personeelsmagazine 1 |2015
Ondersteuning op een reguliere basisschool Gewoon naar school!
4
6 Basisscholen van Kindante zetten zich in voor Serious Request
KindanteScoop In a better world
8 Omgaan met onzekerheid
9
7
Samen leren, communiceren
16
De droom van...
Als vrijwilliger in Suriname
10
Passend Onderwijs en de praktijk
15
Levenslessen van de Oosterse meester
14
Beste ouder, over ‘dat’ kind….
18 19 Ken je provincie!
Het jaar 2015 is al een eind op weg en ook de Carnavalsvakantie is achter de rug als jullie deze Kindante-Info ontvangen. Om verschillende redenen heeft deze editie meer tijd gevraagd dan gebruikelijk. Voor jullie ligt nu een omvangrijk nummer, dat naar wij hopen voor iedereen enkele lezenswaardige onderwerpen bevat. Naast bijdragen die we van medewerkers van scholen hebben ontvangen (hartelijk dank hiervoor!!) treffen jullie ook weer enkele inhoudelijke artikelen aan van de hand van de redactieleden. Eind vorig jaar hebben we aan de teams van de scholen en de bureaumedewerkers gevraagd te reageren op enkele evaluatievragen over de Kindante-Info. Het merendeel heeft aan ons verzoek voldaan. Wij danken iedereen hartelijk hiervoor; we zullen alle opmerkingen en aanbevelingen doornemen en jullie in het volgende nummer informeren over het resultaat. Wij wensen jullie met deze uitgave veel leesplezier.
De redactie
3
4
Ondersteuning op een reguliere basisschool
Gewoon naar school! Timothy Behan is vier jaar. Binnenkort wordt hij vijf. Timothy ontving twee jaar lang van PSW ondersteuning op school en kinderopvang (OSK) van begeleider Margretha Nijdam. Het begeleidingstraject liep voor de zomervakantie af. Timothy gaat sinds dit schooljaar, net als alle andere kinderen, ‘gewoon alleen’ naar groep 1 van Basisschool Angela in Echt. Een prestatie die mogelijk is door Timothy’s doorzettingsvermogen en een geslaagde samenwerking tussen ouders, reguliere basisschool en PSW. Van één op één begeleiden naar observeren Margretha Nijdam leerde Timothy kennen op de peuterspeelzaal. Timothy zat niet lekker in zijn vel. Hij huilde veel, kon soms boos worden en kreeg weinig aansluiting met andere kinderen. Een moeilijke tijd voor hem, zijn ouders en de peuterspeelzaal. Ondanks de inspanningen die allen verrichtten. De ouders schakelden hulp in om te kijken wat er met hun zoontje aan de hand was. Er was sprake van een ontwikkelingsachterstand. Eén van de stappen die uit het onderzoek voortvloeiden, was OSK. Margretha: ‘In het begin gaf ik Timothy bijna volledig één op één begeleiding. Dat had hij op dat moment nodig. We speelden samen en ik hielp hem in het contact met
andere kinderen en met conflicten, zelfredzaamheid en verzorging. Heel langzaam kon ik de begeleiding afbouwen. Je zag hem groeien. Timothy is heel gedreven om het goed te doen. Die sterke motivatie heeft hem enorm geholpen! Waar ik in het begin individuele begeleiding gaf, was het op het laatst vooral observeren en alleen nog ondersteunen waar nodig. Je moet je er voortdurend bewust van zijn in welke fase van de begeleiding je zit. De begeleiding heb ik ook afgebouwd door met de onderwijzeres af te spreken dat ik een groepje kinderen begeleid waarin ook Timothy zat. Het mooie is dat je dan ziet dat kinderen elkaar gaan helpen!’
Naar de echte school Vorig jaar ging Timothy naar school. In Echt, zijn woonplaats. De stap naar een reguliere basisschool was mede mogelijk door de extra ondersteuning van PSW. Margretha: ‘We maakten samen, ouders, school en PSW, afspraken die voor Timothy belangrijk waren. De school ging zonder problemen akkoord dat ik als OSK begeleider met hem mee kwam. De samenwerking was van meet af aan fijn. Timothy mocht zijn schoolcarrière langzaam opbouwen; hij begon met twee ochtenden per week. Dat was mogelijk omdat het kinderdagverblijf meewerkte en Timothy op de dagen dat hij nog niet naar school ging, gebruik mocht blijven maken van de kinderopvang.’ Het aantal dagdelen op school werd langzaam uitgebreid. Vanaf carnaval dit jaar gaat Timothy alle dagen naar school. Margretha is er steeds twee ochtenden voor hem gebleven. Op de andere dagdelen draaide Timothy gewoon mee in de klas. En nu, na de zomer, doet Timothy het dus zonder extra begeleiding. Wel nog een keer in groep 1. Met enkele bekende kinderen en een onderwijzeres die hem goed kent. Dat is fijn voor het verdere verloop van zijn schoolcarrière. Waargemaakt Margretha heeft een goede band opgebouwd met Timothy. Dat merkte ze op de ochtenden dat zij in de klas was: ‘Timothy zocht me dan op. Terwijl het op de andere dagdelen ook goed ging. De andere kinderen hebben Timothy altijd geaccepteerd. Hij is gewoon één van hen. Dat is mooi. Met hen moet hij verder. Dat ik op school was voor Timothy, vonden de andere kinderen niet raar.’ Phily Bijnens is de onderwijzeres van groep 1. Zij vult aan: ‘De andere kinderen moesten even wennen aan een tweede ‘juf’ in de klas. Maar al snel zetten zij zelf ‘s morgens een stoel klaar voor Margretha.’ Behalve een goede band met het kind is natuurlijk ook een goede relatie en samenwerking met de ouders en school van wezenlijk belang voor het slagen van een traject als dit. Margretha: ‘We hadden regelmatig samen overleg. Het is mooi als dan alle partijen tevreden zijn. De opmerking van de Interne Begeleider van de school, dat PSW heeft waargemaakt wat ze heeft beloofd, is natuurlijk een pracht compliment! Maar het allermooiste is natuurlijk dat je een kind hebt kunnen ondersteunen bij zijn groei en ontwikkeling. En dat het kind het nu op eigen kracht gaat oppakken, in de ‘gewone maatschappij’. Ik heb met een goed gevoel en vol vertrouwen afscheid kunnen nemen van Timothy. Het gaat hem lukken op de Angelaschool.’ Phily Bijnens is onderwijzeres in de groep van Timothy op de Basisschool Angela in Echt. Phily: ‘Ik zit 36 jaar in het onderwijs en heb altijd met kleuters gewerkt. Dit was mijn eerste ervaring met OSK. En meteen een hele positieve! In het begin denk je: iemand een heel jaar twee ochtenden in de klas, hoe gaat dat lopen? Het moet wel klikken natuurlijk. Achteraf zeg ik: het
ging super. De samenwerking verliep prima. En je ziet dat het kind er baat bij heeft. Timothy is dit jaar echt flink gegroeid. Zonder de extra begeleiding vanuit OSK was dat niet op deze manier gelukt en misschien wel helemaal niet. Je kunt als leerkracht, die alleen in de klas staat, geen extra ondersteuning bieden als deze. Ik zie het volgend jaar met Timothy met vertrouwen tegemoet.’ Michelle van Duin is de moeder van Timothy. Zij vertelt: ‘Ik ben heel blij en dankbaar hoe het met Timothy gelopen is. Als je als moeder voelt dat er iets aan de hand is en je weet niet precies wat, dan maakt dat onzeker. Als je kind een zorgvraag heeft, is niets meer standaard. Bij elke keuze die je maakt, hoop je dat het de goede is. Wat betekent je keuze? Wat gebeurt er daarna? Je weet het niet precies. De keuzes die je maakt zelf accepteren, dat vond ik wel moeilijk. En nog steeds. Ik volg zo veel mogelijk mijn gevoel, dat is voor mij een goede leidraad.’ Dat gevoel zei Michelle van Duin en haar man twee jaar geleden te kiezen voor een traject bij PSW Junior Ambulant. Michelle: ‘Mijn moeder zei: Timothy is pas 2 1/2 jaar, een kinderdagcentrum kan altijd nog. Die opmerking was voor ons het zetje in de rug om voor een ambulante hulpvorm te kiezen. Het bureau dat Timothy testte, adviseerde ons PSW. Ik heb contact opgenomen met de maatschappelijk werker van PSW. Na het intakegesprek nam de trajectbegeleider van OSK het over en werd een werkplan opgesteld. Vanaf het begin was er een goede samenwerking tussen de peuterspeelzaal en later de school, Margretha van OSK en ons als ouders. Het is als ouders erg fijn als iedereen zo meewerkt en meedenkt en er een goede band ontstaat! Ik denk dat ik meer moeite heb gehad met het loslaten van de begeleiding van Margretha dan Timothy zelf. Als iedereen met je kind werkt alsof het hun eigen kind is, dan geeft dat een goed gevoel en vertrouwen. Timothy is enorm gegroeid de afgelopen twee jaar. Met dank aan de peuterspeelzaal, de school en PSW. Ik kan OSK bij iedereen aanraden!’ OSK, Ondersteuning op school en kinderopvang, biedt kinderen met een ontwikkelingsachterstand en/of verstandelijke handicap ondersteuning binnen de peuterspeelzaal, regulier kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, reguliere basisschool en speciaal onderwijs. De ondersteuning wordt geboden aan het kind zelf en/of de begeleider/leerkracht. OSK wil kinderen een zo optimaal mogelijke ontwikkeling bieden en participatie aan kinderopvang en onderwijs mogelijk maken. Na aanmelding van een kind bekijkt de trajectbegeleider OSK samen met de ouders welke vragen en mogelijkheden er zijn. Zij begeleidt en coördineert het proces. De ondersteuning in de praktijk wordt geboden door een begeleider.
Leon Berger
5
Basisscholen van Kindante zetten zich in voor
Serious Request Heel Nederland was afgelopen december in de ban van Serious Request. Met het thema: Hands off our Girls hadden de 3FM dj’s Gerard Ekdom, Coen Swijnenberg en Domien Verschuuren een nieuw record opgehaald. Na afloop van het Glazen Huis in Haarlem maakte de organisatie een recordbedrag van € 12.302.747 bekend. Aan dit recordbedrag hebben ook diverse scholen van Kindante bijgedragen.
6
Zo hebben de kinderen van basisschool de Avonturijn uit Berg aan de Maas en Urmond zelf een sponsorloop georganiseerd. De organisatie was volledig in de handen van de kinderen uit groep 7. Eerst hadden ze ook de andere klassen enthousiast gemaakt voor deze actie. Het werd een groot succes. Alle kinderen hadden zich ingezet voor het goede doel en zich de longen uit het lijf gerend. Ze waren dan ook oprecht heel erg trots op het behaalde resultaat, namelijk: € 3.361,56. Al dat geld hadden ze te danken aan de sponsoren die de kinderen zelf benaderd hadden. Voor de kinderen uit de groepen 7 en 8 kreeg Serious Request nog een extra leuk vervolg. Naast een uiterst interessante gastles, volledig verzorgd door een vrijwilliger van het Rode Kruis, gingen ze de vrijdag voor de vakantie met beide groepen naar Echt. In Echt werd namelijk de cheque op vrijdag 19 december aangeboden bij het Glazen Huis Echt-Susteren. Onder het toeziend oog van Paul Rabbering, bekend van 3FM, zagen de kinderen hoe onder andere hun meester Dennis Sevriens samen met Bart van Loon en Johan Meuwissen werd opgesloten. Het was volle bak bij het lokale Glazen Huis en de kinderen lieten de drie dj’s sprakeloos achter met een geweldige cheque. Naast de Avonturijn was ook de Xaveriusschool uit Sittard in actie gekomen voor Serious Request. Zij hadden in de school een kerstmarkt georganiseerd waarbij elke klas iets had gemaakt om te verkopen voor het goede doel. Natuurlijk hoort bij een kerstmarkt ook een lekker natje en droogje. Dit was te verkrijgen in de vorm van lekkere broodjes of een lekkere wafel. Pak dat gecombineerd met een lekkere warme chocomel en dan is het helemaal compleet. Naast deze gezellige kerstmarkt hadden de kinderen ook nog een flessenactie gehouden. Deze actie leverde het mooie bedrag van € 532,60 op. En dan wat te denken van de actie van onder andere Basisschool Burg. Willeme uit Nieuwstadt. Deze school organiseerde de afgelopen jaren samen met de organisatie Kids Run for Life for Serious Request een geweldige activiteit in Nieuwstadt. Alle kinderen gaan de laatste dag voor de vakantie zoveel mogelijk rondjes rennen voor een gesponsord bedrag. Zo hadden ze dit jaar zelfs een eigen Kids-Run-lied en werd ook hier voor een lekkere versnapering gezorgd. Ook deze opbrengsten kwamen ten goede van het goede doel. Deze organisatie staat dan ook al jaren als een paal boven water, want ondanks het ‘natte’ weer mag de Kids Run dit jaar een nieuw recordbedrag van € 5013,64 bekendmaken. Doordat deze geweldige bedragen werden aangeboden bij het Glazen Huis Echt-Susteren kon de organisatie van dit plaatselijke initiatief het eindbedrag bekend maken van € 18.387,19. Dit bedrag werd dan ook weer aangeboden aan het Glazen Huis in Haarlem. Zo hebben bovenstaande scholen zich geweldig ingezet voor het goede doel.
Dennis Sevriens Bs De Avonturijn
KindanteScoop In a better world Deens drama over vergelding en vergeving. Regisseur Susanne Bier brengt beide ethische dilemma’s in deze rolprent samen zonder te zeer te moraliseren. De film is bekroond met de Oscar voor beste buitenlandse film. Twee jonge acteurs overtuigen met hun spel en zorgen voor een hartverwarmend drama.
Twee verhaallijnen De film vertelt het verhaal van twee families uit hetzelfde dorp. Hun zonen zitten bij elkaar in de klas. Elias, de tienjarige zoon van Anton en Marianne, sluit vriendschap met Christian. Die is met zijn vader Claus na het overlijden van zijn moeder verhuisd van Londen naar het Deense platteland. Christian kan de dood van zijn moeder na een verschrikkelijke lijdensweg maar moeilijk een plekje geven. Veel hulp krijgt hij daarbij niet van zijn vader. Daarvoor zit deze te diep verwikkeld in zijn eigen rouwverwerking. Ook Elias is kwetsbaar. Op school is hij slachtoffer van pesten. Zijn ouders hebben het te druk met hun eigen huwelijksproblemen. Een scheiding ligt in het verschiet. Op de eerste schooldag is Christian getuige hoe zijn klasgenoot Elias afgetuigd wordt door een pestkop. Later slaat hij deze dader in elkaar. Hij bedreigt hem zelfs met een mes. Elias is loyaal aan zijn nieuwe vriend. Hij zwijgt tegenover de schoolleiding en zijn moeder over het mes en verbergt het zelfs in hun woning. Afrika Een groot gedeelte van de film neemt de kijker mee naar Afrika. Anton is namelijk arts in een vluchtelingenkamp. We zien hoe hij probeert levens te redden van verkrachte vrouwen of van hun ongeboren kinderen. Wat moet hij doen met de daders? Vergeven of veroordelen? Dat wordt helemaal een dilemma als de aanvoerder van deze bende gewond bij hem wordt afgeleverd in het noodhospitaal. Anton is overtuigd dat vergiffenis de mensheid verder brengt dan wraak nemen. Maar nu de wreedheid zo duidelijk aanwezig is in de persoon van deze misdadige guerrillastrijder, die ook nog trots is op zijn “spel” (hij snijdt zwangere vrouwen met zijn lemmet open om te kijken of hij de weddenschap “is zij zwanger van een jongen of een meisje” gewonnen heeft), beginnen de wraakgevoelens in hem te groeien. Climax Toch ligt de climax van de film niet in Afrika, maar spitst deze zich toe in de relatie tussen de twee jongens Christian en Elias. De wraaklust van Christian
sleept Elias mee in een verschrikkelijk plan. Ook Elias gelooft meer in vergeving dan in wraak, doch hij wil de vriendschap met zijn gefrustreerde vriend niet op het spel zetten. Hij besluit mee te doen. Dan ervaart hij dat bij een wraakneming de kans op onschuldige slachtoffers altijd aanwezig is. Met gevaar voor eigen leven probeert hij het noodlot te keren! De toeschouwer schuift naar de rand van zijn stoel. Deze daad mag de levens van beide jongens niet ruïneren. Engel of duivel Of te wel: geloof je in het goede of in het kwade? Mensen hebben beide vermogens in zich. Waarom kiest de een voor het negatieve en de andere voor het positieve? Of is het niet zo zwart-wit? En wat draagt opvoeding bij aan die keuze? De film roept vele vragen op en geeft gelukkig weinig antwoorden. Formuleer jouw keuze voordat je aan de film begint, dan kun je na afloop nagaan of je bij die keuze blijft of dat je van inzicht bent veranderd. Kijk je met meerderen dan heb je na afloop vast en zeker een spannende discussie. De dvd is te leen bij secretariaat Kindante. Trailer www.youtube.com/watch?v=n_qEmu_VBok
Peter Tillemans
7
De droom van… Jos Heil! Getrouwd, twee volwassen zonen, twee kippen en twee eenden. Woont in Wolfhagen in het natuurgebied Kakkert . In het dagelijkse leven locatie-directeur van de Xaveriusschool Voortgezet Onderwijs, afdeling leer-werk- en trainingscentrum voor leerlingen van 12 tot 20 jaar met gedragsproblemen. Een school waar praktijk en theorie gelijke tred houden.
8
Olympia aan de Wintraak Zijn grootste droom: gezond oud worden met de omgeving die hij lief heeft. Een mooie droom maar niet apart genoeg voor een artikel in dit blad. Nee, de droom van Jos brengt ons naar Watersley. Om precies te zijn naar het Sports & Talent Park. Hier aan de rand van Sittard aan de voet van de Wintraak ontwikkelt zich een internationale campus. De ontmoetingsplek voor topsporters met als doel goud halen bij de Olympische Spelen. Voorlopig zijn de mountainbikers onder leiding van bondscoach Tim Heemskerk van de KNWU hier neergestreken om zich voor te bereiden op mondiale successen. Zij vormen de voorbode voor meerdere takken van de wielersport. Maar ook andere (team)sporters gaan profiteren van dit Park. Voor LOOT-leerlingen (Landelijke Organisatie Onderwijs en Topsport) liggen hier ideale kansen om onderwijs en sport op korte afstand te realiseren. Kortom, hier voltrekt zich een metamorfose. Na kasteel, klooster en zorgcentrum is Watersley nu de plek waar jonge, ambitieuze sporters de rust vinden om hun sportieve talenten te kunnen ontplooien. Een ideale plek, midden in de Euregio. (Zie www. watersley.nl) Visionair Jos vertelt verder. Het begint allemaal met een presentatie van projectontwikkelaar Joop Petit. Hij komt met zijn visie hoe dit gebied ontwikkeld kan worden. Wat de mogelijkheden zijn, wat de kansen. “Ik was meteen enthousiast. En zag al direct een aantal toepassingen voor onze leerlingen. Maar mijn droom is breder. Ik voorzie een plek waar plaats is voor basisonderwijs tot universiteit. Denk aan sportartsen, therapeuten, pedagogen. Sportwereld en maatschappij zijn dan niet gescheiden, maar vullen elkaar aan. Het is een realistische omgeving, dat stimuleert kinderen. Zij dragen op hun beurt ook hun talenten bij op weg naar goud.
Bovendien moeten de sporters gehuisvest worden. Voeding is een belangrijk onderdeel. Dat geeft weer mogelijkheden aan opleidingen om hun leerlingen stage te laten lopen. Restaurants, hotel, appartementen zullen er komen en niet te vergeten een camping. Wat een variatie aan praktische mogelijkheden brengt dat voor het onderwijs. Maar de omgeving nodigt uit voor bezinning. Geen topsport zonder ontspanning. De omgeving is groen. Wandel- en fietspaden leiden je naar het groene hart van de oude mijnstreek. Sporthallen en zwembaden zijn voorhanden. Een ideale omgeving om collega’s met burn-out verschijnselen te laten herstellen en tegelijkertijd kunnen scholen profiteren van hun kennis en ervaring in deel projecten of in de begeleiding van jongere leerkrachten en stagiaires. Samen werken, samen sporten, samen verantwoordelijkheden dragen is de beste medicijn om de accu weer vol te krijgen.” Ja, de droom van Jos is nog niet ten einde. “Ik zie scholen hier hun schoolkampen houden. Je kunt trainingen, bijvoorbeeld over faalangst, aanbieden, vergaderingen houden, workshops organiseren.” Van droom naar werkelijkheid Geweldig! Mensen kunnen niet zonder dromen. Maar Jos is ook realistisch en praktisch. Zijn leerlingen werken al aan de realisatie van dit project. Zij helpen mee met het klaarmaken van de woonunits, verzorgen het groenonderhoud en bovenal vinden ze het prachtig en stimulerend. Het gevoel dat ze een belangrijk onderdeel zijn van een ambitieus project. Een uitdagende situatie waar leren, werken en trainen samenkomen. Nu de rest nog van de droom van Jos.
Peter Tillemans
Omgaan met onzekerheid Op de nieuwjaarsreceptie kwam een collega leerkracht naar mij toe en vroeg: ”Wat staat ons allemaal te wachten? Het lijkt wel of ons beroep steeds zwaarder wordt”. Korte tijd daarna vroeg een lid van de GMR of het CvB opdracht gegeven had om 60+-ers dichter op de huid te zitten en meer functioneringstrajecten op te starten. Weer iemand anders vroeg: “is het nog reëel dat we uit kunnen gaan van een werkgelegenheidsgarantie?” In meerdere gesprekken komen dit soort opmerkingen en vragen aan de orde en klinkt onzekerheid over de toekomst door. In een eerdere Kindante-info heb ik eens geschreven dat omgaan met onzekerheid een van de cruciale competenties is in onze huidige samenleving en dus ook als je in het primair onderwijs werkt. Een van de manieren waarvan ik denk dat eenieder hiermee om kan gaan is zelf na te denken over wat belangrijke uitgangspunten of criteria voor jou zijn, welke alternatieven je hebt en die te leggen langs je uitgangspunten. Veel mensen hebben vaak maar één optie voor ogen. Daar zit voor mij een sterk aspect van dwang aan, waarbij alles wat dat doel in de weg staat, als bedreigend ervaren wordt en verdedigende reacties oproept. Meestal sta je dan niet sterk. Twee opties hebben is ook lastig: kies je de ene optie dan weet je niet wat je mist en kies je de andere dan weet je weer niet wat je mist als je de eerste gekozen had. Het is voor velen van ons lastig om met dergelijke dilemma’s om te gaan. Als jij je de vrijheid gunt om drie, vier of vijf opties te verkennen, dan ontstaat, zo heb ik dat zelf en in gesprekken met anderen ervaren, ruimte en vrijheid en kun je zaken goed afwegen. Ook al kies je niet de optie die het dichtst bij je uitgangspunten komt, dan weet je wel heel bewust wat je laat liggen. Je weet dan dus ook wat je te doen hebt bij wat je wel gekozen hebt. Mij lijkt meer dan vijf opties verkennen voor de meeste mensen niet echt weggelegd. Dan verlies je het overzicht en ontstaat er (nog meer) chaos in je hoofd en kom je niet tot een keuze. Neem de regie Het bovenstaande sluit wat mij betreft ook aan op een ander idee dat we de komende tijd in de organisatie gaan introduceren en waarvan we tevens verwachten dat het tot een brede en diepe discussie in onze organisatie gaat leiden. Hoe kunnen we er voor zorgen dat iedereen in onze organisatie eigenaar wordt van zijn eigen personeelsdossier? Vaak kom ik collega’s tegen die, in uiteenlopende bewoordingen en met uiteenlopende verhalen hoe het zo ver is gekomen, aangeven dat zij geen of weinig gesprekken hebben gehad over hun functioneren en hun ontwikkelbehoeften en – mogelijkheden. Ik vraag mezelf dan af en ik stel die vraag dan ook: “Waarom heb je zelf dan niet aan de bel getrokken? Waarom wacht je af? Was dit zo ook niet comfortabel op dat moment? Ben je niet de baas over jezelf?”. Voor veel mensen is het hebben van een ‘dossier’ niet een teken dat het goed met je gaat. In een
functioneringstraject zitten, is geen pretje. Zeker niet als je lange tijd niet echt nagedacht hebt over je eigen ontwikkeling en motivatie, laat staan dat je het daar met je collega’s en je leidinggevende over gehad hebt. Ja misschien wel met mensen die je niet meemaken in je dagelijks handelen. Ik vind dat je alles op alles moet zetten om zelf de regie te hebben over je leven, je werk en je ontwikkeling als mens en als professional. Daar hoort bij dat je zelf verantwoordelijk bent voor je dossier, zelf verantwoordelijk bent voor je ontwikkeling en ook voor vragen als “Waar kom ik het beste tot ontplooiing? Waar heb ik de meeste meerwaarde? En ook: Is Kindante voor mij nu en morgen de beste organisatie? Heb ik nog de motivatie en de energie om de onderwijsopdracht uit te voeren?”. Het lijkt mij verschrikkelijk in het huidige tijdsgewricht, met al die ontwikkelingen in de samenleving en de wereld, met kinderen te werken, indien je de passie voor of betrokkenheid bij kinderen niet meer voluit kunt opbrengen. Ik zou zeggen: ga in gesprek en kijk samen met degene die je én vertrouwt én toedicht kritische vragen te kunnen en durven te stellen. En wat die vragen van het begin betreft: Ja, het is een zwaar beroep; ja, het is een mooi beroep. Je staat er niet alleen voor, samen kan veel. Ja, zorg dat je niet stil blijft staan. Nee, we hebben geen opdracht verstrekt om het 60+-ers moeilijk te maken; ja, we vragen van jullie allemaal eerlijk tegen jezelf en anderen te zijn over wat je wilt, kunt en durft, afgezet tegen dat wat moet als je leerkracht bent en bij Kindante wilt werken. Ja, we zullen over de houdbaarheid van het huidige werkgelegenheidsbeleid moeten praten; ja, we staan voor lastige keuzen. Ook ik heb zorgen, maar ik ben ook optimistisch. Ik zie veel gemotiveerde collega’s, ik zie vaak de hartstocht voor de ontwikkeling van het kind in het werk van alledag en ik weet uit ervaring dat we er samen uit zullen komen. Voorwaarde is wel dat je gemotiveerd bent, kritisch en respectvol bent. Graag zou ik het hierover met een aantal leerkrachten en andere mensen uit de scholen tijdens een lunch met broodjes willen hebben. Wie durft? De eerste zes die zich melden (via Eveline Laugs,
[email protected]) worden uitgenodigd.
Yvon Prince
9
Passend Onderwijs en de praktijk “We maken onderwijs op een eigentijdse, toekomstgerichte en herkenbare manier passend op de onderwijs- en ontwikkelbehoeften van kinderen en gaan uit van gelijkwaardigheid en erkende ongelijkheid.” Dit is één van de strategische speerpunten van Kindante. Hoe verhoudt planning op papier zich met de uitvoering op de werkvloer door de scholen? Kunnen leerkrachten de hoge verwachtingen waarmaken en hoe ervaren zij de nieuwe uitdagingen? Wat heeft de leerkracht daarvoor nodig in haar/zijn “gereedschapskist”?
10
“Leerkrachten zijn al van vòòr de invoering van de wet passend onderwijs bezig met het centraal stellen van de onderwijsbehoeften van de leerling,” zeggen Marika de Bruijn en Astrid Stevens, die in de afgelopen maanden alle Kindantescholen hebben bezocht en gesprekken hebben gevoerd met directeuren, intern begeleiders en leerkrachten over de reeds aanwezige expertise op school en de eventuele ondersteuningsbehoeften. Marika en Astrid kunnen diverse voorbeelden noemen van reguliere scholen waar leerlingen al langere tijd onderwijs genieten ondanks hun beperking. Door zeer betrokken leerkrachten wordt - waar nodig gezocht naar onder meer: aanpassingen in de fysieke omgeving, aanpassingen in het lesrooster, uitbreiding van materialen en middelen, extra handen in de klas door ouders of ondersteuners of ook uitbreiding van persoonlijke kennis en vaardigheden. Bovendien zijn er teams die gezamenlijk specifieke scholing volgen om het best mogelijke onderwijs te geven aan leerlingen die hun school bezoeken. Verder dragen deze scholen met elkaar ertoe bij dat “leren leren, leren leven” vorm krijgt en nieuwe perspectieven opent, zowel voor leerlingen en ouders als voor school en maatschappelijke omgeving. “ In de gesprekken die we hebben gehouden vertellen scholen over wat hen raakt; zij vinden de acties die zij ondernemen om hun leerlingen het onderwijs te bieden dat nodig is, heel vaak vanzelfsprekend en omdat veranderingen vaak gaandeweg plaatsvinden, realiseert men zich niet dat dit juist is waar het bij passend onderwijs om gaat: zet de leerling centraal en geef hem wat hij nodig heeft om zich op een goede manier te ontwikkelen. Scholen lopen met hun successen niet gauw te pronken. Op dit moment zijn er bij Kindante reguliere basisscholen die onder andere een veilige plek bieden aan: • leerlingen met een levensbedreigende ziekte • leerlingen met een huidziekte • leerlingen met een gehoorstoornis • een leerling die blind is • leerlingen met een gedragsstoornis • leerlingen met een taalachterstand • leerlingen van asielzoekerscentra • buitenlandse leerlingen, nieuwkomers • leerlingen met andere lichamelijke of geestelijke beperkingen Voor al deze leerlingen wordt gebruik gemaakt van de expertise en ondersteuning die geboden kan worden
vanuit speciaal (basis-)onderwijs en de mogelijkheden tot ondersteuning door gespecialiseerde deskundigen vanuit Kindante Kwadrant.” Astrid en Marika geven aan dat het belangrijk is dat scholen expertise met elkaar delen. “Schooloverstijgende kenniskringen zullen binnenkort van start gaan en worden door de voormalige ambulante begeleiders vanuit speciaal (basis-) onderwijs, die allen inmiddels zijn gecertificeerd als co-teachers, begeleid. Bovendien kunnen leerkrachten in hun eigen groep ondersteuning van deze co-teachers aanvragen. Leerkrachten weten heel goed wat zij in hun “gereedschapskist” hebben en waarmee zij deze verder willen uitbreiden, alles in het belang van het kind in de klas.” Hoe vindt een leerkracht de goede balans? Marleen Brunsting, een jonge leerkracht met 10 jaar ervaring in het onderwijs, heeft aan de Sjtadssjool in Sittard groep 7 onder haar hoede. Zij vertelt: “Als leerkracht ben je voortdurend op zoek naar het beste onderwijs voor ieder kind. Elke leerkracht probeert dit op de manier die bij hem/haar past, maar allemaal vanuit dezelfde opdracht en uitgangspunten. Elk kind verdient het gezien te worden! Zo geef ik iedere leerling bij binnenkomst en bij het weggaan een hand en kijk hoe het op dat moment met hem/haar is. Er wordt ruimte gemaakt voor persoonlijke aandacht.
Ik heb de rol van de leerkracht in de afgelopen jaren wel zien veranderen. Wij werken vanuit de 1 zorgroute, waarbij ook de nodige administratie gevoerd moet worden. Als je ziet dat dit uiteindelijk profijt oplevert
voor het kind èn jezelf, is het gemakkelijker de discipline hiervoor op te brengen. Ik heb een reguliere groep met grotendeels jongens en enkele meisjes. Er zit 1 rugzakleerling in, waarvan ik zelf de begeleiding doe. Verder twee leerlingen met dyslexie, 1 leerling met een autismespectrumstoornis, hij maakt gebruik van een laptop, 1 leerling met ADHD en 1 leerling met ADD. De overige leerlingen hebben geen “etiketje”, maar uiteraard wel hun eigen kenmerken of persoonlijke omstandigheden. Wij maken gebruik van portfolio’s, waarbij er regelmatig individuele gesprekken met het kind worden gevoerd. Verder worden de ouders nauw betrokken bij alles wat op school gebeurt. Het samen delen van de verantwoordelijkheid helpt je je doelen te realiseren. Voortdurend reflecteer je op je werk.
Wat is er goed gegaan, wat zou beter kunnen, wat vind ik moeilijk? Met al die vragen kan ik ook terecht bij mijn collega’s, intern begeleider en directeur. Je moet dùrven vragen en jezelf ook de tijd gunnen om te wennen aan veranderingen. Ik heb intussen geleerd mijn eigen grenzen te aan te geven. Het vinden van de juiste balans is een voortdurende zoektocht. Omdat ik al een aantal jaren werk, ben ik goed op de hoogte van de leerlijnen. Als het belang van een of meerdere leerlingen hierom vraagt, kan ik gemakkelijker de leerstof loslaten en prioriteit geven aan wat er in de groep op dat moment nodig is, dit geldt zeker op sociaal-emotioneel gebied. Door in te gaan op de onderwijsbehoefte van het kind kan de leerkracht
ontdekken over te weinig “tools” te beschikken. Bij het uitbreiden van je eigen kennis en vaardigheden is het ook goed overtollige ballast weg te gooien, daarmee maak je ruimte voor iets nieuws. Het is belangrijk dat je je vragen en zorgen met anderen kunt delen. Op onze school wordt veel ruimte geboden door directeur en intern begeleider om je eigen ideeën over wat jouw leerlingen nodig hebben vorm te geven. Deze vrijheid en het in ons gestelde vertrouwen waardeer ik. Bij het maken van keuzes en het stellen van prioriteiten kies ik altijd voor het belang van het kind en het primaire proces. Dit geldt eveneens voor het omgaan met administratieve taken. Uiteraard vullen we groepsplannen en individuele plannen in, maar we doen dit zo effectief mogelijk. Digitaal knippen en plakken helpt daarbij. Er wordt veel aandacht geschonken aan het omschrijven van de doelen. Na enkele weken worden de resultaten gemeten en de doelen voor de komende periode vastgesteld, alles in overleg met de zorgcoördinator. Het is niet nodig tot in de kleinste details alles schriftelijk vast te leggen. Het blijft echter een zoektocht naar de balans, goed timemanagement speelt een belangrijke rol. Natuurlijk blijven er pieken in werkdruk, zoals bijvoorbeeld in de toetsperiode. Ik ben vroeg op school, zorg voor een goede voorbereiding en een duidelijke dagplanning, dit komt alle kinderen van de groep ten goede. Na school ben ik nog enkele uren op school bezig, maar daarna ga ik naar huis, zònder werk voor school mee te nemen.” Diversiteit in de schakelklassen. Basisschool De Tovertuin in Sittard biedt niet alleen onderwijs aan de kinderen uit de buurt, maar heeft daarnaast voor kinderen met een taalachterstand of Nederlands als tweede taal uit de gemeenten SittardGeleen, Stein en Beek twee schakelklassen: De schakelklas voor 4 tot 6-jarigen die op maandag en dinsdag naar de Tovertuin komen en voor de overige dagen van de week naar hun moederschool gaan. De schakelklas voor 6 tot 13-jarigen, waar leerlingen gedurende de hele week en voor een periode van 1 tot 1,5 jaar intensief begeleid worden bij het leren van de Nederlandse taal, waarna zij terugkeren naar hun moederschool.
11
12
Enthousiast en trots laat de directeur, Mayke Zijlstra, de groepen zien. “De schakelklas van de oudere kinderen werd zo groot, dat we na Kerst de groep zijn gaan splitsen. Ik ben erg blij met de leerkrachten die hier werken. De kinderen uit de schakelklassen worden volledig opgenomen door de rest van de school. Waar mogelijk laten we leerlingen meedoen in de reguliere groepen. Daarvoor hebben we wat organisatorische aanpassingen moeten doen, maar het levert voor de leerlingen heel veel op. Je ziet met hoeveel plezier ze naar school komen en hoe goed de sfeer hier is.” De diversiteit in de groepen is groot. In de opsomming van nationaliteiten komt Mayke al gauw tot een stuk of tien. Verder liggen de niveaus ver uit elkaar. Hoe geef je vorm aan goed onderwijs als de ene leerling 6 jaar is en heel snel de nieuwe taal machtig is en een andere leerling in dezelfde groep 11 jaar is en nog nooit naar school is gegaan?
Met bewondering hebben we Regien Hoedemakers bezig gezien met deze groep. Zij is van origine kleuterleidster en afkomstig van de voormalige basisschool Onder de Kastanje. Zij geeft voor het tweede jaar les in deze schakelklas en is zeer betrokken. “Het was een hele stap, maar ik ben zo blij dat ik die genomen heb! Ik maak in mijn groep dankbaar gebruik van het smartboard als hulpmiddel. We werken vooral thematisch en ik heb veel profijt
van mijn eerdere ervaringen in de kleuterbouw. Ik ondervind veel ondersteuning van de samenwerking hier in het team, want alleen kun je dit niet waarmaken. We hebben ook veel hulp van zorgcoördinator Esther Niels, waarmee alle leerlingen doorgesproken worden. Voor ieder kind wordt een OOP opgesteld. Het werken met deze kinderen vergt veel van de leerkrachten, maar je krijgt er zo ontzettend veel voor terug! Ze zijn heel leergierig, zuigen als een spons alle informatie op en komen heel graag naar school. In hun thuissituatie is het vaak moeilijk en hebben zij weinig contacten. Vooral over de oudere kinderen maak ik me wel eens zorgen. Hoe ziet voor hen de toekomst er uit en op welke school komen zij straks het best tot hun recht?” Dat het werken met deze kinderen niet eenvoudig is, beaamt ook Zina Helwig, die sinds enkele weken de oudste kinderen uit de groep begeleidt. “Ik moet elke dag heel goed voorbereiden en een duidelijke planning op papier maken. Verder moet ik er rekening mee houden dat kinderen tussentijds even weggaan om bijvoorbeeld met de reguliere groep te gaan sporten. Die tijd gebruik ik dan weer om met een ander groepje apart te werken.” In de dagoverzichten die zij laat zien, wordt dit duidelijk aangegeven. De leerkrachten gaan heel bewust om met taal, benoemen alles wat zij doen, verduidelijken en herhalen en dagen leerlingen uit zoveel mogelijk te praten. Dit is zichtbaar als we in de kleutergroep gaan kijken bij Jos Buijssen, eveneens afkomstig van basisschool Onder de Kastanje. Zij is voortdurend in gesprek met de kinderen, benoemt en herhaalt wat ze doen bij een spelletje, voordat ze dit zelfstandig gaan doen. Tegelijkertijd stuurt ze individueel werkende leerlingen aan en geeft complimentjes en aanwijzingen, dat is nog eens “multitasken”! Anderen bouwen ondertussen een toren en betrekken juf Mayke hierbij. Ook hier wordt het smartboard ingezet voor de taalontwikkeling, maar het is vooral de persoon van de leerkracht die ervoor zorgt dat de leerlingen betrokken blijven, net zoals we hebben gezien in de andere groepen!
13
Trajectbegeleiders De zorgen die Regien uitspreekt over het vinden van de passende plek van kinderen met een zeer specifieke onderwijsbehoefte worden mede gedragen door de trajectbegeleiders, de professionals die in beeld komen als zorgniveau 4 binnen school onvoldoende tegemoet kan komen aan wat het kind nodig heeft. Zoals vermeld in het vorige infoblad beschikt Kindante Kwadrant over drie trajectbegeleiders die scholen ondersteunen bij de (mogelijke) verwijzing naar (voortgezet) speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs. Over de betreffende trajectbegeleiders: Francine Vasterling, Godelieve de Heij en Bert de Vaan is meer te vinden op de site www.swvpowestelijkemijnstreek.nl naast alle andere informatie m.b.t. passend onderwijs en de veranderde regelgeving. “Het is goed als scholen ons vroegtijdig inschakelen, nog voordat verwijzing als enige mogelijkheid wordt gezien.
Wij ondersteunen scholen in hun zoektocht naar aanpassingen op niveau 4 en daardoor kunnen sommige kinddossiers na een tijdje gesloten worden en blijven kinderen op hun eigen school onderwijs volgen. De veranderingen door de wet passend onderwijs hebben ertoe geleid dat scholen en leerkrachten zich meer bewust zijn geworden van hun verantwoordelijkheid. Er wordt meer op maat gewerkt en de grote winst is dat er meer samenwerking is tussen alle zorgverleners betrokken bij het kind. We zien meer samenwerking binnen scholen en samenwerking tussen scholen onderling. Nog niet alles is even duidelijk m.b.t. de nieuwe wetgeving. Graag willen we in een volgend nummer aandacht besteden aan een aantal praktijkvoorbeelden, zoals bijvoorbeeld de terugplaatsing van leerlingen naar het reguliere onderwijs of een voorbeeld van hoe een arrangement er uit kan zien.”
Ellie Peters.
Beste ouder, over ‘dat’ kind…. Op internet is onderstaande blogtekst, van basisschooljuf Amy, eind vorig jaar miljoenen keren gedeeld. Niet verrassend: het is een brief recht uit het hart, die uitstekend verwoordt hoe ieder kind anders is, en dat er achter elk kind een verhaal steekt. Beste ouder,
14
Ik weet het. Je bent bezorgd. Elke dag komt jouw kind thuis met een verhaal over ‘dat’ kind. ‘Dat’ kind dat altijd schopt, duwt, knijpt en krabt en dat zelfs andere kinderen bijt. ‘Dat’ kind dat altijd mijn hand vasthoudt in de gang. ‘Dat’ kind dat op een of andere manier anders is dan andere kinderen en dat op een andere plek wil zitten dan de andere kinderen. Het kind dat weg werd gehaald bij de blokken, omdat ‘ie niet begreep dat blokken niet bestaan om mee te gooien. Het kind dat over het speeltuinhek klimt, terwijl ik zei dat het niet mocht. ‘Dat’ kind dat de melk van z’n klasgenoot omgooide in een opwelling van woede. Expres. Terwijl ik toekeek. En wanneer ik ‘m vroeg om het op te ruimen, gebruikte hij de hele keukenrol. Expres. Terwijl ik toekeek. Ook gebruikte ze het F-woord tijdens gym. Je bent bezorgd dat ‘dat’ kind jouw eigen kind van zijn werk afhoudt. Je bent bezorgd over het feit dat hij de boel aan het verstoren is en dat jouw kind daarom niet genoeg aandacht krijgt. Je bent bezorgd dat ze op een dag echt iemand pijn gaat doen. Je bent bezorgd over het feit dat die ‘iemand’ jouw kind is. Je bent bezorgd dat jouw kind straks ook agressie gebruikt als ‘ie iets wil. Je maakt je zorgen dat je kind een leerachterstand creëert, omdat ik niet doorheb dat ‘ie z’n pen verkeerd vasthoudt. Ik weet het. Jouw kind, dit jaar, in deze klas, op deze leeftijd is niet ‘dat’ kind. Jouw kind is niet perfect, maar ze doet wat er gevraagd wordt. Hij deelt graag zijn speelgoed. Zij gooit niet met stoelen. Hij steekt gewoon z’n hand op als ‘ie iets wil vragen. Ze werkt wanneer er gewerkt moet worden en speelt wanneer er gespeeld moet worden. Hij kan rustig naar het toilet gaan en terugkomen zonder capriolen. Zij denkt dat het S-woord ‘super’ betekent en het K-woord ‘kansloos’. Ik weet het. Ik weet het, ik ben ook bezorgd. Weet je wat het is, ik maak me continu zorgen. Ik ben bezorgd om ALLE kinderen. Ik maak me zorgen om zijn pengreep, om haar uitspraak, om het feit dat ‘ie verlegen is en om die ene lunchtrommel die constant leeg is. Ik denk aan Gavin’s jas die nu echt niet warm genoeg is en aan Talitha’s vader die schreeuwt om het feit dat ze de letter ‘b’ als een ‘d’ heeft geschreven. Vooral in de auto op weg naar huis denk ik aan deze momenten. Maar goed, ik weet het, je wil graag met me praten over ‘dat’ kind. Ik wil ook over ‘dat’ kind praten, echt, maar
er zijn zoveel dingen die ik niet kan zeggen. Ik kan bijvoorbeeld niet vertellen dat ze met 18 maanden is geadopteerd uit een weeshuis. Ik kan niet praten over het feit dat ‘ie op voedselallergieën wordt getest en dat ‘ie daarom continu honger heeft, omdat ‘ie bijna niets mag eten. Ik kan ook niets zeggen over dat zijn ouders in een vechtscheiding zitten en dat ze op dit moment bij haar oma woont. Daarbij mag ik ook niets vertellen over haar oma. Die drinkt namelijk. Ik mag je niets vertellen over zijn astma-medicijnen waar hij akelig en geïrriteerd door raakt. Ik mag niets zeggen over het feit dat haar moeder er alleen voor staat en dat haar dochter dus altijd te vroeg wordt gebracht en te laat wordt opgehaald. En dat van school naar huis rijden, zo’n 40 minuten duurt. En dat haar dochter daarom een tekort aan slaap heeft. Ook kan ik niet praten over het huiselijk geweld dat zich thuis afspeelt. Het is oké, zei je. Je begrijpt dat ik geen persoonlijke informatie mag delen. Je wil alleen maar weten wat ik aan het gedrag van ‘dat’ kind doe. Ik zou het je graag willen vertellen, maar dat kan ik niet. Ik kan je niet vertellen over het feit dat ze hulp krijgt bij het spreken en dat een opdracht uitwees dat ze een spraakachterstand heeft. De therapeut heeft het idee dat haar agressie voortkomt uit het feit dat ze gefrustreerd is omdat ze zich niet goed kan uiten. Ik kan je ook niet vertellen dat ik ELKE week met zijn ouders afspreek en dat sowieso een van de ouders altijd huilt tijdens deze besprekingen. Ik praat ook niet over het feit dat ‘dat’ kind en ik een geheim handsignaal hebben, dat wordt ingezet als ze zich even terug wil trekken. Ik mag je ook niets zeggen over het feit dat ‘ie opgekruld op m’n schoot wil liggen, want ‘ik word rustig van uw hartslag, juf’. Ik kan niets vertellen over haar agressieve buien die ik nauwlettend in de gaten hou en het feit dat ze van 5 uitbarstingen per dag naar 5 per week is gegaan. Ook kan ik niets zeggen over het secretariaat dat achter me staat en helpt wanneer ‘dat’ kind toe is aan verandering en steun. Ik kan niets kwijt over toen ik opstond tijdens een vergadering, met tranen in m’n ogen, en mijn collega’s smeekte of ze ook aandacht aan haar willen besteden en aardig tegen haar willen doen, zelfs wanneer ze gefrustreerd zijn over het feit dat ze wéér iemand geslagen heeft. Onder de neus van een meester. Het is gewoon zo dat er zoveel dingen zijn die ik niet kan vertellen over ‘dat’ kind. Ik kan niet eens de goede dingen aan je kwijt. Ik kan niets vertellen over dat het
zijn taak is om de planten water te geven en dat ‘ie in huilen uitbarstte toen een van de planten doodging. Ik kan je niets zeggen over dat ze elke ochtend haar babyzusje een kus geeft en dan fluistert ‘Jij bent mijn zonneschijn’, waarna haar moeder de buggy verder duwt. Ik kan je niets vertellen over het feit dat hij meer van onweer weet dan de meeste meteorologen. Ik kan niets zeggen over dat ze altijd wil helpen met het punten slijpen. Ook zeg ik niets over dat ze een hand door het haar van haar beste vriendin haalt in de pauze. Ik kan niets kwijt over zijn klasgenoot die huilt en dat hij dan komt aangesneld met zijn lievelingsknuffel. Weet je wat het is lieve ouders, ik kan alleen dingen tegen je zeggen over jullie kind. Dus wat ik je wel kan zeggen, is dit: als jouw kind ooit ‘dat’ kind wordt, beloof ik dat ik deze privé-informatie nooit deel met andere ouders. Ik zal op regelmatige basis met je blijven praten, duidelijk en vriendelijk. Ik zorg dat er tissues klaarstaan en dat, als je het toelaat, ik je hand pak als het nodig is.
Ik zal me hardmaken voor de beste hulp en begeleiding en ik zal samenwerken met de juiste aangewezen professionele mensen. Ik zal ervoor zorgen dat je kind extra liefde krijgt, wanneer hij of zij dat nodig blijkt te hebben. Ik zal namens jouw kind spreken hier op school. Ik zal steeds, wat er ook gebeurt, zoeken naar de goeie, leuke en speciale eigenschappen die jouw kind bezit. Ik zal hem en jou eraan herinneren dat ‘ie inderdaad speciaal is, steeds weer. En wanneer een andere ouder naar me toekomt met vraagtekens over jouw kind, dan zal ik dit hele verhaal herhalen. Steeds weer.
Met hele vriendelijke groet, De lerares Bron: Famme.nl, oorspronkelijk in het Engels op missnightmutters.com, november 2014.
Levenslessen van de Oosterse meester De Japanse onderwijzer en filosoof Toshiro Kanamori is een inspirerend voorbeeld. In zijn lesgeven creëert hij verbondenheid met en onder zijn leerlingen. Zijn credo: je komt naar school om gelukkig te zijn. Als één iemand in de klas niet gelukkig is dan is niemand het. Een opvallende filosofie in een land waar emoties tonen niet gewaardeerd wordt. Het hele onderwijssysteem is gericht op prestaties waarbij het groepsgebeuren belangrijker is dan het individu. Kanamori legt de accenten anders. Hij wil dat elk kind gehoord wordt en dat anderen hem leren begrijpen en waarderen. Eerst als jezelf emotioneel sterk bent kun je een ander in je hart sluiten. Aanvankelijk is de weerstand vanuit de schoolorganisatie en ouders groot. De bezwaren zijn begrijpelijk. “Leren de kinderen voldoende en wat is de meerwaarde van praten over je gevoelens?” Toch zet hij door en bewijst het tegendeel. Nu is Kanamori een begrip in Japan en een voorbeeld voor menig jonge leerkracht. Zijn onderwijslessen baseren zich op vijf principes: 1. Kinderen moeten kind mogen zijn (het zijn geen kleine volwassenen). Spelen, plezier hebben, zich vrij kunnen voelen, ervaringen opdoen met voorrang voor hun spontane vitaliteit. Daarom trekt hij er met de hele groep op uit en speelt hij samen met hen in het water, in de modder, in de sneeuw. 2. Kinderen moeten goed eten en de waarde van het voedsel kennen. Daarom eet de klas samen, praten ze over het voedsel en telen ze hun eigen rijst en groenten.
3. Ieder mens is een uniek wezen en mag er als individu zijn. Daarom organiseert Kanamori veel gesprekken waarin de gevoelens van kinderen naar boven komen. 4. Je eigen lot mag je niet in handen leggen van anderen. Het is van belang om zelf mee te bepalen, te creëren en verantwoordelijkheid te nemen. Hij laat de kinderen veel samen organiseren zonder tussenkomst van volwassenen, om bij conflicten vanuit alle perspectieven te reconstrueren. 5. Kinderen moeten vrij gemaakt worden van de verwachtingen van ouders. Kinderen moeten hun eigen behoeften leren formuleren, vrijuit praten en zo druk wegnemen. Daarom praat hij veel met de kinderen over wat hen zelf bezighoudt en leert hen argumenteren. Je kunt de meester zelf bezig zien. De documentaire vind je op internet en duurt ongeveer 45 minuten. www.onzekinderenzijndetoekomst.nl/blogs/item/218niet-meetbaar-en-toch-resultaat-in-het-onderwijs Hoewel deze documentaire tien jaar oud is, is hij het bekijken meer dan waard. Je ziet hoe Kanamori zijn vijf principes in de praktijk met zijn klas uitvoert. Daarnaast is hij een inspirerende opvoeder. Zijn filosofie en pedagogisch inzicht vinden overal in de wereld bewonderaars en volgers. Zijn credo wordt gehoord. Dat blijkt ook wel als hij twee jaar geleden op vijfenzestigjarige leeftijd een bezoek brengt aan Nederland. Op tien plaatsen geeft hij lezingen en gaat in gesprek met leerkrachten. De lezingen zijn in een mum van tijd uitverkocht. Ook in Roermond puilt de zaal uit. Wellicht was jij een van de gelukkigen? Dan horen we graag jouw verhaal!
Peter Tillemans
15
Onderzoekend, ontwerpend en oplossingsgericht leren: dat is wat de samenleving van vandaag en morgen vraagt, zo vinden steeds meer experts binnen en buiten het onderwijs. Een van de meest enthousiaste en gedreven pleitbezorgers van deze boodschap is Fons Vossen, coördinator Wetenschap en Technologie bij Kindante en projectleider van STEM-II dat dit jaar volop van start is gegaan.
Als vrijwilliger in Suriname 16
Gerda Laeven, tot augustus 2014 werkzaam als logopediste aan SBO Het Mozaïek, heeft na haar vertrek haar enorme expertise meteen ingezet als vrijwilliger in Suriname. Het Mozaïek heeft materialen ter beschikking gesteld. Goed werk middels een hele korte lijn. Haar verslag lezen jullie hier. In de periode begin november tot half december van afgelopen jaar heb ik samen met mijn echtgenoot vrijwilligerswerk gedaan in Suriname. Mijn man als juridisch en HRM-adviseur bij de Medische Zending Primary Health Care Suriname en ik als logopedisch adviseur bij het Bureau Speciaal Voortgezet Onderwijs (BSO) van het Ministerie van Onderwijs. Hieronder ressorteren een 22-tal scholen voor speciaal onderwijs, verspreid over Paramaribo, Nickerie en Coronie. Waarom in Suriname? We zochten vrijwilligerswerk, waarbij we onze eigen deskundigheid zouden kunnen inzetten. Dan is een land, waarin Nederlands gesproken wordt, voor de hand liggend. Daarbij komt dat onze schoondochter Cheryl oorspronkelijk uit Suriname komt. Via haar familie en vrienden is het dan ook eenvoudig om gerichte contacten te leggen. Dit leidde al snel tot definitieve afspraken met de twee genoemde organisaties, waarbij ook duidelijk werd aan welke adviezen en ondersteuning men behoefte heeft. Aansluitend werd door de schoonouders van onze zoon Michiel logistiek een aantal zaken geregeld, zoals huisvesting en vervoer. Toch wel erg praktisch als je gebruik kunt maken van dit soort netwerken. Aan alles is behoefte. Uit de mailcontacten werd mij al snel duidelijk, dat logopedie in Suriname nog in de kinderschoenen staat. Heel Suriname kent slechts een beperkt aantal praktiserende logopedistes, waarvan er twee sinds kort voor het ministerie werken. Men beschikt over heel weinig test- en behandelmethodes. De logopedistes
zijn van goede wil, maar moeten alle materialen zelf ontwikkelen, omdat er te weinig financiële middelen beschikbaar zijn. Natuurlijk, Suriname is een ontwikkelingsland en doet er alles aan om “ vooruit te komen”. Er zijn evenwel zoveel aandachtsgebieden, waarin de overheid haar verantwoordelijkheid moet nemen, dat – en dat spreekt voor zich – ook in dit land prioriteiten gesteld dienen te worden. Alle hulp van buitenaf is dan ook heel erg welkom. Daarom vond ik het op de eerste plaats zaak reeds vooraf in te spelen op de behoefte om (kosteloos) in de primaire behoefte aan actuele methodes te voorzien. Op mijn verzoek heeft Fieny Moerskofski – directeur van SBO het Mozaïek – hieraan haar volledige medewerking verleend. Aldus heb ik met ondersteuning en hulp van het Mozaïek logopedisch test- en therapiemateriaal kunnen verzamelen, dat ik – gezien de hoeveelheid – per boot naar Suriname verstuurd heb. De praktijk In Suriname aangekomen, werd ik meteen met open armen ontvangen. Na het gebruikelijke kennismakingsrondje zijn we aan de slag gegaan. Op de eerste plaats met het feitelijk bezoeken van een aantal scholen en het observeren, screenen en behandelen van leerlingen. Daarnaast heb ik successievelijk alle opgestuurde materialen en tests met de (tijdelijke) collega’s doorgenomen en hen hierin wegwijs gemaakt. Zij werden steeds enthousiaster en slorpten alle informatie, die ik hen gaf en de methodes die ik toepaste, bijna letterlijk en zeker figuurlijk op. Dit gold ook voor mijn adviezen aan de leerkrachten. En uiteraard, elk land heeft zijn eigen werkwijzen en
mores. Kennismaken hiermee en dat zelf ervaren was een bijzonder onderdeel van ons verblijf en werken in Suriname. Zijn wij westerlingen gestructureerd, in Suriname praktiseert men “ pluk de dag”: vandaag is de dag! Surinamers zeggen dan ook: Nederland heeft het horloge, wij hebben de tijd. En dan natuurlijk de temperatuur: als gevolg daarvan zijn de schooltijden van 07.00 – 13.00 uur. ’s Middags is het echt te heet om nog iets te doen; dan is het tijd om uit te rusten. En daar zal je aan moeten toegeven, anders is het niet vol te houden. Tegen de avond wordt iedereen weer actief en komt het sociale leven in al zijn bonte mengeling tot leven. Beperkt aanbod Een bijzondere ervaring was ook om met een aantal collega’s van het ministerie, waaronder maatschappelijk werksters en extern begeleiders, een drietal dagen scholen te bezoeken in de verder weg gelegen districten Coronie en Nickerie. Aan de hand van observatie en screening heb ik zowel de onderwijzeressen, als de logopedistes richtinggevende adviezen en instructies kunnen geven. Vanwege het ontbreken van voldoende financiële middelen kunnen deze scholen in deze regio slechts een- tot tweemaal per jaar bezocht worden, waardoor van echte structurele verbeteringen niet echt sprake is.
en de problemen van “ dysfasie” : een complexe neurologische taal-/spraakontwikkelingsstoornis, met specifieke problematieken op het vlak van de communicatieve redzaamheid en woordvinding. Hoe is ons het verblijf en werken in Suriname bevallen? Terugkijkend op ons verblijf in Suriname en alles wat we hebben mogen doen en meemaken, zeggen mijn man en ik volmondig: Een hele mooie en rijke ervaring. Suriname is momenteel een vreedzame multiculturele samenleving, die economisch nog in de kinderschoenen staat. Een land met rijke bodemschatten en een geweldige natuur, dat vele mogelijkheden biedt, als ze tenminste op de juiste manier benut worden. Om dit maximaal te kunnen benutten zal het land evenwel politiek stabieler moeten worden, waardoor de mensen de handen meer in elkaar zullen slaan. Als buitenstaander is het van belang de mensen open, onbevangen en zoveel mogelijk onbevooroordeeld tegemoet te treden en je oor goed te luister te leggen. Belangrijk is wel te onderkennen, dat je iets te bieden moet hebben, dat toegevoegde waarde heeft voor de doelgroep in Suriname. Uit de reacties van onze gastvrouwen en –heren hebben wij in hun ogen een vruchtbare bijdrage kunnen leveren. Millen, januari 2015
Het binnenland Samen met mijn echtgenoot heb ik onder begeleiding van een arts per vliegtuig en korjaal een aantal posten van de Medische Zending in het binnenland mogen bezoeken, nl. Drietabiti, Foetiepassie, Karmel, Agaigonie en Stoelmanseiland: medische posten gelegen langs de Marowijnerivier aan de grens met Frans Guyana. Met verwondering en verbazing hebben we kennis gemaakt met het gemotiveerde personeel en kennis genomen van de gestructureerde organisatie van de medische zorg voor de bevolkingsgroepen in de binnenlanden; dit alles moet bekeken worden binnen de zeer eenvoudige leefomstandigheden, waaraan hier vorm en inhoud gegeven dient te worden. Chicungunya Bij het verblijf in de tropen horen ook de bijzonderheden van het klimaat; hiervoor dien je hoe dan ook alert te zijn. Ondanks alle goede voorzorgsmaatregelen wachtte mij toch een onaangename verrassing: ik heb het virus Chicungunya opgelopen. Een virus dat door muskieten wordt overgebracht en dat hevige gewrichtspijnen en – zwellingen veroorzaakt. Bij mij uitte zich dit bovendien in een rode uitslag over mijn hele lichaam. Ik kreeg dus echt de volle portie, want van dit laatste symptoom heeft niet iedereen last. Met gerichte behandeling worden de pijnen en daarmee gepaard gaande koorts binnen enkele dagen onderdrukt, hoewel er toch nog gedurende langere tijd sprake is van ongemakkelijke naweeën. College aan de Lerarenopleiding (IOL), afdeling logopedie van Paramaribo Dat men heel leergierig en nieuwsgierig is naar nieuwe methodes en informatie blijkt ook uit het feit, dat ik door de logopedieopleiding van Paramaribo benaderd werd om een gastcollege te geven. De studenten, docenten en belangstellenden heb ik tijdens dit college een inkijk gegeven in het vraagstuk
Gerda Laeven-Hounjet Voormalig logopediste van SBO het Mozaïek (van 1984 – 2014) Sinds 1 augustus 2014 met pensioen
17
SBO Het Moz aïek ontving een dankbrie in Paramarib o f hieronder op voor de inzet van Gerda van het Ministerie van On genomen. Laeven. De in derwijs houd van de ze brief is Aan SBO het M T.a.v. mevro ozaïek uw F. Moersko Valkstraat 2 fski Sittard Paramaribo,
december 20 14 Geachte mev rouw Moersko fski, Zoals bij u be kend heeft Ge geheel belan rda Laeven de ge afgelopen 6 van Onderwijs loos haar deskundighei weken als vr d inge en Volksgezon ijw scholen. dheid van Su zet voor de onder het M illigster riname ressor in terende VSO/ isterie BSOVooruitlopend om voor onze hierop heeft u, resp. uw school meege Gerda Laeven scholen/kinderen mater werkt aan ha ial Suriname zo heeft voor tijdige verzen en ter beschikking te st ar verzoek el rg gedragen , zodat wij da ding van deze materialen len. Inmiddels he ar na ef adequate wijz t zij ons hierin zodanig kennis van hebben kunn ar wegwijs gem en nemen. e kunnen inze aakt, dat wij tten. deze op een Het mag duid el – zeker op he ijk zijn, dat logopedie in t – nog veel hu gebied van behandelmet Suriname een jonge disc ipline is, die lp en financië ho We waren da le ondersteun des en ondersteunende n materialen “onze” kinder ook uitermate verrast, da ing kan gebruiken. t u vanuit he Net zoals de en gedacht heeft. t verre Nede rland aan logopedische wel zeer onve ad rwachte hoek visering door Gerda La even, komt uw . steun uit Nogmaals ha rtelijk dank en materialen m wi j zu lle n de door u et zorg beha ter beschikk ndelen en to onze pupille ing epassen. Oo n. k dank hiervo gestelde or namens Mogen wij zo Gerda Laeven vrij zijn aan u de vraag vo or te leggen, zal hiertoe m gebruik mogen maken va of wij nogmaa et u in contac n enkele mat erialen. Gerd ls via t treden. a Laeven Met vriendel ijk Rachel Richae e groeten, rts en Aydrey Logopedistes Tolud afdeling BSO ministerie va n Onderwijs Suriname.
Samen leren, communiceren ‘We moeten beter communiceren!’ is een veelgehoorde kreet in tal van organisaties. Ook bij Kindante. Maar waar hebben we het dan eigenlijk over? En, hoe doe je dat? In dit artikel vind je enkele onderwerpen uit het onlangs vastgestelde communicatiebeleid. Iedereen communiceert. In overleggen, via de mail, website, brieven,…. Zelfs als je niets zegt, communiceer je. Maar we hebben het niet over een praatje bij de koffieautomaat. Professionele communicatie gaat over systematische en doelgerichte contacten met mensen in en buiten de organisatie. Communicatie kan helpen, om de doelen die je hebt als school en stichting te realiseren: bijvoorbeeld via een betere naamsbekendheid of imago, goed overleg met partners, het delen van kennis en informatie in de organisatie, en meer.
18
Eind vorig jaar is het communicatiebeleid vastgesteld. De essentie hiervan: •Duiden: laten zien wie we zijn en waar we voor staan •Verbinden: met elkaar en met de buitenwereld •Leren: expertise delen en uitwisselen •Informeren: verwachtingsmanagement en verantwoording. Dit zijn de speerpunten van het beleid: Duiden
Elke school eigen profiel binnen Zichtbaar en vindbaar voor Kindante-missie (nieuwe) ouders
Communiceren zoals je bent (o.a. website): maatwerk
Verbinden
Kindante zichtbaar op elke school
Afstemmen met elkaar mag altijd en moet soms (regio)
Leren
Scholen kennen elkaars ervaring Het bureau ondersteunt waar en expertise nodig
Weten wat er speelt via leiding, overleggen, Plaza
Informeren
Realistische verwachtingen, meenemen in processen
Laat weten wat goed gaat & verantwoorden
Ouder als educatieve partner
School = eerste aanspreekpunt voor ouders
Communicatie gaat niet alleen om ‘zenden’. Communicatie is veel meer de smeerolie die ons met elkaar, met ouders, vakgenoten, partners en belanghebbenden verbindt. Bijvoorbeeld: als je als leerkracht een oudergesprek voert, is dat – als het goed is – tweerichtingsverkeer. Een constructief gesprek met een duidelijk doel, waarbij je informatie geeft én krijgt. Dat geldt voor veel andere contacten die we in en rond Kindante hebben: met het bestuur, tussen bureaumedewerkers, met gemeenten, kindpartners, collegabesturen, etc. Naarmate je boodschappen meer zijn afgestemd op de ander – maatwerk dus – wordt de communicatie effectiever en de relatie sterker. (Waarbij je het overigens niet inhoudelijk met elkaar eens hoeft te zijn.) Eigenheid in verbondenheid Maatwerk is belangrijk omdat mensen – kinderen, ouders, collega’s, partners – niet allemaal hetzelfde zijn. En scholen zijn evenmin gelijk aan elkaar. Die eigenheid willen we juist benadrukken, onder meer door profielen en (groter) nieuws van scholen te delen via onder meer de website van Kindante. Elke school heeft of krijgt een eigen profiel, dat beknopt de eigenheid van je school aangeeft. Dat profiel hebben veel scholen al; misschien kan het worden aangescherpt of geactualiseerd. Die eigenheid van scholen draagt bij aan de keuzevrijheid voor ouders, maar ook intern, aan het elkaar beter leren kennen en benutten van beschikbare expertise en ervaring. Zo is het handig als je weet welke school specifieke ervaring heeft met bepaalde zaken: je hoeft niet altijd zelf het wiel uit te vinden. Er is enorm veel kennis en kunde voorhanden binnen Kindante – die we alleen kunnen benutten als we ze met elkaar delen. Elke school maakt deel uit van Kindante en deelt haar missie gericht op onderwijskwaliteit, op ‘leren leren, leren leven’. Die onderlinge verbondenheid wordt explicieter. Kindante is dus ook zichtbaar op school, fysiek en bij goed en slecht nieuws. Zo versterken en ondersteunen scholen ook elkaars reputatie.
Afstemmen met elkaar Onderlinge afstemming over zaken die collega-scholen en/of stichting aangaan, is een must. Dat vereist de samenleving waarin we werken en draagt bij aan een soepele bedrijfsvoering. Zo wordt voor ouders relevante informatie van bestuur of bureau, actief door de school gedeeld via de passende kanalen (schoolgids, nieuwsbrief, mail,….). School is (mede-)afzender van alle informatie die aan ouders is gericht: de school staat immers het dichtst bij ouders. En: als school zorg je voor afstemming (in timing en inhoud) met collega-scholen en/of bureau waar dat van toepassing is. Het gaat hier met name over het zichtbaar en vindbaar zijn voor nieuwe ouders, en andere acties in een regio of gemeente. Wie doet wat In principe volgen communicatieverantwoordelijkheden logisch uit ieders functie (denk aan het oudergesprek). Daarbij is het goed zaken samen te bespreken: waar lopen we tegenaan? Wat zijn lastige situaties? Vanuit het bureau is er ondersteuning en advies van de adviseur communicatie. Deze coördineert ook de stichtingsbrede communicatie. Uiteraard hebben bestuur en bureau eveneens de taak om zaken goed met scholen te communiceren, zodat je bijv. weet waarom bepaalde besluiten worden genomen, waar je met vragen terechtkunt, en meer. Ter ondersteuning daarvan wordt Kindante Info geëvalueerd, en zijn we eind vorig jaar gestart met een maandelijkse interne nieuwsbrief voor schoolleiders, IB’ers en bureaumedewerkers. Overigens: we kunnen niet alle communicatieambities ineens realiseren. Daarom worden stapsgewijs de belangrijkste prioriteiten opgepakt. Het volledige beleid vind je op Plaza, in de boekenplank communicatie. Het komt ook onder meer aan bod in een komend directieberaad. Vragen: neem contact op met Barbara Dito / vanaf april met Maud Golsteyn.
Barbara Dito Terwijl je werkt aan het schoolplan… …. heb je het met elkaar over de sterke punten en verbeterpunten van je school. Is wat je als team waardeert hetzelfde als wat ouders en leerlingen waarderen of is er een ander, misschien aanvullend beeld? En zijn die sterke punten voldoende herkenbaar in het contact met ouders, op de website, in de nieuwsbrief, bij de ouderavond, in de schoolgids? En andersom kun je de vraag stellen: maken we waar wat we beloven? Immers, wat je zegt en schrijft krijgt pas betekenis als de ander dit ook ervaart in het contact met de school. Een school die beide zaken – communicatie en dagelijks gedrag – zoveel mogelijk in overeenstemming brengt, bouwt aan een krachtige reputatie.
KINDARIA
Ken je provincie! Oplossing van de foto in het vorig nummer: de watermolen aan de Geul in Wijlre, gelegen achter de brouwerij. Zes personen hebben gereageerd en alle zes hadden de goede oplossing. De appeltaarten van het LW&TC Xaverius hebben inmiddels hun weg naar de winnaars gevonden. Weet je waar deze foto gemaakt is? stuur dan voor 20 maart een mail aan
[email protected] Onder de goede oplossingen wordt weer een lekkere tractatie verloot.
19
Colofon
is het personeelsmagazine van Stichting Kindante Redactie Yvon Prince, Jos Heil, Ellie Peters, Peter Tillemans, Gemma Starink, Marijke Steffanie
Vormgeving studiomarq, Marc Webers Druk Claessens Grafisch Veelzijdig Sittard
Redactie-adres Stichting Kindante Postbus 5156 6130 PD Sittard Tel. 046-4363366 e-mail:
[email protected]