PIMCO Funds: Global Investors Series plc Prospectus 26 september 2014
PIMCO Funds: Global Investors Series plc is een overkoepelende beleggingsvennootschap van het open type met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de Fondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928. De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc, wiens namen worden vermeld onder de titel ‘Bestuurders van de Vennootschap en de Beheerder’, accepteren de verantwoordelijkheid voor de informatie die in dit Prospectus is vervat. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
791650v2
DIT PROSPECTUS IS BELANGRIJK. ALS U TWIJFELT OVER DE INHOUD VAN DIT PROSPECTUS EN ENIGE SUPPLEMENTEN, DE RISICO’S DIE GEPAARD GAAN MET EEN BELEGGING IN DE VENNOOTSCHAP OF DE GESCHIKTHEID VAN EEN BELEGGING IN DE VENNOOTSCHAP VOOR U, DIENT U UW EFFECTENMAKELAAR, BANKDIRECTEUR, ADVOCAAT, ACCOUNTANT OF ANDERE FINANCIEEL ADVISEUR TE RAADPLEGEN. Gedefinieerde begrippen die in dit Prospectus en enige Supplementen worden gebruikt, hebben de betekenis zoals die aan de begrippen is toegewezen in het deel ‘Definities’. Goedkeuring door de Centrale Bank De Vennootschap is een beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal van het open type en met gescheiden aansprakelijkheid tussen Fondsen, opgericht op 10 december 1997 en in Ierland goedgekeurd door de Centrale Bank als een instelling voor collectieve belegging in effecten krachtens de Verordeningen (Instellingen voor Collectieve Belegging in Effecten) van de Europese Gemeenschappen van 2011 (S.I.-nr. 352 van 2011), zoals gewijzigd. Deze goedkeuring is geen bekrachtiging of garantie van de Vennootschap door de Centrale Bank, noch is de Centrale Bank verantwoordelijk voor de inhoud van dit Prospectus. De goedkeuring van de Vennootschap is geen waarborg door de Centrale Bank met betrekking tot de prestaties van de Vennootschap en de Centrale Bank is niet aansprakelijk voor de prestaties of het in gebreke blijven van de Vennootschap. Het Prospectus Dit Prospectus en enige Supplementen mogen niet worden gebruikt als aanbod of uitnodiging tot het doen van een aanbod in een rechtsgebied of in omstandigheden waarin een dergelijk aanbod of een dergelijke uitnodiging tot het doen van een aanbod onwettig of ongeoorloofd is. Alle informatie en verklaringen die worden verstrekt of gedaan door een handelaar, verkoper of andere persoon die niet in dit Prospectus wordt vermeld, noch in de verslagen en rekeningen van de Vennootschap die hier deel van uitmaken, dienen te worden beschouwd als ongeoorloofd en dienovereenkomstig mogen beslissingen hier niet op worden gebaseerd. De levering van dit Prospectus, het aanbod, de uitgifte of de verkoop van Aandelen zal in geen geval een verklaring vormen dat de informatie in dit Prospectus of enig Supplement correct is op enig tijdstip na de datum van dit Prospectus. Dit Prospectus kan van tijd tot tijd worden bijgewerkt, en potentiële beleggers dienen bij de Beheerder inlichtingen in te winnen over de uitgifte van een eventueel recenter Prospectus of van recentere Supplementen, of over de uitgifte van enige verslagen en rekeningen van de Vennootschap. Dit Prospectus en enige Supplementen kunnen in andere talen worden vertaald. Dergelijke vertalingen bevatten alleen dezelfde informatie en hebben dezelfde betekenis als het Prospectus en de Supplementen in het Engels. Als er verschillen zijn tussen het Prospectus en de Supplementen in het Engels en het Prospectus en de Supplementen in een andere taal, dan hebben het Prospectus en de Supplementen in het Engels voorrang, tenzij voor zover (en alleen voor zover) door de wetgeving van een rechtsgebied, inclusief de voorschriften of vereisten van de financiële regelgevende instantie van dat rechtsgebied waar de Aandelen worden verkocht, wordt vereist dat voor acties die gebaseerd zijn op verstrekte informatie in het Prospectus/Supplement in een andere taal dan het Engels, de taal van het Prospectus/Supplement waarop de betreffende actie gebaseerd is, voorrang heeft. In het Supplement voor elk Fonds is er een tabel opgenomen waarin gedetailleerde informatie wordt verstrekt over elk Fonds en de respectieve aangeboden Aandelenklassen, evenals de valuta waarin de Aandelenklassen zullen luiden. Binnen elke Klasse kan de Vennootschap zowel Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren) als Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven, behalve voor het US Government Money Market Fund, waarvoor alleen Uitkeringsaandelen worden uitgegeven. De waarde van en de inkomsten uit Aandelen in de Vennootschap kunnen zowel dalen als stijgen en het is mogelijk dat u het in de Vennootschap belegde bedrag niet terugkrijgt. Alvorens in de Vennootschap te beleggen, dient u de risico’s die met een dergelijke belegging gepaard gaan, in overweging te nemen. Het verschil dat op enig moment bestaat tussen de verkoopprijs en de terugkoopprijs van Aandelen, betekent dat de belegging in een Fonds moet worden beschouwd als een belegging op middellange tot lange termijn. Raadpleeg de delen ‘Algemene risicofactoren’, ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’.
2
Potentiële beleggers dienen zichzelf te informeren over (a) de mogelijke fiscale gevolgen, (b) de wettelijke vereisten, (c) eventuele deviezenbeperkingen of eisen inzake deviezencontrole en (d) alle overige vereiste overheids- of andere toestemmingen of formaliteiten waarmee zij te maken kunnen krijgen volgens de wetgeving van het land waar ze zijn opgericht, waarvan zij staatsburger of ingezetene zijn of waar zij hun domicilie hebben, en die relevant kunnen zijn voor de inschrijving op en de aankoop, het bezit of de vervreemding van Aandelen. Indien toegestaan door de toepasselijke wet- of regelgeving kunnen tussenpersonen of adviseurs die financieel advies bieden, kosten of vergoedingen aanrekenen met betrekking tot de belegging van een Aandeelhouder in de Vennootschap, zoals trailvergoedingen. Als de toepasselijke wet- of regelgeving de betaling of ontvangst van dergelijke kosten of vergoedingen met betrekking tot de Aandelenklassen in de Vennootschap waaraan zij advies verstrekken verbiedt, moeten de tussenpersonen of adviseurs erop toezien dat dergelijke beperkingen worden nageleefd. In dit opzicht moeten de tussenpersonen of adviseurs zekerstellen dat zij alle toepasselijke wetten en regels naleven, inclusief dat de kostenstructuur van de betrokken Aandelenklassen geschikt is voor naleving van dergelijke wetten en regels. Personen die Ierse Ingezetenen zijn of die hun Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland hebben, mogen Aandelen verwerven op voorwaarde dat deze worden verworven en gehouden via een Erkend Clearingsysteem. Vrijgestelde Ierse Ingezetenen kunnen Aandelen direct van de Vennootschap verwerven. Aanvragers die Ierse Ingezetenen zijn, hun Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland hebben of Vrijgestelde Ierse Ingezetenen zijn, dienen een verklaring af te leggen over hun desbetreffende status. Notering aan de Irish Stock Exchange Bepaalde Aandelenklassen worden genoteerd aan de Irish Stock Exchange. De details van de noteringen zijn vermeld in het betreffende Supplement voor elk Fonds. Er is geen aanvraag ingediend voor notering van de Aandelen van de Vennootschap op andere beurzen. De Bestuurders verwachten niet dat er een actieve secundaire markt voor Aandelen zich zal ontwikkelen. Noch de toelating van de Aandelen van de Vennootschap tot de notering op de Officiële Lijst en de handel op de Belangrijkste Effectenmarkt, noch de goedkeuring van het Prospectus krachtens de noteringsvereisten van de Irish Stock Exchange Limited, vormt enige waarborg of verklaring van de Irish Stock Exchange Limited over de competentie van de dienstverleners of enige andere partij die verbonden is met de Vennootschap, de toereikendheid van de informatie in dit Prospectus of de geschiktheid van de Vennootschap voor beleggingsdoeleinden. Verenigde Staten De Aandelen zijn niet en zullen niet worden geregistreerd in het kader van de Wet van 1933, of in het kader van enige toepasselijke wetten op staatsniveau, en de Aandelen mogen niet worden overgedragen, aangeboden of verkocht in de Verenigde Staten (inclusief hun territoria en bezittingen) of direct of indirect aan of ten gunste van een Amerikaanse Persoon (‘U.S. Person’) (zoals dat begrip wordt gebruikt in Regulation S van de Wet van 1933), behalve ingevolge registratie of krachtens een vrijstelling. De Vennootschap is niet en zal niet worden geregistreerd in het kader van de Wet van 1940, en beleggers hebben geen recht op het voordeel van registratie in het kader van de Wet van 1940. De Vennootschap behoudt zich het recht voor om haar Aandelen onderhands te plaatsen bij een beperkt aantal of een categorie van Amerikaanse Personen. De Aandelen zijn niet goedgekeurd of afgekeurd door de Amerikaanse Securities and Exchange Commission, enige effectencommissie in een staat van de VS of een Amerikaanse regelgevende instantie, noch heeft een van de voornoemde instanties een uitspraak gedaan over de verdiensten van dit aanbod of de nauwkeurigheid of geschiktheid van deze aanbiedingsdocumenten, of deze bekrachtigd. Enige andere bewering hieromtrent is onrechtmatig. De Statuten verlenen de Bestuurders bevoegdheden om beperkingen op te leggen op de aandelenparticipaties door (en bijgevolg om Aandelen terug te kopen die worden gehouden door) of de overdracht van Aandelen aan enige Amerikaanse Persoon (tenzij dat in het kader van bepaalde uitzonderingen volgens het recht van de Verenigde Staten is toegestaan) of door enige persoon die de wetten of vereisten van enig land of enige overheidsinstantie lijkt te schenden, of door enige persoon of personen in omstandigheden (ongeacht of die direct of indirect een invloed hebben op die persoon of personen, en ongeacht of ze alleen zijn genomen of samen met enige andere, al dan niet verbonden personen, of enige andere omstandigheden die volgens de Bestuurders relevant zijn) die, naar het oordeel van de Bestuurders, tot gevolg kunnen hebben dat de Vennootschap belasting verschuldigd wordt of enig ander geldelijk nadeel lijdt dat de Vennootschap anders niet verschuldigd zou zijn geweest of zou hebben geleden.
3
Betrouwbaarheid van advies over Amerikaanse federale belastingen in dit Prospectus voor beleggers Informatieverschaffing volgens Circulaire 230 van de IRS: De bespreking in dit Prospectus van Amerikaanse federale belastingoverwegingen is niet bedoeld of geschreven om te worden gebruikt, en mag niet worden gebruikt om boetes te vermijden. De bespreking is geschreven om de promotie of marketing van de in dit document besproken transacties of kwesties te ondersteunen. Elke belastingplichtige dient bij een onafhankelijke belastingadviseur advies in te winnen over de Amerikaanse federale belastingen, op basis van zijn eigen bijzondere omstandigheden. Alle Aandeelhouders zijn gerechtigd tot het voordeel van, zijn gebonden door en worden geacht kennis te hebben genomen van de bepalingen van de Oprichtingsakte en de Statuten van de Vennootschap, waarvan er op verzoek exemplaren kunnen worden verkregen op het hoofdkantoor van de Vennootschap en bij de Administrateur. Indien u hulp nodig hebt of vragen hebt over de Fondsen, kunt u contact opnemen met de Administrateur op het adres en telefoonnummer zoals vermeld op de achterkant van dit Prospectus.
Beperkingen op de verkoop in bepaalde rechtsgebieden Kennisgeving aan Australische Ingezetenen De Vennootschap is niet geregistreerd als buitenlandse onderneming in Australië. De terbeschikkingstelling van dit Prospectus aan enig persoon vormt geen aanbod van Aandelen in gevallen waarin het onwettig zou zijn om een dergelijk aanbod of verzoek aan de betreffende persoon te doen. Een dergelijk aanbod of verzoek zal alleen worden gedaan aan een persoon in Australië als die persoon: (i) een ervaren of professionele belegger is in de zin van deel 708 van de Vennootschapswet van Australië; en (ii) een groothandelscliënt is in de zin van deel 761G van de Vennootschapswet van Australië (de ‘Vennootschapswet’). Dit Prospectus mag niet direct of indirect worden verdeeld onder of doorgegeven aan andere categorieën van personen in Australië (in het bijzonder aan personen die retailcliënten zijn in het kader van de Vennootschapswet). Geen enkele persoon die deel uitmaakt van zo’n andere categorie of een retailcliënt komt in aanmerking voor inschrijving op of het bezit van Aandelen in de Vennootschap. Er zijn geen annuleringsrechten of vergelijkbare rechten voor beleggers in Aandelen van de Vennootschap. Dit Prospectus is geen informatiedocument conform Hoofdstuk 6D van de Vennootschapswet of een productinformatieverklaring conform Deel 7.9 van de Vennootschapswet. Het Prospectus is niet verplicht alle informatie te bevatten, en doet dat ook niet, die vereist zou zijn in een informatiedocument of een productinformatiedocument. Het is niet ingediend bij de Australian Securities and Investments Commission. Een persoon aan wie Aandelen zijn uitgegeven of verkocht, mag niet binnen 12 maanden na de uitgifte een of meerdere van deze Aandelen aanbieden, overdragen of toewijzen aan beleggers in Australië, behalve in omstandigheden waarin de informatieverstrekking aan beleggers niet verplicht is in het kader van de Vennootschapswet. Geen enkele persoon naar wie in dit Prospectus wordt verwezen heeft een Australische vergunning voor financiële diensten, behalve PIMCO Australia Pty Ltd. De informatie in dit Prospectus is opgesteld zonder rekening te houden met de beleggingsdoelstellingen, financiële situatie of bijzondere behoeften van welke belegger dan ook. De ontvangers van dit Prospectus moeten dit Prospectus lezen, zich baseren op hun eigen inlichtingen en overwegen of het noodzakelijk is om onafhankelijk juridisch, financieel en fiscaal advies in te winnen over de deelneming in een Fonds van dit type, voordat zij een beleggingsbeslissing nemen. Dit Prospectus is niet specifiek opgesteld voor Australische beleggers. Het (i) bevat verwijzingen naar bedragen in dollars die niet in Australische dollar luiden; (ii) kan financiële informatie bevatten die niet is opgesteld in overeenstemming met Australisch recht of praktijken; (iii) kan risico’s die verbonden zijn aan het beleggen in beleggingen die in een vreemde valuta luiden onbehandeld laten; en (iv) behandelt geen Australische belastingonderwerpen. Niets in dit Prospectus vormt, of kan worden vertrouwd als zijnde, een belofte of een verklaring of een garantie voor of over een toekomstige gebeurtenis.
4
INHOUDSOPGAVE DEFINITIES............................................................................................................................................................... 7 INLEIDING EN SAMENVATTING............................................................................................................................ 20 DE VENNOOTSCHAP ............................................................................................................................................... 20 DURATION ............................................................................................................................................................. 20 KREDIETRATINGS ................................................................................................................................................... 21 BELEGGINGSDOELSTELLINGEN EN -BELEID .................................................................................................... 22 ALGEMEEN ............................................................................................................................................................ 22 EFFICIËNT PORTEFEUILLEBEHEER .................................................................................................................... 24 ALGEMENE RISICOFACTOREN ............................................................................................................................ 27 KENMERKEN EN RISICO’S VAN EFFECTEN, DERIVATEN EN BELEGGINGSTECHNIEKEN ............................. 36 KERNINFORMATIE OVER AANDELENTRANSACTIES......................................................................................... 49 AANKOOP VAN AANDELEN ................................................................................................................................. 51 KLASSEN EN TYPEN VAN AANDELEN .......................................................................................................................... 51 AFGEDEKTE KLASSEN ............................................................................................................................................. 53 INSCHRIJVINGEN OP AANDELEN ................................................................................................................................ 55 TERUGKOOP VAN AANDELEN ............................................................................................................................. 59 CONVERSIE VAN AANDELEN............................................................................................................................... 63 FONDSTRANSACTIES EN BELANGENCONFLICTEN .......................................................................................... 65 BEREKENING EN OPSCHORTING VAN DE BEREKENING VAN DE INTRINSIEKE WAARDE ............................ 67 INTRINSIEKE WAARDE .............................................................................................................................................. 67 BEREKENING .......................................................................................................................................................... 67 OPSCHORTING ....................................................................................................................................................... 70 PUBLICATIE VAN AANDELENKOERSEN ............................................................................................................. 72 DIVIDENDBELEID .................................................................................................................................................. 73 BEHEER EN ADMINISTRATIE ............................................................................................................................... 74 BESTUURDERS VAN DE VENNOOTSCHAP EN DE BEHEERDER ....................................................................................... 74 BEHEERDER........................................................................................................................................................... 75 BELEGGINGSADVISEURS.......................................................................................................................................... 75 BEWAARDER .......................................................................................................................................................... 76 ADMINISTRATEUR ................................................................................................................................................... 77 DISTRIBUTEURS ..................................................................................................................................................... 77 VERGOEDINGEN EN KOSTEN .............................................................................................................................. 79 VERGOEDINGEN VERSCHULDIGD AAN DE BEHEERDER ................................................................................................. 79 BEHEERVERGOEDING .............................................................................................................................................. 79 BEHEERVERGOEDING VOOR DE KLASSEN Z ............................................................................................................... 80 BELEGGINGEN IN ANDERE INSTELLINGEN VOOR COLLECTIEVE BELEGGING DIE GEKOPPELD ZIJN AAN DE BEHEERDER ......... 80 SERVICEVERGOEDING ............................................................................................................................................. 81 TRAILVERGOEDING ................................................................................................................................................. 81 OPRICHTINGSKOSTEN ............................................................................................................................................. 82 VERGOEDING VAN DE BESTUURDERS ........................................................................................................................ 82 OVERIGE KOSTEN ................................................................................................................................................... 82 KOSTENBEPERKING (INCLUSIEF KWIJTSCHELDING EN TERUGVORDERING VAN DE BEHEERVERGOEDING)........................... 82 BETREFFENDE AANDELENTRANSACTIES .................................................................................................................... 83 VERHOGINGEN VAN VERGOEDINGEN ......................................................................................................................... 83 ZACHTE PROVISIES .............................................................................................................................................. 84 BELASTING............................................................................................................................................................ 85 VERSLAGEN, REKENINGEN EN BEKENDMAKING VAN PARTICIPATIES ........................................................ 101 ALGEMENE INFORMATIE.................................................................................................................................... 103 OPRICHTING EN AANDELENKAPITAAL ....................................................................................................................... 103 OPRICHTINGSAKTE EN STATUTEN ........................................................................................................................... 103 VORM VAN AANDELEN, AANDELENCERTIFICATEN EN OVERDRACHT VAN AANDELEN ...................................................... 108 RECHTSGESCHILLEN EN ARBITRAGE ....................................................................................................................... 108 BELANGEN VAN BESTUURDERS .............................................................................................................................. 108 BELANGRIJKE CONTRACTEN ................................................................................................................................... 109 VARIA.................................................................................................................................................................. 111 DOCUMENTEN TER INZAGE .................................................................................................................................... 112 BIJLAGE 1 – GEREGLEMENTEERDE MARKTEN ............................................................................................... 113 5
BIJLAGE 2 – BESCHRIJVING VAN EFFECTENRATINGS................................................................................... 118 BIJLAGE 3............................................................................................................................................................ 125 BIJLAGE 4 – BELEGGINGSBEPERKINGEN ....................................................................................................... 126
6
DEFINITIES In dit Prospectus hebben de volgende woorden en zinsdelen de onderstaande betekenis:
‘Wet van 1933’
betekent de Amerikaanse Securities Act van 1933, zoals gewijzigd.
‘Wet van 1940’
betekent de Amerikaanse Investment Company Act van 1940, zoals gewijzigd.
‘Kapitalisatieaandeel’
betekent een Aandeel waarvoor de inkomsten van een Fonds worden gekapitaliseerd en niet uitgekeerd.
‘Administratieve Klassen’
betekent de Administratieve Aandelenklassen van de Vennootschap zoals vermeld in het Supplement voor elk Fonds.
‘Administrateur’
betekent Brown Brothers Harriman Fund Administration Services (Ireland) Limited of enige andere persoon of personen die momenteel naar behoren zijn aangesteld als opvolgende Administrateur.
‘ADR’s’
betekent ‘American Depository Receipts’.
‘Inschrijvingsformulier’
betekent een inschrijvingsformulier dat door inschrijvers op Aandelen moet worden ingevuld, zoals van tijd tot tijd voorgeschreven door de Vennootschap.
‘Statuten’
betekent de Statuten van de Vennootschap.
‘AUD’
betekent Australische dollar, de wettige valuta van Australië.
‘Basisvaluta’
betekent de boekhoudkundige valuta van een Fonds zoals vermeld in het betreffende Supplement voor dat Fonds.
‘BRL’
betekent Braziliaanse real, de wettige valuta van Brazilië.
‘Werkdag’
betekent elke dag waarop de banken voor handel geopend zijn in Dublin, Ierland of die andere dagen die door de Vennootschap, met de goedkeuring van de Bewaarder, kunnen worden opgegeven.
‘CAD’
betekent Canadese dollar, de wettige valuta van Canada.
‘Centrale Bank’
betekent de Centrale Bank van Ierland of enige opvolgende regelgevende instantie daarvan.
‘CHF’
betekent Zwitserse frank, de wettige valuta van Zwitserland.
‘CLP’ ‘Klasse’
betekent Chileense peso, de wettige valuta van Chili. betekent een Aandelenklasse in de Vennootschap. Klassen waarnaar in dit Prospectus en enig Supplement worden verwezen en die door de Vennootschap worden aangeboden, zijn vermeld in dit Prospectus en enige Supplementen, zoals die van tijd tot tijd kunnen worden gewijzigd of aangevuld.
‘Klasse H Institutioneel’
betekent Aandelen van Klasse H Institutioneel van de Vennootschap zoals 7
vermeld in het Supplement voor elk Fonds. ‘Vennootschap’
betekent PIMCO Funds: Global Investors Series plc, een beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal van het open type, opgericht in Ierland krachtens de Companies Acts, 1963 tot 2013.
‘Verbonden persoon’
betekent de Bestuurders, de Beheerder, enige Beleggingsadviseur, de Administrateur, de Bewaarder, een Distributeur, enige Aandeelhouder of enige van hun respectieve dochterondernemingen, directieleden, geassocieerde deelnemingen, agenten of afgevaardigden.
‘Courts Service’
de Courts Service is verantwoordelijk voor het beheer van bedragen waarover de rechtbanken de zeggenschap hebben of kunnen beschikken.
‘Bewaarder’
betekent Brown Brothers Harriman Trustee Services (Ireland) Limited of enige andere persoon of personen die momenteel naar behoren zijn aangesteld als opvolgende Bewaarder.
‘Klassen met Valutablootstelling’
betekent de Aandelen met valutablootstelling van de Institutionele Klasse, de Beleggersklasse, de Administratieve Klasse, de Klasse H Institutioneel, de Klasse G Institutioneel, de Klasse E, de Klasse G Retail, de Klasse M Retail, de Klasse T, de Klasse Z, de Klasse R en de Klasse S (of een andere klasse die wordt vermeld in het Supplement van elk Fonds) van de Vennootschap die worden vermeld in het Supplement van elk Fonds, elk een ‘Klasse met Valutablootstelling’.
‘CZK’
betekent Tsjechische kroon, de wettige valuta van Tsjechië.
‘Handelsdag’
betekent met betrekking tot een Fonds die dag of dagen zoals vermeld in het betreffende Supplement voor dat Fonds, met dien verstande dat er steeds één Handelsdag per twee weken zal zijn. De Bestuurders hebben aan PIMCO de bevoegdheid gedelegeerd om de frequentie van Handelsdagen per Fonds te veranderen. Enige wijziging in de frequentie van Handelsdagen vereist de voorafgaande goedkeuring van de Bewaarder en dient vooraf aan de Aandeelhouders van het (de) betreffende Fonds(en) te worden gemeld. Niettegenstaande het voorgaande is het voor een Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van een Fonds te waarderen. Voor meer informatie over voorgestelde sluitingsperioden voor Fondsen tijdens het jaar, kunnen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact opnemen met de Administrateur of de Vakantiekalender voor Fondsen raadplegen (waarvan eveneens een exemplaar kan worden verkregen bij de Administrateur).
‘Uiterste Handelstermijn’
betekent het tijdstip waarop een verzoek om Aandelen te kopen of te laten terugkopen op een Handelsdag moet zijn ontvangen, om op die Handelsdag te worden uitgevoerd. Voor alle Klassen is de Uiterste Handelstermijn 16.00 uur Ierse tijd op de Handelsdag (of een ander tijdstip zoals mogelijk bepaald in het Supplement van het betreffende Fonds) voor aanvragen die direct worden ingediend bij de Administrateur. Als inschrijvingen op aandelen worden verricht via subagenten van de Distributeur of andere tussenpersonen, dan kunnen de subagenten of tussenpersonen eerdere uiterste termijnen opleggen voor de ontvangst van aanvragen.
8
De Bestuurders hebben PIMCO de toestemming verleend om de Uiterste Handelstermijn te vervroegen wanneer de voornaamste obligatiemarkten vervroegd sluiten voor een feestdag waaraan doorgaans door participanten in dergelijke markten wordt deelgenomen, of indien er een gebeurtenis plaatsvindt waarover de Vennootschap geen controle heeft en waardoor de voornaamste obligatiemarkten vervroegd moeten worden gesloten. Hoewel PIMCO over die toestemming beschikt, is het niet verplicht om de Uiterste Handelstermijn in de hierboven beschreven omstandigheden te vervroegen.
‘Bestuurders’
betekent de Bestuurders van de Vennootschap.
‘Distributievergoeding’
betekent de distributievergoeding die door een Fonds verschuldigd is aan de Distributeur en die kan worden gebruikt voor de vergoeding van financiële consultants, makelaars-handelaars en andere tussenpersonen voor diensten die worden geleverd aan Aandeelhouders die Aandelen van Klasse T van een betrokken Fonds houden.
‘Distributeur’
betekent PIMCO Europe Ltd en/of PIMCO Asia Pte Ltd en/of PIMCO Australia Pty Ltd.
‘DKK’
betekent Deense kroon, de wettige valuta van Denemarken.
‘Klassen E’
betekent Aandelen van Klasse E van de Vennootschap zoals vermeld in het Supplement voor elk Fonds, elk een ‘Klasse E’.
‘Economisch gebonden aan’
de Beleggingsadviseur is doorgaans van oordeel dat een instrument economisch aan een land is gebonden als de emittent de overheid van dat land is (of een instelling of werkingsorgaan van die overheid), of als de emittent is opgericht naar het recht van dat land. In geval van bepaalde geldmarktinstrumenten, worden dergelijke instrumenten beschouwd als economisch gebonden aan een land als ofwel de emittent of de garantiegever van dat geldmarktinstrument is opgericht naar het recht van dat land. De Beleggingsadviseur beschouwt derivaten doorgaans als economisch gebonden aan een land als de onderliggende activa valuta’s van dat land zijn (of mandjes of indices van dergelijke valuta’s), of instrumenten of effecten zijn die zijn uitgegeven door de overheid van, of emittenten die zijn opgericht naar het recht van, dat land.
‘EDR’s’
betekent ‘European Depository Receipts’.
‘EER’
betekent de Europese Economische Ruimte (EU plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein).
‘Aandelen en vergelijkbare instrumenten’
betekent gewone aandelen, preferente aandelen, converteerbare effecten; en ADR’s, GDR’s en EDR’s voor dergelijke effecten.
‘EU’
betekent de Europese Unie.
‘euro’ of ‘EUR’
betekent de euro, de Europese eenheidsmunt, de wettige valuta van de Lidstaten (behalve Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Roemenië, Slowakije, Zweden en het Verenigd Koninkrijk).
‘Omruilvergoeding’
betekent de vergoeding die wordt betaald door Aandeelhouders van Klasse H Institutioneel, Klasse E, Klasse M Retail, Klasse G Retail en Klasse R. De Omruilvergoeding is doorgaans betaalbaar aan de Distributeur en/of wordt 9
terugbetaald aan deelnemende makelaars, bepaalde banken en andere financiële tussenpersonen in verband met de omruil van Klasse H Institutioneel, Klasse E, Klasse M Retail, Klasse G Retail en Klasse R. Gedetailleerde informatie over de verschuldigde Omruilvergoeding is opgenomen in het deel ‘Kerninformatie over aandelentransacties’. ‘Vrijgestelde Ierse Belegger’
betekent het volgende:
een pensioenregeling die een vrijgestelde erkende regeling is in de zin van artikel 774 van de Taxes Act of een pensioenregeling met lijfrente of een trustregeling waarop artikel 784 of 785 van de Taxes Act van toepassing is; een vennootschap die levensverzekeringsactiviteiten uitvoert in de zin van artikel 706 van de Taxes Act; een beleggingsinstelling in de zin van artikel 739B(1) van de Taxes Act; een bijzondere beleggingsregeling in de zin van artikel 737 van de Taxes Act; een liefdadigheidsinstelling die een persoon is zoals vermeld in artikel 739D(6)(f)(i) van de Taxes Act; een beleggingsfonds waarop artikel 731(5)(a) van de Taxes Act van toepassing is; een in aanmerking komende fondsbeheerder in de zin van artikel 784A(1)(a) van de Taxes Act waarbij de gehouden Aandelen activa zijn van een goedgekeurd pensioenfonds of een goedgekeurd minimumpensioenfonds; een in aanmerking komende beheermaatschappij in de zin van artikel 739B van de Taxes Act; een commanditaire beleggingsvennootschap in de zin van artikel 739J van de Taxes Act; een beheerder van een persoonlijke pensioenspaarrekening (‘PRSA’) die handelt namens een persoon die recht heeft op vrijstelling van de inkomstenbelasting en de vermogenswinstbelasting op grond van artikel 787I van de Taxes Act, en waarin de aandelen de activa vormen van een PRSA; een kredietvereniging in de zin van artikel 2 van de Credit Union Act, 1997; de National Pensions Reserve Fund Commission; de National Asset Management Agency; een vennootschap die in overeenstemming met artikel 110(2) van de Taxes Act vennootschapsbelasting is verschuldigd op betalingen die aan haar worden verricht door de Vennootschap; of andere Ierse Ingezetenen of personen die hun Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland hebben waaraan het toegestaan kan zijn Aandelen te bezitten krachtens de belastingwetgeving of die de schriftelijke toestemming hebben van de belastingdienst, zonder dat dit resulteert in een belastingheffing ten aanzien van de Vennootschap of zonder dat dit belastingvrijstellingen van de Vennootschap in gevaar brengt;
op voorwaarde dat zij de Relevante Verklaring correct hebben ingevuld . ‘Vastrentende Instrumenten’
zoals gebruikt in dit Prospectus en enig Supplement, omvat dit Vastrentende Effecten en derivaten, inclusief maar niet beperkt tot futures, opties en swapovereenkomsten (hetzij beursgenoteerd, hetzij over-the-counter verhandeld) die zijn uitgegeven in verband met, die horen bij, of die gekoppeld zijn aan of verwijzen naar dergelijke Vastrentende Effecten.
10
‘Vastrentende Effecten’
omvatten, zoals gebruikt in dit Prospectus en enig Supplement, de volgende instrumenten: a) effecten uitgegeven of gewaarborgd door Lidstaten en niet-Lidstaten, hun onderdelen, instanties of werkingsorganen; b)
schuldbewijzen van bedrijven en handelspapier van bedrijven;
c) door hypotheken gedekte en andere door activa gedekte effecten die overdraagbare effecten zijn waarvoor vorderingen of andere activa in zekerheid zijn gegeven; d) aan de inflatie gekoppelde obligaties uitgegeven door overheden en bedrijven; e) aan gebeurtenissen overheden en bedrijven; f)
gekoppelde
obligaties
uitgegeven
door
effecten van internationale instanties of supranationale entiteiten;
g) schuldbewijzen waarvan de rente naar het oordeel van de obligatieadviseur voor de emittent op het moment van de uitgifte is vrijgesteld van Amerikaanse federale inkomstenbelasting (gemeenteobligaties); h) vrij overdraagbare gestructureerde notes zonder hefboomwerking, inclusief geëffectiseerde leningparticipaties; i) vrij overdraagbare en hybride effecten zonder hefboomwerking die derivaten vertegenwoordigen die een traditioneel aandeel of een traditionele obligatie combineren met een optie of een termijncontract; (j) leningparticipaties en leningtoewijzingen die geldmarktinstrumenten vormen. Vastrentende Effecten kunnen vaste, variabele of vlottende rentevoeten hebben, en kunnen omgekeerd evenredig met een referentierente evolueren. ‘Fondsen’
betekent een compartiment van de Vennootschap, elk een ‘Fonds’.
‘Klassen G Institutioneel’
betekent Aandelen van Klasse G Institutioneel van de Vennootschap zoals vermeld in het Prospectus en de Supplementen voor elk Fonds.
‘Klassen G Retail’
betekent Aandelen van Klasse G Retail van de Vennootschap zoals vermeld in het Prospectus en de Supplementen voor elk Fonds.
‘GBP’ of ‘pond sterling’
betekent de wettige valuta van het Verenigd Koninkrijk of elke opvolgende valuta daarvan.
‘GDR’s’
betekent ‘Global Depository Receipts’.
‘Afgedekte Klassen’
betekent de Afgedekte Aandelen van de Institutionele Klasse, de Beleggersklasse, de Administratieve Klasse, de Klasse H Institutioneel, de Klasse G Institutioneel, de Klasse E, de Klasse G Retail, de Klasse M Retail, de Klasse T, de Klasse Z, de Klasse R en de Klasse S (of andere klassen zoals vermeld in het Supplement van elk Fonds) van de Vennootschap zoals vermeld in het Supplement voor elk Fonds, en elk een ‘Afgedekte Klasse’.
11
‘HKD’
betekent Hongkongse dollar, de wettige valuta van Hongkong.
‘ILS’
betekent nieuwe Israëlische sjekel, de wettige valuta van Israël.
‘Uitkeringsaandeel’
betekent een Aandeel waarvoor de inkomsten van een Fonds aan een Aandeelhouder worden uitgekeerd.
‘Uitkeringsaandeel II’
betekent een inkomstenuitkerend Aandeel dat ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden. Om deze hogere opbrengst te verwezenlijken, kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van de Aandelenklasse van het betreffende Fonds (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst van de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van de Aandelenklasse.
‘Initiële Uitgifteprijs’
betekent de prijs (na aftrek van enige verschuldigde Instapvergoeding of Omruilvergoeding) per Aandeel waartegen Aandelen aanvankelijk worden aangeboden in een Fonds/Klasse tijdens de Initiële Aanbiedingsperiode die voor het betreffende Fonds of de betreffende Klasse is vermeld in het betreffende Supplement voor elk Fonds.
‘Initiële Aanbiedingsperiode’
betekent de periode waarin de Aandelen in een Fonds aanvankelijk worden aangeboden tegen de Initiële Uitgifteprijs die voor de betreffende Aandelenklasse in het Fonds is vermeld in het betreffende Supplement voor elk Fonds.
‘Institutionele Klassen’
betekent de Aandelen van de Institutionele Klassen van de Vennootschap zoals vermeld in het Supplement voor elk Fonds.
‘Tussenpersoon’
betekent een persoon die:
een activiteit uitoefent die bestaat uit of onder meer bestaat uit de ontvangst van betalingen van een beleggingsinstelling namens andere personen; of
aandelen houdt in een beleggingsinstelling namens andere personen.
‘Beleggingsadviseur’
betekent PIMCO, PIMCO Asia Pte Ltd, PIMCO Europe Limited of PIMCO Deutschland GmbH of een of meer beleggingsadviseurs of opvolger(s) daarvan die door de Beheerder zijn aangesteld om op te treden als de beleggingsadviseur van een of meer Fondsen, zoals gedetailleerd beschreven in elk relevant Supplement.
‘Beleggersklassen’
betekent de Aandelen van de Beleggersklassen van de Vennootschap zoals vermeld in het Supplement voor elk Fonds.
‘Ierland’
betekent de Republiek Ierland.
12
‘Ierse Ingezetene’
in geval van een natuurlijke persoon, een natuurlijke persoon die voor belastingdoeleinden een ingezetene is van Ierland; in geval van een trust, een trust die voor belastingdoeleinden in Ierland is gevestigd; in geval van een vennootschap, een vennootschap die voor belastingdoeleinden in Ierland is gevestigd.
Een natuurlijke persoon zal worden beschouwd als een ingezetene van Ierland voor een belastingjaar indien hij/zij in Ierland aanwezig is: (1) gedurende een periode van ten minste 183 dagen in dat belastingjaar; of (2) gedurende een periode van ten minste 280 dagen in twee opeenvolgende belastingjaren, op voorwaarde dat de natuurlijke persoon in elke periode ten minste 31 dagen in Ierland aanwezig is. Om de aanwezige dagen in Ierland te bepalen, wordt iemand als aanwezig beschouwd wanneer hij/zij op een willekeurig moment van de dag in Ierland aanwezig is. Deze nieuwe regel is van kracht vanaf 1 januari 2009 (daarvoor werd een natuurlijke persoon als aanwezig beschouwd als hij/zij aan het einde van de dag (middernacht) in Ierland aanwezig was). Een trust zal doorgaans een Ierse ingezetene zijn als de trustbeheerder een ingezetene van Ierland is of als een meerderheid van de trustbeheerders (indien er meer dan een is) ingezetene van Ierland is. Een vennootschap waarvan het centrale bestuur en de centrale zeggenschap in Ierland zijn gevestigd, is een ingezetene van Ierland, ongeacht de plaats van oprichting. Een vennootschap waarvan het centrale bestuur en de centrale zeggenschap niet in Ierland zijn gevestigd, maar die in Ierland werd opgericht, is een ingezetene van Ierland, tenzij:- de vennootschap of een verbonden vennootschap handel drijft in Ierland, en ofwel de uiteindelijke zeggenschap over de vennootschap in handen is van ingezetenen van EU-Lidstaten of van landen waarmee Ierland een belastingverdrag heeft afgesloten, ofwel de vennootschap of een verbonden vennootschap genoteerd is op een erkende effectenbeurs in de EU of in een land waarmee Ierland een belastingverdrag heeft afgesloten; of - de vennootschap wordt beschouwd als niet-ingezetene van Ierland krachtens een verdrag tot voorkoming van dubbele belastingheffing tussen Ierland en een ander land. Er dient te worden opgemerkt dat de vaststelling van de verblijfplaats van een vennootschap voor belastingdoeleinden in bepaalde gevallen omslachtig kan zijn. Potentiële beleggers wordt dan ook gewezen op de specifieke wetgevende bepalingen vervat in artikel 23A van de Taxes Act. ‘Irish Stock Exchange’
betekent The Irish Stock Exchange p.l.c. en enige opvolger hiervan.
‘Ierse tijd’
betekent de tijd in dezelfde tijdzone als Greenwich, Engeland, die gebruikt wordt in de Republiek Ierland.
‘JPY’
betekent Japanse yen, de wettige valuta van Japan.
‘KRW’
betekent Koreaanse won, de wettige valuta van Korea.
‘M Retail’
betekent Aandelen van de Klasse M Retail van de Vennootschap zoals vermeld in het Prospectus en de Supplementen voor elk Fonds.
13
‘Beheervergoeding’
betekent de beheervergoeding die verschuldigd is aan de Beheerder zoals vermeld in het deel ‘VERGOEDINGEN EN KOSTEN’.
‘Beheerder’
betekent PIMCO Global Advisors (Ireland) Limited, of enige andere persoon of personen die momenteel naar behoren zijn aangesteld als opvolgende beheerder van de Vennootschap.
‘Lidstaat’
betekent een lidstaat van de Europese Unie.
‘Minimumparticipatie’
betekent voor elke Klasse de minimumwaarde van de Aandelen die door Aandeelhouders moeten worden gehouden volgens de tabel die is opgenomen in het deel ‘Kerninformatie over aandelentransacties’.
‘Minimuminleg’
betekent voor elke Klasse het minimumbedrag waarvoor initiële beleggers kunnen inschrijven volgens de tabel die is opgenomen in het deel ‘Kerninformatie over aandelentransacties’.
‘Moody’s’
betekent Moody’s Investors Service, Inc.
‘MXN’
betekent Mexicaanse peso, de wettige valuta van Mexico.
‘Intrinsieke waarde’
betekent de intrinsieke waarde van een Fonds berekend in overeenstemming met de principes die zijn beschreven in het deel ‘Berekening en opschorting van de berekening van de Intrinsieke waarde’.
‘Intrinsieke waarde per Aandeel’
betekent voor een Aandeel van een Fonds het berekende bedrag in overeenstemming met de principes die zijn beschreven in het deel ‘Berekening en opschorting van de berekening van de Intrinsieke waarde’.
‘NOK’
betekent de Noorse kroon, de wettige valuta van Noorwegen.
‘normaliter’
betekent, wanneer dit begrip gebruikt wordt in verband met een beleggingsbeleid van een Fonds, dat dat beleid te allen tijde zal worden gevolgd, behalve in bepaalde omstandigheden, op tijdelijke en uitzonderlijke basis, wanneer dit in het beste belang van de Aandeelhouders is, inclusief maar zonder beperking, (1) wanneer een Fonds hoge niveaus van contanten heeft als gevolg van inschrijvingen of opbrengsten; (2) wanneer een Fonds een hoog niveau van terugkopen heeft; of (3) wanneer de Beleggingsadviseur tijdelijke maatregelen neemt om de waarde van het Fonds te vrijwaren in noodgevallen op de markt of in geval van schommelingen van de rentevoeten.
‘Kennisgevingen’
betekent de kennisgevingen die door de Centrale Bank zijn uitgegeven in het kader van de Verordeningen.
‘NZD’
betekent Nieuw-Zeelandse dollar, de wettige valuta van Nieuw-Zeeland.
‘OESO’
betekent de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. De 33 leden van de OESO zijn: Australië, Oostenrijk, België, Canada, Chili, Tsjechië, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, IJsland, Ierland, Israël, Italië, Japan, Luxemburg, Mexico, Nederland, NieuwZeeland, Noorwegen, Polen, Portugal, Slowakije, Slovenië, Zuid-Korea, Spanje, Zweden, Zwitserland, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
14
‘Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland’
in geval van een natuurlijke persoon, een persoon die zijn gewoonlijke verblijfplaats in Ierland heeft voor belastingdoeleinden;
in geval van een trust, een trust die zijn gewoonlijke verblijfplaats in Ierland heeft voor belastingdoeleinden.
Een natuurlijke persoon wordt beschouwd alsof hij/zij zijn/haar gewoonlijke verblijfplaats voor een bepaald belastingjaar in Ierland heeft als hij/zij gedurende de drie vorige opeenvolgende belastingjaren een Ierse Ingezetene is geweest (d.w.z. hij/zij heeft vanaf het begin van het vierde belastingjaar zijn/haar gewoonlijke verblijfplaats in Ierland). Een natuurlijke persoon blijft zijn/haar gewoonlijke verblijfplaats in Ierland hebben tot hij/zij gedurende drie opeenvolgende belastingjaren een niet-Ierse Ingezetene is geweest. Derhalve blijft een natuurlijke persoon die in het belastingjaar van 1 januari 2013 tot 31 december 2013 een Ierse ingezetene is en zijn/haar gewoonlijke verblijfplaats heeft in Ierland, en die in dat belastingjaar Ierland verlaat, een persoon met een gewoonlijke verblijfplaats in Ierland tot het einde van het belastingjaar van 1 januari 2016 tot 31 december 2016. Het concept van de gewoonlijke verblijfplaats van een trust is enigszins onduidelijk en is gekoppeld aan de verblijfplaats voor fiscale doeleinden. ‘Gedeeltelijk Afgedekte Klassen’
betekent de Gedeeltelijk Afgedekte Aandelen van de Institutionele Klasse, de Beleggersklasse, de Administratieve Klasse, de Klasse H Institutioneel, de Klasse G Institutioneel, de Klasse E, de Klasse G Retail, de Klasse M Retail, de Klasse T, de Klasse Z, de Klasse R en de Klasse S (of een andere klasse die wordt vermeld in het Supplement van elk Fonds) van de Vennootschap die worden vermeld in het Supplement van elk Fonds, elk een ‘Gedeeltelijk Afgedekte Klasse’.
‘PIMCO’
betekent Pacific Investment Management Company LLC.
‘Instapvergoeding’
betekent de instapvergoeding die in voorkomend geval verschuldigd is bij de inschrijving op Aandelen, zoals voor het betreffende Fonds en de betreffende Klasse is vermeld.
‘Prospectus’
het prospectus van de Vennootschap en enige Supplementen en addenda daarbij, uitgegeven in overeenstemming met de vereisten van de Verordeningen en de Centrale Bank.
‘Klassen R’
betekent Aandelen van Klasse R van de Vennootschap zoals vermeld in het Prospectus en de Supplementen voor elk Fonds.
‘Terugkoopvergoeding’
betekent de terugkoopvergoeding die in voorkomend geval verschuldigd is bij de terugkoop van Aandelen, zoals voor het betreffende Fonds en de betreffende Klasse is vermeld.
‘Aanvraagformulier voor Terugkoop’
betekent het aanvraagformulier voor terugkoop voor de terugkoop van Aandelen, dat kan worden verkregen door contact op te nemen met de Administrateur.
‘Gereglementeerde Markt’
betekent een effectenbeurs of een gereglementeerde, erkende markt, namelijk een markt met een regelmatige werking die toegankelijk is voor het publiek en die in elk geval in een Lidstaat is gevestigd, of, indien hij niet in een Lidstaat is gevestigd, is voorzien in de Statuten en vermeld in Bijlage 1.
15
‘Verordeningen’
betekent de Verordeningen (Instellingen voor Collectieve Belegging in Effecten) van de Europese Gemeenschappen, 2011 (S.I. nr. 352 van 2011 en enige latere wijzigingen daarvan) en enige verordeningen of kennisgevingen die in het kader daarvan zijn uitgegeven door de Centrale Bank en die momenteel van kracht zijn.
‘Relevante Verklaring’
betekent de verklaring die relevant is voor de Aandeelhouder zoals uiteengezet in Schema 2B van de Taxes Act.
‘Relevante Periode’
betekent een periode van 8 jaar die begint bij de verwerving van een Aandeel door een Aandeelhouder en elke daaropvolgende periode van 8 jaar die onmiddellijk na de voorafgaande Relevante Periode begint.
‘RMB’
betekent Chinese renminbi, de wettige valuta van de Volksrepubliek China. Tenzij de context anders vereist, verwijst de term ‘RMB’ naar de buitenlandse Chinese renminbi (‘CNH’) en niet naar de binnenlandse Chinese renminbi (‘CNY’). CNH vertegenwoordigt de wisselkoers van de Chinese renminbi die in Hongkong of op markten buiten de Volksrepubliek China wordt verhandeld.
‘Effecten waarop ‘Rule 144A’ van toepassing is’
betekent effecten die niet zijn geregistreerd onder de Wet van 1933, maar die aan bepaalde institutionele kopers kunnen worden verkocht overeenkomstig Rule 144A van de Wet van 1933.
‘Klassen S’
betekent Aandelen van Klasse S van de Vennootschap zoals vermeld in het Prospectus en de Supplementen voor elk Fonds.
‘S&P’
betekent Standard & Poor’s Ratings Service.
‘SEC’
betekent de Amerikaanse Securities and Exchange Commission.
‘SEK’
betekent Zweedse kroon, de wettige valuta van Zweden.
‘Servicevergoeding’
betekent de servicevergoeding die door een Fonds verschuldigd is aan de Beheerder en die wordt gebruikt voor de vergoeding van makelaarshandelaars en andere tussenpersonen voor diensten die worden geleverd aan Aandeelhouders die de Beleggersklasse houden van een relevant Fonds.
‘Uiterste Afwikkelingstermijn’
betekent voor aankopen van Aandelen, het tijdstip waarop de Administrateur de betaling moet hebben ontvangen, met dien verstande dat de Bestuurders of hun afgevaardigde afstand kan doen van de Uiterste Afwikkelingstermijn voor een periode van maximaal tien Werkdagen vanaf de dag waarop het betreffende inschrijvingsverzoek is ontvangen. De Uiterste Afwikkelingstermijn voor aankopen van alle Klassen is 16:00 uur Ierse tijd op de Handelsdag voor aanvragen die direct worden ingediend bij de Administrateur. Als inschrijvingen op Aandelen worden verricht via subagenten van de Distributeur of andere tussenpersonen, dan kunnen de subagenten of tussenpersonen eerdere uiterste termijnen opleggen voor de ontvangst van betalingen. Betekent, voor het terugkopen van Aandelen, het tijdstip waarop de terugkoopopbrengsten doorgaans zullen worden betaald. Voor alle Fondsen behalve het US Government Money Market Fund worden terugkoopopbrengsten van de Institutionele Klassen, de Klassen S, de Beleggersklassen en de Administratieve Klassen normaliter betaald op de Werkdag na de betreffende Handelsdag; voor Klasse H Institutioneel, normaliter uiterlijk op de vierde Werkdag na de betreffende Handelsdag en 16
voor Klassen E, Klassen T en Klassen R, normaliter uiterlijk op de derde Werkdag na de betreffende Handelsdag. Voor alle Klassen van het US Government Money Market Fund worden de terugkoopopbrengsten normaliter betaald op de betreffende Handelsdag. De periode tussen een terugkoopverzoek en de betaling van de opbrengsten zou in geen geval meer dan 14 kalenderdagen mogen duren, op voorwaarde dat alle relevante documenten zijn ontvangen. ‘SGD’
betekent Singaporese dollar, de wettige valuta van Singapore.
‘Aandeelhouders’
betekent houders van Aandelen en elk een ‘Aandeelhouder’.
‘Aandelen’
betekent aandelen in de Vennootschap (en, als de context dat toestaat of vereist, de aandelen in een Fonds).
‘Adviseur inzake
betekent voor het Socially Responsible Emerging Markets Bond Fund, Storebrand Kapitalforvaltning AS of elke andere persoon of personen die momenteel door de Vennootschap naar behoren zijn aangesteld als opvolgende Adviseur inzake maatschappelijke verantwoordelijkheid.
maatschappelijke verantwoordelijkheid’ ‘Supplement’
betekent een supplement bij dit Prospectus waarin bepaalde informatie over een Fonds en/of een of meer Klassen wordt verstrekt.
‘Klassen T’
betekent Aandelen van Klasse T van de Vennootschap zoals vermeld in het Supplement van elk Fonds, elk een ‘Klasse T’.
‘Taxes Act’
betekent de Taxes Consolidation Act, 1977 (van Ierland), zoals gewijzigd.
‘Trailvergoeding’
betekent de trailvergoeding die door de Administratieve Aandelenklassen van een Fonds verschuldigd is aan de Distributeur en die kan worden gebruikt voor de vergoeding van financiële consultants, makelaarshandelaars en andere tussenpersonen voor geleverde diensten aan de Aandeelhouders.
‘ICBE’
betekent een Instelling voor Collectieve Belegging in Effecten, zijnde een instelling: (a) met als enige doel de collectieve belegging in overdraagbare effecten en/of andere liquide financiële activa, zoals vermeld in Verordening 45 van de Verordeningen, van kapitaal opgehaald bij het publiek, en werkend volgens het principe van risicospreiding; (b) waarvan de aandelen, op verzoek van de houders, direct of indirect uit de activa van de instelling worden teruggekocht.
‘ICBE-Kennisgevingen’
betekent de ICBE-Kennisgevingen die van tijd tot tijd worden uitgegeven door de Centrale Bank, zoals beoogd door en in overeenstemming met de Verordeningen.
‘Britse Financial Conduct Authority’
betekent de Britse Financial Conduct Authority of enige opvolgende regelgevende instantie daarvan.
‘Verenigd Koninkrijk’
betekent het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.
‘Verenigde Staten’ of ‘VS’
betekent de Verenigde Staten, hun grondgebieden en bezittingen en elk gebied onder hun jurisdictie.
‘Amerikaanse dollar’ of ‘USD’
betekent de wettige valuta van de Verenigde Staten. 17
‘Amerikaans Persoon’
betekent een ‘Amerikaanse Persoon’, zoals gedefinieerd door Rule 902 van Regulation S van de Amerikaanse Securities Act van 1933, zoals gewijzigd (de ‘Wet van 1933’), inclusief: (i) elke natuurlijke persoon die een ingezetene is van de Verenigde Staten; (ii) elke partnerschap of vennootschap die georganiseerd is of opgericht is naar het recht van de Verenigde Staten; (iii) elke boedel waarvan enige beheerder of executeur een Amerikaans Persoon is; (iv)
elke trust waarvan enige trustbeheerder een Amerikaans Persoon is;
(v) elk agentschap of filiaal van een niet-Amerikaanse entiteit die gevestigd is in de Verenigde Staten; (vi) elke niet-discretionaire rekening of vergelijkbare rekening (anders dan een boedel of trust) die door een handelaar of andere fiduciair gehouden wordt ten gunste van of voor rekening van een Amerikaans Persoon; (vii) elke discretionaire rekening of vergelijkbare rekening (anders dan een boedel of trust) die wordt gehouden door een handelaar of andere fiduciair die is georganiseerd of opgericht of (indien het een natuurlijke persoon betreft) zijn woonplaats heeft in de Verenigde Staten; en (viii)
elke partnerschap of vennootschap indien:
(a) die is georganiseerd of opgericht naar het recht van enig niet-Amerikaans rechtsgebied; en (b) die is opgericht door een Amerikaans Persoon, met als voornaamste oogmerk het beleggen in effecten die niet zijn geregistreerd volgens de Wet van 1933, tenzij deze vennootschap of partnerschap is georganiseerd of opgericht, en eigendom is van geaccrediteerde beleggers (zoals gedefinieerd in Rule 501(a) van Regulation D van de Wet van 1933) die geen natuurlijke personen, boedels of trusts zijn. Niettegenstaande de vorige paragraaf, omvat het begrip ‘Amerikaanse Persoon’ geen: (i) discretionaire rekeningen of vergelijkbare rekeningen (anders dan een boedel of trust) die ten gunste of voor rekening van een niet-Amerikaans Persoon worden gehouden door een handelaar of andere professionele fiduciair die is opgericht, georganiseerd of (indien het een natuurlijke persoon betreft) die zijn woonplaats heeft in de Verenigde Staten. (ii) boedels waarvoor een professionele fiduciair die optreedt als executeur of beheerder een Amerikaanse Persoon is, indien: (a) een executeur of beheerder van de boedel die geen Amerikaanse Persoon is, de uitsluitende of gezamenlijke beslissingsbevoegdheid heeft over de beleggingen voor de activa van de boedel; en (b) de boedel wordt beheerst door niet-Amerikaanse wetgeving; (iii) trusts waarvan een professionele fiduciair die optreedt als trustbeheerder een Amerikaanse Persoon is, als een trustbeheerder die geen Amerikaanse 18
Persoon is de uitsluitende of gezamenlijke beslissingsbevoegdheid heeft over de beleggingen van de activa van de trust, en geen van de begunstigden van de trust (en geen ‘settlor’ (trustgever), indien de trust herroepbaar is) een Amerikaans Persoon is; (iv) beloningsregelingen voor werknemers die zijn opgericht en worden beheerd in overeenstemming met het recht van een ander land dan de Verenigde Staten en de gebruikelijke praktijken en documentatie van dat land. (v) agentschappen of filialen van een Amerikaanse Persoon die buiten de Verenigde Staten zijn gevestigd indien: (a) het agentschap of filiaal om geldige bedrijfsredenen activiteiten uitoefent; en (b) het agentschap of filiaal verzekerings- of bankactiviteiten uitvoert en onderworpen is aan aanzienlijke verzekerings- dan wel bankreglementering in het rechtsgebied waar het gevestigd is; (vi) bepaalde internationale organisaties (en hun instellingen, gelieerde ondernemingen en pensioenregelingen) zoals vermeld in Rule 902(k)(2)(vi) van Regulation S van de Wet van 1933; of (vii) entiteiten die zijn uitgesloten uit of vrijgesteld van de definitie van ‘Amerikaans Persoon’ op basis van of verwijzend naar interpretaties of posities van de Amerikaanse Securities and Exchange Commission of haar personeel. ‘Waarderingstijdstip’
het tijdstip waarop de beleggingen van een Fonds worden gewaardeerd en de Intrinsieke waarde per Aandeel wordt vastgesteld. Het Waarderingstijdstip is normaliter 21.00 uur Ierse tijd op elke Handelsdag (of een ander tijdstip zoals vermeld kan zijn in het Supplement van het betreffende Fonds) of, als de Uiterste Handelstermijn voor een Handelsdag is vervroegd, dat andere tijdstip dat door de Bestuurders, in overeenstemming met de Bewaarder, zal worden bepaald, op voorwaarde dat het Waarderingstijdstip na de Uiterste Handelstermijn valt.
19
INLEIDING EN SAMENVATTING De hierna volgende informatie is een samenvatting van de hoofdkenmerken van de Vennootschap en de Fondsen en dient samen met de volledige tekst van dit Prospectus te worden gelezen. De Vennootschap De Vennootschap is een beleggingsvennootschap van het open type met veranderlijk kapitaal en met gescheiden aansprakelijkheid tussen Fondsen, op 28 januari 1998 erkend door de Centrale Bank onder de Verordeningen. De vennootschap heeft een paraplustructuur, wat betekent dat er van tijd tot tijd Aandelenklassen kunnen worden uitgegeven met betrekking tot verschillende Fondsen. De Bestuurders kunnen naar eigen goeddunken beslissen om voor een Fonds meer dan één Aandelenklasse uit te geven. Dit Prospectus en elk der Supplementen vormen een aanbieding van de Fondsen en Aandelenklassen die in dit Prospectus en de betreffende Supplementen (zoals van tijd tot tijd gewijzigd of aangevuld) zijn vermeld. Het Prospectus en de Supplementen verstrekken gedetailleerde informatie over elk Fonds en de respectieve aangeboden Aandelenklassen, en de valuta waarin de Aandelenklassen luiden. Binnen elke Klasse kan de Vennootschap Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven, behalve voor het US Government Money Market Fund, waarvoor alleen Uitkeringsaandelen worden uitgegeven. Voor elk Fonds wordt er een afzonderlijke activaportefeuille gehandhaafd, die wordt belegd in overeenstemming met de beleggingsdoelstellingen en het beleggingsbeleid van dat Fonds. Bijzondere informatie (waaronder de beleggingsdoelstellingen en het beleggingsbeleid) over afzonderlijke Fondsen wordt verstrekt in het betreffende Supplement dat deel uitmaakt van en samen moet worden gelezen met dit Prospectus. Er kunnen van tijd tot tijd extra Fondsen door de Bestuurders worden gecreëerd met de voorafgaande goedkeuring van de Centrale Bank. Er kunnen van tijd tot tijd door de Bestuurders extra Klassen worden gecreëerd, die vooraf aan de Centrale Bank zullen worden gemeld en waarvoor vooraf van de Centrale Bank de goedkeuring zal worden verkregen. De Vennootschap is een paraplufonds met gescheiden aansprakelijkheid tussen Fondsen. Dienovereenkomstig zullen verplichtingen die ontstaan namens of die kunnen worden toegerekend aan een Fonds van de Vennootschap, alleen worden afgewikkeld uit het vermogen van dat Fonds, en zal de Vennootschap, noch enige bestuurder, curator, onderzoeker, vereffenaar, voorlopige vereffenaar of andere persoon de activa van enig dergelijk Fonds gebruiken of verplicht zijn te gebruiken voor de afwikkeling van enige verplichting die ontstaat namens of die kan worden toegerekend aan een ander Fonds van de Vennootschap, ongeacht het moment waarop die verplichting is ontstaan. Duration De duration is een maatstaf voor de verwachte duur van een vastrentend effect, die gebruikt wordt om de gevoeligheid van de prijs van een effect voor wijzigingen in de rentevoeten vast te stellen. Hoe langer de duration van een effect, hoe gevoeliger het zal zijn voor wijzigingen in de rentevoeten. Evenzo zal een Fonds met een lagere gemiddelde portefeuilleduration gevoeliger zijn voor wijzigingen in de rentevoeten dan een Fonds met een kortere gemiddelde portefeuilleduration. De prijs van een obligatiefonds met een duration van vijf jaar zou naar verwachting bijvoorbeeld met circa 5% dalen in geval van een stijging van de rentevoeten met één procentpunt. De effectieve duration houdt rekening met het feit dat de verwachte kasstromen voor bepaalde obligaties zullen schommelen naarmate de rentevoeten wijzigen, en wordt gedefinieerd in termen van nominale rente, wat de gebruikelijke marktpraktijk is voor de meeste obligatiebeleggers en -beheerders. Durations voor obligatiefondsen die streven naar reële rendementen (waaronder het Euro Real Return Fund, het Global Real Return Fund en het UK Real Return Fund), die gebaseerd zijn op reële rente, worden omgerekend naar nominale durations via een conversiefactor, die doorgaans tussen 20% en 90% van de respectieve reële duration bedraagt. Evenzo wordt de effectieve duration van de indices op basis waarvan die fondsen hun duration meten, berekend aan de hand van dezelfde conversiefactoren. Als de gemiddelde portefeuilleduration van een Fonds wordt gemeten op basis van die van een index, kan de Beleggingsadviseur gebruikmaken van een intern model voor de berekening van de duration van de index, wat kan leiden tot een andere waarde dan de waarde die is berekend door de indexprovider of een andere derde partij. Meer informatie over de gemiddelde bandbreedte voor portefeuilleduration van elk Fonds wordt vermeld in het betreffende Supplement, en op verzoek kan er een actuele beschrijving van de duration van elk Fonds worden verkregen van de Beleggingsadviseur.
20
Kredietratings In dit Prospectus wordt er verwezen naar kredietratings van schuldbewijzen die het verwachte vermogen van een emittent meten om in de loop van de tijd hoofdsom en rente te betalen. Kredietratings worden vastgesteld door kredietbeoordelaars zoals S&P of Moody’s. De volgende begrippen worden doorgaans gebruikt om de kredietkwaliteit van schuldbewijzen te beschrijven, afhankelijk van de kredietrating van het effect of, als het effect niet over een rating beschikt, de kredietkwaliteit zoals die is vastgesteld door de Beleggingsadviseur: Hoge kwaliteit Beleggingskwaliteit (‘investment grade’) Onder beleggingskwaliteit (‘Hoogrentende effecten’ of ‘junk bonds’) Raadpleeg ‘Bijlage 2 — Beschrijving van effectenratings’ voor een uitvoerige beschrijving van kredietratings. Zoals vermeld in Bijlage 2 kunnen Moody’s, S&P en Fitch hun ratings van effecten wijzigen om hun relatieve positie binnen een ratingcategorie weer te geven, met de toevoeging van cijfers (1, 2 of 3) in geval van Moody’s, en met de toevoeging van een plusteken (+) of een minteken (-) in geval van S&P en Fitch. Een Fonds kan een effect kopen ongeacht of er een wijziging in de rating plaatsvindt, op voorwaarde dat de rating van het effect overeenstemt met of hoger ligt dan de minimumratingcategorie van het Fonds. Als een Fonds effecten met een rating van B kan kopen, dan kan het bijvoorbeeld een effect kopen dat een rating heeft van B1 volgens Moody’s, of van B- volgens S&P. Indexen Sommige Fondsen kunnen het gebruik van indexen bekendmaken in hun Supplement. Deze indexen kunnen worden gebruikt voor diverse doeleinden, zoals onder andere durationmeting, als referentie-index die het Fonds probeert te overtreffen en meting van de Relatieve VaR. Het specifieke doel van de betrokken index zal duidelijk worden vermeld in het betrokken Supplement. Aandeelhouders dienen op te merken dat de Vennootschap en/of haar distributeurs van tijd tot tijd ook kunnen verwijzen naar andere indexen in de marketingliteratuur of andere mededelingen voor financiële of risicovergelijkingsdoeleinden. Tenzij deze indexen echter als zodanig worden vermeld in het Supplement van het Fonds, zijn zij geen formele referentie-indexen ten opzichte waarvan het Fonds wordt beheerd.
21
BELEGGINGSDOELSTELLINGEN EN -BELEID De Vennootschap biedt een brede waaier van beleggingsmogelijkheden. Beleggers dienen zich ervan bewust te zijn dat de beleggingen die door een Fonds worden gedaan en de resultaten die door een Fonds op een gegeven moment worden verwezenlijkt, niet verwacht worden dezelfde te zijn als die van andere fondsen waarvoor de Beleggingsadviseur optreedt als beleggingsadviseur, inclusief fondsen met een vergelijkbare naam, beleggingsdoelstelling en beleggingsbeleid als de Fondsen. Algemeen De beleggingsdoelstelling en het beleggingsbeleid van elk Fonds zijn beschreven in het betreffende Supplement voor elk Fonds. Er kan geen garantie worden gegeven dat Fondsen hun beleggingsdoelstellingen zullen verwezenlijken. Een wijziging in de beleggingsdoelstelling van een Fonds of een materiële wijziging in het beleggingsbeleid van een Fonds mag alleen plaatsvinden met de goedkeuring van een gewoon besluit van de Aandeelhouders van het betreffende Fonds. De Bestuurders hebben de bevoegdheid om het beleggingsbeleid van een Fonds te wijzigen. In geval van een dergelijke wijziging in de beleggingsdoelstellingen en/of het beleggingsbeleid, zal er in een redelijke kennisgevingstermijn worden voorzien, teneinde de Aandeelhouders in staat te stellen hun Aandelen vóór de implementering van dergelijke wijzigingen te laten terugkopen. [De beleggingsdoelstelling en het beleggingsbeleid van elk Fonds waarvan de Aandelen genoteerd zijn op de Irish Stock Exchange, worden nageleefd en zullen, tenzij in geval van onvoorziene omstandigheden, niet worden gewijzigd gedurende een periode van drie jaar na de toelating van de Aandelen van dat Fonds tot de Officiële Lijst en de handel op de Belangrijkste effectenmarkt van de Irish Stock Exchange.] De beleggingen die door elk Fonds worden gedaan, vinden plaats in overeenstemming met de Verordeningen. De beleggingsbeperkingen die zijn opgenomen in de Verordeningen, worden beschreven in Bijlage 4. De beleggingsbeperkingen die voor een Fonds gelden zijn, tenzij anderszins vereist door de Verordeningen, van toepassing op het tijdstip van aankoop. Enige latere wijziging als gevolg van marktschommelingen of andere wijzigingen in het totale vermogen van een Fonds (bijvoorbeeld een wijziging in de rating van een effect of in het percentage van het vermogen van een Fonds dat is belegd in bepaalde effecten of andere instrumenten, of in de gemiddelde duration van de beleggingsportefeuille van een Fonds), vereisen niet dat een Fonds zich van een belegging ontdoet, tenzij de Beleggingsadviseur bepaalt dat het praktisch haalbaar is om de belegging te verkopen of af te wikkelen zonder ongewenste markt- of belastinggevolgen voor het Fonds. Een Fonds kan dergelijke effecten houden als de Beleggingsadviseur meent dat dit in het beste belang van de Aandeelhouders is. Als de Beleggingsadviseur dat gepast acht voor tijdelijke of defensieve doeleinden, kan elk Fonds onbeperkt doch in overeenstemming met de Verordeningen beleggen in Amerikaanse schuldbewijzen (inclusief belastbare effecten en kortlopende geldmarkteffecten) van overheden, hun instellingen of werkingsorganen, en ondernemingen. Er kan geen garantie worden verstrekt dat een Fonds zijn beleggingsdoelstelling zal verwezenlijken door het gebruik van dergelijke strategieën. Een bespreking van de algemene risicofactoren die in overweging moeten worden genomen alvorens in de Fondsen te beleggen, wordt verstrekt in het deel ‘Algemene risicofactoren’ en meer informatie wordt verstrekt in het deel ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De Vennootschap zal gebruikmaken van een risicobeheerproces wat haar in staat stelt om de risico’s die gepaard gaan met posities in financiële derivaten te meten, te controleren en te beheren, en informatie over dit proces is verstrekt aan de Centrale Bank. De Vennootschap zal de Aandeelhouders op verzoek aanvullende informatie verstrekken over de methoden voor risicobeheer die door de Vennootschap worden gehanteerd, waaronder de toegepaste kwantitatieve limieten en alle recente ontwikkelingen op het gebied van de risico- en rendementskenmerken van de belangrijkste beleggingscategorieën. De beurzen en markten waarop de Fondsen kunnen beleggen zijn vermeld in de Statuten en in Bijlage 1, in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. De Centrale Bank geeft geen lijst uit van erkende markten of beurzen.
22
Een beschrijving van de ratingcategorieën die voor elk Fonds relevant zijn, is opgenomen in het deel ‘Beschrijving van effectenratings’ in Bijlage 2. Verwijzingen naar ‘totale portefeuilleblootstelling’ zijn verwijzingen naar alle activa van het Fonds en alle posities die ontstaan door belegging in derivaten.
23
EFFICIËNT PORTEFEUILLEBEHEER De Vennootschap kan gebruikmaken van technieken en instrumenten die bedoeld zijn om bescherming te bieden tegen valutarisico’s in de context van het beheer van de activa en de verplichtingen van elk Fonds en onder de voorwaarden en binnen de beperkingen die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgelegd. Daarnaast kunnen er nieuwe technieken en instrumenten worden ontwikkeld die in de toekomst geschikt kunnen zijn om door een Fonds te worden gebruikt, en een Fonds kan dergelijke technieken en instrumenten gebruiken in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. Voor zover dat is toegestaan door de beleggingsdoelstellingen en het beleggingsbeleid van de Fondsen, en met inachtneming van de beperkingen die van tijd tot tijd door de Centrale Bank zijn vastgelegd, geldt het gebruik van de volgende technieken en instrumenten voor een efficiënt portefeuillebeheer voor alle Fondsen, met uitzondering van (tenzij anderszins vermeld) het US Government Money Market Fund. Technieken voor efficiënt portefeuillebeheer zullen enkel worden gebruikt in het belang van de Fondsen. Technieken voor efficiënt portefeuillebeheer kunnen, met het oog op het risicoprofiel van de Fondsen, worden gebruikt om bepaalde risico’s te verminderen die verband houden met de beleggingen van de Fondsen, het verminderen van de kosten en het genereren van bijkomende inkomsten voor de Fondsen. Het gebruik van technieken voor efficiënt portefeuillebeheer zal niet leiden tot een verandering in de beleggingsdoelstelling die in het Supplement van het betrokken Fonds is uiteengezet. De Fondsen zullen er geen aandelenleenovereenkomsten aangaan totdat een bijgewerkt supplement is ingediend bij de Centrale Bank. Er kunnen transactiekosten worden opgelopen in verband met andere technieken voor efficiënt portefeuillebeheer voor de Fondsen. Alle inkomsten uit technieken voor efficiënt portefeuillebeheer zullen, na aftrek van directe en indirecte operationele kosten, terug naar de Fondsen vloeien. Directe en indirecte operationele kosten/vergoedingen die voortvloeien uit technieken voor efficiënt portefeuillebeheer omvatten geen verborgen inkomsten en zullen worden betaald aan de entiteiten die zijn uiteengezet in het jaarverslag van de Vennootschap. Beleggers dienen de onderstaande delen in het Prospectus genaamd ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’ en ‘Fondstransacties en belangenconflicten’ te raadplegen voor meer informatie over de risico’s die gepaard gaan met efficiënt portefeuillebeheer. Derivaten De Fondsen kunnen gestructureerde notes en hybride effecten kopen en verkopen, call- en putopties kopen en uitschrijven op effecten (inclusief straddles), effectenindices en valuta’s, en futurescontracten aangaan en opties op futurescontracten gebruiken (inclusief straddles). Elk Fonds (behalve het US Government Money Market Fund) kan eveneens swapovereenkomsten aangaan, inclusief maar niet beperkt tot swapovereenkomsten op rentevoeten, wisselkoersen, effectenindices, specifieke effecten en kredietswaps. Voor zover een Fonds kan beleggen in effecten die luiden in vreemde valuta’s, kan het eveneens beleggen in valutaswapovereenkomsten. De Fondsen kunnen eveneens opties op swapovereenkomsten aangaan met betrekking tot niet-Amerikaanse valuta’s, rentevoeten en effectenindices en kunnen ook valutatermijncontracten en credit default swaps aangaan. De Fondsen kunnen deze technieken gebruiken voor het beheer van (i) rentevoeten, (ii) valuta- of wisselkoersen of (iii) effectenprijzen. De Fondsen kunnen met het oog op een efficiënt portefeuillebeheer futures, opties, swaps en valutatransacties aangaan vóór de uitgifte (‘when-issued’), met uitgestelde levering en met een termijnverbintenis. Als de Beleggingsadviseur rentevoeten, marktwaarden of andere economische factoren onjuist voorspelt bij het gebruik van een derivatenstrategie voor een Fonds met het oog op een efficiënt portefeuillebeheer, dan is het mogelijk dat het Fonds zich in een betere positie had bevonden als het de transactie helemaal niet had verricht. Het gebruik van deze strategieën houdt bepaalde bijzondere risico’s in, waaronder een mogelijk imperfecte correlatie, of helemaal geen correlatie, tussen prijsschommelingen van derivaten en prijsschommelingen van gerelateerde beleggingen. Hoewel bepaalde strategieën met derivaten het risico van verlies kunnen beperken, kunnen ze eveneens de kans op winst verminderen, of zelfs leiden tot verliezen door gunstige prijsschommelingen in gerelateerde beleggingen teniet te doen, of omdat een Fonds mogelijk niet in staat is om een portefeuille-effect te kopen of te verkopen op een moment dat anderszins gunstig zou zijn, of omdat een Fonds een portefeuille-effect
24
mogelijk op een ongunstig tijdstip moet verkopen, en omdat het Fonds mogelijk niet in staat is om zijn derivatenposities af te wikkelen of te vereffenen. Of het gebruik van swapovereenkomsten en opties op swapovereenkomsten door een Fonds met het oog op een efficiënt portefeuillebeheer succesvol zal zijn, zal afhankelijk zijn van het vermogen van de Beleggingsadviseur om correct te voorspellen welke types beleggingen wellicht hogere rendementen opleveren dan andere beleggingen. Omdat swapovereenkomsten contracten zijn tussen twee partijen en een looptijd kunnen hebben van meer dan zeven dagen, kunnen ze als illiquide beleggingen worden beschouwd. Bovendien draagt een Fonds het risico van verlies van het bedrag dat naar verwachting in het kader van een swapovereenkomst wordt ontvangen indien de tegenpartij bij de swapovereenkomst in gebreke blijft of failliet gaat. De markt voor swaps is een relatief nieuwe markt die in grote mate niet-gereglementeerd is. Het is mogelijk dat ontwikkelingen op de swapmarkten, waaronder mogelijke overheidsreglementering, een negatieve invloed hebben op het vermogen van een Fonds om bestaande swapovereenkomsten te beëindigen of om bedragen die in het kader van dergelijke overeenkomsten moeten worden ontvangen, te realiseren. Een Fonds kan overeenkomsten met betrekking tot credit default swaps aangaan. De ‘koper’ van een credit default contract is verplicht om aan de ‘verkoper’ een periodieke stroom van betalingen over de looptijd van het contract te betalen, op voorwaarde dat er geen kredietgebeurtenis plaatsvindt op een onderliggende referentieverplichting. Als er een kredietgebeurtenis plaatsvindt, moet de verkoper aan de koper de volledige nominale waarde van de referentieverplichting betalen in ruil voor de referentieverplichting. Een Fonds kan bij een transactie met credit default swaps ofwel de koper ofwel de verkoper zijn. Als een Fonds een koper is en er vindt geen kredietgebeurtenis plaats, zal het Fonds zijn belegging verliezen en niets kunnen recupereren. Als er echter een kredietgebeurtenis plaatsvindt, zal het Fonds (als het de koper is) de volledige nominale waarde van de referentieverplichting ontvangen, die mogelijk weinig of geen waarde heeft. Als verkoper ontvangt een Fonds een vast tarief van inkomsten gedurende de looptijd van het contract, die normaliter tussen zes maanden en drie jaar bedraagt, op voorwaarde dat er geen kredietgebeurtenis plaatsvindt. Als er een kredietgebeurtenis plaatsvindt, dient de verkoper de volledige nominale waarde van de referentieverplichting te betalen aan de koper. Terugkoopovereenkomsten en omgekeerde terugkoopovereenkomsten Elk van de Fondsen, inclusief het US Government Money Market Fund, kan gebruikmaken van terugkoopovereenkomsten en omgekeerde terugkoopovereenkomsten. Als een tegenpartij bij een terugkoopovereenkomst/omgekeerde terugkoopovereenkomst in gebreke zou blijven, als gevolg van een faillissement of anderszins, zal het Fonds trachten de effecten die het als zakelijke zekerheid houdt te verkopen, wat procedurekosten of vertragingen met zich mee kan brengen, bovenop een verlies op de effecten als de waarde daalt tot onder de terugkoopprijs ervan. Mortgage dollar rolls Elk van de Fondsen, behalve het US Government Money Market Fund, kan met het oog op een efficiënt portefeuillebeheer gebruikmaken van mortgage dollar rolls, ook als een rendabele vervanging voor een directe positie of om het rendement te optimaliseren. Een ‘mortgage dollar roll’ is in bepaalde opzichten vergelijkbaar met een omgekeerde terugkoopovereenkomst. Bij een ‘dollar roll’ verkoopt een Fonds een aan een hypotheek verbonden effect aan een handelaar, en verbindt het zich er tegelijkertijd toe een vergelijkbaar (maar niet hetzelfde) effect terug te kopen in de toekomst, tegen een vooraf bepaalde prijs. Een ‘dollar roll’ kan worden gezien als een omgekeerde terugkoopovereenkomst. In tegenstelling tot bij omgekeerde terugkoopovereenkomsten, is de tegenpartij (die een gereglementeerde makelaar/handelaar is) niet verplicht om een zakelijke zekerheid te plaatsen die ten minste van gelijke waarde is als de onderliggende effecten. Bovendien is de handelaar waarmee een Fonds een dollarrolltransactie verricht, niet verplicht om dezelfde effecten terug te bezorgen als de effecten die oorspronkelijk door het Fonds zijn verkocht, maar alleen effecten die ‘in wezen identiek’ zijn. Om te worden beschouwd als ‘in wezen identiek’, moeten de effecten die aan een Fonds worden terugbezorgd in het algemeen: (1) voorzien zijn van zakelijke zekerheden die dezelfde types onderliggende hypotheken vertegenwoordigen; (2) zijn uitgegeven door dezelfde instelling en deel uitmaken van hetzelfde programma; (3) een vergelijkbare oorspronkelijk vermelde looptijd hebben; (4) over een identieke nettocouponrente beschikken; (5) over vergelijkbare marktrendementen (en bijgevolg prijzen) beschikken; en (6) voldoen aan vereisten inzake ‘goede levering’, wat betekent dat de totale hoofdsom van de geleverde en terug ontvangen effecten binnen 2,5% van het oorspronkelijke geleverde bedrag moet liggen. Omdat een dollar roll een overeenkomst inhoudt om een effect in de toekomst tegen een vooraf bepaalde prijs te kopen of te verkopen, zal de Vennootschap niet in staat zijn om te profiteren van marktschommelingen in de prijs van een bepaald effect waarvoor er een mortgage dollar roll is overeengekomen. Als een tegenpartij bij een mortgage dollar 25
roll in gebreke zou blijven, dan wordt het Fonds blootgesteld aan de marktprijs (die zowel kan stijgen als dalen) waartegen het Fonds vervangende effecten moet kopen om te voldoen aan een toekomstige verkoopverplichting, min de verkoopopbrengsten die door het Fonds worden ontvangen met betrekking tot die toekomstige verkoopverplichting. Uitlenen van portefeuille-effecten Het rendement van elk Fonds blijft wijzigingen in de waarde van uitgeleende effecten weerspiegelen, en weerspiegelt eveneens de ontvangst van ofwel rente door de belegging van zakelijke zekerheden in contanten door het Fonds in toegestane beleggingen, ofwel een vergoeding, als de zakelijke zekerheid bestaat uit Amerikaanse overheidseffecten. Het uitlenen van effecten gaat gepaard met het risico van verlies van rechten op de zakelijke zekerheid of een vertraging in het recupereren van de zakelijke zekerheid indien de leningnemer de uitgeleende effecten niet terugbezorgt of insolvent wordt. De Fondsen kunnen leenvergoedingen betalen aan de partij die de lening regelt.
26
ALGEMENE RISICOFACTOREN De waarde van Aandelen van elk Fonds kan zowel dalen als stijgen (hoewel het US Government Money Market Fund tracht een constante Intrinsieke waarde per Aandeel van USD 1 te handhaven) en mogelijk krijgt een belegger het belegde bedrag niet terug. Risico’s die gepaard gaan met effecten waarin de Fondsen kunnen beleggen, worden besproken in ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’ hierna. De effecten en instrumenten waarin de Fondsen kunnen beleggen, zijn onderhevig aan normale marktschommelingen en andere risico’s die gepaard gaan met dergelijke beleggingen, en er kan geen zekerheid worden geboden dat ze in waarde zullen stijgen. De waarde van een belegging in een Fonds verandert volgens de waarde van de beleggingen van dat Fonds. Veel factoren kunnen een invloed hebben op die waarde. Hierna worden enkele algemene risicofactoren beschreven die in overweging moeten worden genomen alvorens in de Fondsen te beleggen. Gedetailleerde informatie over specifieke risico’s voor een bepaald Fonds of een bepaalde Klasse, naast de informatie die in dit deel wordt beschreven, zal worden vermeld in het betreffende Supplement. Renterisico Als de nominale rente stijgt, is het waarschijnlijk dat de waarde van de door een Fonds gehouden Vastrentende effecten daalt. Effecten met langere durations zijn doorgaans gevoeliger voor wijzigingen in de rentevoeten, waardoor ze gewoonlijk volatieler zijn dan effecten met kortere durations. Een nominale rentevoet kan worden beschreven als de som van een reële rentevoet en een verwacht inflatiepercentage. Rentewijzigingen kunnen plotseling en onvoorspelbaar zijn, en het Fonds kan geld verliezen als gevolg van wijzigingen in de rentevoeten. Een Fonds is mogelijk niet in staat om zich af te dekken tegen wijzigingen in de rentevoeten, of kan ervoor kiezen dit niet te doen om redenen van kosten of om andere redenen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat afdekkingen niet werken zoals bedoeld. Aan de inflatie gekoppelde effecten dalen in waarde wanneer de reële rentevoeten stijgen. In bepaalde renteomgevingen, zoals wanneer de reële rentevoeten sneller stijgen dan de nominale rentevoeten, kunnen aan de inflatie gekoppelde effecten grotere verliezen lijden dan andere vastrentende effecten met vergelijkbare durations. Kredietrisico Een Fonds zou geld kunnen verliezen als de emittent of garantieverstrekker van een Vastrentend effect, of de tegenpartij bij een derivatencontract, terugkoopovereenkomst of een leenovereenkomst voor portefeuille-effecten, niet in staat of bereid is om hoofdsom en/of rente tijdig te betalen, of anderszins zijn verplichtingen na te komen. Effecten zijn onderworpen aan uiteenlopende niveaus van kredietrisico, die vaak worden weerspiegeld in de kredietratings. Gemeenteobligaties zijn onderworpen aan het risico dat rechtsgeschillen, de wetgeving of andere politieke gebeurtenissen, het lokale bedrijfsklimaat of de lokale economische omstandigheden, of het faillissement van de emittent een aanzienlijk effect kunnen hebben op het vermogen van een emittent om hoofdsom en/of rente te betalen. Risico van hoogrentende effecten Fondsen die beleggen in hoogrentende effecten onder beleggingskwaliteit en effecten zonder rating van een vergelijkbare kredietkwaliteit (ook ‘junk bonds’ genoemd) kunnen onderworpen zijn aan hogere niveaus van rente-, krediet- en liquiditeitsrisico dan Fondsen die niet in dergelijke effecten beleggen. Deze effecten worden hoofdzakelijk als speculatief beschouwd, voor wat betreft het vermogen van de emittent om hoofdsom en rente te kunnen blijven betalen. Een economische crisis of een periode van stijgende rentevoeten zou een negatieve invloed kunnen hebben op de markt voor hoogrentende effecten en het vermogen van een Fonds om zijn hoogrentende effecten te verkopen, kunnen beperken. Als de emittent van een effect in gebreke blijft met zijn betalingen van rente of hoofdsom, kan een Fonds zijn volledige belegging verliezen. Marktrisico De marktprijs van effecten die door een Fonds worden gehouden, kan zowel stijgen als dalen, soms in een snel tempo of op onvoorspelbare wijze. De waarde van de effecten kan dalen als gevolg van factoren die een invloed hebben op de effectenmarkten in het algemeen of op bepaalde sectoren die binnen de effectenmarkten zijn vertegenwoordigd. De waarde van een effect kan dalen door algemene marktomstandigheden die niet specifiek verband houden met een bepaalde onderneming, zoals werkelijke of veronderstelde ongunstige economische omstandigheden, veranderingen in de algemene vooruitzichten voor bedrijfswinsten, rentewijzigingen of valutaschommelingen, ongunstige veranderingen op de kredietmarkten of een ongunstig beleggerssentiment in het algemeen. De waarde kan ook dalen door factoren die een of meer sectoren beïnvloeden, zoals personeelstekorten, 27
toegenomen productiekosten of sterkere concurrentie binnen een sector. Tijdens een algemene crisis op de effectenmarkten kunnen meerdere activacategorieën tegelijkertijd in waarde dalen. Over het algemeen zijn de prijzen van aandelen volatieler dan die van vastrentende instrumenten. Ook een neerwaartse herziening van een kredietrating kan een negatieve invloed hebben op de effecten die een Fonds houdt. Emittentenrisico De waarde van een effect kan dalen om redenen die direct verband houden met de emittent, zoals de prestaties van het management, de mate waarin een emittent gebruik maakt van vreemd vermogen en een beperkte vraag naar goederen of diensten van de emittent. Liquiditeitsrisico Er bestaat een liquiditeitsrisico wanneer bepaalde beleggingen moeilijk te kopen of te verkopen zijn. De beleggingen van een Fonds in illiquide effecten kunnen de rendementen van het Fonds beperken omdat het mogelijk niet in staat is om de illiquide effecten op een gunstig tijdstip of tegen een gunstige prijs te verkopen. Fondsen waarvan de voornaamste beleggingsstrategieën verband houden met buitenlandse effecten, derivaten of effecten met een aanzienlijk markt- en/of kredietrisico hebben doorgaans de grootste blootstelling aan het liquiditeitsrisico. Kapitaalerosierisico De eerste doelstelling van bepaalde Fondsen en Aandelenklassen kan erin bestaan inkomsten te genereren, veeleer dan kapitaal. De beleggers moeten zich er rekenschap van geven dat de nadruk op inkomsten en het inhouden van Beheervergoedingen en andere vergoedingen op het kapitaal tot kapitaalerosie kunnen leiden en afbreuk kunnen doen aan het vermogen van het Fonds om in de toekomst kapitaalgroei te blijven genereren. In dit opzicht moeten uitkeringen tijdens de looptijd van het Fonds of een Aandelenklasse worden beschouwd als een soort terugbetaling van kapitaal. Derivatenrisico Elk Fonds (behalve het US Government Money Market Fund) kan onderworpen zijn aan risico’s in verband met derivaten. Derivaten zijn financiële contracten waarvan de waarde afhankelijk is of wordt afgeleid van de waarde van een onderliggende actief, een onderliggende rente of een onderliggende index. De verschillende derivaten die de Fondsen kunnen gebruiken, zijn beschreven in het deel ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Derivaten worden doorgaans gebruikt als vervanging voor een directe positie in het onderliggende actief en/of in het kader van strategieën om blootstelling te verwerven aan, bijvoorbeeld, emittenten, specifieke posities op de rentecurve, indexen, sectoren, valuta’s en/of geografische regio’s en/of om de blootstelling aan andere risico’s, zoals het renterisico of het valutarisico, te beperken. De Fondsen kunnen ook gebruikmaken van derivaten om een blootstelling te verkrijgen binnen de limieten die zijn vastgelegd door de Centrale Bank. In dat geval gaat het gebruik van derivaten gepaard met het blootstellingsrisico. Het gebruik van derivaten door een Fonds houdt risico’s in die verschillen van, of mogelijk groter zijn dan de risico’s die gepaard gaan met directe beleggingen in effecten en andere traditionelere beleggingen. Derivaten gaan gepaard met een aantal risico’s die elders in dit deel worden beschreven, zoals het liquiditeitsrisico, het renterisico, het marktrisico, het kredietrisico en het beheerrisico, naast de risico’s die voortvloeien uit de margevereisten. Ook houden ze het risico in van een onjuiste prijsstelling of waardering, en het risico dat wijzigingen in de waarde van het derivaat mogelijk geen perfecte correlatie vertonen met het onderliggende actief, de onderliggende rente of de onderliggende index. Een Fonds dat in een derivaat belegt, kan meer verliezen dan de aanvankelijk belegde hoofdsom, en derivaten kunnen de volatiliteit van het Fonds verhogen, vooral in ongewone of extreme marktomstandigheden. Ook is het mogelijk dat er niet in alle omstandigheden geschikte derivatentransacties beschikbaar zijn, en er kan geen zekerheid worden geboden dat een Fonds deze transacties zal verrichten om de blootstelling aan andere risico’s te beperken wanneer dat gunstig zou zijn of dat, indien gebruikt, deze strategieën succes zullen hebben. Bovendien kan het gebruik van derivaten door een Fonds het door de Aandeelhouders betaalbare belastingbedrag verhogen of vervroegen. Aandelenrisico Als een Fonds belegt in aandelen of aandelengerelateerde beleggingen, is het onderworpen aan het aandelenrisico. De waarde van aandelen kan dalen door algemene marktomstandigheden die niet specifiek gekoppeld zijn aan een 28
onderneming, zoals werkelijke of veronderstelde ongunstige economische omstandigheden, veranderingen in de algemene vooruitzichten voor bedrijfswinsten, rentewijzigingen of valutaschommelingen of een ongunstig beleggerssentiment in het algemeen. De waarde kan ook dalen door factoren die een of meer sectoren beïnvloeden, zoals personeelstekorten, toegenomen productiekosten of sterkere concurrentie binnen een sector. Over het algemeen zijn de prijzen van aandelen volatieler dan die van vastrentende instrumenten. Hypotheekrisico Een Fonds dat aan hypotheken gekoppelde effecten koopt, is blootgesteld aan bepaalde extra risico’s. Stijgende rentevoeten verlengen doorgaans de duration van aan hypotheken gekoppelde effecten, waardoor ze gevoeliger worden voor wijzigingen in de rentevoeten. Hierdoor kan een Fonds dat aan hypotheken gekoppelde effecten in portefeuille houdt in een periode van stijgende rentevoeten extra volatiel zijn. Dit heet het verlengingsrisico. Daarnaast zijn aan hypotheken gekoppelde effecten blootgesteld aan het risico van vervroegde terugbetaling. Als de rente daalt, kunnen leningnemers hun hypotheken sneller dan verwacht afbetalen. Dit kan de rendementen van een Fonds beperken omdat het Fonds dat geld opnieuw zal moeten beleggen tegen de lagere geldende rentevoeten. Risico van wereldwijde beleggingen De waarde van een Fonds dat belegt in effecten van bepaalde internationale rechtsgebieden, kan sneller en in extremere mate wijzigen. De waarde van de activa van een Fonds kan worden beïnvloed door onzekerheden zoals internationale politieke ontwikkelingen, beleidswijzigingen van overheden, wijzigingen in belasting, beperkingen op buitenlandse beleggingen en repatriëring van deviezen, valutaschommelingen en andere ontwikkelingen in de wetten en regelgeving van landen waarin kan worden belegd. De effectenmarkten van veel landen zijn relatief klein, waarbij een beperkt aantal ondernemingen een klein aantal sectoren vertegenwoordigt. Bovendien zijn emittenten in veel landen gewoonlijk niet onderworpen aan een hoge mate van reglementering.Bovendien bieden de juridische infrastructuur en de normen voor financiële administratie, controle en verslaggeving in bepaalde landen waarin kan worden belegd mogelijk niet dezelfde mate van bescherming of informatie voor beleggers als normaliter het geval zou zijn op de grote effectenmarkten. Ook zouden nationalisering, onteigening of ruïneuze belastingen, valutablokkering, economische onzekerheid, politieke wijzigingen of diplomatische ontwikkelingen een negatieve invloed kunnen hebben op de beleggingen van een Fonds. In geval van nationalisering, onteigening of een andere vorm van confiscatie, zou een Fonds zijn volledige belegging in dat land kunnen verliezen. Ongunstige omstandigheden in een bepaalde regio kunnen een negatieve invloed hebben op effecten van andere landen waarvan de economieën geen verband lijken te vertonen. Als een Fonds een aanzienlijk deel van zijn vermogen belegt in een geconcentreerd geografisch gebied zoals Oost-Europa of Azië, zal het Fonds doorgaans een grotere blootstelling hebben aan regionale economische risico’s die met beleggingen gepaard gaan. Risico van opkomende markten Bepaalde Fondsen kunnen beleggen in effecten van emittenten die gevestigd zijn in landen met een economie in ontwikkeling of een ‘opkomende markt’. Het beleggingsrisico kan bijzonder hoog zijn indien een Fonds belegt in effecten van opkomende markten. Effecten van opkomende markten kunnen gepaard gaan met markt-, krediet-, valuta-, liquiditeits-, juridische, politieke en andere risico’s die verschillen van, of groter kunnen zijn dan, de risico’s bij het beleggen in effecten en instrumenten die economisch verbonden zijn met ontwikkelde landen. Als een Fonds belegt in effecten van opkomende markten die economisch verbonden zijn met een bepaalde regio, staat of groep van staten, kan dat Fonds gevoeliger zijn voor ongunstige politieke of sociale gebeurtenissen die plaatsvinden in die regio, staat of groep van staten. Economische, bedrijfs-, politieke of sociale instabiliteit kunnen een andere invloed hebben op effecten van opkomende markten, die vaak ernstiger uitvallen, dan op effecten van ontwikkelde markten. Een Fonds dat zijn beleggingen concentreert in activaklassen van opkomende markten is wellicht minder goed in staat om de verliezen te beperken in een context die ongunstig is voor de effecten van opkomende markten in het algemeen. Effecten van opkomende markten kunnen ook volatieler, minder liquide en moeilijker te waarderen zijn dan effecten die economisch verbonden zijn met ontwikkelde landen. De systemen en procedures voor handel in, en vereffening van, effecten in opkomende markten zijn minder ontwikkeld en minder transparant en de afwikkeling van transacties kan er langer duren. Stijgende rentevoeten kunnen in combinatie met breder wordende kredietspreads een negatieve impact hebben op de waarde van de schuld van opkomende markten en de financieringskosten voor buitenlandse emittenten verhogen. In een dergelijk scenario bestaat het risico dat buitenlandse emittenten niet in staat zijn hun schuldverplichtingen te vervullen, dat de markt voor schuld van opkomende markten minder liquide wordt, en dat de betrokken beleggingen aan waarde verliezen. 29
Bijzondere risico’s van beleggingen in Russische effecten Hoewel beleggingen in Russische effecten van geen enkel Fonds de voornaamste beleggingsfocus is – het is veeleer een sector waarin bepaalde Fondsen kunnen beslissen om te beleggen – kunnen de Fondsen een deel van hun activa beleggen in effecten van emittenten die gevestigd zijn in Rusland. Naast de risico’s die hierboven zijn vermeld onder ‘Effecten uit opkomende markten’, kunnen beleggingen in effecten van Russische emittenten een bijzonder hoge mate van risico inhouden, evenals bijzondere overwegingen die doorgaans niet gepaard gaan met beleggingen in meer ontwikkelde markten, waarvan vele voortvloeien uit de aanhoudende politieke en economische onstabiele situatie van Rusland en de trage ontwikkeling van zijn markteconomie. Beleggingen in Rusland staan specifiek bloot aan het risico dat niet-Russische landen economische sancties opleggen die een impact kunnen hebben op bedrijven in uiteenlopende sectoren, zoals onder andere energie, financiële diensten en defensie, wat een negatieve impact kan hebben op het rendement van een Fonds en/of zijn vermogen om zijn beleggingsdoelstelling te verwezenlijken. Zo kunnen sommige beleggingen illiquide worden (bijv. ingeval de Fondsen het verbod opgelegd krijgen om transacties te verrichten met bepaalde beleggingen die verbonden zijn met Rusland), wat een betrokken Fonds kan verplichten om andere portefeuilleparticipaties te verkopen op een ongunstig moment of tegen een ongunstige prijs om te beantwoorden aan de terugkopen van Aandeelhouders. Het is ook mogelijk dat dergelijke sancties nietRussische entiteiten die diensten verstrekken aan de Fondsen kunnen verhinderen om transacties met Russische entiteiten uit te voeren. In dergelijke omstandigheden bestaat de mogelijkheid dat de Fondsen de betalingen die verschuldigd zijn voor bepaalde beleggingen niet ontvangen, zoals de betalingen in het kader van een door een Fonds gehouden vastrentend effect. Bovendien dienen beleggingen in Russische effecten als uiterst speculatief te worden beschouwd. Dergelijke risico’s en bijzondere overwegingen omvatten: (a) vertragingen in de afwikkeling van portefeuilletransacties en het risico van verlies dat voortvloeit uit het Russische systeem van aandelenregistratie en bewaring; (b) de alomtegenwoordigheid van corruptie, handel met voorkennis en misdrijven in het Russische economische system; (c) moeilijkheden die gepaard gaan met het verkrijgen van nauwkeurige marktwaarderingen van veel Russische effecten, deels door de beperkte hoeveelheid publiek beschikbare informatie; (d) de algemene financiële toestand van Russische ondernemingen, die gekenmerkt wordt door bijzonder grote bedragen van schuld tussen bedrijven van dezelfde groep; (e) het risico dat het Russische belastingsysteem niet zal worden hervormd om inconsequente, retroactieve en/of buitensporige belastingen te voorkomen, of in het andere geval, het risico dat een hervormd belastingsysteem kan leiden tot de inconsequente en onvoorspelbare afdwinging van de nieuwe belastingwetten; (f) het risico dat de overheid van Rusland of andere uitvoerende of wetgevende instanties kunnen beslissen om de economische hervormingsprogramma’s die sinds de ontbinding van de Sovjet-Unie zijn ingevoerd, niet langer te steunen; (g) het gebrek aan bepalingen op het vlak van corporate governance in Rusland in het algemeen; en (h) het gebrek aan regels of voorschriften ter bescherming van beleggers. Russische effecten worden uitgegeven via de inschrijving in een register. De eigendom wordt geregistreerd in een aandelenregister dat wordt bijgehouden door de registerhouder van de emittent. Overdrachten worden uitgevoerd via inschrijvingen in het register van registerhouders. Personen aan wie aandelen worden overgedragen hebben geen eigendomsrechten op de aandelen tot hun naam in het aandeelhoudersregister van de emittent wordt vermeld. De wetten en praktijken met betrekking tot de registratie van aandelenparticipaties zijn in Rusland niet goed ontwikkeld, en mogelijk vinden aandelenregistraties niet of met vertraging plaats. Net als in andere opkomende markten heeft Rusland geen centrale bron voor de uitgifte of publicatie van informatie over corporate actions. De Bewaarder kan bijgevolg niet garanderen dat meldingen over corporate actions volledig of tijdig worden gemeld. Specifieke risico’s van beleggingen in Chinese effecten Hoewel beleggingen in Chinese effecten bij geen enkel Fonds de voornaamste beleggingsfocus is – het is veeleer een sector waarin bepaalde Fondsen kunnen beslissen om te beleggen – kunnen de Fondsen een deel van hun activa beleggen in effecten van emittenten die gevestigd zijn in de Volksrepubliek China (‘China’). Naast de risico’s die zijn vermeld onder ‘Effecten uit opkomende markten’, kunnen beleggingen in effecten van Chinese emittenten een bijzonder hoge mate van risico inhouden, evenals bijzondere overwegingen die doorgaans niet gepaard gaan met beleggingen in meer ontwikkelde markten. De effectenmarkt en het wettelijke kader voor de effectensector in China bevinden zich momenteel nog in een vroeg ontwikkelingsstadium. De Chinese toezichthouder op de effectenmarkt (de China Securities Regulatory Commission of ‘CSRC’) is verantwoordelijk voor het toezicht op de nationale effectenmarkten en het opstellen van de toepasselijke regelgeving. De verordeningen voor gekwalificeerde buitenlandse institutionele beleggers (de Qualified Foreign Institutional Investor Regulations of ‘QFIIverordeningen’), waaronder de Fondsen kunnen beleggen (als onderdeel van de quota voor de ondernemingen van de PIMCO-groep) in China en die de repatriëring en omzetting van valuta’s regelen, zijn nieuw. De interpretatie en toepassing van de QFII-verordeningen zijn onzeker. 30
Economische hervormingen in China kunnen worden aangepast en gewijzigd en de verrichtingen en financiële resultaten van de Vennootschap kunnen ongunstig worden beïnvloed door aanpassingen van de overheidsplannen, politieke, economische en sociale omstandigheden, veranderingen in het overheidsbeleid zoals wijzigingen in de weten regelgeving (of de interpretatie daarvan), maatregelen die kunnen worden ingevoerd om de inflatie onder controle te houden, veranderingen in belastingtarieven of -methodes, de oplegging van extra beperkingen op valuta-omzetting en de oplegging van extra importbeperkingen. De normen voor informatiebekendmaking en de toezichtsnormen in China zijn op meerdere gebieden minder streng dan de normen in bepaalde OESO-landen. Bovendien maken de Chinese effectenmarkten, waaronder de aandelenbeurzen van Sjanghai en Shenzhen, een periode van groei en veranderingen door, wat kan leiden tot moeilijkheden bij de vereffening en registratie van transacties en de interpretatie en toepassing van de geldende regels. Ten slotte zijn er extra risico’s verbonden aan beleggingen in RMB, naast en boven op de risico’s die gepaard gaan met beleggingen in andere valuta’s. Wij verwijzen in dit verband naar de hieronder beschreven ‘Risico’s met betrekking tot aandelenklassen in renminbi’ voor meer informatie. Valutarisico Bepaalde Fondsen kunnen zijn blootgesteld aan het valutarisico. Wijzigingen in wisselkoersen tussen valuta’s of de omrekening van een valuta naar een andere kan ertoe leiden dat de waarde van de beleggingen van een Fonds daalt of stijgt. Wisselkoersen kunnen in korte tijd aanzienlijk schommelen. Ze worden doorgaans bepaald door vraag en aanbod op de valutamarkten en de relatieve verdiensten van beleggingen in verschillende landen, werkelijke of veronderstelde wijzigingen in de rentevoeten en andere complexe factoren. Wisselkoersen kunnen ook op onvoorspelbare wijze worden beïnvloed door interventie van overheden of centrale banken (of door gebrek aan interventie van overheden of centrale banken), of door deviezencontroles of politieke ontwikkelingen. Bovendien, ingeval een Fonds belegt in een valuta (i) die ophoudt te bestaan of (ii) waarvoor een deelnemer aan de betreffende valuta niet langer een deelnemer in die valuta is, is het waarschijnlijk dat dit een ongunstige impact zou hebben op de liquiditeit van een Fonds. De Intrinsieke waarde per Aandeel van de niet-afgedekte Klassen van Aandelen zal worden berekend in de Basisvaluta van het betreffende Fonds, en vervolgens worden omgerekend naar de valuta van de Aandelenklasse tegen de marktkoers. Aangezien de Beleggingsadviseur van de Fondsen deze valutablootstelling niet zal afdekken, er wordt verwacht dat de Intrinsieke waarde per Aandeel en het rendement van de niet-afgedekte Klassen van Aandelen zullen worden beïnvloed door wijzigingen in de wisselkoers tussen de basisvaluta van het betrokken Fonds en de valuta van de niet-afgedekte Klasse van Aandelen. Beleggers in de niet-afgedekte Klassen van Aandelen dragen dit valutarisico. De kosten van valutaomrekeningstransacties en enige gerelateerde winsten of verliezen in verband met de aankoop, de terugkoop of de omruiling van Aandelen van de niet-afgedekte Klassen van Aandelen, zullen worden gedragen door die Klasse en worden weerspiegeld in de Intrinsieke waarde per Aandeel van die Klasse. Risico’s met betrekking tot aandelenklassen in renminbi De Fondsen bieden aandelenklassen aan die in Chinese renminbi (RMB), de officiële valuta van China, luiden. Er dient te worden opgemerkt dat er mogelijk extra risico’s verbonden zijn aan beleggingen in RMB, naast en boven op de risico’s die gepaard gaan met beleggingen in andere valuta’s. Wisselkoersen kunnen ook op onvoorspelbare wijze worden beïnvloed door interventie van overheden of centrale banken (of door het feit dat overheden of centrale banken niet interveniëren), of door deviezencontroles of politieke ontwikkelingen, met name in China. Er heerst ook een grotere wettelijke onzekerheid wat betreft valutatransacties in RMB, vergeleken met valuta’s die al langer internationaal worden verhandeld. De RMB-aandelenklassen van de Fondsen luiden in offshore RMB (CNH). Het converteren van CNH naar onshore RMB (CNY) is een beheerd valutaproces dat onderworpen is aan deviezencontrolemaatregelen en repatriëringsbeperkingen die zijn opgelegd door de Chinese overheid, samen met de Hong Kong Monetary Authority (HKMA). De waarde van de CNH zou, misschien aanzienlijk, kunnen verschillen van die van de CNY wegens een aantal factoren, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, deviezencontrolemaatregelen en repatriëringsbeperkingen die van tijd tot tijd door de Chinese overheid kunnen worden uitgevaardigd, en andere externe marktfactoren. Bovendien hebben de valutamarkten in RMB mogelijk lagere handelsvolumes dan de valuta’s van meer ontwikkelde landen en dienovereenkomstig kunnen markten in RMB duidelijk minder liquide zijn, onderworpen zijn aan grotere handelsspreads en een duidelijke grotere volatiliteit vertonen dan die in andere valuta’s. Vooral RMB-transacties 31
tijdens de Europese markturen wanneer de transacties voor de afgedekte aandelenklassen zullen worden uitgevoerd, houden een inherent lagere liquiditeit en hogere transactiekosten in. Dit zal waarschijnlijk leiden tot een afwijking in het rendement ten opzichte van het verwachte rendement bij RMB-transacties op de Aziatische markten, waar de liquiditeit doorgaans hoger is en de transactiekosten doorgaans lager. Bij een extreme gebeurtenis zou het gebrek aan liquiditeit de valuta-afdekking onmogelijk kunnen maken. De Vennootschap zal ernaar streven de afdekking zo goed mogelijk uit te voeren en de transactiekosten zo laag mogelijk te houden. Er is echter geen garantie dat ze hierin zal slagen en de bovenstaande risico’s en transactiekosten kunnen niet volledig worden uitgesloten. De kosten en winsten/verliezen van afdekkingstransacties worden alleen toegekend aan de betreffende Afgedekte Klasse en zullen worden weerspiegeld in de Intrinsieke waarde per Aandeel van die Klasse. Blootstellingsrisico Door derivatentransacties kunnen de Fondsen onderworpen zijn aan een bijkomende risicoblootstelling. Transacties die (mogelijk) aanleiding geven tot een toekomstige verplichting namens een Fonds zullen worden gedekt door ofwel het toepasselijke onderliggende actief, ofwel door liquide activa. Beheerrisico Elk Fonds is onderworpen aan het beheerrisico omdat het een actief beheerde beleggingsportefeuille vertegenwoordigt. De Beleggingsadviseurs en elke individuele portefeuillebeheerder zal beleggingstechnieken en risicoanalyses hanteren bij hun beleggingsbeslissingen voor de Fondsen, maar er kan geen garantie worden verstrekt dat deze de gewenste resultaten zullen opleveren. Risico van bewaring Aangezien de Vennootschap kan beleggen in markten waar systemen voor bewaring en/of afwikkeling niet volledig zijn ontwikkeld, zijn de activa van de Vennootschap die op dergelijke markten worden verhandeld en die aan subbewaarders zijn toevertrouwd in omstandigheden waarin het gebruik van dergelijke subbewaarders noodzakelijk is, mogelijk blootgesteld aan risico’s in omstandigheden waarbij de Bewaarder niet aansprakelijk is.
Waarderingsrisico De Administrateur kan de Beleggingsadviseurs raadplegen over de waardering van beleggingen die (i) niet-genoteerd zijn, of (ii) genoteerd zijn of verhandeld worden op een Gereglementeerde markt, maar waarvan de marktprijs niet representatief of niet beschikbaar is. Er is een mogelijk belangenconflict vanwege de rol die een Beleggingsadviseur speelt bij het bepalen van de waardering van de beleggingen van het Fonds, en het feit dat de Beleggingsadviseur een vergoeding ontvangt die stijgt naarmate de waarde van het Fonds stijgt. Commodityrisico Beleggingen van een Fonds in derivaten die aan een commodity-index zijn gekoppeld, kunnen het Fonds blootstellen aan een grotere volatiliteit dan beleggingen in traditionele effecten. De waarde van aan commodity-indices gekoppelde derivaten kan worden beïnvloed door wijzigingen in de algemene marktbewegingen, de volatiliteit van de commodity-index, wijzigingen in de rentevoeten of factoren die een invloed hebben op een bepaalde sector of commodity, zoals droogte, overstromingen, weersomstandigheden, ziekten bij vee, embargo’s, invoer- en uitvoerrechten en internationale economische, politieke en reglementaire ontwikkelingen. Risico met betrekking tot Onderliggende fondsen Het Global Multi-Asset Fund kan onderworpen zijn aan een waarderingsrisico door de manier en het tijdstip van waardering van zijn beleggingen in Onderliggende fondsen. Onderliggende fondsen kunnen worden gewaardeerd door fondsadministratiekantoren die verbonden zijn met fondsbeheerders of door de fondsbeheerders zelf, wat kan leiden tot waarderingen die niet op regelmatige of tijdige basis door een onafhankelijke externe partij zijn gecontroleerd. Bijgevolg bestaat er een risico dat (i) de waarderingen van het Fonds niet de echte waarde van posities in Onderliggende fondsen weerspiegelen, wat zou kunnen leiden tot significante verliezen of onnauwkeurige
32
prijzen voor het Fonds en/of (ii) waarderingen niet beschikbaar zijn op het betreffende Waarderingstijdstip voor het Fonds, zodat alle of een deel van de activa van het Fonds op geraamde basis gewaardeerd zouden kunnen worden. Hoewel de beleggingsadviseur of zijn afgevaardigde de beleggingsbeperkingen die gelden voor de Fondsen zal naleven, zijn de Beheerder en/of dienstverleners van de Onderliggende fondsen niet verplicht om dergelijke beleggingsbeperkingen na te leven bij het beheer/de administratie van de Onderliggende fondsen. Er wordt geen zekerheid verstrekt dat de beleggingsbeperkingen van de Fondsen met betrekking tot individuele emittenten of andere posities door Onderliggende fondsen zullen worden nageleefd, of dat de totale blootstelling van Onderliggende fondsen aan individuele emittenten of tegenpartijen niet meer zal bedragen dan de beleggingsbeperkingen die gelden voor de Fondsen. De kosten van een belegging in de Fondsen zal doorgaans hoger zijn dan de kosten van een belegging in een beleggingsfonds dat direct in individuele aandelen en obligaties belegt. Door in de Fondsen te beleggen draagt een belegger indirect de vergoedingen en kosten die door de Onderliggende fondsen in rekening worden gebracht, bovenop de directe vergoedingen en kosten van het Fonds. Bovendien zou het gebruik van een fonds-vanfondsenstructuur een invloed kunnen hebben op de timing, het bedrag en de aard van de uitkeringen aan Aandeelhouders. Omdat het Global Multi-Asset Fund belegt in Onderliggende Fondsen, houden de risico’s die gepaard gaan met zijn beleggingen nauw verband met de risico’s die gepaard gaan met de effecten en andere beleggingen die door de Onderliggende fondsen worden gehouden. Het vermogen van het Global Multi-Asset Fund om zijn beleggingsdoelstellingen te verwezenlijken, zal afhankelijk zijn van het vermogen van de Onderliggende fondsen om hun beleggingsdoelstellingen te verwezenlijken. Er kan geen garantie worden gegeven dat een Onderliggend fonds zijn beleggingsdoelstelling zal verwezenlijken. Risico van waardebeleggingen Bepaalde Fondsen, zoals het PIMCO EqS Pathfinder Europe Fund™ en het PIMCO EqS Pathfinder Fund™, kunnen een waardebeleggingsbenadering hanteren. Bij waardebelegging wordt getracht die ondernemingen te identificeren die naar mening van de Beleggingsadviseur ondergewaardeerd zijn. Waardeaandelen hebben gewoonlijk een koers die laag ligt ten opzichte van factoren zoals de bedrijfswinsten, de kasstromen of de dividenden van de onderneming. Een waardeaandeel kan dalen in prijs of niet in prijs stijgen zoals verwacht door de Beleggingsadviseur, als het aandeel ondergewaardeerd blijft door de markt of indien de factoren die volgens de Beleggingsadviseur zullen zorgen voor een stijging van de aandelenkoers, niet plaatsvinden. Een waardebeleggingsstijl kan betere of slechtere resultaten opleveren dan aandelenfondsen die zich concentreren op groeiaandelen of die een bredere beleggingsstijl volgen. Risico van smallcaps en midcaps Beleggingen in effecten die zijn uitgegeven door bedrijven met een kleine en middelgrote kapitalisatie houden grotere risico’s in dan beleggingen in bedrijven met een grote kapitalisatie. De waarde van effecten die zijn uitgegeven door bedrijven met een kleine en middelgrote kapitalisatie kan stijgen of dalen, soms snel en onvoorspelbaar, omdat de markten smaller zijn en omdat ze over minder financiële en managementmiddelen beschikken dan bedrijven met een grote kapitalisatie. Beleggingen van een Fonds in bedrijven met een kleine en middelgrote kapitalisatie kunnen de volatiliteit van zijn portefeuille verhogen. Arbitragerisico Beleggingen van het Fonds in effecten of derivaten die zijn aangekocht volgens een arbitragestrategie om voordeel te halen uit een waargenomen relatie tussen de waarde van twee effecten kan bepaalde risico’s inhouden. Volgens de arbitragestrategie kan een Fonds een effect aankopen en tegelijkertijd gebruikmaken van derivaten om een ander effect synthetisch short te verkopen. Synthetische shortposities in derivaten die in het kader van een dergelijke strategie zijn aangegaan, leveren mogelijk niet het verwachte rendement op, wat kan leiden tot een verlies voor het Fonds. Bovendien zijn emittenten van een effect dat aangekocht is in het kader van een arbitragestrategie vaak betrokken bij belangrijke bedrijfsgebeurtenissen, zoals herstructureringen, acquisities, fusies, overnames, overnameof ruilbiedingen of vereffeningen. Het is mogelijk dat dergelijke bedrijfsgebeurtenissen niet verlopen zoals oorspronkelijk gepland of geen doorgang vinden. Short verkopen 33
Gewoonlijk beleggen ICBE’s, zoals de Vennootschap, alleen in longposities. Dit betekent dat hun intrinsieke waarde zal stijgen (of dalen) op basis van de marktwaarde van de activa die zij houden. Een ‘shortverkoop’ verwijst naar de verkoop van een effect dat de verkoper niet bezit, in de hoop om datzelfde effect (of een effect dat voor dat effect kan worden omgeruild) op een latere datum tegen een lagere prijs te kunnen kopen. Om aan de koper te leveren, moet de verkoper het effect lenen en is hij verplicht om het effect (of een effect dat voor dat effect kan worden omgeruild) aan de leninggever terug te bezorgen, door het betreffende effect op een later tijdstip te kopen. Hoewel de Vennootschap in het kader van de Verordeningen geen shortverkopen mag verrichten, kan een Fonds, door bepaalde derivatentechnieken te hanteren (zoals contracts for difference) die bedoeld zijn om hetzelfde economische effect als een shortverkoop te produceren (een ‘synthetische shortpositie’), zowel long- als shortposities nemen in afzonderlijke aandelen en markten. Bijgevolg kan een Fonds zowel activa houden die stijgen of dalen volgens de markten, als posities houden die stijgen wanneer de marktwaarde daalt, en dalen wanneer de marktwaarde stijgt. Synthetische shortposities houden in dat er een margin moet worden betaald, en dienovereenkomstig kunnen ze grotere risico’s inhouden dan beleggingen die gebaseerd zijn op een longpositie. Risico’s verbonden aan de euro Fondsen kunnen beleggingsposities in Europa en de eurozone hebben. Gelet op de staatsschuldencrisis in Europa kan een dergelijke beleggingspositie het Fonds blootstellen aan bepaalde risico’s. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat verschillende lidstaten van de eurozone uit de euro stappen en terugkeren naar een nationale valuta en/of dat de euro in zijn huidige vorm als eenheidsmunt zal ophouden te bestaan. De gevolgen van een zelfgekozen of gedwongen exit van een land uit de euro voor dat land, de rest van de eurozone en de wereldmarkten zijn onmogelijk te voorspellen, maar zullen wellicht negatief zijn en kunnen een ongunstige impact hebben op de waarde van de beleggingen van een Fonds in Europa. De exit van een land uit de euro zal waarschijnlijk een zeer destabiliserend effect hebben op alle eurozonelanden en hun economieën en een negatieve impact op de wereldeconomie in het geheel. Hoewel de overheden van veel Europese landen, de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank, het Internationale Muntfonds en andere instanties maatregelen nemen (zoals het doorvoeren van economische hervormingen, het verstrekken van reddingspakketten en het opleggen van besparingsmaatregelen) om de huidige begrotingsproblemen aan te pakken, bestaat de mogelijkheid dat deze maatregelen niet het gewenste effect zullen hebben, en de stabiliteit en groei van Europa in de toekomst onzeker blijft. Daarnaast kan het in deze omstandigheden moeilijk zijn om de waarde te bepalen van beleggingen die zijn uitgedrukt in euro of in een vervangende valuta. Het is ook mogelijk dat een land dat uit de euro stapt, zal trachten de kapitaalstromen naar en van het land te controleren, wat ertoe zou kunnen leiden dat de Vennootschap niet in staat is nieuwe inschrijvingen van Aandeelhouders in het betreffende rechtsgebied te aanvaarden of aan deze Aandeelhouders terugkoopbetalingen te verrichten. Amerikaanse Foreign Account Tax Compliance Act (‘FATCA’) Krachtens de FATCA zal de Vennootschap (of een Fonds) verplicht zijn uitgebreide nieuwe rapportage- en bronheffingsvereisten na te leven (of geacht worden conform te zijn) die zijn opgesteld om het Amerikaanse Department of the Treasury te informeren over buitenlandse beleggingsrekeningen in VS-handen. Het niet naleven van deze vereisten (of geacht worden niet conform te zijn) zal de Vennootschap (of het betrokken Fonds) vanaf juli 2014 onderwerpen aan de Amerikaanse bronheffing op bepaalde inkomsten en winsten uit Amerikaanse bron. Krachtens een intergouvernementele overeenkomst tussen de Verenigde Staten en Ierland kan de Vennootschap (of een Fonds) worden geacht conform te zijn, en dus niet onderworpen aan de bronheffing, als zij de gegevens van Amerikaanse belastingbetalers direct bij de Ierse overheid identificeert en aangeeft. Beleggers kunnen verplicht zijn om aanvullende informatie te verstrekken aan de Vennootschap om de Vennootschap (of een Fonds) in staat te stellen deze verplichtingen te vervullen. Het niet verstrekken van de vereiste informatie kan de belegger blootstellen aan de verplichtingen uit de Amerikaanse bronheffing, Amerikaanse belastinginformatie-aangifte en/of verplichte terugkoop, overdracht of andere beëindiging van de belangen van de belegger in zijn Aandelen. De gedetailleerde richtlijnen inzake de mechanismen en het bereik van dit nieuwe rapportage- en bronheffingsstel worden op dit moment uitgewerkt. Er kan geen zekerheid worden geboden over de timing of de impact van dergelijke richtlijnen op toekomstige activiteiten van de Vennootschap of haar Fondsen. Geïnteresseerde beleggers moeten inlichtingen inwinnen bij hun belastingadviseur omtrent de Amerikaanse federale, staatsgebonden, plaatselijke en niet-Amerikaanse belastingaangifte- en certificatievereisten die verbonden zijn aan een belegging in de Vennootschap.
34
Call-risico Een Fonds dat belegt in Vastrentende Effecten kan blootgesteld zijn aan het call-risico. Het call-risico verwijst naar de mogelijkheid dat een emittent zijn recht uitoefent om een vastrentend effect eerder dan verwacht terug te kopen (een call, of vervroegde terugkoop). De emittent kan zijn uitstaande effecten om diverse redenen vóór de vervaldatum terugkopen (zoals dalende rentevoeten, wijzigingen in de kredietspreads en een verbetering in de kredietkwaliteit van de emittent). Als een emittent een effect waarin een Fonds heeft belegd, vervroegd terugkoopt, bestaat de mogelijkheid dat het Fonds niet het volledige bedrag van zijn oorspronkelijke belegging terugkrijgt, en dat het verplicht kan zijn om de opbrengst te herbeleggen in effecten met lagere rente, effecten met een hoger kredietrisico of effecten met andere, minder gunstige kenmerken. Operationeel risico Een belegging in een Fonds kan, net zoals beleggingen in alle fondsen, operationele risico’s met zich meebrengen die voortvloeien uit factoren zoals verwerkingsfouten, menselijke fouten, ontoereikende of verkeerde interne of externe processen, storingen in systemen of technologie, veranderingen in personeel en fouten veroorzaakt door externe dienstenleveranciers. Dit soort fouten, storingen en vergissingen kunnen leiden tot verlies van informatie, verlies van zaken, onderzoek door de toezichtautoriteit of andere gebeurtenissen, die allemaal een wezenlijk ongunstig effect op een Fonds kunnen hebben. Hoewel de Fondsen ernaar streven deze gebeurtenissen tot een minimum te beperken via controles en toezicht, blijft de mogelijkheid bestaan dat fouten verliezen voor een Fonds veroorzaken. Regelgevingsrisico Financiële entiteiten zoals beleggingsmaatschappijen en beleggingsadviseurs zijn doorgaans onderworpen aan uitgebreide regelgeving en ingrepen van nationale en Europese autoriteiten. Deze regelgeving en/of ingrepen kunnen een verandering teweegbrengen in de manier waarop een Fonds wordt gereguleerd en de direct door een Fonds opgelopen kosten. Zij kunnen de waarde van zijn beleggingen beïnvloeden, en het vermogen van een Fonds om zijn beleggingsdoelstelling te verwezenlijken aantasten of tenietdoen. Dergelijke regelgeving kan frequent wijzigen, met wezenlijk ongunstige effecten tot gevolg. Bovendien kunnen de overheidsregels onvoorspelbare en onbedoelde effecten hebben en kunnen zij een wezenlijke impact hebben op de winstgevendheid van de Fondsen en op de waarde van de activa die zij houden, de Fondsen blootstellen aan hogere kosten, wijzigingen in de beleggingspraktijken vereisen en het vermogen van de Fondsen om dividenden uit te betalen ongunstig beïnvloeden. Het naleven van nieuwe vereisten kan voor de Fondsen hogere kosten inhouden.
Risico van beleggersconcentratie De Aandeelhouders dienen te noteren dat bepaalde Fondsen mogelijk een geconcentreerde beleggersbasis hebben, waarbij grote institutionele cliënten (zoals pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en andere instellingen voor collectieve belegging, met inbegrip van instellingen die mogelijk worden beheerd door met PIMCO gelieerde entiteiten) een aanzienlijk deel van het vermogen van een Fonds bezitten. Dit stelt de andere Aandeelhouders in het Fonds bloot aan bepaalde risico’s, zoals het risico dat een groot deel van een Fonds wordt teruggekocht op een bepaalde dag, wat een impact kan hebben op de algemene levensvatbaarheid van het Fonds of op de mogelijkheid voor andere beleggers, die op die dag geen terugkoopverzoek hebben ingediend, om hun aandelen te laten terugkopen, bijv. omdat het nodig blijkt om extra terugkoopvoorwaarden op te leggen. Andere risico’s Het risico-overzicht dat hierboven wordt verstrekt, is niet bedoeld als een exhaustieve lijst van alle risicofactoren die betrekking hebben op beleggingen in de Fondsen. Er kunnen verschillende andere risico’s van toepassing zijn. Beleggers dienen ook zorgvuldig hun beleggingshorizon in overweging te nemen, vooral in het kader van enige Instap- of Terugkoopvergoeding die mogelijk in rekening wordt gebracht.
35
KENMERKEN EN RISICO’S VAN EFFECTEN, DERIVATEN EN BELEGGINGSTECHNIEKEN Hierna worden verschillende kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken beschreven die door bepaalde Fondsen worden gebruikt, en worden bepaalde concepten besproken die relevant zijn voor het beleggingsbeleid van de Fondsen. Het gebruik van elk van de volgende effecten, derivaten en beleggingstechnieken door een Fonds moet in overeenstemming zijn met de beleggingsdoelstellingen en het beleggingsbeleid van het betreffende Fonds, en in het bijzonder met de criteria voor rating, looptijd en andere specifieke criteria voor het instrument die zijn vermeld in het beleggingsbeleid van het betreffende Fonds. Overheidseffecten Overheidseffecten zijn verplichtingen van of zijn gewaarborgd door een overheid, haar instellingen of door ondernemingen met staatswaarborg. De betreffende overheden waarborgen echter niet de Intrinsieke waarde van Aandelen van een Fonds. Overheidseffecten zijn onderworpen aan het markt- en het renterisico en kunnen in uiteenlopende mate onderworpen zijn aan het kredietrisico. Overheidseffecten kunnen nulcouponeffecten omvatten, waarvoor het marktrisico doorgaans groter is dan voor effecten die rente uitbetalen en die een vergelijkbare looptijd hebben. Aan hypotheken gekoppelde en andere door activa gedekte effecten Bepaalde Fondsen kunnen beleggen in door hypotheken of andere activa gedekte effecten. Door hypotheken gedekte effecten omvatten ‘mortgage pass-through’-effecten, collateralized mortgage obligations (‘CMO’s’) (CMO’s zijn schuldverplichtingen van een rechtspersoon die hypotheken als onderpand hebben. Ze beschikken doorgaans over een rating van een ratingbureau, zijn geregistreerd bij de SEC en gestructureerd in meerdere klassen, vaak ook ‘tranches’ genoemd, waarbij elke klasse een andere looptijd heeft en recht heeft op een ander schema voor betalingen van hoofdsom en rente, inclusief vooruitbetalingen), commerciële door hypotheek gedekte effecten, door hypotheek gedekte effecten uitgegeven door private emittenten, mortgage dollar rolls, CMO residuals (hypotheekeffecten uitgegeven door instanties of werkingsorganen van de Amerikaanse Overheid of door particuliere emittenten van of beleggers in hypotheekleningen, inclusief spaar- en voorschotbanken, woningbouwers, hypotheekbanken, commerciële banken, investeringsbanken, partnerships, trusts en voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten van het voorgaande), gestripte mortgage-backed securities (‘SMBS’s’) en andere effecten die direct of indirect een participatie vertegenwoordigen in, of zijn zekergesteld door en betaalbaar zijn uit, hypotheekleningen op vastgoed. De waarde van bepaalde door hypotheken of activa gedekte effecten kan in het bijzonder gevoelig zijn voor wijzigingen in de geldende rentevoeten. De vervroegde terugbetaling van de hoofdsom op bepaalde aan hypotheken gekoppelde effecten kan een Fonds blootstellen aan een lager rendement bij de herbelegging van de hoofdsom. Wanneer de rente stijgt, zal de waarde van een aan een hypotheek gekoppeld effect doorgaans dalen; als de rente daalt, dan stijgt de waarde van aan een hypotheek gekoppelde effecten met vooruitbetalingskenmerken mogelijk niet zo veel als die van andere Vastrentende effecten. Het aantal vooruitbetalingen op onderliggende hypotheken zal een invloed hebben op de prijs en de volatiliteit van een aan een hypotheek gekoppeld effect, en kan de effectieve looptijd van het effect verkorten of verder verlengen dan de verwachte vervaldatum op het tijdstip van aankoop. Als onverwachte vooruitbetalingen op onderliggende hypotheken de effectieve looptijd van een aan een hypotheek gekoppeld effect verhogen, dan kan worden verwacht dat de volatiliteit van het effect stijgt. De waarde van deze effecten kan schommelen als reactie op de perceptie van de markt van de kredietwaardigheid van de emittenten. Daarnaast, hoewel hypotheken en aan hypotheken gekoppelde effecten doorgaans gesteund worden door een bepaalde vorm van overheids- of privégarantie en/of verzekering en/of onderpand, kan er geen zekerheid worden geboden dat particuliere garantieverstrekkers of verzekeraars hun verplichtingen zullen vervullen of dat een onderpand van een bepaald effect de schuld zal dekken. Eén type SMBS heeft één klasse die alle rente van de hypotheekactiva ontvangt (de ‘IO’-klasse (interest only, alleen rente), terwijl de andere klasse de volledige hoofdsom ontvangt (de ‘PO’-klasse (principal only, alleen hoofdsom). Het rendement tot de vervaldatum op een IO-klasse is extreem gevoelig voor het aantal hoofdsombetalingen (inclusief vooruitbetalingen) op de onderliggende hypotheekactiva, en snelle hoofdsombetalingen kunnen een wezenlijk nadelig effect hebben op het rendement tot de vervaldatum van een Fonds uit deze effecten. Bepaalde Fondsen kunnen beleggen in collateralized debt obligations (‘CDO’s’), die collateralized bond obligations (‘CBO’s’), collateralized loan obligations (‘CLO’s’) en andere effecten met een vergelijkbare structuur omvatten. Een CBO is een trust die gedekt wordt door een gediversifieerde pool van vastrentende effecten onder beleggingskwaliteit 36
met hoge risico’s. Een CLO is een geëffectiseerd effect dat onder Rule 144A valt, dat over een rating van een of meer ratingbureaus beschikt en dat doorgaans als zakelijke zekerheid beschikt over een pool van leningen, die onder meer kan bestaan uit binnenlandse en buitenlandse zekergestelde leningen van hogere rangorde, niet-zekergestelde leningen van hogere rangorde en achtergestelde bedrijfsleningen, inclusief leningen die over een rating onder beleggingskwaliteit kunnen beschikken of equivalente leningen zonder rating. De Fondsen kunnen beleggen in andere door activa gedekte effecten die aan beleggers zijn aangeboden. De hierboven vermelde CMO’s kunnen ondersteunende obligaties omvatten. Naarmate CMO’s geëvolueerd zijn, zijn sommige klassen CMO-obligaties algemener geworden. Zo kunnen de Fondsen beleggen in ‘parallel-pay’ en ‘planned amortization class’ (‘PAC’) CMO’s en ‘multi-class pass-through’ certificaten. De structuur van parallel-pay CMO’s en multi-class pass-through certificaten is zodanig dat deze effecten op elke betalingsdatum aan meerdere klassen terugbetalingen van de hoofdsom bieden. Deze gelijktijdige betalingen worden meegerekend bij de berekening van de opgegeven vervaldatum of einduitkeringsdatum van elke klasse, die zoals bij andere CMO’s en multi-class pass-through structuren moet worden afgelost tegen haar opgegeven vervaldatum of einduitkeringsdatum, maar die vroeger kan worden afgelost. PAC’s vereisen over het algemeen betalingen van een specifiek bedrag van de hoofdsom op elke betalingsdatum. PAC’s zijn parallel-pay CMO’s waarbij de vereiste hoofdsom op dergelijke effecten de hoogste prioriteit heeft nadat rente is betaald aan alle klassen. Een CMO of multi-class pass-through structuur die PAC-effecten omvat, moet ook beschikken over ondersteunende tranches – die support bonds, companion bonds of non-PAC bonds worden genoemd – die hoofdsomkasstromen lenen of absorberen om ervoor te zorgen dat de PAC-effecten hun vervaldatums en einduitkeringsdatums binnen bepaalde grenzen van vervroegde aflossingen kunnen houden. Deze ondersteunende tranches zijn blootgesteld aan een hoger niveau van looptijdrisico dan andere door hypotheek gedekte effecten, en bieden dan ook gewoonlijk een hogere opbrengst om de beleggers hiervoor te compenseren. Indien er hoofdsomkasstromen worden ontvangen in bedragen buiten de vooraf bepaalde grenzen zodat de support bonds onvoldoende kasstromen kunnen absorberen of lenen aan de PAC-effecten zoals bedoeld was, zijn de PAC-effecten blootgesteld aan een verhoogd looptijdrisico. In overeenstemming met de beleggingsdoelstellingen en het beleggingsbeleid van een Fonds kan de Beleggingsadviseur beleggen in verschillende tranches van CMO-obligaties, inclusief in support bonds. Leningen, leningparticipaties en leningtoewijzingen Bepaalde Fondsen kunnen beleggen in leningen, leningparticipaties en/of leningtoewijzingen zoals voorzien in het betreffende Supplement en op voorwaarde dat dergelijke instrumenten overdraagbare effecten vormen die worden verhandeld op een gereglementeerde markt of geldmarktinstrumenten die normaliter worden verhandeld op de geldmarkt, die liquide zijn en die een waarde hebben die op elk moment nauwkeurig kan worden bepaald. Dergelijke leningen worden geacht geldmarktinstrumenten te vormen die normaliter worden verhandeld op de geldmarkt als zij voldoen aan een van de volgende criteria: (a)
ze hebben bij uitgifte een looptijd van maximaal 397 dagen;
(b)
ze hebben een resterende looptijd van maximaal 397 dagen;
(c)
ze ondergaan geregelde rendementsaanpassingen, in overeenstemming met de voorwaarden van de geldmarkt, ten minste elke 397 dagen; of
(d)
hun risicoprofiel, inclusief krediet- en renterisico’s, stemt overeen met dat van financiële instrumenten die een looptijd hebben zoals vermeld in punt (a) of (b), of onderworpen zijn aan een rendementsaanpassing zoals vermeld in punt (c).
Dergelijke leningen worden geacht liquide te zijn wanneer ze binnen een voldoende korte periode kunnen worden verkocht met beperkte kosten, rekening houdend met de verplichting van het betreffende Fonds om zijn Aandelen op verzoek van enige Aandeelhouder terug te kopen. Dergelijke leningen worden geacht een waarde te hebben die op elk moment nauwkeurig kan worden bepaald, als dergelijke leningen worden onderworpen aan nauwkeurige en betrouwbare waarderingssystemen, die voldoen aan de volgende criteria: (a)
ze stellen het betreffende Fonds in staat om de Intrinsieke waarde te berekenen in overeenstemming met de waarde waartegen de lening die in de portefeuille wordt gehouden kan worden geruild tussen goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde onafhankelijke partijen; en 37
(b)
ze zijn ofwel gebaseerd op marktgegevens, ofwel op waarderingsmodellen, inclusief systemen die gebaseerd zijn op kostprijs min gecumuleerde afschrijvingen.
Leningparticipaties vertegenwoordigen doorgaans een directe deelneming in een lening aan een vennootschappelijke leningnemer, en worden doorgaans aangeboden door banken of andere financiële instellingen of leensyndicaten. Als een Fonds leningparticipaties koopt, neemt het het economische risico over dat gepaard gaat met de vennootschappelijke leningnemer, en het kredietrisico dat geassocieerd wordt met een bemiddelende bank of andere financiële tussenpersoon. Leningtoewijzingen houden doorgaans in dat er schuld van een leninggever wordt overgedragen naar een derde partij. Bij de aankoop van leningtoewijzingen neemt een Fonds alleen het kredietrisico over dat gepaard gaat met de vennootschappelijke leningnemer. Dergelijke leningen kunnen al dan niet zijn zekergesteld. Leningen die volledig zijn zekergesteld bieden een Fonds meer bescherming dan een niet-zekergestelde lening in geval van niet-betaling van de geplande rente of hoofdsom. Er kan echter geen zekerheid worden geboden dat de vereffening van de zakelijke zekerheid van een zekergestelde lening voldoet om de verplichting van de vennootschappelijke leningnemer af te wikkelen. Bovendien omvatten beleggingen in leningen via een directe toewijzing het risico dat als een lening wordt beëindigd, een Fonds gedeeltelijke eigenaar zou kunnen worden van enige zakelijke zekerheid, en de kosten en verplichtingen zou dragen die gepaard gaan met het houden en vervreemden van de zakelijke zekerheid. Een lening wordt vaak beheerd door een agentbank die optreedt als agent voor alle houders. Tenzij een Fonds volgens de voorwaarden van de lening of andere schuldpositie, direct verhaal heeft tegen de vennootschappelijke leningnemer, dient het Fonds mogelijk te vertrouwen op de agentbank of andere financiële tussenpersoon om op gepaste wijze verhaal te halen op een vennootschappelijke leningnemer. De leningparticipaties of –toewijzingen waarin een Fonds voornemens is te beleggen, beschikken mogelijk niet over een rating van een internationaal erkend ratingbureau. Schuldbewijzen van bedrijven Schuldbewijzen van bedrijven omvatten obligaties, schuldbrieven, notes van bedrijven (zijnde overdraagbare effecten die genoteerd zijn of verhandeld worden op een Gereglementeerde markt) en andere vergelijkbare schuldinstrumenten van bedrijven, inclusief converteerbare effecten. Schuldbewijzen kunnen worden verworven met aangehechte warrants. Inkomstenproducerende effecten van bedrijven kunnen ook vormen van preferente aandelen omvatten. Schuldbewijzen van bedrijven kunnen een vaste, variabele of vlottende rente hebben, en kunnen omgekeerd evenredig met een referentierente evolueren. Raadpleeg het deel ‘Effecten met variabele en vlottende rente’ hierna. Het rendement of het rendement op de hoofdsom van bepaalde schuldverplichtingen kan zijn gekoppeld aan het niveau van de wisselkoersen tussen de USD en een andere valuta of valuta’s. Schuldbewijzen van bedrijven zijn onderworpen aan het risico dat een emittent niet in staat is om zijn verplichtingen inzake de betaling van hoofdsom en rente na te komen en kunnen ook onderworpen zijn aan prijsvolatiliteit door factoren als gevoeligheid ten aanzien van de rentevoeten, de marktperceptie van de kredietwaardigheid van de emittent en de algemene marktliquiditeit. Als de rente stijgt, kan worden verwacht dat de waarde van schuldbewijzen van bedrijven daalt. Schuldbewijzen met een langere looptijd zijn doorgaans gevoeliger voor schommelingen in de rentevoeten dan schuldbewijzen met een kortere looptijd. Wanbetalingen bij bedrijven kunnen een impact hebben op het rendementsniveau van bedrijfsschuldeffecten. Een onverwachte wanbetaling kan de inkomsten uit, en de kapitaalwaarde van, een bedrijfsschuldeffect verlagen. Bovendien kunnen ook de marktverwachtingen inzake de economische omstandigheden en het vermoedelijke aantal wanbetalingen een impact hebben op de waarde van bedrijfsschuldeffecten. Bedrijfsschuldeffecten kunnen onderworpen zijn aan het illiquiditeitsrisico, waarbij zij moeilijk te kopen of te verkopen worden in andere marktomstandigheden. Voor nadere informatie, zie het deel “Liquiditeitsrisico” in “Algemene risicofactoren”. Hoogrentende effecten Effecten met een lagere rating dan Baa volgens Moody’s of lager dan BBB volgens S&P worden soms ‘hoogrentende effecten’ of ‘junk bonds’ genoemd. Een belegging in hoogrentende effecten houdt bijzondere risico’s in, naast de 38
risico’s die gepaard gaan met beleggingen in vastrentende effecten met een hogere rating. Hoewel ze een groter potentieel bieden voor kapitaalgroei en hogere rendementen, houden hoogrentende effecten doorgaans een grotere potentiële prijsvolatiliteit in en zijn ze mogelijk minder liquide dan effecten met een hogere rating. Hoogrentende effecten kunnen worden beschouwd als hoofdzakelijk speculatief voor wat betreft het vermogen van de emittent om hoofdsom en rente te kunnen blijven betalen. Ook kunnen ze vatbaarder zijn voor werkelijke of waargenomen ongunstige economische en concurrerende sectorale omstandigheden dan effecten met een hogere rating. Emittenten van effecten in gebreke zijn mogelijk niet in staat om de betalingen van hoofdsom en rente te hervatten, in welk geval een Fonds zijn volledige belegging kan verliezen. Kredietratings en effecten zonder rating Ratingbureaus zijn privédienstverleners die ratings verstrekken van de kredietkwaliteit van vastrentende effecten, inclusief converteerbare effecten. In Bijlage 2 bij dit Prospectus worden de verschillende ratings beschreven die door Moody’s, S&P en Fitch worden toegekend aan vastrentende effecten. Ratings die door een ratingbureau worden toegekend, zijn geen absolute normen van kredietkwaliteit, en vormen geen beoordeling van marktrisico’s. Ratingbureaus slagen er mogelijk niet in om tijdig wijzigingen in kredietratings aan te brengen, en mogelijk is de huidige financiële toestand van een emittent beter of slechter dan door een rating wordt aangegeven. Een Fonds zal een effect niet noodzakelijk verkopen wanneer zijn rating wordt verlaagd tot onder zijn rating op het moment van aankoop. De Beleggingsadviseurs baseren zich niet uitsluitend op kredietratings, en zij ontwikkelen hun eigen analyse van de kredietkwaliteit van een emittent. Indien de ratingdiensten verschillende ratings toekennen aan hetzelfde effect, zal de Beleggingsadviseur bepalen welke rating naar zijn oordeel het beste de kwaliteit en het risico van het effect op dat moment weerspiegelt, en die rating kan de hoogste van de verschillende toegekende ratings zijn. Een Fonds kan effecten zonder rating kopen (die geen rating hebben verkregen van een ratingbureau) als zijn portefeuillebeheerder beslist dat de kwaliteit van het effect vergelijkbaar is met die van een effect dat wel over een rating beschikt en dat het Fonds kan kopen. Effecten zonder rating zijn mogelijk minder liquide dan vergelijkbare effecten die wel over een rating beschikken, en gaan gepaard met het risico dat de portefeuillebeheerder de relatieve kredietrating van het effect niet nauwkeurig beoordeelt. Een analyse van de kredietwaardigheid van emittenten van hoogrentende effecten kan complexer zijn dan voor emittenten van vastrentende effecten van hogere kwaliteit. Voor zover een Fonds belegt in hoogrentende effecten en/of effecten zonder rating, kan het succes van het Fonds om zijn beleggingsdoelstelling te verwezenlijken in grotere mate afhangen van de kredietwaardigheidsanalyse van de portefeuillebeheerder dan wanneer het Fonds uitsluitend in effecten van hogere kwaliteit en effecten die wel over een rating beschikken had belegd. Effecten met variabele en vlottende rente Effecten met variabele en vlottende rente voorzien in een periodieke aanpassing in de rente die op de verplichtingen wordt betaald. Elk Fonds kan beleggen in schuldinstrumenten met vlottende rente (‘floaters’) en (behalve het US Government Money Market Fund) creditspreadtransacties verrichten. Een creditspreadtransactie is een beleggingspositie waarbij de waarde van de beleggingspositie wordt bepaald door schommelingen in het verschil tussen de prijzen of rentevoeten, al naargelang het geval, van de respectieve effecten of valuta’s. De rente op een floater is een variabele rente die gekoppeld is aan een andere rente en die periodiek opnieuw wordt ingesteld. Hoewel effecten met variabele en vlottende rente een Fonds een zekere mate van bescherming bieden tegen stijgingen van de rentevoeten, ondervindt een Fonds eveneens invloed van enige dalingen van de rentevoeten. Bepaalde Fondsen kunnen beleggen in schuldinstrumenten met omgekeerde vlottende rente (‘Inverse Floaters’). De rente op een Inverse Floater evolueert in de omgekeerde richting van de marktrente waaraan de Inverse Floater is gekoppeld. Een effect met omgekeerde vlottende rente kan een grotere koersvolatiliteit vertonen dan een vastrentende obligatie van vergelijkbare kredietkwaliteit. Aan de inflatie gekoppelde obligaties Aan de inflatie gekoppelde obligaties zijn vastrentende effecten waarvan de waarde van de hoofdsom periodiek wordt aangepast op basis van de inflatie. Als de index die de inflatie meet daalt, wordt de waarde van de hoofdsom van aan de inflatie gekoppelde obligaties neerwaarts aangepast, als gevolg waarvan de rente die op deze effecten moet worden betaald (berekend met betrekking tot een kleinere hoofdsom) zal worden verlaagd. De terugbetaling op de vervaldatum van de voor inflatie gecorrigeerde oorspronkelijke hoofdsom van de obligatie is gewaarborgd in het geval 39
van tegen inflatie beschermde obligaties uitgegeven door de Amerikaanse Schatkist. Bij obligaties zonder een soortgelijke waarborg, kan de aangepaste waarde van de hoofdsom van de obligatie die op de vervaldag wordt terugbetaald kleiner zijn dan de oorspronkelijke hoofdsom. De waarde van aan de inflatie gekoppelde obligaties verandert naar verwachting als reactie op wijzigingen in de reële rentevoeten. Reële rentevoeten zijn gekoppeld aan de relatie tussen nominale rentevoeten en het inflatiepercentage. Als de nominale rentevoeten sneller stijgen dan het inflatiepercentage, kunnen de reële rentevoeten stijgen, wat leidt tot een daling van de waarde van aan de inflatie gekoppelde obligaties. Stijgingen in de inflatie op korte termijn, kunnen leiden tot een waardedaling. Elke stijging in de hoofdsom van een aan de inflatie gekoppelde obligatie, zal worden beschouwd als belastbaar gewoon inkomen, ook al ontvangen beleggers hun hoofdsom pas op de vervaldatum. Converteerbare effecten en aandeleneffecten De converteerbare effecten waarin de Fondsen kunnen beleggen, omvatten obligaties, notes, schuldbrieven en preferente aandelen die tegen een vermelde of vast te stellen omruilverhouding kunnen worden geconverteerd naar of geruild voor onderliggende gewone aandelen. Converteerbare effecten kunnen hogere inkomsten bieden dan de gewone aandelen waarin ze kunnen worden geconverteerd. Een Fonds is mogelijk vereist om de emittent van een converteerbaar effect toe te staan om het effect terug te kopen, het te converteren naar het onderliggende gewone aandeel, of het aan een derde partij te verkopen. Een Fonds met converteerbare effecten heeft mogelijk geen controle over de keuze van de emittent van een converteerbaar effect om dat effect al dan niet te converteren. Als de emittent daarvoor kiest, zou dit een ongunstig effect kunnen hebben op het vermogen van een Fonds om zijn beleggingsdoelstelling te verwezenlijken, omdat de emittent de conversie kan forceren vóór het Fonds daar anderszins voor zou kiezen. Hoewel bepaalde landen of ondernemingen kunnen worden beschouwd als gunstige beleggingen, kunnen zuivere vastrentende mogelijkheden oninteressant of beperkt zijn omdat het aanbod beperkt is, of wegens wettelijke of technische beperkingen. In dergelijke gevallen kan een Fonds converteerbare effecten of aandeleneffecten overwegen om een positie in dergelijke beleggingen te verkrijgen. Over het algemeen zijn de prijzen van aandeleneffecten volatieler dan die van Vastrentende effecten. De marktprijs van aandeleneffecten die door een Fonds worden gehouden, kan zowel stijgen als dalen, soms in een snel tempo of op onvoorspelbare wijze. De waarde van aandeleneffecten kan dalen als gevolg van factoren die een invloed hebben op de aandelenmarkten in het algemeen of op bepaalde sectoren die binnen die markten zijn vertegenwoordigd. De waarde van een aandeleneffect kan eveneens dalen om redenen die direct verband houden met de emittent, zoals de prestaties van het management, de mate waarin een emittent gebruik maakt van vreemd vermogen en een beperkte vraag naar goederen of diensten van de emittent. Voorwaardelijk converteerbare instrumenten Voorwaardelijk converteerbare instrumenten (contingent convertible securities, ‘CoCo’s’) zijn een vorm van hybride schuldeffect die bedoeld is om ofwel te worden geconverteerd in aandelen, ofwel om de hoofdsom ervan af te schrijven bij het optreden van bepaalde ‘triggers’ in verband met voorgeschreven kapitaaldrempels of ingeval de toezichtautoriteiten van de uitgevende bankinstelling vragen hebben bij de voortgezette levensvatbaarheid van de entiteit als bedrijf in werking. CoCo’s bezitten unieke kenmerken inzake aandelenconversie of hoofdsomafschrijving die zijn afgestemd op de uitgevende bankinstelling en haar regelgevingskader. Sommige extra risico’s waarmee CoCo’s gepaard gaan, zijn hieronder uiteengezet:
Verliesabsorptierisico: De CoCo-kenmerken worden opgesteld om te beantwoorden aan de specifieke regelgeving die wordt opgelegd aan bankinstellingen. Zo kunnen CoCo’s worden geconverteerd in aandelen van de uitgevende bankinstelling, of kan hun hoofdsom worden afgeschreven als de voorgeschreven kapitaalratio van de bankinstelling daalt tot onder een van tevoren vastgelegd niveau of als de betrokken toezichtautoriteit de bankinstelling niet langer levensvatbaar acht. Daarnaast hebben deze hybride schuldinstrumenten geen vastgelegde vervaldatum of volledig discretionaire coupons. Dat betekent dat de coupons mogelijk kunnen worden geannuleerd naar keuze van de bankinstelling of op verzoek van de betrokken toezichtautoriteit om de bank te helpen verliezen te absorberen. 40
Achtergestelde instrumenten. CoCo’s zullen in het merendeel van de gevallen worden uitgegeven als achtergestelde schuldinstrumenten met het oog op de gepaste voorgeschreven kapitaalbehandeling vóór een conversie. In geval van vereffening, ontbinding of afwikkeling van een emittent voordat er een conversie heeft plaatsgevonden, zullen de rechten en vorderingen van de houders van de CoCo’s, zoals de Fondsen, tegenover de emittent met betrekking tot of voortvloeiend uit de voorwaarden van de CoCo’s dan ook doorgaans een lagere rang hebben dan die van de houders van niet-achtergestelde verplichtingen van de emittent. Bovendien, als de CoCo’s worden geconverteerd in de onderliggende aandelen van de emittent als gevolg van een conversiegebeurtenis, zal de houder achtergesteld zijn door de omzetting van de staat van houder van een schuldinstrument naar de staat van houder van een aandeelinstrument.
De marktwaarde zal schommelen op basis van onvoorspelbare factoren. De waarde van CoCo’s is niet te voorspellen en wordt beïnvloed door talrijke factoren, zoals onder andere (i) de kredietwaardigheid van de emittent en/of schommelingen in de toepasselijke kapitaalratio’s van deze emittent; (ii) de vraag naar en het aanbod van de CoCo’s; (iii) de algemene marktomstandigheden en beschikbare liquiditeit en (iv) economische, financiële en politieke gebeurtenissen die een invloed hebben op de emittent, zijn specifieke markt of de financiële markten in het algemeen.
Wereldwijde effecten Wereldwijd beleggen in effecten houdt bijzondere risico’s en overwegingen in. Aandeelhouders dienen de aanzienlijke risico’s die gepaard gaan met Fondsen die beleggen in effecten die wereldwijd zijn uitgegeven door bedrijven en overheden zorgvuldig in overweging te nemen. Deze risico’s omvatten: verschillen in normen voor financiële administratie, controle en financiële verslaggeving; doorgaans hogere provisietarieven op buitenlandse portefeuilletransacties; de mogelijkheid van nationalisering, onteigening of ruïneuze belastingen; ongunstige wijzigingen in de reglementering voor beleggingen of deviezencontrole; en een onstabiele politieke situatie. Individuele buitenlandse economieën kunnen in verschillende opzichten gunstig of ongunstig verschillen van de economie van een belegger, zoals qua groei van het bruto binnenlands product, inflatie, herinvestering van kapitaal, middelen, zelfvoorziening en betalingsbalans. De effectenmarkten, de waarde van effecten, rendementen en risico’s die gepaard gaan met bepaalde effectenmarkten kunnen onafhankelijk van elkaar veranderen. Ook kunnen bepaalde effecten en dividenden en verschuldigde rente op die effecten onderworpen zijn aan buitenlandse belastingen, inclusief belastingen die worden ingehouden op betalingen op die effecten. Wereldwijde effecten worden vaak minder frequent en in minder grote volumes verhandeld dan binnenlandse effecten, en kunnen bijgevolg een grotere prijsvolatiliteit vertonen. Beleggingen in effecten op wereldwijde basis kunnen ook hogere bewaarkosten met zich meebrengen dan binnenlandse beleggingen, evenals bijkomende transactiekosten voor de omrekening van vreemde valuta’s. Wijzigingen in wisselkoersen zullen eveneens een invloed hebben op de waarde van effecten die in vreemde valuta’s luiden of genoteerd zijn. Bepaalde Fondsen kunnen ook beleggen in overheidsschuld uitgegeven door overheden, hun instanties of werkingsorganen, of andere overheidsgerelateerde entiteiten. Houders van overheidsschuld kunnen worden verzocht om deel te nemen aan de herschikking van die schuld en om verdere leningen te verstrekken aan overheidsentiteiten. Bovendien bestaat er geen faillissementsprocedure voor de inning van overheidsschuld waarbij de overheid in gebreke blijft. Effecten uit opkomende markten Bepaalde Fondsen kunnen beleggen in effecten van emittenten die economisch gebonden zijn aan landen met een economie in ontwikkeling of een ‘opkomende markt’ (‘effecten uit opkomende markten’). Een effect is economisch gebonden aan een land met een opkomende markt als de emittent of garantieverstrekker van het effect zijn hoofdkantoor heeft in het land of als de afwikkelingsvaluta van het effect een valuta is van een land met een opkomende markt. De Beleggingsadviseur heeft een ruime beslissingsvrijheid om landen te identificeren die naar zijn mening in aanmerking komen als opkomende effectenmarkten en er te beleggen. Bij beleggingen in effecten uit opkomende markten, gaat de voorkeur van een Fonds uit naar landen met een relatief laag bruto nationaal product per inwoner die het potentieel hebben voor een snelle economische groei. Landen met een opkomende markt bevinden zich doorgaans in Azië, Afrika, het Midden-Oosten, Latijns-Amerika en de ontwikkelingslanden van Europa. De Beleggingsadviseur zal de landen- en valutasamenstelling voor de Fondsen selecteren op basis van zijn evaluatie
41
van de relevante rentevoeten, inflatiepercentages, wisselkoersen, monetaire en fiscale beleidslijnen, handelsbalansen en lopende rekeningen en andere specifieke factoren die naar de mening van de Beleggingsadviseur relevant zijn. Extra risico’s van effecten uit opkomende markten kunnen de volgende omvatten: een grotere sociale, economische en politieke onzekerheid en onstabiliteit; een meer aanzienlijke betrokkenheid van de overheid bij de economie; minder overheidstoezicht en –reglementering; onbeschikbaarheid van technieken voor valuta-afdekking; pas opgerichte en kleine ondernemingen; verschillen in normen voor financiële controle en verslaggeving, die ertoe kunnen leiden dat belangrijke informatie over emittenten niet beschikbaar is; en minder ontwikkelde juridische systemen. Bovendien kunnen er voor opkomende effectenmarkten andere procedures voor clearing en afwikkeling gelden, die mogelijk ontoereikend zijn voor het volume van effectentransacties of waardoor het anderszins moeilijk is om dergelijke transacties te verrichten. Afwikkelingsproblemen kunnen ervoor zorgen dat een Fonds interessante beleggingskansen mist, een deel van zijn activa in contanten houdt in afwachting van de belegging ervan, of vertraging ondervindt bij de vervreemding van een portefeuille-effect. Een dergelijke vertraging zou kunnen leiden tot een mogelijke verplichting voor een koper van het effect. Valutatransacties Met het oog op een efficiënt portefeuillebeheer en voor beleggingsdoeleinden kan elk Fonds (behalve het US Government Money Market Fund) opties op vreemde valuta’s en/of futures op vreemde valuta’s kopen en verkopen, en valutatransacties verrichten, zowel contant als op termijn, met inachtneming van de limieten en de beperkingen die van tijd tot tijd zijn vastgelegd door de Centrale Bank, om de risico’s van ongunstige marktwijzigingen in wisselkoersen te beperken of om de blootstelling aan vreemde valuta’s te verhogen, of om de blootstelling aan valutaschommelingen te verschuiven van één land naar een ander. Met het oog op een efficiënt portefeuillebeheer kunnen de Afgedekte Klassen (Hedged), de Gedeeltelijk Afgedekte Klassen en de Klassen met Valutablootstelling valuta’s zowel contant als in het kader van termijncontracten kopen en verkopen, en kunnen ze tevens gebruikmaken van de technieken en instrumenten die van tijd tot tijd zijn vastgesteld door de Centrale Bank, om de risico’s van ongunstige wijzigingen in wisselkoersen te beperken, met inachtneming van de limieten en voorwaarden die van tijd tot tijd worden vastgelegd door de Centrale Bank. Een valutatermijncontract, namelijk een verplichting om een specifieke valuta op een datum in de toekomst te kopen of te verkopen tegen een prijs die is vastgesteld op het tijdstip van het contract, verlaagt de blootstelling van een Fonds aan wijzigingen in de waarde van de valuta die het zal leveren, en verhoogt zijn blootstelling aan wijzigingen in de waarde van de valuta die het zal ontvangen tijdens de duur van het contract. Het effect op de waarde van een Fonds is vergelijkbaar met het verkopen van effecten die in één valuta luiden, en het kopen van effecten die in een andere valuta luiden. Een contract om een valuta te verkopen zou enige potentiële winst beperken die zou kunnen worden gerealiseerd als de waarde van de afgedekte valuta toeneemt. Een Fonds kan deze contracten aangaan om het valutarisico af te dekken, om de blootstelling aan een valuta te verhogen of om de blootstelling aan valutaschommelingen te verschuiven van één valuta naar een andere. Mogelijk zijn er niet in alle omstandigheden geschikte afdekkingstransacties beschikbaar en er kan geen zekerheid worden geboden dat een Fonds op een gegeven tijdstip of van tijd tot tijd dergelijke transacties zal verrichten. Ook is het mogelijk dat dergelijke transacties niet succesvol zijn en dat ze voor een Fonds de kans wegnemen om te profiteren van gunstige schommelingen in de betreffende vreemde valuta’s. Een Fonds kan één valuta (of een korf van valuta’s) gebruiken om zich af te dekken tegen ongunstige wijzigingen in de waarde van een andere valuta (of een korf van valuta’s) wanneer de wisselkoersen tussen de twee valuta’s een positieve correlatie vertonen. De Beleggingsadviseurs zullen geen technieken hanteren om de blootstelling van de niet-afgedekte Klassen van Aandelen aan wijzigingen in de wisselkoers tussen de Basisvaluta van het betrokken Fonds en de valuta van de nietafgedekte Klasse van Aandelen af te dekken. Als zodanig zullen de Intrinsieke waarde per Aandeel en het beleggingsrendement van de niet-afgedekte Klassen van Aandelen worden beïnvloed door wijzigingen in de waarde van de valuta van de niet-afgedekte Klasse van Aandelen ten opzichte van de Basisvaluta van het betrokken Fonds. Aan gebeurtenissen gekoppelde obligaties Aan gebeurtenissen gekoppelde obligaties zijn schuldverplichtingen die doorgaans worden uitgegeven door voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten (‘special purpose vehicles’) georganiseerd door verzekeringsmaatschappijen, waarbij rentebetalingen gekoppeld zijn aan de verzekeringsverliezen van ongevallenverzekeringscontracten. Grote verzekeringsverliezen, zoals diegene die worden veroorzaakt door een storm, zullen de rentebetalingen beperken en zouden bijgevolg een invloed kunnen hebben op hoofdsombetalingen. Kleine verliezen zullen leiden tot rentebetalingen boven het marktgemiddelde. 42
Over het algemeen worden aan gebeurtenissen gekoppelde obligaties uitgegeven als effecten die onder Rule 144A vallen. De Fondsen beleggen alleen in obligaties die voldoen aan de criteria voor kredietkwaliteit die zijn beschreven in het beleggingsbeleid van elk Fonds. Indien ze niet zijn uitgegeven met een verbintenis om ze binnen één jaar na de uitgifte te registreren bij de Amerikaanse Securities and Exchanges Commission, zijn beleggingen in dergelijke instrumenten onderworpen aan de beperking van in totaal 10% op beleggingen in niet-genoteerde effecten. Als een triggergebeurtenis verliezen veroorzaakt die in de geografische regio en de periode die in een obligatie is vermeld, een bepaald bedrag overschrijden, dan is de verplichting volgens de voorwaarden van de obligatie beperkt tot de hoofdsom en de aangegroeide rente van de obligatie. Als er geen triggergebeurtenis plaatsvindt, zal het Fonds zijn hoofdsom plus rente recupereren. Aan gebeurtenissen gekoppelde obligaties voorzien vaak in verlengingen van de looptijd die naar keuze van de emittent verplicht of optioneel zijn, om claims van verliezen te verwerken en te controleren in gevallen waar er een triggergebeurtenis heeft plaatsgevonden of mogelijk heeft plaatsgevonden. Een verlenging van de looptijd kan de volatiliteit verhogen. Naast de vermelde triggergebeurtenissen kunnen aan gebeurtenissen gekoppelde obligaties het Fonds ook blootstellen aan bepaalde onverwachte risico’s, inclusief maar niet beperkt tot het emittentenrisico, het kredietrisico, het tegenpartijrisico, ongunstige interpretaties van de regelgeving of rechtspraak en ongunstige fiscale gevolgen. Aan gebeurtenissen gekoppelde obligaties kunnen illiquide worden wanneer er een triggergebeurtenis plaatsvindt. Contracts for difference en aandelenswaps Contracts for difference (‘CFD’s’) (ook synthetische swaps genoemd) kunnen worden gebruikt om een winst zeker te stellen of een verlies te vermijden op basis van schommelingen in de waarde of prijs van aandelen of financiële instrumenten of in een index van dergelijke aandelen of financiële instrumenten. Een aandelen-CFD is een derivaat dat ontworpen is om het economische rendement en de kasstromen van een conventionele aandelenbelegging te imiteren. CFD’s kunnen ofwel worden gebruikt als vervanging voor een directe belegging in het onderliggende aandeleneffect, of als een alternatief voor en voor dezelfde doeleinden als futures en opties, in het bijzonder in gevallen waarin er voor een bepaald effect geen futurescontract beschikbaar is, of als een indexoptie of een indexfuture een inefficiënte methode vertegenwoordigt om een blootstelling te verkrijgen vanwege het prijszettingsrisico of het risico van een nietovereenstemmende delta of bèta. Bepaalde Fondsen kunnen beleggen in CFD’s en total return swaps (aandelenswaps). De risico’s die gepaard gaan met CFD’s en aandelenswaps zijn afhankelijk van de positie die een Fonds in de transactie kan nemen: door gebruik te maken van CFD’s en aandelenswaps kan een Fonds een longpositie nemen in de onderliggende waarde, in welk geval het Fonds zal profiteren van een stijging in het onderliggende aandeel, en zal lijden onder een daling. De risico’s die gepaard gaan met een longpositie zijn identiek aan de risico’s die gepaard gaan met de aankoop van het onderliggende aandeel. Omgekeerd kan het Fonds ook een shortpositie nemen in het onderliggende aandeel, in welk geval het Fonds zal profiteren van een daling in het onderliggende aandeel, en zal lijden onder een stijging. De risico’s die gepaard gaan met een shortpositie zijn groter dan de risico’s van een longpositie: hoewel er bij een longpositie een plafond is voor een maximumverlies als het onderliggende aandeel op nul wordt gewaardeerd, stemt het maximale verlies van een shortpositie overeen met de stijging in het onderliggende aandeel, een stijging die in theorie onbeperkt is. Een longpositie of een shortpositie in een CFD of een aandelenswap is gebaseerd op de opinie van de betreffende Beleggingsadviseur over de toekomstige richting van het onderliggende effect. De positie zou een negatieve impact kunnen hebben op het rendement van het Fonds. Als er CFD’s en aandelenswaps worden gebruikt, is er echter een extra risico in verband met de tegenpartij: het Fonds loopt het risico dat de tegenpartij zich niet in een positie bevindt om een betaling te verrichten waartoe zij zich heeft verbonden. De betreffende Beleggingsadviseur zal ervoor zorgen dat de tegenpartijen die betrokken zijn bij dit type transactie zorgvuldig geselecteerd zijn en dat het tegenpartijrisico beperkt is en strikt beheerst is. Derivaten Elk Fonds (behalve het US Government Money Market Fund) kan gebruikmaken van derivaten voor risicobeheerdoeleinden of in het kader van hun beleggingsstrategie, in overeenstemming met de limieten en richtlijnen die van tijd tot tijd worden uitgegeven door de Centrale Bank, maar zijn hiertoe niet verplicht. Doorgaans zijn derivaten financiële contracten waarvan de waarde afhankelijk is van, of is afgeleid van de waarde van een 43
onderliggend actief, een onderliggende referentierente of index, en kunnen ze betrekking hebben op aandelen, obligaties, rentevoeten, valuta’s of wisselkoersen en daaraan gerelateerde indexen. Voorbeelden van derivaten die een Fonds kan gebruiken, zijn onder meer optiecontracten, futurescontracten, opties op futurescontracten, swapovereenkomsten (inclusief kredietswaps, credit default swaps, opties op swapovereenkomsten, straddles, valutatermijncontracten en gestructureerde notes), op voorwaarde dat het gebruik van dergelijke instrumenten in geen geval (i) zal leiden tot een blootstelling aan andere instrumenten dan overdraagbare effecten, financiële indices, rentevoeten, wisselkoersen of valuta’s, (ii) zal leiden tot een blootstelling aan andere activa dan degene waarin een Fonds direct kan beleggen, en (iii) niet tot gevolg zal hebben dat een Fonds afwijkt van zijn beleggingsdoelstelling. Een portefeuillebeheerder kan beslissen om dergelijke strategieën niet te gebruiken en het kan niet worden gegarandeerd dat een derivatenstrategie die door een Fonds wordt gebruikt, succesvol zal zijn. De Fondsen kunnen gestructureerde notes en hybride effecten kopen en verkopen, call- en putopties kopen en uitschrijven op effecten (inclusief straddles), effectenindices en valuta’s, en futurescontracten aangaan en opties op futurescontracten gebruiken (inclusief straddles). Elk Fonds (behalve het US Government Money Market Fund) kan eveneens swapovereenkomsten aangaan, inclusief maar niet beperkt tot swapovereenkomsten op rentevoeten, effectenindices, specifieke effecten en kredietswaps. Voor zover een Fonds kan beleggen in effecten die luiden in vreemde valuta’s, kan het eveneens beleggen in valutaswapovereenkomsten. De Fondsen kunnen eveneens swapovereenkomsten aangaan, inclusief opties op swapovereenkomsten met betrekking tot niet-Amerikaanse valuta’s, rentevoeten en effectenindices en kunnen ook valutatermijncontracten en credit default swaps aangaan. De Fondsen kunnen deze technieken gebruiken als onderdeel van hun globale beleggingsstrategie. Bepaalde Fondsen kunnen beleggen in derivaten die zouden kunnen worden aangemerkt als ‘exotisch’. Voor deze Fondsen zullen dit specifiek barrieropties en variantie- en volatiliteitsswaps zijn. Variantie- en volatiliteitsswaps zijn OTC-derivaten die iemand in staat stellen het risico af te dekken en/of efficiënt de blootstelling te beheren die verbonden is met de omvang van een beweging zoals gemeten door de volatiliteit of variantie van bepaalde onderliggende producten zoals een wisselkoers, rentevoet of aandelenkoers, en kunnen worden gebruikt in omstandigheden waar, bijvoorbeeld, de beleggingsadviseur van mening is dat de gerealiseerde volatiliteit op een specifiek actief waarschijnlijk zal verschillen van wat de markt op dat moment incalculeert. Een barrieroptie is een soort financiële optie waarbij de optie om rechten uit te oefenen onder het betreffende contract afhangt van het feit of het onderliggende actief al dan niet een vooraf bepaalde prijs heeft bereikt of overschreden. De extra component van een barrieroptie is de trigger – of barrier – die, in het geval van een ‘knock-in’ optie, indien deze wordt bereikt, leidt tot een betaling aan de koper van de barrieroptie. Omgekeerd zal een ‘knock-out’ optie enkel leiden tot een betaling aan de koper van die optie als de trigger nooit wordt bereikt tijdens de duur van het contract. Barrieropties kunnen worden gebruikt in omstandigheden waar, bijvoorbeeld, de beleggingsadviseur van mening is dat de waarschijnlijkheid dat de prijs van een specifiek actief een drempel overschrijdt, verschilt van de mening van de markt. Als de Beleggingsadviseur rentevoeten, marktwaarden of andere economische factoren onjuist voorspelt bij het gebruik van een derivatenstrategie voor een Fonds, dan is het mogelijk dat het Fonds zich in een betere positie had bevonden als het de transactie helemaal niet had verricht. Het gebruik van deze strategieën houdt bepaalde bijzondere risico’s in, waaronder een mogelijk imperfecte correlatie, of helemaal geen correlatie, tussen prijsschommelingen van derivaten en prijsschommelingen van gerelateerde beleggingen. Hoewel bepaalde strategieën met derivaten het risico van verlies kunnen beperken, kunnen ze eveneens de kans op winst verminderen, of zelfs leiden tot verliezen door gunstige prijsschommelingen in gerelateerde beleggingen teniet te doen, of omdat een Fonds mogelijk niet in staat is om een portefeuille-effect te kopen of te verkopen op een moment dat anderszins gunstig zou zijn, of omdat een Fonds een portefeuille-effect mogelijk op een ongunstig tijdstip moet verkopen, en omdat het Fonds mogelijk niet in staat is om zijn derivatenposities af te wikkelen of te vereffenen. Of het gebruik van swapovereenkomsten en opties op swapovereenkomsten door een Fonds succesvol zal zijn, is afhankelijk van het vermogen van de Beleggingsadviseur om correct te voorspellen of bepaalde types beleggingen wellicht hogere rendementen opleveren dan andere beleggingen. Omdat swapovereenkomsten contracten zijn tussen twee partijen en een looptijd kunnen hebben van meer dan zeven dagen, kunnen ze als illiquide beleggingen worden beschouwd. Bovendien draagt een Fonds het risico van verlies van het bedrag dat naar verwachting in het kader van een swapovereenkomst wordt ontvangen indien de tegenpartij bij de swapovereenkomst in gebreke blijft of failliet gaat. De markt voor swaps is een relatief nieuwe markt die in grote mate niet-gereglementeerd is. Het is mogelijk dat ontwikkelingen op de swapmarkten, waaronder mogelijke overheidsreglementering, een negatieve invloed hebben op het vermogen van een Fonds om bestaande swapovereenkomsten te beëindigen of om bedragen die in het kader van dergelijke overeenkomsten moeten worden ontvangen, te realiseren. Swaps die door de Fondsen worden gebruikt, zullen stroken met het beleggingsbeleid van het betrokken Fonds zoals uiteengezet in het Supplement.
44
Swapovereenkomsten zijn contracten tussen twee partijen voor perioden die variëren van enkele weken tot meer dan een jaar. Bij een standaardswaptransactie komen twee partijen overeen om de rendementen (of rendementsverschillen) die op bepaalde vooraf vastgestelde beleggingen of instrumenten worden verdiend of gerealiseerd, mogelijk aangepast om rekening te houden met een rentefactor, te ruilen. De brutorendementen die tussen de partijen moeten worden geruild of ‘geswapt’, worden doorgaans berekend met betrekking tot een ‘nominaal bedrag’, d.w.z. het rendement op of de stijging in waarde van een bepaald valutabedrag dat belegd is tegen een bepaalde rente, in het bijzonder een vreemde valuta, of in een ‘korf’ van effecten die een bepaalde index vertegenwoordigt. Een ‘quanto swap’ of ‘differential swap’ combineert een rentetransactie met een valutatransactie. Andere vormen van swapovereenkomsten omvatten rentecaps, waarbij een partij, in ruil voor een premie, akkoord gaat om betalingen aan de andere partij te verrichten voor zover de rentevoeten een bepaald tarief of ‘cap’ overschrijden; rentefloors, waarbij een partij, in ruil voor een premie, akkoord gaat om betalingen aan de andere partij te verrichten voor zover de rentevoeten onder een bepaald tarief of ‘floor’ liggen; en rentecollars, waarbij een partij een cap verkoopt en een floor koopt of omgekeerd, in een poging om zichzelf te beschermen tegen renteschommelingen die bepaalde minimum- of maximumniveaus overschrijden. Een Fonds kan overeenkomsten met betrekking tot credit default swaps aangaan. De ‘koper’ van een credit default contract is verplicht om aan de ‘verkoper’ een periodieke stroom van betalingen over de looptijd van het contract te betalen, op voorwaarde dat er geen kredietgebeurtenis plaatsvindt op een onderliggende referentieverplichting. Als er een kredietgebeurtenis plaatsvindt, moet de verkoper aan de koper de volledige nominale waarde van de referentieverplichting betalen in ruil voor de referentieverplichting. Een Fonds kan bij een transactie met credit default swaps ofwel de koper ofwel de verkoper zijn. Als een Fonds een koper is en er vindt geen kredietgebeurtenis plaats, zal het Fonds zijn belegging verliezen en niets kunnen recupereren. Als er echter een kredietgebeurtenis plaatsvindt zal het Fonds (als het de koper is) de volledige nominale waarde van de referentieverplichting ontvangen, die mogelijk weinig of geen waarde heeft. Als verkoper ontvangt een Fonds een vast tarief van inkomsten gedurende de looptijd van het contract, die normaliter tussen zes maanden en drie jaar bedraagt, op voorwaarde dat er geen kredietgebeurtenis plaatsvindt. Als er een kredietgebeurtenis plaatsvindt, dient de verkoper de volledige nominale waarde van de referentieverplichting te betalen aan de koper. Een gestructureerde note is een afgeleid schuldeffect dat een vastrentend instrument combineert met een reeks derivatencomponenten. Bijgevolg kunnen de coupon, de gemiddelde looptijd en/of de aflossingswaarde van de obligatie worden blootgesteld aan de termijnschommeling in verschillende indices, aandelenkoersen, wisselkoersen, de snelheid van vooruitbetalingen op door hypotheken gedekte effecten, enz. Een hybride effect is een effect dat twee of meer financiële instrumenten combineert. Hybride effecten combineren doorgaans een traditioneel aandeel of een traditionele obligatie met een optie of een termijncontract. Doorgaans is de hoofdsom die verschuldigd is op de vervaldag of bij de aflossing, of de rente van een hybride effect, (positief of negatief) gekoppeld aan de prijs van een bepaalde valuta of effectenindex, of een andere rente of een bepaalde andere economische factor (elk een ‘benchmark’). De rente of (in tegenstelling tot de meeste vastrentende effecten) de hoofdsom die betaalbaar is op de vervaldatum van een hybride effect kan worden verhoogd of verlaagd, afhankelijk van de wijzigingen in de waarde van de benchmark. Het gebruik van derivaten door een Fonds houdt risico’s in die verschillen van, of mogelijk groter zijn dan de risico’s die gepaard gaan met directe beleggingen in effecten en andere traditionelere beleggingen. Hierna volgt een algemene bespreking van belangrijke risicofactoren in verband met alle derivaten die door de Fondsen kunnen worden gebruikt. Beheerrisico. Derivaten zijn uiterst gespecialiseerde instrumenten die andere beleggingstechnieken en risicoanalyses vereisen dan degene die worden gebruikt voor aandelen en obligaties. Het gebruik van een derivaat vereist niet alleen een inzicht in het onderliggende instrument, maar ook in het derivaat zelf, zonder het voordeel van de mogelijkheid om het rendement van het derivaat in alle mogelijke marktomstandigheden te observeren. Kredietrisico. Het gebruik van een derivaat houdt het risico in dat er een verlies wordt geleden als gevolg van het feit dat een andere partij bij het contract (gewoonlijk een ‘tegenpartij’ genoemd) de vereiste betalingen niet verricht of de voorwaarden van de overeenkomst anderszins niet naleeft. Bovendien zouden credit default swaps kunnen leiden tot verliezen als een Fonds de kredietwaardigheid van de vennootschap waarop de credit default swap is gebaseerd niet juist beoordeelt. Liquiditeitsrisico. Er bestaat een liquiditeitsrisico als een bepaald derivaat moeilijk kan worden gekocht of verkocht. In geval van een bijzonder grote derivatentransactie of als de betreffende markt illiquide is (zoals het geval is met veel 45
onderhands verhandelde derivaten), is het wellicht niet mogelijk om een transactie of een positie op een gunstig tijdstip of tegen een voordelige prijs te verrichten dan wel af te wikkelen. Blootstellingsrisico. Sommige transacties kunnen leiden tot een bepaalde vorm van blootstelling. Dergelijke transacties kunnen, onder andere, omgekeerde terugkoopovereenkomsten omvatten, evenals het gebruik van transacties vóór de uitgifte (when-issued), met uitgestelde levering of met een termijnverbintenis. Hoewel het gebruik van derivaten een blootstellingsrisico met zich mee kan brengen, zal het risico van elke blootstelling die voortvloeit uit het gebruik van derivaten worden beheerd aan de hand van een geavanceerde risicometingsmethode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. Gebrek aan beschikbaarheid. Omdat de markten voor bepaalde derivaten relatief nieuw zijn en nog niet volledig ontwikkeld, zijn er mogelijk niet in alle omstandigheden derivatentransacties beschikbaar voor risicobeheer of andere doeleinden. Na het verstrijken van een bepaald contract wenst de portefeuillebeheerder wellicht de positie van het Fonds in het derivaat te behouden door een vergelijkbaar contract aan te gaan, maar is hij hiertoe mogelijk niet in staat als de tegenpartij bij het originele contract niet bereid is om het nieuwe contract af te sluiten en er geen andere geschikte tegenpartij kan worden gevonden. Er kan geen zekerheid worden geboden dat een Fonds op enig moment of van tijd tot tijd transacties met derivaten zal verrichten. Het vermogen van een Fonds om gebruik te maken van derivaten, kan eveneens zijn beperkt door bepaalde reglementaire en fiscale overwegingen. Marktrisico’s en andere risico’s. Net als de meeste andere beleggingen zijn derivaten onderworpen aan het risico dat de marktwaarde of het instrument verandert op een manier die nadelig is voor het belang van een Fonds. Als een portefeuillebeheerder de waarde van effecten, valuta’s of rentevoeten of andere economische factoren onjuist voorspelt bij het gebruik van derivaten voor een Fonds, dan is het mogelijk dat het Fonds zich in een betere positie had bevonden als het de transactie helemaal niet had verricht. Hoewel bepaalde strategieën met derivaten het risico van verlies kunnen verminderen, kunnen ze eveneens de kans op winst beperken, of zelfs leiden tot verliezen omdat ze gunstige prijsschommelingen in andere beleggingen van het Fonds tenietdoen. Een Fonds kan ook genoodzaakt zijn om een effect te kopen op een ongunstig tijdstip of tegen een ongunstige prijs, omdat het Fonds wettelijk verplicht is om in verband met bepaalde derivatentransacties salderende posities of activadekking te houden. Andere risico’s die gepaard gaan met het gebruik van derivaten zijn onder meer het risico van een onjuiste prijsstelling of onjuiste waardering van derivaten en het feit dat derivaten mogelijk geen perfecte correlatie vertonen met onderliggende activa, rentevoeten en indices. Veel derivaten, in het bijzonder onderhands verhandelde derivaten, zijn complex en worden vaak op subjectieve wijze gewaardeerd. Een onjuiste waardering kan ertoe leiden dat tegenpartijen hogere contante betalingen moeten verrichten, of kan leiden tot een waardedaling voor een Fonds. Ook is het mogelijk dat de waarde van derivaten geen of geen perfecte correlatie vertoont met de waarde van de activa, de referentierente of de indices die ze nauw moeten volgen. Bovendien kan een Fonds door het gebruik van derivaten hogere kapitaalwinsten op korte termijn realiseren (doorgaans belast tegen het gewone tarief van de inkomstenbelasting) dan wanneer het Fonds dergelijke instrumenten niet had gebruikt. Transacties met effecten vóór de termijnverbintenis
uitgifte (when-issued), met uitgestelde levering en met een
Elk Fonds kan vóór hun uitgifte effecten kopen die het normaliter mag kopen, kan dergelijke effecten kopen en verkopen met uitgestelde levering en kan contracten aangaan om dergelijke effecten tegen een vaste prijs te kopen op een toekomstige datum na het normale afwikkelingstijdstip (termijnverbintenissen), voor beleggingsdoeleinden en/of met het oog op een efficiënt portefeuillebeheer. In geval van dergelijke uitstaande aankopen, zal een Fonds tot de afwikkelingsdatum activa apart houden die volgens de Beleggingsadviseur liquide zijn, voor een bedrag dat toereikend is om de aankoopprijs te voldoen. Transacties met effecten vóór de uitgifte, aankopen met uitgestelde levering en termijnverbintenissen houden een risico van verlies in als de waarde van de effecten vóór de afwikkelingsdatum daalt. Dit risico komt bovenop het risico dat de andere activa van het Fonds in waarde zullen dalen. Doorgaans groeien er geen inkomsten aan op effecten waarvoor een Fonds zich tot de aankoop heeft verbonden vóór het tijdstip waarop de effecten worden geleverd, hoewel een Fonds inkomsten kan verdienen op effecten die het gescheiden heeft gehouden om deze posities te dekken. Overdraagbare illiquide effecten Bepaalde illiquide effecten vereisen mogelijk dat hun prijs wordt vastgesteld op basis van hun reële waarde, zoals die te goeder trouw wordt bepaald onder het toezicht van de Bestuurders. Een beleggingsadviseur kan aanzienlijke vertragingen oplopen bij de vervreemding van illiquide effecten en transacties met illiquide effecten kunnen 46
registratiekosten en andere transactiekosten met zich meebrengen, die hoger liggen dan die voor transacties met liquide effecten. Het begrip ‘illiquide effecten’ betekent in dit kader effecten die niet binnen zeven dagen kunnen worden vervreemd in de normale loop van de bedrijfsvoering tegen ongeveer het bedrag waarop een Fonds de effecten heeft gewaardeerd. Depository receipts (certificaten) ADR’s, GDR’s en EDR’s zijn overdraagbare effecten op naam die certificeren dat een bepaald aantal aandelen in bewaring is gegeven bij een bewaarder waardoor de ADR, GDR of EDR is uitgegeven. ADR’s worden verhandeld op Amerikaanse beurzen en markten, GDR’s op Europese beurzen en markten en Amerikaanse beurzen en markten, en EDR’s op Europese beurzen en markten. Zekerheden Voor zover het nodig wordt geacht door de Beleggingsadviseur, kan een Fonds contanten en overheidsobligaties van hoge kwaliteit ontvangen bij transacties met OTC-derivaten of technieken voor efficiënt portefeuillebeheer van het Fonds. Er is een haircutbeleid van kracht voor de Fondsen dat het beleid uiteenzet voor elke klasse van ontvangen activa en dat rekening houdt met de kenmerken van de activa en de resultaten van uitgevoerde stresstesten, in voorkomend geval. Elke herbelegging van contante zekerheden zal worden gediversifieerd in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. Een herbelegde contante zekerheid stelt de Fondsen bloot aan bepaalde risico’s, zoals het risico van falen of wanbetaling van de emittent van het betreffende effect waarin de contante zekerheid is belegd. Beleggers dienen het deel ‘Algemene risicofactoren’ van het Prospectus te raadplegen voor informatie over het tegenpartijrisico en het kredietrisico in dat verband. Financiële indexen Gedetailleerde gegevens over financiële indexen die door de Fondsen worden gebruikt, zullen op verzoek van de Aandeelhouders door de Beleggingsadviseur worden verstrekt en zullen worden opgenomen in de halfjaar- en jaarverslagen van de Vennootschap. Bovendien zullen de financiële indexen waarin de Fondsen posities kunnen verwerven doorgans één keer per maand, kwartaal, halfjaar of jaar worden herschikt. De kosten die gepaard gaan met het verwerven van blootstelling aan een financiële index zullen worden beïnvloed door de frequentie waarmee de betreffende financiële index wordt herschikt. Indien de weging van een bepaalde component van de financiële index de ICBE-beleggingsbeperkingen overschrijdt, zal de eerste doelstelling van de Beleggingsadviseur erin bestaan de situatie op te lossen in het belang van de Aandeelhouders en het Fonds. Deze indexen dienen goedgekeurd te zijn door de Centrale Bank of te beantwoorden aan haar vereisten. Risico van gemeente-effecten Een Fonds kan gevoeliger zijn voor ongunstige economische, politieke of bedrijfsontwikkelingen als het een wezenlijk deel van zijn vermogen belegt in de obligaties of vergelijkbare projecten (zoals in verband met onderwijs, gezondheidszorg, woningen, transport en nutsvoorzieningen), obligaties voor industriële ontwikkeling, of meer in het algemeen obligaties, vooral in geval van sterke concentratie van emittenten binnen één plaats. De reden daarvoor is dat de waarde van gemeente-effecten in aanzienlijke mate kan worden beïnvloed door de politieke, economische, juridische en wetgevende plaatselijke omstandigheden van de emittent of door gebeurtenissen in de gemeentesector. Bovendien kan een wezenlijke herstructurering van de nationale belastingtarieven of zelfs een grondige bespreking van dit onderwerp in een relevant wetgevend lichaam dalingen in de koersen van gemeenteobligaties veroorzaken. De vraag naar plaatselijke gemeente-effecten wordt sterk beïnvloed door de waarde van de belastingvrije inkomsten voor beleggers. Lagere inkomstenbelastingen kunnen het voordeel van het houden van gemeente-effecten terugdringen. Ook wijzigingen in de regelgeving voor een bepaalde sector, zoals de ziekenhuissector, kunnen een impact hebben op de inkomstenstroom voor een bepaalde subset van de markt. Gemeente-effecten staan ook bloot aan het renterisico, het kredietrisico en het liquiditeitsrisico. Vastgoedrisico Een Fonds dat belegt in vastgoedgekoppelde derivaten staat bloot aan risico’s die vergelijkbaar zijn met die van het directe bezit van onroerende goederen, zoals ‘casualty or condemnation’-verliezen, en wijzigingen in de plaatselijke en algemene economische omstandigheden, vraag en aanbod, rentevoeten, stedenbouwkundige regels, wettelijke beperkingen op huurgeld, vastgoedbelastingen en bedrijfskosten. Een belegging in een vastgoedgekoppeld derivaat dat is gekoppeld aan de waarde van een vastgoedbeleggingsfonds (real estate investment trust, ‘REIT’) staat bloot 47
aan extra risico’s, zoals ondermaatse prestaties van de beheerder van de REIT, ongunstige wijzigingen in de belastingwetten of het feit dat de REIT niet in aanmerking komt voor de belastingvrije overmaking van inkomsten. Daarnaast zijn sommige REIT’s slechts in beperkte mate gediversifieerd omdat zij beleggen in een beperkt aantal onroerende goederen, een beperkte geografische zone of één type onroerende goederen. Verder kunnen de oprichtingsdocumenten van een REIT bepalingen omvatten die wijzigingen in de zeggenschap van de REIT moeilijk en tijdrovend kunnen maken. Ten slotte worden private REIT’s niet verhandeld op een nationale effectenbeurs. Deze producten zijn dan ook doorgaans weinig liquide. Dat beperkt het vermogen van een Fonds om zijn belegging vervroegd te laten terugkopen. Private REIT’s zijn doorgaans ook moeilijker te waarderen en kunnen hogere vergoedingen aanrekenen dan publieke REIT’s.
48
KERNINFORMATIE OVER AANDELENTRANSACTIES Hierna wordt beknopte informatie verstrekt over de aankoop en verkoop van aandelen van de Vennootschap. Raadpleeg de andere delen van dit Prospectus voor gedetailleerdere informatie over deze beleidslijnen. Institutionele Klassen
Klassen G Institutioneel Dagelijks 16.00 uur Ierse tijd
Klassen S
Klassen R
Beleggersklassen
Dagelijks 16.00 uur Ierse tijd
Klassen H Institutioneel Dagelijks 16.00 uur Ierse tijd
Klassen E
Klassen T
Klassen M Retail
Klassen G Retail
Klassen Z
Dagelijks 16.00 uur Ierse tijd
Administra tieve klassen Dagelijks 16.00 uur Ierse tijd
Dagelijks 16.00 uur Ierse tijd
Dagelijks 16.00 uur Ierse tijd
Dagelijks 16.00 uur Ierse tijd
Dagelijks 16.00 uur Ierse tijd
Dagelijks 16.00 uur Ierse tijd
16.00 uur Ierse tijd op de Handelsdag 1 1%
16.00 uur Ierse tijd op de Handelsdag Geen
16.00 uur Ierse tijd op de Handelsdag Geen
16.00 uur Ierse tijd op de Handelsdag 1 1%
16.00 uur Ierse tijd op de Handelsdag Geen
16.00 uur Ierse tijd op de Handelsdag 1 1%
Dagelijks 16.00 uur Ierse tijd 16.00 uur Ierse tijd op de Handelsdag 1 1%
16.00 uur Ierse tijd op de Handelsdag Geen
16.00 uur Ierse tijd op de Handelsdag Geen
16.00 uur Ierse tijd op de Handelsdag 1 1%
USD 10 miljoen
USD 10 miljoen
USD 5 miljoen
USD 5.0003
USD miljoen
USD miljoen
USD 5.0004
USD 5.0004
USD 5.0004
USD 5.0004
USD 50 miljoen
Handelsdagen Uiterste Handelstermijn7
Dagelijks 16.00 uur Ierse tijd
Uiterste termijn voor vereffening van inschrijvingen
16.00 uur Ierse tijd op de Handelsdag
Omruilvergoeding Minimuminleg2
Geen
Minimumparticipatie2
USD 500.0005
USD 500.000
USD 500.0005
USD 500.000
USD 5.0003
USD 500.000
USD 500.000
USD 5.0003
USD 5.0003
USD 5.000
USD 5.0003
USD 20 miljoen
Instapvergoeding6 Terugkoopverg 9 oeding Waarderingstijdstip
Max. 5%
Max. 5%
Max. 5%
Max. 5%
Max. 5%
Max. 5%
Max. 5%
Max. 5%
Geen
Max. 5%
Max. 5%
Max. 5%
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
21.00 uur Ierse tijd
21.00 uur Ierse tijd
21.00 uur Ierse tijd
21.00 uur Ierse tijd
21.00 uur Ierse tijd
21.00 uur Ierse tijd
21.00 uur Ierse tijd
21.00 uur Ierse tijd
21.00 uur Ierse tijd
21.00 uur Ierse tijd
21.00 uur Ierse tijd
USD miljoen
21.00 Ierse tijd
10
uur
49
5
5
16.00 uur Ierse tijd op de Handelsdag Geen
1
Er zal een Omruilvergoeding in rekening worden gebracht, die niet meer mag bedragen dan 1% van de inschrijvingsprijs voor het totale aantal Aandelen in het Fonds dat wordt omgeruild. Raadpleeg het deel 'Aandelen omruilen' voor informatie over de Omruilvergoeding voor de Klassen H Institutioneel, E, M Retail, G Retail en R.
2
Of equivalent in de betreffende valuta van de Aandelenklasse. De Bestuurders of hun afgevaardigde kunnen afstand doen van de minimuminleg en de minimumparticipatie.
3
Of equivalent in de betreffende valuta van de Aandelenklasse, naargelang van het geval, in geval van een belegging via een omnibusrekening van een tussenpersoon. USD 25.000 indien direct wordt belegd via NSCC FundServe.
4
Of equivalent in de betreffende valuta van de Aandelenklasse, naargelang van het geval, in geval van een belegging via een omnibusrekening van een tussenpersoon. USD 25.000 indien direct wordt belegd via NSCC FundServe. USD 5.000.000 indien direct wordt belegd via de Administrateur.
5
USD 500.000 of, in totaal, het equivalent daarvan in de valuta van de betreffende Aandelenklasse met een minimum van USD 100.000 of het equivalent daarvan in de valuta van de betreffende Aandelenklasse per Fonds, naargelang van het geval.
6
Er is geen Instapvergoeding verschuldigd indien direct via de Administrateur wordt ingeschreven. Als er via een tussenpersoon wordt ingeschreven, kan er naar eigen goeddunken van de Beheerder een Instapvergoeding van maximaal 5% van het bedrag van de belegging in het Fonds in mindering worden gebracht op het verschuldigde bedrag voor de inschrijving. De Instapvergoeding is verschuldigd aan financiële tussenpersonen die door een Distributeur zijn aangesteld, of direct aan de Beheerder. Beleggers die gebruik willen maken van nomineediensten dienen er nota van te nemen dat er mogelijk een afzonderlijke vergoeding verschuldigd is aan de leverancier van dergelijke nomineediensten. Er is geen instapvergoeding verschuldigd met betrekking tot de Klassen T en beleggers in de Klassen T die gebruik willen maken van nomineediensten dienen te noteren dat er geen afzonderlijke vergoeding betaalbaar zal zijn aan de verstrekker van dergelijke nomineediensten (behoudens de Distributievergoeding die betaalbaar is zoals uiteengezet in het Prospectus).
7
Voor alle Klassen is de Uiterste Handelstermijn 16.00 uur Ierse tijd op de Handelsdag (of een ander tijdstip dat kan worden vermeld in het Supplement van het betrokken Fonds) voor aanvragen die direct worden ingediend bij de Administrateur. Als inschrijvingen op aandelen worden verricht via subagenten van de Distributeur of andere tussenpersonen, dan kunnen deze subagenten of tussenpersonen eerdere uiterste termijnen opleggen voor de ontvangst van inschrijvingsaanvragen.
8
Als inschrijvingen op Aandelen worden verricht via subagenten van de Distributeur of andere tussenpersonen, dan kunnen deze subagenten of tussenpersonen eerdere uiterste termijnen opleggen voor de ontvangst van betalingen.
9
Tenzij anders vermeld in het betrokken Supplement.
50
AANKOOP VAN AANDELEN Klassen en typen van Aandelen Binnen elke Klasse van elk Fonds kan de Vennootschap Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (Aandelen die een hogere opbrengst uitkeren) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven, behalve voor het US Government Money Market Fund, waarvoor alleen Uitkeringsaandelen worden uitgegeven. De structuur met meerdere klassen stelt de belegger in staat om op basis van het bedrag van de aankoop, de beleggingshorizon van de belegger en andere omstandigheden de meest gunstige methode voor de aankoop van Aandelen te selecteren. Als er Aandelen van een andere klasse of een ander type zijn uitgegeven, kan de Intrinsieke waarde per Aandeel tussen de klassen onderling verschillen om het feit te weerspiegelen dat inkomsten zijn gekapitaliseerd, uitgekeerd of dat er andere kosten, vergoedingen en uitgaven gelden. Uitkeringsaandelen II Uitkeringsaandelen II zijn een type van inkomstenuitkerende Aandelen die ernaar streven de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden. Voor Uitkeringsaandelen II kan de Beleggingsadviseur van het betrokken Fonds ernaar streven om de valutablootstelling van de Uitkeringsaandelen II af te dekken teneinde het effect van schommelingen in de wisselkoers tussen de valuta waarin de Uitkeringsaandelen II luiden en de Basisvaluta van het betrokken Fonds te verlagen. Het kan echter niet worden gegarandeerd dat de valutablootstelling van deze Aandelen volledig kan worden afgedekt tegen de Basisvaluta van het betrokken Fonds. Om een hogere opbrengst te bieden, kunnen de Bestuurders naar eigen keuze vergoedingen betalen uit het kapitaal en rekening houden met het opbrengstverschil (zoals hieronder gedefinieerd) tussen de betrokken afgedekte Aandelenklasse en de Basisvaluta van het betrokken Fonds (die een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan zowel positief als negatief zijn en het wordt berekend op basis van het verschil tussen de impliciete opbrengst van de betrokken afgedekte Aandelenklasse en de Basisvaluta van het betrokken Fonds. Voor Uitkeringsaandelen II kan een Fonds een valutatermijncontract afsluiten met het oog op de valutaafdekking van de Aandelenklasse. Een dergelijk contract behelst dan een impliciet rendement op basis van het renteverschil tussen de Basisvaluta en de valuta van de betrokken Aandelenklasse. Als de rente van de valuta van de afgedekte Aandelenklasse hoger ligt dan die van de Basisvaluta van het betrokken Fonds, zal ook de verwachte aan de Aandeelhouders van de afgedekte Aandelenklasse betaalbare uitkering hoger liggen. Omgekeerd zal, als de rente van de valuta van de afgedekte Aandelenklasse lager ligt dan die van de Basisvaluta van het betrokken Fonds, de verwachte aan de Aandeelhouders van de betrokken afgedekte Aandelenklasse betaalbare uitkering lager liggen dan de uitkering die wordt betaald aan de Aandeelhouders van de Aandelenklasse van het betrokken Fonds in de Basisvaluta. Als er rekening wordt gehouden met het opbrengstverschil bij de uitkeringen voor Uitkeringsaandelen II, dan houdt dit in dat de beleggers afstand doen van kapitaalwinst in ruil voor inkomstenuitkeringen wanneer de impliciete opbrengst van de afgedekte Aandelenklasse hoger ligt dan die van de Aandelenklasse in de Basisvaluta. In tijden waar het netto afdekkingsrendement van de Aandelenklasse niet volstaat om het opbrengstverschilonderdeel van een uitkering volledig te dekken, kan dit tekort leiden tot een vermindering van de uitbetaalde dividenden, en in extreme omstandigheden kan het kapitaal van het Fonds worden aangetast. Dit risico voor kapitaalgroei is vooral relevant voor Uitkeringsaandelen II, omdat een wezenlijk deel van de uitkeringen voor dit type Aandelen uit het kapitaal kan worden gedaan. Als bovendien de bij de vervreemding van beleggingen gerealiseerde winst min de gerealiseerde en nietgerealiseerde verliezen negatief is, bestaat toch de mogelijkheid dat het Fonds dividenden uitbetaalt aan
51
de Uitkeringsaandelen II uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit het kapitaal is dat het Fonds zo het bedrag kan maximaliseren dat het uitkeert aan de beleggers die voor een Aandelenklasse met hogere dividendbetalingen kiezen. Uitkeringen waar betalingen van dividenden uit het kapitaal deel van uitmaken, het in mindering op het kapitaal van het Fonds brengen van vergoedingen en de incalculatie van opbrengstverschillen komen neer op een teruggave of opname van een deel van de oorspronkelijke belegging van een Aandeelhouder of van eventuele kapitaalwinsten die aan de oorspronkelijke belegging kunnen worden toegewezen. Hoewel de betaling van alle uitkeringen leidt tot een directe verlaging van de Intrinsieke Waarde per Aandeel, kunnen Uitkeringsaandelen II hogere uitkeringen betalen (door dividenden uit het kapitaal te betalen, vergoedingen in mindering op het kapitaal van het Fonds te brengen en opbrengstverschillen in te calculeren), wat dan ook kan leiden tot een grotere vermindering van de Intrinsieke Waarde per Aandeel van het betrokken Fonds. De Klassen Z worden voornamelijk aangeboden voor andere Fondsen van de Vennootschap of voor directe belegging door institutionele beleggers die een beleggingsbeheerovereenkomst of een andere overeenkomst hebben gesloten met de Beleggingsadviseur of een gelieerde onderneming van PIMCO en die belegging in Klassen Z toestaat. De Institutionele Klassen worden hoofdzakelijk aangeboden voor directe belegging door institutionele beleggers en kunnen ook worden aangeboden via bepaalde financiële tussenpersonen die hun klanten transactie- of andere vergoedingen in rekening brengen voor diens beleggingen in de Fondsen. De Beleggersklassen worden hoofdzakelijk aangeboden via makelaars-handelaars, tussenpersonen en andere entiteiten die overeenkomsten met de Distributeur hebben gesloten, die elk aan de Beheerder een Servicevergoeding betalen die kan worden gebruikt om dergelijke entiteiten te vergoeden voor diensten die zij aan de Aandeelhouders van dat Fonds verstrekken. De Administratieve Klassen worden hoofdzakelijk aangeboden via verschillende tussenpersonen (inclusief buitenlandse programma’s van Amerikaanse makelaars/handelaars) en kantoren die over een handelaarsovereenkomst met de Distributeur beschikken of die ermee hebben ingestemd om voor de Vennootschap op te treden als introducing broker. Voor de Administratieve Klassen geldt een Trailvergoeding die dergelijke entiteiten vergoedt voor diensten die zij verstrekken aan Aandeelhouders van de Administratieve Klassen. Aandelen van de Klasse H Institutioneel worden hoofdzakelijk aangeboden als een beleggingsinstrument voor institutionele producten voor activaspreiding. Klassen E worden voornamelijk aangeboden als een belegging voor particuliere beleggers. Beleggers die Aandelen van Klasse E willen aankopen, kunnen hiervoor terecht bij hun financiële tussenpersoon. De Klassen G Institutioneel worden hoofdzakelijk aangeboden voor directe belegging door institutionele beleggers en kunnen ook worden aangeboden via bepaalde financiële tussenpersonen die hun klanten transactie- of andere vergoedingen in rekening brengen voor diens beleggingen in de Fondsen. De Klassen G Institutioneel worden aangeboden voor belegging door institutionele beleggers die op zoek zijn naar een klasse die op jaarlijkse basis inkomsten uitkeert. De Klassen G Retail worden voornamelijk aangeboden als een belegging voor particuliere beleggers. Beleggers die Aandelen van Klasse G Retail willen aankopen, kunnen hiervoor terecht bij hun financiële tussenpersoon. De Klassen G Retail worden aangeboden voor belegging door particuliere beleggers die op zoek zijn naar een klasse die op jaarlijkse basis inkomsten uitkeert.
52
De Klassen M Retail worden voornamelijk aangeboden als een belegging voor particuliere beleggers. Beleggers die Aandelen van Klasse M Retail willen aankopen, kunnen hiervoor terecht bij hun financiële tussenpersoon. De Klassen M Retail worden aangeboden voor belegging door particuliere beleggers die op zoek zijn naar een klasse die op maandelijkse basis inkomsten uitkeert. De Klassen T worden in bepaalde landen vooral aan particuliere beleggers aangeboden via makelaarshandelaars, tussenpersonen en andere entiteiten die een overeenkomst hebben gesloten met de Distributeur en naar keuze van de Distributeur, en er is een Distributievergoeding betaalbaar aan de Distributeur die kan worden gebruikt om deze entiteiten terug te betalen voor de diensten die zij verstrekken aan Aandeelhouders van het betrokken Fonds. De Klassen R zijn enkel beschikbaar voor bepaalde tussenpersonen en bedrijven die distributie- of vergelijkbare overeenkomsten hebben gesloten met de Distributeur en die afzonderlijke vergoedingsregelingen hebben met hun cliënten en andere beleggers naar keuze van de Beheerder. De Klassen S worden voornamelijk aangeboden voor tussenpersonen en bedrijven die distributie- of vergelijkbare overeenkomsten hebben gesloten met de Distributeur, of voor directe belegging door institutionele beleggers die een beleggingsbeheer- of andere overeenkomst hebben gesloten met de Beleggingsadviseur of een gelieerde onderneming van PIMCO die belegging in Klassen S toestaat. Beleggers kunnen Institutionele Klassen, Beleggersklassen, Administratieve klassen, Klasse H Institutioneel, Klassen E, Klasse G Institutioneel, Klasse G Retail, Klasse M Retail, Klassen R of Klassen S (rekening houdend met de bovenstaande alinea met betrekking tot Klassen R en Klassen S) kopen zonder Instapvergoeding, als zij direct inschrijven via de Administrateur. Als er via een tussenpersoon wordt ingeschreven, kan er naar eigen goeddunken van de Beheerder een Instapvergoeding van maximaal 5% van het bedrag van de belegging in het Fonds verschuldigd zijn aan financiële tussenpersonen die zijn aangesteld door een Distributeur, of direct aan de Beheerder. De Instapvergoeding kan ofwel in mindering worden gebracht op het nettobedrag dat door de Administrateur wordt ontvangen voor de inschrijving op Aandelen of op het bedrag dat door een financiële tussenpersoon wordt ontvangen van beleggers. In geval van de Administratieve Klassen, de Beleggersklasse, de Klasse H Institutioneel, de Klassen E, de Klasse G Institutioneel, de Klasse G Retail, de Klasse M Retail, de Klassen R of de Klassen S (rekening houdend met de toepasselijke vereisten met betrekking tot de Klassen R en de Klasse S), kan er op Aandelen worden ingeschreven via een subagent die met de Distributeur een overeenkomst heeft gesloten. Een subagent kan zijn klanten vergoedingen voor beleggingen in de Fondsen in rekening brengen, bovenop kosten die voor de Fondsen in rekening worden gebracht en die worden beschreven in dit Prospectus of in het betreffende Supplement voor elk Fonds. Het bedrag van deze vergoedingen wordt overeengekomen tussen de subagent en zijn klanten, en zal niet door het Fonds worden gedragen. Afgedekte Klassen Wat de Afgedekte Klassen betreft is de Vennootschap voornemens om deze af te dekken tegen schommelingen in de rentevoeten die een impact zouden hebben op een Fonds en/of schommelingen in de uitdrukkingsvaluta’s van de Afgedekte Klassen ten opzichte van andere valuta’s. Gedeeltelijk Afgedekte Klassen Gedeeltelijk Afgedekte Klassen streven er in eerste instantie naar enkel de blootstelling aan de valuta’s van ontwikkelde markten van de activa in de onderliggende portefeuille af te dekken naar de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, waarbij de blootstelling aan valuta’s van opkomende markten onafgedekt wordt gelaten.
53
Klassen met Valutablootstelling Klassen met Valutablootstelling streven ernaar de afdekking van de blootstelling aan de Basisvaluta van het Fonds geheel of gedeeltelijk teniet te doen. Dat levert de Aandeelhouders extra blootstelling op aan schommelingen in de betrokken wisselkoersen ten opzichte van de Basisvaluta. Aanvullende informatie betreffende de afdekking van Aandelenklassen Zoals hierboven uiteengezet, zijn afdekkingstransacties onderworpen aan de Verordeningen en interpretaties die van tijd tot tijd worden uitgevaardigd door de Centrale Bank, en op de datum van dit Prospectus namelijk dat de afdekking in geen geval meer dan 105% van de Intrinsieke waarde van respectievelijk de Afgedekte Klasse, de Gedeeltelijk Afgedekte Klasse en de Klasse met Valutablootstelling zal bedragen. Afgedekte posities worden steeds gecontroleerd door de Beleggingsadviseur, om te verzekeren dat overafgedekte posities van een Afgedekte Klasse, Gedeeltelijk Afgedekte Klasse en Klasse met Valutablootstelling niet meer bedragen dan 105% van de Intrinsieke waarde van deze Afgedekte Klasse, Gedeeltelijk Afgedekte Klasse of Klasse met Valutablootstelling en dat rente- of valutaposities van meer dan 100% van de Intrinsieke waarde van een Afgedekte Klasse, Gedeeltelijk Afgedekte Klasse en Klasse met Valutablootstelling niet van maand tot maand zullen worden overgedragen. Alle kosten en winsten/verliezen van de initiële afdekking van het Fonds ten opzichte van de basisvaluta (op het niveau van het Fonds), indien van toepassing, vallen ten laste van alle Aandeelhouders in het Fonds. Alle kosten en winsten/verliezen van de afdekkingstransacties die toe te schrijven zijn aan een specifieke Afgedekte Klasse, Gedeeltelijk Afgedekte Klasse of Klasse met Valutablootstelling vallen echter ten laste van die bepaalde Klasse. Hoewel de Vennootschap zal trachten de hierboven uiteengezette afdekkingstechnieken indien van toepassing uit te voeren voor de Afgedekte Klasse, Gedeeltelijk Afgedekte Klasse en Klasse met Valutablootstelling, er kan niet worden gegarandeerd dat het doel van deze technieken zal worden verwezenlijkt. Afdekkingstransacties zullen duidelijk aan een specifieke Klasse kunnen worden toegekend. De kosten en winsten/verliezen van afdekkingstransacties groeien alleen aan voor de betreffende Afgedekte Klasse, Gedeeltelijk Afgedekte Klasse en Klasse met Valutablootstelling en zullen worden weerspiegeld in de Intrinsieke waarde per Aandeel van die Klasse. Beleggers dienen echter op te merken dat er tussen Aandelenklassen geen scheiding van aansprakelijkheid is. Aandeelhouders zijn bijgevolg blootgesteld aan het risico dat afdekkingstransacties die in één Klasse worden verricht, een ongunstige impact kunnen hebben op de Intrinsieke waarde van een andere Klasse. Het rendement van een Afgedekte Klasse zal wellicht in overeenstemming verlopen met het rendement van de onderliggende activa, vooral zoals dat wordt beïnvloed door andere risico’s dan respectievelijk het renterisico of het valutarisico. Aandeelhouders van de Klassen met valuta-afdekking en Gedeeltelijk Afgedekte Klassen zullen wellicht niet evenveel profiteren als Aandeelhouders van niet-afgedekte Aandelenklassen van een Fonds als de valuta van de Klasse daalt ten opzichte van de Basisvaluta en/of de valuta waarin de activa van het betreffende Fonds luiden. De Vennootschap kan extra Aandelenklassen in een Fonds creëren, waarvoor andere voorwaarden, vergoedingen en kosten kunnen gelden. Eventuele dergelijke extra Aandelenklassen zullen vooraf worden gemeld aan de Centrale Bank en dienen vooraf door de Centrale Bank te worden goedgekeurd. De Vennootschap, de Beheerder, de Distributeur of een afgevaardigde namens de Vennootschap elk kan een aanvraag geheel of gedeeltelijk verwerpen zonder opgave van redenen voor die verwerping, in welk geval de inschrijvingsbedragen of het eventuele saldo daarvan op risico en kosten van de aanvrager zullen worden terugbetaald aan de aanvrager, zonder rente, onkosten of vergoedingen, middels overboeking op de door de aanvrager opgegeven rekening. Om de operationele processen voor beleggingen in de Vennootschap door bepaalde beleggers te bevorderen, heeft de Administrateur ermee ingestemd, met de goedkeuring van de Vennootschap, om een professionele leverancier van nomineediensten aan te stellen om aan dergelijke beleggers nomineediensten te verstrekken. Aandelen die worden verworven namens beleggers die gebruikmaken
54
van deze service zullen worden geregistreerd op naam van de leverancier van nomineediensten en alle rechten met betrekking tot die Aandelen zullen alleen ten aanzien van de Vennootschap kunnen worden uitgeoefend via de leverancier van nomineediensten. De Vennootschap zal contact onderhouden met de leverancier van nomineediensten als de Aandeelhouder op naam, en de leverancier van nomineediensten zal regelingen treffen met beleggers om alle relevante informatie aan beleggers over te maken en hun instructies te vragen over kwesties die een invloed hebben op de door hen gehouden Aandelen. De Vennootschap noch de Administrateur kan aansprakelijk worden gesteld als de leverancier van nomineediensten rechten die gekoppeld zijn aan de Aandelen niet uitoefent in overeenstemming met instructies die door de onderliggende beleggers zijn uitgegeven. Inschrijvingen op Aandelen Minimuminleg. De minimuminleg voor Aandelen van elk Fonds is vermeld in het deel ‘Kerninformatie over aandelentransacties’. De Bestuurders hebben aan PIMCO de bevoegdheid gedelegeerd om afstand te doen van de minimuminleg en de minimumparticipatie. Timing van aankooporders en berekeningen van de aandelenprijs. Een aankooporder die door de Administrateur, (of door de aangewezen persoon van de Administrateur of een aangewezen persoon van de Distributeur voor overmaking naar de Administrateur) vóór de Uiterste Handelstermijn wordt ontvangen, samen met de betaling die op een van de twee hierna beschreven wijzen is verricht, zal worden uitgevoerd tegen de Intrinsieke waarde per Aandeel die is vastgesteld op die Handelsdag. Een order die na de Uiterste Handelstermijn wordt ontvangen, zal worden uitgevoerd tegen de Intrinsieke waarde per Aandeel die wordt vastgesteld op de volgende Handelsdag. Handelsorders die vóór de Uiterste Handelstermijn worden ontvangen door bepaalde gekwalificeerde tussenpersonen (die met de Beheerder of de Distributeur een overeenkomst zijn aangegaan) van personen die op een Handelsdag wensen in te schrijven op Aandelen, zullen vóór 9.00 uur Ierse tijd op de volgende Werkdag worden overgemaakt aan de Administrateur of zijn afgevaardigde, en zullen worden uitgevoerd tegen de Intrinsieke waarde die is vastgesteld op de vorige Handelsdag. Behoudens de bovenvermelde informatie over aanvragen die door de Administrateur worden ontvangen van financiële tussenpersonen, zullen aanvragen die na de Uiterste Handelstermijn voor de betreffende Handelsdag worden ontvangen, worden opgeschort tot de volgende Handelsdag tenzij de Vennootschap en de Administrateur anderszins overeenkomen, op voorwaarde dat een dergelijke late aanvraag vóór het Waarderingstijdstip wordt ontvangen. Eerste belegging. Een eerste order om Aandelen te kopen dient te worden ingediend via het Inschrijvingsformulier en dient via de post of een goedkeurd elektronisch transmissiesysteem (als dit systeem strookt met de vereisten van de Centrale Bank) of per fax (waarbij het origineel onmiddellijk daarna via de post wordt verzonden) naar de Administrateur te worden verzonden vóór de Uiterste Handelstermijn voor de betreffende Handelsdag. Inschrijvingsformulieren en -details kunnen worden verkregen door contact op te nemen met de Administrateur. Inschrijvingsaanvragen die via fax of goedkeurde elektronische transmissie worden ingediend, zullen worden behandeld als definitieve orders en kunnen na aanvaarding door de Administrateur niet meer worden ingetrokken. Het Inschrijvingsformulier bevat bepaalde voorwaarden over de inschrijvingsprocedure voor Aandelen in de Vennootschap en bepaalde vrijwaringen ten gunste van de Vennootschap, de Beheerder, de Beleggingsadviseurs, de Administrateur, de Bewaarder, de Distributeur en de andere Aandeelhouders voor enig verlies dat zij lijden als gevolg van de verwerving of het bezit van Aandelen in de Vennootschap door bepaalde inschrijvers. Het originele Inschrijvingsformulier (en enige andere documentatie die door de Administrateur kan worden vereist voor de verwerking van de aanvraag of in verband met antiwitwasverplichtingen) moet zo snel mogelijk door de Administrateur worden ontvangen. Wijzigingen in de registratiegegevens en de betalingsinstructies van een belegger zullen alleen worden uitgevoerd na ontvangst van de originele documenten. De Vennootschap en de Administrateur behouden zich het recht voor aanvullende
55
documenten op te vragen zoals van tijd tot tijd vereist kan zijn om te voldoen aan de reglementaire voorschriften of andere verplichtingen. De rekening van een belegger zal worden geblokkeerd en terugkopen zullen niet worden toegestaan van rekeningen waarvoor de Administrateur niet het originele Inschrijvingsformulier en alle relevante ondersteunende documentatie (met inbegrip van enige documentatie die na de opening van de rekening werd opgevraagd) heeft ontvangen en indien niet alle vereiste antiwitwasprocedures zijn uitgevoerd. Om te mogen beleggen in Klassen Z moet een belegger over een geldige overeenkomst voor beleggingsbeheer of een andere overeenkomst beschikken met ofwel de Beleggingsadviseur, ofwel een gelieerde onderneming van PIMCO. Met uitzondering van de hieronder beschreven omstandigheden moet de betaling voor Aandelen van een Fonds uiterlijk op de relevante Uiterste Afwikkelingstermijn door de Administrateur zijn ontvangen in vrij beschikbare middelen in de relevante Basisvaluta of de relevante uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse. De betaling mag eveneens worden verricht in elke vrij omwisselbare valuta. In dergelijke omstandigheden zullen de vereiste valutaomwisselingstransacties door de Administrateur worden geregeld namens en op kosten en risico van de aanvrager. Indien de volledige betaling niet op de Uiterste Afwikkelingstermijn is ontvangen of als de middelen niet vrij beschikbaar zijn, dan kan elke toewijzing van Aandelen in verband met die aanvraag naar goeddunken van de Administrateur worden geannuleerd. Er mogen geen Aandelen worden toegewezen waarvoor de volledige betaling niet is ontvangen. In een dergelijk geval en niettegenstaande de annulering van de inschrijvingsaanvraag, kan de Vennootschap aan de aanvrager kosten in rekening brengen voor enige daaruit voortvloeiende verliezen die door de Vennootschap worden geleden. Vervolgbeleggingen. Een belegger kan extra Aandelen van de Fondsen kopen door via de post een inschrijvingsinstructie in te dienen, die vóór de Uiterste Handelstermijn voor de betreffende Handelsdag door de Administrateur moet zijn ontvangen. Vervolgbeleggingen kunnen eveneens worden geplaatst via fax of via andere middelen, inclusief goedkeurde elektronische transmissie, die door de Bestuurders kunnen worden toegestaan (voor zover die middelen in overeenstemming zijn met de vereisten van de Centrale Bank) zonder dat het vereist is om originele documenten in te dienen en dergelijke aanvragen dienen de informatie te bevatten die van tijd tot tijd door de Bestuurder of hun afgevaardigde kan worden gespecificeerd. Bestaande Aandeelhouders op de datum van dit Prospectus die via fax of via andere middelen wensen in te schrijven dienen voor meer informatie contact op te nemen met de Administrateur. Uitgifteprijs. Aandelen worden initieel uitgegeven tegen een Initiële uitgifteprijs en daarna tegen de Intrinsieke waarde per Aandeel van de betreffende Klasse en het betreffende type Aandelen zoals vastgesteld op elke Handelsdag, plus toepasselijke inschrijvingsvergoedingen. Tenzij anderszins bepaald door de Bestuurders en schriftelijk meegedeeld aan potentiële beleggers, zal de Initiële uitgifteprijs per Aandeel van een Klasse binnen een voorheen nog niet geopend Fonds, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, CZK 10,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, JPY 1.000, KRW 10.000, ILS 10,00, NOK 100,00, NZD 10,00, SEK 100,00, SGD 10,00 of USD 10,00 bedragen (zonder enige verschuldigde Instapvergoeding of Omruilvergoeding). Als een Fonds momenteel operationeel is, of als de Bestuurders Aandelen wensen aan te bieden in een Klasse waarvan alle uitgegeven Aandelen voorheen zijn teruggekocht, zal de Initiële uitgifteprijs per Aandeel van een Klasse die momenteel niet operationeel is, naar eigen goeddunken van de Bestuurders of hun afgevaardigde, ofwel de prijs zijn zoals hierboven vermeld, ofwel zal de initiële prijs van een nieuwe Klasse worden berekend op basis van een bestaande Klasse in het Fonds of een prijs berekend op basis van de Intrinsieke waarde per Aandeel van bestaande operationele Aandelen van het betreffende Fonds op de Handelsdag aan het einde van de Initiële aanbiedingsperiode vermenigvuldigd met de geldende wisselkoers op die datum, al naargelang het geval.
56
De Initiële aanbiedingsperiode voor elke Klasse wordt afgesloten zodra een belegger inschrijft op Aandelen van die Klasse. Als alle Aandelen van een Klasse zijn teruggekocht kunnen de Bestuurders de Initiële aanbiedingsperiode opnieuw openen na melding aan de Centrale Bank. Antiwitwasbepalingen. De Vennootschap behoudt zich het recht voor om de identiteit van beleggers te controleren indien de Bestuurders dat gepast achten, om te voldoen aan de verplichtingen van de Vennootschap uit hoofde van de wetgeving inzake het witwassen van geld, en kan, bij gebrek aan voldoende bewijzen of om enige andere reden, een aanvraag geheel of gedeeltelijk verwerpen. De Bestuurders kunnen de uitoefening van dit recht en deze beslissingsbevoegdheid delegeren aan de Administrateur, met de bevoegdheid tot subdelegering. Indien de aanvraag wordt geweigerd, zal de Administrateur, op risico en kosten van de aanvrager, het inschrijvingsgeld of het saldo daarvan binnen 28 Werkdagen na de weigering retourneren via bankoverschrijving. Er zal geen betaling worden verricht aan een belegger totdat de Vennootschap en/of de Administrateur de documenten die zij hebben opgevraagd en/of die zij nodig achten om te voldoen aan hun verplichtingen in het kader van de antiwitwasbepalingen hebben ontvangen. Als er gedurende zes maanden of meer geen activiteit is op een rekening kan de Vennootschap en/of de Administrateur om aanvullende documentatie verzoeken. Overige aankoopinformatie. Er kunnen fracties van Aandelen worden uitgegeven van niet minder dan 0,001 Aandeel . Inschrijvingsgelden die kleinere fracties van Aandelen vertegenwoordigen, worden niet aan de aanvrager terugbezorgd, maar worden ingehouden als deel van de activa van het betreffende Fonds. Aandelen zullen alleen worden uitgegeven op naam en er worden geen aandelencertificaten uitgegeven. Er zal door de Administrateur een schriftelijke eigendomsbevestiging worden uitgegeven voor de eigendom van Aandelen. De Vennootschap kan naar eigen goeddunken, op voorwaarde dat zij ervan overtuigd is dat dit niet zal leiden tot een materieel nadeel voor bestaande Aandeelhouders en met inachtneming van de bepalingen van de Companies Acts, 1963 tot 2013, toestaan dat er wordt ingeschreven op Aandelen van een Klasse in ruil voor de onvoorwaardelijke toezegging aan de Vennootschap van beleggingen die deel zouden gaan uitmaken van de activa van het betreffende Fonds. Het aantal Aandelen dat op deze wijze zal worden uitgegeven is gelijk aan het aantal dat op de dag waarop de beleggingen onvoorwaardelijk aan de Vennootschap worden toegezegd, is uitgegeven voor contanten tegen de betaling van een som die gelijk is aan de waarde van de beleggingen. De waarde van beleggingen zal door de Administrateur worden berekend op basis van de waarderingsmethoden die zijn vermeld in het deel ‘Berekening en opschorting van de berekening van de Intrinsieke waarde’. De Aandelen zijn niet en zullen niet worden geregistreerd onder de Wet van 1933, of in het kader van enige toepasselijke wetten op staatsniveau en de Aandelen mogen niet worden overgedragen, aangeboden of verkocht in de Verenigde Staten (inclusief zijn territoria en bezittingen) of direct of indirect aan of ten gunste van een Amerikaans Persoon (‘U.S. Person’) (zoals dat begrip wordt gebruikt in Regulation S onder de Wet van 1933 en wordt geïnterpreteerd door de SEC), behalve krachtens registratie of een vrijstelling. De definitie van ‘Amerikaanse Persoon’ is vermeld in het deel ‘Definities’. De Vennootschap is niet en zal niet worden geregistreerd onder de Wet van 1940, en beleggers hebben geen recht op de voordelen van een dergelijke registratie. Krachtens een vrijstelling van registratie onder de Wet van 1940 kan de Vennootschap een private plaatsing van de Aandelen doen bij een beperkte categorie van Amerikaanse Personen. De Aandelen zijn niet goedgekeurd of afgekeurd door de Amerikaanse Securities and Exchange Commission, enige effectencommissie in de VS op staatsniveau of enige andere Amerikaanse regelgevende instantie, noch hebben enige van de hiervoor vermelde instanties een uitspraak gedaan over de verdiensten van dit aanbod of de nauwkeurigheid of de
57
geschiktheid van deze aanbiedingsdocumenten, of deze bekrachtigd. Elke andere bewering hieromtrent is onrechtmatig. Aandelen mogen niet worden uitgegeven of verkocht tijdens enige periode waarin de berekening van de Intrinsieke waarde van een Fonds is opgeschort op de wijze die is beschreven onder ‘Opschorting’ in het deel ‘Berekening en opschorting van de berekening van de Intrinsieke waarde’. Alle Aandelen van elk Fonds zijn van gelijke rang, tenzij anders vermeld. Onrechtmatige handelspraktijken. De Vennootschap moedigt Aandeelhouders doorgaans aan om in de Fondsen te beleggen in het kader van een beleggingsstrategie op lange termijn. De Vennootschap ontmoedigt overmatige handel op korte termijn en andere onrechtmatige handelspraktijken. Dergelijke activiteiten, soms ‘market timing’ genoemd, kunnen een nadelig effect hebben op de Fondsen en hun Aandeelhouders. Afhankelijk van verschillende factoren (zoals de grootte van een Fonds en het bedrag van zijn activa dat in contanten wordt gehouden), kunnen transacties op korte termijn of overmatige handel een storende invloed hebben op het efficiënte beheer van de portefeuille van het Fonds. Dit zou kunnen leiden tot hogere transactiekosten en belastingen, en kan schade berokkenen aan het rendement van het Fonds en aan zijn Aandeelhouders. De Vennootschap tracht onrechtmatige handelspraktijken te ontmoedigen en te voorkomen en deze risico’s te beperken op basis van verschillende methoden. Ten eerste is het Fonds blootgesteld aan een risico, voor zover er een vertraging is tussen een wijziging in de waarde van de portefeuilleparticipaties van een Fonds en het tijdstip waarop dat wordt weerspiegeld in de intrinsieke waarde van de aandelen van het Fonds. Het risico bestaat erin dat beleggers deze vertraging trachten uit te buiten door Aandelen te kopen of te laten terugkopen tegen een intrinsieke waarde die de prijs op basis van de reële waarde niet juist weerspiegelt. De Vennootschap tracht deze activiteit, die vaak ‘stale price arbitrage’ wordt genoemd, te ontmoedigen en te voorkomen door het correcte gebruik van de prijzen op basis van de ‘reële waarde’ van de portefeuille-effecten van de Fondsen. Zie ‘Berekening en opschorting van de berekening van de Intrinsieke waarde’ hierna voor meer informatie. Ten tweede tracht de Vennootschap toezicht te houden op rekeningactiviteiten van Aandeelhouders om buitensporige en verstorende handelspraktijken op te sporen en te voorkomen. De Vennootschap en PIMCO behouden zich elk het recht voor om een aankoop- of omruiltransactie te beperken of te weigeren als de transactie naar het oordeel van de Vennootschap of van PIMCO een ongunstige invloed kan hebben op de belangen van een Fonds of zijn Aandeelhouders. Indien een aanvraag wordt geweigerd, zal de Administrateur het inschrijvingsgeld of het saldo daarvan, op kosten en gevaar van de aanvrager en zonder rente binnen vijf Werkdagen na de weigering retourneren via een bankoverschrijving naar de rekening vanwaar het was betaald. De Vennootschap kan onder andere controleren op patronen van frequente aankopen en verkopen die lijken plaats te vinden als reactie op schommelingen in de Aandelenprijs op korte termijn. Kennisgevingen van beperkingen of weigeringen van transacties kunnen variëren al naargelang de specifieke omstandigheden. Hoewel de Vennootschap en haar dienstverleners deze methoden trachten te gebruiken om onrechtmatige handelsactiviteiten op te sporen en te voorkomen, kan er geen zekerheid worden geboden dat dergelijke activiteiten kunnen worden beperkt of geëlimineerd. Door hun aard verbergen omnibusrekeningen, waarin aankopen en verkopen van Fondsaandelen door meerdere beleggers worden samengevoegd en op nettobasis aan het Fonds worden aangeboden, de identiteit van de individuele beleggers van het Fonds. Hierdoor is het voor de Fondsen moeilijker om transacties op korte termijn in de Fondsen te identificeren.
58
TERUGKOOP VAN AANDELEN Een belegger kan Aandelen laten terugkopen (verkopen) door bij de Administrateur een verzoek in te dienen (of bij de aangewezen persoon van de Administrateur of een aangewezen persoon van de Distributeur voor overmaking aan de Administrateur). Een order om Aandelen te laten terugkopen dient ofwel plaats te vinden via het Aanvraagformulier voor terugkoop en met de post of via fax te worden verzonden naar de Administrateur vóór de Uiterste Handelstermijn voor de betreffende Handelsdag, of via andere middelen, inclusief elektronische transmissie, die door de Bestuurders kunnen worden toegestaan (indien die in overeenstemming zijn met de vereisten van de Centrale Bank). Aanvraagformulieren voor terugkoop kunnen worden verkregen door contact op te nemen met de Administrateur. Terugkopen zijn niet toegestaan van rekeningen waarvoor de Administrateur niet het originele Inschrijvingsformulier en alle relevante ondersteunende documentatie heeft ontvangen en niet alle vereiste antiwitwasprocedures zijn uitgevoerd. Inschrijvingsaanvragen die via fax of dergelijke andere middelen, inclusief elektronische transmissie, worden ingediend, zullen worden behandeld als definitieve orders en kunnen na aanvaarding door de Administrateur niet meer worden ingetrokken. Gefaxte of via goedgekeurde elektronische transmissie verstuurde terugkoopverzoeken zullen alleen worden verwerkt (zonder een origineel aanvraagformulier voor terugkoop) als gevraagd wordt de betaling te verrichten op de geregistreerde rekening. De betaling van terugkoopopbrengsten zal worden verricht aan de Aandeelhouder die in het register is vermeld of ten gunste van de gezamenlijke Aandeelhouders die in het register zijn vermeld, al naargelang het geval. Een terugkoopverzoek dat door de Administrateur is aanvaard kan niet meer worden ingetrokken. Timing van terugkoopverzoeken en berekeningen van de aandelenprijs. Een terugkoopverzoek dat door de Administrateur, (of door de aangewezen persoon van de Administrateur of een aangewezen persoon van de Distributeur voor overmaking naar de Administrateur) vóór de Uiterste Handelstermijn wordt ontvangen, zal worden uitgevoerd tegen de Intrinsieke waarde per Aandeel die is vastgesteld op die Handelsdag. Een terugkoopverzoek dat na dat tijdstip wordt ontvangen, wordt van kracht op de volgende Handelsdag. Handelsorders die vóór de Uiterste Handelstermijn worden ontvangen door bepaalde gekwalificeerde tussenpersonen (die met de Beheerder of de Distributeur een overeenkomst zijn aangegaan) van personen die Aandelen op een Handelsdag willen laten terugkopen, zullen vóór 9.00 uur Ierse tijd op de volgende Werkdag worden overgemaakt aan de Administrateur of zijn afgevaardigde, en zullen worden uitgevoerd tegen de Intrinsieke waarde die is vastgesteld op de vorige Handelsdag. In het verzoek moet alle relevante informatie naar behoren worden verstrekt, namelijk het rekeningnummer, het bedrag van de terugkoop (in valuta of aandelen) de naam van het Fonds en de Klasse, en het verzoek moet door de juiste bevoegde personen worden ondertekend. Behoudens de bovenvermelde informatie over terugkoopverzoeken die door de Administrateur worden ontvangen van financiële tussenpersonen, zullen terugkoopverzoeken die na de Uiterste Handelstermijn voor de betreffende Handelsdag worden ontvangen, worden opgeschort tot de volgende Handelsdag, tenzij de Vennootschap en de Administrateur anderszins overeenkomen, op voorwaarde dat een dergelijke late aanvraag vóór het Waarderingstijdstip wordt ontvangen. Andere informatie over terugkopen. Terugkoopopbrengsten zullen als volgt via een bankoverschrijving worden overgemaakt naar de bankrekening die is opgegeven op het Inschrijvingsformulier:
Klassen Z, Institutionele Klassen, Klassen S, Beleggersklassen en Administratieve Klassen: gewoonlijk op de Werkdag na de betreffende Handelsdag voor all Fondsen, behalve het US Government Money Market Fund, waarvoor terugkoopopbrengsten normaliter worden overgemaakt via een bankoverschrijving op de betreffende Handelsdag en het Global Multi-Asset Fund, waarvoor terugkoopopbrengsten normaliter worden overgemaakt via een bankoverschrijving op de tweede Werkdag na de betreffende Handelsdag;
59
Klasse H Institutioneel: worden normaliter overgemaakt via een bankoverschrijving op de vierde Werkdag na de betreffende Handelsdag; Klassen E en Klassen T: worden normaliter overgemaakt via een bankoverschrijving op de derde Werkdag na de betreffende Handelsdag; G Institutioneel: gewoonlijk via een bankoverschrijving op de Werkdag na de betreffende Handelsdag voor all Fondsen, behalve het US Government Money Market Fund, waarvoor terugkoopopbrengsten normaliter worden overgemaakt via een bankoverschrijving op de betreffende Handelsdag; Klassen M Retail en Klassen G Retail: worden normaliter overgemaakt via een bankoverschrijving op de derde Werkdag na de betreffende Handelsdag; en Klassen R: worden normaliter overgemaakt via een bankoverschrijving op de derde Werkdag na de betreffende Handelsdag.
De periode tussen een terugkoopverzoek en de betaling van de opbrengsten zou in geen geval meer dan 14 kalenderdagen mogen duren, op voorwaarde dat alle relevante documenten zijn ontvangen. Terugkoopopbrengsten zullen normaliter worden betaald in de valuta waarin de Intrinsieke waarde van de betreffende Aandelenklasse is uitgedrukt (of in een andere valuta zoals van tijd tot tijd met de Administrateur kan worden overeengekomen). Terugkoopopbrengsten zullen alleen via bankoverschrijving worden overgemaakt aan de naam van de bank die op het Inschrijvingsformulier is aangegeven. Om de Aandeelhouders te beschermen dient een schriftelijk verzoek om de naam van de bank te veranderen (of een verzoek om andere informatie in het Inschrijvingsformulier te wijzigen) door de Administrateur te zijn ontvangen, ondertekend door het juiste aantal personen en met een handtekeninggarantie van een in aanmerking komende garantie-instelling. Aandeelhouders dienen de Administrateur te raadplegen over de vraag of een instelling een in aanmerking komende garantieinstelling is. Aandelen mogen niet worden teruggekocht tijdens enige periode waarin de berekening van de Intrinsieke waarde van het betreffende Fonds is opgeschort op de wijze die is beschreven onder ‘Opschorting’ in het deel ‘Berekening en opschorting van de berekening van de Intrinsieke waarde’ hierna. Aanvragers voor de terugkoop van Aandelen zullen van een dergelijke opschorting op de hoogte worden gebracht en hun terugkoopaanvragen zullen, tenzij ze worden ingetrokken, in overweging worden genomen op de volgende Handelsdag na het einde van deze opschorting. De Vennootschap kan, met de toestemming van de betreffende Aandeelhouders, een verzoek voor de terugkoop van Aandelen vervullen door de overdracht in natura aan die Aandeelhouders van activa van het betreffende Fonds met een waarde die gelijk is aan de terugkoopprijs voor de teruggekochte Aandelen alsof de terugkoopopbrengsten in contanten waren betaald, min enige terugkoopvergoeding en andere kosten van de overdracht, met dien verstande dat een Aandeelhouder die om de terugkoop verzoekt het recht heeft om te verzoeken enig actief of enige activa waarvan wordt voorgesteld dat ze in natura worden uitgekeerd, te verkopen en hem de contante opbrengsten van die verkoop, waarvan de betreffende Aandeelhouder de kosten zal dragen, uit te keren. De waarde van beleggingen zal door de Administrateur worden berekend op basis van de waarderingsmethoden die zijn vermeld in het deel ‘Berekening en opschorting van de berekening van de Intrinsieke waarde’. Voor alle Fondsen (behalve het US Government Money Market Fund, waarvoor er geen beperkingen gelden op het aantal Aandelen dat op een Handelsdag kan worden teruggekocht) heeft de Vennootschap het recht om het aantal Aandelen van een Fonds dat op een Handelsdag wordt teruggekocht, te beperken tot 10% van het totale aantal uitgegeven Aandelen van dat Fonds. In dit geval geldt de beperking evenredig, zodat alle Aandeelhouders die hun Aandelen van dat Fonds op die Handelsdag willen laten terugkopen, dezelfde proportie realiseren van dergelijke Aandelen, en niet-teruggekochte Aandelen die anders zouden zijn teruggekocht, zullen worden overgedragen om te worden teruggekocht op de volgende Handelsdag, en zullen (proportioneel) prioritair worden behandeld op
60
terugkoopverzoeken die daarna worden ontvangen. Indien terugkoopverzoeken aldus worden overgedragen, zal de Administrateur de betrokken Aandeelhouders informeren. De Statuten bevatten bijzondere bepalingen ingeval terugkoopverzoeken die van een Aandeelhouder worden ontvangen ertoe zouden leiden dat meer dan 5% van de Intrinsieke waarde van Aandelen van een Fonds op een Handelsdag door de Vennootschap wordt teruggekocht. In een dergelijk geval kan de Vennootschap naar eigen goeddunken het terugkoopverzoek voldoen door activa van het betreffende Fonds met een waarde die gelijk is aan de terugkoopprijs voor de teruggekochte Aandelen in natura over te dragen aan de Aandeelhouder, alsof de terugkoopopbrengsten in contanten waren betaald, min enige terugkoopvergoeding en andere kosten van de overdracht, op voorwaarde dat een dergelijke uitkering geen schade zou berokkenen aan de belangen van de resterende Aandeelhouders van dat Fonds. Als de Aandeelhouder die om een dergelijke terugkoop verzoekt een bericht ontvangt van de intentie van de Vennootschap om te opteren voor een uitkering van activa om aan het terugkoopverzoek te voldoen, dan kan die Aandeelhouder van de Vennootschap vereisen dat zij de activa niet overdraagt, maar verkoopt en de opbrengsten van de verkoop, waarvan de kosten door de betreffende Aandeelhouder zullen worden gedragen, aan die Aandeelhouder betaalt. De Vennootschap behoudt zich het recht voor om Aandelen terug te kopen die direct of indirect in het bezit zijn of eigendom worden van een Amerikaanse Persoon, of als het bezit van de Aandelen door een persoon kan leiden tot reglementaire procedures, een wettelijk, fiscaal of wezenlijk nadeel voor de Vennootschap of de Aandeelhouders als geheel. Indien de Intrinsieke Waarde van de Vennootschap, het Fonds of de klasse minder bedraagt dan een bedrag dat door de Bestuurders kan worden vastgesteld, kunnen de Bestuurders, in overeenstemming met de Beleggingsadviseur, naar eigen goeddunken beslissen dat het in het belang is van de betreffende Aandeelhouders om alle uitgegeven Aandelen in de Vennootschap of het betreffende Fonds of de betreffende klasse verplicht terug te kopen. Via een bericht dat niet minder dan vier doch niet meer dan twaalf weken voor een Handelsdag aan Aandeelhouders wordt betekend, kan de Vennootschap alle Winstdelende Aandelen in een Fonds of klasse of alle Fondsen of klassen die voorheen niet zijn teruggekocht, verplicht terugkopen tegen de Terugkoopprijs op die Handelsdag. De Administrateur kan weigeren om een terugkoopverzoek uit te voeren indien dat ertoe zou leiden dat de waarde van een aandelenparticipatie in een Fonds zou dalen tot onder de minimumparticipatie voor het betreffende Fonds. Terugkoopverzoeken die een dergelijk effect hebben kunnen door de Vennootschap worden behandeld als een verzoek om de volledige participatie van de Aandeelhouder terug te kopen. De Vennootschap is verplicht om Ierse belasting in te houden op terugkoopbedragen tegen het geldige tarief, tenzij zij van de Aandeelhouder een gepaste verklaring heeft ontvangen in de voorgeschreven vorm, waarin wordt bevestigd dat de Aandeelhouder geen Ierse ingezetene is, noch een belegger is die zijn Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland heeft en voor wie er belasting moet worden ingehouden. Als dat wordt gevraagd, kunnen de Bestuurders, naar eigen absolute goeddunken en op voorwaarde dat de voorafgaande goedkeuring van de Bewaarder wordt verkregen, instemmen om voor alle Aandeelhouders bijkomende Handelsdagen en Waarderingstijdstippen aan te geven voor de terugkoop van Aandelen in een Fonds. De Vennootschap behoudt zich het recht voor om de volledige participatie van Aandelen van Klasse Z van een Aandeelhouder verplicht terug te kopen (waarbij verschuldigde bedragen voor niet-betaalde vergoedingen voor beleggingsbeheer in mindering worden gebracht) als de relevante overeenkomst voor beleggingsbeheer of andere overeenkomst om welke reden ook wordt beëindigd. Behoudens eventuele andere bepalingen in het Prospectus (met inbegrip van - om twijfel te voorkomen verklaringen van afstand door de Bestuurders of hun afgevaardigde van de Minimuminleg of Minimumparticipatie), kunnen de Bestuurders, naar eigen goeddunken, de volledige participatie terugkopen in geval van een rekening met een participatie die onder de Minimumparticipatie ligt, ook in
61
omstandigheden waarin de terugkoopaanvragen resulteren in nominale aantallen aandelen die in rekeningen worden gehouden.
62
CONVERSIE VAN AANDELEN Aandeelhouders kunnen al hun Aandelen van een Klasse van een Fonds (het ‘Originele Fonds’) of een deel ervan omruilen voor Aandelen van dezelfde Klasse van een ander Fonds die op dat moment worden aangeboden (het ‘Geselecteerde Fonds’) door aan de Administrateur op of vóór de Uiterste Handelstermijn voor de betreffende Handelsdag een bericht te bezorgen. Omruilverzoeken die na de Uiterste Handelstermijn op een Handelsdag worden ontvangen, zullen worden uitgevoerd op de volgende Handelsdag. Omruilingen zullen op de betreffende Handelsdag worden verwerkt op basis van de respectieve Intrinsieke waarde van de betrokken Aandelen, waarbij de betreffende terugkoop en inschrijving tegelijkertijd plaatsvinden, en zullen worden uitgevoerd op de volgende Handelsdag waarop zowel het Originele Fonds als het Geselecteerde Fonds worden verhandeld, op voorwaarde dat alle relevante documenten naar behoren zijn ontvangen. Er zal geen omruiling plaatsvinden als dit tot gevolg heeft dat de Aandeelhouder een aantal Aandelen van ofwel het Originele Fonds ofwel het Geselecteerde Fonds houdt waarvan de waarde minder bedraagt dan de Minimumparticipatie voor het betreffende Fonds en de betreffende Klasse. Er wordt geen vergoeding in rekening gebracht voor omruilingen van Aandelen van Institutionele Klassen, Beleggersklassen, Administratieve Klassen en Klassen G Institutioneel. Voor Aandelen van Klasse H Institutioneel, Klassen E, Klassen M Retail, Klassen R en Klassen G Retail kan er een Omruilvergoeding worden opgelegd van maximaal 1,00% van de inschrijvingsprijs voor het totale aantal Aandelen in het Geselecteerde Fonds, zoals berekend op de Handelsdag waarop de omruiling wordt uitgevoerd. De Omruilvergoeding zal worden toegevoegd aan de inschrijvingsprijs van het Geselecteerde Fonds. PIMCO kan naar eigen goeddunken beslissen om afstand te doen van de Omruilvergoeding. De Administrateur zal het aantal Aandelen van de nieuwe klasse dat bij de omruiling moet worden uitgegeven berekenen volgens de volgende formule: S = R × (RP × ER) SP waarbij: S
het aantal Aandelen van de geselecteerde Klasse is dat moet worden uitgegeven;
R
het aantal Aandelen van de eerste Klasse is dat in het bericht is opgegeven en waarvan de houder ervan de omruiling heeft verzocht;
RP
de terugkoopprijs per Aandeel van de eerste Klasse is zoals berekend op het Waarderingstijdstip voor de Handelsdag waarop de omruiling moet worden uitgevoerd;
ER
in geval van een omruiling van Aandelen die luiden in dezelfde valuta, gelijk is aan 1. In alle andere gevallen is ER de valutaomrekeningsfactor die door de Bestuurders wordt bepaald op de betreffende Handelsdag en die de effectieve wisselkoers vertegenwoordigt die van toepassing is op de overdracht van activa tussen Fondsen die verband houdt met de eerste en de nieuwe Klasse(n) van Aandelen, nadat deze koers is aangepast zoals mogelijk noodzakelijk is om de effectieve kosten van een dergelijke overdracht te weerspiegelen;
SP
de Inschrijvingsprijs per Aandeel voor de geselecteerde Klasse is zoals berekend op het Waarderingstijdstip voor de Handelsdag waarop de omruiling moet worden uitgevoerd. Voor Aandelen van Klasse H Institutioneel kan er aan de inschrijvingsprijs voor het Geselecteerde Fonds een Omruilvergoeding worden toegevoegd
63
Het aantal Aandelen van de geselecteerde Klasse dat moet worden gecreëerd of uitgegeven, zal voor elk van de Aandelen van de eerste Klasse die worden omgeruild, worden gecreëerd of uitgegeven in de verhouding (of zo dicht mogelijk bij de verhouding) S tot R, waarbij S en R de betekenis hebben die hierboven is beschreven. Wanneer Aandeelhouders om de omruiling van Aandelen verzoeken als een initiële belegging in een Fonds, dienen Aandeelhouders te verzekeren dat de waarde van de omgeruilde Aandelen gelijk is aan of meer bedraagt dan de Minimumparticipatie voor het betreffende Fonds. Indien slechts een deel van een participatie wordt omgeruild, moet de waarde van de resterende participatie eveneens ten minste gelijk zijn aan de Minimumparticipatie voor het Fonds. Aandelen mogen niet worden omgeruild van één Fonds naar een ander tijdens enige periode waarin de berekening van de Intrinsieke waarde van het betreffende Fonds is opgeschort op de wijze die is beschreven onder ‘Opschorting’ in het deel ‘Berekening en opschorting van de berekening van de Intrinsieke waarde’ hierna. Aandeelhouders die een aanvraag indienen om hun Aandelen te laten omruilen van één Fonds naar een ander, zullen van enige dergelijke opschorting op de hoogte worden gebracht, en hun omruilverzoek zal, tenzij het wordt ingetrokken, in overweging worden genomen op de volgende Handelsdag waarop zowel het Originele Fonds als het Geselecteerde Fonds wordt verhandeld, na het einde van die opschorting. Behoudens de bovenvermelde informatie over omruilverzoeken die door de Administrateur worden ontvangen van financiële tussenpersonen, zullen omruilverzoeken die na de Uiterste Handelstermijn voor de betreffende Handelsdag worden ontvangen, worden opgeschort tot de volgende Handelsdag, tenzij de Vennootschap en de Administrateur anderszins overeenkomen, op voorwaarde dat een dergelijke late aanvraag vóór het Waarderingstijdstip wordt ontvangen. De Vennootschap kan alle of enige Aandelen van een Klasse in een Fonds (de ‘Originele Aandelenklasse’) verplicht omruilen voor Winstdelende Aandelen van enige klasse van hetzelfde Fonds (de ‘Geselecteerde Aandelenklasse’) via een bericht dat niet minder dan vier weken vóór een Handelsdag wordt betekend aan houders van Aandelen in de Originele Aandelenklasse. Er zal geen verplichte omruiling plaatsvinden als dit tot gevolg heeft dat de Aandeelhouder een aantal Aandelen van ofwel de Originele Aandelenklasse ofwel de Geselecteerde Aandelenklasse houdt waarvan de waarde minder bedraagt dan de Minimumparticipatie voor het betreffende Fonds en de betreffende Klasse. Er wordt geen vergoeding in rekening gebracht voor verplichte omruilingen van Aandelen van een klasse in een Fonds, en er zal geen verplichte omruiling worden uitgevoerd indien dit leidt tot hogere vergoedingen voor Aandeelhouders. De Vennootschap of haar afgevaardigde zal het aantal Aandelen van de Geselecteerde Aandelenklasse bepalen dat bij de omruiling moet worden uitgegeven, in overeenstemming met de bovenvermelde formule. De Beheerder behoudt zich het recht voor om omruiltransacties (of aankoop- en terugkoop- en/of terugkoop- en aankooptransacties) te weigeren als de transactie naar het oordeel van de Beheerder een ongunstige invloed zou hebben op een Fonds en zijn Aandeelhouders. Hoewel de Beheerder momenteel niet de intentie heeft om het omruilprivilege te beëindigen of te wijzigen, behoudt hij zich het recht voor om dit op enig moment te doen.
64
FONDSTRANSACTIES EN BELANGENCONFLICTEN Behoudens de bepalingen van dit deel, kan een Verbonden persoon overeenkomsten aangaan voor financiële, bank- of andere transacties of dergelijke transacties aangaan met een andere persoon of met de Vennootschap inclusief, zonder beperking, een belegging door de Vennootschap in de effecten van een Aandeelhouder of een belegging door enige Verbonden personen in een vennootschap of instelling waarvan enige beleggingen deel uitmaken van de activa die zijn opgenomen in een Fonds, of een belang hebben in een dergelijke overeenkomst of in dergelijke transacties. Verbonden personen kunnen zijn betrokken bij andere financiële, beleggings- en professionele activiteiten die occasioneel een belangenconflict met het management van de Vennootschap en/of hun respectieve functies met betrekking tot de Vennootschap kunnen veroorzaken. Deze activiteiten kunnen het volgende omvatten: beheren of adviseren van andere fondsen, aankopen en verkopen van effecten, bank- en andere beleggingsbeheerdiensten, makelaarsdiensten, waardering van niet-beursgenoteerde effecten (in omstandigheden waarin de verschuldigde vergoedingen aan de entiteit die dergelijke effecten waardeert kunnen stijgen naarmate de waarde van de activa stijgt) en functies als bestuurder, functionaris, adviseur of agent van andere fondsen of vennootschappen, inclusief fondsen of vennootschappen waarin de Vennootschap kan beleggen. Een Verbonden persoon is niet verplicht om ten aanzien van de Aandeelhouders verantwoording af te leggen voor enige voordelen die aldus ontstaan en enige dergelijke voordelen mogen door de betreffende partij worden gehouden, op voorwaarde dat dergelijke transacties worden uitgevoerd alsof ze worden uitgevoerd onder normale commerciële voorwaarden in een zakelijke, objectieve transactie tussen onafhankelijke partijen en consistent met de beste belangen van de Aandeelhouders en (a) een gecertificeerde waardering van een dergelijke transactie is verkregen door een persoon die door de Bewaarder (of de Beheerder, in geval van een transactie waarbij de Bewaarder is betrokken) is erkend als onafhankelijk en competent; of (b) deze transactie is uitgevoerd onder de beste voorwaarden die beschikbaar zijn op een georganiseerde effectenbeurs en volgens zijn regels; of (c) indien (a) en (b) niet praktisch haalbaar zijn, deze transactie is uitgevoerd onder voorwaarden waarvan de Bewaarder meent dat ze in overeenstemming zijn met het principe dat dergelijke transacties worden uitgevoerd alsof ze worden uitgevoerd onder normale commerciële voorwaarden in een zakelijke, objectieve transactie tussen onafhankelijke partijen. Verbonden personen kunnen beleggen in Aandelen en transacties verrichten met Aandelen van enig Fonds of enig eigendom van de soort die deel uitmaakt van het eigendom van de Vennootschap voor hun respectieve individuele rekeningen of voor rekening van iemand anders. Enige geldmiddelen van de Vennootschap kunnen bij een Verbonden persoon in bewaring worden gegeven op voorwaarde dat de beleggingsbeperkingen die zijn beschreven in paragraaf 2.7 in Bijlage 4 zijn vervuld. Elke Verbonden persoon kan eveneens in de loop van haar bedrijfsvoering potentiële belangenconflicten hebben met de Vennootschap in andere omstandigheden dan degene die hierboven zijn vermeld. Verbonden personen dienen in een dergelijk geval echter rekening te houden met hun contractuele verplichtingen jegens de Vennootschap, en in het bijzonder hun verplichtingen om zo goed mogelijk in het beste belang van de Vennootschap en de Aandeelhouders te handelen, en zullen daarbij tevens de verplichtingen jegens andere cliënten in acht nemen indien zij beleggingen verrichten waarbij er belangenconflicten kunnen ontstaan. Indien er een belangenconflict ontstaat, zullen Verbonden personen ervoor zorgen dat dergelijke conflicten eerlijk worden opgelost. De Beheerder kan naar eigen goeddunken van tijd tot tijd overeenkomsten aangaan met banken, financiële tussenpersonen of grote institutionele Aandeelhouders om de Beheervergoeding die zij moeten
65
betalen op hun belegging in de Vennootschap, te compenseren. Enige verplichtingen die ontstaan als gevolg van dergelijke overeenkomsten zullen worden afgewikkeld uit de eigen middelen van de Beheerder.
66
BEREKENING EN OPSCHORTING VAN DE BEREKENING VAN DE INTRINSIEKE WAARDE Intrinsieke waarde De Intrinsieke waarde van elk Fonds en/of elke Klasse zal door de Administrateur worden berekend op het Waarderingstijdstip op of voor elke Handelsdag, in overeenstemming met de Statuten. De Intrinsieke waarde van een Fonds zal worden vastgesteld op het Waarderingstijdstip voor de betreffende Handelsdag door de activa van het betreffende Fonds (inclusief aangegroeide maar nog niet geïnde inkomsten) te waarderen, en de verplichtingen van het betreffende Fonds (inclusief een voorziening voor heffingen en kosten, aangegroeide uitgaven en vergoedingen en andere verplichtingen) in mindering te brengen. De Intrinsieke waarde die aan een Klasse kan worden toegerekend, zal op het Waarderingstijdstip voor de betreffende Handelsdag worden vastgesteld door dat deel van de Intrinsieke waarde van het betreffende Fonds te berekenen dat kan worden toegerekend aan de betreffende Klasse, behoudens enige aanpassingen om rekening te houden met activa en/of verplichtingen die aan de Klasse kunnen worden toegerekend. De Intrinsieke waarde van een Fonds zal worden uitgedrukt in de Basisvaluta van het Fonds, of in een andere valuta die door de Bestuurders kan worden bepaald, ofwel in het algemeen, ofwel voor een bepaalde Klasse of in een bepaald geval. In geval van het US Government Money Market Fund is het de intentie van de Bestuurders om een constante Intrinsieke waarde van USD 1,00 per Aandeel te handhaven, en bijgevolg zal de Intrinsieke waarde per Aandeel doorgaans worden berekend op basis van de waarderingsmethode van de kostprijs min gecumuleerde afschrijvingen. De Intrinsieke waarde per Aandeel zal worden berekend op het Waarderingstijdstip op of voor elke Handelsdag, door de Intrinsieke waarde van het betreffende Fonds of de Intrinsieke waarde die kan worden toegerekend aan een Klasse, te delen door het totale aantal Aandelen dat in het Fonds of de Klasse is uitgegeven of geacht is uitgegeven te zijn op het betreffende Waarderingstijdstip, en het resulterende totaal af te ronden tot twee cijfers na de komma of een ander aantal decimalen dat door de Bestuurders kan worden bepaald. Dergelijke afrondingen kunnen voordelig zijn voor het betreffende Fonds of de betreffende Aandeelhouder. Berekening In de Statuten wordt de waarderingsmethode voor de activa en verplichtingen van elk Fonds vermeld. De Statuten voorzien dat de waarde van een belegging genoteerd of verhandeld op een Gereglementeerde markt, zal worden berekend op basis van de slotkoers of, als er bied- en laatprijzen worden opgegeven, het gemiddelde van de twee aldus opgegeven prijzen op het betreffende Waarderingstijdstip. Als een belegging genoteerd is of verhandeld wordt op meer dan één Gereglementeerde markt, dan is de relevante beurs of markt de belangrijkste effectenbeurs of markt waarop de belegging genoteerd is of verhandeld wordt of de beurs of markt die volgens de Bestuurders de eerlijkste criteria verschaffen om een waarde voor de relevante belegging te bepalen. Beleggingen die genoteerd zijn of verhandeld worden op een Gereglementeerde markt, maar die buiten de betreffende beurs of markt met een premie of korting zijn verworven of worden verhandeld, kunnen worden gewaardeerd door rekening te houden met het niveau van de premie of korting op het Waarderingstijdstip, met dien verstande dat de Bewaarder erop moet toezien dat het gebruik van een dergelijke procedure te rechtvaardigen is in de context van de vaststelling van de waarschijnlijke opbrengstwaarde van de belegging. De Statuten voorzien dat als er om welke reden ook geen genoteerde prijzen beschikbaar zijn of wanneer deze naar het oordeel van de Bestuurders niet de reële marktwaarde vertegenwoordigen en, in geval van beleggingen die niet genoteerd zijn aan of verhandeld worden op een markt, de waarde van dergelijke beleggingen de waarschijnlijke opbrengstwaarde zal zijn die zorgvuldig en te goeder trouw wordt geschat door de Bestuurders of door een andere bevoegde persoon die door de Bestuurders is aangesteld en die
67
voor dat doel door de Bewaarder is goedgekeurd. Bij de vaststelling van een dergelijke waarde hebben de Bestuurders het recht om een geschatte waardering te accepteren van een market-maker of een andere persoon die naar het oordeel van de Bestuurders gekwalificeerd is en die voor dat doel door de Bewaarder is goedgekeurd om de betreffende beleggingen te waarderen. Als er voor Vastrentende effecten geen betrouwbare marktnoteringen beschikbaar zijn, kan de waarde van dergelijke effecten worden bepaald op basis van de waardering van andere effecten die vergelijkbaar zijn qua rating, rente, vervaldatum en andere kenmerken. De Statuten voorzien eveneens dat derivatencontracten die op een Gereglementeerde markt worden verhandeld, gewaardeerd zullen worden tegen de afwikkelingsprijs zoals bepaald door de Gereglementeerde markt. Als de prijs volgens de Gereglementeerde markt niet beschikbaar is, dan zal de waarschijnlijke opbrengstwaarde zorgvuldig en te goeder trouw worden geschat door een competente persoon, een competent kantoor of vennootschap (inclusief de Beleggingsadviseur) geselecteerd door de Bestuurders en voor dat doel goedgekeurd door de Bewaarder. Derivatencontracten die niet op een Gereglementeerde markt worden verhandeld kunnen dagelijks worden gewaardeerd ofwel aan de hand van een waardering die wordt verstrekt door de betreffende tegenpartij, ofwel aan de hand van een alternatieve waardering, zoals een waardering die is berekend door de Vennootschap of haar afgevaardigde of door een onafhankelijke prijszettingsagent. Als de Vennootschap een andere waardering gebruikt dan een waardering die door de betreffende tegenpartij wordt verstrekt voor derivatencontracten die niet op een Gereglementeerde markt worden verhandeld: -
dient zij de principes na te leven die gelden voor de waardering van over-thecounterinstrumenten die zijn vastgelegd door instellingen als de International Organisation of Securities Commissions of de Alternative Investment Management Association; de waardering dient te worden verstrekt door een competente persoon die is aangesteld door de Beheerder of de Bestuurders en die voor dat doel zijn goedgekeurd door de Bewaarder; en
-
moet er maandelijks een aansluiting worden voorzien tussen de waardering en een waardering die door de tegenpartij wordt verstrekt, en als er aanzienlijke verschillen zijn zal de Vennootschap ervoor zorgen dat deze worden gecontroleerd en bij de betreffende partijen verklaringen trachten te verkrijgen.
Als de Vennootschap een waardering gebruikt die door de betreffende tegenpartij wordt verstrekt voor derivatencontracten die niet op een Gereglementeerde markt worden verhandeld: -
moet de waardering worden goedgekeurd of gecontroleerd door een partij die voor dat doel door de Bewaarder is goedgekeurd en die onafhankelijk is van de tegenpartij; en
moet de onafhankelijke controle ten minste wekelijks worden uitgevoerd. De Statuten voorzien eveneens dat valutatermijncontracten en renteswapcontracten zullen worden gewaardeerd op dezelfde manier als derivatencontracten die niet op een gereglementeerde markt worden verhandeld, of anders op basis van vrij beschikbare marktnoteringen. Als de laatste waardering wordt gebruikt, is er geen vereiste om dergelijke prijzen onafhankelijk te laten controleren of om een aansluiting te verschaffen met de waardering van de tegenpartij. De Statuten voorzien eveneens dat deelbewijzen of aandelen of andere soortgelijke participaties in een collectieve beleggingsregeling die bepaalt dat de deelbewijzen of aandelen of andere soortgelijke participaties in de regeling naar keuze van de houder kunnen worden teruggekocht uit de activa van die instelling, zullen worden gewaardeerd tegen de laatste beschikbare intrinsieke waarde per deelbewijs of aandeel of andere soortgelijke participaties of (indien er bied- en laatprijzen worden gepubliceerd) de middenprijs tussen de laatste beschikbare bied- en laatprijzen. De Statuten voorzien voorts dat contante activa normaliter worden gewaardeerd tegen nominale waarde (samen met gedeclareerde of aangegroeide maar nog niet ontvangen rente op het betreffende
68
Waarderingstijdstip) tenzij de Bestuurders in enig geval van oordeel zijn dat het onwaarschijnlijk is dat die nominale waarde zal worden ontvangen of volledig zal worden betaald, in welk geval de Bestuurders een korting kunnen toepassen om de werkelijke waarde ervan op het Waarderingstijdstip te weerspiegelen; depositobewijzen en soortgelijke beleggingen zullen normaliter worden gewaardeerd op basis van de beste beschikbare prijs voor depositobewijzen of soortgelijke beleggingen met eenzelfde looptijd, bedrag en kredietrisico op het Waarderingstijdstip; valutatermijncontracten zullen normaliter worden gewaardeerd op basis van de prijs waartegen een nieuw termijncontract van dezelfde grootte en met dezelfde vervaldatum zou kunnen worden gesloten op het Waarderingstijdstip; en futurescontracten, futurescontracten op aandelenindices en opties die op een markt worden verhandeld, zullen normaliter worden gewaardeerd tegen de afwikkelingsprijs op de markt op het Waarderingstijdstip. Als de afwikkelingsprijs niet beschikbaar is, zullen dergelijke contracten en opties zorgvuldig en te goeder trouw worden gewaardeerd tegen hun waarschijnlijke opbrengstwaarde door een competente persoon die voor dat doel wordt goedgekeurd door de Bewaarder. Niettegenstaande de bovenvermelde bepalingen van dit deel, wordt voor de berekening van de Intrinsieke waarde van het US Government Money Market Fund de waarderingsmethode voor schuldbewijzen van de kostprijs min gecumuleerde afschrijvingen gebruikt. Volgens deze waarderingsmethode worden effecten gewaardeerd tegen de kostprijs op de aankoopdatum, waarna de Fondsen uitgaan van een constante evenredige amortisatie van enig disagio of agio tot de vervaldatum van het effect, met als resultaat dat de boekwaarde van het effect gewoonlijk niet zal schommelen als reactie op marktfactoren. Hoewel de methode van de kostprijs min gecumuleerde afschrijvingen ernaar streeft om zekerheid te bieden voor de portefeuillewaardering, kan ze ertoe leiden dat waarderingen van effecten van het US Government Money Market Fund en de waardering van kortlopende beleggingen hoger of lager liggen dan de marktwaarde van dergelijke effecten. De Intrinsieke waarde van een Aandeel in het US Government Money Market Fund zal worden berekend op de dichtst bij gelegen 1% van de aandelenprijs van een Uitkeringsaandeel (bijv. USD 0,01). De Administrateur zal het gebruik van de waarderingsmethode op basis van de kostprijs min gecumuleerde afschrijvingen voortdurend evalueren door minstens eenmaal per week vast te stellen in welke mate, in voorkomend geval, de Intrinsieke waarde per Aandeel van het US Government Money Market Fund, berekend op basis van de beschikbare marktnoteringen, afwijkt van de geamortiseerde Intrinsieke waarde per Aandeel. Waar nodig zal de Administrateur wijzigingen aanbevelen, om te verzekeren dat beleggingen tegen hun reële waarde worden gewaardeerd. Indien de Bestuurders menen dat een afwijking van de geamortiseerde kostprijs per Aandeel van het US Government Money Market Fund kan leiden tot een significante verwatering of andere onbillijke resultaten voor Aandeelhouders of aanvragers, dan zullen de Bestuurders en/of hun vertegenwoordigers in voorkomend geval correctieve maatregelen treffen die zij gepast achten om de verwatering of onbillijke resultaten teniet te doen of te beperken in de mate die redelijkerwijs haalbaar is. Volgens de interne procedures van de Vennootschap zullen afwijkingen tussen de Intrinsieke waarde per Aandeel berekend op basis van beschikbare marktnoteringen en de geamortiseerde Intrinsieke waarde per Aandeel van meer dan 0,1% worden gemeld aan de Bestuurders of de Beleggingsbeheerder. Afwijkingen tussen de Intrinsieke waarde per Aandeel berekend op basis van beschikbare marktnoteringen en de geamortiseerde Intrinsieke waarde per Aandeel van meer dan 0,2% worden gemeld aan de Bestuurders en de Bewaarder. Afwijkingen van meer dan 0,3% zullen van de Administrateur vereisen om dagelijks een nazicht uit te voeren en de Bestuurders zullen de Centrale Bank op de hoogte brengen met een indicatie van de maatregelen die in voorkomend geval zullen worden genomen om een dergelijke verwatering te beperken. Wekelijkse nazichten en de uitvoering van escalatieprocedures zullen duidelijk worden gedocumenteerd. Een Fonds dat geen geldmarktfonds is kan voorzien in een waardering op basis van de methode van de kostprijs min gecumuleerde afschrijvingen voor instrumenten met een hoge rating en een resterende looptijd van maximaal drie maanden, zonder enige specifieke gevoeligheid voor marktparameters, inclusief het kredietrisico, en in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. De Bestuurders kunnen met de goedkeuring van de Bewaarder de waarde van een belegging aanpassen als zij, met het oog op de valuta, de verkoopbaarheid, de geldende rentevoeten, het verwachte
69
dividendpercentage, de looptijd, de liquiditeit of enige andere relevante overwegingen, menen dat een dergelijke aanpassing noodzakelijk is om de reële waarde hiervan te weerspiegelen. Een waarde die anderszins wordt uitgedrukt dan in de Basisvaluta van het betreffende Fonds zal worden omgerekend naar de Basisvaluta van het betreffende Fonds tegen de wisselkoers (officieel of anderszins) die volgens de Bestuurders gepast is. Als op een Handelsdag (i) de waarde van alle terugkoopverzoeken die door de Vennootschap worden ontvangen, hoger ligt dan de waarde van alle inschrijvingsaanvragen voor Aandelen die voor die Handelsdag zijn ontvangen, dan kunnen de Bestuurders beleggingen waarderen tegen biedprijzen of (ii) de waarde van alle inschrijvingsaanvragen voor Aandelen die door de Vennootschap worden ontvangen meer bedraagt dan de waarde van alle terugkoopverzoeken die voor die Handelsdag zijn ontvangen, dan kunnen de Bestuurders beleggingen waarderen tegen laatprijzen, op voorwaarde dat het door de Bestuurders geselecteerde waarderingsbeleid consequent wordt toegepast tijdens het bestaan van de Vennootschap. Als het onmogelijk is of onjuist zou zijn om een waardering van een specifieke belegging uit te voeren in overeenstemming met de hierboven vermelde regels door bijzondere omstandigheden, dan zullen de Bestuurders of hun afgevaardigde gebruikmaken van een andere algemeen erkende waarderingsmethode die door de Bewaarder is goedgekeurd, om een gepaste waardering van de totale activa van de Vennootschap te bereiken. De marktprijs voor effecten die worden verhandeld op de NASDAQ National Market en voor smallcaps kan ook worden berekend op basis van de NASDAQ Official Closing Price (‘NOCP’) in plaats van de laatste gerapporteerde verkoopprijs. Opschorting De Bestuurders kunnen op elk moment een tijdelijke opschorting van de berekening van de Intrinsieke waarde en van de uitgifte, de terugkoop of de omruiling van Aandelen van een Fonds uitroepen tijdens:
(i)
(ii)
(iii)
(iv)
een periode waarin een van de voornaamste markten of effectenbeurzen waaraan een aanzienlijk deel van de beleggingen van het betreffende Fonds zijn genoteerd of worden verhandeld, is gesloten, anders dan voor gewone vakantiedagen, of waarin de handel is beperkt of opgeschort; een periode waarin, als gevolg van politieke, economische, militaire of monetaire gebeurtenissen of andere omstandigheden waarover de Bestuurders geen controle, verantwoordelijkheid of bevoegdheid hebben, vervreemding of waardering van de Beleggingen van het relevante Fonds niet redelijkerwijze praktisch haalbaar is zonder ernstig nadeel te berokkenen aan de belangen van Aandeelhouders van de betreffende klasse of, indien de terugkoopprijzen naar de mening van de Bestuurders niet op redelijke wijze kunnen worden berekend; een storing in de communicatiemiddelen die normaliter worden gebruikt voor de bepaling van de prijs van de beleggingen van de Fondsen of andere activa, of indien de huidige prijzen van enige activa van het betreffende Fonds op een markt of effectenbeurs om een andere reden niet onmiddellijk en nauwkeurig kunnen worden vastgesteld; of tijdens een periode waarin de Vennootschap niet in staat is om middelen te repatriëren die vereist zijn om betalingen te verrichten voor de terugkoop van Aandelen van een Fonds van Aandeelhouders, of waarin de overdracht van middelen voor de verkoop of aankoop van beleggingen of verschuldigde betalingen op terugkopen van Aandelen naar het oordeel van de Bestuurders niet kan worden uitgevoerd tegen normale prijzen of normale wisselkoersen.
70
De Centrale Bank kan ook de tijdelijke opschorting eisen van de terugkoop van Aandelen van een Klasse in het belang van de Aandeelhouders of het publiek. Aandeelhouders die een aanvraag hebben gedaan voor de uitgifte of de terugkoop van Aandelen van een Fonds of voor de omruiling van Aandelen van één Fonds naar een ander, zullen van een dergelijke opschorting in kennis worden gesteld op een manier zoals de Bestuurders kunnen bepalen en, tenzij ze worden ingetrokken maar met inachtneming van de beperking waarnaar hierboven wordt verwezen, zullen hun aanvragen worden verwerkt op de eerste Handelsdag na de opheffing van de opschorting. Een dergelijke opschorting zal onmiddellijk aan de Centrale Bank en de Irish Stock Exchange worden kenbaar gemaakt, en in ieder geval op dezelfde Werkdag waarop een dergelijke opschorting plaatsvindt. Indien mogelijk worden alle redelijke stappen genomen om elke periode van opschorting zo spoedig mogelijk te beëindigen.
71
PUBLICATIE VAN AANDELENKOERSEN Tenzij de vaststelling van de Intrinsieke waarde is opgeschort, zal de recentste Intrinsieke waarde per Aandeel voor elk Fonds beschikbaar zijn bij de Administrateur en op de volgende websites: http://GISNAV.pimcofunds.com, http://GISNAV.pimco-funds.com/Spain en http://GISNAV.pimcofunds.com/Italy en/of openbaar worden bekendgemaakt zoals de Bestuurders van tijd tot tijd kunnen beslissen en in overeenstemming met de geldende wetten in Ierland, zoals gewijzigd, aangepast, geïnterpreteerd of anderszins toegestaan door de Centrale Bank of een andere gepaste reglementaire instantie met jurisdictie. Bovendien zal de Intrinsieke waarde per Aandeel voor die Fondsen met Klassen die genoteerd zijn op de Irish Stock Exchange onmiddellijk na de berekening worden bezorgd aan de Irish Stock Exchange. Voorts zal de Intrinsieke waarde per Aandeel voor de Institutionele Kapitalisatieaandelenklasse voor elk Fonds voor elke Handelsdag worden gepubliceerd in de Financial Times. De recentste Intrinsieke waarde per Aandeel van elk Fonds kan eveneens worden geraadpleegd op Bloomberg en Reuters. Beleggers dienen de jaar- en halfjaarverslagen van de Vennootschap te raadplegen voor de relevante Bloombergtickersymbolen.
72
DIVIDENDBELEID Volgens de Statuten hebben de Bestuurders het recht om dividenden te betalen op tijdstippen die volgens hen gepast zijn en zoals dat gerechtvaardigd blijkt uit (i) nettobeleggingsinkomsten die bestaan uit rente en dividenden; (ii) gerealiseerde winsten op de vervreemding van beleggingen min gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen (inclusief vergoedingen en kosten); en (iii) andere middelen (inclusief kapitaal) die wettelijk kunnen worden uitgekeerd uit het betreffende Fonds of de Aandelenklasse van het betreffende Fonds. Tenzij anders vermeld in het Supplement voor het relevante Fonds, bestaat het huidige dividendbeleid van de Bestuurders erin om in voorkomend geval aan de houders van Uitkeringsaandelen de nettobeleggingsinkomsten van de Fondsen uit te keren (die bestaan uit rente en dividenden, min kosten). De inkomsten of winsten die worden toegewezen aan Kapitalisatieaandelen worden noch gedeclareerd noch uitgekeerd, maar de Intrinsieke waarde per Aandeel van de Kapitalisatieaandelen zal worden verhoogd om rekening te houden met deze inkomsten of winsten. Er zal door elk Fonds een egalisatierekening worden bijgehouden, zodat het uitgekeerde bedrag hetzelfde zal zijn voor alle Aandelen van dezelfde Klasse, ook al zijn ze op verschillende datums uitgegeven. Een som gelijk aan dat deel van de uitgifteprijs per Aandeel dat (eventuele) aangegroeide maar nog niet uitgekeerde netto-inkomsten vertegenwoordigt tot de uitgiftedatum van de Aandelen, wordt beschouwd als een egalisatiebetaling en wordt behandeld als zijnde terugbetaald aan de betreffende Aandeelhouder bij (i) de terugkoop van die Aandelen vóór de betaling van het eerste dividend daarop of (ii) de betaling van het eerste dividend waarop de Aandeelhouder recht had in dezelfde verslagperiode als die waarin de Aandelen zijn uitgegeven. De betaling van enige dividenden na de betaling van het eerste dividend daarop of de terugkoop van dergelijke Aandelen na de betaling van het eerste dividend, zal worden geacht (eventuele) netto-inkomsten te omvatten die zijn aangegroeid maar niet betaald tot de datum van de betreffende terugkoop of de datum waarop het dividend is gedeclareerd. Aandeelhouders kunnen opteren om dividenden te herbeleggen in extra Aandelen of om de dividenden te laten uitbetalen in contanten door het juiste vakje aan te kruisen op het Inschrijvingsformulier. Dividenden die niet worden herbelegd in Aandelen zullen aan de Aandeelhouder worden betaald via een bankoverschrijving. Dividenden die na een periode van zes jaar na de datum van hun declaratie niet opgeëist zijn, worden verbeurd verklaard en komen weer toe aan het betreffende Fonds.
73
BEHEER EN ADMINISTRATIE Bestuurders van de Vennootschap en de Beheerder De managementbevoegdheden van de Vennootschap en de activa van de Vennootschap berusten bij de Bestuurders. De Bestuurders hebben het dagelijks bestuur en de exploitatie van de Vennootschap gedelegeerd aan de Beheerder. Alle Bestuurders van de Vennootschap oefenen derhalve een nietuitvoerende functie uit. De Bestuurders van de Vennootschap en de Beheerder zijn: Ryan Blute Dhr. Blute is managing director in het kantoor in München. Hij is verantwoordelijk voor PIMCO’s activiteiten in Duitsland, Oostenrijk en Italië. Hij is ook verantwoordelijk voor productbeheer in EMEA. Alvorens zijn huidige functies op te nemen, was dhr. Blute een in Londen gevestigde productbeheerder met focus op kredietstrategieën en institutioneel accountbeheerder, gevestigd in Newport Beach, California. Hij is ook erkend accountant, en kwam in 2000 bij PIMCO. Hij heeft 15 jaar beleggingservaring en behaalde een MBA aan de University of Chicago Graduate School of Business. Hij behaalde een bachelorgraad aan de University of Arizona. Dhr. Blute is een bestuurder van PIMCO Funds Ireland plc, PIMCO Select Funds plc, PIMCO Fixed Income Source ETFs, PIMCO Specialty Funds Ireland plc en de Beheerder. William R. Benz Dhr. Benz is managing director in het kantoor in Londen en hoofd van PIMCO Europe, Middle East and Africa (EMEA). Vóór hij tot PIMCO toetrad in 1986 was hij verantwoordelijk voor PIMCO’s Europese groep voor dienstverlening aan cliënten. Daarvoor leidde hij de Amerikaanse activiteiten in verband met dienstverlening aan cliënten van PIMCO vanuit Newport Beach, CA. Hij heeft 24 jaar beleggingservaring en behaalde een MBA aan Harvard Business School en een bachelor aan de University of California, Berkeley. Dhr. Benz is een bestuurder van de Beheerder, PIMCO Select Funds plc, PIMCO Fixed Income Source ETFs plc en PIMCO Funds Ireland plc. Dhr. Benz is een erkende accountant. Craig A. Dawson Dhr. Dawson is managing director in het kantoor in München van PIMCO Europe Ltd. en verantwoordelijk voor PIMCO’s Duitse vastrentende activiteiten en hoofd van de afdeling product management voor Europa. Vóór hij in 1999 toetrad tot PIMCO werkte dhr. Dawson bij Wilshire Associates, een kantoor dat beleggingsadvies verstrekt. Hij heeft 14 jaar beleggingservaring en behaalde een MBA aan de University of Chicago Graduate School of Business. Hij behaalde zijn bachelorgraad aan de University of California, San Diego. Dhr. Dawson is een bestuurder van PIMCO Funds Ireland plc, PIMCO Select Funds plc, PIMCO Fixed Income Source ETFs plc en de Beheerder. David M. Kennedy Dhr. Kennedy (Iers) werkte sinds 1988 als onafhankelijk consultant in de luchtvaart en strategisch beheer, en als niet-uitvoerend bestuurder van een aantal al dan niet beursgenoteerde bedrijven. Hij bekleedt momenteel bestuursfuncties bij Bon Secours Ireland Limited, AGF International Limited, PIMCO Funds Ireland plc, PIMCO Select Funds plc, PIMCO Fixed Income Source ETFs plc en de Beheerder. Van 1974 tot 1988 was hij chief executive officer van Aer Lingus en van 1996 tot 1997 was hij chief operating officer van Trans World Airlines. Hij was een bestuurder van de Bank of Ireland van 1984 tot 1995, Deputy Governor van 1989 tot 1991, Voorzitter van de Trustees van het pensioenfonds van de Bank of Ireland van 1994 tot 1998 en Voorzitter van Bank of Ireland Life van 2000 tot 2004. Hij studeerde in 1961 af aan het University College Dublin met een MSc-diploma in de experimentele natuurkunde. Michael J. Meagher Dhr. Meagher (Iers) was van 1983 tot 1996 uitvoerend bestuurder van de Bank of Ireland. In dezelfde periode was hij eveneens CFO en later managing director van de afdeling Corporate and Treasury. In 1996 trok hij zich terug om zich te concentreren op niet-uitvoerende belangen. Hij trad toe tot de Bank of Ireland na een carrière als Deputy Chief Executive bij Ulster Bank Group, en daarvoor als Chief Executive
74
van Ulster Investment Bank sinds 1973. Dhr. Meagher, die voorheen werkte voor Citibank N.A. in Dublin en New York, behaalde een diploma aan het University College Dublin en de University of Chicago Graduate School of Business. Hij bekleedt momenteel bestuursfuncties bij PIMCO Funds Ireland plc, PIMCO Select Funds plc, PIMCO Fixed Income Source ETFs plc, J.P. Morgan Bank Dublin plc, UniCredit Bank Ireland plc, Hewlett Packard International Bank Limited, Bank of Ireland Mortgage Bank, Pioneer Investment Management Ltd., St. Vincent’s Healthcare Group Ltd. en de Beheerder, en hij is Voorzitter van de Adviescomités van drie private-equityfondsen. Beheerder PIMCO Global Advisors (Ireland) Limited is krachtens een Beheerovereenkomst aangesteld als Beheerder van de Vennootschap (samengevat onder ‘Algemene informatie’). De Beheerder is verantwoordelijk voor het beleggingsbeheer van elk Fonds en het algemene beheer van de Vennootschap, en kan dergelijke functies delegeren onder het algemene toezicht en de zeggenschap van de Bestuurders. De Beheerder, een besloten vennootschap opgericht op 14 november 1997, is voor meer dan 50% eigendom van Allianz SE. Het toegestaan aandelenkapitaal van de Beheerder is EUR 100.000.000,652 waarvan EUR 10.064.626,65 is uitgegeven en volgestort. Momenteel beheert de Beheerder de Vennootschap, PIMCO Select Funds plc, PIMCO Funds Ireland plc, PIMCO Specialty Funds Ireland plc en PIMCO Fixed Income Source ETFs plc. Zoals hierboven reeds vermeld, zijn de Bestuurders van de Beheerder eveneens de Bestuurders van de Vennootschap. Ten behoeve van dit Prospectus is het adres van alle Bestuurders het hoofdkantoor van de Vennootschap. De secretaris van de Beheerder is Brown Brothers Harriman Fund Administration Services (Ireland) Limited. Beleggingsadviseurs De Beheerder heeft het beleggingsbeheer van de Fondsen gedelegeerd aan PIMCO, PIMCO Asia Pte Limited, PIMCO Europe Ltd en PIMCO Deutschland GmbH krachtens Beleggingsadviesovereenkomsten (samengevat onder ‘Algemene informatie’) en heeft de bevoegdheid om dergelijke functies te delegeren. In het kader van de Beleggingsadviesovereenkomst werd PIMCO benoemd tot Beleggingsadviseur. De Beleggingsadviseur kan het discretionaire beleggingsbeheer van bepaalde Fondsen delegeren aan subbeleggingsadviseurs, in overeenstemming met alle toepasselijke wetten en regels. De vergoedingen van elke subbeleggingsadviseur zullen door de Beheerder, of door de Beleggingsadviseurs namens de Beheerder, worden betaald uit de Beheervergoeding. De details van een dergelijke benoeming zullen op verzoek aan de Aandeelhouders worden verstrekt en zullen worden gepubliceerd in de periodieke verslagen van de Vennootschap. PIMCO is een naamloze vennootschap naar het recht van Delaware, gevestigd 840 Newport Center Drive, Newport Beach, California 92660, Verenigde Staten. PIMCO en de andere vennootschappen die zijn aangesloten bij de PIMCO-groep beheren een klantenvermogen van ongeveer USD 1,8 biljoen, waaronder USD 1,4 biljoen aan activa voor derden, per 30 juni 2012. PIMCO is uiteindelijk voor meer dan 50% eigendom van Allianz SE. Allianz SE is een in Europa gevestigde multinationale verzekerings- en financiële dienstenholding en is een beursgenoteerd Duits bedrijf. PIMCO staat onder het toezicht van de Securities and Exchange Commission (‘SEC’) in de VS, een onafhankelijke, niet-partijgebonden, semirechterlijke toezichtsinstantie die verantwoordelijk is voor de toepassing en handhaving van de volgende federale effectenwetten: de U.S. Securities Act van 1933, zoals gewijzigd, de U.S. Securities Exchange Act van 1934, zoals gewijzigd, de U.S. Investment Company Act van 1940, zoals gewijzigd, en de U.S. Investment Advisors Act van 1940, zoals gewijzigd. PIMCO is geregistreerd als beleggingsadviseur bij de SEC conform de U.S. Advisors Act van 1940, zoals gewijzigd. PIMCO Asia Pte Ltd. is een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid opgericht naar het recht van Singapore. Haar beleggingsactiviteiten staan onder toezicht van de Monetary Authority of Singapore en
75
ze is uiteindelijk voor meer dan 50% eigendom van Allianz SE. PIMCO Europe Ltd is een beleggingsadviesbureau dat op 24 april 1991 is opgericht als naamloze vennootschap naar het recht van Engeland en Wales. Zijn beleggingsactiviteiten staan onder toezicht van de FSA conform de Britse Financial Services and Markets Act (‘FSMA’), en het is uiteindelijk voor meer dan 50% eigendom van Allianz SE. De Beheerder heeft PIMCO Deutschland GmbH benoemd tot Beleggingsadviseur met discretionaire bevoegdheden conform de Beleggingsadviesovereenkomst met PIMCO Deutschland GmbH. In het kader van de Beleggingsadviesovereenkomst met PIMCO Deutschland GmbH is de Beleggingsadviseur onder het algemene toezicht en de controle van de Bestuurders verantwoordelijk voor het beheer van de activa en beleggingen van specifieke Fondsen van de Vennootschap in overeenstemming met de beleggingsdoelstelling en het beleggingsbeleid van elk Fonds. De Beheerder zal niet aansprakelijk zijn voor acties, kosten, vergoedingen, verliezen, schadevergoedingen of onkosten die ontstaan als gevolg van het doen of laten van PIMCO Deutschland GmbH of voor zijn eigen doen of laten bij het volgen van het advies of de aanbevelingen van PIMCO Deutschland GmbH. PIMCO Deutschland GmbH is een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Duits recht waarvan het hoofdkantoor gevestigd is te Seidlstraße 24-24a, 80335 München, Duitsland. PIMCO Deutschland GmbH houdt een licentie voor portefeuillebeheer, verkregen van de Bundesanstalt für Finanzdienstleistungsaufsicht (‘BaFin’) in Duitsland. PIMCO Deutschland GmbH is uiteindelijk voor meer dan 50% eigendom van Allianz SE. De Beleggingsadviseurs beschikken over de volledige bevoegdheid om namens de Fondsen beleggingen te doen. De Beheerder heeft aan hen immers discretionaire beleggingsbeheerfuncties gedelegeerd, in overeenstemming met de Verordeningen en de beleggingsdoelstellingen en het beleggingsbeleid zoals beschreven in dit Prospectus en het betreffende Supplement voor elk Fonds. Bewaarder Brown Brothers Harriman Trustee Services (Ireland) Limited is krachtens een bewaarovereenkomst aangesteld als Bewaarder van de Vennootschap (samengevat onder ‘Algemene informatie’). De Bewaarder is een besloten vennootschap opgericht in Ierland op 29 maart 1995 onder registratienummer 231235, met een volgestort aandelenkapitaal van meer dan USD 1.500.000. De Bewaarder is een 100%-dochteronderneming van Brown Brothers Harriman & Co. De statutaire zetel en het hoofdkantoor van de Bewaarder is gevestigd op het adres dat is vermeld in de Adressenlijst. Zijn voornaamste activiteiten bestaan in de levering van bewaar- en trusteediensten, inclusief de levering van zakelijke trusteediensten voor instellingen voor collectieve belegging. De Bewaarder verzekert dat de verkoop, de uitgifte, de terugkoop en de annulering van Aandelen uitgevoerd door of namens de Vennootschap, worden uitgevoerd in overeenstemming met de Verordeningen en de Statuten, verzekert dat enige vergoedingen bij transacties met de activa van de Vennootschap aan hem worden bezorgd binnen de gebruikelijke tijdslimieten, namelijk die tijdslimieten die aanvaardbare marktpraktijken zijn in de context van de specifieke transactie, en verzekert dat de inkomsten van de Vennootschap worden aangewend in overeenstemming met de Statuten en de Verordeningen. De Bewaarder zal de instructies van de Vennootschap uitvoeren, tenzij ze in strijd zijn met de Verordeningen of de Statuten. De Bewaarder is ook verplicht om elke verslagperiode een onderzoek uit te voeren naar het gedrag van de Vennootschap en daarover verslag uit te brengen aan de Aandeelhouders. De Bewaarder heeft de bevoegdheid om zijn bewaarfuncties geheel of gedeeltelijk te delegeren, maar zijn aansprakelijkheid wordt niet beïnvloed door het feit dat hij alle activa in zijn bewaring of een deel daarvan heeft toevertrouwd aan een derde partij. De Centrale Bank is van mening dat de Bewaarder, om zich krachtens de Verordeningen te kwijten van zijn verantwoordelijkheden, de nodige zorg aan de dag dient te leggen bij de selectie van subbewaarders als bewaringsagenten, teneinde ervoor te zorgen dat zij
76
over de gepaste expertise, bevoegdheid en standing beschikken om zich te kwijten van hun verantwoordelijkheden als subbewaarders. De Bewaarder dient op gepaste wijze toezicht te houden op de subbewaarders en dient regelmatig gepaste inlichtingen in te winnen om te bevestigen dat zij zich op competente wijze van hun verplichtingen blijven kwijten. Dit is echter niet bedoeld als een juridische interpretatie van de Verordeningen. Administrateur De Beheerder heeft de verantwoordelijkheid voor de administratie van de Vennootschap, inclusief de levering van accountingdiensten voor fondsen en de functie van registratieagent en secretaris, gedelegeerd aan Brown Brothers Harriman Fund Administration Services (Ireland) Limited krachtens een administratieovereenkomst (samengevat onder ‘Algemene informatie’). De verantwoordelijkheden van de Administrateur omvatten de registratie van aandelen en diensten als transferkantoor, de waardering van de activa van de Vennootschap en de berekening van de Intrinsieke waarde per Aandeel en de opstelling van de jaar- en halfjaarverslagen van de Vennootschap. De Administrateur is een besloten vennootschap die in Ierland is opgericht op 29 maart 1995 onder registratienummer 231236, en heeft een volgestort aandelenkapitaal van meer dan USD 700.000. De Administrateur is een 100%-dochteronderneming van Brown Brothers Harriman & Co., een besloten partnership opgericht naar het recht van de Staat New York. De statutaire zetel en het hoofdkantoor van de Administrateur is gevestigd op het adres dat is vermeld in de Adressenlijst. De belangrijkste activiteiten van de Administrateur zijn de levering van diensten van fondsbeheer, accounting, registratie, transferkantoor en daaraan gerelateerde diensten aan de Aandeelhouders, aan instellingen voor collectieve belegging en beleggingsfondsen. Distributeurs De Beheerder heeft de verantwoordelijkheid voor de distributie van Aandelen van de Vennootschap gedelegeerd aan PIMCO Europe Ltd, PIMCO Asia Pte Ltd. en PIMCO Australia Pty Ltd. krachtens aparte distributieovereenkomsten (samengevat onder ‘Algemene informatie’). PIMCO Europe Ltd is een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid opgericht naar het recht van Engeland en Wales, wordt voor haar beleggingsactiviteiten gereglementeerd door de Britse Financial Services and Markets Act 2000 en is uiteindelijk voor meer dan 50% eigendom van Allianz SE. PIMCO Asia Pte Ltd. is een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid opgericht naar het recht van Singapore, is voor haar beleggingsactiviteiten gereglementeerd door de Monetary Authority of Singapore en is uiteindelijk voor meer dan 50% eigendom van Allianz SE. PIMCO Australia Pty Ltd. is een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid opgericht naar het recht van New South Wales, Australië, wordt voor haar beleggingsactiviteiten gereglementeerd door de Australische Securities and Investment Commission en is uiteindelijk voor meer dan 50% eigendom van Allianz SE. Betaalkantoren/vertegenwoordigers/subdistributeurs De lokale wetten/voorschriften in Lidstaten van de EER kunnen vereisen dat er betaalkantoren/vertegenwoordigers/distributeurs/correspondentbanken (‘Betaalkantoren’) worden aangesteld en dat er door dergelijke Agenten rekeningen worden bijgehouden via welke er inschrijvingsen terugkoopbedragen of dividenden kunnen worden betaald. Aandeelhouders die ervoor kiezen of die volgens de lokale voorschriften verplicht zijn om inschrijvingsbedragen te betalen of terugkoopbedragen of dividenden te ontvangen via een bemiddelende entiteit in plaats van direct aan of van de Bewaarder (bijv. een Betaalkantoor in een lokaal rechtsgebied) dragen een kredietrisico ten aanzien van die bemiddelende entiteit met betrekking tot (a) inschrijvingsbedragen vóór de overmaking van dergelijke bedragen aan de Bewaarder voor rekening van de Vennootschap of het betreffende Fonds en (b) terugkoopbedragen die door die bemiddelende entiteit zijn verschuldigd aan de betreffende Aandeelhouder. Vergoedingen en kosten van Betaalkantoren die door de Vennootschap of de Beheerder zijn aangesteld namens de Vennootschap of een Fonds zijn tegen de normale commerciële tarieven en zullen door de Beheerder of door de Beleggingsadviseurs namens de Beheerder worden betaald uit de Beheervergoeding voor het Fonds waarvoor er een Betaalkantoor is aangesteld.
77
Er kunnen Landensupplementen worden opgesteld die aangelegenheden behandelen met betrekking tot Aandeelhouders in rechtsgebieden waarin Betaalkantoren zijn aangesteld, en aan die Aandeelhouders worden bezorgd. In dat geval zal er een overzicht van de belangrijke bepalingen van de overeenkomsten op basis waarvan de Betaalkantoren worden aangesteld, worden opgenomen in de betreffende Landensupplementen.
78
VERGOEDINGEN EN KOSTEN
Vergoedingen verschuldigd aan de Beheerder De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder, zoals hierna beschreven, bedragen maximaal 2,50% per jaar van de Intrinsieke waarde van elk Fonds. Beheervergoeding De Beheerder verstrekt of levert voor elk Fonds en zoals hierna gedetailleerd beschreven, diensten op het vlak van beleggingsadvies, administratie, bewaring en andere diensten in ruil waarvoor elk Fonds aan de Beheerder één Beheervergoeding betaalt. De beheervergoeding voor elk Fonds groeit aan op elke Handelsdag en is maandelijks achteraf betaalbaar. De Beheerder kan de Beheervergoeding volledig of gedeeltelijk betalen aan de Beleggingsadviseurs om te betalen voor de diensten op het vlak van beleggingsadvies en andere diensten die door de Beleggingsadviseurs worden geleverd en opdat de Beleggingsadviseurs betalen voor de diensten van administratie, bewaring en andere diensten die door de Beheerder voor de Fondsen worden verstrekt. (a) Diensten inzake beleggingsadvies De Beheerder levert en/of verstrekt namens de Vennootschap diensten inzake beleggingsadvies. Dergelijke diensten omvatten de belegging en herbelegging van de activa van elk Fonds. De vergoedingen van de Beleggingsadviseurs (samen met eventuele btw daarop) zullen door de Beheerder worden betaald uit de Beheervergoeding. (b) Administratie- en bewaardiensten De Beheerder levert en/of verstrekt namens de Vennootschap administratie- en bewaardiensten. Dergelijke diensten omvatten diensten van administratie, transferkantoordiensten, accounting, bewaring en subbewaring voor elk Fonds. De vergoedingen en kosten van de Administrateur en de Bewaarder (samen met eventuele btw daarop) zullen door de Beheerder worden betaald uit de Beheervergoeding, of door de Beleggingsadviseurs. (c) Overige diensten en kosten De Beheerder levert en/of verstrekt namens de Vennootschap bepaalde andere diensten. Deze kunnen diensten omvatten als noteringsmakelaar, betaalkantoor en andere diensten als lokale vertegenwoordiger, diensten op het vlak van accounting, audit, juridisch advies en ander professioneel advies, diensten als secretaris, diensten in verband met het drukken, publiceren en vertalen en de levering en coördinatie van bepaalde toezichthoudende, administratieve en aandeelhoudersdiensten die noodzakelijk zijn voor de werking van de Fondsen. Vergoedingen en enige gewone kosten in verband met deze diensten (samen met eventuele btw daarop) zullen door de Beheerder, of door de Beleggingsadviseurs namens de Beheerder, worden betaald uit de Beheervergoeding. Dergelijke vergoedingen en kosten omvatten de landregistratiekosten, de kosten voor betaalkantoren en lokale vertegenwoordigers, de kosten in verband met de opstelling, vertaling, het drukken, de publicatie en de distributie van het Prospectus, de jaar- en halfjaarverslagen en andere kennisgevingen en documenten aan Aandeelhouders, kosten van de publicatie en de distributie van de Intrinsieke waarde, de kosten voor het behoud van de notering van de Aandelen op de Irish Stock Exchange, kosten in verband met het verkrijgen en behouden van een kredietrating voor een Fonds of Klassen of Aandelen, kosten van aandeelhoudersvergaderingen, verzekeringspremies (zoals polispremies voor Bestuurders en Directieleden en Fouten en Nalatigheden), gewone professionele vergoedingen en kosten, jaarlijkse auditvergoedingen, vergoedingen van het Companies Registration Office en andere routinematige wettelijke en reglementaire vergoedingen en gewone kosten die door
79
PIMCO en PIMCO Europe Ltd. worden gemaakt bij de levering van extra toezichthoudende diensten aan de Vennootschap, die diensten kunnen omvatten als bijstand en advies bij de opstelling van jaar- en halfjaarverslagen, updates van Prospectussen, controle op aandelenoverdrachttransacties van externe dienstverleners en bijstand in verband met de organisatie van aandeelhoudersvergaderingen en vergaderingen van de raad. De Vennootschap zal de kosten dragen van enige belasting over de toegevoegde waarde die in rekening moet worden gebracht op enige vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder of enige belasting over de toegevoegde waarde die in rekening moet worden gebracht op enige andere bedragen die aan de Beheerder verschuldigd zijn voor de uitvoering van zijn taken. De Fondsen zullen andere kosten dragen in verband met hun werking die niet worden gedekt door de Beheervergoeding. Die kosten kunnen variëren en kunnen een invloed hebben op het totale kostenniveau binnen de Fondsen, inclusief maar niet beperkt tot belastingen en vergoedingen voor overheidsinstanties, makelaarsvergoedingen, provisies en andere transactiekosten, de kosten voor het lenen van geld, inclusief rentelasten, oprichtingskosten, buitengewone kosten (zoals kosten voor rechtszaken en schadevergoedingen) en vergoedingen en kosten van de onafhankelijk Bestuurders van de Vennootschap en hun advocaten. De Beheervergoeding voor elke Aandelenklasse van elk Fonds (uitgedrukt als een percentage per jaar van zijn Intrinsieke waarde) is vermeld in het betreffende Supplement voor elk Fonds. De Aandeelhouders dienen ook op te merken dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen kunnen worden ingehouden op het kapitaal op Fonds- of Aandelenklasseniveau, indien die mogelijkheid specifiek is opgenomen in het betreffende Supplement van het Fonds. De Beheervergoeding die geldt voor bepaalde Aandelenklassen is doorgaans hoger dan de Beheervergoeding die geldt voor de Institutionele Aandelenklassen. Uit deze hogere vergoeding kan de Beheerder de distributiekosten, de kosten voor bemiddeling en andere diensten betalen die direct of indirect worden verstrekt aan Aandeelhouders in deze Aandelenklassen van de Fondsen, door distributeurs of makelaars-handelaars, banken, financiële tussenpersonen of andere tussenpersonen. Gezien de vaste aard van de Beheervergoeding, neemt de Beheerder en niet de Aandeelhouders het risico van enige prijsstijgingen in de kosten van de diensten die worden gedekt door de Beheervergoeding, en neemt hij het risico dat de kostenniveaus voor dergelijke diensten tot boven de Beheervergoeding stijgen als gevolg van een daling in de nettoactiva. Omgekeerd is het de Beheerder en niet de Aandeelhouders, die zou profiteren van enige prijsdaling in de kosten van de diensten die worden gedekt door de Beheervergoeding, inclusief lagere kostenniveaus als gevolg van een stijging in de nettoactiva. Beheervergoeding voor de Klassen Z Door de aard van de aangeboden Aandelen van Klasse Z en om te vermijden dat er dubbele vergoedingen in rekening worden gebracht, wordt de Beheervergoeding voor de Klassen Z vastgesteld op 0% per jaar. Beleggingen in andere instellingen voor collectieve belegging die gekoppeld zijn aan de Beheerder Als een Fonds deelbewijzen verwerft van een andere instelling voor collectieve belegging die direct of indirect wordt beheerd door de Beheerder of een gelieerde onderneming van de Beheerder waarmee hij gelieerd is via gezamenlijk beheer of gezamenlijke zeggenschap of via een directe of indirecte participatie van meer dan 10% van het kapitaal of de stemmen, dan mogen er aan het Fonds geen instap-, omruil- of terugkoopvergoedingen in rekening worden gebracht in verband met de belegging van het Fonds in de andere instelling voor collectieve belegging. Als een Fonds belegt in aandelen van een ander Fonds van de Vennootschap, dan mag het beleggende Fonds geen Beheervergoeding in rekening brengen voor dat
80
deel van zijn activa dat belegd is in het andere Fonds van de Vennootschap, tenzij de belegging van het beleggende Fonds beperkt is tot een Aandelenklasse van het andere Fonds waarvoor de Beheervergoeding is vastgesteld op 0% (zoals de Aandelen van Klasse Z van de Vennootschap). Daarnaast zal deze beperking niet verhinderen dat de Beheerder een Beheervergoeding in rekening brengt aan het beleggende Fonds als de Beheerder die vergoeding in rekening brengt om ze door te storten aan een niet-gelieerde partij als vergoeding voor diensten inzake vermogensspreiding voor een Fonds waarvoor de diensten van die partij worden gebruikt. Servicevergoeding De Servicevergoeding die alleen geldt voor de Beleggersklassen wordt betaald aan de Beheerder en kan worden gebruikt voor de vergoeding van makelaars-handelaars, financiële tussenpersonen of andere tussenpersonen die diensten verlenen in verband met de distributie en marketing van Aandelen en/of de levering van bepaalde aandeelhoudersdiensten of het beheer van regelingen of programma’s die Fondsaandelen gebruiken als financieringsmiddel, en voor de vergoeding van andere gerelateerde kosten. De diensten worden direct verstrekt door de Beheerder of indirect via makelaars-handelaars, financiële tussenpersonen of andere tussenpersonen aan alle Aandeelhouders van de Beleggersklassen. Dezelfde diensten gelden voor alle Aandeelhouders van de betrokken Beleggersklassen voor de in rekening gebrachte vergoedingen. Deze diensten kunnen omvatten: het beantwoorden van vragen van Aandeelhouders over de Fondsen en hun prestaties; het bijstaan van Aandeelhouders met aankopen, terugkopen en omruilingen van Aandelen; het bijhouden van gepersonaliseerde rekeninginformatie en de levering van rekeningoverzichten voor Aandeelhouders; en het bijhouden van andere administratieve documenten die relevant zijn voor de belegging van een Aandeelhouder in de Fondsen. Regelingen of programma’s die Fondsaandelen gebruiken als hun financieringsmiddel kunnen aan rekeneenheden gekoppelde verzekeringsproducten omvatten, evenals pensioen- of spaarregelingen van werkgevers. Alle Aandeelhouders in de Beleggersklassen zullen diensten ontvangen in het kader van overeenkomsten die zijn gesloten met financiële tussenpersonen waarmee die Aandeelhouders een dienstenrelatie hebben. De Servicevergoeding voor elk Fonds is vermeld in het betreffende Supplement voor dat Fonds. De Servicevergoeding voor elk Fonds groeit aan op elke Handelsdag en is maandelijks achteraf betaalbaar. De Beheerder kan voor zijn eigen voordeel enige Servicevergoeding volledig of gedeeltelijk inhouden die niet verschuldigd is aan makelaars-handelaars, financiële tussenpersonen of andere tussenpersonen. Trailvergoeding De Trailvergoeding die geldt voor Administratieve Aandelenklassen wordt betaald aan de Distributeur voor persoonlijke diensten die worden geleverd aan Aandeelhouders van de Fondsen en het bijhouden van Aandeelhoudersrekeningen, inclusief vergoedingen aan en kosten van (inclusief telefoon- en overheadkosten) van financiële consultants of andere werknemers van deelnemende makelaars of introducing brokers, bepaalde banken en andere financiële tussenpersonen die bijstand verlenen in de verwerking van aankoop- of terugkoopverzoeken of de verwerking van dividendbetalingen, die periodiek informatie verschaffen aan Aandeelhouders om hun positie in Aandelen van een Fonds te melden, die berichten van de Vennootschap aan Aandeelhouders bezorgen, die permanent advies verstrekken over de geschiktheid van bepaalde beleggingsmogelijkheden die door de Fondsen worden geboden al naargelang de behoeften van de Aandeelhouders, die reageren op vragen van Aandeelhouders in verband met dergelijke diensten of die personeel opleiden om dergelijke diensten te verstrekken. De diensten worden direct verstrekt door de Distributeur of indirect via makelaars-handelaars, banken, financiële tussenpersonen of andere tussenpersonen aan alle Aandeelhouders van Aandelen van de Administratieve Klassen. De Trailvergoeding voor elk Fonds is vermeld in het betreffende Supplement voor dat Fonds. De Trailvergoeding voor elk Fonds groeit aan op elke Handelsdag en is maandelijks achteraf betaalbaar. De Distributeur kan voor zijn eigen voordeel enige Trailvergoeding volledig of gedeeltelijk inhouden die niet verschuldigd is aan makelaars-handelaars, banken, financiële tussenpersonen of andere tussenpersonen.
81
Distributievergoeding De Distributievergoeding van toepassing voor Aandelen van Klasse T wordt aan de Distributeur betaald voor zijn diensten aan de Aandeelhouders van de Fondsen. De diensten worden direct verstrekt door de Distributeur of indirect via makelaars-handelaars, banken, financiële tussenpersonen of andere tussenpersonen aan alle Aandeelhouders van Aandelen van Klasse T. De Distributievergoeding voor elk Fonds wordt vermeld in het betreffende Supplement voor dat Fonds. De Distributievergoeding voor elk Fonds groeit aan op elke Handelsdag en is maandelijks achteraf betaalbaar. De Distributeur kan tot eigen voordeel een Distributievergoeding die niet verschuldigd is aan makelaars-handelaars, banken, financiële tussenpersonen of andere tussenpersonen volledig of gedeeltelijk inhouden.
Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van elk nieuw Fonds en de opstelling en het drukken van het betreffende supplement bij het prospectus in verband daarmee, zullen worden vermeld in het betreffende Fondssupplement en worden afgeschreven over het eerste jaar van de werking van elk Fonds of een andere periode zoals door de Bestuurders kan worden beslist. De kosten voor de latere oprichting van Fondsen komen voor rekening van het betreffende Fonds, en dergelijke kosten zijn onderworpen aan de bepalingen inzake Kostenbeperking die hierna zijn vermeld. Vergoeding van de Bestuurders De Statuten bepalen dat de Bestuurders recht hebben op een vergoeding tegen een tarief dat van tijd tot tijd wordt vastgesteld door de Vennootschap. De totale vergoeding die aan elke onafhankelijke Bestuurder wordt betaald, zal in elk jaar niet meer bedragen dan EUR 60.000. Bovendien zal elke onafhankelijke bestuurder worden vergoed voor enige redelijke contante onkosten. Overige kosten Details van enige Instapvergoeding die verschuldigd is bij een inschrijving op Aandelen (in voorkomend geval) en/of enige Terugkoopvergoeding die verschuldigd is bij een terugkoop van Aandelen (in voorkomend geval) en/of enige Omruilvergoeding die verschuldigd is bij de ruil van Aandelen (in voorkomend geval) worden voor de Aandelen van elk Fonds vermeld in het deel ‘Kerninformatie over aandelentransacties’. Kostenbeperking (inclusief kwijtschelding en terugvordering van de Beheervergoeding) In het kader van de Beheerovereenkomst tussen de Vennootschap en de Beheerder van 28 januari 1998, zoals gewijzigd, is de Beheerder met de Vennootschap overeengekomen om de totale jaarlijkse operationele kosten voor elke Klasse van het Fonds te beheren door de volledige Beheervergoeding of een deel ervan kwijt te schelden, te verminderen of terug te betalen voor zover (en voor de periode waarin) deze operationele kosten door de betaling van oprichtingskosten en pro rata bestuurdersvergoedingen meer zouden bedragen dan de som van de Beheervergoeding van de betrokken Klasse van het Fonds (vóór de toepassing van enige toepasselijke kwijtschelding van de Beheervergoeding), enige Service- of Trailvergoedingen, indien van toepassing, en andere kosten die door die Aandelenklasse van het Fonds worden gedragen en niet worden gedekt door de Beheervergoeding zoals hierboven vermeld (met uitsluiting van de oprichtingskosten en pro rata bestuurdersvergoedingen), plus 0,0049% per jaar (dagelijks berekend op basis van de Intrinsieke waarde van het Fonds).
82
Elke maand waarin de Beheerovereenkomst van toepassing is, kan de Beheerder van het Fonds een deel van de Beheervergoeding terugvorderen die kwijtgescholden, verminderd of terugbetaald is in het kader van de Beheerovereenkomst (het ‘Terugbetalingsbedrag’) tijdens de voorgaande 36 maanden, op voorwaarde dat dit bedrag dat aan de Beheerder wordt betaald 1) voor de klasse niet meer zal bedragen dan 0,0049% per jaar van het gemiddelde nettovermogen van het Fonds (berekend op dagelijkse basis); 2) het totale Terugbetalingsbedrag niet zal overschrijden; 3) geen bedragen zal omvatten die reeds zijn terugbetaald aan de Beheerder; en 4) niet zal leiden tot een negatieve netto-opbrengst voor enige Klasse van het Fonds. Betreffende aandelentransacties Uw financieel adviseur kan u andere extra vergoedingen of provisies in rekening brengen dan degene die in dit Prospectus zijn vermeld. Gelieve te overleggen met uw financieel adviseur via welke u Aandelen hebt gekocht indien u vragen hebt over deze extra vergoedingen of provisies. Verhogingen van vergoedingen De tarieven van vergoedingen voor de levering van diensten aan een Fonds of Klasse kunnen worden verhoogd binnen het bovenvermelde maximumniveau op voorwaarde dat de Aandeelhouders van het betreffende Fonds of de betreffende Klasse minstens twee weken vooraf schriftelijk op de hoogte worden gebracht van het (de) nieuwe tarie(f)(ven).
83
ZACHTE PROVISIES Een Verbonden persoon kan transacties verrichten door bemiddeling van een derde waarmee de Verbonden persoon een regeling heeft getroffen waarbij die derde periodiek goederen, diensten of andere voordelen aan de Verbonden persoon verschaft of verleent. Deze kunnen onder meer research en consultancy, computerhardware met gespecialiseerde software of onderzoeksdiensten en resultaatmetingen omvatten die van een zodanige aard zijn dat de voordelen die in het kader van de regeling worden verschaft, die voordelen moeten zijn die helpen bij de levering van beleggingsdiensten aan de Vennootschap en kunnen bijdragen tot een verbetering van de resultaten van een Fonds en van een Verbonden persoon in de levering van diensten aan een Fonds. In plaats van een rechtstreekse betaling voor deze diensten verbindt de Verbonden persoon zich ertoe om bij deze derde opdrachten te plaatsen. Voor de duidelijkheid omvatten dergelijke goederen en diensten geen reizen, verblijf, vermaak, algemene administratieve goederen of diensten, algemene kantooruitrusting of gebouwen, lidmaatschappen, werknemerssalarissen of rechtstreekse geldelijke betalingen. In elk geval zal de uitvoering van de transacties verlopen volgens de beste uitvoeringsnormen en zullen de makelaarstarieven niet meer bedragen dan de gebruikelijke makelaarstarieven voor een volledige institutionele dienstverlening. Alle zachte-provisieovereenkomsten zullen worden vermeld in de periodieke verslagen van de Vennootschap.
84
BELASTING Algemeen De verstrekte informatie is niet exhaustief en vormt geen juridisch of fiscaal advies. Potentiële beleggers dienen hun eigen professionele adviseurs te raadplegen over de implicaties van hun inschrijving op, aankoop, bezit, ruil of vervreemding van Aandelen volgens het recht van het rechtsgebied waarin zij mogelijk belastingplichtig zijn. Geïnteresseerde beleggers dienen eveneens op te merken dat dividenden die uit het kapitaal worden betaald volgens het recht van het rechtsgebied waarin zij mogelijk belasting verschuldigd zijn, verschillende fiscale implicaties kunnen hebben voor de uitkeringen van inkomsten, en zij dienen hierover dus advies in te winnen. De onderstaande verklaring over het belastingstelsel is gebaseerd op advies dat door de Bestuurders is ontvangen over de geldende wetten en praktijken in de vermelde rechtsgebieden op de datum van dit document. Zoals bij elke belegging, kan er geen garantie worden geboden dat de belastingsituatie of voorgestelde belastingsituatie die heerst op het moment van een belegging in de Vennootschap zal blijven voorbestaan. Potentiële Aandeelhouders dienen informatie in te winnen over en in voorkomend geval advies te verkrijgen over de wetten en voorschriften (zoals diegene in verband met belastingen en deviezencontroles) die van toepassing zijn op de inschrijving op, de aankoop, het bezit, de ruil of de vervreemding van Aandelen in de landen waarvan zij staatsburger of ingezetene zijn of hun domicilie hebben.
Dividenden, rente en kapitaalwinsten (in voorkomend geval) die de Vennootschap ontvangt met betrekking tot haar beleggingen (behalve effecten van Ierse emittenten), kunnen onderworpen zijn aan belastingen, inclusief bronbelasting, in de landen waar de emittenten van de beleggingen zijn gevestigd. Er wordt verwacht dat de Vennootschap mogelijk niet in staat is om te profiteren van verlaagde tarieven voor bronbelasting in de dubbele belastingverdragen tussen Ierland en de desbetreffende landen. Indien deze toestand in de toekomst wijzigt, en de toepassing van een lager tarief leidt tot een terugbetaling aan de Vennootschap, wordt de Intrinsieke waarde van de Vennootschap niet aangepast, en wordt het voordeel evenredig gespreid over de bestaande Aandeelhouders op het moment van de terugbetaling.
Ierse belasting De Bestuurders zijn in kennis gesteld van het feit dat omdat de Vennootschap voor belastingdoeleinden in Ierland is gevestigd, de belastingpositie van de Vennootschap en de Aandeelhouders is zoals hieronder beschreven.
De Vennootschap De Vennootschap zal voor fiscale doeleinden worden beschouwd als een ingezetene van Ierland indien het centrale beheer en de centrale zeggenschap over de bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend in Ierland en de Vennootschap niet wordt beschouwd als een ingezetene van een ander land. De Bestuurders hebben de bedoeling om de commerciële activiteiten van de Vennootschap op een dergelijke wijze uit te voeren dat de Vennootschap voor fiscale doeleinden wordt beschouwd als een ingezetene van Ierland. De Bestuurders zijn in kennis gesteld van het feit dat de Vennootschap in aanmerking komt als een beleggingsinstelling zoals gedefinieerd in artikel 739B (1) van de Taxes Act. Volgens de huidige Ierse wetgeving en praktijken is de Vennootschap geen Ierse belasting verschuldigd op haar inkomsten en winsten. Er kan echter wel belasting worden geheven indien in de Vennootschap een ‘belastbare gebeurtenis’ plaatsvindt. Een belastbare gebeurtenis omvat enige uitkeringsbetalingen aan Aandeelhouders of enige verzilvering, terugkoop, annulering, overdracht of veronderstelde vervreemding (een veronderstelde
85
vervreemding vindt plaats bij het verstrijken van een Relevante periode) van Aandelen of de toe-eigening of annulering van Aandelen van een Aandeelhouder door de Vennootschap teneinde de verschuldigde belasting op een winst die ontstaat bij een overdracht, te voldoen. De Vennootschap is geen belasting verschuldigd voor belastbare gebeurtenissen die verband houden met een Aandeelhouder die geen Ierse ingezetene is en zijn Gewoonlijke verblijfplaats niet heeft in Ierland op het moment van de belastbare gebeurtenis, op voorwaarde dat er een Relevante Verklaring is verschaft en de Vennootschap niet in het bezit is van enige informatie die redelijkerwijs zou suggereren dat de daarin vervatte informatie niet langer materieel correct is. Bij gebrek aan een Relevante verklaring, of indien de Vennootschap niet voldoet aan en gebruikmaakt van equivalente maatregelen (zie de paragraaf ‘Equivalente maatregelen’ hierna), wordt verondersteld dat de belegger een Ierse ingezetene is of zijn Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland heeft. Volgende worden niet beschouwd als belastbare gebeurtenis:
een ruil door een Aandeelhouder, die wordt uitgevoerd in een zakelijke, objectieve transactie tussen onafhankelijke partijen waarbij aan de Aandeelhouder geen betaling wordt gedaan, van Aandelen in de Vennootschap voor andere Aandelen in de Vennootschap;
enige transacties (die anders een belastbare gebeurtenis zouden kunnen zijn) met betrekking tot Aandelen die worden gehouden in een erkend clearingsysteem zoals aangeduid in opdracht van de Ierse belastingdienst;
een overdracht door een Aandeelhouder van het eigendomsrecht op Aandelen indien de overdracht gebeurt tussen echtgenoten of voormalige echtgenoten, met inachtneming van bepaalde voorwaarden; of
een ruil van Aandelen die voortvloeit uit een in aanmerking komende fusie of reorganisatie (in de zin van artikel 739H van de Taxes Act) van de Vennootschap met een andere beleggingsinstelling.
Indien de Vennootschap onderworpen wordt aan belastingen indien er een belastbare gebeurtenis plaatsvindt, heeft de Vennootschap het recht om van de betaling die voortvloeit uit een belastbare gebeurtenis een bedrag in te houden dat gelijk is aan de verschuldigde belasting en/of indien van toepassing, zich een aantal Aandelen dat door de Aandeelhouder of de economische eigenaar van de Aandelen wordt gehouden, toe te eigenen, of een dergelijk aantal Aandelen te annuleren, zoals vereist om het belastingbedrag te voldoen. De betreffende Aandeelhouder zal de Vennootschap schadeloosstellen en vrijwaren voor enig verlies dat de Vennootschap lijdt doordat de Vennootschap onderworpen wordt aan belastingen of in geval van een Belastbare gebeurtenis indien geen dergelijke vermindering, toe-eigening of annulering is gedaan. Dividenden die door de Vennootschap worden ontvangen uit beleggingen in Ierse aandelen, kunnen onderworpen zijn aan Ierse bronbelasting op dividenden tegen het standaardtarief van de inkomstenbelasting (momenteel 20%). De Vennootschap kan aan de betaler echter een verklaring afleggen dat zij een collectieve beleggingsinstelling is die economisch recht heeft op de dividenden, waardoor de Vennootschap het recht heeft om dergelijke dividenden te ontvangen zonder de inhouding van Ierse bronbelasting op dividenden. Zegelrecht Er is in Ierland geen zegelrecht verschuldigd op de uitgifte, overdracht, terugkoop of inkoop van Aandelen in de Vennootschap. Als de betaling voor een inschrijving op of een terugkoop van Aandelen plaatsvindt via een overdracht van effecten, eigendommen of andere typen activa, is het wel mogelijk dat er Ierse zegelrechten worden geheven op de overdracht van dergelijke activa. Er zijn door de Vennootschap geen Ierse zegelrechten verschuldigd bij de overdracht van aandelen of verhandelbare effecten op voorwaarde dat de betreffende aandelen of verhandelbare effecten niet zijn uitgegeven door een vennootschap die geregistreerd is in Ierland, en op voorwaarde dat de overdracht
86
geen betrekking heeft op een onroerend goed dat in Ierland is gelokaliseerd, of enig recht over of belang in een dergelijk vastgoed, of op enige aandelen of verhandelbare effecten van een vennootschap (die geen vennootschap is die in de zin van artikel 739B (1) van de Taxes Act een beleggingsinstelling is) die in Ierland is geregistreerd. Belasting van Aandeelhouders Aandelen die worden gehouden in een Erkend Clearingsysteem Enige betalingen aan een Aandeelhouder of enige verzilvering, terugkoop, annulering of overdracht van Aandelen die worden gehouden in een Erkend Clearingsysteem, geeft geen aanleiding tot een belastbare gebeurtenis in de Vennootschap (de wetgeving is echter dubbelzinnig over de vraag of de regels in deze paragraaf over Aandelen die worden gehouden in een Erkend Clearingsysteem ook van toepassing zijn in geval van belastbare gebeurtenissen die plaatsvinden bij een veronderstelde vervreemding, en bijgevolg dienen Aandeelhouders, zoals reeds eerder geadviseerd, hun eigen belastingadvies hierover in te winnen). Bijgevolg hoeft de Vennootschap geen Ierse belastingen in te houden op dergelijke betalingen, ongeacht of de Aandelen worden gehouden door Aandeelhouders die Ierse ingezetenen zijn of die hun Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland hebben, en ongeacht of een niet-ingezeten Aandeelhouder een Relevante Verklaring heeft verstrekt. Aandeelhouders die Ierse ingezetenen zijn of die hun Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland hebben of die geen Ierse ingezetenen zijn of hun Gewoonlijke verblijfplaats niet in Ierland hebben maar waarvan de Aandelen kunnen worden toegerekend aan een filiaal of agentschap in Ierland zijn mogelijk nog steeds Ierse belasting verschuldigd op een uitkering of verzilvering, terugkoop of overdracht van hun Aandelen. Voor zover Aandelen op het moment van een belastbare gebeurtenis niet worden gehouden in een Erkend Clearingsysteem (en behoudens het argument uit de vorige paragraaf in verband met een belastbare gebeurtenis die ontstaat bij een veronderstelde vervreemding), zullen de volgende fiscale gevolgen doorgaans ontstaan bij een belastbare gebeurtenis. Aandeelhouders die geen Ierse ingezetenen zijn, noch hun Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland hebben De Vennootschap hoeft geen belasting in te houden indien er voor een Aandeelhouder een belastbare gebeurtenis optreedt indien (a) de Aandeelhouder geen Ierse Ingezetene is en zijn Gewoonlijke Verblijfplaats niet in Ierland heeft, (b) de Aandeelhouder een Relevante Verklaring heeft verstrekt op of rond het tijdstip waarop de Aandelen door de Aandeelhouder worden aangevraagd of verworven, en (c) de Vennootschap niet beschikt over enige informatie die redelijkerwijs zou suggereren dat de daarin vervatte informatie niet langer materieel correct is. Bij gebrek aan een Relevante Verklaring (die tijdig wordt verschaft) of indien de Vennootschap niet voldoet aan en gebruikmaakt van equivalente maatregelen (zie de paragraaf ‘Equivalente maatregelen’ hierna), is er belasting verschuldigd wanneer er in de Vennootschap een belastbare gebeurtenis plaatsvindt, ongeacht het feit dat een Aandeelhouder geen Ierse Ingezetene is, noch zijn Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland heeft. De precieze belasting die in mindering zal worden gebracht, wordt hierna beschreven. Voor zover een Aandeelhouder handelt als een Tussenpersoon namens personen die geen Ierse Ingezetenen zijn, noch hun Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland hebben, zal er door de Vennootschap geen belasting moeten worden ingehouden als er een belastbare gebeurtenis plaatsvindt, op voorwaarde dat (i) de Vennootschap heeft voldaan aan en gebruikgemaakt van de equivalente maatregelen of (ii) de Tussenpersoon een Relevante Verklaring heeft afgelegd dat hij/zij handelt namens dergelijke personen, en de Vennootschap niet in het bezit is van enige informatie die redelijkerwijs zou suggereren dat de daarin vervatte informatie niet langer materieel correct is. Aandeelhouders die geen Ierse Ingezetenen zijn en hun Gewoonlijke Verblijfplaats niet in Ierland hebben en (i) waarvoor de Vennootschap heeft voldaan aan en gebruikgemaakt van de equivalente maatregelen of (ii) die Relevante verklaringen hebben verstrekt waarvoor de Vennootschap niet beschikt over enige informatie die redelijkerwijs zou suggereren dat de daarin vervatte informatie niet langer materieel correct
87
is, zijn geen Ierse belasting verschuldigd op inkomsten uit hun Aandelen en winsten die zij realiseren op de vervreemding van hun Aandelen. Een Aandeelhouder die echter een rechtspersoon is, die geen Ierse Ingezetene is en die Aandelen direct of indirect houdt via of voor een handelsvestiging of kantoor in Ierland, is wel onderworpen aan Ierse belasting op inkomsten uit hun Aandelen of winst die is gerealiseerd op de vervreemding van de Aandelen. Indien door de Vennootschap belasting wordt ingehouden op de basis dat er door de Aandeelhouder geen Relevante Verklaring bij de Vennootschap is ingediend, bepaalt de Ierse wetgeving dat belasting alleen wordt terugbetaald aan vennootschappen die Ierse vennootschapsbelasting verschuldigd zijn, aan bepaalde handelingsonbekwame personen en in bepaalde andere beperkte omstandigheden. Aandeelhouders die Ierse Ingezetenen zijn of die hun Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland hebben Tenzij een Aandeelhouder een Vrijgestelde Ierse belegger is en daartoe een Relevante Verklaring aflegt, en de Vennootschap niet beschikt over enige informatie die redelijkerwijs zou suggereren dat de daarin vervatte informatie niet langer materieel correct is, of tenzij de Aandelen worden gekocht door de Courts Service, zal er door de Vennootschap een belasting moeten worden ingehouden tegen het tarief van 33% (25% indien de Aandeelhouder een vennootschap is) op een uitkering (indien betalingen jaarlijks of frequenter plaatsvinden) aan een Aandeelhouder die een Ierse Ingezetene is of zijn Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland heeft. Evenzo zal er door de Vennootschap een belasting moeten worden ingehouden tegen het tarief van 36% (25% indien de Aandeelhouder een vennootschap is) op enige andere uitkering of winst die voor de Aandeelhouder ontstaat (tenzij de Aandeelhouder een Vrijgestelde Ierse belegger is die een Relevante Verklaring heeft afgelegd) op een verzilvering, terugkoop, annulering, overdracht of veronderstelde vervreemding (zie hierna) van Aandelen door een Aandeelhouder die een Ierse Ingezetene is of zijn Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland heeft. De Finance Act 2006 heeft regels geïntroduceerd (die vervolgens zijn gewijzigd door de Finance Act 2008) in verband met een automatische exittaks voor Aandeelhouders die Ierse ingezetenen zijn of die hun Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland hebben voor Aandelen die door hen in de Vennootschap worden gehouden aan het einde van een Relevante periode. Dergelijke Aandeelhouders (zowel vennootschappen als natuurlijke personen) zullen worden geacht hun Aandelen te hebben vervreemd (‘veronderstelde vervreemding’) na het verstrijken van die Relevante periode en zullen worden belast tegen het tarief van 36% (25% indien de Aandeelhouder een vennootschap is) op enige veronderstelde winst (berekend zonder het voordeel van indexering) die aan hen toekomt op basis van de hogere waarde (in voorkomend geval) van de Aandelen sinds de aankoop of sinds de vorige toepassing van de exittaks, indien die later heeft plaatsgevonden. Opgemerkt dient te worden dat indien de Aandeelhouder een bedrijf is, om recht te hebben op het hierboven vermelde tarief van 25%, onmiddellijk voor de belastbare gebeurtenis een verklaring dient te worden ingevuld en ter beschikking van de Vennootschap gesteld. Om te berekenen of er bij een latere belastbare gebeurtenis (behalve belastbare gebeurtenissen die ontstaan na het verstrijken van een latere Relevante periode of indien betalingen jaarlijks of frequenter worden verricht) enige verdere belasting is verschuldigd, wordt de voorgaande veronderstelde vervreemding aanvankelijk genegeerd en wordt de verschuldigde belasting berekend zoals normaal. Bij de berekening van deze belasting wordt enige betaalde belasting als gevolg van de voorgaande veronderstelde vervreemding onmiddellijk verrekend met deze belasting. Als de belasting die ontstaat bij de latere belastbare gebeurtenis meer bedraagt dan de belasting die is ontstaan bij de vorige veronderstelde vervreemding, zal de Vennootschap het verschil in mindering moeten brengen. Als de belasting die ontstaat bij de latere belastbare gebeurtenis minder bedraagt dan de belasting die is ontstaan bij de vorige veronderstelde vervreemding, zal de Vennootschap de Aandeelhouder het te veel betaalde bedrag moeten terugbetalen (behoudens de onderstaande paragraaf met als titel ‘Drempel van 15%’). Drempel van 10%
88
De Vennootschap zal geen belasting (‘exittaks’) in mindering hoeven te brengen voor deze veronderstelde vervreemding als de waarde van de belastbare aandelen (d.w.z. die Aandelen die door Aandeelhouders worden gehouden waarvoor de aangifteprocedures niet gelden) in de Vennootschap (of in het compartiment binnen een parapluregeling) minder bedraagt dan 10% van de waarde van de totale Aandelen in de Vennootschap (of in het compartiment) en de Vennootschap ervoor geopteerd heeft om bepaalde details voor elke getroffen Aandeelhouder te melden aan de belastingdienst (de ‘Getroffen Aandeelhouder’) in elk jaar waarin de minimumlimiet van toepassing is. In een dergelijke situatie is de verplichting om de belasting op enige winst die ontstaat bij een veronderstelde vervreemding te verantwoorden, de verantwoordelijkheid van de Aandeelhouder in zijn eigen belastingaangifte, en niet die van de Vennootschap of het Fonds (of hun dienstverleners). De Vennootschap wordt geacht te hebben geopteerd voor aangifte zodra zij de Getroffen Aandeelhouders schriftelijk heeft meegedeeld dat zij het vereiste verslag zal opstellen. Drempel van 15% Zoals eerder vermeld, als de belasting die ontstaat bij de latere belastbare gebeurtenis minder bedraagt dan de belasting die is ontstaan bij de vorige veronderstelde vervreemding (bijv. door een later verlies op een werkelijke vervreemding), dan zal de Vennootschap de Aandeelhouder het teveel terugbetalen. Als de waarde van belastbare aandelen in de Vennootschap (of in het compartiment in een parapluregeling) echter onmiddellijk vóór de latere belastbare gebeurtenis niet meer bedraagt dan 15% van de waarde van de totale Aandelen, dan kan de Vennootschap (of het compartiment) ervoor kiezen om enig teveel aan ontstane belastingen direct door de belastingdienst te laten terugbetalen aan de Aandeelhouder. De Vennootschap wordt geacht deze keuze te hebben gemaakt zodra zij de Aandeelhouder schriftelijk meldt dat enige verschuldigde terugbetaling direct zal worden verricht door de belastingdienst na de ontvangst van een claim van de Aandeelhouder. Overige Om te vermijden dat er voor meerdere Aandelen meerdere gebeurtenissen van veronderstelde vervreemding plaatsvinden, kan er door de Vennootschap een onherroepelijke keuze worden gemaakt volgens artikel 739D(5B) om de gehouden Aandelen te waarderen op 30 juni op 31 december van elk jaar vóór de veronderstelde vervreemding plaatsvindt. Hoewel de wetgeving dubbelzinnig is, wordt er doorgaans van uitgegaan dat het de intentie is om een fonds de gelegenheid te bieden om aandelen te groeperen in batches van zes maanden, om het eenvoudiger te maken de exittaks te berekenen door te vermijden waarderingen te moeten uitvoeren op verschillende datums tijdens het jaar, wat leidt tot een aanzienlijke administratieve last. De Ierse belastingdienst heeft geactualiseerde richtlijnen voor beleggingsinstellingen uitgegeven die de praktische aspecten van de uitvoering van de bovenvermelde berekeningen/doelstellingen behandelen. Aandeelhouders (afhankelijk van hun eigen persoonlijke belastingpositie) die Ierse ingezetenen zijn of hun Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland hebben, zijn mogelijk nog steeds verplicht om belasting of verdere belasting te betalen op een uitkering of winst die ontstaat bij een verzilvering, terugkoop, annulering, overdracht of veronderstelde vervreemding van hun Aandelen. In het andere geval kunnen dergelijke Aandeelhouders recht hebben op een gedeeltelijke of volledige terugbetaling van belasting die door de Vennootschap op een belastbare gebeurtenis werd ingehouden. Equivalente maatregelen De Finance Act 2010 (de ‘Act’) heeft maatregelen geïntroduceerd, die gewoonlijk equivalente maatregelen worden genoemd, om de regels voor Relevante Verklaringen te wijzigen. De positie vóór de Act was dat een beleggingsinstelling geen belasting verschuldigd zou zijn voor belastbare gebeurtenissen die verband houden met een Aandeelhouder die geen Ierse Ingezetene was en zijn Gewoonlijke Verblijfplaats niet in Ierland had op het moment van de belastbare gebeurtenis, op voorwaarde dat er een
89
Relevante Verklaring was verstrekt en de beleggingsinstelling niet in het bezit was van enige informatie die redelijkerwijs zou suggereren dat de daarin vervatte informatie niet langer materieel correct was. Bij gebrek aan een Relevante Verklaring, werd ervan uitgegaan dat de belegger een Ierse ingezetene was of zijn Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland had. De Act bevatte echter nieuwe bepalingen die de bovenvermelde vrijstelling toestonden voor Aandeelhouders die geen Ierse Ingezetene zijn of hun Gewoonlijke Verblijfplaats niet in Ierland hebben, en die van toepassing zijn als de belegging niet actief wordt aangeboden aan dergelijke beleggers en er door de beleggingsinstelling gepaste equivalente maatregelen worden ingevoerd om te verzekeren dat dergelijke Aandeelhouders geen Ierse Ingezetenen zijn, noch hun Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland hebben, en de beleggingsinstelling van de Ierse belastingdienst hiervoor de goedkeuring heeft verkregen. Personal Portfolio Investment Undertaking (‘PPIU’) De Finance Act 2007 heeft bepalingen ingevoerd met betrekking tot de belasting van natuurlijke personen die Ierse ingezetenen zijn of natuurlijke personen die hun Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland hebben en die aandelen houden in beleggingsinstellingen. Deze bepalingen hebben het concept van een ‘personal portfolio investment undertaking’ (‘PPIU’) geïntroduceerd. In wezen wordt een beleggingsinstelling met betrekking tot een specifieke belegger beschouwd als een PPIU als die belegger een invloed kan uitoefenen op de selectie van alle activa of een deel ervan die door de beleggingsinstelling worden gehouden, ofwel direct ofwel via personen die handelen namens of verbonden zijn met de belegger. Afhankelijk van de omstandigheden van personen, kan een beleggingsinstelling worden beschouwd als een PPIU met betrekking tot enkele, geen of alle beleggers die natuurlijke personen zijn. Ze is met andere woorden alleen een PPIU voor die natuurlijke personen die een invloed kunnen uitoefenen op de selectie. Enige winst die voortvloeit uit een belastbare gebeurtenis met betrekking tot een beleggingsinstelling die voor een natuurlijke persoon een PPIU is op of na 20 februari 2007, zal worden belast tegen het tarief van 56%. Er gelden specifieke vrijstellingen wanneer de activa waarin wordt belegd in ruime mate zijn aangeboden en beschikbaar gemaakt voor het publiek of voor nietvastgoedbeleggingen die zijn gedaan door de beleggingsinstelling. Er zijn mogelijk verdere beperkingen vereist in geval van beleggingen in grond of niet-genoteerde aandelen waarvan de waarde wordt afgeleid van grond. Belasting op kapitaalverwerving De vervreemding van Aandelen kan onderworpen zijn aan Ierse schenkingsrechten of successierechten (belasting op kapitaalverwerving). Op voorwaarde dat de Vennootschap voldoet aan de definitie van een beleggingsinstelling (‘investment undertaking’, zoals bedoeld in artikel 739B (1) van de Taxes Act), is op de vervreemding van Aandelen door een Aandeelhouder geen belasting op kapitaalverwerving verschuldigd, op voorwaarde dat (a) de verkrijger of erfgenaam op de datum van de schenking of de erfenis niet in Ierland is gedomicilieerd en zijn Gewoonlijke Verblijfplaats niet in Ierland heeft; (b) op de datum van de vervreemding, ofwel de Aandeelhouder die de Aandelen vervreemdt (‘vervreemder) niet in Ierland is gedomicilieerd en zijn Gewoonlijke Verblijfplaats niet in Ierland heeft; en (c) de Aandelen deel uitmaken van de schenking of erfenis op de datum van die schenking of erfenis en op de waarderingsdatum. Wat de verblijfplaats voor Ierse belastingdoeleinden betreft met het oog op de belasting op kapitaalverwerving, gelden er speciale regels voor niet in Ierland gedomicilieerde personen. Een niet in Ierland gedomicilieerde verkrijger of vervreemder wordt op de relevante datum niet geacht een ingezetene te zijn van Ierland, noch zijn Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland te hebben, tenzij: (i) die persoon een ingezetene is geweest van Ierland gedurende de 5 opeenvolgende aanslagjaren die onmiddellijk voorafgaan aan het aanslagjaar waarin die datum valt; en (ii) die persoon op die datum ofwel een ingezetene is van Ierland ofwel zijn Gewoonlijke Verblijfplaats in Ierland heeft.
90
Europese Unie - Richtlijn betreffende de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden Dividenden en andere uitkeringen die worden verricht door de Vennootschap kunnen, samen met de betaling van de opbrengst van de verkoop en/of terugkoop van Aandelen in de Vennootschap (afhankelijk van de beleggingsportefeuille van de Vennootschap en de locatie van de uitbetalende instantie – de definitie van een uitbetalende instantie in de zin van de Spaarrichtlijn is niet noodzakelijk dezelfde als die voor een persoon die wettelijk kan worden beschouwd als het betaalkantoor) onderworpen zijn aan het stelsel van informatie-uitwisseling of bronbelasting opgelegd door Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende de belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetalingen. Als een betaling wordt verricht aan een Aandeelhouder die een natuurlijke persoon is en die een ingezetene is van een Lidstaat van de Europese Unie (of een ‘tussengeschoven entiteit’ opgericht in een Lidstaat) door een uitbetalende instantie die gevestigd is in een andere Lidstaat (of in bepaalde omstandigheden dezelfde Lidstaat van de Aandeelhouder), dan is de Richtlijn mogelijk van toepassing. De Richtlijn geldt voor betalingen van ‘rente’ (die uitkeringen of terugkoopbetalingen door collectieve beleggingsfondsen kan omvatten) of andere vergelijkbare inkomsten die zijn verricht op of na 1 juli 2005 en inschrijvers op Aandelen in de Vennootschap zullen worden verzocht om bepaalde informatie te verschaffen zoals vereist in het kader van de Richtlijn. Er dient te worden opgemerkt dat de oplegging van het systeem van informatie-uitwisseling en/of bronbelasting op betalingen die worden verricht aan bepaalde natuurlijke personen en tussengeschoven entiteiten die ingezetenen zijn van een EU-Lidstaat, eveneens van toepassing is op personen of entiteiten die gevestigd zijn in de volgende landen: Anguilla, Aruba, de Britse Maagdeneilanden, de Kaaimaneilanden, Guernsey, het Eiland Man, Jersey, Montserrat, de Nederlandse Antillen en de Turks- en Caicoseilanden. In het kader van de Richtlijn, omvatten rentebetalingen inkomstenuitkeringen verricht door bepaalde collectieve beleggingsfondsen (in geval van fondsen met domicilie in de EU geldt de Richtlijn momenteel alleen ICBE’s), voor zover het fonds meer dan 15% van zijn activa direct of indirect heeft belegd in rentedragende effecten en inkomsten gerealiseerd uit de verkoop of terugkoop van fondsdeelbewijzen voor zover het fonds 25% van zijn vermogen direct of indirect heeft belegd in rentedragende effecten. De landen Andorra, Liechtenstein, Monaco, San Marino en Zwitserland nemen niet deel aan het systeem van automatische informatie-uitwisseling. Voor zover zij informatie zullen uitwisselen, zal dit uitsluitend op verzoek plaatsvinden. Hun deelname is beperkt tot de oplegging van een bronbelasting. Op 13 november 2008 heeft de Europese Commissie een wijzigingsvoorstel voor de Richtlijn goedgekeurd. Als dat wordt ingevoerd, zouden de voorgestelde wijzigingen onder andere (i) het toepassingsgebied van de EU-Spaarrichtlijn uitbreiden tot betalingen die worden verricht via bepaalde tussenstructuren (ongeacht of die in een Lidstaat zijn gevestigd) voor het uiteindelijke voordeel van een natuurlijke persoon die ingezetene is van de EU en (ii) voorzien in een bredere definitie van rente, behoudens de EU-Spaarrichtlijn. Op de datum van dit prospectus is het niet bekend of en zo ja, wanneer, het wijzigingsvoorstel zal worden omgezet in een wet. Naleving van de Amerikaanse aangifte- en bronheffingvereisten De bepalingen inzake de belasting van buitenlandse rekeningen (‘FATCA’) van de Hiring Incentives to Restore Employment Act van 2010 vormen een uitgebreid informatieaangiftestelsel dat is ingevoerd door de Verenigde Staten (de ‘VS’) om ervoor te zorgen dat Amerikaanse personen met financiële activa buiten de VS het correcte belastingbedrag in de VS betalen. FATCA zal over het algemeen een bronbelasting opleggen van maximaal 30% op bepaalde inkomsten uit Amerikaanse bron (inclusief dividenden en rente) en bruto-opbrengsten uit de verkoop of andersoortige vervreemding van eigendom die rente of dividenden uit Amerikaanse bron kunnen opbrengen die betaald worden aan een buitenlandse financiële instelling (‘BFI’), tenzij de BFI een directe overeenkomst (‘BFI-overeenkomst’) sluit met de Amerikaanse belastingdienst (Internal Revenue Service of ‘IRS’). Een BFI-overeenkomst zal verplichtingen meebrengen voor de BFI, waaronder de directe bekendmaking aan de IRS van bepaalde informatie over Amerikaanse beleggers en de heffing van bronbelasting in geval van niet-conforme
91
beleggers. Voor deze doeleinden zou de Vennootschap onder de definitie van een BFI in het kader van FATCA vallen. Rekening houdend met zowel het feit dat informatieaangifte deel uitmaakt van de beleidsdoelstelling van FATCA (dus meer dan alleen de inzameling van bronbelasting) als de moeilijkheden die zich kunnen voordoen in bepaalde rechtsgebieden met betrekking tot de naleving van FATCA door BFI’s, heeft de VS een alternatieve intergouvernementele benadering voor de uitvoering van FATCA ontwikkeld. In dat opzicht hebben de Ierse en Amerikaanse regeringen op 21 december 2012 een intergouvernementele overeenkomst gesloten (de ‘Ierse IGO’) en is er een bepaling opgenomen in de Finance Bill 2013 voor de implementatie van de Ierse IGO die ook toelaat dat er besluiten worden opgesteld door de Ierse belastingdienst met betrekking tot de registratie- en aangifteverplichtingen die voortvloeien uit de Ierse IGO. Er wordt verwacht dat de besluiten in de komende maanden zullen worden opgesteld. De Ierse IGO is bedoeld om de last voor Ierse BFI’s om de FATCA-vereisten na te leven te verminderen door het nalevingsproces te vereenvoudigen en het risico van de inhouding van bronbelasting te beperken. In het kader van de Ierse IGO moet elke Ierse BFI (tenzij de BFI is vrijgesteld van de FATCAverplichtingen) op jaarbasis en op directe wijze informatie over relevante Amerikaanse beleggers verstrekken aan de Ierse belastingdienst, die deze informatie zal overmaken aan de IRS, zonder dat de BFI een BFI-overeenkomst moet sluiten met de IRS (al kan een bepaalde vorm van registratie vereist zijn). In het kader van de Ierse IGO zouden BFI’s over het algemeen niet verplicht zijn de bronbelasting van 30% in te houden. Voor zover de Vennootschap onderworpen is aan de Amerikaanse bronbelasting op haar beleggingen als gevolg van FATCA kunnen de Bestuurders maatregelen nemen met betrekking tot de belegging van een belegger in de Vennootschap, om ervoor te zorgen dat de bronheffing economisch wordt gedragen door de betreffende belegger wiens verzuim om de vereiste informatie te verstrekken of om een meewerkende BFI te worden aanleiding gaf tot de bronheffing. Alle geïnteresseerde beleggers moeten inlichtingen inwinnen bij hun belastingadviseur over de verplichtingen in het kader van FATCA met betrekking tot hun eigen situatie. Oprechte diversiteit van eigendom Deelbewijzen in elk van de compartimenten zullen in ruime mate beschikbaar zijn. De beoogde categorieën van beleggers voor de compartimenten zijn niet beperkt. Deelbewijzen in de compartimenten zullen in voldoende mate worden verkocht en beschikbaar worden gesteld zodat de beoogde beleggerscategorieën worden bereikt op een manier die gepast is om die beleggerscategorieën te bereiken. Federale inkomstenbelasting in de Verenigde Staten Vertrouwensbasis van beleggers op advies inzake de Amerikaanse federale belastingen in dit Prospectus De bespreking in dit Prospectus van Amerikaanse federale belastingoverwegingen is niet bedoeld of geschreven om te worden gebruikt, en mag niet worden gebruikt om boetes te vermijden. De bespreking is geschreven om de promotie of marketing van de in dit document besproken transacties of kwesties te ondersteunen. Elke belastingbetaler dient bij een onafhankelijke belastingadviseur advies in te winnen over de Amerikaanse federale belastingen, op basis van zijn eigen bijzondere omstandigheden. De volgende bespreking veronderstelt voor het gemak dat de Vennootschap, inclusief elk Fonds, ten behoeve van de Amerikaanse federale inkomstenbelastingen als één entiteit zal worden behandeld. De wet is in dit opzicht onzeker. Het is dan ook mogelijk dat de Vennootschap voor een alternatieve aanpak kiest, en elk Fonds van de Vennootschap ten behoeve van de Amerikaanse federale inkomstenbelasting behandelt als een afzonderlijke entiteit. Er kan geen zekerheid worden geboden dat de Amerikaanse Internal Revenue Service zal instemmen met de aanpak van de Vennootschap.
92
De volgende bespreking is een algemene samenvatting van bepaalde gevolgen voor de Amerikaanse federale belastingen die kunnen ontstaan voor de Fondsen en de Aandeelhouders in verband met hun belegging in de Fondsen. De bespreking beoogt niet om alle gevolgen voor de Amerikaanse federale inkomstenbelasting die van toepassing zijn op de Fondsen of alle beleggerscategorieën te bespreken, omdat er voor sommige bijzondere regels kunnen gelden. In het bijzonder behandelt de bespreking niet de federale fiscale gevolgen in de VS voor ‘Amerikaanse personen’ zoals gedefinieerd in het kader van de Amerikaanse federale inkomstenbelastingen (waarnaar wordt verwezen als ‘Amerikaanse belastingplichtigen’, zoals hieronder gedefinieerd), van een belegging in Aandelen. Deze beleggers moeten inlichtingen inwinnen bij hun belastingadviseurs. De bespreking veronderstelt dat een Fonds geen belangen (tenzij als crediteur) zal houden in enige ‘Amerikaanse vastgoedholdingmaatschappijen’ (‘United States real property holding corporations’), zoals gedefinieerd in de Amerikaanse belastingwet, de U.S. Internal Revenue Code, van 1986, zoals gewijzigd (de ‘Code’). Bovendien veronderstelt de bespreking dat geen enkele Amerikaanse Belastingplichtige direct of indirect, 10% of meer van de totale gecombineerde stemrechten van alle Aandelen van de Vennootschap bezit, of geacht wordt te bezitten door de toepassing van bepaalde regels van constructieve eigendom uit de belastingwet. Alle beleggers moeten advies inwinnen bij hun belastingadviseurs over de fiscale gevolgen van een belegging in de Fondsen in het kader van de toepasselijke Amerikaanse federale, staatsgebonden, plaatselijke en buitenlandse inkomstenbelastingwetten, evenals met betrekking tot eventuele specifieke kwesties op het vlak van schenkings- en successierechten. Belasting van de Vennootschap De Vennootschap, inclusief elk Fonds, heeft over het algemeen de intentie om haar activiteiten zodanig uit te voeren dat zij niet wordt geacht in de Verenigde Staten een handels- of bedrijfsactiviteit uit te voeren, en bijgevolg zullen haar inkomsten niet worden behandeld als ‘effectief verbonden’ met een Amerikaanse handels- of bedrijfsactiviteit die door het Fonds wordt uitgevoerd. Bepaalde categorieën van inkomsten (inclusief dividenden (en bepaalde vervangende dividenden en andere betalingen die equivalent zijn met dividenden) en bepaalde typen van rente-inkomsten) die door een Fonds worden gegenereerd uit Amerikaanse bronnen, zullen worden onderworpen aan een Amerikaanse belasting van 30%, die doorgaans op die inkomsten wordt ingehouden. Bepaalde andere categorieën van inkomsten, die over het algemeen kapitaalwinsten omvatten (inclusief diegene die worden gegenereerd uit optietransacties) en rente op bepaalde schuldverplichtingen (die mogelijk Amerikaanse overheidseffecten omvatten), verplichtingen uit hoofde van het verschil tussen de uitgifteprijs en de nominale waarde van een obligatie met een oorspronkelijke looptijd van 183 dagen of minder en depositocertificaten, zijn niet onderworpen aan deze belasting van 30%. Als de Vennootschap of een Fonds anderzijds inkomsten genereert die effectief verband houden met een Amerikaanse handels- of bedrijfsactiviteit die door een dergelijke entiteit wordt uitgevoerd, dan zijn die inkomsten onderworpen aan Amerikaanse federale inkomstenbelastingen tegen de progressieve tarieven die gelden voor Amerikaanse binnenlandse ondernemingen, en dan is de Vennootschap mogelijk ook onderworpen aan een filiaalwinstbelasting. Zoals hierboven vermeld is de Vennootschap over het algemeen voornemens om haar activiteiten zodanig uit te voeren dat zij niet wordt behandeld alsof zij ten behoeve van de Amerikaanse federale inkomstenbelasting een handels- of bedrijfsactiviteit uitvoert in de Verenigde Staten. Meer specifiek, als de Vennootschap voornemens is om in aanmerking te komen voor het statuut van veilige haven volgens de Code, krachtens hetwelk de Vennootschap niet zal worden behandeld alsof zij een dergelijke activiteit uitvoert als haar activiteiten beperkt zijn tot de verhandeling van aandelen en effecten of commodity’s voor haar eigen rekening. Deze veilige havens gelden ongeacht of de handelstransacties worden verricht door de Vennootschap of een interne makelaar, commissionair, bewaarder of andere agent, en ongeacht of een dergelijke agent de bevoegdheid heeft om beslissingen te nemen bij de uitvoering van de transacties. De veilige havens gelden niet voor een handelaar in aandelen, effecten of commodity’s; de Vennootschap is niet voornemens een dergelijke handelaar te zijn. Bovendien geldt de veilige haven voor de commodityhandel alleen als de commodity’s behoren tot een categorie die gewoonlijk wordt verhandeld op een georganiseerde commoditybeurs, en als de transactie behoort tot een categorie die gewoonlijk op een dergelijke locatie wordt afgewikkeld.
93
Er dient echter te worden opgemerkt dat er slechts beperkte richtlijnen bestaan, inclusief voorgestelde voorschriften die nog moeten worden voltooid, voor de fiscale behandeling van niet-Amerikaanse Personen die binnen de Verenigde Staten voor eigen rekening transacties verrichten met derivatenposities in effecten en commodity’s (inclusief valutaderivaten). Zoals ze momenteel zijn voorgesteld, voorzien de voorschriften alleen in een veilige haven met betrekking tot handelsbelangen in valuta’s en valutaderivaten als de valuta’s behoren tot een categorie die gewoonlijk op een georganiseerde commoditybeurs wordt verhandeld. Toekomstige richtlijnen kunnen ertoe leiden dat de Vennootschap de manier verandert waarop zij dergelijke activiteiten uitvoert binnen de Verenigde Staten. Gezien het feit dat op verzekeringen gebaseerde effecten, rampeffecten en gerelateerde derivaten nog maar pas op de markt zijn geïntroduceerd, kan er bovendien geen absolute zekerheid worden verstrekt dat dergelijke instrumenten in aanmerking zouden komen als effecten waarvan de inkomsten en waaruit de winsten niet onderworpen zijn aan de Amerikaanse federale inkomstenbelasting. De behandeling van credit default swaps en bepaalde andere swapovereenkomsten zoals ‘contracten op basis van een onderliggend nominaal bedrag’ ten behoeve van de Amerikaanse federale inkomstenbelasting is onzeker. Als de Amerikaanse belastingdienst het standpunt zou innemen dat een credit default swap of een andere swapovereenkomst ten behoeve van de Amerikaanse federale inkomstenbelasting niet moet worden behandeld als een ‘contract op basis van een onderliggend nominaal bedrag’, dan zouden betalingen die door de Vennootschap uit dergelijke beleggingen worden ontvangen, onderworpen kunnen zijn aan Amerikaanse accijnzen of inkomstenbelastingen. Ontwikkelingen in de Amerikaanse belastingwetten over de fiscale behandeling van aan commodity’s gekoppelde swaps, gestructureerde notes en andere instrumenten kunnen ertoe leiden dat de Vennootschap de manier verandert waarop zij een positie in commodity’s verkrijgt. De Vennootschap (of elk Fonds daarvan) zal onderworpen zijn aan Amerikaanse federale bronbelastingen (tegen een tarief van 30%) op betalingen van bepaalde bedragen die na 30 juni 2014 aan deze entiteiten worden verricht (‘inhoudbare bedragen’), tenzij ze uitgebreide vereisten inzake rapportage en inhouding naleeft (of conform wordt geacht). Inhoudbare betalingen zullen doorgaans rente omvatten (inclusief het verschil tussen de uitgifteprijs en de nominale waarde van een obligatie), dividenden, huur, lijfrente en andere vaste of bepaalbare jaarlijkse of periodieke winsten of inkomsten, als dergelijke betalingen gegenereerd zijn uit Amerikaanse bronnen, evenals bruto-opbrengsten uit vervreemdingen van effecten die rente of dividenden van Amerikaanse bron zouden kunnen opleveren. Inkomsten die effectief verband houden met de uitoefening van een Amerikaanse handels- of bedrijfsactiviteit is echter niet in deze definitie opgenomen. Om de bronbelasting te vermijden zal de Vennootschap (of elk Fonds daarvan), tenzij ze conform wordt geacht, met de Verenigde Staten een overeenkomst moeten sluiten om elke Amerikaanse Belastingplichtige (of buitenlandse entiteit met aanzienlijke Amerikaanse eigendom) die in de Vennootschap (of een Fonds) belegt, te identificeren en er identificerende en financiële informatie over bekend te maken, en belasting moeten inhouden (tegen een tarief van 30%) op inhoudbare betalingen en gerelateerde bedragen die worden verricht aan een belegger die de informatie niet verstrekt die door de Vennootschap wordt gevraagd om te voldoen aan haar verplichtingen in het kader van de overeenkomst. Krachtens een intergouvernementele overeenkomst tussen de Verenigde Staten en Ierland kan de Vennootschap (of een Fonds) worden geacht conform te zijn, en dus niet onderworpen aan de bronheffing, als zij de gegevens van Amerikaanse belastingbetalers direct bij de Ierse overheid identificeert en aangeeft. Bepaalde categorieën van Amerikaanse beleggers, doorgaans inclusief, maar niet beperkt tot, van belastingen vrijgestelde beleggers, beursverhandelde ondernemingen, banken, gereglementeerde beleggingsvennootschappen, REIT’s, gewone trustfondsen, makelaars, handelaars en tussenpersonen, en overheidsentiteiten op staats- of federaal niveau, zijn vrijgesteld van dergelijke rapportagevereisten. Gedetailleerde richtlijnen over de werking en het toepassingsgebied van dit nieuwe stelsel van rapportage en inhouding zijn nog in ontwikkeling. Er kan geen zekerheid worden geboden over de timing of de impact van dergelijke richtlijnen op toekomstige activiteiten van de Vennootschap.
94
Aandeelhouders moeten verklaringen indienen betreffende hun Amerikaanse of niet-Amerikaanse belastingstatuut, evenals extra belastinginformatie verstrekken waar de Bestuurders van tijd tot tijd om kunnen verzoeken. Als de gevraagde informatie niet wordt bezorgd kan een Aandeelhouder aansprakelijk worden gesteld voor de eventuele bronbelasting die daaruit voortvloeit, kan hij onderworpen worden aan Amerikaanse informatie-aangifte, en kunnen de Aandelen in de Vennootschap van die Aandeelhouder verplicht worden teruggekocht. Belasting van Aandeelhouders De Amerikaanse fiscale gevolgen voor een Aandeelhouder van uitkeringen van een Fonds en vervreemdingen van Aandelen in het algemeen, zijn afhankelijk van de specifieke omstandigheden van de Aandeelhouder. Het is de bedoeling dat elk Fonds zodanig zal worden beheerd dat een belegging in dat Fonds Aandeelhouders die anders niet aan de Amerikaanse inkomstenbelasting zijn onderworpen, op zich niet aan een dergelijke belasting onderwerpen. Bepaalde beleggers die mogelijk in de Fondsen mogen beleggen en die geen Amerikaanse Personen zijn, kunnen ten behoeve van de Amerikaanse federale inkomstenbelasting niettemin worden beschouwd als ‘Amerikaanse Belastingplichtigen’. ‘Amerikaanse Belastingplichtige’ betekent een Amerikaans staatsburger of een in de Verenigde Staten verblijvende buitenlander (zoals gedefinieerd ten behoeve van de Amerikaanse federale inkomstenbelasting); een entiteit die ten behoeve van de Amerikaanse belastingen wordt behandeld als een partnerschap of een onderneming en die is opgericht of georganiseerd in of naar het recht van de Verenigde Staten of enige Staat daarvan; enige andere partnerschap die wordt behandeld als een Amerikaanse Belastingplichtige volgens de voorschriften van het Amerikaanse ministerie van Financiën; een boedel waarvan de inkomsten onderworpen zijn aan de Amerikaanse inkomstenbelasting, ongeacht de bron; en een trust waarbij een rechtbank in de Verenigde Staten het primaire toezicht heeft op het beheer ervan en waarvoor een of meer Amerikaanse fiduciairs de zeggenschap hebben over alle belangrijke beslissingen. Personen die hun Amerikaans staatsburgerschap hebben verloren en die buiten de Verenigde Staten wonen kunnen in bepaalde omstandigheden niettemin worden behandeld als Amerikaanse Belastingplichtigen. In bepaalde omstandigheden zijn beleggers die Amerikaanse Belastingplichtigen zijn mogelijk verplicht om aan de Vennootschap een naar behoren ondertekend IRS Form W-9 te bezorgen, en zijn alle andere beleggers mogelijk verplicht om een gepast, naar behoren ondertekend IRS Form W-8 te bezorgen. Bedragen die aan een Amerikaanse belastingplichtige belegger worden betaald als dividenden uit een Fonds, of als bruto-opbrengsten uit een terugkoop van Aandelen, zijn doorgaans rapporteerbaar aan de Amerikaanse belastingplichtige belegger en de Amerikaanse belastingdienst op een IRS Form 1099; van belastingen vrijgestelde entiteiten, ondernemingen, niet-Amerikaanse Belastingplichtige Aandeelhouders en bepaalde andere categorieën van Aandeelhouders zouden echter niet onderworpen zijn aan rapportage op een IRS Form 1099 als die Aandeelhouders de Vennootschap een gepast en naar behoren ondertekend IRS Form W-8 of IRS Form W-I, al naargelang het geval, bezorgen, als bewijs van hun vrijstelling. Als er geen gepast en naar behoren ondertekend IRS Form W-8 (in geval van Aandeelhouders die geen Amerikaanse Belastingplichtigen zijn) of IRS Form W-9 (voor Aandeelhouders die Amerikaanse Belastingplichtigen zijn) wordt bezorgd als dat vereist is, kan een Aandeelhouder bronbelasting verschuldigd zijn. Bronbelasting is geen extra belasting. Ingehouden bedragen kunnen worden verrekend met de verplichtingen uit hoofde van de Amerikaanse federale inkomstenbelasting van een Aandeelhouder. Zoals hierboven vermeld kan van Aandeelhouders worden verlangd extra belastingverklaringen en informatie te verstrekken waar de Bestuurders van tijd tot tijd om kunnen verzoeken. Als de gevraagde informatie niet wordt verstrekt, kan een Aandeelhouder aansprakelijk worden gesteld voor de eventuele bronbelasting die daaruit vloortvloeit, kan hij onderworpen worden aan de Amerikaanse belastinginformatie-aangifte en/of kunnen de Aandelen van die Aandeelhouder verplicht worden teruggekocht. Regels voor passieve buitenlandse beleggingsondernemingen
95
De Vennootschap is een passieve buitenlandse beleggingsvennootschap (‘passive foreign investment company’ - ‘PFIC’) in de zin van artikel 1297(a) van de Code. Aandeelhouders die Amerikaanse Belastingplichtigen zijn of direct of indirect eigendom zijn van Amerikaanse Belastingplichtigen, worden met aandrang verzocht om hun eigen fiscaal adviseurs te raadplegen over de toepassing van de regels voor PFIC’s. Amerikaanse belasting op staats- en lokaal niveau Naast de hierboven beschreven gevolgen voor de Amerikaanse federale inkomstenbelastingen, dienen beleggers ook potentiële gevolgen voor de Amerikaanse belasting op staats- en lokaal niveau van een belegging in de Vennootschap in overweging te nemen. De Amerikaanse belastingwetten op staats- en lokaal niveau verschillen vaak van de Amerikaanse wetten inzake de federale inkomstenbelasting. Beleggers dienen bij een onafhankelijke fiscaal adviseur advies in te winnen over Amerikaanse belastingen op staats- en lokaal niveau op basis van de specifieke omstandigheden van de belegger. Belasting in Californië. Als de Vennootschap zoals hoger vermeld wordt ingedeeld als een onderneming ten behoeve van de federale inkomstenbelasting, dan is zij alleen Californische franchisebelasting of vennootschapsbelasting verschuldigd op haar inkomsten van Californische bron. Een niet-Amerikaanse onderneming zoals de Vennootschap kan inkomsten van Californische bron uit directe beleggingen in immateriële persoonlijke eigendommen vermijden als ofwel (1) haar commerciële domicilie buiten California is gevestigd of (2) haar beleggingsactiviteiten binnen een veilige haven vallen, waardoor het haar is toegestaan om voor eigen rekening te handelen in ‘aandelen of effecten’ zonder inkomsten van Californische bron te genereren. De commerciële domicilie van een onderneming is de belangrijkste locatie van waaruit haar handels- of bedrijfsactiviteit wordt geleid of beheerd. De Vennootschap heeft de intentie om ervoor te zorgen dat haar commerciële domicilie niet in Californië is gevestigd. Een factor waar echter rekening mee kan worden gehouden bij de vaststelling van de commerciële domicilie van de Vennootschap, is het feit dat haar beleggingen vanuit Californië worden beheerd. Er kan bijgevolg geen zekerheid worden geboden dat de positie van de Vennootschap gehandhaafd kan worden als die wordt betwist. Bovendien zijn er in deze context bijzonder weinig richtlijnen voor de definitie van ‘effecten’, hoewel de Vennootschap doorgaans de intentie heeft om haar beleggingsactiviteiten uit te voeren op een manier die voldoet aan de veilige haven voor de handel in ‘aandelen of effecten’. Als bijvoorbeeld zou worden beslist dat aan commodity’s gekoppelde swaps en gestructureerde notes, credit default swaps of andere derivaten in deze context geen ‘effecten’ vertegenwoordigen, dan is het mogelijk dat de Vennootschap niet in aanmerking komt volgens de veilige haven voor ‘aandelen of effecten’. Bijgevolg kan er geen zekerheid worden geboden dat de Vennootschap inkomsten van Californische bron kan vermijden. Andere rechtsgebieden Inkomsten die door de Vennootschap worden gerealiseerd uit rechtsgebieden buiten de Verenigde Staten of Ierland, kunnen in die rechtsgebieden onderworpen zijn aan belastingen. Britse belastingoverwegingen De volgende samenvatting van bepaalde relevante belastingbepalingen is gebaseerd op de huidige wetten en praktijken in het VK op de publicatiedatum. Dergelijke wetten en praktijken kunnen veranderen, en de onderstaande samenvatting vormt geen juridisch of fiscaal advies en behandelt niet alle mogelijke fiscale overwegingen. In het bijzonder zullen bepaalde klassen van beleggers onderworpen zijn aan specifieke regels in het VK en hun positie wordt hier niet afzonderlijk behandeld. Bovendien geldt ze alleen voor die Britse Aandeelhouders die Aandelen houden als een belegging, en niet voor diegenen die Aandelen houden als onderdeel van een financiële handelsactiviteit; en geldt ze niet voor Britse Aandeelhouders die zijn vrijgesteld van belastingen of die onderworpen zijn aan bijzondere belastingstelsels.
96
Potentiële beleggers dienen hun eigen professionele adviseurs te raadplegen over de relevante belastingoverwegingen die van toepassing zijn op de aankoop, het houden en de vervreemding van Aandelen en de ontvangst van uitkeringen volgens de wetten van het land waarvan zij staatsburger of ingezetene zijn of waar zij hun domicilie hebben. Belasting van de Vennootschap De Bestuurders hebben het voornemen de zaken van de Vennootschap zo te beheren en te regelen dat zij geen ingezetene van het VK wordt ten behoeve van de Britse belastingen. Derhalve geldt dat de Vennootschap, indien zij in het Verenigd Koninkrijk geen handelsactiviteiten onderneemt via een vaste inrichting die zich voor belastingdoeleinden in het Verenigd Koninkrijk bevindt, in het Verenigd Koninkrijk geen Britse vennootschapsbelasting zal zijn over haar inkomsten en kapitaalwinsten. De Bestuurders zijn voornemens om de activiteiten van de Vennootschap zo te leiden dat er geen vaste inrichting ontstaat, voor zover dit binnen hun controle ligt, maar er kan niet worden gegarandeerd dat te allen tijde wordt voldaan aan de voorwaarden die noodzakelijk zijn om te vermijden dat er een dergelijke vaste inrichting ontstaat. Rentebaten en andere inkomsten die door de Vennootschap worden ontvangen van een Britse bron kunnen in het VK onderworpen zijn aan bronbelastingen. Belasting van Aandeelhouders Aandelen in de Vennootschap zullen met het oog op de Britse wetgeving voor offshorefondsen belangen in een ‘offshorefonds’ vertegenwoordigen. Elke Aandelenklasse zal in deze context worden behandeld als een afzonderlijk ‘offshorefonds’. Volgens het stelsel voor offshorefondsen dat wordt beschreven in de Britse Offshore Funds (Tax) Regulations 2009 (‘Regulations’) kunnen personen die voor belastingdoeleinden ingezetenen zijn van het VK of hun gewoonlijke verblijfplaats in het VK hebben, inkomstenbelasting (of vennootschapbelasting op inkomsten) verschuldigd zijn op enige winst die ontstaat uit de vervreemding of terugkoop van Aandelen in een offshorefonds. Deze belasting geldt echter niet als Aandelen worden gehouden binnen een bepaalde Klasse die door de Britse belastingdienst HM Revenue & Customs (‘HMRC’) is gecertificeerd als een ‘uitkerend fonds’ (‘distributing fund’) of een ‘rapporterend fonds’ (‘reporting fund’) (zie hierna) gedurende de periode waarin de Aandelen zijn gehouden. Er dient te worden opgemerkt dat een ‘vervreemding’ voor Britse belastingdoeleinden doorgaans een ruil van belangen zou omvatten tussen Fondsen binnen de Vennootschap, en in bepaalde omstandigheden ook een ruil van belangen tussen Aandelenklassen in hetzelfde Fonds van de Vennootschap zou kunnen omvatten. Afhankelijk van hun persoonlijke omstandigheden zullen Aandeelhouders die voor belastingdoeleinden ingezetenen zijn van het VK Britse inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting op dividenden of andere uitkeringen van inkomsten door de Vennootschap verschuldigd zijn, ongeacht of dergelijke uitkeringen worden herbelegd. Rapporteerbare inkomstenbedragen (zie hierna) die meer bedragen dan enige contante uitkering zullen in bepaalde gevallen ook worden beschouwd als veronderstelde dividenden of rente (zie hierna). Status van Brits rapporterend fonds (‘reporting fund’) De Offshore Funds (Tax) Regulations 2009 die zijn geïntroduceerd op 1 december 2009 bepalen dat als een belegger die voor belastingdoeleinden een ingezetene is van het VK of zijn gewoonlijke verblijfplaats heeft in het VK, een belang heeft in een offshorefonds en dat offshorefonds een ‘niet-rapporterend fonds’ (‘non-reporting fund’) is, dat enige winst die die belegger realiseert uit de verkoop of andere vervreemding van dat belang in het VK zal worden belast als inkomsten in plaats van als een kapitaalwinst. In het andere geval, als een belegger die ingezetene is van het VK of zijn gewoonlijke verblijfplaats in het VK
97
heeft een belang houdt in een offshorefonds dat voor alle verslagperioden waarin hij zijn belang houdt een ‘rapporterend fonds’ (‘reporting fund’) was (en een ‘uitkerend fonds’ (‘distributing fund’) vóór 1 januari 2010 als het een bestaand fonds betreft), dan wordt enige winst die gerealiseerd wordt uit de verkoop of andere vervreemding van het belang belast als kapitaalwinst in plaats van als inkomsten; met belastingvermindering voor enige gecumuleerde of herbelegde winsten waarop reeds Britse inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting op inkomsten is geheven (zelfs als dergelijke winsten zijn vrijgesteld van Britse vennootschapsbelasting). In brede termen is een ‘rapporterend fonds’ (‘reporting fund’) een offshorefonds dat voldoet aan bepaalde voorafgaande en jaarlijkse rapportagevereisten aan de Britse belastingdienst en zijn Aandeelhouders. De Bestuurders hebben de intentie om de zaken van de Vennootschap zodanig te beheren dat deze voorafgaande en jaarlijkse plichten worden vervuld en continu zullen worden blijven vervuld voor elke klasse binnen de Vennootschap die vanaf de introductie of vanaf 1 januari 2010 de status van Brits rapporterend fonds wenst te verkrijgen. Dergelijke jaarlijkse plichten omvatten de berekening en de rapportage van de inkomstenrendementen per Aandeel van het offshorefonds voor elke verslagperiode (zoals gedefinieerd voor Britse belastingdoeleinden) aan alle relevante Aandeelhouders (zoals voor deze doeleinden gedefinieerd). Britse Aandeelhouders die hun belangen houden aan het einde van de verslagperiode waarop de gerapporteerde inkomsten betrekking hebben, zijn inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting verschuldigd op het hoogste bedrag van ofwel enige betaalde contante uitkering, ofwel het volledige gerapporteerde bedrag. De gerapporteerde inkomsten zullen worden geacht door Britse Aandeelhouders te zijn gerealiseerd op de datum waarop het rapport door de Bestuurders is uitgegeven, op voorwaarde dat het rapport wordt uitgegeven binnen zes maanden na het einde van het boekjaar van de Fondsen. Zodra voor de relevante klassen van de Britse belastingdienst de status van rapporterend fonds is verkregen, blijft deze status permanent behouden op voorwaarde dat de jaarlijkse vereisten worden vervuld. Het is de intentie van de Bestuurders om de status van Brits rapporterend fonds aan te vragen voor de Aandelenklassen die zijn vermeld in Bijlage 3. Als een offshorefonds gedurende een deel van de tijd waarin de Britse Aandeelhouder zijn belang hield, niet over de status van Brits uitkerend fonds beschikte, en voor de rest van de periode de status van Brits rapporterend fonds verwerft, kan de Aandeelhouder mogelijk bepaalde keuzes maken om enige winst die wordt gerealiseerd bij vervreemding, evenredig te verdelen; de impact daarvan betekent dat Britse ingezeten beleggers die daarvoor opteren de kapitaalwinst of het kapitaalverlies op hun participatie in het Fonds moeten berekenen alsof zij hun participatie op 31 december 2009 hebben vervreemd. Merk op dat als de veronderstelde vervreemding zou leiden tot een verlies, de overgang van het fonds van een niet in aanmerking komend uitkerend fonds naar een wel in aanmerking komend rapporterend fonds automatisch verloopt, maar dat er geen concreet verlies ontstaat. Als de veronderstelde vervreemding leidt tot een winst, dan zal die worden belast als inkomsten en zal er voor bepaalde Britse ingezeten beleggers belasting moeten worden betaald aan de Britse belastingdienst. Het deel van de winst dat werd gerealiseerd in de periode waarin het offshorefonds een rapporterend fonds was, zou worden belast als een kapitaalwinst. In deze omstandigheden kunnen er vanaf de datum waarop de status van het offshorefonds wijzigt, binnen vastgestelde tijdslimieten dergelijke keuzes worden gemaakt. Als er geen keuze wordt gemaakt, zal de Britse Aandeelhouder niet profiteren van de behandeling als kapitaalwinst bij de vervreemding of terugkoop van aandelen, ongeacht of het fonds de status van ‘rapporterend fonds’ geniet. Als de Fondsen / Aandelenklassen de status van Brits rapporterend fonds verkrijgen, zullen Britse Aandeelhouders die dergelijke aandelen houden aan het einde van elke ‘rapportageperiode’ (zoals gedefinieerd voor Britse belastingdoeleinden) mogelijk Britse inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting verschuldigd zijn op hun aandeel van een Klasse met ‘gerapporteerde inkomsten’, voor zover dit bedrag meer bedraagt dan enige ontvangen dividenden. De begrippen ‘gerapporteerde inkomsten’, ‘rapportageperiode’ en de implicaties daarvan worden hierboven besproken. Zowel dividenden als gerapporteerde inkomsten zullen worden behandeld als ontvangen dividenden van een buitenlandse onderneming, tenzij ze worden gekenmerkt als rente. Indien de gerapporteerde
98
inkomsten worden gekenmerkt als rente, is de fiscale behandeling voor Aandeelhouders die Britse ingezeten natuurlijke personen zijn en Aandeelhouders die Britse vennootschappen zijn, zoals hierna beschreven. Als Britse ingezeten natuurlijke personen van de Vennootschap dividenden of gerapporteerde inkomsten ontvangen, is er mogelijk een niet-terugbetaalbaar fiscaal verrekenbaar tegoed gelijk aan 10% van het dividend plus het fiscaal verrekenbaar tegoed, dat kan worden verrekend met hun belastingverplichting. Als de Fondsen echter meer dan 60% ‘in aanmerking komende beleggingen’ houden (zie hierna), dan wordt elke uitkering behandeld als rente in de handen van de Britse belegger die een natuurlijke persoon is. Dit betekent dat er geen fiscaal verrekenbaar tegoed beschikbaar zal zijn en dat de geldende belastingtarieven diegene zijn die gelden voor rente. Volgens wijzigingen die zijn geïntroduceerd in de Corporation Tax Act 2009, zijn Britse ingezeten vennootschappelijke Aandeelhouders mogelijk vrijgesteld van belasting op dividenden die door de Vennootschap zijn betaald afhankelijk van hun omstandigheden en op voorwaarde dat er bepaalde voorwaarden zijn vervuld, met ingang van 1 juli 2009. Bovendien zouden uitkeringen aan niet-Britse vennootschappen die in het VK een handelsactiviteit uitvoeren via een vaste inrichting in het VK ook binnen de vrijstelling van de Britse vennootschapsbelasting op dividenden moeten vallen, voor zover de Aandelen die door die vennootschap worden gehouden door die vaste inrichting worden gebruikt of voor die vaste inrichting worden gehouden. Gerapporteerde inkomsten zullen in deze context op dezelfde wijze worden behandeld als een dividenduitkering. Volgens het belastingstelsel voor bedrijfsschuld in het VK wordt elke vennootschappelijke Aandeelhouder die Britse vennootschapsbelasting verschuldigd is, belast op de stijging van de reële waarde van zijn participatie (en niet op de vervreemding) of zal hij enige equivalente waardedaling in mindering kunnen brengen op zijn belastingen, als de beleggingen die worden gehouden door het offshorefonds waarin de Aandeelhouder belegt, bestaan uit meer dan 60% (in waarde) ‘in aanmerking komende beleggingen’. In aanmerking komende beleggingen zijn ruim genomen beleggingen die direct of indirect een rendement opleveren in de vorm van rente. Een offshorefonds voldoet op enig moment niet aan de test voor niet in aanmerking komende beleggingen als zijn beleggingen voor meer dan 60 procent (volgens marktwaarde) bestaan uit, onder andere, schuldbewijzen van overheden of bedrijven, geld geplaatst tegen rente of participaties in unittrustregelingen of offshorefondsen die zelf niet voldoen aan de test voor niet in aanmerking komende beleggingen. Britse bepalingen ter bestrijding van belastingontduiking De aandacht van natuurlijke personen die hun gewoonlijke verblijfplaats in het VK hebben voor belastingdoeleinden, wordt gevestigd op de bepalingen van artikel 714 tot 751 (inclusief) van de Britse Income Tax Act 2007, waardoor zij inkomstenbelasting verschuldigd kunnen zijn op de niet-uitgekeerde inkomsten van het Fonds. Deze bepalingen zijn gericht op het voorkomen van het ontwijken van de inkomstenbelasting door particulieren via transacties die resulteren in de overdracht van activa of inkomsten aan personen (waaronder vennootschappen) die buiten het Verenigd Koninkrijk zijn gevestigd of gedomicilieerd. Deze bepalingen kunnen er dan ook toe leiden dat zij inkomstenbelasting verschuldigd zijn op niet-uitgekeerde inkomsten van de Vennootschap op jaarbasis. De wetgeving is niet gericht op de belasting van vermogenswinsten. Als de zeggenschap over de Vennootschap voor Britse belastingdoeleinden in handen is van personen (ongeacht of het vennootschappen, natuurlijke personen of andere entiteiten betreft) die voor deze doeleinden ingezetenen zijn van het Verenigd Koninkrijk, of in handen is van twee personen waarvan er één voor deze doeleinden een ingezetene is van het Verenigd Koninkrijk en die ten minste 40 procent van de belangen, rechten en bevoegdheden heeft waardoor de twee personen samen de zeggenschap over de Vennootschap uitoefenen en de andere ten minste 40 procent en ten hoogste 55 procent van die belangen, rechten en bevoegdheden heeft, dan is de Vennootschap in het kader van Hoofdstuk IV van Deel XVII van de Britse Income and Corporation Taxes Act van 1988 een ‘buitenlands filiaal’ (‘controlled foreign company’). Als een Britse ingezeten vennootschap, ofwel alleen ofwel samen met personen die
99
voor Britse belastingdoeleinden met haar zijn verbonden of geassocieerd, een belang heeft in 25 procent of meer van de ‘belastbare winst’ van een buitenlands filiaal, dan kan de Britse ingezeten vennootschap Britse belasting verschuldigd zijn op een bedrag dat wordt berekend op basis van haar evenredige belang in die belastbare winst. De belastbare winsten van een buitenlands filiaal omvatten niet zijn vermogenswinsten. Aandeelhouders die Britse ingezeten vennootschappen zijn dienen bijgevolg te beseffen dat zij in bepaalde omstandigheden mogelijk Britse belasting verschuldigd zijn voor een bedrag dat wordt berekend op basis van de niet-uitgekeerde winst van het Fonds, en dienen zelf professioneel fiscaal advies in te winnen. Deze wetgeving is niet gericht op de belasting van vermogenswinsten. Vennootschappelijke Aandeelhouders dienen op te merken dat deze regels momenteel opnieuw worden beoordeeld, nadat de Europese Commissie heeft betwist dat ze in overeenstemming zijn met het recht van de EU. Het is echter nog niet bekend welke wijzigingen in voorkomend geval aan deze bepalingen zullen worden aangebracht. De aandacht van personen die ingezetenen zijn van of hun gewoonlijke verblijfplaats in het VK hebben voor belastingdoeleinden (en die, indien het natuurlijke personen betreft, voor deze doeleinden ook hun domicilie in het VK hebben), wordt gevestigd op de bepalingen van artikel 13 van de Taxation of Chargeable Gains Act van 1992 (‘Artikel 13’). Artikel 13 geldt voor elke dergelijke persoon waarvan het evenredige belang in het Fonds (als Aandeelhouder of anderszins als een ‘deelnemer’ in het Fonds voor Britse belastingdoeleinden) als dat wordt samengevoegd met dat van personen die met die persoon zijn verbonden, 10% of meer bedraagt als tegelijkertijd de zeggenschap over het Fonds wordt uitgeoefend op een zodanige wijze dat het voor die doeleinden, als het voor belastingdoeleinden een ingezetene van het VK was geweest, een ‘gesloten’ vennootschap zou zijn. Als de bepalingen van Artikel 13 worden toegepast, zouden ze ertoe kunnen leiden dat een dergelijke Aandeelhouder ten behoeve van de Britse belasting van belastbare winsten zou worden behandeld alsof een deel van enige belastbare winst die toekomt aan het Fonds, direct aan de Aandeelhouder was toegekomen, waarbij dat deel gelijk is aan het deel van de winst dat overeenstemt met het evenredige belang van die Aandeelhouder in de Vennootschap als ‘deelnemer’. Stamp Duty Reserve Tax (‘SDRT’) Tenzij er voor een potentiële Aandeelhouder een vrijstelling geldt (zoals voor tussenpersonen krachtens artikel 88A van de Finance Act van 1986), zijn potentiële Aandeelhouders ‘stamp duty reserve tax’ (of zegelrechten) tegen het tarief van 0,5% verschuldigd op de verwerving van aandelen in vennootschappen die zijn opgericht in het Verenigd Koninkrijk of die in het Verenigd Koninkrijk een aandelenregister bijhouden voor latere inschrijvingen op Aandelen, en die kan ontstaan bij de overdracht van beleggingen aan Aandeelhouders bij terugkoop. Omdat de Vennootschap niet in het Verenigd Koninkrijk is opgericht en het aandeelhoudersregister buiten het Verenigd Koninkrijk zal worden bijgehouden, zullen er geen zegelrechten verschuldigd zijn op de overdracht van, de inschrijving op of de terugkoop van Aandelen, tenzij zoals hierboven beschreven. Er zullen geen zegelrechten verschuldigd zijn op voorwaarde dat alle schriftelijke documenten waardoor Aandelen in de Vennootschap worden overgedragen, te allen tijde buiten het Verenigd Koninkrijk worden opgemaakt en bijgehouden.
100
VERSLAGEN, REKENINGEN EN BEKENDMAKING VAN PARTICIPATIES De Vennootschap zal een jaarverslag en gecontroleerde rekeningen opstellen per 31 december in elk kalenderjaar, en een halfjaarverslag en niet-gecontroleerde rekeningen per 30 juni in elk jaar. Het gecontroleerde jaarverslag en de gecontroleerde rekeningen zullen binnen vier maanden na het einde van het boekjaar van de Vennootschap worden gepubliceerd, en haar halfjaarverslag zal binnen 2 maanden na het einde van de halfjaarperiode worden gepubliceerd. Deze documenten zullen in elk geval aan inschrijvers worden aangeboden alvorens zij een contract sluiten, zullen op verzoek gratis aan Aandeelhouders worden bezorgd en zullen beschikbaar zijn voor het publiek op het kantoor van de Administrateur. Als een Fonds of een Klasse genoteerd is, zullen het jaarverslag en het halfjaarverslag binnen respectievelijk 6 maanden en 4 maanden na het einde van de betreffende verslagperiode worden bezorgd aan de Irish Stock Exchange. Tenzij anders vermeld in een relevant Fondssupplement, zal de Vennootschap de portefeuilleparticipaties van elk Fonds elk kalenderkwartaal openbaar bekendmaken. De informatie zal ten vroegste beschikbaar worden gesteld op de eerste Werkdag 60 dagen na het einde van het kwartaal, en zal beschikbaar blijven tot het schema voor het volgende kwartaal wordt gepubliceerd. De Bestuurders kunnen naar eigen goeddunken eerder portefeuille-informatie beschikbaar stellen aan alle Aandeelhouders in een Fonds (via de website van het Fonds of anderszins) als zij dat gepast achten. Tenzij anders vermeld in een relevant Fondssupplement, kan de Vennootschap niet-openbare informatie over participaties van de Fondsen delen met dienstverleners, inclusief subadviseurs voor de Vennootschap die dergelijke informatie mogelijk nodig hebben om hun contractuele plichten ten aanzien van de Fondsen te vervullen. De Vennootschap kan niet-openbare informatie over de portefeuilleparticipaties van een Fonds ook eerder dan 60 dagen na het einde van een kwartaal of frequenter bekendmaken aan bepaalde analisten van gemeenschappelijke beleggingsfondsen, prijsstellingsdiensten, kredietbeoordelaars en entiteiten die ratings verstrekken en entiteiten volgen zoals Morningstar en Lipper Analytical Services, of andere entiteiten of derden (inclusief entiteiten die de portefeuilleparticipaties van een Fonds analyseren en analyse- of andere diensten verstrekken (maar niet noodzakelijk de informatie over de participatie zelf) aan Aandeelhouders of potentiële Aandeelhouders) die dergelijke informatie voor legitieme bedrijfsdoeleinden ontvangen. Als niet-openbare informatie over participaties aan een derde moet worden bekendgemaakt, dan is die derde mogelijk verplicht om een overeenkomst te sluiten met de Vennootschap of de Beleggingsadviseur over de bekendmaking van dergelijke informatie. Bovendien kan informatie over portefeuilleparticipaties van Fondsen die betrekking hebben op effecten in gebreke, noodlijdende effecten, effecten die geconfronteerd worden met een negatieve kredietgebeurtenis (in deze context ook een ratingverlaging door een erkend ratingbureau of indien het effecten zonder rating betreft, die door de Beleggingsadviseur worden beschouwd alsof ze een ratingverlaging hebben ondergaan) op elk moment worden bekendgemaakt nadat die bekendmaking in ruime mate is verspreid via de website van de Fondsen of via andere middelen. Niettegenstaande enige bepaling die in dit deel is vermeld, kan de Vennootschap naar eigen goeddunken beslissen om de portefeuilleparticipaties van een Fonds op verzoek van een Aandeelhouder in dat Fonds (of diens naar behoren aangestelde vertegenwoordiger of afgevaardigde) al dan niet bekend te maken op niet-openbare en frequentere basis, op voorwaarde dat de Aandeelhouder (of diens naar behoren aangestelde vertegenwoordiger of afgevaardigde) een overeenkomst heeft gesloten met de Vennootschap of de Beleggingsadviseur voor de bekendmaking van dergelijke informatie. Voor zover de Vennootschap niet-openbare informatie over participaties verstrekt aan een Aandeelhouder in een Fonds, zal de Vennootschap diezelfde informatie over participaties op verzoek verstrekken aan enige andere Aandeelhouder in het Fonds op voorwaarde dat die Aandeelhouder (of diens naar behoren aangestelde vertegenwoordiger of afgevaardigde) een overeenkomst heeft gesloten met de Vennootschap of de Beleggingsadviseur voor de bekendmaking van dergelijke informatie.
101
Het bovenvermelde beleid verbiedt de Vennootschap niet om openbaar niet-specifieke en/of samengevatte informatie over een Fonds te verspreiden die bijvoorbeeld een beeld kan geven over de kwaliteit of de aard van de portefeuille van het Fonds, zonder specifieke effectenparticipaties van het Fonds te identificeren. Niettegenstaande enige andere bepaling in het Prospectus of een Fondssupplement, zal niets de Vennootschap beperken of verhinderen om informatie over portefeuilleparticipaties bekend te maken om te voldoen aan de wetten en voorschriften van een relevant rechtsgebied waar Aandelen van de Vennootschap worden verkocht, of om dergelijke informatie op verzoek bekend te maken aan een bevoegde rechtbank.
102
ALGEMENE INFORMATIE Oprichting en aandelenkapitaal De Vennootschap is op 10 december 1997 opgericht en geregistreerd in Ierland krachtens de Companies Acts, 1963 tot 2013 en de Verordeningen, als een beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal, met registratienummer 276928. Op de datum van dit Prospectus is het toegestaan aandelenkapitaal van de Vennootschap EUR 38.092, verdeeld over 30.000 inschrijveraandelen van elk EUR 1,27 en 500.000.000.000 Aandelen zonder nominale waarde die aanvankelijk zijn aangemerkt als niet-geclassificeerde Aandelen. Op zeven na zijn alle oorspronkelijke 30.000 uitgegeven inschrijveraandelen teruggekocht.
Inschrijveraandelen geven de houders geen recht op dividenden en bij een ontbinding geven zij de houders recht op het bedrag dat zij hierop hebben volgestort, maar geven zij geen recht om anderszins te delen in de activa van de Vennootschap. Details van de stemrechten die gelden voor inschrijveraandelen zijn samengevat onder de titel ‘Stemrechten’ hieronder. De Statuten bepalen dat alle inschrijveraandelen die niet worden gehouden door PIMCO Global Advisors (Ireland) Limited of zijn aangestelden, verplicht door de Vennootschap kunnen worden teruggekocht.
De Statuten staan toe dat de Bestuurders Aandelen in een Fonds aanmerken als een Klasse met een verschillende kostenstructuur en/of andere bijzondere kenmerken, zoals voor het betreffende Fonds zal worden beschreven.
Oprichtingsakte en Statuten De Oprichtingsakte van de Vennootschap bepaalt dat de Vennootschap is opgericht met als enige doel de collectieve belegging in overdraagbare effecten en/of andere liquide financiële activa, zoals vermeld in Verordening 45 van de Verordeningen, van kapitaal opgehaald bij het publiek, en dat de Vennootschap werkt volgens het principe van risicospreiding in overeenstemming met de Verordeningen. De Statuten bevatten de volgende bepalingen:
(i)
Verschillende rechten. De rechten van elke Aandelenklasse kunnen, ongeacht of de Vennootschap al dan niet wordt geliquideerd, worden gewijzigd of afgeschaft met de schriftelijke instemming van de houders van drie vierde van de uitgegeven Aandelen van die Klasse, of met de goedkeuring van een Speciaal Besluit dat is goedgekeurd op een aparte algemene vergadering van de houders van die Aandelenklasse. Op elke dergelijke aparte algemene vergadering zijn de bepalingen van de Statuten met betrekking tot algemene vergaderingen van toepassing, doch zo dat het vereiste quorum op een dergelijke vergadering (voor zover het geen verdaagde vergadering betreft) als volgt is: twee personen die ten minste één derde van de uitgegeven Aandelen houden in de desbetreffende Klasse of die bij volmacht Aandelen van de desbetreffende Klasse vertegenwoordigen en, in geval van een verdaagde vergadering, één persoon die Aandelen houdt van de desbetreffende Klasse of zijn gevolmachtigde. Elke houder van de Aandelen van de betreffende Klasse die persoonlijk aanwezig is of die bij volmacht wordt vertegenwoordigd, kan om een schriftelijke stemming verzoeken. De rechten verleend aan de houders van de uitgegeven Aandelen van een Klasse met preferente of andere rechten worden niet geacht te worden gewijzigd door het creëren of uitgeven van verdere Aandelen van gelijke rang, tenzij uitdrukkelijk vermeld in de uitgiftevoorwaarden van de Aandelen van die Klasse.
(ii)
Stemrechten. De Statuten bepalen dat bij een handopsteking elke Aandeelhouder die persoonlijk aanwezig
103
is of door een gevolmachtigde wordt vertegenwoordigd, recht heeft op één stem; bij een schriftelijke stemming heeft elke Aandeelhouder die persoonlijk aanwezig is of door een gevolmachtigde wordt vertegenwoordigd, recht op één stem voor elk heel Aandeel dat hij houdt en bij een schriftelijke stemming van alle houders van Aandelen van meer dan één Klasse zullen de stemrechten van Aandeelhouders tijdelijk worden aangepast op een manier die door de Bestuurders wordt bepaald, teneinde de laatste berekende terugkoopprijs per Aandeel van elk van de betreffende Klassen te weerspiegelen. Bij een schriftelijke stemming heeft elke houder van een inschrijveraandeel die persoonlijk aanwezig is of door een gevolmachtigde wordt vertegenwoordigd, recht op één stem voor zijn deelneming van dat Aandeel. (iii)
Wijziging in aandelenkapitaal. De Vennootschap kan haar kapitaal van tijd tot tijd bij gewoon besluit verhogen met het bedrag dat in het gewone besluit is voorgeschreven. Ook kan de Vennootschap haar aandelenkapitaal van tijd tot tijd bij gewoon besluit wijzigen (niet verlagen) door het volledige aandelenkapitaal of een deel ervan samen te voegen en te verdelen in Aandelen van een hoger bedrag dan de bestaande Aandelen, en ook door haar Aandelen of een deel ervan te verdelen in Aandelen van een kleiner bedrag of door Aandelen te annuleren die op de datum waarop het gewoon besluit wordt aangenomen niet door enige persoon zijn genomen of waarvoor niemand heeft ingestemd ze te nemen. Naast enig recht van de Vennootschap dat specifiek door de Statuten is verleend om haar aandelenkapitaal te verlagen, mag de Vennootschap van tijd tot tijd bij speciaal besluit haar aandelenkapitaal op elke manier verlagen, en in het bijzonder – zonder afbreuk te doen aan het algemene karakter van de voorgaande bevoegdheid – mag zij de verplichting op enige van haar Aandelen uit hoofde van niet-volgestort aandelenkapitaal beëindigen of verminderen of, ongeacht of de verplichting op enige van haar Aandelen wordt beëindigd of verminderd, volgestort aandelenkapitaal annuleren dat verloren is of dat niet door beschikbare activa wordt vertegenwoordigd, of volgestort aandelenkapitaal dat meer bedraagt dan de vereisten van de Vennootschap. De Vennootschap kan haar aandelenkapitaal tevens te allen tijde, voor zover de wet zulks toelaat, bij speciaal besluit verminderen.
(iv)
Belangen van Bestuurders. Geen Bestuurder of persoon die voornemens is Bestuurder te worden zal door zijn functie worden gediskwalificeerd om een contract af te sluiten met de Vennootschap, als leverancier, aankoper of anderszins, noch zal een dergelijk contract of enig contract dat of enige overeenkomst die door of namens de Vennootschap wordt afgesloten waarin een Bestuurder op enige wijze een belang heeft, nietig kunnen worden verklaard, noch zal een Bestuurder die aldus een contract afsluit of aldus een belang heeft aan de Vennootschap verantwoording moeten afleggen voor winsten die door een dergelijk contract of een dergelijke overeenkomst worden gerealiseerd om de reden dat die Bestuurder die functie uitoefent of om de vertrouwensrelatie die daardoor bestaat, maar de aard van dit belang moet door hem worden verklaard op de vergadering van de Bestuurders waarop de kwestie van het aangaan van het contract of de overeenkomst voor het eerst in beschouwing wordt genomen, of, indien de Bestuurder op de datum van die vergadering geen belang had in het voorgestelde contract of de voorgestelde overeenkomst, op de volgende vergadering van de Bestuurders die wordt gehouden nadat hij een belang heeft verworven, en ingeval een Bestuurder een belang verwerft in een contract of een overeenkomst nadat dit of deze is afgesloten, op de eerste vergadering van de Bestuurders die wordt gehouden nadat hij aldus het belang verwerft. Een Bestuurder mag niet stemmen of worden meegeteld in het quorum voor enig contract of enige overeenkomst waarin hij een wezenlijk belang heeft dat anders is dan het belang uit hoofde van zijn belang in aandelen of schuldbewijzen of andere effecten in of via de Vennootschap. Indien dit wel gebeurt, zal zijn stem niet worden geteld. Het voorgaande verbod is echter niet van toepassing op: (a) een contract of overeenkomst van een Bestuurder om Aandelen of schuldbewijzen van de Vennootschap of enige van haar dochterondernemingen zeker te stellen of te onderschrijven; (b) enig contract of besluit om een Bestuurder enige zekerheid of enige schadeloosstelling te verschaffen voor geld dat door hem is uitgeleend of verplichtingen die door hem zijn aangegaan ten gunste van de Vennootschap of enige van haar dochterondernemingen; (c) enig contract of enige transactie met een rechtspersoon waarbij het enige belang van een Bestuurder is dat hij een bestuurder, lid of crediteur is van deze rechtspersoon, maar hij niet de houder is van of een economisch belang heeft in 1% of meer van de uitgegeven aandelen van een willekeurige klasse van die rechtspersoon, of van een derde rechtspersoon waaruit zijn belang wordt afgeleid, of van de
104
stemrechten die beschikbaar zijn voor leden van de betreffende vennootschap (waarbij een dergelijk belang ten behoeve van deze Statuten in alle omstandigheden wordt beschouwd als een wezenlijk belang). De bovenvermelde verbodsbepalingen kunnen door de Vennootschap bij gewoon besluit op elk moment worden opgeschort of in enige mate versoepeld, ofwel algemeen ofwel voor een specifiek contract, een specifieke regeling of een specifieke transactie. De Vennootschap mag in een algemene vergadering bij gewoon besluit enige transactie bekrachtigen die niet naar behoren is geautoriseerd door enige overtreding van deze paragraaf (iv). Een algemene schriftelijke kennisgeving die door een Bestuurder aan de Bestuurders wordt gegeven waarin is vermeld dat hij een lid is van een bepaalde vennootschap of een bepaald kantoor, en hij beschouwd moet worden als belanghebbende in een contract dat vervolgens met die vennootschap of dat kantoor kan worden afgesloten, zal (indien die Bestuurder deze kennisgeving betekent op een vergadering van de Bestuurders of redelijke stappen zal ondernemen om te waarborgen dat deze kennisgeving wordt besproken en gelezen op de volgende vergadering van de Bestuurders nadat ze is gegeven) beschouwd worden als een afdoende verklaring van belang met betrekking tot enig aldus afgesloten contract. Indien op een vergadering een vraag rijst over de materialiteit van het belang van een Bestuurder, of over het recht van een Bestuurder om te stemmen, en deze kwestie niet wordt opgelost door zijn vrijwillige instemming zich van de stemming te onthouden, zal deze kwestie worden verwezen naar de Voorzitter van de vergadering, en zijn oordeel over enige andere Bestuurder dan hijzelf is definitief en beslissend, behalve in een geval waarin de aard of de reikwijdte van de belangen van de betrokken Bestuurder niet op eerlijke wijze is bekendgemaakt. Ongeacht zijn belang mag een Bestuurder worden meegeteld in het aanwezige quorum op enige vergadering waarop enig contract of enige regeling waarin hij een wezenlijk belang heeft, wordt besproken (behalve met betrekking tot zijn aanstelling voor enige functie of betaalde positie binnen de Vennootschap), en hij mag aldaar stemmen over alle andere zaken dan degene waarvoor hij hierboven van de stemming is uitgesloten. (v)
Bevoegdheid tot het aangaan van leningen. De Vennootschap kan alleen op tijdelijke basis leningen aangaan en het totale bedrag van dergelijke leningen mag niet meer bedragen dan 10% van de Intrinsieke waarde van elk Fonds. Met inachtneming van deze limiet kunnen de Bestuurders alle bevoegdheden tot het aangaan van leningen namens de Vennootschap uitoefenen en kunnen zij haar activa alleen als zekerheid voor dergelijke leningen vestigen in overeenstemming met de bepalingen van de ICBEVerordeningen.
(vi)
Uittreding van Bestuurders. Bestuurders gaan niet met pensioen volgens een beurtrol en hoeven na hun aanstelling niet opnieuw te worden verkozen op een algemene vergadering.
(vii)
Vergoeding van Bestuurders. De Bestuurders hebben recht op een vergoeding tegen een tarief dat van tijd tot tijd wordt vastgesteld door de Vennootschap en wordt vermeld in het Prospectus.
(viii) Overdracht van Aandelen. Behalve zoals hierna bepaald in ‘Vorm van de Aandelen, aandelencertificaten en overdracht van Aandelen’, zijn de Aandelen vrij overdraagbaar en bieden zij gelijke rechten op de winsten en dividenden van het Fonds waarvan zij deel uitmaken en op de activa ervan bij vereffening. De Aandelen die zonder nominale waarde zijn en bij uitgifte volledig betaald dienen te worden, bieden geen preferente of voorkooprechten. (ix)
Dividenden. De Bestuurders mogen op tijdstippen die zij gepast achten dividenden declareren en betalen of herbeleggen, waaronder interimdividenden op de Aandelen of op enige Klasse van Aandelen, die volgens de Bestuurders gerechtvaardigd zijn door de winsten, zijnde (i) de nettobeleggingsinkomsten die bestaan uit rente en dividenden, (ii) gerealiseerde winsten op de vervreemding van beleggingen min gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen en (iii) andere middelen (inclusief kapitaal) die wettelijk kunnen worden uitgekeerd (inclusief vergoedingen en kosten), zoals bepaald in overeenstemming met de
105
algemeen aanvaarde boekhoudprincipes van het betreffende Fonds en inclusief de aangroei van disagio min de afschrijving van agio’s op de beleggingen van het betreffende Fonds indien de beleggingen van dat Fonds worden gewaardeerd op basis van de kostprijs min gecumuleerde afschrijvingen. De Bestuurders mogen, bij besluit van de Vennootschap in de algemene vergadering, de aan de Aandeelhouders verschuldigde dividenden geheel of gedeeltelijk in speciën uitkeren van de activa van de Vennootschap en in het bijzonder van beleggingen waarop de Vennootschap recht heeft. Alle niet-opgevraagde dividenden op Aandelen mogen worden belegd of op andere wijze door de Bestuurders worden gebruikt ten gunste van de Vennootschap tot ze worden opgevraagd. Op dividenden zal geen rente verschuldigd zijn door de Vennootschap. Dividenden die na een periode van zes jaar vanaf de datum waarop het betreffende dividend is gedeclareerd, niet zijn opgeëist, verjaren en komen toe aan het betreffende Fonds. (x)
Fondsen. De Bestuurders dienen een apart Fonds op te richten op de volgende manier: (a) de Vennootschap zal een aparte boekhouding bijhouden waarin alle transacties met betrekking tot het betreffende Fonds worden geboekt en, in het bijzonder, de opbrengsten van de toekenning en uitgifte van Aandelen van dat Fonds, de Beleggingen en de verplichtingen en de inkomsten en uitgaven die daaraan zijn toe te rekenen, zullen worden toegerekend aan of ten laste worden gebracht van dat Fonds en, in voorkomend geval, worden toegewezen of toegerekend aan de betreffende klasse van Aandelen of types van Aandelen die in het Fonds zijn uitgegeven, onderworpen aan de bepalingen van de Statuten; (b)
enige activa die van andere activa zijn afgeleid (contant of anderszins) die in een Fonds zijn vervat, zullen in de administratie van de Vennootschap worden toegerekend aan hetzelfde Fonds als het actief waarvan het is afgeleid en enige stijging of daling in de waarde van dat actief zal aan het betreffende Fonds worden toegerekend;
(c)
ingeval er enige activa van de Vennootschap zijn (die niet zijn toe te rekenen aan inschrijveraandelen) waarvan de Bestuurders niet menen dat ze aan een bepaald Fonds of bepaalde Fondsen zijn toe te rekenen, zullen de Bestuurders deze activa met de goedkeuring van de Bewaarder toewijzen aan en spreiden over een of meer Fondsen, op een wijze en volgens een methode die zij naar eigen goeddunken eerlijk en billijk achten; en de Bestuurders hebben de bevoegdheid om, met de goedkeuring van de Bewaarder, deze methode te wijzigen voor activa die voorheen niet zijn toegewezen, en kunnen dit te allen tijde en van tijd tot tijd doen;
(d)
voor elk Fonds zullen de verplichtingen, uitgaven, kosten, lasten of reserves van de Vennootschap met betrekking tot dat Fonds of die zijn toe te rekenen aan dat Fonds in rekening worden gebracht, en enige verplichtingen, uitgaven, kosten, lasten of reserves van de Vennootschap die niet aan een bepaald Fonds of bepaalde Fondsen zijn toe te rekenen, zullen door de Bestuurders, met de goedkeuring van de Bewaarder, worden gespreid en in rekening worden gebracht op een wijze en volgens een methode die de Bestuurders naar eigen goeddunken eerlijk en billijk achten, en de Bestuurders hebben de bevoegdheid om, met de goedkeuring van de Bewaarder, een dergelijke methode te wijzigen, en zij kunnen dit te allen tijde en van tijd tot tijd doen, inclusief, indien de omstandigheden het toestaan, het opnieuw spreiden van deze verplichtingen, uitgaven, kosten, lasten en reserves;
(e)
indien, als gevolg van een crediteur die bepaalde activa van de Vennootschap gerechtelijk vervolgt of anderszins, verplichtingen, uitgaven, kosten, lasten of reserves op een andere manier zouden worden gedragen dan op de manier waarop ze zouden worden gedragen volgens paragraaf (d) hierboven, of in soortgelijke omstandigheden, mogen de Bestuurders in de boekhouding en de administratie van de Vennootschap enige activa overdragen van en naar een Fonds;
(f)
indien de activa van de Vennootschap (in voorkomend geval) die zijn toe te schrijven aan de inschrijveraandelen, resulteren in enige nettowinst, kunnen de Bestuurders activa die deze nettowinsten vertegenwoordigen toekennen aan dat Fonds of die Fondsen, zoals zij gepast achten. Behoudens zoals anderszins bepaald in de Statuten, zullen de activa die in elk Fonds worden
106
gehouden alleen worden toegerekend voor de Aandelen van de Klasse waarop dat Fonds betrekking heeft. (xi)
Ontbinding. De Statuten bevatten de volgende bepalingen: (a) een Fonds kan door de Bestuurders naar eigen goeddunken worden geliquideerd door een schriftelijke kennisgeving aan de Bewaarder in een van de volgende gevallen: (1) indien de Intrinsieke waarde van het betreffende Fonds lager is dan een bedrag dat door de Bestuurders voor dat Fonds is bepaald; (2) indien een Fonds niet langer erkend wordt of anderszins officieel goedgekeurd is; (3)
(b)
(c)
(d)
indien een wet wordt goedgekeurd waardoor het illegaal of naar de mening van de Bestuurders praktisch niet haalbaar of niet aan te bevelen is om het betreffende Fonds aan te houden. De beslissing van de Bestuurders in elk van de hier opgegeven gevallen is definitief en bindend voor alle betrokken partijen, maar de Bestuurders kunnen niet aansprakelijk worden gesteld indien zij er niet in slagen het betreffende Fonds krachtens deze bepalingen van de Statuten of anderszins te liquideren. met inachtneming van de bepalingen van de Companies Acts 1963 tot 2013 zal, indien de Vennootschap wordt ontbonden, de vereffenaar de activa van elk Fonds op zo’n manier en in zo’n volgorde toerekenen als hij geschikt acht tot voldoening van de claims van crediteuren die betrekking hebben op dat Fonds. De vereffenaar zal met betrekking tot de activa die beschikbaar zijn voor uitkering aan de leden in de administratie van de Vennootschap overdrachten doen van en naar Fondsklassen zoals nodig zijn om te garanderen dat de claims van crediteuren worden toegewezen in overeenstemming met de volgende bepalingen. de activa die beschikbaar zijn voor uitkering aan de Aandeelhouders worden vervolgens met de volgende prioriteit toegerekend: (1) ten eerste, voor de betaling aan de houders van de Aandelen van elk Fonds, een som in de valuta waarin dat Fonds is uitgedrukt of in een andere valuta die door de vereffenaar is geselecteerd die zo dicht mogelijk gelijk is (tegen een wisselkoers die door de vereffenaar wordt bepaald) aan de Intrinsieke waarde van de Aandelen van, of in voorkomend geval de relevante klasse of het relevante type van Aandelen van dat Fonds die door dergelijke houders respectievelijk worden gehouden op de begindatum van de ontbinding, op voorwaarde dat het betreffende Fonds over voldoende activa beschikt om een dergelijke betaling mogelijk te maken. Ingeval er onvoldoende activa beschikbaar zijn in het betreffende Fonds om deze betaling te kunnen doen, kan aanspraak worden gemaakt op: (A) ten eerste, de activa van de Vennootschap die niet in enige van de Fondsen zijn vervat; en (B) ten tweede, op de activa die in het Fonds overblijven voor de andere Klassen van Aandelen (nadat de bedragen zijn betaald waarop de houders van de Aandelen van de Klassen waarop zij betrekking hebben respectievelijk recht hebben ingevolge deze paragraaf (1)) pro rata aan de totale waarde van dergelijke activa die binnen elk dergelijk Fonds overblijven. (2) ten tweede wordt aan de houders van inschrijveraandelen maximaal de nominale waarde uitgekeerd ten laste van de activa van de Vennootschap die niet tot een bepaald Fonds behoren en die na toepassing van het bepaalde onder (c)(1)(A) hierboven zijn overgebleven. In het geval dat de bovenvermelde activa onvoldoende zijn om de volledige betaling te kunnen doen, kan geen aanspraak worden gemaakt op de activa die in enige van de Fondsen zijn vervat. (3) ten derde, voor de betaling aan de houders van Aandelen van enig saldo dat overblijft in de betreffende Fondsen, waarbij een dergelijke betaling evenredig wordt gedaan met het aantal uitgegeven Aandelen in het betreffende Fonds. (4) ten vierde, voor de betaling aan de houders van de Aandelen van enig saldo dat overblijft en niet in enig Fonds is vervat, waarbij die betaling evenredig wordt gedaan met het aantal gehouden Aandelen. indien de Vennootschap wordt ontbonden (ongeacht of het gaat om een vrijwillige vereffening, een
107
vereffening onder toezicht of een vereffening door de rechtbank) kan de vereffenaar, met de bevoegdheid van een speciaal besluit en enige andere sanctie die door de Ierse Companies Acts van 1963 tot 2013 is vereist, tussen de Aandeelhouders alle of enig deel van de activa van de Vennootschap verdelen, en ongeacht of de activa al dan niet bestaan uit eigendommen van één aard, en kan hij voor dit doel aan een of meer klassen van eigendommen enige waarde toeschrijven die hij eerlijk acht, en kan hij besluiten hoe de verdeling tussen de Aandeelhouders of de verschillende klassen van Aandeelhouders zal worden uitgevoerd. De vereffenaar kan met deze zelfde bevoegdheid enig deel van de activa onvoorwaardelijk toezeggen aan beheerders van trusts ten gunste van de Aandeelhouders die de vereffenaar, met dezelfde bevoegdheid, geschikt acht, en de vereffening van de Vennootschap kan worden beëindigd en de Vennootschap ontbonden, doch op die wijze dat geen Aandeelhouder verplicht zal zijn enig actief te aanvaarden waarop er een verplichting rust. Als een Aandeelhouder daarom verzoekt, zal de Vennootschap ervoor zorgen dat de activa namens de Aandeelhouder worden vervreemd en zal zij de contante opbrengsten aan de Aandeelhouder betalen. De prijs die wordt verkregen bij een vervreemding kan verschillen van de prijs waartegen de activa zijn gewaardeerd bij de vaststelling van de Intrinsieke waarde, en de Vennootschap is niet aansprakelijk voor enig aldus ontstaan verschil. (xii)
Aandelenkwalificatie. De Statuten bevatten geen aandelenkwalificatie voor Bestuurders.
Vorm van Aandelen, aandelencertificaten en overdracht van Aandelen Aandelen zullen alleen worden uitgegeven op naam. Er worden geen aandelencertificaten uitgegeven. De inschrijving in het register van Aandeelhouders wordt normaal binnen vijf Werkdagen na de Handelsdag waarop Aandelen zijn toegewezen schriftelijk bevestigd, op voorwaarde dat de betaling voor die Aandelen is ontvangen. Aandelen in elk Fonds zijn overdraagbaar via een schriftelijk document dat wordt ondertekend door (of, in het geval van een overdracht door een rechtspersoon, ondertekend namens of verzegeld door) de overdragende partij. In geval van overlijden van een van de gezamenlijke Aandeelhouders zal/zullen de overlevende(n) de enige persoon/personen zijn die door de Vennootschap word(t)(en) erkend als de persoon/personen die recht heeft/hebben op of een belang heeft/hebben in de Aandelen die geregistreerd zijn op naam van die gezamenlijke Aandeelhouders. De registratie van een overdracht kan door de Bestuurders worden geweigerd als ofwel de overdragende partij ofwel de verkrijgende partij na de overdracht Aandelen zou houden met een waarde van minder dan de Minimumparticipatie voor het betreffende Fonds zoals vermeld in ‘Kerninformatie over aandelentransacties’ hierboven. De Aandelen zijn niet en zullen niet worden geregistreerd in het kader van de Wet van 1933, of in het kader van enige toepasselijke wetten op staatsniveau, en de Aandelen mogen niet direct of indirect worden overgedragen aan of ten gunste van enige Amerikaanse Persoon (‘U.S. Person’) (zoals dat begrip wordt gebruikt in Regulation S van de Wet van 1933), behalve ingevolge registratie of krachtens een vrijstelling. De definitie van ‘Amerikaanse Persoon’ is vermeld in het deel ‘Definities’. Rechtsgeschillen en arbitrage De Vennootschap is geen verwerende partij bij enig geschil of enige arbitrage, noch zijn de Bestuurders zich op de datum van dit Prospectus bewust van enige lopende of dreigende geschillen of arbitrages tegen de Vennootschap. Belangen van Bestuurders (a) Er bestaan geen dienstcontracten tussen de Vennootschap en haar Bestuurders, noch zijn er dergelijke contracten voorgesteld.
108
(b) Op de datum van dit Prospectus had geen Bestuurder een direct of indirect belang in enige activa die zijn verworven, of waarvoor is voorgesteld ze te verwerven, of die zijn vervreemd door, of uitgegeven aan de Vennootschap, en geen Bestuurder heeft een wezenlijk belang in enig contract dat of enige overeenkomst die op de datum hiervan bestaat en ongebruikelijk is in aard en voorwaarden of belangrijk met betrekking tot de activiteiten van de Vennootschap. (c) Op de datum van dit Prospectus hebben de Bestuurders noch enige Verbonden Personen een economisch belang in het aandelenkapitaal van de Vennootschap, noch enige opties met betrekking tot dat kapitaal, behalve zoals hierna beschreven: (i) Om het even welke Allianz- of PIMCO-entiteit kan van tijd tot tijd tijdelijk beleggen in elk Fonds van de Vennootschap om beginkapitaal te verschaffen voor de introductie van een Fonds of om een andere reden indien dat noodzakelijk wordt geacht voor het effectieve beheer van een Fonds. (d) William R. Benz, Craig A. Dawson, David M. Kennedy, Ryan Blute en Michael J. Meagher, de Bestuurders van de Vennootschap, zijn eveneens Bestuurders van PIMCO Global Advisors (Ireland) Limited. Er wordt biografische informatie over hen verstrekt in het deel ‘Beheer en administratie’ onder de titel ‘Bestuurders van de Vennootschap en de Beheerder’. Belangrijke contracten De onderstaande contracten zijn aangegaan buiten de normale gang van zaken die de Vennootschap voornemens is te voeren en zijn of kunnen van materieel belang zijn:
(a)
De Beheerovereenkomst van 28 januari 1998 zoals gewijzigd door de Side Letter van 14 juni 2006 en zoals die van tijd tot tijd opnieuw kan worden gewijzigd tussen de Vennootschap en de Beheerder; deze overeenkomst bepaalt dat de aanstelling van de Beheerder van kracht zal blijven tenzij en tot zij wordt beëindigd door een van beide partijen die de andere partij minstens 90 dagen vooraf schriftelijk in kennis stelt, hoewel de overeenkomst in bepaalde omstandigheden onmiddellijk kan worden beëindigd door een schriftelijke kennisgeving door een partij aan de andere; deze overeenkomst bevat bepaalde vrijwaringen van de Vennootschap ten gunste van de Beheerder die beperkt zijn om zaken uit te sluiten die het gevolg zijn van nalatigheid, kwade trouw, fraude of opzettelijk verzuim van de Beheerder bij de uitvoering of de niet-uitvoering van zijn verplichtingen of taken in het kader van de overeenkomst.
(b)
De Bewaarovereenkomst tussen de Bewaarder, de Vennootschap en de Beheerder van 30 oktober 2008, zoals aangevuld op 16 september 2009 en 11 oktober 2011(en zoals van tijd tot tijd opnieuw kan worden gewijzigd tussen de Vennootschap, de Beheerder en de Bewaarder), krachtens welke de Bewaarder is aangesteld als bewaarder van de activa van de Vennootschap. De Bewaarovereenkomst kan door elke partij worden beëindigd via een schriftelijke kennisgeving die 90 dagen vooraf aan de andere partij wordt betekend, of onmiddellijk via een schriftelijke kennisgeving in bepaalde omstandigheden zoals de insolventie van een partij of een niet-gecorrigeerde schending van de overeenkomst na kennisgeving hiervan, met dien verstande dat de Bewaarder als bewaarder zal blijven optreden tot er door de Vennootschap een opvolger is aangesteld als bewaarder die door de Centrale Bank is goedgekeurd of tot de toelating van de Vennootschap door de Centrale Bank wordt ingetrokken. De Bewaarder heeft de bevoegdheid om zijn taken te delegeren, maar zijn aansprakelijkheid wordt niet beïnvloed door het feit dat hij alle activa in zijn bewaring of een deel daarvan heeft toevertrouwd aan een derde partij. De Bewaarder dient met de nodige zorg een derde partij als bewaringsagent te selecteren en aan te stellen en dient ervoor te zorgen dat de derde partij over de expertise, bevoegdheid en standing beschikt en deze zal handhaven om zich op gepaste wijze te kwijten van de betreffende verantwoordelijkheden. De Bewaarder dient een gepast niveau van toezicht te houden op de bewaringsagent, en dient van tijd tot tijd te controleren of de agent zijn verplichtingen nog steeds op competente wijze vervult. De Bewaarovereenkomst bepaalt dat de Bewaarder door de Vennootschap en de Beheerder zal worden
109
gevrijwaard van en schadeloosgesteld voor alle of enige verliezen, verplichtingen, eisen, schade, kosten, claims of uitgaven van welke aard en oorsprong ook (inclusief maar zonder beperking redelijke juridische vergoedingen die volledig worden vergoed en andere kosten, lasten en uitgaven die ontstaan bij het afdwingen of het proberen af te dwingen van deze vergoeding) die mogelijk ontstaan voor de Bewaarder in zijn functie van bewaarder (inclusief maar zonder beperking het handelen naar aanleiding van gepaste instructies) en die niet het gevolg zijn van het feit dat hij, zonder dat dit te rechtvaardigen is, zijn verplichtingen niet of niet naar behoren nakomt. (c)
De Administratieovereenkomst tussen de Administrateur en de Beheerder van 30 oktober 2008 (zoals van tijd tot tijd opnieuw kan worden gewijzigd tussen de Vennootschap, de Beheerder en de Administrateur) krachtens welke deze laatste is aangesteld als Administrateur om de zaken van de Vennootschap te beheren volgens de voorwaarden van de Administratieovereenkomst. De Administratieovereenkomst kan door elke partij worden beëindigd via een schriftelijke kennisgeving die 90 dagen vooraf wordt betekend, of onmiddellijk via een schriftelijke kennisgeving in bepaalde omstandigheden zoals de insolventie van een partij of een niet-gecorrigeerde schending van de overeenkomst na kennisgeving hiervan. De Administrateur heeft de bevoegdheid om zijn taken te delegeren met de voorafgaande goedkeuring van de Centrale Bank. De Overeenkomst bepaalt dat de Beheerder akkoord gaat om de Administrateur te vrijwaren tegen en schadeloos te stellen voor enige en alle verliezen, claims, schade, verplichtingen of kosten (inclusief redelijke juridische vergoedingen en kosten) die het gevolg zijn van een claim, eis, rechtsvordering of rechtszaak in verband met of als gevolg van de uitvoering van zijn verplichtingen en taken in het kader van de Administratieovereenkomst, en die niet voortvloeien uit een schending van de Overeenkomst door de Administrateur of het opzettelijk verzuim, de kwade trouw, fraude of nalatigheid van de Administrateur bij de uitvoering van die verplichtingen en taken. De Overeenkomst bepaalt eveneens dat de Administrateur akkoord gaat om de Beheerder en de Vennootschap te vrijwaren van en schadeloos te stellen voor enige en alle verliezen, claims, schade, verplichtingen of kosten (inclusief redelijke juridische vergoedingen en kosten) die het gevolg zijn van een claim, eis, rechtsvordering of rechtszaak in verband met of als gevolg van de uitvoering van hun verplichtingen en taken in het kader van de Overeenkomst, en die niet voortvloeien uit een schending van de Overeenkomst door de Beheerder.
(d)
De Beleggingsadviesovereenkomst van 22 december 2005, zoals gewijzigd, tussen PIMCO en de Beheerder. Deze overeenkomst bepaalt dat de aanstelling van PIMCO van kracht zal blijven tenzij en tot ze door een van beide partijen wordt beëindigd die de andere partij niet minder dan 90 dagen vooraf schriftelijk in kennis stelt, hoewel de overeenkomst in bepaalde omstandigheden onmiddellijk kan worden beëindigd door een schriftelijke kennisgeving van een partij aan de andere; deze overeenkomst bevat bepaalde vrijwaringen ten gunste van PIMCO die beperkt zijn om zaken uit te sluiten die ontstaan als gevolg van nalatigheid, fraude, kwade trouw of opzettelijk verzuim van PIMCO bij de uitvoering of nietuitvoering van zijn verplichtingen of taken in het kader van de overeenkomst.
(e)
De Beleggingsadviesovereenkomst van 22 december 2005, zoals gewijzigd, tussen PIMCO Europe Ltd en de Beheerder. Deze overeenkomst bepaalt dat de aanstelling van PIMCO Europe Ltd van kracht zal blijven tenzij en tot ze wordt beëindigd door een van beide partijen die de andere niet minder dan 90 dagen vooraf schriftelijk in kennis stelt, hoewel de overeenkomst in bepaalde omstandigheden onmiddellijk kan worden beëindigd via een schriftelijke kennisgeving van een partij aan de andere; deze overeenkomst bevat bepaalde vrijwaringen ten gunste van PIMCO Europe Ltd die zijn beperkt om zaken uit te sluiten die ontstaan als gevolg van nalatigheid, fraude, kwade trouw of opzettelijk verzuim van PIMCO Europe Ltd bij de uitvoering of niet-uitvoering van zijn verplichtingen of taken in het kader van de overeenkomst.
(f)
De Distributieovereenkomst van 19 maart 2001 tussen de Beheerder en PIMCO Europe Ltd (en zoals deze van tijd tot tijd opnieuw kan worden gewijzigd tussen de Beheerder en PIMCO Europe Ltd). Deze overeenkomst bepaalt dat de aanstelling van de Distributeur van kracht zal blijven tenzij en tot zij wordt beëindigd door een van beide partijen die de andere partij minstens 90 dagen vooraf schriftelijk in kennis stelt, hoewel de overeenkomst in bepaalde omstandigheden onmiddellijk kan worden beëindigd door een
110
schriftelijke kennisgeving door een partij aan de andere; deze overeenkomst bevat bepaalde vrijwaringen door de Beheerder ten gunste van de Distributeur, die beperkt zijn om zaken uit te sluiten die het gevolg zijn van nalatigheid, roekeloosheid, fraude, kwade trouw of opzettelijk wangedrag van de Distributeur bij de uitvoering van zijn taken. (g)
De Beleggingsadviesovereenkomst van 4 april 2013, zoals gewijzigd, tussen PIMCO Deutschland GmbH en de Beheerder. Deze overeenkomst bepaalt dat de aanstelling van PIMCO Deutschland GmbH van kracht zal blijven tenzij en tot zij wordt beëindigd door een van beide partijen die de andere partij minstens 90 dagen vooraf schriftelijk in kennis stelt, hoewel de overeenkomst in bepaalde omstandigheden onmiddellijk kan worden beëindigd door een schriftelijke kennisgeving door een partij aan de andere; deze overeenkomst bevat bepaalde vrijwaringen ten gunste van PIMCO Deutschland GmbH, die beperkt zijn om zaken uit te sluiten die het gevolg zijn van nalatigheid, fraude, kwade trouw, roekeloosheid of opzettelijk verzuim van PIMCO Deutschland GmbH bij de uitvoering of niet-uitvoering van zijn verplichtingen of taken in het kader van de overeenkomst.
(h)
De Beleggingsadviesovereenkomst van 4 april 2013, zoals gewijzigd, tussen PIMCO Asia Pte Ltd. en de Beheerder. Deze overeenkomst bepaalt dat de aanstelling van PIMCO Asia Pte Ltd. van kracht zal blijven tenzij en tot zij wordt beëindigd door een van beide partijen die de andere partij minstens 90 dagen vooraf schriftelijk in kennis stelt, hoewel de overeenkomst in bepaalde omstandigheden onmiddellijk kan worden beëindigd door een schriftelijke kennisgeving door een partij aan de andere; deze overeenkomst bevat bepaalde vrijwaringen ten gunste van PIMCO Asia Pte Ltd., die beperkt zijn om zaken uit te sluiten die het gevolg zijn van nalatigheid, fraude, kwade trouw, roekeloosheid of opzettelijk verzuim van PIMCO Asia Pte Ltd. bij de uitvoering of niet-uitvoering van zijn verplichtingen of taken in het kader van de overeenkomst.
Varia Behalve zoals vermeld onder ‘Oprichting en aandelenkapitaal’ hierboven is er geen aandelenkapitaal of leenkapitaal van de Vennootschap uitgegeven, of ermee ingestemd dit uit te geven, onder een optie of anderszins. Op de datum van dit Prospectus heeft de Vennootschap geen leenkapitaal (inclusief langetermijnleningen) dat uitstaand is of gecreëerd is maar niet uitgegeven, noch enige uitstaande hypotheken, schuldpapieren of huurkoopverbintenissen of financiële leaseverbintenissen. Vanaf de datum van dit Prospectus zullen de Fondsen geen effecten verwerven van emittenten die betrokken zijn bij bedrijfsactiviteiten die verboden zijn door het Verdrag van Oslo / het VN-verdrag inzake clustermunitie. Om te bepalen of een onderneming al dan niet betrokken is bij dergelijke bedrijfsactiviteiten kan de Beleggingsadviseur zich baseren op (a) rapporten die gebaseerd zijn op onderzoek door instellingen die gespecialiseerd zijn in de screening van ondernemingen op hun naleving van de genoemde verdragen, en/of (b) informatie die is verstrekt door andere leveranciers die relevante informatiekanalen aanbieden met betrekking tot clustermunitiefabrikanten, en/of (c) antwoorden van een emittent in het kader van de beleggersrelatieactiviteiten, en/of (d) andere publiek beschikbare informatie. De evaluaties kunnen worden opgesteld door de Beleggingsadviseur zelf of kunnen worden verkregen van derden, inclusief andere vennootschappen binnen de PIMCO-groep. Behalve zoals vermeld onder de titel ‘Belangen van Bestuurders’ hierboven heeft geen Bestuurder enig belang in de promotie van of in enig eigendom dat is verworven of voorgesteld te worden verworven door de Vennootschap. Tenzij zoals kan voortvloeien uit de overeenkomsten die de Vennootschap heeft afgesloten en die zijn vermeld onder ‘Belangrijke contracten’ hierboven, of enige andere voldane vergoedingen, provisies of kosten, is geen bedrag of voordeel betaald of gegeven aan een promotor van de Vennootschap, noch bestaat het voornemen hiertoe.
111
Behalve zoals vermeld in dit Prospectus, zijn geen provisies, kortingen, makelaarsvergoedingen of andere speciale voorwaarden betaald of toegekend, noch zijn deze betaalbaar voor de inschrijving of de instemming om in te schrijven, of de bezorging van inschrijvingen of de instemming om inschrijvingen te bezorgen op enige Aandelen of leenkapitaal van de Vennootschap. Documenten ter inzage Een exemplaar van de volgende documenten kan op Werkdagen en tijdens de normale kantooruren worden geraadpleegd op het hoofdkantoor van de Vennootschap en op het kantoor van de Administrateur: (a) (b) (c) (d)
de Oprichtingsakte en de Statuten van de Vennootschap; de belangrijke contracten die hierboven zijn vermeld; de ICBE-Verordeningen; en de ICBE-Kennisgevingen uitgegeven door de Centrale Bank.
Exemplaren van de jaar- en halfjaarverslagen en de Oprichtingsakte en de Statuten kunnen gratis worden verkregen bij de Administrateur.
112
BIJLAGE 1 – GEREGLEMENTEERDE MARKTEN Hieronder volgt een lijst van gereglementeerde effectenbeurzen en markten met een regelmatige werking, die erkend zijn en die open zijn voor het publiek waarop de activa van elk Fonds van tijd tot tijd kunnen worden belegd. De lijst is in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. Met uitzondering van toegestane beleggingen in nietgenoteerde effecten of deelbewijzen van instellingen voor collectieve belegging van het open type, zijn de beleggingen beperkt tot de onderstaande effectenbeurzen en markten. De Centrale Bank geeft geen lijst uit van erkende effectenbeurzen of markten. De effectenbeurzen en markten die zijn vermeld in het prospectus, komen uit de volgende lijst. (i) elke effectenbeurs die:-- gevestigd is in een Lidstaat; of -
gevestigd in een van de volgende landen:- Australië, Canada, Japan, Hongkong, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Zwitserland, de Verenigde Staten; of
-
elke effectenbeurs vermeld in de volgende lijst:Argentinië Argentinië Argentinië Argentinië Argentinië Bahrein Bangladesh Bangladesh Bermuda Botswana Brazilië Brazilië Brazilië Brazilië Brazilië Brazilië Brazilië Brazilië Brazilië Brazilië Chili Chili China (Volksrepubliek) China (Volksrepubliek) Colombia Colombia Colombia Kroatië Egypte Egypte Ghana Hongkong Hongkong IJsland India India India India India India
Bolsa de Comercio de Buenos Aires Bolsa de Comercio de Cordoba Bolsa de Comercio de Rosario Bolsa de Comercio de Mendoza Bolsa de Comercio de La Plata Bahrain Stock Exchange Dhaka Stock Exchange Chittagong Stock Exchange Bermuda Stock Exchange Botswana Stock Exchange Bolsa de Valores de Rio de Janeiro Bolsa de Valores da Bahia-Sergipe-Alagoas Bolsa de Valores do Extremo Sul Bolsa de Valores Minas-Espírito Santo-Brasília Bolsa de Valores do Paraná Bolsa de Valores de Pernambuco e Paraiba Bolsa de Valores de Santos Bolsa de Valores de São Paulo Bolsa de Valores Regional Brazilian Futures Exchange Bolsa de Comercio de Santiago Bolsa Electronica de Chile Shanghai Securities Exchange Shenzhen Stock Exchange Bolsa de Bogota Bolsa de Medellin Bolsa de Occidente Zagreb Stock Exchange Alexandria Stock Exchange Cairo Stock Exchange Ghana Stock Exchange Hong Kong Futures Exchange Ltd Hong Kong Stock Exchange Iceland Stock Exchange Bangalooru Stock Exchange Calcutta Stock Exchange Chennai Stock Exchange Cochin Stock Exchange Delhi Stock Exchange Gauhati Stock Exchange 113
India India India India India India India India Indonesië Indonesië Israël Jordanië Kenia Korea Koeweit Maleisië Mauritius Mexico Marokko Nigeria Nigeria Nigeria Namibië Pakistan Pakistan Pakistan Peru Filippijnen Rusland Saoedi-Arabië Singapore Zuid-Afrika Zuid-Korea Zuid-Korea Sri Lanka Taiwan (Republiek China) Taiwan (Republiek China) Thailand Turkije Oekraïne Uruguay Venezuela Venezuela Venezuela Zambia Zimbabwe -
Hyderabad Stock Exchange Ludhiana Stock Exchange Magadh Stock Exchange Mumbai Stock Exchange National Stock Exchange of India Pune Stock Exchange The Stock Exchange – Ahmedabad Uttar Pradesh Stock Exchange Jakarta Stock Exchange Surabaya Stock Exchange Tel-Aviv Stock Exchange Amman financiële Market Nairobi Stock Exchange Korea Stock Exchange Kuwait Stock Exchange Kuala Lumpur Stock Exchange Stock Exchange of Mauritius Bolsa Mexicana de Valores Societe de la Bourse des Valeurs de Casablanca Nigerian Stock Exchange in Lagos Nigerian Stock Exchange in Kaduna Nigerian Stock Exchange in Port Harcourt Namibian Stock Exchange Islamabad Stock Exchange Karachi Stock Exchange Lahore Stock Exchange Bolsa de Valores de Lima Philippine Stock Exchange Russian Trading System Saudi Stock Exchange Singapore Stock Exchange Johannesburg Stock Exchange Korea Stock Exchange KOSDAQ Market Colombo Stock Exchange Taiwan Stock Exchange Corporation Gre Tai Securities Market Stock Exchange of Thailand Istanbul Stock Exchange Ukrainian Stock Exchange Bolsa de Valores de Montevideo Caracas Stock Exchange Maracaibo Stock Exchange Venezuela Electronic Stock Exchange Lusaka Stock Exchange Zimbabwe Stock Exchange
elk van de volgende markten:
Internationaal:De markt georganiseerd door de International Capital Market Association. In Canada:De over-the-countermarkt in Canadese Overheidsobligaties, gereglementeerd door de Investment Dealers Association of Canada. In Europa:NASDAQ Europe. (Deze markt is een recent gevormde markt en het algemene liquiditeitsniveau is mogelijk niet even gunstig als dat op meer gevestigde beurzen). 114
De Chinese interbancaire obligatiemarkt, gereguleerd door de Chinese Centrale Bank, de People’s Bank of China. In het Verenigd Koninkrijk:De markt die wordt geleid door de ‘genoteerde geldmarktinstellingen’, zoals beschreven in de publicatie van de Bank of England ‘The Regulation of the Wholesale Cash and OTC Derivatives Markets under Section 43 of the FSA (de ‘Grey Paper’) as amended from time to time (in Sterling, foreign currency and bullion)’; en; AIM, de Alternative Investment Market in het VK, gereguleerd en geleid door de London Stock Exchange; en De London International Financial Futures and Options Exchange (LIFFE); en De London Securities and Derivatives Exchange. In Frankrijk:De Franse markt voor ‘Titres de Créance Négociables’ (over-the-countermarkt in verhandelbare schuldinstrumenten). In Japan:De over-the-counter markt in Japan gereguleerd door de Securities Dealers Association of Japan. In Rusland:Aandeleneffecten genoteerd op het Russian Trading System (RTS) Moscow Interbank Currency Exchange (MICEX) In Singapore: SESDAQ (het tweede niveau van de Singapore Stock Exchange); en De Singapore International Monetary Exchange. In de Verenigde Staten:NASDAQ in de Verenigde Staten; en De markt in Amerikaanse overheidseffecten geleid door primaire handelaars gereglementeerd door de Federal Reserve Bank of New York; en De over-the-countermarkt in de Verenigde Staten, geleid door de National Association of Securities Dealers Inc. (ook beschreven als de over-the-countermarkt in de Verenigde Staten die geleid wordt door primaire en secundaire handelaars en gereglementeerd door de Securities and Exchange Commission en door de National Association of Securities Dealers (en door bankinstellingen die zijn gereglementeerd door de US Comptroller of the Currency, het Federal Reserve System of de Federal Deposit Insurance Corporation)). -
Alle derivatenbeurzen waarop toegestane financiële derivaten genoteerd kunnen zijn of verhandeld kunnen worden:
-
in een Lidstaat;
-
in een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte (Europese Unie, Noorwegen en IJsland maar zonder Liechtenstein);
in Azië, op de -
China Financial Futures Exchange; Hong Kong Exchanges & Clearing; Jakarta Futures Exchange; Korea Futures Exchange; Korea Stock Exchange; Kuala Lumpur Options and Financial Futures Exchange; Bursa Malaysia Derivatives Berhad;
115
-
National Stock Exchange of India; Osaka Mercantile Exchange; Osaka Securities Exchange; Shanghai Futures Exchange; Singapore Commodity Exchange; Singapore Exchange; Stock Exchange of Thailand; Taiwan Futures Exchange; Taiwan Stock Exchange; The Stock Exchange, Mumbai; Tokyo International Financial Futures Exchange; Tokyo Stock Exchange;
in Australië, op de -
Australian Stock Exchange; Sydney Futures Exchange;
in Brazilië op de Bolsa de Mercadorias & Futuros; in Israël op de Tel-Aviv Stock Exchange; in Mexico op de Mexican Derivatives Exchange (MEXDER); in Zuid-Afrika op de South African Futures Exchange; in Zwitserland op Eurex (Zurich) in Turkije op Turkdex (Istanbul) in de Verenigde Staten, op de -
American Stock Exchange; Chicago Board of Trade; Chicago Board Options Exchange; Chicago Mercantile Exchange; Eurex US; International Securities Exchange; New York Futures Exchange; New York Board of Trade; New York Mercantile Exchange; Pacific Stock Exchange; Philadelphia Stock Exchange;
in Canada op de Bourse de Montreal; Alleen om de waarde van de activa van een Fonds te bepalen, zal het begrip ‘Erkende Beurs’ geacht worden om met betrekking tot elk door een Fonds gebruikt derivaat, elke georganiseerde beurs of markt te omvatten waarop dat derivaat regelmatig wordt verhandeld. Voorts, en in aanvulling op het bovenstaande, kan elk Fonds beleggen in elk van de volgende effectenbeurzen en markten indien de Vennootschap dat gepast acht en alleen als de Bewaarder kan instaan voor de bewaring en steeds met de goedkeuring van de Centrale Bank:Albanië Armenië Costa Rica Ecuador
Tirana Stock Exchange Yerevan Stock Exchange Bolsa Nacional de Valores Guayaquil Stock Exchange 116
Ecuador Ivoorkust Jamaica Kazachstan (Republiek) Kazachstan (Republiek) Kirgizië Macedonië Papoea-Nieuw-Guinea Papoea-Nieuw-Guinea Puerto Rico Trinidad en Tobago Tunesië Oezbekistan
Quito Stock Exchange Bourse des Valeurs d’Abidjan Jamaica Stock Exchange Central Asia Stock Exchange Kazakhstan Stock Exchange Kyrgyz Stock Exchange Macedonian Stock Exchange Lae Stock Exchange Port Moresby Stock Exchange Stock Exchange in San Juan Trinidad and Tobago Stock Exchange Bourse des Valeurs Mobilieres de Tunis Toshkent Republican Stock Exchange
Voorts en in aanvulling op het bovenstaande kan elk Fonds, indien de Vennootschap dat gepast acht, beleggen op alle derivatenbeurzen in Liechtenstein waarop toegestane financiële derivaten genoteerd kunnen zijn of verhandeld kunnen worden, doch alleen als de Bewaarder bewaardiensten kan leveren en steeds met de goedkeuring van de Centrale Bank.
117
BIJLAGE 2 – BESCHRIJVING VAN EFFECTENRATINGS De beleggingen van een Fonds kunnen in kwaliteit variëren van effecten met een rating in de laagste categorie waarin het Fonds mag beleggen, tot effecten met een rating in de hoogste categorie (volgens Moody’s, S&P of Fitch, of, als de effecten niet over een rating beschikken, die volgens de Beleggingsadviseur van vergelijkbare kwaliteit zijn). Effecten zonder rating worden behandeld alsof ze wel over een rating beschikken op basis van het standpunt van de Beleggingsadviseur over hoe ze in verband staan met effecten die wel over een rating beschikken. Het percentage van het vermogen van een Fonds dat wordt belegd in effecten met een bepaalde rating, varieert. Hierna volgt een beschrijving van de ratings volgens Moody’s, S&P en Fitch voor vastrentende effecten. High Quality Debt Securities (schuldbewijzen van hoge kwaliteit) zijn effecten met een rating in een van de twee hoogste ratingcategorieën (de hoogste categorie voor handelspapier) of, als ze niet over een rating beschikken, die volgens de Beleggingsadviseur van vergelijkbare kwaliteit zijn.
Investment Grade Debt Securities (schuldbewijzen van beleggingskwaliteit) zijn effecten met een rating in een van de vier hoogste ratingcategorieën, of, als ze niet over een rating beschikken, die volgens de Beleggingsadviseur van vergelijkbare kwaliteit zijn.
Below Investment Grade, High Yield Securities (‘Junk Bonds’) (hoogrentende effecten onder beleggingskwaliteit (‘junk bonds’) zijn effecten met een rating van minder dan Baa volgens Moody’s of BBB volgens S&P en vergelijkbare effecten. Ze worden als hoofdzakelijk speculatief beschouwd met betrekking tot het vermogen van de emittent om hoofdsom en rente terug te betalen.
Moody’s Investors Service, Inc. Ratings voor langlopende schuld volgens Moody’s: Obligaties en preferente aandelen Aaa: Obligaties met een Aaa-rating worden geacht van de beste kwaliteit te zijn. Ze gaan gepaard met het kleinste beleggingsrisico en worden doorgaans ‘gilt edge’ of ‘goudgerand’ genoemd. Rentebetalingen worden beschermd door een aanzienlijke of een uitzonderlijk stabiele margin en de hoofdsom is veilig. Hoewel het waarschijnlijk is dat de verschillende beschermende onderdelen zullen veranderen, is het erg onwaarschijnlijk dat dergelijke mogelijke veranderingen schade zullen berokkenen aan de fundamenteel sterke positie van dergelijke emissies. Aa: Obligaties met een Aa-rating worden volgens alle normen geacht van hoge kwaliteit te zijn. Samen met de Aaa-groep vormen ze de categorie van de hoogwaardige obligaties. Hun rating is lager dan die van de beste obligaties omdat de beschermingsmarges mogelijk niet even hoog zijn als die voor Aaa-effecten, of omdat de beschermende elementen grotere schommelingen kunnen vertonen of wegens de aanwezigheid van andere onderdelen waardoor de risico’s op lange termijn enigszins groter zijn dan voor Aaa-effecten. A: Obligaties met een A-rating beschikken over talrijke gunstige beleggingskenmerken en moeten worden beschouwd als obligaties uit de bovenste middencategorie. De factoren die bescherming bieden voor hoofdsom en rente worden als voldoende beschouwd, maar er kunnen elementen zijn die erop wijzen dat die bescherming in de toekomst kan worden ondermijnd. Baa: Obligaties met een Baa-rating worden beschouwd als obligaties uit de middencategorie (dat wil zeggen: ze zijn noch in hoge mate gedekt noch onvoldoende verzekerd). Betalingen van rente en terugbetaling van hoofdsom lijken op dit moment toereikend te zijn, maar mogelijk ontbreken er bepaalde beschermende elementen of mogelijk zijn die naar hun aard onbetrouwbaar over een langere periode. Dergelijke obligaties missen uitstekende beleggingskenmerken en kunnen zelfs ook speculatieve kenmerken hebben. Ba: Obligaties met een Ba-rating worden geacht over speculatieve elementen te beschikken; hun toekomst kan niet worden beschouwd als goed verzekerd. Vaak is de bescherming van betalingen van rente en hoofdsom erg matig, en derhalve niet goed beveiligd gedurende zowel goede als mindere tijden in de toekomst. Obligaties in deze klasse worden gekenmerkt door een onzekere positie. B: Obligaties met een B-rating beschikken doorgaans niet over de kenmerken van een wenselijke belegging. Verzekering van betaling van rente en hoofdsom of voor het conformeren aan andere bepalingen in het contract gedurende een langere periode kan klein zijn. 118
Caa: Obligaties met een Caa-rating hebben een slechte reputatie. De betreffende emittenten komen hun verplichtingen mogelijk niet na of er kunnen risico’s bestaan in verband met hoofdsom of rente. Ca: Obligaties met een Ca-rating vertegenwoordigen obligaties die in hoge mate speculatief zijn. De betreffende emittenten komen hun verplichtingen vaak niet na of vertonen andere belangrijke tekortkomingen. C: Obligaties met een C-rating vormen de laagste klasse van waardering, en emissies met een dergelijke rating kunnen worden beschouwd als emissies met uitzonderlijk slechte vooruitzichten om ooit enige reële beleggingsreputatie te bereiken. Moody’s gebruikt in zijn ratingsysteem voor bedrijfsobligaties de cijfers 1, 2 en 3 om een onderscheid te maken in elke generieke rating van Aa tot en met Caa. Het cijfer 1 betekent dat het effect deel uitmaakt van het hogere uiteinde van de generieke ratingcategorie; het cijfer 2 wijst op een plaats in het midden van de categorie; en het cijfer 3 geeft aan dat de emissie behoort tot het lagere uiteinde van zijn generieke ratingcategorie.
Ratings voor kortlopende schuld van bedrijven Moody’s ratings voor kortlopende schuld zijn opinies over het vermogen van emittenten om bevoorrechte schuldverplichtingen met een oorspronkelijke looptijd van maximaal één jaar tijdig terug te betalen. Verplichtingen die gebaseerd zijn op ondersteuningsmechanismen zoals kredietbrieven en honoreringsgaranties zijn uitgesloten tenzij ze uitdrukkelijk over een rating beschikken. Moody’s hanteert de volgende drie aanduidingen, die alle geacht worden van beleggingskwaliteit te zijn, om de relatieve terugbetalingscapaciteit van beoordeelde emittenten aan te geven: PRIME-1: Emittenten met een rating van Prime-1 (of ondersteunende instellingen) hebben een superieur vermogen voor de terugbetaling van bevoorrechte kortlopende schuldverplichtingen. Het terugbetalingsvermogen aangeduid als Prime-1 blijkt vaak uit veel van de volgende kenmerken: leidende marktposities in goed gevestigde sectoren; een hoog rendement op aangewend kapitaal; conservatieve kapitalisatiestructuur die slechts in bescheiden mate een beroep doet op schuld en met een ruime activabescherming; een brede marge in de winstdekking van vaste financiële kosten en hoge intern gegenereerde kasstromen; en een goede toegang tot een waaier van financiële markten en zekere bronnen van alternatieve liquiditeit. PRIME-2: Emittenten met een rating van Prime-2 (of ondersteunende instellingen) beschikken over een sterk vermogen voor de terugbetaling van bevoorrechte kortlopende schuldverplichtingen. Dit blijkt normaliter uit veel van de bovenvermelde kenmerken, zij het in mindere mate. De winsttendensen en dekkingsratio’s zijn solide maar kunnen in grotere mate schommelen. De kapitalisatiekenmerken zijn gepast, maar kunnen in grotere mate worden beïnvloed door externe omstandigheden. Er worden ruime alternatieve liquide middelen gehandhaafd. PRIME-3: Emittenten met een rating van Prime-3 (of ondersteunende instellingen) beschikken over een aanvaardbaar vermogen voor de terugbetaling van bevoorrechte kortlopende schuldverplichtingen. Het effect van sectorale kenmerken en de samenstelling van de markt kan meer uitgesproken zijn. Schommelingen in opbrengsten en winstgevendheid kunnen leiden tot veranderingen in het niveau van de schuldbeschermingsmaatregelen en kunnen een relatief hoge financiële hefboomwerking vereisen. Er worden voldoende alternatieve liquide middelen gehandhaafd. NIET PRIME: Emittenten met een rating van Niet Prime vallen niet in een van de Prime-ratingcategorieën. Ratings voor kortlopende gemeenteobligaties Er zijn drie ratingcategorieën voor kortlopende gemeenteobligaties die een situatie van beleggingskwaliteit definiëren. Ze worden hieronder vermeld. In geval van variable rate demand obligations (VRDO’s) wordt er een rating van twee componenten toegewezen. Het eerste element vertegenwoordigt een beoordeling van het risiconiveau dat gepaard gaat met de geplande betalingen van hoofdsom en rente, en het andere vertegenwoordigt een beoordeling van de risicograad die gepaard gaat met het kenmerk van de opeisbaarheid. De kortetermijnrating die aan het opeisbaarheidskenmerk van de VRDO’s wordt toegekend, wordt aangemerkt als VMIG. Als het langlopende of het kortlopende aspect van een VRDO niet over een rating beschikt, dan wordt dat deel aangemerkt als NR, bijv. Aaa/NR of NR/VMIG 1. MIG-ratings lopen af bij het verstrijken van de verplichting, terwijl het verstrijken van de VMIG-rating afhangt van de specifieke structurele of kredietkenmerken van elke emissie. MIG 1/VMIG 1: Deze aanduiding wijst op een superieure kwaliteit. Er is een solide bescherming aanwezig door duidelijke kasstromen, superieure liquiditeitsondersteuning of bewezen brede toegang tot de herfinancieringsmarkt. MIG 2/VMIG 2: Deze aanduiding wijst op een solide kwaliteit. De beschermingsmarges zijn ruim, doch niet zo groot als bij de vorige groep. 119
MIG 3/VMIG 3: Deze aanduiding wijst op een aanvaardbare kwaliteit. Alle veiligheidsonderdelen zijn er, maar de ontegensprekelijke kwaliteit van de vorige scores ontbreekt. Liquiditeit en bescherming van kasstromen zijn mogelijk gering en waarschijnlijk is de toegang tot de markt voor herfinanciering beperkter. SG: Deze aanduiding wijst op speculatieve kwaliteit. Schuldinstrumenten in deze categorie hebben geen beschermingsmarges.
Standard & Poor’s Ratings Services Ratings voor bedrijfs- en gemeenteobligaties Beleggingskwaliteit (‘investment grade’) AAA: Schuld met een rating van AAA heeft de hoogste rating die door S&P wordt toegewezen. De capaciteit om rente te betalen en de hoofdsom af te lossen is uitzonderlijk sterk. AA: Schuld met een rating van AA heeft een erg sterke capaciteit om rente te betalen en de hoofdsom af te lossen en verschilt slechts in geringe mate van emissies met de hoogste rating. A: Schuld met een A-rating heeft een sterke capaciteit om rente te betalen en de hoofdsom af te lossen, doch wellicht wat meer ontvankelijk voor negatieve effecten van wijzigingen in de omstandigheden of de economische omgeving dan schuld in de categorieën met een hogere rating. BBB: Schuld met een rating van BBB wordt beschouwd te beschikken over voldoende capaciteit om rente te betalen en de hoofdsom af te lossen. Hoewel schuld uit deze categorie normaliter voldoende beschermingsparameters vertonen, is het waarschijnlijker dat ongunstige economische omstandigheden of veranderende omstandigheden zullen leiden tot een afnemende capaciteit tot rentebetaling en het terugbetalen van de hoofdsom van schuld in deze categorie dan voor schuld in de categorieën met een hogere rating. Van speculatieve kwaliteit Schuld met een rating van BB, B, CCC, CC en C wordt beschouwd als schuld met voornamelijk speculatieve kenmerken met betrekking tot de capaciteit om rente te betalen en de hoofdsom af te lossen. BB wijst op de minst speculatieve rating en C op de meest speculatieve rating. Hoewel dergelijke schuld waarschijnlijk wel enige kwaliteit en beschermende kenmerken heeft, worden deze aspecten tenietgedaan door grote onzekerheden of de grote risicoblootstelling aan ongunstige omstandigheden. BB: Schuld met een rating van BB is op korte termijn minder kwetsbaar om in gebreke te blijven dan andere speculatieve emissies. Wel gaat hij gepaard met belangrijke aanhoudende onzekerheden of een blootstelling aan ongunstige zakelijke, financiële of economische omstandigheden die zouden kunnen leiden tot een onvoldoende capaciteit om betalingen van rente en hoofdsom tijdig te voldoen. De BB-ratingcategorie wordt ook gebruikt voor schuld die is achtergesteld aan bevoorrechte schuld waaraan een werkelijke of geïmpliceerde rating van BBB- is toegewezen. B: Schuld met een B-rating is kwetsbaarder om in gebreke te blijven maar beschikt momenteel over de capaciteit om rentebetalingen en hoofdsomaflossingen te voldoen. Ongunstige zakelijke, financiële of economische omstandigheden zullen wellicht een nadelige invloed hebben op de capaciteit of de bereidheid om rente te betalen en de hoofdsom af te lossen. De B-ratingcategorie wordt ook gebruikt voor schuld die is achtergesteld aan bevoorrechte schuld waaraan een werkelijke of geïmpliceerde rating van BB of BB- is toegewezen.
CCC: Schuld met een rating van CCC heeft een momenteel identificeerbare kwetsbaarheid om in gebreke te blijven en is afhankelijk van gunstige zakelijke, financiële en economische omstandigheden om rente tijdig te betalen en de hoofdsom tijdig af te lossen. In geval van ongunstige zakelijke, financiële of economische omstandigheden is het niet waarschijnlijk dat de emittent de capaciteit heeft om rente te betalen en de hoofdsom af te lossen. De CCCratingcategorie wordt ook gebruikt voor schuld die is achtergesteld aan bevoorrechte schuld waaraan een werkelijke of geïmpliceerde rating van B of B- is toegewezen. CC: De CC-rating wordt doorgaans toegepast op schuld die is achtergesteld aan bevoorrechte schuld waaraan een werkelijke of geïmpliceerde rating van CCC is toegewezen. C: De C-rating wordt doorgaans toegepast op schuld die is achtergesteld aan bevoorrechte schuld waaraan een werkelijke of geïmpliceerde rating van CCC is toegewezen. De C-rating kan worden gebruikt voor een situatie waarin een faillissementsaanvraag is ingediend, maar de schuldaflossingsbetalingen worden voortgezet. CI: De rating CI is voorbehouden voor inkomstenobligaties waarop geen rente wordt betaald. 120
D: Schuld met een D-rating blijft in gebreke bij zijn betalingsverplichtingen. De D-ratingcategorie wordt toegepast indien betalingen van rente of hoofdsom niet zijn verricht op de vervaldatum, zelfs indien de toepasselijke aflossingsvrije periode nog niet is verstreken, tenzij S&P gelooft dat de betalingen alsnog zullen worden verricht binnen die aflossingsvrije periode. De D-rating wordt tevens gebruikt als er een faillissementsaanvraag is ingediend en als de schuldaflossingsbetalingen in gevaar komen. Plus (+) of minus (-): De ratings van AA tot CCC kunnen worden gewijzigd door de toevoeging van een plus- of minteken om de relatieve positie binnen de grote ratingcategorieën weer te geven. Voorlopige ratings: De letter ‘p’ geeft aan dat de rating voorlopig is. Een voorlopige rating veronderstelt de geslaagde voltooiing van het project dat wordt gefinancierd door de schuld waaraan een rating wordt toegekend, en geeft aan dat de betaling van schuldaflossingsvereisten in grote mate of volledig afhankelijk is van de geslaagde en tijdige voltooiing van het project. Hoewel deze rating de kredietkwaliteit na de voltooiing van het project behandelt, verschaft ze geen opmerking over de waarschijnlijkheid of het risico dat de emittent in gebreke blijft als het project niet wordt voltooid. De belegger dient zelf over die waarschijnlijkheid en dat risico te beslissen. r: De ‘r’ wordt toegevoegd om te wijzen op afgeleide, hybride en bepaalde andere verplichtingen die volgens S&P erg volatiel kunnen zijn of waarvan het verwachte rendement aanzienlijk kan schommelen door nietkredietrisico’s. Voorbeelden van dergelijke verplichtingen zijn: effecten waarvan de hoofdsom of rente gekoppeld is aan aandelen, commodity’s of valuta’s; bepaalde swaps en opties; en hypotheekeffecten voor alleen rente of alleen hoofdsom. Als er geen ‘r’-symbool is toegevoegd moet dit niet worden beschouwd als een indicatie dat een verplichting geen volatiliteit of schommelingen in het totaalrendement zal vertonen. N.R.: Not rated of zonder rating. Aan schuldverplichtingen van emittenten buiten de Verenigde Staten en hun grondgebieden wordt op dezelfde basis een rating toegekend als aan binnenlandse emissies van bedrijven en gemeenten. De ratings meten de kredietwaardigheid van de schuldenaar maar houden geen rekening met wisselkoersen en gerelateerde onzekerheden.
Ratingdefinities voor handelspapier Een rating voor handelspapier volgens S&P is een op dit moment geldende beoordeling van de waarschijnlijkheid dat schuld met een oorspronkelijke looptijd van maximaal 365 dagen, tijdig zal worden betaald. Ratings worden onderverdeeld in verschillende categorieën, van A voor obligaties van de hoogste kwaliteit, tot D voor de laagste kwaliteit. Deze categorieën zijn: A-1: Deze hoogste categorie wijst op een sterke veiligheidsgraad voor wat tijdige betaling betreft. Emissies waarvan is vastgesteld dat zij over extreem sterke veiligheidskenmerken beschikken worden voorzien van een plusteken (+). A-2: Bevredigende capaciteit voor tijdige betaling op emissies met deze aanduiding. Relatief gezien zijn ze echter niet even veilig als emissies met een rating van A-1. A-3: Emissies met deze rating hebben voldoende capaciteit voor tijdige betaling. Ze zijn echter kwetsbaarder voor de ongunstige gevolgen van wijzigingen in omstandigheden dan obligaties met de hogere ratings. B: Emissies met een B-rating worden beschouwd als emissies die slechts over een speculatieve capaciteit voor tijdige betaling beschikken. C: Deze rating betalingscapaciteit.
wordt
toegewezen
aan
kortlopende
schuldverplichtingen
met
een
twijfelachtige
D: Schuld met een D-rating blijft in gebreke bij zijn betalingsverplichtingen. De D-ratingcategorie wordt toegepast indien betalingen van rente of hoofdsom niet zijn verricht op de vervaldatum, zelfs indien de toepasselijke aflossingsvrije periode nog niet is verstreken, tenzij S&P gelooft dat de betalingen alsnog zullen worden verricht binnen die aflossingsvrije periode. Een rating voor handelspapier is geen aanbeveling om effecten te kopen, te verkopen of te houden omdat het geen oordeel biedt over de marktprijs of de geschiktheid voor een bepaalde belegger. De ratings zijn gebaseerd op actuele informatie die aan S&P wordt verstrekt door de emittent of die S&P verkrijgt van andere bronnen die het betrouwbaar acht. S&P voert geen audit uit in verband met ratings en kan zich af en toe baseren op niet-
121
gecontroleerde financiële informatie. De ratings kunnen als gevolg van wijzigingen in dergelijke informatie, of als dergelijke informatie niet beschikbaar is, worden gewijzigd, opgeschort of ingetrokken.
Fitch Ratings, Inc Ratingschalen op lange termijn Kredietratingschalen emittenten Entiteiten in diverse sectoren die een rating toegewezen krijgen, waaronder financiële en niet-financiële vennootschappen, overheden en verzekeringsmaatschappijen, krijgen over het algemeen een Issuer Default Rating (rating wanbetaling emittent, IDR). IDR’s vormen een oordeel inzake de relatieve kwetsbaarheid van een entiteit voor wanbetalingen bij financiële verplichtingen. Het ‘drempel'-wanbetalingsrisico waar de IDR op slaat, is doorgaans dat van de financiële verplichtingen waarvan de niet-betaling het niet-rechtgezette in gebreke blijven van die entiteit het beste zou weerspiegelen. Als zodanig verwijzen IDR’s ook naar de relatieve kwetsbaarheid voor faillissement, curatele of vergelijkbare concepten, hoewel het ook mogelijk is dat de emittenten preventief en dus vrijwillig gebruik maken van dergelijke mechanismen. Globaal genomen bieden IDR’s een ordinale rangschikking van emittenten op basis van de beoordeling van het ratingbureau van hun relatieve kwetsbaarheid voor wanbetaling, veeleer dan de voorspelling van een bepaald waarschijnlijkheidspercentage van wanbetaling. Voor de historische informatie over de wanbetalingsgeschiedenis van door Fitch beoordeelde emittenten, kunt u de overgangs- en wanbetalingsstudies raadplegen op de Fitch Ratingswebsite. AAA: Hoogste kredietkwaliteit. ‘AAA’ ratings wijzen op de laagste verwachting van wanbetalingsrisico. Ze worden enkel toegekend in gevallen van een uitzonderlijk sterk vermogen tot betaling van financiële verplichtingen. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat dit vermogen ongunstig wordt beïnvloed door voorzienbare gebeurtenissen. AA: Zeer hoge kredietkwaliteit. ‘AA’ ratings wijzen op de verwachting van een zeer laag wanbetalingsrisico. Zij wijzen op een zeer sterk vermogen tot betaling van financiële verplichtingen. Dit vermogen is niet in grote mate kwetsbaar voor voorzienbare gebeurtenissen. A: Hoge kredietkwaliteit. ‘A’ ratings wijzen op de verwachting van een laag wanbetalingsrisico. Het vermogen tot betaling van financiële verplichtingen wordt als sterk beschouwd. Dit vermogen kan echter wel kwetsbaarder zijn voor ongunstige economische of bedrijfsontwikkelingen dan bij de hogere ratings. BBB: Goede kredietkwaliteit. ‘BBB’ ratings geven aan dat de verwachting inzake het wanbetalingsrisico momenteel als laag wordt ingeschat. Het vermogen tot betaling van financiële verplichtingen wordt als toereikend beschouwd, maar er is een hogere waarschijnlijkheid dat dit vermogen kan worden aangetast door ongunstige economische of bedrijfsontwikkelingen. BB: Speculatief. ‘BB’ ratings wijzen op een hoge kwetsbaarheid voor het wanbetalingsrisico, vooral in geval van ongunstige economische of bedrijfsontwikkelingen in de loop van de tijd; er is echter wel een mate van financiële flexibiliteit aanwezig die het nakomen van de financiële verplichtingen ondersteunt. B: Zeer speculatief. ‘B’ ratings wijzen op de aanwezigheid van een wezenlijk wanbetalingsrisico, maar er is nog wel een beperkte veiligheidsmarge. Momenteel worden de financiële verplichtingen nagekomen, maar het vermogen inzake toekomstige betalingen is kwetsbaar voor een achteruitgang van de economische of bedrijfscontext. CCC: Aanzienlijk kredietrisico. Wanbetaling is een reële mogelijkheid. CC: Zeer hoog kredietrisico. 122
Een wanbetaling in welke vorm dan ook lijkt waarschijnlijk. C: Uitzonderlijk hoog kredietrisico Een wanbetaling is imminent of onvermijdelijk, of de emittent verkeert in een opschortingsperiode. Omstandigheden die kenmerkend zijn voor de ‘C’ rating van een emittent omvatten: a. de emittent verkeert in een herstelperiode na de niet-betaling van een wezenlijke financiële verplichting; b. de emittent kan gebruikmaken van een tijdelijke onderhandelde afstandsverklaring of standstill-overeenkomst na de wanbetaling van een wezenlijke financiële verplichting; of c. Fitch Ratings is er om andere redenen van overtuigd dat een situatie van ‘RD’ of ‘D’ imminent of onvermijdelijk is, bijvoorbeeld door de formele aankondiging van schuldherschikkingsonderhandelingen. RD (restricted default): Beperkte wanbetaling. ‘RD’ ratings wijzen op een emittent die volgens Fitch Ratings blijk geeft van een niet-rechtgezette wanbetaling inzake een obligatie, lening of andere wezenlijke financiële verplichting, maar die nog niet in een faillissementsprocedure, curatele, vereffenings- of andere formele afwikkelingsprocedure verkeert en die voor het overige nog in bedrijf is. Dit omvat bijvoorbeeld: a. de selectieve wanbetaling van een specifieke klasse of valuta van schulden; b. het niet-rechtgezette aflopen van een eventuele herstelperiode, rechtzettingsperiode of betalingsuitstel na de wanbetaling van een banklening, kapitaalmarkteffect of andere wezenlijke financiële verplichting; c. de verlenging van meerdere afstandsverklaringen of uitstelperiodes bij de wanbetaling van een of meer wezenlijke financiële verplichtingen, ofwel opeenvolgend ofwel samenvallend; of d. de uitvoering van een overeenkomst inzake noodlijdende schuld (distressed debt exchange) inzake een of meer wezenlijke financiële verplichtingen. D: Wanbetaling. ‘D’ ratings wijzen op een emittent die volgens Fitch Ratings in een situatie van faillissement, curatele of andere formele afwikkelingsprocedure verkeert, of die voor het overige niet langer in bedrijf is. Wanbetalingsratings worden niet van tevoren toegekend aan entiteiten of hun verplichtingen. Binnen deze context wordt de niet-betaling van een instrument dat een uitstelspecificatie of herstelperiode omvat doorgaans niet beschouwd als een wanbetaling tot na het aflopen van de uitstel- of herstelperiode, tenzij een wanbetaling anderszins wordt veroorzaakt door een faillissement of vergelijkbare omstandigheden, of door een overeenkomst inzake noodlijdende schuld. Een ‘imminente’ wanbetaling verwijst doorgaans naar een situatie waar een wanbetaling is aangekondigd door de emittent en vrijwel onvermijdelijk is. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een emittent die een geplande betaling niet heeft uitgevoerd, maar die (zoals gebruikelijk) over een herstelperiode beschikt om de wanbetaling recht te zetten. Een andere mogelijkheid is bijvoorbeeld waar de emittent formeel een overeenkomst inzake noodlijdende schuld heeft bekendgemaakt maar de uitvoeringsdatum nog enkele dagen of weken in de toekomst ligt. In alle gevallen weerspiegelt de toewijzing van een wanbetalingsrating de opinie van het bureau inzake de meest gepaste ratingcategorie in het kader van het geheel van zijn ratingsuniversum. Dit kan dan ook verschillen van de definitie van wanbetaling krachtens de voorwaarden van de financiële verplichtingen van een emittent of de plaatselijke handelspraktijken. Opmerking: De kwalificaties ‘+’ of ‘-’ kunnen aan een rating worden toegevoegd ter aanduiding van een relatieve status binnen de grote ratingcategorieën. Dergelijke achtervoegsels worden niet toegevoegd aan de ‘AAA’ IDRlangetermijncategorie, of aan de IDR-langetermijncategorieën onder ‘B’. Kortetermijnratings Kortetermijnratings toegewezen aan emittenten of verplichtingen gestructureerde financiering
in openbare of privésectoren
en
Een kortetermijnrating van een emittent of verplichting wordt in alle gevallen gebaseerd op de kortetermijnkwetsbaarheid voor wanbetaling van de beoordeelde entiteit of effectenstroom en heeft betrekking op het vermogen om financiële verplichtingen te vervullen in overeenstemming met de documentatie die de betrokken verplichting beheerst. Kortetermijnratings worden toegewezen aan verplichtingen waarvan de oorspronkelijke looptijd 123
wordt beschouwd als ‘kortlopend’ op basis van de marktgebruiken. Doorgaans betekent dit tot 13 maanden voor privé-, overheids- en gestructureerde verplichtingen, en tot 36 maanden voor verplichtingen op de Amerikaanse openbare financiële markten. F1: Hoogste kredietkwaliteit op korte termijn. Wijst op het sterkste intrinsieke vermogen tot tijdige betaling van financiële verplichtingen; kan voorzien zijn van het achtervoegsel ‘+’ dat wijst op een uitzonderlijk sterke kredietkwaliteit. F2: Goede kredietkwaliteit op korte termijn. Goed intrinsiek vermogen tot tijdige betaling van financiële verplichtingen. F3: Redelijke kredietkwaliteit op korte termijn. Toereikend intrinsiek vermogen tot tijdige betaling van financiële verplichtingen. B: Speculatieve kredietkwaliteit op korte termijn. Minimaal vermogen tot tijdige betaling van financiële verplichtingen, plus verhoogde kwetsbaarheid voor ongunstige veranderingen op korte termijn in de financiële en economische omstandigheden. C: Hoog wanbetalingsrisico op korte termijn. Wanbetaling is een reële mogelijkheid. RD (restricted default): Beperkte wanbetaling. Wijst op een entiteit die in gebreke is gebleven inzake een of meer van haar financiële verplichtingen, hoewel zij haar andere financiële verplichtingen blijft vervullen. Doorgaans enkel van toepassing op entiteitsratings. D: Wanbetaling. Wijst op een omvattende wanbetalingsgebeurtenis van een entiteit, of de wanbetaling inzake een kortlopende verplichting.
124
BIJLAGE 3
Het is de intentie van de Vennootschap om voor alle bestaande en toekomstige Aandelenklassen van de Vennootschap de status van Brits rapporterend fonds aan te vragen.
125
BIJLAGE 4 – BELEGGINGSBEPERKINGEN
De Vennootschap is erkend als een ICBE krachtens de Verordeningen. Krachtens de Verordeningen is een ICBE onderworpen aan de volgende beleggingsbeperkingen. Als de Verordeningen tijdens de duur van de Vennootschap worden gewijzigd, dan kunnen de beleggingsbeperkingen worden veranderd om rekening te houden met dergelijke wijzigingen. Aandeelhouders zullen van dergelijke wijzigingen op de hoogte worden gebracht in het volgende jaar- of halfjaarverslag van de Vennootschap.
1 1.1
Toegelaten beleggingen Beleggingen van een ICBE zijn beperkt tot: Overdraagbare effecten en geldmarktinstrumenten, zoals gedefinieerd in de ICBEKennisgevingen, die ofwel zijn toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs in een Lidstaat of niet-Lidstaat, of die worden verhandeld op een gereglementeerde, regelmatig werkende, erkende en voor het publiek toegankelijke markt in een Lidstaat of een niet-Lidstaat.
1.2
Recent uitgegeven overdraagbare effecten die binnen een jaar zullen worden toegelaten tot de officiële notering aan een effectenbeurs of andere markt (zoals hierboven beschreven).
1.3
Geldmarktinstrumenten, zoals gedefinieerd in de ICBE-Kennisgevingen, en die niet op een gereglementeerde markt worden verhandeld.
1.4
Deelbewijzen van een ICBE.
1.5
Deelbewijzen van niet-ICBE’s zoals beschreven in Richtlijn 2/03 van de Centrale Bank.
1.6
Deposito’s bij kredietinstellingen zoals gedefinieerd in de ICBE-Kennisgevingen.
1.7
Financiële derivaten zoals gedefinieerd in de ICBE-Kennisgevingen.
2 2.1
Beleggingsbeperkingen Een ICBE mag niet meer dan 10% van zijn nettovermogen beleggen in andere overdraagbare effecten en geldmarktinstrumenten dan degene die zijn vermeld in paragraaf 1.1 – 1.7.
2.2
Een ICBE mag niet meer dan 10% van zijn nettovermogen beleggen in recentelijk uitgegeven overdraagbare effecten die binnen één jaar zullen worden toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs of andere markt (zoals beschreven in paragraaf 1.2). Deze beperking is niet van toepassing op beleggingen door de ICBE in bepaalde Amerikaanse effecten die bekend staan als ‘effecten die onder Rule 144A vallen’, op voorwaarde dat: - de effecten uitgegeven zijn in een onderneming om ze te registreren bij de US Securities and Exchange Commission binnen een jaar na uitgifte; en - de effecten geen niet-liquide effecten zijn, m.a.w. dat ze door de ICBE binnen zeven dagen kunnen worden gerealiseerd tegen de prijs, of de prijs bij benadering, waartegen ze door de ICBE worden gewaardeerd.
2.3
Een ICBE mag niet meer dan 10% van zijn nettovermogen beleggen in overdraagbare effecten of geldmarktinstrumenten die door dezelfde instelling zijn uitgegeven, met dien verstande dat de totale waarde van de overdraagbare effecten en geldmarktinstrumenten die worden gehouden in elk van de emittenten waarin de ICBE meer dan 5% belegt, minder bedraagt dan 40%.
2.4
De limiet van 10% (in paragraaf 2.3) wordt verhoogd tot 25% in geval van obligaties die zijn uitgegeven door een kredietinstelling die zijn statutaire zetel heeft in een Lidstaat en die 126
krachtens de wet is onderworpen aan een bijzonder openbaar toezicht bestemd om de houders van obligaties te beschermen. Als een ICBE meer dan 5% van zijn nettovermogen belegt in deze obligaties die door één emittent zijn uitgegeven, mag de totale waarde van deze beleggingen niet meer bedragen dan 80% van de intrinsieke waarde van de ICBE. 2.5
De limiet van 10% (in paragraaf 2.3) wordt verhoogd tot 35% indien de overdraagbare effecten of geldmarktinstrumenten zijn uitgegeven of worden gewaarborgd door een Lidstaat of zijn plaatselijke overheden of door een niet-Lidstaat of een openbare internationale instelling waarvan een of meerdere lidstaten deel uitmaken.
2.6
De overdraagbare effecten en geldmarktinstrumenten waarvan sprake in paragrafen 2.4 en 2.5 worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de toepassing van de limiet van 40% waarnaar in paragraaf 2.3 wordt verwezen.
2.7
Een ICBE mag niet meer dan 20% van zijn nettovermogen beleggen in deposito’s bij dezelfde kredietinstelling. Deposito’s bij een andere kredietinstelling dan deze die zijn toegelaten in de EER, of die zijn toegelaten binnen een staat (geen EER-lidstaat) die het kapitaalakkoord van Basel van juli 1988 heeft ondertekend, of een kredietinstelling die is toegelaten in Jersey, Guernsey, het Eiland Man, Australië of Nieuw-Zeeland, die worden gehouden als bijkomende liquiditeiten, mogen niet meer bedragen dan 10% van het nettovermogen. Deze limiet mag worden verhoogd tot 20% in geval van deposito’s bij de trustee/bewaarder.
2.8
De risicoblootstelling van een ICBE aan een tegenpartij bij een OTC-derivaat mag niet meer bedragen dan 5% van het nettovermogen. Deze limiet wordt verhoogd naar 10% voor in de EER erkende kredietinstellingen of kredietinstellingen die zijn erkend in een staat (die geen EER-lidstaat is) die het kapitaalakkoord van Basel van juli 1988 heeft ondertekend of een kredietinstelling die is toegelaten in Jersey, Guernsey, het Eiland Man, Australië of Nieuw-Zeeland.
2.9
Niettegenstaande de paragrafen 2.3, 2.7 en 2.8 hierboven, mag een combinatie van twee of meer van de volgende onderdelen die zijn uitgegeven door, of die zijn afgesloten bij of aangegaan met dezelfde instelling, niet meer bedragen dan 20% van het nettovermogen: - beleggingen in overdraagbare effecten of geldmarktinstrumenten; - deposito’s; en/of - blootstellingen aan het tegenpartijrisico die voortvloeien uit transacties met OTCderivaten.
2.10
De limieten die worden vermeld in paragraaf 2.3, 2.4, 2.5, 2.7, 2.8 en 2.9 hierboven mogen niet worden gecombineerd; bijgevolg mag de blootstelling ten aanzien van één entiteit niet meer bedragen dan 35% van het nettovermogen.
2.11
Groepsmaatschappijen worden als een enkele emittent beschouwd voor de paragrafen 2.3, 2.4, 2.5, 2.7, 2.8 en 2.9. Er kan echter een limiet van 20% van het nettovermogen worden toegepast op beleggingen in overdraagbare effecten en geldmarktinstrumenten binnen dezelfde groep.
2.12
Een ICBE kan maximaal 100% van zijn nettovermogen beleggen in verschillende overdraagbare effecten en geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven of worden gewaarborgd door een Lidstaat, zijn plaatselijke overheden, niet-Lidstaten of openbare internationale instellingen waarvan een of meer Lidstaten deel uitmaken. De afzonderlijke emittenten moeten in het Prospectus worden vermeld, en kunnen worden genomen uit de volgende lijst: Regeringen van OESO-landen en de Regering van Singapore (op voorwaarde dat de 127
betreffende emissies van beleggingskwaliteit (‘investment grade’) zijn), de Europese Investeringsbank, de Europese Bank voor Herstel en Ontwikkeling, de International Finance Corporation, het Internationaal Monetair Fonds, Euratom, De Aziatische Ontwikkelingsbank, de Europese Centrale Bank, de Raad van Europa, Eurofima, de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling (de Wereldbank), de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank, de Europese Unie, de Federal National Mortgage Association (Fannie Mae), de Federal Home Loan Mortgage Corporation (Freddie Mac), de Government National Mortgage Association (Ginnie Mae), de Student Loan Marketing Association (Sallie Mae), de Federal Home Loan Bank, de Federal Farm Credit Bank, de Tennessee Valley Authority en Straight-A Funding LLC.
De ICBE moet effecten van minstens 6 verschillende emissies aanhouden, waarbij effecten van een en dezelfde emissie niet meer dan 30% van het nettovermogen mogen vertegenwoordigen.
3
Beleggingen in instellingen voor collectieve belegging (‘ICB’s’)
3.1
Een ICBE mag niet meer dan 20% van haar nettovermogen beleggen in één ICB.
3.2
Beleggingen in niet-ICBE’s mogen in totaal niet meer bedragen dan 30% van de nettoactiva.
3.3
De ICB’s mogen niet meer dan 10% van hun nettovermogen beleggen in andere ICB’s van het open type.
3.4
Indien een ICBE belegt in de deelbewijzen van andere ICB’s die, direct of door delegering, worden beheerd door de beheermaatschappij van de ICBE of door een andere vennootschap waarmee de beheermaatschappij van de ICBE verbonden is door gemeenschappelijk beheer of gezamenlijke zeggenschap, of door een aanzienlijke directe of indirecte participatie, dan mag die beheermaatschappij of andere vennootschap geen inschrijvings-, conversie- of terugkoopkosten in rekening brengen voor de belegging van de ICBE in de deelbewijzen van die andere ICB.
3.5
Indien de beheerder/beleggingsbeheerder/beleggingsadviseur van de ICBE een provisie heeft ontvangen voor een belegging in de deelbewijzen van een andere ICB, dan moet die provisie worden toegerekend aan het vermogen van de ICBE.
4
Aan een index gekoppelde ICBE’s
4.1
Een ICBE kan maximaal 20% van zijn nettovermogen beleggen in aandelen en/of schuldbewijzen die door dezelfde instelling zijn uitgegeven, indien het beleggingsbeleid van de ICBE erin bestaat een index te kopiëren die voldoet aan de criteria die zijn beschreven in de ICBE-Kennisgevingen en die erkend is door de Centrale Bank.
4.2
De limiet in paragraaf 4.1 kan worden verhoogd tot 35% en toegepast op een enkele emittent als de uitzonderlijke marktomstandigheden dit rechtvaardigen.
5
Algemene bepalingen
5.1
Een beleggingsvennootschap of beheermaatschappij die optreedt in verband met alle ICB’s die zij beheert, mag geen stemgerechtigde aandelen verwerven waardoor zij een invloed van betekenis zou kunnen uitoefenen op het management van een uitgevende instelling.
5.2
Een ICBE mag niet meer verwerven dan: (i) 10% van de niet-stemgerechtigde aandelen van een enkele uitgevende instelling; (ii) 10% van de obligaties van één enkele emittent; 128
(iii) (iv)
25% van de deelbewijzen van een enkele ICB; 10% van de geldmarktinstrumenten van een enkele uitgevende instelling.
OPMERKING: De limieten die hierboven in (ii), (iii) en (iv) zijn vastgelegd, hoeven op het tijdstip van verwerving niet in beschouwing te worden genomen als het brutobedrag van de schuldbewijzen of van de geldmarktinstrumenten, of het nettobedrag van de uitgegeven effecten, op dat moment niet kan worden berekend. 5.3
Paragrafen 5.1 en 5.2 zijn niet van toepassing op: (i) overdraagbare effecten en geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of gewaarborgd door een Lidstaat of zijn lokale overheden; (ii) overdraagbare effecten en geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of gewaarborgd door een niet-Lidstaat; (iii) overdraagbare effecten en geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven door internationale openbare instellingen waarvan een of meer Lidstaten deel uitmaken; (iv) aandelen die door een ICBE worden gehouden in het kapitaal van een vennootschap die in een niet-Lidstaat is opgericht en die haar activa hoofdzakelijk belegt in de effecten van emittenten die hun statutaire zetel hebben in die Staat, waarbij een dergelijke deelneming krachtens de wetgeving van die Staat de enige manier vormt waarop de ICBE kan beleggen in de effecten van emittenten van die Staat. Deze afwijking is alleen van toepassing indien de vennootschap uit de niet-Lidstaat in haar beleggingsbeleid de limieten naleeft die zijn beschreven in paragraaf 2.3 tot 2.11, 3.1, 3.2, 5.1, 5.2, 5.4, 5.5 en 5.6, en op voorwaarde dat paragraaf 5.5 en 5.6 hierna worden nageleefd indien deze limieten worden overschreden; en (v) aandelen die door een beleggingsmaatschappij of door beleggingsmaatschappijen worden gehouden in het kapitaal van dochtermaatschappijen die enkel instaan voor het beheer, het advies of de marketing in het land waar de dochtermaatschappij gevestigd is, met betrekking tot de terugkoop van deelbewijzen op verzoek, en exclusief ten behoeve van de houders van deelbewijzen.
5.4
Een ICBE hoeft zich niet aan de hierin opgenomen beleggingsbeperkingen te houden bij het uitoefenen van inschrijvingsrechten die zijn verbonden aan overdraagbare effecten of geldmarktinstrumenten die deel uitmaken van hun vermogen.
5.5
De Centrale Bank kan toestaan dat recent erkende ICBE’s afwijken van de bepalingen van 2.3 tot 2.12, 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2 gedurende zes maanden na de datum van hun erkenning, op voorwaarde dat zij het principe van risicospreiding in acht nemen.
5.6
Indien de limieten die in dit Prospectus zijn beschreven, worden overschreden om redenen waarover de ICBE geen controle heeft, of als gevolg van de uitoefening van inschrijvingsrechten, moet de ICBE als primaire doelstelling van haar verkooptransacties deze toestand trachten te herstellen, waarbij op gepaste wijze rekening moet worden gehouden met de belangen van haar houders van deelbewijzen.
5.7
Een beleggingsvennootschap, een beheermaatschappij of een trustee die optreedt namens een unit trust of een beheermaatschappij van een gemeenschappelijk beleggingsfonds mag de volgende instrumenten niet ongedekt verkopen: - overdraagbare effecten; - geldmarktinstrumenten; - deelbewijzen van ICB’s; of - financiële derivaten.
5.8
Een ICBE kan in ondergeschikte mate liquide activa houden.
6
Financiële derivaten
6.1
Het risico van de totale blootstelling van de ICBE (zoals voorgeschreven in de ICBE129
Kennisgevingen) aan financiële derivaten zal worden beheerd met behulp van een geavanceerde risicowaarderingsmethode, in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. 6.2
De posities in de onderliggende activa van financiële derivaten, inclusief financiële derivaten die besloten zijn in overdraagbare effecten of geldmarktinstrumenten, mogen, wanneer ze, indien dat relevant is, gecombineerd worden met posities die voortvloeien uit directe beleggingen, de beleggingslimieten die zijn beschreven in de ICBE-Kennisgevingen niet overschrijden. (Deze bepaling geldt niet in geval van op een index gebaseerde FD op voorwaarde dat de onderliggende index voldoet aan de in de ICBE-Kennisgevingen genoemde criteria.)
6.3
ICBE’s kunnen beleggen in over-the-counter verhandelde financiële derivaten, op voorwaarde dat de tegenpartijen bij de OTC-transacties instellingen zijn die zijn onderworpen aan prudentieel toezicht en die behoren tot categorieën die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank.
6.4
Beleggingen in financiële derivaten zijn onderworpen aan de voorwaarden en limieten die zijn vastgelegd door de Centrale Bank.
130
ADRESSENLIJST VENNOOTSCHAP PIMCO Funds: Global Investors Series plc, Hoofdkantoor: Styne House, Upper Hatch Street, Dublin 2, Ierland. BEHEERDER PIMCO Global Advisors (Ireland) Limited, Hoofdkantoor: Styne House, Upper Hatch Street, Dublin 2, Ierland. BELEGGINGSADVISEURS Pacific Investment Management Company LLC, 840 Newport Center Drive, Newport Beach, California 92660, VSA. PIMCO Europe Ltd, 11 Baker Street, Londen, W1U 3AH, Verenigd Koninkrijk. Tel.: +44 20 3640 1000 Fax: +44 20 2640 1007 PIMCO Asia Pte Ltd. 501 Orchard Road, #09-03, Wheelock Place, Singapore 238880. PIMCO Deutschland GmbH, Seidlstrasse 24 – 24a, 80335 München, Duitsland ADMINISTRATEUR Brown Brothers Harriman Fund Administration Services (Ireland) Limited Hoofdkantoor: Styne House, Upper Hatch Street, Dublin 2, Ierland. Tel: +353 1 6036200 Fax: +353 1 6036300 BEWAARDER Brown Brothers Harriman Trustee Services (Ireland) Limited Hoofdkantoor: Styne House, Upper Hatch Street, Dublin 2, Ierland. DISTRIBUTEURS PIMCO Europe Ltd 11 Baker Street, Londen, W1U 3AH, Verenigd Koninkrijk. PIMCO Asia Pte Ltd. 501 Orchard Road, #09-03, Wheelock Place, Singapore 238880. PIMCO Australia Pty Ltd. Level 19, 363 George Street, Sydney, New South Wales 2000, Australië. JURIDISCH ADVISEURS INZAKE IERS RECHT Dillon Eustace 33 Sir John Rogerson’s Quay, Dublin 2, Ierland. ACCOUNTANT PricewaterhouseCoopers One Spencer Dock, North Wall Quay, Dublin 1, Ierland. SECRETARIS Brown Brothers Harriman Fund Administration Services (Ireland) Limited Hoofdkantoor: Styne House, Upper Hatch Street, Dublin 2, Ierland.
131
___________________________________________________________ PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de "Vennootschap"), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Maatschappij van 26 september 2014 (het "Prospectus") dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Bestaande Fondsen van de Maatschappij
4 februari 2015
Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Maatschappij waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk "Beheer en Administratie" aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid.
KERNFONDSEN Euro Bond Fund
Income Fund
Euro Low Duration Fund
Low Average Duration Fund
Euro Income Bond Fund
Total Return Bond Fund
Strategic Income Fund
UK Low Duration Fund
Global Advantage Fund
US Government Money Market Fund
KREDIETFONDSEN Diversified Income Fund
Global Investment Grade Credit Fund
Diversified Income Duration Hedged Fund
High Yield Bond Fund
Euro Credit Fund
UK Corporate Bond Fund
Global High Yield Bond Fund
UK Long Term Corporate Bond Fund
PIMCO Credit Absolute Return Fund
PIMCO Capital Securities Fund
Low Duration Global Investment Grade Credit Fund PIMCO MLP & Energy Infrastructure Fund OVERHEIDS-/HYPOTHEEKFONDSEN Euro Long Average Duration Fund Euro Ultra-Long Duration Fund
UK Sterling Long Average Duration Fund
OPKOMENDE MARKTFONDSEN Emerging Markets Currency Fund
Emerging Markets Corporate Bond Fund
Emerging Asia Bond Fund
Emerging Markets Bond Fund
Emerging Local Bond Fund
Socially Responsible Emerging Markets Bond Fund
PIMCO Asia Local Bond Fund
Emerging Markets Full Spectrum Bond Fund
Emerging Markets 2018 Fund WERELDWIJDE FONDSEN Global Bond Fund
Global Bond Ex-US Fund
AANDELENFONDSEN PIMCO EqS Emerging Markets Fund
StockPLUS™ Fund *
PIMCO EqS Pathfinder Fund™ *
PIMCO Dividend and Income Builder Fund TM US Fundamental Index® StocksPLUS Fund
PIMCO EqS Pathfinder Europe Fund™ *
TM
PIMCO Global Dividend Fund Global Fundamental TM StocksPLUS Fund
EM Fundamental Index® StocksPLUS Fund Index®
US Small Cap StocksPLUS™ Fund INFLATIEBESCHERMINGSFONDSEN CommoditiesPLUS™ Strategy Fund*
Global Real Return Fund
Euro Real Return Fund
UK Real Return Fund
Global Advantage Real Return Fund
Inflation Strategy Fund
Global Low Duration Real Return Fund ALTERNATIEVE FONDSEN Unconstrained Bond Fund ACTIVASPREIDINGSFONDSEN Global Multi-Asset Fund
PIMCO Emerging Multi-Asset Fund
OP KORTE TERMIJN FONDSEN US Short-Term Fund
Euro Short-Term Fund
*Handelsmerk van Pacific Investment Management Company LLC in de Verenigde Staten
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Diversified Income Duration Hedged Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van, en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met, het Prospectus van de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Diversified Income Duration Hedged Fund 19 februari 2015 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan hen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid hiervoor. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van belegging in het Diversified Income Duration Hedged Fund door zijn mogelijkheid om te beleggen in effecten van opkomende markten, hoogrentende effecten en vooral financiële derivaten, wordt het niet aangeraden een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Fonds te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
Diversified Income Duration Hedged Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen
Vastrentende Instrumenten met een vlottende of vaste rentevoet
Gemiddelde Portefeuilleduration +/- 1 jaar
Krediet(1) kwaliteit
Uitkeringsfrequentie
Minimum Caa Driemaandelijks (uitgezonderd MBS’s); max. 10% onder B
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Diversified Income Duration Hedged Fund is de lopende inkomsten te maximaliseren in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds zal zijn beleggingsdoelstelling trachten te bereiken door minstens 80% van zijn nettovermogen te beleggen in een gediversifieerde portefeuille van Vastrentende Instrumenten met een variabele of vlottende rentevoet, Vastrentende Instrumenten met een duration van minder dan of gelijk aan één jaar en Vastrentende Instrumenten met een vaste rentevoet. De gemiddelde portefeuilleduration van dit Fonds zal worden afgedekt op basis van de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur en zal normaal gezien tussen één jaar negatief en één jaar positief liggen. Het Fonds zal deze afdekking bewerkstelligen door derivatentransacties aan te gaan om de vaste rentebetalingen om te zetten in vlottende rentebetalingen. Dergelijke derivaten kunnen renteswaps en -futures omvatten. Er kan worden belegd in obligaties, schuldeffecten en vergelijkbare instrumenten die wereldwijd zijn uitgegeven door instellingen uit de overheids- of privésector, zoals bankleningen en hybride of voorwaardelijke vermogensinstrumenten. Hybride of voorwaardelijke vermogensinstrumenten zijn een vorm van schuld met kenmerken van zowel schuld als eigen vermogen, zoals preferente aandelen, die geen zuiver eigen vermogen zijn maar die traditioneel beschouwd worden als daarmee voldoende verwant om tot het Tier 1- of Tier 2-kapitaal van een bank te worden gerekend. Het Fonds zal een multisectorstrategie hanteren die belegt in obligaties met vlottende rentevoet in de sectoren wereldwijde beleggingskwaliteit, wereldwijde hoogrentende effecten en schuld van opkomende markten. Het Fonds kan zonder beperking beleggen in instrumenten van emittenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten. Het Fonds kan zijn vermogen volledig beleggen in derivaten zoals opties, futurescontracten of swapovereenkomsten, of in door hypotheek gedekte of door vermogen gedekte effecten (zonder hefboomwerking – ‘unleveraged’) (zoals beschreven onder de titel ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’). Het Fonds kan zijn vermogen volledig beleggen in hoogrentende effecten (‘junk bonds’) met een rating van Ba of lager. De hoogrentende effecten waarin het Fonds kan beleggen, zullen een rating hebben van minstens Caa bij Moody’s of CCC bij S&P, of zullen, als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur geacht worden van vergelijkbare kwaliteit te zijn, waarbij geldt dat maximaal 10% van zijn nettovermogen kan worden belegd in effecten met een rating onder B bij Moody’s of gelijkwaardig bij S&P (of die, als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur geacht worden van vergelijkbare kwaliteit te zijn), met uitzondering van door hypotheek gedekte effecten, waarvoor er geen minimale kredietrating is. Hoewel er geen minimale kredietrating vereist is voor door hypotheek gedekte effecten, zal er rekening worden gehouden met hypotheekgedekte effecten onder beleggingskwaliteit bij het berekenen van de hierboven vermelde limiet van 10% voor effecten onder beleggingskwaliteit. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende valutaposities houden. Bewegingen van niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s kunnen het rendement van het Fonds dan ook beïnvloeden. Conform de heersende marktomstandigheden kunnen valuta-afdekking en actieve valutaposities worden geïmplementeerd aan de 2
hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, opties en swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief doch niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die door de Centrale Bank zijn vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’, waaronder de bepaling dat terugkoopovereenkomsten, omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties alleen zullen worden gebruikt in het kader van een efficiënt portefeuillebeheer. Het Fonds kan zonder enige beperking marktblootstelling verwerven aan de effecten waarin het hoofdzakelijk belegt door middel van aankoop- en verkoopovereenkomsten of andere beleggingstechnieken (zoals ‘dollar rolls’ of terugkopen). Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Waar de Beleggingsadviseur dit om tijdelijke of defensieve doeleinden gepast acht, kan het Fonds tot 100% van zijn nettovermogen beleggen in Vastrentende Effecten (zoals hierboven beschreven) uitgegeven door, of inzake hoofdsom en interest gewaarborgd door, de Amerikaanse overheid (met inbegrip van haar instellingen en organen) en terugkoopovereenkomsten gedekt door dergelijke obligaties, op voorwaarde dat het Fonds minimaal zes verschillende emissies houdt, waarbij de effecten van één emissie niet meer dan 30% van het nettovermogen mogen uitmaken. Maximaal 25% van het nettovermogen van het Fonds kan worden belegd in effecten die converteerbaar zijn in aandelen, zoals converteerbare obligaties (inclusief voorwaardelijk converteerbare obligaties), die al dan niet hefboomwerking kunnen inhouden. Maximaal 20% van het nettovermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet van één derde van zijn nettovermogen na te leven voor de gezamenlijke beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen, (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Het Fonds kan converteerbare effecten of aandelen gebruiken om een blootstelling te verwerven aan bedrijven waarvan de schuldeffecten mogelijk niet direct beschikbaar zijn of na gedetailleerde analyse geïdentificeerd werden als goede beleggingsmogelijkheden. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging, waarbij de beleggingsdoelstelling van deze instellingen complementair moet zijn aan, of consistent moet zijn met die van het Fonds. Het Fonds kan ook tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten (inclusief obligaties en andere Vastrentende Instrumenten zoals uiteengezet in dit beleggingsbeleid die illiquide zijn) die meer in detail worden beschreven in het Prospectus onder ‘Overdraagbare illiquide effecten’ en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Zoals hieronder wordt uiteengezet, kan het Fonds gebruik maken van financiële derivaten voor beleggingsdoeleinden. Het Fonds kan gebruikmaken van derivaten zoals ‘credit default swaps’ om synthetische shortposities te creëren, wanneer de Beleggingsadviseur dit gepast vindt op basis van een gedetailleerde beleggingsanalyse. Synthetische shortposities zijn posities die in economische termen gelijk zijn aan shortposities en die worden aangegaan door het gebruik van financiële derivaten in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. De Beleggingsadviseur zal synthetische shortposities voornamelijk gebruiken om de blootstelling van het Fonds aan rentevoetschommelingen te beheren, maar kan ook shortposities innemen voor beleggingsdoeleinden. Het Fonds zal long- en shortposities voor uiteenlopende termijnen aangaan, maar de combinatie van long- en shortposities zal nooit resulteren in ongedekte shortposities. Het gebruik door de Beleggingsadviseur van synthetische shortposities kan variëren en zal afhangen van de marktomstandigheden. Het Fonds zal echter geen groot aantal synthetische shortposities houden en dergelijke posities zullen niet meer dan 25% van het nettovermogen bedragen. Meer informatie over het gebruik van derivaten door het Fonds wordt hierna weergegeven. Volgens de bepalingen die zijn opgenomen in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder de titels ‘Efficiënt Portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruikmaken van derivaten zoals futures, opties, opties op futures en swapovereenkomsten zoals ‘credit default swaps’ (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of indexen gebaseerd op Vastrentende Instrumenten die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af 3
te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een bepaalde obligatie of vastrentende index (waarvan de details beschikbaar zullen zijn bij de Beleggingsadviseur, en steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder de titel ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder de titels ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd met behulp van de Value at Risk (‘VaR’)-methode, in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kan het Fonds in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke financiële verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds is van plan het Absolute VaR-model te gebruiken. De VaR van de portefeuille van het Fonds zal bijgevolg niet meer bedragen dan 20% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds en de periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limiet is de VaR-limiet die momenteel door de Centrale Bank wordt vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD.
Vergoedingen en kosten 4
De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Beheervergoeding (%) Institutioneel 0,69 G Institutioneel 0,69 Klasse S 0,69 H Institutioneel 0,86 Klasse R 0,87 Belegger 0,69 Administratief 0,69 Klasse E 1,59 Klasse T 1,59 M Retail 1,59 G Retail 1,59 Klasse Z 0,00
DienstverleningsTrailDistributieverTotale vergoeding (%) vergoeding (%) goeding (%) vergoeding (%) 0,69 0,69 0,69 0,86 0,87 0,35 1,04 0,50 1,19 1,59 0,40 1,99 1,59 1,59 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het Diversified Income Duration Hedged Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan 60.000 USD. Ze worden ten laste genomen door het Diversified Income Duration Hedged Fund en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel op of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’, en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse R, Klasse Z en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. 5
De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CLP 100,00, CHF 10,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 19 augustus 2015. De initiële aanbiedingsperiode van elke nieuwe Aandelenklasse kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declaratie. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. Eventuele gedeclareerde dividenden zullen gewoonlijk worden uitbetaald op de laatste Werkdag van de maand, het kwartaal of het jaar of worden herbelegd op de voorlaatste Werkdag van de maand, het kwartaal of het jaar. Meer details over het Dividendbeleid van de Vennootschap worden uiteengezet in het deel van het Prospectus met de titel ‘Dividendbeleid’, en een gedetailleerde dividendkalender met actuele uitkeringsdata is op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en nietgerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risicoen opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen. 6
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
7
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Diversified Income Duration Hedged Fund Valuta
Aandelenklasse
Type
Basisvaluta (USD)
Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail T Klasse T Klasse T Klasse M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
31-mei-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 16-aug-13 31-mei-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL 31-mei-11 NL NL NL NL
2178017v48
AUD (Afgedekt)
AUD (Niet afgedekt)
BRL (Afgedekt)
BRL (Niet afgedekt)
CAD (Afgedekt)
CAD (Niet afgedekt)
CHF (Afgedekt)
CHF (Niet afgedekt)
CLP (Afgedekt)
CLP (Niet afgedekt)
EUR (Afgedekt)
EUR (Niet afgedekt)
GBP (Afgedekt)
GBP (Niet afgedekt)
HKD (Afgedekt)
HKD (Niet afgedekt)
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
16-aug-11 6-jun-13 1-okt-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 11-aug-11 7-mei-13 NL NL NL N NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
23-aug-11 22-jan-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Diversified Income Duration Hedged Fund Valuta Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
21354366.1.EU_BUSINESS
2178017v49
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 18-sep-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Diversified Income Duration Afgedekt Fund Valuta Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
9
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 18-sep-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Diversified Income Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Diversified Income Fund 26 september 2014
Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van belegging in het Diversified Income Fund door zijn mogelijkheid om te beleggen in hoogrentende effecten en effecten van opkomende markten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Diversified Income Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
Diversified Income Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen
Effecten van ondernemingen, van opkomende markten, hoogrentende effecten Vastrentende Instrumenten
Gemiddelde Portefeuilleduration +/- 2 jaar van zijn index
Krediet(1) kwaliteit Max 10% onder B
Distributiefrequentie Driemaandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Diversified Income Fund is een maximaal totaalrendement in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds belegt minstens twee derde van zijn vermogen in een gediversifieerde portefeuille van Vastrentende Instrumenten met diverse looptijden. De gemiddelde portefeuilleduration van dit Fonds verschilt normaliter niet meer dan twee jaar (plus of minus) van een gelijk gewogen mix van de drie volgende indices: Barclays Global Aggregate Credit, BofA Merrill Lynch Global High Yield BB-B Rated constrained, JPMorgan EMBI Global; All USD Hedged. De Barclays Global Aggregate Credit Index Hedged USD vormt een brede maatstaf van de wereldwijde vastrentende markten van beleggingskwaliteit. De index weerspiegelt geen aftrek van kosten, vergoedingen of belastingen. De BofA Merrill Lynch Global High Yield BB-B Rated Constrained Index volgt de prestaties van obligaties onder beleggingskwaliteit van bedrijven die gevestigd zijn in landen met een rating van beleggingskwaliteit voor langetermijnschuld in vreemde valuta's (gebaseerd op een samenstelling van Moody's, S&P en Fitch). De Index omvat obligaties die luiden in US dollar, Canadese dollar, Britse pond, euro (of in de euro opgenomen valuta’s), maar sluit alle obligaties uit die in verschillende valuta's zijn uitgedrukt. De obligaties moeten een rating hebben onder beleggingskwaliteit, maar ten minste B3 op basis van een samenstelling van Moody's, S&P en Fitch. JPMorgan EMBI Global volgt de totaalrendementen van in US dollar uitgedrukte schuldinstrumenten die zijn uitgegeven door overheden en semi-overheidsinstellingen uit opkomende markten: Brady-obligaties, leningen, euro-obligaties en lokale marktinstrumenten. Deze index volgt alleen de betreffende regio of het betreffende land. Bijzonderheden over de duration van de Barclays Capital Global Aggregate Credit, BofA Merrill Lynch Global High Yield BB-B Rated constrained, JPMorgan EMBI Global; All USD Hedged Indices zijn op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. Het Fonds kan beleggen in een gediversifieerde pool van Vastrentende Instrumenten met verschillende looptijden en uitgegeven door bedrijven. Het Fonds kan zijn hele vermogen beleggen in hoogrentende effecten waarbij sprake is van wanbetaling inzake de betaling van rente of terugbetaling van de hoofdsom, of die een risico inhouden op het in gebreke blijven van dergelijke betalingen, maar tot maximaal 10% van zijn vermogen in effecten met een rating die lager is dan B bij Moody's of S&P (of, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn). Daarnaast kan het Fonds onbeperkt beleggen in Vastrentende Effecten van emittenten die economisch zijn gebonden aan opkomende effectenmarkten. Maximaal 25% van het vermogen van het Fonds mag belegd worden in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet na te leven van een derde van zijn totale vermogen voor gecombineerde beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen (inclusief warrants), (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen.
Het Fonds kan zowel niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en valutaposities houden. De blootstelling aan niet in USD luidende valuta’s is beperkt tot 20% van het vermogen. Daardoor kunnen bewegingen van niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) 2
zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Volgens de bepalingen in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruikmaken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een index (steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valutaof kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderingsen afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd door het gebruik van de Value at Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is een gelijk gewogen mix van Barclays Global Aggregate Credit, BofA Merrill Lynch Global High Yield BB-B Rated Constrained en JPMorgan EMBI Global. Nadere bijzonderheden over de indexen zijn hierboven uiteengezet en publiek beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten 3
De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse BeheerDienstverlenings TrailverDistributieTotale vergoeding vergoeding (%) goeding (%) vergoeding vergoeding (%) (%) (%) Institutioneel 0,69 0,69 G Institutioneel 0,69 0,69 Klasse S 0,69 0,69 H Institutioneel 0,86 0,86 Klasse R 0,87 0,87 Belegger 0,69 0,35 1,04 Administratief 0,69 0,50 1,19 Klasse E 1,59 1,59 Klasse T 1,59 0,40 1,99 M Retail 1,59 1,59 G Retail 1,59 1,59 Z Klasse 0,00 0,00 Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop, verkoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Terugkoop van Aandelen’, en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Het Fonds is toegelaten op 30 mei 2005. Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CLP 100,00, CHF 10,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor Klasse S en Uitkeringsklasse II zal lopen van 9.00 uur (Ierse tijd) op 1 oktober 2013 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke 4
Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af om 16.00 u op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode met betrekking tot nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en nietgerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’.
Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risicoen opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
5
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Diversified Income Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief Klasse E Klasse E Klasse E G Retail G Retail Klasse T Klasse T Klasse T M Retail M Retail Klasse R Klasse R Klasse R Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD)
AUD (Afgedekt)
AUD (Niet afgedekt)
BRL (Afgedekt)
BRL (Niet afgedekt)
CAD (Afgedekt)
CAD (Niet afgedekt)
CHF (Afgedekt)
CHF (Niet afgedekt)
30-jun-05 8-sep-08 NL NL NL 8-jun-11 8-mei-13 NL 30-apr-13 30-apr-13 NL NL 21-jul-11 NL 11-sep-06 31-jul-06 NL NL NL NL NL NL 30-nov-10 NL 30-nov-12 30-nov-12 NL 21-feb-12 NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 19-dec-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
9-dec-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
24-jun-11 31-aug-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
6
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt)
EUR (Niet afgedekt)
GBP (Afgedekt)
GBP (Niet afgedekt)
HKD (Afgedekt)
HKD (Niet afgedekt)
14-feb-07 17-okt-07 NL NL NL NL NL NL 5-jul-07 15-feb-13 NL 20-jul-07 8-aug-11 NL 3-jul-07 16-okt-09 NL 30-mrt-12 NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
16-mei-06 14-feb-06 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 21-jul-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Diversified Income Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief Klasse E Klasse E Klasse E G Retail G Retail M Retail M Retail Klasse R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse t Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S
Type Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt ) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
7
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) 31-Mar-06 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 3-jan-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afge dekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het EM Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een paraplufonds van het open type met gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
EM Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund 26 september 2014
Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap van wie de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en is er niets weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van belegging in het EM Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund door zijn mogelijkheid om te beleggen in effecten van opkomende markten en vooral in financiële derivaten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het EM Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund te beleggen en is het EM Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund mogelijk niet geschikt voor elke belegger. Aandeelhouders worden erop attent gemaakt dat de door het Fonds verschuldigde Beheervergoeding en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste valt van het kapitaal van het Fonds. Bij terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen. De Aandeelhouders worden er ook op attent gemaakt dat dividenden uit het kapitaal van het Fonds worden betaald. Dat zal het kapitaal uithollen en door dergelijke dividendinkomsten uit te keren wordt het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei aangetast. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere kosten die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd. 1
EM Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire beleggingen Aandelenderivaten (doorgaans swaps) gedekt door een portefeuille van actief beheerde Vastrentende Instrumenten met een focus op absoluut rendement (1)
(1)
Gemiddelde Kredietkwaliteit portefeuilleduration -3 tot +8 jaar B tot Aaa (uitgez. MBS); max. 20% onder Baa
Uitkeringsfrequentie Driemaandelijks
Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling bestaat erin te streven naar een totaalrendement dat hoger ligt dan dat van zijn referentie-index, de MSCI Emerging Markets Index. Om zijn beleggingsdoelstelling te verwezenlijken, volgt het Fonds de zelf ontworpen portefeuillebeheerstrategie van de Beleggingsadviseur, die bekendstaat onder de naam ‘StocksPLUS’. Deze strategie combineert een actief beheerde portefeuille van Vastrentende Instrumenten met blootstelling aan een nominale portefeuille van aandelen die ernaar streeft een hoger rendement te behalen dan een aandelenindex, in dit geval de MSCI Emerging Markets Index. De nominale aandelenportefeuille ® wordt geselecteerd op basis van de Enhanced RAFI Emerging Markets Strategy (zoals hieronder toegelicht). In overeenstemming met de ‘StocksPLUS’ portefeuillebeheerstrategie en zoals hierna verder beschreven, belegt het Fonds in normale omstandigheden in derivaten op een nominale portefeuille van aandelen die worden gedekt door een portefeuille van Vastrentende Instrumenten. Derivaten kunnen worden aangekocht met een fractie van het vermogen dat nodig is om de aandelen direct te kopen, en dus kunnen de resterende activa worden belegd in Vastrentende Instrumenten. De nominale aandelenportefeuille wordt geselecteerd aan de hand van een specifieke versie voor de ® wereldwijde opkomende markten van de Enhanced RAFI (Research Affiliates Fundamental Index) ® ® methode (hierna de ‘Enhanced RAFI Emerging Markets Strategy’ genoemd). De Enhanced RAFI Emerging Markets Strategy selecteert bedrijven in opkomende markten die zijn beoordeeld volgens de ‘Fundamental Index®’ methode. De ‘Fundamental Index®’ methode weegt bedrijven op basis van hun economische voetafdruk (zoals gemeten door boekhoudkundige variabelen, namelijk dividenden, kasstromen, boekwaarde en omzet) veeleer dan hun marktvoetafdruk (zoals gemeten door hun marktkapitalisatie). Deze benadering ontkoppelt de weging van een effect van zijn koers en behoudt tegelijk de kenmerken van een brede marktvertegenwoordiging, hoge capaciteit en laag portefeuilleverloop die beleggers verwachten van een passieve beleggingsstrategie. De specifieke strategie die in dit Fonds wordt gebruikt, is een verbeterde versie van RAFI® die extra kwantitatieve filters en technieken hanteert die zijn ontworpen om de Fundamental Index® methode aan te vullen, door toevoeging van marginaal rendement en/of vermindering van risico's en volatiliteit. Zoals hierboven vermeld, zal het Fonds gebruik maken van aandelenderivaten op een nominale aandelenportefeuille. Dat zullen in de eerste plaats swaps zijn (die beursgenoteerd zijn dan wel onderhands (over-the-counter) worden verhandeld). De voor het Fonds gebruikte swaps zullen als doel hebben blootstelling te verkrijgen aan de nominale aandelenportefeuille voor ongeveer 100% van de intrinsieke waarde van het Fonds. In een typische swapovereenkomst ontvangt het Fonds van de tegenpartij de gedeeltelijke of volledige koersstijging (of -daling) van een of meerdere aandelen, en betaalt 2
het zelf aan de tegenpartij een overeengekomen vergoeding. Hieronder is meer informatie over swaps en derivaten opgenomen. Hoewel het Fonds normaal niet rechtstreeks in aandelen belegt, kan het Fonds, wanneer derivaten overgewaardeerd lijken, tot 100% van zijn vermogen rechtstreeks beleggen in een ‘korf’ van aandelen en van effecten die converteerbaar zijn in aandelen (zoals in het Prospectus beschreven onder ‘Converteerbare effecten en aandeleneffecten’). Bij rechtstreekse belegging in aandelen kan de Beleggingsadviseur een fundamentele analyse uitvoeren van factoren zoals hierboven uiteengezet. Voor eventuele directe beleggingen door het Fonds in een korf van aandelen dienen de beleggingsbeperkingen te worden nageleefd die zijn beschreven in Bijlage 4. Activa die niet in aandelen of derivaten worden belegd, kunnen voornamelijk worden belegd in Vastrentende Instrumenten van beleggingskwaliteit. Het Fonds kan tot 20% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die een lagere rating hebben dan Baa bij Moody’s of BBB bij S&P, maar die ten minste B bij Moody’s of S&P moeten hebben (of, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn), met uitzondering van door hypotheek gedekte effecten (waarvoor er geen minimale kredietrating is vereist). Hoewel er geen minimale kredietrating is vereist voor door hypotheek gedekte effecten, zal er rekening worden gehouden met hypotheekgedekte effecten onder beleggingskwaliteit bij het berekenen van de hierboven vermelde limiet van 20% voor effecten onder beleggingskwaliteit. Het Fonds kan onbeperkt beleggen in in USD-luidende effecten en niet in USD luidende effecten van niet-Amerikaanse emittenten. De Beleggingsadviseur zal de vastrentende component van de portefeuille actief beheren met het oog op een optimalisatie van het totaalrendement van het Fonds, waarbij de algemene looptijd van de portefeuille normaliter schommelt tussen min 3 en plus 8 jaar. Volgens de bepalingen zoals in het Prospectus uiteengezet in Bijlage 4 en uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van derivaten die gekoppeld zijn aan aandelen en van aan aandelen of vastrentende instrumenten gerelateerde effecten, die in de eerste plaats bestaan uit swaps maar ook futures, opties en opties op futures kunnen omvatten, en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. De door het Fonds gebruikte swaps zullen worden gebaseerd op activaklassen die binnen het beleggingsbeleid van het Fonds vallen zoals in dit document beschreven, naast toegelaten indexen, valuta’s en rentevoeten. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of indices gebaseerd op aandelen, aan aandelen gerelateerde en vastrentende effecten die toegelaten zijn volgens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de posities van het Fonds beter te laten aansluiten bij de verwachtingen van de Beleggingsadviseur betreffende diverse markten, en/of (iv) in overeenstemming met het beleggingsbeleid van het Fonds om blootstelling te verkrijgen aan een nominale ® portefeuille van aandelen die worden geselecteerd aan de hand van de Enhanced RAFI Emerging Markets Strategy. Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Met betrekking tot elk ander instrument waarin een derivaat ligt besloten, kan het derivaatcomponent van dat instrument van een type zijn waarin het Fonds anders rechtstreeks zou kunnen beleggen. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 100% en 1200% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment.
3
Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden gedekt en beheerd met behulp van de Value-at-Risk (‘VaR’) methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die op basis van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds dagelijks maximaal kan verliezen, berekend volgens een betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de MSCI Emerging Markets Index. De MSCI Emerging Markets Index is een gewogen marktkapitalisatie-index aangepast aan het aantal vrij verhandelbare effecten, ontworpen om de prestaties van de aandelenmarkten van opkomende markten te meten. Nadere bijzonderheden over deze index zijn publiek beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limiet is de VaR-limiet die momenteel door de Centrale Bank wordt vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende beleggingsposities als niet in USD luidende valutaposities houden. Niet in USD uitgedrukte valutaposities van de Vastrentende Instrumenten van het Fonds zijn beperkt tot 20% van het totale vermogen. Niet in USD uitgedrukte valutaposities die voortvloeien uit posities in niet-Amerikaanse aandelen zijn niet aan beperkingen onderworpen. Bewegingen van niet in USD luidende valuta’s kunnen dan ook het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Het Fonds kan echter ook beleggen in dergelijke derivaten met inachtneming van de Verordeningen en de interpretaties die op gezette tijden door de Centrale Bank worden uitgevaardigd. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Het Fonds kan tot 25% van zijn totale vermogen in Vastrentende Instrumenten van opkomende markten beleggen. De blootstelling aan opkomende markten die voortvloeit uit posities in niet-Amerikaanse aandelen is niet onderworpen aan beperkingen. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Subadviseur De Beleggingsadviseur heeft Research Affiliates benoemd als subadviseur zonder beslissingsbevoegdheid. Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. 4
Vergoedingen en kosten Aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen: De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,50% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Beheervergoeding (%)
Dienstverleningsvergoeding (%)
Trailvergoeding (%)
1,15 1,15 1,15 1,32 1,38 1,15 1,15 2,50 2,50 2,50 0,00
0,35 -
0,50 -
Institutioneel G Institutioneel Klasse S H Institutioneel Klasse R Belegger Administratief Klasse E M Retail G Retail Klasse Z
Totale vergoeding (%) 1,15 1,15 1,15 1,32 1,38 1,50 1,65 2,50 2,50 2,50 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Klasse Z Vergoeding is te vinden in het Prospectus onder ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het EM Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan $ 50.000. Ze worden ten laste genomen door het EM Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of op andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde Fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de Feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van Aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’ en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G 5
Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CLP 100,00, CHF 10,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1000.00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar is maar nog niet is geïntroduceerd, zoals uiteengezet in Bijlage A, zal aflopen op 27 maart 2015. De initiële aanbiedingsperiode voor elke nieuwe Aandelenklasse kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behalve voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Klassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Klassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en nietgerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Het Fonds kan dividenden betalen uit de nettobeleggingsinkomsten en de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen (inclusief kosten en vergoedingen). Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden achter het feit dat het Fonds dividenden kan betalen uit het kapitaal is dat het Fonds op die manier een stabiel en consistent niveau van uitkeringen kan bieden voor beleggers die streven naar inkomstengerichte beleggingsoplossingen. De Beleggingsadviseur is niet verplicht een verwacht dividendpercentage per aandeel aan Aandeelhouders en potentiële beleggers mee te delen en hoewel dit van tijd tot tijd kan worden gedaan, dienen beleggers er nota van te nemen dat een dergelijk percentage kan variëren naargelang de marktomstandigheden. Er is geen garantie dat een bepaald percentage wordt behaald en ingeval er ontoereikende uitkeerbare inkomsten of winsten in het Fonds zijn om aan een specifiek niveau te voldoen, is het mogelijk dat beleggers in het Fonds geen uitkering ontvangen of een lagere uitkering. 6
Er dient te worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk in mindering kunnen worden gebracht op het kapitaal en dat het kapitaal daardoor kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Profiel van de gemiddelde belegger Beleggers die streven naar kapitaalgroei en die bereid zijn het risico van een volatiele aandelenmarkt te accepteren. Beleggers met een beleggingshorizon op lange termijn. Risicofactoren Voor zover het EM Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund belegt in derivaten gedekt door een portefeuille van Vastrentende Instrumenten, kan het Fonds in bepaalde omstandigheden, over het algemeen een markt waar de waarde van zowel de aandelenderivaten als de Vastrentende instrumenten daalt, of in perioden van grotere marktvolatiliteit, grotere verliezen lijden of minder winst boeken dan het geval zou zijn als het rechtstreeks in een portefeuille van index-aandelen zou beleggen. De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBEvereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc van wie de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
7
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. EM Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund Valuta Aandelenklasse
Type
Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD)
AUD (Afgedekt)
AUD (Niet afgedekt)
3-sep-13 3-sep-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt)
BRL (Niet afgedekt)
CAD (Afgedekt)
CAD (Niet afgedekt)
CHF (Afgedekt)
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
8
CHF (Niet afgedekt) NL NL
CLP (Afgedekt)
CLP (Niet afgedekt)
EUR (Afgedekt)
EUR (Niet afgedekt)
HKD (Afgedekt)
HKD (Niet afgedekt)
ILS (Afgedekt)
ILS (Niet afgedekt)
NL NL
NL NL
NL NL
NL
NL
NL NL
NL NL
NL NL NL
NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
8-sep-13 7-sep-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 25-sep-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Valuta Aandelenklasse
Type
Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
JPY (Afgedekt)
JPY (Niet afgedekt)
MXN (Afgedekt)
MXN (Niet afgedekt)
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt)
NOK (Niet afgedekt)
NZD (Afgedekt)
NZD (Niet afgedekt)
RMB (Afgedekt)
RMB (Niet afgedekt)
SEK (Afgedekt)
SEK (Niet afgedekt)
SGD (Afgedekt)
SGD (Niet afgedekt)
GBP (Afgedekt)
GBP (Niet afgedekt)
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
3-sep-13 3-sep-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
9
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Emerging Local Bond Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Emerging Local Bond Fund 26 september 2014
Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van beleggingen in het Emerging Local Bond Fund door zijn vermogen om te beleggen in financiële derivaten voor beleggingsdoeleinden en zijn vermogen om te beleggen in effecten van opkomende markten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Emerging Local Bond Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger.
De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
Emerging Local Bond Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen
Gemiddelde Krediet-kwaliteit(1) Portefeuilleduration Vastrentende +/- 2 jaar van Max 15% onder Instrumenten luidend in zijn index B lokale valuta
Distributiefrequentie Driemaandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service of Fitch, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Emerging Local Bond Fund is een maximaal totaalrendement in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds zal normaliter minstens 80% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten luidend in valuta's van landen met opkomende effectenmarkten die kunnen worden vertegenwoordigd door termijncontracten of derivaten zoals opties, futurescontracten of swapovereenkomsten. Het Fonds kan beleggen in termijncontracten of derivaten uitgedrukt in elke valuta, en de termijncontracten of derivaten die zijn uitgedrukt in elke valuta worden opgenomen in de 80% van het hierboven beschreven vermogensbeleid voor zover het onderliggende actief van dergelijke termijncontracten of derivaten een Vastrentend Instrument is dat luidt in de valuta van een opkomende markt. Het Fonds kan zijn blootstelling aan niet-USD-valuta’s afdekken maar is daar niet toe verplicht. Activa die niet belegd zijn in instrumenten die zijn uitgedrukt in valuta’s van niet-US landen zoals hierboven beschreven kunnen worden belegd in andere soorten Vastrentende Instrumenten. Het Fonds kan zonder beperking beleggen in Vastrentende Instrumenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten. Wij verwijzen naar ‘Effecten uit opkomende markten’ onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’ voor een omschrijving van een instrument dat economisch gekoppeld is aan een opkomende markt. PIMCO is volledig vrij om zelf te bepalen welke landen kunnen worden gekwalificeerd als opkomende markten, en om erin te beleggen. PIMCO zal de landen- en valutasamenstelling voor het Fonds selecteren op basis van zijn evaluatie van de relevante rentevoeten, inflatietarieven, wisselkoersen, monetaire en fiscale beleidslijnen, handelsbalansen en lopende rekeningen, en andere specifieke factoren die naar de mening van PIMCO relevant zijn. Het Fonds zal zijn beleggingen waarschijnlijk concentreren in Azië, Afrika, het Midden-Oosten, Latijns-Amerika en de opkomende markten in Europa. Het Fonds kan beleggen in instrumenten waarvan het rendement is gebaseerd op het rendement van een effect van een opkomende markt, zoals een financieel derivaat, in plaats van direct te beleggen in de effecten van opkomende markten. De gemiddelde portefeuilleduration van dit Fonds zal normaal niet meer dan twee jaar (langer of korter) verschillen van de duration van de JPMorgan Government Bond Index-Emerging Markets Global Diversified (GBI-EM Global Diversified) Unhedged. De JPMorgan Government Bond Index-Emerging Markets Global Diversified (USD Unhedged) is een brede, wereldwijde index van lokale opkomende markten die bestaat uit regelmatig verhandelde, liquide, vastrentende, in lokale valuta’s luidende overheidsobligaties waartoe internationale beleggers exposure kunnen verkrijgen. Bijzonderheden over de duration van de JPMorgan Government Bond Index-Emerging Markets Global Diversified (GBI-EM Global Diversified) Unhedged zijn op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. Het Fonds kan zijn hele vermogen beleggen in hoogrentende effecten (‘junk bonds’), op voorwaarde dat maximaal 15% van zijn totale vermogen belegd wordt in effecten met een lagere rating dan B volgens Moody’s of een vergelijkbare rating volgens S&P of Fitch, of, indien ze geen rating hebben, die volgens PIMCO van vergelijkbare kwaliteit zijn. Het Fonds kan zijn vermogen volledig beleggen in derivaten zoals opties, futurescontracten of swapovereenkomsten, of in door hypotheek gedekte of door vermogen gedekte effecten (zoals beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’). Het Fonds kan, zonder enige beperking, streven naar een blootstelling aan effecten waarin het voornamelijk belegt door een reeks 2
van aankoop- en verkoopcontracten aan te gaan of door andere beleggingstechnieken te gebruiken zoals dollar rolls, die in bepaalde opzichten gelijk zijn aan omgekeerde terugkoopovereenkomsten. Bij een ‘dollar roll’ verkoopt het Fonds een aan een hypotheek verbonden effect aan een dealer en verbindt het zich ertoe een vergelijkbaar (maar niet hetzelfde) effect terug te kopen in de toekomst, tegen een vooraf bepaalde prijs. Het ‘totaalrendement’ dat door het Fonds wordt nagestreefd bestaat uit inkomsten en kapitaalgroei, in voorkomend geval, die gewoonlijk ontstaan door dalingen in de rentevoeten of een verbetering in de kredietfundamentals van een specifieke sector of een specifiek effect. Valuta-afdekking en actieve valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van contante valutacontracten en valutatermijncontracten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Maximaal 25% van het vermogen van het Fonds mag belegd worden in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet na te leven van een derde van zijn totale vermogen voor gecombineerde beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen (inclusief warrants), (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Volgens de bepalingen in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruikmaken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een index (steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd door het gebruik van de Value at Risk (‘VaR’) methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter 3
statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de JPMorgan Government Bond Index-Emerging Markets Global Diversified Index. Nadere bijzonderheden over de index zijn hierboven uiteengezet en openbaar beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen.
Klasse
Institutioneel G Institutioneel Klasse S Klasse R H Institutioneel Belegger Administratief Klasse E Klasse T M Retail G Retail Klasse Z
Beheervergoeding (%)
Dienstverleningsvergoeding (%)
0,89 0,89 0,89 1,04 1,06 0,89 0,89 1,89 1,89 1,89 1,89 0,00
0,35 -
Trailvergoeding (%) 0,50 -
Distributievergoeding (%) 0,40 -
Totale vergoeding (%) 0,89 0,89 0,89 1,04 1,06 1,24 1,39 1,89 2,29 1,89 1,89 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per 4
veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Terugkoop van Aandelen’ en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Het Fonds is toegelaten op 10 december 2007. Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CLP 100,00, CHF 10,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor Klasse S en Uitkeringsklasse II zal lopen van 9.00 uur (Ierse tijd) op 1 oktober 2013 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode met betrekking tot nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en nietgerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg 5
daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’.
Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risicoen opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
6
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Emerging Local Bond Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail T Klasse T Klasse T Klasse M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) 11-dec-07 18-apr-08 NL NL NL NL NL NL 18-aug-10 NL NL NL NL NL 19-nov-08 8-jul-10 NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 30-nov-12 NL NL 18-nov-08 NL NL NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) 9-dec-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
7
CHF (Niet afgedekt) 19-oct-12 NL NL NL NL NL NL NL 2-mrt-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Niet afgedekt) 16-apr-10 23-jun-10 NL NL NL NL NL NL 2-mrt-11 NL NL 30-sep-10 NL NL 2-jul-09 NL NL 14-dec-10 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) 27-jun-08 14-aug-08 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afge dekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Emerging Local Bond Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uikt II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) 20-jun-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
8
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afge-dekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc
Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Emerging Markets 2018 Fund (het "Fonds"), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de "Vennootschap"), een paraplufonds van het open type met gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het "Prospectus") dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Emerging Markets 2018 Fund 7 oktober 2014
Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap van wie de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk "Beheer en Administratie" aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en is er niets weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van het beleggen in het Emerging Markets 2018 Fund, doordat het Fonds kan beleggen in effecten van opkomende markten en hoogrentende effecten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Emerging Markets 2018 Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. De Aandeelhouders worden erop attent gemaakt dat de door het Fonds verschuldigde Beheervergoedingen en andere kosten in mindering kunnen worden gebracht op het kapitaal van het Fonds. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd. De Aandeelhouders worden er ook op attent gemaakt dat dividenden uit het kapitaal van het Fonds worden betaald. Dat zal leiden tot kapitaalerosie en door dergelijke dividendinkomsten uit te keren wordt het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei aangetast. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere kosten die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd. 1 /997245v108
Emerging Markets 2018 Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen
Vastrentende Instrumenten van Opkomende Markten
Gemiddelde Portefeuillevervaldatum +/- 1 jaar van de Vervaldatum van het Fonds (zie hieronder)
Krediet(1) kwaliteit Minimale kredietrating B3
Uitkeringsfrequentie
Driemaandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody‟s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor‟s Rating Service of Fitch, of als ze geen rating hebben, die door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Emerging Markets 2018 Fund is een maximaal totaalrendement na te streven, in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer en met het oog op de Vervaldatum van het Fonds (zoals hieronder gedefinieerd). Het is de bedoeling dat het Fonds in overeenstemming met de bepalingen van de Statuten op of omstreeks 30 november 2018 (de “Vervaldatum van het Fonds”) zal worden beëindigd. Meer informatie over de Vervaldatum van het Fonds is verderop in dit Supplement te vinden onder “Informatie over de Vervaldatum van het Fonds”. Het Fonds streeft zijn beleggingsdoelstelling na door in normale omstandigheden minstens 80% van zijn nettovermogen te beleggen in Vastrentende Instrumenten met verschillende looptijden en van emittenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten, uitgegeven door overheden, door hun instellingen of organen en door ondernemingen. Deze instrumenten kunnen uitgedrukt zijn in nietAmerikaanse valuta‟s, waaronder valuta‟s van opkomende markten. De Beleggingsadviseur kan de gewenste blootstelling verwezenlijken door direct te beleggen in Vastrentende Effecten en/of door te beleggen in derivaten, zoals hieronder verder toegelicht. Het Fonds kan ook beleggen in effecten die niet met een opkomende markt zijn verbonden. In de periode van twaalf maanden vóór de Vervaldatum van het Fonds kan de Beleggingsadviseur naar eigen oordeel besluiten dat het niet in het belang van het Fonds is om Vastrentende Instrumenten te verwerven die verbonden zijn met opkomende markten (bijv. wanneer de marktomstandigheden ongunstig zijn). In dergelijke omstandigheden en alleen tijdens de laatste twaalf maanden kan de Beleggingsadviseur ernaar streven te beleggen in Vastrentende Instrumenten die niet verbonden zijn met opkomende markten en zal de Beleggingsadviseur niet gebonden zijn aan de hierboven vermelde limiet van 80%. De vervaldatum van eventuele Vastrentende Instrumenten die tijdens deze periode worden gekocht zal echter niet later vallen dan de Vervaldatum van het Fonds. Minstens 50% van de Vastrentende Instrumenten zal vervallen op of vóór de Vervaldatum van het Fonds en geen enkel Vastrentend Instrument zal een vervaldatum hebben die later valt dan 30 November 2019. Het totaalrendement dat het Fonds tracht te maximaliseren in het kader van zijn beleggingsdoelstelling zal variëren afhankelijk van de marktomstandigheden op het moment waarop de Aandeelhouder inschrijft op Aandelen van het Fonds of Aandelen van het Fonds laat terugkopen. Het Fonds kan zonder beperking beleggen in instrumenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten. Wij verwijzen naar “Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken” onder “Effecten van opkomende markten” voor een omschrijving van een instrument dat economisch gekoppeld is aan een opkomende markt. Zoals uiteengezet in het hierboven vermelde deel, is de Beleggingsadviseur in ruime mate vrij om zelf te bepalen welke landen kunnen worden gekwalificeerd als opkomende markten.
2 /997245v108
Het Fonds kan zowel beleggen in effecten van beleggingskwaliteit als in hoogrentende effecten (“junk bonds”), met een minimale ratingcategorie van B3 bij Moody‟s, B- bij S&P of een gelijkwaardige rating bij Fitch (of, als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn). De gemiddelde portefeuillevervaldatum van dit Fonds zal naar verwachting tussen min één jaar en plus één jaar van de Vervaldatum van het Fonds liggen. Waar dat volgens de Beleggingsadviseur strookt met de beleggingsdoelstelling en het beleggingsbeleid van het Fonds, kan het Fonds tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten (inclusief obligaties en andere Vastrentende Instrumenten zoals uiteengezet in dit beleggingsbeleid die illiquide zijn) die meer in detail worden beschreven in het Prospectus onder “Overdraagbare illiquide effecten” en in (al dan niet gesecuritiseerde) leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Het Fonds kan niet beleggen in aandelen of in effecten die kunnen worden omgezet in aandelen, zoals converteerbare obligaties. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende valutaposities houden. Daardoor kunnen bewegingen van niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten niet in USD luidende valuta‟s het rendement van het Fonds beïnvloeden. Actieve valutaposities en valuta-afdekking kunnen worden geïmplementeerd aan de hand van valutatermijncontracten en valutafutures, -opties en -swaps in overeenstemming met de vereisten van de ICBE-kennisgevingen. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (met inbegrip van, maar niet beperkt tot, „zodra uitgegeven‟, „uitgestelde levering‟, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder “Efficiënt portefeuillebeheer”. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Behoudens de Voorschriften zoals uiteengezet in Bijlage 4 van het Prospectus en zoals uitvoeriger beschreven onder “Efficiënt portefeuillebeheer” en “Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken”, kan het Fonds gebruik maken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. Zo kan het Fonds, wanneer het gebruik maakt van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn volgens het beleggingsbeleid van het Fonds), dit doen (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een bepaalde index (waarbij steeds geldt dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Gedetailleerde gegevens over financiële indexen die door het Fonds worden gebruikt, zullen op verzoek van de Aandeelhouders door de Beleggingsadviseur worden verstrekt en zullen worden opgenomen in de halfjaar- en jaarrekeningen van de Vennootschap. Deze indexen dienen te zijn goedgekeurd door de Centrale Bank of te beantwoorden aan haar vereisten. Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- en/of voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico‟s die worden vermeld onder “Algemene risicofactoren” en die gedetailleerd worden beschreven onder “Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken”. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten) (voor afdekkingsdoeleinden en/of voor beleggingsdoeleinden), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Naar verwachting zal het hefboomniveau van het Fonds stijgen, bijvoorbeeld indien de Beleggingsadviseur van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale 3 /997245v108
bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd met behulp van de Value at Risk (“VaR”)-methode, in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed zijn als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten zijn uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Emerging Markets 2018 Fund heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare benchmark of referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De benchmark is de JP Morgan Emerging Markets Bond Index (EMBI) Global. De JPMorgan Emerging Markets Bond Index (EMBI) Global volgt totaalrendementen voor in US dollar luidende schuldinstrumenten die zijn uitgegeven door overheids- en semi-overheidsinstellingen van opkomende markten: Brady-obligaties, leningen, euro-obligaties en lokale marktinstrumenten. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. De Beleggingsadviseur zal bij zijn beleggingsbeslissingen rekening houden met diverse kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over de wereldwijde economie en de verwachte groei van diverse sectoren en activaklassen. Omwille van de flexibiliteit en de mogelijkheid om te beleggen in kansen wanneer die zich voordoen, is het geen doel van het Fonds om zijn beleggingen te concentreren in specifieke regio‟s of sectoren (hoewel het dit in de praktijk wel kan doen, zonder enige verplichting). Op dezelfde manier is het mogelijk dat, hoewel het Fonds de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van de beleggingstypes die in dit beleid zijn vermeld, bepaalde instrumenttypes niet de hele tijd zullen worden gebruikt. Hoewel deze analyses op dagelijkse basis uitgevoerd worden, vinden wezenlijke veranderingen in de beleggingsposities doorgaans plaats over langere termijnen. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in effecten die verhandeld worden op de binnenlandse Russische markten en deze beleggingen worden uitsluitend gedaan in effecten die genoteerd zijn/verhandeld worden op de RTS effectenbeurs en MICEX. Het Fonds kan in ondergeschikte mate ook liquide activa en geldmarktinstrumenten houden, inclusief maar niet beperkt tot door vermogen gedekte effecten, handelspapier en depositocertificaten. Het Fonds kan van tijd tot tijd een hoge volatiliteit vertonen. Raadpleeg het deel “Risicofactoren” van het Supplement voor meer informatie. Informatie over de Vervaldatum van het Fonds Behalve indien de beleggingsdoelstelling en het beleggingsbeleid worden gewijzigd om een andere Vervaldatum van het Fonds vast te stellen (in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank), is het de bedoeling dat het Fonds conform de bepalingen van de Statuten op of omstreeks de Vervaldatum van het Fonds zal worden beëindigd, tenzij de Bestuurders naar eigen oordeel besluiten om het Fonds eerder te sluiten. In extreme marktomstandigheden van verslechterende liquiditeit in het boekjaar vóór de Vervaldatum van het Fonds, kunnen de Bestuurders op advies van de Beleggingsadviseur besluiten dat het in het belang van het Fonds is om de Vervaldatum van het Fonds te verlengen met het oog op kapitaalbehoud. 4 /997245v108
Beleggingsadviseur PIMCO Deutschland GmbH Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is USD. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,50% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen.
Klasse
Beheer-
Dienstverlenings-
Trailvergoeding
Distributie-
Totale
vergoeding
vergoeding
(%)
vergoeding
vergoeding
(%)
(%)
(%)
(%)
Institutioneel
0,50
-
-
-
0,50
G Institutioneel
0,50
-
-
-
0,50
Klasse S
0,50
-
-
-
0,50
H Institutioneel
0,67
-
-
-
0,67
Klasse R
0,72
-
-
-
0,72
Belegger
0,50
0,35
-
-
0,85
Administratief
0,50
-
0,50
-
1,00
Klasse E
1,30
-
-
-
1,30
M Retail
1,30
-
-
-
1,30
G Retail
1,30
-
-
-
1,30
Klasse T
1,30
-
0,40
1,70
Klasse Z
0,00
-
-
0,00
-
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding, Distributievergoeding en Klasse Z Vergoeding is te vinden in het Prospectus onder “Vergoedingen en Kosten”. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld "Vergoedingen en Kosten". Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het Emerging Markets 2018 Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan USD 50.000. Ze worden ten laste genomen door het Emerging Markets 2018 Fund en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een kortere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Terugkoopvergoeding Niettegenstaande het hoofdstuk in het Prospectus met de titel “Kerninformatie over Aandelentransacties”, zal er een Terugkoopvergoeding van maximaal 3% van de Intrinsieke Waarde van de teruggekochte Aandelen worden geheven bij de terugkoop van Aandelen vóór de Vervaldatum van het Fonds. Er zal geen terugkoopvergoeding worden geheven wanneer Aandelen worden teruggekocht in het kader van de beëindiging van het Fonds. De vergoeding zal worden ingehouden door het Fonds en onder andere worden gebruikt voor de vereffening van transactiekosten die worden opgelopen als gevolg van activaverkopen vóór de vastgelegde vervaldag van het Fonds. De 5 /997245v108
Bestuurders kunnen naar eigen oordeel de Terugkoopvergoeding kwijtschelden of verlagen bij een terugkoop van Aandelen. Handelsinformatie Handelsdag Elke dag waarop de banken in München (Duitsland) geopend zijn voor de handel of op andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande en op voorwaarde dat er minstens één Handelsdag per twee weken is, is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om het Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over voorgestelde Fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de Feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Uiterste Handelstermijn Niettegenstaande de definitie van Uiterste Handelstermijn zoals vastgelegd in het Prospectus, is de Uiterste Handelstermijn voor alle Klassen in het Fonds 16.00 uur Ierse tijd op de Werkdag die onmiddellijk voorafgaat aan de Handelsdag voor aanvragen die direct worden ingediend bij de Administrateur. Als inschrijvingen op Aandelen worden verricht via subagenten van de Distributeur of andere tussenpersonen, dan kunnen de subagenten of tussenpersonen eerdere uiterste termijnen opleggen voor de ontvangst van inschrijvingsaanvragen. Meer informatie over de aankoop of ruil van Aandelen in het Fonds vindt u in de gedeeltes van het Prospectus getiteld "Aankoop van Aandelen", "Kerninformatie over Aandelentransacties", "Terugkoop van Aandelen", en "Conversie van Aandelen" voor meer bijzonderheden over deze technieken. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, Klasse T, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse Z, Klasse S en Klasse R. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CLP 100,00, CHF 10,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). Aandelen in het Fonds worden aangeboden van 9.00 uur (Ierse tijd) op 8 oktober 2014 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 8 april 2015 (de "Initiële Aanbiedingsperiode") tegen de Initiële Uitgifteprijs en behoudens aanvaarding van de inschrijvingen op Aandelen door de Vennootschap. Zij worden voor de eerste maal uitgegeven op de eerste Handelsdag na afloop van de initiële aanbiedingsperiode. De Initiële Aanbiedingsperiode kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een dergelijke verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Na sluiting van de initiële aanbiedingsperiode worden Aandelen in het Fonds uitgegeven tegen de Intrinsieke Waarde per Aandeel.
6 /997245v108
Er zullen geen Aandelen voor inschrijving worden aangeboden in de periode van twaalf maanden die voorafgaat aan de Vervaldatum van het Fonds. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Klassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Klassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen op maandelijkse basis. Er dient te worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen in mindering kunnen worden gebracht op het kapitaal en dat dientengevolge het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Het Fonds kan dividenden betalen uit de nettobeleggingsinkomsten en de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen (inclusief kosten en vergoedingen). Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden achter het feit dat het Fonds dividenden kan betalen uit het kapitaal is dat het Fonds op die manier een stabiel en consistent niveau van uitkeringen kan bieden voor beleggers die streven naar inkomstengerichte beleggingsoplossingen. De Beleggingsadviseur is niet verplicht een verwacht dividendpercentage per Aandeel aan Aandeelhouders en potentiële beleggers mee te delen en hoewel dit van tijd tot tijd kan worden gedaan, dienen beleggers er nota van te nemen dat een dergelijk percentage kan variëren naargelang de marktomstandigheden. Er is geen garantie dat een bepaald percentage wordt behaald en ingeval er ontoereikende uitkeerbare inkomsten of winsten in het Fonds zijn om aan een specifiek niveau te voldoen, is het mogelijk dat beleggers in het Fonds geen uitkering ontvangen of een lagere uitkering. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Profiel van de gemiddelde belegger Gemiddelde beleggers in het Fonds zijn beleggers die op zoek zijn naar een fonds dat aantrekkelijke rendementen biedt, die ook bereid zijn het hogere risico te aanvaarden dat gepaard gaat met het beleggen in effecten van opkomende markten en in hoogrentende effecten en beleggers met een wereldwijde beleggingsportefeuille. Het is geschikt voor beleggers die een specifieke “streefdatum” 7 /997245v108
kunnen bepalen waarop ze hun beleggingen moeten opnemen en die het zich kunnen veroorloven kapitaal opzij te leggen tot minstens de Vervaldatum van het Fonds. Risicofactoren Hieronder worden bepaalde specifieke risicofactoren uiteengezet die op dit Fonds van toepassing zijn. Ze moeten samen met de algemene risicowaarschuwingen in het Prospectus worden gelezen en staan daar niet los van. De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld "Algemene risicofactoren" en "Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken". Wij verwijzen naar de synthetische risico- en opbrengstindicator (de “SRRI”) zoals vermeld in het hoofdstuk “Risico- en opbrengstprofiel” van het Document met Essentiële Beleggersinformatie van de betreffende Aandelenklasse waarin u belegd hebt of van plan bent te beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds zoals berekend volgens de ICBE-voorschriften. Een hoger risicocijfer in de SRRI kan betekenen dat de intrinsieke waarde van het Fonds waarschijnlijk onderhevig zal zijn aan hogere volatiliteitsniveaus. Risico in verband met de beëindiging van het Fonds Bij de beëindiging van het Fonds, ook bij een vervroegde beëindiging vóór de Vervaldatum van het Fonds, zal het Fonds aan de Aandeelhouders hun pro-ratabelang in het vermogen van het Fonds uitkeren. Het is mogelijk dat op het moment van de verkoop of uitkering bepaalde beleggingen die door het Fonds worden gehouden minder waard zijn dan de initiële kostprijs van deze beleggingen, wat zou resulteren in een verlies voor de Aandeelhouders. Risico van een vaste vervaldatum Aandeelhouders hun Aandelen in het Fonds laten terugkopen op een datum vóór de Vervaldatum van het Fonds, kan een dergelijke terugkoop onderworpen zijn aan een Terugkoopvergoeding (zoals hierboven toegelicht) en zal de terugkoop worden verricht tegen een prijs die zal afhangen van de marktprijzen op die dag. Om die reden is het Fonds misschien niet geschikt voor beleggers die van plan zijn hun geld vóór de Vervaldatum van het Fonds op te nemen. Bovendien kunnen vervroegde terugkopen risico's inhouden voor de overige Aandeelhouders als gevolg van uit de extra handelsactiviteit voortvloeiende transactiekosten die mogelijk niet volledig worden gecompenseerd door de terugkoopvergoedingen die worden ingehouden door het Fonds. De Aandeelhouders moeten er ook rekening mee houden dat de Vervaldatum van het Fonds kan veranderen (zoals hierboven toegelicht in “Informatie over de Vervaldatum van het Fonds”) en dat dit een impact kan hebben op de verwachte beleggingstermijn. In dergelijke omstandigheden kan er een Terugkoopvergoeding worden opgelegd aan Aandeelhouders die Aandelen laten terugkopen op of rond de oorspronkelijke vervaldatum van het fonds. Risico van vervroegde aflossing en herbelegging Bepaalde van de Vastrentende Effecten die door het Fonds worden gehouden kunnen onderworpen zijn aan het risico van vervroegde aflossing. Het risico van vervroegde aflossing verwijst naar de mogelijkheid dat een emittent zijn recht om een vastrentend effect af te lossen eerder dan verwacht uitoefent (een 'call'). Emittenten kunnen uitstaande effecten vóór hun vervaldatum vervroegd aflossen om diverse redenen (bijv., dalende rentevoeten, veranderingen in kredietspreads en verbeteringen in de kredietkwaliteit van de emittent). Indien een emittent een effect waarin het Fonds had belegd vervroegd aflost, is het mogelijk dat het Fonds niet het volledige bedrag van zijn initiële belegging terugkrijgt en zich genoodzaakt ziet het bedrag te herbeleggen in effecten met een lagere renteopbrengst, effecten met grotere kredietrisico's of effecten met andere, minder gunstige kenmerken, met een vermindering van het rendement voor het Fonds tot gevolg.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc van wie de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document
8 /997245v108
verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
9 /997245v108
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. "NL" heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in onderstaande tabel vermeld staat. Emerging Markets 2018 Fund Basisvaluta (USD)
EUR (Afgedekt)
EUR (Nietafgedekt)
BRL (Nietafgedekt)
NL NL NL NL
BRL (Afgedek t) NL NL NL NL
NL NL NL NL
NL NL NL NL
CAD (Nietafgedekt)
CHF (Afgedekt)
NL NL NL NL
CAD (Afgedek t) NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt)
AUD (Afgedekt)
NL NL NL NL
CHF (Nietafgedekt) NL NL NL NL
NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt)
GBP (Nietafgedekt)
HKD (Afgedekt)
HKD (Nietafgedekt)
NL NL NL NL
AUD (Nietafgedekt) NL NL NL NL
NL NL NL NL
NL NL NL NL
NL NL NL NL
NL NL NL NL
NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel
Type Kap Uitk Uitk II
G Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief Klasse E Klasse E Klasse E G Retail G Retail M Retail M Retail Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse R Klasse R Klasse R Klasse S
Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap
Klasse T
Kap
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Klasse T
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse T
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Uitk
NL
Uitk II
NL
Aandelenklasse
Type
Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief Klasse E Klasse E Klasse E G Retail G Retail M Retail M Retail Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse R Klasse R Klasse R Klasse S Klasse T
Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Kap
Klasse T Klasse T
ILS (Afgedekt)
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL
NL
NL
NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL
NL
NL
NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL
NL
NL
NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL
NL
NL
NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL
NL
NL
NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Emerging Markets Bond Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Emerging Markets Bond Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van het beleggen in het Emerging Markets Bond Fund doordat het Fonds kan beleggen in hoogrentende effecten en effecten van opkomende markten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Emerging Markets Bond Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
Emerging Markets Bond Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen Vastrentende Instrumenten van Opkomende Markten
Gemiddelde Portefeuilleduration +/- 2 jaar van zijn index
Krediet(1) kwaliteit Max 15% onder B
Distributiefrequentie Driemaandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Emerging Markets Bond Fund is een maximaal totaalrendement in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds streeft zijn doelstelling na door minstens 80% van zijn vermogen te beleggen in Vastrentende Instrumenten van emittenten die economisch gekoppeld zijn aan landen met opkomende effectenmarkten. Deze effecten kunnen luiden in niet-US valuta's en in USD. Het Fonds beschouwt een emittent als economisch gekoppeld aan een land met een opkomende effectenmarkt als (1) de emittent statutair gevestigd is in dit land of (2) als de hoofdactiviteiten van de emittent plaatsvinden in het land. De gemiddelde portefeuilleduration van dit Fonds zal normaal niet meer dan twee jaar (langer of korter) verschillen van de JP Morgan Emerging Markets Bond Index Global. De JPMorgan Emerging Markets Bond Index (EMBI) Global volgt totaalrendementen voor in US dollar luidende schuldinstrumenten die zijn uitgegeven door overheids- en semi-overheidsinstellingen van opkomende markten: Bradyobligaties, leningen, euro-obligaties en lokale marktinstrumenten. Bijzonderheden over de duration van de JPMorgan Emerging Markets Bond Index Global zijn op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. Het Fonds kan zijn hele vermogen beleggen in hoogrentende effecten waarbij sprake is van wanbetaling inzake de betaling van rente of terugbetaling van de hoofdsom, of die een risico inhouden op het in gebreke blijven van dergelijke betalingen, maar tot maximaal 15% van zijn vermogen in effecten met een rating die lager is dan B bij Moody's of S&P (of, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn). De Beleggingsadviseur heeft een grote vrijheid bij het identificeren van en beleggen in landen die kunnen worden beschouwd als opkomende effectenmarkten. Over het algemeen zal de Beleggingsadviseur echter een effectenmarkt beschouwen als opkomend wanneer deze zich bevindt in een land dat door de Wereldbank of daaraan gerelateerde organisaties of door de Verenigde Naties of diens instanties is gedefinieerd als zijnde een opkomende of een zich ontwikkelende economie. Het Fonds geeft de voorkeur aan landen met een relatief laag bruto nationaal product per inwoner die het potentieel hebben voor een snelle economische groei. De Beleggingsadviseur zal de landen- en valutasamenstelling voor het Fonds selecteren op basis van zijn evaluatie van de relevante rentevoeten, inflatietarieven, wisselkoersen, monetaire en fiscale beleidslijnen, handelsbalansen en lopende rekeningen, en andere specifieke factoren die naar de mening van de Beleggingsadviseur relevant zijn. Het Fonds zal zijn beleggingen waarschijnlijk concentreren in Azië, Afrika, het Midden-Oosten, LatijnsAmerika en de opkomende markten in Europa. Maximaal 20% van het vermogen van het Fonds mag belegd worden in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet na te leven van 20% van zijn totale vermogen voor gecombineerde beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen (inclusief warrants), (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven in het Prospectus onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en 2
beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een index (steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd door het gebruik van de Value at Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaRbenadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld backen stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de JP Morgan Emerging Markets Bond Index (EMBI) Global. Nadere bijzonderheden over de index zijn hierboven uiteengezet en openbaar beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. 3
Vergoedingen en kosten Aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen: De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen.
Klasse
Institutioneel G Institutioneel Klasse S Klasse R H Institutioneel Belegger Administratief Klasse E Klasse T M Retail G Retail Klasse Z
Beheervergoeding (%) 0,79 0,79 0,79 0,93 0,96 0,79 0,79 1,69 1,69 1,69 1,69 0,00
DienstverleningsTrailvergoeding (%) vergoeding (%) 0,35 0,50 -
Distributievergoeding (%) 0,40 -
Totale vergoeding (%) 0,79 0,79 0,79 0,93 0,96 1,14 1,29 1,69 2,09 1,69 1,69 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’, en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Het Fonds is toegelaten op 27 juli 2001. Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven.
4
De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CLP 100,00, CHF 10,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor Klasse S en Uitkeringsklasse II zal lopen van 9.00 uur (Ierse tijd) op 1 oktober 2013 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode met betrekking tot nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
5
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Emerging Markets Bond Fund Valuta Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail T Klasse T Klasse T Klasse M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD)
AUD (Afgedekt)
AUD (Niet afgedekt)
BRL (Afgedekt)
BRL (Niet afgedekt)
CAD (Afgedekt)
CAD (Niet afgedekt)
CHF (Afgedekt)
CHF (Niet afgedekt)
CLP (Afgedekt)
CLP (Niet afge-dekt)
EUR (Afgedekt)
31-jul-01 13-dec-01 NL NL NL 17-okt-02 NL NL 25-apr-02 18-apr-02 NL 29-mei-03 NL NL 31-mrt-06 28-okt-05 NL NL NL NL NL NL 30-nov-10 NL 30-nov-12 30-nov-12 NL 21-feb-12 18-nov-08 NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 19-dec-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL 16-dec-05 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
17-dec-02 20-dec-10 NL NL NL NL NL NL 4-aug-09 15-feb-13 NL NL NL NL 31-mrt-06 NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL
6
EUR (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) 5-feb-04 30-dec-05 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Emerging Markets Bond Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
7
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 15-feb-07 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Emerging Markets Corporate Bond Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een openend beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Emerging Markets Corporate Bond Fund 23 januari 2015 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van beleggingen in het Emerging Markets Corporate Bond Fund door zijn vermogen om te beleggen in financiële derivaten voor beleggingsdoeleinden en zijn vermogen om te beleggen in hoogrentende effecten en effecten van opkomende markten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Emerging Markets Corporate Bond Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1 /
Emerging Markets Corporate Bond Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen Vastrentende Instrumenten
Gemiddelde Portefeuilleduration +/- 2 jaar van zijn index
Krediet(1) kwaliteit
Distributiefrequentie
Max 15% onder B Driemaandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service of Fitch, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Emerging Markets Corporate Bond Fund is een maximaal totaalrendement met behoud van het belegde kapitaal in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds streeft zijn beleggingsdoelstelling na door onder normale omstandigheden minstens 80% van zijn vermogen te beleggen in een actief beheerde, gediversifieerde portefeuille die bestaat uit Vastrentende Instrumenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten, met inbegrip van Vastrentende Instrumenten die uitgegeven zijn door bedrijfsemittenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten. De blootstelling aan dergelijke emittenten kan verkregen worden door een directe belegging in Vastrentende Instrumenten of door louter van financiële derivaten gebruik te maken. Hoewel het Fonds in alle bedrijfssectoren kan beleggen, wordt verwacht dat een aanzienlijk deel van deze Vastrentende Instrumenten uitgegeven wordt door infrastructuurentiteiten, of door andere entiteiten die blootstelling bieden aan infrastructuurprojecten of -activa. Zoals hieronder in meer detail wordt beschreven, kan het Fonds transacties aangaan in financiële derivaten, voornamelijk met het oog op beleggings- en/of afdekkingsdoeleinden, met inachtneming van de limieten die zijn opgelegd door de Centrale Bank. Dergelijke transacties kunnen een hefboomwerking uitoefenen op het Fonds en kunnen tot speculatieve posities leiden. Dit kan mogelijk leiden tot een hoger volatiliteits- en risiconiveau. De beleggingen van het Fonds kunnen luiden in USD of in andere valuta’s. Infrastructuurentiteiten zijn betrokken bij de bouw, de werking, de eigendom of het onderhoud van fysieke structuren, netwerken en andere infrastructuuractiva die publieke diensten aanbieden. Voorbeelden van infrastructuurprojecten en -activa zijn onder andere (i) transport zoals wegen, bruggen, tunnels, spoorwegen, openbaarvervoersystemen, luchthavens en zeehavens, (ii) publieke of private nutsvoorzieningen zoals elektriciteitscentrales en transmissie- en distributielijnen, waterdistributiefaciliteiten en afvalwaterbehandelingsinstallaties, (iii) communicatienetwerken zoals radio- en televisienetwerken, draadloze en kabelnetwerken en transmissieapparatuur, (iv) andere publieke diensten zoals onderwijsinstellingen, ziekenhuizen, stadiums en gevangenissen, (v) woningen in het bezit van of gesubsidieerd door een overheid of instelling, en (vi) ontwikkelingsorganisaties of instellingen gericht op infrastructuurontwikkeling. Het Fonds kan een blootstelling verkrijgen in fysieke infrastructuuractiva door direct te beleggen in Vastrentende Instrumenten zoals hierboven beschreven. Wij verwijzen naar ‘Effecten van opkomende markten’ onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten en beleggingstechnieken’ voor een omschrijving van instrumenten die economisch gekoppeld zijn aan een opkomende markt. PIMCO is volledig vrij om zelf te bepalen welke landen kunnen worden gekwalificeerd als opkomende markten. Het Fonds geeft de voorkeur aan landen met een relatief laag bruto nationaal product per inwoner die het potentieel hebben voor een snelle economische groei. PIMCO zal de landen- en valutasamenstelling voor het Fonds selecteren op basis van zijn evaluatie van de relevante rentevoeten, inflatietarieven, wisselkoersen, monetaire en fiscale beleidslijnen, handelsbalansen en lopende rekeningen, juridische en politieke ontwikkelingen en andere specifieke factoren die naar de mening van PIMCO relevant zijn. Het Fonds zal zijn beleggingen waarschijnlijk concentreren in Azië, Afrika, het Midden-Oosten, Latijns-Amerika en de opkomende markten in Europa. Het Fonds kan beleggen in instrumenten waarvan het rendement is gebaseerd op het rendement van 2 /
een effect of een valuta van een opkomende markt, zoals een financieel derivaat, in plaats van direct te beleggen in die effecten of valuta’s van opkomende markten. De gemiddelde portefeuilleduration van het Fonds zal normaal gezien binnen twee jaar (minder of meer) van de JPMorgan Corporate Emerging Markets Bond Index Diversified (beschrijving hieronder) liggen. Het Fonds kan zowel beleggen in effecten van beleggingskwaliteit als in hoogrentende effecten (‘junk bonds’), op voorwaarde dat maximaal 15% van zijn totale vermogen belegd wordt in effecten met een lagere rating dan B volgens Moody’s of een vergelijkbare rating volgens S&P of Fitch, of, indien ze geen rating hebben, die volgens PIMCO van vergelijkbare kwaliteit zijn. Maximaal 20% van het vermogen van het Fonds mag belegd worden in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet na te leven van 20% van zijn totale vermogen voor gecombineerde beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen (inclusief warrants), (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Het Fonds kan zijn vermogen volledig beleggen in derivaten zoals opties, futurescontracten of swapovereenkomsten, of in door hypotheek gedekte of door vermogen gedekte effecten (zoals beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’). Het Fonds kan, zonder enige beperking, streven naar een blootstelling aan effecten waarin het voornamelijk belegt door een reeks van aankoop- en verkoopcontracten aan te gaan of door andere beleggingstechnieken te gebruiken zoals dollar rolls, die in bepaalde opzichten gelijk zijn aan omgekeerde terugkoopovereenkomsten. Bij een ‘dollar roll’ verkoopt het Fonds een aan een hypotheek verbonden effect aan een dealer en verbindt het zich ertoe een vergelijkbaar (maar niet hetzelfde) effect terug te kopen in de toekomst, tegen een vooraf bepaalde prijs. Het ‘totaalrendement’ dat door het Fonds wordt nagestreefd, bestaat uit inkomsten en kapitaalgroei, in voorkomend geval, die gewoonlijk ontstaan door dalingen in de rentevoeten of een verbetering in de kredietfundamentals van een specifieke sector of een specifiek effect. Volgens de bepalingen in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruikmaken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een index (steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal 3 /
tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd door het gebruik van de Value at Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de JPMorgan Corporate Emerging Markets Bond Index Diversified. De JPMorgan Corporate Emerging Markets Bond Index Diversified is een uniek gewogen versie van de JPMorgan Corporate Emerging Markets Bond index. Deze index beperkt de wegingen van de index-landen met hogere aantallen bedrijfsobligaties door uitsluitend een bepaald deel van de uitstaande schulden van deze landen in aanmerking te nemen. Nadere bijzonderheden over de index zijn openbaar beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaRlimieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Het Fonds kan zowel in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en valutaposities houden. Het Fonds kan zijn blootstelling aan niet-USDvaluta's afdekken maar is daar niet toe verplicht. Valuta-afdekking en actieve valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van contante valutacontracten en valutatermijncontracten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen.
4 /
Klasse
Institutioneel G Institutioneel Klasse S Klasse R H Institutioneel Belegger Administratief Klasse E Klasse T M Retail G Retail Klasse Z
Beheervergoeding (%) 1,15 1,15 1,15 1,13 1,32 1,15 1,15 2,05 2,05 2,05 2,05 0,00
DienstverleningsTrailvergoeding (%) vergoeding (%) 0,35 0,50 -
Distributievergoeding (%) 0,40 -
Totale vergoeding (%) 1,15 1,15 1,15 1,13 1,32 1,50 1,65 2,05 2,45 2,05 2,05 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. De kosten voor de oprichting van het Emerging Markets Corporate Bond Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan 50.000 USD. Ze worden ten laste genomen door het Emerging Markets Corporate Bond Fund en afgeschreven over de eerste vijf jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’, en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Het Fonds is toegelaten op 28 oktober 2009. Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CLP 100,00, CHF 5 /
10,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 23 juli 2015. De Initiële Aanbiedingsperiode met betrekking tot nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
6 /
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Emerging Markets Corporate Bond Fund Valuta Aandelenklasse
Type
Basisvaluta (USD)
Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
12-nov-09 29-jul-13 NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 30-nov-12 NL NL 16-aug-12 NL 27-feb-12 NL NL NL NL 6-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL 3-dec-09 NL 18-okt-13 NL NL
AUD (Afgedekt)
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt)
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt)
BRL (Niet afgedekt)
CAD (Afge_dekt)
CAD (Niet afgedekt)
CHF (Afgedekt)
CHF (Niet afgedekt)
CLP (Afgedekt)
CLP (Niet afgedekt)
EUR (Afgedekt)
EUR (Niet afgedekt)
GBP (Afgedekt)
GBP (Niet afgedekt)
HKD (Afgedekt)
HKD (Niet afgedekt)
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL 31-aug-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 25-mei-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
19-feb-10 NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL 2-mrt-10 NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL 18-okt-13 NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL 16-jun-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
7 /
Emerging Markets Corporate Bond Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk I Uitk II
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
21223026.1.EU_BUSINESS
8 /
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
21243062.1.EU_BUSINESS
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Emerging Markets Currency Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Emerging Markets Currency Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van beleggingen in het Emerging Markets Currency Fund door zijn vermogen om te beleggen in financiële derivaten voor beleggingsdoeleinden en het vermogen van het Emerging Markets Currency Fund om te beleggen in effecten van opkomende markten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Emerging Markets Currency Fund te beleggen en is het Fonds enkel geschikt voor beleggers die een hogere volatiliteitsgraad aanvaarden. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
Emerging Markets Currency Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen Valuta's van Opkomende Markten en/of Vastrentende Instrumenten
Gemiddelde portefeuilleduration 0 - 2 jaar
Krediet(1) kwaliteit Max 15% onder B
Distributiefrequentie Driemaandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Emerging Markets Currency Fund is een maximaal totaalrendement met behoud van het belegde kapitaal in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds streeft zijn doelstelling na door minstens 80% van zijn vermogen te beleggen in valuta's van, of in Vastrentende Instrumenten die zijn uitgedrukt in de valuta's van opkomende markten. Het Fonds kan zonder beperking beleggen in effecten van emittenten die economisch gekoppeld zijn aan zich ontwikkelende of opkomende markteconomieën. Het Fonds kan rechtstreeks beleggen in Vastrentende Effecten die zijn uitgedrukt in de lokale valuta van opkomende markten. In situaties waarin dit onpraktisch is, zal het Fonds trachten de rendementen te kopiëren van een obligatie die uitgedrukt is in de lokale valuta van een opkomende markt door gebruik te maken van derivaten, met inbegrip van, maar niet beperkt tot valutatermijncontracten (zowel deliverable als non-deliverable), renteswaps, cross-currency swaps, total return swaps, opties en credit-linked notes. De Beleggingsadviseur heeft een grote bevoegdheid bij het identificeren van landen die kunnen worden beschouwd als opkomende markten. De Beleggingsadviseur zal de landen- en valutasamenstelling voor het Fonds selecteren op basis van zijn evaluatie van de relevante rentevoeten, inflatietarieven, wisselkoersen, monetaire en fiscale beleidslijnen, handelsbalansen en lopende rekeningen, en andere specifieke factoren die naar de mening van de Beleggingsadviseur relevant zijn. Het Fonds zal zijn beleggingen waarschijnlijk concentreren in Azië, Afrika, het Midden-Oosten, Latijns-Amerika en de opkomende markten in Europa. Het Fonds kan beleggen in instrumenten waarvan het rendement is gebaseerd op het rendement van een effect van een opkomende markt, zoals een financieel derivaat, in plaats van direct te beleggen in de effecten van opkomende markten. De gemiddelde portefeuilleduration van het Fonds varieert op basis van de voorspellingen van de Beleggingsadviseur voor de rentevoeten en bedraagt onder normale marktomstandigheden niet meer dan 2 jaar. Het Fonds kan zowel beleggen in hoogrentende effecten, waarbij het tot 15% van zijn vermogen mag beleggen in effecten met een lagere rating dan B volgens Moody’s of S&P (of die, indien ze niet over een kredietrating beschikken, naar het oordeel van de Beleggingsadviseur van vergelijkbare kwaliteit zijn). Maximaal 25% van het vermogen van het Fonds mag belegd worden in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet na te leven van een derde van zijn totale vermogen voor gecombineerde beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen (inclusief warrants), (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Het 2
Fonds kan alleen gebruik maken van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een index (steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd door het gebruik van de Value at Risk (‘VaR’) methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaRbenadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld backen stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de JPMorgan Emerging Local Markets Index Plus. De JPMorgan Emerging Local Markets Index Plus volgt totaalrendementen voor in plaatselijke valuta luidende schuldinstrumenten in 22 opkomende landen met minimaal USD 10 miljard aan buitenlandse handel. Nadere bijzonderheden over de index zijn openbaar beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. 3
Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
BeheerDienstverleningsTrailvergoeding (%) vergoeding (%) vergoeding (%) Institutioneel 0,85 G Institutioneel 0,85 Klasse S 0,85 Klasse R 0,96 H Institutioneel 1,02 Belegger 0,85 0,35 Administratief 0,85 0,50 Klasse E 1,75 Klasse T 1,75 M Retail 1,75 G Retail 1,75 Klasse Z 0,00 -
Distributievergoeding (%) 0,40 -
Totale vergoeding (%) 0,85 0,85 0,85 0,96 1,02 1,20 1,35 1,75 2,15 1,75 1,75 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’, en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Het Fonds is toegelaten op 28 augustus 2006. Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CLP 100,100, CHF 10,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 4
10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor Klasse S en Uitkeringsklasse II zal lopen van 9.00 uur (Ierse tijd) op 1 oktober 2013 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode met betrekking tot nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en nietgerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risicoen opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
5
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Emerging Markets Currency Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap uITK UitK II
Basisvaluta (USD) 29-sep-06 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 19-nov-08 31-okt-06 NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL 18-nov-10 NL NL NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
6
CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt)
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Niet afgedekt) 20-jan-10 6-jun-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 2-jul-09 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Emerging Markets Currency Fund Valuta
Share Klasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
7
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO FUNDS: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Emerging Markets Full Spectrum Bond Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een openend beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Emerging Markets Full Spectrum Bond Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap van wie de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en is er niets weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van het beleggen in het Emerging Markets Full Spectrum Bond Fund doordat het Fonds kan beleggen in opkomende effectenmarkten en hoogrentende effecten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Emerging Markets Full Spectrum Bond Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. De Aandeelhouders worden erop attent gemaakt dat de door het Fonds verschuldigde Beheervergoeding en andere vergoedingen in mindering kunnen worden gebracht van het kapitaal van het Fonds. Bij de terugkoop van participaties is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
Emerging Markets Full Spectrum Bond Fund – Beknopte informatie De onderstaande tabel biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze tabel moet worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire beleggingen Vastrentende Instrumenten van Opkomende Markten
Gemiddelde portefeuilleduration +/- 2 jaar van zijn indexen
Krediet(1) kwaliteit Max. 15% onder B3 (uitgez. MBS en ABS)
Uitkeringsfrequentie Driemaandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Emerging Markets Full Spectrum Bond Fund is een maximaal totaalrendement te behalen in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds streeft zijn beleggingsdoelstelling na door onder normale omstandigheden minstens 80% van zijn nettovermogen te beleggen in Vastrentende Instrumenten die uitgegeven zijn door emittenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten. Deze instrumenten kunnen uitgedrukt zijn in nietAmerikaanse valuta’s, waaronder valuta’s van opkomende markten. De Beleggingsadviseur kan de gewenste blootstelling verwezenlijken door direct te beleggen in Vastrentende Effecten en/of door te beleggen in derivaten, zoals hieronder verder toegelicht. Het Fonds kan zonder beperking beleggen in instrumenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten. Wij verwijzen naar ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’ onder ‘Effecten van opkomende markten’ voor een omschrijving van een instrument dat economisch gekoppeld is aan een opkomende markt. Zoals uiteengezet in het hierboven vermelde deel, is de Beleggingsadviseur in ruime mate vrij om zelf te bepalen welke landen kunnen worden gekwalificeerd als opkomende markten. Het Fonds kan beleggen in zowel effecten van beleggingskwaliteit als hoogrentende effecten (‘junk bonds’), waarbij geldt dat maximaal 15% van zijn vermogen kan worden belegd in effecten met een rating onder B3 van Moody's of B- van S&P (of die, als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden beschouwd van vergelijkbare kwaliteit te zijn), uitgezonderd dat deze beperking niet zal gelden voor de beleggingen van het Fonds in aan hypotheken gekoppelde en andere door vermogen gedekte effecten. De gemiddelde portefeuilleduration van het Fonds zal normaal niet meer dan twee jaar (meer of minder) variëren van de duration van een mix van JPMorgan Government Bond Index Emerging Markets Global Diversified, JPMorgan Emerging Markets Bond Index Global en JP Morgan Corporate Emerging Markets Bond Index Diversified, die respectievelijk worden gewogen tegen 50%, 25% en 25%. Gedetailleerde informatie over de duration van de indexen zal op verzoek bij de Beleggingsadviseur verkrijgbaar zijn. Het Fonds kan onbeperkt beleggen in niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en effecten van niet-VSemittenten. Het Fonds zal de blootstelling aan andere valuta’s dan de USD (van niet in US dollar luidende effecten of valuta’s) normaal beperken tussen 20% en 80% van zijn vermogen. Maximaal 25% van het vermogen van het Fonds kan worden belegd in effecten die converteerbaar zijn in aandelen, zoals converteerbare obligaties. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet na te leven van 33% van zijn totale vermogen voor gecombineerde beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen (inclusief warrants), (iii) depositocertificaten, en (iv) bankaccepten. Waar dat volgens de Beleggingsadviseur strookt met de beleggingsdoelstelling en het beleggingsbeleid van het Fonds, kan het Fonds tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen (die al dan niet gedekt zijn door een zakelijke zekerheid) die geldmarktinstrumenten vormen. H e 2
t Fonds kan zowel niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende valutaposities houden. Daardoor kunnen bewegingen van niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s het rendement van het Fonds beïnvloeden. Actieve valutaposities en valuta-afdekking kunnen worden geïmplementeerd aan de hand van valutatermijncontracten en valutafutures, -opties en -swaps in overeenstemming met de vereisten van de ICBE-kennisgevingen. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’-overeenkomsten, transacties ‘met uitgestelde levering’, termijnverplichtingen, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Volgens de bepalingen in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruikmaken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-thecounter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn volgens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een bepaalde index (waarbij steeds geldt dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Gedetailleerde gegevens over financiële indexen die door het Fonds worden gebruikt, zullen op verzoek van de Aandeelhouders door de Beleggingsadviseur worden verstrekt en zullen worden opgenomen in de halfjaar- en jaarrekeningen van de Vennootschap. Deze indexen dienen goedgekeurd te zijn door de Centrale Bank of te beantwoorden aan haar vereisten. Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten) (voor afdekkingsdoeleinden en/of voor beleggingsdoeleinden), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekking of voor beleggingsdoeleinden) kan resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 400% van de Intrinsieke Waarde liggen. Naar verwachting zal het hefboomniveau van het Fonds stijgen, bijvoorbeeld indien de Beleggingsadviseur van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd met behulp van de Value-at-Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die op basis van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds dagelijks maximaal kan verliezen, berekend volgens een betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Emerging Markets Full Spectrum Bond Fund heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen 3
dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille zal bestaan uit een mix van JPMorgan Government Bond Index Emerging Markets Global Diversified, JPMorgan Emerging Markets Bond Index Global en JP Morgan Corporate Emerging Markets Bond Index Diversified, die respectievelijk worden gewogen tegen 50%, 25% en 25%. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. De Beleggingsadviseur zal bij zijn beleggingsbeslissingen rekening houden met diverse kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over de wereldwijde economie en de verwachte ontwikkeling van diverse sectoren en activaklassen. Omwille van de flexibiliteit en de mogelijkheid om te beleggen in kansen wanneer die zich voordoen, is het geen doel van het Fonds om zijn beleggingen te concentreren in specifieke regio’s of sectoren (hoewel het dit in de praktijk wel kan doen, zonder enige verplichting). Op dezelfde manier is het mogelijk dat, hoewel het Fonds de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van de beleggingstypes die in dit beleid zijn vermeld, bepaalde instrumenttypes niet de hele tijd zullen worden gebruikt. Hoewel deze analyses op dagelijkse basis uitgevoerd worden, vinden wezenlijke veranderingen in de beleggingsposities doorgaans plaats over langere termijnen. Het Fonds kan in ondergeschikte mate ook liquide activa en geldmarktinstrumenten houden, inclusief maar niet beperkt tot door vermogen gedekte effecten, handelspapier en depositocertificaten. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Beheervergoeding (%)
Dienstverleningsvergoeding (%)
Trailvergoeding (%)
Totale vergoeding (%)
Institutioneel
0,95
-
-
0,95
G Institutioneel
0,95
-
-
0,95
Klasse S
0,95
-
-
0,95
Belegger
0,95
0,35
-
1,30
Administratief
0,95
-
0,50
1,45
H Institutioneel
1,12
-
-
1,12
Klasse R
1,04
-
-
1,04
Klasse E
1,89
-
-
1,89
M Retail
1,89
-
-
1,89
G Retail
1,89
-
-
1,89
Klasse Z
0,00
-
-
0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. 4
Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het Emerging Markets Full Spectrum Bond Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan USD 50.000. Ze worden ten laste genomen door het Emerging Markets Full Spectrum Bond Fund en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een kortere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsinformatie Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of op andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de gedeeltes van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’, en ‘Conversie van Aandelen’ voor meer bijzonderheden over deze technieken. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse Z, Klasse S en Klasse R. Binnen elke Klasse, met uitzondering van Klasse S, kan het Fonds Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst uitkeren), en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In het geval van Klasse S, kan het Fonds enkel Kapitalisatieaandelen uitkeren. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). Aandelen in het Fonds worden aangeboden van 9.00 uur (Ierse tijd) op 11 december 2013 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 11 juni 2014 (de ‘Initiële Aanbiedingsperiode’) tegen de Initiële Uitgifteprijs en behoudens aanvaarding van de inschrijvingen op Aandelen door de Vennootschap. Zij worden voor de eerste maal uitgegeven op de eerste Handelsdag na afloop van de initiële aanbiedingsperiode. De initiële aanbiedingsperiode kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een dergelijke verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Na sluiting van de initiële aanbiedingsperiode worden Aandelen in het Fonds uitgegeven tegen de Intrinsieke Waarde per Aandeel.
5
Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. Er dient te worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen in mindering kunnen worden gebracht op het kapitaal en dat dientengevolge het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Profiel van de gemiddelde belegger Gemiddelde beleggers in het Fonds zijn beleggers die op zoek zijn naar een fonds met hogere rendementen, en die ook bereid zijn het hogere risico te aanvaarden dat gepaard gaat met het beleggen in effecten van opkomende markten en beleggers met een wereldwijde beleggingsportefeuille. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc van wie de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
6
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Valuta
Emerging Markets Full Spectrum Bond Fund
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse R Klasse R Klasse R Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD ( Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Valuta Emerging Markets Full Spectrum Bond Fund Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail T Klssse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse R Klasse R Klasse R Klasse S klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afge-dekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afge-dekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afge-dekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afge-dekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afge-dekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afge-dekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afge-dekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Euro Bond Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Euro Bond Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van het beleggen in het Euro Bond Fund doordat het Fonds kan beleggen in effecten van opkomende markten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Euro Bond Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere kosten die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
Euro Bond Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen
In Euro luidende Vastrentende Instrumenten
Gemiddelde Portefeuilleduration +/- 2 jaar van zijn index
Krediet(1) kwaliteit
Distributiefrequentie
B tot Aaa Driemaandelijks (uitgezonderd MBS’s); max 10% onder Baa,
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Euro Bond Fund is een maximaal totaalrendement te verwezenlijken met behoud van het belegde kapitaal in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds belegt minstens twee derde van zijn vermogen in een gediversifieerde portefeuille van in EUR luidende Vastrentende Instrumenten met diverse looptijden. De gemiddelde portefeuilleduration van dit Fonds zal normaliter niet meer dan twee jaar (langer of korter) verschillen van de Citigroup European Broad Investment Grade Index. De Citigroup European Broad Investment Grade Index is een index van de euromarkten voor vastrentende effecten van beleggingskwaliteit uit de overheids-, overheidsgerelateerde-, bedrijfs- en door vermogen gedekte sectoren. Gedetailleerde informatie over de duration van de Citigroup European Broad Investment Grade Index zal op verzoek bij de Beleggingsadviseur verkrijgbaar zijn. Het Fonds belegt voornamelijk in effecten van beleggingskwaliteit, maar kan tot 10% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die een lagere rating hebben dan Baa bij Moody’s of BBB bij S&P, maar die ten minste B bij Moody’s of S&P moeten hebben (of, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsbeheerder geacht worden van vergelijkbare kwaliteit te zijn), met uitzondering van door hypotheek gedekte effecten, waarvoor er geen minimale kredietrating is. Hoewel er geen minimale kredietrating is vereist voor door hypotheek gedekte effecten, zal rekening worden gehouden met hypotheekgedekte effecten onder beleggingskwaliteit bij het berekenen van de hierboven vermelde limiet van 10% voor effecten onder beleggingskwaliteit. Aangezien sommige landen in de OESO opkomende markten kunnen zijn, kan het Fonds soms voor meer dan 20% belegd zijn, direct of indirect, in opkomende markten. Het Fonds kan zowel niet in EUR luidende Vastrentende Instrumenten als niet in EUR luidende valutaposities houden. De blootstelling aan andere valuta’s dan de EUR is beperkt tot 20% van het totale vermogen. Bewegingen van niet in EUR luidende Vastrentende Instrumenten en niet in EUR luidende valuta’s kunnen het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Maximaal 25% van het vermogen van het Fonds mag belegd worden in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet na te leven van een derde van zijn totale vermogen voor gecombineerde beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen (inclusief warrants), (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in
illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een index (steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd door het gebruik van de Value at Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaRbenadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de Citigroup European Broad Investment Grade Index. De Citigroup European Broad Investment Grade Index is een index van de euromarkten voor vastrentende effecten van beleggingskwaliteit uit de overheids-, overheidsgerelateerde, bedrijfs- en door vermogen gedekte sectoren. Nadere bijzonderheden over de index zijn openbaar beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd.
Beleggingsadviseur PIMCO Europe Ltd. Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is EUR. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen.
Klasse
Institutioneel G Institutioneel Klasse S H Institutioneel Klasse R Belegger Administratief Klasse E Klasse T M Retail G Retail Klasse Z
Beheervergoeding (%) 0,46 0,46 0,46 0,63 0,75 0,46 0,46 1,36 1,36 1,36 1,36 0,00
DienstverleningsTrailvergoeding (%) vergoeding (%) 0,35 0,50 -
Distributievergoeding (%) 0,30 -
Totale vergoeding (%) 0,46 0,46 0,46 0,63 0,75 0,81 0,96 1,36 1,66 1,36 1,36 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Handelsdag Elke dag waarop de banken in Engeland (en voor zover het Fonds gebruikt maakt van PIMCO Deutschland GmbH ter ondersteuning van zijn beleggingsbeheer, München) geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met de toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Terugkoop van Aandelen’ en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Het Fonds is toegelaten op 23 december 1998.
Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 16 mei 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode met betrekking tot nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. De Kapitalisatieaandelenklassen Institutioneel en Belegger van het Fonds zijn momenteel genoteerd aan de Ierse effectenbeurs. Neem contact op met het Administratiekantoor of met de noteringsmakelaar van de Vennootschap voor de meest actuele informatie over genoteerde klassen. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’.
Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Euro Bond Fund Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (EUR) 31-dec-98 7-jan-03 NL 28-okt-13 NL NL NL NL 8-mei-02 29-apr-02 NL 7-jun-01 NL NL 31-mrt-06 10-okt-05 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 16-okt-13 NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Valuta CHF (Niet CHF (Afgeafgedekt) dekt) 30-jun-06 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Euro Bond Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
USD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
USD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Euro Income Bond Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen. SUPPLEMENT
Euro Income Bond Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van beleggingen in het Euro Income Bond Fund is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Euro Income Bond Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. Aandeelhouders worden erop attent gemaakt dat de door het Fonds verschuldigde Beheervergoeding en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste valt van het kapitaal van het Fonds. Bij terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledig belegde bedrag terugkrijgen. Aandeelhouders worden erop attent gemaakt dat dividenden betaalbaar zijn uit het kapitaal van het Fonds. Als gevolg daarvan zal het kapitaal verminderen en zullen uitkeringen betaald worden door afstand te doen van het potentieel op toekomstige kapitaalgroei, en deze cyclus kan worden voortgezet tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
Euro Income Bond Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen Gemiddelde KredietDistributie(1) Portefeuillekwaliteit frequentie duration In EUR uitgedrukte Obligaties en andere Vastrentende Instrumenten
1 - 8 jaar
Max 50% onder Baa3.
Maandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service of Fitch, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Euro Income Bond Fund is de lopende inkomsten te maximaliseren in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Kapitaalgroei op lange termijn is een secundaire doelstelling. Het Fonds belegt minstens twee derde van zijn vermogen in een gediversifieerde portefeuille van in EUR luidende obligaties en andere Vastrentende Instrumenten met diverse looptijden. Het Fonds streeft naar behoud van een hoog niveau van dividendinkomsten door te beleggen in een breed spectrum van vastrentende sectoren die naar mening van de Beleggingsadviseur gewoonlijk hoge inkomstenniveaus genereren. Over het algemeen zal het Fonds zijn vermogen over diverse beleggingssectoren spreiden, onder andere (i) hoogrentende bedrijfsobligaties en bedrijfsobligaties van beleggingskwaliteit van emittenten die gevestigd zijn in EU- en niet-EU-landen, met inbegrip van opkomende markten; (ii) obligaties en andere Vastrentende Instrumenten uitgegeven door EU- en nietEU-overheden, hun organen en instellingen; (iii) door hypotheek en door vermogen gedekte effecten (zonder hefboomwerking - 'unleveraged'); en (iv) vreemde-valutaposities, met inbegrip van valuta's van opkomende markten. Het Fonds is echter niet verplicht een positie te nemen in een bepaalde beleggingssector, en de blootstelling van het Fonds aan een beleggingssector zal schommelen in de tijd. De blootstelling aan dergelijke effecten kan verkregen worden door een directe belegging in de hierboven genoemde effectentypes of door gebruik te maken van financiële derivaten. Het Fonds kan transacties aangaan in financiële derivaten zoals opties, futures, swaps (inclusief swaps op vastrentende indices) of credit default swaps, voornamelijk met het oog op beleggings- en/of afdekkingsdoeleinden, met inachtneming van de limieten die werden opgelegd door de Centrale Bank. De door het Fonds nagestreefde kapitaalgroei vloeit over het algemeen voort uit een stijging van de koers van de obligaties en andere Vastrentende Instrumenten die het Fonds houdt, veroorzaakt door dalende rentevoeten of betere kredietvoorwaarden voor een bepaalde sector of effect. Zoals hierboven reeds aangegeven, is kapitaalgroei een secundaire doelstelling van het Fonds. De nadruk op inkomsten en het inhouden van beheervergoedingen op het kapitaal kunnen het kapitaal dan ook aantasten, en kunnen afbreuk doen aan het vermogen van het Fonds om in de toekomst kapitaalgroei te blijven genereren. De gemiddelde portefeuilleduration van dit Fonds zal normaliter variëren tussen een en acht jaar, op basis van de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur. Het Fonds kan beleggen in effecten van beleggingskwaliteit en in hoogrentende effecten ('‘junk bonds'’), met een maximum van 50% van zijn nettovermogen in effecten met een rating onder Baa3 bij Moody’s of gelijkwaardig bij S&P of Fitch, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn. Activa die niet belegd zijn in in EUR luidende obligaties en Vastrentende Instrumenten kunnen worden belegd in andere Vastrentende Instrumenten die niet noodzakelijk in EUR luiden of niet economisch gekoppeld zijn aan de eurozone. Het Fonds kan maximaal 25% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten.
2
Waar de Beleggingsadviseur dit om tijdelijke of defensieve doeleinden gepast acht, kan het Fonds tot 100% van zijn nettovermogen beleggen in Vastrentende Effecten (zoals hierboven beschreven) uitgegeven door, of inzake hoofdsom en rente gewaarborgd door, een EU-overheid (met inbegrip van haar instellingen en organen) en terugkoopovereenkomsten gedekt door dergelijke obligaties, op voorwaarde dat het Fonds minimaal zes verschillende emissies houdt, waarbij de effecten van één emissie niet meer dan 30% van het nettovermogen mogen uitmaken. Het Fonds zal uitsluitend gebruik maken van terugkoopovereenkomsten met het oog op een efficiënt portefeuillebeheer. Maximaal 25% van het nettovermogen van het Fonds kan worden belegd in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet van een derde van zijn nettovermogen na te leven voor de gezamenlijke beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen, (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Het Fonds kan converteerbare effecten of aandelen gebruiken om een blootstelling te verwerven aan bedrijven waarvan de schuldeffecten mogelijk niet direct beschikbaar zijn of na gedetailleerde analyse geïdentificeerd werden als goede beleggingsmogelijkheden. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging, waarbij de beleggingsdoelstelling van deze instellingen complementair moet zijn aan, of consistent moet zijn met die van het Fonds. Het Fonds kan ook tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten (inclusief obligaties en andere Vastrentende Instrumenten zoals uiteengezet in dit beleggingsbeleid die illiquide zijn) die meer in detail worden beschreven in het Prospectus onder ‘Overdraagbare illiquide effecten’ en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Zoals hieronder wordt uiteengezet, kan het Fonds gebruik maken van financiële derivaten voor beleggingsdoeleinden. Het Fonds kan gebruik maken van derivaten om synthetische shortposities te creëren, wanneer de Beleggingsadviseur dit gepast vindt op basis van een gedetailleerde beleggingsanalyse. Synthetische shortposities zijn posities die in economische termen gelijk zijn aan shortposities en die worden aangegaan door het gebruik van financiële derivaten in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. Het Fonds zal long- en shortposities voor uiteenlopende termijnen aangaan, maar de combinatie van long- en shortposities zal nooit resulteren in ongedekte shortposities en het Fonds zal geen groot aantal synthetische shortposities houden. Meer informatie over het gebruik van derivaten door het Fonds wordt hierna weergegeven. Het Fonds kan zowel niet in EUR luidende beleggingsposities als niet in EUR luidende valutaposities houden. De blootstelling aan andere valuta’s dan de EUR is beperkt tot 30% van het totale vermogen. Bewegingen van niet in EUR luidende beleggingen en niet in EUR luidende valuta’s kunnen het rendement van het Fonds beïnvloeden. Conform de heersende marktomstandigheden kunnen valutaafdekking en valutaposities worden geïmplementeerd aan de hand van contante valutacontracten en valutatermijncontracten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Volgens de bepalingen in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruikmaken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of indexen gebaseerd op Vastrentende Instrumenten die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een bepaalde obligatie of vastrentende index (waarvan de details beschikbaar zullen zijn bij de Beleggingsadviseur, en steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een 3
emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd met behulp van de Value at Risk (‘VaR’)-methode, in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die op basis van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaRbenadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De periode van deelneming zal 20 dagen zijn. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar zijn. De bovenstaande limieten zijn de VaRlimieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Het Fonds kan in ondergeschikte mate ook liquide activa en geldmarktinstrumenten houden, inclusief maar niet beperkt tot door vermogen gedekte effecten, handelspapier en depositocertificaten. Dergelijke activa zullen van beleggingskwaliteit zijn, of indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur als van beleggingskwaliteit worden beoordeeld. Beleggingsadviseur PIMCO Europe Ltd Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is EUR. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen.
4
Klasse
BeheerDienstverleningsvergoeding vergoeding (%) (%)
Trailvergoeding (%)
Distributievergoeding (%)
Totale vergoeding (%)
Institutioneel
0,49
-
-
-
0,49
G Institutioneel
0,49
-
-
-
0,49
Klasse S
0,49
-
-
-
0,49
H Institutioneel
0,66
-
-
-
0,66
Klasse R
0,76
-
-
-
0,76
Belegger
0,49
0,35
-
-
0,84
Administratief
0,49
-
0,50
-
0,99
Klasse E
1,39
-
-
-
1,39
Klasse T
1,39
-
-
0,40
1,79
M Retail
1,39
-
-
-
1,39
G Retail
1,39
-
-
-
1,39
Klasse Z
0,00
-
-
-
0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het Euro Income Bond Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan 60.000 EUR. Ze worden ten laste genomen door het Euro Income Bond Fund en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in Engeland (en voor zover het Fonds gebruikt maakt van PIMCO Deutschland GmbH ter ondersteuning van zijn beleggingsbeheer, München) geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met de toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’, en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van 5
Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, JPY 1.000,00, ILS 10,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor Klasse S en Uitkeringsklasse II zal lopen van 9.00 uur (Ierse tijd) op 1 oktober 2013 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode voor een Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar is, maar nog niet geïntroduceerd, zoals vastgesteld in Bijlage A, zal eindigen op 1 april 2014. De initiële aanbiedingsperiode voor elke nieuwe Aandelenklasse kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Er dient te worden opgemerkt dat beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal en dat dientengevolge het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten behaald kunnen worden door het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei op te geven. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Het Fonds kan dividenden uitkeren uit nettobeleggingsinkomsten en/of het kapitaal. Er kunnen dividenden worden betaald uit het kapitaal om het Fonds in staat te stellen een stabiel en consistent uitkeringsniveau aan te bieden aan beleggers die zoeken naar inkomstengerichte beleggingsoplossingen. Eventuele gedeclareerde dividenden zullen gewoonlijk worden uitbetaald op de laatste Werkdag van de maand of worden herbelegd op de voorlaatste Werkdag van de maand. Meer details over het Dividendbeleid van de Vennootschap worden uiteengezet in het deel van het Prospectus met als titel ‘Dividendbeleid’, en een gedetailleerde dividendkalender met actuele uitkeringsdata is op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basis-Aandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd.
6
Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
7
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Euro Income Bond Fund Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (EUR) 28-feb-11 28-feb-11 NL NL NL NL NL NL NL 29-mei-12 NL NL NL NL 28-feb-11 28-feb-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
8
Valuta CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Euro Income Bond Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uikt Uikt II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
9
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
USD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
USD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Global Advantage Real Return Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Global Advantage Real Return Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van beleggingen in het Global Advantage Real Return Fund door zijn vermogen om te beleggen in effecten van opkomende markten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Global Advantage Real Return Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
/795408v3
1
Global Advantage Real Return Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen Wereldwijde inflatiegeïndexeerde Vastrentende Instrumenten
Gemiddelde portefeuilleduration +/- 3 jaar van zijn index
Krediet(1) kwaliteit B tot Aaa; max 10% onder Baa
Distributiefrequentie Driemaandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Global Advantage Real Return Fund is een maximaal reëel rendement te behalen met behoud van het reële kapitaal binnen het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds streeft zijn doelstelling na door minstens 70% van zijn nettovermogen te beleggen in wereldwijde inflatiegekoppelde Vastrentende Instrumenten in lokale valuta’s van zowel ontwikkelde als opkomende markten. Het saldo van het nettovermogen van het Fonds zal worden belegd in andere instrumenten zoals verder uiteengezet. Het Fonds kan ook beleggen in een gediversifieerde portefeuille van Vastrentende Instrumenten zoals obligaties met verschillende looptijden, uitgegeven door overheden, hun organen of instellingen, supranationale instellingen en bedrijven. Het Fonds kan ook beleggen in door hypotheek gedekte en andere door vermogen gedekte effecten, zonder hefboomeffect. De blootstelling aan dergelijke activa kan verkregen worden door een directe belegging in Vastrentende instrumenten of door gebruik te maken van financiële derivaten zoals verder uiteengezet. Het Fonds kan zonder beperking beleggen in effecten van emittenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten. Deze blootstelling aan de opkomende markten kan alle types effecten omvatten die zijn uiteengezet in dit beleggingsbeleid. Inflatiegekoppelde obligaties zijn Vastrentende Instrumenten die gestructureerd zijn om bescherming te bieden tegen de inflatie. De waarde van de hoofdsom van de obligatie, of van de interest die betaald wordt op de obligatie, wordt aangepast aan de wijzigingen in een officiële inflatiemaatstaf. De VS-schatkist gebruikt de Consumer Price Index for Urban Consumers als inflatiemaatstaf. Inflatiegekoppelde obligaties die niet zijn uitgegeven door de VS-overheid worden doorgaans aangepast om een vergelijkbare inflatieindex te weerspiegelen die door die overheid wordt berekend. ‘Reëel rendement’ is gelijk aan het totaalrendement min de geschatte inflatiekost, die gewoonlijk gemeten wordt door de wijziging in een officiële inflatiemaatstaf. De gemiddelde portefeuilleduration van dit Fonds zal normaliter binnen drie jaar (plus of minus) van de duration van de PIMCO Global Advantage Inflation-Linked Bond Index USD Unhedged (‘PIMCO GLADI ILB’) variëren. De PIMCO GLADI ILB vertegenwoordigt de wereldwijde obligatiemarkt voor inflatiegekoppelde overheidsschuld voor zowel de ontwikkelde als de opkomende markten. De samenstellende landen worden gewogen op basis van het bruto binnenlands product als alternatief voor de marktkapitalisatie, zoals dat ook gebruikelijk is in veel andere inflatiegekoppelde obligatie-indexen. Meer gegevens over de PIMCO GLADI ILB, waaronder een actuele beschrijving van zijn duration, zijn op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. Het Fonds belegt voornamelijk in Vastrentende Instrumenten van beleggingskwaliteit, maar kan tot 10% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die een lagere rating hebben dan Baa bij Moody’s of BBB bij S&P, maar die ten minste B bij Moody’s of S&P moeten hebben (of, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsbeheerder geacht worden van vergelijkbare kwaliteit te zijn). Het Fonds kan zowel niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en valutaposities houden. De blootstelling aan niet in USD luidende valuta’s, met betrekking tot de blootstelling aan niet in USD luidende valuta’s in het PIMCO GLADI ILB, is beperkt tot 20% van het netto vermogen. Daardoor kunnen bewegingen van niet in USD luidende Vastrentende /795408v3
2
Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief doch niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven in het Prospectus onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’, waaronder de bepaling dat terugkoopovereenkomsten, omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties alleen zullen worden gebruikt in het kader van een efficiënt portefeuillebeheer. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Maximaal 25% van het vermogen van het Fonds mag belegd worden in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het nettovermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet na te leven van een derde van zijn nettovermogen voor gecombineerde beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen (inclusief warrants), (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Waar dat volgens de Beleggingsadviseur strookt met de beleggingsdoelstelling en het beleggingsbeleid van het Fonds, kan het Fonds tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Volgens de bepalingen in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruikmaken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-thecounter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Door het Fonds gebruikte swaps zullen worden gebaseerd op activaklassen die onder het beleggingsbeleid van het Fonds vallen zoals hierboven beschreven, zoals obligaties en andere Vastrentende Effecten, toegelaten indexen, valuta’s en rentevoeten. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of indexen gebaseerd op Vastrentende Instrumenten die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een bepaalde obligatie of vastrentende index (waarvan de details beschikbaar zullen zijn bij de Beleggingsadviseur, en steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Zoals hieronder wordt uiteengezet, kan het Fonds gebruik maken van financiële derivaten voor beleggingsdoeleinden. Het Fonds kan gebruikmaken van derivaten zoals credit default swaps, totaalrendementswaps en renteswaps om synthetische shortposities te creëren, wanneer de Beleggingsadviseur dit gepast vindt op basis van een gedetailleerde beleggingsanalyse. Synthetische shortposities zijn posities die in economische termen gelijk zijn aan shortposities en die worden aangegaan door het gebruik van financiële derivaten in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. De Beleggingsadviseur zal synthetische shortposities voornamelijk gebruiken om de blootstelling van het Fonds aan rentevoetschommelingen te beheren, maar kan ook shortposities innemen voor beleggingsdoeleinden. Het Fonds zal long- en shortposities voor uiteenlopende termijnen aangaan, maar de combinatie van long- en shortposities zal nooit resulteren in ongedekte shortposities. Het gebruik door de Beleggingsadviseur van synthetische shortposities kan variëren en zal afhangen van de marktomstandigheden. Het Fonds zal echter geen groot aantal synthetische shortposities houden en dergelijke posities zullen niet meer dan 30% van het nettovermogen bedragen. Meer informatie over het gebruik van derivaten door het Fonds wordt hierna weergegeven. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met /795408v3
3
uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd met behulp van de Value-at-Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die op basis van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de PIMCO Global Advantage Inflation-Linked Bond Index ("PIMCO GLADI ILB"). De PIMCO GLADI ILB vertegenwoordigt de wereldwijde obligatiemarkt voor inflatiegekoppelde overheidsschuld van zowel ontwikkelde als opkomende markten. Nadere bijzonderheden over de index zijn openbaar beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten Aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen: De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Institutioneel G Institutioneel Klasse S H Institutioneel Klasse R Belegger Administratief
Beheervergoeding (%) 0,69 0,69 0,69 0,86 0,87 0,69 0,69
Dienstverlenings vergoeding (%) 0,35 -
/795408v3
4
Trailvergoeding (%) 0,50
Distributievergoeding (%) -
Totale vergoeding (%) 0,69 0,69 0,69 0,86 0,87 1,04 1,19
Klasse E Klasse T M Retail G Retail Klasse Z
1,59 1,59 1,59 1,59 0,00
-
-
0,40 -
1,59 1,99 1,59 1,59 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘ Vergoedingen en Kosten ‘. Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het Global Advantage Real Return Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan 50.000 EUR. Ze worden ten laste genomen door het Global Advantage Real Return Fund en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’, en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 16 mei 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode met betrekking tot nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het /795408v3
5
Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. Eventuele gedeclareerde dividenden zullen gewoonlijk worden uitbetaald op de laatste Werkdag van de maand, het kwartaal of het jaar of worden herbelegd op de voorlaatste Werkdag van de maand, het kwartaal of het jaar. Meer details over het Dividendbeleid van de Vennootschap worden uiteengezet in het deel van het Prospectus met als titel ‘Dividendbeleid’, en een gedetailleerde dividendkalender met actuele uitkeringsdatums is op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en nietgerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Profiel van de gemiddelde belegger Gemiddelde beleggers in het Fonds zijn beleggers die op zoek zijn naar een vastrentende belegging als basis en geïnteresseerd zijn in de diversificatie die geboden wordt met deze obligatiebelegging en die aandelenposities in evenwicht willen brengen met een stabielere beleggingsoptie of beleggers die op zoek zijn naar bescherming tegen de inflatiepercentages (een dergelijke bescherming wordt nagestreefd door te beleggen in inflatie-geïndexeerde Vastrentende Instrumenten zoals hierboven beschreven). Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBEvereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen. De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
/795408v3
6
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Global Advantage Real Return Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) 29-jul-11 NL NL NL NL NL NL NL 11-apr-12 NL NL NL NL NL 21-dec-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 8-nov-12 NL NL NL NL
AUD (Ged. afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Ged. afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Ged. afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Ged. afgedekt) 27-mrt-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
7
CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Ged. afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Ged. afgedekt) 29-jul-11 05-mrt-13 NL 28-feb-14 NL NL NL NL 11-apr-12 NL NL NL NL NL 21-dec-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Ged. afgedekt) NL 15-feb-12 NL NL NL NL NL NL NL 11-apr-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Ged. afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Global Advantage Real Return Fund
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Ged. Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Ged. afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Ged. afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Ged. afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Valuta NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Ged. afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
8
RMB (Ged. afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Ged. afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Ged. afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
USD (Ged. Afgedekt) 5-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
USD (Valuta Blootstelling) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Global Bond Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Global Bond Fund 23 februari 2015 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Maatschappij waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van het beleggen in het Global Bond Fund doordat het Fonds kan beleggen in hoogrentende effecten en effecten van opkomende markten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Global Bond Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
Global Bond Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen VS en niet-VS Gemiddelde looptijd Vastrentende instrumenten
Gemiddelde Portefeuilleduration +/- 3 jaar van zijn index
Krediet(1) kwaliteit B tot Aaa (uitgezonderd MBS’s); max. 10% onder Baa
Distributiefrequentie Driemaandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Global Bond Fund is een maximaal totaalrendement te verwezenlijken met behoud van het belegde kapitaal in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds belegt minstens twee derde van zijn vermogen in een gediversifieerde portefeuille van Vastrentende Instrumenten die zijn uitgedrukt in de belangrijkste wereldvaluta's. De gemiddelde portefeuilleduration van dit Fonds zal normaliter niet meer dan drie jaar (langer of korter) verschillen van de Barclays Capital Global Aggregate Index. De Barclays Capital Global Aggregate Index vormt een brede maatstaf van de wereldwijde vastrentende markten van beleggingskwaliteit. De drie grote onderdelen van deze index zijn de U.S. Aggregate, de Pan-European Aggregate en de Asian-Pacific Aggregate Indices. De index omvat ook bedrijfsobligaties in eurodollar en euro-yen, Canadese overheidseffecten en 144A-effecten van beleggingskwaliteit in USD. Details over de duration van de Barclays Capital Global Aggregate Index zijn op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. Het Fonds belegt voornamelijk in Vastrentende Instrumenten van beleggingskwaliteit, maar kan tot 10% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die een lagere rating hebben dan Baa bij Moody’s of BBB bij S&P, maar die ten minste B bij Moody’s of S&P moeten hebben (of, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsbeheerder geacht worden van vergelijkbare kwaliteit te zijn), met uitzondering van door hypotheek gedekte effecten, waarvoor er geen minimale kredietrating is. Hoewel er geen minimale kredietrating is vereist voor door hypotheek gedekte effecten, zal rekening worden gehouden met hypotheekgedekte effecten onder beleggingskwaliteit bij het berekenen van de hierboven vermelde limiet van 10% voor effecten onder beleggingskwaliteit. Het Fonds kan zonder beperking beleggen in effecten van emittenten die economisch gekoppeld zijn aan zich ontwikkelende of opkomende markteconomieën (‘effecten van opkomende markten’). Het Fonds kan zowel niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en valutaposities houden. De blootstelling aan niet in USD luidende valuta’s is beperkt tot 20% van het vermogen. Daardoor kunnen bewegingen van niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Maximaal 25% van het vermogen van het Fonds mag belegd worden in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet na te leven van een derde van zijn totale vermogen voor gecombineerde beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen (inclusief warrants), (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Het Fonds kan tot 10% 2
van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een index (steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en risicobeheerst zijn door gebruik van de Value at Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de Barclays Global Aggregate Index. Nadere bijzonderheden over de index zijn hierboven uiteengezet en openbaar beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd.
3
Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Institutioneel G Institutioneel Klasse S H Institutioneel Klasse R Belegger Administratief Klasse E Klasse T M Retail G Retail Klasse Z
Beheervergoeding (%) 0,49 0,49 0,49 0,66 0,76 0,49 0,49 1,39 1,39 1,39 1,39 0,00
DienstverleningsTrailvergoeding (%) vergoeding (%) 0,35 0,50 -
Distributievergoeding (%) 0,30 -
Totale vergoeding (%) 0,49 0,49 0,49 0,66 0,76 0,84 0,99 1,39 1,69 1,39 1,39 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Maatschappij staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder geopend zijn voor de handel op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Terugkoop van Aandelen’ en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Het Fonds is toegelaten op 28 januari 1998. Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G 4
Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Het Fonds kan in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse G Institutioneel kan het Fonds, niettegenstaande het deel getiteld “Aankoop van Aandelen” in het Prospectus, ook Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 21 augustus 2015. De Initiële Aanbiedingsperiode voor Kapitalisatieaandelen van Klasse G Institutioneel begint om 9.00 uur (Ierse tijd) op 24 februari 2015 en eindigt om 16.00 uur (Ierse tijd) op 24 augustus 2015. De Initiële Aanbiedingsperiode met betrekking tot nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. De Kapitalisatieaandelenklassen Institutioneel en Belegger van het Fonds zijn momenteel genoteerd aan de Ierse effectenbeurs. Neem contact op met het Administratiekantoor of met de noteringsmakelaar van de Maatschappij voor de meest actuele informatie over genoteerde klassen. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. 5
Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen. De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
6
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Global Bond Fund
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) 12-mrt-98 18-apr-01 NL NL NL NL 15-okt-02 NL NL 1-mrt-99 23-jan-01 NL 14-jun-04 NL NL 31-mrt-06 28-okt-05 NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL 24-okt-13 NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afgedekt) 8-mei-03 10-apr-03 NL NL NL NL NL NL NL 28-jun-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
7
Valuta CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) 4-apr-03 12-apr-05 NL NL NL NL NL NL NL 2-feb-05 NL NL NL NL NL 31-mrt-06 NL NL 12-dec-12 NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) 16-apr-03 1-jun-04 NL NL NL NL NL NL NL 14-apr-05 NL NL NL 2-feb-07 NL NL 23-nov-09 NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL 18-okt-13 NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Global Bond Fund Valuta
Aandelenklasse
Type
ILS (Afgedekt)
ILS (Niet afgede kt)
Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Kap Uitk Uitk Uitk Uitk Kap Kap Uitk Uitk Kap Uitk Uitk Kap Uitk Uitk Kap Uitk Uitk Uitk Uitk Uitk Uitk Kap Uitk Uitk Kap Uitk Uitk Kap Uitk Uitk Kap Uitk Uitk
13-mei-10 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedek t)
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt)
MXN (Afgedek t)
MXN (Niet Afgedekt )
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt)
NOK (Niet afgedek t)
NZD (Afgedek t)
NZD (Niet afgedekt)
RMB (Afgedekt)
RMB (Niet afgedekt)
30-jun-05 NL NL NL NL NL NL NL NL 26-jul-06 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL 1-nov-04 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
8
SEK (Afgedekt)
SEK (Niet afgedekt)
SGD (Afgedekt)
SGD (Niet afgedekt)
8-nov-04 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
7-aug-09 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR Klasse met valutablootstelli ng 20-feb-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Klasse met valutablootste lling) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
USD (Klasse met valutablootstelling ) 13-dec-02 23- mrt-06 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 31-mrt-05 NL NL 19-mei-10 19-mei-10 NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL 18-nov-08 NL NL NL NL
21357662.1.EU_BUSINESS
9
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften. Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Global Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een paraplufonds van het open type met gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen. Global Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap van wie de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en is er niets weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van belegging in het Global Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund door zijn mogelijkheid om te beleggen in effecten van opkomende markten en vooral in financiële derivaten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Global Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund te beleggen en is het Global Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund mogelijk niet geschikt voor elke belegger. Aandeelhouders worden erop attent gemaakt dat de door het Fonds verschuldigde Beheervergoeding en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste valt van het kapitaal van het Fonds. Bij terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen. De Aandeelhouders worden er ook op attent gemaakt dat dividenden uit het kapitaal van het Fonds worden betaald. Dat zal het kapitaal uithollen en door dergelijke dividendinkomsten uit te keren wordt het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei aangetast. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de
1
terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
Global Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire beleggingen Aandelenderivaten (doorgaans swaps) gedekt door een portefeuille van actief beheerde Vastrentende Instrumenten met een focus op absoluut rendement
Gemiddelde portefeuilleduration -3 tot +8 jaar
Kredietkwaliteit
(1)
B tot Aaa (uitgez. MBS); max. 20% onder Baa
Uitkeringsfrequentie Driemaandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn. Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling bestaat erin te streven naar een totaalrendement dat hoger ligt dan dat van zijn referentie-index, de MSCI World Index. Om zijn beleggingsdoelstelling te verwezenlijken, volgt het Fonds de zelf ontworpen portefeuillebeheerstrategie van de Beleggingsadviseur, die bekendstaat onder de naam ‘StocksPLUS’. Deze strategie combineert een actief beheerde portefeuille van Vastrentende Instrumenten met blootstelling aan een nominale portefeuille van aandelen die ernaar streeft een hoger rendement te behalen dan een aandelenindex, in dit geval de MSCI World Index. De nominale aandelenportefeuille ® wordt geselecteerd op basis van de Enhanced RAFI Global Developed Strategy (zoals hieronder toegelicht). In overeenstemming met de ‘StocksPLUS’ portefeuillebeheerstrategie en zoals hierna verder beschreven, belegt het Fonds in normale omstandigheden in derivaten op een nominale portefeuille van aandelen die worden gedekt door een portefeuille van Vastrentende Instrumenten. Derivaten kunnen worden aangekocht met een fractie van het vermogen dat nodig is om de aandelen direct te kopen, en dus kunnen de resterende activa worden belegd in Vastrentende Instrumenten. De nominale aandelenportefeuille wordt geselecteerd aan de hand van een specifieke versie voor de wereldwijde ontwikkelde markten van de Enhanced RAFI ® (Research Affiliates Fundamental Index) ® ® methode (hierna de ‘Enhanced RAFI Global Developed Strategy’ genoemd). De Enhanced RAFI Global Developed Strategy selecteert bedrijven in ontwikkelde markten (inclusief de Verenigde Staten) die zijn beoordeeld volgens de ‘Fundamental Index®’ methode. De ‘Fundamental Index®’ methode weegt bedrijven op basis van hun economische voetafdruk (zoals gemeten door boekhoudkundige variabelen, namelijk dividenden, kasstromen, boekwaarde en omzet) veeleer dan hun marktvoetafdruk (zoals gemeten door hun marktkapitalisatie). Deze benadering ontkoppelt de weging van een effect van zijn koers en behoudt tegelijk de kenmerken van een brede marktvertegenwoordiging, hoge capaciteit en laag
2
portefeuilleverloop die beleggers verwachten van een passieve beleggingsstrategie. De specifieke strategie die in dit Fonds wordt gebruikt, is een verbeterde versie van RAFI® die extra kwantitatieve filters en technieken hanteert die zijn ontworpen om de Fundamental Index® methode aan te vullen, door toevoeging van marginaal rendement en/of vermindering van risico's en volatiliteit. Zoals hierboven vermeld, zal het Fonds gebruik maken van aandelenderivaten op een nominale aandelenportefeuille. Dat zullen in de eerste plaats swaps zijn (die beursgenoteerd zijn dan wel onderhands (over-the-counter) worden verhandeld). De voor het Fonds gebruikte swaps zullen als doel hebben blootstelling te verkrijgen aan de nominale aandelenportefeuille voor ongeveer 100% van de intrinsieke waarde van het Fonds. In een typische swapovereenkomst ontvangt het Fonds van de tegenpartij de gedeeltelijke of volledige koersstijging (of -daling) van een of meerdere aandelen, en betaalt het zelf aan de tegenpartij een overeengekomen vergoeding. Hieronder is meer informatie over swaps en derivaten opgenomen. Hoewel het Fonds normaal niet rechtstreeks in aandelen belegt, kan het Fonds, wanneer derivaten overgewaardeerd lijken, tot 100% van zijn vermogen rechtstreeks beleggen in een ‘korf’ van aandelen en van effecten die converteerbaar zijn in aandelen (zoals in het Prospectus beschreven onder ‘Converteerbare effecten en aandeleneffecten’). Bij rechtstreekse belegging in aandelen kan de Beleggingsadviseur een fundamentele analyse uitvoeren van factoren zoals hierboven uiteengezet. Voor eventuele directe beleggingen door het Fonds in een korf van aandelen dienen de beleggingsbeperkingen te worden nageleefd die zijn beschreven in Bijlage 4. Activa die niet in aandelen of derivaten worden belegd, kunnen voornamelijk worden belegd in Vastrentende Instrumenten van beleggingskwaliteit. Het Fonds kan tot 20% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die een lagere rating hebben dan Baa bij Moody’s of BBB bij S&P, maar die ten minste B bij Moody’s of S&P moeten hebben (of, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn), met uitzondering van door hypotheek gedekte effecten (waarvoor er geen minimale kredietrating is vereist). Hoewel er geen minimale kredietrating is vereist voor door hypotheek gedekte effecten, zal er rekening worden gehouden met hypotheekgedekte effecten onder beleggingskwaliteit bij het berekenen van de hierboven vermelde limiet van 20% voor effecten onder beleggingskwaliteit. Het Fonds kan onbeperkt beleggen in in USDluidende effecten en niet in USD luidende effecten van niet-Amerikaanse emittenten. De Beleggingsadviseur zal de vastrentende component van de portefeuille actief beheren met het oog op een optimalisatie van het totaalrendement van het Fonds, waarbij de algemene looptijd van de portefeuille normaliter schommelt tussen min 3 en plus 8 jaar. Volgens de bepalingen zoals in het Prospectus uiteengezet in Bijlage 4 en uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van derivaten die gekoppeld zijn aan aandelen en van aan aandelen of vastrentende instrumenten gerelateerde effecten, die in de eerste plaats bestaan uit swaps maar ook futures, opties en opties op futures kunnen omvatten, en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. De door het Fonds gebruikte swaps zullen worden gebaseerd op activaklassen die binnen het beleggingsbeleid van het Fonds vallen zoals in dit document beschreven, naast toegelaten indexen, valuta's en rente. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of indices gebaseerd op aandelen, aan aandelen gerelateerde en vastrentende effecten die toegelaten zijn volgens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de posities van het Fonds beter te laten aansluiten bij de verwachtingen van de Beleggingsadviseur betreffende diverse markten, en/of (iv) in overeenstemming met het beleggingsbeleid van het Fonds om blootstelling te verkrijgen aan ® een nominale portefeuille van aandelen die worden geselecteerd aan de hand van de Enhanced RAFI Global Developed Strategy. Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Met betrekking tot elk ander instrument waarin een derivaat ligt besloten, kan het derivaatcomponent van dat instrument van een type zijn waarin het Fonds anders rechtstreeks zou kunnen beleggen.
3
Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 100% en 1200% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden gedekt en beheerd met behulp van de Value-at-Risk (‘VaR’) methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die op basis van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds dagelijks maximaal kan verliezen, berekend volgens een betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de MSCI World Index. De MSCI World Index is een gewogen marktkapitalisatie-index aangepast aan het aantal vrij verhandelbare effecten, ontworpen om de prestaties van de aandelenmarkten van ontwikkelde landen te meten. Nadere bijzonderheden over deze index zijn publiek beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limiet is de VaR-limiet die momenteel door de Centrale Bank wordt vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende beleggingsposities als niet in USD luidende valutaposities houden. Niet in USD uitgedrukte valutaposities van de Vastrentende Instrumenten van het Fonds zijn beperkt tot 20% van het totale vermogen. Niet in USD uitgedrukte valutaposities die voortvloeien uit posities in niet-Amerikaanse aandelen zijn niet aan beperkingen onderworpen. Bewegingen van niet in USD luidende valuta’s kunnen dan ook het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Het Fonds kan echter ook beleggen in dergelijke derivaten met inachtneming van de Verordeningen en de interpretaties die op gezette tijden door de Centrale Bank worden uitgevaardigd.
4
Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Het Fonds kan tot 25% van zijn totale vermogen in Vastrentende Instrumenten van opkomende markten beleggen. De blootstelling aan opkomende markten die voortvloeit uit posities in nietAmerikaanse aandelen is niet onderworpen aan beperkingen. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Subadviseur De Beleggingsadviseur beslissingsbevoegdheid.
heeft
Research
Affiliates
benoemd
als
subadviseur
zonder
Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten Aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen: De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,50% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen.
Klasse
Beheervergoeding (%)
Dienstverleningsvergoeding (%)
Trailvergoeding (%)
Totale vergoeding (%)
0,95 0,95 0,95 1,12 1,24 0,95 0,95 2,25 2,25 2,25 0,00
0,35 -
0,50 -
0,95 0,95 0,95 1,12 1,24 1,30 1,45 2,25 2,25 2,25 0,00
Institutioneel G Institutioneel Klasse S H Institutioneel Klasse R Belegger Administratief Klasse E M Retail G Retail Klasse Z
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Klasse Z Vergoeding is te vinden in het Prospectus onder ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het Global Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen
5
dan $ 50.000. Ze worden ten laste genomen door het Global Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of op andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde Fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de Feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van Aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’ en ‘Conversie van Aandelen’.
Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar is maar nog niet is geïntroduceerd, zoals uiteengezet in Bijlage A, zal aflopen op 27 maart 2015. De initiële aanbiedingsperiode voor elke nieuwe Aandelenklasse kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behalve voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Klassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Klassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis.
6
In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en nietgerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Het Fonds kan dividenden betalen uit de nettobeleggingsinkomsten en de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen (inclusief kosten en vergoedingen). Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden achter het feit dat het Fonds dividenden kan betalen uit het kapitaal is dat het Fonds op die manier een stabiel en consistent niveau van uitkeringen kan bieden voor beleggers die streven naar inkomstengerichte beleggingsoplossingen. De Beleggingsadviseur is niet verplicht een verwacht dividendpercentage per aandeel aan Aandeelhouders en potentiële beleggers mee te delen en hoewel dit van tijd tot tijd kan worden gedaan, dienen beleggers er nota van te nemen dat een dergelijk percentage kan variëren naargelang de marktomstandigheden. Er is geen garantie dat een bepaald percentage wordt behaald en ingeval er ontoereikende uitkeerbare inkomsten of winsten in het Fonds zijn om aan een specifiek niveau te voldoen, is het mogelijk dat beleggers in het Fonds geen uitkering ontvangen of een lagere uitkering. Er dient te worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk in mindering kunnen worden gebracht op het kapitaal en dat het kapitaal daardoor kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Profiel van de gemiddelde belegger Beleggers die streven naar kapitaalgroei en die bereid zijn het risico van een volatiele aandelenmarkt te accepteren. Beleggers met een beleggingshorizon op lange termijn. Risicofactoren Voor zover het Global Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund belegt in derivaten gedekt door een portefeuille van Vastrentende Instrumenten, kan het Fonds in bepaalde omstandigheden, over het algemeen een markt waar de waarde van zowel de aandelenderivaten als de Vastrentende instrumenten daalt, of in perioden van grotere marktvolatiliteit, grotere verliezen lijden of minder winst boeken dan het geval zou zijn als het rechtstreeks in een portefeuille van index-aandelen zou beleggen. De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risicoen opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform
7
de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc van wie de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
8
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Global Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund Valuta Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) 4-sep-13 3-sep-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afge -dekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
1
CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Niet afgedekt) 6-sep-13 5-sep-13 29-jul-14 28-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL 25-sep-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Global Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund Valuta Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
JPY (Afgede kt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
2
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) 8-sep-13 7-sep-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
3
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Global High Yield Bond Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Global High Yield Bond Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van het beleggen in het Global High Yield Bond Fund doordat het Fonds kan beleggen in hoogrentende effecten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Global High Yield Bond Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
Global High Yield Bond Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen VS en niet-VS Vastrentende Instrumenten met hoge opbrengsten
Gemiddelde Portefeuilleduration +/- 2 jaar van zijn index
Krediet(1) kwaliteit
Distributiefrequentie
Baa en lager; max. Driemaandelijks 20% Caa of lager
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Global High Yield Bond Fund is een maximaal totaalrendement in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds belegt minstens twee derde van zijn totale vermogen in een gediversifieerde portefeuille van Vastrentende Instrumenten met hoge opbrengsten die zijn uitgedrukt in de belangrijkste wereldvaluta's en die een rating hebben van lager dan Baa door Moody's of BBB door S&P. Het Fonds kan maximaal 20% van zijn vermogen beleggen in hoogrentende Vastrentende Instrumenten met een rating van Caa of lager volgens Moody’s of CCC of lager volgens S&P (of die, indien ze niet over een kredietrating beschikken, naar het oordeel van de Beleggingsadviseur van vergelijkbare kwaliteit zijn). Het deel van het vermogen van het Fonds dat niet belegd is in Vastrentende Instrumenten met een lagere rating dan Baa volgens Moody's of lager dan BBB door S&P kan worden belegd in Vastrentende Instrumenten van hogere kwaliteit. Het Fonds kan beleggen in effecten waarbij sprake is van wanbetaling inzake de betaling van rente of terugbetaling van de hoofdsom, of die een risico inhouden op het in gebreke blijven van dergelijke betalingen. Het verschil tussen de gemiddelde portefeuilleduration van het Fonds en de duration van de BofA Merrill Lynch BB-B Rated Developed Markets High Yield Constrained Index zal niet meer dan twee jaar (langer of korter) zijn. De BofA Merrill Lynch BB-B Rated Developed Markets High Yield Constrained Index volgt de prestaties van obligaties onder beleggingskwaliteit van bedrijven uit ontwikkelde landen. Voor deze index wordt een ontwikkeld land gedefinieerd als een lid van de FX-G10, een West-Europees land of een gebied van de VS. De FX-G10 omvat alle eurolanden, de VS, Japan, het VK, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Zwitserland, Noorwegen en Zweden. Obligaties moeten een rating hebben onder beleggingskwaliteit, maar ten minste B3 op basis van een samenstelling van Moody's, S&P en Fitch. Bijzonderheden over de duration van de BofA Merrill Lynch BB-B Rated Developed Markets High Yield Constrained Index zijn op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en valutaposities houden. De blootstelling aan niet in USD luidende valuta’s is beperkt tot 20% van het vermogen. Daardoor kunnen bewegingen van niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Maximaal 25% van het vermogen van het Fonds mag belegd worden in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet na te leven van een derde van zijn totale vermogen voor 2
gecombineerde beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen (inclusief warrants), (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Het Fonds kan tot 10% van zijn vermogen beleggen in effecten van opkomende markten. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een index (steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd door het gebruik van de Value at Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaRbenadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld backen stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de BofA Merrill Lynch BB-B Rated Developed Markets High Yield Constrained Index. Nadere bijzonderheden over de index zijn hierboven uiteengezet en openbaar beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit 3
Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Institutioneel G Institutioneel Klasse S H Institutioneel Klasse R Belegger Administratief Klasse E Klasse T M Retail G Retail Klasse Z
Beheer- DienstverleningsTrailvergoeding vergoeding (%) vergoeding (%) (%) 0,55 0,55 0,55 0,72 0,80 0,55 0,35 0,55 0,50 1,45 1,45 1,45 1,45 0,00 -
Distributievergoeding (%) 0,40 -
Totale vergoeding (%) 0,55 0,55 0,55 0,72 0,80 0,90 1,05 1,45 1,85 1,45 1,45 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor).
4
Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Terugkoop van Aandelen’ en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Het Fonds is toegelaten op 30 mei 2005. Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor Klasse S en Uitkeringsklasse II zal lopen van 9.00 uur (Ierse tijd) op 1 oktober 2013 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode met betrekking tot nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van
5
het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen. De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
6
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Global High Yield Bond Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) 30-jun-05 30-dec-05 NL NL NL 29-aug-08 22-mrt-13 23-dec-13 NL NL NL 27-jun-08 28-feb-13 NL 11-sep-06 31-jul-06 NL NL NL 30-nov-10 23-dec-13 30-nov-12 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
7
CHF (Afgedekt) 16-feb-10 31-aug-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) 2-mei-08 30-dec-05 NL NL NL NL NL NL 5-jan-11 NL NL NL 4-aug-10 NL 31-mrt-06 NL NL 30-mrt-12 NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) 25-mei-12 30-dec-05 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 21-jul-10 NL NL 15-jun-09 NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Global High Yield Bond Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) 22-Feb-07 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
8
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) 13-mei-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Valu ta bloot stelli ng) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Valu ta bloot stelli ng) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
USD (Valu ta bloot stelli ng) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc
Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Global Investment Grade Credit Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Global Investment Grade Credit Fund 23 februari 2015 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van het beleggen in het Global Investment Grade Credit Fund doordat het Fonds kan beleggen in effecten van opkomende markten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Global Investment Grade Credit Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
21339417.2.EU_BUSINESS
1
Global Investment Grade Credit Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus.
Primaire Beleggingen
VS en niet-VS bedrijfsobligaties Vastrentende Instrumenten
Gemiddelde portefeuilleduration +/- 2 jaar van zijn index
Kredietkwaliteit(1)
B tot Aaa (uitgezonderd MBS’s);
Distributiefrequentie
Driemaandelijks
max 15% onder Baa (1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Global Investment Grade Credit Fund is een maximaal totaalrendement te verwezenlijken met behoud van het belegde kapitaal in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds belegt minstens twee derde van zijn vermogen in een gediversifieerde portefeuille van Vastrentende Instrumenten van beleggingskwaliteit van emittenten die statutair gevestigd zijn of hun belangrijkste activiteiten in minstens drie landen hebben, waarvan er een de VS mag zijn. De gemiddelde portefeuilleduration van dit Fonds zal normaliter niet meer dan twee jaar (langer of korter) verschillen van de Barclays Global Aggregate Credit Index. De Barclays Global Aggregate Credit Index is de kredietcomponent van de Barclays Global Aggregate Index, een onbeheerde index die een ruime maatstaf biedt van de wereldwijde markten van vastrentende effecten van beleggingskwaliteit. De drie grote onderdelen van de Barclays Global Aggregate Index zijn de U.S. Aggregate, de Pan-European Aggregate en de Asian-Pacific Aggregate Indices. De kredietcomponent bevat echter geen staats- of zekergestelde effecten. De kredietcomponent omvat ook bedrijfsobligaties in eurodollar en euro-yen, Canadese effecten en 144A-effecten van beleggingskwaliteit in USD. Details over de duration van de Barclays Global Aggregate Credit Index zijn op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. Het Fonds belegt voornamelijk in Vastrentende Instrumenten van beleggingskwaliteit, maar kan tot 15% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die een lagere rating hebben dan Baa bij Moody’s of BBB bij S&P, maar die ten minste B bij Moody’s of S&P moeten hebben (of, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn), met uitzondering van door hypotheek gedekte effecten, waarvoor er geen minimale kredietrating is. Hoewel er geen minimale kredietrating is vereist voor door hypotheek gedekte effecten, er zal rekening worden gehouden met hypotheekgedekte effecten onder beleggingskwaliteit bij het berekenen van de hierboven vermelde limiet van 15% voor effecten onder beleggingskwaliteit. Het Fonds kan maximaal 25% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten waarvan sommige effecten, binnen de bovenstaande beperkingen, onder beleggingskwaliteit kunnen zijn. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en valutaposities houden. De blootstelling aan niet in USD luidende valuta’s is beperkt tot 20% van het vermogen. Daardoor kunnen bewegingen van niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt 21339417.2.EU_BUSINESS
2
tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Maximaal 25% van het vermogen van het Fonds mag belegd worden in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet na te leven van een derde van zijn totale vermogen voor gecombineerde beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen (inclusief warrants), (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-thecounter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een index (steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd door het gebruik van de Value at Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare 21339417.2.EU_BUSINESS
3
referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de Barclays Global Aggregate Credit Index. Nadere bijzonderheden over de index zijn hierboven uiteengezet en openbaar beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen.
Klasse
Beheervergoeding (%)
Dienstverleningsvergoeding (%)
TrailDistributieTotale vergoeding vergoeding (%) vergoeding (%) (%)
Institutioneel G Institutioneel
0,49 0,49
-
-
-
0,49 0,49
Klasse S
0,49
-
-
-
0,49
H Institutioneel
0,66
-
-
-
0,66
Klasse R
0,76
-
-
-
0,76
Belegger
0,49
0,35
-
-
0,84
Administratief
0,49
-
0,50
-
0,99
Klasse E
1,39
-
-
-
1,39
Klasse T
1,39
-
-
0,40
1,79
M Retail G Retail
1,39 1,39
-
-
-
1,39 1,39
Klasse K
0,00
-
-
-
0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’.
21339417.2.EU_BUSINESS
4
Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’, en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Het Fonds is toegelaten op 28 maart 2003. Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Het Fonds kan in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse G Institutioneel kan het Fonds, niettegenstaande het deel getiteld “Aankoop van Aandelen” in het Prospectus, ook Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 21 augustus 2015. De Initiële Aanbiedingsperiode voor Kapitalisatieaandelen van Klasse G Institutioneel begint om 9.00 uur (Ierse tijd) op 24 februari 2015 en eindigt om 16.00 uur (Ierse tijd) op 24 augustus 2015. De Initiële Aanbiedingsperiode met betrekking tot nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basis-Aandelenklasse (wat een 21339417.2.EU_BUSINESS
5
uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBEvereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
21339417.2.EU_BUSINESS
6
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Global Investment Grade Credit Fund Valuta
Aandelenklasse
Type
Basisvaluta (USD)
Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
18-apr-08 23-jul-03 NL NL NL NL 29-aug-08 NL NL 15-feb-05 22-jan-09 NL 21-jan-09 21-jan-09 NL 10-dec-08 30-apr-08 NL NL NL 28-sep-12 23-dec -13 30-nov-12 30-nov-12 NL NL NL NL NL 18-nov-08 NL 18-okt-13 12-mei-14 NL
AUD (Afgedekt)
AUD (Niet afgedekt)
BRL (Afgedekt)
BRL (Niet afgedekt)
CAD (Afgedekt)
CAD (Niet afgedekt)
CHF (Afgedekt)
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
10-dec-09 NL NL NL NL NL NL NL NL 10-mei-11 22-jan-09 NL 31-jan-13 NL NL 6-mrt-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 18-okt-13 NL NL
7
CHF (Niet afgedekt)
CLP (Afgedekt)
CLP (Niet Afgedekt)
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt)
EUR (Niet afgedekt)
15-sep-03 15-sep-08 NL NL NL NL NL NL NL 8-mei-06 22-jan-09 NL 17-feb-09 17-feb-09 NL 31-mrt-06 9-sep-10 NL 30-mrt-12 NL NL NL 30-nov-12 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL 18-okt-13 NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt)
GBP (Niet afgedekt)
HKD (Afgedekt)
HKD (Niet afgedekt)
2-sep-05 11-jul-08 NL NL NL NL NL NL NL NL 22-jan-09 NL NL 30-jan-09 NL NL 31-mrt-09 NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Global Investment Grade Credit Fund
Valuta
Aandelenklasse
Type
ILS (Afgedekt)
ILS (Niet afgedekt)
Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Kap Uitk Uitk Uitk Uitk Kap Kap Uitk Uitk Kap Uitk Uitk Kap Uitk Uitk Kap Uitk Uitk Uitk Uitk Uitk Uitk Kap Uitk Uitk Kap Uitk Uitk Kap Uitk Uitk Kap Uitk Uitk
13-mei-10 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt)
JPY (Niet afgedekt)
MXN (Afgedekt)
MXN (Niet Afgedekt)
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt)
NOK (Niet afgedekt)
18-jan-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt)
NZD (Niet afgedekt)
RMB (Afgedekt)
RMB (Niet afgedekt)
NL 22-jul-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
21357680.1.EU_BUSINESS
8
SEK (Afgedekt)
SEK (Niet afgedekt)
4-dec-09 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 13-dec-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt)
SGD (Niet afgedekt)
EUR Valutablootstelling
GBP Valutablootstelling
USD Valutablootstelling
31-jan-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL 18-jul-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
16- aug-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 16-jul-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
2-aug-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een overkoepelende beleggingsvennootschap van het open type met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Global Low Duration Real Return Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een paraplufonds van het open type met gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’), dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Global Low Duration Real Return Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap van wie de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en is er niets weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere kosten die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1 /575582v7
Global Low Duration Real Return Fund - Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire beleggingen VS en niet-VS inflatiegekoppelde vastrentende instrumenten
(1)
Gemiddelde Kredietkwaliteit portefeuilleduration +/- 2 jaar van zijn B tot Aaa; max. 10% onder index Baa
Uitkeringsfrequentie Driemaandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Global Low Duration Real Return Fund is een maximaal reëel rendement te behalen met behoud van het reële kapitaal binnen het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds zal gebruik maken van een wereldwijde inflatiegekoppelde obligatiestrategie die ernaar streeft het beleggingsproces en de filosofie voor totaalrendement van de Beleggingsadviseur te combineren met maximale inkomsten. De samenstelling van de portefeuille is gebaseerd op het principe van diversificatie over een ruim scala van wereldwijde inflatiegekoppelde markten en andere vastrentende sectoren. Er wordt gebruik gemaakt van top-down en bottom-up strategieën om talrijke waardebronnen op te sporen en zo een consistent rendement te genereren. Top-down strategieën zijn gebaseerd op een macro-economische beoordeling van de factoren die de wereldeconomie en de financiële markten op middellange termijn aansturen. Bottom-up strategieën liggen aan de basis van het selectieproces voor de individuele effecten, en zij vergemakkelijken de identificatie en analyse van ondergewaardeerde inflatiegekoppelde obligaties. Het Fonds belegt minstens 70% van zijn vermogen in een gediversifieerde portefeuille van inflatiegekoppelde Vastrentende Instrumenten met verschillende looptijden, uitgegeven door overheden, hun organen of instellingen, en bedrijven. Inflatiegekoppelde obligaties zijn Vastrentende Instrumenten die gestructureerd zijn om bescherming te bieden tegen de inflatie. De waarde van de hoofdsom van de obligatie, of van de rente die betaald wordt op de obligatie, wordt aangepast aan de wijzigingen in een officiële inflatiemaatstaf. De VS-schatkist gebruikt de Consumer Price Index for Urban Consumers als inflatiemaatstaf. Inflatiegekoppelde obligaties die niet zijn uitgegeven door de VS-overheid worden doorgaans aangepast om een vergelijkbare inflatie-index te weerspiegelen die door die overheid wordt berekend. ‘Reëel rendement’ is gelijk aan het totale rendement min de geschatte inflatiekosten, die gewoonlijk worden gemeten door de wijziging in een officiële inflatiemaatstaf. Het Fonds kan tot 30% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die niet aan de inflatie gekoppeld zijn. Er kan alleen worden belegd in door vermogen gedekte effecten en aan krediet gekoppelde schuldbewijzen (die al dan niet een hefboom inhouden) en andere overdraagbare effecten waarvan de opbrengst of terugbetaling is verbonden met kredietrisico's of die worden gebruikt om het kredietrisico van een derde partij over te dragen (zoals schuldbewijzen die zijn uitgegeven door buitenbalansvehikels die geen ander bedrijfsdoel hebben dan de risicoactiva te houden (‘herverpakte effecten/herverpakte kredietrisico's’); maar met uitsluiting van bedrijfsobligaties die zijn uitgegeven door een operationeel, actief bedrijf, schuldbewijzen die zijn uitgegeven door een entiteit met operationele bedrijfsdoeleinden of achtergestelde verplichtingen ('tier'-producten) en winstdelende schuldbewijzen die zijn uitgegeven (geëffectiseerd) via een buitenbalansvehikel) als (i) de debiteur of uitgevende instelling van deze beleggingen is gevestigd in de EER of in een land dat een volwaardig lid is van de OESO of (ii) ze zijn genoteerd aan een gereguleerde markt in de EER of zijn toegelaten tot de officiële markt op een beurs in een land buiten de EER of zijn opgenomen in een gereguleerde markt in een dergelijk land. Dergelijke beleggingen moeten een beleggingskwaliteitrating hebben van de betreffende erkende ratingbureaus (Moody's en S&P) of als slechts één van deze erkende ratingbureaus een rating heeft toegekend aan de betreffende belegging, zal deze rating doorslaggevend zijn, of als er geen dergelijke externe rating beschikbaar is, moet er een positieve beoordeling door de Beleggingsadviseur over de kredietkwaliteit van de portefeuille van uitstaande 2 /575582v7
vorderingen en van het effect en over de rentabiliteit van de belegging als geheel, voldoende transparant gedocumenteerd, zijn. De gemiddelde portefeuilleduration van het Fonds verschilt normaliter niet meer dan twee jaar (langer of korter) van de duration van de Barclays World Government Inflation-Linked Bond 1-5 Year USD Hedged Index. De Barclays World Government Inflation-Linked Bond Index 1-5 Year USD Hedged Index is een onbeheerde index die de prestaties volgt van de belangrijkste inflatiegekoppelde obligatiemarkten. De Index bestaat uit inflatiegekoppelde schuld met een resterende looptijd van 1 tot 5 jaar die is uitgegeven door ontwikkelde landen. Het Fonds belegt voornamelijk in Vastrentende Instrumenten van beleggingskwaliteit, maar kan tot 10% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die een lagere rating hebben dan Baa bij Moody’s of BBB bij S&P, onderworpen aan een minimale ratingcategorie van B3 bij Moody’s of Bbij S&P (of, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsbeheerder worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn). Het Fonds kan zowel niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende valutaposities houden. De blootstelling aan niet in USD luidende valuta's is beperkt tot 20% van het vermogen. Daardoor kunnen bewegingen van niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, opties en swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Het Fonds zal niet rechtstreeks beleggen in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Als de effecten in aandelen worden geconverteerd, zal het aandeel van de hand worden gedaan, op voorwaarde dat de Beleggingsadviseur oordeelt dat het praktisch mogelijk is om de belegging te verkopen of te liquideren zonder buitensporige markt- of belastinggevolgen voor het Fonds en hij ervan overtuigd is dat dit in het belang van het Fonds is. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan ook tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten (inclusief obligaties en andere Vastrentende Instrumenten zoals uiteengezet in dit beleggingsbeleid die illiquide zijn) die meer in detail worden beschreven in het Prospectus onder ‘Overdraagbare illiquide effecten’ en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Het Fonds kan tot 10% van zijn vermogen beleggen in effecten van opkomende markten. Volgens de Voorschriften zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van derivaten zoals futures, opties (inclusief barrieropties) en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld, en inclusief variantieswaps en volatiliteitsswaps) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Door het Fonds gebruikte swaps zullen worden gebaseerd op activaklassen die onder het beleggingsbeleid van het Fonds vallen zoals hierboven beschreven, naast toegelaten indexen, valuta’s en rentevoeten. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn volgens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een bepaalde index (waarbij steeds geldt dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank.
3 /575582v7
Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van op indices gebaseerde derivaten) (voor afdekkingsdoeleinden en/of voor beleggingsdoeleinden), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekking of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 500% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien de Beleggingsadviseur van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd met behulp van de Value-at-Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die op basis van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds dagelijks maximaal kan verliezen, berekend volgens een betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaRbenadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille zal de Barclays World Government Inflation-Linked Bond 1-5 Year Index zijn. De Barclays World Government InflationLinked Bond 1-5 Year Index biedt een breed gebaseerde maatstaf van de belangrijke markten van inflatiegekoppelde staatsobligaties. Nadere informatie over de index is openbaar toegankelijk of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten Aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen: De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,50% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen.
4 /575582v7
Klasse
Beheervergoeding (%)
Dienstverleningsvergoeding (%)
Trailvergoeding (%) -
Distributievergoeding (%) -
Totale vergoeding (%) 0,49
-
G Institutioneel
0,49 0,49
-
-
-
0,49
Klasse S
0,49
-
-
-
0,49
H Institutioneel
0,66
-
-
-
0,66
Klasse R
0,76
-
-
-
0,76
Belegger
0,49
0,35
-
-
0,84
Administratief
0,49
-
0,50
-
0,99
Klasse E
1,39
-
-
-
1,39
Klasse T
1,39
-
-
0,30
1,69
M Retail
1,39
-
-
-
1,39
G Retail
1,39
-
-
-
1,39
Klasse Z
0,00
-
-
-
0,00
Institutioneel
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het Global Low Duration Real Return Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan 50.000 USD. Ze worden ten laste genomen door het Global Low Duration Real Return Fund en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of op andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde Fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van Aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Terugkoop van Aandelen’ en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die
5 /575582v7
inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). Aandelen in het Fonds worden aangeboden van 9.00 uur (Ierse tijd) op 13 januari 2014 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 11 juli 2014 (de ‘Initiële Aanbiedingsperiode’) tegen de Initiële Uitgifteprijs en behoudens aanvaarding van de inschrijvingen op Aandelen door de Vennootschap. Zij worden voor de eerste maal uitgegeven op de eerste Handelsdag na afloop van de initiële aanbiedingsperiode. De Initiële Aanbiedingsperiode kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Na sluiting van de initiële aanbiedingsperiode worden Aandelen in het Fonds uitgegeven tegen de Intrinsieke Waarde per Aandeel. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Klassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Klassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Profiel van de gemiddelde belegger Gemiddelde beleggers in het Fonds zijn beleggers die op zoek zijn naar een vastrentende belegging als basis en geïnteresseerd zijn in de diversificatie die geboden wordt met deze obligatiebelegging en die aandelenposities in evenwicht willen brengen met een stabielere beleggingsoptie of beleggers die op zoek zijn naar bescherming tegen de inflatiepercentages (een dergelijke bescherming wordt nagestreefd door belegging in inflatie-geïndexeerde obligaties zoals hierboven beschreven). Terugkoopinformatie Niettegenstaande enige andersluidende bepaling in het Prospectus, kan de Vennootschap een verzoek voor de terugkoop van Aandelen vervullen door de overdracht in natura aan die 6 /575582v7
Aandeelhouders van activa van het Fonds met een waarde die gelijk is aan de terugkoopprijs van de teruggekochte Aandelen alsof de terugkoopopbrengsten in contanten waren betaald, min enige terugkoopvergoeding en andere kosten van de overdracht, op voorwaarde dat de afzonderlijke Aandeelhouders hiermee instemmen. Als de Aandeelhouder niet instemt met een terugkoop in natura, zullen de terugkoopopbrengsten in contanten worden betaald in overeenstemming met het Prospectus. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen. Ook moeten zij weten dat fondsen, zoals het Fonds, die beleggen in hoogrentende effecten en effecten zonder rating van een vergelijkbare kredietkwaliteit (ook 'junk bonds' genoemd) onderworpen kunnen zijn aan hogere niveaus van rente-, krediet- en liquiditeitsrisico dan Fondsen die niet in dergelijke effecten beleggen. Deze effecten worden hoofdzakelijk als speculatief beschouwd, voor wat betreft het vermogen van de emittent om hoofdsom en rente te kunnen blijven betalen. Een economische crisis of een periode van stijgende rentevoeten zou een negatieve invloed kunnen hebben op de markt voor hoogrentende effecten en het vermogen van een Fonds om zijn hoogrentende effecten te verkopen, kunnen beperken. Als de emittent van een effect in gebreke blijft met zijn betalingen van rente of hoofdsom, kan een Fonds zijn volledige belegging verliezen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc van wie de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
7 /575582v7
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Global Low Duration Real Return Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse T Klasse T Klasse T Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 18-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afgedekt) 18-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 18-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
8 /575582v7
CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) 18-feb-14 18-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 18-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) 18-feb-14 18-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 18-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Global Low Duration Real Return Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afged ekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afged ekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgede kt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedek t) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgede kt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
9 /575582v7
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afge-dekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR Valutablootst ell. NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP Valutablootst elling NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
USD Valutablootst elling NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
10 /575582v7
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Global Multi-Asset Fund (het "Fonds"), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de "Vennootschap"), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Maatschappij van 26 september 2014 (het "Prospectus") dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Global Multi-Asset Fund 30 september 2014
Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Maatschappij waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk "Beheer en Administratie" aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van het beleggen in het Global Multi-Asset Fund doordat het Fonds kan beleggen in effecten met een lagere rating dan beleggingskwaliteit en in effecten van opkomende markten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Global Multi-Asset Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. Aandeelhouders worden erop attent gemaakt dat dividenden betaalbaar zijn uit het kapitaal van het Fonds. Als gevolg daarvan zal het kapitaal verminderen en zullen uitkeringen betaald worden door afstand te doen van het potentieel op toekomstige kapitaalgroei, en deze cyclus kan worden voortgezet tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop
1 /1062193v2
van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
2 /1062193v2
Global Multi-Asset Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen Vastrentende instrumenten met verschillende vervaldata, aandelen en aandelengerelateerde effecten of gerelateerde derivaten van dergelijke effecten, Z Klasse Aandelen van PIMCO Funds: Global Investors Series plc, andere instellingen voor collectieve belegging
Gemiddelde Portefeuilleduration NVT
Kredietkwaliteit
NVT
Uitkeringsfrequentie Driemaandelijk s
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Global Multi-Asset Fund is een maximaal totaalrendement met behoud van het belegde kapitaal binnen het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds streeft zijn beleggingsdoelstelling na door posities te nemen in een breed spectrum van activaklassen, bestaande uit aandelen, vastrentende effecten, commodity’s en vastgoed, zoals hieronder uiteengezet. Het Fonds zal niet rechtstreeks beleggen in commodity’s of vastgoed. De spreiding van de activa van het Fonds zal niet gebaseerd zijn op een vooraf bepaalde mix of weging van activaklassen of geografische gebieden. In plaats daarvan zal de Beleggingsadviseur bij zijn beleggingsbeslissingen rekening houden met diverse kwantitatieve en kwalitatieve gegevens over de wereldwijde economie en de verwachte ontwikkeling van diverse sectoren en activaklassen. Het Fonds kan de gewenste posities verwerven door rechtstreeks te beleggen in aandelen en aandelengerelateerde effecten (zoals warrants en effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen), Vastrentende Effecten en/of door te beleggen in onderliggende instellingen voor collectieve belegging en/of derivaten (zoals swapovereenkomsten, futures en opties, hetzij beursgenoteerd hetzij over-the-counter verhandeld) naargelang het geval, binnen de beleggingsbeperkingen zoals bepaald in Bijlage 4. Instellingen voor collectieve belegging kunnen andere Fondsen van de Maatschappij zijn (alleen Aandelen van Klasse Z) of andere instellingen voor collectieve belegging die gepromoot of beheerd worden door een onafhankelijke promotor. Het Fonds zal normaliter 20% tot 80% van zijn nettovermogen beleggen in aandelen of aandelengerelateerde effecten. Deze kunnen bestaan uit, onder meer, gewone aandelen, preferente aandelen, effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen of fondsen die worden verhandeld op aandelenbeurzen. Beleggingen in beursverhandelde fondsen dienen in overeenstemming te zijn met de van toepassing zijnde beleggingsbeperkingen voor beleggingen in overdraagbare effecten en instellingen voor collectieve belegging zoals bepaald in Bijlage 4. Het Fonds kan tot 25% van zijn totale vermogen beleggen in commoditygerelateerde instrumenten. Deze instrumenten omvatten, maar zijn niet beperkt tot, derivaten gebaseerd op commodity-indexen (waaronder de Dow Jones AIG Commodity Index en andere in aanmerking komende financiële indexen die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank), aan commodity-indexen gekoppelde schuldeffecten en in aanmerking komende beursverhandelde indexfondsen. Het Fonds kan ook beleggen in aandelen of aandelengerelateerde effecten van emittenten uit commoditygerelateerde sectoren. Het Fonds kan vastgoedposities verwerven door middel van vastgoedgerelateerde effecten waaronder beursgenoteerde vastgoedbeleggingstrusts (‘REIT’s), aandelen van bedrijven waarvan de 3 /1062193v2
voornaamste activiteit bestaat in het eigendom, het beheer en/of de ontwikkeling van vastgoed of derivaten gebaseerd op REIT-indexen of andere vastgoedgerelateerde indexen die voldoen aan de vereisten van de Centrale Bank. Gedetailleerde gegevens over financiële indexen die door het Fonds worden gebruikt, zullen op verzoek van de Aandeelhouders door de Beleggingsadviseur worden verstrekt en zullen worden opgenomen in de halfjaar- en jaarrekeningen van de Vennootschap. Het Fonds kan zonder beperking beleggen in instrumenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten. Wij verwijzen naar “Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken” onder “Effecten van opkomende markten” voor een omschrijving van een instrument dat economisch gekoppeld is aan een opkomende markt. Zoals uiteengezet in het hoger vermelde deel, is PIMCO Europe Ltd. volledig vrij om zelf te bepalen welke landen kunnen worden gekwalificeerd als opkomende markten. Het Fonds kan tot 25% van zijn nettovermogen beleggen in effecten die verhandeld worden op de binnenlandse Russische markten en deze beleggingen worden uitsluitend gedaan in effecten die genoteerd zijn/verhandeld worden op de RTS effectenbeurs en MICEX. Het Fonds kan beleggen in Aandelen van Klasse Z van andere Fondsen van de Maatschappij, of andere instellingen voor collectieve belegging die gevestigd en gereglementeerd zijn in Lidstaten, de Kanaaleilanden, het eiland Man, Zwitserland of de Verenigde Staten (samen de “Onderliggende Fondsen” en elk een “Onderliggend Fonds”). Het Fonds kan alleen beleggen, met inachtneming van de hierna uiteengezette beperking, in niet-ICBE’s die voldoen aan de volgende voorwaarden: (i) de enige doelstelling van het Onderliggende Fonds is de collectieve belegging in overdraagbare effecten en/of andere financiële activa van openbaar opgehaald kapitaal en het Onderliggende Fonds wordt beheerd volgens het beginsel van de risicospreiding; (ii) het Onderliggende Fonds koopt deelbewijzen van een houder terug op verzoek van die houder; (iii) het Onderliggende Fonds is goedgekeurd volgens wetten die bepalen dat het onderworpen is aan toezicht dat door de Centrale Bank geschikt wordt bevonden; (iv) de graad van bescherming van aandeelhouders van het Onderliggende Fonds is gelijkwaardig met die van houders van deelbewijzen van een ICBE; en (v) het Onderliggende Fonds zal halfjaarlijks en jaarlijks voldoende informatie publiceren, zodat de Beleggingsadviseur zijn activa, verplichtingen, inkomsten en operaties kan beoordelen. Het Fonds kan tot 100% van zijn vermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. De beleggingen van het Fonds in een bepaald Onderliggend Fonds zullen niet meer bedragen dan 20% van het totale nettovermogen van het Fonds. De gezamenlijke beleggingen van het Fonds in Onderliggende Fondsen die geen ICBE’s zijn, zullen niet meer bedragen dan 30% van het totale nettovermogen van het Fonds. Behoudens de Voorschriften die zijn uiteengezet in Bijlage 4 van het Prospectus zal het Fonds niet beleggen in een Onderliggend Fonds dat zelf meer dan 10% van zijn vermogen belegt in andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds zal niet meer dan 25% van de aandelen van een bepaald Onderliggend Fonds verwerven en zal ook geen stemgerechtigde aandelen in een Onderliggend Fonds verwerven als dit het Fonds in staat zou stellen een wezenlijke invloed uit te oefenen op het beheer van het Onderliggende Fonds. Het Fonds kan beleggen in Aandelen van Klasse Z van andere Fondsen van de Maatschappij. Belegging in Fondsen die beleggen in andere Fondsen van de Onderneming is niet toegelaten. De maximale totale beheervergoeding die door de Onderliggende Fondsen waarin het Fonds belegt in rekening kan worden gebracht, bedraagt 5% van hun totale Intrinsieke Waarde. Met het oog op de flexibiliteit en de mogelijkheid om te beleggen in opportuniteiten wanneer die zich aandienen, is het Fonds niet verplicht een bepaald percentage van zijn Intrinsieke Waarde te beleggen in bepaalde regio’s of sectoren of een bepaald type belegging zoals hierboven uiteengezet. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende beleggingsposities als niet in USD luidende valutaposities houden. Bewegingen van niet in USD luidende beleggingen en niet in USD luidende valuta’s kunnen dan ook het rendement van het Fonds beïnvloeden. Conform de heersende marktomstandigheden 4 /1062193v2
kunnen valuta-afdekking en valutaposities worden geïmplementeerd aan de hand van contante valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder “Efficiënt portefeuillebeheer”. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Volgens de Bepalingen die zijn opgenomen in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder “Efficiënt portefeuillebeheer” en “Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken”, kan het Fonds gebruik maken van derivaten zoals futurescontracten, optiecontracten, opties op futurescontracten, swapovereenkomsten (met inbegrip van maar niet beperkt tot renteswaps, inflatieswaps, long en short credit default swaps, forward swap spread locks en total return swaps op vastrentende, aandelen-, commodity- of vastgoedindexen) en opties op swapovereenkomsten. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd mogen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een index. Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Maatschappij en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Het Fonds kan bijvoorbeeld derivaten gebruiken om een valutapositie af te dekken. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder "Algemene risicofactoren" en die gedetailleerd worden beschreven onder "Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken". De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 1200% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan stijgen, bijvoorbeeld wanneer PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dientengevolge geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico dat verbonden is aan het gebruik van derivaten zal gedekt zijn en risicobeheerst zijn door gebruik van de Value at Risk ("VaR")-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaRcijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed zijn als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten zijn uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico’s tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds streeft ernaar gebruik te maken van het Relatieve VaR-model. Dienovereenkomstig zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de 60% MSCI All Country World Index en 40% Barclays Global Aggregate Index. De MSCI All Country World Index is een gewogen marktkapitalisatie-index aangepast aan het aantal vrij verhandelbare effecten, ontworpen om de prestaties van de aandelenmarkten van ontwikkelde en opkomende markten te meten. De 5 /1062193v2
MSCI All Country World Index Net USD bestaat uit 45 landenindexen die landenindexen van 24 ontwikkelde en 21 opkomende markten omvatten. De Barclays Global Aggregate Index vormt een brede maatstaf van de wereldwijde markten van vastrentende schuld van beleggingskwaliteit. De drie grote onderdelen van deze index zijn de Barclays U.S. Aggregate, de Barclays Pan-European Aggregate en de Barclays Asian-Pacific Aggregate Indices. De Barclays Global Aggregate Index omvat ook bedrijfsobligaties in eurodollar en euro-yen, Canadese staatseffecten en 144A-effecten van beleggingskwaliteit in USD. Nadere informatie over de indexen is publiek beschikbaar of op verzoek bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. Er dient te worden opgemerkt dat de bovenstaande limieten de VaR-limieten zijn die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Institutioneel G Institutioneel Klasse S H Institutioneel Klasse R Belegger Administratief Klasse E M Retail G Retail Klasse Z
Beheervergoeding (%) 0,95 0,95 0,95 1,12 1,18 0,95 0,95 2,15 2,15 2,15 0,00
Dienstverleningsvergoeding (%) 0,35 -
Trailvergoeding (%)
Totale vergoeding (%)
0,50 -
0,95 0,95 0,95 1,12 1,18 1,30 1,45 2,15 2,15 2,15 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte "Vergoedingen en Kosten". Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Maatschappij staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld "Vergoedingen en Kosten". Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten en Engeland (en voor zover het Fonds gebruikt maakt van PIMCO Deutschland GmbH ter ondersteuning van zijn beleggingsbeheer, München) geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met de toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor een Fonds 6 /1062193v2
geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van een Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld "Kerninformatie over Aandelentransacties", "Aankoop van Aandelen", "Terugkoop van Aandelen" en "Conversie van Aandelen". Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Het Fonds is toegelaten op 27 februari 2009. Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 30 maart 2015. De Initiële Aanbiedingsperiode met betrekking tot nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. Het Fonds kan dividenden betalen uit de nettobeleggingsinkomsten en de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen (inclusief kosten en vergoedingen). Als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, kan het Fonds toch dividenden betalen uit de nettobeleggingsinkomsten en/of kapitaal. Er kunnen dividenden worden betaald uit het kapitaal om het Fonds in staat te stellen een stabiel en consistent uitkeringsniveau aan te bieden aan beleggers die zoeken naar inkomstengerichte beleggingsoplossingen. 7 /1062193v2
De Beleggingsadviseur is niet verplicht een verwacht dividendpercentage per aandeel aan Aandeelhouders en potentiële beleggers mee te delen en hoewel dit van tijd tot tijd kan worden gedaan, dienen beleggers er nota van te nemen dat een dergelijk percentage kan variëren naargelang de marktomstandigheden. Er is geen garantie dat een bepaald percentage wordt behaald en ingeval er ontoereikende uitkeerbare inkomsten, winsten of kapitaal in het Fonds zijn om aan een specifiek niveau te voldoen, is het mogelijk dat beleggers in het Fonds geen uitkering ontvangen of een lagere uitkering. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basis-Aandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld "Algemene risicofactoren" en "Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken". Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de “SRRI”) zoals vermeld in het deel “Risico- en opbrengstprofiel” van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u bent belegd of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
8 /1062193v2
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. "NL" heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in onderstaande tabel vermeld staat. Global Multi-Asset Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel Klasse S Klasse S Klasse S Klasse R Klasse R Klasse R H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief Klasse E Klasse E Klasse E M Retail M Retail G Retail G Retail Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk ii Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) 15-apr-09 19-mrt-10 NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL 24-sep-10 24-sep-10 NL NL NL NL 22-jun-09 28-jan-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL 27-jan-10 NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) 9-dec-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afgedekt) 24-jun-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 23-nov-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
9 1062193v2
CHF (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) 15-apr-09 26-jul-10 NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL 10-jul-09 NL NL NL NL NL 22-jun-09 24-jun-11 NL NL NL 14-sep-11 NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) 28-dec-12 7-apr-10 NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 23-sep-09 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Global Multi-Asset Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel Klasse S Klasse S Klasse S Klasse R Klasse R Klasse R H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief Klasse E Klasse E Klasse E M Retail M Retail G Retail G Retail Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
10 1062193v2
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Global Real Return Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Global Real Return Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1 /742266v2
Global Real Return Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire beleggingen
Gemiddelde Portefeuilleduration VS en niet-VS inflatie- +/- 2 jaar van geïndexeerde zijn index Vastrentende Instrumenten
Krediet(1) kwaliteit B tot Aaa; max 10% onder Baa
Distributiefrequentie Driemaandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Global Real Return Fund is een maximaal reëel rendement te behalen met behoud van het reële kapitaal binnen het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds belegt minstens twee derde van zijn vermogen in een gediversifieerde portefeuille van inflatiegebonden Vastrentende Instrumenten met verschillende looptijden, uitgegeven door overheden, hun organen of instellingen, en bedrijven. Inflatiegekoppelde obligaties zijn Vastrentende Instrumenten die gestructureerd zijn om bescherming te bieden tegen de inflatie. De waarde van de hoofdsom van de obligatie, of van de interest die betaald wordt op de obligatie, wordt aangepast aan de wijzigingen in een officiële inflatiemaatstaf. De VS-schatkist gebruikt de Consumer Price Index for Urban Consumers als inflatiemaatstaf. Inflatiegekoppelde obligaties die niet zijn uitgegeven door de VS-overheid worden doorgaans aangepast om een vergelijkbare inflatie-index te weerspiegelen die door die overheid wordt berekend. ‘Reëel rendement’ is gelijk aan het totaalrendement min de geschatte inflatiekost, die gewoonlijk gemeten wordt door de wijziging in een officiële inflatiemaatstaf. De gemiddelde portefeuilleduration van het Fonds verschilt normaliter niet meer dan twee jaar (langer of korter) van de duration van de Barclays World Government Inflation-Linked Bond Index. De Barclays World Government Inflation-Linked Bond Index is een onbeheerde index die de prestaties volgt van de belangrijkste inflatiegekoppelde overheidsobligatiemarkten. De Index omvat inflatiegekoppelde schuldbewijzen die uitgegeven zijn door de volgende landen: Australië, Canada, Frankrijk, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Het Fonds belegt voornamelijk in Vastrentende Instrumenten van beleggingskwaliteit, maar kan tot 10% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die een lagere rating hebben dan Baa bij Moody’s of BBB bij S&P, maar die ten minste B bij Moody’s of S&P moeten hebben (of, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsbeheerder geacht worden van vergelijkbare kwaliteit te zijn). Het Fonds kan zowel niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en valutaposities houden. De blootstelling aan niet in USD luidende valuta’s is beperkt tot 20% van het vermogen. Bewegingen van niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s kunnen het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Maximaal 25% van het vermogen van het Fonds mag worden belegd in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet na te leven van een derde van zijn 2
totale vermogen voor gecombineerde beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen (inclusief warrants), (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Het Fonds kan tot 10% van zijn vermogen beleggen in effecten van opkomende markten. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een index (steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd door het gebruik van de Value at Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaRcijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaRmodel overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de Barclays World Government Inflation-Linked Bond Index. De Barclays World Government Inflation-Linked Bond Index is een niet-beheerde index die het rendement meet van de grote markten voor inflatiegekoppelde overheidsobligaties. De Index bevat inflatiegekoppelde schuld die bijvoorbeeld is uitgegeven door de volgende landen (deze lijst is niet exhaustief): Australië, Canada, Frankrijk, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Nadere bijzonderheden over de index zijn 3 /742266v2
openbaar beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten Aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen: De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Institutioneel G Institutioneel Klasse S H Institutioneel Klasse R Belegger Administratief Klasse E Klasse T M Retail G Retail Klasse Z
Beheer- DienstverleningsTrailvergoeding vergoeding (%) vergoeding (%) (%) 0,49 0,49 0,49 0,66 0,76 0,49 0,35 0,49 0,50 1,39 1,39 1,39 1,39 0,00 -
Distributievergoeding (%) 0,30 -
Totale vergoeding (%) 0,49 0,49 0,49 0,66 0,76 0,84 0,99 1,39 1,69 1,39 1,39 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de
4
feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Terugkoop van Aandelen’ en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Het Fonds is toegelaten op 29 augustus 2002. Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen en Uitkeringsaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor Klasse S Uitkeringsaandelen II zal lopen van 9.00 uur (Ierse tijd) op 19 maart 2014 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 19 september 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 19 september 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode met betrekking tot nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basis-Aandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven.
5 /742266v2
Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen. De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
6
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Global Real Return Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) 30-sep-03 30-dec-05 NL NL NL 21-mei-04 NL NL 4-mrt-04 24-feb-09 NL 17-dec-04 NL NL 31-mrt-06 28-okt-05 NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL 21-feb-12 18-nov-08 NL NL 22-mei-14 NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 31-mrt-14 NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afgedekt) 16-may-08 NL NL NL NL NL NL NL NL 24-feb-09 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 22-mei-14 NL
7 /742266v2
CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) 30-sep-03 30-dec-05 1-okt-13 NL NL NL NL NL 7-apr-04 24-feb-09 NL NL NL NL 31-mrt-06 NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL 22-mei-14 NL
EUR (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) 5-feb-04 27-apr-05 NL NL NL NL NL NL 2-feb-07 24-feb-09 NL NL NL NL NL 15-jun-09 NL NL NL NL NL 30-nov-12 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Global Real Return Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
8
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) 29-feb-08 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP Valutablootst ell. NL 2-apr-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR Valutablootst ell. NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
USD Valutablootst ell. NL 2-apr-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
9
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het High Yield Bond Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
High Yield Bond Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van het beleggen in het High Yield Bond Fund doordat het Fonds kan beleggen in hoogrentende effecten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het High Yield Bond Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
High Yield Bond Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen Vastrentende Instrumenten met hoge opbrengsten
Gemiddelde Portefeuilleduration +/- 2 jaar van zijn index
Krediet(1) kwaliteit
Distributiefrequentie
Baa en lager; max Driemaandelijks 20% Caa of lager
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het High Yield Bond Fund is een maximaal totaalrendement te verwezenlijken met behoud van het belegde kapitaal in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds belegt minstens twee derde van zijn totale vermogen in een gediversifieerde portefeuille van Vastrentende Instrumenten met hoge rente die een rating hebben van lager dan Baa door Moody's of BBB door S&P. Het Fonds kan maximaal 20% van zijn vermogen beleggen in hoogrentende Vastrentende Instrumenten met een rating van Caa of lager volgens Moody’s of CCC of lager volgens S&P (of die, indien ze niet over een kredietrating beschikken, naar het oordeel van de Beleggingsadviseur van vergelijkbare kwaliteit zijn). Het deel van het vermogen van het Fonds dat niet belegd is in Vastrentende Instrumenten met een lagere rating dan Baa volgens Moody's of lager dan BBB door S&P kan worden belegd in Vastrentende Instrumenten van hogere kwaliteit. De gemiddelde portefeuilleduration van het Fonds zal normaliter niet meer dan twee jaar (langer of korter) verschillen van de BofA Merrill Lynch US High Yield BB-B Rated Constrained Index. De BofA Merrill Lynch U.S. High Yield BB-B Rated Constrained Index volgt het rendement van de in US dollar luidende bedrijfsobligaties met BB-B rating die publiek zijn uitgegeven op de binnenlandse markt van de VS. De nominale waarde van obligaties van alle andere emittenten die onder de 2%-grens vallen, wordt eveneens op pro rata basis verhoogd. Bijzonderheden over de duration van de BofA Merrill Lynch US High Yield BB-B Rated Constrained Index zijn op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. Het Fonds kan onbeperkt beleggen in in USD uitgedrukte effecten van niet-Amerikaanse emittenten. Het Fonds kan ook hedging-strategieën volgen met gebruik van aandelenopties die onderworpen zijn aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en valutaposities houden. Posities in niet in USD uitgedrukte Vastrentende Instrumenten zijn beperkt tot 20% van het totaal aantal posities in de portefeuille en niet in USD uitgedrukte valutaposities zijn beperkt tot 20% van het totale vermogen. Daardoor kunnen bewegingen van niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Maximaal 25% van het vermogen van het Fonds mag belegd worden in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet na te leven van een derde van zijn totale 2
vermogen voor gecombineerde beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen (inclusief warrants), (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Het Fonds kan tot 10% van zijn vermogen beleggen in effecten van opkomende markten. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een index (steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd door het gebruik van de Value at Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaRcijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de BofA Merrill Lynch US High Yield, BB-B Rated, Constrained Index. De BofA Merrill Lynch U.S. High Yield BB-B Rated Constrained Index volgt het rendement van de in US dollar luidende bedrijfsobligaties met BB-B rating die publiek zijn uitgegeven op de binnenlandse markt van de VS. De bestanddelen van de Index zijn gewogen volgens kapitalisatie, op basis van hun huidige uitstaande bedrag, met de voorwaarde dat de totale positie van een individuele emittent niet meer dan 2% mag bedragen. Emittenten die deze limiet overschrijden, worden teruggeschroefd en de nominale waarde van elk 3
van hun obligaties wordt aangepast op pro rata basis. De nominale waarde van obligaties van alle andere emittenten die onder de 2%-grens vallen, wordt in overeenstemming daarmee op pro rata basis verhoogd. Nadere bijzonderheden over de index zijn openbaar beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Institutioneel G Institutioneel Klasse S H Institutioneel Klasse R Belegger Administratief Klasse E Klasse T M Retail G Retail Klasse Z
BeheerDienstverleningsvergoeding vergoeding (%) (%) 0,55 0,55 0,55 0,72 0,80 0,55 0,35 0,55 1,45 1,45 1,45 1,45 0,00 -
Trailvergoeding (%) 0,50 -
Distributievergoeding (%) 0,40 -
Totale vergoeding (%) 0,55 0,55 0,55 0,72 0,80 0,90 1,05 1,45 1,85 1,45 1,45 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de 4
feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’, en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Het Fonds is toegelaten op 28 januari 1998. Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor Klasse S en Uitkeringsklasse II zal lopen van 9.00 uur (Ierse tijd) op 1 oktober 2013 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode met betrekking tot nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. De Kapitalisatieaandelenklassen Institutioneel en Belegger en de Uitkeringsaandelenklasse Institutioneel van het Fonds zijn momenteel genoteerd aan de Ierse effectenbeurs. Neem contact op met het Administratiekantoor of met de noteringsmakelaar van de Vennootschap voor de meest actuele informatie over genoteerde klassen. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basis-Aandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto 5
beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u bent belegd of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen. De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
6
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. High Yield Bond Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) 28-mei-98 23-jan-01 NL NL NL 15-okt-02 NL NL 18-mrt-99 14-jan-99 NL NL NL NL 31-mrt-06 31-jul-06 NL NL NL 11-jan-12 NL 30-nov-12 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) 9-dec-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
7
CHF (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) 10-apr-03 30-dec-05 NL NL NL NL NL NL 12-feb-03 NL NL NL NL NL 31-mrt-06 NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) 30-sep-03 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
High Yield Bond Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
8
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Income Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen. SUPPLEMENT
Income Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en is er niets weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Aandeelhouders worden erop attent gemaakt dat de door het Fonds verschuldigde Beheervergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste van het kapitaal van het Fonds kunnen vallen. Bij terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen. De Aandeelhouders dienen te weten dat dividenden uit het kapitaal van het Fonds kunnen worden betaald. Dat zal het kapitaal uithollen en door dergelijke dividendinkomsten uit te keren wordt het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei aangetast. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. Het is niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Fonds te beleggen en het Fonds is mogelijk niet geschikt voor elke belegger. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd. Income Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. 1
Primaire beleggingen
Vastrentende Instrumenten
Gemiddelde portefeuilleduration 0 – 8 jaar
Krediet(1) kwaliteit Max 50% onder Baa3 (behalve voor MBS en ABS)
Uitkeringsfrequentie
Maandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service of Fitch, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De primaire beleggingsdoelstelling van het Fonds is hoge lopende inkomsten te realiseren, in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Kapitaalgroei op lange termijn is een secundaire doelstelling. Het Fonds zal gebruikmaken van een wereldwijde, multisectorale strategie die ernaar streeft het beleggingsproces en de filosofie voor totaalrendement van de Beleggingsadviseur te combineren met maximale inkomsten. De samenstelling van de portefeuille is gebaseerd op het principe van diversificatie over een ruim scala van vastrentende effecten uit de hele wereld. Er wordt gebruik gemaakt van top-down en bottom-up strategieën om talrijke waardebronnen op te sporen en zo een consistent rendement te genereren. Top-down strategieën zijn gebaseerd op een macroeconomische beoordeling van de factoren die de wereldeconomie en de financiële markten op middellange termijn beïnvloeden. Bottom-up strategieën liggen aan de basis van het selectieproces voor de individuele effecten, en zij vergemakkelijken de identificatie en analyse van ondergewaardeerde effecten. Het Fonds belegt minimaal twee derde van zijn vermogen in een gediversifieerde portefeuille van Vastrentende Instrumenten met uiteenlopende looptijden. Het Fonds streeft naar behoud van een hoog niveau van dividendinkomsten door te beleggen in een breed spectrum van vastrentende sectoren die naar mening van de Beleggingsadviseur gewoonlijk hoge inkomstenniveaus genereren. Over het algemeen zal het Fonds zijn vermogen over diverse beleggingssectoren spreiden, onder andere (i) hoogrentende bedrijfsobligaties en bedrijfsobligaties van beleggingskwaliteit van emittenten die gevestigd zijn in EU- en niet-EU-landen, met inbegrip van opkomende markten; (ii) obligaties en andere Vastrentende Instrumenten uitgegeven door EU- en niet-EU-overheden, hun organen en instellingen; (iii) door hypotheek en door vermogen gedekte effecten (al dan niet met hefboomwerking); en (iv) vreemde-valutaposities, met inbegrip van valuta's van opkomende markten. Het Fonds is echter niet verplicht een positie te nemen in een bepaalde beleggingssector, en de blootstelling van het Fonds aan een beleggingssector zal schommelen in de tijd. De blootstelling aan dergelijke effecten kan worden verkregen door een directe belegging in de hierboven genoemde effectentypes of door gebruik te maken van financiële derivaten. Het Fonds kan transacties aangaan in financiële derivaten zoals opties, futures, opties op futures en swapovereenkomsten (inclusief swaps op vastrentende indices) of credit default swaps, voornamelijk met het oog op beleggingsen/of afdekkingsdoeleinden, met inachtneming van de limieten die zijn opgelegd door de Centrale Bank. De door het Fonds nagestreefde kapitaalgroei vloeit over het algemeen voort uit een stijging van de waarde van de Vastrentende Instrumenten die het Fonds houdt, veroorzaakt door dalende rentevoeten of betere kredietvoorwaarden voor bepaalde sectoren (zoals betere economische groei) of effecten (zoals een hogere kredietrating of gezondere balansen). Zoals hierboven reeds aangegeven, is kapitaalgroei een secundaire doelstelling van het Fonds. De nadruk op inkomsten en het inhouden van beheervergoedingen op het kapitaal kunnen het kapitaal dan ook aantasten, en kunnen afbreuk doen aan het vermogen van het Fonds om in de toekomst kapitaalgroei te blijven genereren. De gemiddelde portefeuilleduration van het Fonds zal normaliter variëren tussen 0 en 8 jaar, op basis van de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur. Het Fonds kan beleggen in effecten van beleggingskwaliteit en in hoogrentende effecten (‘junk bonds’), met een maximum van 50% van zijn totale vermogen in effecten met een rating onder Baa3 bij Moody’s of gelijkwaardig bij S&P of Fitch, of, als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn (behalve dat deze beperking niet 2
geldt voor de beleggingen van het Fonds in aan hypotheekleningen gekoppelde effecten (MBS) en door vermogen gedekte effecten (ABS)). Het Fonds kan tot 20% van zijn totale vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten. Waar de Beleggingsadviseur dit om tijdelijke of defensieve doeleinden gepast acht, kan het Fonds tot 100% van zijn nettovermogen beleggen in Vastrentende Effecten (zoals hierboven beschreven) uitgegeven door, of inzake hoofdsom en rente gewaarborgd door, de Amerikaanse overheid (met inbegrip van haar instellingen en organen) en terugkoopovereenkomsten gedekt door dergelijke obligaties, op voorwaarde dat het Fonds minimaal zes verschillende emissies houdt, waarbij de effecten van één emissie niet meer dan 30% van het nettovermogen mogen uitmaken. Maximaal 25% van het nettovermogen van het Fonds kan worden belegd in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet van een derde van zijn nettovermogen na te leven voor de gezamenlijke beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen, (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. De aandelen waarin het Fonds belegt, kunnen effecten zijn die worden verhandeld op de binnenlandse Russische markten en in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank zullen deze beleggingen uitsluitend plaatsvinden in effecten die worden genoteerd of verhandeld op de RTS effectenbeurs en MICEX. Het Fonds kan converteerbare effecten of aandelen gebruiken om een blootstelling te verwerven aan bedrijven waarvan de schuldeffecten mogelijk niet direct beschikbaar zijn of na gedetailleerde analyse werden geïdentificeerd als goede beleggingsmogelijkheden. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging, waarbij de beleggingsdoelstelling van deze instellingen complementair moet zijn aan, of consistent moet zijn met, die van het Fonds. Het Fonds kan ook tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten (inclusief obligaties en andere Vastrentende Instrumenten zoals uiteengezet in dit beleggingsbeleid die illiquide zijn) die meer in detail worden beschreven in het Prospectus onder ‘Overdraagbare illiquide effecten’ en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Zoals hieronder wordt uiteengezet, kan het Fonds gebruikmaken van financiële derivaten voor beleggingsdoeleinden. Het Fonds kan gebruikmaken van derivaten om synthetische shortposities te creëren, wanneer de Beleggingsadviseur dit gepast vindt op basis van een gedetailleerde beleggingsanalyse. Synthetische shortposities zijn posities die in economische termen gelijk zijn aan shortposities en die worden aangegaan door het gebruik van financiële derivaten in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. Het Fonds zal long- en shortposities voor uiteenlopende termijnen aangaan, maar de combinatie van long- en shortposities zal nooit resulteren in ongedekte shortposities en het Fonds zal geen groot aantal synthetische shortposities houden. In normale marktomstandigheden wordt verwacht dat synthetische shortposities in aandelen maximaal 10% van het nettovermogen zullen vertegenwoordigen. Meer informatie over het gebruik van derivaten door het Fonds wordt hierna weergegeven. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende beleggingsposities als niet in USD luidende valutaposities houden. De niet in USD luidende valutablootstelling is beperkt tot 30% van het totale vermogen. Bewegingen van niet in USD luidende beleggingen en niet in USD luidende valuta’s kunnen dan ook het rendement van het Fonds beïnvloeden. Conform de heersende marktomstandigheden kunnen valuta-afdekking en valutaposities worden geïmplementeerd aan de hand van contante valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, -opties en -swaps. Het Fonds kan gebruikmaken van diverse technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) die zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven in het Prospectus onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruikmaken van derivaten zoals futures, opties, opties op futures en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor 3
afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruikmaken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of indexen gebaseerd op Vastrentende Instrumenten die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een bepaalde vastrentende index (waarvan de details beschikbaar zullen zijn bij de Beleggingsadviseur, en steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- dan wel beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een verhoogde hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 500% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd met behulp van de Value-at-Risk (‘VaR’)-methode, in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die op basis van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds dagelijks maximaal kan verliezen, berekend volgens een betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaRbenadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de Barclays US Aggregate Index. De Barclays US Aggregate Index vormt een brede maatstaf van de Amerikaanse markten voor vastrentende effecten van beleggingskwaliteit. Nadere bijzonderheden over deze index zijn openbaar beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limiet is de VaR-limiet die momenteel door de Centrale Bank wordt vereist. Als het VaRmodel voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Het Fonds kan in ondergeschikte mate ook liquide activa en geldmarktinstrumenten houden, inclusief maar niet beperkt tot door vermogen gedekte effecten, handelspapier en depositocertificaten. Dergelijke activa zullen van beleggingskwaliteit zijn, of indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur als van beleggingskwaliteit worden beoordeeld. 4
Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Beheervergoeding (%)
Institutioneel G Institutioneel Klasse S H Institutioneel Klasse R Belegger Administratief Klasse E Klasse T M Retail G Retail Klasse Z
0,55 0,55 0,55 0,72 0,80 0,55 0,55 1,45 1,45 1,45 1,45 0,00
Dienstverleningsvergoeding (%) 0,35 -
Trailvergoeding (%)
Distributievergoeding (%)
Totale vergoeding (%)
0,50 -
0,40 -
0,55 0,55 0,55 0,72 0,80 0,90 1,05 1,45 1,85 1,45 1,45 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen, inclusief de Beheervergoeding en de Dienstverleningsvergoeding, is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het Fonds en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan $50.000. Ze worden ten laste genomen door het Fonds en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder, op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor).
5
Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’ en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor Klasse S en Uitkeringsklasse II zal lopen van 9.00 uur (Ierse tijd) op 1 oktober 2013 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geopend is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode voor nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, maandelijks worden betaald in contanten of herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Er dient te worden opgemerkt dat beheervergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal en dat dientengevolge het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden gerealiseerd door het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei op te geven. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Het Fonds kan dividenden betalen uit de nettobeleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden dat het Fonds dividenden kan betalen uit het kapitaal is dat het Fonds op die manier een stabiel en consistent niveau van uitkeringen kan bieden voor beleggers die streven naar inkomstengerichte beleggingsoplossingen. Eventuele gedeclareerde dividenden zullen gewoonlijk worden uitbetaald op de laatste Werkdag van de maand of worden herbelegd op de voorlaatste Werkdag van de maand. Meer details over het Dividendbeleid van de Vennootschap worden uiteengezet in het deel van het Prospectus met als titel ‘Dividendbeleid’, en een gedetailleerde dividendkalender met actuele uitkeringsdata is op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. Dividenduitkeringen die uit kapitaal worden betaald kunnen andere belastinggevolgen met zich meebrengen dan uitkeringen van inkomsten en de beleggers dienen hierover advies in te winnen. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit 6
de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Profiel van de gemiddelde belegger Gemiddelde beleggers in het Fonds zijn beleggers die op zoek zijn naar inkomsten en kapitaalgroei op lange termijn en die bereid zijn de risico's en volatiliteit te aanvaarden die gepaard gaan met beleggingen in wereldwijde vastrentende markten. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Bovendien moeten de Aandeelhouders in aandelenklassen die in renminbi luiden ook rekening houden met de onderstaande risicofactor. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen. Risico’s met betrekking tot aandelenklassen in renminbi Het Fonds biedt aandelenklassen aan die in Chinese renminbi (RMB), de officiële valuta van de Volksrepubliek China (China), luiden. Er dient te worden opgemerkt dat er mogelijk bijkomende risico’s gepaard gaan met beleggingen in de RMB, naast de risico’s die gepaard gaan met beleggingen in andere valuta’s. Wisselkoersen kunnen ook op onvoorspelbare wijze worden beïnvloed door interventie van overheden of centrale banken (of door het feit dat overheden of centrale banken niet interveniëren), of door deviezencontroles of politieke ontwikkelingen met name in China. Er heerst ook een grotere wettelijke onzekerheid wat betreft valutatransacties in RMB, vergeleken met valuta’s die al langer internationaal worden verhandeld. De RMB-aandelenklassen van dit Fonds luiden in offshore RMB (CNH). Het converteren van CNH naar onshore RMB (CNY) is een beheerd valutaproces dat onderworpen is aan deviezencontrolemaatregelen van en repatriëringsbeperkingen die zijn opgelegd door de Chinese overheid, samen met de Hong Kong Monetary Authority (HKMA). De waarde van de CNH zou, misschien aanzienlijk, kunnen verschillen van die van de CNY wegens een aantal factoren, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, deviezencontrolemaatregelen en repatriëringsbeperkingen die van tijd tot tijd door de Chinese overheid kunnen worden uitgevaardigd, en andere externe marktfactoren. Bovendien hebben de valutamarkten in RMB mogelijk lagere handelsvolumes dan de valuta’s van meer ontwikkelde landen en dienovereenkomstig zouden markten in RMB duidelijk minder liquide zijn, onderworpen zijn aan grotere handelsspreads en een duidelijke grotere volatiliteit vertonen dan andere valuta’s. Vooral RMB-transacties tijdens de Europese markturen wanneer de transacties voor de afgedekte aandelenklassen zullen worden uitgevoerd, houden een inherent lagere liquiditeit en hogere transactiekosten in. Dit zal waarschijnlijk leiden tot een afwijking in het rendement ten opzichte van het verwachte rendement bij RMB-transacties op de Aziatische markten, waar de liquiditeit doorgaans hoger is en de transactiekosten doorgaans lager. Bij een extreme gebeurtenis zou het gebrek aan liquiditeit de valuta-afdekking onmogelijk kunnen maken. De Vennootschap zal ernaar streven de afdekking zo goed mogelijk uit te voeren en de transactiekosten zo laag mogelijk te houden. Er kan echter geen zekerheid worden geboden dat de 7
Vennootschap hierin zal slagen en de bovenstaande risico’s of de transactiekosten kan elimineren. De kosten en winsten/verliezen van afdekkingstransacties worden alleen toegekend aan de betreffende Afgedekte Klasse en zullen worden weerspiegeld in de Intrinsieke Waarde per Aandeel van die Klasse. De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
8
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Income Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse SKlasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) 30-nov-12 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL 18-apr-13 NL NL 30-nov-12 NL 30-nov-12 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 18-feb-14 18-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
8
CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-dec-13 NL NL
EUR (Afgedekt) 30-nov-12 30-nov-12 29-jul-14 28-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) NL 15-feb-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 4-feb-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Income Fund Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Valuta NOK (Niet NZD afgedekt) (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
9
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 22-mei-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) 30-mei-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL 19-feb-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Low Average Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Low Average Duration Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
Low Average Duration Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen Korte looptijd Vastrentende Instrumenten
Gemiddelde Portefeuilleduration 1-3 jaar
Krediet(1) kwaliteit B tot Aaa; max 10% onder Baa
Distributiefrequentie Driemaandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Low Average Duration Fund is een maximaal totaalrendement te verwezenlijken met behoud van het belegde kapitaal in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds belegt minstens twee derde van zijn vermogen in een gediversifieerde portefeuille van Vastrentende Instrumenten met diverse looptijden. De gemiddelde portefeuilleduration van dit Fonds zal normaliter (zoals gedefinieerd) variëren tussen één en drie jaar, op basis van de vooruitzichten van de Beleggingsadviseur voor de rentevoeten. De Vastrentende Instrumenten die het Fonds koopt hebben een looptijd van maximaal twaalf jaar. Het Fonds belegt voornamelijk in Vastrentende Instrumenten van beleggingskwaliteit, maar kan tot 10% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die een lagere rating hebben dan Baa bij Moody’s of BBB bij S&P, maar die ten minste B bij Moody’s of S&P moeten hebben (of, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsbeheerder geacht worden van vergelijkbare kwaliteit te zijn). Het Fonds kan onbeperkt beleggen in in USD uitgedrukte effecten van niet-Amerikaanse emittenten. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende valutaposities houden. De blootstelling aan niet in USD luidende valuta’s is beperkt tot 20% van het vermogen. Daardoor kunnen bewegingen van niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Maximaal 25% van het vermogen van het Fonds mag belegd worden in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet na te leven van een derde van zijn totale vermogen voor gecombineerde beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen (inclusief warrants), (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Het Fonds kan tot 10% van zijn vermogen beleggen in effecten van opkomende markten. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie 2
af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een index (steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd door het gebruik van de Value at Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaRbenadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kan het Fonds in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke financiële verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Absolute VaR-model te gebruiken. De VaR van de portefeuille van het Fonds zal bijgevolg niet meer bedragen dan 20% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds en de periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limiet is de VaR-limiet die momenteel door de Centrale Bank wordt vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen.
3
Klasse
Institutioneel G Institutioneel Klasse S H Institutioneel Klasse R Belegger Administratief Klasse E M Retail G Retail Klasse Z
Beheervergoeding (%) 0,46 0,46 0,46 0,63 0,75 0,46 0,46 1,36 1,36 1,36 0,00
Dienstverleningsvergoeding (%) 0,35 -
Trailvergoeding (%) 0,50 -
Totale vergoeding (%) 0,46 0,46 0,46 0,63 0,75 0,81 0,96 1,36 1,36 1,36 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Terugkoop van Aandelen’ en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Het Fonds is toegelaten op 29 augustus 2002. Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor Klasse S en Uitkeringsklasse II zal lopen van 9.00 uur (Ierse tijd) op 1 oktober 2013 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode met betrekking tot nieuwe Aandelenklassen 4
kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen. De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
5
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Low Average Duration Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) 5-dec-02 5-dec-02 NL NL NL 4-nov-09 NL NL 13-mei-04 3-jul-03 NL 8-sep-04 NL NL 21-sep-07 28-okt-05 NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL 27-jan-10 NL NL NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
6
CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) 30-jan-12 30-dec-05 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 24-jul-09 NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) NL 1-mrt-10 NL NL NL NL NL NL 24-jun-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Low Average Duration Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt) 13-May-10 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
7
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
18356713,1.EU_BUSINESS
PIMCO Funds: Global Investors Series plc
Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Low Duration Global Investment Grade Credit Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een paraplufonds van het open type met gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Low Duration Global Investment Grade Credit Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap van wie de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en is er niets weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van het beleggen in het Low Duration Global Investment Grade Credit Fund doordat het Fonds kan beleggen in effecten van opkomende markten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Low Duration Global Investment Grade Credit Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. Aandeelhouders worden erop attent gemaakt dat de door het Fonds verschuldigde Beheervergoeding en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste het kapitaal van het Fonds kunnen vallen. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen. De Aandeelhouders dienen te weten dat dividenden uit het kapitaal van het Fonds kunnen worden betaald. Dat zal het kapitaal uithollen en door dergelijke dividendinkomsten uit te keren wordt het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei aangetast. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput.
1 /661784v7
De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd. Low Duration Global Investment Grade Credit Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire beleggingen VS en niet-VS bedrijfsobligaties Vastrentende instrumenten
Gemiddelde portefeuilleduration 0 - 4 jaar
Kredietkwaliteit
(1)
B3 tot Aaa (uitgezonderd MBS); Max. 15% onder Baa3
Uitkeringsfrequentie Driemaandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Low Duration Global Investment Grade Credit Fund is een maximaal totaalrendement te verwezenlijken met behoud van het belegde kapitaal in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds zal gebruik maken van een wereldwijde strategie voor krediet van beleggingskwaliteit die ernaar streeft het beleggingsproces en de filosofie voor totaalrendement van de Beleggingsadviseur te combineren met maximale inkomsten. Dit proces omvat zowel top-down als bottom-up inputs om het portefeuillebeheerteam te helpen meerdere bronnen van waarde te identificeren. Top-downstrategieën focussen op wereldwijde macroeconomische overwegingen, zowel op korte als op lange termijn, en bieden context voor regionale en sectorselectie. Bottom-upstrategieën onderzoeken de profielen van individuele kredieten en zijn belangrijk voor het vermogen van de Beleggingsbeheerder om ondergewaardeerde effecten te selecteren. Het Fonds belegt minstens twee derde van zijn vermogen in een gediversifieerde portefeuille van wereldwijde Vastrentende Bedrijfsinstrumenten van beleggingskwaliteit. De gemiddelde portefeuilleduration van dit Fonds zal normaliter variëren tussen 0 en 4 jaar, op basis van de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur. Het Fonds belegt voornamelijk in Vastrentende Instrumenten van beleggingskwaliteit, maar kan tot 15% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die een lagere rating hebben dan Baa3 bij Moody’s of BBB- bij S&P, maar die ten minste B3 bij Moody’s of B- bij S&P moeten hebben (of, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur geacht worden van vergelijkbare kwaliteit te zijn), met uitzondering van door hypotheek gedekte effecten (al dan niet met hefboomwerking) waarvoor er geen minimale kredietratingvereiste geldt. Hoewel er geen minimale kredietrating vereist is voor door hypotheek gedekte effecten, zal rekening worden gehouden met door hypotheek gedekte effecten onder beleggingskwaliteit bij het berekenen van de hoger vermelde limiet van 15% voor effecten onder beleggingskwaliteit. Het Fonds kan maximaal 25% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten waarvan sommige effecten, binnen de bovenstaande beperkingen, onder beleggingskwaliteit kunnen zijn. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende valutaposities houden. De blootstelling aan niet in USD luidende valuta’s is beperkt tot 20% van het vermogen. Daardoor kunnen bewegingen van niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, opties en swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en 2 /661784v7
effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ in het Prospectus. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Hoewel het Fonds ernaar streeft voornamelijk te beleggen in obligaties (zoals hierboven beschreven) en andere Vastrentende Instrumenten, kan de Beleggingsadviseur beleggen in converteerbare effecten of aandeleneffecten, aandelengerelateerde effecten (zoals hybride effecten) en gerelateerde financiële derivaten als de Beleggingsadviseur van mening is dat dergelijke effecten en instrumenten interessante beleggingen zijn met het oog op het verwezenlijken van de beleggingsdoelstelling van het Fonds. Maximaal 25% van het vermogen van het Fonds mag belegd worden in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging, waarbij de beleggingsdoelstelling van deze instellingen complementair moet zijn aan, of consistent moet zijn met, die van het Fonds. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Volgens de bepalingen in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’ in het Prospectus, kan het Fonds gebruikmaken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Door het Fonds gebruikte swaps (inclusief credit default swaps, renteswaps en total return swaps) zullen overeenstemmen met het beleggingsbeleid van het Fonds. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn volgens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een bepaalde index, zoals een index op basis van Vastrentende Instrumenten (waarbij steeds geldt dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Gedetailleerde gegevens over financiële indexen die door het Fonds worden gebruikt, zullen op verzoek van de Aandeelhouders door de Beleggingsadviseur worden verstrekt en zullen worden opgenomen in de halfjaar- en jaarrekeningen van de Vennootschap. Deze indexen dienen goedgekeurd te zijn door de Centrale Bank of te beantwoorden aan haar vereisten. Nadere informatie is te vinden in het Prospectus onder ‘Financiële indexen’. Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Met betrekking tot elk ander instrument waarin een derivaat ligt besloten, kan het derivaatcomponent van dat instrument van een type zijn waarin het Fonds anders rechtstreeks zou kunnen beleggen. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van op indices gebaseerde derivaten) (voor afdekkingsdoeleinden en/of voor beleggingsdoeleinden), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekking of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 500% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien de Beleggingsadviseur van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de
3 /661784v7
nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd met behulp van de Value-at-Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die op basis van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds dagelijks maximaal kan verliezen, berekend volgens een betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de Barclays Global Aggregate Credit 1-5 year Index. De Barclays Global Aggregate Credit 1-5 year Index vormt een brede maatstaf van de wereldwijde markten van kortlopende vastrentende schuld van beleggingskwaliteit. Nadere bijzonderheden over deze index zijn openbaar beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaRlimieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,50% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Beheervergoeding (%)
Dienstverleningsvergoeding (%)
Trailvergoeding (%)
Totale vergoeding (%)
Institutioneel
0,49
-
-
0,49
G Institutioneel Klasse S
0,49 0,49
-
-
0,49 0,49
H Institutioneel
0,66
-
-
0,66
Klasse R Belegger
0,76 0,49
0,35
-
0,76 0,84
Administratief
0,49
-
0,50
0,99
4 /661784v7
Klasse E M Retail
1,39 1,39
-
-
1,39 1,39
G Retail
1,39
-
-
1,39
Klasse Z
0,00
-
-
0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Klasse Z Vergoeding is te vinden in het Prospectus onder ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het Low Duration Global Investment Grade Credit Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan 50.000 USD. Ze worden ten laste genomen door het Low Duration Global Investment Grade Credit Fund en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of op andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor meer informatie over voorgestelde sluitingsperioden voor Fondsen tijdens het jaar, kunnen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact opnemen met de Administrateur of de Vakantiekalender voor Fondsen raadplegen (waarvan eveneens een exemplaar kan worden verkregen bij de Administrateur). Meer informatie over de aankoop of ruil van Aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’ en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse R, Klasse Z en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1000.00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). Aandelen in het Fonds worden aangeboden van 9.00 uur (Ierse tijd) op 19 februari 2014 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 19 augustus 2014 (de ‘Initiële Aanbiedingsperiode’) tegen de Initiële Uitgifteprijs en behoudens aanvaarding van de inschrijvingen op Aandelen door de Vennootschap. Zij worden voor de eerste maal uitgegeven op de 5 /661784v7
eerste Handelsdag na afloop van de initiële aanbiedingsperiode. De Initiële Aanbiedingsperiode kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Na sluiting van de initiële aanbiedingsperiode worden Aandelen in het Fonds uitgegeven tegen de Intrinsieke Waarde per Aandeel. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Klassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Klassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basis-Aandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Het Fonds kan dividenden betalen uit de nettobeleggingsinkomsten en de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen (inclusief kosten en vergoedingen). Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden betalen uit de nettobeleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden achter het feit dat het Fonds dividenden kan betalen uit het kapitaal is dat het Fonds op die manier een stabiel en consistent niveau van uitkeringen kan bieden voor beleggers die streven naar inkomstengerichte beleggingsoplossingen. De Beleggingsadviseur is niet verplicht een verwacht dividendpercentage per aandeel aan Aandeelhouders en potentiële beleggers mee te delen en hoewel dit van tijd tot tijd kan worden gedaan, dienen beleggers er nota van te nemen dat een dergelijk percentage kan variëren naargelang de marktomstandigheden. Er is geen garantie dat een bepaald percentage wordt behaald en ingeval er ontoereikende uitkeerbare inkomsten of winsten in het Fonds zijn om aan een specifiek niveau te voldoen, is het mogelijk dat beleggers in het Fonds geen uitkering ontvangen of een lagere uitkering. Er dient te worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk in mindering kunnen worden gebracht op het kapitaal en dat het kapitaal daardoor kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor
6 /661784v7
het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Profiel van de gemiddelde belegger Gemiddelde beleggers in het Fonds zijn beleggers die op zoek zijn naar een vastrentende belegging als basis en geïnteresseerd zijn in de diversificatie die geboden wordt met deze obligatiebelegging en die aandelenposities in evenwicht willen brengen met een stabielere beleggingsoptie. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBEvereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen. De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc van wie de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
7 /661784v7
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Low Duration Global Investment Grade Credit Fund Valuta Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) 28-feb-14 28-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 28-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afgedekt) 28-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
8 /661784v7
CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) 28-feb-14
CLP (Niet Afgedekt) NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) 28-feb-14 28-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 28-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) 28-feb-14 28-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 28-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Low Duration Global Investment Grade Credit Fund Valuta Share Klasse
Type
Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt)
ILS (Niet afgedekt)
JPY (Afgedekt)
JPY (Niet afgedekt)
MXN (Afgedekt)
MXN (Niet Afgedekt)
NOK (Afgedekt)
NOK (Niet afgedekt)
NZD (Afgedekt)
NZD (Niet afgedekt)
RMB (Afgedekt)
RMB (Niet afgedekt)
SEK (Afgedekt)
SEK (Niet afgedekt)
SGD (Afgedekt)
SGD (Niet afgedekt)
EUR Valutablootstelling
GBP Valutablootstelling
USD Valutablootstelling
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
9 /661784v7
PIMCO FUNDS: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het PIMCO Capital Securities Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
PIMCO Capital Securities Fund 26 september 2014
Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Aandeelhouders worden erop attent gemaakt dat de door het Fonds verschuldigde Beheervergoeding geheel of gedeeltelijk ten laste van het kapitaal van het Fonds kan vallen. Bij terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledig belegde bedrag terugkrijgen. De Aandeelhouders dienen te weten dat dividenden uit het kapitaal van het Fonds kunnen worden betaald. Daardoor zal het kapitaal uitgehold worden en door dividenden uit te keren wordt het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei opgegeven. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. Het Fonds heeft de mogelijkheid om hoofdzakelijk in financiële derivaten te beleggen. Het is niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Fonds te beleggen en het Fonds is mogelijk niet geschikt voor elke belegger. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
PIMCO Capital Securities Fund – Beknopte informatie De onderstaande tabel biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze tabel dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire beleggingen
Vastrentende Instrumenten (1)
Gemiddelde Portefeuilleduration 3 - 7 jaar
Krediet(1) kwaliteit Niet van toepassing
Uitkeringsfrequentie
Driemaandelijks
Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of bij gebrek aan een rating, door de Beleggingsadviseur van vergelijkbare kwaliteit geacht worden te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Fonds is een gefocuste blootstelling te bieden aan aantrekkelijk geprijsde kapitaaleffecten (hieronder gedefinieerd), samen met een maximaal totaalrendement met behoud van het belegde kapitaal in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds tracht zijn beleggingsdoelstelling te verwezenlijken door te beleggen in een actief beheerde portefeuille van Vastrentende Instrumenten en andere effecten, waarvan minstens 80% belegd zal zijn in Kapitaaleffecten overeenkomstig het hieronder uiteengezette beleid. Kapitaaleffecten zijn Vastrentende Effecten, voorwaardelijk converteerbare obligaties en/of aandelen uitgegeven door financiële instellingen zoals banken en verzekeringsmaatschappijen. Het Fonds gebruikt een combinatie van bottom-up en top-down processen om geschikte Kapitaaleffecten te selecteren, waarbij elk Kapitaaleffect aan drie screenings wordt onderworpen. De eerste screening is de topdownmening van de Beleggingsadviseur over de economie en de wereldwijde financiële markten. Dergelijke zaken zijn cruciaal voor het bankensysteem en kunnen een impact hebben op bijvoorbeeld voorschriften en kapitaalvereisten. Vanwege de gecorreleerde aard van het bankrisico en het staatsrisico omvat deze screening ook een beoordeling van het staatsrisico bij beleggen in een banksysteem van een bepaald land. De tweede screening is het bottom-up onderzoek van de Beleggingsadviseur. Dit onderzoek omvat een evaluatie van de relatieve sterkte van de balans en de sterkte van de winsten van een bedrijf, samen met het behouden van een goede toegang tot senior management teams van financiële instellingen en een lopende dialoog met hen over de bronnen van toekomstige kredietsterkte of -zwakte. De derde screening is de waardering. De mate waarin een kapitaaleffect elke screening doorstaat, zal de Beleggingsadviseur helpen bij het nemen van beleggingsbeslissingen. De spreiding van de activa van het Fonds zal niet gebaseerd zijn op een vooraf bepaalde mix of weging van activaklassen of geografische gebieden. Er gelden geen beperkingen voor de minimale kredietrating van de Vastrentende Instrumenten die door het Fonds worden gehouden, en het Fonds kan onbeperkt beleggen in effecten die een rating hebben onder beleggingskwaliteit van Moody’s of S&P (of die, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden beschouwd als zijnde van vergelijkbare kwaliteit). Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4, kan het Fonds niet meer dan 7,5% van zijn Intrinsieke Waarde beleggen in Vastrentende Instrumenten, Kapitaaleffecten of andere effecten die zijn uitgegeven door dezelfde instelling (exclusief obligaties uitgegeven door overheden, hun instanties of werkingsorganen). De gemiddelde portefeuilleduration van het Fonds varieert op basis van de strategie die op dat moment wordt gebruikt door de Beleggingsadviseur bij het beleggen van het vermogen van het Fonds, maar schommelt doorgaans tussen drie en zeven jaar. Voor zover het Fonds niet is belegd in Kapitaaleffecten, zal het beleggen in andere Vastrentende Instrumenten, inclusief bedrijfs- en overheidsobligaties, over de hele wereld. Het Fonds kan voor maximaal 10% van zijn Intrinsieke Waarde actieve posities houden in valuta’s. Het Fonds kan zowel in USD luidende, als niet in USD luidende valutaposities houden. Actieve valutaposities en valuta-afdekking kunnen worden geïmplementeerd aan de hand van valutatermijncontracten en valutafutures, -opties en -swaps in overeenstemming met de vereisten van 2
de ICBE-kennisgevingen. Waar dat volgens de Beleggingsadviseur strookt met de beleggingsdoelstelling en het beleggingsbeleid van het Fonds, kan het Fonds tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. De aandelen waarin het Fonds belegt, kunnen effecten zijn die worden verhandeld op de binnenlandse Russische markten en in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank zullen deze beleggingen uitsluitend plaatsvinden in effecten die worden genoteerd of verhandeld op de RTS effectenbeurs en MICEX. Het Fonds kan converteerbare effecten of aandelen gebruiken om een blootstelling te verwerven aan bedrijven waarvan de schuldeffecten mogelijk niet direct beschikbaar zijn of na gedetailleerde analyse geïdentificeerd werden als goede beleggingsmogelijkheden. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in gewone aandelen. Als een converteerbaar effect wordt omgezet in gewone aandelen en dit ervoor zorgt dat het Fonds de beleggingslimiet van 10% van zijn nettovermogen in gewone aandelen overstijgt, zal de Beleggingsadviseur er alles aan doen om binnen een redelijke periode, en de belangen van het Fonds in acht nemend, de belegging van het Fonds in gewone aandelen te verlagen tot minder dan 10% van het nettovermogen. Het Fonds kan ook tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten (inclusief obligaties en andere Vastrentende Instrumenten, zoals uiteengezet in dit beleggingsbeleid, die illiquide zijn) die meer in detail worden beschreven in het Prospectus onder ‘Overdraagbare illiquide effecten’ en in niet-gesecuritiseerde leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Zoals hieronder wordt uiteengezet, kan het Fonds gebruik maken van financiële derivaten voor beleggingsdoeleinden. Het Fonds kan gebruik maken van derivaten om synthetische shortposities te creëren, wanneer de Beleggingsadviseur dit gepast vindt op basis van een gedetailleerde beleggingsanalyse. De synthetische shortposities kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt door de Beleggingsadviseur om het Fonds te beschermen tegen ongunstige bewegingen in andere beleggingen. Synthetische shortposities zijn posities die in economische termen gelijk zijn aan shortposities en die worden aangegaan door het gebruik van financiële derivaten in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. Het Fonds zal long- en shortposities voor uiteenlopende termijnen aangaan, maar de combinatie van long- en shortposities zal nooit resulteren in ongedekte shortposities en het Fonds zal geen groot aantal synthetische shortposities houden. In normale marktomstandigheden wordt verwacht dat synthetische shortposities in aandelen maximaal 10% van het nettovermogen zullen vertegenwoordigen. Meer informatie over het gebruik van derivaten door het Fonds wordt hierna weergegeven. Het Fonds kan gebruikmaken van diverse technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief doch niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) die zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven in het Prospectus onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van derivaten zoals futures, opties, opties op futures en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld, maar exclusief renteswaps) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of indexen gebaseerd op Vastrentende Instrumenten die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een bepaalde vastrentende index (waarvan de details beschikbaar zullen zijn bij de Beleggingsadviseur, en steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. 3
Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan de onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 500% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd met behulp van de Value-at-Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die op basis van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds dagelijks maximaal kan verliezen, berekend volgens een betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaRbenadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kan het Fonds in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke financiële verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Absolute VaR-model te gebruiken. De VaR van de portefeuille van het Fonds zal bijgevolg niet meer bedragen dan 20% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds en de periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limiet is de VaR-limiet die momenteel door de Centrale Bank wordt vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Het Fonds kan in ondergeschikte mate ook liquide activa en geldmarktinstrumenten houden, inclusief maar niet beperkt tot door vermogen gedekte effecten, handelspapier en depositocertificaten. Beleggingsadviseur PIMCO Europe Ltd. Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen.
Klasse
Institutioneel G Institutioneel Klasse S Klasse R
Beheervergoeding (%) 0,79 0,79 0,79 0,93
Dienstverleningsvergoeding (%) 4
Trailvergoeding (%) -
Distributievergoeding (%) -
Totale vergoeding (%) 0,79 0,79 0,79 0,93
H Institutioneel Belegger Administratief Klasse E Klasse T M Retail G Retail Klasse Z
0,96 0,79 0,79 1,69 1,69 1,69 1,69 0,00
0,35 -
0,50 -
0,40 -
0,96 1,14 1,29 1,69 2,09 1,69 1,69 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen, inclusief de Beheervergoeding en de Dienstverleningsvergoeding, is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het Fonds en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan $ 50.000. Ze worden ten laste genomen door het Fonds en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten en Engeland (en voor zover het Fonds gebruik maakt van PIMCO Deutschland GmbH ter ondersteuning van zijn beleggingsbeheer, München) geopend zijn voor de handel of op andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met de toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de Feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’ en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse R, Klasse T, Klasse Z en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (Aandelen die een hogere opbrengst bieden) en Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor Klasse S en Uitkeringsklasse II zal lopen van 9.00 uur (Ierse tijd) op 1 oktober 2013 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in 5
Bijlage A, loopt af op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een dergelijke verkorting of verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Na sluiting van de initiële aanbiedingsperiode worden Aandelen in het Fonds uitgegeven tegen de Intrinsieke Waarde per Aandeel. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, maandelijks worden betaald in contanten of herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Er dient te worden opgemerkt dat Beheervergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal en dat dientengevolge het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten behaald kunnen worden door het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei op te geven. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Het Fonds kan dividenden betalen uit de nettobeleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden achter het feit dat het Fonds dividenden kan betalen uit het kapitaal is dat het Fonds op die manier een stabiel en consistent niveau van uitkeringen kan bieden voor beleggers die streven naar inkomstengerichte beleggingsoplossingen. Eventuele gedeclareerde dividenden zullen gewoonlijk worden uitbetaald op de laatste Werkdag van het kwartaal of worden herbelegd op de voorlaatste Werkdag van de maand of het kwartaal. Meer details over het Dividendbeleid van de Vennootschap worden uiteengezet in het deel van het Prospectus met als titel ‘Dividendbeleid’, en een gedetailleerde dividendkalender met actuele uitkeringsdatums is op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. Dividenduitkeringen die uit kapitaal worden betaald kunnen andere belastinggevolgen met zich meebrengen dan uitkeringen van inkomsten en de beleggers dienen hierover advies in te winnen. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Profiel van de gemiddelde belegger Gemiddelde beleggers in het Fonds zijn beleggers die op zoek zijn naar gefocuste blootstelling aan kapitaaleffecten en die bereid zijn de risico's en volatiliteit te aanvaarden die gepaard gaan met beleggingen in wereldwijde vastrentende markten. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’.
6
Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
7
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. PIMCO Capital Securities Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) 31-jul-13 NL NL NL NL NL NL NL 19-mei-14 19-mei-14 NL 9-aug-13 9-aug-13 NL 28okt-13 19-mei-14 NL NL NL NL 23-dec-13 NL 18-mrt-14 NL NL NL NL 31-jul-13 31-okt-13 NL NL NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afgedekt) 9-aug-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 6-juni-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt)
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet Afgedekt)
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) 9-aug-13 9-aug-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL 9-aug-13 NL NL 28-okt-13 NL NL NL NL NL NL NL 18- juni-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) 9-aug-13 31-jul-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 18- juni-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afged ekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Capital Securities Fund Valuta Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 23- dec-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het PIMCO Credit Absolute Return Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
PIMCO Credit Absolute Return Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van beleggingen in het PIMCO Credit Absolute Return Fund doordat het Fonds kan beleggen in effecten van opkomende markten en in hoogrentende effecten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Fonds te beleggen en is het fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. Gemiddelde beleggers in het Fonds zijn beleggers die op zoek zijn naar een obligatiefonds met hogere rendementen, en die ook bereid zijn het hogere risico te aanvaarden dat gepaard gaat met het beleggen in hoogrentende effecten en effecten van opkomende markten. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
PIMCO Credit Absolute Return Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus.
Primaire Beleggingen
Vastrentende Instrumenten
Gemiddelde portefeuilleduration 0 - 6 jaar
Krediet(1) kwaliteit
Max. 50% onder B.
Distributiefrequentie
Driemaandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het PIMCO Credit Absolute Return Fund is een positief totaalrendement te verwezenlijken in uiteenlopende marktomgevingen, met behoud van het belegde kapitaal in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds is meer gericht op het behalen van een positief totaalrendement dan een rendement dat groter is dan een bepaalde referentie-index. Het Fonds streeft naar het behalen van absolute rendementen, ongeacht de stijgende of dalende trend van de markten. Het Fonds streeft zijn beleggingsdoelstelling na door minstens 80% van zijn nettovermogen te beleggen in een gediversifieerde portefeuille van Vastrentende Instrumenten. Het Fonds belegt in obligaties, schuldeffecten en andere gelijkwaardige instrumenten uitgegeven door diverse wereldwijde entiteiten uit de publieke of private sector. Daarnaast kan het Fonds ook gebruik maken van selectieve synthetische shortposities zoals hieronder beschreven, ofwel als afdekking tegen tegengestelde marktbewegingen ofwel om rendementen te behalen uit een afzonderlijk effect of markt of geografische sector. Het gebruik door de Beleggingsadviseur van synthetische shortposities kan variëren en zal afhangen van de marktomstandigheden. Het Fonds kan tot 70% van zijn nettovermogen beleggen in effecten van emittenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten. Het Fonds kan gebruik maken van de derivaten opties, termijncontracten, futures en swapovereenkomsten. Het Fonds kan zijn hele vermogen beleggen in hoogrentende vastrentende effecten met een rating lager dan Baa door Moody's of door S&P of die, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van gelijkwaardige kwaliteit te zijn (‘junk bonds’). Hierbij geldt dat maximaal 50% van zijn nettovermogen kan worden belegd in vastrentende effecten met een rating onder B bij Moody’s of gelijkwaardig bij S&P of die, als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende valutaposities houden. De blootstelling aan niet in US dollar luidende valuta’s is beperkt tot 20% van het nettovermogen. Bewegingen van niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s kunnen het rendement van het Fonds dan ook beïnvloeden. Conform de heersende marktomstandigheden kunnen valuta-afdekking en actieve valutaposities worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, opties en swaps. De 2
verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief doch niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die door de Centrale Bank zijn vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’, waaronder de bepaling dat terugkoopovereenkomsten, omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties alleen zullen worden gebruikt in het kader van een efficiënt portefeuillebeheer. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Maximaal 25% van het nettovermogen van het Fonds kan worden belegd in effecten die converteerbaar zijn in aandelen, zoals converteerbare obligaties. Het Fonds kan maximaal 15% van zijn vermogen beleggen in aandelengerelateerde effecten (zoals hybride effecten uitgegeven door banken en verzekeringsmaatschappijen). Hybride effecten zijn een vorm van schuld met kenmerken van zowel schuld als eigen vermogen, bijv. preferente aandelen, die geen zuiver eigen vermogen zijn maar die traditioneel beschouwd worden als daarmee voldoende verwant om tot het Tier 1- of Tier 2-kapitaal van een bank te worden gerekend. Het Fonds kan maximaal 10% van zijn vermogen direct of indirect in aandelen beleggen. Het Fonds dient een totaallimiet van een derde van zijn nettovermogen na te leven voor de gezamenlijke beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen, (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Het Fonds kan converteerbare effecten of aandelen gebruiken om een blootstelling te verwerven aan bedrijven waarvan de schuldeffecten mogelijk niet direct beschikbaar zijn of na gedetailleerde analyse geïdentificeerd werden als goede beleggingsmogelijkheden. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging, waarbij de beleggingsdoelstelling van deze instellingen complementair moet zijn aan, of consistent moet zijn met, die van het Fonds. De Beleggingsadviseur kan maximaal 25% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds beleggen in effecten die worden verhandeld op de binnenlandse Russische markten. Elke belegging gebeurt uitsluitend in effecten die genoteerd zijn/verhandeld worden op de RTS effectenbeurs en MICEX. Het Fonds kan ook tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten (inclusief obligaties en andere Vastrentende Instrumenten zoals uiteengezet in dit beleggingsbeleid, die illiquide zijn) die meer in detail worden beschreven in het Prospectus onder '‘Overdraagbare illiquide effecten'’ en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Zoals hieronder wordt uiteengezet, kan het Fonds gebruik maken van financiële derivaten voor beleggingsdoeleinden. Het Fonds kan gebruikmaken van derivaten zoals ‘credit default swaps’ om synthetische shortposities te creëren, wanneer de Beleggingsadviseur dit gepast vindt op basis van een gedetailleerde beleggingsanalyse. Synthetische shortposities zijn posities die in economische termen gelijk zijn aan shortposities en die worden aangegaan door het gebruik van financiële derivaten in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. De Beleggingsadviseur zal synthetische shortposities voornamelijk gebruiken om de blootstelling van het Fonds aan rentevoetschommelingen te beheren, maar kan ook shortposities innemen voor beleggingsdoeleinden. Het Fonds zal long- en shortposities voor uiteenlopende termijnen aangaan, maar de combinatie van long- en shortposities zal nooit resulteren in ongedekte shortposities. Het gebruik door de Beleggingsadviseur van synthetische shortposities kan variëren en zal afhangen van de marktomstandigheden. Dergelijke posities zullen echter niet meer dan 30% van het nettovermogen bedragen. Meer informatie over het gebruik van derivaten door het Fonds wordt hierna weergegeven. Volgens de bepalingen die zijn opgenomen in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt Portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruikmaken van derivaten zoals futures, opties, opties op futures en swapovereenkomsten zoals ‘credit default swaps’ (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of indexen die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te 3
verwerven aan de samenstelling en rendementen van een bepaalde obligatie of vastrentende index (waarvan de details beschikbaar zullen zijn bij de Beleggingsadviseur, en steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd met behulp van de Value at Risk (‘VaR’)-methode, in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds is van plan het Absolute VaR-model te gebruiken. De VaR van de portefeuille van het Fonds zal bijgevolg niet meer bedragen dan 20% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds en de periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limiet is de VaR-limiet die momenteel door de Centrale Bank wordt vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Behoudens bovenstaande limieten en de beleggingsbeperkingen zoals vermeld in Bijlage 4 van het Prospectus en teneinde flexibiliteit te behouden en de mogelijkheid te hebben om te beleggen in opportuniteiten wanneer die zich aandienen, is het Fonds niet verplicht een bepaald minimumpercentage van zijn Intrinsieke Waarde te beleggen in bepaalde regio’s of sectoren of een bepaald type belegging zoals hierboven uiteengezet. Het Fonds kan in ondergeschikte mate ook liquide activa en geldmarktinstrumenten houden, inclusief maar niet beperkt tot door vermogen gedekte effecten, handelspapier en depositocertificaten. Dergelijke activa zullen van beleggingskwaliteit zijn, of indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur als van beleggingskwaliteit worden beoordeeld. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC
4
Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen.
Klasse
Beheervergoeding (%)
Dienstverlenings- Trailvergoeding (%) vergoeding (%)
Distributievergoeding (%)
Totale vergoeding (%)
Institutioneel G Institutioneel
0,90 0,90
-
-
-
0,90 0,90
Klasse S
0,90
-
-
-
0,90
Klasse R
0,99
-
-
-
0,99
H Institutioneel
1,07
-
-
-
1,07
Belegger
0,90
0,35
-
-
1,25
Administratief
0,90
-
0,50
-
1,40
Klasse E
1,80
-
-
-
1,80
Klasse T
1,80
-
-
0,30
2,10
M Retail
1,80
-
-
-
1,80
G Retail
1,80
-
-
-
1,80
Klasse Z
0,00
-
-
-
0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het PIMCO Credit Absolute Return Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan 60.000 USD. Ze worden ten laste genomen door het PIMCO Credit Absolute Return Fund en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). 5
Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’, en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 27 maart 2015. De initiële aanbiedingsperiode voor nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. Eventuele gedeclareerde dividenden zullen gewoonlijk worden uitbetaald op de laatste Werkdag van de maand, het kwartaal of het jaar of worden herbelegd op de voorlaatste Werkdag van de maand, het kwartaal of het jaar. Meer details over het Dividendbeleid van de Vennootschap worden uiteengezet in het deel van het Prospectus met als titel ‘Dividendbeleid’, en een gedetailleerde dividendkalender met actuele uitkeringsdatums is op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en nietgerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het 6
potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBEvereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
7
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. PIMCO Credit Absolute Return Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type
Basisvaluta (USD)
AUD (Afgedekt)
AUD (Niet afgedekt)
BRL (Afgedekt)
BRL (Niet afgedekt)
CAD (Afgedekt)
CAD (Niet afgedekt)
CHF (Afgedekt)
CHF (Niet afgedekt)
CLP (Afgedekt)
CLP (Niet Afgedekt)
EUR (Afgedekt)
EUR (Niet afgedekt)
GBP (Afgedekt)
GBP (Niet afgedekt)
HKD (Afgedekt)
HKD (Niet afgedekt)
Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
14-okt-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 19-jun-13 NL NL 21-dec-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
17-dec-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
14-okt-11 1-okt-13 1-okt-13 28-feb-14 NL NL NL NL NL NL NL 18-jun-13 NL NL 21-dec-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
14-okt-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
8
PIMCO Credit Absolute Return Fund Valuta
Aandelenklasse
Type
ILS (Afgedekt)
Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt)
JPY (Afgedekt)
JPY (Niet afgedekt)
MXN (Afgedekt)
MXN (Niet Afgedekt)
NOK (Afgedekt)
NOK (Niet afgedekt)
NZD (Afgedekt)
NZD (Niet afgedekt)
RMB (Afgedekt)
RMB (Niet afgedekt)
SEK (Afgedekt)
SEK (Niet afgedekt)
SGD (Afgedekt)
SGD (Niet afgedekt)
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
9
10
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het PIMCO Dividend and Income Builder Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
PIMCO Dividend and Income Builder Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de potentieel hoger dan gemiddelde risicograad van beleggen in het PIMCO Dividend and Income Builder Fund doordat het Fonds kan beleggen in effecten van opkomende markten en in hoogrentende effecten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van de portefeuille in het PIMCO Dividend and Income Builder Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. Aandeelhouders worden erop attent gemaakt dat de door het Fonds verschuldigde Beheervergoeding en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste van het kapitaal van het Fonds kunnen vallen. Bij terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledig belegde bedrag terugkrijgen. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De belangrijkste beleggingsdoelstelling van het PIMCO Dividend and Income Builder Fund is hogere lopende inkomsten te bieden dan de gemiddelde opbrengst op wereldwijde aandelen, evenals stijgende inkomsten per aandeel op lange termijn. Het Fonds streeft ook naar kapitaalgroei op lange termijn. Het Fonds belegt minstens 80% van zijn nettovermogen in een gediversifieerde portefeuille van inkomstenproducerende beleggingen met minstens 50% van zijn nettovermogen in aandelen en aandelengerelateerde effecten. Het Fonds kan ook beleggen in Vastrentende Instrumenten van verschillende looptijden en gerelateerde financiële derivaten op dergelijke effecten. De aandelen en aandelengerelateerde effecten waarin het Fonds kan beleggen, omvatten gewone aandelen, preferente aandelen en effecten die converteerbaar zijn in gewone of preferente aandelen. Converteerbare effecten kunnen obligaties, notes en schuldbrieven omvatten die geconverteerd of geruild kunnen worden tegen een vastgestelde of vast te stellen omwisselverhouding. Het Fonds kan ook beleggen in effecten die zijn uitgegeven door beursgenoteerde vastgoedbeleggingstrusts ('REIT's), American Depository Receipts (ADR), Global Depository Receipts (GDR), uitgiften en gestructureerde schuldbewijzen zoals aandelengerelateerde notes, aandelengerelateerde effecten en participation notes. Alleen gestructureerde notes, zonder hefboomeffect (‘unleveraged’), die geëffectiseerd zijn en vrij kunnen worden verkocht en overgedragen aan andere beleggers, en die worden gekocht via erkende gereglementeerde makelaars, worden geacht ‘overdraagbare effecten’ te zijn die worden verhandeld op erkende beurzen. Het Fonds concentreert zijn beleggingen in aandelen en aandelengerelateerde effecten die uitgegeven zijn door bedrijven met een marktkapitalisatie van meer dan $ 1,5 miljard, maar kan ook beleggen in bedrijven met een kleinere marktkapitalisatie. Het Fonds richt zich niet op een bepaalde sector of geografisch gebied. Het Fonds kan ook beleggen in derivaten zoals opties, futures, opties op futures, swapovereenkomsten en contracts for difference, zoals hieronder nader beschreven, inclusief derivaten op basis van in aanmerking komende financiële indices die goedgekeurd zijn door de Centrale Bank of die aan de vereisten ervan voldoen. Deze indices kunnen betrekking hebben op aandelen en vastrentende effecten, rentevoeten en commodity's. De Beleggingsadviseur kan posities opbouwen in commodity's in zijn streven om een gewenst beleggingsstandpunt in te nemen of in een poging om het kapitaal van het Fonds te vergroten en beschermen. Het Fonds kan ook beleggen in Vastrentende Instrumenten met inbegrip van obligaties (vast of vlottend) en schuldeffecten die uitgegeven zijn door diverse VS- en niet-VS-entiteiten uit de publieke of private sector en in andere gelijkwaardige instrumenten (zoals leningparticipaties en leningtoezeggingen) (die niet geëffectiseerd zijn) voor zover het hierbij gaat om overdraagbare effecten of geldmarktinstrumenten die op een Gereglementeerde Markt worden verhandeld). De vastrentende beleggingen van het Fonds kunnen effecten van beleggingskwaliteit omvatten en hoogrentende effecten (‘junk bonds’) van elke rating. Het Fonds kan tot 40% van zijn nettovermogen beleggen in effecten met een rating lager dan beleggingskwaliteit. Het Fonds belegt wereldwijd en over het algemeen in effecten die economisch gekoppeld zijn aan meerdere landen. Het Fonds kan zonder beperking beleggen in effecten van emittenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten. De Beleggingsadviseur kan maximaal 10% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds beleggen in effecten die worden verhandeld op de binnenlandse Russische markten. Elke dergelijke belegging gebeurt uitsluitend in effecten die genoteerd zijn/verhandeld worden op de RTS effectenbeurs en MICEX. Het Fonds streeft naar behoud van een hoog niveau van inkomsten door te beleggen in een breed spectrum van aandelen en vastrentende sectoren die naar mening van de Beleggingsadviseur gewoonlijk hoge inkomstenniveaus genereren. Het actieve beheer van het Fonds inzake aandelen en aandelengerelateerde beleggingen maakt gebruik van een fundamentele analyse om aantrekkelijk gewaardeerde emittenten te identificeren die momenteel dividenden uitkeren en op termijn potentieel bieden voor hogere inkomsten en dividenden. De aanpak die het Fonds hanteert bij de selectie van 2
aandelen en vastrentende effecten omvat de wereldwijde macro-economische standpunten van PIMCO, expertise op het vlak van aandelen en vastrentende beleggingen en ervaring op het vlak van een breed spectrum van beleggingsinstrumenten. Het Fonds selecteert aandelen en vastrentende effecten op zo'n manier dat PIMCO's standpunt over belangrijke risicofactoren wordt weerspiegeld, waarbij gekeken wordt naar opbrengstpotentieel en volatiliteit, en waarbij de totale emittenten- en landenposities worden geëvalueerd. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende aandelen, aandelengerelateerde en Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende valutaposities houden. Niet in USD uitgedrukte valutaposities zijn onbeperkt. Daardoor kunnen bewegingen van niet in USD luidende aandelen, aandelengerelateerde en Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s het rendement van het Fonds beïnvloeden. De blootstelling van het Fonds aan valuta's kan actief worden beheerd waarbij de Beleggingsadviseur gebruik kan maken van opportuniteiten indien hij deze gunstig acht voor het Fonds. Actieve valutaposities en valuta-afdekking zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutatermijncontracten en valutafutures, -opties en swaps in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief doch niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven in het Prospectus onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’, waaronder de bepaling dat terugkoopovereenkomsten, omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties alleen zullen worden gebruikt in het kader van een efficiënt portefeuillebeheer. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Waar dat volgens de Beleggingsadviseur strookt met de beleggingsdoelstelling en het beleggingsbeleid van het Fonds, kan het Fonds tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan ook tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten (inclusief obligaties en andere Vastrentende Instrumenten zoals uiteengezet in dit beleggingsbeleid, die illiquide zijn) die meer in detail worden beschreven in het Prospectus onder '‘Overdraagbare illiquide effecten'’ en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen maar die niet verhandeld worden op een Gereglementeerde Markt. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van aandelen, aandelengerelateerde en Vastrentende derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Door het Fonds gebruikte swaps zullen worden gebaseerd op activaklassen die onder het beleggingsbeleid van het Fonds vallen zoals hierboven beschreven, naast toegelaten indexen, valuta’s en rentevoeten. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd mogen zijn op onderliggende activa of indices gebaseerd op aandelen, aandelengerelateerde en vastrentende effecten die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een bepaalde financiële index inclusief commoditygerelateerde indices. Gedetailleerde gegevens over financiële indexen die door het Fonds worden gebruikt, zullen op verzoek van de Aandeelhouders door de Beleggingsadviseur worden verstrekt en zullen worden opgenomen in de halfjaar- en jaarrekeningen van de Vennootschap. Deze indexen dienen goedgekeurd te zijn door de Centrale Bank of te beantwoorden aan haar vereisten. Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Met betrekking tot elk ander instrument waarin een derivaat ligt besloten, kan de
3
derivaatcomponent van dat instrument van een type zijn waarin het Fonds anders rechtstreeks zou kunnen beleggen. Zoals hieronder wordt uiteengezet, kan het Fonds gebruik maken van financiële derivaten voor beleggingsdoeleinden. Hoewel het Fonds hoofdzakelijk in long-posities zal beleggen, kan het Fonds gebruik maken van derivaten zoals contracts for difference, credit default swaps of totaalrendementswaps om synthetische shortposities te creëren, wanneer de Beleggingsadviseur dit gepast vindt op basis van een gedetailleerde beleggingsanalyse. Synthetische shortposities zijn posities die in economische termen gelijk zijn aan shortposities in een bepaalde emittent of emittenten en die worden aangegaan door het gebruik van financiële derivaten in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. De Beleggingsadviseur maakt hoofdzakelijk gebruik van synthetische shortposities voor afdekkingsdoeleinden maar kan ook shortposities aangaan voor beleggingsdoeleinden. Het Fonds zal long- en shortposities voor uiteenlopende termijnen aangaan, maar de combinatie van long- en shortposities zal nooit resulteren in ongedekte shortposities. Het gebruik door de Beleggingsadviseur van synthetische shortposities kan variëren en zal afhangen van de marktomstandigheden. Het Fonds zal echter geen groot aantal synthetische shortposities houden en dergelijke posities zullen niet meer dan 30% van het nettovermogen bedragen. Meer informatie over het gebruik van derivaten door het Fonds wordt hierna weergegeven. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 400% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dientengevolge geen rekening met salderingsen afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd met behulp van de Value-at-Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die op basis van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds dagelijks maximaal kan verliezen, berekend volgens een betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille krijgt een weging van 75% ten opzichte van de MSCI All Country World Index (‘ACWI’) en 25% met betrekking tot de Barclays Global Aggregate Index. De MSCI ACWI is een gewogen marktkapitalisatie-index aangepast aan het aantal vrij verhandelbare effecten, ontworpen om de prestaties van de aandelenmarkten van ontwikkelde en opkomende landen te meten. De Barclays Global Aggregate Index vormt een brede maatstaf van de wereldwijde vastrentende markten van beleggingskwaliteit. Nadere bijzonderheden over beide indices zijn beschikbaar op www.msci.com of bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De 4
meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten Aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen: De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Beheervergoeding (%)
Dienstverleningsvergoeding (%)
Trailvergoeding (%)
Distributievergoeding (%)
-
Kwijtschelding Beheer1 vergoeding (%) 0,16
Totale vergoeding inclusief kwijtschelding (%) 0,83
Totale vergoeding zonder kwijtschelding (%) 0,99
Institutioneel
0,99
-
-
G Institutioneel
0,99
-
-
-
0,16
0,83
0,99
Klasse S
0,99
-
-
-
0,16
0,83
0,99
H Institutioneel
1,16
-
-
-
0,16
1,00
1,16
Belegger
0,99
0,35
-
-
0,16
1,18
1,34
Administratief
0,99
-
0,50
-
0,16
1,33
1,49
Klasse E
2,35
-
-
-
0,16
2,19
2,35
2
Klasse T
2,35
-
-
0.30
0,16
2,49
[2.65]
M Retail
2,35
-
-
-
0,16
2,19
2,35
G Retail
2,35
-
-
-
0,16
2,19
2,35
Klasse R
1,29
-
-
-
0,09
1,20
1,29
Klasse Z
0,00
-
-
-
0,00
0,00
0,00
1
De kostenkwijtschelding door de Beheerder die geldt vanaf de datum van dit supplement tot het moment dat de Beheerder besluit door middel van een schriftelijke kennisgeving vooraf aan de Aandeelhouders van het Fonds, de kostenkwijtschelding stop te zetten of niet meer toe te passen of deze voor een toekomstige periode te verminderen . Het Supplement zal dienovereenkomstig worden aangepast bij wijziging van de beheervergoeding en de kwijtschelding van de vergoeding. 2
Met betrekking tot de Klasse T zal, nadat de kwijtschelding is afgelopen, de Distributievergoeding worden verlaagd tot 0,15%, zodat de totale vergoeding exclusief kwijtschelding 2,50% zal zijn. Het Supplement zal dienovereenkomstig worden aangepast om dit te weerspiegelen.
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het PIMCO Dividend and Income Builder Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan 50.000 USD. 5
Ze worden ten laste genomen door het PIMCO Dividend and Income Builder Fund en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’, en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse Z, Klasse T, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor Klasse S en Uitkeringsklasse II zal lopen van 9.00 uur (Ierse tijd) op 1 oktober 2013 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode voor de beschikbare maar nog niet geopende Aandelenklassen in het Fonds, zoals vermeld in Bijlage A, zal tot 1 april 2014 lopen. De initiële aanbiedingsperiode voor nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een dergelijke verkorting of verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. Eventuele gedeclareerde dividenden zullen gewoonlijk worden uitbetaald op de laatste Werkdag van de maand, het kwartaal of het jaar of worden herbelegd op de voorlaatste Werkdag van de maand, het kwartaal of het jaar. Meer details over het Dividendbeleid van de Vennootschap worden uiteengezet in het 6
deel van het Prospectus met als titel ‘Dividendbeleid’, en een gedetailleerde dividendkalender met actuele uitkeringsdatums is op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. Er dient te worden opgemerkt dat beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal en dat dientengevolge het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten behaald kunnen worden door het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei op te geven. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en nietgerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Profiel van de gemiddelde belegger Gemiddelde beleggers in het Fonds zijn beleggers die op zoek zijn naar inkomsten en kapitaalgroei op lange termijn en die bereid zijn de risico's en volatiliteit te aanvaarden die gepaard gaan met beleggingen in wereldwijde aandelenmarkten. Openbare bekendmaking van de portefeuilleposities Tenzij de Vennootschap of de Beleggingsadviseur besluit dat het niet in het beste belang van het Fonds is, zal de Vennootschap de top tien van de grootste posities op maandelijkse basis openbaar bekendmaken, niet eerder dan tien (10) werkdagen na het einde van de maand, en deze zal toegankelijk blijven totdat de volgende maandelijkse informatie is bekendgemaakt. De Vennootschap zal het volledige schema van de portefeuilleposities van het Fonds aan het einde van elk kalenderkwartaal bekendmaken, niet eerder dan tien (10) werkdagen na het einde van een kwartaal. De Vennootschap kan de niet-openbare informatie over posities delen met dienstverleners inclusief subadviseurs van de Vennootschap die toegang tot dergelijke informatie kunnen opvragen teneinde hun contractuele verplichtingen ten opzichte van het Fonds te kunnen vervullen. Ook kan de Vennootschap niet-openbare informatie bekendmaken over de portefeuilleposities van het Fonds aan analisten van bepaalde beleggingsmaatschappijen, prijsstelling-ratingagentschappen en rating- en trackingagenten zoals Morningstar en Lipper Analytical Services, of andere entiteiten die een legitieme reden hebben voor het ontvangen van dergelijke informatie eerder dan op de laatste kalenderdag van elke maand wat betreft de top tien grootste posities van het Fonds of op een frequentere basis dan toepasselijk. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’.
7
Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBEvereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen. De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
8
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. PIMCO Dividend and Income Builder Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) 17-jan-14 14-dec-11 NL NL NL NL NL NL 17-jan-14 17-jan-14 NL NL NL NL 17-jan-14 30-apr-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 14-dec-11 NL NL NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 13-feb-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
9
CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) 17-jan-14 31-jul-12 NL NL NL NL NL NL NL 8-jul-13 NL NL NL NL 17-jan-14 31-jul-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Dividend and Income Builder Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
10
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het PIMCO Global Dividend Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
PIMCO Global Dividend Fund 26 september 2014
Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de potentieel hoger dan gemiddelde risicograad van beleggen in het PIMCO Global Dividend Fund doordat het Fonds kan beleggen in effecten van opkomende markten en in hoogrentende effecten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van de portefeuille in het PIMCO Global Dividend Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. Aandeelhouders worden erop attent gemaakt dat de door het Fonds verschuldigde Beheervergoeding en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste valt van het kapitaal van het Fonds. Bij terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledig belegde bedrag terugkrijgen. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop 1 /610384v1
van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd. Beleggingsdoelstellingen en -beleid De primaire beleggingsdoelstelling van het Fonds is gericht op het bieden van lopende inkomsten die hoger liggen dan de gemiddelde opbrengsten op wereldwijde aandelen. Het Fonds streeft ook kapitaalgroei op lange termijn na. Beleggingen kunnen ook aandelen en aandelengerelateerde effecten, Vastrentende Instrumenten van verschillende looptijden of gerelateerde financiële derivaten op dergelijke effecten omvatten. Het Fonds belegt doorgaans minstens drie vierde van zijn vermogen in aandelen en aandelengerelateerde effecten. De aandelen waarin het Fonds kan beleggen, omvatten gewone aandelen, preferente aandelen en effecten die converteerbaar zijn in gewone of preferente aandelen. Converteerbare effecten kunnen obligaties, notes en schuldbrieven omvatten die geconverteerd of geruild kunnen worden tegen een vastgestelde of vast te stellen omwisselverhouding. Het Fonds kan ook beleggen in effecten die uitgegeven zijn door beursgenoteerde vastgoedbeleggingstrusts ('REIT's), American Depository Receipts (ADR), Global Depository Receipts (GDR), uitgiften en gestructureerde schuldbewijzen zoals aandelengerelateerde notes, aandelengerelateerde effecten en participation notes. Alleen gestructureerde notes, zonder hefboomeffect (‘unleveraged’), die geëffectiseerd zijn en vrij kunnen worden verkocht en overgedragen aan andere beleggers, en die worden gekocht via erkende gereglementeerde makelaars, worden geacht ‘overdraagbare effecten’ te zijn die worden verhandeld op Erkende Beurzen. Het Fonds concentreert zijn beleggingen in Aandelen en aandelengerelateerde effecten die uitgegeven zijn door bedrijven met een marktkapitalisatie van meer dan $ 1,5 miljard, maar kan ook beleggen in bedrijven met een kleinere marktkapitalisatie. Het Fonds richt zich niet op een bepaalde sector of geografisch gebied. Het Fonds kan ook beleggen in derivaten zoals opties, futures, opties op futures, swapovereenkomsten en contracts for difference, zoals hieronder nader beschreven inclusief derivaten op basis van in aanmerking komende financiële indices die goedgekeurd zijn door de Centrale Bank of die aan de vereisten ervan voldoen. Deze indices kunnen betrekking hebben op aandelen en vastrentende effecten, rentevoeten en commodity's. De Beleggingsadviseur kan posities opbouwen in commodity's in zijn streven om een gewenst beleggingsstandpunt in te nemen of in een poging om het kapitaal van het Fonds te vergroten en beschermen. Het Fonds kan ook beleggen in Vastrentende Instrumenten met inbegrip van obligaties (vast of vlottend) en schuldeffecten die uitgegeven zijn door diverse VS- en niet-VS-entiteiten uit de publieke of private sector en in andere gelijkwaardige instrumenten (zoals leningparticipaties en leningtoezeggingen) (die niet geëffectiseerd zijn) voor zover het hierbij gaat om overdraagbare effecten of geldmarktinstrumenten die op een Gereglementeerde Markt worden verhandeld). Binnen de onderstaande beleggingsbeperkingen kunnen de vastrentende beleggingen van het Fonds effecten van beleggingskwaliteit omvatten en hoogrentende effecten (‘junk bonds’) van elke rating. Het Fonds kan tot 20% van zijn nettovermogen beleggen in effecten met een rating lager dan beleggingskwaliteit, met een minimumrating van minstens B3 bij Moody's of B- bij S&P (of die, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn). Het Fonds belegt wereldwijd en over het algemeen in effecten die economisch gekoppeld zijn aan meerdere landen. Het Fonds kan zonder beperking beleggen in effecten van emittenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten. De Beleggingsadviseur kan maximaal 10% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds beleggen in effecten die worden verhandeld op de binnenlandse Russische markten. Elke dergelijke belegging gebeurt uitsluitend in effecten die genoteerd zijn/verhandeld worden op de RTS effectenbeurs en MICEX. De kapitaalgroei die het Fonds nastreeft, komt over het algemeen voort uit een waardestijging van de aandelen en aandelengerelateerde effecten en de obligaties en andere Vastrentende Instrumenten die het Fonds houdt. De stijging van de koers van obligaties en andere Vastrentende Instrumenten die door het Fonds worden gehouden, wordt veroorzaakt door dalende rentevoeten of betere kredietvoorwaarden voor 2 /610384v1
een bepaalde sector of effect. Bij de beleggingen maakt het actieve beheer van het Fonds gebruik van een fundamentele analyse om aantrekkelijk gewaardeerde aandelen en aandelengerelateerde effecten en emittenten te identificeren die momenteel dividenden uitkeren en op termijn potentieel bieden voor hogere inkomsten en dividenden. Het Fonds legt de nadruk op dividend uitkerende effecten die geacht worden een aantrekkelijke opbrengst te genereren. Er kan enkel worden belegd in door vermogen gedekte effecten, credit-linked notes en andere overdraagbare effecten waarvan de rente of terugbetaling gekoppeld is aan kredietrisico’s of die worden gebruikt om het kredietrisico van een derde partij over te dragen (bijvoorbeeld notes uitgegeven door voor een speciaal doel opgerichte entiteiten die geen andere bedrijfsdoelstelling hebben dan het houden van activa met kredietrisico (‘herverpakte effecten/herverpakte kredietrisico’s’)); maar exclusief bedrijfsobligaties uitgegeven door een onderneming met bedrijfsactiviteiten, notes uitgegeven door een entiteit met operationele bedrijfsdoelstellingen of achtergestelde verplichtingen (tier-producten) en profit participation notes die zijn uitgegeven (geëffectiseerd) via een voor een speciaal doel opgerichte entiteit) indien (i) de debiteur of uitgevende onderneming van dergelijke beleggingen is gevestigd in de EER of in een volwaardige lidstaat van de OESO, of (ii) indien genoteerd op een gereglementeerde markt in de EER of toegelaten tot de officiële markt op een beurs in een land buiten de EER, of opgenomen in een gereglementeerde markt in dergelijk land. Dergelijke beleggingen moeten een rating van beleggingskwaliteit hebben gekregen van de relevante erkende ratingbureaus (Moody’s en S&P) of, indien slechts één van deze erkende ratingbureaus een rating heeft gegeven aan de betrokken belegging, zal deze rating beslissend zijn, of, indien er geen dergelijke externe rating beschikbaar is, moet er een positieve beoordeling zijn van de Beleggingsadviseur over de kredietkwaliteit van de portefeuille van de te ontvangen bedragen, van de effecten en van de rentabiliteit van de belegging in haar geheel, die transparant is gedocumenteerd. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende aandelen, aandelengerelateerde effecten en Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende valutaposities houden. Niet in USD uitgedrukte valutaposities zijn onbeperkt. Daardoor kunnen bewegingen van niet in USD luidende aandelen, aandelengerelateerde effecten en Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s het rendement van het Fonds beïnvloeden. De blootstelling van het Fonds aan valuta's kan actief worden beheerd waarbij de Beleggingsadviseur gebruik kan maken van opportuniteiten indien hij deze gunstig acht voor het Fonds. Actieve valutaposities en valuta-afdekking zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutatermijncontracten en valutafutures, -opties en -swaps in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief doch niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoopen omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven in het Prospectus onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’, waaronder de bepaling dat terugkoopovereenkomsten, omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties alleen zullen worden gebruikt in het kader van een efficiënt portefeuillebeheer. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Waar dat volgens de Beleggingsadviseur strookt met de beleggingsdoelstelling en het beleggingsbeleid van het Fonds, kan het Fonds tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan ook tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten (inclusief obligaties en andere Vastrentende Instrumenten zoals uiteengezet in dit beleggingsbeleid, die illiquide zijn) die meer in detail worden beschreven in het Prospectus onder '‘Overdraagbare illiquide effecten'’ en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen maar die niet verhandeld worden op een Gereglementeerde Markt. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van aandelen, aandelengerelateerde en vastrentende derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook 3 /610384v1
valutatermijncontracten aangaan. Door het Fonds gebruikte swaps zullen worden gebaseerd op activaklassen die onder het beleggingsbeleid van het Fonds vallen zoals hierboven beschreven, naast toegelaten indexen, valuta’s en rentevoeten. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd mogen zijn op onderliggende activa of indices gebaseerd op aandelen, aandelengerelateerde en vastrentende effecten die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een bepaalde financiële index inclusief commoditygerelateerde indices. Gedetailleerde gegevens over financiële indexen die door het Fonds worden gebruikt, zullen op verzoek van de Aandeelhouders door de Beleggingsadviseur worden verstrekt en zullen worden opgenomen in de halfjaar- en jaarrekeningen van de Vennootschap. Deze indexen dienen goedgekeurd te zijn door de Centrale Bank of te beantwoorden aan haar vereisten. Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Met betrekking tot elk ander instrument waarin een derivaat ligt besloten, kan de derivaatcomponent van dat instrument van een type zijn waarin het Fonds anders rechtstreeks zou kunnen beleggen. Zoals hieronder wordt uiteengezet, kan het Fonds gebruik maken van financiële derivaten voor beleggingsdoeleinden. Hoewel het Fonds hoofdzakelijk in long-posities zal beleggen, kan het Fonds gebruik maken van derivaten zoals contracts for difference, credit default swaps of totaalrendementswaps om synthetische shortposities te creëren, wanneer de Beleggingsadviseur dit gepast vindt op basis van een gedetailleerde beleggingsanalyse. Synthetische shortposities zijn posities die in economische termen gelijk zijn aan shortposities in een bepaalde emittent of emittenten en die worden aangegaan door het gebruik van financiële derivaten in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. De Beleggingsadviseur maakt hoofdzakelijk gebruik van synthetische shortposities voor afdekkingsdoeleinden maar kan ook shortposities aangaan voor beleggingsdoeleinden. Het Fonds zal long- en shortposities voor uiteenlopende termijnen aangaan, maar de combinatie van long- en shortposities zal nooit resulteren in ongedekte shortposities. Het gebruik door de Beleggingsadviseur van synthetische shortposities kan variëren en zal afhangen van de marktomstandigheden. Het Fonds zal echter geen groot aantal synthetische shortposities houden en dergelijke posities zullen niet meer dan 30% van het nettovermogen bedragen. Meer informatie over het gebruik van derivaten door het Fonds wordt hierna weergegeven. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 400% liggen van de Intrinsieke Waarde. Het hefboomniveau van het Fonds kan tot hogere niveaus stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dientengevolge geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd met behulp van de Value-at-Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die op basis van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds dagelijks maximaal kan verliezen, berekend volgens een betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale 4 /610384v1
marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de MSCI All Country World Index (‘ACWI’). De MSCI ACWI is een gewogen marktkapitalisatie-index aangepast aan het aantal vrij verhandelbare effecten, ontworpen om de prestaties van de aandelenmarkten van ontwikkelde en opkomende landen te meten. Nadere bijzonderheden over de index zijn beschikbaar op www.msci.com of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten Aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen: De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Institutioneel
Beheervergoeding (%)
Dienstverleningsvergoeding (%)
Trailvergoeding (%)
Distributievergoeding (%)
Kwijtschelding beheervergoeding1 (%)
Totale vergoeding inclusief kwijtschelding (%)
Totale vergoeding zonder kwijtschelding (%)
0,99
-
-
-
0,16
0,83
0,99
G Institutioneel
0,99
-
-
-
0,16
0,83
0,99
Klasse S
0,99
-
-
-
0,16
0,83
0,99
H Institutioneel
1,16
-
-
-
0,16
1,00
1,16
Klasse R
1,29
-
-
-
0,09
1,20
1,29
Belegger
0,99
0,35
-
-
0,16
1,18
1,34
Administratief
0,99
-
0,50
-
0,16
1,33
1,49
Klasse E
2,35
-
-
-
0,16
2,19
2,35
0,16
2,49
[2,65]
0,16
2,19
2,35
Klasse T
2,35
-
-
0,30
M Retail
2,35
-
-
-
2
G Retail
2,35
-
-
-
0,16
2,19
2,35
Klasse Z
0,00
-
-
-
0,00
0,00
0,00
5 /610384v1
1
De kostenkwijtschelding door de Beheerder die loopt vanaf de datum van dit supplement tot het moment waarop de Beheerder, door middel van een schriftelijke kennisgeving vooraf aan de Aandeelhouders van het Fonds, besluit om de kostenkwijtschelding stop te zetten of niet meer toe te passen of deze voor een toekomstige periode te verminderen. Het Supplement zal dienovereenkomstig worden aangepast bij wijziging van de Beheervergoeding en de kwijtschelding van de vergoeding. 2
Met betrekking tot de Klasse T zal, nadat de kwijtschelding is afgelopen, de Distributievergoeding worden verlaagd tot 0,15%, zodat de totale vergoeding exclusief kwijtschelding 2,50% zal zijn. Het Supplement zal dienovereenkomstig worden aangepast om dit te weerspiegelen.
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het PIMCO Global Dividend Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan 50.000 USD. Ze worden ten laste genomen door het PIMCO Global Dividend Fund en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de Feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’, en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse Z, Klasse T, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor Klasse S en Uitkeringsklasse II zal lopen van 9.00 uur (Ierse tijd) op 1 oktober 2013 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode voor de Aandelenklassen van het Fonds die beschikbaar zijn voor inschrijving maar nog niet geopend zijn, zoals 6 /610384v1
uiteengezet in Bijlage A, zal worden afgesloten op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode voor nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. Eventuele gedeclareerde dividenden zullen gewoonlijk worden uitbetaald op de laatste Werkdag van de maand, het kwartaal of het jaar of worden herbelegd op de voorlaatste Werkdag van de maand, het kwartaal of het jaar. Meer details over het Dividendbeleid van de Vennootschap worden uiteengezet in het deel van het Prospectus met als titel ‘Dividendbeleid’, en een gedetailleerde dividendkalender met actuele uitkeringsdatums is op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. Er dient te worden genoteerd dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal en dat dientengevolge het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten behaald kunnen worden door het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei op te geven. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en nietgerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Profiel van de gemiddelde belegger Gemiddelde beleggers in het Fonds zijn beleggers die op zoek zijn naar inkomsten en kapitaalgroei op lange termijn en die bereid zijn de risico's en volatiliteit te aanvaarden die gepaard gaan met beleggingen in wereldwijde aandelenmarkten.
Openbare bekendmaking van de portefeuilleposities 7 /610384v1
Tenzij de Vennootschap of de Beleggingsadviseur besluit dat het niet in het beste belang van het Fonds is, zal de Vennootschap de top tien van de grootste posities op maandelijkse basis openbaar bekendmaken, niet eerder dan tien (10) werkdagen na het einde van de maand en toegankelijk houden totdat de volgende maandelijkse informatie is bekendgemaakt. De Vennootschap zal het volledige schema van de portefeuilleposities van het Fonds aan het einde van elk kalenderkwartaal bekendmaken, niet eerder dan tien (10) werkdagen na het einde van een kwartaal. De Vennootschap kan de niet-openbare informatie over posities delen met dienstverleners inclusief subadviseurs van de Vennootschap die toegang tot dergelijke informatie kunnen opvragen teneinde hun contractuele verplichtingen ten opzichte van het Fonds te kunnen vervullen. Ook kan de Vennootschap niet-openbare informatie bekendmaken over de portefeuilleposities van het Fonds aan analisten van bepaalde beleggingsmaatschappijen, prijsstelling-ratingagentschappen en rating- en trackingagenten zoals Morningstar en Lipper Analytical Services, of andere entiteiten die een legitieme reden hebben voor het ontvangen van dergelijke informatie eerder dan op de laatste kalenderdag van elke maand wat betreft de top tien grootste posities van het Fonds of op een frequentere basis zoals toepasselijk. Terugkoopinformatie Niettegenstaande enige andere bepaling in het Prospectus, kan de Vennootschap aan een verzoek tot terugkoop van Aandelen voldoen door activa van het betreffende Fonds met een waarde die gelijk is aan de terugkoopprijs van de teruggekochte Aandelen in natura over te dragen aan de Aandeelhouder, alsof de terugkoopopbrengsten in contanten waren betaald, min enige terugkoopvergoeding en andere kosten van de overdracht, behoudens de instemming van de afzonderlijke Aandeelhouders. Als de Aandeelhouder niet instemt met een terugkoop in natura, zullen de terugkoopopbrengsten in overeenstemming met het Prospectus in contanten worden betaald. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBEvereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen. Merk op dat fondsen, zoals het Fonds, die beleggen in hoogrentende effecten en effecten zonder rating van een vergelijkbare kredietkwaliteit (ook 'junk bonds' genoemd) onderworpen kunnen zijn aan hogere niveaus van rente-, krediet- en liquiditeitsrisico’s dan fondsen die niet in dergelijke effecten beleggen. Deze effecten worden hoofdzakelijk als speculatief beschouwd, voor wat betreft het vermogen van de emittent om hoofdsom en rente te kunnen blijven betalen. Een economische crisis of een periode van stijgende rentevoeten zou een negatieve invloed kunnen hebben op de markt voor hoogrentende effecten en het vermogen van een Fonds om zijn hoogrentende effecten te verkopen, kunnen beperken. Als de emittent van een effect in gebreke blijft met zijn betalingen van rente of hoofdsom, kan een Fonds zijn volledige belegging verliezen. De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
8 /610384v1
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvang derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. PIMCO Global Dividend Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) 17-jan-14 14-dec-11 NL NL NL NL NL NL 17-jan-14 17-jan-14 NL NL NL NL 17-jan-14 30-apr-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 14-dec-11 NL NL NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
9
CHF (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) 28-sep-12 16-dec-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 17-jan-14 16-dec-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Global Dividend Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
10
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat informatie over het PIMCO MLP & Energy Infrastructure Fund (het "Fonds"), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de "Vennootschap"), een paraplufonds van het open type met gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het "Prospectus”), dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
PIMCO MLP & Energy Infrastructure Fund 14 november 2014
Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap van wie de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk "Beheer en Administratie" aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en is er niets weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van belegging in het PIMCO MLP & Energy Infrastructure Fund door zijn mogelijkheid om te beleggen in hoogrentende effecten en vooral in financiële derivaten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het PIMCO MLP & Energy Infrastructure Fund te beleggen en is het PIMCO MLP & Energy Infrastructure Fund mogelijk niet geschikt voor elke belegger. Aandeelhouders worden erop attent gemaakt dat de door het Fonds verschuldigde Beheervergoeding en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste vallen van het kapitaal van het Fonds. Bij terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen. De Aandeelhouders worden er ook op attent gemaakt dat dividenden uit het kapitaal van het Fonds worden betaald. Dat zal leiden tot kapitaalerosie en door dergelijke dividendinkomsten uit te keren wordt het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei aangetast. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere kosten die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
/1096724v7
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Fonds is een maximaal totaalrendement in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het “totaalrendement” dat door het Fonds wordt nagestreefd, bestaat uit inkomsten en kapitaalgroei. Het Fonds zal actief worden beheerd en zal voornamelijk beleggen, direct of indirect, in een gediversifieerde portefeuille van aandelen en aandelengerelateerde effecten, commanditaire vennootschappen, inclusief master limited partnerships (zoals hieronder gedefinieerd) die zich voornamelijk focussen op de sector van de energie-infrastructuur.
Het Fonds streeft ernaar zijn beleggingsdoelstelling te verwezenlijken door in normale omstandigheden minstens twee derde van zijn nettovermogen te beleggen, direct of indirect, in een portefeuille van aandelenbeleggingen die gekoppeld zijn aan (i) publiek verhandelde commanditaire vennootschappen, die ook bekendstaan als master limited partnerships (“MLP's”), (ii) de beherende vennoten die MLP's bezitten of beheren, (iii) spin-offs (bedrijven die zich na afsplitsing of herstructurering afscheiden van de MLP's of beherende vennoten) van MLP's, (iv) bedrijven die vergelijkbaar zijn met MLP's omdat ze in dezelfde sector actief zijn of concurreren met MLP's, (v) andere entiteiten die mogelijk niet gestructureerd zijn als openbaar verhandelde commanditaire vennootschap, maar actief zijn in de sector van de midstream-energie (de transporttak van de energie-infrastructuursector, zoals pijpleidingen, spoorwegen en olietankers) en (vi) voor een bijzonder doel opgerichte entiteiten (dit zijn entiteiten die zijn opgericht voor een specifiek doel en kunnen worden gebruikt als beleggingsinstrument om toegang te verwerven tot de beleggingen die hierin zijn uiteengezet). Het Fonds kan in deze instrumenten beleggen op de secundaire markt of tijdens een beursintroductie. MLP's zijn in de VS opgerichte commanditaire vennootschappen die openbaar worden genoteerd en verhandeld op gereglementeerde markten. Het actief van een MLP is de eigendom van een naamloze vennootschap of commanditaire vennootschap die bekendstaat als de operationele entiteit, die op haar beurt dochterondernemingen en bedrijfsactiva heeft. De eigendom van de MLP is verdeeld onder het publiek en een sponsor. Contante uitkeringen van MLP's zijn niet gegarandeerd en zijn afhankelijk van het vermogen van elke commanditaire vennootschap om voldoende cash flow te genereren. De vennootschapsovereenkomsten van MLP's bepalen hoe contante uitkeringen zullen worden gedaan aan beherende vennoten en stille vennoten. MLP's worden beschouwd als commanditaire vennootschappen voor de Amerikaanse federale inkomstenbelasting en betalen geen belastingen op bedrijfsniveau. Het Fonds kan de gewenste posities verwerven door rechtstreeks te beleggen in aandelen en aandelengerelateerde effecten, vastrentende effecten en/of derivaten (voornamelijk swapovereenkomsten die op beurzen of OTC kunnen worden verhandeld) naargelang het geval, binnen de beleggingsbeperkingen zoals bepaald in Bijlage 4, en zoals hieronder verder uiteengezet. Het Fonds kan in aanzienlijke mate beleggen via het gebruik van derivaten om blootstelling te verwerven aan aandelen en aandelengerelateerde effecten die zijn uitgegeven door entiteiten zoals publiek verhandelde commanditaire vennootschappen, inclusief MLP's, en verwante effecten (zoals hierboven uiteengezet). Het Fonds kan, direct of indirect, tot 100% van zijn nettovermogen beleggen in aandelen en aandelengerelateerde effecten, publiek verhandelde commanditaire vennootschappen, inclusief MLP's, en effecten die kunnen worden omgezet in aandelen (zoals in het Prospectus beschreven onder "Converteerbare effecten en aandeleneffecten”), en is daarbij vooral actief in de energieinfrastructuursector (inclusief nutsbedrijven) zoals hierboven nader uiteengezet. Converteerbare effecten kunnen obligaties, notes en schuldbrieven omvatten die geconverteerd of geruild kunnen worden tegen een vastgestelde of vast te stellen omwisselverhouding. Het Fonds kan ook beleggen in warrants, uitgiften van rechten en gestructureerde schuldbewijzen zoals aandelengerelateerde notes, aandelengerelateerde effecten en participation notes.
Activa die niet direct of indirect in aandelen of aandelengerelateerde effecten worden belegd, kunnen worden belegd in vastrentende instrumenten. Het Fonds kan tot één derde van zijn nettovermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten met verschillende looptijden die voornamelijk zijn uitgegeven
/1096724v7
door bedrijven, MLP's en verwante entiteiten in de energiesector. De Vastrentende Instrumenten zullen zowel van beleggingskwaliteit als hoogrentend (“junk bonds”) zijn. Het Fonds kan ook beleggen in contanten, geldmarktinstrumenten en Amerikaanse schatkisteffecten, schuldbewijzen van overheidsinstellingen en obligaties. Het Fonds kan maximaal 10% van zijn nettovermogen beleggen in hoogrentende Vastrentende Instrumenten met een rating van Caa of lager volgens Moody’s of CCC+ of lager volgens S&P (of die, indien ze niet over een kredietrating beschikken, naar het oordeel van de Beleggingsadviseur van vergelijkbare kwaliteit zijn). Het Fonds kan beleggen in effecten en instrumenten die economisch gekoppeld zijn aan andere landen dan de Verenigde Staten. Het Fonds kan onbeperkt beleggen in in USD luidende effecten en kan ook beleggen in niet in USD luidende effecten van wereldwijde emittenten. Het Fonds kan blootgesteld zijn aan andere valuta’s dan de USD. De netto valutablootstelling aan andere valuta's dan de USD is beperkt tot 5% van het nettovermogen van het Fonds. Elke valutablootstelling aan andere valuta's dan de USD die deze limiet overschrijdt, zal worden afgedekt. Bewegingen van andere valuta’s dan de USD kunnen dan ook het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valutaafdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, opties en swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder “Efficiënt portefeuillebeheer”. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Het Fonds kan echter ook beleggen in dergelijke derivaten met inachtneming van de Verordeningen en zoals hieronder uiteengezet. Het Fonds kan tot 20% van zijn nettovermogen beleggen in instrumenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten. Wij verwijzen naar “Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken” onder “Effecten van opkomende markten” voor een omschrijving van een instrument dat economisch gekoppeld is aan een opkomende markt. Zoals uiteengezet in het hierboven vermelde deel, is de Beleggingsadviseur in ruime mate vrij om zelf te bepalen welke landen kunnen worden gekwalificeerd als opkomende markten. De Beleggingsadviseur kan maximaal 10% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds beleggen in effecten die worden verhandeld op de binnenlandse Russische markten. Elke dergelijke belegging gebeurt uitsluitend in effecten die genoteerd zijn/verhandeld worden op de beurs van Moskou. Het Fonds kan gebruik maken van derivaten om synthetische shortposities te creëren, wanneer de Beleggingsadviseur dit gepast vindt op basis van een gedetailleerde beleggingsanalyse. Synthetische shortposities zijn posities die in economische termen gelijk zijn aan shortposities en die worden aangegaan door het gebruik van financiële derivaten in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. De Beleggingsadviseur zal synthetische shortposities voornamelijk gebruiken om de blootstelling van het Fonds aan rentevoetschommelingen te beheren, maar kan ook shortposities innemen voor beleggingsdoeleinden. Het Fonds zal long- en shortposities voor uiteenlopende termijnen aangaan, maar de combinatie van long- en shortposities zal nooit resulteren in ongedekte shortposities en het Fonds zal geen groot aantal synthetische shortposities houden. Meer informatie over het gebruik van derivaten door het Fonds wordt hierna weergegeven. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in het Prospectus in Bijlage 4 en uitvoeriger beschreven onder “Efficiënt portefeuillebeheer” en “Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken”, zal het Fonds gebruik maken van derivaten die gekoppeld zijn aan aandelen en van aan aandelen of vastrentende instrumenten gerelateerde effecten, die in de eerste plaats bestaan uit swaps maar ook futures, opties en opties op futures kunnen omvatten, en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Swaps die door het Fonds worden gebruikt (inclusief total return swaps, renteswaps, credit default swaps en variantie-/volatiliteitsswaps) zullen gebaseerd zijn op activaklassen die in aanmerking worden genomen conform het beleggingsbeleid van het Fonds zoals hierin uiteengezet, naast toegelaten indexen, valuta's en rentevoeten. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Bijvoorbeeld, bij het gebruiken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of indexen die gebaseerd zijn op aandelen, aandelengerelateerde en vastrentende effecten die toegelaten zijn op grond van het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel
/1096724v7
is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de blootstellingen van het Fonds beter te laten aansluiten bij de vooruitzichten van de Beleggingsadviseur voor verschillende markten, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een bepaalde index (steeds op voorwaarde dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben) en dat de blootstelling aan de index overeenstemt met de vereisten van de Centrale Bank. Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Met betrekking tot elk ander instrument waarin een derivaat ligt besloten, kan het derivaatcomponent van dat instrument van een type zijn waarin het Fonds anders rechtstreeks zou kunnen beleggen. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- en/of voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder “Algemene risicofactoren” en die gedetailleerd worden beschreven onder “Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken”. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, zal de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan stijgen, bijvoorbeeld wanneer PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd met behulp van de Value at Risk (“VaR”)-methode, in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed zijn als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten zijn uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het PIMCO MLP & Energy Infrastructure Fund heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare benchmark of referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de Alerian MLP Index. De Alerian MLP Index is een toonaangevende maatstaf van de aandelen van energie-MLP's met grote of middelgrote kapitalisatie. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Het Fonds zal gebruik maken van een op energie-infrastructuur gerichte strategie die ernaar streeft het beleggingsproces en de filosofie voor totaalrendement van de Beleggingsadviseur te combineren met maximale inkomsten. De samenstelling van de portefeuille is gebaseerd op het principe van diversificatie over een ruim scala van activaklassen. Er wordt gebruik gemaakt van top-down en bottom-up strategieën om talrijke waardebronnen op te sporen en zo een consistent rendement te genereren. Top-down strategieën focussen op wereldwijde macro-economische overwegingen, zowel op korte als op lange termijn, en bieden een kader voor regionale en sectorselectie. Bottom-up
/1096724v7
strategieën liggen aan de basis van het selectieproces voor de individuele effecten, en zij vergemakkelijken de identificatie en analyse van ondergewaardeerde effecten. Omwille van de flexibiliteit en de mogelijkheid om te beleggen in kansen wanneer die zich voordoen, is het geen doel van het Fonds om zijn beleggingen te concentreren in een specifieke geografische sector (hoewel het dit in de praktijk wel kan doen, zonder enige verplichting). Op dezelfde manier is het mogelijk dat, hoewel het Fonds de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van de beleggingstypes die in dit beleid zijn vermeld, bepaalde instrumenttypes niet de hele tijd zullen worden gebruikt. Hoewel deze analyses op dagelijkse basis uitgevoerd worden, vinden wezenlijke veranderingen in de beleggingsposities doorgaans plaats over langere termijnen. Waar dat volgens de Beleggingsadviseur strookt met de beleggingsdoelstelling en het beleggingsbeleid van het Fonds, kan het Fonds tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Het Fonds kan in ondergeschikte mate ook liquide activa en geldmarktinstrumenten houden, inclusief maar niet beperkt tot handelspapier en depositocertificaten. Het Fonds kan van tijd tot tijd een hoge volatiliteit vertonen. Voor meer informatie worden de beleggers verwezen naar het supplement “Risicofactoren”. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten Aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen: De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,50% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Beheervergoeding (%)
Dienstverleningsvergoeding (%)
Trailvergoeding (%)
Distributievergoeding (%)
Kwijtschelding beheervergoeding (%)
-
-
-
G Institutioneel
0,99 0,99
-
-
Klasse S
0,99
-
-
Belegger
0,99
0,35
-
Administratief
0,99
-
0,50
H Institutioneel
1,16
-
-
Klasse R
1,21
-
-
Klasse E
2,20
-
-
M Retail
2,20
-
G Retail
2,20
-
Klasse T
2,20
-
-
Klasse Z
0,00
-
-
Institutioneel
/1096724v7
0,16
Totale vergoeding, inclusief kwijtschelding¹ (%) 0,83
Totale vergoeding, zonder kwijtschelding (%) 0,99
-
0,16
0,83
0,99
-
0,16
0,83
0,99
-
0,16
1,18
1,34
-
0,16
1,33
1,49
-
0,16
1,00
1,16
-
0,16
1,05
1,21
-
0,16
2,04
2,20
-
-
0,16
2,04
2,20
-
-
0,16
2,04
2,20
0,40
0,16
2,44
2,60
-
0,00
0,00
0,00
¹
Dit cijfer houdt rekening met een kostenkwijtschelding door de Beheerder ten bedrage van 0,16% tot 30 november 2016. De kostenkwijtschelding zal vervallen op 1 december 2016.
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding, Trailvergoeding en Klasse Z Vergoeding is te vinden in het Prospectus onder “Vergoedingen en Kosten”. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld "Vergoedingen en Kosten". Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het PIMCO MLP & Energy Infrastructure Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan $ 50.000. Ze worden ten laste genomen door het PIMCO MLP & Energy Infrastructure Fund en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of op andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande en op voorwaarde dat er minstens één Handelsdag per twee weken is, is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om het Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van Aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld "Aankoop van Aandelen", "Kerninformatie over Aandelentransacties", "Terugkoop van Aandelen" en "Conversie van Aandelen". Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse Z, Klasse T, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). Aandelen in het Fonds worden aangeboden van 9.00 uur (Ierse tijd) op 17 november 2014 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 15 mei 2015 (de "Initiële Aanbiedingsperiode") tegen de Initiële Uitgifteprijs en behoudens aanvaarding van de inschrijvingen op Aandelen door de Vennootschap. Zij worden voor de eerste maal uitgegeven op de eerste Handelsdag na afloop van de Initiële Aanbiedingsperiode. De Initiële Aanbiedingsperiode kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een dergelijke verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Na sluiting van de initiële
/1096724v7
aanbiedingsperiode worden Aandelen in het Fonds uitgegeven tegen de Intrinsieke Waarde per Aandeel. Dividenden en Uitkeringen Behalve voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na het declareren. Voor de Klassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Klassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basis-Aandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Het Fonds kan dividenden betalen uit de nettobeleggingsinkomsten en de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen (inclusief kosten en vergoedingen). Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden achter het feit dat het Fonds dividenden kan betalen uit het kapitaal is dat het Fonds op die manier een stabiel en consistent niveau van uitkeringen kan bieden voor beleggers die streven naar inkomstengerichte beleggingsoplossingen. De Beleggingsadviseur is niet verplicht een verwacht dividendpercentage per aandeel aan Aandeelhouders en potentiële beleggers mee te delen en hoewel dit van tijd tot tijd kan worden gedaan, dienen beleggers er nota van te nemen dat een dergelijk percentage kan variëren naargelang de marktomstandigheden. Er is geen garantie dat een bepaald percentage wordt behaald en ingeval er ontoereikende uitkeerbare inkomsten of winsten in het Fonds zijn om aan een specifiek niveau te voldoen, is het mogelijk dat beleggers in het Fonds geen uitkering ontvangen of een lagere uitkering. Er dient te worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk in mindering kunnen worden gebracht op het kapitaal en dat het kapitaal daardoor kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Profiel van de gemiddelde belegger Gemiddelde beleggers in het Fonds zijn beleggers die op zoek zijn naar inkomsten en kapitaalgroei op lange termijn en die bereid zijn de risico's en volatiliteit te aanvaarden die gepaard gaan met beleggingen in wereldwijde aandelenmarkten.
/1096724v7
Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld "Algemene risicofactoren" en "Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken". Wij verwijzen naar de synthetische risico- en opbrengstindicator (de “SRRI”) zoals vermeld in het hoofdstuk “Risico- en opbrengstprofiel” van het Document met Essentiële Beleggersinformatie van de betreffende Aandelenklasse waarin u belegd hebt of van plan bent te beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds zoals berekend volgens de ICBE-voorschriften. Een hoger risicocijfer in de SRRI kan betekenen dat de intrinsieke waarde van het Fonds waarschijnlijk onderhevig zal zijn aan hogere volatiliteitsniveaus. Aandeelhouders dienen op te merken dat het Fonds verplicht kan zijn belastingaangiften te doen en inkomstenbelastingen te betalen in bepaalde rechtsgebieden waar het zijn beleggingen houdt. Met name beleggingen in bepaalde master limited partnerships (hieronder beschreven) kunnen het Fonds onderwerpen aan Amerikaanse federale, staats- en plaatselijke inkomstenbelasting en verplichte indiening van belastingaangiften. Hoewel niet wordt verwacht dat beleggingen in derivaten, zoals total return swaps, op master limited partnerships zullen leiden tot deze zelfde belastinggevolgen, kan er niet absoluut worden gegarandeerd dat derivatenbeleggingen in master limited partnerships het Fonds niet zullen onderwerpen aan belasting en daarmee gepaard gaande aangifteverplichtingen. De heffing van belastingen en daarmee gepaard gaande kosten kunnen het rendement van het Fonds doen dalen. Een algemeen overzicht van de Amerikaanse federale inkomstenbelastinggevolgen waar het Fonds aan onderworpen kan zijn, is in het Prospectus te vinden in het deel “Federale inkomstenbelasting Verenigde Staten”, onder “Belasting”.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc van wie de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
/1096724v7
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. "NL" heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in onderstaande tabel vermeld staat. Valuta Basisvaluta
AUD
AUD (Niet-
BRL
(USD)
(Afgedekt)
afgedekt)
(Afgedekt)
BRL (Nietafgedektt)
CAD
CAD (Niet-
CHF
CHF (Niet-
CLP
EUR
EUR (Niet-
HKD
HKD (Niet-
ILS
ILS (Niet-
(Afgedekt)
afgedekt)
(Afgedekt)
afgedekt)
(Afgedekt)
(Afgedekt)
afgedekt)
(Afgedekt)
afgedekt)
(Afgedekt)
afgedekt)
Aandelenklasse
Type
Institutioneel
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Institutioneel
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Institutioneel
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
G Institutioneel
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
G Institutioneel
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
G Institutioneel
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
H Institutioneel
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
H Institutioneel
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
H Institutioneel
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Belegger
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Belegger
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Belegger
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Administratief
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Administratief
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Administratief
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse E
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse E
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse E
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
G Retail
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
G Retail
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
M Retail
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
M Retail
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse R
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse R
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse R
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse Z
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse Z
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse Z
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse S
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse T
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse T
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse T
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
/1096724v7
Valuta JPY (Afgedekt)
JPY (Nietafgedekt)
MXN (Afgedekt)
NZD (Afgedekt)
NZD (Nietafgedekt)
RMB (Afgedekt)
SEK (Afgedekt)
SEK (Nietafgedekt)
SGD (Afgedekt)
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Institutioneel
Uitk
NL
NL
NL
NL
Institutioneel
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
G Institutioneel
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
G Institutioneel
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
G Institutioneel
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
H Institutioneel
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
H Institutioneel
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
H Institutioneel
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Belegger
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Belegger
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Belegger
NL
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Administratief
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Administratief
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Administratief
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse E
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse E
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse E
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
G Retail
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
G Retail
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
M Retail
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
M Retail
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse R
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse R
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse R
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse Z
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse Z
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse Z
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse S
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse T
Kap
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse T
Uitk
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Klasse T
Uitk II
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Aandelenklasse
Type
Institutioneel
/1096724v7
MXN (Niet-
NOK (Afgedek
afgedekt)
NOK (Nietafgedekt)
RMB (Nietafgedekt)
SGD (Nietafgedekt)
GBP (Afgedekt)
t)
GBP (Nietafgedekt)
/1096724v7
PIMCO FUNDS: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Strategic Income Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Strategic Income Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap van wie de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en er is niets weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de potentieel hoger dan gemiddelde risicograad van belegging in het Strategic Income Fund door zijn mogelijkheid om te beleggen in effecten van opkomende markten en hoogrentende effecten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Strategic Income Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. Aandeelhouders worden erop attent gemaakt dat de door het Fonds verschuldigde Beheervergoeding geheel of gedeeltelijk ten laste van het kapitaal van het Fonds kan vallen. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen. De Aandeelhouders dienen te weten dat dividenden uit het kapitaal van het Fonds kunnen worden betaald. Daardoor zal het kapitaal uitgehold worden en dividenden zullen worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd. 588263v2
1 20886196.1.EU_BUSINESS
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De eerste beleggingsdoelstelling van het Strategic Income Fund is een aantrekkelijk niveau van lopende inkomsten te bieden, in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds streeft er ook naar kapitaalgroei op lange termijn te verwezenlijken, als tweede doelstelling. Het Fonds zal gebruik maken van een wereldwijde, multisectorale strategie die ernaar streeft het beleggingsproces en de filosofie voor totaalrendement van de Beleggingsadviseur te combineren met maximale inkomsten. De samenstelling van de portefeuille is gebaseerd op het principe van diversificatie over een ruim scala van vastrentende effecten en aandelen uit de hele wereld. Het Fonds belegt gewoonlijk minstens 50% van zijn totale vermogen in Vastrentende Instrumenten met uiteenlopende looptijden, waaronder obligaties (met vaste of vlottende rente) en schuldeffecten die zijn uitgegeven door verschillende al dan niet Amerikaanse emittenten uit de overheids- of privésector, die zijn uitgegeven door staatsinstellingen en -organen, in bedrijfsschuldeffecten, handelspapier van bedrijven, door hypotheek gedekte en andere door vermogen gedekte effecten (die al dan niet een hefboomeffect hebben). Het Fonds belegt wereldwijd en over het algemeen in effecten die economisch gekoppeld zijn aan meerdere landen. Het Fonds kan tot 40% van zijn totale vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten. Het Fonds kan beleggen in zowel effecten van beleggingskwaliteit als hoogrentende effecten (‘junk bonds’), waarbij geldt dat maximaal 50% van zijn totale vermogen kan worden belegd in effecten met een rating onder Baa3 van Moody’s of een gelijkwaardige rating van S&P of Fitch, of die, als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden beschouwd van vergelijkbare kwaliteit te zijn (uitgezonderd dat deze beperking niet zal gelden voor de beleggingen van het Fonds in door hypotheek gedekte en andere door vermogen gedekte effecten). De gemiddelde portefeuilleduration van het Fonds zal normaliter variëren tussen 0 en 8 jaar, op basis van de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur. Het Fonds kan ook beleggen in aandelen en aan aandelen gerelateerde effecten en gerelateerde financiële derivaten op dergelijke effecten. De aandelen en aan aandelen gerelateerde effecten waarin het Fonds kan beleggen, omvatten gewone aandelen, preferente aandelen en effecten die converteerbaar zijn in gewone of preferente aandelen. Converteerbare effecten kunnen obligaties, notes en schuldbrieven omvatten die geconverteerd of geruild kunnen worden tegen een vastgestelde of vast te stellen omwisselverhouding. Het Fonds kan ook beleggen in effecten die zijn uitgegeven door beursgenoteerde vastgoedbeleggingstrusts ('REIT's), depositocertificaten (zowel American Depository Receipts als Global Depository Receipts), uitgiften en gestructureerde schuldbewijzen zoals aan aandelen gerelateerde notes, aan aandelen gerelateerde effecten en participatory notes. De aandelen en aan aandelen gerelateerde effecten waarin het Fonds belegt, zullen uitgegeven zijn door bedrijven met een grote, middelgrote en kleine marktkapitalisatie. Voor de Beleggingsadviseur zijn bedrijven met een middelgrote en grote marktkapitalisatie bedrijven met een marktkapitalisatie van meer dan $1,5 miljard. De aandelen waarin het Fonds belegt, kunnen effecten zijn die worden verhandeld op de binnenlandse Russische markten, tot een maximum van 10% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds. In overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank zullen dergelijke beleggingen in Russische markten uitsluitend plaatsvinden in effecten die worden genoteerd of verhandeld op de RTS effectenbeurs en MICEX. Het Fonds richt zich niet op een bepaalde sector of geografisch gebied. Het Fonds kan ook beleggen in derivaten zoals opties (waaronder opties met een lage uitoefeningsprijs), futures, opties op futures, swapovereenkomsten (waaronder total return swaps) en contracts for difference, zoals hieronder nader beschreven, inclusief derivaten op basis van in aanmerking komende financiële indexen die goedgekeurd zijn door de Centrale Bank of die aan de vereisten ervan voldoen. Deze indexen kunnen betrekking hebben op aandelen en vastrentende effecten, rentevoeten en commodity's. De Beleggingsadviseur kan posities opbouwen in commodity's in zijn streven om een gewenst beleggingsstandpunt in te nemen of in een poging om het kapitaal van het Fonds te vergroten en te beschermen. Het Fonds streeft naar behoud van een aantrekkelijk niveau van inkomsten door te beleggen in een breed spectrum van aandelen en vastrentende sectoren die naar mening van de Beleggingsadviseur gewoonlijk hoge inkomstenniveaus genereren. Het actieve beheer van het Fonds inzake aandelen en aan aandelen gerelateerde beleggingen maakt gebruik van een fundamentele analyse om aantrekkelijk gewaardeerde emittenten te identificeren die momenteel dividenden uitkeren en op termijn potentieel bieden voor hogere inkomsten en dividenden. De aanpak die het Fonds hanteert bij de selectie van aandelen en vastrentende effecten omvat de wereldwijde macro-economische standpunten van PIMCO, expertise op het vlak van aandelen en vastrentende beleggingen en ervaring op het vlak van een breed spectrum van beleggingsinstrumenten. De aandelen en vastrentende activa van het Fonds worden geselecteerd op een manier die de 2 20886196.1.EU_BUSINESS
kijk van PIMCO op de aantrekkelijkheid van belangrijke fundamentals weerspiegelt, rekening houdend met waardering, rendementspotentieel en volatiliteit. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende aandelen, aan aandelen gerelateerde en Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende valutaposities houden. De niet in USD uitgedrukte valutaposities zijn onbeperkt. Daardoor kunnen bewegingen van niet in USD luidende aandelen, aan aandelen gerelateerde en Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s het rendement van het Fonds beïnvloeden. De blootstelling van het Fonds aan valuta's kan actief worden beheerd waarbij de Beleggingsadviseur gebruik kan maken van opportuniteiten indien hij deze gunstig acht voor het Fonds. Actieve valutaposities en valuta-afdekking zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutatermijncontracten en valutafutures, opties en -swaps in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, opties en swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief doch niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’-overeenkomsten, contracten ‘met uitgestelde levering’, termijnverplichtingen, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven in het Prospectus onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’, waaronder de bepaling dat terugkoopovereenkomsten, omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties alleen zullen worden gebruikt in het kader van een efficiënt portefeuillebeheer. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Waar dat volgens de Beleggingsadviseur strookt met de beleggingsdoelstelling en het beleggingsbeleid van het Fonds, kan het Fonds tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan ook tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten (inclusief obligaties en andere Vastrentende Instrumenten zoals uiteengezet in dit beleggingsbeleid, die illiquide zijn) die meer in detail worden beschreven in het Prospectus onder '‘Overdraagbare illiquide effecten'’ en in leningparticipaties en leningtoezeggingen (geëffectiseerd of nietgeëffectiseerd) die geldmarktinstrumenten vormen maar die niet verhandeld worden op een Gereglementeerde Markt. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven in het Prospectus onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van derivaten op aandelen, aan aandelen gerelateerde effecten en Vastrentende Instrumenten, zoals futures, opties, opties op futures, swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en contracts for difference, en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Door het Fonds gebruikte swaps zullen worden gebaseerd op activaklassen die onder het beleggingsbeleid van het Fonds vallen zoals hierboven beschreven, naast toegelaten indexen, valuta’s en rentevoeten. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd mogen zijn op onderliggende activa of indexen gebaseerd op aandelen, aan aandelen gerelateerde en Vastrentende Effecten die toegelaten zijn in overeenstemming met het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de posities van het Fonds beter te laten aansluiten bij de verwachtingen van de Beleggingsadviseur voor diverse markten, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een bepaalde financiële index inclusief commodity-gerelateerde indexen. Gedetailleerde gegevens over financiële indexen die door het Fonds worden gebruikt, zullen op verzoek van de Aandeelhouders door de Beleggingsadviseur worden verstrekt en zullen worden opgenomen in de halfjaar- en jaarrekeningen van de Vennootschap. Deze indexen dienen goedgekeurd te zijn door de Centrale Bank of te beantwoorden aan haar vereisten. Nadere informatie is te vinden in het Prospectus onder ‘Financiële indexen’. Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Met betrekking tot elk ander instrument waarin een derivaat ligt besloten, kan het derivaatcomponent van dat instrument van een type zijn waarin het Fonds anders rechtstreeks zou kunnen beleggen. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van op indices gebaseerde derivaten) (voor afdekkingsdoeleinden en/of voor beleggingsdoeleinden), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten 3 20886196.1.EU_BUSINESS
die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekking of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 500% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien de Beleggingsadviseur van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd met behulp van de Value-at-Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die op basis van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds dagelijks maximaal kan verliezen, berekend volgens een betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaRmodel overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille krijgt een weging van 75% ten opzichte van de Barclays Capital Global Aggregate Index Hedged USD en 25% met betrekking tot de MSCI All Country World Index (‘ACWI’) Net USD. De Barclays Capital Global Aggregate Index Hedged USD vormt een brede maatstaf van de wereldwijde markten voor vastrentende schuld van beleggingskwaliteit. De MSCI ACWI Net USD is een gewogen marktkapitalisatie-index aangepast aan het aantal vrij verhandelbare effecten, ontworpen om de prestaties van de aandelenmarkten van ontwikkelde en opkomende landen te meten. Nadere bijzonderheden over beide indexen zijn beschikbaar op www.msci.com of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten Aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen: De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Beheervergoe1 ding (%)
Dienstverleningsvergoeding (%)
0,75 0,75 0,75
-
Institutioneel G Institutioneel Klasse S
Trailver- Distributiegoeding vergoeding (%) (%)
4
20886196.1.EU_BUSINESS
-
Totale vergoeding, inclusief kostenkwijt1 schelding (%) 0,75 0,75 0,75
Totale vergoeding, zonder kostenkwijtschelding (%) 0,90 0,90 0,90
Belegger Administratief H Institutioneel Klasse R Klasse E Klasse T M Retail G Retail Klasse Z
0,75 0,75 0,92 0,84 1,65 1,65 1,65 1,65 0,00
0,35 -
0,50 -
0,40 -
1,10 1,25 0,92 0,84 1,65 2,05 1,65 1,65 0,00
1,25 1,40 1,07 0,99 1,80 2,20 1,80 1,80 0,00
1
Tot 30 november 2014 houdt dit cijfer rekening met een kostenkwijtschelding door de Beheerder ten bedrage van 0,15% per jaar. Daarna, van 1 december 2014 tot 30 november 2015, zal de kostenkwijtschelding door de Beheerder 0,10% bedragen. Vanaf 1 december 2015 tot 30 november 2016 zal de kostenkwijtschelding door de Beheerder 0,05% bedragen. De kostenkwijtschelding zal vervallen op 1 december 2016.
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het Strategic Income Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan USD 50.000. Ze worden ten laste genomen door het Strategic Income Fund en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of op andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’ en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse S en Klasse R. Binnen elke Klasse, met uitzondering van Klasse S, kan het Fonds Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst uitkeren) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In het geval van Klasse S, kan het Fonds enkel Kapitalisatieaandelen uitkeren. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). Aandelen in het Fonds worden aangeboden van 9.00 uur (Ierse tijd) op 5 december 2013 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 5 juni 2014 (de ‘Initiële Aanbiedingsperiode’) tegen de Initiële Uitgifteprijs en behoudens 5 20886196.1.EU_BUSINESS
aanvaarding van de inschrijvingen op Aandelen door de Vennootschap. Zij worden voor de eerste maal uitgegeven op de eerste Handelsdag na afloop van de initiële aanbiedingsperiode. De initiële aanbiedingsperiode kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Na sluiting van de initiële aanbiedingsperiode worden Aandelen in het Fonds uitgegeven tegen de Intrinsieke Waarde per Aandeel. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. Eventuele gedeclareerde dividenden zullen gewoonlijk worden uitbetaald op de laatste Werkdag van de maand, het kwartaal of het jaar of worden herbelegd op de voorlaatste Werkdag van de maand, het kwartaal of het jaar. Meer details over het Dividendbeleid van de Vennootschap worden uiteengezet in het deel van het Prospectus met als titel ‘Dividendbeleid’, en een gedetailleerde dividendkalender met actuele uitkeringsdatums is op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. Het Fonds kan dividenden betalen uit de netto beleggingsinkomsten en de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen (inclusief kosten en vergoedingen). Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden achter het feit dat het Fonds dividenden kan betalen uit het kapitaal is dat het Fonds op die manier een stabiel en consistent niveau van uitkeringen kan bieden voor beleggers die streven naar inkomstengerichte beleggingsoplossingen. De Beleggingsadviseur is niet verplicht een verwacht dividendpercentage per aandeel aan Aandeelhouders en potentiële beleggers mee te delen en hoewel dit van tijd tot tijd kan worden gedaan, dienen beleggers er nota van te nemen dat een dergelijk percentage kan variëren naargelang de marktomstandigheden. Er is geen garantie dat een bepaald percentage wordt behaald en ingeval er ontoereikende uitkeerbare inkomsten of winsten in het Fonds zijn om aan een specifiek niveau te voldoen, is het mogelijk dat beleggers in het Fonds geen uitkering ontvangen of een lagere uitkering. Dividenduitkeringen die uit kapitaal worden betaald kunnen andere belastinggevolgen met zich meebrengen dan uitkeringen van inkomsten en de beleggers dienen hierover advies in te winnen. Er dient te worden opgemerkt dat Beheervergoedingen geheel of gedeeltelijk in mindering kunnen worden gebracht op het kapitaal en dat het kapitaal daardoor kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basis-Aandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het poten6 20886196.1.EU_BUSINESS
tieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Profiel van de gemiddelde belegger Gemiddelde beleggers in het Fonds zijn beleggers die op zoek zijn naar inkomsten en kapitaalgroei op lange termijn en die bereid zijn de risico's en volatiliteit te aanvaarden die gepaard gaan met beleggingen in vastrentende instrumenten en de wereldwijde aandelenmarkten. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBEvereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc van wie de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
7 20886196.1.EU_BUSINESS
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Strategic Income Fund Valuta Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uit Uitk II
Basisvaluta (USD) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
1 20886196.1.EU_BUSINESS
CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Valuta Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uit Uitk II
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
2 20886196.1.EU_BUSINESS
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
3 20886196.1.EU_BUSINESS
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Total Return Bond Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Total Return Bond Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
Total Return Bond Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen Gemiddelde looptijd Vastrentende Instrumenten
Gemiddelde Portefeuilleduration +/- 2 jaar van zijn index
Krediet(1) kwaliteit B tot Aaa (uitgezonderd MBS’s);
Distributiefrequentie Driemaandelijks
max 10% onder Baa (1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Total Return Bond Fund is een maximaal totaalrendement te verwezenlijken met behoud van het belegde kapitaal in het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds belegt minstens twee derde van zijn vermogen in een gediversifieerde portefeuille van Vastrentende Instrumenten met diverse looptijden. De gemiddelde portefeuilleduration van dit Fonds zal normaliter niet meer dan twee jaar (langer of korter) verschillen van de Barclays Capital US Aggregate Index. De Barclays Capital U.S. Aggregate Index vertegenwoordigt effecten die bij de SEC zijn geregistreerd, belastbaar zijn en in US dollar luiden. De index dekt de Amerikaanse markt van vastrentende obligaties van beleggingskwaliteit, met indexcomponenten voor staatsobligaties, bedrijfsobligaties, pass-through hypotheekeffecten en door vermogen gedekte effecten. Deze grote sectoren worden weer opgesplitst in meer specifieke indexen die op geregelde basis worden berekend en gepubliceerd. Details over de duration van de Barclays Capital US Aggregate Index zijn op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. Het Fonds belegt voornamelijk in Vastrentende Instrumenten van beleggingskwaliteit, maar kan tot 10% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die een lagere rating hebben dan Baa bij Moody’s of BBB bij S&P, maar die ten minste B bij Moody’s of S&P moeten hebben (of, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsbeheerder geacht worden van vergelijkbare kwaliteit te zijn), met uitzondering van door hypotheek gedekte effecten, waarvoor er geen minimale kredietrating is. Hoewel er geen minimale kredietrating is vereist voor door hypotheek gedekte effecten, er zal rekening worden gehouden met hypotheekgedekte effecten onder beleggingskwaliteit bij het berekenen van de hierboven vermelde limiet van 10% voor effecten onder beleggingskwaliteit. Het Fonds kan onbeperkt beleggen in in USD uitgedrukte effecten van nietAmerikaanse emittenten. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende valutaposities houden. De blootstelling aan niet in USD luidende valuta’s is beperkt tot 20% van het vermogen. Bewegingen van niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s kunnen het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Maximaal 25% van het vermogen van het Fonds mag belegd worden in effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds dient een totaallimiet na te leven van een derde van zijn totale vermogen voor gecombineerde beleggingen in (i) effecten die kunnen worden geconverteerd in aandelen, (ii) aandelen (inclusief warrants), (iii) depositocertificaten en (iv) bankaccepten. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere 2
instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Het Fonds kan tot 10% van zijn vermogen beleggen in effecten van opkomende markten. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn krachtens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een index (steeds met dien verstande dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben). Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd door het gebruik van de Value at Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaRbenadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de Barclays U.S. Aggregate Index. Nadere bijzonderheden over de index zijn hierboven uiteengezet en openbaar beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur 3
Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Beheervergoeding (%)
Dienstverleningsvergoeding (%)
Trailvergoeding (%)
Distributievergoeding (%)
Totale vergoeding (%)
Institutioneel G Institutioneel
0,50 0,50
-
-
-
0,50 0,50
Klasse S
0,50
-
-
-
0,50
H Institutioneel
0,67
-
-
-
0,67
Klasse R
0,77
-
-
-
0,77
Belegger
0,50
0,35
-
-
0,85
Administratief
0,50
-
0,50
-
1,00
Klasse E
1,40
-
-
-
1,40
Klasse T
1,40
-
-
0,30
1,70
M Retail
1,40
-
-
-
1,40
G Retail
1,40
-
-
-
1,40
Klasse Z
0,00
-
-
-
0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Terugkoop van Aandelen’ en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Het Fonds is toegelaten op 31 januari 1998. 4
Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 16 mei 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode met betrekking tot nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. De Kapitalisatieaandelenklassen Institutioneel en Belegger van het Fonds zijn momenteel genoteerd aan de Ierse effectenbeurs. Neem contact op met het Administratiekantoor of met de noteringsmakelaar van de Vennootschap voor de meest actuele informatie over genoteerde klassen. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, 5
berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
6
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Total Return Bond Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type
Basisvaluta (USD)
AUD (Afgedekt)
AUD (Niet afgedekt)
BRL (Afgedekt)
BRL (Niet afgedekt)
CAD (Afgedekt)
CAD (Niet afgedekt)
CHF (Afgedekt)
CHF (Niet afgedekt)
CLP (Afgedekt)
Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
31-jan-98 25-apr-00 NL NL NL 15-okt-02 NL NL 28-jan-99 23-okt-00 NL 16-mei-03 NL NL 31-mrt-06 10-okt-05 NL NL NL NL NL 30-nov-12 30-nov-12 NL NL NL NL NL 18-nov-08 NL 18-okt-13 NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL 2-mei-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
24-jun-11 NL NL NL NL NL NL NL 24-jun-11 NL NL NL NL NL 19-sep-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
7
CLP (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt)
EUR (Niet afgedekt)
GBP (Afgedekt)
GBP (Niet afgedekt)
HKD (Afgedekt)
30-dec-03 30-dec-05 1-okt-13 28-feb-14 NL NL NL NL 30-dec-04 15-feb-13 NL 14-okt-09 NL NL 31-mrt-06 7-mrt-12 NL 30-mrt-12 NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL 18-okt-13 NL NL
13-jun-02 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
26-mrt-10 30-dec-05 NL NL NL NL NL NL 24-jun-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 20-feb-13 NL NL NL NL 20-feb-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Total Return Bond Fund Valuta
Aandelenklasse
Type
ILS (Afgedekt)
ILS (Niet afgedekt)
JPY (Afgedekt)
JPY (Niet afgedekt)
MXN (Afgedekt)
MXN (Niet afgedekt)
NOK (Afgedekt)
NOK (Niet afgedekt)
NZD (Afgedekt)
NZD (Niet afgedekt)
RMB (Afgedekt)
RMB (Niet afgedekt)
SEK (Afgedekt)
SEK (Niet afgedekt)
SGD (Afgedekt)
SGD (Niet afgedekt)
Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
13-mei-10 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
24-jul-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
11-Jan-11 NL NL NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL 15-feb-07 1-aug-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
8
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het Unconstrained Bond Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een open-end beleggingsvennootschap met gescheiden aansprakelijkheid tussen subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
Unconstrained Bond Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van beleggingen in het Unconstrained Bond Fund door zijn vermogen om te beleggen in financiële derivaten voor beleggingsdoeleinden en zijn vermogen om te beleggen in hoogrentende effecten en effecten van opkomende markten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het Unconstrained Bond Fund te beleggen en is het Fonds mogelijk niet geschikt voor elke belegger. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
Unconstrained Bond Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire Beleggingen Vastrentende Instrumenten
Gemiddelde Portefeuilleduration - 3 jaar tot + 8 jaar
Krediet(1) kwaliteit Max 40% onder Baa
Distributiefrequentie Driemaandelijks
(1) Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling van het Unconstrained Bond Fund is een maximaal langetermijnrendement met behoud van het belegde kapitaal binnen het kader van een voorzichtig beleggingsbeheer. Het Fonds streeft zijn beleggingsdoelstelling na door minstens twee derde van zijn vermogen te beleggen in een gediversifieerde portefeuille van Vastrentende Instrumenten met uiteenlopende looptijden. Het Fonds zal niet gebonden zijn door beleggingsbeperkingen gekoppeld aan een index voor de vastrentende markt of door een na te streven tracking error. De gemiddelde portefeuilleduration van dit Fonds zal normaliter variëren tussen drie jaar negatief en acht jaar positief, op basis van de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur. Het Fonds kan zowel beleggen in Vastrentende Effecten van beleggingskwaliteit als in hoogrentende Vastrentende Effecten, waarbij het tot 40% van zijn vermogen mag beleggen in effecten met een lagere rating dan Baa volgens Moody’s of een lagere rating dan BBB volgens S&P (of die, indien ze niet over een kredietrating beschikken, naar het oordeel van de Beleggingsadviseur van vergelijkbare kwaliteit zijn). Daarnaast kan het Fonds tot 50% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die economisch gekoppeld zijn aan opkomende markten. Wij verwijzen naar ‘Effecten van opkomende markten’ onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’ voor een omschrijving van een instrument dat economisch gekoppeld is aan een opkomende markt. Het Fonds kan ook tot 10% van zijn vermogen beleggen in preferente aandelen. Op grond van de Verordening kan het Fonds tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten als niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en valutaposities houden. De blootstelling aan niet in USD luidende valuta’s is beperkt tot 35% van zijn vermogen. Daardoor kunnen bewegingen van niet in USD luidende Vastrentende Instrumenten en niet in USD luidende valuta’s het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen voornamelijk worden geïmplementeerd aan de hand van contante valutacontracten, valutatermijncontracten en valutafutures, -opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoopen omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Maximaal 10% van het totale vermogen van het Fonds kan worden belegd in aandelen. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in Bijlage 4 en zoals uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan 2
het Fonds gebruik maken van derivaten zoals futures, opties en swapovereenkomsten (beursgenoteerd of over-the-counter verhandeld) en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd mogen zijn op onderliggende activa of sectoren die toegelaten zijn op grond van het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de rentepositie van het Fonds beter te laten aansluiten bij de renteverwachtingen van de Beleggingsadviseur, en/of (iv) om blootstelling te verwerven aan de samenstelling en rendementen van een index (steeds op voorwaarde dat het Fonds via een index geen indirecte blootstelling mag hebben aan een instrument, een emittent of een valuta waaraan het geen directe blootstelling mag hebben) en dat de blootstelling aan de index overeenstemt met de vereisten van de Centrale Bank. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 1200% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan echter stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd door het gebruik van de Value at Risk (‘VaR’)-methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kan het Fonds in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke financiële verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Absolute VaR-model te gebruiken. De VaR van de portefeuille van het Fonds zal bijgevolg niet meer bedragen dan 20% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds en de periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limiet is de VaR-limiet die momenteel door de Centrale Bank wordt vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC. Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten 3
De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,5% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Institutioneel G Institutioneel Klasse S Klasse R H Institutioneel Belegger Administratief Klasse E Klasse T M Retail G Retail Klasse Z
Beheervergoeding (%) 0,90 0,90 0,90 0,99 1,07 0,90 0,90 1,80 1,80 1,80 1,80 0,00
Dienstverleningsvergoeding (%) 0,35 -
Trailvergoeding (%) 0,50 -
Distributievergoeding (%) 0,30 -
Totale vergoeding (%) 0,90 0,90 0,90 0,99 1,07 1,25 1,40 1,80 2,10 1,80 1,80 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Z Klasse Vergoeding is te vinden in het gedeelte ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Terugkoop van Aandelen’ en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Het Fonds is toegelaten op 5 december 2008. Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse Z, Klasse R en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen en Uitkeringsaandelen uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, 4
EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor Klasse S en Uitkeringsklasse II zal lopen van 9.00 uur (Ierse tijd) op 1 oktober 2013 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar maar nog niet geïntroduceerd is, zoals vermeld in Bijlage A, loopt af op 1 april 2014. De Initiële Aanbiedingsperiode met betrekking tot nieuwe Aandelenklassen kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behoudens voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Aandelenklassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Aandelenklassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en nietgerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Risicofactoren De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risicoen opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBE-vereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen. De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc waarvan de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
5
6
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat. Unconstrained Bond Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) 15-dec-08 22-feb-10 NL NL NL 8-mei-13 NL NL 24-sep-10 24-sep-10 NL 21-jan-10 NL NL 11-mei-10 11-mei-10 NL NL NL NL NL 30-nov-12 30-nov-12 NL NL NL NL 18-nov-11 25-mei-10 NL 18-okt-13 12-mei-14 NL
AUD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afgedekt) 8-sep-10 NL NL NL NL NL NL NL 13-jun-13 NL NL NL NL NL 18-apr-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 18-okt-13 NL NL
7
CHF (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Niet Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) 21-mei-09 23-dec-09 28-feb-14 NL 29-jul-14 NL NL NL 31-jan-11 15-feb-13 NL 21-jan-10 NL NL 20-nov-09 NL NL 14-dec-10 NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL 16-okt-13 NL NL
EUR (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) 15-dec-09 27-feb-12 NL NL NL NL NL NL NL 26-jul-11 NL NL NL NL 18-mrt-10 NL NL NL NL NL NL 30-nov-12 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Unconstrained Bond Fund Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Valuta NOK (Niet NZD afgedekt) (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) 11-apr-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
8
NZD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) 25-feb-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 18-nov-11 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 22-mei-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Niet afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het US Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund (het ‘Fonds’), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de ‘Vennootschap’), een paraplufonds van het open type met gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het ‘Prospectus’) dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
US Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund 26 september 2014 Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap van wie de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk ‘Beheer en Administratie’ aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en is er niets weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van belegging in het US Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund door zijn mogelijkheid om te beleggen in effecten van opkomende markten en vooral in financiële derivaten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het US Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund te beleggen en is het Global Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund mogelijk niet geschikt voor elke belegger. Aandeelhouders worden erop attent gemaakt dat de door het Fonds verschuldigde Beheervergoeding en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste van het kapitaal van het Fonds kunnen vallen. Bij terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen. De Aandeelhouders worden er ook op attent gemaakt dat dividenden uit het kapitaal van het Fonds worden betaald. Dat zal het kapitaal uithollen en door dergelijke dividendinkomsten uit te keren wordt het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei aangetast. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere vergoedingen die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd.
1
US Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund – Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus.
Primaire beleggingen Aandelenderivaten (doorgaans swaps)
Gemiddelde portefeuilleduration -3 tot +8 jaar
gedekt door een portefeuille van actief beheerde Vastrentende Instrumenten met een focus op absoluut rendement
(1)
Kredietkwaliteit
(1)
B tot Aaa (uitgez. MBS);
Uitkeringsfrequentie Driemaandelijks
max. 20% onder Baa
Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling bestaat erin te streven naar een totaalrendement dat hoger ligt dan dat van zijn referentie-index, de S&P 500 Index. Om zijn beleggingsdoelstelling te verwezenlijken, volgt het Fonds de zelf ontworpen portefeuillebeheerstrategie van de Beleggingsadviseur, die bekendstaat onder de naam ‘StocksPLUS’. Deze strategie combineert een actief beheerde portefeuille van Vastrentende Instrumenten met blootstelling aan een nominale portefeuille van aandelen die ernaar streeft een hoger rendement te behalen dan een aandelenindex, in dit geval de S&P 500 Index. De nominale aandelenportefeuille wordt ® geselecteerd op basis van de Enhanced RAFI US Strategy (zoals hieronder toegelicht). In overeenstemming met de ‘StocksPLUS’ portefeuillebeheerstrategie en zoals hierna verder beschreven, belegt het Fonds in normale omstandigheden in derivaten op een nominale portefeuille van aandelen die worden gedekt door een portefeuille van Vastrentende Instrumenten. Derivaten kunnen worden aangekocht met een fractie van het vermogen dat nodig is om de aandelen direct te kopen, en dus kunnen de resterende activa worden belegd in Vastrentende Instrumenten. De nominale aandelenportefeuille wordt geselecteerd aan de hand van een specifieke versie voor de ® wereldwijde ontwikkelde markten van de Enhanced RAFI (Research Affiliates Fundamental Index) ® ® methode (hierna de ‘Enhanced RAFI US Strategy’ genoemd). De Enhanced RAFI US Strategy selecteert bedrijven in de Verenigde Staten die zijn beoordeeld volgens de ‘Fundamental Index®’ methode. De ‘Fundamental Index®’ methode weegt bedrijven op basis van hun economische voetafdruk (zoals gemeten door boekhoudkundige variabelen, namelijk dividenden, kasstromen, boekwaarde en omzet) veeleer dan hun marktvoetafdruk (zoals gemeten door hun marktkapitalisatie). Deze benadering ontkoppelt de weging van een effect van zijn koers en behoudt tegelijk de kenmerken van een brede marktvertegenwoordiging, hoge capaciteit en laag portefeuilleverloop die beleggers verwachten van een passieve beleggingsstrategie. De specifieke strategie die in dit Fonds wordt gebruikt, is een verbeterde versie van RAFI® die extra kwantitatieve filters en technieken hanteert die zijn ontworpen om de Fundamental Index® methode aan te vullen, door toevoeging van marginaal rendement en/of vermindering van risico's en volatiliteit. Zoals hierboven vermeld, zal het Fonds gebruik maken van aandelenderivaten op een nominale aandelenportefeuille. Dat zullen in de eerste plaats swaps zijn (die beursgenoteerd zijn dan wel onderhands (over-the-counter) worden verhandeld). De voor het Fonds gebruikte swaps zullen als doel hebben blootstelling te verkrijgen aan de nominale aandelenportefeuille voor ongeveer 100% van de intrinsieke waarde van het Fonds. In een typische swapovereenkomst ontvangt het Fonds van de 2
tegenpartij de gedeeltelijke of volledige koersstijging (of -daling) van een of meerdere aandelen, en betaalt het zelf aan de tegenpartij een overeengekomen vergoeding. Hieronder is meer informatie over swaps en derivaten opgenomen. Hoewel het Fonds normaal niet rechtstreeks in aandelen belegt, kan het Fonds, wanneer derivaten overgewaardeerd lijken, tot 100% van zijn vermogen rechtstreeks beleggen in een ‘korf’ van aandelen en van effecten die converteerbaar zijn in aandelen (zoals in het Prospectus beschreven onder ‘Converteerbare effecten en aandeleneffecten’). Bij rechtstreekse belegging in aandelen kan de Beleggingsadviseur een fundamentele analyse uitvoeren van factoren zoals hierboven uiteengezet. Voor eventuele directe beleggingen door het Fonds in een korf van aandelen dienen de beleggingsbeperkingen te worden nageleefd die zijn beschreven in Bijlage 4. Activa die niet in aandelen of derivaten worden belegd, kunnen voornamelijk worden belegd in Vastrentende Instrumenten van beleggingskwaliteit. Het Fonds kan tot 20% van zijn vermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die een lagere rating hebben dan Baa bij Moody’s of BBB bij S&P, maar die ten minste B bij Moody’s of S&P moeten hebben (of, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn), met uitzondering van door hypotheek gedekte effecten (waarvoor er geen minimale kredietrating is vereist). Hoewel er geen minimale kredietrating is vereist voor door hypotheek gedekte effecten, er zal rekening worden gehouden met hypotheekgedekte effecten onder beleggingskwaliteit bij het berekenen van de hierboven vermelde limiet van 20% voor effecten onder beleggingskwaliteit. Het Fonds kan onbeperkt beleggen in in USD luidende effecten en niet in USD luidende effecten van niet-Amerikaanse emittenten. De Beleggingsadviseur zal de vastrentende component van de portefeuille actief beheren met het oog op een optimalisatie van het totaalrendement van het Fonds, waarbij de algemene looptijd van de portefeuille normaliter schommelt tussen min 3 en plus 8 jaar. Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in het Prospectus in Bijlage 4 en uitvoeriger beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’, kan het Fonds gebruik maken van derivaten die gekoppeld zijn aan aandelen en van aan aandelen of vastrentende instrumenten gerelateerde effecten, die in de eerste plaats bestaan uit swaps maar ook futures, opties en opties op futures kunnen omvatten, en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. De door het Fonds gebruikte swaps zullen worden gebaseerd op activaklassen die binnen het beleggingsbeleid van het Fonds vallen zoals in dit document beschreven, naast toegelaten indexen, valuta’s en rentevoeten. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of indices gebaseerd op aandelen, aan aandelen gerelateerde en vastrentende effecten die toegelaten zijn volgens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de posities van het Fonds beter te laten aansluiten bij de verwachtingen van de Beleggingsadviseur betreffende diverse markten, en/of (iv) in overeenstemming met het beleggingsbeleid van het Fonds om blootstelling te verkrijgen aan een nominale ® portefeuille van aandelen die worden geselecteerd aan de hand van de Enhanced RAFI US Strategy. Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Met betrekking tot elk ander instrument waarin een derivaat ligt besloten, kan het derivaatcomponent van dat instrument van een type zijn waarin het Fonds anders rechtstreeks zou kunnen beleggen. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- dan wel voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder ‘Algemene risicofactoren’ en die gedetailleerd worden beschreven onder ‘Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, mag de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 100% en 1200% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan stijgen, bijvoorbeeld indien PIMCO van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden gedekt en beheerd met behulp van de Value-at-Risk (‘VaR’) methode in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een 3
statistische methode die op basis van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds dagelijks maximaal kan verliezen, berekend volgens een betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de S&P 500 Index. De S&P 500 Index is samengesteld uit 500 geselecteerde gewone aandelen waarvan de meeste genoteerd zijn aan de New York Stock Exchange. Nadere bijzonderheden over deze index zijn openbaar beschikbaar of op verzoek verkrijgbaar bij de Beleggingsadviseur. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limiet is de VaR-limiet die momenteel door de Centrale Bank wordt vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende beleggingsposities als niet in USD luidende valutaposities houden. Niet in USD uitgedrukte valutaposities van de Vastrentende Instrumenten van het Fonds zijn beperkt tot 20% van het totale vermogen. Bewegingen van niet in USD luidende valuta’s kunnen dan ook het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, opties en -swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder ‘Efficiënt portefeuillebeheer’. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Het Fonds kan echter ook beleggen in dergelijke derivaten met inachtneming van de Verordeningen en de interpretaties die op gezette tijden door de Centrale Bank worden uitgevaardigd. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Het Fonds kan tot 25% van zijn totale vermogen in Vastrentende Instrumenten van opkomende markten beleggen. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Subadviseur De Beleggingsadviseur heeft Research Affiliates benoemd als subadviseur zonder beslissingsbevoegdheid. Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten Aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen: De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,50% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen.
4
Beheervergoeding (%)
Dienstverlenings vergoeding (%)
Trailvergoeding (%)
Distributievergoeding (%)
Totale vergoeding (%)
Institutioneel G Institutioneel
0,85 0,85
-
-
-
0,85 0,85
Klasse S
0,85
-
-
-
0,85
H Institutioneel
1,02
-
-
-
1,02
Klasse R
1,18
-
-
-
1,18
Belegger
0,85
0,35
-
-
1,20
Administratief
0,85
-
0,50
-
1,35
Klasse E
2,15
-
-
-
2,15
Klasse T
2,15
-
-
0,30
2,45
Klasse
M Retail
2,15
-
-
-
2,15
G Retail
2,15
-
-
-
2,15
Klasse Z
0,00
-
-
-
0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Klasse Z Vergoeding is te vinden in het Prospectus onder ‘Vergoedingen en Kosten’. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld ‘Vergoedingen en Kosten’. Oprichtingskosten De kosten voor de oprichting van het US Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan $ 50.000. Ze worden ten laste genomen door het US Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of op andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om een Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over de voorgestelde Fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de Feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van Aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld ‘Aankoop van Aandelen’, ‘Kerninformatie over Aandelentransacties’, ‘Terugkoop van Aandelen’ en ‘Conversie van Aandelen’. Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse T, Klasse R, Klasse Z en Klasse S. Behalve in het geval van Klasse S kan het Fonds in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en/of Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. In de Klasse S kan het Fonds alleen Kapitalisatieaandelen uitgeven.
5
De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1,000.00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). De Initiële Aanbiedingsperiode voor elke Aandelenklasse in het Fonds die beschikbaar is maar nog niet is geïntroduceerd, zoals uiteengezet in Bijlage A, zal aflopen op 27 maart 2015. De initiële aanbiedingsperiode voor elke nieuwe Aandelenklasse kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Dividenden en Uitkeringen Behalve voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declarering. Voor de Klassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Klassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in additionele Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en nietgerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Het Fonds kan dividenden betalen uit de nettobeleggingsinkomsten en de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen (inclusief kosten en vergoedingen). Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden achter het feit dat het Fonds dividenden kan betalen uit het kapitaal is dat het Fonds op die manier een stabiel en consistent niveau van uitkeringen kan bieden voor beleggers die streven naar inkomstengerichte beleggingsoplossingen. De Beleggingsadviseur is niet verplicht een verwacht dividendpercentage per aandeel aan Aandeelhouders en potentiële beleggers mee te delen en hoewel dit van tijd tot tijd kan worden gedaan, dienen beleggers er nota van te nemen dat een dergelijk percentage kan variëren naargelang de marktomstandigheden. Er is geen garantie dat een bepaald percentage wordt behaald en ingeval er ontoereikende uitkeerbare inkomsten of winsten in het Fonds zijn om aan een specifiek niveau te voldoen, is het mogelijk dat beleggers in het Fonds geen uitkering ontvangen of een lagere uitkering. Er dient te worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk in mindering kunnen worden gebracht op het kapitaal en dat het kapitaal daardoor kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Profiel van de gemiddelde belegger 6
Beleggers die streven naar kapitaalgroei en die bereid zijn het risico van een volatiele aandelenmarkt te accepteren. Beleggers met een beleggingshorizon op lange termijn. Risicofactoren Voor zover het US Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund belegt in derivaten gedekt door een portefeuille van Vastrentende Instrumenten, kan het Fonds in bepaalde omstandigheden, over het algemeen een markt waar de waarde van zowel de aandelenderivaten als de Vastrentende instrumenten daalt, of in perioden van grotere marktvolatiliteit, grotere verliezen lijden of minder winst boeken dan het geval zou zijn als het rechtstreeks in een portefeuille van index-aandelen zou beleggen. De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld ‘Algemene risicofactoren’ en ‘Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken’. Raadpleeg de synthetische risico- en rendementsindicator (de ‘SRRI’) zoals vermeld in het deel ‘Risico- en opbrengstprofiel’ van het Document met Essentiële Beleggersinformatie voor de aandelenklasse waarin u belegt of wil beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds, berekend conform de ICBEvereisten. Hoe hoger de risicograad in de SRRI, hoe waarschijnlijker dat de intrinsieke waarde van het Fonds een hoger volatiliteitsniveau zal vertonen.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc van wie de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
7
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. ‘NL’ heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in de onderstaande tabel vermeld staat.
US Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund Valuta
Aandelenklasse
Type
Basisvaluta (USD)
Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
4-sep-13 3-sep-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Afgedekt)
AUD (Niet afgedekt)
BRL (Afgedekt)
BRL (Niet afgedekt)
CAD (Afgedekt)
CAD (Niet afgedekt)
CHF (Afgedekt)
CHF (Niet afgedekt)
CLP (Afgedekt)
CLP (Niet Afgedekt )
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
21-meiNL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
1
EUR (Afgedekt)
EUR (Niet afgedekt)
HKD (Afgedekt)
HKD (Niet afgedekt)
ILS (Afgedekt)
ILS (Niet afgedekt)
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 2-sep-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
6-sep-13 5-sep-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL 25-mrt-14 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
US Fundamental Index® StocksPLUS™ Fund Valuta Aandelenklasse
Type
JPY (Afgedekt)
JPY (Niet afgedekt)
MXN (Afgedekt)
MXN (Niet afgedekt)
NOK (Afgedekt)
NOK (Niet afgedekt)
NZD (Afgedekt)
NZD (Niet afgedekt)
RMB (Afgedekt)
RMB (Niet afgedekt)
SEK (Afgedekt)
SEK (Niet afgedekt)
SGD (Afgedekt)
SGD (Niet afgedekt)
GBP (Afgedekt)
GBP (Niet afgedekt)
Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief E Klasse E Klasse E Klasse G Retail G Retail M Retail M Retail R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S Klasse
Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
8-sep-13 7-sep-13 NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
2
3
PIMCO Funds: Global Investors Series plc Een open-end beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal en gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen, opgericht met beperkte aansprakelijkheid naar Iers recht met registratienummer 276928, als ICBE erkend door de Centrale Bank op 28 januari 1998, krachtens de ICBE-Voorschriften.
Dit Supplement bevat specifieke informatie over het US Small Cap StocksPLUS™ Fund (het "Fonds"), een Fonds van PIMCO Funds: Global Investors Series plc (de "Vennootschap"), een paraplufonds van het open type met gescheiden aansprakelijkheid tussen de subfondsen. Dit Supplement maakt deel uit van en dient gelezen te worden in de context van en in samenhang met het Prospectus voor de Vennootschap van 26 september 2014 (het "Prospectus”), dat voorafgaat aan dit Supplement en hierin is opgenomen.
US Small Cap StocksPLUS™ Fund 4 febuari 2015
Begrippen die in dit document met een hoofdletter worden geschreven, hebben de betekenis die aan deze begrippen is toegewezen in het Prospectus. De Bestuurders van de Vennootschap van wie de namen worden vermeld in het Prospectus onder het hoofdstuk "Beheer en Administratie" aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement en het Prospectus. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit Supplement en in het Prospectus verstrekte informatie overeen met de feiten en is er niets weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden. De Bestuurders aanvaarden dienovereenkomstig de verantwoordelijkheid hiervoor. Gelet op de hoger dan gemiddelde risicograad van belegging in het US Small Cap StocksPLUS™ Fund door zijn mogelijkheid om te beleggen in effecten van opkomende markten en vooral in financiële derivaten, is het niet aangewezen een aanzienlijk deel van een portefeuille in het US Small Cap StocksPLUS™ Fund te beleggen en is het US Small Cap StocksPLUS™ Fund mogelijk niet geschikt voor elke belegger. Aandeelhouders worden erop attent gemaakt dat de door het Fonds verschuldigde Beheervergoeding en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste vallen van het kapitaal van het Fonds. Bij terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen. De Aandeelhouders worden er ook op attent gemaakt dat dividenden uit het kapitaal van het Fonds worden betaald. Dat zal leiden tot kapitaalerosie en door dergelijke dividendinkomsten uit te keren wordt het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei aangetast. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Aandeelhouders dienen te weten dat er dividenden uit het kapitaal van de Uitkeringsklasse II kunnen worden betaald. De betaling van dividenden uit het kapitaal kan tot kapitaalerosie leiden, ongeacht de prestaties van het Fonds. Het is dan ook mogelijk dat er dividenden worden uitgekeerd ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. Deze cyclus kan voortduren tot het kapitaal volledig is uitgeput. De Beheervergoedingen en andere kosten die betaalbaar zijn door de Uitkeringsklasse II, kunnen in mindering worden gebracht op het kapitaal van de Uitkeringsklasse II. Bij de terugkoop van effecten is het dan ook mogelijk dat Aandeelhouders niet het volledige belegde bedrag terugkrijgen omdat het kapitaal is verminderd. 1
US Small Cap StocksPLUS™ Fund– Beknopte informatie De onderstaande grafiek biedt beknopte informatie over het Fonds. Deze grafiek dient te worden aangevuld met de meer volledige beschrijving van het Fonds en de bijbehorende risico's in dit Supplement en het Prospectus. Primaire beleggingen Aandelenderivaten (voornamelijk futures) gedekt door een portefeuille van actief beheerde Vastrentende Instrumenten (1)
Gemiddelde portefeuilleduration 0 tot 1 jaar
Kredietkwaliteit
(1)
Uitkeringsfrequentie
B3 tot Aaa (uitgez. door Driemaandelijks hypotheek gedekte effecten); max. 10% onder Baa3
Zoals gewaardeerd door Moody’s Investors Service, Inc., of gelijkwaardig door Standard & Poor’s Rating Service, of als deze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn.
Beleggingsdoelstellingen en -beleid De beleggingsdoelstelling bestaat erin te streven naar een totaalrendement dat hoger ligt dan dat van zijn referentie-index, de Russell 2000 index. Om zijn beleggingsdoelstelling te verwezenlijken, volgt het Fonds de zelf ontworpen portefeuillebeheerstrategie van de Beleggingsadviseur, die bekendstaat onder de naam “StocksPLUS”. Deze strategie combineert blootstelling aan een aandelenindex, in dit geval de Russell 2000 Index, en wordt gedekt door een actief beheerde portefeuille van vastrentende instrumenten. In overeenstemming met de “StocksPLUS” portefeuillebeheerstrategie en zoals hierna verder beschreven, belegt het Fonds in normale omstandigheden in derivaten (voornamelijk futures) die blootstelling bieden aan de Russell 2000 Index en worden gedekt door een portefeuille van Vastrentende Instrumenten. Derivaten kunnen worden aangekocht met een fractie van het vermogen dat nodig is om de aandelen direct te kopen, en dus kunnen de resterende activa worden belegd in Vastrentende Instrumenten. De Russell 2000 Index bestaat uit 2000 van de kleinste bedrijven in de Russell 3000 Index en wordt beschouwd als representatief voor de markt van kleine marktkapitalisaties in de VS. Het Fonds zal zijn resultaten meten ten opzichte van de Russell 2000 Index. Zoals hierboven vermeld, zal het Fonds gebruik maken van aandelenderivaten. Dat zullen in de eerste plaats futures zijn (die beursgenoteerd zijn dan wel onderhands (over-the-counter) worden verhandeld) die blootstelling bieden aan de Russell 2000 Index. Hieronder is meer informatie over derivaten opgenomen. Hoewel het Fonds doorgaans niet rechtstreeks belegt in effecten van de Russell 2000 Index, kan het Fonds, wanneer derivaten overgewaardeerd lijken, tot 100% van zijn vermogen rechtstreeks beleggen in een "korf" van aandelen en effecten die converteerbaar zijn in aandelen (zoals in het Prospectus beschreven onder "Converteerbare effecten en aandeleneffecten”) die deel uitmaken van de Russell 2000 Index op het moment van aankoop. Voor eventuele directe beleggingen door het Fonds in een korf van aandelen dienen de beleggingsbeperkingen te worden nageleefd die zijn beschreven in Bijlage 4. Activa die niet in aandelen of derivaten worden belegd, kunnen voornamelijk worden belegd in Vastrentende Instrumenten van beleggingskwaliteit. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten die een lagere rating hebben dan Baa3 bij Moody’s of BBB- bij S&P, maar die ten minste B3 bij Moody’s of B- bij S&P moeten hebben (of, indien ze geen rating hebben, door de Beleggingsadviseur worden geacht van vergelijkbare kwaliteit te zijn), met uitzondering van door hypotheek gedekte effecten (waarvoor er geen minimale kredietrating is vereist). Hoewel er geen minimale kredietrating vereist is voor door hypotheek gedekte effecten, zal er rekening worden gehouden met hypotheek gedekte effecten onder beleggingskwaliteit bij het berekenen van de hierboven vermelde limiet van 10% voor effecten onder beleggingskwaliteit. Het Fonds kan onbeperkt beleggen in in USD-luidende effecten en in niet USD luidende effecten van niet-Amerikaanse emittenten. De Beleggingsadviseur zal de vastrentende component van de portefeuille actief beheren met het oog op een optimalisatie van het totaalrendement van het Fonds, waarbij de algemene looptijd van de portefeuille normaliter niet langer dan één jaar zal zijn.
2
Volgens de bepalingen zoals uiteengezet in het Prospectus in Bijlage 4 en uitvoeriger beschreven onder “Efficiënt portefeuillebeheer” en “Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken”, kan het Fonds gebruik maken van aandelen, aandelengerelateerde en vastrentende derivaten, die in de eerste plaats bestaan uit futures maar ook swaps, opties (inclusief barrière-opties) en opties op futures kunnen omvatten, en kan het ook valutatermijncontracten aangaan. Swaps die door het Fonds worden gebruikt (inclusief total return swaps, renteswaps, credit default swaps en variantie-/volatiliteitsswaps) zullen gebaseerd zijn op activaklassen die in aanmerking worden genomen conform het beleggingsbeleid van het Fonds zoals hierin uiteengezet, naast toegelaten indexen, valuta's en rentevoeten. Deze derivaten kunnen worden gebruikt (i) voor afdekkingsdoeleinden en/of (ii) voor beleggingsdoeleinden. Zo kan het Fonds gebruik maken van derivaten (die louter gebaseerd zullen zijn op onderliggende activa of indices gebaseerd op aandelen, aan aandelen gerelateerde en vastrentende effecten die toegelaten zijn volgens het beleggingsbeleid van het Fonds) (i) om een valutapositie af te dekken, (ii) ter vervanging van een positie in het onderliggende actief zelf indien de Beleggingsadviseur van oordeel is dat een afgeleide positie in het onderliggende actief een betere waarde vertegenwoordigt dan een directe positie, (iii) om de posities van het Fonds beter te laten aansluiten bij de verwachtingen van de Beleggingsadviseur betreffende diverse markten, en/of (iv) in overeenstemming met het beleggingsbeleid van het Fonds om blootstelling te verkrijgen aan de Russell 2000 Index. Er kan alleen gebruik worden gemaakt van derivaten die zijn opgenomen in het risicobeheerproces van de Vennootschap en die zijn goedgekeurd door de Centrale Bank. Met betrekking tot elk ander instrument waarin een derivaat ligt besloten, kan het derivaatcomponent van dat instrument van een type zijn waarin het Fonds anders rechtstreeks zou kunnen beleggen. Door het gebruik van derivaten (ongeacht of deze voor afdekkings- en/of voor beleggingsdoeleinden worden gebruikt) kan het Fonds worden blootgesteld aan de risico’s die worden vermeld onder “Algemene risicofactoren” en die gedetailleerd worden beschreven onder “Kenmerken en risico’s van effecten, derivaten en beleggingstechnieken”. De blootstelling aan onderliggende activa van derivaten (met uitzondering van indexgebaseerde derivaten), gecombineerd met posities die het gevolg zijn van directe beleggingen, zal de beleggingslimieten die zijn beschreven in Bijlage 4 niet overschrijden. Het gebruik van derivaten (voor afdekkings- of voor beleggingsdoeleinden) zal resulteren in een bijkomende hefboomwerking. Het verwachte hefboomniveau van het Fonds zal tussen 0% en 600% van de Intrinsieke Waarde liggen. Het hefboomniveau van het Fonds kan stijgen, bijvoorbeeld wanneer de Beleggingsadviseur van mening is dat het gebruik van derivaten aangewezen is om de aandelen-, rente-, valuta- of kredietblootstelling van het Fonds te wijzigen. Het hefboomniveau wordt berekend op basis van de som van de nominale bedragen voor derivaten zoals vereist door de Centrale Bank en houdt dan ook geen rekening met salderings- en afdekkingsovereenkomsten van het Fonds op dat moment. Het marktrisico verbonden aan het gebruik van derivaten zal worden afgedekt en beheerd met behulp van de Value at Risk (“VaR”)-methode, in overeenstemming met de vereisten van de Centrale Bank. VaR is een statistische methode die met behulp van historische gegevens voorspelt hoeveel het Fonds maximaal dagelijks kan verliezen, berekend volgens een eenzijdig betrouwbaarheidsniveau van 99%. Er is echter statistisch gezien 1% kans dat het dagelijkse VaR-cijfer wordt overschreden. De VaR-benadering maakt gebruik van een historische observatieperiode en het VaR-resultaat kan beïnvloed worden als abnormale marktomstandigheden niet aanwezig zijn of weggelaten worden uit de historische observatieperiode. Dientengevolge kunnen beleggers in abnormale marktomstandigheden aanzienlijke verliezen lijden. De Beheerder tracht dergelijke risico's tot een minimum te beperken door geregeld back- en stresstests uit te voeren voor het VaR-model overeenkomstig de eisen van de Centrale Bank. Het Fonds heeft ervoor gekozen het Relatieve VaR-model te gebruiken. In overeenstemming hiermee zal de VaR van de portefeuille van het Fonds niet meer bedragen dan tweemaal de VaR voor een vergelijkbare benchmark of referentieportefeuille (nl. een vergelijkbare portefeuille zonder derivaten) die de beoogde beleggingsstijl van het Fonds weerspiegelt. De referentieportefeuille is de Russell 2000 Index. De periode van deelneming zal 20 dagen bedragen. De historische observatieperiode zal niet minder dan één jaar bedragen. De bovenstaande limieten zijn de VaR-limieten die momenteel door de Centrale Bank worden vereist. Als het VaR-model voor het Fonds of de limieten van de Centrale Bank veranderen, zal het Fonds echter de mogelijkheid hebben om het nieuwe model of de nieuwe limieten te gebruiken na dit Supplement en het Risicobeheerproces van de Vennootschap te hebben bijgewerkt. De meting en controle van alle blootstellingen met betrekking tot het gebruik van derivaten zullen ten minste dagelijks worden uitgevoerd. Het Fonds kan zowel niet in USD luidende beleggingsposities als niet in USD luidende valutaposities houden. Niet in USD uitgedrukte valutaposities van de Vastrentende Instrumenten van het Fonds zijn beperkt tot 20% van het totale vermogen. Niet in USD uitgedrukte valutaposities die voortvloeien uit posities in aandelen zijn niet aan beperkingen onderworpen. Bewegingen van andere valuta’s dan de USD 3
kunnen dan ook het rendement van het Fonds beïnvloeden. Valuta-afdekking en valutaposities zullen worden geïmplementeerd aan de hand van valutacontracten op de spot- en termijnmarkten en valutafutures, opties en swaps. De verschillende technieken voor een efficiënt portefeuillebeheer (inclusief maar niet beperkt tot ‘zodra uitgegeven’, ‘uitgestelde levering’, termijnverplichting, valutatransacties, terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten en effectenleentransacties) zijn onderworpen aan de limieten en de voorwaarden die van tijd tot tijd door de Centrale Bank worden vastgesteld en die uitvoeriger worden beschreven onder “Efficiënt portefeuillebeheer”. Er kan geen zekerheid worden verstrekt dat de Beleggingsadviseur deze technieken met succes zal toepassen. Het Fonds kan echter ook beleggen in dergelijke derivaten met inachtneming van de Verordeningen en de interpretaties die op gezette tijden door de Centrale Bank worden uitgevaardigd. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in deelbewijzen of aandelen van andere instellingen voor collectieve belegging. Het Fonds kan daarnaast tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in illiquide effecten en in leningparticipaties en leningtoezeggingen die geldmarktinstrumenten vormen. Het Fonds kan tot 10% van zijn nettovermogen beleggen in Vastrentende Instrumenten van opkomende markten. De eerder vermelde limiet is niet van toepassing op Vastrentende Instrumenten van de overheid van beleggingskwaliteit die in de lokale valuta luiden en over minder dan 1 jaar vervallen. Beleggingsadviseur Pacific Investment Management Company LLC Basisvaluta De Basisvaluta van het Fonds is de USD. Vergoedingen en kosten Aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen: De vergoedingen die verschuldigd zijn aan de Beheerder zullen jaarlijks maximaal 2,50% van de Intrinsieke Waarde van het Fonds bedragen. Klasse
Institutioneel G Institutioneel Klasse S Belegger Administratief H Institutioneel Klasse R Klasse E M Retail G Retail Klasse T Klasse Z
Beheervergoeding (%)
Dienstverleningsvergoeding (%)
Trail vergoeding (%)
Distributievergoeding (%)
Totale vergoeding(%)
0,55 0,55 0,55 0,55 0,55 0,72 0,80 1,45 1,45 1,45 1,45 0,00
0,35 -
0,50 -
0,40 -
0,55 0,55 0,55 0,90 1,05 0,72 0,80 1,45 1,45 1,45 1,85 0,00
Nadere informatie over de aan de Beheerder verschuldigde vergoedingen inclusief de Beheervergoeding, Dienstverleningsvergoeding en Klasse Z Vergoeding is te vinden in het Prospectus onder “Vergoedingen en Kosten”. Een gedetailleerd overzicht van de kosten en vergoedingen van het Fonds en de Vennootschap staat vermeld in het deel van het Prospectus getiteld "Vergoedingen en Kosten". Oprichtingskosten
4
De kosten voor de oprichting van het US Small Cap StocksPLUS™ Fund en het opstellen en drukken van het desbetreffende Supplement zullen naar verwachting niet meer bedragen dan $ 50.000. Ze worden ten laste genomen door het US Small Cap StocksPLUS™ Fund en afgeschreven in het eerste jaar van de werking van het Fonds of over een andere termijn die de Bestuurders kunnen bepalen. Handelsdag Elke dag waarop de banken in de Verenigde Staten geopend zijn voor de handel of op andere dagen zoals bepaald door de Bestuurders met toestemming van de Bewaarder op voorwaarde dat er één Handelsdag per veertien dagen is en alle Aandeelhouders van tevoren zijn ingelicht. Niettegenstaande het voorgaande is het voor het Fonds geen Handelsdag als het, als gevolg van officiële feestdagen of dagen waarop de markt/effectenbeurs in een rechtsgebied gesloten is, moeilijk is (i) om het Fonds te beheren of (ii) om een deel van de activa van het Fonds te waarderen. Voor nadere bijzonderheden over voorgestelde fondssluitingen tijdens het jaar dienen Aandeelhouders en potentiële beleggers contact op te nemen met het Administratiekantoor of de feestdagenkalender van het Fonds te raadplegen (een exemplaar hiervan is beschikbaar bij het Administratiekantoor). Meer informatie over de aankoop of ruil van Aandelen in het Fonds vindt u in de delen van het Prospectus getiteld "Aankoop van Aandelen", "Kerninformatie over Aandelentransacties", "Terugkoop van Aandelen" en "Conversie van Aandelen". Initiële Aanbiedingsperiode en Uitgifteprijs Zoals uitgebreider beschreven in Bijlage A van dit Supplement geeft het Fonds de volgende Aandelenklassen uit: Institutioneel, Belegger, Administratief, Klasse H Institutioneel, Klasse E, G Institutioneel, G Retail, M Retail, Klasse Z, Klasse T, Klasse R en Klasse S. Het Fonds kan in elke Klasse Uitkeringsaandelen (Aandelen die inkomsten uitkeren), Uitkeringsaandelen II (die een hogere opbrengst bieden) en Kapitalisatieaandelen (Aandelen die inkomsten kapitaliseren) uitgeven. De Initiële Uitgifteprijs voor elke nieuwe Aandelenklasse in het Fonds is, afhankelijk van de uitdrukkingsvaluta van de Aandelenklasse, AUD 10,00, BRL 10,00, CAD 10,00, CHF 10,00, CLP 100,00, EUR 10,00, GBP 10,00, HKD 10,00, ILS 10,00, JPY 1.000,00, MXN 100,00, NOK 100,00, NZD 10,00, RMB 100,00, SEK 100,00, SGD 10,00, USD 10,00 (exclusief eventueel verschuldigde Instap- of Omruilkosten). Aandelen in het Fonds worden aangeboden van 9.00 uur (Ierse tijd) op 5 februari 2015 tot 16.00 uur (Ierse tijd) op 5 augustus 2015 (de "Initiële Aanbiedingsperiode") tegen de Initiële Uitgifteprijs en behoudens aanvaarding van de inschrijvingen op Aandelen door de Vennootschap. Zij worden voor de eerste maal uitgegeven op de eerste Handelsdag na afloop van de initiële aanbiedingsperiode. De Initiële Aanbiedingsperiode kan door de Bestuurders worden verkort of verlengd. De Centrale Bank zal van tevoren in kennis worden gesteld van een verlenging van de periode indien er inschrijvingen op Aandelen zijn ontvangen en anders op jaarlijkse basis. Na sluiting van de initiële aanbiedingsperiode worden Aandelen in het Fonds uitgegeven tegen de Intrinsieke Waarde per Aandeel. Dividenden en Uitkeringen Behalve voor de Klassen G Institutioneel, G Retail en M Retail zullen voor Uitkeringsaandelen van het Fonds driemaandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen na de declaratie. Voor de Klassen G Institutioneel en G Retail zullen jaarlijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen op jaarlijkse basis. Voor de Klassen M Retail zullen maandelijks dividenden worden gedeclareerd en, naar keuze van de Aandeelhouder, worden betaald in contanten of worden herbelegd in extra Aandelen op maandelijkse basis. In het geval van de Uitkeringsklasse II (die ernaar streeft de Aandeelhouders een hogere opbrengst te bieden) kunnen de Bestuurders, naar eigen keuze, vergoedingen uit het kapitaal betalen en rekening houden met het opbrengstverschil tussen de betreffende afgedekte Aandelenklasse en de basisAandelenklasse (wat een uitkering uit het kapitaal vormt). Het opbrengstverschil kan positief of negatief zijn en wordt berekend op basis van het verschil tussen de geïmpliceerde opbrengst in de betreffende valuta van de afgedekte Aandelenklasse en de basisvaluta van het Fonds. Daarnaast kan het Fonds, als de 5
gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en nietgerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden voor de Uitkeringsklasse II betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden voor het betalen van dividenden uit kapitaal is dat het Fonds zo de mogelijkheid heeft om het bedrag te maximaliseren dat beschikbaar is voor uitkering aan beleggers die een Aandelenklasse met een hogere dividendopbrengst nastreven. Zoals hierboven vermeld, er moet worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk ten laste kunnen vallen van het kapitaal van de Uitkeringsklasse II en dat als gevolg daarvan het kapitaal kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Het Fonds kan dividenden betalen uit de nettobeleggingsinkomsten en de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen (inclusief kosten en vergoedingen). Daarnaast kan het Fonds, als de gerealiseerde winsten uit de vervreemding van beleggingen verminderd met de gerealiseerde en niet-gerealiseerde verliezen negatief uitvallen, toch dividenden betalen uit de netto beleggingsinkomsten en/of het kapitaal. De reden achter het feit dat het Fonds dividenden kan betalen uit het kapitaal is dat het Fonds op die manier een stabiel en consistent niveau van uitkeringen kan bieden voor beleggers die streven naar inkomstengerichte beleggingsoplossingen. De Beleggingsadviseur is niet verplicht een verwacht dividendpercentage per aandeel aan Aandeelhouders en potentiële beleggers mee te delen en hoewel dit van tijd tot tijd kan worden gedaan, dienen beleggers er nota van te nemen dat een dergelijk percentage kan variëren naargelang de marktomstandigheden. Er is geen garantie dat een bepaald percentage wordt behaald en ingeval er ontoereikende uitkeerbare inkomsten of winsten in het Fonds zijn om aan een specifiek niveau te voldoen, is het mogelijk dat beleggers in het Fonds geen uitkering ontvangen of een lagere uitkering. Er dient te worden opgemerkt dat Beheervergoedingen en andere vergoedingen geheel of gedeeltelijk in mindering kunnen worden gebracht op het kapitaal en dat het kapitaal daardoor kan worden aangetast en inkomsten kunnen worden behaald ten koste van het potentieel voor toekomstige kapitaalgroei. De reden voor het betalen van dergelijke uitgaven uit het kapitaal is dat het aan de beleggers uitkeerbare bedrag zo kan worden gemaximaliseerd. Profiel van de gemiddelde belegger Beleggers die streven naar kapitaalgroei en die bereid zijn het risico van een volatiele aandelenmarkt te accepteren. Beleggers met een beleggingshorizon op lange termijn. Risicofactoren Voor zover het US Small Cap StocksPLUS™ Fund belegt in derivaten gedekt door een portefeuille van Vastrentende Instrumenten, kan het Fonds in bepaalde omstandigheden, over het algemeen een markt waar de waarde van zowel de aandelenderivaten als de Vastrentende instrumenten daalt, of in perioden van grotere marktvolatiliteit, grotere verliezen lijden of minder winst boeken dan het geval zou zijn als het rechtstreeks in een portefeuille van index-aandelen zou beleggen. De aandacht van de beleggers wordt gevestigd op de delen van het Prospectus getiteld "Algemene risicofactoren" en "Kenmerken en risico's van effecten, derivaten en beleggingstechnieken". Wij verwijzen naar de synthetische risico- en opbrengstindicator (de “SRRI”) zoals vermeld in het hoofdstuk “Risico- en opbrengstprofiel” van het Document met Essentiële Beleggersinformatie van de betreffende Aandelenklasse waarin u belegd hebt of van plan bent om te beleggen. De SRRI is gebaseerd op de volatiliteit van het Fonds zoals berekend volgens de ICBE-voorschriften. Een hoger risicocijfer in de SRRI kan betekenen dat de intrinsieke waarde van het Fonds waarschijnlijk onderhevig zal zijn aan hogere volatiliteitsniveaus.
De Bestuurders van PIMCO Funds: Global Investors Series plc van wie de namen worden vermeld in het Prospectus aanvaarden de verantwoordelijkheid voor de informatie in dit Supplement. Volgens de kennis en de overtuiging van de Bestuurders (die alle redelijke middelen hebben aangewend om zich hiervan te vergewissen) stemt de in dit document verstrekte informatie overeen met de feiten en werd geen enkel feit weggelaten dat mogelijk het belang van deze informatie kan beïnvloeden.
6
BIJLAGE A De volgende Aandelenklassen zijn beschikbaar voor inschrijving in het Fonds. "NL" heeft betrekking op klassen die op datum van dit Supplement geen inschrijvingen hebben ontvangen en derhalve nog niet geopend zijn. Geopende Aandelenklassen worden aangeduid met de datum die in onderstaande tabel vermeld staat. US Small Cap StocksPLUS™ Fund Valuta
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief Klasse E Klasse E Klasse E G Retail G Retail M Retail M Retail Klasse R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
Basisvaluta (USD) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
/1167377v9
AUD (Afgedekt ) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
AUD (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Afgedekt ) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
BRL (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Afgedekt ) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CAD (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Afgedekt ) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CHF (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
CLP (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
EUR (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
HKD (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
ILS (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Aandelenklasse Institutioneel Institutioneel Institutioneel G Institutioneel G Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel H Institutioneel Belegger Belegger Belegger Administratief Administratief Administratief Klasse E Klasse E Klasse E G Retail G Retail M Retail M Retail Klasse R Klasse R Klasse R Klasse T Klasse T Klasse T Klasse Z Klasse Z Klasse Z Klasse S Klasse S Klasse S
Type Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Uitk Uitk II Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II Kap Uitk Uitk II
JPY (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
JPY (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
21288698.1.EU_BUSINESS
/1167377v9
MXN (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
MXN (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NOK (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
NZD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Valuta NZD (NietRMB afgedekt) (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
RMB (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SEK (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
SGD (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Afgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
GBP (Nietafgedekt) NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL