Plannen opladen in FMIS 1.
Algemeen
De ruggengraat van het FMIS is de geografische boomstructuur waarin het GO! patrimonium is ondergebracht. Elk object in deze structuur kan gekoppeld worden met een brede waaier aan parameters en sub-objecten. Eén hiervan is de mogelijkheid om plannen op te laden welke gerelateerd zijn aan dit object.
Via deze plannen kunnen automatisch oppervlaktes afgeleid worden. Deze oppervlaktes kunnen gebruikt worden om benchmarking te doen op vele vlakken: energie; fysische norm; …. Deze handleiding beschrijft hoe plannen één voor één, manueel kunnen opgeladen worden in het FMIS. Er is ook een mogelijkheid om tekeningen in bulk op te laden; het GO! heeft hiervoor niet de nodige licenties en is dus niet van toepassing.
1
Het manueel opladen van tekeningen kan in principe gebeuren in elke module, maar om na het opladen enkele controles uit te voeren is het aangeraden om de space management module te gebruiken.
2.
Formaat van de tekening
Wanneer een CAD-tekening in het FMIS geladen wordt, dient het te voldoen aan bepaalde voorschriften:
3.
Het bestandsformaat moet DXF R12 ASCII (text) zijn De voorschriften waaraan een tekening inhoudelijk moet voldoen, wordt beschreven in een ander document. Dit is afhankelijk aan het type object waarvoor een tekening gemaakt wordt.
Voorbereiden van de boomstructuur: verdiepingen
Bij de implementatie van het FMIS, is GO! gestart met het inladen van schooldomeinen en gebouwen. Wanneer een tekening opgeladen wordt welke betrekking heeft één van deze objecten dient er verder niks te gebeuren. Wanneer het een plan van een verdieping betreft, en deze verdieping is nog niet aangemaakt in de boomstructuur, moet deze nog aangemaakt worden. Dit kan zowel manueel, verdieping per verdieping, of in bulk via de data enhancer.
3.1. Manueel toevoegen van een verdieping Druk met de rechtermuistoets op het object “gebouw” waarin de verdieping aangemaakt moet worden, en selecteer “Verdieping toevoegen”.
Plannen opladen in het FMIS 2
Vul de volgende gegevens in:
Selecteer de verdieping in het veld rangschikking o 0: Gelijkvloers o 1: 1ste verdieping o 2: 2de verdieping, 3: 3de verdieping; … o -1: Ondergrondse verdieping onder het gelijkvloers; -2: … Geef een benaming op volgens de verdieping: o 0: Gelijkvloers o +1: 1ste verdieping o +2: 2de verdieping, 3: 3de verdieping; … o -1: Ondergrondse verdieping onder het gelijkvloers; -2: … Zorg ervoor dat de “checkbox” (omcirkelt in de screenshot) niet aangevinkt is. Klik tweemaal in de checkbox om deze uit te vinken.
Klik op het groene vinkje om de verdieping aan te maken.
Plannen opladen in het FMIS 3
3.2. Verdiepingen in bulk toevoegen met de data enhancer De data enhancer is een tool welke zeer snel grote hoeveelheden data kan uploaden in het FMIS. Tevens is dit een tool welke gebruikt moet worden met de grootste zorg; als foute data in grote hoeveelheden aangemaakt wordt, kan dit grote gevolgen hebben om dit te corrigeren. De data enhancer kan eveneens geopend worden via de hosting omgeving, via onderstaand icon.
Na inloggen is een boomstructuur zichtbaar welke toelaat, voor verschillende specifieke parameters uit alle modules van het FMIS, grote hoeveelheden data op te laden.
Data enhancer in versie 14
Plannen opladen in het FMIS 4
Data enhancer versie 12.2 Voor de verdere documentatie van de data enhancer wordt gebruik gemaakt van versie 14, maar het principe van gebruik blijft hetzelfde voor alle versies van de module. Om verdiepingen aan te maken in het FMIS, wordt gebruik gemaakt van de parameter “floors” onder de structuur “Locations” of “Geographical”. Indien je niet beschikt over de template file om de uploads te doen, kan deze gegenereerd worden door op de knop “generate template” te klikken. Deze template is een excel-file, dus deze applicatie dient beschikbaar te zijn voor de gebruiker.
Wanneer de template gegenereerd en geopend wordt, zijn verschillende kolommen zichtbaar in verschillende kleuren. De oranje gekleurde kolommen zijn verplicht in te vullen, blauwe zijn optioneel (met uitzondering van enkele) en groene zijn UDI-velden.
Plannen opladen in het FMIS 5
Parent Site Reference
Parent Building Reference
String(50)
String(50)
4 AALST Eikstraat 8 AALST Eikstraat 8 AALST Eikstraat 8 AALST Eikstraat 8
3.2.1.
20110G01 20110G01 20110G01 20110G01
Reference Level Level Area (m²) Integ String(50) er Floating Point Number Mandatory when norm is EN 15221-6 Key Field only 4 4 4 4 -1 0 +1 +2
-1 0 1 2
0 0 0 0
Template invullen
Voor het project opmeten wordt gebruik gemaakt van een standaard template welke beschikbaar gesteld wordt door GO!. Deze heeft de volgende kolommen:
3.2.2.
Parent site reference: Het schooldomein Parent building reference: Het gebouw op het schooldomein Reference: De benaming van de verdieping. Voor de wijze van benamen: zie punt 3.1 of het bestek “opmeten van schoolgebouwen” Level: De verdieping als integer (nummer) Level Area: Vul hier steeds “0” in. Dit wordt overschrijven na opladen van de tekening Level area override: Vul hier steeds”N” in Gross floor area: Vul hier steeds “0” in. Gross floor area override: Leeg laten Internal floor area: Vul hier steeds “0” in Internal floor area override: Leeg laten Net floor area: Vul hier steeds “0” in
Data opladen
Open de data enhancer, en selecteer de file die opgeladen dient te worden. Let er op dat in de boomstructuur het juiste object geselecteerd is; in dit geval “floors”.
De tabbladen uit de excel-file worden weergegeven; selecteer het juiste.
Plannen opladen in het FMIS 6
Vooraleer de data definitief in het systeem op te laden, is het best dat de upload gesimuleerd wordt. Op deze manier kunnen fouten in de template file gedetecteerd worden zonder foutieve data in het FMIS op te laden. Dit wordt gedaan door “Simulate” aan te vinken.
Selecteer onderaan een logfile, en selecteer logging level “4 – Verbose”. Dit geeft het grootste detail weer in de log-file. Om de data te importeren, dient de import knop gebruikt te worden.
Wanneer de gesimuleerde upload een error aangeeft, dient deze eerst opgelost te worden. Wanneer alle errors opgelost zijn, wordt “simulate” uitgevinkt en de data in het FMIS opgeladen. Wanneer na de upload de boomstructuur “refreshed” wordt, zijn de aangemaakte verdiepingen zichtbaar.
4.
Voorbereiden van de boomstructuur: lokalen aanmaken
In paragraaf 3 werden de verdiepingen aangemaakt. Om de boomstructuur verder uit te breiden, dienen ook lokalen aangemaakt worden in de verschillende verdiepingen waarvoor een plan opgeladen wordt. Dit kan ook zowel manueel, als met de data enhancer.
4.1. Manueel toevoegen van een lokaal Via de boomstructuur kan manueel een lokaal toegevoegd worden aan een verdieping. Dit kan gebeuren door met de rechtermuistoets op de verdieping te klikken, en “Lokaal toevoegen” te selecteren. Een nieuw scherm wordt geopend waarin de parameters van een lokaal kunnen ingegeven worden.
Plannen opladen in het FMIS 7
De volgende velden zijn verplicht in te vullen:
Nummer: Vul hier de lokaalnummer in zoals omschreven in het bestek “Opmeten schoolgebouwen”. Kort omschreven: x.ab waarin x de verdieping is, en ab de lokaalnummering starten met “01” en oplopend. Deze lokaalnummering dient overeen te komen met de lokaalnummering zoals getekend op het plan; in het respectievelijke lokaal omsloten door een gesloten polyline Height: De hoogte van het lokaal in meter. Categorie: Selecteer hier de juiste lokaaltypologie In de tab “Details”, aangeven of het lokaal verwarmd is. Een verwarmd lokaal wordt gedefinieerd als een lokaal waarin een vast verwarmingstoestel in aanwezig is.
Alle andere velden zijn optioneel in te vullen. Het veld drawing area wordt automatisch ingevuld wanneer het plan opgeladen wordt en wordt leeg gelaten. Wanneer alle velden ingevuld zijn, confirmeer met het groene vinkje. Het lokaal is nu aangemaakt op de verdieping.
4.2. Lokalen aanmaken met de data enhancer Net zoals in paragraaf 3, kunnen naast verdiepingen ook lokalen aangemaakt worden met de data enhancer. Ook hier kan een template gegenereerd worden, of gebruik gemaakt worden van de vaste template welke verkrijgbaar is bij GO! Centraal.
4.2.1.
Template invullen
De volgende velden zijn beschikbaar in deze template:
Parent Site reference: Het schooldomein Parent building reference: Het gebouw op dit schooldomein Parent floor reference: De verdieping in dit gebouw waarin het lokaal aangemaakt wordt
Plannen opladen in het FMIS 8
4.2.2.
Code: Dit veld wordt leeggelaten Number: Hierin wordt de lokaalnummering gedaan volgens de vooraf omschreven methode Classification: het lokaaltype wordt hierin geconfigureerd. Deze lijst is reeds gedefinieerd en de mogelijke waarden worden geselecteerd via de dropdown Purpose: Dit veld wordt leegelaten Height: De hoogte van het lokaal in meter UDI_IS_VERWARMD: Aangeven of het lokaal al dan niet verwarmd is. Een verwarmd lokaal wordt gedefinieerd als een lokaal waarin een vast verwarmingstoestel in aanwezig is.
Data opladen
Hierin wordt dezelfde methodiek gebruikt dan beschreven in paragraaf 3.2.2, maar dan op het object “Rooms” in plaats van “Floors”.
5.
Tekening opladen
Nu de voorbereidingen in de boomstructuur gebeurd zijn, kan het plan opgeladen worden en kunnen de lokalen uit deze structuur automatisch gekoppeld worden met de lokalen op het plan. Druk met de rechtermuistoets op de verdieping waarvan het plan opgeladen wordt, en selecteer “Lokatietekening beheren”. Een nieuw venster opent zich.
Om de tekening succesvol op te laden, dienen aangegeven toetsen allemaal gebruikt te worden.
5.1. Stap 1: Tekening importeren Druk op de knop met de pijltje, waarlangs op bovenstaande screenshot het nummer “1” staat. Een nieuwe popup opent.
Plannen opladen in het FMIS 9
Selecteer het dxf-bestand dat opgeladen moet worden. Selecteer ook de schaal waarin de tekening is gemaakt. Wanneer de tekening op de juiste manier is opgebouwd, zullen alle layers uit de CAD-tekening correct weergegeven worden.
Nu moeten de lagen uit de CAD-tekening gekoppeld worden met laaggroepen uit het FMIS. Dit kan manueel gebeuren, of een “mapping”-bestand kan opgevraagd worden bij GO! centraal. Op die manier wordt de koppeling automatisch gedaan door op de knop “mappings laden” te klikken en het “mapping”bestand te laden.
Plannen opladen in het FMIS 10
Klik hierna op de toets “importeren”. De tekening wordt geimporteerd en het scherm met de drie stappen is terug zichtbaar.
5.2. Stap 2: Locaties aan tekening toewijzen Klik nu op de knop waarnaast het cijfer “2” staat uit de screenshot van paragraaf 5. De geïmporteerde tekening wordt nu geopend.
Plannen opladen in het FMIS 11
Klik nu op de toets waarlangs het cijfer “1” staat op bovenstaande tekening. Een popup opent zich.
Klik op de toets “Selecteer een CAD laag” onder het onderwerp “Oppervlakte”. Hiermee wordt de layer geselecteerd waaruit automatisch de level area afgeleid wordt. De level area is de bruto buitenoppervlakte. Selecteer de layer “10_TOTALE_VERDIEPINGSOPPERVLAKTE” en klik ok. De oppervlakte is nu zichtbaar.
Plannen opladen in het FMIS 12
Om de lokalen uit de boomstructuur te koppelen met de lokalen uit de tekening, wordt op de knop geklikt waarlangs het cijfer “2” staat. Een popup opent zicht.
Selecteer de layer waarin de lokaalnummering is ondergebracht via de dropdown “Laag met lokaalgegevens”. Rechts in het veld “Text objects” worden alle gedetecteerde ruimtenummers weergegeven. Onder de parameter “Lokaalgegevens bestaan uit” wordt “Lokaalnummer” geselecteerd. Om te testen of het toewijzen foutloos zal lopen, klik eerst op de toets “Testen”. Als alles goed is komen alle cijfers overeen in de popup. Als dit niet het geval is dient gekeken te worden waar een mismatch is tussen de aangemaakte lokalen, en de lokalen op de opgeladen tekening. Dit dient gecorrigeerd te worden, en het proces uit paragraaf 5 dient opnieuw te gebeuren.
Als alles overeenkomt, klik op de “OK”-knop en alle lokalen worden nu gekoppeld op de tekening.
Plannen opladen in het FMIS 13
Sluit dit venster.
5.3. Stap 3: Actieve polygoonlaag kiezen In de laatste stap dient de actieve polygoonlaag gekozen worden, zodat de lokaaloppervlaktes afgeleid kunnen worden en juist weergegeven worden in het “Eigenschappen”-menu van de respectievelijke verdieping. Klik op de toets waarlangs het cijfer “3” staat in de screenshot uit paragraaf 5. Een popup opent zich.
Selecteer de aangegeven polygoon-layer en klik “Ok”. In het scherm “Locatietekening beheren” staat nu een blauw bolletje langs de actieve polygoon-layer.
Plannen opladen in het FMIS 14
De tekening is nu correct opgeladen en gekoppeld met de lokalen.
5.4. Wat doen als iets foutgelopen is tijdens de upload van de tekening Stel dat er een mismatch is tussen de lokalen uit de boomstructuur en die uit de tekening, moet dit gecorrigeerd worden. Wanneer er reeds een bepaalde stap in het proces is bereikt, zijn de layers uit de foutieve tekening wel reeds opgeladen. Deze kunnen verwijderd worden door gebruik te maken van onderstaande knop.
Na confirmatie van de waarschuwing zijn de layers verdwenen en kan het proces uit paragraaf van het begin opnieuw gestart worden.
Plannen opladen in het FMIS 15