POLITIEACADEMIE JAARSTUKKEN 2012 DEEL I
JAARVERSLAG
Apeldoorn, 29 maart 2013
JAARVERSLAG 2012
Politieacademie Bezoekadres: Arnhemseweg 348 7334 AC Apeldoorn Postadres: Postbus 834 7301 BB Apeldoorn T F E W
055 - 539 20 00 055 - 539 26 25
[email protected] www.politieacademie.nl
Inhoudsopgave Voorwoord College van Bestuur .......................................................................................................... 7 HOOFDSTUK 1 Ontwikkelingen Politieacademie .............................................................................. 8 HOOFDSTUK 2 Werving & Selectie ................................................................................................... 10 2.1 Werving ....................................................................................................................................... 11 2.2 Selectie........................................................................................................................................ 12 HOOFDSTUK 3 Onderwijs .................................................................................................................. 13 3.1 Inleiding ....................................................................................................................................... 13 3.2 Verbeterinitiatieven ..................................................................................................................... 13 3.3 Onderwijs .................................................................................................................................... 15 3.4 Uitvoering van het onderwijs ....................................................................................................... 15 3.5 Examinering en EVC’s ................................................................................................................ 18 3.6 Kwaliteitszorg onderwijs .............................................................................................................. 19 3.7 Internationalisering ...................................................................................................................... 21 HOOFDSTUK 4 Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling ........................................................................ 22 4.1 Inleiding ....................................................................................................................................... 22 4.2 Afdeling Onderzoek..................................................................................................................... 23 4.3 Afdeling Kennis ........................................................................................................................... 24 4.4 Afdeling Ontwikkeling .................................................................................................................. 25 HOOFDSTUK 5 Bestuur en toezicht .................................................................................................. 26 5.1 Het College van Bestuur in 2012 ................................................................................................ 26 5.2 De Raad van Toezicht in 2012 .................................................................................................... 27 HOOFDSTUK 6 Beheer en Bedrijfsvoering ....................................................................................... 34 6.1. Financial & Operational Audit .................................................................................................... 34 6.2. Planning & Control ..................................................................................................................... 34 6.3. Bedrijfsvoeringissues ................................................................................................................. 35 6.4. Informatievoorziening (ICM) ....................................................................................................... 36 6.5. Huisvesting en middelen ............................................................................................................ 37 HOOFDSTUK 7 Personeel & Organisatie .......................................................................................... 43 7.1 Organisatie .................................................................................................................................. 43 7.2 Personele bezetting .................................................................................................................... 43 7.3 Mobiliteit ...................................................................................................................................... 43 7.4 Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) ............................................................... 44 7.5 Inrichten P-beheer en P-processen ............................................................................................ 44 7.6 Arbeidsvoorwaarden en Rechtspositie ....................................................................................... 45 7.7 Ziekteverzuim .............................................................................................................................. 46 7.8 Sociale zekerheid ........................................................................................................................ 47
7.9 Professionalisering ...................................................................................................................... 48 7.10 Welzijn ....................................................................................................................................... 49 7.11 Diversiteit................................................................................................................................... 50 7.12 Medezeggenschap .................................................................................................................... 51 7.13 Veiligheid ................................................................................................................................... 52 HOOFDSTUK 8 Financiën ................................................................................................................... 53 8.1 Hoofdlijnen van de jaarrekening ................................................................................................. 53 8.2 Treasury ...................................................................................................................................... 55 8.3 Ontwikkelingen en financiële risico’s .......................................................................................... 57 Afkortingen .......................................................................................................................................... 62
Voorwoord College van Bestuur Hierbij bied ik u het jaarverslag Politieacademie 2012 aan. Ik neem u in vogelvlucht mee langs enkele markante gebeurtenissen en resultaten van het afgelopen jaar. Het jaar 2012 was een turbulent jaar voor de Politieacademie met veelvuldige externe aandacht. Het jaar begon met de inname van meer dan 700 aspiranten die begonnen aan een nieuw curriculum voor niveau 3 en 4. De wijziging in organisatie van gastdocenten en examinatoren (een lang gekoesterde wens) leverde aanvankelijk examenachterstanden op. In een co-productie tussen korpsen en academie zijn wij er inmiddels in geslaagd de examenachterstanden structureel weg te werken. De invoering van het vernieuwde onderwijs (omvang en inhoud) was ook slechts mogelijk door intensieve samenwerking tussen docenten en ondersteuners, CvB, OR en de korpsen. Na 1 jaar is de voorzichtige conclusie dat de nieuwe opleiding goed opgeleide agenten oplevert en verrassend weinig studie uitval kent (4,7%). De inspectie van Veiligheid en Justitie heeft medio 2012 "de staat van het onderwijs" gepubliceerd. De belangrijkste conclusie (uit dit vijf jaarlijkse overzicht) is dat vorm en inhoud van het onderwijs voldoen (aan de maat is). Het visitatierapport (september) bevestigde het beeld uit de staat van het onderwijs, maar gaf daarbij ook aan dat het nogal eens ontbreekt aan doorzettingsmacht in de academie: te weinig oog en aandacht voor de uitvoering en een organisatie met (te) veel lagen en onduidelijk ingevulde bevoegdheden. Er is geconstateerd dat het organiseren van het onderwijs (aanzienlijke) verbetering vereist. Er is een plan van aanpak opgesteld en dit plan is door de Minister aan de Tweede Kamer aangeboden. Dit plan zal er toe leiden dat alle geconstateerde tekortkomingen voor 31-12-13 zijn opgelost. Beide voornoemde onderzoeken hebben tot het besluit geleid om structureel de bestaande organisatie te evalueren en een nieuwe PA 2014 te ontwikkelen. Vanaf juli heeft een grote groep medewerkers en buitenstaanders een ontwerpplan ontwikkeld met inbreng van velen, ook van de werkvloer. De kernboodschap was de verantwoordelijkheid terug te brengen bij de uitvoerders: de docent, de controller, de examinator enzovoort, met aandacht voor teamvorming. Mede daardoor kunnen we in de toekomst volstaan met drie niveaus van leidinggeven. Uit de begroting bleek dat de Politieacademie te maken had met een fors financierings- en bedrijfsrisico, dat betekende dat er ruim € 10 miljoen moest worden omgebogen. Door pijnlijke interventies, deels ook structureel, en het verwerven van nieuwe inkomsten, zijn wij er in geslaagd het negatieve saldo ernstig te beperken. Zowel het Ministerie van Veiligheid en Justitie als de Raad van Toezicht hebben hun waardering voor deze geslaagde interventie uitgesproken. Het jaar eindigde met het feit dat de OR het vertrouwen in het CvB opzegde. Op aangeven van de Raad van Toezicht werd er een strategisch adviseur aangesteld om onder andere de veranderstrategie van de Politieacademie te beoordelen en voorstellen te doen met betrekking tot besturing. Dit proces wordt in het voorjaar 2013 vervolgd. 2012 was ook het jaar van zeer intensieve contacten met de Nationale Politie (in oprichting); zowel met de korpsleiding, de HRM directie als vele staf en uitvoerende organisaties inclusief de regiokorpsen werkten we onverlet nauw samen. Op het gebied van de kerntaken onderwijs, kennis & onderzoek en werving & selectie, alsmede de ondersteunende taken. Dit alles is slechts mogelijk geweest door de tomeloze inzet van velen binnen en buiten de Politieacademie, ongeacht de terechte kritiek die op ons afkomt over die zaken die wij onvoldoende aandacht geven of realiseren. Desalniettemin, heb ik veel waardering voor de prestaties van onze medewerkers. Veel genoegen met het lezen van dit jaarverslag.
A.P.P.M. van Baal Hoofdcommissaris van Politie Voorzitter College van Bestuur
7
HOOFDSTUK 1 Ontwikkelingen Politieacademie In juli 2012 is het College van Bestuur gestart met het (her)ontwerp en de (her)inrichting van de Politieacademie (PA), onder de aanduiding “Politieacademie 2014”. Aanleiding hiertoe was dat de Politieacademie en haar omgeving volop in beweging zijn en veranderingen ondergaan die impact hebben op de klant en de eigen organisatie, structuur, middelen en mensen. Die ontwikkelingen betreffen onder andere de vorming van de NP en relevante ontwikkelingen (maatschappelijk, technologisch, veiligheidsdomein, internationaal etc.), de implicaties van de business cases Werving & Selectie en Onderwijs, Kennis en Onderzoek en de evaluatie van de bekostiging, financiële ontwikkelingen (o.a. een sterk teruglopende bekostiging en een afname van het weerstandsvermogen), een diversiteit aan lopende projecten en programma’s en een toenemende vraag naar kwalitatief goed onderwijs, onderzoek en passende kennisproducten. Deze ontwikkelingen hebben onder meer tot een intern debat binnen de Politieacademie geleid over de verdeling van de beschikbare middelen en de wijze waarop de organisatie in de volle breedte verder verbeterd en efficiënter kan worden. Om adequaat te reageren op de ontwikkelingen, heeft de Politieacademie zich de volgende drie doelen gesteld, namelijk: 1. het ontwikkelen van een strategie voor de Politieacademie van de toekomst; 2. het financieel weerbaar maken van de organisatie en het realiseren van ombuigingen en doelmatigheid (2012: ca. - €8 miljoen; tot 2016: - €44 miljoen op basis van de budgettaire kaders PA die V&J in december 2012 afgaf; daarnaast is er onzekerheid over de ontwikkeling van de contractbaten); 3. het verbeteren van kwaliteit van governance en (bedrijfsvoerings)processen binnen de Politieacademie. De bovenstaande drie doelen hebben geleid tot een besluit van een herinrichting van de organisatie, waaraan een reorganisatie ten grondslag ligt. De gekozen aanpak voor de reorganisatie is die van ontwerp, inrichting en realisatie, geënt op de manier waarop de NP tot stand komt, met als belangrijk verschil dat de PA een bestaande organisatie is. Qua (verander)aanpak heeft het College van bestuur gekozen voor “ontwikkelen” (in plaats van “ontwerpen”). Deze ontwikkelaanpak houdt in dat PA-medewerkers vanaf het begin deelnemen aan de verandering en die mede vorm geven. Het idee daarachter is dat dit het verandervermogen van de organisatie vergroot en dat deze aanpak een optimaal gebruik maakt van de in de organisatie aanwezige kennis en ervaring. Begin november lag er een concept ontwerpplan PA 2014 als eerste tussenproduct: het toekomstbeeld (“ontwerp”) van de PA-organisatie, inclusief onderliggende (sturings)principes. Vervolgens heeft het College van bestuur een interne en externe consultatieronde gehouden over het concept ontwerpplan PA 2014. Die consultatieronde leverde op dat het plan verduidelijking behoeft op de volgende punten: hoofdlijnen PA 2014, redenen voorgestane organisatiewijzigingen, oplossing van bestaande knelpunten in o.a. het onderwijs, invloed van de organisatie van de NP/het korps op de inrichting en organisatie van de PA zijn nog onderbelicht. De Ondernemingsraad kwam in het kader van de reorganisatie met een eigen visiepamflet. De visie van de OR wijkt op onderdelen af. Zo vindt de OR dat de PA volledig onderdeel moet worden van de Nationale Politie, met voordelen voor de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer en de loopbaan en rechtspositie van medewerkers. De OR wil wel dat de voordelen van de huidige ZBO-constructie zoals accreditatie van het onderwijs, onafhankelijk onderzoek en geoormerkte budgetten gewaarborgd blijven, evenals dat de PA een gelijkwaardige partij blijft in de driehoek Minister-korpsPolitieacademie. De minister heeft eerder bepaald dat de Politieacademie een zelfstandige rechtspersoon blijft. Aan de heer Wallage heeft hij opdracht gegeven onderzoek te doen over de wenselijke positionering van de Politieacademie in het politiebestel, rekening houdend met een aantal uitgangspunten en randvoorwaarden zoals een onafhankelijke positie van het politieonderwijs en onafhankelijk ingerichte kennis- en (wetenschappelijke) onderzoeksfunctie. Ook moet een goede afstemming en de samenwerking tussen de PA en de NP worden geborgd. Binnen de PA is in november de inrichtingsfase van “PA 2014” begonnen: de fase waarin, onder leiding van 11 trekkers, de inrichtingsplannen (11 stuks) tot stand komen voor elk van de
8
organisatieonderdelen zoals in het ontwerpplan PA 2014 voorzien. Die plannen liggen er nu (eind januari 2013) in concept, inclusief voorlopige doorberekeningen in formatie en geld. Eind 2012 besloot de Raad van Toezicht om een strategisch adviseur (de heer Vogelzang; zie verder hoofdstuk 5) in te schakelen die medio maart 2013 advies uit moet brengen over onder andere de huidige veranderstrategie en de te varen koers. Ook kwam er in die periode duidelijkheid vanuit het ministerie dat er één reorganisatie voor de Politieacademie komt en wel op het moment dat de herziene Wet op het LSOP in werking treedt (naar verwachting 2015). Zowel de nationale politie als de minister zijn geen voorstander om de Politieacademie tegelijkertijd met de nationale politie te reorganiseren, aangezien de reorganisatie van de nationale politie al complex genoeg is. Ondanks dat de Politieacademie dus pas in 2015 kan reorganiseren moet de Politieacademie tot die tijd wel maatregelen nemen om binnen de door de minister vastgestelde krimpende financiële kaders te kunnen blijven. Dit om zowel financieel gezond te blijven als om de beheersmatige inbedding van de Politieacademie in de Nationale Politie zo evenwichtig mogelijk te laten verlopen. In dit licht van het bovenstaande heeft het College van bestuur besloten de huidige inrichtingswerkzaamheden te bevriezen totdat de Raad van Toezicht en de Minister van V&J hebben besloten op adviezen van respectievelijk Vogelzang en Wallage. Tevens heeft het College van bestuur in een hoofdlijnennotitie aangegeven wat de leidende principes zijn van het huidige herontwerp / herinrichting, en wat de keuzes zijn geweest c.q. nog zijn. Doel van deze hoofdlijnennotitie is om het “hoe, wat en waarom” van PA 2014 op die manier bestuurlijk beter communiceerbaar en hanteerbaar te maken, mede in het licht van de samenhangende besluiten over de toekomst van de Politieacademie die in maart/april 2013 aan de orde zijn. Het zal duidelijk zijn dat de Politieacademie de komende tijd voor de nodige uitdagingen staat. In de volgende hoofdstukken wordt achtereenvolgens een toelichting gegeven op de bereikte resultaten op de kerntaken Werving & Selectie (hoofdstuk 2), Onderwijs (hoofdstuk 3), Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling (hoofdstuk 4). Vervolgens wordt een toelichting gegeven op bestuur en toezicht (hoofdstuk 5), beheer & bedrijfsvoering (hoofdstuk 6), personeel & organisatie (hoofdstuk 7) en de financiën (hoofdstuk 8).
9
HOOFDSTUK 2 Werving & Selectie De Minister van Veiligheid & Justitie heeft de Politieacademie en de kwartiermaker Nationale Politie eind 2011 de opdracht gegeven om onderzoek te doen naar een fundamentele verbetering van het proces werven en selecteren. De uitkomst van dit onderzoek leverde in maart 2012 een plan Optimalisatie werving en selectie initiële instroom op. In het tripartite overleg (tussen PA, NP en VenJ) is als vervolg aan de Politieacademie en kwartiermaker Nationale Politie de opdracht verstrekt om het opgeleverde plan te realiseren. Per dag 1 Nationale Politie, 1 januari 2013, moet er een werkende nieuwe organisatie en een nieuw geoptimaliseerd proces werven en selecteren initiële instroom Nationale Politie zijn. Initiële instroom politie betreft de instroomniveaus voor een politieopleiding MBO2 tot en met universitair master. In 2012 is er door alle medewerkers Werving & Selectie met veel energie gewerkt aan de realisatie van het plan Optimalisatie: de vormgeving en inrichting van het nieuwe proces (zie figuur 1). Hierbij is intensief samengewerkt met de kwartiermakerorganisatie Nationale Politie, de korpsmedewerkers HRM (meer specifiek medewerkers W&S), evenals met het onderwijs. Het cluster Onderzoek heeft voor het project de diverse selectieratio's in de verschillende stappen van het W&S-proces zichtbaar gemaakt. Deze cijfers zijn tevens indirect gerapporteerd aan het Ministerie van V&J, en worden op dit moment aangevuld met de selectieratio's voor diversiteitsgroepen. Het nieuwe proces is conform planning opgeleverd en ondersteunt niet enkel de initiële instroom, maar ook de instroom van vrijwilligers van politie en recherchekundigen. De ondersteunende applicatie KVS (Kandidaat Volgsysteem) werkt, en wordt in de eerste helft van 2013 nog aangepast.. De meest in het oog springende veranderingen in het W&S proces zijn: - het invoeren van centraal vacaturebeheer, waarbij vacatureopenstelling is gekoppeld aan instroommomenten onderwijs; - het toevoegen van een eerste selectiedag, met daarin Bewust Blauw om kandidaten een nog duidelijker beeld mee te geven over het werken bij de politie en daarmee zelfselectie te bevorderen; - het gebruik van een landelijk eindgesprek Nationale Politie (waarin centraal de 4 kernwaarden NP), waarbij de kandidaat een actieve rol heeft door het voorbereiden van een korte presentatie en het uitvoeren van een test naar zijn of haar drijfveren; - het beleggen van regie op het proces en resultaatverantwoordelijkheid met betrekking tot de initiële instroomopdracht bij een centrale W&S organisatie (en daarmee geen verantwoordelijkheid meer voor gedeconcentreerde processtappen bij de eenheden).
Figuur 1. Proces Werven en Selecteren initiële instroom Nationale Politie- per dag 1
10
2.1 Werving De Politieacademie ondersteunt de personeelsvoorziening van de Nationale Politie door de uitvoering van de landelijke werving van potentiële politiemedewerkers. Hiervoor ontwikkelt en lanceert de Politieacademie de landelijke arbeidsmarktcampagne van en voor de politie. De in 2011 ontwikkelde campagne “Screen jezelf” is in 2012 succesvol voortgezet. De site screenjezelf.kombijdepolitie.nl kende in 2012 580.482 bezoekers, waarvan 348.589 uniek1. Ook in 2012 zijn de online sociale netwerken van de politie actief ingezet om nieuw talent te werven. De werving vindt meer en meer plaats via de digitale weg en social media. Het onderzoekscluster heeft in 2012 de arbeidsmarkt voor de politie in kaart gebracht met het onderzoek 'Hoe blauw is de arbeidsmarkt', aangevuld met kenniskaarten over de arbeidsmarkt toegespitst op de verschillende korpsen. Het onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat hoewel de arbeidsmarkt ruimer is in vergelijking met afgelopen jaren, er grote regionale verschillen zijn in het aanbod en er een dalend jongerenpotentieel is. Bovendien is er sprake van een mismatch in opleidingsniveau: de arbeidsmarkt biedt veel lager opgeleiden MBO1 t/m 3, terwijl de NP vooral MBO4 en hoger wil werven. Het onderzoek wordt in 2013 vervolgd en, in aansluiting op de strategische personeelsprognose NP, toegespitst op het instroompotentieel voor niveau 5. Als landelijke organisatie ondersteunt de Politieacademie alle 26 politiekorpsen bij de werving van personeel en bij de vervulling van hun personeelsbehoefte. De directe werving voor recherchekundigen is in 2012 geïntensiveerd. Er waren 4.299 sollicitaties recherchekundigen, en de opdracht van de minister van Veiligheid & Justitie om extra 350 nieuw aangestelde recherchekundigen te realiseren wordt gerealiseerd per week 17/2013. In 2012 is opnieuw een groot aantal niet-initiële vacatures geplaatst (in totaal 538 burger- en doorstroomvacatures, voor 680 fte) op www.kombijdepolitie.nl, waaronder 200 FTE vacatures (87 vacatures) voor de kwartiermakerorganisatie Nationale Politie. Hoewel de Minister van Veiligheid & Justitie een oproep heeft gedaan om in de komende jaren het aantal vrijwilligers (vrijwillige politie en volontairs) toe te laten nemen tot bijna 5.000 in 2015, is de campagne “Goed dat je er bent. Word politievrijwilliger” stopgezet door het ontbreken van een feitelijke opdracht en een bijbehorend budget. Ondanks diverse toezeggingen en overleggen met het ministerie heeft uiteindelijk de directeur Politie andere prioriteiten gesteld. Ook binnen de Nationale Politie heeft de vrijwilliger geen prioriteit. Alle inspanningen hebben er toe geleid dat de volgende resultaten zijn geboekt op het gebied van werving: Wervingsresultaten Aantal unieke website bezoekers www.kombijdepolitie.nl Aantal sollicitaties initieel Aantal toegewezen initiële sollicitanten (vanaf 2009)
2008 712.469
2009 774.407
2010 1.282.673
2011 1.854.210
2012 1.228.4542
16.864
21.635 12.724
23.076 14.229
27.524 18.073
14.622 10.061
Het in 2009 ingerichte landelijk Contactcenter verwerkt de binnenkomende sollicitaties van alle belangstellenden voor een functie bij de politie. Het Contactcenter beantwoordt de diverse vragen die binnenkomen via mail, telefoon en social media. In 2012 heeft het Contactcenter een grote inspanning geleverd op een tweetal zaken. Ten eerste heeft het Contactcenter intensief de verwerking ter hand genomen van de sollicitanten Recherchekundige. Dit is een nu nog arbeidsintensief proces met veel handmatige acties. Ten tweede heeft het Contactcenter zich ingezet om kandidaten in de pijplijn van het gehele proces te achterhalen en korpsen actief benaderd om hen te bewegen actie te ondernemen richting deze kandidaten. Dit heeft ervoor gezorgd dat kandidaten niet onnodig lang in het proces blijven, maar ook dat deze kandidaten uit het proces zijn op het moment dat het nieuwe proces W & S per dag 1 Nationale Politie wordt ingevoerd. 1
De meting is t/m medio september. Door de cookiewetgeving vindt er vanaf 15 september geen meting meer plaats. 2 Zie voetnoot 1.
11
2.2 Selectie De Politieacademie verzorgt de wettelijke selectie van aankomende aspiranten en vrijwilligers in opleiding voor een baan bij de politie. De selectie geeft een uitkomst over de geschiktheid van de kandidaat voor de uitoefening van het politievak, op basis van landelijke normering (vastgelegd in Regeling aanstellingseisen politie). Het korps besluit tot het al dan niet aanstellen van de kandidaat, waarna de nieuw aangestelde politiefunctionaris vervolgens als student start met een van de politieopleidingen aan de Politieacademie. Het prognosemodel van het onderzoekscluster voor de instroomaantallen op basis van gegevens van processtappen en tijdlijnen heeft in 2012 opnieuw zijn nut bewezen in verband met de benodigde instroom recherchekundigen. Het model maakt het mogelijk op basis van kandidaten in het proces en uitvalratio’s te voorspellen hoeveel sollicitanten nog nodig zijn of dat een vacature gesloten kan worden. Ook heeft in 2012 intensieve monitoring en onderzoek plaats gevonden op de aspiranteninstroom die door het besluit van de minister per september 2011 niet langer door het korps op de selectieresultaten werd beoordeeld, maar door de afdeling Selectie van de Politieacademie. Gebleken is dat de wijziging van beoordeling niet heeft geleid tot een toename in de uitval. De opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie is behaald: door de korpsen zijn in 2012 uiteindelijk 1.782 kandidaten aangesteld, waaronder 134 recherchekundigen. Per instroommoment week 17/2013 wordt het aantal van 350 recherchekundigen behaald, zoals overeengekomen met de korpsen en het Ministerie V&J. Gedurende 2011 zijn de doorgevoerde wijzigingen met betrekking tot het geschiktheidsonderzoek (Fysiek Motorisch Onderzoek leeftijdsgerelateerde eisen selectienorm deel B) verwerkt in de Regeling aanstellingseisen Politie 2002. Deze regeling is recent in december 2012 officieel gepubliceerd in de Staatscourant. Het uiteindelijke aantal kandidaten dat een reguliere selectie heeft doorlopen (deel A, gevolgd door deel B) bedroeg in 2012 4.968 kandidaten. Er zijn 6.658 selecties mbo-opleidingsniveau 2 t/m 4 en 636 selecties voor het opleidingsniveau bachelor en master uitgevoerd. Reguliere intredeselecties Deel A Deel B
2007
2008
2009
2010
2011
2012
5.104 4.425
4.998 4.198
5.387 4.140
5.015 2.929
10.394 6.262
7.294 4.968
De Politieacademie voerde ook nog bijzondere selecties uit voor 3.796 kandidaten (waarvan 2.393 meerdaagse selecties). Dit betreffen speciale trajecten voor politie (onder meer arrestantenverzorgers, recherchekundigen en persoonsbeveiligers) en partners in de veiligheidsketen (FIOD, douane, brandweer, gemeenten). Door acquisitie en extra contractactiviteiten heeft Werving en Selectie in 2012 het begrotingstekort van € 6,5 miljoen kunnen terugdringen en wordt 2012 afgesloten met een positief resultaat van €561.000 euro3. Eind 2012 is, vanwege de geprognosticeerde aanstelling van 800-1.000 nieuwe politiefunctionarissen in 2013, begonnen met de afbouw van de bezetting van de afdeling Selectie. Niet alleen de inzet van uitzendkrachten wordt gestopt, maar ook alle tijdelijke contracten worden niet meer verlengd. Dit heeft eind 2012 geleid tot een reductie van 7 fte bezetting.
3
Stand resultaat W&S per 6 februari 2013
12
HOOFDSTUK 3 Onderwijs 3.1 Inleiding Het jaar 2012 stond voor het Onderwijs in het teken van ‘vernieuwen en verbinden’ en voorbereiden op de komst van de Nationale Politie. Vernieuwen, omdat het in de academiebrede visie op het politieonderwijs heeft geleid tot een meer responsief aanbod van politieonderwijs, dat daarvoor modulair is opgebouwd. Dit vernieuwde politieonderwijs (PO 2.0) is via de verschillende scholen en ondersteund door een daarop aangepaste bedrijfsvoering, een adequater antwoord op vragen uit het beroepsveld. ‘Verbinden’, omdat hiervoor meer interne samenhang is vereist en dit betere externe communicatie vergt. Een volledig ingerichte Intake & Service – piramide (van website tot Loket) heeft gezorgd voor een toegankelijk communicatiekanaal met onze afnemers. Logischerwijs speelde de komst van de Nationale Politie een grote rol in 2012. Alle ondernomen activiteiten werden tegen het licht gehouden en in lijn gebracht, daar waar nodig, met de missie, visie en (strategische) doelstellingen van de Nationale Politie.
3.2 Verbeterinitiatieven Politieonderwijs 2.0 De vernieuwde mbo politieopleidingen voor (allround) politiemedewerker zijn in januari (week 5) van 2012 gestart. Het nieuwe onderwijs gaat uit van de vier kerntaken: Intake, Handhaven, Noodhulp en Opsporing. Deze vormen het uitgangspunt voor de beroepsauthentieke opdrachten die studenten moeten uitvoeren. Verbeterplan “Staat van het Politieonderwijs” In 2011 is het rapport "de Staat van het Politieonderwijs" van de Inspectie ontvangen. Dit rapport bevat eveneens het herhaalonderzoek dat is uitgevoerd naar aanleiding van het in 2010 uitgevoerde Inspectieonderzoek “Politieonderwijs, kwaliteit afgestudeerden geborgd”. Naar aanleiding van deze rapporten is een verbeterplan opgesteld. In het verbeterplan zijn twee gebieden benoemd waarop verbeterpunten zijn geconstateerd. Het gaat hierbij om: 1. Borgen van de kwaliteit van het onderwijs en de bedrijfsprocessen; 2. De kwaliteit van het werkend leren en de begeleiding van studenten. Het verbeterplan is integraal onderdeel geworden van het jaarplan 2013 van de directie onderwijs. De uitvoering is halverwege 2012 begonnen en loopt door in 2013, conform afspraak met de Minister. Roldifferentiatie De Politieacademie richt zich, met het oog op de (onderwijsvraag vanuit de) Nationale Politie, op drie rollen: die van ontwikkelaar en uitvoerder van het onderwijs, die van regisseur en die van makelaar om daarmee de totaalvraag naar behoren te kunnen afdoen. Deze roldifferentiatie hangt samen met de uitkomsten van de Businesscase Onderwijs en het operationaliseren van de uitkomsten. Dit hangt samen met het standpunt van de Politieacademie om bij het ontwikkelen van nieuwe onderwijsmodules na te denken of, en welke onderdelen, er mogelijkerwijs door andere partijen/onderwijsinstellingen geleverd kunnen worden. Visie op het Onderwijs Op basis van de nieuwe visie op het politieonderwijs wordt het totale pakket onderwijs gefaseerd en meerjarig vernieuwd. Door het herijken van het bestaande onderwijs, een nieuwe structuur van modulaire opbouw en een koppeling met het LFNP en de Nationale Politie wordt bijgedragen aan het flexibiliseren van het aanbod. Het doel is om begin 2013 de inrichtingskaders voor het onderwijs vast te stellen. In 2012 is hier hard aan gewerkt door het uitwerken en operationaliseren van Politieonderwijs 2012 (zie ook paragraaf 3.2) en het starten met het opstellen van opleidings-, en kwalificatiedossiers. In de loop van 2012 zijn ook de verbindingen met het LFNP en de Nationale Politie aangebracht.
13
Virtuele Politieacademie De Politieacademie streeft ernaar om bij de vormgeving van haar onderwijs(modules) maximaal gebruik te maken van afstandsleren, videoconferencing, virtuele hoorcolleges, serious gaming, sociale media en dergelijke. Hiermee wordt een Virtuele Politieacademie vormgegeven, naast de blijvende fysieke Politieacademie. In 2012 is de 3e fase van het project in werking getreden. De scholen hebben elk een project toebedeeld gekregen waaraan zij gedurende 2012 hebben gewerkt (digitale toetsing, implementatie blackboard, vormgeving afstandsonderwijs, virtueel oefenen, onderwijsmatrix, ontwikkeling en bijstelling leermiddelen, realisatie portalen en de vervolgfase van E-lab). Het uitgangspunt hierbij is ‘’alles digitaal, tenzij’’. Veel van de projecten lopen door in 2013 en zijn onderdeel van de jaarplannen. Vitale uitwisseling met de Nationale Politie: van binnen naar buiten en vice versa Binnen het onderwijs is sterk ingezet om de benodigde expertise uit het werkveld te mobiliseren. Het doel hierbij is om permanente uitwisseling te bewerkstelligen van zowel docenten als leidinggevenden en overige cruciale functies. Met en voor elkaar wordt hiermee het “Blauw Vakmanschap’’ versterkt. Belangrijk voorbeeld van buiten naar binnen is het gebruikmaken van gastdocenten en examinatoren vanuit de praktijk en het opzetten van een flexibele schil. Naar buiten toe lopen medewerkers van de Politieacademie mee in de dagelijkse praktijk van het politiewerk. Professionele Weerbaarheid Het Landelijk Programmabureau heeft eind 2011 de opdracht verstrekt aan de Politieacademie om voor twee deelresultaten uit het landelijk programma een Plan van Aanpak op te stellen. Het ging hierbij om: 1) Het ontwikkelen en uitvoeren van weerbaarheidstrainingen en 2) Een bijdrage te leveren aan een landelijke opzet van IBT-programma's en trainingen. De inhoudelijke doelen van het programma zijn: 1) Het versterken van de veerkracht van politieambtenaren; 2) Het vergroten van het vakmanschap van politieambtenaren; 3) Het vergroten van de (operationele) inzetbaarheid bij de politie. In samenwerking met de Nationale Politie heeft de Politieacademie het doel om voor het eind van 2014 in totaal 29.975 “front-line” politiefunctionarissen te hebben opgeleid. Er zijn in het pilotjaar 2012 in totaal 940 collega’s daadwerkelijk opgeleid. Een aantal andere behaalde resultaten zijn: 1) De training is onder de naam "Mentale Kracht" ontwikkeld. Elementen van de Mentale Krachttraining (MK) zijn per 01-01-2012 opgenomen in de curricula van initieel en post initieel onderwijs; 2) In oktober van 2012 is de overeenkomst tussen de Politieacademie en de Nationale Politie getekend. Er zijn vier uitvoeringsvarianten ontwikkeld (crisiscommunicatie, diender blijf bij je taak, mentale kracht D, mentale kracht leidinggevenden) waarvan de uitvoering nog doorloopt in 2013; 3) Weerbaarheid in leiderschapsontwikkeling is ontwikkeld, vastgelegd en gedoceerd; 4) Onderwijs met betrekking tot weerbaarheid is gekoppeld aan PKN; 5) Door het Ministerie van V&J is de Circulaire PTSS ontwikkeld. Vanuit het programma is een aanzienlijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van de Circulaire. Deze treedt in 2013 in werking. Directe Aanpak Binnen de Directe aanpak zijn een tweetal belangrijke activiteiten ondergebracht: FoBo (frontoffice / backoffice) en Heterdaadkracht. Begin 2012 is al duidelijk geworden dat de voorkeur vanuit het veld lag bij het inrichten van RTIC’s (Realtime Intelligence Centers) in plaats van FoBo. De opleidingen FoBo zijn dan ook gedurende 2012 omgebouwd richting onderwijs geschikt voor de RTIC’s. In 2012 zijn er 65 studenten opgeleid tot RTIC-medewerker. Op het gebied van heterdaadkracht wil de Politieacademie bijdragen aan het vergroten en versterken van de slagkracht van de politie door het realiseren van een versterkte vorm van burgerparticipatie. Heterdaadkracht is niet als apart onderwijsproduct gepresenteerd, maar wordt verwerkt binnen het bestaande onderwijs om bewustzijn te creëren. Op dit moment wordt er gewerkt aan een toolbox op dit gebied.
14
Cybercrime Binnen het programma Cyber is een drietal doelstellingen geformuleerd waaraan de Politieacademie haar bijdrage heeft geleverd. Het gaat hierbij om: 1) Het leveren van een inhoudelijke en onderwijskundige bijdrage aan het programma: in de vorm van Cybersecurity en Cybervaardigheden van de politie; 2) Versterken van de samenwerking met het landelijk Programma Aanpak Cybercrime (PAC) en de korpsen. 3) Het in kaart brengen van de opleidingsvraag in relatie tot dit thema binnen de Korpsen. In oktober is er binnen de Politieacademie positief besloten over de strategienotities. Er zijn 5 thema’s geprioriteerd waar van er drie (internationale aspecten, informatievaardigheden, ‘school maken’ op digitaal bewustzijn) in de eerste fase worden uitgewerkt. In november is het actieplan in werking getreden. Het benodigde 2e forensisch-digitaal computerlokaal wordt gefinancierd door het Programma Aanpak Cybercrime en het NFI heeft een sublokaal beschikbaar gesteld.
3.3 Onderwijs De Politieacademie biedt initieel en postinitieel politieonderwijs aan. Initieel is bestemd voor beginnende beroepsbeoefenaren, postinitieel onderwijs sluit hierop aan en betreft onderwijs op het gebied van de specialistische politietaken als ook op het gebied van politieleiderschap. Het onderwijs is gebaseerd op een aantal uitgangspunten (Politieonderwijs 2002 en ‘’Burgers eisen beter Blauw’’): complementair, competentiegericht en contextgebonden. In 2012 is het onderwijs binnen de Politieacademie van een update voorzien: Politieonderwijs 2012. De visie is verwoord in het document “Visie op Politieonderwijs’’. Aan de bovenstaande uitgangspunten is een viertal criteria toegevoegd: 1. Responsief: het onderwijs reageert op actuele vraagstukken uit de samenleving en de praktijk; 2. Verantwoordelijk: de Politieacademie neemt haar verantwoordelijkheid daar waar het gaat om de kwaliteit van het onderwijs en daarmee van de afgegeven diploma’s; 3. Kennis in en naast competentieontwikkeling: competentiegericht onderwijs blijft gehandhaafd, maar wordt bijgesteld: (zelfstandige) kennisverwerking krijgt een prominentere plek; 4. De relatie student – docent staat centraal en is cruciaal. In 2012 is door de scholen ook verder gewerkt aan het ‘’school maken’’: - School maken vanuit het perspectief van de student en het beroepsveld; - School maken vanuit het perspectief van de vitale dwarsverbanden; - School maken vanuit het perspectief van de school zelf. Naar buiten toe is het perspectief van de student en het beroepsveld het meest zichtbaar. Dit perspectief wordt door onderwijs als volgt verwoord en uitgevoerd: onderwijs levert toegevoegde waarde aan de Nationale politie, door het verzorgen van een scala aan volwaardige beroepsopleidingen en ontwikkelprogramma’s op alle niveaus (MBO, HBO, WO); politiemensen kunnen een leven lang up-to-date blijven. Aankomende en zittende politiemensen leren omgaan met de dilemma’s in het dagelijkse politiebestaan en worden door de tijd heen voorzien van een passend interventierepertoire.
3.4 Uitvoering van het onderwijs Initieel onderwijs Twee belangrijke ontwikkelingen tekenen de uitvoering van het initieel onderwijs in 2012. Allereerst is dit jaar de nieuwe basisopleiding van start gegaan, als vervanging voor de "oude" opleidingen op het niveau 3 en 4. Een in het oog springende verandering is de verkorting van de opleiding op niveau 4 van vier naar drie jaar, en voor de opleiding op niveau 3 van drie jaar naar bijna twee en een half jaar. Voorafgaand aan de start van dit nieuwe onderwijs – en gedurende heel 2012 - is doorontwikkeld aan deze nieuwe opleidingen (die uitstroommogelijkheden op zowel op niveau 3 als niveau 4 biedt). Doordat de instroom vanuit de korpsen voor het jaar 2011 onder het aantal door de Minister aangewezen van 1.850 aspiranten dreigde te komen, is door extra druk vanuit het Ministerie door de korpsen alsnog vlak voor het jaareinde van 2011 een recordaantal studenten ingestroomd en is de "1.850" gehaald; dit had doorlopend gevolgen in 2012. Er was sprake van grote organisatorische en
15
financiële gevolgen voor zowel het afgelopen begrotingsjaar, en ook in 2013 zal dit merkbaar zijn. Door deze piekinstroom is het gelijkmatige patroon van studentenbezetting gedurende het jaar doorbroken. Immers bij een gelijkmatige instroom kan erop gestuurd worden dat op elk moment ongeveer evenveel studenten in hun schoolkwartielen als in hun korpskwartielen zitten. Door deze piekinstroom is deze balans fors verstoord, met als gevolg een studentenbezetting met zeer grote pieken in sommige periodes in het jaar. En dus grote schommelingen in de benodigde capaciteit aan docenten, onderwijsruimtes en onderwijsmiddelen. Doordat de opleiding drie jaar duurt, zullen deze verstoringen de organisatie de komende jaren ook blijven beïnvloeden. In onderstaand overzicht is de instroom weergegeven van het initiële onderwijs. De instroom ligt in 2012 aanzienlijk hoger dan in 2011. De oorzaak hiervoor ligt voor belangrijk deel in het ten opzichte van vorige jaren sterk gestegen contingent doorstromers: 537 in 2012. Doordat de studenten die instromen op de nieuwe opleiding Basis Politiemedewerker het grootste deel van hun opleiding gezamenlijk doorbrengen, is het onderscheid tussen niveau 3 en 4 weggelaten. Instroom initieel Assistent Politiemedewerker Politiemedewerker Allround Politiemedewerker Basis Politiemedewerker Politiekundige Bachelor Politiekundige Master Vrijwillige Politie Totaal
2008 167 1.069 1.026
2009 162 856 791
2010 244 592 545
2011 188 778 737
303 6 35 2.606
247 18 140 2.214
199 0* 61 1.641
206 0 100 2.009
2012 121 193 338 1.263 173 243 2.331
In onderstaand overzicht is een beeld gegeven van de gediplomeerde uitstroom in 2012, evenals de uitval (zonder diploma) van studenten tijdens hun opleiding. In de laatste kolom is het aantal ingeschreven studenten weergegeven aan het einde van het jaar. Uitval
Assistent Politiemedewerker Politiemedewerker Allround Politiemedewerker Politiekundige bachelor / master Politiekundige Master Totaal
2011 18 97 88 1 1 205
Gediplomeerde uitstroom
2012 13 93 105 10 6 227
2011 167 964 883 71 52 2.137
2012 215 615 759 76 3 1.668
In opleiding eind 2012 296 1.291 3.903 393 510 6.393
Relatie ROC’s, HBO’s en universiteiten Binnen het project "Onderwijsontwikkeling Initieel onderwijs" van de Politieacademie wordt de noodzaak van de samenwerking met het regulier onderwijs verwoord. In het kader van flexibilisering van het onderwijs en de aansluiting bij het regulier onderwijs, legitimeren we de samenwerking met het regulier onderwijs binnen dit project. Binnen het project is voor deze samenwerking gekozen, die zich uit in een gezamenlijke ontwikkeling van "keuzevakken" voor de Allround Politiemedewerker N4; deze wordt uitgevoerd in het 3e leerjaar. De Politieacademie is eindverantwoordelijk voor de samenstelling, de inhoud en de kwaliteitscriteria van de keuzevakken en tevens voor de toetsings- en beoordelingscriteria van de portfolio-opdrachten. De betrokken Roc's zijn eindverantwoordelijk voor de uitvoering van de keuzevakken. Vesporo: Versterking samenhang politieonderwijs en regulier onderwijs Om doelgroepen voor het politievak te interesseren maakt het project 'Versterking samenhang politieonderwijs en regulier onderwijs (VESPORO)' gebruik van het regulier onderwijs door een aantrekkelijk doorstroomprogramma aan te bieden. Hierdoor kan de instroom bij de politie worden verbeterd en het politieonderwijs mét behoud van kwaliteit effectiever en efficiënter worden ingericht. In september 2011 zijn er 8 Roc's gestart met de opleiding HTV-P (handhaver, toezicht en veiligheid / politie) met in totaal 284 studenten. Het tweede opleidingsjaar HTV-P is gestart en vanuit de
16
rapportage van de werkgroep Monitoring & Evaluatie is gebleken, dat er nog 221 studenten in opleiding zitten en dat ongeveer 120 studenten volgend jaar examen gaan doen. Van de 8 roc's bieden 5 roc's een 2 jarige opleiding aan, terwijl de anderen een 2 tot 3 jarige opleiding aanbieden. Het project "Digitale Toetsing" van de PA en EXTH (Ecabo) zijn aan elkaar gekoppeld om de digitale toetsing van de HTV-P opleiding mogelijk te maken. Samen met leden van de regiegroep wordt op korte termijn een programma ontwikkeld voor de geslaagde en aangenomen studenten HTV-P waardoor zij naadloos kunnen instromen in het tweede leerjaar van PO.2.0 Allround politiemedewerker. Postinitieel onderwijs De verschillende scholen die postinitieel onderwijs verzorgen, verzorgen onderwijs op gebied van de specialistische politietaken alsook op het gebied van politieleiderschap. Studenten kunnen zowel leergangen als ‘losse’ kernopgaven volgen. Dit onderwijs wordt bekostigd deels vanuit het loopbaanbudget dat vanuit het ministerie ter beschikking wordt gesteld en deels vanuit het eigen budget van de korpsen of andere afnemers (contractactiviteiten). Hieronder volgt een overzicht van de instroom van het aantal studenten, onderverdeeld naar het loopbaanbudget en contractactiviteiten. Tevens is daarbij het aantal annuleringen aangegeven. Het aantal annuleringen wordt beïnvloed door verschuivingen van contractplaatsen naar bekostigde plaatsen (loopbaanbudget), het samenvoegen van groepen en onderlinge overname van opleidingsplaatsen door de korpsen.
Uitvoerend per school 2012 School voor Gevaar- & Crisisbeheersing School voor Handhaving School voor Politie Leiderschap School voor Recherche Totaal Totaal Postinitieel 2012 Taakonderwijs Contractonderwijs en VOV Totaal
Aantal geplaatst LoopbaanContract en budget VOV 1.014 9.871 354 11.916 532 4.661 2.170 5.345 4.070 31.793
Inschrijvingen 4.070 31.793 35.863
Ingevuld 3.395 30.402 33.797
Aantal geannuleerd Loopbaan- Contract en budget VOV 151 468 95 364 201 111 228 448 675 1.391 Annuleringen 675 1.391 2.066
In % 16,6% 4,4% 6,0%
In onderstaand overzicht is het aantal inschrijvingen op postinitieel onderwijs weergegeven. De cijfers lopen drastisch op in de laatste twee jaren; dit is deels optisch en een uitvloeisel van de verdere flexibilisering van het onderwijs, in de vorm van het opdelen van leergangen in apart af te nemen kernopgaven die bij elkaar weliswaar "optellen" tot een gehele leergang, maar door de individuele intekening wel gezien worden als apart opleidingstraject. Voor het andere deel is de stijging te wijten aan het feit dat de afgelopen jaren meer trainingen en specials worden aangeboden, oftewel het onderwijsaanbod dat - buiten het samenhangend stelsel om - op contractbasis voor korpsen wordt gedraaid. Het programma Weerbaarheid dat in 2012 is gestart bij de School voor Gevaars- en Crisisbeheersing hoort in deze categorie. Aantal studenten per domein School voor Gevaar- & Crisisbeheersing School voor Handhaving School voor Politie Leiderschap School voor Recherche Totaal
2008 1.523 929 3.604 4.023 10.079
17
2009 4.822 5.821 4.958 5.593 21.194
2010 5.733 5.468 2.994 5.674 19.869
2011 6.997 9.452 5.399 5.688 27.536
2012 10.266 11.811 4.881 6.839 33.797
3.5 Examinering en EVC’s Examinering De examinering van het initiële en het postinitiële onderwijs wordt sinds 2011 uitgevoerd door de initiële en postinitiële scholen, waarbij de Afdeling Examinering binnen de Politieacademie een monitorende en kwaliteitsbewakende rol heeft, en toeziet op onafhankelijke toetsing. Onderstaande tabel toont het aantal afgenomen examens. Aantal examens per jaar Aantal examens initieel Aantal examens postinitieel Totaal aantal examens
2008
2009
2010
53.676
56.775
50.715
2011 30.034 11.587 41.621
2012 25.059 8.722 33.781
De reden voor de terugloop van het aantal examens ligt niet in een terugloop van het aantal studenten, maar in een verandering van de wijze van toetsing die is doorgevoerd bij het nieuwe initiële onderwijs dat in 2012 is gestart, waarbij minder toetsmomenten zijn ingebouwd. Ook bij het postinitieel onderwijs is het aantal toetsmomenten per opleiding opnieuw tegen het licht gehouden in het kader van een efficiëntere onderwijsuitvoering. Onderwijs- en examenregeling De Examencommissie heeft in opdracht van de Directie Onderwijs de tekst van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2012 tegen het licht gehouden en vervolgens samen met een aantal stakeholders, zoals vertegenwoordigers van de scholen, het Korps en bedrijfsvoering, grote en kleine aanpassingen voorgesteld aan de directeur onderwijs en het College van bestuur. De belangrijkste aanpassing is dat de student vanaf 2013 de mogelijkheid heeft om direct na een examen bij de school een bedenking in te dienen als hij of zij het niet eens is met de uitslag van een examen. Het schoolhoofd moet binnen tien werkdagen een beslissing nemen, hierna kan de student desgewenst alsnog in beroep gaan. Door deze extra bezwaarmogelijkheid zal naar verwachting het aantal beroepszaken afnemen. De student hoort nu op korte termijn wat er beslist wordt en de school is meer betrokken bij bezwaren tegen examenuitslagen. Als er alsnog beroep volgt kan de beroepscommissie sneller een uitspraak doen omdat de school de bedenking al heeft getoetst. Examencommissie De examencommissie heeft in 2012 acht keer een bijeenkomst belegd om allerlei zaken rond de taakstelling van toezicht houden op de examinering binnen de Politieacademie uit te voeren. Hierbij werden aan de hand van rapportages en casuïstiek lijnen uitgezet en afspraken gemaakt. Het 'dagelijks bestuur' van de examencommissie werd door de scholen en schoolhoofden aangesproken en om advies gevraagd in bijzondere zaken waar de OER niet direct uitsluitsel over geeft. De jaarcijfers met betrekking tot de uitspraken van de Commissie van Beroep voor de Examens over het jaar 2012 - op basis van de zittingen gehouden tussen 1 januari 2012 en 31 december 2012 volgen hieronder: Initieel niet ontvankelijk 18 gegrond met vernietiging afgegeven beoordeling 64 gegrond met toewijzing herkansing 129 ongegrond 107 Postinitieel niet ontvankelijk gegrond met vernietiging afgegeven beoordeling gegrond met toewijzing herkansing ongegrond
0 8 5 20
Hercertificering HOvJ niet ontvankelijk gegrond met vernietiging afgegeven beoordeling gegrond met toewijzing herkansing ongegrond
0 4 0 13
18
EVC’s Dat het politieonderwijs competentiegericht is, houdt ook in dat rekening wordt gehouden met de competenties die de student eerder verworven heeft, door opleiding, werkervaring of op een andere manier. Een erkenning van verworven competenties (EVC) Ieidt tot vrijstellingen van onderwijs en examenonderdelen of proeven van bekwaamheid, tot vermindering van de studiebelasting en veelal tot verkorting van de totale studieduur. De terugloop in het aantal aanvragen ten opzichte van het aantal van het jaar ervoor (2011) wordt voor het grootste deel veroorzaakt door het nieuwe onderwijs (PO 2.0) dat per januari 2012 wordt gegeven. Voor dit initiële onderwijs op niveau 4 is bepaald dat er geen verzoeken voor vrijstellingen kunnen worden ingediend. Dit houdt verband met de doorlopende modules in deze opleiding. In 2011 werden voor de initiële opleidingen op niveau 2, 3 of 4 250 aanvragen voor vrijstelling ingediend. In 2012 waren dit er 52. Aantal EVC-procedures Initieel Postinitieel Totaal
2008 610 1.894 2.504
2009 252 1.160 1.412
2010 274 1.204 1.478
2011 274 872 1.146
2012 70 160 230
Zoals uit bovenstaande overzicht blijkt, is het aantal EVC-procedures voor zowel initieel als postinitieel onderwijs fors afgenomen. Voor het initiële onderwijs (MBO) ligt de oorzaak in het nieuwe onderwijs en de wijze waarop hierbij met eerder verworven competenties wordt omgegaan. Tegenwoordig zijn veel onderwerpen en mogelijke vrijstellingen aan de voorkant al afgedicht via het RIC (opsomming van relevante initiële competenties; gestoeld op jarenlange ervaring uit het toelatingsbeleid). Door het hanteren van instroomprofielen weten studenten via het RIC voor welke mogelijke vrijstellingen zij in aanmerking komen; dit geldt voor het Mbo-onderwijs binnen de Politieacademie. De terugloop voor wat betreft het postinitieel onderwijs wordt verklaard doordat er minder mogelijkheden zijn om vrijstellingsverzoeken in te dienen. Dit komt door de gewijzigde opzet van met name de opleidingen Operationeel Leidinggevende Leergang (OLL) en Tactisch Leidinggevende Leergang (TLL). Hiervoor konden in het verleden aanvragen voor vrijstellingen worden gedaan, deze zijn nu niet meer mogelijk (sinds 2011). Gastdocenten en -examinatoren In 2012 kwam de Politieacademie in het nieuws vanwege een achterstand in het realiseren van examens voor onze studenten. Achterliggende oorzaak betreft de gewijzigde contractuele inzet van gastdocenten en examinatoren; de Politieacademie en de (destijds) korpsen waren het erover eens dat examineren en het verzorgen van lessen als gastdocent, in diensttijd van het korps dient plaats te vinden, en geen separate neventaak is waarvoor relatief meer wordt verloond. De korpsen en de Politieacademie besloten daarmee samen de verantwoordelijkheid te dragen voor een zowel kwalitatief als kwantitatief goede inzet rondom examinering. Dit heeft de Minister doen besluiten om een opdracht te geven aan de Politieacademie om de achterstand per 1-8-2012 weg te werken en aan de Korpsen om volop medewerking te verlenen aan de Politieacademie. De Politieacademie heeft hier krachtig actie op ondernomen; intern is een apart projectteam ingericht om de problematiek aan te pakken. De medewerkers van de Afdeling Examinering zijn fulltime ingezet als examinator, daarnaast zijn versneld 250 medewerkers intern en extern opgeleid om als examinator ingezet te worden. Protocollen, planningstermijnen en annuleringstermijnen zijn nu duidelijker vastgelegd en gecommuniceerd en er is voor specifieke examens expertise ingehuurd bij de KMar. Maandelijks werd gerapporteerd richting het CvB over de voortgang. Op 1-1-2012 was er nog een achterstand van 1.100 initiele examens, op 1-1-2013 is dit aantal teruggebracht tot 75. Daarnaast zijn er nu maatregelen genomen om deze problematiek in de toekomst te voorkomen.
3.6 Kwaliteitszorg onderwijs Kwaliteitszorg De Politieacademie meet de kwaliteit van en tevredenheid over het onderwijs met behulp van een aantal onderzoeksinstrumenten. De opzet, doelgroep en frequentie van deze onderzoeken verschilt al naar gelang de opzet van het onderwijs.
19
Initieel onderwijs Onderstaande tabel laat het gemiddelde rapportcijfer zien van studenten binnen de School voor Politiekunde voor de gevolgde kernopgaven in kwartiel 1 van het oude curriculum, vergeleken met 2010 en 2011. In april, juli en oktober 2012 zijn er geen evaluaties binnen het oude curriculum meer afgenomen. Dit omdat het oude curriculum uit faseert in 2013, en er geen wijzigingen meer doorgevoerd gaan worden. Kwartiel 1 Assistent politiemedewerker Politiemedewerker Allround politiemedewerker
jan 7,5 7,8 7,2
2010 apr juli 7,7 7,6 7,3 7,4 7,3 7,6
okt 7,5 7,4 7,1
jan 7,1 7,5 6,8
2011 apr juli * 7,5 * 7,6 * 7,7
okt 7,8 7,4 7,2
2012 jan 7,3 7,5 7,1
* Hier is geen evaluatie uitgevoerd, in verband met de afname van de StudentTevredenheidMeter.
Onderstaande tabel laat het gemiddelde rapportcijfer zien van studenten binnen de School voor Politiekunde voor het onderwijs rond de gevolgde kerntaken in het nieuwe curriculum van de opleiding tot Basis/Allround politiemedewerker.
Intake Handhaven 1
2012 Oktober 6,5 6,6
Onderstaande tabellen laten het gemiddelde rapportcijfer zien van studenten binnen de School voor Hogere Politiekunde voor de verschillende kerntaken tot zover ze deze hebben gevolgd binnen de Oriëntatiefase en Functioneringsfase van de opleiding tot Politiekundige bachelor. Oriëntatiefase Kwartiel 1 Kwartiel 2 Kwartiel 3 Kwartiel 4
2012 Juli 6,8 6,8 5,9 7,8
Functioneringsfase Noodhulp (Q5/Q6) Opsporing (Q7/Q8)
2012 Juli 5,7 4,7
Onderstaande tabel laat het gemiddelde rapportcijfer zien van studenten binnen de School voor Hogere Politiekunde voor de totale reeks aan lectorale colleges die de student tot dan toe heeft gevolgd binnen de opleiding tot Politiekundige bachelor.
Oriëntatiefase
2012 Juni 4,7
Gezien de lage cijfers in bovenstaande twee tabellen, is er overleg gevoerd met de lectoraten; er zijn aanpassingen doorgevoerd in het programma waardoor een betere aansluiting is gecreëerd tussen het eerste en tweede jaar. De lectorale colleges worden beter ingebed, maar blijven een autonoom onderdeel waarin state-of-the-art (politie)kennis wordt gedeeld. Onderstaande tabel laat het gemiddelde rapportcijfer zien van afgestudeerden van de Master of Science voor de gehele opleiding. Het gaat om zeven respondenten.
Master of Science
2012 Oktober 6,7
20
Postinitieel onderwijs De tevredenheid van studenten over de gevolgde kernopgaven in het postinitieel onderwijs wordt doorlopend gemeten. In de volgende tabel zijn per school de gemiddelde scores4 te zien op de geëvalueerde aspecten en een gemiddeld rapportcijfer. Deze cijfers zijn een gemiddelde van alle kernopgaven die in 2012 geëvalueerd zijn. De cijfers zijn afgezet tegen die van 2011.
Gem. score
2011 Rapport cijfer
Gem. score
2012 Rapport cijfer
School voor Gevaar- en Crisisbeheersing
4,2
8,0
4,2
8,0
School voor Politieleiderschap
4,1
7,4
4,2
7,6
School voor Recherche
4,0
7,4
3,9
7,3
School voor Handhaving
4,2
8,2
4,1
8,0
3.7 Internationalisering SIRI is het Single Point of Contact voor de Politieacademie voor de dienst 'internationale politiesamenwerking (AIS)' van Nationale Politie en de afdeling 'internationale politiesamenwerking' van het Ministerie van VenJ. SIRI vormt daarin de verbinding tussen Politieacademie en Nationale Politie op dit gebied; positioneert de Academie; ontsluit en vertaalt het nationale beleid op internationale politiesamenwerking naar het politieonderwijs en de Academie. Tevens is SIRI het CEPOL National Point of Contact (CEPOL NCP NL); van groot belang is de samenwerking in CEPOL-verband. De actieve betrokkenheid van de Politieacademie is voor de Nationale Politie van belang om mede richting te geven aan de ontwikkelingen op Europees niveau. In 2012 hebben in totaal 74 Nederlandse cursisten deelgenomen aan CEPOL trainingen. Door de Politieacademie is een activiteit georganiseerd, Urban Violence, in samenwerking met Frankrijk en Engeland. Daarnaast is onder coördinatie van de Politieacademie door Nederland aan 6 CEPOL activiteiten ondersteuning verleend. Eén van de vele internationale programma's onder auspiciën van CEPOL betreft het Exchange Programma. Het Exchange Program betreft een multilateraal opgezette samenwerking tussen politiediensten op individueel niveau en wordt gecoördineerd door een projectteam bij het CEPOL secretariaat. Het doel van het programma is het vergroten van effectieve internationale samenwerking door middel van het uitbreiden van wederzijdse kennis en begrip. Een aantal grensoverschrijdende thema's staan daarbij centraal. Belangrijke thema's betreffen onder meer: fraudeopsporing, drugscriminaliteit, forensische opsporing, radicalisering en terrorisme, en natuurlijk cybercrime. Ook Europese agentschappen als Europol, OLAF en Frontex nemen deel aan het Exchange Programma, onder meer door hun organisatie open te stellen voor speciale studiebezoeken. Het Exchange Program is onder meer bedoeld voor leidinggevenden op tactisch en strategisch niveau bij politiediensten, en specialisten met meerdere jaren ervaring op voornoemde vakgebieden. Tevens is dit programma bedoeld voor specialisten op het vlak van training en onderwijs en staat het open voor experts in (wetenschappelijk) onderzoek. In 2012 waren er negen deelnemers. Tot slot participeert de Politieacademie in het uitzenden van politiepersoneel in het kader van vredesmissies, hetgeen is vastgelegd in een convenant. De doelstelling om daarvoor 2 fte's beschikbaar te stellen is ook in 2012 ruimschoots gehaald. In 2012 heeft de Politieacademie circa 6 fte's beschikbaar gesteld voor missies in Afghanistan en Irak.
4
Gemeten op een schaal van 1 (helemaal mee oneens) t/m 5 (helemaal mee eens)
21
HOOFDSTUK 4 Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling 4.1 Inleiding Het motto van het jaarplan van de directie OK&O voor het jaar 2012 luidde: “Samenwerken aan doorwerken van kennis in onderwijs en praktijk”. Daarmee wilde de directie benadrukken dat een kennisorganisatie als OK&O voor haar succes sterk in verbinding dient te staan met het onderwijs. In de volgende paragrafen worden die verbindingen in beeld gebracht. Het jaar 2012 is daarom gebruikt om de verbindingen met de collega’s binnen de Politieacademie verder te versterken en samen met hen te werken aan de gemeenschappelijke opdracht: professionaliseren van de Nationale Politie. Deze samenwerking heeft ook verder vorm gekregen omdat de directeur OK&O begin 2012 de directie Onderwijs is gaan versterken. De waarnemend directeur OK&O is op zijn beurt mede belast met directietaken binnen de directie Onderwijs met de aansturing van de postinitiële scholen en daarmee met de focus op het versterken van politieel vakmanschap. Resultaat van deze beweging waarbij twee functies in één persoon vertegenwoordigd zijn - is dat Onderwijs en OK&O sterker met elkaar in verbinding staan. Eén van de speerpunten voor 2012 vormde het bijdragen aan de structurele voor de uitvoering van de taakopdracht toereikende financiering voor de kennisfunctie. Vooruitlopend op de implementatie van de Business case Onderwijs, Kennis en Onderzoek, die in opdracht van het ministerie van V&J is opgesteld, is overeenstemming bereikt met het ministerie en de kwartiermakers van de Nationale Politie over de continuering van de financiering voor 2013 van de Landelijke Deskundigheidsmakelaar. Verder heeft de directie ingezet op het vergroten van de efficiency van de organisatie, hetgeen zich vertaald heeft in een kleinere personele bezetting en structureel lagere exploitatiekosten. Het resultaat aan het einde van 2012 is 12,5 fte minder bezetting dan aan het begin van het jaar. Desalniettemin is de directie OK&O er niet in geslaagd om het jaar 2012 af te sluiten met een positief financieel resultaat. Het afgelopen jaar heeft de directie OK&O een belangrijke bijdrage geleverd aan het project Virtuele Veiligheidsacademie. Doel van dit project, dat in december 2012 is afgesloten met een conferentie, is het versterken van de samenwerking tussen de Politieacademie, de Nederlandse Defensieacademie, het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid en het Nederlands Forensisch Instituut. Met crisisbeheersing als gemeenschappelijk thema zijn producten gerealiseerd op gebied van serious gaming, e-learning en kennisomgeving. De producten op het gebied van kennisomgeving zijn onder leiding van de Politieacademie tot stand gekomen, waaronder de implementatie bij Infopuntveiligheid.nl van het NIFV; van de voor de ontsluiting van de regionale politie intranetten, ontwikkelde geïntegreerde zoekservice. Daarmee kunnen PKN en Infopuntveiligheid.nl gelijktijdig worden doorzocht, waarbij de gevonden kennis in één scherm wordt gepresenteerd. Deze functie wordt ondersteund met een uniforme thesaurus waarin de door politie, brandweer, GHOR (Geneeskundige Hulpverlening Organisatie in de Regio) en defensie gebruikte begrippen over crisisbeheersing op elkaar zijn afgestemd. Tenslotte zijn tools ontwikkeld om het gebruik van sociale media in het onderwijs te stimuleren. Voor ieder van de ontwikkelde producten zijn maatregelen getroffen die duurzaam gebruik garanderen. Naast interne lijncommunicatie en de warme communicatie door kennis- en onderzoeksprofessionals van OK&O is er een aantal parallelle middelen ingezet om de Politieacademie te positioneren als onderzoeks- en kennisinstituut. Behalve onderzoekspublicaties en bijdragen aan tijdschriften zoals het Tijdschrift voor de Politie en 24/7 (het personeelsblad van de Nationale politie), is medewerking verleend aan media en congressen, en is gebruik gemaakt van het inter- en intranet. Tot slot zijn er in 2012 twee uitgaven geweest van Kennismag, het digitale kennismagazine met interviews van gebruikers (zoals studenten, docenten en politieagenten) van kennis en onderzoek. Sinds de editie van mei 2012 zijn meer dan 350 in- en externen aangemeld die Kennismag structureel willen ontvangen.
22
4.2 Afdeling Onderzoek De onderzoeksfunctie is binnen de afdeling Onderzoek gegroepeerd rond de lectoraten. In 2012 functioneerden in totaal 13 lectoraten. Aan de lectoraten zijn in principe naast een vaste kern van lector, programmamanager en ondersteuning, onderzoekers en een kenniskring verbonden. In 2012 zijn rondetafelgesprekken georganiseerd over de Strategische Onderzoekagenda met wetenschappers, beleidsmakers en hoge politieambtenaren. Daarbij stonden vragen centraal als: Herkent u de inhoud en is deze compleet? Hoe kan de Strategische Onderzoeksagenda verder worden gebracht? Voor wie kan zij gebruikswaarde hebben en op welke wijze kan zij worden gebruikt? Daarnaast bekeken de deelnemers hoe de Strategische Onderzoeksagenda tot een werkzaam instrument kan worden gemaakt. De bijeenkomsten hebben input geleverd voor de inbedding binnen de Nationale Politie en de functie als ordenings- en richtingskader van onderzoeksactiviteiten ten behoeve van de Nationale Politie. Het succes van OK&O wordt voor een belangrijk deel bepaald door de doorwerking van kennis. Behalve met behulp van publicaties, bijdragen aan congressen en seminars, het verzorgen van onderwijs en de vakdagen, organiseert de afdeling Onderzoek ieder jaar een tiental seminars over actuele thema’s. De doorwerking van kennis binnen het onderwijs is voor de lectoraten een speerpunt in het besef dat betrokkenheid bij het onderwijs en vice versa van het onderwijs bij de kennisontwikkeling de kwaliteit van kennistransfer en professionalisering van student en docent vergroot. Het handboek Politiekunde is een product dat in 2012 ten behoeve van het onderwijs is opgeleverd en dat zoveel mogelijk samen met het onderwijs is samengesteld. Ook het afgelopen jaar bleek in de gesprekken met het onderwijs dat de vraag om bijdragen aan het onderwijs groter is dan de capaciteit die lectoraten beschikbaar hebben voor de invulling van deze kerntaak naast de twee andere: onderzoek en publiceren. De ervaren spanning tussen vraag en aanbod kan worden opgevat als een positief signaal van de toegevoegde waarde van de lectoraten voor het onderwijs. De lectoraten hebben in 2012 onder andere onderwijs verzorgd in de bacheloropleiding, in de Master of Public Order Management, (gast)colleges bij de School voor Politieleiderschap, de School voor Recherche en de School voor Hogere Politiekunde. Daarnaast zijn studenten begeleid van diverse leergangen en is geparticipeerd in de examinering. Enkele in 2012 afgeronde en gepubliceerde onderzoeken zijn: Opsporing belicht, Over strategieën in de opsporingspraktijk; Eindbalans actieonderzoek Frontoffice/ Backofficeconcept Politieregio Hollands Midden; Tilburgse Taferelen. De eerste rapportage; De complexiteit van milieucriminaliteit. De aard van het misdrijf, de opsporing en de samenwerkingsrelaties; Alledaags politiewerk in een gedigitaliseerde wereld. Handreiking voor delicten met een digitale component. Naast het bovenstaande overzicht van publicaties zijn er lectorale redes geweest die in 2012 zijn gehouden. De lectorale rede is een belangrijke bijeenkomst voor het lectoraat. Enkele voorbeelden van andere gelegenheden waarbij de lectoraten het podium hebben betreden in 2012: Symposium leren van Alphen aan den Rijn; Vakdag Openbare Orde en Gevaarbeheersing; Seminar de positie van de burgemeester in het politiebestel; Finecloud faillisementsfraude; Afsluitend congres programma Intelligence. Vanuit de afdeling Onderzoek is tot slot in 2012 een belangrijke bijdrage geleverd aan de commissie Cohen, die een evaluatieonderzoek uitvoert naar project X Haren. De internationale dimensie van het onderzoek krijgt onder andere gestalte in de European Police research Institutes Collaboration. In juni 2012 heeft de jaarlijkse EPIC conferentie plaatsgevonden, dit keer in Zweden. Het aantal Working Groups is daar uitgebreid naar in totaal vijf: Policing the global neighbourhood, Knowledge exchange, Police reform, Forensics, Resilience. Het aantal leden is in 2012 uitgebreid. De 7 ‘founding institutes’ zijn versterkt met twee ‘affiliated members’: Institute of
23
Police Education Linnaeus University en Manchester Business School van de The University of Manchester. Helaas is een aanvraag voor subsidie bij COST voor het onderhoud van het EPIC netwerk niet gehonoreerd. Een EPIC-resultaat waaraan in 2012 verder is gewerkt is een internationaal handboek Policing the global neighbourhood van de gelijknamige werkgroep. Dit handboek zal in 2013 worden gepubliceerd. Een tweede resultaat betreft de ontwikkeling van een minor op hetzelfde thema. Deze minor is in 2012 door de Politieacademie in samenwerking met onze Schotse partners verzorgd. In 2012 is het Matra-project in Turkije afgerond. Het project “a research basis police approach for the juvenile criminal justice system” werd gefinancierd door de Europese Unie. Het onderzoek heeft geleid tot adviezen aan de betrokken ministeries in Turkije hoe beter in te spelen op de aanpak van vermiste kinderen in Turkije. Onderdeel van het project was een bezoek begin 2012 van twee delegaties uit Turkije aan enkele politieregio’s waarbij zij met jeugdrechercheurs hebben samengewerkt. In datzelfde kader is in maart 2012 een e-learning module gepresenteerd op de afsluitende conferentie.
4.3 Afdeling Kennis Daar waar de afdeling Onderzoek zich vooral richt op kennisontwikkeling is het de opdracht van de afdeling Kennis om deze politiekundige kennis en die van andere leveranciers, met name ook vanuit het onderwijs, continu beschikbaar te maken voor gebruik binnen het onderwijs en de praktijk. Belangrijke instrumenten daarvoor zijn PolitieKennisNet en de Mediatheek. Eén van de resultaten van de samenwerking met het onderwijs is de zogenaamde Body of Knowledge De afdeling Kennis heeft samen met de onderwijsontwikkelteams deze Body of Knowledge gerealiseerd die dient ter ondersteuning van het initiële onderwijs op de niveaus 2, 3 en 4. De Body of Knowledge wordt door de afdeling Kennis beheerd. Voor dit jaar staat de verbreding van de Body of Knowledge gepland naar andere opleidingen. Begin 2012 is het onderzoek opgeleverd waarin een analyse is gemaakt over de efficiency van PKN in het perspectief van de veranderende gebruikerswensen van onderwijs en politiepraktijk, de nieuwste inzichten over kennismanagement en de modernste technische hulpmiddelen. Op basis van de aanbevelingen is een project gestart om PKN toekomstvast te maken. Daarnaast is het doel dat PKN in staat is om verschillende doelgroepen in hun specifieke kennisbehoeften te voorzien. De oplevering van het vernieuwde PKN staat gepland voor april 2013. Het vernieuwde PKN zal tijdig gereed zijn voor de oplevering van het Landelijke Intranet van de Nationale Politie. Het afgelopen jaar is in nauwe samenwerking met het projectteam dat verantwoordelijk is voor de bouw en implementatie van het Landelijke Intranet de nieuwe rol van de Politieacademie ingevuld. Die houdt in dat de Politieacademie gaat fungeren als de landelijke kennisprovider van generieke en eenheidspecifieke politiekundige kennis. De Bijzondere Opsporings Diensten blijven onderling en met de politie kennis delen via PKN. In augustus 2012 ondertekenden het Platform BOD’en en het College van Bestuur van de Politieacademie de verlenging van de overeenkomst tot medio 2013. De met PKN ondersteunde kennisdeling stimuleert de samenwerking en draagt zo bij aan een effectievere aanpak van de criminaliteit. In december 2012 is een digitale enquête gehouden over PKN. Het doel ervan was enerzijds de tevredenheid van de gebruikers van PKN te onderzoeken en anderzijds de bekendheid van de diverse onderdelen van PKN. Ook werd gevraagd maar suggesties ter verbetering van PKN. De enquête is 657 keer volledig ingevuld. Van deze respondenten kent 97,9% PKN. Gemiddeld geven zij PKN een 7. Dat is hoger dan in 2010, toen was het gemiddelde cijfer een 6,6. Om direct in contact te komen met de gebruikers wordt regelmatig geëxposeerd op beurzen en bijeenkomsten zoals de recherchevakdag, vakdag Openbare Orde en Gevaarsbeheersing, NIKthemadag en het verkeerscongres. Een andere ontwikkeling die in 2013 tot resultaten moet leiden is Kennis Op Maat Politie. In dit innovatieproject, dat mede wordt gefinancierd door Agentschap.nl, werkt Politieacademie samen met de Eenheid Midden Nederland en het softwarebedrijf CGI. Op basis van het programma van eisen, waaraan ook het onderwijs haar bijdrage heeft geleverd, zijn in 2012 de kernfunctionaliteiten ontwikkeld van KOMPOL. Het belang van de Landelijke DeskundigheidsMakelaar (LDM) voor de opsporing heeft in 2012 geleid tot overeenstemming met de politietop en het ministerie van V&J over het behoud van LDM voor de Nationale Politie. LDM blijft binnen de PA gepositioneerd. De financiering voor 2013 is gegarandeerd.
24
Op operationeel vlak is de pilot vroegtijdige inzet LDM-adviseur bij TGO’s in Zaanstreek succesvol afgerond en geëvalueerd. De pilot krijgt in 2013 een vervolg. Binnen de Politieacademie en met het veld is de verkenning gestart om op basis van samenwerking stageplaatsen voor recherchekundigen bij LDM in te richten. Internationaal is er belangstelling getoond voor het LDM-concept vanuit België, Zweden en Noorwegen. Daarnaast heeft de LDM in 2012 de gelegenheid gehad deel te nemen aan het jaarlijks Senior Investigative Officer Congres in Engeland en daarmee een exclusieve inkijk in de keuken van de teamleiders aldaar. Productie LDM Bemiddelingen
2009 363
2010 384
2011 362
2012 360
De mediatheek heeft het project Informatievaardigheid Studenten Politieacademie afgerond. Daarmee is een start gemaakt met de structurele inbedding van informatievaardigheid in het curriculum. Datzelfde geldt voor integratie in de studietaken van de student. De mediatheekcollecties op de diverse locaties worden steeds minder gebruikt, en studenten vragen nauwelijks meer om ondersteuning door mediatheekpersoneel. Dit als gevolg van toenemend gebruik van digitale bronnen die tijd en plaatsonafhankelijk beschikbaar zijn. Daarnaast hadden de locaties een beperkte collectie waardoor teruggevallen moest worden op centraal. Dat blijkt uit een extern onderzoek en eigen metingen bevestigen dit. Deze ontwikkeling, in combinatie met de vermindering van de bijdrage van onderwijs aan de mediatheek, heeft ertoe geleid dat de directies Onderwijs en OK&O gezamenlijk hebben besloten dat alle collecties overgaan naar de mediatheek op de concernlocatie in Apeldoorn, en dat de mediatheekwerkzaamheden en het mediatheekpersoneel in Apeldoorn geconcentreerd worden, per 1 juli 2013. Ook zijn stappen gezet op het pad van verdere digitalisering van het aanbod. In 2012 is het totale fysieke tijdschriftenaanbod afgestoten en vervangen door een digitaal aanbod. Tot slot is in 2012 door de mediatheek een verkenning gestart naar het gebruik van één gemeenschappelijke taal (de door de mediatheek ontwikkelde politiekundige thesaurus) voor de ontsluiting van content in het Landelijk Intranet. Dit moet leiden tot één begrippenkader voor de Nationale Politie.
4.4 Afdeling Ontwikkeling Naast onderzoek en kennisoverdracht is er de ontwikkelfunctie van de Politieacademie. De ontwikkelfunctie ondersteunt de Politieacademie de politie bij nieuw beleid en innovatieve ontwikkelingen. De vorming van de Nationale Politie heeft de agenda van de afdeling Ontwikkeling in belangrijke mate bepaald. Een eerste voorbeeld daarvan is de bijdrage aan het realisatieplan Nationale Politie. Die bijdrage betreft vooral (informele) adviezen in de regelmatige gesprekken met de kwartiermakers. Een tweede voorbeeld daarvan betreft de totstandkoming van het onderzoeksarrangement geweest in nauwe samenwerking met de kwartiermakers van de Nationale Politie. Doel van het arrangement is om de vorming van de NP te ondersteunen langs drie wegen: permanent volgen van de ontwikkeling van basis- en rechercheteams, thematische verdieping en snelle kennismobilisatie. Het arrangement is ook intern binnen de Politieacademie van belang. Het vormt de basis voor overleg met de directie Onderwijs over hoe de genoemde thema’s kunnen worden bemenst. Een derde voorbeeld is de oplevering van een bovenliggende notitie over frontlijnsturing voor Nationale Politie in opdracht van de beoogde korpsleiding. Op basis van de notitie is een landelijke programma gedefinieerd. Een vierde voorbeeld betreft de bijdrage die is geleverd aan de generale repetitie van Dag 1 Nationale Politie samen met het onderwijs. Tot slot is in 2012 in opdracht van de kwartiermakers het onderzoek gestart gericht op de besluit- en planfase van de totstandkoming van de Nationale Politie. In de afgelopen jaren is vanuit de afdeling Ontwikkeling het instrument van snelle kennismobilisatie succesvol ingezet. In 2012 is dit instrument ingezet voor: - brandstichtingen in Noord Drenthe; - project X Haren; - de wijk Terweijde in Culemborg. Het afgelopen jaar is een aanvang gemaakt met het nieuwe programma Blauw vakmanschap, uitgevoerd door de Politieacademie en ondersteund door de Nationale Politie.
25
HOOFDSTUK 5 Bestuur en toezicht 5.1 Het College van Bestuur in 2012 Sinds 1 november 2009 bestaat het College van Bestuur uit de volgende drie leden: de heer A.P.P.M. van Baal, voorzitter mevrouw drs. A. Vellinga EMPM, plaatsvervangend voorzitter de heer prof. dr. P.W.E.M. Tops, lid. De heer Tops is per 1 oktober 2012 bij Koninklijk Besluit herbenoemd als lid van het College van Bestuur voor een tweede zittingstermijn van zes jaar. Mevrouw Vellinga heeft in november 2012 aangekondigd dat zij op 1 februari 2013 overstapt naar een andere functie, buiten de Politieacademie. Taakstelling en portefeuilleverdeling De Minister van Veiligheid & Justitie is eigenaar en opdrachtgever van de Politieacademie. In zijn opdracht is het College van Bestuur belast met het bestuur en beheer van de Politieacademie. Er is sprake van collegiaal bestuur. Het College van Bestuur komt als bestuursorgaan (twee)wekelijks bijeen en neemt daarbij de aan de orde zijnde besluiten. Het College van Bestuur stuurt de directeuren van de (vijf) organisatie-eenheden van de Politieacademie aan; de directeuren rapporteren aan het College van Bestuur. Het College van Bestuur en de directeuren komen tweewekelijks bijeen in het managementteam. Het College van Bestuur heeft de verschillende bestuurlijke portefeuilles onderling verdeeld. Een aantal zaken behoort standaard tot de portefeuille van de voorzitter, zoals het onderhouden van de bestuurlijke relatie met (intern) de Ondernemingsraad en de Raad van Toezicht, en (extern) met het departement / de Minister, inclusief de Inspectie Veiligheid & Justitie en de Raad van Korpschefs. Ook de uitoefening van het werkgeverschap ten opzichte van de directeuren (bijvoorbeeld via het voeren van jaargesprekken) zit in de voorzittersportefeuille. De verdeling van overige portefeuilles komt in onderling overleg tussen de collegeleden tot stand; de portefeuilleverdeling is géén formele verdeling van verantwoordelijkheden of bevoegdheden. Sinds eind 2009 geldt binnen het College van Bestuur de volgende verdeling van portefeuilles: de heer Van Baal (voorzitter CvB: de portefeuilles Werving & Selectie, Personeel, Beheer, Bedrijfsvoering en Communicatie; mevrouw Vellinga (plaatsvervangend voorzitter): de portefeuille Onderwijs; de heer Tops: de portefeuille Onderzoek, Kennis en Ontwikkeling. Deze portefeuilleverdeling is in 2012 niet veranderd. Nevenfuncties 2012 Per 31 december 2012 vervulden de leden van het College van Bestuur in het verlengde van hun functie de onderstaande nevenfuncties. De heer Van Baal - Voorzitter Stichting Nationale Taptoe - Lid War Trauma Foundation (adviesraad) - Lid leerstoel Krijgsmacht en samenleving Benelux Universitair Centrum - Bestuurslid Veiligheidsexpo (samenvoeging van het Nederlands Politiemuseum en het Nationaal Brandweermuseum per eind 2011) - Bestuurslid Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort - Ambassadeur Servant Leadership - Lid Comité van Aanbeveling Stichting Kathedrale Basiliek Sint BAVO Haarlem - Lid Visser Comité II - Pool Pia Media (géén activiteiten in 2012) Deze nevenfuncties zijn alle onbetaald, met uitzondering van de laatste.
26
Mevrouw A. Vellinga - Lid Raad van Advies Faculteit Onderwijs van de Open Universiteit - Lid redactieraad tijdschrift Blauw - Mentor wederkerig mentorschap - Secretaris Buurtvereniging Oosteinde – de Noesten. Deze functies zijn onbetaald, met uitzondering van de eerste: daarvoor wordt vacatiegeld betaald, ten bate van de Politieacademie. De heer Tops - Lid Raad van Toezicht Handhavingsacademie Amsterdam - Lid Raad van Advies van het Heerenhuys Veiligheidsoverleg - Lid redactieraad Tijdschrift voor de Politie - Lid wetenschappelijke commissie Taskforce B5 - Lid Taskforce Landelijk Platform Woonoverlast - Lid begeleidingscommissie Nationaal Dreigingsbeeld 2012 - Lid stuurgroep kennisprogramma Veilig Digitaal Betalingsverkeer - Lid Actieprogramma Lokale besturing Politie - Voorzitter Bestuurlijk Criminaliteitsbeeld Analyse LIEC/RIEC-bestel - Lid regiegroep ZSM/Directe afhandeling - Lid begeleidingscommissie Programma Ontwikkeling Gebiedsgebonden politie Deze functies zijn onbetaald. Eén dag in de week is de heer Tops hoogleraar aan de Universiteit Tilburg voor de leerstoel Theorie en Praktijk van de Frontlijnsturing.
5.2 De Raad van Toezicht in 2012 De Politieacademie kent als bestuursorgaan een (wettelijk vastgelegde) functiescheiding tussen bestuur (uitgeoefend door het College van Bestuur) en toezicht (uitgeoefend door de Raad van Toezicht). De Raad van Toezicht (RvT) is belast met het bewaken van de doelstelling en de strategie van de Politieacademie en het toezicht op de taakuitoefening door het College van Bestuur, zowel op de bedrijfsvoering als op de kwaliteit van de primaire taken van de Politieacademie. De Raad van Toezicht geeft het College van Bestuur gevraagd en ongevraagd advies. Voor bepaalde zwaarwegende besluiten heeft het College van Bestuur de voorafgaande instemming van de Raad van Toezicht nodig, bijvoorbeeld voor de vaststelling van begroting en jaarstukken en voor besluiten tot het aan- of verkopen van onroerende zaken. De Raad wijst de accountant aan. De RvT vervult de werkgeversrol ten opzichte van de CvB-leden en stelt hun arbeidsvoorwaarden vast. De leden van de RvT ontvangen een vergoeding op basis van de Ministeriële vergoedingenregeling (d.d. 20 maart 2006). Samenstelling RvT per 31 december 2012 Raad van Toezicht Politieacademie 2012 Naam Einde zittingstermijn de heer R.J.G. Bandell (voorzitter) ** 1 september 2015 (1e termijn) mevrouw drs. L.V. Jonkers-Kuiper (plv vz.) ** / *** 1 mei 2014 (2e termijn) mevrouw mr. S.J.E. Horstink-von Meyenfeldt 1 februari 2013 (2e termijn) de heer prof. dr. H.G. van de Bunt *** 15 november 2015 (2e termijn) de heer D. van de Meeberg* 15 november 2015 (2e termijn) * tevens lid auditcommittee ** tevens lid remuneratiecommissie *** tevens lid opleidingscommissie Het aantal leden per 31 december 2012, vijf, is het minimum aantal leden volgens de Wet. Op 1 juli 2012 verstreek de tweede en laatste zittingstermijn van de heer D’Hondt als lid van de RvT (en van het auditcommittee) De vacature die daardoor in de Raad ontstond is in 2012 onvervuld gebleven.
27
Werkwijze De RvT kwam in 2012 acht keer bijeen. Het College van Bestuur is daarbij aanwezig, met uitzondering van het eerste deel van de RvT-vergaderingen. De RvT werkt met de volgende drie commissies uit zijn midden, die besluiten van de Raad voorbereiden: het auditcommittee (t.a.v. financiën en bedrijfsvoering) de remuneratiecommissie (t.a.v. het RvT-werkgeverschap over de drie CvB-leden) de opleidingscommissie (t.a.v. het Politieonderwijs) Elke commissie bestaat in principe uit twee leden. Bij de vergaderingen van het auditcommittee en de opleidingscommissie is de CvB-portefeuillehouder aanwezig. Het auditcommittee spreekt minimaal twee keer per jaar met de accountant: één keer (in maart) over de controle van de jaarrekening en één keer (in november) over de managementletter van de accountant naar aanleiding van de interimcontrole. Het auditcommittee kwam in 2012 vijf keer bijeen. De remuneratiecommissie houdt de jaargesprekken met elk van de drie CvB-leden, waarin ze de uitvoering van de managementafspraken volgt, en van jaar tot jaar nieuwe afspraken maakt. De remuneratiecommissie kwam in 2012 twee keer bijeen voor die jaargesprekken. De opleidingscommissie is in 2011 ingesteld om als Raad de ontwikkelingen in het onderwijs scherper te kunnen volgen. Een van de aanleidingen destijds was het Inspectierapport “Politieonderwijs op niveau” (augustus 2010). De opleidingscommissie kwam twee keer bijeen. Overleg van de RvT Minimaal één keer per jaar stelt de RvT de Ondernemingsraad van de Politieacademie in de gelegenheid om overleg te plegen over de algemene gang van zaken binnen de Politieacademie. In maart 2012 heeft de voorzitter van de Raad dat overleg gehad en daarbij onder andere gesproken over de financiële meerjarige perspectieven voor de Academie en over de toekomstige positionering binnen het Nationale Politiebestel. Verder is de Ondernemingsraad door de RvT in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over de voordracht van de RvT aan de Minister tot herbenoeming van de heer Tops als lid van het College van Bestuur, voor een tweede zittingstermijn per 1 oktober 2012. Begin september heeft de Raad, in de persoon van de voorzitter, met de Ondernemingsraad gesproken over deze voordracht tot herbenoeming en het gevraagde advies. Eind 2012 gaf de OR aan geen vertrouwen te hebben in het CvB, en dit was aanleiding tot een gesprek van de RvT met - onder meer - de Ondernemingsraad, om te komen tot herstel van vertrouwen en rust in en rond de Politieacademie. Een keer per jaar vindt een gezamenlijk overleg plaats van de Raad van Toezicht met de directeuren, in aanwezigheid van het CvB. In 2012 was dat in de vorm van een thematische bijeenkomst “onderwijs” gekoppeld aan de juli-vergadering van de RvT. Naar aanleiding van de ontstane onrust in de organisatie als gevolg van de vertrouwenskwestie tussen Ondernemingsraad en CvB vond eind december een gesprek plaats van de voorzitter RvT met de gezamenlijke directeuren. De directeuren hebben de Raad het vertrouwen gegeven dat de voortgang van de werkzaamheden en de uitvoering van de verbeterplannen niet in gevaar komt. In 2012 heeft de RvT enkele malen overleg gehad met de Minister van Veiligheid & Justitie en/of de Directeur-Generaal Veiligheid, samen met het CvB. Ten eerste medio 2012 bij het uitkomen van het Inspectierapport “De Staat van het Politieonderwijs”. Verder in augustus, om afspraken te maken over de ombuigingen en in de derde plaats in december, naar aanleiding van de ontstane onrust in en rond de organisatie. Bij dit laatste gesprek was ook de landelijke Korpsleiding aanwezig. In de volgende paragraaf komt het toezicht op elk van deze onderwerpen (Inspectierapport, ombuigingen 2012 en vertrouwenskwestie) inhoudelijk verder aan de orde.
5.3 Toezicht in 2012 Verschillende ontwikkelingen en omstandigheden hebben ertoe geleid dat het toezicht in 2012 intensiever is geworden. Hieronder volgt eerst een algemeen beeld van die ontwikkelingen, gevolgd door een verslag per onderwerp van toezicht. Algemeen Ten eerste is de bedrijfsvoering van de Academie onder druk komen te staan. De Politieacademie sloot de jaren 2009, 2010 en 2011 af met een positief bedrijfsresultaat. Diverse ontwikkelingen leidden echter tot een minder rooskleurige financiële uitgangssituatie begin 2012. In 2010 en 2011 heeft het departement het eigen vermogen afgeroomd met € 60 miljoen, waardoor het eigen vermogen is
28
gezakt tot onder het vereiste minimum van € 40 miljoen5. Verder is in de jaren 2009 - 2011 de personele bezetting in opdracht van het Rijk teruggebracht: van circa 1800 FTE eind 2008 tot 1600 FTE eind 2011. Dit heeft de Academie destijds gedaan door beëindiging van tijdelijke arbeidscontracten. Een tweede ontwikkeling die leidt tot intensiever toezicht is de dalende Rijksbijdrage. De RvT heeft eind 2011 geconstateerd dat de Minister in 2012 de Politieacademie taakopdrachten heeft gegeven, zonder die te bekostigen. Dat was voor de RvT aanleiding om de Minister te laten weten zijn instemming aan de PA-begroting 2012 te onthouden. De PA heeft bijvoorbeeld de opdracht om de werving voor de Politie te verzorgen, via wervingscampagnes etc. en de Minister verstrekte daarvoor vanaf 2002 jaarlijks een bijzondere bijdrage van ca. € 3 miljoen. Eind 2011 gaf het departement aan dat dit met ingang van 2012 zou stoppen. De totale Rijksbijdrage voor de uitvoering van taken van de PA zal de komende jaren fors afnemen: van circa € 150 miljoen in 2011 naar rond de € 110 miljoen in 2015. De bedrijfsvoering van de PA zal aangepast moeten worden om de Politieacademie op langere termijn betaalbaar te houden. In de loop van 2012 werden ombuigingen al noodzakelijk, gezien de ontwikkeling van de exploitatie. Eind 2011 besloot het departement om een grote groep studenten in te laten stromen om de instroomdoelstelling 2011 te halen. Om die instroompiek op te vangen heeft de PA in 2012 de opleidingscapaciteit fors uitgebreid. Dat leidde tot extra personeels- en huisvestingskosten (rond de € 4 miljoen), die niet in de begroting van 2012 waren voorzien. De Raad heeft halverwege het jaar de door het CvB onderkende noodzaak onderschreven om in 2012 ombuigingsmaatregelen uit te voeren. De RvT heeft het College ondersteund in de afspraken met het departement hierover. De afspraak tussen Politieacademie en departement is dat het tekort over 2012 niet groter zal zijn dan - € 10 miljoen. De politieke besluitvorming over de Nationale Politie, en over de inbedding van de Politieacademie daarin, was in 2012 van invloed op (het bestuur van) de Politieacademie. De Minister koos in 2011 voor een twee-fasen aanpak: eerst de Nationale Politie vormen, en vervolgens de PA inbedden. Wel had de Minister in 2011 zijn principe-besluit kenbaar gemaakt aan de Kamer, namelijk dat de Politieacademie bij de inbedding in het Nationale Politiebestel haar rechtspersoonlijkheid behoudt, om de aansluiting met het reguliere onderwijs (ten behoeve van de civiele diploma erkenning en accreditatie van onderwijs) te waarborgen en om te voorzien in een onafhankelijke kennis- en onderzoeksfunctie ten behoeve van de Politie. Doordat afronding van de nieuwe Politiewet het hele jaar 2012 in beslag nam, langer dan gepland, zijn in 2012 vervolgbesluiten over de inbedding van de Politieacademie uitgebleven. Wel werd in juli 2012 een landelijke Business Case (BC)Onderwijs, Kennis en Onderzoek binnen de politie afgerond. in opdracht van de Minister. Deze BC-rapportage brengt onder meer de gelden in beeld die Politie Nederland besteedt aan opleidingen, binnen en buiten de Politieacademie. De Minister heeft inmiddels aangekondigd dat hij, na en op basis van een gevraagd onafhankelijk advies, in de eerste helft van 2013 besluiten zal nemen over de inbedding van de Politieacademie. In de tweede helft van 2012 kwam eerst het Inspectierapport “De Staat van het Politieonderwijs” uit en in september het rapport van de Visitatiecommissie. Belangrijkste uitkomst van de commissie is dat de Politieacademie “echt een probleem” heeft met de organisatie van het onderwijs: met planningen, met roosters, met examens, etc. Ook dit leidde tot intensiever toezicht, in dit geval op de vervolgacties en -maatregelen van het CvB op beide rapporten. Eind 2012 gaf de Ondernemingsraad aan geen vertrouwen te hebben in het College van Bestuur, met name niet in dat “het CvB de komende tijd de Politieacademie kan leiden naar een nieuwe PA”, aldus de Ondernemingsraad. De situatie die daardoor is ontstaan, in combinatie met de genoemde ontwikkelingen, is voor de RvT aanleiding geweest tot een gesprek met de Ondernemingsraad, met de Korpsleiding Nationale Politie en met de Minister van Veiligheid & Justitie. Op basis van deze gesprekken heeft de Raad van Toezicht een adviesaanvraag geformuleerd aan een strategisch adviseur, om in 2013 te komen tot een goede basis voor het herstel van het vertrouwen en voor het verder uitbouwen van een financieel gezonde en kwalitatief sterke Politieacademie. 5
In 2010 stelde het departement de noodzakelijke omvang van het eigen vermogen / weerstandsvermogen volgens de daarvoor geldende normen vast op € 40 miljoen (brief van 28 juni 2010).
29
Toezicht per onderwerp Het toezicht is onder te verdelen in toezicht op de volgende thema’s en gebieden : 1. het werkgeverschap van de RvT; 2. toezicht op de besturing; 3. toezicht op het (intern) beheer en de bedrijfsvoering; 4. toezicht op de uitoefening van de primaire taken. 1. Het werkgeverschap van de RvT in 2012 De RvT heeft - evenals in 2011 - nieuwe uitgebreide managementafspraken met elk van de drie leden van het College van Bestuur gemaakt, voor de periode juli 2012 - juli 2013. Dat gebeurde op basis van de (jaar)gesprekken van de remuneratiecommissie met de collegeleden in het voorjaar. In 2012 heeft de remuneratiecommissie twee maal tussentijdse gesprekken met elk van de collegeleden gevoerd over de uitvoering van de met hen gemaakte afspraken. De RvT heeft de heer Tops voorgedragen aan de Minister voor een tweede zittingstermijn in het College van Bestuur (1 oktober 2012 - 1 oktober 2018). De Minister heeft die voordracht overgenomen en de heer Tops is bij KB herbenoemd. In de voordracht geeft de Raad aan dat de Politieacademie de afgelopen jaren een gezaghebbende positie binnen de Politie, en daarbuiten, heeft opgebouwd op het gebied van onderzoek, kennis en ontwikkeling. Die opbouw vond plaats onder aansturing van de heer Tops als portefeuillehouder. De PA-positie verdient het om verder te worden uitgebouwd en bestendigd, aldus de voordracht van de Raad aan de Minister. De Ondernemingsraad is door de RvT in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over de voordracht. Begin september heeft de Raad, in de persoon van de voorzitter, met de Ondernemingsraad gesproken over deze voordracht tot herbenoeming. De Raad heeft het advies van de Ondernemingsraad bij de voordracht aan de Minister gevoegd, alsook de reactie van de RvT daarop. In november kondigde mevrouw Vellinga aan dat zij per 1 februari 2013 overstapt naar een andere functie, buiten de Politieacademie. De toekomstige samenstelling van het CvB - en dus het profiel van de vacature plv voorzitter / portefeuillehouder Onderwijs - is mede onderwerp van de genoemde adviesvraag van de Raad aan een strategisch adviseur. 2. Toezicht op de besturing Visitatierapport in het kader van INK-cyclus Op 13 september vond - in navolging op de INK-audit van medio 2011 - de INK-visitatie plaats; eind september verscheen het rapport van de visitatiecommissie. Voornaamste kritiekpunt zijn de veel voorkomende klachten over de organisatie van het onderwijs; een geluid dat grotendeels overeen komt met eerdere INK-rapporten. De RvT heeft met het College indringend gesproken over de geconstateerde geringe aanwezige “veranderkracht”, en over de verbinding tussen het onderwijs en onderzoek, die nog onvoldoende tot stand is gekomen. Het feit dat de visitatiecommissie de Academie oproept tot een grotere zelfbewustheid ten opzichte van “vele partijen die zich met de PA bemoeien”, was herkenbaar voor de RvT. Ook heeft de visitatiecommissie voldoende oog gehad voor de diverse goede ontwikkelingen en ingrijpende veranderingen in de afgelopen jaren (verkorting duur curriculum all-round van 4 naar 3 jaar, een nieuw curriculum initieel, de verbinding KNP - PA en een bedrijfsvoering die in meerdere opzichten op orde is). Dat neemt niet weg dat het centrale punt van het rapport, de aanhoudend gebrekkige organisatie van het onderwijs, de RvT zorgen baarde en aanleiding was om het CvB te vragen om een concrete snelle aanpak. De RvT onderschreef dat het CvB dit doet (1) als herkenbaar en duidelijk onderdeel van het verbeterplan n.a.v. “de Staat van..”, en (2) als één van de doelen van de herinrichting “Politieacademie 2014”, dat wil zeggen dat herinrichting van de organisatie moet bijdragen aan de oplossing van de hardnekkige problemen rond kleine kwaliteit. Functioneren en samenstelling van de directies Ook de manier waarop het CvB invulling geeft aan zijn werkgeverschap ten opzichte van de directies van de vijf organisatie-eenheden is onderwerp van toezicht. In de samenstelling van de directies traden in 2012 de nodige veranderingen op, als gevolg van CvB-besluiten, welke besluiten onderwerp van bespreking en discussie waren in de RvT. De directeur Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling (O,K & O) werd verplaatst naar onderwijs en werd toegevoegd aan de directeur Onderwijs, om de laatste de gelegenheid te geven om meer aandacht te besteden aan de ontwikkeling van “het (Politie)vak”.
30
Voor de functie van directeur OK&O is een waarnemer aangesteld. In 2012 is de situatie waarin de directeur Bestuurs- & Concernstaf de functie van directeur Centrum voor Ondersteunende Diensten (COD) waarneemt, verlengd. Ook de invulling van de functie van directeur Werving & Selectie bleef ongewijzigd. Onafhankelijk onderzoek Landelijk Expertisecentrum Diversiteit (LECD) Eind 2011 verschenen er in de media berichten over de heersende werksfeer bij het LECD. Het LECD is beheersmatig ondergebracht bij de PA en wordt beleidsmatig aangestuurd door de RKC. Na overleg met de RvT heeft het CvB besloten tot een onafhankelijk onderzoek naar de afwikkeling van de meldingen over de stijl van leidinggeven van de LECD-directeur die in de loop van 2011 zijn gedaan bij de vertrouwenspersoon, en naar de huidige situatie bij het LECD. Het onderzoek is uitgevoerd door de heer mr. M.J.H. Marijnen, die begin maart zijn rapportage heeft opgeleverd en toegelicht, in het bijzijn van de voorzitter van de RvT. Het CvB en de RvT hebben de inhoud van het rapport onderschreven en het CvB heeft de adviezen onverkort over genomen. De adviezen hebben voornamelijk betrekking op voortdurende aandacht voor werksfeer binnen dit team, en op het versneld onderbrengen van het LECD binnen de Nationale Politie, gezien de kwetsbare setting van de huidige relatief kleine - groep medewerkers. CvB en RvT steunden het advies over de LECD-positie en hebben dat onder de aandacht van de verantwoordelijken gebracht ; het rapport is, mede namens de RvT, aangeboden aan de Minister. 3. Toezicht op het (intern) beheer en de bedrijfsvoering Jaarrekening en jaarverslag 2011 In aanwezigheid van de accountant zijn de jaarrekening en het jaarverslag 2011 uitvoerig besproken in het auditcommittee. De accountant heeft een goedkeurende verklaring gegeven. Het opstellen van de jaarrekening 2011(door de Politieacademie) is soepel verlopen, aldus de accountant; de accountant heeft geen correcties hoeven vaststellen. Ook met betrekking tot de controleactiviteiten is een aantal belangrijke financieel-administratieve verbeteringen zichtbaar, zoals de autorisatie van onkostenvergoedingen, de naleving van de reisregeling, de mandaatregeling,de inrichting van Proquro op de mandatering en de stamgegevens van crediteuren. Op voorstel van het auditcommittee heeft de RvT besloten tot verlenging van het contract met Deloitte voor de accountantsdienstverlening voor de Politieacademie voor de boekjaren 2012 en 2013. Het auditcommittee is tevreden over het functioneren van de accountant. Begroting 2012 Aanvankelijk zag de RvT zich genoodzaakt, gezien de ongewisse baten (ongewisse V &J bekostiging a € 8,7 miljoen, ongewisse inkomsten uit contractonderwijs voor Korpsen a € 10 miljoen), niet in te stemmen met de PA-begroting 2012. Het departement gaf de Politieacademie in mei toestemming om de oorspronkelijke begroting, inclusief de beide soorten risico’s ten aanzien van de inkomsten, uit te voeren. Om de eerder benoemde instroompiek (zie hierboven) op te vangen moest de PA in 2012 de opleidingscapaciteit fors uitbreiden. Dat leidde tot extra personeels- en huisvestingskosten (van circa € 4 miljoen), die niet in de begroting van 2012 waren voorzien. De Raad heeft daarom halverwege het jaar de noodzaak onderschreven om in 2012 ombuigingsmaatregelen door te voeren. De afspraak (gemaakt in augustus) was dat het tekort over 2012 niet groter zal zijn dan - € 10 miljoen. Vanaf augustus heeft het CvB elke maand gerapporteerd over de voortgang van de ombuigingen. Het bedrijfsresultaat over 2012 bedraagt - € 3,4 miljoen, zie verder hoofdstuk 8, met de hoofdlijnen van de jaarrekening. Vraagtekens van het RvT-auditcommittee bij de prognosemethodiek waren voor het CvB aanleiding om die systematiek extern tegen het licht te laten houden. De onderzoeksrapportage laat zien dat er binnen de PA sprake is van een grote mate van voorzichtigheid in de prognose. Het auditcommittee zal in 2013 volgen of de aanbevelingen over prognostisering worden opgevolgd. Het CvB heeft in november een interne en externe consultatieronde gehouden over het conceptontwerpplan PA 2014, nadat het ontwerpplan begin november besproken was met de Raad. Uit die consultatieronde kwam onder meer naar voren dat het plan nog duidelijker kan maken wat de nieuwe organisatie bijdraagt aan de oplossing van bestaande knelpunten in bijvoorbeeld het Politieonderwijs en welke wijzigingen “PA 2014” brengt in de bestaande PA-organisatie - en waarom.
31
Begroting 2013 De PA (meerjaren)begroting 2013 is realistisch, maar niet sluitend. Om tot een meerjarig sluitend resultaat te komen, is het nodig dat de Politieacademie de mogelijkheid krijgt om de personele en materiële lasten verder terug te brengen; via een reorganisatie, op basis van een inrichtingsplan. De RvT heeft in een brief aan de Minister laten weten pas een oordeel te kunnen geven over het al dan niet instemmen met de PA-begroting 2013 na overleg met de Minister over onder meer de bekostiging van de werving en selectietaak en de meerjarige financiële perspectieven van de PA. Na het overleg met de Minister is er vanuit het departement voor 31 december geen schriftelijke bevestiging ontvangen van de toezeggingen over de mogelijkheden tot vergoeding van frictiekosten. De investeringsbegroting is nog niet vastgesteld, uitsluitend nog de totale investeringsruimte 2013, die in de exploitatie begroting is verwerkt. Dit bedrag ligt veel lager dan in voorgaande jaren, mede omdat de grote investeringen in huisvesting / nieuwbouw achter de rug zijn. De afgelopen jaren heeft de PA alle beslissingen rond huisvesting opgeschort, met name een beslissing ten aanzien van herhuisvesting van de locaties van Den Haag en/of Rotterdam. Het CvB heeft daarmee gehoor gegeven aan het verzoek van het departement van juli 2011. Door terughoudend investeringsbeleid, in combinatie met een sterk gereduceerd debiteurenbestand, is de behoefte aan externe financiering in 2011 en 2012 lager geworden. Dat uit zich in lagere rentelasten. Vermogenspositie In 2010 en 2011 heeft het departement het eigen vermogen afgeroomd met € 60 miljoen, waardoor het eigen vermogen is gezakt tot onder het vereiste minimum (zie hierboven.) De financiële buffer om risico’s af te dekken, met name risico’s verbonden aan de inkomsten van contractbaten, slinkt. Dit maakt de algehele positie van de Politieacademie, dus niet alleen de vermogenspositie, kwetsbaar. Het departement heeft reeds aangegeven dat de PA een tekort over 2012 op moet vangen door inzet van het eigen vermogen, dat daardoor verder af zal nemen. Het auditcommittee heeft geconstateerd dat de Politieacademie inmiddels moet lenen om eerdere leningen af te lossen. Daarbij loopt de PA een renterisico dat, afhankelijk van de economische ontwikkelingen, meer of minder groot is. Managementletter Accountant Uit de managementletter van de accountant blijkt, dat in 2012 een deel (11 van 27) van de adviespunten is geïmplementeerd, en dat een deel (15) onderhanden is. Geconcludeerd wordt dat de PA-beheersomgeving in goede staat is. Risicobeheersing is binnen de organisatie voldoende aanwezig. NOAS Het nieuwe Onderwijs administratie systemen (NOAS) had oorspronkelijk begin 2011 opgeleverd moeten worden. Dat is niet gelukt om verschillende redenen. Het auditcommittee en de Raad van Toezicht hebben vrijwel iedere vergadering in 2012 gesproken over de voortgang van NOAS. In september vond een speciale, uitgebreide bijeenkomst van het auditcommittee plaats over het contract met Cap Gemini over de afrondende werkzaamheden ten aanzien van NOAS, om het project tot een goed einde te brengen. Het contract (een addendum op het oorspronkelijke contract PA - Cap Gemini) is in september getekend door het CvB. De RvT heeft benadrukt dat zodra het systeem is opgeleverd en geaccepteerd, de Academie - voor het welslagen ervan - ook zelf klaar voor moet zijn om het volledig en op alle locaties te gebruiken en dat dit de opgave is voor de eerste helft van 2013. De RvT heeft met het CvB afgesproken om, naast een rapportage over de oplevering door NOAS en de acceptatietesten, in 2013 ook te rapporteren over deze feitelijke ingebruikname. 4. Toezicht op de uitoefening van de primaire taken van de Politieacademie De Minister van Veiligheid & Justitie heeft de Politieacademie en de Kwartiermaker Nationale Politie (KNP) eind 2011 de opdracht gegeven om onderzoek te doen naar een fundamentele verbetering van het proces werven en selecteren. De uitkomst van dit onderzoek leverde in maart 2012 een plan op tot verdere optimalisatie van werving en selectie. In opdracht van het departement hebben de PA en de KNP de vervolgopdracht gegeven om dit plan te gaan te realiseren. De voortgang van de uitvoering van de opdracht kwam periodiek aan de orde in de RvT-vergaderingen; het resultaat is dat per dag 1 NP, op 1 januari 2013, er een nieuwe landelijke organisatie en een nieuw geoptimaliseerd proces van werven en selecteren landelijk is ingegaan.
32
In de RvT-vergadering van maart heeft het CvB de RvT verslag gedaan van de totstandkoming van de strategische onderzoeksagenda Politie en heeft het de inhoud, betekenis en werking van de onderzoeksagenda nader toegelicht. Het CvB zal de RvT periodiek op de hoogte houden van de werking / “uitvoering” ervan. Ook het onderzoeksarrangement Nationale Politie - Politieacademie is informatief aan de orde geweest in de Raad. In het onderzoekarrangement komen de KNP-wensen en behoeften samen met wat de PA inmiddels in huis heeft aan onderzoekscapaciteit en -expertise op de diverse onderdelen van de Politietaak. Eén keer in de vier jaar brengt de Inspectie Veiligheid en Justitie een rapport “De Staat van het politieonderwijs” uit. In dit rapport geeft de Inspectie een breed, onafhankelijk totaalbeeld van de kwaliteit van het onderwijs. In april bracht de inspectie dit rapport uit. Volgens het rapport is de kwaliteit van het onderwijs alles bij elkaar genomen voldoende. Er zijn echter ook een aantal hardnekkige “onvolkomenheden” geconstateerd, die nog steeds verbetering behoeven. In juni, vond een gesprek van CvB en RvT met de Minister plaats over het Inspectierapport, waarin afspraken zijn gemaakt over het vervolg. De conclusies van het onderzoek zijn overgenomen door de PA, waarna het CvB in september een integraal verbeterplan heeft aangeboden aan het departement. De RvT heeft de door het CvB voorgestelde aanpak onderschreven. Het plan moet eind 2013 uitgevoerd zijn. De RvT volgt de uitvoering van het verbeterplan nauwgezet en hecht veel belang aan concrete resultaten.
33
HOOFDSTUK 6 Beheer en Bedrijfsvoering In dit hoofdstuk staan de aspecten op het gebied van beheer en bedrijfsvoering centraal die in 2012 een directe bijdrage hebben geleverd aan de realisatie van de doelstellingen van de Politieacademie. De rode draad hierin is dat de Politieacademie erop gericht is om de informatiehuishouding zodanig op orde te hebben, dat de Politieacademie in staat is om haar kerntaken uit te voeren. Een adequate informatiepositie is noodzakelijk om te kunnen sturen en bijsturen. Daarom moeten bij afnemende budgetten en gelijkblijvende of soms een groeiende vraag de benodigde randvoorwaarden met voldoende kwaliteit gerealiseerd worden om de gemaakte afspraken optimaal na te komen en te monitoren. Elders in dit jaarverslag komt het personeelsbeleid (hoofdstuk 7) en het financiële beleid in enge zin (hoofdstuk 8) aan bod.
6.1. Financial & Operational Audit Door de afdeling onderzoek - die deel uitmaakt van de afdeling audit en onderzoek - zijn naast de gestandaardiseerde onderzoeken naar studentensatisfactie, de voorbereidingen afgerond om begin 2013 aan te sluiten bij de in het reguliere mbo en hbo onderwijs toegepaste onderzoekmethoden. Er is tijd besteed aan de advisering bij een traject voor een alternatief medewerkertevredenheidsonderzoek en er is gestart met de aanpak van een meer individueel en kwalitatief ingestelde onderzoeksmethodiek voor satisfactiebepaling van medewerkers op verzoek van het College van Bestuur. Ook is meegewerkt aan de totstandkoming en vorming van een studentenraad die eind 2012 is opgestart. Financial audit heeft met een nagenoeg gehalveerde bezetting tussentijdse controles uitgevoerd en meegewerkt aan de totstandkoming van de jaarrekening; een proces dat doorloopt in 2013. Er zijn opdrachten uitgevoerd waaronder een analyse van de wijze waarop de vergoeding voor internationaal werk en internationaal onderwijs is opgebouwd en welke risico’s daarmee gepaard gaan. In de managementletter 2012 van de extern accountant wordt weergegeven dat de kwaliteit van de uitgevoerde interne Financial audits in 2012 verder is verbeterd en van een goed niveau is. Operational audit heeft diverse audits gedaan op o.a. de virtuele Politieacademie en wapens en munitie en daarnaast ook permanent adviezen gegeven over procesinrichting en aansturing, zoals op gebied van forensische opsporing. De algemene adviezen over aansturing en de verbetering daarvan zijn opgevolgd door het College van Bestuur. Met betrekking tot wapens en munitie is een verbeterprogramma opgezet, gebaseerd op de door audit gedane constateringen en aanbevelingen. Er zijn diverse verzoeken tot onderzoek en ondersteuning gericht aan de afdeling met name door het College. Een quick scan met betrekking tot de implementatie van het nieuwe onderwijs en administratie systeem (NOAS) heeft geleid tot een drietal aanpakken bij onderwijs. Ten eerste is er structureel overleg ingevoerd tussen hoofd staf onderwijs, hoofd ICM en hoofd bedrijfsvoering onderwijs, ten tweede is er een externe analyse uitgevoerd over de gewenste implementatie en ten derde zijn de richtlijnen voor onderwijsontwikkeling aangepast aan de mogelijkheden en beperkingen van het systeem. Het team biedt ook ondersteuning aan het proces van de veranderingen op het gebied van forensische opsporing.
6.2. Planning & Control De in 2010 en 2011 doorgevoerde verbeteringen in de planning- & control cyclus en de ontwikkeling van de controllers naar ‘bedrijfsvoeringpartner’ voor het management hebben in 2012 een vervolg gekregen. Buiten de reguliere planning- & control werkzaamheden is er dit jaar gewerkt aan verdere verbetering van de maandrapportage, waarbij veel aandacht is uitgegaan naar de analyse van het financiële resultaat en de ontwikkeling van de maandelijkse prognoses. Ook de personeelsparagraaf binnen de maandrapportage is dit jaar verder doorontwikkeld, evenals de rapportage over de voortgang van de 10 focuspunten van beleid. Naast de interne maandrapportage is er dit jaar ook een bestuurlijke maandrapportage ontwikkeld, waarmee met name het Ministerie van V&J en het korps nationale politie maandelijks geïnformeerd worden; dit is in gang gezet naar aanleiding van negatieve financiële prognoses van de Politieacademie in het voorjaar van 2012. Ook op andere onderdelen van de planning & control cyclus zijn verbeteringen gerealiseerd. Zo is de jaarrekeningcontrole 2011 bijzonder soepel en zonder noemenswaardige opmerkingen van de accountant verlopen. Dit heeft er toe geleid dat de planning voor de jaarafsluiting 2012 met een week
34
is ingekort. Daarnaast zien we dat het proces van opstellen van de begroting (voor 2013 - 2016) aanzienlijk beter en sneller verliep dan de afgelopen jaren, met name door de goede samenwerking tussen Controlling en het lijnmanagement. De afdeling Controlling heeft een belangrijke rol gespeeld bij de ombuigingsmaatregelen naar aanleiding van de negatieve ontwikkeling van het financiële resultaat in 2012. In dat kader zijn er gevraagd en ongevraagd bedrijfseconomische analyses uitgevoerd en adviezen opgesteld, die geleid hebben tot diverse ombuigingsmaatregelen. Bijvoorbeeld het tegengaan van verspilling: door geen gebruik meer te maken van externe locaties, de rijopleiding te herstructureren, en maatregelen te nemen rond gebruik van persoonsgebonden voertuigen, was sprake van lagere kosten. De vacaturestop leverde 1,1 miljoen euro op. De afdeling IFS (Inkoop, financiële en salaris administratie) heeft een signalerende rol met betrekking tot het programma ombuigingen gehad. Door beter gebruik van de afdeling inkoop door andere afdelingen/organisatie-eenheden is bijvoorbeeld voor €1,3 miljoen aan besparingen gerealiseerd. Beheersmatig zijn door de financiële administratie en salarisadministratie maatregelen getroffen om te voorkomen dat er uitgaven gedaan worden die niet toegestaan zijn in het ombuigingsprogramma. Daarnaast bevat het programma ombuigingen maatregelen voor de jaren 2013 tot en met 2015, die eveneens leiden tot ombuiging, en een Politieacademie die betaalbaar is. De maandelijkse monitoring van de voortgang van de ombuigingen hebben een goede sturing op het resultaat mogelijk gemaakt, met een uiteindelijk resultaat op 31 december van 7,8 miljoen euro. Veel aandacht is ook uitgegaan naar de samenwerking met de Belastingdienst. Dit heeft er toe geleid dat in september 2012 een convenant is afgesloten inzake horizontaal toezicht. Dit toezicht houdt in dat door afstemming vooraf van fiscale bedrijfsvoeringprocessen van de PA, de fiscale financiële risico’s in de toekomst worden uitgesloten. Om invulling te geven aan het convenant staat de versterking van de fiscale beheersing centraal binnen de PA. De Belastingdienst stimuleert en ondersteunt de Politieacademie actief bij dit proces. De feitelijke invulling van de fiscale beheersing wordt gevormd door het opstellen van een fiscaal beheersingsysteem of tax control framework (TCF). Het opzetten van het TCF is een onderdeel van het management control framework waaraan in 2013 verdere invulling wordt gegeven. In het najaar is er door Deloitte een onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de maandelijkse financiële prognoses. Hieruit blijkt dat er ten opzichte van drie jaar geleden een enorme verbetering zichtbaar is, maar dat er ook nog veel punten van aandacht zijn. Deze verbeterpunten zullen in 2013 opgepakt worden en richten zich met name op de samenwerking tussen Controlling en het lijnmanagement en ieders rol en verantwoordelijkheid in het proces.
6.3. Bedrijfsvoeringissues In 2012 hebben heel wat issues invloed gehad op de bedrijfsvoering van de Politieacademie. Naast overkoepelende thema’s als NOAS, de voorbereiding van de overdracht van bedrijfsvoeringstaken naar de Nationale Politie (PDC) en het terugdringen van bureaucratie (implementatie van efficiencymaatregelen en het doorvoeren van structurele ombuigingen), zijn er ook externe invloeden geweest die een rol hebben gespeeld, waaronder de eerder benoemde piekinstroom6. In september heeft in het kader van het evaluatiestelsel kwaliteitszorg bij de Nationale Politie de visitatie van de Politieacademie plaatsgevonden. De commissie heeft geoordeeld dat aangaande de onderwijsorganisatie op het terrein van inrichten en verrichten winst valt te boeken. Dit geldt vooral op het gebied van de veel voorkomende klachten, en het organiseren van het onderwijs. Ook het herhalingsonderzoek van de inspectie Veiligheid & Justitie, dat in het najaar van 2012 heeft plaatsgevonden specifiek voor de Locatie Rotterdam, oordeelt dat er onvoldoende verbeteringen zijn gerealiseerd in de organisatie van het Onderwijs Het versterken van de zogenoemde kleine kwaliteit heeft hoge prioriteit. De onderwijsorganisatie heeft lang gewacht met het optimaliseren van de logistieke ondersteunende processen evenals de onderwijsprocessen. Het wachten was op duidelijkheid wat het Nieuw Onderwijs Administratie Systeem (NOAS) precies aan functionaliteiten zou gaan opleveren. Het NOAS is nog niet geïmplementeerd, maar zal hoogstwaarschijnlijk 2,5 jaar later dan oorspronkelijk gepland (mei 2013)
6
Zie paragraaf 3.4 uitvoering onderwijs
35
worden opgeleverd. Mede naar aanleiding hiervan is tot medio 2012 slechts een beperkt aantal procesverbeteringen doorgevoerd. Met de vaststelling van het Addendum op het contract met de leverancier is tevens duidelijker geworden wat het NOAS voor de onderwijsorganisatie zal gaan betekenen. Inmiddels is dan ook gestart met een inhaalslag op dit dossier. Daarbij is de onderwijsorganisatie er zich van bewust dat wil het NOAS als systeem succesvol zijn, dat er naast de optimalisatie van het logistieke ondersteunende proces, óók gewerkt moet worden aan het optimaliseren van het onderwijsproces. Dit dient in samenhang te gebeuren. Optimaal betekent in deze vereenvoudigd, optimaal gebruik van digitalisering, gericht op het leerproces van de student en complementair aan elkaar. Het logisch gevolg zal zijn dat de organisatie van het logistieke proces en het onderwijsproces aangepast zullen moeten worden. Het NOAS dwingt daarmee, zoals bedoeld, een andere werkwijze (processen en verantwoordelijkheden) en een andere organisatie af. De kern van de problematiek is dat voor deze kritische logistieke processen het vooralsnog ontbreekt aan een optimale verbinding tussen het onderwijs proces en het ondersteunende proces. Er bestaat een grote mate van suboptimalisatie, er is nog geen geïntegreerd systeem voorhanden en er moet veel handmatig werk gedaan worden. De kans op fouten en lange doorlooptijden is daarmee groot. Daarnaast is er weinig samenhang tussen de ondersteunende logistieke processen en de onderwijsprocessen. Voor alle benoemde kritische logistieke processen geldt eenzelfde aanpak. Deze aanpak richt zich op de volgende vier stromen: 1. Procesoptimalisatie en procesveréénvoudiging met behulp van de lean methodiek. Het resultaat zal zijn dat beide werelden procesmatig naadloos op elkaar aan sluiten, optimaal zijn ingericht en verantwoordelijkheden op de juiste plek zijn belegd. Indien nodig zal ook de organisatie van de ondersteuning en de organisatie van het onderwijs worden aangepast. 2. Systeemoptimalisatie met behulp van NOAS. 1 februari 2013 levert Cap Gemini een technisch werkend NOAS, welke in de periode na 1 mei door de Politieacademie in productie genomen zal worden. Het resultaat zal zijn dat er allerlei workarounds tussen de verschillende systemen binnen NOAS niet meer nodig zullen zijn, de verwerkingstijd aanzienlijk zal versnellen en het aantal fouten sterk zal worden gereduceerd. 3. Versterking van de informatievoorziening rondom de kritische logistieke processen. Een belangrijke set aan rapportages is beschreven, maar is slecht beperkt beschikbaar. 4. Digitalisering; veel werkzaamheden binnen de logistieke processen vinden nog op een traditionele wijze plaats. Door digitalisering in te zetten als middel zullen doorlooptijden sterk verkort gaan worden Om de aanpak te bevorderen is de directie Onderwijs tevens gestart met een diagnoseonderzoek met als doel te komen tot een veranderstrategie voor het verbeteren van de bedrijfsvoering van haar onderwijsorganisatie.
6.4. Informatievoorziening (ICM) Het organisatieonderdeel: Informatie- & Changemanagement (ICM) is actief bij het begeleiden, adviseren en in samenhang brengen van academiebrede ontwikkelingen op het gebied van projecten, processen en verandering, waarbij de focus ligt op het werkveld informatie, processen en bedrijfsvoering. Binnen ICM worden drie verschillende, maar voor het resultaat even belangrijke afdelingen, onderscheiden: Informatievoorziening en Operatie (I&O), Projecten & Architectuur (P&A) en Webmanagement. De afdeling Informatievoorziening en Operatie (I&O) is voor de gebruikersorganisatie de gezichtsbepalende afdeling van ICM. Binnen deze afdeling vinden werkzaamheden plaats op gebied van functioneel-, applicatie- en technisch beheer en de ICT helpdesk. I&O verzorgt tevens het beschikbaar stellen van relevante managementinformatie ten behoeve van de bedrijfsvoering. De afdeling Projecten & Architectuur (P&A) ondersteunt bij het kiezen en bewaken van projecten (portfolio management), het uitvoeren ervan en het zorgen voor een samenhangende structuur tussen processen, organisatie en ondersteunende systemen. Ook biedt P&A hulp bij het verbeteren van de informatievoorziening en het sturen van veranderingen.
36
Webmanagement staat voor het verbinden van mensen en systemen. Dit wordt gerealiseerd middels webbased toepassingen (realisatie, advies en bevordering gebruik). De afdeling Webmanagement ontwikkelt en beheert virtuele diensten die door de Politieacademie intern en voor geheel Politie Nederland worden aangeboden. Een bekend product die Webmanagement is PolitieKennisNet (PKN). Daarnaast ondersteunen de virtuele kantoren de Politieacademie en Politie Nederland met organisatiegrens overschrijdende samenwerkingsmogelijkheden. Binnen ICM zijn in 2012 de volgende werkzaamheden uitgevoerd die exemplarisch zijn voor de bereikte resultaten: Het voorbereiden van de afronding van het project NOAS, verankering Programma Portfolio Management, ICT dienstverlening op niveau ICM 2.0 brengen, ontwikkeling van een webbased oplossing voor het project verbetering onderwijsontsluiting en het opstarten van het project Migratie Windows en Office. Het project Migratie Windows en Office heeft tot doel om het onaanvaardbare bedrijfsrisico dat de ondersteuning van de systemen in 2014 in gevaar kan komen - door het beëindigen van de ondersteuning van Microsoft op Windows XP - weg te nemen. Voor dit project is in 2012 een stevig fundament gelegd wat geleid heeft tot een realistisch plan en gestructureerde aanpak die in 2013 zal zorgen voor een gefaseerde migratie van het applicatieportfolio en technische systemen. Webmanagement heeft de werkzaamheden uitgevoerd voor het project ‘Verbetering onderwijsontsluiting’. Daarbij worden brongegevens uit NOAS in verband gebracht en vraag gebaseerd gepresenteerd zodat de gebruiker kan zien welk opleidingen door de Politieacademie worden aangeboden en welke opleidingen voor hem/haar van toepassing c.q. interessant zijn. Dit project is conform specificaties en binnen de gewenste tijd opgeleverd. In 2012 is door ICM verder gewerkt aan het ter beschikking stellen van een nieuw onderwijs administratie systeem (NOAS) voor het organisatieonderdeel onderwijs. Diverse activiteiten zijn ontplooid zodat in 2013 de volledige en integrale oplevering aan de gebruikersorganisatie kan plaatsvinden. De nieuwe examinatoren database is een voorbeeld hoe de activiteiten van Webmanagement de onderwijsorganisatie heeft ondersteunt bij een ‘taai’ probleem. Een bestaande zelfgemaakte access toepassing is omgezet naar een webbased toepassing waar onderwijs zelf de inhoud kan beheren. Door een koppeling met een routeplanner kan de keuze voor de juiste examinator die op korte afstand van de examenplaats woont worden gemaakt. De huidige werkprocessen van ICM zijn voor een deel historisch gegroeid waarbij op basis van inzichten die in het verleden juist waren verder is gebouwd. Een ‘nieuwe Politieacademie’ en nieuwe technologische mogelijkheden vragen om een herziening van de structuur van deze werkwijze. In 2012 zijn diverse activiteiten binnen de lijn doorgevoerd om ICM van ‘1.0’ naar ‘2.0’ te brengen en zo de dienstverlening naar de klant verder te optimaliseren en borgen. De start van het inrichten van demand- en supply management en lean processen vormen hierbij het fundament voor de verbetering van de totale ICT dienstverlening. Ook het verankeren van het programma portofolio management en de verbeterde wijze van prioriteren van projecten en de sturing hierop, zijn in lijn met de ICM 2.0 werkzaamheden.
6.5. Huisvesting en middelen De afdeling FHM (Facilitair, huisvesting en middelen) is een afdeling die als hoofddoelstelling heeft het leveren van de facilitaire ondersteuning voor het uitvoeren van de hoofdprocessen van de Politieacademie. FHM heeft in 2012 een basis gelegd voor de transitie naar de Nationale Politie op termijn en werkt intensiever samen met Onderwijs om de organisatiedoelstellingen te bereiken. Proactief en professioneel zijn de kernwaarden voor ons handelen. In 2013 willen we deze uitgangspunten verder uitwerken en concretiseren. Binnen FHM zal er speciale aandacht zijn voor afwisseling in het werk door medewerkers meer multifunctioneel in te zetten. Gebruik middelen Planon (Facilitair Management Informatie Systeem) is afgelopen jaar geïmplementeerd. Aan een verdere uitbouw van de functionaliteit wordt in 2013 een vervolg gegeven. Het is gebleken dat met
37
behulp van Planon adequaat kan worden gereageerd op serviceverzoeken uit het primaire proces. De inzet van ondersteunende taken binnen FHM als binnen het primaire proces wordt verminderd en dubbelingen voorkomen. De module voor Wapens en Munitie, die FHM heeft ontwikkeld binnen Planon, heeft ertoe geleid dat de geplande Sap ontwikkeling binnen de Nationale Politie (investering van meerdere miljoenen) is bijgesteld. De Nationale Politie neemt de module in gebruik, en stelt hiermee de standaard op dit gebied vast. Een prachtig compliment aan alle berokkenen die hieraan hebben gewerkt. In 2013 intensiveren we de samenwerking met de Nationale Politie op dit gebied. Huisvesting: bezettingsgraadonderzoek en vastgoedportefeuille De vastgoed analyse en Hbo benchmark geven aan dat de facilitaire kosten per m2 marktconform zijn.
Benchmark Facilitaire kosten m2 € 450 € 400 € 350 € 300 € 250 € 200 € 150 € 100 € 50 €-
€ 393
€ 394
€ 377
€ 366
€ 312
CHE
Leiden
NHL
Politie Gew. Gem. academie
De facilitaire kosten per student en de m2 per student geven aan dat de bezettingsgraad verder geoptimaliseerd kan worden
Benchmark aantal m2’ per student 18
17,0
16 14 12 10 7,3
8 6
4,3
4,4
4,8
4,2
4 2 0
38
7,9 5,3
6,1
Facilitaire kosten per student € 3.000
€ 2.744
€ 2.500 € 2.000
€ 1.919 € 1.700
€ 1.731
€ 1.500
€ 1.300
€ 1.000 € 500 €CHE
Leiden
NHL
Politie academie
Gew. Gem.
Op basis van het uitgevoerde bezettingsgraadonderzoek zijn forse besparingsmogelijkheden haalbaar. Daarvoor is een gefaseerde afbouw van de bestaande pandenportefeuille noodzakelijk. Tevens vraagt het om herijking van bestaande uitgangspunten binnen de organisatie. Het bezettingsonderzoek liet zien dat de huidige bezetting 41% is; de benutting van de leslokalen is 36% (exclusief avondcapaciteit); de benutting van werkplekken en ondersteunende ruimten is marktconform (resp. 47% en 28%), maar voor verbetering vatbaar (best practice is 70% van de werkomgeving; dit is de optimale bezetting voor de langere termijn). Bezettingsgraad werkplekken per locatie
39
Bezettingsgraad werkplekken per dag
Bezettingsgraad les‐ en vergaderzalen per locatie
40
Bezettingsgraad les‐ en vergaderzalen per dag
De tijdelijke locaties in Apeldoorn, Drachten en Eindhoven zijn per juli 2013 opgezegd; deze locaties zijn gehuurd in verband met de instroompiek. In december 2012 is door de Politieacademie een huurovereenkomst aangegaan met de Regiopolitie Haaglanden voor het gebruik als opleidingslocatie van de Yp ter vervanging van de huidige locatie aan de Wegastraat. In financieel opzicht hebben wij met deze overeenkomst een forse financiële besparing gerealiseerd ten opzichte van onze huidige huurovereenkomst in Den Haag (1,1 miljoen jaarlijks, en een verandering van 1500 m2 bruto vloer oppervlakte). Ook het korps behaalt hier een financieel voordeel, door het wegvallen van additionele reiskosten van de betreffende studenten. Daarnaast is de Politieacademie voornemens de huur te beëindigen van de locatie Rotterdam (Koperstraat 19, uiterlijk per 1 juni 2017 conform het contract). De locatie wordt eerder dan bovengenoemde datum gesloten indien een businesscase aantoont dat een verhuizing binnen een ROI van 5 jaar mogelijk is. Het strategisch huisvestingsplan van de Politieacademie - dat in het voorjaar 2013 wordt opgeleverd - wordt voor de lange termijn in bovenstaande lijn opgesteld (uiteraard in overleg met de vastgoed ontwikkelingen binnen de Nationale Politie). Facilitaire kosten 85% van de facilitaire kosten worden door het gebruik van de vierkante meters bepaald. Ombuigingen op het gebied van facilitaire kosten kunnen uitsluitend bereikt worden door het afstoten van panden (m2), met het herindelen van bestaande locaties en/of of het vergroten van het opleidingsvolume. De HBO benchmark 2012 heeft aangetoond dat de facilitaire kosten per m2 marktconform zijn. Er is eigenlijk geen sprake van vet op de botten facilitair gezien. In 2013 zullen we deze HBO benchmark opnieuw uitvoeren om onze kostprijs te blijven vergelijken. Projecten Vanuit het projectbureau zijn in 2012 meerdere projecten opgestart en afgerond. Zo zijn op een aantal initiële locaties de lesfaciliteiten beperkt aangepast om de piek in 2012 te kunnen faciliteren (meer groepen van 24). Verder zijn op 3 initiële locaties tijdelijke extra lesfaciliteiten gerealiseerd. In Ossendrecht zijn eind 2012 extra lesfaciliteiten gerealiseerd om in 2013 aan de onderwijsvraag te kunnen voldoen. De grondsanering ter voorbereiding op de bouw van het shootinghouse in Ossendrecht is administratief en vergunningtechnisch afgerond zodat hier in 2013 een start kan worden gemaakt.
41
De gladoliniumoxide problematiek in onze huidige munitie heeft na de uitgevoerde TNO onderzoeken geleid tot een upgrading van onze schietbanen. We hebben als Politieacademie hier een landelijke voortrekkersrol in en een nieuwe standaard neergezet. Voor 2013 staat de start voor de omscholing op het nieuwe dienstwapen gepland gerekend vanaf 1 april 2013. Nu is afgesproken dat onze reeds gecertificeerde studenten op de Walther P5 niet door de Politieacademie zullen worden omgeschoold naar de Walther P99Q NL is onze schietbaancapaciteit voldoende voor het initiële opleidingsproces. Op enkele locaties zijn technische installaties vernieuwd dan wel gemodificeerd. Voor 2013 staat de renovatie van de hotelaccommodatie te Ossendrecht op het programma daarnaast worden brandmeldinstallaties en koel en klimaatinstallaties op meerdere locaties geüpgrade. Toegang en beveiliging In 2012 is de facillitycard binnen de organisatie verder uitgerold. Met uitzondering van de locatie Lelystad en Warnsveld is deze card op al onze vestigingen geïmplementeerd. Deze implementatie loopt parallel met het plaatsen van tourniquets. In 2013 zullen deze werkzaamheden op al onze locaties worden afgerond. De beveiliging van onze panden door het sturen op bezoekersstromen wordt hiermee gerealiseerd. Congres- en evenementenbureau Het congres- en evenementenbureau heeft in 2012 een kleine 100 bijeenkomsten georganiseerd voor, door en met collega's binnen de Politieacademie en korpsen. Met een grotendeels externe geldstroom vanuit projecten is het jaar positief afgesloten en een groot aantal professionaliseringsbijeenkomsten georganiseerd. Voor 2013 wordt een groter en meer divers aanbod aan bijeenkomsten gecreëerd in samenwerking met in- en externe collega's, in aanvulling op het onderwijsaanbod en om het basis (functiegebonden) professionaliseringsaanbod verder uit te breiden. Personeel Kritisch is afgelopen jaar gekeken naar de personele inzet en vervangingsvraag. Daar waar mogelijk zijn werkzaamheden samengevoegd zoals bij wagenparkservice, technische dienst en horeca personeel. Dit heeft geleid tot een reductie van een aantal medewerkers. Voor aankomend jaar blijven we deze lijn doorzetten waarbij een speerpunt wordt het al dan niet outsourcen van onze catering werkzaamheden. Uiteraard zal een financiële besparing waarbij het serviceniveau kan worden gehandhaafd de doorslag moeten geven. Op onze locaties Eindhoven en Rotterdam is v.w.b. de werkzaamheden van de schietbaanbeheerders samenwerking gezocht met onderwijsassistentie. Gerealiseerd is een efficiëntere inzet van FTE's waarbij het serviceniveau is verhoogd. Op de locatie Ossendrecht moeten de eerste besprekingen over een nauwere samenwerking in 2013 tussen onderwijsassistentie, schietbaan-, magazijnbeheer, wagenparkservice en medewerkers technische dienst leiden tot een vermindering van uitgifte punten en daarnaast ook tot een efficiëntere inzet van personeel en te realiseren reductie van het aantal FTE's. Essentieel voor de interne samenwerking is de standaardisatie binnen Planon en het voorkomen van dubbelingen binnen de processtromen. Al de voorgaande maatregelen moeten leiden tot een kleinere en slagvaardiger onderdeel FH & M waarbij het serviceniveau voor het primaire proces verder kan worden geoptimaliseerd.
42
HOOFDSTUK 7 Personeel & Organisatie 7.1 Organisatie De Politieacademie stond dit jaar voor grote uitdagingen. Krappere budgettaire kaders gaven aanleiding tot forse financiële ombuigingen en gaven een extra impuls aan het neerzetten van efficiëntere en effectievere werkwijzen (programma Ombuigingen). Door een grote piekinstroom van studenten en de invoering van een vernieuwd curriculum in het onderwijs werd op diverse plekken binnen de organisatie een flinke werkdruk ervaren. Het traject "bedrijfsvoering op orde" is in 2012 voortgezet en is feitelijk onderdeel geworden van de reguliere bedrijfsvoering. Dit betekent verder standaardiseren en concentreren van de interne ondersteunende processen en een sterkere regie op de informatiehuishouding. De "lean" methodiek van procesverbetering wordt al op diverse afdelingen toegepast. Het begrip "demand management" begint meer en meer bekend te worden en portfolio beheer op IT projecten wordt toegepast. De negatieve ontwikkeling van het exploitatieresultaat 2012, de bekendmaking van de meerjarige budgettaire kaders van het departement V&J en de komst van een nationale politie ingaande 2013 waren aanleiding voor het College van Bestuur om een programma Politieacademie 2014 op te starten. Dit betekende onder meer het opstellen van een nieuw ontwerp- en realisatieplan voor de organisatie dat moet leiden tot een (her)positionering van de Politieacademie.
7.2 Personele bezetting De cijfers die worden gebruikt zijn afkomstig van PolBis, dit zijn de gegevens die ook naar het ministerie V&J gaan. De sterkte aan het eind van het boekjaar is 1.598,0 fte (tijdelijk en vaste dienst). De instroom is 78,6 fte, de uitstroom is 61,0 fte. Samenstelling personeel
2008
Aantal medewerkers
2009
2010
2011
2012
1901
1827
1709
1667
1676
1.797,8
1.728,8
1.620,3
1.582,8
1.598,0
% Mannen
55,9%
56,2%
57,0%
52,3%
60,9%
% Vrouwen
44,1%
43,9%
43,0%
42,7%
39,1%
% Arbeidsgehandicapten
1,6%
1,5%
1,9%
1,8%
1,1%
% Medewerkers niet westerse afkomst
6,0%
5,7%
5,7%
5,4%
5,5%
Sterkte in fte
7.3 Mobiliteit Het mobiliteitsprogramma begeleidt herplaatsingskandidaten uit de reorganisatie (2010) naar ander werk. Uitgangspunten voor het programma zijn het ‘van werk naar passend werk helpen’ en een individuele benadering, passend binnen de wettelijke kaders met betrekking tot de rechtspositie. Om de herplaatsingskandidaten maximale mogelijkheden te geven om intern een andere baan te vinden is er de VacatureVervulCommissie (VVC) en zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop vacatures intern al dan niet door herplaatsingskandidaten worden vervuld, wie vaststelt of een herplaatsingskandidaat geschikt of geschikt te maken is en hoe dat gebeurt. Het aantal niet geplaatste herplaatsingskandidaten is in 2012 gedaald van 12 naar 7; een daling van 5 (één collega vond intern een andere baan en vier hebben gebruik gemaakt van een vertrekregeling). P&O heeft geparticipeerd in politienetwerken en externe loopbaannetwerken. In 2012 is het project “van werk naar werk” van de 5 oostelijke regio’s en de Politieacademie gestart. Met het project wordt geanticipeerd op de komst van het PDC en de formatiereductie die hiermee gepaard gaat. Vanuit P&O wordt een actieve bijdrage hieraan geleverd, door personeelsuitwisselingen aan de NP. Doel is medewerkers in beweging te krijgen en bewust te maken van hun loopbaan(wensen). Hiertoe zijn een
43
aantal trainingen ontwikkeld en kunnen medewerkers en leidinggevenden een loopbaantraject volgen. In totaal hebben 11 medewerkers van de PA meegedaan aan trainingen en hebben 16 leidinggevenden deelgenomen aan workshops of intervisiebijeenkomsten. In totaal hebben in 2012 62 medewerkers één of meerdere loopbaangesprekken gehad bij het Employability Center (EC) is. 12 Van onze medewerkers vonden een andere baan: er was sprake van 8 interne functiewijzigingen, 3 medewerkers hebben extern een baan gevonden en 1 medewerker is gedetacheerd. In 2012 heeft het EC een sollicitatietraining (gesprek/brief) gegeven; hieraan hebben 8 medewerkers deelgenomen. In april 2012 is het aangepaste werving en selectiebeleid door het College van Bestuur bekrachtigd. In mei 2012 is de ‘klussenbank’ van start gegaan. Op de ‘klussenbank’ staan alle tijdelijke werkzaamheden (met de maximale duur van 6 maanden) en is bedoeld voor medewerkers die tijdelijk of structureel ander werk zoeken. Er zijn in totaal 23 klussen aangemeld en 6 hiervan zijn intern ingevuld.
7.4 Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) Voor de werkzaamheden die voorvloeien in het doorvoeren van een Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) is in 2011 een projectteam geformeerd en een uitvoerend projectplan opgesteld waarin de stappen van het LFNP-project staan beschreven. De aparte Bezwarenadviescommissie heeft 32 bezwaren ontvangen over de individuele vaststelling van taakaccenten bij medewerkers. Alle bezwaren zijn voordat ze door de commissie zijn behandeld met betrokkene geschikt. We blijven te maken hebben met de moeizame besluitvorming op niveau van CGOP (minister en vakbonden) over diverse ingrediënten van het LFNP - het functiehuis zelf en de uitvoering - en daardoor steeds verschuivende 'deadlines'. Het volledig omzetten van het organieke matchingsproces naar het landelijk niveau heeft veel energie (capaciteit) vereist. De Politieacademie heeft 3 medewerkers aan het landelijk matchingsproces ter beschikking gesteld. Twee medewerkers hebben in november hun werkzaamheden hiervoor beëindigd. Eén medewerker, lid van de matchingcommissie is hiervoor nog actief. Onderhoud aan het LFNP gaat via de beheerder, het Ministerie V&J. Voor de functies lector, wetenschappelijk medewerkers en de gewenste functie docent E heeft de academie wijzigingsvoorstellen ingediend. Deze zijn nog niet behandeld in het CGOP. Voor gewenste mutaties aan de docentenreeks is een interne werkgroep gestart. Dit proces zal eerst moeten leiden tot uniformiteit binnen de academie, waarna afstemming en consensus moet worden gevonden bij het korps, alvorens een wijzigingvoorstel met succes aan de beheerder kan worden ingediend.
7.5 Inrichten P-beheer en P-processen In 2012 is een evaluatie uitgevoerd betreffende de nieuwe werkwijze van de afdeling. Hieruit zijn diverse opmerkingen en verbeterpunten gekomen. Waar mogelijk zijn processen en werkwijzen aangepast. Samen met de afdeling ICM is een start gemaakt om de processen verder te optimaliseren conform de "lean"- methode. In 2013 wordt hieraan een vervolg gegeven. Het onderdeel Servicedesk van het team HRM Servicedesk en Administratie is verantwoordelijk voor de afhandeling van vragen die worden gesteld door het management en de medewerkers. De vragen kunnen betrekking hebben op het volledige P&O -terrein en worden zo veel mogelijk direct en eenduidig afgehandeld. Het onderdeel Administratie van bovengenoemd team is verantwoordelijk voor alle administratieve en beheersmatige processen. Ook zorgt men voor valide personeelsdata (onderhouden van de diverse P-systemen) en het genereren van kern-/stuurgetallen en andere managementinformatie. De ontwikkelingen binnen de politie(academie), zoals het programma "ombuiging", het LFNP en de gevolgen van de start van de Nationale Politie hebben een extra beroep gedaan op de inzet van de pmedewerkers. Beide onderdelen zijn gaan werken met Topdesk om de werkzaamheden en verzoeken te registreren en de uitvoering te kunnen volgen. De invoer van de modules binnen YouPP hebben opnieuw
44
vertraging opgelopen en worden naar verwachting in 2013 wel geïmplementeerd en hebben voor 2012 nog geen besparing opgeleverd.
7.6 Arbeidsvoorwaarden en Rechtspositie Daar waar 2011 in het teken stond van de oprichting en start van het team arbeidsvoorwaarden en rechtspositie, heeft 2012 in het teken gestaan van verdere positionering en uitkristallisering van het werk. Op basis van het werkaanbod en de vraag naar juridische ondersteuning zijn in 2012 vier pijlers te onderscheiden waar het team een bijdrage aan heeft geleverd: 1. oppakken en afhandelen van bezwaren die bij het College van Bestuur binnenkomen (inclusief vertegenwoordiging voor de Bezwaar Advies Commissie) 2. vraagbaak en sparringpartner voor de afdeling P&O 3. vertalen van landelijke regelgeving / beleid naar kaders van de Politieacademie 4. professionalisering leidinggevenden op het gebied van rechtspositie In 2012 zijn er 20 ‘reguliere’ bezwaarschriften ingediend door medewerkers, terwijl er ruim 2600 schriftelijke besluiten zijn opgemaakt waarvoor de bezwaarclausule gold (0,77%). Van de 20 bezwaren zijn er 15 voor de Bezwaar Advies Commissie gekomen (soms meerdere bezwaren van één medewerker tegelijk); de overigen zijn in samenspraak met bezwaarde en het organisatieonderdeel in onderling overleg afgehandeld. In het kader van het LFNP is in 2012 een aparte bezwaarprocedure van kracht geweest. In die procedure zijn 43 bezwaren binnengekomen, waarvan er 36 voor de commissie zijn gebracht; de overige 7 zaken zijn onderling opgelost. De genoemde 36 hebben na de zitting uiteindelijk allemaal hun bezwaar ingetrokken. Binnen de afdeling P&O is veel samenwerking geweest met het team verzuim. Er is met name ondersteuning geleverd bij de complexe regelgeving inzake verlofkorting bij langdurige ziekte en bij de juridische uitgangspunten wanneer een langdurig ziektetraject samengaat met een functioneringsproblematiek. De meerwaarde van juridische kennis op de dossiers van medewerkers die langer dan 36 weken ziek zijn, is bewezen. Dit blijkt uit het feit dat in twee verzuimdossiers met meervoudige problematiek (verzuim op basis van psychische klachten, disfunctioneren, ongewenst gedrag), er op basis van juridische advisering een stappenplan is gemaakt dat heeft geleid tot beëindiging ziekte bij 1 van de dossiers (waardoor het functioneringstraject doorgang kon vinden), en (voorwaardelijk) strafontslag bij het andere. In 2012 hebben twee groepen leidinggevenden (36 in totaal) in de vorm van een pilot een tweedaagse training gevolgd op het gebied van arbeidsvoorwaarden en rechtspositie. Evaluatie van dit traject heeft eind 2012 plaatsgevonden. Conclusie is dat dit traject bijdraagt aan de vakvolwassenheid van de lijn. De training is positief ontvangen door de deelnemers. In 2013 is inmiddels een derde trainingsmogelijkheid gecreëerd, die volledig is opgevuld met leidinggevenden die zich in 2012 op een wachtlijst hadden laten zetten. Ter verdere professionalisering van de eigen afdeling P&O wordt gewerkt aan een trainingsdag in 2013.
45
7.7 Ziekteverzuim Het voortschrijdende verzuim heeft een enorme daling laten zien in 2012. Van 2010: 6,6%, in 2011: 6,5% naar 5,1% in 2012. De meldingsfrequentie is ten opzichte van 2011 gelijk gebleven op 1,0. De grootste daling van het verzuim is te zien bij het langdurig verzuim. Eind 2011 waren er nog 74 medewerkers langer dan 42 dagen ziek, eind 2012 zijn dit 57 medewerkers. De loonkosten ziekteverzuim in 2012 zijn berekend op 5,5 miljoen euro (in 2011 was dit 6,6 miljoen euro).
De gegevens van 2011 in vergelijking met de gegevens van 2012
In 2012 heeft het expertteam Verzuimmanagement en Arbo zich volop bezig gehouden met de verdere ontwikkeling van het verzuimmanagement. Het nieuwe verzuim- en re-integratiebeleid is binnen de Politieacademie uitgerold. De laatste leidinggevenden hebben de verzuimtraining gevolgd en alle medewerkers hebben de gelegenheid gekregen om een workshop verzuim te volgen. Iedereen is nu op de hoogte van alle wet- en regelgeving en iedereen weet wat er van elkaar verwacht wordt tijdens een verzuimperiode. Per kwartaal is een verzuimanalyse opgesteld welke duidelijk in kaart brengt waar en welke problemen zich voordoen. Al met al heeft de inzet in 2012 zeker zijn vruchten afgeworpen en is het resultaat (zoals vastgesteld in het jaarplan van 2012) om een verzuim percentage van 5% te behalen, gelukt. In 2012 zijn we over gegaan naar een andere Arbodienstverlening, middels een Europese Aanbestedingsprocedure. Vanaf 1 juli 2012 werken we nu samen met de Arbo Unie. Naast een nieuwe arbodienst is er via Europese aanbesteding een nieuwe organisatie voor het bedrijfsmaatschappelijk werk geselecteerd: 365/Arboned. Op het gebied van Arbo is ook het nodige gerealiseerd. Zo zijn er nu op alle 10 locaties functionerende arbocommissies. Tevens heeft elke
46
locatie een preventie-assistent die de medewerker kan ondersteunen bij het instellen van de werkplek. Verder zijn er RI&E’s (Risico Inventarisatie & Evaluatie) uitgevoerd voor de concernlocatie Apeldoorn, locatie Apeldoorn Seminarielaan en locatie Rotterdam. Op de locatie Ossendrecht is extra inzet gepleegd om veiligheidsrisico's in kaart te brengen en aanpassingen uit te voeren. Tot slot zijn diverse arbo-processen aangepast en is de informatievoorziening via Intranet verbeterd. Fit en Vitaal Het project Fit en Vitaal (2011-2013) heeft als doel een structurele bijdrage te leveren aan de vitaliteit van de medewerkers. Hiervoor zijn zeven projecten geïnitieerd. Zes van de zeven projecten zijn in 2012 gerealiseerd. 1. Bedrijfsfitness Politieacademie / Train4life (online coaching programma) 2. Samenwerking NPSB (Nederlandse Politie Sport Bond) 3. Sportdag / Workshops voor en door collega's 4. Landelijke sportevenementen 5. Werk Gezondheidstest (WGT) 6. Wellpoint (Week van de gezondheid) 7. TWR (Fit en Vitaal uren)
7.8 Sociale zekerheid Werkloosheidswet (WW) en Bovenwettelijke Werkloosheids Uitkering Politie (BWUP) Een aantal (externe) ontwikkelingen, waaronder het feit dat de Politieacademie eigenrisicodrager voor de WW is, hebben ertoe geleid dat in 2012 geïnvesteerd is in het uitwerken en concretiseren van het beleid dat op het gebied van Werkloosheidswet (WW) en Bovenwettelijke Werkloosheids Uitkering Politie (BWUP) omstreeks halverwege het jaar 2011 is vastgesteld. Nadat het College van Bestuur in mei 2012 de nota 'Werkafspraken inzake Werkloosheidswet (WW) en Bovenwettelijke Werkloosheidswet Politie (BWUP) binnen de Politieacademie' heeft bekrachtigd, is door de afdeling Personeel & Organisatie (P&O) een informatieoffensief ingezet om de managementteams binnen de verschillende onderdelen in te lichten over de nieuwe koers op het gebied van WW en BWUP. De resultaten van deze aanpak zijn merkbaar. De bewustwording binnen de verschillende organisatielagen (leidinggevenden, controlling en P&O) dat het een noodzaak is om actief beleid te voeren op het gebied van WW en BWUP is duidelijk aanwezig. Dankzij o.a. de ondersteuning en advisering vanuit P&O weten leidinggevenden in een vroeg stadium (vóór aanstelling van een nieuwe medewerker) rekening te houden met de verplichtingen en de bijkomende kosten aangaande WW/BWUP. Naast het management worden ook potentiële WW-ers ruimschoots van tevoren (minimaal 2 maanden voor vertrek) nauw betrokken bij dit proces. Dit vindt plaats door stil te staan bij zowel de rechten als de plichten van de WW-er. Daarnaast wordt er een plan van aanpak opgesteld waarin de te nemen stappen in het kader van re-integratie worden uitgewerkt. In 2012 is er tevens, in nauwe samenwerking tussen de afdeling Inkoop en P&O, een zoektocht gestart naar een betere dienstverlening op het gebied van bovenwettelijk WW. Naast het feit dat dit gerealiseerd is, heeft men ook een gunstiger prijstelling kunnen bewerkstelligen. Per 1 januari 2013 is KPMG Management Services de nieuwe uitvoerder.
47
7.9 Professionalisering Professionalisering Professionaliseringsactiviteit
Pedagogisch Didactische Aantekening (PDA) PLUS-programma Training Solliciteren Training Social Media
Aantal opgestarte trajecten 0
Aantal deelnemers Politieacademie nvt
Aantal deelnemers certificaat behaald 2012 24
0 1 0
nvt 8 nvt
0 nvt nvt
De directie onderwijs heeft besloten om vanaf 1 januari 2012 geen in-company PDA-trajecten meer te organiseren. Lopende trajecten zijn afgerond waarbij P&O de logistieke en administratieve kant voor haar rekening heeft genomen. P&O heeft geen rol vervuld bij de academiebrede doorontwikkeling van de visie op leerconcepten en de verdere professionalisering van docenten. De Leergang Leidinggeven aan Onderwijs- en Kennisontwikkeling (LOKO, inmiddels omgevormd tot ‘KWIK’, bedoeld als symbool voor geleidende vloeistof, die snelheid genereert) wordt door een programmamanager van de Staf Bedrijfsvoering gecoördineerd. Het overleg 'interne professionalisering' met vertegenwoordigers van de Staf Bedrijfsvoering, Staf Onderwijs en P&O heeft in 2012 een aantal keer plaatsgevonden. Doel was kennisdeling en centrale afstemming over interne professionaliseringsactiviteiten. Landelijk virtueel budget Het deel van het loopbaanbudget dat voor de Politieacademie beschikbaar is, is voor het jaar 2012 vastgesteld op € 1.110.326,-. De kosten van trajecten die in voorgaande jaren zijn gestart en doorlopen in 2012 zijn van het budget afgehaald. Hierdoor was voor 2012 nog € 999.294,- (€ 1.110.326,- minus € 111.032) van het budget beschikbaar; het netto beschikbaar budget voor 2012 kwam daarmee op: € 999.294. De Politieacademie heeft inclusief doorloopkosten in 2012 voor € 789.388 aan opleidingen ingetekend (71,1%). Exclusief doorloopkosten hebben we in 2012 voor € 678.356 aan opleidingen ingetekend (61,1%). Op € 320.938 van het budget is dus niet ingetekend in 2012. Voor niet-blauw personeel is het moeilijk om uit het opleidingsaanbod van het virtueel budget de elementen te halen die bruikbaar zijn voor hun opleidingbehoeften. Je kunt bijvoorbeeld uiteindelijk wel een module vinden op het gebied van leidinggeven, maar dat is ook deel van een OLL of TLL opleidingpakket en in de uitvoering sterk blauw georiënteerd hetgeen niet altijd aansluit bij de praktijk van de niet-operationele medewerker. Jaargesprekken Het jaargesprek heeft in 2012 een verdere vlucht gekomen qua kwantiteit. Het aantal medewerkers (vast, tijdelijk, gedetacheerd) met wie in de 2012 een jaargesprek is gevoerd bedraagt 1.060. Het totaal aantal medewerkers op peildatum 31-12-2011 met een vaste, tijdelijke of gedetacheerde arbeidsrelatie is 1.771; het percentage jaargesprekken komt hiermee op 59,9%. Het College van Bestuur heeft meerdere malen opgeroepen om in het kalenderjaar 2012 daadwerkelijk de 100%-norm bij het aantal gevoerde jaargesprekken te behalen. In het kalenderjaar 2013 geldt de afspraak dat het jaargesprek rond de verjaardag van de medewerker moet worden gepland. Dit als geheugensteun voor de leidinggevende in de planning en tevens om ook dan weer de 100% score te realiseren. Behalve een toename van het aantal vastgelegde jaargesprekken, gold het garanderen van een minimale kwaliteit van de gesprekken als speerpunt. Hiervoor zijn twee monitoren door P&O uitgevoerd. De rapportage van de jaargesprekken die in 2011 zijn gehouden met leidinggevenden, is besproken in het MD-beraad. Deze monitor levert interessante aanknopingspunten op voor verbetering van de jaargesprekken. Deze monitor zal jaarlijks worden herhaald.
48
Management Development In 2012 is de MD-schouw van (potentiële) managers uitgevoerd binnen de directies Onderwijs, B&C en COD. Dit heeft een gedeeld beeld opgeleverd van het aanwezige, leidinggevende potentieel, uitspraken en afspraken over de ontwikkelingsdoelstellingen van de (potentieel) leidinggevende, inzicht in relevante thema's en aandachtspunten t.a.v. kwaliteits- en leiderschapsontwikkeling, feedback van collega's, creativiteit, steun, zelfinzicht en zelfkennis, vaardigheden, effectiviteit, en kennismaken met en gebruiken van de landelijke systematiek van schouwen (één taal, één lat). Ter voorbereiding is de workshop 'onbevooroordeeld kijken' aangeboden aan alle schouwers. Met de overige directies zijn afspraken gemaakt over de uitvoering van de MD-schouw. Andere activiteiten in het kader van talent- en leiderschapsontwikkeling: Doorlopend plaatsen van overzichten internationale werk-, stage- en leermogelijkheden (updates) op intranet; Op verzoek van het CvB: de voordracht van kandidaten voor landelijke talentprogramma’s coördineren (K2, POM, Internationaal Construct MD); Werkbezoeken afleggen aan alle hoofden van de PA. Thema: Management Development. Besproken zijn: de doelstellingen, speerpunten, stappen in schouwproces, eigen ervaringen met de MD-schouw van hoofden, rollen, verwachtingen, ondersteuningsbehoefte e.d.; MD-beraad, vindt elk kwartaal plaats. Samenstelling en taakstelling zijn door het CvB vastgesteld. De taakstelling omvat: bespreken van de uitkomsten van de MD-schouw(en) en het nemen van beslissingen dienaangaande, beslissen over de voordrachten van landelijke talentenprogramma’s, toezien op de vereiste leiderschapsontwikkeling binnen de organisatie (op hoofdlijn), toezien op een tijdige en kwalitatieve goede opvolging in het leiderschap van de PA op korte en middellange termijn, en Beslissen over de verdere ontwikkeling van het vernieuwde MD-huis Nederlandse Politie binnen de organisatie; Volgen van de ontwikkelingen in het project “Van werk naar werk” vanwege de raakvlakken die zullen ontstaan. Een leidinggevende van de PA neemt deel in de pool voor intervisiebegeleiders. Op deze manier hebben we een inbreng en bijdrage aan themadagen voor leidinggevenden in de ondersteunende diensten. Eind december 2012 telde de Politieacademie, naast de CvB-leden, 104 leidinggevenden met een ‘vast publiekrechtelijke’ arbeidsrelatie. Hieronder een overzicht naar functiegroep en geslacht: Functies
Aantal functionarissen Directeur ABC 9 Hoofd AB 24 Manager ABCDE 71 Totaal 107 Peildatum: 31-12-2012
% Man 77,8% 58,3% 71,8% 69,2%
% Vrouw 22,2% 41,7% 28,2% 30,8%
7.10 Welzijn BedrijfsMaatschappelijk Werk Met ingang van 1 juli 2012 huurt de Politieacademie bedrijfsmaatschappelijk werk niet meer in via GIMD, maar via 365/ArboNed; deze overgang is soepel verlopen. De wisseling is een gevolg van de Europese aanbesteding. Uit de door de Politieacademie aanbestede minicompetitie is 365/ArboNed als beste partner voor de Politieacademie uit de bus gekomen. Medewerkers kunnen op eigen initiatief een afspraak maken voor een intakegesprek op eigen locatie. Voor een vervolgtraject is toestemming vereist van de leidinggevende. In bijzondere gevallen kan de toestemming worden verleend door de Centrale Vertrouwenspersoon. Vertrouwenspersonen De Politieacademie beschikt over een netwerk vertrouwenspersonen, verdeeld over de verschillende locaties. Vertrouwenspersonen vervullen hun rol als neventaak. Voor de coördinatie en functionele aansturing, is een Centrale Vertrouwenspersoon aangesteld. Omgangsvormen en sociale veiligheid omvat intimidatie, discriminatie, pesten en seksuele intimidatie.
49
Vertrouwenspersonen richten zich zowel op de preventieve als op de curatieve kant. De preventieve kant bestaat uit het signaleren en adviseren van leidinggevenden, het geven van voorlichtingen en beïnvloeding van werkomgeving. De curatieve opvang betreft opvang en begeleiding van melders. In 2013 hebben vertrouwenspersonen 100 meldingen geregistreerd, waarvan 25 registraties ongewenste omgangsvormen binnen de Politieacademie betroffen en 75 registraties hebben geresulteerd in doorverwijzing, omdat de melding niet onder omgangsvormen viel of het ongewenste omgangsvormen betroffen die in het Korps hadden plaatsgevonden. 45 van de meldingen werd gedaan door studenten en 55 van de meldingen werd gedaan door medewerkers. In 2012 zijn er geen meldingen gedaan die hebben geleid tot het indienen van een klacht. In 2013 zal extra aandacht worden geschonken aan de preventieve activiteiten, zonder dat dit ten koste gaat van opvang en begeleiding. Geestelijke verzorging De geestelijke verzorger biedt begeleiding en zorg in de richting van medewerkers en studenten die gericht is op levensbeschouwelijke aspecten, identiteitsproblematiek, existentiële crisis of spirituele vraagstukken en ‘life-events’ (scheiding, suïcide of ernstige levensvragen) alsmede bij ziekte en rond sterfgevallen. Daarnaast blijft de geestelijke verzorger een eigen bijdrage leveren bij veranderingen en reorganisaties binnen de organisatie en in de richting van verschillende doelgroepen binnen de Politieacademie. Tenslotte participeert de geestelijke verzorger in verschillende gremia zoals de denktank diversiteit, SVPO, employability, de expertgroep ’veteranen bij de politie’ en de ‘Tuin van Bezinning’.
7.11 Diversiteit Expertteam Diversiteit Expertteam Diversiteit heeft in 2012 zeven ontmoetingen georganiseerd. Het op de kaart zetten van diversiteit en er voortdurend aandacht voor vragen binnen de Politieacademie is één van de belangrijkste doelen van deze expertgroep. Daaronder ligt het verlangen om een omgeving te creëren waarin ieder zich erkend en gewaardeerd voelt. Vanuit elk onderdeel van de Politieacademie is iemand vertegenwoordigd in het Expertteam. Onderstaand een kort overzicht van de activiteiten:
Tijdens deze ontmoetingen zijn onderwerpen als Anders Validen, Jong Blauw, Morele Weerbaarheid, Omgaan met verschillen en Multicultureel vakmanschap in relatie tot Politieondewijs 2.0 besproken. Dit heeft o.a.. als resultaat dat de Politieacademie samen optrekt met Jong Blauw Oost / PA en enkele leden van het Expertteam een adviserende functie hebben bij het monitoren van casuïstieken binnen Politieonderwijs 2.0. Op 1 februari was de Nationale Complimentendag. Expertteam heeft middels poster, intranet en beeldschermen dit onder de aandacht gebracht van de collega's. Aan het programma Undercover (LECD-SPL) hebben twee collega's van de Politieacademie deelgenomen. Dit programma heeft o.a. als doel een meer ‘open mind’ te creëren en ‘zonder vooroordelen’ met iemand een gesprek beginnen. Aan het programma Wederkerig Mentorschap (SPL) hebben drie collega's als mentor deelgenomen. Dit programma biedt zowel talentvolle medewerkers (mentees) als senior leidinggevenden (mentoren) de kans om in de onderlinge interactie verder te groeien richting succesvol leiderschap in een dynamische werkomgeving. Twaalf collega's hebben deelgenomen aan de training Empowerment van het LECD. Werving & Selectie heeft in samenwerking met Onderwijs het project Blauw Talent geïnitieerd. Met dit project wordt enerzijds beoogd het imago van de politie bij de doelgroep (allochtonen) te verbeteren en anderzijds de hoge uitval bij de selectie van doelgroepdeelnemers te doen verminderen. In 2012 zijn twee groepen gestart (Apeldoorn en Rotterdam). De eerste groep (Apeldoorn) heeft inmiddels vier kandidaten aangesteld en de tweede groep (Rotterdam) heeft inmiddels 5 kandidaten aangesteld. Werkgroep DIO (Diversiteit, Integriteit en Omgangsvormen) Eenheid Oost werkt sinds 2012 samen met de Politieacademie en heet Werkgroep DIO Oost/PA; ter versterking, daar waar relevant, van de verbinding Onderwijs met de Praktijk. Met studenten van de School voor Politiekunde, locatie Seminarielaan is een pilot gedraaid op het gebied van Morele Oordeelsvorming. Leden van het Expertteam hebben een actieve rol gespeeld bij het tot stand komen van KOERS 2015 van het LECD en dan met name bij het onderdeel Onderwijs.
50
Roze in Blauw Politieacademie Het Roze in Blauw Homonetwerk Politieacademie is in 2012 enkele keren bijeengekomen. Er is in 2012 afscheid genomen van de voorzitter en gezien de landelijke ontwikkelingen besloten verder te gaan zonder een voorzitter. De afgelopen maanden is er gewerkt aan een overzicht contactpersonen Roze in Blauw voor medewerkers en studenten. Daarnaast heeft het netwerk een adviserende rol betreffende Multicultureel Vakmanschap casuïstieken. Sinds 2012 is er een samenwerking tussen Roze in Blauw Politieacademie en Roze in Blauw Eenheid Oost. Integrale Aanpak DIO Afdeling P&O en afdeling Veiligheid & Integriteit werken samen in het project Integrale Aanpak Diversiteit, Integriteit en Omgangsvormen. Als eerste uitgangspunt heeft dit project de volgende doelstellingen: - creëren van bewustwording omtrent de genoemde integriteitwaarden, omgangsvormen en diversiteit in politie vakmanschap; - stimuleren om met elkaar een veiligere werkomgeving te creëren waarbij het bespreekbaar maken van en aanspreken op houding en gedrag als belangrijk uitgangspunt dient; - bevorderen van het nemen van eigen verantwoordelijkheid bij integriteitvraagstukken door dilemma’s uit de dagelijkse praktijk bespreekbaar te maken. Het betreft hier een meerjarig project.
7.12 Medezeggenschap OR en OC’s, COR en CGOP De Ondernemingsraad (15 OR-leden) overlegt met het CvB over politieacademiebrede zaken en de onderdeelcommissies (vier OC’s in totaal) met de directeur van het onderdeel over zaken die dat onderdeel betreffen. De landelijke COR i.o. (Centrale Ondernemingsraad in oprichting) behandelt de landelijke (re)organisatie zaken. Soms geeft zij dan aan de OR-en een preadvies of wordt onze OR om advies gevraagd. In de landelijke COR i.o. (Centrale Ondernemingsraad in oprichting) zijn de ondernemingsraden van de korpsen en de PA vertegenwoordigd. De COR heeft overleg met de kwartiermaker NP over de vorming van de Nationale Politie. Vanuit de PA heeft de secretaris OR zitting in de COR als toehoorder. Verder is er op landelijk niveau het CGOP (Centraal Georganiseerd Overleg Politie). In dit overleg overleggen de minister met de vakbonden over arbeidsvoorwaarden en reorganisaties. Bij reorganisaties geeft de betrokken OR een advies. De reorganisatiestukken worden met het advies van de OR in het CGOP besproken. Overleg en verslaglegging Elke maand is er voor de medezeggenschap een eigen vergadering (OR- of OC vergadering) en twee weken later een overlegvergadering met CvB en directeuren. Op deze manier kunnen de punten eerst in een eigen overleg goed besproken worden voordat in de overlegvergadering een punt afgerond wordt. Van alle vergaderingen, zowel de eigen vergadering als de overlegvergadering, worden verslagen gemaakt; een weergave van de punten die besproken zijn. Deze worden op intranet gepubliceerd onder de rubriek mede zeggenschap. De OR publiceert zo spoedig mogelijk na de Overlegvergadering de high-lights op intranet. Enkele OC’s publiceren een eigen bulletin. Voor vragen over de verslagen kunnen de medewerkers terecht bij de leden van de medezeggenschap of de secretarissen. Agenda Naast de vaste onderwerpen als mededelingen, verslagbespreking en de rondvraag komen altijd aan de orde: huisvesting, de (re)organisatie, de Nationale Politie, financiële-, personeels- en onderwijs zaken, veiligheid en diversiteit. Onderwerpen die veel aandacht krijgen zijn financiën (ombuigingen), huisvesting en de (re)organisatie; in dit geval PA 2014. Enige onderwerpen uit 2012 De niet goedgekeurde begroting; Politieonderwijs 2.0; Rechtspositie medewerkers en wens om één keer te reorganiseren;
51
Financiële situatie Politieacademie; De instroompiek; De Businesscase OKO (veel opleidingsgeld gaat nog buiten de PA om); Budgettair Kader PA 2012 e.v. (vervanging voor de Julicirculaire) (financiële onweerswolken); Ombuigingen op de korte en middellange termijn (10 miljoen extra bezuiniging vond de OR niet realistisch, en bijvoorbeeld kerstpakketten moesten juist wel doorgaan); Ontwerpplan voor PA 2014; Visiepamflet van de OR met een eigen koers; Dossiers zoals NOAS, het Medewerkeronderzoek, jaargesprekken, arbo(commissies); Het standpunt van de OR is dat “de koers van PA 2014 en het gebrek aan sturing op een aantal dossiers ertoe heeft geleid dat zij eind 2012 het vertrouwen in dit CvB heeft opgezegd”. De Raad van Toezicht (RvT) heeft daarop een interventie gepleegd. De OR meent dat met een strategisch adviseur van buiten er weer beweging zal komen, en zicht op een constructief 2013.
7.13 Veiligheid In het jaar 2012 heeft de Afdeling Integriteit & Veiligheid (AIV) nog steviger dan in voorgaande jaren haar beleid- en adviestaak op het gebied van Integriteit & Veiligheid opgepakt. Meer initiatieven werden ontplooid vanuit een sturende rol. De belangrijkste cijfers staan in onderstaande tabel weergegeven. Onderzoeken Interne onderzoeken (meldingen) Interne onderzoeken (daadwerkelijke onderzoeken) Aantal A-onderzoeken Aantal B&G-onderzoeken
2009 300 48
2010 300 48
2011 316 24
2012 308 33
40 347
75 1580
37 1057
25 1034
Mede als gevolg van stroomlijning van processen en opgebouwde deskundigheid van de medewerkers, werden naast de vaste stroom van meldingen en onderzoeken, in samenwerking met andere organisatieonderdelen, 7 grote advies- en preventieprojecten van verschillende aard en omvang opgepakt. Vanuit veiligheidsoptiek kunnen naast het complexe project Wapens en munitie (de ontwikkeling en implementatie van de regeling en protocollen), worden genoemd: toegangscontrole in de brede zin van het woord, arbeidsomstandigheden (veilig werken) specifiek gericht op het onderwijs en haar producten, bedrijfshulpverlening en informatiebeveiliging. Vanuit integriteitoptiek kunnen hierbij de projecten DIO (Diversiteit, Integriteit en omgangsvormen) voor de eigen organisatie en Integriteit en omgangvormen voor initiële studenten worden genoemd. In het aankomende jaar krijgen meerdere van deze projecten een vervolg. Daarnaast is het de bedoeling om op beide vakgebieden een bewustwordingstraject op te zetten. In het kader van 'informatiebeveiliging' werd dit jaar ook verdere uitvoering gegeven aan het, op basis van het PA veiligheidsbeleid, zelf testen van zogenoemde PA applicaties, voordat deze via internet worden ontsloten. Naast docenten van digitale opsporing, werden hier enkele medewerkers van ICM voor opgeleid. Het ging om de applicatie EVC, WRS systeem, website Onderwijsontsluiting, en de video-portal. Enkele interne (disciplinaire) onderzoeken hebben tot strafoplegging geleid. In één geval werd een medewerker door het Bevoegde Gezag ontslagen. Twee medewerkers werden daarnaast in de lijn gecorrigeerd, en twee medewerkers kregen een schriftelijke berisping. Een gastexaminator werd na onderzoek Omgangsvormen, per direct uit zijn taak gehaald; een medewerkster schoonmaak, op grond van strafbare gedragingen, werd door haar eigen bedrijf per direct ontslagen; twee zaken werden aan korpsen overgedragen wegens vastgesteld strafbaar / verwijtbaar gedrag. Door het jaar heen werd ook weer tijd geïnvesteerd in de coördinatie, voorbereiding en afhandeling van de zogenoemde A en P veiligheidsonderzoeken. De Politieacademie kent ongeveer 140 door het Ministerie van Veiligheid & Justitie (MVJ) vastgestelde vertrouwensfuncties. Feitelijke uitvoering van onderzoeken ligt in handen van de AIVD. Inmiddels bestaat AIV uit 7 vaste medewerkers (een manager, 5 beleidsadviseurs en een bronnenonderzoeker) en één tijdelijke (de managementassistent). Daarnaast heeft zij de beschikking over een zogenaamde flexibele schil, bestaande uit 8 PA medewerkers, die vanuit een neventaak werkzaamheden voor AIV kunnen verrichten.
52
HOOFDSTUK 8 Financiën 8.1 Hoofdlijnen van de jaarrekening EXPLOITATIEREKENING Algemene bijdrage Bijzondere bijdrage Contractbaten Totaal baten
2006 102.459 17.882 52.667 173.008
2007 109.717 18.227 65.787 193.731
2008 124.707 15.134 78.389 218.230
2009 132.465 13.302 85.912 231.679
2010 131.473 16.093 61.138 208.704
2011 133.009 16.440 60.446 209.895
2012 127.915 16.152 61.594 205.661
Eigen personeel Personeel derden Totaal personeelslasten
82.842 29.514 112.356
100.271 33.691 133.962
118.114 37.842 155.956
118.273 37.681 155.954
114.734 28.697 143.431
111.154 31.871 143.025
111.636 30.738 142.374
Materiele lasten Totaal lasten
66.219 178.575
63.375 197.337
77.945 233.901
68.873 224.827
65.247 208.678
64.282 207.307
66.694 209.068
Bedrijfsresultaat
-5.567
-3.606
-15.671
6.852
26
2.588
-3.407
Buitengewone baten Buitengewone lasten Exploitatieresultaat
0 0 -5.567
0 0 -3.606
1.560 11.522 -25.633
0 -11.522 18.374
0 0 26
0 0 2.588
0 0 -3.407
Eigen personeel per 31/12 in fte
1.470
1.748
1.798
1.729
1.620
1.583
1.598
BALANS
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Vaste activa Vlottende activa Totaal activa
83.891 75.854 159.745
94.889 59.740 154.629
136.761 37.165 173.926
178.340 34.031 212.371
194.133 13.791 207.924
193.263 12.308 205.571
190.004 14.304 204.308
Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden en overlopende passiva Totaal passiva
103.465 19.601 0
99.859 11.072 2.484
74.226 19.584 32.126
92.600 6.063 61.739
62.626 5.674 81.323
36.919 4.246 111.873
33.512 4.617 115.629
36.676 159.742
41.214 154.629
47.990 173.926
51.969 212.371
58.301 207.924
52.533 205.571
50.550 204.308
65% 145%
43% 77%
44% 65%
30% 24%
18% 23%
16% 28%
25.120 398%
30.319 47%
35.949 85%
41.017 75%
40.888 87%
38.736 85%
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Kasstroom operationeel *) 7.213 -7.351 936 22.748 Kasstroom investeringen -6.776 -20.714 -52.070 -52.494 Kasstroom financieringen 0 2.126 29.642 29.614 Liquide middelen einde boekjaar 51.712 25.773 4.281 4.149 *) incl. afroming eigen vermogen 30.000 in 2010 en 30.000 in 2011.
2.875 -26.574 19.584 34
-18.044 -11.844 30.551 697
6.376 -10.768 3.756 61
Ratios Solvabiliteitsratio 65% Liquiditeitsratio 207% Weerstandsvermogen (algemene reserve) Norm (€) 22.638 Dekkingsgraad 457% KASSTROOM
2006
53
Het jaar 2012 in (financiële) hoofdlijnen Het jaar 2012 is ook in financiële zin een bijzonder jaar geweest voor de Politieacademie. De begroting voor 2012, die in november 2011 is ingediend, was sluitend, onder aanname van bekostiging van een aantal (vaste) taakopdrachten van de Politieacademie. Dit betrof onder andere de bekostiging zoals beschreven in de business cases ‘Werving & Selectie’ en ‘Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling’. Al in het voorjaar van 2012 gaf de minister aan niet te voorzien in deze bekostiging, waardoor een tekort ontstond ter grootte van € 12 miljoen. In dezelfde periode werden een aantal ontwikkelingen duidelijk, die een negatief effect hadden op de financiële gang van zaken. In de maandrapportage tot en met mei (van medio juni) bedroeg de eindejaarsprognose van het exploitatieresultaat € -20 miljoen. Deze negatieve ontwikkeling van het resultaat had als oorzaken de forse uitbreiding van de initiële opleidingscapaciteit, aan personeel en huisvesting, nodig om de instroompiek van eind 2011 op te vangen. Doordat de instroom vanuit de korpsen voor het jaar 2011 onder het door de Minister aangewezen aantal van 1.850 aspiranten dreigde te komen, is door extra druk vanuit het Ministerie alsnog vlak voor het jaareinde van 2011 een recordaantal studenten ingestroomd en is de "1.850" gehaald. Er was sprake van grote organisatorische en financiële gevolgen voor het afgelopen begrotingsjaar en ook in 2013 zal dit merkbaar zijn. Een andere belangrijke oorzaak waren de diverse baten die bij de School voor Gevaarsbeheersing wegvielen, zoals de inkomsten uit de NPNP-training en een aantal grote AOE-opleidingen. Deze ontwikkeling was dusdanig, dat het CvB in juni de directeur Politie van het departement heeft geïnformeerd over de ontwikkeling van het exploitatieresultaat 2012 en de eindejaarsprognose. Deze negatieve ontwikkeling van het exploitatieresultaat 2012, in combinatie met de bekendmaking van de meerjarige budgettaire kaders door het departement, waren aanleiding voor het CvB om een programma “PA 2014” op te starten. Doel van het programma is het vaststellen van een koers en inrichting, die betaalbaar is. Het programma bestaat in de eerste plaats uit een financieel ombuigingsprogramma voor de korte termijn, 2012. Doel - en afspraak met de Raad van Toezicht - is om in 2012 € 10 miljoen om te buigen in de kosten ten opzichte van de eindejaarsprognose van de kosten tot en met mei. Bij brief van 9 juli heeft het CvB de directeur Politie nader geïnformeerd over de ontwikkeling van het resultaat en over de maatregelen in het kader van dit programma. De maatregelen in dit programma betreffen onder andere ombuigingen op het gebied: niet bekostigde taken, waaronder het verminderen van de wervingsactiviteiten; de inhuur van extern personeel; personeelslasten eigen personeel, waaronder een vacaturestop en het sturen op meeruren; de huur van externe huisvesting investeringen; diverse andere kosten. De maandelijkse monitoring van de voortgang van de ombuigingen hebben een goede sturing op het resultaat mogelijk gemaakt, met een uiteindelijke besparing van € 7,8 miljoen ten opzichte van de prognose van mei 2012. Daarnaast zijn de contractbaten € 8,1 miljoen hoger uitgekomen dan de begroting ( € 7,4 miljoen hoger dan de prognose mei). Dit zorgde ervoor dat de beoogde ombuiging van € 10 miljoen niet gerealiseerd is, bijvoorbeeld doordat er minder bespaard kon worden op inhuur van personeel van derden. Het uiteindelijke resultaat kwam uit op een tekort van € 3,4 miljoen. In dit resultaat zitten een aantal incidentele en niet-begrote posten, waarvan de belangrijkste zijn: € 4,0 miljoen Extra kosten van de instroompiek voor personeel en huisvesting (incl. bijzondere waardevermindering van de dependances). € 0,2 miljoen Versnelde afschrijving locaties Den Haag / Rotterdam € 0,2 miljoen Afwaardering wervingstruck € 0,3 miljoen Lasten mobiliteitsprogramma € -0,9 miljoen Vrijval voorziening verlofuren i.v.m. tariefswijziging € -0,4 miljoen Lagere voorziening LFNP Totaal incidentele en niet-begrote posten € 3,4 miljoen
54
8.2 Treasury De treasuryfunctie is onder te verdelen in drie deelfuncties: Kasbeheer; Financiering; Risicobeheer. Algemene ontwikkelingen In 2012 zijn er geen ontwikkelingen geweest die invloed hebben gehad op de treasuryfunctie. De weten regelgeving en de richtlijnen en limieten zijn ongewijzigd. Ontwikkelingen m.b.t. de vorming van de Nationale Politie zijn nauwlettend gevolgd. Kasbeheer Tijdelijke overtollige financiële middelen zijn in 2012, conform de voorschriften van het Geïntegreerd Middelen Beheer (GMB) en het ‘Schatkistbankieren’, in rekening-courant of deposito aangehouden bij het ministerie van Financiën. Hieronder wordt de liquiditeitsontwikkeling over 2012 weergegeven. Ontwikkeling 2012 : Liquide middelen, leningen en materiële vaste activa [boeksaldo] € 210.000.000
€ 190.000.000
€ 170.000.000 * Maximaal leenplafond = 100% MVA huisvesting € 150.000.000
€ 130.000.000
€ 110.000.000 Opname lening € 10,0 mln. per 25-09-2012
€ 90.000.000
€ 70.000.000
€ 50.000.000
€ 30.000.000
€ 10.000.000 jan-12 € 10.000.000-
feb-12
mrt-12
apr-12
mei-12
jun-12
jul-12
aug-12
sep-12
okt-12
nov-12
dec-12
€ 30.000.000Pro-resto hoofdsom aangegane leningen
Pro-resto hoofdsom leningen - begroting
LM - begroting
MVA huisvesting - begroting
MVA totaal - begroting
LM - realisatie
MVA huisvesting - realisatie
MAV totaal - realisatie
Limiet RC krediet [€ -18,5 mln]
Financiering Ten einde de renteresultaten te optimaliseren heeft het financieringsbeleid van de Politieacademie zich gericht op een maximaal toelaatbare financiering van investeringen in vaste activa met de intern beschikbare financieringsmiddelen. Tijdelijke financieringstekorten zijn voornamelijk opgevangen door gebruik te maken van het rekening-courantkrediet bij het ministerie van Financiën. Ter afdekking van een structureel financieringstekort is in 2012, onder garantstelling van het ministerie van Veiligheid & Justitie, bij het ministerie van Financiën een nieuwe lening afgesloten en opgenomen met een hoofdsom van 10 mln.
55
Hieronder wordt de staat van opgenomen en op te nemen leningen weergegeven. Looptijd
Aflossing
Rente
Omschr.
Ingang
Storting
Afloop
Mnd.
Type
Aantal
Eerste termijn
Laatste termijn
Percentage
Herziening
Conventie
Betaling
BUKO MVF 1019 MVF 1317 MVF 1020 MVF 1021 MVF 1022 MVF 1580 MVF 1649 MVF 1817 MVF 1852 MVF 1873 MVF 2057
17-07-07 26-07-07 16-12-08 26-07-07 26-07-07 26-07-07 18-01-10 15-07-10 14-06-11 20-09-11 12-12-11 12-09-12
01-07-07 02-06-08 19-12-08 02-01-09 02-03-09 02-03-09 23-12-09 28-06-10 17-06-11 28-09-11 20-12-11 25-09-12
01-09-13 01-06-38 21-12-37 02-01-29 01-03-24 01-03-19 23-12-19 30-06-25 19-06-17 30-09-19 20-12-16 25-09-17
75 360 348 240 180 120 120 180 72 96 60 60
Annuïteit Bullet Bullet Bullet Lineair Lineair Bullet Lineair Lineair Lineair Lineair Bullet
75 1 1 1 20 20 1 20 22 31 20 1
01-07-07 01-06-38 21-12-37 02-01-29 03-06-19 02-06-14 23-12-19 28-09-20 17-03-12 28-03-12 20-03-12 25-09-17
01-09-13 01-06-38 21-12-37 02-01-29 01-03-24 01-03-19 23-12-19 30-06-25 19-06-17 30-09-19 21-12-15 25-09-17
7,8672 4,5500 3,7100 4,5700 4,5100 4,4300 3,4600 3,0800 2,3800 1,4800 1,1600 0,8500
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
act/act act/act act/act act/act act/act act/act act/act act/act act/act act/act act/act
per mnd. vooraf per 12 mnd. achteraf per 12 mnd. achteraf per 12 mnd. achteraf per 12 mnd. achteraf per 12 mnd. achteraf per 12 mnd. achteraf per 12 mnd. achteraf per 12 mnd. achteraf per 12 mnd. achteraf per 12 mnd. achteraf per 12 mnd. achteraf
Hoofdsom Hoofdsom initiëel gestort Pro-resto per 31-12-2011
Omschrijving BUKO MVF 1019 MVF 1317 MVF 1020 MVF 1021 MVF 1022 MVF 1580 MVF 1649 MVF 1817 MVF 1852 MVF 1873 MVF 2057 Totaal opgenomen leningen
Storting
Aflossing
in 2011
in 2011
Hoofdsom Hoofdsom Hoofdsom gestort gestort gestort Pro-resto per 31-12-2012
Looptijd KT [ < 1 jr ]
Looptijd LT [ > 1 jr ]
Rente
Rente
Rente
Rente
Nog te betalen per 01-01-2012
Rekening in 2012
Betaald in 2012
Nog te betalen per 31-12-2012
2.653 15.000 10.000 10.000 5.000 15.000 5.000 20.000 15.000 8.000 8.000 10.000
873 15.000 10.000 10.000 5.000 15.000 5.000 20.000 15.000 8.000 8.000 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 10.000
-485 0 0 0 0 0 0 0 -2.727 -1.032 -2.000 0
388 15.000 10.000 10.000 5.000 15.000 5.000 20.000 12.273 6.968 6.000 10.000
388 0 0 0 0 0 0 0 2.727 1.032 2.000 0
0 15.000 10.000 10.000 5.000 15.000 5.000 20.000 9.545 5.935 4.000 10.000
0 399 454 376 185 20 4 315 193 31 3 0
50 684 457 452 222 557 173 617 331 113 83 23
50 683 456 451 222 557 173 616 354 116 84 0
0 400 456 377 185 20 4 316 170 28 2 23
123.653
111.873
10.000
-6.244
115.629
6.148
109.481
1.980
3.760
3.760
1.980
n.v.t.
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal op te nemen leningen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
123.653
111.873
10.000
-6.244
115.629
6.148
109.481
1.980
3.760
3.760
1.980
TOTAAL LENINGEN
Risicobeheer Het beleid van de Politieacademie was in 2012 gericht op het inperken van renterisico’s op langlopende financiering. Differentiatie in rentetypische looptijden en hoofdsommen van de langlopende leningen zijn hierbij zo goed mogelijk afgestemd op de financiële positie, de liquiditeitsplanning, actuele rentestand en de rentevisie. Hieronder wordt het renterisicoprofiel van de Politieacademie per 31 december 2012 weergegeven.
1 2 3 4
Overzicht renterisicoprofiel Kortlopend (<1 jaar) Afgegeven garantiestelling ministerie V&J voor RC krediet Rekening courant limiet : (zoals vastgesteld door ministerie V&J) Rekening courant limiet op balansdatum : 83% Stand liquide middelen of rekening courant krediet Saldo kredietruimte (3+4)
Langlopend (> 1 jaar) 5 Afgegeven of af te geven garantiestellingen ministerie V&J voor leningen 6 Leenplafond (zoals vastgesteld door ministerie V&J) 7 Opgenomen en op te nemen leningen Saldo leenruimte (6-7) 8 Renterisiconorm : 20% van het begrotingstotaal (totaal lasten) 9 Aflossingen en renteherzieningen leningen Renterisico ruimte leningen (8-9)
Begroting 2012
JR 2012
18.500 18.500 15.355 429 15.784
18.500 18.500 15.355 -745 14.610
18.500 18.500 15.355 697 16.052
175.000 185.241 123.629 61.612
175.000 177.555 115.629 61.926
175.000 181.217 111.873 69.343
41.880 10.444 31.435
42.065 6.244 35.820
41.461 449 41.012
Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de Politieacademie voldoet aan de gestelde renterisiconorm.
56
JR 2011
8.3 Ontwikkelingen en financiële risico’s Het gaat in deze paragraaf om risico’s en mogelijke ontwikkelingen, die financiële gevolgen kunnen hebben voor 2013 en de jaren daarna. Niet elke ontwikkeling levert een risico op; zeker de vorming van de Nationale Politie biedt voor de Politieacademie tegelijkertijd veel kansen: tot nu toe was de Politieacademie een landelijke organisatie, zonder dat er een landelijk Korps was. Nu dat landelijke Korps er is, ontstaan er kansen om sterker te sturen op een gelijkmatige instroom en op een duidelijke behoeftestelling. Ook kan de Politieacademie met één Korps makkelijker afspraken maken over specifieke trainingen of opleidingen. Daarnaast is de verwachting dat werkwijzen en procedures nu kunnen worden vereenvoudigd (zoals de verdeling van opleidingsplaatsen). Omschrijving Gevolg(en) Risico/ontwikkeling Uitblijven besluiten Minister over Taken en bekostiging zijn Business Case in onbalans Onderwijs, Kennis & Onderzoek De begroting is mede Toelichting daardoor niet sluitend te Besluitvorming van de Minister krijgen. over de in juli 2012 afgeronde Business Case (BC) Onderwijs, Activiteiten moeten, al dan Kennis en Onderzoek moet nog niet tijdelijk, worden plaatsvinden. stopgezet en later mogelijk De BC-uitkomsten zijn nog niet weer in gang worden verwerkt in de budgettaire kaders gezet. van V&J met uitzondering van de kortingen op de Rijksbijdrage . Politieonderwijs. De bekostiging van de OK&O-taak is niet structureel geregeld op het benodigde niveau. Uitblijven besluiten Minister over bekostiging nieuw proces van Werving & Selectie Toelichting De NP en de PA hebben in opdracht van V&J gewerkt aan de aanpassing van het W&S-proces, (rapport april 2012). Dat ging per dag 1 NP in.
Nu de bekostiging achterblijft bij de taakopdracht, komen de gevolgen voor rekening van de PA.
Kans en omvang schade Hoog risico
De W&S-bekostiging is nog gebaseerd op de W & S zoals die tot 2009 werd uitgevoerd. Ook bekostigt V&J sinds november 2011 de werving in het geheel niet meer.
57
Bij de Minister (blijven) aandringen, samen met de KNP, op besluitvorming over de volledige Business Case - inclusief de evaluatie van de bekostiging (juni 2011).
Hoog risico Omvang ruim € 1 miljoen.
Hoog risico
Wervingsactiviteiten moeten tot een minimum beperkt blijven, met eventuele gevolgen voor de positie van de politie op de arbeidsmarkt.
Mogelijke maatregelen
Omvang verlies op W & S € 2 miljoen. Dit loopt op indien het instroomaantal groter dan 1.000 moet zijn. Risico zijn eventuele gevolgen voor de positie van de Politie/ het Korps (NP) op de arbeidsmarkt als de wervingsactiviteiten tot een minimum beperkt blijven.
Bij de Minister (blijven) aandringen, samen met de KNP, op heldere besluitvorming over de bekostiging van het (in opdracht van het departement) sterk aangepaste W & S-proces. Wervingsactiviteiten tot een minimum beperkt houden totdat besluitvorming heeft plaatsgevonden. Ministerie heeft eind 2012 wel aangegeven bereid te zijn tot de betaling van frictiekosten, o.a. op het gebied van W&S. Uitwerking moet nog plaatsvinden.
Omschrijving Gevolg(en) Risico/ontwikkeling Sterke afname bekostiging Het risico bestaat dat de initieel onderwijs (sterktebudget) organisatie (lasten) niet in hetzelfde tempo aangepast Toelichting kan worden als de baten Dit is geen risico, maar een dalen. vaststaand feit: Ingrijpende(r) keuzes in de het sterktebudget neemt in 4 jaar uitvoering van initieel tijd af met € 23 miljoen (van € 78 in onderwijs zijn dan 2012 tot € 53 miljoen in 2016). noodzakelijk.
Kans en omvang schade Hoog risico
De meeste kosten zijn gemoeid met huisvesting en personeel. Om Het exploitatietekort van die reden zetten maatregelen op de Politieacademie zal deze gebieden het meeste zoden oplopen. aan de dijk.
Mogelijk treedt kwaliteitsverlies op.
De minister heeft besloten tot 1 reorganisatie PA op het moment van de inwerking- treding van de herziene Wet op het LSOP. In de tussentijd moet de PA wel binnen de afnemende financiële kaders functioneren Toelichting Personeel en huisvesting zijn de grootste posten binnen de PAbegroting. Om op korte termijn binnen de afnemende financiele kaders te opereren moet de PA bezien hoe zij de beide posten reduceert, op het gebied van personeel zonder dat op korte termijn een reorganisatie kan plaatsvinden. De minister heeft daarbij ook baangarantie afgegeven voor zowel het personeel van de NP als de PA. Afstemming strategische huisvestingsplanen PA - NP - V&J Toelichting De betaalbaarheid van de huidige huisvesting wordt de komende jaren een probleem door de dalende inkomsten.
Doordat er op korte termijn geen reorganisatie mag plaatsvinden en er baangarantie geldt is afbouw van personeel op korte termijn niet mogelijk. Kostenreductie op de post Personeel is dus lastig.
Hoog risico Omvang mogelijk miljoenen euro’s.
Herziening strategische huisvestingsplan en herstructurering huisvestingsportefeuille in samenwerking met het Ministerie en de Nationale Politie.
Hoog risico Tekorten als gevolg van te hoge huisvestingslasten. Het besparingspotentieel is meer dan € 3 miljoen structureel. (Boek-)verliezen bij het verkopen van gebouwen.
Huisvestingsplannen van de PA zullen worden bezien in samenhang met die van de NP en het Rijk. De vastgoedmarkt is intussen slecht, waardoor gebouwen slecht te verkopen zijn of met een groot verlies.
De PA heeft in 2012 de eerste stappen gezet om op korte termijn een reorganisatie in gang te zetten om de organisatie te creëren, passend binnen de financiële kaders. Eind 2012 heeft V&J aangegeven dat er 1 reorganisatie komt op het moment dat de herziene Wet op het LSOP in werking treedt. Wel moet de PA binnen de afnemende financiële kaders blijven. Bezien moet worden welke maatregelen getroffen kunnen en moeten worden om hieraan te voldoend. Herstructurering huisvestingsportefeuille in samenwerking met het Ministerie en de Nationale Politie.. Overleg met ministerie over problemen. Eind 2012 heeft V&J aangegeven in enige mate (gering) frictiekosten te willen vergoeden. De uitwerking moet nog plaatsvinden. In gang zetten strategische personeelsplanning zodat bekend is aan welk personeel behoefte is, ook op langere termijn. Bevorderen interne en externe mobiliteit.
Nog geen duidelijkheid over de wijze waarop het personeelsbestand en de huisvestingsportefeuille afgebouwd kunnen worden en hoe hoog de kosten hiervan zijn.
Te hoge huisvestingslasten in verhouding tot de inkomsten. PA kan op korte termijn in feite alleen huurcontracten niet verlengen.
Mogelijke maatregelen
Afstoten 3 tijdelijke huurlocaties in e het 2 kwartaal 2013 die gehuurd waren ivm de instroompiek. Afstoten huidige huurlocatie Den Haag uiterlijk medio 2013. Afstoten locatie Rotterdam per 2017 of zoveel eerder als mogelijk. Herzien strategisch huisvestingsplan. Afstemming huisvestingsplannen PA en NP. Bekijken mogelijkheden tot gezamenlijke huisvesting van PA met overige partners in veiligheidsketen
58
Omschrijving Risico/ontwikkeling Geen stabiele instroom aspiranten
Gevolg(en)
Kans en omvang schade Hoog risico
Mogelijke maatregelen
Extra kosten voor de uitbreiding van opleidingscapaciteit Extra kosten (meer/ (personeel en huisvesting), minder personeel, zoals in 2012. huisvestings-/facilitaire kosten). Vervolgens moet die capaciteit vaak even snel Schade € 2 tot 4 miljoen weer worden afgebouwd. per jaar.
Met de KNP en V&J snel komen tot meerjarige afspraken over een stabiele instroom in de komende jaren. De PA bepleit een aantal van 1300 in de jaren 2013 - 2014 - 2015.
Onzekere gevolgen landelijk functiehuis voor PA-organisatie
De organisatie wordt mogelijk duurder.
Toelichting Invoering (landelijk beleid) biedt zowel kansen als risico’s. De risico’s zijn: hogere loonkosten omdat mensen niet omlaag kunnen, maar wel omhoog.
Er ontstaan nieuwe functies en een andere functieverdeling.
Op dit landelijk proces is weinig tot geen invloed meer uit te oefenen. Medewerkers gaan over vanuit hun huidige functie naar een functie uit het nieuwe functiehuis.
Uitblijven besluiten Minister inbedding PA in NP
Mogelijk pas een formele PA-reorganisatie op datum wijziging Wet.
Toelichting De laatste 10 jaar heeft de PA te maken gehad met een sterk wisselende instroom van aspiranten. In 2012 deed zich dit opnieuw voor (piekinstroom 2011), met gevolgen voor de bedrijfsvoering. Voor 2013 lagen er eind 2012 nog een afspraken over de instroom
Toelichting De wijziging van de Politiewet nam meer tijd in beslag dan gepland. Daardoor is ook het traject tot wijziging van de Wet op het politieonderwijs en politiekennis niet gestart. Reorganisatie van de NP en van de PA nog aparte trajecten, met gevolgen voor het personeel. In afwachting van advies J. Wallage op beheerorganisatie. PA - medewerkers “om niet” bij de NP Toelichting Een aanzienlijk aantal PAmedewerkers is feitelijk werkzaam bij de NP. De kosten komen voor rekening van de PA in 2013 en waarschijnlijk ook de daarop volgende jaren voor zover het personeel niet definitief geplaatst is bij de NP.
Hoog risico Financieel (nog) niet bekend
Zorg dragen voor dekking van de implementatie- en exploitatiekosten.
Onduidelijkheid over de overgang van bedrijfsvoeringstaken en personeel van de PA naar de NP. Onzekerheid bij betrokken personeel.
Extra kosten en verminderde inzet binnen PA in een periode van inkrimping. Onduidelijkheid of de betreffende medewerkers inderdaad definitief zullen overgaan naar de NP en wanneer.
De PA mag de functies van deze medewerkers in de tussentijd niet permanent invullen, omdat er nog geen zekerheid is dat deze mensen permanent overgaan naar de NP.
Hoog risico Omvang onduidelijk; mogelijk extra kosten voor de PA, omdat nog geen overdracht van beheerstaken en personeel kan plaatsvinden.
Hoog risico Kosten tot nu toe minimaal € 0,7 miljoen per jaar. Kosten van de betreffende medewerkers komen voor rekening van de PA. Deze begroting merkt de kosten van deze medewerkers aan als buitengewone lasten. Bovendien moet de PA tijdelijk voorzien in de functies die de gedetacheerde medewerkers achterlaten.
Vooralsnog lenen we meer personeel om niet uit dan dat we om niet terug krijgen.
59
Besluitvorming over positionering van de PA (advies Wallage). Bij de Minister en de NP bepleiten dat reorganisatie NP en PA meer op elkaar worden afgestemd. Belang duidelijk maken van reorganisatie in 2013.
Overleg met V&J en de NP over de onderlinge inzet van PA- en NP-personeel in 2013 en de verrekening daarvan. Tot dit personeel behoren ook de gastdocenten en -examinatoren. Tot nu toe betaalt de PA voor deze inzet.
Omschrijving Risico/ontwikkeling Kosten inzet NP - medewerkers in het initieel onderwijs.
Gevolg(en)
Kans en omvang schade Hoog risico
PA moet deze gedetacheerden eventueel toch zelf betalen.
Tekort in de begroting van ruim € 2 miljoen.
Mogelijke maatregelen Bekrachtiging en vastlegging van deze besluiten van het departement.
Voor de instroompiek zijn 25 FTE extra docenten vanuit de Korpsen gedetacheerd. Dat geldt ook voor 10 FTE examinatoren. Het Ministerie heeft mondeling toegezegd dat er aanvullende financiering komt voor de inzet van deze 35 FTE gedetacheerden. Programma Professionele Weerbaarheid Toelichting De PA heeft met de NP afspraken gemaakt over het aantal te leveren studenten voor de training Mentale Kracht (2x 15.000 studenten in 2 jaar).
De PA ontvangt onvoldoende inkomsten in relatie tot de investering die de PA heeft gedaan. Eenheden/de NP sturen / stuurt onvoldoende studenten in gestelde tijdlijn.
Hoog risico Begrote omzet € 9 miljoen per jaar in 2013 en 2014
Uitvoering afspraken bewaken in het tripartite overleg (onderling overleg V&J - PA - KNP).
Afhankelijk van de mate waarin de afspraken niet kunnen worden nagekomen.
Als het Korps deze afspraak onverhoopt niet kan nakomen, dan lijdt de PA schade. Er zijn nog geen afspraken gemaakt rond training van nietexecutieve medewerkers. Renterisico bij het lenen van geld voor aflossing leningen Toelichting De Politieacademie heeft een verplichting tot aflossing van de langlopende schulden. Zij kan op dit moment daaraan alleen voldoen door bij te lenen. Als de marktrente stijgt, lopen de rentelasten voor de PA snel op. FLO/FPU Het ministerie van V&J heeft de Politieacademie in de brief van 24 juli 2012 (kenmerk 2012-287185), laten weten dat de meerlasten FLO/FPU in mindering zouden worden gebracht op de vierde kwartaalbetaling. In het budgettair kader PA van 18 december 2012 heeft het ministerie laten weten dat dit bij nader inzien niet nodig is. De totale verplichting in het kader van FLO/FPU van de politie (incl. Politieacademie) is opgenomen in de departementale verantwoording over 2012 van V&J. Bij het opstellen van de openingsbalans van de Nationale Politie zal de verplichting overgaan en ten laste van het eigen vermogen van de Nationale Politie gebracht worden. Vooralsnog is er geen inzicht in het aandeel van de Politieacademie binnen deze verplichting en ook is er geen duidelijkheid of dit aandeel (uiteindelijk) ten laste van het vermogen van de Politieacademie gebracht zal worden.
Financiële tekorten
Hoog risico
Onvoldoende vrije kasstroom door het negatieve financiële resultaat de komende jaren.
De omvang is afhankelijk van de stijging van de marktrente.
Sluitende begroting door passende bekostiging.
De schuld blijft gelijk, doordat we de aflossing herfinancieren.
In de verplichting ten laste van het eigen vermogen van de Politieacademie komt zal het weerstandsvermogen nog verder onder druk komen.
60
Middelhoog risico
De Politieacademie is van mening dat de verplichting bij het ministerie thuis hoort, conform het beleid van de afgelopen jaren.
Omschrijving Risico/ontwikkeling Aankoop KWK terrein Ossendrecht. De stichting Parnassia wil de activiteiten op haar locatie in Ossendrecht uitbreiden. Het bestemmingsplan zal hiervoor aangepast moeten worden. Onderzoek van Banning Advocaten wijst uit dat een herziening van het bestemmingsplan zal leiden tot aanpassing van de milieuvergunning.
Gevolg(en)
Kans en omvang schade
Deze aanpassing heeft waarschijnlijk tot gevolg dat de Politieacademie (een deel van) haar activiteiten niet meer kan uitvoeren op de locatie Ossendrecht.
61
Hoog risico
Mogelijke maatregelen
Met Parnassia wordt gesproken over het verplaatsen van de activiteiten van deze locatie. De aankoop van het terrein door de Politieacademie heeft als doel het voorkomen van juridische problemen met een nieuwe gebruiker van het terrein.
Afkortingen BC OKO BC W&S CEPOL CGOP COD CvB EMPM EVC Fte GHOR HRM IBT LDM LECD LFNP MD NIFV NOAS NP OER OK&O OR PA PA 2014 PDA PDC PKN RIC RTIC RvT TGO V&J W&S ZBO
Business case onderwijs, kennis en ontwikkeling Business case werving en selectie European Police College Centraal georganiseerd overleg politie (tussen de minister en de drie vakbonden) Concern ondersteunende dienst College van bestuur Executive Master of Public Management Erkenning van verworven competenties Fulltime equivalent Geneeskundige Hulpverlening Organisatie in de Regio Human Resources Management Integrale beroepsvaardigheidstraining Landelijke deskundigheidsmakelaar Landelijk Expertise Centrum Diversiteit Landelijk Functiehuis Nederlandse Politie Management development Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid Nieuw onderwijs administratie systeem Nationale Politie Onderwijs en Examenregeling Onderzoek, Kennis & Ontwikkeling Ondernemingsraad Politieacademie Reorganisatieplan Politieacademie 2014 Pedagogisch didactische aantekening Politie Diensten Centrum Politie Kennisnet Relevante initiële competenties Realtime Intelligence Center Raad van toezicht Team grootschalig onderzoek Ministerie van Veiligheid en Justitie Werving & selectie Zelfstandig bestuursorgaan
62