personeelsmagazine 4 | 2 0 12
Doorgeefexemplaar
4
6
NLP, wat doe je ermee? Door de ogen van kinderen Kindantescoop
9 10
San Xaveria Estafette
12 Verbinden & Verdiepen
14
18 Enquête
19 nieuwjaarsbijeenkomst
8
Het is bijna Kerstmis. Een belangrijk feest met diepe wortels in de cultuur van Limburg. Een feest dat volgens sommigen naadloos aansluit op een Germaanse traditie van het Joelfeest, tegenwoordig beter bekend onder de naam Winterfeest, het vieren van de ommekeer van het donker naar het licht.
Het mooie van onze stichting is dat scholen de kinderen meenemen in de betekenis van het kerstfeest en/of het winterfeest. Feest van het licht, van het optimisme. Wat je ook van deze feesten vindt en hoe je ze ook zelf beleeft, het is in ieder geval een mogelijkheid om terug te kijken en vooruit te blikken, een moment van bezinning. Ieder jaar gebeurt er van alles wat onze aandacht en energie nodig heeft, ieder jaar weten we dat er weer veel gaat veranderen. Afhankelijk van hoe je in het leven staat, zie je dit als een uitdaging of als een last. Wat mijzelf betreft zie ik bijna alles als een uitdaging om beter onze visie en missie te kunnen uitvoeren, een enkele keer moet ik hard zoeken om te ontdekken wat er leuk aan is of waar het nuttig voor kan zijn. 2013 is voor Kindante een belangrijk jaar. Op 1 januari is het twee jaar geleden dat Kindante geboren werd. Een groot deel van die twee jaar heeft in het teken gestaan van het omvormen van twee stichtingen naar één nieuwe. Vaak betrof dit het afstemmen van regelingen van beide fusiepartners en het vormgeven in een nieuwe mal. Gelukkig wordt steeds meer de aandacht verlegd naar het maken en uitvoeren van beleid om Kindante te positioneren en zo sterk te maken dat we nu en ook over 10 jaar en nog langer zorg kunnen dragen voor kwalitatief hoogstaand onderwijs. Belangrijk daarbij is het strategisch beleid geweest, het is de basis waarop beleid doorontwikkeld kan worden. Bijvoorbeeld ‘Verbinden & Verdiepen’ als antwoord op de uitdagingen van Passend Onderwijs, als mogelijkheid om kwaliteiten op verschillende manieren in te zetten op de eigen school en op andere scholen en zo samen sterker te worden en beter te kunnen inspelen op de onderwijsbehoeften van alle kinderen, maar ook als een manier om efficiënter en effectiever om te gaan met de financiële middelen van Kindante en dus ook om de werkgelegenheid beter te kunnen garanderen. Het in eigen beheer nemen van een groot deel van de administratie, het verbeteren van de werkprocessen op het stafbureau en de raakvlakken met de processen op de scholen zijn andere voorbeelden. Enerzijds om de kwaliteit van de dienstverlening te vergroten en anderzijds om goedkoper te kunnen werken. Daarom werken we ook hard aan het inzetten van ICT zowel in het onderwijsproces als in de ondersteunende bedrijfsprocessen op school- en op stichtingsniveau, en nog aan een heleboel andere zaken. En wat ons op dit moment wel nog het meeste bezighoudt: “Hoe gaan we met de spreiding van onze onderwijslocaties om en wat betekent dat ‘morgen’ of ‘overmorgen’ voor iedere school afzonderlijk?”, is eveneens een voorbeeld van hoe Kindante met respect voor wat er nu is, vooruit kijkt naar de toekomst. Nu vitaal, straks vitaal! Daar hebben we allemaal een taak in, daar komen vragen op ons af die we ieder afzonderlijk en ook in collectief verband van antwoorden moeten voorzien. Een bezinningsvraag, niet alleen bij winterfeest of kerst! Ook namens Marcel wens ik jullie een verdiende vakantie met feest, rust en wijsheid.
Yvon Prince PS Wie wil het volgende voorwoord schrijven?
3
4
Doorgeefexemplaar In tijden van crisis kom je een doorgeefexemplaar vaker tegen dan wanneer de bomen tot in de hemel groeien. Is dat niet vreemd? Natuurlijk niet, als alles voor de wind gaat, hoeft toch zeker niemand te delen van zijn rijkdom. Ja, in een luxe periode wanen wij ons allemaal in rijkdom. U leest het goed: “Wanen wij ons in rijkdom”. Wat een idee, alsof we alleen op de wereld zijn.
Iedereen zijn eigen Kindante-Info, prima verzorgd, rijk geïllustreerd. Het mag wat kosten. Zijn dit begrote bedragen? Onder welke rubriek vallen ze? Het straalt wel iets uit, qua vormgeving is het zelfs ‘glossy’ te noemen. Is er ook wel eens gedacht om van dit personeelsmagazine een doorgeefexemplaar te maken? Misschien wordt het wel niet door iedereen op prijs gesteld om 4 keer per jaar zo’n exemplaar in het postvak te vinden. Doe het eens met wat minder. Een reductie van 50% is wellicht een optie. Nee, hier is zeker geen sprake van nivellering; integendeel, het schept de mogelijkheid om ook in deze iets samen te delen. Een aantal exemplaren in de teamkamer op tafel leert meteen hoe gretig de aftrek er van is. Kijken mensen er naar uit, of zijn er ook met andere interesses? Dit is zeker geen negatieve ontwikkeling; ik zou het eerder als een verrijking willen zien. Het biedt gespreksstof over de onderwerpen die gelezen worden. Misschien wekt het zelfs nieuwsgierigheid op bij degenen die het nog niet gelezen hebben. Hier kun je natuurlijk weer prachtige etiketten op plakken als: ‘Interne teaminspiratie’, of ‘Prikkels van binnen uit’, maar het gaat er gewoon om, iets samen te doen. Ook op dit vlak, zoals op vele andere. Je kunt elkaar zoveel doorgeven. Plak niet op de ‘doorgeefexemplaren’ een stickertje met : Aftekenen voor gelezen!, om vervolgens weer te informeren waarom deze of gene nog niet meedoet aan deze vorm van delen. Probeer eerst elkaar iets door te geven zonder controle naar aanleiding van de ontvangst achteraf. We kunnen elkaar zo veel doorgeven. Het hier geschetste is slechts een klein voorbeeld en zeker niet bedoeld om het personeelsmagazine ‘Kindante-Info’ geleidelijk aan af te bouwen of te reduceren naar een goedkoop infoblaadje dat ongemerkt tussen de reclame verdwijnt. Integendeel, het roept misschien gedachten op hoe en in welke richting de ontwikkeling van dit blad verder kan voortgezet worden. Misschien vraagt zich wel iemand af of hij of zij niet ook een steentje kan bijdragen aan deze serie en zo dan iets van zijn talenten doorgeeft aan collega’s of andere geïnteresseerden. Misschien ontstaat er ook wel een beweging die talenten teambreed en zelfs teamoverstijgend gaat doorgeven. Zo blijven wij enerzijds inspirerende mensen die elkaar doorgeven wat de moeite waard is en anderzijds ontvangende mensen die deels zelf kunnen bepalen wat zij wel en niet nodig hebben. Het hoeft maar te passen en knellen moet vermeden worden.
Dat geldt evenzeer in de contacten met en tussen kinderen. Zij geven elkaar dagelijks zo veel door; voorbeelden hoef ik hier niet te noemen, die weet iedereen genoeg. Wel is het goed ons hierbij ervan bewust te zijn dat zich deze acties beslist niet enkel beperken tot het doorgeven van een snoepje, koekje of stuk boterham. Ook voorbeelden worden doorgegeven en ontvangen, soms gekoesterd of aan de kant geschoven. Wat een mogelijkheden, maar ik ga er nu mee stoppen. Te veel woordjes in één artikel worden vaak ongelezen aan de kant gelegd voor later, nu even niet. Dat later komt er vaak ook niet, jammer. Geef nu door waar je anderen in wilt laten delen. Met veel plezier heb ik dat jaren mogen doen in dit magazine; ik geef nu de pen door aan de huidige en volgende redactieleden. Veel succes en beleef plezier aan alle doorgeefexemplaren. Denk niet te vlug dat iets te zwaar is.
Wiel Heijnen
Dit is de laatste bijdrage van Wiel Heijnen aan het personeelsmagazine. Namens alle lezers bedanken wij hem van harte voor zijn vele inspirerende bijdragen en wij wensen hem graag alle goeds toe. De redactie
5
NLP,
wat doe je ermee?
Een verkenning op de werkvloer NLP in de klas. Het klinkt uitnodigend. Wat zijn de ervaringen ermee? Daarom in deze editie een gesprek met Tiny Gelissen van Basisschool de Avonturijn in Urmond. Zij is leerkracht van de combinatiegroep 1 en 2. Haar opleiding tot Master Practioner NLP is bijna afgerond.
6
Tiny werkt drie dagen. Deze vrijdag gebruikt ze voor onze afspraak en om haar lokaal in Sinterklaasstemming te brengen. Ze werkt dertig jaar in het onderwijs. In de eerste jaren houdt ze zich bezig met remedial teaching: kinderen met een leerachterstand ondersteunen in hun ontwikkeling. In de loop der jaren heeft ze in alle groepen gewerkt. De laatste jaren in de onderbouw. Na een korte gewenningsperiode heeft ze haar draai bij de jongste leerlingen wel gevonden. Al na haar afronding van de middelbare school heeft ze interesse in de opleiding psychologie. Het wordt eerst de PABO. Al snel merkt ze dat ze gemakkelijk het vertrouwen weet te winnen van kinderen, vooral van die kinderen die zich moeilijk laten plaatsen in kaders. Ze vindt het helemaal niet vreemd dat NLP enig moment op haar pad komt. Zij besluit aan deze opleiding te beginnen. Door de opleiding is mijn houding in de communicatie bewuster geworden, zo vervolgt Tiny haar verhaal. Wij leerkrachten communiceren heel veel. Je kunt natuurlijk niet niet-communiceren. Hoe bewuster je bent van de manier waarop jij met de ander communiceert, hoe beter je kunt sturen. Ik ervaar het kind als gelijke gesprekspartner. Dan sluit ik aan bij het kind op zijn niveau. Dit kan de eerste stap tot een verandering zijn. Gelijke gesprekspartner betekent respect voor de mening van de ander. Valkuil blijft dat ik als leerkracht de oplossing zoek voor de ander. Dit werkt zelden of hooguit op de korte termijn. Daarom geef ik het terug, vraag naar wat zou jij willen? Dat maakt onmiddellijk de nodige energie vrij voor de ander om zelf op zoek
te gaan een bijdrage te leveren aan een mogelijke oplossing. Ik vraag dan of het goed voelt en kijk samen of die oplossing reëel en acceptabel is. Ik moedig kinderen aan wat hun dwars zit te checken bij de ander. Herkaderen pas ik vaak toe. Maak het probleem kleiner, wat kun je wel aan. Ja, dit alles kun je bij kleuters toepassen. Ik doe het dagelijks in mijn groep en zie dat het werkt. Elke fout is feedback NLP heeft me zeker sterker gemaakt in oudergesprekken. Ik zoek naar wat ons bindt niet naar wat ons scheidt. Ik zorg voor Rapport, d.w.z. een vertrouwensband opbouwen, en benader het onderwerp, bijvoorbeeld het leerprobleem, vanuit de positieve kant: wat kan het kind wel? Hoe kunnen we dat vasthouden en uitbouwen? Wat is mijn rol, wat mogen de ouders van mij verwachten, waar zijn mijn grenzen, dat zijn zaken die ik nu goed kan aangeven. Daarom zie ik fouten als feedback. Dus niet de aanleiding om zaken te benoemen die verkeerd gaan. Maar te kijken naar wat beter kan. Het lijkt zo simpel, echter als je je er sterk in voelt, geeft het een hele andere kracht. Op een gewone schooldag gaat gemiddeld tachtig procent goed, twintig procent fout. Te veel mensen focussen zich op wat fout is gegaan. Had ik maar... ,was ik maar.... Ze vergeten soms de sandwich feedback toe te passen, nieuwe kracht te halen uit wat wel goed gaat. Dan kun je elke dag veel meer genieten. Wat zet ik nog meer in vanuit mijn opleiding? Het start met de basishouding. Dat is de
onvoorwaardelijke aanvaarding van kinderen zoals ze zijn. Soms zijn kinderen in hun gedrag storend. Wat is hiervan hun intentie? Elk kind is goed. Wat brengt het kind tot dit gedrag? Door het benoemen van het verkeerde gedrag, vermijd ik het kind als persoon te veroordelen. Daarom gebruik ik zinnen als: Ik zie, ik hoor (en benoem wat ik zie of hoor). Weet je dat je dat doet? Wil je dat? Wat wil je wel? Heb je daar hulp bij nodig? Heb je een plan? Klopt het wat je denkt? Hoe weet je dat? Heb je het aan de ander gevraagd? Het taalgebruik is belangrijk. Actief taalgebruik met positieve formuleringen en ik vermijd de waaromvraag. De waarom-vraag duwt de ander direct in de verdediging. Ik probeer ook het woordje “niet” uit te sluiten, omdat daardoor juist het tegenovergestelde bereikt wordt. “Je mag niet rennen in de gang”, heeft veel minder effect dan “in de gang lopen we rustig”. Het ankeren van de zaken die goed gaan, zoek ik bij kleuters vooral in de structuur. Dus meer in groepsankers. Vaste plekken waarop we vaste rituelen toepassen, bijvoorbeeld het afsluiten van een activiteit. Dat schept duidelijkheid en geeft veiligheid. Vroeger in de kring ging ik direct in op storend gedrag. De kring werd stopgezet, het storend gedrag kwam
uitvoerig aan bod. Nu probeer ik dat veel meer mee te nemen in mijn gesprek, door de aandacht kort te verleggen. Natuurlijk lukt me dat niet altijd, want als storend gedrag de veiligheid van de andere kinderen bedreigt, grijp ik direct in. Een appèl doen op eigen verantwoordelijkheid. Ik zeg tegen mijn kleuters altijd: jullie zijn de baas over jezelf. Je hebt de keuze of je boos bent of blij, of vriendelijk, behulpzaam. Juf, het voelt nog niet goed Kleuters kunnen goed aangeven hoe het voelt. Juf, ik voel toch nog kriebels in mijn buik, hoor ik vaker. We willen er even over praten. Kunnen jullie dat zelf? vraag ik. Daarbij geef ik hun het vertrouwen. Zie ze stralen als ze na hun “gesprekje” terugkomen. Ze zijn eruit. De kriebels zijn verdwenen. Vaak gaat het hier over een misverstand bij het spelen, het niet goed nakomen van de afspraken. Het is duidelijk dat de NLP-training voor Tiny haar taak als leerkracht versterkt heeft. Nog een kleine inspanning en dan is ze klaar voor haar master. Ze kijkt nu al weer uit naar nieuwe mogelijkheden. Bijvoorbeeld de cursus van Henriëtte Mol, Spelenderwijs NLP in de klas.
Peter Tillemans
7
Door de ogen van kinderen In het dichtbundeltje van groep 8 van november 1996 onder de titel: “Roeren door gedichten” schreef een leerling hoe zij op school haar blik verruimde:
School
8
Op school moet je denken. De meneer is vandaag streng. Maar op school is het niet streng. Wij doen daar rekenen en taal en nog veel meer allemaal. De meneer vraagt daar steeds maar dezelfde som: 1/2 x 1/2, is dat nou niet stom? Alsof hij het zelf niet weet. Hij vraagt maar altijd door. Hoeveel is dit nu weer? Wat betekent dat en dat? Je wordt er gewoon gek van. Zo gaat dat dag in dag uit, week in week uit. En ik … och , ik kijk gewoon naar buiten, gewoon weer door de ruit! Betje Ontnuchterend misschien, maar toch … ondanks haar blik op het buitengebeuren gericht, wist deze leerling wat er binnen zoal speelde. Zij maakte haar eigen keuzes. Ook toen al; of moeten we constateren: “Toen wel nog!” Je weet het maar nooit, maar koester geen illusies en zorg voor schone ruiten naar alle kanten.
Wiel Heijnen
We need to talk about Kevin KindanteScoop
Achtste-Groepers huilen niet
Deze keer een film van eigen bodem. De Nederlandse filmindustrie timmert al jaren aan de weg met het maken van internationaal erkende jeugdfilms. Onlangs kreeg Kauwboy in Berlijn een prestigieuze prijs.Het zou mij niet verwonderen dat de verfilming van het gelouterde boek van de schrijver Jacques Vriens ook prijzen zal binnenhalen. Achtste-groepers huilen niet is namelijk zo’n film met een ijzersterk thema: overlevingsdrang.Wat doe je als twaalfjarige wanneer hooligans in je bloed zitten, waar geen ME tegen opgewassen is? Je vecht door met vallen en opstaan. Dit gevecht van Akkie van Vliet wordt subtiel in beeld gebracht. De film van regisseur Dennis Bots is emotioneel, maar niet sentimenteel. Hij is eerlijk, bedient zich niet van goedkope middelen om het verdriet te cultiveren. Het spel van Hanna Obbeek, de hoofdrolspeelster, met haar tegenspeler Nils Verkooijen is heel natuurlijk, wat zorgt voor een belangrijke pijler voor het succes van de film. Leukemie? Zeg maar stommemie Akkie van Vliet zit in groep acht. Ze is zonder twijfel een centrale leerling binnen het groepsgebeuren. Ze is open en eerlijk. Ze komt op voor de zwakkeren in haar groep. Ze durft op te treden tegen klasgenoot Joep met zijn pre-puberaal gedrag. Populair is ze als geen ander, want ze kan voetballen als de beste, dus het voetbaltoernooi aan het eind van het schooljaar wil ze gewoon winnen. Spanning is er eveneens. Zal ze slagen voor de Cito-eindtoets? Kan ze naar de brugklas van het college? Dan die vlinders in haar buik. De verliefdheid en nog wel op die etterbak Joep. Akkie is een realistische en optimistische meid. Die eigenschappen heeft ze hard nodig als de dokter in het ziekenhuis haar vertelt dat ze leukemie heeft. “Leukemie?, zeg maar stommemie”, is haar eerste reactie. De film mag dan wel over deze bloedziekte met al de nare aspecten ervan gaan, herhaaldelijk verlegt de regisseur de aandacht naar groep acht en komen haar klasgenoten in beeld, zoals de stotterende Ibrahim of de onzekere Elise, de beste vriendin van Akkie, met haar buitenbeugel en haar geloof in God is ze vaker het mikpunt van de groep. Daarnaast juf Ina die over haar verdriet heen een mooi laatste
schooljaar voor de groep wil maken. Op de dvd vind je als extra de uitzending van KRO’s Reünie van de klas die model heeft gestaan voor het boek van Jacques Vriens. De klasgenoten kijken terug op deze periode wat het met hun heeft gedaan. Ook de ouders van “Akkie” komen in beeld. Wat blijkt, de kamer van hun dochter is nog net zo als twintig jaar geleden. De boekentas staat klaar om mee naar school te nemen. De ouders verwerken het verlies op hun manier. Deze film leent zich bij uitstek om het thema kanker in de bovenbouw te behandelen. Omgaan met de dood, verlies van een dierbare, rouwverwerking, steun zoeken of steun vinden bij elkaar kunnen hierbij aan bod komen. Het verwoorden van angst, leren het verdriet een plek te geven, het gemis, de leegte, voor al deze indringende zaken kan de film een goede bouwsteen zijn binnen een project. Als schoolleiding kun je je afvragen hoe je ermee omgaat als zo’n ingrijpende gebeurtenis jouw school binnenkomt. Weet dan iedereen wat te doen maar vooral wat niet te doen? Is er geen protocol, dan kan het expertisecentrum Omgaan met Verlies je in elk geval verder helpen.
Te leen bij Bureau Kindante
Peter Tillemans
9
San Xaveri
10
Kers(t) Met kerst in het verschiet zie en ruik ik de walmende konijn in het zuur. De spruitjes, aardappelkroketjes, de soep van oma en het ijs. De rest van de aangeboden overdaad heeft niet zo mijn belangstelling. Dat laat ik met alle plezier links liggen. Weggooien doen we niets. Je kunt beter zeggen dat we meekoken voor de twee hangbuikzwijnen en ganzen bij de overburen in de wei. Zonder na te denken en gezegend met geen enkele gêne, smakken, schmetschen en slurpen ze de homemade culinaire hoogstandjes naar binnen. Het is een genot om te aanhoren en te zien. Ondankbare beesten zijn het zeker niet. Een bedankje kan er altijd af. Zodra zij uitgesnuffeld zijn en de laatste brokken hebben verwerkt, keren ze je de blote, wiebelende billen toe en zwaaien met hun krulstaarten naar de gulle gever. De gulle gever die intussen kijkend naar zijn handen nadenkt hoe hij met die handen vol zwijnenkwijl de sleutels moet hanteren om weer in huis te
komen. De grote relatie, overeenkomst tussen mensen en zwijnen is in november nog maar weer eens bewezen door wetenschappelijk onderzoek naar de overeenkomsten in het chromosomenmateriaal. Die conclusie hadden wij reeds als ervaringsdeskundigen getrokken en ondervonden. Niet dat we iets tegen een niet nader te noemen klein dorpje bij Beek hebben maar het toeval wil, dat kort na elkaar, enkele junior inwoners van dit prachtige dorp werden aangemeld op onze school. Het was onderling water en vuur op de vorige school. Het was nu de beurt aan ons om mee te werken aan een nieuwe start. Heel wat brandjes werden in de aanloop naar Kerst gesmoord en geblust. Met zo’n brandhaard binnen de school vroeg het Kerstdiner een tactisch plan. Voor het eerst was niet het samenstellen van het menu van groot belang maar nu
juist de tafelbezetting. Wie zou waar gaan zitten, de verdeling van de collega’s, enz.? Alles wat we van te voren konden voorzien werd vastgelegd in een draaiboek. Op het aanbod van één der ouders om hun zoonlief thuis te laten gingen we niet in. Dat zou wel heel erg makkelijk zijn en zonde van al de tijd en moeite die we in het draaiboek hadden gestoken. De gezelligste dag van het jaar brak aan. We lieten de meeste jongeren voor het eerst van hun leven kennismaken met steengrillen, met gourmetten en dat gegoochel met die kleine pannetjes. Geweldig vonden ze dit. Het vlees, de groente, ‘t brood, de sauzen en de patatjes waren niet aan te slepen. Waar ging het nu mis? Was het de te gebrekkige ventilatie, de zware dikke walm, de rookmelder, het brandalarm of de stoppen die doorsloegen? De vlam sloeg figuurlijk in de pan. Ondanks de tactische plaatsen zagen de drie dorpelingen de kans schoon om elkaar te bekogelen met eten. Vlees, groente en brood
gedrenkt in saus vlogen over en weer. De feestelijk aangeklede kantine veranderde in een varkensstal. Een flits later stonden de drie dorpelingen oog in oog met elkaar. De steengriller, de gourmetter en de mini koekenbakker verwensten elkaar het beste. Hoewel het draaiboek hier niet in was voorzien werd er gezwind en adequaat gehandeld. Een half uur eerder dan gedacht zaten de drie kemphanen afzonderlijk in de reeds gereedstaande busjes op weg naar huis met het kerstrapport in de hand. Uitgezwaaid door de andere leerlingen en de collega’s die vanwege het loeiende brandalarm buiten in de kou stonden. Iets meer dan een week later dan toch de kers op de taart: “Het trio was ruim voor Nieuwjaar betrapt op het ontsteken van illegaal vuurwerk. Gedrieën werden ze door HALT op de eerste nieuwe dag van het jaar, voorzien van een gifgroen hesje, begeleid bij hun opruimwerkzaamheden”.
Jos Heil
11
Estafette De redactie van het personeelsmagazine Kindante heeft het idee opgevat een schriftelijke estafette te organiseren onder de werknemers van Kindante. Dit betekent dat een collega start met het schrijven van een stukje om vervolgens het stokje (lees: pen) over te dragen aan een collega.
12
Mij werd gevraagd de spits af te bijten….. Nu was ik als kind niet heel erg sportief en moest ik maar weinig hebben van het zwaaien over torenhoge kasten of het incasseren van keiharde ballen van klasgenoten die al jaren handbalden. Maar als er in de gymles een estafette werd gehouden, was ik er als de kippen bij. Een sprintje trekken, aangemoedigd door mijn klasgenoten, kon mij wel bekoren. Daar was ik dan ook, vond ik zelf, best goed in. Later toen ik zelf gymlessen gaf, was de estafette regelmatig een onderdeel van de les, voor mij lag het accent op het samenwerken; vooral een kort rijtje maken zodat de loper er snel omheen kon. Daar gaven de leerlingen echter niks om, er moest gewonnen worden, in hun enthousiasme sprong het estafettegroepje op en neer, een rijtje, ho maar ! Een tijd geleden, ik weet niet eens meer precies bij welk evenement; het WK zwemmen of de Olympische Spelen namen de Nederlandse vrouwenploeg ook deel aan het onderdeel estafette. Ze wonnen deze, maar één van de zwemsters had niet haar beste prestatie geleverd. Dat was zichtbaar tijdens het vieren van de medaille, ze hoste niet vol overtuiging mee, ook al trokken haar teamgenoten, en dat was heel mooi om te zien, haar mee in hun euforie. Dit zet mij dan wel aan het denken, wat doet dat nu met zo’n persoon? Wat gebeurt er achter de schermen, zijn die ploeggenoten dan nog zo lief ? Natuurlijk, het is niet de eerste keer dat er met een ploeg een prestatie geleverd moet worden en dat dit niet altijd lukt. Sporters hebben, denk ik, ook wel een laagje eelt op hun ziel en coaches en sportpsychologen zullen hier hun werk verrichten maar toch……zo eenvoudig is het niet. In de Dikke van Dale wordt het woord “estafette” omschreven als “een wedloop waarbij ploegen van lopers de afstand verdeeld hebben en de lopers elkaar aflossen”. Dus echt een wedstrijdje waarbij eenieder een individuele bijdrage levert maar wel met hetzelfde doel; dat is het leveren van een zo goed mogelijke prestatie, in deze een snelste tijd. Eigenlijk is dit ook wel te vergelijken met het werken in het onderwijs; de collega’s in een school werken ook aan eenzelfde doel. Daarvoor leveren leerkrachten in iedere groep een bijdrage aan de ontwikkeling van de kinderen. De leerkrachten bepalen op grond van informatie over en observaties van hun leerlingen de onderwijsbehoeften van hun leerlingen en plannen vervolgens het onderwijsaanbod. Zij voeren dit uit in
hun dagelijkse lesgeven en stellen hun onderwijs bij naar aanleiding van een reflectie over de opbrengst en hun eigen handelen oftewel zij doorlopen de cyclus van handelingsgericht werken een aantal keren per jaar. Aan het einde van het jaar wordt de leerkracht afgelost door zijn collega en draagt het “stokje” over. Dat moment van overdracht is niet alleen van essentieel belang bij de atletische estafette, je moet er niet aan denken dat je timing niet goed is doordat degene die het stokje moet overnemen te hard rent of dat het stokje valt. Dat moment is ook van belang, en eigenlijk vind ik dat nog veel belangrijker, bij de overgang van een leerling van de ene leerkracht naar de andere. Meestal is dat binnen de eigen school, daarbij helpen middelen als de leerlingen doorspreken, een goed leerlingvolgsysteem en het vastleggen van procesgegevens. Indien kinderen van school wisselen, bijvoorbeeld naar het SBO gaan, is het zaak de informatie over een leerling zo goed mogelijk over te dragen. Ook hier werkt de cyclus handelingsgericht werken ondersteunend en kun je de ontwikkeling van een leerling volledig in kaart brengen. Vele scholen zijn aan de slag met de cyclus HGW, het is dan ook één van de speerpunten van het samenwerkingsverband. Daarnaast zijn er steeds meer scholen die voor leerlingen met meer specifieke onderwijsbehoeften een ontwikkelingsperspectief opstellen. We streven hiermee allemaal eenzelfde doel na, namelijk dat onze leerlingen opgroeien tot zelfstandige, competente en vooral gelukkige mensen, die in staat zijn een positieve bijdrage te leveren aan onze samenleving. Anders dan bij de atletische estafette, “rent” de leerkracht “zijn of haar afstand” niet helemaal alleen. Binnen scholen zijn er veel ondersteuners aanwezig; denk maar eens aan de ICT-ers, de conciërges, administratief medewerkers, de klassen- en onderwijsassistentes, allemaal werknemers die op hun eigen wijze het onderwijsproces ondersteunen. Al mijmerend vroeg ik me af wat mijn eigen rol eigenlijk is in dat hele proces. Voor diegenen die het niet weten, ik werk als intern begeleider binnen het SBO, als preventief ambulant begeleider en sinds kort ben ik verbonden aan “Verbinden en Verdiepen”. Dat klinkt heel veel, dat is ook heel veel (en inspirerend werk), echter mijn rol is in ieder geval niet het stokje overnemen maar vooral het zichtbaar maken wat er allemaal al goed gaat in de scholen, het zichtbaar maken van de talenten binnen de scholen en samen ontdekken wat en hoe we kunnen versterken. En dan moet ik toch weer denken aan die ene zwemster die niet haar beste prestatie leverde; is zij te vergelijken met de leerling met die specifieke onderwijsbehoefte of de leerkracht met zijn of haar vraag? Misschien wel, zij zetten mij in ieder geval aan het denken over datgene dat we al doen en willen verbeteren, zij zorgen voor het
13
begin van verdere ontwikkeling en dat proces mag ik mee begeleiden. In mijn werk tref ik die collega’s in scholen, collega’s die bereid zijn te reflecteren, die heel goed weten waar ze met hun onderwijs naar toe willen en hele gerichte vragen graag samen willen beantwoorden. Ik ontmoet vele betrokken en deskundige onderwijsmensen met een groot hart voor de kinderen die hen toevertrouwd worden, die de positieve eigenschappen van de kinderen zien en bereid zijn
deze in te zetten in hun onderwijs. Eén van hen is Suzan van de Bergh, haar vroeg ik het “stokje” van mij over te nemen en de volgende afstand voor haar rekening te nemen en waarom……Suzan is een jonge, creatieve en enthousiaste collega werkzaam binnen het SBO, ik zie ernaar uit wat zij ons gaat vertellen.
Hartelijke groeten, Jacqueline Schols
14
Verbinden & Verdiepen: praktijkvoorbeeld van de eerste stap over de drempel en het aangaan van nieuwe uitdagingen.
In de vorige personeelsmagazines is in steekwoorden aangegeven op welke wijze invulling wordt gezocht voor het plan “Verbinden & Verdiepen”. Directeuren en locatieleiders spelen een belangrijke rol in het doorgeven van relevante en actuele informatie aan hun teamleden. Leerkrachten kunnen de site van Kindante raadplegen om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen en zijn uitgenodigd bij vragen of suggesties rechtstreeks contact op te nemen met Kindante.
Wie durft? Het vergt moed als eerste te laten horen wat de ervaringen van dit moment zijn. Er kan immers nog niet gesproken worden over behaalde resultaten, noch is het mogelijk concreet aan te geven wat de toekomst brengt. Nicole Biermans, leerkracht van basisschool Aan de Meule was bereid het gesprek hierover aan te gaan, zich bij voorbaat verontschuldigend voor de nog beperkte hoeveelheid informatie. Juist de kleine stapjes en praktijkervaringen willen we in dit magazine benoemen, zodat anderen ook de eerste stap over de drempel gaan zetten en hun verhaal laten horen, inclusief alle hobbels en valkuilen die zij ongetwijfeld in dit proces tegen komen. Nicole is twee dagen per week leerkracht van groep 4. Zij vindt het werken met de kinderen erg boeiend, maar was toch op zoek naar meer uitdaging en bredere verantwoordelijkheid. Haar aandacht werd getrokken naar de opleiding rekencoördinator, waarvan inhoud en concept haar aanspraken. Zij volgde deze opleiding in Utrecht. Aan de Meule, bezig met boeiend onderwijs en coöperatieve werkvormen, was op zoek naar een nieuwe rekenmethode, passend bij de onderwijsvisie. Omdat er nu binnen school een rekencoördinator aanwezig was, werd het traject zelfstandig uitgevoerd: een werkgroep – onder leiding van Nicole – ging met het team aan de slag met de referentieniveaus, het ontwikkelen van een visie op rekenonderwijs en het kiezen van een nieuwe rekenmethode. Uiteindelijk ging de voorkeur uit naar de methode “Rekenwonders” van Bazalt/HCO. Deze methode is gebaseerd op de Singapore-aanpak (zie kader).
De Singapore-aanpak: In 1982 introduceerde dit kleine en toen nog zeer jonge staatje een nieuwe rekenmethode. De methode is gebaseerd op de beste elementen van het rekenonderwijs in allerlei landen. Het gevolg was dat de Singaporese leerlingen op de wereldranglijst al snel stegen naar de eerste plaats. Deze uitstekende prestaties door de Singaporese leerlingen trok de aandacht van beleidsmakers in landen als Australië en de Verenigde Staten. En niet zonder resultaat: deze landen scoren inmiddels op rekengebied ook veel hoger. Er wordt uitgegaan van een aantal specifieke kenmerken: 1. Eén rekenconcept: Dit betekent dat er gedurende een blok van ongeveer twee weken gewerkt wordt aan één onderwerp bv. gewicht en getallen t/m 1000. Dit geeft de leerlingen de tijd een bepaald onderwerp echt te begrijpen en in te oefenen. 2. Spirale opbouw: Dit houdt in dat leerlingen leren toepassen en uitbreiden van dat wat ze eerder hebben geleerd. Een nieuw blok wordt geopend met voorkennis. Samen met de leerlingen wordt deze voorkennis toegepast en uitgebreid in het volgende rekenconcept. 3. Getalbegrip en getalpositie: Er is veel systematische aandacht voor getalbegrip en getalpositie voordat er aan getalbewerkingen wordt begonnen, van eenvoudig naar steeds complexer. Leerlingen leren getallen flexibel te zien, bv. 32 wordt gezien als 3 tienen en 2 enen of als 2 tienen en 12 enen. Leerlingen leren rekenen door het oplossen van rekenproblemen, waarbij ook besproken wordt hoe ze tot een oplossing zijn gekomen. De aandacht ligt meer op het begrijpen van concepten en veel minder op het uitvoeren van procedures. 4. Het strookmodel: Het strookmodel is een strategie om bv. verhaalsommen te leren tekenen. Door een rekenprobleem visueel te maken, leer je leerlingen beter te begrijpen wat ze eigenlijk aan het doen zijn. Dit is heel erg bruikbaar bij bv. breuken, verhoudingen en procenten. 5. Het laatste kenmerk is de CPA-aanpak: Concreet: Leerlingen gaan aan de slag met concreet materiaal om de rekenproblemen echt te ervaren. Pictoraal: Leerlingen tekenen wat ze hebben ervaren of ervaren via de plaatjes in het boek. Abstract: Leerlingen gaan de getallen noteren en maken de bewerkingen die erbij horen. De aanpak van deze methode richt zich erop de gemiddelde leerling naar een hoger rekenniveau te brengen en een rekenzwakke leerling naar een gemiddeld rekenniveau. Voor de sterke rekenaars is er voldoende uitdaging in het probleemoplossend denken op een abstracter rekenniveau. (Voor meer informatie en filmpjes kan de site van Bazalt geraadpleegd worden.)
15
voor mijn taken als rekencoördinator. Het praten met leerlingen, leerkrachten en intern begeleider vind ik heel fijn om te doen; ik kan mijn kennis inzetten om anderen te ondersteunen. Steeds opnieuw doen zich nieuwe mogelijkheden voor en worden taken veelomvattender. Ik krijg veel ondersteuning van de directie en heb regelmatig overleg. Voor mijn inzet van “het verbinden en verdiepen” binnen Kindante, merk ik dat tijd heel kostbaar is en de uren die ik wil inzetten niet altijd binnen mijn werktijdfactor vallen. Ik geef graag mijn vrije tijd hieraan maar heb ook geleerd grenzen te bewaken om mezelf en mijn gezin te beschermen. Daardoor kan ik niet alle vragen die mij bereiken naar eigen tevredenheid beantwoorden. Het is wel mogelijk voor een aantal uren vervanging aan te vragen voor mijn lestaken, maar dan heb ik moeite met het voor iedere leerkracht herkenbare dilemma: geef ik mijn klas aan iemand anders over of doe ik het werk in mijn vrije tijd? Het zou mooi zijn als “het verbinden en verdiepen” als taakuitbreiding geboden kon worden, ik wil namelijk ook mijn eigen leerlingen de aandacht geven die ze verdienen.”
16
Wat dreef Nicole? “Ik heb een aantal jaren ervaring, eerst als fulltimer, nu als parttimer. Ik combineer mijn werk op school met mijn gezin dat twee kinderen telt. Het gevoel van “indutten” was voor mij aanleiding te gaan zoeken naar uitbreiding van mijn kennis en verder wilde ik meer voor de school als geheel gaan betekenen. Via de lerarenbeurs heb ik de opleiding rekencoördinator gevolgd. De contacten met de medestudenten, afkomstig uit basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs waren zeer verrijkend en inspirerend. Als vanzelf begon het balletje te rollen.
Verbinding met andere scholen. Binnen haar eigen school is Nicole op dit moment bezig met de invoering van de nieuwe rekenmethode in de groepen 3, 4 en 5. Via Bazalt vindt er eveneens verdere teamscholing plaats. Doordat de vorige directeur, Annemiek de Bont, overstapte naar de 1000-poot in Geleen waar eveneens een methodekeuze rekenen gaat plaatsvinden, was de link naar Nicole gauw gelegd. Zij gaat de werkgroep van die school ondersteunen door monitoring van het traject en samen bekijken van visie en daarbij aansluitende rekenmethodes. De eerdere ervaringen van Nicole kan zij hierbij goed inzetten.
Ik kreeg een stukje verantwoordelijkheid buiten de klas door het aansturen van de werkgroep voor de methodekeuze rekenen, ik werd geraadpleegd bij rekenproblemen van leerlingen uit andere groepen, ik ging rekenonderzoekjes uitvoeren en van het een kwam het ander. In mijn takenpakket werd tijd gereserveerd
Zij voelt zelf wel de behoefte naast het “brengen” ook bij andere scholen die op dezelfde wijze bezig zijn, informatie te “halen” en hoopt haar contacten in de toekomst verder uit te breiden. Onderlinge communicatie en netwerken ziet zij als belangrijke ondersteuning.
Hoe verder? Nicole geeft aan dat het nog te vroeg is om over mogelijke opbrengsten te spreken. “Ik ben blij met deze kansen, ik geniet van het plezier dat de kinderen over het algemeen hebben bij het rekenen dankzij ons verbetertraject. Ik hoop uiteraard dat we de rekenresultaten op lange termijn verder kunnen verbeteren. Graag zou ik volgend schooljaar de opleiding tot rekencoach van Bazalt willen volgen om de leerkrachten nog beter van dienst te kunnen zijn. Dit hele traject geeft mij veel voldoening en positieve
energie.” Dit straalt Nicole ook uit en stimuleert daarmee anderen. De grootste hobbel die zij ervaart is het vinden van de tijd voor het uitvoeren van alles wat ze graag zou willen. Dit betekent het maken van vaak moeilijke keuzes en het stellen van prioriteiten, maar geldt dit niet voor iedereen? Welke school of leerkracht meldt zich voor de volgende uitgave? Laat van je horen! (dit kan via het redactieadres
[email protected] )
Ellie Peters
17
ENQUETE Beste personeelsleden, De Kindante-info maakt deze maand het tweede jaar vol. Wij als redactie zijn erg benieuwd naar jullie ervaringen; via een korte enquête willen we graag horen hoe het personeelsmagazine gewaardeerd wordt. Met de reacties en verbeter- of wijzigingsvoorstellen willen we een magazine maken dat (nog) beter aansluit bij de beleving van alle personeelsleden. De enquête ontvangen jullie via mail; wij vragen jullie deze in te vullen en uiterlijk 15 januari 2013 per mail weer te retourneren. Omdat wij jullie reactie erg op prijs stellen, hebben we besloten voor de 25e, 75e, 150e en 475e inzending een cadeaubon beschikbaar te stellen. De reacties worden hiervoor op volgorde van binnenkomst geregistreerd.
18
Uiteraard worden de resultaten van deze enquête in de volgende uitgave van de Kindante-info bekend gemaakt. Wij hopen op een grote respons en danken jullie alvast hartelijk voor jullie medewerking.
De redactie.
Nieuwjaarsbijeenkomst De Nieuwjaarsborrel vindt plaats op maandag 7 januari 2013 vanaf 15.30 uur in SBO De Blinker, Eloystraat 1a Geleen. Alle geledingen en de voormalige personeelsleden van Kindante ontvangen hiervoor een uitnodiging.
19
Colofon
is het personeelsmagazine van Stichting Kindante Redactie Yvon Prince, Jos Heil, Wiel Heijnen, Ellie Peters, Gemma Starink, Peter Tillemans Vormgeving studiomarq, Marc Webers Druk Claessens Grafisch Veelzijdig Sittard
Redactie-adres Stichting Kindante Postbus 5156 6130 PDSittard Tel. 046-4363366 e-mail:
[email protected]