personeelsmagazine 1 | 2 0 13
Estafette
4 Verbinden en verdiepen
7
6
Sponsorloop Xaveriusschool Van diversiteit naar afstemming
8 11
Hetty Goltstein en Leon Jaspers
In gesprek met Gerrie Heil
18
17
Op de fiets van Schinnen naar Assisi
20
Kindantescoop
12 Luister je wel nog naar mij
14
16
Resultaten enquête
Voorleestoel
Spreiding en Huisvesting
22
Van de redactie
24 23
Goede voornemens
Het is lente! Tijdens het schrijven danst de zon over mijn werktafel. Ieder jaar verheug ik mij op de lente. Dit jaar nog meer dan anders. Niet zozeer dat we een lange winter gehad zouden hebben, maar meer vanwege het gevoel van optimisme dat bij mij altijd sterker wordt in deze tijd van het jaar.
Dat komt goed uit, want de afgelopen maanden waren ook voor mij pittig. Het plan ‘Spreiding & Huisvesting’ heeft voor veel reacties gezorgd: positieve, maar zeker in het begin ook heftige en vaak negatieve reacties. Dat is logisch, ons plan heeft een grote impact op kinderen, ouders, teams en omgeving. Ook de politiek heeft gereageerd. Van al die reacties hebben we geleerd voor het vervolg, zoals we ook daar weer van zullen leren. Krimp staat nu expliciet op de agenda; niet alleen wat het onderwijs betreft. De kunst is om van deze als bedreiging ervaren krimp, een kans te maken om er zo collectief beter van te worden. We hebben ook vele mooie reacties gehad, zeker toen de eerste boosheid en grootste emotie weer plaats maakten voor nadenken en samen praten over waar het bij een stichting als de onze allemaal om draait: hoe zorgen we ervoor dat we nu, morgen, overmorgen en nog lang daarna de kwaliteit van ons onderwijs kunnen garanderen en liefst nog beter kunnen maken. Veel ouders en medewerkers willen daar aan mee werken, evenals de meeste kindpartners. Dat vraagt veel van een ieder die bij Kindante werkt, maar als het lukt, krijgen we er ook veel voor terug: kinderen die er samen met elkaar, hun leerkrachten en hun ouders uithalen wat er ook in zit. Onderwijs dat uitgaat van de behoeften van kinderen. We moeten dat onderwijs uitvoeren met de middelen die we van het Ministerie krijgen. Gelukkig hebben de besturen, waaruit nu iets meer dan twee jaar geleden Kindante is ontstaan, voor reserves gezorgd. Daarom kunnen we nu goed nadenken over de toekomst en kunnen we voorkomen dat we onverhoeds en plotsklaps scholen moeten sluiten. In tijden dat het goed ging hebben we gespaard en nu het door de krimp en bezuinigingen wat minder gaat, kunnen we investeren. We zijn nu financieel gezond en onze plannen zorgen ervoor dat we dat ook kunnen blijven. Het is wel van belang dat de doelen van het plan ‘spreiding & huisvesting’ gehaald worden, dat we de kwaliteit van ons onderwijs garanderen o.a. door middel van ‘Verbinden & Verdiepen’ en dat we ook de ondersteuning doelgerichter en doelmatiger maken. Wat dat laatste betreft verwachten we veel: hoewel alle begin moeilijk is, denken we dat we dit jaar nog verbeteringen zichtbaar kunnen krijgen en dat we efficiënter kunnen werken, waardoor we bezuinigingen deels kunnen opvangen. We verwachten in 2014 nieuwe bezuinigingen die waarschijnlijk ook het onderwijs zullen raken. Soms benauwt me dit alles, maar meestal voel ik mij ook optimistisch als ik zie hoeveel kwaliteit en drive we in onze organisatie hebben. Ik ga ervan uit dat het ons lukt om Kindante op koers te houden. Samen zal dat lukken! De lente inspireert!
Yvon Prince
3
Estafette Zo, daar zit ik dan achter het scherm van mijn o zo vertrouwde computer. Ik was erg enthousiast toen mijn collega Jacqueline mij vroeg om iets in het Kindante blad te schrijven. Vereerd en ook wel een beetje trots over hoe zij mij zag als collega. Maar als je dan eenmaal achter die pc zit, dan kost een verhaal schrijven toch nog wel een beetje moeite…..☺ Ik schrijf dit stukje in de Carnavalsvakantie. De pekskes zijn gewassen, gestreken en weer veilig opgeborgen, het huisje is weer gepoetst. Nu werd het toch echt tijd om eens iets op papier te gaan zetten….
4
Grappig was dat ik bij het opruimen mijn jaarboek tegenkwam van de Havo. Ik weet nog heel goed dat elke eindexamenkandidaat destijds gevraagd werd om een stukje te schrijven. Ik kan mij ook nog heel goed herinneren dat ik daar ook de nodige uurtjes voor nodig heb gehad om iets origineels op papier te krijgen. En moet je nu zien, 10 jaar later, zit ik weer in hetzelfde schuitje en mag ik iets gaan bedenken om over te schrijven. Ik zal maar eens beginnen bij de start…. Als klein meisje wist ik het eigenlijk al. Ik wilde, net zoals mijn moeder, juffrouw worden. Elke vrije dag was ik te vinden bij mijn moeder op school. Ik vond het geweldig om al die enthousiaste kleutertjes om mij heen te hebben.Ook vond ik het erg leuk om mijn creativiteit kwijt te kunnen als mijn moeder weer een of andere ‘hoek’ wilde maken. Heksenketels, sinterklaasboten en poppenhuizen werden uit de kelder getoverd en zo creëerden wij samen een heuse ontdekhoek in de klas. Ook nu nog, ga ik regelmatig met mijn moeder mee en toveren we de klas samen om tot iets unieks! Zo begon het dus allemaal, “jus wie de mam”, wordt er vaak gezegd en zo is het maar net! Eindelijk kwam dan het moment dat ik mij kon inschrijven op de Pabo in Maastricht. 4 jaar lang ben ik met plezier op en neer gereisd, heb ik verschillende hindernissen overwonnen, mocht ik stage lopen op verschillende scholen, totdat ik uiteindelijk in mijn laatste jaar aan mijn speciaal onderwijsstage mocht beginnen. Spannend was het wel, maar wat ik daar allemaal heb geleerd en beleefd, dat neemt mij niemand meer af! Ik vond het geweldig en wist dat het SBO echt iets voor mij was. Vandaag de dag ben ik alweer 6 jaar werkzaam op SBO het Mozaïek. Elke dag is anders voor mij. Het zijn steeds weer nieuwe uitdagingen die je aan moet gaan. En voor ons als leerkrachten mag het allemaal wel een beetje duidelijk zijn, voor het kind is het een begin in de ontwikkeling. De nadruk ligt tegenwoordig toch erg bij het reken,- en taalonderwijs. En gezien de ontwikkelingen met de krimp in aantocht, scholen sluiten, grotere klassen, blijft er vaak te weinig tijd
over, voor de talenten waar de kinderen wel over beschikken. Voorop staat dat ik het belangrijk vind dat de leerlingen zich in een veilige omgeving kunnen ontwikkelen op cognitief, sociaal-emotioneel, communicatief en creatief gebied gericht op zelfstandigheid en zelfredzaamheid. De positieve eigenschappen van kinderen zien en deze in te zetten vind ik iets essentieels. En gelukkig is er bij het Mozaïekruimte gevonden om aandacht te geven voor de talenten van de kinderen. Zo kook ik regelmatig in onze mooie, nieuwe schoolkeuken, geef technieklessen in ons technieklokaal en maken collega’s maar al te graag gebruik van juf Suzan die hele leuke danslessen geeft. Daarnaast hebben wij (samen met SBO de Blinker) de Talentenschool. Enige tijd geleden werd ik via via benaderd door een collega van SBO de Blinker. Samen met nog een aantal andere collega’s zijn wij volop bezig met de organisatie van de Talentenschool. Ieder kind beschikt over bepaalde talenten en het belangrijkste is om deze verder te kunnen ontdekken en ontwikkelen. Tijdens de activiteiten op de talentenschool kunnen kinderen kennis maken met sport, muzikale vaardigheden, dans, wetenschap & techniek en sociale vaardigheden . Het is de bedoeling dat de kinderen tijdens deze activiteiten gestimuleerd worden om na de kennismakingsperiode, misschien wel de overstap te maken van de talentenschool naar verenigingen en clubs in de eigen buurt. We brengen de kinderen in aanraking met een breed aanbod van interessante, boeiende en leuke zaken. En als je dan die kinderen op een zaterdagochtend bezig ziet met het maken van een wortelsoep, met een vuurrood hoofd gebogen over de figuurzaag om een mooi vogelhuisje te kunnen produceren, of ze zijn zich in het zweet aan het werken bij een van de sportactiviteiten, dan is het gewoon een plezier om ze te kunnen begeleiden en te zien dat zij hun talenten ontwikkelen. Onze kinderen hebben het soms al niet zo gemakkelijk. Dit moment, waarbij ze hun talent kunnen laten zien, is voor hen dan ook een goeie uitlaatklep. Mede door het ontstaan van de talentenschool heb ik nog steeds het gevoel dat ik mijn creatieve kanten
5
extra kan benutten en kan overdragen aan de kinderen. Door mijn enthousiasme worden zij ook geprikkeld. Ik probeer hen te stimuleren om datgene waar ze goed in zijn uit te voeren, zodat zij succeservaringen opdoen en zich competent voelen in hun eigen kunnen. Ik hoop,dat ik met de Talentenschool in dit “jasje”, nog lang een bijdrage kan leveren aan de talenten van onze kinderen. …. Als zij zich maar gelukkig voelen op school, maar zeker ook door de Talentenschool in hun omgeving. Fijn dat ik daar een bijdrage aan heb mogen leveren. Een van mijn (ex) collega’s waar ik bewondering voor heb is Sandra Veugelers. Haar wil ik graag het
stokje voor deze estafetterubriek overdragen. Sandra is overgestapt van het reguliere onderwijs naar het speciaal onderwijs. Een hele overgang zou je zeggen. Sandra is dit werk op haar lijf geschreven, zij doet dit namelijk met veel passie en liefde. Zij probeert het beste in de kinderen naar boven te halen en heeft daarnaast oog voor het individuele kind. Ik ben erg benieuwd wat zij ons voor moois zal laten zien in het volgende Kindante nummer. Dus Sandra, zet hem op en maak er iets leuks van☺
Groetjes Suzan van de Bergh
Update Verbinden & Verdiepen Denken in
• Het aantal participerende scholen bedraagt nu 33.
kansen en mogelijkheden
• Het totaal aan ondersteuningsvragen bedraagt 80 – 90, waarvan slechts 1 niet ingevuld kon worden.
• Matching van vraag en aanbod komt dagelijks aan bod bij Astrid Kwaliteit borgen & verhogen
Stevens.
• Persoonlijke gesprekken met leerkrachten rondom aanmelding als deskundige en de vraag naar praktische consequenties en mogelijke ondersteuning worden door Astrid gevoerd en bieden perspectief.
6
• Na uitvoering van het gewenste aanbod op de geformuleerde vraag gaat standaard een evaluatie plaatsvinden.
• Begeleiding op maat in een bepaald vakgebied wordt geboden door Wet Passend Onderwijs
Jacqueline Schols en Ria Hayen.
• Voor procesbegeleiding van scholen worden ingezet: Marika de Bruijn (2 dagen), Marion Stoffels (1 dag), Marleen Vos en Yvonne Slenter. Meer intern minder extern
• Tijdens de Kindante studiedag van 10 april wordt de inhoudsopgave van de scholingsgids met het bestaande aanbod aan alle deelnemers verstrekt en de gehele gids wordt op Kindante Plaza gezet.
Gelegenheid om je loopbaan te verrijken
• Kindante Plaza wordt in toenemende mate ingezet als vindplaats van informatie en voor het delen van kennis van, voor en door leerkrachten.
• Er worden in mei twee evaluatieve werkconferenties gepland op naam en rol.
Sponsorloop Xaveriusschool Mijn naam is Sharon Boekhorst. Ik doe de opleiding onderwijs assistent op het Leeuwenborgh in Sittard en zit nu in leerjaar 2. Voor school moesten we deze kwalificerende beroepsprestatie maken. Deze moesten we uitvoeren op stage. Mijn stageplaats is de Xaveriusschool in Sittard, afdeling SO. Dit is een school voor speciaal onderwijs (cluster 4). Er zitten kinderen met gedragsproblemen. De kinderen op mijn stageplaats spelen graag buiten in de pauze. Helaas is er maar een klein schoolplein. Er staat één klimrek en twee duikelrekken. De voetbalgoals zijn al oud en verroest. Er staan twee bomen, er is dus weinig groen. We willen van dit kleine schoolplein een plein maken dat leuk is voor iedereen. De leerlingen schrijven zelf ideeën op over hoe ze het graag zouden willen zien. Het is belangrijk dat de leerlingen hierover meedenken, zodat wij weten wat zij leuk vinden. Deze grote dag moest natuurlijk voorbereid worden. Ik heb voor een aantal weken lessen ingepland die te maken hebben met de sponsorloop. Als eerste hebben we het schoolplein opgemeten. Hiervan hebben wij een tekening op schaal gemaakt. Deze heb ik voor de hele school uitgeprint, de leerlingen moesten hier, in tweetallen, hun droomplein op tekenen. Hierna moest de klas overleggen. Welke plattegrond is het beste en wat is ook echt te realiseren? Als de keuze gemaakt is, beginnen de leerlingen aan de maquette. Ze verdelen zelf de taken. Zelf ben ik gaan kijken wat er nodig is om een maquette te maken. Deze spullen heb ik voor elke klas gesorteerd en klaargelegd. Voor de sponsorloop zelf moesten natuurlijk ook de nodige dingen geregeld worden. Het was de bedoeling om zo veel mogelijk sponsors bij elkaar te krijgen. Ik heb een lijst gemaakt met bedrijven in de
buurt en welke collega welk bedrijf moest aanspreken. Ook hebben we bij de Albert Heijn in Sittard een pepernotenactie gehouden. Een ouder van een leerling kwam met het idee om daar pepernoten te gaan verkopen. Zij zou dit kunnen regelen voor ons. Wij hebben dit verder opgepakt. Op school hebben de leerlingen plastic zakjes versierd. Hier hebben wij de pepernoten ingedaan. Deze werden verkocht voor €1 per zakje. De verkoop was van 10.00 tot 13.00 uur. Om het half uur kwamen twee andere kinderen. De leerlingen waren enthousiast en dat wisten ze goed over te brengen op de klanten. Ook de directeur kwam een kijkje nemen en kocht natuurlijk pepernoten. We hebben zelfs met onze verkoop in de krant gestaan! De Albert Heijn heeft ook het eten en drinken voor de sponsorloop zelf gesponsord. Ik mocht mijn boodschappenlijstje opsturen en dit ben ik op de dag zelf daar op gaan halen. De dag vóór de sponsorloop zijn we de koffiekamer gaan opruimen. Daar hebben we ook een ballonnenboog gemaakt. Deze kwam buiten bij de poort te staan met een lint ertussen. Ook de gang werd versierd. Op de dag zelf heb ik de burgemeester van Sittard-Geleen ontvangen. Ik heb hem nog een aantal dingen verteld over de tocht en ik heb een rondje door de school gelopen. Op het schoolplein hielden de burgemeester, de directeur en ik nog een korte toespraak. Hierna knipte de burgemeester het lint bij de ballonnenboog door om de tocht officieel te openen. Ook ouders van leerlingen waren hierbij.
Sharon Boekhorst
7
Van diversiteit naar afstemming
8
Ontwikkelingen in de regio rondom dyslexie. Regelmatig verschijnen in de media berichtgevingen waarin feiten en meningen door elkaar heen lopen en minder goed geïnformeerde lezers gevoed worden met vrij algemene of ongenuanceerde uitspraken. Het kan daarbij gaan om: de suggestie dat er meer dyslexieverklaringen dan dyslexiegevallen zijn; er te weinig duidelijkheid geboden wordt omtrent diagnostiek en behandeling; onderzoek en begeleiding verschillen door het grote aanbod van zorgverleners of het verschil in omgaan met dyslectische leerlingen binnen het onderwijs. Het geheel wordt er voor de doorsnee ouder of leerkracht niet bepaald overzichtelijker op. Reden om een artikel te wijden aan de stand van zaken binnen onze regio en een kijkje te nemen bij een praktijk met kwaliteitskeurmerk en een tweetal scholen van Kindante. Psychodiagnosticus/behandelaar. Voor velen is mevr. drs. Marlou Janssen geen onbekende. Zij is GZ-psycholoog, kinder- en jeugdpsycholoog, orthopedagoog en dyslexiespecialist bij uitstek. Binnen het (speciaal) onderwijs heeft zij de nodige functies bekleed en was daarnaast jarenlang als docent verbonden aan Fontys Hogescholen. Zij was actief voor het landelijk project Masterplan Dyslexie en co-auteur van het leerlingdossier dyslexie. Op dit moment gebruikt zij haar verworven expertise voor diagnostiek en behandeling van leerlingen met dyslexie op een voor haar kenmerkende nauwgezette, professionele en zeer betrokken wijze. Haar praktijk beschikt over het keurmerk kwaliteitsinstituut dyslexie. In Sittard-Geleen en omstreken zijn overigens meerdere gekwalificeerde praktijken te vinden. Stimuleringsmaatregelen. De Stichting Dyslexie Nederland formuleerde in 1995 een duidelijke definitie van dyslexie die nog steeds benut wordt; informatie en brochures hierover zijn te vinden op hun website. Kennisoverdracht van wetenschap naar praktijk is een van de doelstellingen van de Stichting. Verder wetenschappelijk onderzoek wordt gestimuleerd en middelen zijn gegenereerd om het onderwijsveld en de gezondheidszorg dichter bij elkaar te brengen. Dit is niet zonder resultaat gebleven. Vanaf 2009 is het mogelijk via de ziektekostenverzekering de diagnose van dyslexie te laten vergoeden, mits aan de voorwaarden voor het leerlingdossier dyslexie wordt voldaan. Het Masterplan Dyslexie, bekostigd door de overheid, zorgde ervoor dat het Protocol Leesproblemen en dyslexie werd samengesteld en landelijk verspreid over alle scholen. In 2011 verschenen de vernieuwde versies, waardoor op dit moment zowel basis- en speciaal onderwijs als ook voortgezet onderwijs
gebruik kunnen maken van dit protocol. Via diverse sites zijn inhoud , documenten en aanbevelingen beschikbaar voor ouders en scholen. Scholen en ouders. Het onderwijs investeerde in na- en bijscholing, deels via de Samenwerkingsverbanden, deels door het volgen van (master)opleidingen door individuele leerkrachten of intern begeleiders. Er was ruim aandacht voor het verbeteren van de zorgstructuur binnen scholen en de inzet van gespecialiseerde groepsleerkrachten, zoals leescoördinatoren. Marlou bevestigt dat er in de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt is, met name in de mogelijkheden van vroegtijdige signalering van dyslexie. “Zodra er sprake is van E-score bij DMT, het daaropvolgend extra onderwijsaanbod niet het gewenste resultaat oplevert en er bij het volgende meetmoment weer een E-score optreedt, zouden bij de leerkracht alle alarmbellen moeten gaan rinkelen.”, zegt Marlou. “Samen met de intern begeleider kunnen de te nemen vervolgstappen in kaart gebracht worden, zodat het vullen van het noodzakelijke leerlingdossier dyslexie geen problemen hoeft op te leveren.” Gesprekken. Marlou besteedt veel tijd en aandacht aan het houden van gesprekken met leerlingen, hun ouders, leerkrachten en intern begeleiders. Deze gesprekken zijn enerzijds nodig om te informeren over onderzoek, kosten en behandeling, anderzijds om realistische verwachtingen naar elkaar uit te spreken. “Behandeling van een leerling met dyslexie levert meer rendement op als alle betrokkenen samenwerken. Ik verwacht van ouders evenzeer een inspanning als van de leerling. Afstemming met de school is essentieel. Door gezamenlijk dezelfde afgesproken koers te volgen kunnen we als het ware samen de leerling een fors stuk vooruit helpen. Als er na onderzoek blijkt dat de leerling voor vergoede behandeling in aanmerking komt, wordt de behandeling volgens van tevoren besproken stappen uitgevoerd. Na elke 10 weken volgt een nieuwe meting en wordt verslag gedaan aan ouders en school. De behandeling wordt, conform de richtlijnen vanuit de gezondheidszorg, uitgevoerd door orthopedagogen of logopedisten die bevoegd zijn deze behandeling uit te voeren. De inhoud van de behandeling is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en resultaten. Ik blijf eindverantwoordelijke en volg de vorderingen van iedere cliënt. Naast het verrichten van intake, onderzoek, stellen van diagnoses en voeren van gesprekken met kind, ouders en school, ben ik bezig met begeleiding en coaching van de behandelaars.” Ouders die overwegen een onderzoek te laten uitvoeren, kunnen de site van Marlou raadplegen, waar zij alle relevante informatie aantreffen met
betrekking tot dyslexieonderzoek, kosten en behandeling. Marlou heeft deze site zeer volledig en zorgvuldig samengesteld, met links naar uitgebreidere gegevens, videopresentaties en aanverwante sites. Hierdoor kunnen ouders, die met leerkracht of intern begeleider het gesprek aangaan, zich van tevoren goed op de hoogte stellen van de mogelijkheden die er zijn. Ook voor leerkrachten die snel een update nodig hebben is dit een aanrader.
WEL de verwijzer naar de gezondheidszorg. Het geeft scholen ook de mogelijkheid te verwijzen naar praktijken waarmee afstemming en samenwerking tussen alle betrokkenen goed verloopt. Andere landen kennen zo’n regeling niet. Laten we dus vooral blij zijn met deze regeling, ook al is ze complex.”
Vergoede diagnose en behandeling. Zo staat er onder meer te lezen dat vanaf 1 januari 2009 er voor basisschoolleerlingen een vergoeding van dyslexiezorg kan zijn en er een beroep gedaan kan worden op de ziektekostenverzekering. Hiervoor is een verwijzing van de huisarts nodig. Marlou benadrukt:”De basisschool kan met behulp van het leerlingdossier dyslexie de leerling verwijzen naar de gezondheidszorg. Het leerlingdossier is dus a.h.w. de verwijsbrief. De criteria ervan worden door twee personen beoordeeld: 1: de directeur van de basisschool verklaart door zijn handtekening de juistheid van de gegevens; 2: de gz-psycholoog van de praktijk waar ouders aanmelden controleert de criteria en verklaart het dossier ontvankelijk. Als het dossier ontvankelijk is, wordt onderzoek bekostigd door de ziektekostenverzekering. Scholen zijn zich nog te weinig bewust van hun verwijsfunctie bij het vermoeden van ernstige dyslexie. Dat is ook echt heel bijzonder, want in alle andere gevallen is de huisarts
Leeftijd: in 2013 moet een kind 7,8,9,10,11 of 12 jaar oud zijn bij de aanvang van de zorg.
Input van de ouders van een leerling uit groep 7: Na een paar jaar waarin we van alles geprobeerd hadden om het lezen van onze zoon vooruit te krijgen en veel onbegrip incasseerden, werd halverwege groep 5 een dyslexie onderzoek gedaan. Hierbij zijn we nog steeds de leerkracht van groep 5 en de IB’er, die beiden veel werk verzet hebben, erg dankbaar. Het onderzoek nam 1 dag in beslag. Bij het begin van het onderzoek mocht een van de ouders aanwezig zijn. Dit was voor onze zoon prettig. Een onderdeel van het onderzoek dat mij bijgebleven is, was het benoemen van eenvoudige plaatjes. Dit ging erg langzaam. Ik vroeg me af wat er allemaal in zijn hoofd omging voordat hij het plaatje kon benoemen. Het onderzoek is prima verlopen, zeker niet vervelend ervaren door onze zoon. Een aantal weken later kregen we de uitslag. Ernstige enkelvoudige dyslexie. Dat was schrikken. Niet alleen het lezen, maar ook de spelling gaven flinke problemen. Gelukkig alleen dyslexie. Al snel nadat we de diagnose dyslexie te horen kregen, kon onze zoon beginnen met de dyslexiebehandeling. De behandeling vond plaats onder schooltijd, dit was fijn. Zo hoeft een kind geen ‘speeltijd’ te investeren in iets wat niet leuk is. Iets wat al jaren als lastig ervaren wordt, kan immers niet van het een op het andere moment een leuke bezigheid zijn. Onze zoon kreeg Evelien als dyslexiebehandelaar toegewezen. Voor de
Kosten worden volledig vergoed als wordt voldaan aan de eisen over: leeftijd en ernst en hardnekkigheid.
Ernst: scores in het leerlingvolgsysteem horen bij de zwakste lezers (DMT) en zwakste spellers gedurende drie recente en achtereenvolgende meetmomenten van het leerlingvolgsysteem. Hardnekkigheid: de basisschool heeft de instructie in lezen en spellen uitgebreid, maar dat heeft nog te weinig resultaat. Enkelvoudig: er mag geen andere (ernstige) ontwikkelingsstoornis geconstateerd zijn die de behandeling van dyslexie belemmert.
9 zomervakantie hebben ze een aantal behandelingen gedaan. Ook in de zomervakantie zijn we een paar keer geweest. Gedurende groep 6 is het meeste werk verzet. Onze zoon is met sprongen vooruit gegaan. Niet altijd evenveel bij het onderdeel lezen of spelling. Na ieder 10 behandelingen zijn toetsen afgenomen om te meten wat de stand van dat moment was. Als een van de onderdelen minder vooruit ging, dan werd het behandelplan bijgesteld wat zich meestal uitte in een vooruitgang bij het daaropvolgende meetmoment (of het daaropvolgende meetmoment). Naast de dyslexiebehandelingen is er ook een informatieavond georganiseerd, waarin zowel ouders als de kinderen informatie kregen over wat dyslexie is en ondersteunende software bij dyslexie. Dit was erg zinvol. Onze zoon is er daarna flink over gaan nadenken. En ermee aan de slag gegaan. In het begin van groep 7 komt er een eind aan de dyslexie behandeling. Het eindresultaat is een vooruitgang in het lezen van AVI E3 naar AVI M6. En bij spelling zelfs een vooruitgang van E3 naar M7. En dit alles in 1,5 jaar. Een resultaat waar we als ouders super trots op zijn. Dit alles is tot stand gekomen door nauwe samenwerking met Marlou Janssen, Evelien van Sloun, leerkrachten, ouders en natuurlijk onze zoon (die het toch maar allemaal gedaan heeft). Bedankt allemaal ! (Evelien van Sloun, orthopedagoge en dyslexiebehandelaar, verzorgt vanuit de praktijk van Marlou Janssen de behandeling dyslexie.)
Als het leerlingdossier dyslexie aan al deze criteria voldoet, dan wordt onderzoek door de zorgverzekeraar vergoed. Pas als tijdens het onderzoek echt ernstige enkelvoudige dyslexie blijkt, dan wordt ook de behandeling vergoed. Als de scores van het leerlingvolgsysteem niet behoren tot de laagste 10%, of school heeft nog geen extra instructie verzorgd, terwijl ouders toch onderzoek willen laten doen, dan zijn de kosten van onderzoek voor ouders. Het onderzoek dat Marlou uitvoert omvat niet alleen lezen en spellen, maar ook alle andere zaken die van invloed zijn op de ontwikkeling van lezen en spellen, en op de ontwikkeling in het algemeen zoals concentratie, zelfbeeld en intelligentieniveau. In een enkel geval is het onvermijdelijk dat een leerling toch doorgestuurd moet worden voor nader onderzoek door bijvoorbeeld neuroloog of psychiater.
10
Hoe verder? Ondanks alle beschikbare informatie, gespecialiseerde websites, ICT-middelen, vernieuwde methodieken, materialen en professionalisering binnen de scholen, blijkt in de praktijk dat er nog winst te behalen valt door goed te benutten wat door het Masterplan Dyslexie ontwikkeld is. Marlou zegt: “Alles is er, nu is “het veld” aan zet. Gelet op de grote diversiteit in benadering van zowel scholen als behandelpraktijken is mijn wens voor de nabije toekomst dat we ons gezamenlijk gaan richten op onderlinge afstemming (binnen kaders) ten behoeve van cliënten en ouders. Dit biedt meerwaarde voor alle betrokkenen. Binnen de basisscholen is het van belang dat er structureel voldoende ondersteuning gegeven wordt door (midden-)management en bestuur om de leerkracht in de groep in staat te stellen de gewenste leerlingenzorg te bieden. De benadering van leerlingen met dyslexie moet herkenbaar zijn in de visie en het zorgplan van de school. Bovendien moet het gedragen worden door het hele team.” Binnen het Samenwerkingsverband worden voor leerkrachten en intern begeleiders diverse mogelijkheden voor verdere professionalisering op dit gebied aangeboden. Problemen waar het onderwijs in de praktijk mee te maken krijgt worden meegenomen in het beleid, beschreven in het zorgplan. Marlou heeft daarom in de afgelopen periode meegewerkt aan de totstandkoming van een convenant basisscholen Westelijke Mijnstreek en praktijken in de regio, o.l.v. coördinator Rob Gerits, dat op 18 april gepresenteerd zal worden naar scholen en samenwerkende partners. In dit convenant staan afstemming en samenwerking centraal en daar is volgens Marlou nog veel winst te behalen voor ALLE betrokkenen: voor kinderen, ouders, scholen en praktijken in de gezondheidszorg. Hierover in een volgend nummer meer.
Ellie Peters Enkele sites met veel informatie voor leerkrachten en ouders: • www.praktijkmarloujanssen.nl • www.steunpuntdyslexie.nl • www.stichtingdyslexienederland.nl • www.dyslexieroute.nl • www.balansdigitaal.nl
Naschrift: Op 6 februari jl. verzond het Nationaal Referentiecentrum Dyslexie (NRD) een brief aan alle scholen waarin het aangeeft dat de bij het NRD aangesloten dyslexiebehandelcentra genoegen nemen met twee meetmomenten in plaats van drie, zoals bij de invoering van de vergoedingsregeling is vastgesteld op basis van de Protocollen Leesproblemen en Dyslexie. De brief heeft in korte tijd al voor veel onrust gezorgd: scholen weten niet meer waar ze zich aan moeten houden, behandelaars krijgen tegenstrijdige richtlijnen vanuit de beide kwaliteitsinstituten (NRD en KD).Het Masterplan Dyslexie adviseert scholen te blijven vasthouden aan drie meetmomenten. (Meer informatie op www.masterplandyslexie.nl )
Dit is wat de leerling ervan vond: In groep 3 en 4 vond ik het lezen heel erg moeilijk. Eerst dacht ik, dat maakt niets uit. Dan lees ik toch gewoon langzamer. Toen besefte ik dat lezen erg belangrijk is. Ik vond het vervelend dat het niet goed lukte. En ik dacht dat ik misschien niet zo slim was. Dat vond ik niet fijn. In groep 5 hoorde ik dat ik dyslexie had. Dat is natuurlijk niet fijn om te horen, maar het was wel een opluchting. Nu wist ik waardoor het kwam. Ik voelde me veel fijner. Eigenlijk ben ik toch wel slim. Alleen het lezen en de spelling gaan moeilijk. Toen begon ik met de behandelingen bij Evelien. En ineens ging de spelling en het lezen veel beter. Evelien was altijd heel aardig. We oefenden lezen en spelling. Bij Evelien deed ik een bladzijde lezen (eerst Evelien, dan samen en daarna ik alleen). En thuis deed ik deze bladzijde een paar keer met mijn ouders lezen. Evelien gaf me ook spelling huiswerk. Dit deed ik thuis oefenen. Om de 10 weken deed ik een toets maken bij Evelien. Sommige toetsen waren erg raar. Er was eentje met onzinwoorden. Ik vond het altijd spannend om te weten of ik veel vooruit was gegaan. Meestal was dit zo. In het begin van groep zeven was ik klaar. Ik was met lezen van avi e3 naar avi m6 vooruit gegaan. Met spelling ben ik van e3 naar m7 vooruit gegaan. Ik was er heel blij mee dat ik in 1,5 jaar zoveel vooruit gegaan ben.
In gesprek met Gerrie Heil, intern begeleider en leerkracht van basisschool St.Hubertus Gerrie is sinds dit schooljaar als intern begeleider verbonden aan deze school. Zij spreekt vol enthousiasme over haar ervaringen in de afgelopen maanden. Zij volgde bij het Seminarium voor Orthopedagogiek de Master SEN-opleiding en verder bij Fontys Hogescholen de 1-jarige IB-opleiding. Zij werkt 3 dagen per week, waarbij zij haar aandacht verdeelt over groepswerkzaamheden gedurende een ochtend in de week, begeleiding van 3 LGF-leerlingen en de werkzaamheden als intern begeleider. Signaleren. Het tijdig signaleren van leerlingen met leesproblemen vindt Gerrie heel belangrijk, evenals een gedegen leerlingdossier vanaf groep 1. “Ik heb met leerkrachten besproken op welke wijze DMT – de CITOtoets die bij alle leerlingen vanaf groep 3 afgenomen wordt – het best geregistreerd kan worden en waar men op moet letten bij de afname. Bij een aantal leerlingen neem ik zelf de toetsen af. In gesprekken met leerkrachten, met name van de lagere groepen, attendeer ik op het registreren van opvallende details als bijvoorbeeld het niet kunnen onthouden van de dagelijkse routine, namen van de week, namen van leerlingen, enzovoorts. Vooral bij leerlingen die naderhand leesproblemen hebben, is deze informatie - opgeslagen in het leerlingdossier - van belang. “ Speerpunt technisch lezen. “Dit schooljaar is een nieuwe technisch leesmethode ingevoerd, waarvoor de keuze in het vorige jaar gemaakt is. We hebben daarom technisch lezen dit jaar als speerpunt, voordat we verder gaan met begrijpend lezen. Bij de invoering van de gekozen methode “Timboektoe” worden we begeleid door Paula Corsten van de Veerkrachtgroep. Er zijn mogelijkheden voor alle niveaus, er zijn digibordlessen en we overwegen ook de beschikbare software te gaan bestellen. Het samen in gesprek gaan met begeleider en leerkrachten over het leren lezen heeft absoluut meerwaarde. We zijn ertoe overgegaan de leestijd in de groepen 3 en 4 uit te breiden met een klein half uurtje per dag aan het
begin van de ochtend, om de resultaten te verbeteren. Verder vind ik een inspirerende leesomgeving en aantrekkelijke boeken van groot belang. Samen met alle leerkrachten bedenken we hoe we lezen nóg leuker kunnen maken. We maken gebruik van zichtzendingen van de bibliotheek, zorgen dat boeken toegankelijk zijn en zien inmiddels dat de resultaten omhoog gaan. Het enthousiasme van de leerlingen stimuleert de leerkrachten weer.” Ouders. In de gesprekken die met ouders gehouden worden ervaart Gerrie vaak dat als het vermoeden van dyslexie door school wordt uitgesproken er een gevoel van herkenning is bij ouders en alles min of meer voor hen op zijn plek valt. Gerrie vindt het belangrijk dat bij alle gesprekken, ook naderhand met externe zorgverleners, de leerkracht aanwezig is. Zij bewaakt dat er realistische doelen gesteld worden aan de extra begeleiding in de groep. “Ik geloof niet in het beloven van gouden bergen,“ zegt Gerrie, “maar in het samen zoeken naar en bewandelen van de goede weg.” Zij vindt afstemming met behandelaars zeer belangrijk. In de gesprekken die zij houdt met de betreffende kinderen wordt zij vooral geraakt door de “opluchting” die zij bespeurt bij deze leerlingen. Kinderen ervaren dat hun probleem gezien wordt en door er samen aan te werken boeken ze succes. Iets wat Gerrie nog heel lang en met veel inzet wil bevorderen.
Ellie Peters
11
12
Visie en missie gaan vòòr op invoering van “tools” Brede school De Bron in Neerbeek is al geruime tijd bezig met verantwoorde begeleiding van leerlingen met lees- en of spellingproblemen. Intern begeleider Hetty Goltstein en ICTer Leon Jaspers vertellen over de stand van zaken op dit moment binnen hun school. Visie Als intern begeleider is Hetty erg blij met de vakkennis die Leon heeft als ICTer, maar ook als remedial teacher en begeleider van leerlingen met leesproblemen. Hij heeft hiermee geruime ervaring in SBO en regulier onderwijs. Op de Kindantedag van het vorig jaar werden leerkrachten al in de gelegenheid gesteld via een PowerPointpresentatie kennis te nemen van de ontwikkelingen binnen hun basisschool. Leon benadrukt: “Startpunt van het realiseren van goede begeleiding van leerlingen met lees- en spellingproblemen moet de gedragen visie van de school zijn. Digitale hulpmiddelen zien wij als een compenserend instrument voor leerlingen met technische leesproblemen. Dit geldt voor leerlingen vanaf groep 6 en voor leerlingen waarbij het welbevinden in het gedrang komt. Wij willen dat onze leerlingen leren omgaan met hun dyslexie, weerbaar en voldoende assertief zijn, nu én als zij de stap zetten naar het voortgezet onderwijs. “ Beeldvorming Hetty vult aan: ”Enkele jaren geleden zijn we gestart
met een werkgroep waarin onderbouw, middenbouw en bovenbouw vertegenwoordigd waren. In studiedagen werd ingegaan op de ontwikkelingen rondom signaleren en begeleiden van leerlingen met (mogelijke) dyslexie en hun onderwijsbehoeften. De beeldvorming bij leerkrachten en naderhand ouders werd daardoor bijgesteld en een duidelijke lijn werd uitgezet. Een noodzakelijk iets, waar leerlingen baat bij hebben. Het zorgen voor onderlinge afstemming en maken van afspraken over de benadering van deze leerlingen kost veel tijd en energie, maar zorgen er wel voor dat ontwikkelingen geborgd worden. Door deze aanpak kunnen wij problemen voor zijn. Leerkrachten, leerlingen en ouders gaan er steeds beter mee om hoewel we nog lang niet alles hebben kunnen realiseren, je kunt dit niet forceren.” Attitudevorming In het gesprek blijkt dat het belang van het kind voor gaat op het digitale hulpmiddel dat aangereikt wordt. Leon begeleidt niet alleen de leerlingen in hun leesen spellingvaardigheden, maar ook in hun sociaalemotionele ontwikkeling: elke 5 à 6 weken komen
deze leerlingen als groep bij elkaar en zij kunnen hun ervaringen, probleempjes of vragen bespreken met elkaar en met Leon. Daarbij wordt hen de gelegenheid gegeven zelf oplossingen en suggesties aan te dragen. Zo werd het dyslexiepasje dat deze leerlingen gebruiken, door hen zelf ontworpen. Ze gebruiken het bijvoorbeeld als er vervangende leerkrachten in de groep komen en verder geeft het pasje hen recht op het gebruik van computers op het moment dat zij dit nodig hebben. Zij leren hierdoor hun eigen verantwoordelijkheid te dragen en zelf te zoeken naar oplossingen, gebruikmakend van de voorzieningen die er zijn. Team en medeleerlingen accepteren deze aanpak volledig en zo kunnen deze kinderen zich ondanks hun leerprobleem optimaal ontwikkelen in een veilige leeromgeving. Door de regie in eigen hand te houden verbetert hun zelfbeeld enorm. Schoolproject “Zo wordt er schoolbreed ingezet op het bespreekbaar maken van dyslexie in de groep op gezette tijden. Leerlingen houden zelf presentaties en informeren hun medeleerlingen. Er wordt dankbaar gebruik gemaakt van “De dyslexiesurvivalgids” van Annemie de Bondt, waarin veel informatie te vinden is. Acceptatie van en begrip voor deze kinderen is inmiddels al zo vanzelfsprekend geworden dat het bespreken in de groep er bijna bij inschiet.”, zegt Hetty. Leon vertelt over de keuze voor een “smal pad”: “Veranderingen worden behoedzaam doorgevoerd. In de experimentele fase hebben we ons eerst gericht op een enkele leerling. Vanuit die ervaringen werd de aanpak uitgebreid. Een voorbeeld is het aanpassen van de instructiekaarten behorend bij de handleiding van “ClaroRead”. Dit is de voorleessoftware waar wij als school voor gekozen hebben. De aanpassing van de instructiekaarten is door de leerlingen zelf gedaan en zij informeren elkaar onderling over het gebruik van het programma, maar doen dit ook naar leerkrachten en ouders. Daarbij hoeft de leerkracht het programma niet te beheersen, ik vergelijk dit vaak met een bril: je
gebruikt hem wel, maar als je er iets aan wil veranderen ga je naar de opticien. De ondersteuning van dyslecten houdt niet op bij de schoolpoort, van ouders verwachten wij dat ook zij hun verantwoordelijkheid hierin dragen. Thuis kunnen leerlingen via een door ouders aangeschafte memorystick waar het programma op staat, op de computer verder werken. Bij de keuze van het programma hebben we rekening gehouden met de gebruiksvriendelijkheid en betaalbaarheid. Omdat wij de netwerkversie hebben aangeschaft, is er een goede prijs geregeld voor ouders.” Schoolnetwerk “We beschikken over voldoende voorzieningen om het technisch leesonderwijs digitaal te ondersteunen. Wij stellen ons verder tot doel de schriftelijke educatieve content digitaal aan te bieden. Dit is echter nog niet helemaal gerealiseerd. Op dit moment worden teksten van begrijpend de dag ervoor voorgelezen. Deze pre-teaching is nu een vast lesonderdeel en voor de toekomst ook gepland voor wereldoriëntatie. Het vraagt van de leerkracht een flexibel omgaan met de groep en de schoolorganisatie.” Als ICT-er is Leon een sleutelfiguur in dit hele proces, gecombineerd met zijn passie voor dyslectische leerlingen en zijn jarenlange ervaring is hij een bron van informatie. Veel hiervan is terug te vinden op de site van de school, inclusief de PowerPointpresentatie voor ouders. Zowel Hetty als Leon zijn altijd bereid hun ervaringen met andere scholen te delen. Dit gesprek maakt duidelijk dat de aanschaf van de software voor ondersteuning van kinderen met leesproblemen niet een doel op zich is; het is een compenserend hulpmiddel dat niet gaat werken zonder dat de randvoorwaarden in de hele organisatie vervuld zijn. Intern begeleider en ICT-er sturen dit proces aan en moeten blijven monitoren, evalueren en bijstellen. Hetty en Leon benadrukken dat de ingeslagen weg nog lang is, maar door de gezette stappen is al veel bereikt.
Ellie Peters
13
Luister je wel naar mij? Tijdens mijn opleiding tot ‘Kinder- en Opvoedcoach’ werd ik er weer goed van bewust hoe moeilijk en tegelijkertijd belangrijk luisteren is. Mijn scriptie ging dan ook over het belang van goed luisteren naar kinderen. Luisteren is iets wat we allemaal dagelijks doen. ‘Luisteren lijkt vanzelfsprekend maar kan ik het goed?’ Een ding staat bij mij voorop, de intentie is er steeds weer! Ook moet ik mezelf regelmatig aanzetten tot bewust luisteren. Naar mijn idee ligt de basis om goed met kinderen om te gaan in het goed luisteren. Op dit moment werk ik naast mijn functie als leerkracht op de Wissel ook een dagdeel als Kinder- en Opvoedcoach. Wekelijks coach ik kinderen en ouders waarbij het uitgangspunt ‘luisteren’ is. Het onderstaande gedicht kwam ik tegen en raakte mij, vandaar dat ik het graag met jullie wil delen.
Henriëtte Kok Kindercoach
Luisteren
Als ik je vraag om naar me te luisteren en jij begint me raad te geven. Heb je niet gedaan wat ik je vroeg.
14
Als ik je vraag om naar me te luisteren en jij begint me te vertellen waarom ik me niet zo zou moeten voelen, trap je op mijn gevoelens. Als ik je vraag naar me te luisteren En jij denkt dat je iets moet doen Om mijn probleem op te lossen Heb je me niet goed begrepen, Hoe vreemd dat ook klinkt. Luister! Ik vroeg alleen maar of je wilde luisteren Niet praten of doen….. Hoor me alleen maar aan. Advies is goedkoop; voor een habbekrats heb je een hele hoop adviezen in één tijdschrift. En ik red me zelf wel. Ik ben niet hulpeloos. Misschien ontmoedigt en wankel, maar niet hulpeloos.
Als je iets voor me doet wat ik voor mezelf kan doen Draag je bij aan mijn angst en inadequaatheid. Maar wanneer je accepteert als een simpel feit dat ik voel wat ik voel, hoe irrationeel ook. Dan kan ik stoppen met proberen je te overtuigen en kom ik toe aan begrip vragen Voor wat achter dit irrationele gevoel ligt. En als dat duidelijk is, zijn de antwoorden duidelijk en hoef ik geen goede raad. Irrationele gevoelens slaan nergens op. Als we begrijpen wat erachter ligt. Misschien werkt bidden daarom soms wel Voor sommige mensen…. omdat God zwijgt en geen advies geeft of oplossingen aandraagt. Hij (of Zij) luistert alleen maar en laat jou zelf het werk doen. Dus luister alsjeblieft en hoor me slechts aan En als jij wilt praten, wacht dan even op je beurt ….. Dan luister ik naar jou. (Leo Buscaglia )
15
Als je weg gaat, laat je wat achter… Werken met kinderen, dag-in, dag-uit, geeft plezier, brengt vreugde. Te mogen ervaren dat ze groeien, leren, zich ontwikkelen, is altijd weer een wonder. Als je dat wonder meer dan 40 jaar hebt zien gebeuren, maakt het afscheid van de school, je collega’s, de ouders en hun kinderen je ietwat weemoedig. Je kijkt terug op alles wat je hebt gedaan en beseft opeens wat je allemaal achterlaat. Het geeft een rijk en dankbaar gevoel. En je gaat je afvragen op welke manier het voor jou passend is om afscheid te nemen. Dat overkwam Christel Kern-van der Meij en Marianne Consten-Last aan het eind van het schooljaar 20112012. Beiden vonden aan het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw een vaste werkplek op Basisschool Spaubeek. En in de loop der jaren werden het echte ‘maatjes’, zeker toen ze jaren lang samen een groep 3 hadden en veel Spaubeekse kinderen begeleidden bij het leren lezen. Ze werkten intensief samen, vulden en voelden elkaar prima aan. Hun liefde voor taal, lezen, voorlezen en kinderen combineerden ze met een professionele inzet en positieve blik vooruit.
16
Een voorleesstoel Toen ze besloten een stapje terug te doen en hun leven een andere invulling te gaan geven, wilden ze de kinderen trakteren. Maar iets vluchtigs paste niet bij de manier waarop zij altijd in het onderwijs hun ‘mannetje’ hadden gestaan. Daarom werd er overlegd over een geschenk waar de kinderen en de school nog lang plezier van konden beleven. Na enig zoekwerk (hoe handig, dat internet) viel hun oog op een blank houten voorleesstoel, als bouwpakket te koop. De stoel werd door Christel en Marianne opgehaald in Waddinxveen (ja, kosten noch moeite werden gespaard). Een van de creatieve ouders van school, Jenny Ubachs, werd gevraagd de stoel te beschilderen. Met prentenboeken in de hand toverde Jenny Meester Kikker, Rupsje Nooitgenoeg, de mol en nog enkele andere kinderboekfiguren op de stoel tot leven. Zo werd het een pronkstuk voor de school. Bij het afscheid van de kinderen kreeg de school de stoel als cadeau. In de met kinderen gevulde hal waren
veel ooh’s en aah’s te horen. Wat een prachtige stoel was het geworden. Veel kinderen wilden heel graag in de stoel plaatsnemen en voelen hoe het is om in de stoel te zitten en iets voor te lezen of te vertellen. De stoel is door onze conciërge, Marcel Belt (altijd even handig), op wieltjes gezet en dus verrijdbaar door de school. In alle groepen kan hij worden gebruikt bij het voorlezen en vertellen. Een geschenk waar de school heel blij mee is, maar er was nog meer… Tronenwedstrijd De leverancier van de troon stelde de voorwaarde dat de school in het schooljaar 2012-2013 mee zou doen aan de Savantis-tronenwedstrijd. Op school is daarvoor een zelfde blank houten troon afgeleverd. Met de hulp van een erkend schildersbedrijf ontwerpt een bovenbouwgroep een eigen ontwerp voor de troon. Dat ontwerp gaan de kinderen met ondersteuning van de schilder zelf uitvoeren. Daarnaast maakt de groep een verslag van het ontwerp- en schilderproces. De beschilderde stoel en het verslag worden beoordeeld door een deskundige jury. Per provincie is er een winnaar die met de hele groep op 23 mei meedoet aan de landelijke finale in Archeon te Leiden. Zo heeft het afscheid van juf Christel en juf Marianne nog heel wat gebracht: twee prachtig beschilderde voorlees- en vertelstoelen, een hoop kinderplezier, veel leerervaringen en een heel dankbaar gevoel voor alles wat zij voor onze school hebben gedaan. Ze hebben in Spaubeek heel wat achtergelaten. Dank jullie wel!
Martin Kempen.
De voorleesstoel in gebruik door juf Mariëlle Spierts van groep 1B/2B.
Links: Christel Kern; rechts: Marianne Consten. De stoel op wieltjes.
We need to talk about Kevin KindanteScoop
Monsieur Lazhar
Films als Etre et Avoir en Entre les Murs zijn voor onderwijsmensen zo herkenbaar dat ik als filmliefhebber er vanuit mag gaan, dat de lezers van KindanteScoop deze films nog op hun netvlies hebben staan. Monsieur Lazhar is ook zo’n Franstalige rolprent waar je als leerkracht in meegezogen wordt. Bachir Lazhar is een Algerijnse immigrant die leraar wordt op een lagere school in Montréal. Hij neemt de plaats in van juf Martine die tragisch om het leven is gekomen. De directrice van de school is erg blij als Lazhar ineens in haar kantoor verschijnt. Vind maar eens zo snel een vervanger tijdens het schooljaar voor een groep acht na deze gebeurtenis. De klas waar Lazhar les aan gaat geven is verwikkeld in een rouwproces. Elke leerling op zijn eigen manier. De groep krijgt ondersteuning van een psychologe. Vooral de leerlingen Simon en Alice vragen extra aandacht. Simon is de jongen met zijn fototoestel die van iedereen ongevraagd foto’s neemt. De jongen heeft problemen gekend in de omgang met zijn juf Martine. Na haar dood worstelt hij met de schuldvraag. De school ervaart hem als een lastige leerling. Alice heeft het eveneens moeilijk met de verwerking van haar ervaring, ze doet moeite het verlies een plek te geven. Ook monsieur Lazhar worstelt met verlies van zijn dierbaren die zo dramatisch hun leven verloren. Bovendien is zijn geliefd Algerije ver weg. Hij kan er als vluchteling niet naar terugkeren, hoewel de procureur van de Staat hier anders over denkt. Monsieur Lazhar is geen groot didacticus. Een dictee uit een boek van Balzac is voor de kinderen veel te hoog gegrepen. Weer in rijen zitten vinden ze ook niet geweldig. Monsieur Lazhar kan van menig collega nog veel leren. Maar hij heeft wel een groot hart en het juiste gevoel om deze groep te leiden. Zo ontstaat dan een fijne band tussen hem en de klas. Subtiel in beeld gebracht door Philippe Falardeau. De maker van deze film oordeelt of moraliseert niet. Hij registreert alleen. Hij laat zien dat woorden macht en kracht hebben, dat ze kunnen helen, als je vooral
ruimte inbouwt om naar elkaar te luisteren en niet te veroordelen. Luisteren naar elkaar kan alleen met respect voor elkaars mening. Monsieur Lazhar werkt op deze wijze en de klas gaat er in mee en het doet de kinderen goed. De meeste ouders zijn vol lof over hem. De directrice is echter kritisch. Zij vindt dat over de dood van juf Martine gewoon niet meer gesproken moet worden en zeker niet door Lazhar. Ze heeft daarvoor toch een dure beroepskracht ingehuurd! Gelukkig is monsieur Lazhar ook eigenwijs. “Het resultaat is een schitterend, aandoenlijk drama, dat de kijker recht in het hart raakt”, zo verwoordt een landelijke ochtendkrant het en geeft de film vier sterren. Op het filmfestival van Rotterdam krijgt hij de Publieksprijs. De regisseur heeft dan al bericht ontvangen dat zijn werk een Oscarnominatie verdient. Redenen genoeg om zelf deze film te gaan zien en een antwoord te vinden op de vragen rondom de dood van juf Martine. Wat heeft Lazhar meegemaakt dat hij als vluchteling politiek asiel aanvraagt in Canada? Hoe krijgen de kinderen Simon en Alice weer perspectief in hun leven? En waarom mag Lazhar het schooljaar niet afmaken? Maar vooral, maak kennis met onze “collega” Bachir Lazhar en zijn klas. Te leen bij Bureau Kindante
Peter Tillemans
17
Op de fiets van Schinnen naar Assisi - Ciclo di Assisi
18
Op woensdag 10 juli van dit jaar stap ik op de fiets om zo’n 1400 km. naar Assisi af te leggen. Een route via onder andere Bregenz, de Arlbergpas, de Rechenpas, het Gardameer, Verona, Florence en tot slot Assisi. Alleen? Ja, alleen. Maar het is een bekende fietsroute dus zal ik verre van alleen zijn. De reacties zijn legio: ‘Wat leuk! ‘Jeetje, wel ver!’ ‘Geweldig, mag ik mee??’ Dat je dat durft!’ ‘Prachtige route, daar ga je heel veel moois zien!’ De leukste reactie kwam van één van mijn leerlingen: ’Juf, weet je wel hoeveel meters 1400 kilometer is?’ Aha, daar knopen we gelijk even een sommetje aan vast….mooi voorbeeld van realistisch rekenen. De vraag die bij de meesten naar boven komt borrelen: Waarom doe je zoiets? Fietsen is leuk, maar zo’n eind..….nee, bedankt.
heb ik ervaren hoe mooi het leven is, hoe fijn het is om je goed te voelen, hoe het is om echte stilte te kunnen ervaren. Dáár realiseerde ik me ook wat echt belangrijk is in het leven en realiseerde ik me dat ik nooit meer zo ziek wil zijn. Niet voor mezelf maar ook niet voor mijn gezin, voor mijn directe omgeving. Dat is de reden dat ik gestopt ben met werken. Een hele moeilijke beslissing, want mogen lesgeven, kinderen zien ontwikkelen, is prachtig!! Toch is dit voor mij een juiste keuze. Geen groter goed dan gezondheid. Dat ik kies voor fietsen naar Assisi, dé omgeving waar ik me zo fijn voelde, is voor mij een logische keuze.
Het idee Bij mij borrelde geen vraag maar wel het idee: ‘Zou ik in plaats van in de auto, óf wegens plaatsgebrek op de achterbank in het vliegtuig, op de fiets stappen? Niet zomaar een nuchter idee maar meer een ‘dat ga ik doen om de cirkel rond te maken, om de achterliggende periode af te sluiten’.
Ook voor de ander Deze fietstocht maak ik niet alleen voor mezelf. Het wordt een sponsortocht voor Kika. Op mijn blog kunt u lezen over het hoe en waarom. www.biking4countries4kika.blogspot.com
Ziek In november 2011 werd ik ziek. Waar ik verwachtte na een paar weekjes rust weer verder te kunnen, werd het uiteindelijk ruim anderhalf jaar. In die periode was het leven niet altijd vanzelfsprekend. Met de nodige begeleiding van onder andere diverse specialisten kan ik nu zeggen dat het goed gaat, heel goed zelfs. Assisi Vorig jaar zomer zijn we met ons gezin in Umbrië, in de buurt van Assisi, op vakantie geweest. Daar
Energie Hoewel ik deze fietstocht de nodige energie zal verbruiken, ben ik ervan overtuigd dat het me vooral veel energie zal geven. Dat geeft het me nu al: de kriebels om te gaan, de mooie reacties van mensen om me heen. Het bevestigt me in mijn keuzes: nu moet ik leven, nu maak ik mooie herinneringen voor later!
Gonne Venhuizen
19
Spreiding en Huisvesting: Kindante geeft antwoord op de krimp Kindante wordt al een aantal jaren geconfronteerd met teruglopende leerlingenaantallen in haar scholen. Tot voor kort bleef die terugloop nog beperkt tot een klein aantal scholen waardoor het mogelijk was om op basis van de gemiddelde schoolgrootte op bestuursniveau kleinere scholen verantwoord open te houden.
20
Daartoe heeft de stichting extra financiële en personele middelen beschikbaar gesteld om het mogelijk te maken de kwaliteit van het onderwijs te handhaven. Nu de daling van leerlingenaantallen doorzet bij vrijwel alle scholen van de stichting is het niet meer mogelijk om dit beleid te handhaven. De opgave van Kindante is om kwalitatief goed onderwijs binnen de financiële mogelijkheden in alle omstandigheden te garanderen. Niets doen nu, is geen optie. Keuzen zullen gemaakt moeten worden, hoe pijnlijk deze ook zullen zijn in vele gevallen. Uitstel heeft als groot risico dat later mogelijk nog pijnlijker keuzen gemaakt moeten worden. De krimp leidt tot een toename van risicofactoren, die de kwaliteit van het onderwijs onder druk zetten. Wanneer een bestuur hier te laat of onvoldoende adequaat op reageert, is verlies van onderwijskwaliteit een logisch vervolg. Deze risicofactoren raken om te beginnen de context, waarbinnen het onderwijs moet worden ingericht. Het gaat daarbij om financiën, huisvesting en personeel. Daarnaast zien we dat scholen te maken krijgen met risicofactoren, die de onderwijskwaliteit meer direct raken. Voorbeelden zijn grotere groepen, meer combinatiegroepen, druk op de leerkrachtvaardigheden m.b.t. het klassenmanagement, minder tijd voor instructie en begeleide inoefening, meer dan twee leraren voor een groep, meer dan twee leerjaren in één groep en minder geld voor nascholing. Hiermee samenhangend neemt de ervaren werkdruk bij het personeel toe en blijkt er minder tijd te zijn voor de kwaliteitszorg. Al met al legt dit druk op de kwaliteit van het onderwijs. De aangekondigde veranderingen veroorzaken onrust en onzekerheid bij personeel, ouders en kinderen. Ook de omgeving van scholen reageert. Wijk en dorpsbewoners vrezen de effecten van het sluiten van
scholen. Ouders willen hun school graag behouden. Iedereen snapt dat het huidige scholenaantal niet gehandhaafd kan blijven. Een daling van het leerlingenaantal binnen de stichting van 425 kinderen in één jaar en een bevolkingskrimp die in Limburg dubbel zo hard toeslaat als in sommige andere provincies door o.a. de combinatie van vergrijzing en ontvolking is een structureel gegeven. De feiten worden door niemand ontkend, maar velen willen vooral graag dat de noodzakelijke ingrepen ergens anders plaatsvinden. Ons personeel maakt zich zorgen: niet alleen is het moeilijk wennen aan het idee dat er afscheid moet worden genomen van de huidige situatie, maar ook de zorg over de werkgelegenheid roept twijfels en emoties op. Voor nu staat de werkgelegenheid nog niet onder druk: ook in de nieuwe situatie zal die geen gevaar lopen. Maar door nu niet in te grijpen zal ook die werkgelegenheid gevaar lopen. We voelen als stichting de druk die ontstaat vanuit de pers, ouders en anderen en we realiseren ons heel goed dat de boodschap er geen is die voor nu op applaus kan rekenen. Wel benadrukken alle reacties dat het belangrijk blijft om het verhaal achter de boodschap goed te blijven communiceren. De reacties van ouders, personeel, medezeggenschapsraden, kindpartners en anderen worden meegenomen in het traject dat we de komende periode ingaan. Voor nu is er bij velen de onzekerheid en dat begrijpen we heel goed. Werkgelegenheid, werkplek en werkomgeving, veranderingen bij de direct leidinggevenden, veranderingen in de populatie van de school, het zijn allemaal veranderingen die nu op iedereen binnen de stichting af komen. Iedereen, want alle veranderingen raken ook die
21 scholen waar ogenschijnlijk niets aan de hand is omdat er geen opheffing of fusie vooralsnog aan de orde is. De onzekerheid is ook groot omdat het een grote reorganisatie betreft. Kindante kiest er niet voor om de situatie op zijn beloop te laten en via de “snijworst methode” hier en daar af en toe een plakje weg te snijden. Dat zou voor nu waarschijnlijk minder commotie hebben opgeleverd, maar de onduidelijkheid onnodig lang en dus pijnlijker hebben laten voortbestaan. Inmiddels is ook landelijk de discussie ontstaan over de wijze waarop moet worden omgegaan met de krimp. De PO Raad heeft recentelijk een advies uitgebracht richting de minister om de opheffingsnorm te verhogen landelijk naar minimaal 100 leerlingen. Als argumenten komen we dezelfde zaken tegen als in de beleidsnotitie van Kindante: kwaliteit, werkdruk, sociale cohesie, het komt allemaal terug. Voor de overheid telt vervolgens ook nog mee dat een kleine school bijna drie maal zo duur is als een school van c.a. 200 leerlingen. De fijnmazigheid van het basisscholennetwerk in Nederland is uniek en het advies van de PO Raad zegt daarover, dat het onmogelijk zal zijn om die in de toekomst te handhaven. Er zijn nog veel misverstanden: er gaat geen werkgelegenheid verloren doordat scholen worden gesloten, personeel van te sluiten locaties heeft geen mindere rechten dan personeel van locaties die open blijven, personeel van te sluiten locaties lopen niet eerder de kans in de vervangerspool opgenomen te worden, kleine scholen hebben niet per definitie kleinere groepen, op kleine scholen is de zorg niet zonder meer beter, en zo zijn er veel meer voorbeelden te noemen.
We gaan ervoor om de onzekerheid, die nu bij velen bestaat, zo snel als verantwoord is te vervangen door zekerheid: realistisch, toekomstbestendig en toekomstgericht. We werken er samen met het college van bestuur aan en we hebben er vertrouwen in dat we het doel van de stichting zullen realiseren: kwalitatief goed onderwijs voor ieder kind op een financieel economisch gezonde basis. Voor de nu voorliggende periode geldt: stel de vragen die leven; dat kan op school bij de directie, bij het projectteam en bij het CvB. We hebben niet alle antwoorden meteen paraat, maar weten wel waar ze te vinden zijn. Tot slot: de nieuwe werkelijkheid vraagt van ons te kunnen leven met een stuk onzekerheid. Dat is voor velen een hele nieuwe ervaring. Een vaste aanstelling op een vaste school is immers generaties lang het ideaalbeeld geweest van elke startende onderwijsgevende. Die vanzelfsprekende zekerheid is er nu niet meer en komt ook niet meer terug. Daarmee is het onderwijs in dezelfde werkelijkheid terecht gekomen als elke andere beroepsgroep. Het hele traject heeft de naam “Spreiding en huisvesting” maar de werktitel “Van krimp naar kans” is feitelijk bemoedigender. Er liggen nieuwe kansen; die komen er ook alleen wanneer er veranderingen plaatsvinden. Dat gebeurt niet pas morgen, het is al begonnen.
Miriam Bronckers Susanne Hannen Sjef Weijman Projectteam Spreiding en Huisvesting.
Samenvatting reacties enquête personeelsmagazine 2013 22
Allereerst willen wij alle personeelsleden bedanken die gereageerd hebben op deze enquête. jullie bijdrage wordt enorm gewaardeerd! Door jullie inzendingen krijgen wij een beeld van de lezerservaringen en belevingen binnen Kindante. Uit de 160 inzendingen zijn 3 prijswinnaars uit de bus gekomen, t.w. Cindy Baggen (25e), Roxanne Gordebeke (75e) en Brigitta Bas (150e). Gefeliciteerd, de dames hebben inmiddels een cadeaubon ontvangen! Er is hoofdzakelijk heel positief gereageerd op de rubrieken Kindantescoop en San Xaveria, als ook op de (inhoudelijke) bijdragen van scholen/personeelsleden. Ook over de uitstraling van het blad en de frequentie van uitgave (4x per jaar) zijn jullie zeer te spreken. Velen vinden echter dat het blad - in deze tijd van bezuinigingen - erg luxe is, en een veel gehoorde suggestie was dan ook een combinatie van een digitale versie en een kleinere oplage. Wij willen hier als redactie gehoor aan geven en in de toekomst overgaan op een digitale versie met daarnaast een papieren versie, maar dan in kleinere oplage (bijvoorbeeld 5 exemplaren per locatie). Zie hiervoor ook de aparte informatie op de pagina hier naast. Verder zijn er nog verschillende nuttige tips aangereikt ten aanzien van de inhoud die wij zeker zullen meenemen in onze redactiebesprekingen. Enkele voorbeelden: • Meer info vanuit het CvB inzake bijv. huisvesting en spreiding. Met ingang van dit nummer vinden jullie in de Kindante-info een vaste bijdrage van de projectgroep Spreiding en Huisvesting • Artikelen over de mens achter de werknemer, drijfveren van collega’s • Een ICT-rubriek om het PC-gebruik te optimaliseren en om PLAZA te promoten • Meer mensen aan het woord laten, bijv. kinderen met bijzondere verhalen, oop-ers, leerkrachten, vervangers e.d. • Rubriek met praktische tips, boekentips etc. Uit de vele reacties blijkt in ieder geval dat velen van jullie serieus willen meedenken over verbeterpunten en suggesties t.a.v. de inhoud en opzet van Kindante-info. Blijf dit vooral doen en schroom niet te mailen als je voelt dat je iets wilt bijdragen aan de inhoud van ons magazine!
Hartelijke groet, De redactie
Spionnen en tipgevers
gezocht
Wie wil de redactie af en toe voorzien van een tip over een interess ante, leuke, bijzonde re activiteit op zijn of ha ar school? Meld je aa n via het redactie-adres
[email protected] l
Van de redactie Nieuwe rubriek door en over kinderen Door het vertrek van Wiel Heijnen als redactielid is ook een eind gekomen aan de rubriek “Door de ogen van kinderen’. De redactie wil wel graag aandacht blijven besteden aan bijdragen over en door kinderen. We nodigen jullie als personeelsleden uit hiervoor een bijdrage te leveren; de vorm is vrij! We zijn erg benieuwd naar jullie creatieve reacties.
Wil je nog eens een Kindante-info teruglezen, kijk dan op www.kindante.nl
De verspreiding van dit voorjaarsnummer is nog ongewijzigd. Met ingang van het zomernummer gaan we over op een andere manier van verzenden: •
De scholen en het bureau ontvangen op elke locatie 5 exemplaren van
de Kindante-info
•
Het blad is voor iedereen digitaal beschikbaar via www.kindante.nl
• Aan de voormalige personeelsleden van Kindante vragen wij door te geven of je het blad op je mailadres wilt ontvangen of nog per post. Het kan natuurlijk ook zijn dat je de Kindante-info in het geheel niet meer wenst te ontvangen. Geef svp uiterlijk 1 mei je reactie door aan:
[email protected]
23
Goede voornemens Deze tekst heeft de Bs Burg. Willeme op de schoolwebsite geplaatst bij de start van het nieuwe kalenderjaar 2013: Op 7 januari zijn wij op spectaculaire wijze samen het nieuwe jaar begonnen; hartstikke nieuwe schoolbomen, bubbels, wafels en echt vuurwerk!! Ons voornemen voor 2013 samen met leerlingen, team, ouders en MIK aan:
Plezier, Respect en Veiligheid te werken. Wij gaan ervan uit dat iedereen weet hoe we met elkaar en met spullen omgaan. Worden handen, voeten en woorden op verkeerde manier gebruikt dan vullen de betrokkenen een gesprekskaart in. Het belangrijkste hierbij is dat leerlingen zelf een oplossing aandragen. Ouders worden door de eigen leerkracht op de hoogte gebracht . Samen met de kids van de leerlingenraad hebben de juffen en meesters 4 afspraken bedacht. Tot aan carnaval besteden we (extra) aandacht aan:
Alle mensen groot en klein, voelen zich hier fijn. Bij de ingang hangt een bord waar leerlingen, leerkrachten en ouders op kunnen schrijven, waarom ze het hier op school fijn vinden. Bovenstaand is visueel gemaakt in onze schoolbomen, die bij de grote ingang en bij de kleuters staan. Deze bomen maken een regelmatig rondje door de klassen. In de periode van carnaval tot aan Pasen besteedt de school (extra) aandacht aan:
Zegt iemand stop, dan houd ik op
Colofon
is het personeelsmagazine van Stichting Kindante Redactie Yvon Prince, Jos Heil, Ellie Peters, Gemma Starink, Peter Tillemans Vormgeving studiomarq, Marc Webers Druk Claessens Grafisch Veelzijdig Sittard
Redactie-adres Stichting Kindante Postbus 5156 6130 PD Sittard Tel. 046-4363366 e-mail:
[email protected]