilijke periode, zoals altijd, oprechte belangstelling tonen voor haar collega’s. Ans kreeg steeds minder energie om actief te blijven. Toch zocht ze altijd naar mogelijkheden om er het beste van te maken. Wij zullen Ans enorm missen! Trots was Ans op haar echtgenoot János en haar zoon Mátyás. Naar hen gaat ons medeleven uit. Wij wensen hen alle kracht toe om dit zware verlies te dragen. Namens collega’s afdeling Neonatologie, Dr. Arno van Heijst, medisch hoofd afdeling Neonatologie Herman Hendriks, verpleegkundig manager afdeling Neonatologie Monique van Lingen, verpleegkundig teamleider afdeling Neonatologie
10
Familie, vrienden, vertegenwoordigers van Loop voor Leven en Nijmeegse wethouder Bert Jeene zwaaiden Noud Dirks op 9 april uit.
r a dbode 7 - 2 0 1 2
Discriminatie in de gezondheidszorg De aparte eigen bijdrage, die de minster van VWS vraagt van patiënten in de tweedelijns geestelijke gezondheidszorg (GGZ), heeft - terecht - geleid tot felle protesten. De maatregel is ronduit discriminerend en heeft ingrijpende gevolgen.
HET BETOOG Vorig jaar hebben de hoogleraren psychiatrie van de acht UMC’s een open brief aan de minister van Volksgezondheid geplaatst in de NRC. Enkele citaten uit de brief: Wat is het verschil tussen een patiënt met een manischdepressieve stoornis en iemand die lijdt aan multiple sclerose? Beiden vertonen veranderingen in hun gedrag. Beide aandoeningen hebben een periodiek beloop en treffen gelijkelijk mensen in de bloei van hun leven. Wat is het verschil tussen een patiënt met schizofrenie en iemand met de ziekte van Alzheimer? Beiden lijden aan een achteruitgang van hun cognitieve functioneren. Bij beiden komen wanen en hallucinaties voor en nemen hersenafwijkingen toe als de ziekte vordert. Als het u niet lukt om ons het verschil tussen deze psychiatrische en ‘somatische’ stoornissen uit te leggen, kunt u dan verduidelijken waarom u voorstelt om een - verhoogde - eigen bijdrage te eisen van de psychiatrische patiënten en niet van patiënten die lijden aan andere (hersen)aandoeningen?
‘Wat is het verschil tussen een patiënt met schizofrenie en iemand met de ziekte van Alzheimer?’ Discriminatie Aanleiding tot de vragen in deze brief was het voornemen van de minister een extra eigen bijdrage te eisen voor behandeling en opname in de tweedelijns GGZ. Wij vinden dat discriminerend. De minister kan immers niet uitleggen, waarom onderscheid wordt gemaakt tussen een patiënt in de somatische zorg en in de geestelijke
Prof.dr. Paul Hodiamont: ‘De minister kan niet uitleggen, waarom onderscheid wordt gemaakt tussen een patiënt in de somatische zorg en in de geestelijke gezondheidszorg.’
gezondheidszorg. Met deze maatregel tornt zij dan ook aan één van de fundamentele principes van onze maatschappij – het recht op gelijke behandeling. Patiënten in de GGZ worden op deze wijze ongelijk behandeld en achtergesteld. Bovendien is het principe van de sociale rechtvaardigheid in het geding: het medisch-ethische uitgangspunt van een voor alle patiënten gelijke mate van toegankelijkheid tot de zorg. Onder druk van het veld en de Tweede Kamer is de voorgenomen eigen bijdrage weliswaar verlaagd en voor een enkele categorie patiënten, zoals degenen die onvrijwillig worden opgenomen, niet van toepassing verklaard, maar er blijft sprake van discriminatie.
len, behandeling weigert (17 procent) of overweegt te stoppen (32 procent). Bij een advies tot opname in een instelling zegt 46 procent dit niet te doen vanwege de kosten. De toegankelijkheid tot de zorg wordt dus ernstig beknot voor deze kwetsbare categorie patiënten, met als gevolg een onontkoombare toename van de problematiek alsmede sociale uitsluiting. Dat geldt niet alleen voor degenen die lijden aan de veel voorkomende angst- en stemmingsstoornissen, maar ook voor de patiënten met een (chronisch) psychotische stoornis. Voor de laatste groep heeft staatssecretaris Teeven aangegeven te vrezen dat hun uitsluiting uit de GGZ zal leiden tot insluiting in het justitiële circuit.
Ingrijpende gevolgen
Conclusie
Bovendien heeft de maatregel ingrijpende gevolgen. Psychische aandoeningen leiden in het algemeen tot een lagere verdiencapaciteit en tot een hogere drempel voor het zoeken van hulp. Het inkomen van patiënten met psychische aandoeningen ligt gemiddeld 30 procent lager dan dat van andere patiënten. Uit een enquête van het Landelijk Platform GGZ onder bijna vijfhonderd psychiatrische patiënten blijkt verder dat meer dan de helft van degenen die een eigen bijdrage moet beta-
Niemand betwist het recht van de minister om maatregelen te treffen tot kostenbesparing. Haar keuze om patiënten in de GGZ extra te belasten is echter op geen enkele wijze te rechtvaardigen en leidt bovendien tot toename van de problematiek bij deze toch al kwetsbare patiëntengroep. Paul Hodiamont, hoogleraar en afdelingshoofd Psychiatrie
Masterclasses Patiëntveiligheid Het Radboud organiseert dit jaar vier masterclasses Patiëntveiligheid voor medewerkers in de patiëntenzorg. De landelijke VMS-thema’s vormen de leidraad. Eind 2012 moet elk ziekenhuis in Nederland deze veiligheidsthema’s hebben geïmplementeerd. Inmiddels is de eerste masterclass over “Infecties en vitale bedreiging” achter de rug. Anesthesioloog André Wolff, sinds kort regiehouder scholing patiëntveiligheid, is verantwoordelijk voor de opzet van de masterclasses. ‘We willen dat patiëntveiligheid meer gaat leven bij medewerkers. Dat het een wezenlijk onderdeel van het werk wordt. De masterclasses helpen bij de beweging van bewustwording naar doen.’
Zelf aan de slag Elke masterclass kent korte en inspirerende presentaties, verteld door sprekers met kennis van zaken. Met informatie en tools kunnen afdelingen daarna meteen zelf aan de slag om de veiligheidsthema’s in de praktijk waar te maken. Ook tijdens de masterclass worden de deelnemers aan het werk gezet. ‘We bespreken concrete cases, voeren discussie en doen een vraag- en antwoordspel met het publiek. Door interactie willen we medewerkers aanzetten om na te denken over patiëntveiligheid op hun afdeling.’ Het liefst ziet André Wolff dat afdelingen en ketens teams naar de masterclasses sturen. ‘Patiëntveiligheid doe je als team en zo creëer je binnen dat team hetzelfde bewustwordingsniveau.’ De masterclasses vormen een onderdeel van een nog op te zetten scholingspakket over patiëntveiligheid voor
11
bestaande en nieuwe medewerkers. Wolff put voor de samenstelling van het scholingsprogramma uit zijn eerdere ervaringen bij de vijftien “snijdende” afdelingen. ‘Daar zijn we met patiëntveiligheid in drie jaar goed op weg, maar er is nog veel te doen! Ik denk dat we met de veiligheidsscholing zoveel mogelijk naar de afdelingen toe moeten. We bereiken het meest als we de medewerkers op de werkplek begeleiden.’ MW
19 juni Masterclass II: Medicatieveiligheid 25 september Masterclass III: Kwetsbare ouderen en preventie van risico’s 6 november Masterclass IV: Acute patiëntengroepen snijdend en beschouwend Inschrijven kan via www.paoheyendael.nl
a ctueel
r a dbode 7 - 2 0 1 2
Nieuwe beroepen verhogen kwaliteit Zijn physician assistants de nieuwe ‘hulpdokters’? Verpleegkundig specialisten zijn minstens zo belangrijk, stellen drie professionals in het Radboud: verpleegkundig specialist Angelien Sieben, physician assistant Richard Praster en vaatchirurg Daan van der Vliet. Al i ë tte J onke r s
De verpleegkundig specialist en physician assistant zijn inmiddels niet meer weg te denken in de academische ziekenhuizen in Nederland. Deze beroepen bestaan al een jaar of tien, maar de officiële beroepsprofielen zijn 8 maart 2012 officieel gepresenteerd door beroepsorganisatie V&VN. Het UMC St Radboud omarmde de nieuwe beroepen al in een vroeg stadium en telt vandaag de dag zo’n zestig verpleegkundig specialisten en ruim dertig physician assistants. ‘Smaakmakers’, noemt vaatchirurg Daan van der Vliet de nieuwe zorgprofessionals.
Toegevoegde waarde Vijf van de zestig verpleegkundig specialisten in het UMC St Radboud zijn zelfs promovenda die de titel van doctor mogen dragen of dat binnenkort mogen doen. Een van hen is Angelien Sieben, verpleegkundig specialist Heelkunde en bestuurslid van de verpleegkundige adviesraad (VAR) binnen het Radboud. Zij houdt zelfstandig spreekuren waarin ze vaatpatiënten begeleidt op het gebied van risicomanagement, dat wil
Meer bevoegdheden
Ze dragen (meestal) een witte doktersjas, voeren specialistische of technisch vernuftige behandelingen uit en mogen volgens de wet medicijnen voorschrijven. Vanaf 1 januari 2012 zijn de wettelijke bevoegdheden van verpleegkundig specialisten en physician assistants uitgebreid. Zij mogen nu een diagnose stellen, een behandelplan opstellen en medicijnen voorschrijven. Voorheen was dat voorbehouden aan artsen.
ethiek
Physician assistant Richard Praster (links), vaatchirurg Daan van der Vliet en verpleegkundig specialist Angelien Sieben: ‘Samen vormen we een specialistisch team.’ Foto: Frank Muller zeggen: voorkomen dat de slagaderverkalking die deze patiënten hebben verergert. Ook behandelt ze patiënten met perifeer arterieel vaatlijden – in de volksmond ‘etalagebenen’ genoemd – die geen operatie nodig hebben. ‘In feite neem ik hier een klein deel van het werk van de medisch specialist over’, zegt Angelien Sieben. ‘Het is een onderbelicht gebied in de vaatchirurgische zorg dat nu beter voor het voetlicht komt.’ En met tevredenheid voor alle betrokken partijen, vult vaatchirurg Daan van der Vliet aan: ‘Verpleegkundig specialisten kunnen dit werk goed en ook goed geprotocolleerd uitvoeren. Niemand twijfelt meer aan het nut van de verpleegkundig specialist. Iedereen, inclusief de patiënt, ziet de evident toegevoegde waarde.’
Belangrijke aanvulling Toch hebben de verpleegkundig specialisten en physician assistants het niet altijd gemakkelijk gehad’, vertellen Angelien Sieben en Richard Praster. ‘En nog steeds is er soms argwaan vanuit de hoek van algemeen verpleegkundigen of arts-assistenten’, zegt Angelien Sieben. Haar collega Richard Praster is physician assistant op Heelkunde en Dermatologie en leidt ook art-assistenten op. ‘In het begin riep een medisch specialist wel eens tegen een physician assistant: “Wat moet ik eigenlijk met jou?” Dat overkomt me nu nooit meer. Medisch specialisten zijn erg tevreden over ons. Grinnikend: ‘Alleen sommige assistenten hebben nog niet zo goed in beeld op welk niveau een physician assistant werkt.’
O v e r SARS , h a n d e n w a s s e n e n de zorg voor elkaars veiligheid
soonsgegevens; (3) Zorginstellingen moeten de veiligheid waarborgen van patiënten en hulpverleners, die qua professie een morele verplichting hebben om mogelijk infectieuze patiënten te helpen; (4) De zorg voor de overige patiënten kan onder druk komen te staan en vraagt daarom extra aandacht; (5) Tenslotte maken infectieziek-
In de hal van het Toronto General Hospital (TGH) hangt een bord ter herinnering aan SARS. In het voorjaar van 2003 overleden in Toronto, waar ik een paar maanden als “visiting scholar” aan het Joint Centre for Bioethics (JCB) doorbreng, binnen een paar weken vierenveertig mensen aan het Severe Acute Respiratory Syndrome (waaronder twee verpleegkundigen en een huisarts). Niet alleen de gezondheidgerelateerde, ook de ethische problemen waren dramatisch. De werkgroep SARS van het JCB noemde er vijf: (1) Burgerlijke vrijheden kunnen worden ingeperkt in het belang van de volksgezondheid; (2) Het uit publiek belang informeren over infectiewegen kan tijdelijk ten koste gaan van de bescherming van per-
ten als SARS duidelijk dat de kansen op behandeling en genezing wereldwijd ongelijk verdeeld zijn. De in het plaatselijke University Health Network samenwerkende klinieken hebben destijds beleid ontwikkeld met als doel, de belangen van alle stakeholders zo goed mogelijk
12
Zijn werk is technischer dan dat van Angelien Sieben: hij begon als getalenteerd vaatlaborant en brengt nu vaatchrurgische problemen in beeld met behulp van beeldvormende technologie. Ook voert hij laagcomplexe endoveneuze behandelingen uit, vaak gaat het dan om spataderchirurgie. Vaatchirurg Daan van der Vliet heeft daardoor de tijd om nóg specialistischer te werk te gaan. Hij hoeft zich nu alleen nog bezig te houden met reconstructieve vaatchirurgie en slagaderchirurgie en patiënten met een complex endoveneuze problematiek. Dat is winst: ‘De beroepen van verpleegkundig specialist en physician assistant kunnen niet los van de medisch specialist bestaan, maar vormen een belangrijke aanvulling’, zegt Van der Vliet. ‘Samen vormen we een specialistisch team.’
Verwarring De vraag rijst of de patiënt al die verschillende zorgprofessionals nog wel uit elkaar kan houden. Richard Praster verzucht humoristisch: ‘Ik ben opgehouden met proberen om het uit te leggen.’ Volgens volgens Daan van der Vliet valt het alleszins mee met de verwarring. ‘Iedereen in het ziekenhuis stelt zich netjes voor en veel patiënten komen al behoorlijk goed geïnformeerd binnen. Het is deels ook de verantwoordelijkheid van de patiënt zelf om goed geïnformeerd te raken.’ Angelien Sieben: ‘Verpleegkundig specialisten kunnen de patiënt daar bij uitstek bij helpen: wij nemen de tijd voor hen en spreken ook de taal van de patiënt.’ n
in balans te brengen. Inmiddels, negen jaar later, is SARS weer naar de achtergrond verdwenen. Het herdenkingsbord in het TGH ziet er ook al wat gehavend uit. Alleen op navraag worden er verhalen verteld, maar dan wel heel levendig. Eén ding valt de bezoeker van deze NoordAmerikaanse “melting pot” echter meteen op: een obsessie met handen wassen en desinfecteren in het openbare leven. Er is geen ziekenhuis, geen universiteitsgebouw, geen galerie en geen pianobar waar niet, goed zichtbaar voor iedereen, een dispenser staat met desinfecteergel, met daarnaast een appèl om mee te helpen bij het creëren van een kiemvrije omgeving. Iedereen is hiermee bezig. Volgens deskundigen is dit een lange termijngevolg van SARS. Ook al plaats ik vraagtekens bij het ideaal van absolute kiemvrijheid: handen wassen is belangrijk, en het heeft ook iets moois om te zien hoe de zorg voor elkaars veiligheid tot een houding van iedereen lijkt te zijn geworden. Al is het maar op het gebied van de desinfecteergel dispensers: het geeft wel hoop. Norbert Steinkamp