nu Stadshart
Krant Maart 2010
P2/3
P4/5
P6/7
P8
Ontmoetingsplaats van cultuur en commercie ‘Hier ben ik vrij om mooie dingen te maken’ Voor ieder wat wils Denken in oplossingen
Het stadshart groeit met de dag Een plek om te ontmoeten en te herinneren Een vuist maken voor duurzaamheid Voelbaar in het centrum Nieuw en energiezuining
Een oude belofte ingelost De eerste 340 paaltjes zijn geslagen Dynamisch moment Investeren in kwaliteit Plannen, Plannen, Plannen
Informatie laagdrempellig Website ‘Erop of eronder’ Planning Colofon
Wethouder Hans Groen in ’t Wout: Na de Hoge Zijde, nu de Lage Zijde
Klaar voor de toekomst De vernieuwde Hoge Zijde is inmiddels zo ingeburgerd in het Alphense stadsbeeld, dat we ons amper voor de geest kunnen halen hoe het er vroeger uitzag. Nu het centrum aan die kant van de Rijn een nieuwe impuls heeft gekregen, maakt de gemeente zich op om de Lage Zijde onder handen te nemen. Hans Groen in ’t Wout, coördinerend wethouder voor het Stadshart, kijkt ernaar uit. “Deze tijd, waarin onze stad meer dan 70.000 inwoners telt, vraagt om andere voorzieningen. Lage en Hoge Zijde worden straks verenigd tot één bruisend centrum. We gaan bouwen aan een veelzijdig Stadshart, dat Alphen aan den Rijn voorziet van dynamiek en aantrekkingskracht. Vinden en binden
“Onze stad is er niet alleen voor de Alphenaar. Zij vervult ook een duidelijke regiofunctie. Dat vraagt om uitnodigende, gevarieerde voorzieningen. Mensen willen er in de eerste plaats vinden wat zij zoeken. Daarna is het de uitdaging om hen te binden aan alles wat het centrum nog meer te bieden heeft. Om dat te bereiken willen we een evenwichtige samensmelting van wonen, werken en recreëren tot stand brengen. Dat kunnen we als gemeente natuurlijk niet alleen. In het Stadshartoverleg schuiven we regelmatig met onze partners rond de tafel. Door deze nauwe samenwerking met bewoners, Winkelstad Alphen, Kamer van Koophandel, VOA, MAB Development, Corio, Bouwfonds ontwikkeling en wonenCentraal genieten de plannen voor de Lage Zijde steeds meer draagvlak. Als initiatiefnemer voert de gemeente de regie, maar al deze partijen voeden elkaar met hun eigen ideeën en hun eigen expertise.”
Water in een glansrol
“Persoonlijk vind ik de terugkeer van het water een prachtig onderdeel van het plan. Door de eeuwen heen heeft men de Oude Rijn steeds meer de rug toegekeerd. Huizen werden gebouwd met hun achterkant aan het water. Daar gaan we nu verandering in brengen met het Waterfront. Door de verbreding van de Kromme Aar en de open vaart naar de Rijn krijgt het water weer de glansrol die het verdient. Een terrasje pikken aan de Lage Zijde krijgt dan dezelfde ontspannen sfeer die we van de Hoge Zijde kennen. Genieten op de wandelpromenade langs de Rijn of met een plezierbootje door het centrum: waar het water vroeger een scheidslijn vormde, legt het straks juist de verbinding.”
Nut en noodzaak
“Het klinkt misschien gek, maar ik ben er juist blij om dat de plannen voor dit Waterfront heel wat tongen losmaken. Dat geldt trouwens ook voor het Cultuurgebouw.
Wanneer de huidige en toekomstige gebruikers zich uitspreken, kunnen we daar als bestuurders iets mee doen. Het dwingt ons om argumenten uit te wisselen en te wegen. Dat is soms inderdaad een moeizaam proces, maar het brengt ons wel dichter bij ons doel: een gewogen besluit dat in de volle breedte tegen het licht is gehouden. Ik ken heel wat mensen die aanvankelijk sceptisch of ronduit afwijzend reageerden, maar die nu overtuigd zijn van het nut en de noodzaak van de plannen. Ik beschouw dat als een erkenning van de meerwaarde die we met dit Stadshart gaan creëren.”
Goed voorbeeld doet volgen
“De Hoge Zijde heeft zich in een paar jaar tijd bewezen als een waardevolle toevoeging voor de bewoners en bezoekers van onze stad. Een recent passantenonderzoek bevestigt dat beeld. Waar de landelijke cijfers een daling laten zien in de bezoekersaantallen van stadscentra, zien we aan de Hoge Zijde een toename van 30% na 2005.
“De ontwikkeling van het centrum houdt meer in dan stenen en cijfers.” Met dat voorbeeld in het achterhoofd willen we snel van start met de vernieuwing van de Lage Zijde. Natuurlijk, voordat alles klaar is, moeten we een periode van bouw- en sloopwerkzaamheden met elkaar overbruggen. Over de planning zullen we goed en tijdig communiceren met de burger. Daarmee maken we de overlast niet minder, maar mensen weten dan wel wat zij kunnen verwachten. Een bereikbaarheidsplan zorgt ervoor dat het gewone leven, wonen en werken in het centrum zoveel mogelijk kan doorgaan.”
Nek uitsteken
“De ontwikkeling van het centrum behelst zoveel meer dan stenen en cijfers. Het gaat over mensen en hun verwachtingen. Als
Wethouder
Hans Groen in ’t Wout
bestuurders moeten we onze nek durven uitsteken voor de toekomst, anders droogt onze stad letterlijk en figuurlijk op. Over een paar jaar beschikt Alphen aan den Rijn over een Stadshart waar veiligheid en duurzaamheid hoog in het vaandel staan. Waar mensen graag en gemakkelijk
komen om te winkelen, maar ook om de gezelligheid van de stad te ervaren. Een ontmoetingsplaats van ontspanning, commercie, recreatie en religie, die ook voor minder validen goed toegankelijk wordt. In deze Stadshartkrant komen vele aspecten van het nieuwe centrum aan bod.”
Informatie over het Stadshart voor alle inwoners van de gemeente Alphen aan den Rijn Stadshartkrant
Cultuurgebouw aan het Thorbeckeplein
Tijdelijke verhuur in de Hooftstraat
Ontmoetingsplaats van cultuur en commercie
‘Hier ben ik vrij om mooie dingen te maken’
De plannen voor een Cultuurgebouw aan het Thorbeckeplein worden steeds concreter. Het is de bedoeling dat de bibliotheek Rijn en Venen, de Streekmuziekschool, de Volksuniversiteit, de Kunsteducatie, het Streekarchief en kunstcollectief STAA er straks een goed onderkomen vinden. Wethouder Blom, verantwoordelijk voor cultuur, ziet een duidelijke toegevoegde waarde, zowel voor het Stadshart als voor de deelnemende organisaties: “Wij willen een Cultuurgebouw bouwen waarin de hele stad zich kan vinden. Een eigentijds gebouw waar jong en oud zich welkom voelen om duizend-en-één dingen te doen. Een ontmoetingsplaats van cultuur en commercie, die inspirerend, levendig, maar ook gewoon gezellig is.”
erLo
Norma Koorengevel is geen type dat haar leven uitstippelt volgens een vastomlijnd plan. Zoals de kunst ooit in haar leven kwam, zo liep zij ook haar huidige atelier in de Hooftstraat tegen het lijf. “Als je maar hard genoeg rammelt, dan gebeurt er altijd iets.”
Norma Koorengevel
Locatie toekomstig cultuurgebouw
Stel je voor
Je brengt je dochter naar pianoles. Terwijl zij schaaft aan haar techniek, drink je even een cappuccino in het Grand Café. Intrigerend werk, daar aan de muur. Kleurrijk. Je buigt je over een krantje en bladert op je gemak door het cursusprogramma. Die workshop over stamboomonderzoek, zou dat wat zijn? Of toch maar fotografie voor beginners? Dan valt je oog op een aankondiging van een literaire avond met één van je favoriete schrijvers. Je besluit om een kaartje te kopen en brengt meteen je boeken terug. Nog maar een cappuccino en ach, die appeltaart heeft jouw dochter verdiend. Volgende week haar eerste uitvoering. Spannend.
hun productaanbod met elkaar uitwisselen, kunnen we een veel breder publiek bedienen. Het is niet de bedoeling dat we in het Cultuurgebouw ieder op ons eigen eilandje verblijven. Nee, we halen de schotten weg en zoeken bewust de synergie op. Met elkaar kunnen we veel effectiever aan onze naamsbekendheid werken en ook de kosten daarvan delen. Ons enige voorbehoud is dat we niet aanzienlijk meer gaan betalen voor huisvesting. Dat zouden we niet kunnen opbrengen en het is bovendien in strijd met onze doelstelling om kwalitatief goede cursussen aan te bieden tegen een betaalbare prijs. Aan die voorwaarde zullen we dus vasthouden.”
Enthousiasme
Open voor publiek
Op dit soort scenario’s stoelt het enthousiasme van Mirjam in ’t Hout, directeur van bibliotheek Rijn en Venen. “Hoe langer we er met elkaar over praten, hoe meer mogelijkheden we zien. Sinds vijf jaar voeren we gesprekken met de gemeente over nieuwbouw. Het huidige gebouw was toen al twee keer te klein en in slechte staat. De uitbreiding van de plannen met andere culturele organisaties hebben wij van begin af aan een goed idee gevonden. Wat je alleen slechts met veel moeite voor elkaar krijgt, doen we daar straks met gemak. Met dit plan doorbreken we de stilte waarmee wij soms toch nog geassocieerd worden.
Geen eilandjes
Gerard Ammerlaan van de Volksuniversiteit deelt die mening: “Wanneer de deelnemende organisaties
2 Stadshartkrant
Frits de Wilde van het Streekarchief kaart ook nog een ander argument aan: “Onze huidige locatie is slecht toegankelijk voor minder validen, terwijl we juist graag een breed publiek ontvangen. Ook voor onze educatieve activiteiten voor scholieren hebben we gewoonweg te weinig ruimte. In het Cultuurgebouw kunnen we die bezwaren ondervangen. Als onze frontoffice daar straks gevestigd is, bevinden wij ons in de directe nabijheid van onze natuurlijke partners. Dat biedt kansen voor combinatieprojecten, die ook onze regionale uitstraling zullen versterken.”
Blijven boeien
Martin van der Zwan van Kunstcollectief STAA ziet mogelijkheden voor zijn achterban, maar ook voor het Alphense publiek. “We zijn zeer gecharmeerd van
het initiatief, omdat we daarmee onze kunstenaars meer mogelijkheden kunnen bieden om hun werk te exposeren. Het Cultuurgebouw zal beduidend meer publiek trekken dan wij nu ontvangen in de Kunstverdieping. Met meer partijen in een aantrekkelijk pand creëren we een meerwaarde, die ons helpt om een brede doelgroep te bereiken. Wij zijn nu bijvoorbeeld een idee aan het uitwerken om vaste tentoonstellingen te combineren met snel wisselende exposities. Met elkaar moeten we er straks voor zorgen dat we mensen blijven boeien.”
Constructief
Piet Brummer van de Streekmuziekschool zit er iets anders in: “Natuurlijk herken ik die voordelen van kruisbestuiving als je verschillende partijen bij elkaar brengt. Dat hebben wij hier in het Oude Raadhuis niet. Evenmin de ruimte voor een Grand Café, maar, wij zitten hier wel in een prachtig gebouw op een perfecte locatie. Dat verklaart mijn reserves. Om dit plan te laten slagen, is de locatie allesbepalend. De grote vraag is of de toegevoegde waarde van de verwachte synergie opweegt tegen de kwaliteit van die nieuwe plek. Om die vraag te beantwoorden, moeten we onze voorwaarden en verwachtingen ten aanzien van het gebouw en de omgeving scherp zien te krijgen. Daaraan wil ik op een constructieve manier bijdragen.”
Schuren in de badkamer
Trots troont Norma haar bezoekers mee door het pand, dat ze tegen een bescheiden vergoeding van de gemeente huurt. “Kijk, in de badkamer schuur en polijst ik mijn beelden. Als je dat thuis zou doen, zit alles meteen onder een dikke laag stof. Hier voel ik me vrij om te denken en te creëren. Boven gebruikt mijn zoon een kamer om te airbrushen. Van bakker Van Vliet mag hij een taart bewerken, bij Hartendief een mooie jas. Er mag dan een hoop gemopperd worden over het verval van de buurt, maar ik vind het inspirerend wat er in deze straat gebeurt. De mensen die hier over de vloer komen, hebben allemaal een verhaal te vertellen. Of dat nu buren, klanten, de kinderen van een partijtje of willekeurige voorbijgangers zijn.”
Leven bij de dag
“Het mooie van Interim Vastgoed is dat ik als kersverse ondernemer de kans krijg om zonder schulden te starten. Natuurlijk, ik weet dat het tijdelijk is, maar daar maak ik me niet meer druk om. In het begin wel hoor. Dan keek ik iedere dag of de opzegbrief al op de mat lag. Nu geniet ik van de kansen die ik hier krijg. Als je mooie dingen mag maken, voel je je vrij van geest. Ik leef bij de dag en laat me graag verrassen.”
Wethouder Robert Blom: Hoe creëren we een gevarieerd winkelbestand
Voor ieder wat wils Het nieuwe Stadshart is ontworpen om uit te groeien tot een aantrekkelijk centrum. Een gevarieerde, evenwichtige verdeling van winkels is daartoe een essentiële voorwaarde. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Wethouder Robert Blom, beoogd voorzitter van de Branche Advies Commissie (BAC), ziet zich gesteld voor een aantal dilemma’s. “Daar gaan we een oplossing voor vinden, samen met de ondernemers in het gebied, want een eenzijdig winkelcentrum willen we koste wat kost voorkomen.” Doelmatig en gezellig
“Mensen mogen straks verwachten dat ze in het Stadshart álles vinden wat ze nodig hebben. Dat vraagt om variatie in aanbod en omvang van de winkels. Grote landelijke ketens naast kleine plaatselijke middenstanders. Een dwarsdoorsnede van alle branches en prijsniveaus. Aparte boetieks naast bekende winkelformules. Om winkelen prettig en uitnodigend te maken, zoeken we naar een mix van doelmatigheid en gezelligheid. Als gemeente hebben we daar wel een stem in, maar die blijft beperkt tot de ondernemer die zich er als eerste vestigt. Wanneer deze vertrekt, treedt de vrije marktwerking in werking. De eigenaar van het pand mag dan verhuren aan wie hij wil,
de mogelijkheden te bespreken en begrip te kweken. Onze belangen lopen niet altijd parallel, maar het belang van diversiteit wordt wel degelijk onderschreven. Vanuit die betrokkenheid met het nieuwe Stadshart zullen we zeker een oplossing vinden.”
Wethouder Robert
Blom
zolang hij maar de randvoorwaarden van het bestemmingsplan respecteert. Dan kunnen ongewenste verdelingen ontstaan, zoals nu het geval is met een onevenredig groot aantal opticiens en gsm-stores.”
Begrip voor belangen
“De gemeente onderzoekt nu verschillende alternatieven, die onze grip op het winkelbestand kunnen versterken. We kunnen bijvoorbeeld stukken grond in erfpacht uitgeven of als eigenaar van winkelpanden optreden. De ultieme oplossing hebben we nog niet voor ogen, maar die is ook afhankelijk van de financiële consequenties. In dit stadium is het vooral belangrijk om in breed verband met ondernemers en winkeliers
Indicatief brancheringspatroon voor de Hoge en Lage Zijde
Ondernemen in het Stadshart
Denken in oplossingen Ondernemers zijn eigenwijs en niet bang om hun mond te roeren. Met dat cliché in het achterhoofd vroegen wij drie winkeliers in het centrum naar hun mening over het nieuwe Stadshart. Drie verschillende verhalen die de kritiek niet schuwen, maar die vooral spreken van betrokkenheid en de noodzaak tot verandering.
‘Alles beter dan een zielloos plein’ “Dat er iets moet gebeuren, staat vast. De gezelligheid in het centrum is ver te zoeken. Het Thorbeckeplein is in mijn ogen een zielloos plein en de Kromme Aar niet meer dan een onopvallende sloot. De ambities om dat grondig aan te pakken, deel ik van harte. Je moet denken in oplossingen. Wat ik als ondernemer alleen lastig vind, is dat de gemeente ons geen enkele harde toezegging kan geven. Er staat niks zwart op wit, dus als mij nu iets zou overkomen, krijg ik natuurlijk nooit meer een koper voor de zaak. Aan de andere kant is ondernemen ook een kwestie van vertrouwen en de samenwerking met het Projectbureau stemt mij wat dat betreft positief. Wij hebben de intentie om straks terug te keren, maar dan aan de overkant van de Hooftstraat. Die overstap maken we pas als de boel hier tegenover weer is opgebouwd. Het is prettig dat ik daar nu van begin af aan bij betrokken ben, zodat wij onze eigen ideeën al met de bouw kunnen meenemen.”
Bert van Gelder van Fancy Picture
Martijn Hagenbeek van Carla’s Koffiesalon
‘Sterke trekkers’
“De bezoekersaantallen lopen hier aan de Lage Zijde merkbaar terug, dus we hebben een goed plan nodig. Daar sta ik voor de volle 100% achter. Ik zie al voor me hoe die brede, rechte toegangsweg het centrum straks gaat openleggen. Prachtig. Als winkelier pleit ik wel voor sterke trekkers. Denk aan een forse parkeergarage onder het plein, vergelijkbaar met de Castellumgarage. En voldoende bekende, professionele bedrijven die klanten binden. Zo’n Cultuurgebouw, dat geeft cachet, maar ik geloof niet dat het voldoende is om bezoekers in grote getale naar het centrum te lokken. Ik vind het ook goed dat onze expertise als winkeliers wordt ingeroepen als het gaat om de routering en inrichting van het nieuwe Stadshart. Ik zou andere ondernemers willen aansporen om lid te worden van de winkeliersvereniging. Als wij samenwerken met elkaar en met de gemeente, geven wij deze plannen een goede fundering. We moeten in Alphen onze nek durven uitsteken, want anders verliezen we het van steden als Gouda en Leiden.”
‘Kom maar over de brug’ “Mijn ouders hadden een zaak aan de Lage Zijde, maar wilden altijd al een tweede winkel. Die kans deed zich voor toen de Hoge Zijde werd opgeleverd. Wij waren de derde winkel die hier open ging. Het is een prachtige, zichtbare locatie met veel traffic en beweging. In 2006 begon de klandizie aan de Van Mandersloostraat echter terug te lopen. We kwamen in de lastige positie dat ik omzet wegkaapte van mijn ouders. We hebben toen besloten om de zaak te verkopen en dat is uiteindelijke de beste keuze geweest die we hadden kunnen maken. Er is hier meer omzet, meer toekomst. Nee, ik vrees de concurrentie van de vernieuwde Lage Zijde niet. Ik denk dat de Hoge Zijde inmiddels een duidelijk gezicht heeft gekregen voor bewoners en bezoekers. Daarmee hebben we flink wat goodwill opgebouwd. Ik vind het juist wel goed dat er meer evenwicht wordt gecreëerd tussen beide helften van het Stadshart. Je merkt toch dat klanten die brug nog steeds als een scheidslijn ervaren en daar kunnen we nog een slag in maken.”
Dennis Wigcherink van Délifrance
Stadshartkrant 3
Waar staan we nu aan de Lage Zijde?
Het Stadshart groeit met de dag Ed ’t Hoen en Jan van Lenten zijn respectievelijk als directeur en senior projectmanager van het Projectbureau Stadshart volledig vergroeid geraakt met de vernieuwing van het centrum. Sinds lange tijd waken zij over de voortgang van het project en brengen zij alle betrokken partijen bij elkaar. Lef
Jan van Lenten: “Al in 1992 formuleerde de gemeente haar toekomstvisie op de stad. We bouwen hier dus niet zomaar iets nieuws. Dit project maakt deel uit van een groter geheel. Ik vind het getuigen van lef dat onze bestuurders breder en verder durven kijken dan hun eigen portefeuille. Sterker nog: dat zij vervolgens ook de moed hebben om daadwerkelijk tot uitvoering over te gaan.”
Grote beslissingen
Ed ’t Hoen: “We hebben nu alle grote beslissingen voor de Lage Zijde genomen. We weten wát we gaan veranderen, maar nog niet precies hoe dat er uit komt te zien.” Jan van Lenten vervolgt: “De komende tijd wordt het plaatje steeds concreter. We nodigen alle Alphenaren van harte uit om dat proces met ons te volgen. Op www.stadshartlagezijde.nl staat een actueel overzicht van de geplande activiteiten en hun fasering. We hebben er ook een digitale maquette opgenomen, die we iedere keer aanpassen aan de laatste schetsen en modellen. Bezoekers kunnen daarmee een goede eerste indruk
mensen om van beide sferen te proeven. Juist in het gebruik van het Stadshart moet een voelbare eenheid tot stand komen. Evenementen die zich uitstrekken over het hele centrum kunnen de verbinding creëren, ook al loopt er een brede rivier doorheen.”
Compliment opdoen, maar moeten zich er niet op vastpinnen. Het Stadshart groeit iedere dag meer naar zijn uiteindelijke vorm toe. De website laat dat voortschrijdende inzicht zien.”
Jan van Lenten: “Ik heb het al eerder gezegd: dit project gaat meer over mensen dan over stenen. Het projectbureau zoekt bewust de interactie
met ondernemers, omwonenden en andere gebruikers van het gebied. Wij maken dankbaar gebruik van hun betrokkenheid en deskundigheid. Het unieke van dit project is, dat er op een opbouwende en open manier met elkaar wordt gecommuniceerd, ook over teleurstellingen. Dat heeft geleid tot het vertrouwen dat we er samen wel uit komen. Misschien vind ik dat wel het grootste compliment dat het projectbureau heeft mogen ontvangen.”
“Onze bestuurders hebben het lef om verder te kijken”. Eigen karakter
Volgens de heren is het een lastige opgave om van de Hoge en Lage Zijde één geheel te maken. Ed ’t Hoen: “Beide centrumgebieden hebben een volstrekt eigen karakter. De Hoge Zijde is vrijgemaakt en vervolgens compleet vernieuwd tot een robuust, grootstedelijk milieu. Aan de Lage Zijde bouwen we voort op een bestaand karakter dat veel intiemer aandoet. Het zijn twee verschillende werelden die echter wel bij elkaar horen. Om die samenhang te benadrukken werken we bijvoorbeeld met dezelfde kleuren steen en vergelijkbaar straatmeubilair. Ook een afwisselende verdeling van de winkels stimuleert
Directeur Projectbureau Stadshart Ed
’t Hoen en senior projectmanager Jan van Lenten
Voormalige Joodse begraafplaats in ere hersteld
Een plek om te ontmoeten en te herinneren Midden in het Stadshart Lage Zijde, aan de Aarkade, komt een bijzondere ontmoetingsplaats. Een plek waar verhalen worden gekoesterd en waar een pijnlijk verleden de ruimte krijgt om te helen. De voormalige Joodse begraafplaats krijgt er een nieuwe betekenis. Deze grond, doordrenkt van zijn geschiedenis, wordt opnieuw ingericht. Hoewel het nog zoeken is naar de vorm, hoopt de ontwerpgroep binnenkort tot een definitief ontwerp te komen. Anke Bakker, initiatiefnemer van het Comité Voormalige Joodse Begraafplaats, is dankbaar dat haar jarenlange strijd tot dit resultaat heeft geleid. Toekomstwaarde
Anke Bakker: “Voor mij is dit een bezielde plaats. De ruiming van de doden destijds, hoewel procedureel wellicht legitiem, was een grove schending van de Joodse cultuur en religie. Dat we die plek nu met respect in ere herstellen, betekent niet alleen veel voor mij, maar ook voor onze stad. Wat er gebeurd is, kunnen we niet ongedaan maken. Het verleden is geweest. Maar dat deze oude plek een toekomstwaarde krijgt, vind ik een mooie gedachte. Alphen aan den Rijn geeft zichzelf daarmee een bijzonder cadeau.”
Verbinding
Maya Savelkoul is vanuit de gemeente betrokken als projectleider. “Het nieuwe Stadshart is niet bedoeld als een jachtige bundeling van wonen, werken en winkelen. Er wordt ook nadrukkelijk ruimte
4 Stadshartkrant
begraafplaats meer, maar we willen wel het verhaal vertellen van wat er is geweest. Dat wil je delen met anderen, maar in de beslotenheid van een herkenbare begrenzing. De grond laten we zoveel mogelijk onaangeroerd, want volgens de Joodse traditie draagt die aarde nog steeds de code van de doden die
er ooit rustten. Hoe we dat allemaal gaan vormgeven, zijn we nu aan het uitkristalliseren, maar het doet ons erg goed dat we zó worden gehoord. Wethouder Hans Groen in ‘t Wout heeft het belang van deze plek naar waarde geschat en daar zijn wij hem ontzettend dankbaar voor.”
gemaakt voor cultuur en bezinning. De voormalige Joodse begraafplaats vervult een rol in dat samenspel van functies. Samen met het metaheerhuisje (ook wel bekend als het Joodse washuisje) en de zes huizen die oorspronkelijk tot het Joodse huizenbezit behoorden, legt deze plek de verbinding tussen oud en nieuw. Om daarvoor een gepaste vorm te vinden, hebben wij drie ontwerpers gevraagd om samen een ontwerp te maken, dat recht doet aan de emoties van toen, maar ook aan de wensen van nu. Het Comité en de omwonenden zijn nauw betrokken bij die gezamenlijke zoektocht.”
Zoektocht
Anke Bakker besluit: “Hoe behoud je de waarde van een historie die feitelijk helemaal weg is? Het ís immers geen
Luchtfoto huidige situatie voormalige Joodse begraafplaats aan de Aarkade
Wethouder Stan Lyczak: Energiezuinig bouwen voor later
Een vuist maken voor duurzaamheid
Wethouder Hub van Wersch: Wonen temidden van stedelijke voorzieningen
Voelbaar in het centrum De statistieken vertellen een verhaal over de Lage Zijde dat aardig overeenkomt met het straatbeeld. In grote lijnen zijn er geen grote verschillen met het gemiddelde beeld van Alphen aan den Rijn, maar de economische waarde ligt er wat lager en het gebied kent een relatief groot aantal alleenstaanden. Wethouder Hub van Wersch, onder andere verantwoordelijk voor volkshuisvesting, ziet daarin een bevestiging van de noodzaak tot vernieuwing: “Dit deel van Alphen mag krachtiger worden. De menging van wonen met typische centrumfuncties is een belangrijke troef om die doelstelling te behalen.” Reuring
Wethouder Stan
Lyczak
Duurzaamheid is een belangrijk thema bij de grootscheepse vernieuwing van het Stadshart. Aan de Lage Zijde zullen flink wat complexen worden gesloopt en plaats maken voor nieuwbouw. Een ingrijpend project, waarbij een zorgvuldige afweging wordt gemaakt tussen duurzaamheid en economisch rendement. Waarom dan zoveel nieuwbouw en niet renoveren? De vraag is aan Stan Lyczak, wethouder van onder meer ruimtelijke ordening en vastgoed. Bouwen voor de toekomst
“Aan de Lage Zijde bevinden zich veel woningen uit de jaren ’50, ’60 en ’70. De kwaliteit daarvan beantwoordt niet meer aan de norm van vandaag de dag. Dat is veelzeggend, want een gemiddelde woning in Nederland gaat zo’n 120 jaar mee. Aanpassen en opwaarderen blijkt onder de streep duurder dan slopen en opnieuw beginnen. Daarnaast kunnen in deze verouderde huizen hedendaagse energiebesparende technologieën gewoonweg niet worden toegepast. Wanneer je deze argumenten weegt, zouden we met een keuze voor renoveren onnodig veel inzet en energie verspillen. Dat is zonde, want we willen bouwen voor de toekomst en niet voor een paar decennia.”
Stelregel
“De gemeente heeft zich voorgenomen om aan de Lage Zijde zo energiezuinig mogelijk te werk te gaan. De uitwerking van die ambitie is een volgende stap. Op dit moment overwegen wij verschillende innovatieve technologieën, zoals warmteterugwinning uit rioolwater of de inzet van krachtcentrales of zonnepanelen. Welke er uiteindelijk toegepast zullen worden, is nu nog niet te zeggen. Op het gebied van milieu hanteert de gemeente de stelregel dat een duurzaam alternatief binnen tien jaar terugverdiend moet kunnen worden. In dat geval doen we het. Die regel staat ons toe om keuzes te maken die economisch gezien wellicht minder rendabel zijn. Als verkoper van de grond kunnen wij ook aan onze partners eisen stellen die verder gaan dan de wettelijke milieuverplichtingen. Met wonenCentraal hebben we daarover al afspraken gemaakt, zodat wij aan de Lage Zijde een vuist kunnen maken voor duurzaamheid.”
“Als je nu laat op de avond over het Thorbeckeplein loopt, is het een verlaten plek zonder sociale ogen. Na sluitingstijd is het er stil en verlaten, omdat er amper mensen wonen. In het nieuwe Stadshart brengen we die woonfunctie nadrukkelijk terug. Zowel de particuliere sector als de sociale woningbouw is hier straks vertegenwoordigd, waardoor er een grote diversiteit ontstaat, zowel in woningtype als in prijsklasse. Er ontstaat een nieuwe woningsamenstelling voor verschillende doelgroepen met een verschillende portemonnee. Zo creëren wij eerlijke kansen voor iedereen die bewust kiest voor de reuring van het centrum.”
Keuzevrijheid
“De huidige complexen van wonenCentraal in dit gebied laten kwalitatief te wensen over. Zowel de huisvesting als de omgeving aan de Lage Zijde gaat er straks enorm op vooruit. Alle bewoners die dat willen, keren terug naar de vernieuwing. Die keuzevrijheid vind ik van wezenlijk belang. Een multifunctioneel stedelijk voorzieningenniveau, met aandacht voor welzijn en cultuur, kan een bron van inspiratie en tevredenheid zijn. De mensen die dat zo ervaren, krijgen in het nieuwe centrum letterlijk en figuurlijk meer ruimte om te wonen.” Wethouder Hub
van Wersch
De ambities van wonenCentraal aan de Lage Zijde
Nieuw en energiezuinig In juni vorig jaar is het bestemmingsplan over het Stadshart Lage Zijde goedgekeurd. Hierin zijn de kaders vastgesteld waarbinnen de inrichting en bebouwing van het gebied moeten plaatsvinden. WonenCentraal is voornemens om hier ongeveer 300 woningen te realiseren, waarvoor ruim 120 oudere woningen moeten wijken. Zo’n ingrijpend project vraagt om een gedegen voorbereiding en uitwerking. Krijn Kraak, procesmanager bij wonenCentraal, licht de status van de plannen toe. Wie wil, mag terugkeren
“Bij al onze sloopprojecten treedt een Sociaal Plan in werking. Dat plan spitsen we toe op de specifieke situatie aan de Lage Zijde, in nauw overleg met het bewonerspanel. Die samenwerking is voor wonenCentraal van wezenlijk belang. Wij willen graag goed en ruim vertegenwoordigd blijven in de binnenstad, maar dan wel in harmonie met de betrokkenen. Een belangrijk uitgangspunt is bijvoorbeeld dat de huurders die willen terugkeren daartoe ook de mogelijkheid krijgen. Wij proberen de bouw vervolgens zo te faseren, dat zij maar één keer hoeven te verhuizen, zonder de tussenstap naar een wisselwoning. De eigenheid van deze wijk is bepalend voor de betrokkenheid van de bewoners. Daaraan willen we graag tegemoet komen met dit soort maatregelen.”
Weerspiegeling van de wijk
Ronald van Aggelen is werkzaam bij Poolen Architekten, het bureau is geselecteerd voor de Lage Zijde: “Het uitdagende van deze opdracht is dat je je moet aanpassen aan de kwaliteiten die de Lage Zijde al heeft. Die moeten weerspiegeld worden in het uiteindelijke ontwerp. Als architect wil je de balans in de wijk niet verstoren of overschaduwen, maar je wilt er wel iets eigentijds aan
toevoegen. We hebben hier te maken met een prachtige landschappelijke context die we zomaar cadeau krijgen. De bomen die er nog staan, het water de Kromme Aar; zij geven de wijk een groen aanzien dat een mooi tegenwicht vormt voor de grootstedelijke ambities uit het Masterplan. Door die combinatie laten wij ons graag inspireren.”
Prettig en betaalbaar
“Let wel, de plannen bevinden zich nog in de voorbereidende fase. Pas later gaan we over tot de definitieve uitwerking en de communicatie daarover. De gemeente en wonenCentraal hebben inmiddels het architectenbureau geselecteerd, dat eind maart het voorlopig ontwerp zal presenteren. Op dat moment zullen we bewoners en omwonenden uitnodigen om kennis te nemen van de plannen. Een uitgangspunt dat ik nu wel al wil aankaarten, is duurzaamheid. Om de woonlastenstijging op de lange termijn binnen de perken te houden, gaan we deze woningen energiezuinig bouwen. Deze ingrepen zijn nodig om prettig en betaalbaar te wonen, nu en later, op deze unieke centrumlocatie.”
Krijn Kraak, Procesmanager bij wonenCentraal
Stadshartkrant
5
Wethouder Michel Du Chatinier: Nieuwbouw Bonifaciusschool brengt nieuwe initiatieven voort
Een oude belofte ingelost Vanuit zijn wettelijke taken op het gebied van onderwijshuisvesting is wethouder Michel du Chatinier nauw betrokken bij de nieuwbouw van de Bonifaciusschool. Hij maakte zich er hard voor dat dit project naar voren werd gehaald, toen het programma voor het omringende gebied aan de Hoge Zijde vertraging opliep. “De ontwikkeling van het Stadshart is mensenwerk. Alle bestuurders zijn erbij betrokken, ieder vanuit zijn eigen portefeuille. Wij hebben er gezamenlijk voor gekozen om de nieuwbouw los te koppelen van de rest van de plannen. Zonder het besluitvormingsproces op andere gebieden te frustreren, hebben wij zo een manier gevonden om onze beloftes aan partners en burgers in te lossen.” Karakteristiek, maar onhoudbaar
“De noodzaak voor een nieuw schoolgebouw bestond al jaren. Het huidige pand is karakteristiek, maar volstrekt achterhaald voor een moderne onderwijsfunctie. Toen de Raad de plannen voor het omliggende gebied wilde laten aanpassen om groen- en waterpartijen te sparen, dreigden mijn afspraken met de SKBA in het gedrang te komen. In goed overleg met programmawethouder Groen in ‘t Wout hebben we de plannen voor de Bonifacius toen losgetrokken van de totaalontwikkeling, zodat de nieuwbouw nagenoeg volgens planning kon doorgaan. We hebben daarbij wel maatregelen genomen om de omwonenden te ontlasten, bijvoorbeeld door de 128 palen te boren in plaats van te heien.”
Brede school
“Naast haar wettelijke taken op het gebied van onderwijs, voert de gemeente ook aanvullend lokaal beleid om gewenste ontwikkelingen op gang te brengen. Zo hebben wij bewust gekozen voor een brede-school-benadering. Dit project is daar een sprekend voorbeeld van. We realiseren een moderne huisvesting voor de school, maar in datzelfde pand krijgen ook andere partijen op het gebied van kinderopvang, sport en muziek een gloednieuw onderkomen. Met Sportspectrum zijn we in overleg over een volstrekt andere aanpak en inrichting van de gymzaal. Dat kan ook in de rest van Alphen een impuls geven aan de vernieuwing van de sport. Zo brengt de nieuwbouw van de Bonifacius allerlei spannende initiatieven voort die elkaar versterken en ondersteunen.” Wethouder Michel
du Chatinier
Start nieuwbouw Bonifaciusschool aan Hoge Zijde
De eerste 340 paaltjes zijn geslagen Eind september 2009 heeft de gemeente een bouwvergunning afgegeven voor de nieuwbouw van de Bonifaciusschool. Deze mijlpaal werd een paar weken later feestelijk gevierd toen de eerste paal de grond in ging. Of beter gezegd: de eerste 340 paaltjes. Als volleerde bouwvakkers betraden de leerlingen op 16 november het terrein, allemaal voorzien van een houten piketpaaltje en een eigen hamer. Met hun laarzen diep in de modder en een helm op het hoofd, vormden zij met elkaar de omtrek van het nieuwe schoolgebouw. Op het startsein van wethouders Groen in ’t Wout en Du Chatinier verdwenen alle paaltjes in de grond, onder vrolijk gelach en luid getimmer.
Algemeen directeur SKBA Jeannette
Meegaan met de tijd
De verwachting is, dat het nieuwe gebouw in het voorjaar van 2011 klaar zal zijn. Tot die tijd zullen de kinderen van de bovenbouw nog de dependance aan de Reigerstraat bezoeken. Ed van Hout, directeur van de Bonifacius, is blij dat alle leerlingen straks onder één dak verenigd zijn. “Sommige ouders rijden nu heen en weer tussen beide locaties en die situatie is natuurlijk niet ideaal. Het pand aan de
6 Stadshartkrant
Paradijslaan beantwoordt ook niet meer aan de eisen van vandaag de dag. Als school zijn we altijd al meegegaan met onze tijd, maar straks geldt dat ook voor ons gebouw. Daar kijken we reikhalzend naar uit; kinderen, ouders en collega’s!”
Hoe groter, hoe hoger
De nieuwe school wordt modern en robuust. Met drie verdiepingen biedt zij onder meer plaats aan veertien groepen,
de Heij en Directeur Bonefatiusschool Ed van Hout
een grote gemeenschappelijke ruimte en een gymzaal. Met het klimmen der jaren gaan de kinderen letterlijk omhoog naar een volgende verdieping. Hoe groter, hoe hoger: daar wordt het gebouw ook op ingericht. De Bonifacius zal deze eigentijdse ruimte straks delen met de SKA, Conbrio en Sportspectrum. Jeannette de Heij, directeur van de Stichting Katholieke Basisscholen Alphen aan den Rijn (SKBA): “Een school is in
onze visie niet alleen een leer- en werkplek, maar vervult ook een spilfunctie in de maatschappij. Wij zijn nu druk bezig met de inrichting van het gebouw en de planning van de verhuizing. Laten we hopen dat de winter niet langer voor vertraging zorgt en dat wij ons volgens planning mogen voorbereiden op deze nieuwe start.”
Burgemeester De Gelder voelt Stadshart al kloppen
Wethouder Paul Schings: De middelen achter de plannen
Dynamisch moment
Investeren in kwaliteit
Bij zijn aantreden als burgemeester trof Wim de Gelder aan de Hoge Zijde al een totaal vernieuwd Stadshart aan: “Ik kan natuurlijk niet goed beoordelen hoe het centrum er vroeger aan deze kant uitzag, maar weet des te beter welke indruk dit stadsdeel op mij als nieuwkomer maakte. Robuust en ambitieus, zo herinner ik mij, en in die eerste kennismaking ben ik daarna niet teleurgesteld.
De keuze om het Stadshart te verfraaien en te verlevendigen, is een keuze voor de lange termijn. Dit centrum is niet iets wat je opbouwt om tien jaar later weer af te breken. Voor Paul Schings, wethouder financiën, is de kwaliteit van het plan doorslaggevend. “Om een project van deze omvang rendabel te maken, Wethouder Paul Schings moeten we er lang van kunnen genieten. Dat kan alleen als we grootschalige verbeteringen doorvoeren, die het voorzieningenniveau omhoog tillen naar moderne maatstaven. Dit plan heeft die kwaliteit. Als wethouder financiën is het mijn taak om te beoordelen of we de financiële ruimte hebben om die ambities te verwezenlijken.”
“Vanuit mijn portefeuille ben ik verantwoordelijk voor veiligheid en communicatie. Beide onderwerpen spelen een grote rol in de plannen voor het Stadshart. Ik vind het belangrijk dat we in Alphen aan den Rijn samen op zoek gaan naar oplossingen en verbeteringen. Wat ervaren we als onveilig en wat doen we eraan? Hoe behouden en versterken we het gunstige economische en culturele klimaat van onze stad? Hoe richten we haar zo in dat we er met een gerust hart kunnen wonen, werken en winkelen?
Burgemeester Wim
Het antwoord op die vragen schuilt voor een belangrijk deel in een heldere communicatie tussen alle betrokken partijen. Als gemeente hebben wij daarin een grote verantwoordelijkheid. Enerzijds om te luisteren naar uw ideeën en verwachtingen; anderzijds om u tijdig op de hoogte te brengen van alle plannen en de eventuele overlast. Wat dat betreft ben ik aangetreden op een dynamisch moment in de geschiedenis van Alphen aan den Rijn. Ik zie ernaar uit om daar in de komende jaren mijn bijdrage aan te leveren.”
Zoektocht naar geld
“De vernieuwing van het Stadshart vergt van de gemeente voornamelijk een eenmalige investering in infrastructuur en randvoorwaarden. De jaarlijks terugkerende lasten zijn redelijk beperkt en de kosten voor bebouwing worden gedragen door projectontwikke√laars. In het exploitatieplan hebben we 30 miljoen vrijgemaakt voor die extra investering in kwaliteit. De kosten voor het Waterfront en het Cultuurgebouw waren daarin nog niet opgenomen. De 32 miljoen die daarvoor nodig waren, konden we volledig financieren met de verkoop van de Nuon-aandelen. Op die manier hebben we het verschil tussen opbrengsten en kosten verantwoord afgedekt en geven we een grote impuls aan de levenskwaliteit van onze stad.”
Achteraf is alles anders
“Natuurlijk, het zijn enorme bedragen. Als je die echter uitsmeert over de voorziene termijn van 50 à 60 jaar, wordt het een heel ander verhaal. Bij dit soort ingrijpende beslissingen heb je altijd te maken met weerstand en scepsis. Dat hebben we bij de Hoge Zijde ook gezien. Daarin trad een kentering op toen mensen het verschil gingen zien en meemaken. Stadspeilingen tonen inmiddels een opwaardering van de Hoge Zijde, terwijl burgers zich steeds negatiever uitlaten over de Lage Zijde. Die kloof moeten we zien te dichten en dat gaan we in de komende jaren doen. Ik denk dat veel mensen ons daarin gelijk gaan geven. Achteraf is het goed dat we het hebben gedaan.”
de Gelder
Veiligheid en bereikbaarheid
Plannen, plannen, plannen Cor Tonkens is projectmanager openbare ruimte bij de Gewone leven gaat door “De bouwperiode stelt ons voor een gemeente. Hij stuurt het proces aan om van het nieuwe bijzondere uitdaging. We proberen Stadshart een veilig, goed bereikbaar en overzichtelijk centrum ervoor te zorgen dat de logistiek en de bedrijvigheid van de bouwplaats te maken. “Veiligheid zit bij de ontwerpers tussen de oren het gewone leven zo min mogelijk als een vanzelfsprekende randvoorwaarde. We hebben een frustreren. Ondernemers willen hun bedrijf ongestoord kunnen uitoefenen, veiligheidsscan van de huidige situatie aan de Lage Zijde hulpdiensten moeten overal kunnen gemaakt om te kijken wat er straks beter kan. Dan kijk je komen en ook de bevoorrading en het bijvoorbeeld naar voldoende en gelijkmatige verlichting, winkelende publiek willen we niet zodat er geen donkere hoeken ontstaan. Verder proberen we doodlopende straten en verborgen plekken te voorkomen, opdat iedereen zich prettig voelt in een overzichtelijke openbare ruimte. Ook de bouw van een openbare toiletvoorziening voorkomt overlast.” Ruimte delen
“Over de verkeersstromen zijn we nu nog in de ontwerpfase. Aan de Hoge Zijde heeft de situatie op de kruising Castellumstraat/
onnodig hinderen. We hebben daar twee oplossingen voor: een strakke integrale planning en communicatie. We stemmen de werkzaamheden zorgvuldig op elkaar af, zodat we alternatieven kunnen bieden via een uitwijkroute of op een naburige locatie. En als er iets mis gaat, hebben alle betrokkenen mijn persoonlijke gsmnummer. Ook dát verstaan we onder bereikbaarheid.”
Julianastraat voor nogal wat ophef gezorgd, maar zo’n sharedspace functioneert prima. Als je de verschillende weggebruikers met belijning een eigen plek toebedeelt, dan gaan zij die ruimte automatisch claimen. Een shared space vraagt om een attente houding, waarbij je rekening houdt met elkaar. In de praktijk leidt dat op zo’n plek tot minder ongelukken. Het is een pittige opgave om een optimale, verkeersveilige openbare ruimte te ontwerpen. Voor die klus staan we nu.”
Cor Tonkens, Projectmanager Openbare Ruimte Stadshartkrant 7
Informatiecentrum Hooftstraat moet groeien
Informatie laagdrempelig Sinds 22 januari is het Informatiecentrum Stadshart Lage Zijde geopend aan de Hooftstraat in graffitigalerie VijfB. Vooralsnog op kleine schaal en met een beperkte openingstijd, maar wel met de bedoeling de komende jaren verder uit te breiden. Hoe?
Ed ’t Hoen: “Daar denken we nog over na. Dat ligt aan de vrijgekomen locaties of aan de toekomstige inrichtingsplannen van het informatiecentrum. Vooralsnog kan iedereen naar het huidige informatiecentrum toe om meer te weten te komen over de herontwikkeling van het plangebied Stadshart Lage Zijde dat de komende jaren op de schop gaat. Uniek is dat we nu samen met graffitigalerie VijfB in één pand zitten. Een doeltreffende combinatie. We willen met de graffiti het plangebied gezelliger en sfeervoller maken. Daarnaast willen we graag de mensen zo goed mogelijk van dienst zijn.”
Website Stadshart Lage Zijde online De herontwikkeling van Stadshart Lage Zijde is nu ook online te volgen. Via www.stadshartlagezijde.nl
Tijden
De openingstijden van het informatiecentrum zijn iedere maandag van 16.00 tot 18.00 uur. Een medewerker van de gemeente is dan aanwezig. Ed ’t Hoen: “Natuurlijk is het in de toekomst de bedoeling dat het informatiecentrum ook op andere dagen en tijden opengaat.”
De website wordt gaandeweg het proces steeds aangepast aan het aanbod van relevante informatie.
Joost Zwanenburg Eigenaar VijfB, Wethouder Hans Groen in ‘t Wout, Directeur Projectbureau Stadshart Ed ’t Hoen
Parkeren in het Stadshart
‘Erop of eronder’ Parkeren is altijd een heikel onderwerp in een centrum dat door verschillende gebruikers drukbezocht wordt. Frans van der Voort, Manager Parkeerbedrijf bij het Projectbureau Stadshart, vertelt welke voorzieningen er worden getroffen tijdens en na de bouw om voldoende parkeergelegenheid te creëren.
fietsen. Net als aan de Hoge Zijde willen we een gratis bewaakte fietsenstalling gaan inrichten. Het liefst zo dicht mogelijk bij het winkelgebied, want mensen willen hun fiets eigenlijk gewoon voor de deur stallen. In die zin voeren we een gevecht om de ruimte, waarin we alle gebruikers willen laten winnen.”
Kwestie van geld
Auto’s en fietsen
“Parkeren is reguleren. Het gaat niet alleen om vierkante meters, maar ook om de intensiteit waarmee deze worden benut. Dat zijn we nu aan de Lage Zijde aan het inventariseren. Hoeveel bezoekers verwachten we? Hoeveel woon- en winkelruimte wordt er gerealiseerd? Daar laten we vervolgens een rekenmodel op los en dat mondt uit in de parkeerbalans. Zo weten we met welke parkeerbehoefte we straks rekening moeten houden. Dat geldt overigens zowel voor auto’s als voor
“Tijdens de werkzaamheden neemt de parkeerdruk in het gebied natuurlijk toe. We creëren tijdelijke terreinen, maar willen mensen ook aanzetten om de overcapaciteit aan de Hoge Zijde te benutten. Dat is dan wel iets langer lopen, maar je weet tenminste dat je de auto kwijt kunt. De uiteindelijke situatie aan de Lage Zijde is nog onzeker. We bekijken de mogelijkheden van een ondergrondse parkeergarage onder het Thorbeckeplein en van extra lagen op de Aarhof. Dat is natuurlijk ook een kwestie van geld.
Parkeergarage Castellum aan de Hoge Zijde is een groot succes, maar het is wel een miljoenenbak. Wanneer je de tarieven laag wilt houden, zowel voor kort parkeren als voor vergunninghouders, is een kostendekkende exploitatie moeilijk. Dat geldt zeker voor ondergrondse voorzieningen. In mijn vak is het dus ook letterlijk erop of eronder, afhankelijk van de middelen en de ruimte die we tot onze beschikking hebben.”
Frans van der Voort Manager Parkeerbedrijf
PLANNING 2010
2011
2012
2013
2014
2014
Start sloop woningen Thorbeckestraat 99 t/m 109. Start informeren huurders wonenCentraal.
Start doortrekken Thorbeckestraat, tweede bouwblok hoek Thorbeckestraat-Oranje Nassausingel Zuidzijde, sloop Triangel, kantoorgebouw De Aar en start bouw Triangel.
Waterfront, start parkeertoren kantoorgebouw. De Aar, herstructurering Aarhof.
Sloop Thorbeckegebouw en start aanleg Waterfront.
Vervolg aanleg Waterfront, verbreding Kromme Aar en start bouw Thorbeckegebouw.
Start bouw Aarplein.
Impressies uit het Beeldregiedocument
Colofon Deze Stadshartkrant is een eenmalige uitgave in 2010 en is bedoeld om inwoners van de gemeente Alphen aan den Rijn te informeren over de ontwikkelingen in het Stadshart.
Eindredactie Yolande van Mil, Projectbureau Stadshart gemeente Alphen aan den Rijn Tekst Esther Daniëls, JC13 (onderdeel van Creatieve Geesten), Alphen aan den Rijn Vormgeving Mission SCD b.v., Den Haag Fotografie Martin Sharott, Louis van Amerongen en Walter Planije Oplage 36.000 stuks