- De leidinggevende kijkt vooruit, onderbouwt een planning, houdt rekening met potentiële invloedfactoren, visualiseert en communiceert deze duidelijk en begrijpbaar aan de medewerkers. 9 - De leidinggevende koppelt aan deze planning, doelstellingen & prioriteiten, een duidelijke taakverdeling, een tijdschema, vereisten, verantwoordelijkheden, randvoorwaarden, rapportering en/of opvolging.
NIV EA
D
7
re 2
- De leidinggevende heeft een uitvoeringsplanning in zijn hoofd en weet wat er dient gedaan te worden op korte termijn. - Houdt zich doorgaans aan VE de planning die hij/zij in zijn/ I N e haar hoofd heeft. or - Informeert de medewerkers Sc over de planning, de vooruitzichten en eventuele opdrachten van S c o re 4 hogerhand als dat nodig is om hen bij
or
B
3
A
Sc
AU
VE
C
NI
U
e
6
S co
re 5
S co
Score 8
1 re
Plannen & organiseren
S co r e
- De leidinggevende kijkt vooruit en heeft een duidelijk planning. - Formuleert doelstellingen en/of prioriteiten. - De leidinggevende maakt deze planning, prioriteiten doorgaans ook kenbaar aan de medewerkers. - Denkt vooraf na over mogelijke knelpunten, randvoorwaarden en succesfactoren en verwerkt deze in de planning.
A
U
AU
Sc or e
re10 Sco
- De leidinggevende organiseert de uit te voeren taken en het te presteren werk van dag tot dag, en laat zich hierbij hoofdzakelijk leiden door intuïtie Sc en ervaring. o NIV - Formuleert nagenoeg nooit E duidelijke doelstellingen. - Anticipeert hoofdzakelijk reactief op probleemsituaties die te maken hebben met de uitvoering van het werk.
- De leidinggevende laat de zaken op zijn beloop.
NIV EA
re 2
7 or
B
e
NI
S co
re 5
S c o re 4
VE
Sc
e
3
A
Sc
AU
VE
C
NI
U
6
or
S co
Score 8
D
Opvolgen & bijsturen
S co r e
- De leidinggevende volgt de realisatie van doelstellingen, de uitvoering van de taken en de werking regelmatig op. Zelfs wanneer er geen problemen zijn of dreigen.
Sc o
AU
Sc or e
NIV E
1 re
- De leidinggevende volgt de realisatie van doelstellingen, de taakuitvoering en de re10 (samen-)werking nagenoeg permaSco nent op, en kan daardoor snel en 9 adequaat bijsturen. A - Tracht daarbij ook snel U mogelijke problemen in te schatten nog voor ze zich (kunnen) stellen.
- De leidinggevende komt enkel tussen wanneer er iets fout gaan in de taakuitvoering of bij de werking.
NIV E
NIV EA
- De leidinggevende bekijkt het (productie of dienstverlening-) proces breed en stemt de onderlinge samenwerking af door op het juiste moment individuele opdrachten te geven.
re 2
7
or
B
e
NI
S co
re 5
S c o re 4
VE
Sc
e
3
A
Sc
AU
VE
C
NI
U
6
or
S co
Score 8
D
S co r e
- De leidinggevende bekijkt het gehele plaatje, en zorg ervoor dat alle medewerkers weten wat hun taak in het geheel is. - De leidinggevende draagt er zorg voor dat medewerkers ook van elkaar weten welke taken en richtlijnen ze hebben en op welke wijze ze moeten samenwerken. - Ik organiseer indien nodig teamgesprekken om eventuele samenwerkingsverbanden en/of richtlijnen te bespreken.
1 re
Sc or e
- De leidinggevende heeft hoofdzakelijk oog voor de individuele taken en opdrachten van het moment. Sc o
AU
- De leidinggevende kijkt ook vooruit en schat eventuele risico’s en knelpunten in. - De leidinggevende brengt de betrokken medewerre10 kers samen, stelt duidelijk (actie-) plannen op met Sco daarin een duidelijke timing, doelstellingen en/of prioriteiten, verantwoordelijkheden, 9 aandachtspunten van uitvoering en samenwerking. A - De leidinggevende ziet toe op de U uitvoering van dit plan, stuurt bij waar nodig en draagt bij tot evaluatie en bijsturing in samenwerking met de betrokken medewerkers/diensten. - De leidinggevende heeft oog voor de details als het globale plan of kader. Coördineren
Sc or e
NIV EA
D - De leidinggevende evalueert af en toe de taakuitvoering, het werk en de samenwerking. - Naar aanleiding hiervan voert de leidinggevende bijsturingen door naar eigen inzicht.
re 2
7 or
B
e
NI
S co
re 5
S c o re 4
VE
Sc
e
3
A
Sc
AU
VE
C
NI
U
6
or
S co
Score 8
Sc o 1 re
NIV E
S co r e
- De leidinggevende evalueert regelmatig de taakuitvoering, het werk en de samenwerking. - De evaluatiegegevens worden nagenoeg altijd aangewend om de werking en de samenwerking te verbeteren of om problemen in de toekomst te voorkomen.
- De leidinggevende evalueert amper.
AU
- De leidinggevende evalueert op geregelde tijdstippen de werking, de samenwerking en het eigen functioneren als leidinggevende. De leidinggevende re10 Sco doet dit in samenwerking met alle andere medewerkers. 9 - De evaluatiegegevens worden strucA tureel en formeel aangewend om te U verbeteren of om problemen in de toekomst te voorkomen. - Dit zowel binnen het eigen team/de afdeling of in de samenwerking met andere teams, units of afdelingen. Evalueren
- De leidinggevende rapporteert nauwelijks of niet aan het middenmanagement of de directie. Sc o
NIV EA
D re 2
7 or
B
e
NI
S co
re 5
S c o re 4
VE
Sc
e
3
A
Sc
AU
VE
C
NI
U
6
or
S co
Score 8
1 re
Rapporteren
S co r e
- De leidinggevende rapporteert spontaan de gevraagde gegevens aan het middenmanagement.
NIV E
A
U
AU
Sc or e
- De leidinggevende rapporteert spontaan en stelselmatig de gevraagde gegere10 vens en andere relevante informaSco tie aan het middenmanagement 9 en aan de directie.
- De leidinggevende rapporteert op verzoek de gevraagde gegevens aan het middenmanagement of de directie.
NIV EA
Sc or e
Sc o
D
7
re 2
- De leidinggevende delegeert slechts enkele taken indien echt nodig omwille van overbelasting. De leidinggevende gaat VE na in welke mate de gedeNI e legeerde taken naar behoren or Sc of volgens de afspraken werden uitgevoerd. S c o re 4
or
B
3
A
Sc
AU
VE
C
NI
U
e
6
S co
re 5
S co
Score 8
NIV E
1 re
S co r e
- De leidinggevende delegeert stelselmatig een aantal taken, en geeft hierbij duidelijke richtlijnen omtrent uitvoering en terugkoppeling door de medewerker(s).
- De leidinggevende doet alles liefst zelf.
AU
- De leidinggevende delegeert stelselmatig alle taken die in aanmerking komen om te delegeren. - De leidinggevende maakt hierbij duidelijke re10 afspraken omtrent uitvoering, deadlines, Sco bevoegdheden, verantwoordelijkhe9 den, validatiemomenten, interne A communicatie, kostenmarges, enz.. U - De leidinggevende maakt hierbij ook duidelijke afspraken rond de terugkoppeling naar hem/haar, het uitlokken van go/no-go momenten en de rapportering in globo. Delegeren
Sc or e
NIV EA
D re 2
7 or
B
e
NI
S co
re 5
S c o re 4
VE
Sc
e
3
A
Sc
AU
VE
C
NI
U
6
or
S co
Score 8
Sc o 1 re
NIV E
S co r e
- De leidinggevende verdeelt taken in wederzijds overleg met de medewerkers. - De leidinggevende tracht hen hierbij stimuleren om het werk of de taak zo goed als mogelijk te laten uitvoeren.
- De leidinggevende verdeelt taken en geeft opdrachten.
AU
- De leidinggevende stimuleert zijn medewerkers op een positieve wijze. Taken worden met de medewerkers re10 Sco besproken en vastgelegd. - De leidinggevende geeft de 9 medewerkers inspraak en A initiatiefruimte in het uitvoeU ringsproces. - De leidinggevende slaagt erin het werk en de taken uitdagend en interessant te maken voor de medewerkers. Motiveren
- De leidinggevende verdeelt taken en geeft daarbij uitleg over het hoe, het waarom en het globale proces waarin de taak kadert.
D
NIV EA
Sc or e
AU
Begeleiden & ondersteunen re 2
7
or
B
e
NI
S co
re 5
S c o re 4
VE
Sc
e
3
A
Sc
AU
VE
C
NI
U
or
S co
Score 8
NIV E
A
U
S co r e
- De leidinggevende gaat regelmatig spontaan na of medewerkers steun, raad of middelen nodig hebben. - De leidinggevende doet alles wat in zijn/haar kennis, 6 vaardigheden en bevoegdheden ligt om (reactief ) invulling te geven aan de noden en ondersteuningsbehoeften van de medewerkers.
- De leidinggevende trekt zich weinig aan van de problemen en hindernissen die de medewerkers ondervinden in de Sc werking en de samenwerking. o
re10 Sco
1 re
- De leidinggevende gaat spontaan en permanent na aan welke ondersteuning, raad of middelen de medewerkers behoefte hebben of 9 mogelijks zullen hebben. - De leidinggevende speelt hier zowel proactief als reactief op in en doet alles wat in zijn/ haar mogelijkheden ligt om invulling te geven aan deze noden en behoeften.
- De leidinggevende steunt de medewerker(s) wanneer deze een probleem heeft (hebben) of wanneer er zich een probleem in de samenwerking voordoet.
D
NIV EA
Sc or e
A
U
Sc o
AU
Overleg plegen re 2
7 or
B
e
NI
S co
re 5
S c o re 4
VE
Sc
e
3
A
Sc
AU
VE
C
NI
U
6
or
S co
Score 8
NIV E
S co r e
- De leidinggevende overlegt stelselmatig met de medewerkers en zijn/haar leidinggevende(n).
- De leidinggevende houdt geen enkele vorm van overleg.
re10 Sco
1 re
- De leidinggevende overlegt stelselmatig met alle medewerkers en met zijn/haar leidinggevende(n). - Organiseert regelmatig een 9 breed horizontaal overleg waarbij ervaringsuitwisseling, het delen van knelpunten/oplossingen en een samenwerking wordt gestimuleerd.
- De leidinggevende overlegt wanneer dat echt nodig is met de betrokken medewerker(s) en of zijn/haar leidinggevende(n).
NIV EA
re 2
7 or
B
e
NI
S co
re 5
S c o re 4
VE
Sc
e
3
A
Sc
AU
VE
C
NI
U
6
or
S co
Score 8
D
initiatief stimuleren
S co r e
- De leidinggevende maakt de medewerkers bewust van de globale werking en organiseert en stimuleert een goede en duidelijke samenwerking tussen de medewerkers.
AU
Sc or e
1 re
- De leidinggevende weet wat er moet - De leidinggevende stimuleert permanent gebeuren en geeft individuele ophorizontale samenwerking en comple0 re1 drachten met betrekking tot de mentariteit tussen de medewerkers. o c S Sc individuele taken. - De leidinggevende deelt het o 9 totaalplaatje omtrent de NIV A E globale werking met de U medewerkers en geeft hen initiatiefruimte om binnen dit kader spontane verbeterinitiatieven te nemen. Samenwerking &
De leidinggevende weet wat er moet gebeuren en organiseert samenwerking tussen de medewerkers wanneer dat opgelegd of strikt noodzakelijk is.
NIV EA
A
U
Sc o
D
Betrokkenheid met de medewerkers
- De leidinggevende toont de nodige interesse wanneer er zich problemen voordoen en komt dan tussen. - Is ook zelf aanspreekbaar voor de medewerkers bij problemen en conflicten.
re 2
7 or
B
e
NI
S co
re 5
S c o re 4
VE
Sc
e
3
A
Sc
AU
VE
C
NI
U
6
or
S co
Score 8
NIV E
1 re
9
S co r e
- De leidinggevende zoekt doorgaans actief contact met de medewerkers en de werkvloer, luistert naar wat men wil zeggen, toont interesse en voelt zich betrokken bij hetgeen zich afspeelt op de werkvloer.
- De leidinggevende trekt zich terug en laat de samenwerking op zijn beloop.
re10 Sco
AU
Sc or e
- De leidinggevende werkt als het ware tussen de medewerkers, weet wat er leeft, zoekt contact en is ook steeds aanspreekbaar.
D
NIV EA
Sc or e
A
U
Sc o
AU
Informeren re 2
7 or
B
e
NI
S co
re 5
S c o re 4
VE
Sc
e
3
A
Sc
AU
VE
C
NI
U
6
or
S co
Score 8
NIV E
S co r e
- De leidinggevende communiceert stelselmatig alle relevante informatie met de betrokken medewerkers en/of leiding.
- De leidinggevende houdt relevante informatie bij.
re10 Sco
1 re
- De leidinggevende communiceert en informeert permanent alle relevante en interessante informatie en gegevens met alle medewerkers en 9 de leiding.
- De leidinggevende communiceert relevante informatie bij problemen of op vraag van de medewerkers en/of de leiding.
NIV EA
- De leidinggevende bespreekt taken en opdrachten en houdt rekening met voorstellen van de betrokken uitvoerders, zelfs indien die afwijken van de gebruikelijke aanpak of traditionele benaderingen.
re 2
7 or
B
e
NI
S co
re 5
S c o re 4
VE
Sc
e
3
A
Sc
AU
VE
C
NI U
6
or
S co
Score 8
D
vernieuwing stimuleren
S co r e
- De leidinggevende bespreekt taken, opdrachten, en de globale werking met de medewerkers. - De leidinggevende geeft hen hierbij de ruimte om nieuwe toepassingen of benaderingen te proberen.
AU
Sc or e
1 re
- De leidinggevende geeft taken en op- De leidinggevende stimuleert permanent drachten en ziet toe op de strikte vernieuwing en creativiteit door met 0 re1 uitvoering ervan. de betrokken medewerkers te o c S Sc brainstormen over, door nieuwe o 9 ideeën te stimuleren en te NIV A E belonen. U - Creëert ruimte waarin de medewerkers initiatief kunnen nemen en kunnen experimenteren met Creativiteit & verbeteringen.