Personeel en Arbeid
Studiegids 2011-2012 vastgesteld door College van Bestuur op 29 augustus 2011
Stenden hogeschool Rengerslaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden
Algemeen Opleiding Telefoon : (058) 244 14 41 E-mail :
[email protected]
Telefoon : (058) 244 13 63/383 Telefax : (058) 244 15 05
Voorwoord Welkom bij de opleiding Personeel en Arbeid (PenA). Deze studiegids geldt voor alle studenten vanaf cohort 2009-2010. De meesten van jullie hebben tijdens de vakantieperiode een reis gemaakt naar een binnenlandse of buitenlandse bestemming. Voordat de reis begint, zorg je ervoor dat er voldoende informatie wordt verzameld over de reisbestemming en de reis ernaar toe, zodat een gedegen reisplan ontstaat. Ook de studiegids 2011-2012 is zo’n reisplan voor zowel de eerstejaars als de ouderejaars. Zorg ervoor dat je je de inhoud eigen maakt, anders kun je met vervelende situaties te maken krijgen, vergelijkbaar met een slecht geplande vakantie. Als je vragen hebt over de inhoud van de studiegids kun je contact opnemen met je studiebegeleider. De studiegids maakt je wegwijs in de organisatie en verstrekt belangrijke informatie over het onderwijsbeleid, het curriculum en de tentamenregeling. Ook voor de ouderejaars blijft de studiegids een belangrijk boekwerk. Elk jaar veranderen er weer zaken, zoals een verandering in de tentamenregeling of een vernieuwing van het curriculum, waardoor het belangrijk is om bij te blijven. Wij zijn een ondernemende en internationale hogeschool. Vanuit een waarden perspectief staan wij open voor een ontmoeting en dialoog met andere culturen en religies. Wij schenken aandacht aan waarden en normen, aan ethische vraagstukken passend bij de identiteit van de hogeschool. Je zult dit terugvinden in het studieprogramma en in de aandacht van onze docenten voor de begeleiding van jou tijdens je studieloopbaan. Want juist door de inzet van onze deskundige en gemotiveerde medewerkers zijn wij in staat om elk jaar weer tot een van de beste opleidingen van Nederland uitgeroepen te worden. We wensen je dit studiejaar veel succes en plezier toe bij jouw studie. Head of the School of Business, Ann Mannen
2
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Inhoudsopgave Voorwoord 2 1 Inleiding Personeel en Arbeid 5 1.1 De opleiding 5 1.2 Visie op onderwijs binnen Stenden Hogeschool 6 1.3 Opleidingsvarianten 8 1.4 Onderwijsinhoud 8 1.5 Onderwijsvormgeving 8 1.5.1 Internationalisering 9 1.5.2 Interculturalisatie binnen de opleiding Personeel en Arbeid 10 1.6 Praktijk 11 1.7 Leerprocesbegeleiding 12 2 Onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding Personeel en Arbeid 13 2A Onderwijsbeleid 13 2A.1 Omschrijving van het beroep waartoe opgeleid wordt 13 2A.2 Opvattingen over leren en onderwijzen 13 2A.3 Groeperingsbeleid 19 A.4 Jaarplanning Stenden hogeschool 2011/2012 20 2A.5 Toetsrooster 21 2A.6 Lestijden 21 2A.9 Veranderen van opleiding binnen Stenden hogeschool 23 2A.10 Kosten 23 2A.11 Algemene opmerkingen over tekstverwerking 24 2B Curriculum van de opleiding 25 2B.1 Inleiding 25 2B.2 Verplicht algemeen studiepunt(en) 28 2B.3 Organisatie en structuur van het Personeel en Arbeid onderwijsprogramma 30 2B.3.1 Studieprogramma voor het eerste studiejaar bij Personeel en Arbeid 32 2B.3.3 Studieprogramma voor het tweede studiejaar van Personeel en Arbeid 38 2B.3.4 Studieprogramma voor het derde studiejaar van Personeel en Arbeid 41 2B.3.5 Studieprogramma voor het vierde studiejaar van Personeel en Arbeid 42 2B.10 Studievoortgangsbeleid 46 2C Studievorderingsbeleid 47 2C.1 Toelatingsbeleid 47 2C Vrijstellingen 49 2C.4 Jaartoetsrooster 49 2C.5 Toekenning en verwerking van studiepunten 49 3 Voorzieningen voor Studenten 85 3.0 Algemeen Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.1 Informatievoorzieningen 85 3.2 I study 85 3.3 International Office locatie Leeuwarden 86 3.4 Het decanaat 86
3
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
3.5 Handicap & studie 3.6 Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag 3.7 Het roosterbureau 3.8 Information & Registration Centre 3.9 Registratie Studieresultaten 3.10 Toetsen 3.11 ICT & Media 3.12 Intranet 3.13 Bello 3.14 Het Studielandschap Leeuwarden 3.15 Stenden shop Leeuwarden 3.16 Het Alumni Netwerk 3.17 EHBO 3.18 Bedrijfsrestaurant: La Salle à Manger 3.19 Randstad, uitzendbureau 3.20 Expect 3.21 Leeuwarden Studiestad 3.22 Sport 4 Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden 4.1 Regeling van de opleiding in geval van ziekte en andere bijzondere omstandigheden 4.2 Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies 4.3 Studievertraging 4.4 Bijzondere omstandigheden 4.5 Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking 4.6 Regeling medische verklaring in geval van ziekte 4.6.1 Doel van de verklaring 4.6.2 Verkrijgen van de verklaring 4.6.3 Beperking gebruik ArboNed-zorg 4.7 Studeren en RSI (CANS) 5 Medewerkerslijst PenA
87 87 88 88 88 89 89 90 90 91 91 91 92 92 92 92 93 93 94 94 94 94 95 95 98 98 98 98 98 101
Deze studiegids wordt zo nauwkeurig mogelijk samengesteld, doch wijzigingen kunnen zich voordoen na vaststelling door de Examencommissie en de Opleidingscommissie. Deze wijzigingen worden gepubliceerd op het intranet van de opleiding.
4
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
1
Inleiding Personeel en Arbeid
Vooraf Deze studiegids bevat informatie over de opleiding en geeft een beschrijving van de opbouw van de studie en van de ondersteunende faciliteiten. Je kunt hier o.a. informatie vinden over de studiebegeleiding en de onderwijs- en examenregeling. De studiegids heet formeel: het studentenstatuut deel 2.In het studentenstatuut deel 1 vind je informatie die niet alleen voor jouw opleiding geldt, maar voor de hele hogeschool. Je vindt daarin allerlei regelingen waarin de rechten en plichten van de studenten zijn vastgelegd, zoals: Het Inschrijfreglement, de Regeling studieadvies, het Centrale Examenreglement, de Medezeggenschapsreglementen, de Huisregels, de Klachtenregeling, het Reglement van het College van beroep enz. Deel 1 kun je vinden op intranet en internet. 1.1
De opleiding
De opleiding PenA bereidt studenten voor op het uitoefenen van volwaardige functies op HBO-niveau in het gehele beroepsdomein van Personeel en Arbeid. Aangezien Personeel en Arbeid geen beroep is, kiezen wij ervoor om als het over het beroep gaat, te spreken van de hr-professional. Zowel op het terrein van organisatieontwikkeling als van persoonlijke ontwikkeling komen we allerlei functies tegen. Zonder te streven naar volledigheid, zien we de hrprofessional terug in verschillende rollen: personeelsfunctionaris, personeelsconsulent en personeelsadviseur, Human Resource Manager, Personeels- en Organisatieadviseur, loopbaanadviseur, opleidingsadviseur, reintegratieconsulent en casemanager, , etc. De opleiding PenA leidt op voor een breed beroepsprofiel. Zowel vanuit het bedrijfsleven als de overheid bestaat een sterke behoefte aan medewerkers met een brede beroepsopleiding. De minor-fase geeft de studenten de gelegenheid een gedeelte van de studie vraaggericht in te vullen, dat betekent dat de student eigen richting kan geven aan de inhoud van de opleiding. Om zich verder te kunnen ontwikkelen tot een professional is opleiden een noodzakelijke maar geen voldoende voorwaarde. De afgestudeerde zal 5
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
praktijkervaring moeten opdoen, waarin het in de opleiding geleerde wordt verbreed en verdiept. Specialisatie en differentiatie in het beroepsprofiel worden verder verworven nadat studenten een aantal jaren als beginnend beroepsbeoefenaar hebben gewerkt. De mogelijkheden voor Bachelor-studenten om door te stromen naar een WOMaster of een HBO-Master nemen sinds de invoering van de BAMA-structuur toe. 1.2
Visie op onderwijs binnen Stenden Hogeschool
Stenden hogeschool heeft haar visie op onderwijs geformuleerd in Wereldwijs Onderwijs, 2009. Vanuit de visie op de complete mens die zelf richting kan geven aan zijn leven, biedt de hogeschool een leeromgeving die dit mogelijk maakt en stimuleert. Wij baseren ons daarbij op het gedachtegoed van het sociaal cultureel constructivisme. De constructivistische visie op leren benadrukt dat kennis wordt gebouwd op basis van al bestaande kennis. De bestaande kennis is sterk cultureel bepaald, en beïnvloedt daardoor ook welke informatie wordt ontvangen en verwerkt tot nieuwe kennis. Daarnaast wordt de sociale context van het leren als essentieel beschouwd voor de wijze waarop kennis wordt vergaard. Dat betekent bijvoorbeeld dat studenten niet alleen leren van hun docent, maar ook van elkaar. De lerende neemt de aangeboden informatie niet zonder meer op, maar interpreteert en bewerkt deze. Dat wil zeggen, hij of zij construeert in samenhang met voorkennis, bestaande en nieuwe vaardigheden, verwachtingen en behoeften. Betekenisvol leren is het leidend motief waarbij het „leren in context‟ leidt tot kennis en vaardigheden die toepasbaar zijn en daardoor ook aantrekkelijker om te verwerven. Zelf ontwikkelde inzichten aan de hand van eigen onderzoek en eigen aanpak van vraagstukken hebben een meer blijvende werking dan wanneer studenten kant en klare kennis krijgen overgedragen. Denken en doen liggen in elkaars verlengde. Het constructivisme benadrukt daarbij de actieve rol van de student bij het verwerken van nieuwe informatie en het verwerven van kennis. Deze visie op leren sluit naadloos aan bij ons beeld van een complete mens. Daarom biedt al ons onderwijsaanbod de mogelijkheid om kennis te construeren.
6
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Het construeren van kennis betreft niet alleen bestaande kennis, maar gaat ook over het ontwikkelen van nieuwe kennis, op basis van verbeeldingskracht en creativiteit. Het betreft de capaciteit om vaste en bekende patronen te doorbreken, om nieuwe relaties te leggen en nieuwe ideeën te ontwikkelen. De verbeeldingskracht is nodig om het oude te overstijgen, om buiten de geijkte kaders te denken en om dingen te verbinden die je niet direct met elkaar in verband durft te brengen. Verbeeldingskracht duidt op de capaciteit om outof-the-box te kunnen denken. Creativiteit en innovatievermogen betreffen de mogelijkheid om het nieuwe waar te nemen of te ontwikkelen. Dit verhoudt zich slecht met voorschriften en voorgeschreven regels. Innovatie, creativiteit en imaginatie vragen om een cultuur waarin veiligheid en openheid worden gewaarborgd, kennis niet automatisch doorslaggevend is, originaliteit wordt gewaardeerd, experimenten worden gehonoreerd en niet iedere poging succesvol hoeft te zijn. Om dit in het onderwijs mogelijk te maken zijn inspirerende (leer)technieken en leeromgevingen noodzakelijk. Onze organisatie kiest voor een didactisch concept dat aansluit bij de strategische richting van een „New University‟, namelijk de „PBL-blended University‟. Wij kiezen daarbij voor één concept, één model en een gelijksoortige uitvoering dat op hoog kwalitatief peil uitvoerbaar is te houden en betaalbaar is. Hierin wordt het beste verwerkt van case- en thematisch onderwijs en PBL. De versterking van ons profiel in de samenhang tussen meesterschap, ondernemende en interculturele houding en met een gevoel voor waarden ondersteunt het belang van PBL als leermethode om studenten op te leiden tot complete mensen aan het eind van de werkingsperiode van deze onderwijsnota. PBL is voor ons geen doel, maar een zeer bruikbaar middel om onderwijs vorm te geven waarin de bovengenoemde beelden en visies optimaal tot hun recht komen. Tegelijkertijd zorgen de drie geschetste ontwikkelingen – meer internationaal vergelijkbaar onderwijs, kritiek op nieuwe leermethoden en de nadruk op economisch rendement – dat het PBL onder druk staat. Wij herkennen dat, en zien ook dat een eenzijdige PBL-aanpak niet altijd en overal de meest geëigende methode is voor onderwijs. Zo kan bepaalde stof het beste worden aangeleerd in een traditionele leeromgeving of moeten buitenlandse studenten langzaam worden gewend aan de houding om met PBL om te gaan. Mensen die voor na- en bijscholing komen willen snel kennis opdoen, en hoeven niet te worden opgeleid in zelfstandig kennis verwerven of samenwerken in teams: dat doen ze al in de 7
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
praktijk. In al deze voorbeelden blijven we trouw aan het sociaal cultureel constructivisme en bieden we bijvoorbeeld case- en thematisch onderwijs aan. Kortom: Hoewel PBL een belangrijke rol speelt in ons onderwijsbeleid, zijn uitzonderingen of mengvormen regelmatig beter toegesneden op specifieke onderwijssituaties. Daarom hanteren we het begrip „PBL-blended University‟. Dit kan worden geïllustreerd met het PBL-model van Zwaal (2003). Dit model laat zien dat PBL alleen succesvol kan zijn als aan een groot aantal voorwaarden is voldaan. Dat is niet altijd mogelijk of zinvol, zodat een combinatie met andere onderwijsmethoden dan opportuun is. 1.3
Opleidingsvarianten
De opleiding PenA kent één opleidingsvariant, voltijd, die in twee vormen wordt aangeboden; de reguliere en een verkorte route. Daarnaast biedt de opleiding sinds september 2010 een deeltijdvariant aan. 1.4
Onderwijsinhoud
De onderwijsinhoud van de opleiding vanaf september 2009 is afgeleid van het landelijk beroepsprofiel Format 2008+ waarin 9 kerntaken worden benoemd, die de afgestudeerde na afronding van de opleiding PenA geacht wordt te beheersen. Daaraan heeft de opleiding, volgens Stenden beleid, twee competenties toegevoegd; interculturele sensitiviteit en ondernemen. Dat wordt verder beschreven in het opleidingsprofiel van de opleiding. 1.5
Onderwijsvormgeving
Het curriculum is ontwikkeld op basis van het beroeps- en opleidingsprofiel. Er is een opbouw gemaakt in niveau, rekening houdend met de Dublin Descriptoren voor HBO bachelor opleidingen, zodat het eindniveau geborgd is en voldoet aan de wensen van het werkveld. Er wordt gewerkt met doelstellingen per onderdeel van de studie. Alle doelstellingen zijn gelinkt aan de kerntaken/competenties en geformuleerd op jaarniveau, waardoor de student altijd kan zien aan welke kerntaak/competentie gewerkt wordt en op welk niveau.
8
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Voor de ontwikkeling van het curriculum wordt gebruik gemaakt van het Handboek Onderwijsontwikkeling van Stenden, waardoor geborgd is dat de toetsing en beoordeling aansluit op de competenties/kerntaken waarvoor opgeleid wordt. 1.5.1 Internationalisering Bij Stenden speelt internationalisering een belangrijke rol, vanwege de internationale oriëntatie van de opleidingen, de beroepsperspectieven voor de student en de positie van afgestudeerden op de banenmarkt. Aanspreekpunt binnen de opleiding voor internationalisering is Karen Sikkel,
[email protected] Alle opleidingen onderhouden contacten met instellingen in het buitenland. Deze contacten zijn formeel vastgelegd in samenwerkingsovereenkomsten en uitwisselingsprogramma's voor zowel studenten als docenten. Uitwisselingsprogramma's Stenden biedt studenten de mogelijkheid om deel te nemen aan een internationaal uitwisselingsprogramma. Stenden heeft contact met ongeveer 50 collega-hogescholen, waarvan de meeste hogescholen gevestigd zijn in Europa en waarvan een aantal is gevestigd in de Verenigde Staten, Australië en Mexico. Je krijgt als student de kans om je te concentreren op een zelf gekozen richting in een andere omgeving en waarschijnlijk ook op een andere manier. Dit kan je studie een compleet andere dimensie geven en zal zeker een toegevoegde waarde hebben in aanvulling op je studie. Steeds meer studenten willen een deel van hun studie volgen in het buitenland. Hier is een aantal redenen voor te bedenken, waaronder: Interculturele competenties zijn erg belangrijk in het kader van professioneel handelen, Internationale ervaring kan een voordeel zijn bij het solliciteren naar een baan, Internationale ervaring kan het begin zijn van een internationale carrière, Internationale ervaring geeft je inzicht in andere culturen, het verbreedt je horizon,
9
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Internationale ervaring geeft je de kans om je persoonlijk te ontwikkelen. Meer informatie vind je op Stenden intranet. Hier kun je informatie vinden over de uitwisselingsprogramma’s, financiën en voorbereiding. Je kunt deze informatie vinden onder ‘exchange’ of ‘international office’. Voor de opleiding PenA is Karen Sikkel contactpersoon. Stages in het buitenland Voor studenten die dat wensen is er een mogelijkheid om in het buitenland een stageperiode door te brengen. Nadere informatie is te verkrijgen bij de stagecoördinator. 1.5.2 Interculturalisatie binnen de opleiding Personeel en Arbeid Een van de competenties die STENDEN belangrijk vindt is interculturele sensitiviteit of ook wel interculturele competentie genoemd. Interculturele competentie in een educatieve setting is belangrijk om in ieder geval twee redenen. Allereerst, moet je voorbereid worden op werksituaties die in toenemende mate intercultureel en internationaal worden. In Nederland bijvoorbeeld, is de beroepsbevolking heel divers geworden over de jaren, met name door het verdwijnen van de grenzen binnen Europa. Hierdoor is het makkelijker om in Nederland te gaan werken dan wel om als Nederlander elders in de wereld te werken. Daarnaast behoor je te weten dat een uit te voeren taak verschillend geïnterpreteerd kan worden. Als je niet bewust bent van deze mogelijkheid, dan kan werken met mensen van verschillende culturele achtergronden irritaties opleveren door een gebrek aan wederzijds begrip. Binnen de opleiding krijgen studenten in het tweede jaar dan ook een training interculturele vaardigheden. Bij een aantal opdrachten wordt gewerkt met een casus waarbij er uitgegaan wordt van een internationaal bedrijf, ook in dit opzicht krijgen studenten te maken met verschillende culturen en hoe ze hier rekening mee moeten houden. Ten tweede worden zowel de studentenpopulatie als de medewerkerspopulatie op hogescholen meer divers. Er is steeds meer sprake van de aanwezigheid van verschillende culturen in één hogeschool. In het studieprogramma met een interactief karakter, zul je moeten samenwerken
10 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
met studenten van verschillende culturele achtergronden. Communicatie en interpersoonlijke vaardigheden zijn hierbij van essentieel belang. 1.6
Praktijk
De opleiding zoekt de aansluiting op de praktijk op verschillende manieren: Raad van Advies; de opleiding heeft een Raad van Advies waarin onderwerpen besproken worden die om inbreng vragen van het werkveld, zodat de opleiding niet te ver van het werkveld komt te staan. Werkveldoriëntatie; er is een programma werkveldoriëntatie, waarbij studenten kennis kunnen maken met de vele verschillende facetten die het werkveld van PenA kent. Case based learning; het Case based learning-concept van de opleiding maakt het mogelijk voor studenten om te ervaren hoe het is om te werken voor een opdrachtgever. Er wordt met ‘collega’s’ gewerkt aan een opdracht, die is afgeleid van casuïstieken uit het werkveld. Stage; aan het eind van de opleiding loopt de student stage bij een bedrijf uit het werkveld van PenA. Op deze manier maakt de student uit eerste hand kennis met de praktijk en wordt hij / zij in de gelegenheid gesteld om het geleerde uit te proberen en toe te passen. Scriptie; aan het eind van de opleiding wordt van de student verwacht dat hij / zij een inhoudelijk onderbouwd product kan produceren ter verbetering van de praktijk van de HR-professional. Externe opdrachten; in het Case based learning wordt gewerkt met opdrachten die buiten de school / opleiding uitgevoerd moeten worden. Op deze manier kan de student kennis maken met echte producten uit de praktijk. Gastcolleges; er worden mensen uit het werkveld uitgenodigd om onderdelen van het curriculum toe te lichten vanuit het perspectief van het werkveld. Excursies; er worden excursies georganiseerd naar bedrijven die een rol spelen in het werkveld van HRM, opdat studenten zich kunnen oriënteren op hun studieloopbaan, of omdat het onderdeel is van een opdracht. PGO; in het kader van probleem gestuurd onderwijs wordt gebruik gemaakt van casuïstieken die direct zijn afgeleid van de praktijk, zodat studenten een idee kunnen krijgen van wat ze kunnen tegenkomen in het werkveld.
11
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
1.7
Leerprocesbegeleiding
Studenten worden tijdens de opleiding begeleid bij het studeren. Daartoe is het onderdeel Studieloopbaanbegeleiding georganiseerd, bestaande uit een aantal begeleide intervisiesessies, daarnaast wordt een aantal colleges gegeven gericht op studievaardigheden. In het begin van de opleiding krijgt de student steun in het leren studeren aan een Bachelor opleiding. Tijdens de gehele studieloopbaan zijn er bijeenkomsten waarin studievoortgang besproken wordt en de student begeleiding krijgt bij het maken van studieloopbaankeuzes in het algemeen en het maken van keuzes binnen de opleiding.
12 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
2 Onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding Personeel en Arbeid 2A
Onderwijsbeleid
2A.1 Omschrijving van het beroep waartoe opgeleid wordt PenA is een vierjarige voltijd opleiding die opleidt voor beroepen die zich richten op de mens in relatie tot arbeid, organisatie en onderwijs, zoals b.v. (school)loopbaanadviseur, opleidingsadviseur, medewerker personeel & organisatie, P&O-functionaris en re-integratieconsulent. Onderstaand wordt een (niet volledig) overzicht gegeven van de organisaties / instellingen waar afgestudeerden van PenA werkzaam kunnen zijn: Loopbaanadviesbureaus, onderwijs (V.O., MBO, HBO), outplacementbureaus, organisatie- en adviesbureaus, mobiliteitsbureaus, re-integratiebedrijven, werving en selectiebureaus, personeelsafdelingen van profit en non-profitinstellingen. Tot slot moet nog de mogelijkheid van zelfstandige vestiging worden genoemd, bijvoorbeeld op het terrein van werving en selectie, loopbaanbegeleiding of advies op het gebied van HRM. De inhoud van de opleiding maar ook de manier van werken (competentiegericht leren en Case based learning) is afgeleid van de eisen die de beroepspraktijk stelt. De kerntaken die in het werkveld uitgevoerd worden zijn leidraad geweest voor de inrichting van het programma PenA. 2A.2 Opvattingen over leren en onderwijzen Visie op leren en onderwijs Stenden maakt in haar lessen gebruik van Probleem Gestuurd Onderwijs (Problem Based Learning, PBL). Hierbij wordt leren gezien als het proces van het actief verkrijgen en verwerken van informatie welke het gedrag van studenten op een relatief onomkeerbare manier verandert. Deze verkregen
13
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
kennis, welke van cognitieve aard is, kan ook van een affectieve of psychomotorische aard zijn. We hebben er voor gekozen om PBL en Case Gestuurd Onderwijs (Case Based Learning, CBL) in onze lessen te gebruiken omdat deze benadering onze visie op leren ondersteunt en een actieve studiehouding van de studenten vereist. Onze voornaamste redenen om voor PBL te kiezen hebben te maken met het volgende: Bij PBL is de individuele student verantwoordelijk voor wat hij/zij leert en hoe hij/zij leert. Een onderwijssysteem dat de studenten verplicht om actief te studeren heeft een positieve invloed op de motivatie van een student dan een systeem dat actief studeren niet aanmoedigt. PBL verandert de studiehouding van een student, wat kan leiden tot een toename in zelfstudie en persoonlijke verantwoordelijkheid. Studenten leren tijdens de PBL sessies dat hun huidige kennis vaak niet voldoende is om het probleem waarmee ze te maken krijgen, aan te pakken. Met het PBL proces leren de studenten het proces van problemen oplossen en dit helpt ze om problemen in toekomstige (beroeps) situaties aan te pakken. Ondergeschikte redenen om voor PBL te kiezen zijn: Sociale reden: Werken in kleine studiegroepen aan PBL taken stimuleert studenten om samen te werken en de competentie samenwerken te ontwikkelen. Educatief- didactische reden: De PBL methode ‘dwingt’ studenten om persoonlijke discipline en een werkritme te ontwikkelen. Educatieve inhoud en methodische reden: In tegenstelling tot de hoorcollege/tentamen benadering waarbij studenten vaak alleen specifieke belangrijke informatie leren, stimuleert de PBL benadering het verkrijgen van een brede kennis door een zorgvuldig gekozen probleem als uitgangspunt voor te dragen. Het bevordert het integreren van diverse methoden. Naast het verkrijgen van kennis en vaardigheden, biedt de PBL sessie de studenten de mogelijkheid om te oefenen en om de verkregen kennis en vaardigheden te gebruiken.
14 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Daarnaast wordt er gewerkt met opdrachten uit het werkveld van PenA. Er wordt een groot aantal opdrachten geselecteerd (echte en simulatie) waarmee studenten aan de slag gaan. Daarbij zijn het waarborgen van werkzaamheden op Hbo-niveau en de kwaliteit en resultaat van de dienstverlening belangrijke aandachtspunten. Door het uitvoeren van deze praktijkopdrachten, en ondersteund door andere onderwijsactiviteiten, ontwikkelen studenten de kerntaken van beroep die voor het werkveld van PenA van belang zijn (zie ook hfst 2). Op landelijk niveau zijn deze kerntaken vastgesteld. Deze kerntaken omvatten de kern van het werk van een PenA professional. Deze kerntakenstructuur vormt de ruggengraat van de gehele opleiding. Gedurende de opleiding maakt iedere student deel uit van een SLB-groep (SLB= Studieloopbaanbegeleiding). Deze groepen worden begeleid door een studiecoach. In de SLB-groep reflecteert de student op het eigen beroepsmatig handelen. Andere onderdelen die binnen SLB hun plek vinden zijn: het opbouwen van een portfolio en het meten van de vorderingen t.a.v diverse competenties, ook studievaardigheden, pgo-vaardigheden en informatie zoeken komt aan de orde bij SLB. Vormgeving beroepsvoorbereiding In de opleiding PenA wordt de integratie van theorie en praktijk van groot belang geacht voor een goede beroepsvoorbereiding van de studenten. Door middel van praktijkopdrachten werken (en leren) studenten aan beroepstaken en opdrachten, waarvoor ze in kaart moeten brengen welke (aanvullende) kennis zij nodig hebben en welke competenties zij moeten oefenen. Dit vormt de basis voor de leeractiviteiten, die uiteindelijk uitmonden in concrete producten en diensten. De wijze waarop zij in de praktijk de opdracht hebben uitgevoerd vormt vervolgens tevens input voor zelfreflectie, ondermeer door een analyse waarbij gebruik wordt gemaakt van theoretische inzichten. Een laatste deel van het totale onderwijsprogramma is ingeruimd voor de stage en scriptie. Het opleidingsprogramma biedt de studenten ruimschoots de gelegenheid om zich te profileren naar de arbeidsmarkt (werkveld). Met name door externe
15
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
opdrachten, activiteiten in het kader van verplichte algemene studiepunten en de keuze van de stageplaats door de student wordt dat mogelijk gemaakt. Contacturen, zelfstudie en lerend werken met Case Based Learning In het onderwijsconcept van de opleiding PenA is een actieve studiehouding van de studenten onontbeerlijk. Bij Case based learning, maar ook bij overige onderdelen van het curriculum, worden studenten uitgedaagd om zelf, begeleid door een docent, aan de slag te gaan met de opdracht en leerstof. Binnen de opleiding worden contacturen ingevuld met hoorcolleges en werkcolleges, zowel in het eerste als in het tweede jaar. Daarnaast vinden de contact momenten plaats door middel van begeleiding van docenten bij de praktijkopdrachten. Zowel in de propedeuse als in de hoofdfase worden er trainingen voor diverse meer praktisch gerichte vaardigheden aangeboden. Bij theoretisch gerichte onderdelen wordt gewerkt met de richtlijn dat 1 contactuur 2 tot 3 uren zelfstudie moet genereren. Voor het bevorderen van een actieve studiehouding is eveneens de keuze van de juiste werkvormen en de juiste leermiddelen op het juiste moment in een curriculumonderdeel essentieel. In de contacturen moeten de gekozen onderwijswerkvormen (=didactische werkvormen) de studenten zodanig activeren en inspireren zodat in voldoende mate gerichte zelfstudie wordt gestimuleerd. Daarbij moet het voor de studenten aantrekkelijk zijn om in het studielandschap een scala aan diverse leermiddelen te kunnen raadplegen en gebruiken: studieboeken, tijdschriften, videobanden, dvd‟s, oefenprogramma’s, zelfstudieprogramma’s, enz.. Bij Case based learning wordt het belang van een actieve studiehouding nog meer versterkt. Studenten dienen zelf sturing te geven aan het eigen leerproces, waarbij ze in dit leerproces uiteraard worden begeleid door de docenten. Dit geldt des te sterker naarmate de studie vordert. Onderwijsfuncties Onderwijsfuncties geven aan wat er in het onderwijsproces moet gebeuren, opdat het leerproces optimaal verloopt. In de opleiding PenA wordt er naar gestreefd de verschillende onderwijsfuncties zo goed mogelijk te realiseren bij de inrichting van het onderwijsprogramma
16 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Voorwaardelijke onderwijsfuncties zijn: motiveren, aansluiten bij de beginsituatie / het begingedrag en inzicht geven in het leerdoel. Deze worden gedurende het gehele onderwijsleerproces vervuld en zijn voorwaarde voor of verhogen de kwaliteit van de realisering van de hoofdfuncties. Bij Case based learning wordt de motiverende functie met name gezocht in de praktijkopdrachten. Ze zijn gekoppeld aan de praktijk maar kunnen ook uit de praktijk zelf afkomstig zijn. In de opdrachtbeschrijving wordt aangegeven van welke beginsituatie wordt uitgegaan en wordt eveneens verantwoording afgelegd over de vraag welke theoretische methodische of procesmatige ontwikkelingen door deze opdrachten gestimuleerd worden. Daarnaast stelt de student voor zichzelf ook leerdoelen vast. De eerste onderwijsfunctie is oriënteren. De student krijgt begrip van de essentiële kenniselementen. Door de bestudering van de opdracht, het maken van een analyse van de opdracht en het vervolg ervan in het opstellen van een plan van aanpak staat hiervoor garant. Door de behandeling van de opdracht wordt zijn voorkennis geactiveerd. De student formuleert zelf welke leerdoelen hij zich stelt ten aanzien van zijn beheersing van de leerstof. Dat kan pas als hij de informatie analyseert en structureert en vanuit verschillende invalshoeken bekijkt. De tweede onderwijsfunctie betreft het “oefenen” in het omgaan met de nieuwe informatie en het geven van terugkoppeling tijdens dat oefenen. Bij Case based learning betekent dit dat de student de nieuwe informatie verwerkt in een beroepsproduct en daarop kan reflecteren. De derde onderwijsfunctie is het toetsen van het leerresultaat door na te gaan welk leerresultaat bereikt is en vast te stellen of dit voldoet aan de doelstellingen van de opdracht. Dat gebeurt in de opleiding PenA op basis van de beoordeling van het beroepsproduct, het leerverslag en presentaties / eindgesprekken en reguliere toetsen (meerkeuze, open vragen of juist/onjuist-vragen). De vierde onderwijsfunctie is de terugkoppeling (feedback) naar de studenten op grond van de resultaten, zodat de student aan de terugkoppeling zelf kan ontlenen in welke mate het leerproces verder voortgezet moet worden en wat zijn zwakke en sterke punten zijn in de beheersing van de leerstof en het eigen functioneren. Binnen de
17
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
opleiding gebeurt dit door het terugkoppelen van de beoordeling van opdrachten en via de Studieloopbaanbegeleidingactiviteiten. Rol en verantwoordelijkheid van de studenten. Studenten spelen een actieve rol in het onderwijs van PenA. Naast het verkrijgen en verwerken van informatie op een zeer zelfstandige en actieve basis met PBL en CBL, worden ze voortdurend uitgedaagd om na te denken over de leer- en groepsprocessen die ze hebben meegemaakt. Tevens worden ze uitgedaagd om te reflecteren op het doorgemaakte leer- en groepsproces. Daarnaast wordt met grote regelmaat aan de studenten gevraagd een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling en de evaluatie van het onderwijs met het oog op directe en indirecte kwaliteitsverbetering. De structuur van praktijkonderwijs en de organisatie van ons studentenbegeleidingssysteem stimuleren onze studenten om in toenemende mate na te denken over hun persoonlijke houding, vaardigheden en toekomstige beroepskeuze. De rol en de verantwoordelijkheid van de docent Probleemgestuurd onderwijs resulteert in een wezenlijk andere rol voor onze docenten. Bij de traditionele vorm van lesgeven is de voornaamste taak van een docent om kennis over te dragen terwijl bij probleemgestuurd onderwijs de docenten gezien kunnen worden als managers van het onderwijsproces. Hun activiteiten bestaan uit de vier klassieke managementtaken. Samen met collega’s bepalen ze de doelstellingen van het onderwijsprogramma binnen het kader van de vastgestelde doelstellingen van PenA. Zij plannen de leeractiviteiten van de studenten volgens het concept van probleemgestuurd leren. Als studentbegeleiders stimuleren ze hun studenten en controleren ze of ze voldoende leeractiviteiten uitvoeren. Tenslotte controleren ze regelmatig of de vastgestelde doelstellingen naar tevredenheid zijn behaald. De ontwikkeling, realisatie en evaluatie van het onderwijsprogramma vragen van de docenten een grote bereidheid om samen te werken. Bij dit alles worden hoge eisen gesteld aan de bereidheid tot samenwerking van docenten, met name tijdens de ontwikkeling, de uitvoering en evaluatie van het onderwijsprogramma.
18 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
2A.3 Groeperingsbeleid Bij pgo, trainingen en werkcolleges wordt veelal uitgegaan van een groepsgrootte van 12 studenten. Geprobeerd wordt de groepssamenstelling te laten wisselen.
19
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
A.4 Jaarplanning Stenden hogeschool 2011/2012
De jaarplanning van de School of Business/ PenA zal aan de start van het studiejaar gepubliceerd worden op het intranet van de opleiding.
20 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
2A.5 Toetsrooster Toetsdata voor de reguliere onderdelen en minoren worden gepubliceerd in de Stendenkrant en op intranet. 2A.6 Lestijden 1e uur 2e uur 3e uur Pauze 4e uur 5e uur 6e uur 7e uur 8e uur 9e uur Pauze 10e uur 11e uur 12e uur 13e uur 14e uur 15e uur 16e uur 17e uur
08.00 - 08.45 08.45 - 09.30 09.30 - 10.15 10.15 - 10.30 10.30 - 11.15 11.15 - 12.00 12.00 - 12.45 12.45 - 13.30 13.30 - 14.15 14.15 - 15.00 15.00 - 15.15 15.15 - 16.00 16.00 - 16.45 16.45 - 17.30 17.30 - 18.15 18.15 - 19.00 19.00 - 19.45 19.45 - 20.30 20.30 - 21.15
2A.7 Studeerbaarheid De opleiding zelf is verantwoordelijk voor een onderwijsprogramma dat voor de student studeerbaar is. Dit wil zeggen dat de opleiding op een dusdanige manier is opgezet, dat een student de studie in 4 jaar af kan ronden. Tevens krijgt elke student een studiecoach toegewezen. 2A.8 Studieadvies (BSA) Aan het einde van het eerste studiejaar dienen conclusies te worden getrokken over de capaciteiten, de geschiktheid en de juiste keuze van de 21
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
student voor de opleiding. Dit betekent dat een student minimaal 42 ec moet halen voor een voorlopig positief bindend studieadvies. Deze conclusies worden door de Examencommissie op schrift gesteld in de vorm van een bindend studieadvies. Een student heeft een voorlopig positief of een positief bindend studieadvies nodig om door te kunnen studeren aan de opleiding PenA. Bindend studieadvies studenten die staan ingeschreven in de propedeuse Voorwaarden voor een voorwaardelijk positief bindend studieadvies zijn: a. Aan het einde van de propedeuse (31 augustus 1e studiejaar) moet de student minimaal 42 ec van de propedeuse behaald hebben. b. Van die 42 ec moeten de 6 credits van Studieloopbaanbegeleiding (SLB) onderdeel zijn. Voorwaarde voor een definitief positief studieadvies is: c. Aan het einde van het tweede studiejaar (31 augustus) moeten de 60 credits van de propedeuse zijn behaald. Wordt aan bovenstaande voorwaarden niet voldaan dan volgt een bindend negatief studieadvies. Dit betekent dat de student zich niet opnieuw voor de opleiding PenA van Stenden kan inschrijven. Voor studenten die later in het cursusjaar instromen geldt dat studenten die tussen 1 september en 1 februari van het schooljaar instromen een aangepaste bsa-norm krijgen, die zij op 31 augustus moeten hebben behaald. Studenten die op 1 februari van het schooljaar instromen moeten de bsa-norm op 31 januari hebben behaald. Voor studenten die een individueel studieprogramma hebben gelden de voorwaarden ten aanzien van de bsa-norm die in de brief bij het studieprogramma worden genoemd. Punten die d.m.v. vrijstellingen zijn verkregen tellen in deze niet mee als behaalde punten voor de bsa-norm. Het is mogelijk dat een student door bijzondere omstandigheden niet kan voldoen aan de gestelde eisen voor het bindend studieadvies. (Zie artikel 10 van ‘de regeling studieadvies’ in studentenstatuut deel 1) In betreffende regeling wordt o.a. vermeld dat de student de bijzondere omstandigheden moet melden bij de teamleider en het decanaat. Indien er echter sprake is van bijzondere privacy gevoelige omstandigheden waarvan de student niet wil dat
22 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
die binnen de opleiding bekend worden, hoeft over de inhoud van de omstandigheden alleen melding gedaan te worden aan de studentendecaan. Indien er sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor niet voldaan kan worden aan de eisen voor het studieadvies dient de student voor 1 juni 2012 bij de Examencommissie een verzoek in te dienen om rekening te houden met bijzondere omstandigheden. Indien de bijzondere omstandigheid zich voordoet na 1 juni en de student meent dat hij hierdoor niet de norm kan halen, kan deze worden aangevoerd als de student in gelegenheid wordt gesteld om ‘gehoord’ te worden. Voor meer informatie omtrent ‘de regeling studieadvies’ wordt verwezen naar deel 1 van het studentenstatuut. 2A.9 Veranderen van opleiding binnen Stenden hogeschool Veranderen van onderwijs is de situatie waarbij de student overstapt van de ene studie naar de andere binnen Stenden voordat hij/zij een diploma heeft ontvangen van de oorspronkelijke instelling/ opleiding. Studenten die willen overstappen naar PenA moeten contact opnemen met de decaan en de teamleider PenA. Wanneer de student kan worden toegelaten, neemt de student contact op met zijn/haar persoonlijke begeleider voor een overstapgesprek. Het daadwerkelijke overstappen kan de student regelen via studielink. 2A.10 Kosten Het collegegeld volgens de rijksregeling 2011/2012 zal € 1713- bedragen. De kosten van de aanschaf van boeken bedraagt ongeveer € 900,-. Naast voorgaande moet er gedurende de gehele opleiding rekening gehouden worden met kosten die kunnen worden gemaakt t.b.v. excursies en / of andere onderwijsactiviteiten.
23
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
2A.11 Algemene opmerkingen over tekstverwerking Bij PenA wordt er van studenten verwacht dat alle werkstukken, verslagen en aantekeningen van studenten worden getypt (gemaakt op de computer). Bij de beoordeling van diverse onderdelen en de schrijfopdracht in het eerste jaar worden punten gegeven voor vaardigheden in Word. Studenten kunnen gebruik maken van de computerruimtes. Onze computers draaien op Windows XP en bieden een aantal softwareprogramma’s (Word, Excel, Access, PowerPoint). Vanwege het grote aantal buitenlandse studenten bij Stenden wordt in de computerruimte gebruik gemaakt van de Engelse versie van software programma’s. Een handleiding om studenten te helpen bij het gebruiken van de schoolcomputers is te koop in de repro-winkel. Tijdens de opleiding wordt er geen les gegeven over het gebruik van tekstverwerking. Studenten die het tekstverwerken niet voldoende beheersen, wordt geadviseerd om een werkboek of naslagwerk over Word te kopen bij een boekhandel en hun vaardigheden door zelfstudie te ontwikkelen. Software voor thuisgebruik Via de internetwinkel surfspot.nl kan online software worden gekocht. Er zijn zowel Nederlandse als Engelse versies verkrijgbaar. Medewerkers en studenten hebben toegang tot surfspot.nl. Inloggen op surfspot.nl Ga naar de homepage www.surfspot.nl Kies ‘Stenden ’ Log in met de loginnaam en het wachtwoord dat je gebruikt om in te loggen op het Stenden netwerk. Online bestellen Als je een interessant product hebt gezien kun je het online bestellen. Na betaling zal de software worden thuisbezorgd. Betaling Er zijn vier manieren om te betalen. Meer informatie is te vinden op surfspot.nl. Het is verboden om de software (of een kopie) aan anderen te geven.
24 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
2B
Curriculum van de opleiding
2B.1 Inleiding Bij de onderwijsinhoud (1.4) staat vermeld dat het Format PenA 2008 het uitgangspunt is voor de uitwerking van de opleiding. In dit landelijk vastgestelde Format wordt het beroepsprofiel en de uitwerking ervan naar kerntaken. Deze kerntaken geven aan over welke kwaliteiten de afgestudeerde PenA' er moet beschikken. Voor uitgebreide informatie verwijzen we naar het format PenA 2008. Beroepsprofiel: Kerntaken van beroep Een hr-professional werkzaam binnen organisaties die verschillen in omvang en aard; bovendien heeft de hr-professional verschillende kerntaken.
Kerntaak van het beroep Een kerntaak van het beroep is een brede betekenisvolle taak zoals die in alle complexiteit in de beroepspraktijk door een beroepsbeoefenaar (expert) wordt uitgevoerd. Aspecten van een kerntaak van het beroep zijn: kennis en inzicht: vaardigheden houding beroepsproducten en beroepshandelingen relatie met en transfer naar andere kerntaak of kerntaken niveaus van complexiteit context van de beroepspraktijk
In de eerste kerntaak van het beroep komen de werkterreinen en de daarbij behorende activiteiten en instrumenten van de hr-professional terug. Het gaat hier om de dagelijkse werkprocessen op operationeel niveau die tot de kern van het beroep van de klassieke hr-professional behoren. De eerste kerntaak, zoals die hieronder is weergegeven, is weinig richtinggevend en zegt niet veel over de ontwikkelingen binnen het hr-
25
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
werkveld. Er is daarom gekozen voor een verdere uitwerking in (onderliggende) kerntaken die tegemoet komen aan de ontwikkelingen in het werkveld van de afgelopen jaren en de verwachte ontwikkelingen. P&A / HRM-opleidingen hebben de mogelijkheid zich in het uitstroomprofiel te profileren door het accentueren van bepaalde kerntaken van het beroep. Dat betekent dat niet iedere opleiding in dezelfde mate aandacht hoeft te besteden aan alle kerntaken. Uit actueel onderzoek blijkt dat de hr-professional over veel expertise moet beschikken op het terrein van E-HRM, PIS, Internet, intranet, ESS, Shared Service Centres, pay rolling, E-learning, communicatie, outsourcing, E-recruiting. Het bezitten van de expertise is niet zozeer een kerntaak te noemen, maar deze expertise is noodzakelijk bij het uitvoeren van de hieronder genoemde kerntaken. Bij enkele kerntaken wordt het begrip ‘hr-werkterreinen’ gebruikt. Iedere gekozen indeling van deze hr-werkterreinen is arbitrair. Een gebruikelijke indeling voor de hr-werkterreinen is: functieontwerp en competentiemanagement werven en selecteren training en ontwikkeling, het ontwerp, uitvoering en evaluatie prestatiebeoordeling en- prestatiemanagement functiewaardering en beloning loopbaanmanagement personeelsplanning arbeid en gezondheid. In dit overzicht wordt onder hr-professional verstaan: de afgestudeerde PenA-student tijdens de eerste drie jaar van zijn ‘first career’.
Kerntaken van het beroep
De hr-professional initieert en ontwikkelt activiteiten op de te onderscheiden en samenhangende hr-werkterreinen in relatie tot institutionele en maatschappelijke ontwikkelingen, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zonodig bij.
26 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
27
De hr-professional is verantwoordelijk voor de informatievoorzieing op het gebied van hr; geeft gevraagd en ongevraagd informatie aan de diverse stakeholders binnen en buiten de organisatie op het terrein van hr, richt daarvoor hrinformatiesystemen in en beheert deze. De hr-professional adviseert het management over de inhoud en aanpak van de hr-werkterreinen, de interne en externe arbeidsverhoudingen, organisatieontwikkeling, organisatieontwerp, taakontwerp en de daaruit voortkomende implementatievraagstukken. De hr-professional ontwikkelt activiteiten op het terrein van interne- en externe-arbeidsmarkttransities, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zonodig bij. De hr-professional ontwikkelt activiteiten op het terrein van loopbaanontwikkeling en loopbaanbegeleiding en (andere) professionele ‘één-op-één situaties’, voert deze uit, evalueert deze en stelt ze zonodig bij. De hr-professional adviseert het management over hractiviteiten op een zodanige wijze dat (primaire) processen binnen de organisatie geoptimaliseerd worden; daarbij formuleert hij meetbare hr-doelstellingen, assisteert het management bij de uitvoering van de activiteiten, evalueert deze en relateert de uitkomsten aan de organisatieuitkomsten/resultaten. De hr-professional maakt financiële verkenningen, berekeningen en kosten-baten-analyses op de hr-werkterreinen, maakt hierbij gebruik van ken- en stuurgetallen en rapporteert daarover aan het management. De hr-professional anticipeert op de gewenste organisatiestrategie en organisatiecultuur, en vertaalt strategieen cultuurveranderingen naar hr-werkterreinen en hruitvoeringspraktijken. De hr-professional is in staat om de rol van effectief hrleiderschap ten opzichte van het management vorm te geven en gebruikt de implicaties daarvan in zijn uitvoeringspraktijken.
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Stenden-competenties: Interculturele sensititviteit: Je positief identificeren en omgaan met culturele verschillen in een internationaal team. Ondernemerschap: In staat zijn om zich te richten op zijn of haar managementvaardigheden en ondernemerschap, bekeken door zijn of haar eigen ogen, op basis van waarden die bijdragen aan de zorg voor mensen en zorg voor de wereld. 2B.2 Verplicht algemeen studiepunt(en) Doelstellingen De student ontwikkelt de kennis, vaardigheden en houding die in het beroepenveld van belang is/zijn. De student doet kennis op van het beroepen- en opleidingenveld. De student kan zelf activiteiten plannen en organiseren en leert hiervoor verantwoordelijkheid te dragen. De student kan zich een beeld vormen van de werkzaamheden in het beroepenveld. Plaats in het curriculum Verplichte algemene studiepunten kunnen gedurende het gehele jaar worden uitgevoerd. Relatie met eindtermen en kwaliteitscriteria De activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van de verplichte algemene studiepunten hebben altijd een relatie met de kerntaken die voor de opleiding relevant zijn. De activiteiten moeten passen binnen het persoonlijke ontwikkelingsplan van de student, zoals vastgelegd in de leerdoelen van de student. De activiteiten moeten binding hebben met de opleiding en/of het toekomstige werkveld. Contactpersoon De coördinator van de verplichte algemene studiepunten is tevens contactpersoon naar opdrachtgevers van binnen en buiten de opleiding/ hogeschool. Coördinator : Jane Klaarwater tel 1667
28 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Mogelijkheden voor invulling van de verplichte algemene studiepunten. De student zoekt zelf activiteiten ter invulling van de verplichte algemene studiepunten. Er komen echter regelmatig (zowel interne als externe) aanvragen binnen bij de coördinator. Deze aanvragen worden d.m.v. een vacature op ELO/Blackboard geplaatst. Studenten kunnen hierop intekenen. Bij over-intekening zal er worden geloot. Als vooraf specifieke interesses/vaardigheden/kennis wordt gevraagd zal er worden geselecteerd, op basis van motivatiebrieven en gesprekken. Richtlijnen/procedure Bij de start van de activiteit wordt het aanvraagformulier verplichte algemene studiepunten ingevuld door de student, waar op wordt beschreven waaruit de activiteit zal bestaan, met een schatting van het aantal uren dat dit gaat duren. De student gaat op het formulier in op de relatie tussen de verplichte algemene studiepunten activiteiten en de in het persoonlijke ontwikkelingsplan geformuleerde leerdoelen. Het aanvraagformulier verplichte algemene studiepunten wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de eigen studiecoach. Deze geeft al dan niet toestemming voor deze activiteit. Het ingevulde formulier gaat daarna terug naar de student en deze bewaart het tot na afloop van de activiteit. Na afloop van de activiteit wordt het tweede gedeelte ingevuld en voor akkoord getekend door de opdrachtgever (of begeleider) van de activiteit. Dit formulier wordt bij het portfolio aangeleverd bij de studiecoach. In het portfolio reflecteert de student op het ontwikkelingsproces dat tijdens deze activiteit heeft plaatsgevonden en voegt bewijsstukken toe. Wanneer het eindresultaat strookt met de vooraf opgestelde criteria en de reflecties in het portfolio met een voldoende zijn beoordeeld, tekent de studiecoach voor akkoord en draagt zorg voor de invoering van deze punten via de coördinator van de verplichte algemene studiepunten. Er wordt per activiteit bepaald hoe er wordt beoordeeld, bijv. de stelling uit het gelezen boek verdedigen; een verslag maken of een akkoord voor de activiteit ontvangen van de opdrachtgever. Afhankelijk van de activiteit kan deze zowel in groepen als individueel worden uitgevoerd. Het bestuderen van 29
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
literatuur mag maximaal een derde deel uitmaken van het totaal te behalen punten in het betreffende studiejaar. De punten worden ingevoerd wanneer alle punten van het betreffende jaar behaald en beoordeeld zijn. Beoordeling De beoordeling heeft primair betrekking op de inzet en betrokkenheid van de student. Een project kan (uiteindelijk) mislukken, terwijl toch de uren worden toegekend omdat het niet slagen van het project niet aan de student geweten kan worden. Beoordeling hiervan ligt bij de studiecoach. Kosten Wanneer studenten kosten moeten maken om de activiteiten uit te voeren moet dit van tevoren aangevraagd worden bij de Teamleider/Head of School. In de propedeuse hoeven studenten geen verplichte algemene studiepunten te behalen. Wel is er in het eerste jaar sprake van een Maatschappelijke studiepunt, deze valt onder de studiepunten van SLB. En dit punt mag door de student vrij ingevuld worden. In het tweede jaar dient de student 3 ec aan verplichte algemene punten te behalen. En in het derde studiejaar is er sprake van 1 vrij in te vullen studiepunt en deze valt binen de 3 ec van SLB 3. 2B.3 Organisatie en onderwijsprogramma
structuur
van
het
Personeel
en
Arbeid
Structuur van het onderwijsprogramma Het vierjarige onderwijsprogramma van PenA bestaat uit een propedeuse van 1 jaar en een postpropedeuse fase van 3 jaar. In de eerste drie jaar van de opleiding is elk jaar verdeeld in 2 semesters van elk 2 modulen. Tijdens het derde studiejaar worden er minoren aangeboden. De minoren stellen de student in staat om bredere en meer diepgaande kennis op te doen van onderwerpen waarin de student specifiek geïnteresseerd is. Studenten kunnen in plaats van het kiezen van minorenook deelnemen aan een uitwisselingsprogramma bij een hogeschool of universiteit in het buitenland. Het vierde jaar is gereserveerd voor een bedrijfsstage. De opleiding die door ons wordt uitgevoerd kan als volgt worden weergegeven: Studiebelasting van het PenA onderwijsprogramma
30 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
De wettelijke vereiste is dat een studiejaar aan de hogeschool uit 1680 uur bestaat. Deze uren worden Studiebelastinguren genoemd, SBU. De wet eist ook dat een studiejaar uit 60 ECTS bestaat. (European Credit Transfer System). Elke ECTS, of credit, bestaat uit 28 studiebelastinguren.
PenA ECTS Elk studiejaar bestaat uit 60 ECTS. Eén ECTS staat voor 28 studiebelastinguren. Dit veronderstelt een studiebelasting van 28 SBU x 60 ECTS = 1680 SBU per jaar. De hele opleiding bestaat daarom uit 4 x 60 ECTS = 240 ECTS. Alle onderwijsactiviteiten, waaronder hoorcolleges, PBL bijeenkomsten, individuele studie, inleidende colleges, Studieloopbaanbegeleiding (SLB)/persoonlijke begeleiding, bedrijfsstage, toetsen en het schrijven van opdrachten enz. worden meegeteld bij de berekening van de studiebelasting en daarom wordt er rekening mee gehouden bij het bepalen van de ECTS. De 60 ECTS per studiejaar worden verdeeld over de onderdelen en andere onderwijsactiviteiten. Voltijd studieprogramma eerste studiejaar PenA 2011-2012 Moduul 1 Jaar Inleiding in 1 Management (15 ec) Jaar Management 2 (15 ec)
Jaar Strategisch HRM 3 (15 ec) Jaar 4
31
Moduul 2
Moduul 3
Moduul 4
Managementinformatie (15 ec) Human Resource Management (15 ec) Strategisch HRD (15 ec)
Inleiding in HRM en HRD (15 ec) Human Recource Development (15 ec) Minor (15 ec)
Marketing en Communicatie (15 ec) Strategic Management (15 ec)
Stage (42 ec)
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Minor (15 ec) Scriptie (18 ec)
2B.3.1 Studieprogramma eerste studiejaar bij Personeel en Arbeid Moduul 1: Inleiding in Management Moduulcoördinator Danny Beetsma Studiebelasting 420 Europese Credits 4 onderdelen, 3 van 3 ec en 1 van 6 ec = 15 ec Gewenst Nvt instapniveau Inhoud Moduul Het thema van het moduul ‘Inleiding in Management’ is het in contact brengen van studenten met de grondbeginselen van organisaties in verschillende bedrijfstakken. Dit zal voornamelijk in een productieomgeving in de profit sector zijn. Andere soorten organisaties en hun relatie ten opzichte van elkaar en hun omgeving zullen de kloof tussen de middelbare school en Bachelor in Bedrijfsadministratie kleiner maken. Door diverse real life cases te beschrijven kan de student zijn eigen ervaring aanvullen met vaardigheden van andere studenten en kennis uit andere bronnen. Kern van het moduul is het zo veel mogelijk bekend raken met de meest belangrijke onderdelen van Management. De relatie tussen deze onderdelen en de wijze waarop zij elkaar beïnvloeden zal ook worden behandeld. De studenten moeten vertrouwd raken met verschillenden organisatiestructuren en -culturen evenals met systemen en processen om goed als een manager te kunnen functioneren. Van belang is het bestaansrecht van een bedrijf en wat deze organisatie kan doen op het gebied van Marketing, Boekhouden, Productie & Dienstverlening, Onderzoek & Ontwikkeling, IT, Communicatie en HRM, om hun bestaan zeker te stellen. Tevens wordt er een begin gemaakt met het vak Engels, aangezien ook het HRM een steeds
32 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
internationaler karakter krijgt. Mondelinge communicatie komt tijdens dit moduul aan bod, met name de basisgesprekstechnieken die je als HRM’er veelvuldig zal gebruiken. Onderdelen: - Management en Management Accounting (6 ec) - SLB 1.1 (3 ec) - Engels 1 (3 ec) - Mondelinge communicatie 2 (3 ec) Onderwijsmethoden
PBL, hoorcolleges, workshops, gastcolleges, adviesuren Beoordeling Opdracht, presentatie, actieve participatie, toetsen Moduul 2: Managementinformatie Moduul Maarten Raangs coördinator(en) Studiebelasting 420 Europese Credits 5 onderdelen van 3 ec = 15 ec Gewenst Nvt instapniveau Inhoud Moduul Het moduulManagementinformatie is opgebouwd rond de diverse processen, welke een bedrijf in staat stellen om de zaken soepel te laten verlopen. Binnen ditmoduul worden de studenten geconfronteerd met een bedrijf dat zich jarenlang alleen op de uitvoering heeft gericht, waardoor de te gebruiken processen niet zijn gebruikt of in geringe mate. Tijdens dit moduul krijgt de student te maken met een aantal informatiesystemen. Dit leidt niet alleen tot waardevolle kennis van dit specifieke onderwerp, maar maakt studenten ook bewust van de waarde van goede informatie voor managers. Deze systemen ‘achter de schermen’ die voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de tevredenheid van werknemers en klanten, vormen in dit moduul het 33
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
centrale thema. Binnen de toekomstige professionele loopbaan van de student zal het uitvoeren van besluitvorming centraal staan. Het ontwikkelen van vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het opzetten van een gezond bedrijf en om een succesvol manager te worden, in combinatie met de kennis om aangeleverde informatie te interpreteren, zijn noodzakelijke elementen in dit moduul. Ze bereiden de student voor op hun toekomstige loopbaan. Onderdelen: - HRM1: Introductie in HRM (3 ec) - Bedrijfsadministratie (3 ec) - Algemene economie (3 ec) - Schriftelijke communicatie (3 ec) - Onderzoek 1: Wat is onderzoek? (3 ec) Onderwijsmethoden Beoordeling
PBL, hoorcolleges, workshops, adviesuren Opdracht, actieve participatie, toetsen
34 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
gastcolleges,
Moduul 3: Inleiding in HRM en HRD Moduulcoördinator(en) Frederiek Dekens Studiebelasting 420 Europese Credits 5 onderdelen van 3 ec = 15 ec Gewenst instapniveau Nvt Inhoud Moduul Tijdens dit moduul leren studenten hoe zij op een operationeel niveau in de verschillende PenA / HRM-vakgebieden moeten werken. Studenten werken met behulp van casusmateriaal aan vraagstukken op het gebied van loopbaanbegeleiding, arbeidsmarkt en ontslag. Kennis van recht is noodzakelijk om deze opdrachten uit te kunnen voeren. Daarnaast leren studenten hoe ze een onderzoek vorm moeten geven, dit zullen ze meteen in de praktijk gaan brengen door het doen van een arbeidsmarktonderzoek. Onderdelen: - Loopbaan 1 (3 ec) - Arbeidsmarkt 1 (3 ec) - Ontslag (3 ec) - Onderzoek 2 (3 ec) - Recht (3 ec) Onderwijsmethoden Beoordeling
35
STUDIEGIDS - DEEL 2
PBL, hoorcolleges, workshops, gastcolleges, adviesuren, praktijklessen. Opdrachten, actieve participatie en toetsen
2011 / 2012
Moduul 4: Marketing en Communicatie Moduul Jane Klaarwater coördinator(en) Studiebelasting 420 Europese Credits 5 onderdelen van 3 ec = 15 ec Gewenst Nvt instapniveau Inhoud Moduul HR-professionals die succesvol willen zijn, moeten zich bewust zijn van de wereldwijde dimensies en moeten verder kijken dan hun eigen regio of land. Het bewust zijn van het internationale karakter van sommige bedrijfstakken, waar je als HR-professional werkzaam kunt zijn, vereist kennis, begrip en tolerantie. Een HR-professional moet de mogelijke verschillen tussen culturen kennen en deze kennis toepassen bij het opbouwen van relaties. Hij of zij moet ook de universele kernwaarden kennen die bijdragen aan de zorg voor mensen en de wereld. Dit toenemend internationale onderdeel vereist specifieke eigenschappen van managers en ondernemers, zoals omgaan met verschillende vreemde talen, verschillende gewoonten, waarden en normen. Om in een dergelijk omgeving succesvol te functioneren moet een HR-professional beschikken over uitstekende communicatieve vaardigheden, een goede beheersing van Engels en morele argumentatie. Het moduul Marketing & Communicatie richt zich op communicatieve vaardigheden en op marketing. Tevens komt de Engelse taal aan bod. Onderdelen: - Mondelinge communicatie 1 (3 ec) - Marketing (3 ec) - Operationeel management (3 ec)
36 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
- English 2 (3 ec) - SLB1.2 (studieloopbaanbegeleiding) (3 ec) Onderwijsmethoden Beoordeling
Hoorcolleges, workshops, adviesuren Schriftelijke en mondelinge toets, actieve participatie (incl. portfolio opdrachten), toets (communicatie) Dit programma geldt voor alle eerstejaarsstudenten van cohort 2011-2012
37
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
2B.3.2 Studieprogramma voor het tweede studiejaar van Personeel en Arbeid Moduul 1 Management Moduulcoördinator Jane Klaarwater Studiebelasting 420 Europese Credits 5 onderdelen van 3 ec = 15 ec Gewenst Nvt instapniveau Inhoud Moduul Tijdens dit moduul doen studenten kennis op en leren ze vaardigheden op het gebied van management. Met name het adviseren van het management met betrekking tot verschillende onderwerpen is erg belangrijk. Onderwerpen als functieanalyse, beoordeling en beloning, het coachen, stimuleren en motiveren van personeel, arbeidsrecht en kwaliteitszorg komen aan bod in deze periode. Tevens wordt er aandacht besteed aan onderzoeksvaardigheden en marketing. Ook leren studenten hoe een productieproces eruit ziet, hoe je bepaalde middelen in kunt zetten en hoe je deze processen kunt sturen. Onderdelen: - HRM 2 (3 ec) - Onderzoek 2 (3 ec) - Marketing 2 (3 ec) - Operationeel Management (3 ec) - Conceptueel denken (3 ec) Onderwijsmethoden Beoordeling
PBL, hoorcolleges, workshops, gastcolleges, adviesuren Opdracht, presentatie, actieve participatie, toetsen
Moduul 2 Human Resource Management
38 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Moduulcoördinator Studiebelasting Europese Credits Gewenst instapniveau Inhoud Moduul
Frederiek Dekens 420 5 onderdelen van 3 ec = 15 ec Nvt Tijdens dit moduul ligt de nadruk op personeelsinstrumenten die een PenO’er nodig heeft om zijn werk goed te kunnen doen. Hierbij valt te denken aan competentiemanagement, management development, reïntegratie, arbeid en gezondheid, prestatiebeoordeling en prestatiemanagement, Gespreksvaardigheden die nodig zijn bij het voeren van in-, door- en uitstroomgesprekken komen aan bod in deze periode. En tot slot wordt er aandacht besteed aan flexibilisering van arbeid, welke motieven zijn er voor organisaties, maar ook van mensen om te veranderen.
Onderwijsmethoden Beoordeling
Onderdelen: - Prestatiebeoordelingen prestatiemanagement (3 ec) - HRM 3 (3ec) - Competentiemanagement/ Managementdevelopment (3 ec) - Mondelinge communicatie 3 (3 ec) - Reïntegratie/Arbeid/Gezondheid (3 ec) PBL, hoorcolleges, workshops, gastcolleges, adviesuren Opdracht, presentatie, actieve participatie, toetsen
Moduul 3 Human Resource Development 39
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Moduulcoördinator Studiebelasting Europese Credits Gewenst instapniveau Inhoud Moduul
Karen Sikkel 420 5 onderdelen van 3 ec = 15 ec Nvt In deze periode komen verschillende aspecten van Human Resource Development aan de orde. Studenten leren hoe ze een training kunnen ontwikkelen, uitvoeren en evalueren. Het begeleiden van een loopbaanvraagstuk komt aan bod, studenten leren hoe ze met behulp van verschillende methodieken een klant met een loopbaanvraagstuk kunnen begeleiden. Coaching, mediation, psychodiagnostiek zijn methodieken die de revue zullen passeren. Onderdelen: - Loopbaan 2 (3 ec) - HRD 1 (3 ec) - Psychologie/Diagnostiek (3 ec) - Coaching/Mediation (3 ec) - Verplichte algemene studiepunten (3 ec)
Onderwijsmethoden Beoordeling
PBL, hoorcolleges, workshops, gastcolleges, adviesuren Opdracht, presentatie, actieve participatie, toetsen
Moduul 4 Strategic Management Moduulcoördinator Danny Beetsma Studiebelasting 420 Europese Credits 5 onderdelen van 3 ec = 15 ec Gewenst Nvt instapniveau Inhoud Moduul In dit moduul staat strategisch management en verandermanagement centraal. Dit wil zeggen dat een student leert hoe om te gaan met veranderingen 40 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
in organisaties en het begeleiden van veranderingen bij medewerkers. Je weet welke instrumenten je hierbij in kunt zetten en welke processen hierbij een rol spelen. Onderdelen: - Strategic Management 1 (3 ec) - Strategic Management 2 (3 ec) - Changemanagement (3 ec) - Consultancy/ adviesvaardigheden (3 ec) - Studieloopbaanbegeleiding 3 (3 ec) Onderwijsmethoden PBL, hoorcolleges, workshops, gastcolleges, adviesuren Beoordeling Opdracht, presentatie, actieve participatie, toetsen Dit programma geldt voor alle eerstejaarsstudenten van cohort 2010-2011, de huidige tweedejaarsstudenten. 2B.3.3 Studieprogramma derde studiejaar van Personeel en Arbeid Moduul 1 Strategisch HRM Moduulcoördinator Maarten Raangs Studiebelasting 420 Europese Credits 5 onderdelen van 3 ec = 15 ec Gewenst Propedeuse behaald en het moduul HRM gevolgd instapniveau Inhoud Moduul Verdieping op het gebied van Human Resource Management. Ziekteverzuim, strategisch HRM en trends op het gebied van HRM zijn onderwerpen die aan bod komen. Onderdelen: - Strategisch HRM (3 ec) - Ziekteverzuim/ arbeidsmotivatie/ medewerkertevredenheid (3 ec) - Strategisch jaarplan (3 ec) - Externe opdrachten en Trends in HRM (3 ec) 41
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
- Studieloopbaanbegeleiding 3 (3 ec) Onderwijsmethoden Beoordeling
PBL, hoorcolleges, workshops, gastcolleges, adviesuren, externe projecten. Opdracht, presentatie, deelname, toetsen
Moduul 2 Strategisch HRD Moduulcoördinator Karen Sikkel Studiebelasting 420 Europese Credits 5 onderdelen van 3 ec = 15 ec Gewenst Propedeuse behaald en het moduul HRD gevolgd instapniveau Inhoud Moduul Verdieping op het gebied van Human Resource Development. Onderwerpen als werkgelegenheidsbeleid, strategisch HRD en trends en ontwikkelingen op het gebied van HRD komen aan bod. Onderdelen: - Strategisch HRD (3 ec) - Externe opdrachten en trends in HRD (3 ec) - Arbeidsmarkt 2 (3 ec) - Arbeids- en organisatiepsychologie (3 ec) - Teambuilding en coaching (3 ec) Onderwijsmethoden
PBL, hoorcolleges, workshops, gastcolleges, adviesuren Beoordeling Opdracht, presentatie, deelname, toetsen Dit programma geldt voor alle eerstejaarsstudenten van cohort 2009-2010, de huidige derderjaarsstudenten. In moduul 3 en 4 kiezen de studenten 2 minoren, meer informatie met betrekking tot de minoren is te vinden op intranet. 2B.3.4 Studieprogramma voor het vierde studiejaar van Personeel en Arbeid Het vierdejaars programma bestaat uit de volgende onderdelen, uitgedrukt in credits:
42 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Jaar 4
Punten
Stage
Afstudeeropdracht
Totaal
42
18
60
Het onderwijsprogramma voor het vierde jaar is geheel gereserveerd voor twee onderdelen namelijk de stage van 7 maanden (1176 SBU, 42 ec) en de afstudeeropdracht van 3 maanden (504 SBU, 18 ec). Stagecoördinator : Maarten Raangs tst 1520 Studiebelastingsuren : 1680 SBU Studiepunten jaar 4 : 60 ec Toelating tot de stage Toelatingseisen voor examinering/beoordeling stage: In het bezit van Propedeuse P&A Studieloopbaanbegeleiding (SLB) 2e en 3e jaar afgerond Onderzoek 2 2e jaar afgerond 150 ec hebben behaald in de hoofdfase Strategisch HRD en Strategisch HRM in jaar 3 hebben gevolgd Doelstellingen van de stage De algemene doelstellingen van de stage zijn De student kan functioneren binnen beroepssituaties. De student kan in de opleiding opgedane kennis en ervaringen toepassen cq toetsen binnen een concrete werksituatie. De student ontwikkelt een adequate beroepshouding. De student weet welke problematiek er in het werkveld aan de orde is en ontwikkelt daarover een visie. De student formuleert een gefundeerde en gemotiveerde keuze voor een verder loopbaanverloop. De specifieke doelstellingen zullen per stagiair verschillend zijn, gezien de grote mate van verscheidenheid in het aantal stagebedrijven/organisaties. Doelstelling van de afstudeeropdracht Student geeft blijk van integratie van relevante en recente theorie en praktijk. Student geeft blijk van eigen visie ontwikkeling, zichtbaar in een kritische stelling name 43
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Nadere informatie omtrent de doelstellingen, organisatie, leerinhouden, begeleiding en beoordelingseisen van zowel de stage als de afstudeeropdracht staan vermeld op ELO. Voorbereiding op de stage Ter voorbereiding op de stage zijn er binnen het onderdeel Studieloopbaanbegeleiding (SLB) (van zowel studiejaar 1, 2 en 3) activiteiten ingebouwd die dit keuzeproces ondersteunen. Tijdens het derde studiejaar wordt er door de stagecoördinator nadere informatie gegeven omtrent de gang van zaken rondom de stage (en afstudeeropdracht). Studiepunten in het vierde jaar stageperiode 42 ec 1e stageperiode: intakegesprek en eerste evaluatiegesprek 2e stageperiode: eerste voortgangsgesprek, terugkomdag en tussen-evaluatie 3e stageperiode: tweede voortgangsgesprek, terugkomdagen eindevaluatie Afstudeeropdracht 18 ec Totaal aantal 60 ec Voor verdere uitleg van het 4e jaar en de beoordeling wordt verwezen naar de stagenota en de afstudeernota van het betreffende studiejaar. Deze staan vermeld op ELO. 2B 3.5 Studieloopbaanbegeleiding SLB Van elke beroepsbeoefenaar die op hbo niveau of hoger werkt wordt verwacht dat deze voortdurend kan reflecteren op eigen beroepsmatig handelen. Niet in de laatste plaats omdat de hbo’er vaak een grotere functionele en/of maatschappelijke verantwoordelijkheid draagt en vanuit verschillende partijen ter verantwoording geroepen kan worden over zijn of haar beroepsmatig handelen. Daarnaast opereer je als hbo’er over het algemeen autonoom en zal je in mindere mate onder toezicht je werk doen. Dit maakt zelfreflectie en zelfsturing noodzakelijk.
44 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Het Studieloopbaanprogramma van jaar 1 bestaat uit 2 onderdelen van elk 3 ec (SLB 1.1 en SLB 1.2). SLB2 wordt aangeboden in jaar 2 van de opleiding. Het onderdeel Studieloopbaanbegeleiding (SLB1) welke gedurende het gehele 1e jaar wordt aangeboden, bestaat voornamelijk uit studiecoaching en wordt aangevuld met vaardigheidsonderdelen gericht op leervaardigheden, portfolio aanmaken, formuleren van leerdoelen afgeleid van competenties, reflecteren, informatievaardigheden en PGO-vaardigheden. In het onderdeel studiecoaching zal je als student meer de eigen regie in handen nemen. Je bent zelf verantwoordelijk voor je studie. Je leert ontdekken wie je bent, en wat je na je afstuderen in huis moet hebben om een goede professional te zijn. In het onderdeel studieloopbaancoaching maak je een begin met het kijken naar jezelf, naar je competenties en naar het zogenaamde beroeps- en opleidingsprofiel. Om je eigen ontwikkelingsproces goed vast te leggen en te kunnen volgen, maak je een portfolio met daarin opgenomen je eigen leerdoelen, afgeleid van competenties die van belang zijn voor een HRM’er en HRD’er. In de 4e moduul moeten alle opdrachten afgerond zijn en vindt de definitieve beoordeling en registratie van dit onderdeel plaats. In het 2e studiejaar wordt SLB 2(Studieloopbaanbegeleiding 2) aangeboden en dit is een vervolg op SLB 1. Je gaat tijdens dit onderdeel echter nog wat zelfstandiger te werk en bouwt je portfolio verder uit met nieuwe leerdoelen en reflecties. Dit onderdeel is verspreid over het gehele jaar en wordt afgerond en beoordeeld in het laatste moduul.
1e studiejaar
45
SLB1
STUDIEGIDS - DEEL 2
SLB1
2011 / 2012
SLB1
SLB1
2e studiejaar
SLB2
SLB2
3e studiejaar
SLB3
SLB3
SLB2
SLB2
In jaar 3 wordt er gewerkt met begeleide intervisiebijeenkomsten, de student leert te werken met verschillende intervisiemethodieken. Tevens wordt er een portfolio gemaakt, waarin studenten hun ontwikkeling beschrijven ten aanzien van een aantal competenties. Binnen SLB valt tevens 1 verplichte algemene studiepunt. Zie 2B.2
2B.4 Studievoortgangsbeleid Examencommissie/Opleidingscommissie De Examencommissie PenA heeft een Examencommissie. Het Examenreglement van Stenden en het Tentamenreglement van PenA beschrijven de taken en verantwoordelijkheden van de Examencommissie. Voor de vergaderdata van de Examencommissie verwijs ik naar het secretariaat van de Examencommissie,
[email protected]. Studenten met een verzoek met betrekking tot de examens dienen schriftelijk contact op te nemen met de secretaris van de Examencommissie, dhr. W.S.R. Jacobs. Brieven dienen ten minste vijf dagen voor het bijeen komen van de Examencommissie bij de secretaris binnen te zijn. Het verzoek moet getypt of geprint zijn met behulp van het format dat op ELO staat en voorzien zijn van de naam van de student, adres, telefoonnummer, relatienummer, naam van het betreffende moduul, groepsnummer, tutor en/of docent en/of moduulcoördinator, het verzoek en een duidelijke reden voor het verzoek. Het
46 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
niet gebruiken van het format of verzoeken die een van bovenstaande details missen, zullen niet in behandeling worden genomen. De Opleidingscommissie. Binnen de opleiding is er opleidingscommissie en deze adviseert het management, al dan niet op verzoek, over onderwijsbeleid, onderwijsverbetering en onderwijsorganisatie. De teamleider beschikt over verdere informatie.
2C
Studievorderingsbeleid
2C.1
Toelatingsbeleid
In de WHW (Wet Hoger en Wetenschappelijk Onderwijs) staan de vooropleidingseisen in hoofdstuk 7, artikel 7.24.2. Voor de inschrijving aan een Hogeschool geldt als vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (VWO), hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO) of een diploma van een middenkaderopleiding of van een specialisten opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2. eerste lid van de wet educatie en beroepsonderwijs. Een student met een buitenlands diploma die zich inschrijft voor een Nederlandstalige opleiding moet in het bezit zijn van het NT2 examen niveau 2. Er zijn geen eisen wat betreft het vakkenpakket of profielen. De vakken, economie, wiskunde en Engels of het profiel E&M zijn echter gewenst. Studenten met zowel een diploma havo/vwo - nieuwe stijl als een diploma havo/vwo - oude stijl zijn toelaatbaar tot de opleiding. Voor overige informatie betreffende vooropleidingseisen zie studentenstatuut deel 1, informatie voor studenten Stenden. Studenten die voldoen aan de toelatingseisen kunnen op basis van EVC’s (Eerder of elders Verworven Competenties) vrijstellingen krijgen van onderdelen van het programma. Vrijstellingen worden verleend aan studenten met een WO/HBO- diploma op basis van een curriculumvergelijking. Vrijstellingen op basis van een EVC-procedure 47
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
worden verleend aan studenten met relevante werkervaring. Deze vrijstellingen worden verleend door de Examencommissie van de opleiding. Voor meer informatie over deze EVC procedure kunt u contact opnemen met de teamleider Hilda Elzinga (
[email protected]). Toelatingsexamen Indien een student op basis van bovenstaande eisen niet toelaatbaar is, maar de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt, kan hij door middel van het afleggen van een toelatingsonderzoek toelaatbaar worden (21+-regeling). Toelatingsonderzoek bestaat uit een capaciteitenonderzoek. . Dit onderzoek toetst of de student beschikt over een logisch denkvermogen. Nadere informatie hierover kan worden gevraagd bij het secretariaat van de opleiding
[email protected]. Toelatingseisen voor de hoofdfase: Studenten die voldoen aan een van onderstaande toelatingscriteria worden toegelaten tot de hoofdfase: 1. Voor de inschrijving in de hoofdfase geldt als eis het bezit van het propedeutisch getuigschrift van die opleiding, dan wel een door de examencommissie verleende vrijstelling van het bezit van het propedeutisch getuigschrift, indien de student over een diploma beschikt dat door de examencommissie als gelijkwaardig wordt beoordeeld. 2. Indien er aan de bezitter van een in het buitenland afgegeven diploma vrijstelling is verleend van de eis een propedeutisch getuigschrift te bezitten, geldt als toelatingseis voor de inschrijving voor een Nederlandstalige opleiding, dat betrokkene voorafgaande aan de inschrijving, in het bezit is van een diploma NT2 tweede niveau. 3. Studenten die voldaan hebben aan de norm van het bindend studieadvies die geldt aan het einde van het eerste jaar van inschrijving, hebben gedurende hun tweede jaar van inschrijving, toegang tot onderdelen van de hoofdfase, zonder dat zij daadwerkelijk staan ingeschreven in de hoofdfase. 4. Studenten die in afwijking van het bovenstaande toegelaten willen worden tot de hoofdfase moeten hiervoor schriftelijk toestemming hebben van de Examencommissie.
48 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
2C.2
Vrijstellingen
Op basis van eerdere opleidingen kunnen studenten vrijstellingen krijgen. Studenten met een propedeusecertificaat kunnen een verzoek om vrijstelling indienen. Een verzoek om vrijstelling moet voor 1 november 2010 worden ingediend bij het secretariaat van de Examencommissie. Er kan voor maximaal 60 ECTS vrijstelling worden verkregen. Studenten moeten de verzoeken samen met bewijsdocumenten inleveren. Studenten met een MBO diploma (niveau 4-Sociaal juridisch medewerker, richting personeelswerk) kunnen verzoeken voor vrijstelling indienen. Een verzoek om vrijstelling moet voor 1 november 2010 worden ingediend bij het secretariaat van de Examencommissie. Er wordt maximaal 60 ECTS vrijstelling gegeven wanneer het verzoek voor 1 november 2010 is ingeleverd. Studenten met een ander MBO diploma kunnen verzoeken voor vrijstelling indienen. Een verzoek om vrijstelling moet voor 1 november 2010 worden ingediend bij het secretariaat van de Examencommissie. Er kan voor maximaal 60 ECTS vrijstelling worden verkregen. Studenten moeten de verzoeken samen met bewijsdocumenten inleveren. 2C.3
Jaartoetsrooster
Toetsdata voor de reguliere modulen en minors worden permanent gepubliceerd op intranet, onder STENDEN-Service: Roosters. 2C.4
Toekenning en verwerking van studiepunten
De diverse onderwijsactiviteitenprogramma’s van PenA worden beloond met credits. De Examencommissie heeft de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het toekennen van credits. Zodra de resultaten van toetsingsonderdelen bekend zijn, worden ze gepubliceerd als tijdelijke resultaten. Aan deze tijdelijke resultaten kunnen echter geen rechten worden ontleend (verwijzing naar Tentamenreglement). Onderstaande procedure wordt gebruikt om de ECTS toe te kennen en te verwerken.
49
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
De (moduul)coördinator houdt de credits van een onderwijsactiviteit bij. De namen van de verantwoordelijke (moduul)coördinatoren staan in de beschrijving van de modulen. De (moduul)coördinator voert de punten zelf in in progress, de punten zullen per onderdeel worden verwerkt. Het studievoortgangssysteem verwerkt de informatie definitief in Progress.www. Verkregen ECTS worden gedurende het gehele jaar in het progressoverzicht gezet en kunnen worden ingezien op Progress.www.
50 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
2D
Tentamenreglement Personeel en Arbeid, 20110/1012
De Examencommissie De opleiding PenA kent een Examencommissie. De taken en bevoegdheden van deze Examencommissie zijn neergelegd in het examenreglement van Stenden 20112012 en in het tentamenreglement van de opleiding PenA 2011/2012. Voor PenA is Jane Klaarwater voorzitter van de Examencommissie,
[email protected] tst: 1667. Studenten die zich met een verzoek willen richten tot de Examencommissie kunnen zich schriftelijk wenden tot de secretaris,
[email protected]. Alle verzoeken aan de opleidingsexamencommissie worden schriftelijk ingediend en ingeleverd bij het secretariaat van de opleiding. Brieven voor de Examencommissie dienen uiterlijk vijf werkdagen voorafgaand aan de vergadering, bij het secretariaat van de opleiding
[email protected] ingediend te zijn. De brieven moeten gericht worden aan de secretaris. Verzoeken die te laat worden ingediend, worden doorgeschoven naar een volgende vergadering. De verzoeken moeten worden voorzien van een duidelijke motivatie, ze moeten getypt of geprint ingeleverd worden, voorzien van naam, adres, telefoonnummer, studentnummer, naam van het moduul waarover de brief gaat, groepsnummer, tutor en/of docent en/of moduulcoördinator. Op ELO (electronische leeromgeving van PenA) is een format aanwezig waarvan de aanvrager verplicht gebruik dient te maken. De bovengenoemde voorwaarden zijn daarin opgenomen. Brieven die niet aan dit format voldoen worden niet in behandeling genomen. Dit format is te vinden onder PenA-studenteninformatie, onder het kopje informatie en dan vind je het document: “Brief Examencommissie”. Vergaderrooster PenA 2011/2012 De Examencommissie PenA vergadert aan het eind van elke maand. De exacte vergaderdata zijn op te vragen bij het secretariaat van de Examencommissie,
[email protected].
51
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Het Tentamen Reglement (TR) is er voor bedoeld om de algemene gang van zaken voor wat betreft de tentamens en examens te regelen. De studievoortgang van de student is van belang hierbij en er wordt bepaald of de student kan worden toegelaten tot de hoofdfase en de afstudeerfase van de opleiding. De Artikelnummers verwijzen naar het Stenden Examenreglement. De paragrafen in de artikelen geven een gedetailleerde uitleg van het betreffende artikel in het examenreglement. Artikel 1 Toelatingscommissie
CBL PenA PBL Front Desk Toetsbureau
Woordenlijst van gebruikte termen Commissie belast met toelatingsverzoeken van buitenlandse studenten aan PenA, behandelt vrijstellingsverzoeken van alle studenten. Deze commissie valt onder de verantwoordelijkheid van de PenA Examencommissie en moet zijn acties verantwoorden aan de Examencommissie. Case Based Learning Personeel en Arbeid Problem Based Learning (Probleem Gestuurd Onderwijs) Balie waar studenten opdrachten ter beoordeling in kunnen leveren en oude opdrachten kunnen afhalen voor herkansingen. Bureau waar alle organisatorische zaken omtrent toetsen worden geregeld.
Voor het overige geen nadere informatie over het examenreglement. Artikel 2 TR 2.1
par. 2
Deelname aan het examen Plaatsing van studenten in de modulenpar. 1 Het Planningsbureau van Stenden plaatst de eerstejaars studenten automatisch in de onderdelen die ze moeten volgen. Deze plaatsing is bindend. Studenten kunnen een bepaald onderdeel slechts een keer per studiejaar volgen.
52 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
par.3
Tenzij anders bepaald in de te volgen studieroute, kunnen studenten per moduul maximaal in 5 onderdelen (van 3 credits) worden geplaatst. Studenten kunnen een bepaald onderdeel maximaal twee keer volgen tijdens hun studieperiode. Wanneer een student na gebruik van alle mogelijke herkansingen er nog steeds niet in is geslaagd om een onderdeel te behalen, dan kan hij/zij in sommige gevallen een verzoek indienen bij de Examencommissie voor een vervangende opdracht. (Artikel 6.17). Indien dat niet (of niet meer) mogelijk is zal de Examencommissie op basis van het principe van billijkheid en redelijkheid beslissen wat er met betrekking tot de student gedaan kan worden. De opleiding plaatst de studenten die een onderdeel volgen in groepen. Deze plaatsing is bindend. Een student die zijn/haar planning tijdens het lopende studiejaar wil wijzigen, moet een gemotiveerd verzoek indienen. Een “Mutatieformulier module planning” is verkrijgbaar bij I-Study en deze moet voor week 4 van de voorafgaande periode worden ingeleverd bij de Front Desk van PenA. Een student die van groep wil veranderen moet een goed onderbouwd verzoek indienen bij de teamleider van zijn of haar richting. Een student die van studierichting, studieroute, afstudeervorm of taalkeuze wil veranderen moet een goed onderbouwd verzoek indienen bij de Examencommissie. Een student die vanaf het begin wegens overmacht niet aan een onderdeel kan deelnemen, mag het onderdeel alleen volgen wanneer hij/zij uiterlijk aan het begin van de derde week van het onderdeel kan starten.
par.4
par.5 par.6
par.7 par.8
par.9
53
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
TR 2.2
Volgen van minoren. Wanneer een student een minor van een andere opleiding volgt dan waarvoor hij/zij is ingeschreven, wordt het onderwijs en examenreglement (OER) van de eigen opleiding toegepast.
Artikel 3 TR 3.1 par. 1
De opleiding en de taken van de Examencommissie Besluitvorming De Examencommissie neemt besluiten ten aanzien van de uitvoering en inhoud van het onderwijs met betrekking tot een bepaalde onderdelen, hierbij handelend naar het advies van de Head of School en de betreffende coördinator(en).
TR 3.2 par. 1
Benoemen van examinatoren Degene die belast is met lesgeven bij PenA is vervolgens examinator voor de opleiding PenA. Aan het begin van elk studiejaar benoemt de examencommissie de examinatoren voor de studenten die een opleiding volgen in het buitenland.
par. 2
TR 3.3 par. 1
par. 2 par. 3 par. 4
Berekening van de slagingsnorm voor tentamens In het moduulboek wordt aangegeven hoeveel punten een student kan verkrijgen, hoe men ze kan krijgen en de minimumeisen waaraan een student moet voldoen om het onderdeel te halen. Een student heeft een onderdeel gehaald wanneer hij/zij de norm heeft gehaald. De beoordelingscriteria voor de opdracht staan in het moduulboek. Om de norm voor elk onderdeel van de opdracht te berekenen wordt een breuk van een half (0,5) en hoger naar boven toe afgerond tot het volgende hogere hele getal; is dit minder dan een
54 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
half dan wordt dit afgerond naar beneden naar het volgende lagere hele getal. Bij het bepalen van het behaalde aantal punten voor de opdracht wordt de score naar boven toe afgerond tot een rond aantal punten. PenA werkt met onderdelen als onderwijseenheid waaraan ECTS zijn verbonden. Binnen een moduul worden studiepunten toegekend aan de afzonderlijke onderdelen.
par. 5 par. 6
Artikel 4
Inhoud en omvang van het examen Geen nadere informatie examenreglement.
Artikel 5 par. 1
Vrijstellingen verlenen. Wanneer een student van mening is dat hij/zij op basis van bijvoorbeeld elders verworven competenties (EVC) of op basis van eerder gevolgde opleidingen, recht heeft op vrijstelling van een of meer examenonderdelen moet hij/zij een verzoek indienen bij de Examencommissie. Een EVC-traject hoort plaats te vinden voorafgaand aan de start van de studie. Verzoeken voor incidentele vrijstellingen dienen voor de start van de voorafgaande periode zijn ingeleverd (ongeveer 10 weken van tevoren). Het genoemde verzoek in paragraaf 1 moet goed onderbouwd zijn en met bijgaande noodzakelijke bewijzen van elders verkregen competenties. De Examencommissie informeert de student over de uitslag. De credits waarvoor vrijstelling wordt gegeven worden na het toekennen van de vrijstelling zo snel mogelijk in het system verwerkt.
par. 2 par. 3 par. 4
Artikel 6 TR 6.1 55
over
het
Het aantal mogelijkheden per studiejaar om toetsen en examens af te leggen. Examenonderdelen.
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
par. 1
De opleiding PenA bevat de volgende examenonderdelen; toetsen, moduulopdrachten, persoonlijke begeleiding, verplichte algemene studiepunten en stage.
TR 6.2 par. 1
Het Tentamen. Het tentamen bestaat uit een of meer van de volgende onderdelen: opdracht(en), actieve participatie aan PBL/CBL en communicatie en/of vaardigheidstrainingen, toetsen. Elk moduulboek bevat, indien van toepassing, het volgende: a. Het maximaal aantal punten dat voor de diverse onderdelen van het tentamen kan worden verkregen. b. De berekening van de norm die aangeeft of een student het onderdeel heeft gehaald. c. De criteria voor (onderdelen van) de opdracht(en) en toetsen, actieve deelname aan PBL/CBL. d. Een overzicht waarin wordt toegelicht voor welke afzonderlijke onderdelen van het tentamen punten kunnen worden verkregen en het aantal punten. De student krijgt de mogelijkheid om deel te nemen aan de delen van het tentamen van het onderdeel waarvoor hij/zij is ingeroosterd. Als het onderdeel opnieuw wordt gedaan, vervallen alle eerder verkregen punten van het tentamen van dit onderdeel. Aankondigingen over het tentamen worden op ELO of Intranet gepubliceerd. Aankondigingen voor deeltijdstudenten worden via e-mail of ELO aan de studenten bekend gemaakt.
par. 2
par. 3 par. 4 par. 5
TR 6.3 par. 1
Opdrachten en presentaties a. Een opdracht en/of presentatie is bedoeld om te beoordelen of een student een bepaalde
56 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
hoeveelheid kennis beheerst. De student moet daarvoor in staat zijn om in zijn of haar eigen woorden over de opdracht te reflecteren. b. Elke opdracht en/of presentatie moet uniek zijn in inhoud en structuur. c. Het is niet toegestaan om bij het maken, de inhoud van het werk van iemand anders geheel of gedeeltelijk over te nemen zonder bronvermelding. d. De hoeveelheid geciteerde tekst mag niet meer zijn dan 5% van de hele opdracht. Par. 1 van dit artikel geldt voor presentaties tijdens PBL en CBL bijeenkomsten, evenals voor taken van de opdracht van het betreffende onderdeel. Elke student moet gedurende de tijd dat het onderdeel nog niet is gehaald, en voor minimaal een half jaar, afzonderlijk een kopie bewaren van elke schriftelijk of op diskette ingeleverde taak of opdracht. De moduulcoördinator is verantwoordelijk voor het beoordelen van de onderdelen van het tentamen op basis van de beoordelingscriteria. In het geval van een groepsopdracht moet elk groepslid kunnen aantonen dat hij/zij een evenredig deel van de opdracht heeft gemaakt. In het geval van een groepsopdracht is elk groepslid afzonderlijk verantwoordelijk voor het gehele ingeleverde werk. Elke student is individueel verantwoordelijk voor het correct inleveren van een opdracht op de juiste plaats. Wanneer zich problemen hebben voorgedaan omdat binnen een opdrachtgroep gemaakte afspraken niet zijn nagekomen is overmacht (force majeure) niet van toepassing.
par. 2
par. 3
par. 4 par. 5 par. 6 par. 7
TR 6.3a
57
Opdrachten
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
par. 1
par. 3
par. 4
par. 5
a. Groepen die aan een opdracht werken en niet direct contact opnemen met de moduulcoördinator wanneer er zich samenwerkingproblemen voordoen, kunnen geen rechten ontlenen aan de problemen die zich hebben voorgedaan. b. De moduulcoördinator heeft het recht om een groep te ontbinden wanneer samenwerking tussen de groepsleden naar alle redelijkheid niet meer mogelijk is. par. 2 Tijdens een onderdeel moeten de moduulcoördinator, de docent en de tutor de studenten tenminste een keer feedback geven over delen van de opdracht. Dit zou bij voorkeur gedaan moeten worden door feedback te geven bij de delen van de opdracht die zijn ingeleverd of door middel van een antwoordsessie. Tenzij anders bepaald in het moduulboek, moeten opdrachten voor de laatste schooldag van de laatste week van een moduul uiterlijk voor 12 uur bij de Front Desk op papier en digitaal via ELO worden ingeleverd. De volgende procedure is van kracht op het moment dat een student een opdracht inlevert bij de Front Desk: De opdracht wordt ingenomen door een medewerker van de Front Desk; De student moet een formulier invullen als bewijs van inleveren. (origineel en kopie) Het origineel blijft bij de Front Desk, de kopie wordt aan de student gegeven. De opdrachten worden voorzien van een stempel die de datum van inleveren aantoont. Om voor beoordeling in aanmerking te komen, moeten opdrachten aan de volgende eisen voldoen:
58 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
a.
De opdracht is op tijd ingeleverd bij de Front Desk; b. Een kopie van het beoordelingsformulier is bijgesloten bij elk onderdeel van de opdracht. c. Elk onderdeel van de opdracht moet apart in een map worden gedaan. d. De map vermeldt tenminste: de titel van de opdracht, de datum, de namen van de studenten, de studentnummers, de groep waarvan de student lid is, de naam van het onderdeel, de naam van de tutor, het moduul en het studiejaar. e. De opdracht moet getypt en duidelijk leesbaar zijn. f. De opdracht moet schoon, netjes, verzorgd en compleet zijn. g. De opdracht wordt tevens digitaal via ELO ingeleverd. h. APA is de norm voor literatuurverwijzing. i. Engelstalige opdrachten moeten in BritsEngels zijn geschreven. Deeltijdstudenten leveren hun opdrachten digitaal in. De procedure en deadline hiervoor staan op ELO (specifieke vakken).
par. 6
TR 6.3b
59
Procedure voor opdrachten die te laat bij de Front Desk zijn ingeleverd. Wanneer een student een opdracht na de deadline bij de Front Desk inlevert, moet er rekening gehouden worden met de volgende procedure: De Front Desk medewerker schrijft ‘te laat ingeleverd’ op het formulier. De student wordt medegedeeld dat de opdracht zal worden beoordeeld zodra toestemming is verleend door de Examencommissie. STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
De student wordt medegedeeld dat hij/zij een verzoek om beoordeling moet indienen bij de Examencommissie, dit verzoek moet binnen een schoolweek na het verlopen van de deadline voor het inleveren van de opdracht zijn ingediend. Wanneer het verzoek van de student de Examencommissie niet binnen een schoolweek na het verlopen van de deadline voor inleveren bereikt, zal de opdracht niet beoordeeld worden. De opdracht zal vernietigd worden. Binnen 4 schoolweken na de deadline voor het inleveren zal de student op de hoogte worden gebracht door de Examencommissie. Indien de Examencommissie besluit om de opdracht te beoordelen zal de Front Desk de gebruikelijke procedure in werking zetten. Indien de Examencommissie besluit om de opdracht niet te beoordelen moet de student de opdracht afhalen bij de Front Desk. De Front Desk bewaart de opdracht gedurende de beroepsperiode, daarna zal de opdracht worden vernietigd. TR 6.4a par. 1
Actieve deelname PBL en CBL voor verplichte onderdelen PBL/CBL bijeenkomsten gaan altijd door, tenzij ze door de school worden afgezegd, zelfs als de tutor afwezig is. In geval van afwezigheid van de tutor schrijft de groep naast de gebruikelijke notulen ook een verslag van de bijeenkomst met daarin het aantal punten, dat iedere student voor zichzelf had bedoeld voor zijn/haar deelname en de redenen. Dit verslag moet bij de moduulcoördinator worden ingeleverd die voor
60 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
zijn deel verantwoordelijk is voor het toekennen van de punten. Wanneer een bijeenkomst door toedoen van de school niet door kan gaan, ontvangt de student het maximale aantal punten voor actieve deelname aan die bijeenkomst. Voor actieve deelname zijn geen herkansingen mogelijk. Voor deeltijdstudenten is het volgende van toepassing: Het aantal actieve deelnamepunten dat een student krijgt voor een bepaalde PBL/CBL bijeenkomst, wordt bepaald aan de hand van de beoordelingcriteria die worden toegepast in die bijeenkomst met betrekking tot de actieve deelname van de student. Wanneer de student aan alle criteria voldoet ontvangt hij/zij het maximum aantal te behalen punten. De criteria worden bepaald door de betreffende tutor in overleg met de coördinator van de deeltijdopleiding. Studenten moeten zelf hun aanwezigheid aangeven door middel van een handtekening op de presentielijst.
par. 2
par. 3 par. 4
par. 5
TR 6.4b par. 1
Actieve deelname bij minoren Het moduleboek noemt het maximale aantal modulepunten dat een student per PBL/CBL bijeenkomst kan krijgen, welke norm wordt gehanteerd en volgens welke criteria de modulepunten voor actieve deelname worden toegekend.
TR 6.6 par. 1
De toets als onderdeel van het tentamen Een belangrijk kenmerk van de toets is dat het onder examenomstandigheden wordt afgenomen. Dit betekent dat de toets wordt afgenomen onder
61
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
par. 2
par. 3 par. 4 par. 5
toezicht van een of meer medewerkers op een vooraf bepaalde tijd en plaats en dat het onderhevig is aan de bepalingen van Artikel 16a en 16b van het Examenreglement. a. De datum, aanvangstijd, duur en plaats van de toets worden uiterlijk een week voor de toets bekendgemaakt. b. Tenzij in geval van overmacht, zijn de aangekondigde toetsdata, de duur en aanvangstijden van de toets bindend. Er kunnen diverse toetsformulieren worden gebruikt. Aanvullende regels over de toetsen worden voorafgaand aan de toets aangekondigd. Voor de toets kunnen herkansingen worden gemaakt.
TR 6.7
Open minor Studenten kunnen een minor vervangen door een persoonlijk project. Daarvoor moeten ze een voorstel indienen bij de Examencommissie. De vereisten voor het projectvoorstel staan vermeld op het PenA Intranet.
TR 6.8 par. 1
Persoonlijke begeleiding. Iedere student krijgt een persoonlijke coach toegewezen bij de start van de opleiding. Met regelmaat heeft hij/zij een gesprek met zijn/haar coach over de studie, de ontwikkeling van persoonlijke en professionele competenties en zijn/haar carrièreplannen. Studenten moeten zich voldoende voorbereiden voor deze bijeenkomsten. Voor het verkrijgen van ECTS voor persoonlijke begeleiding wordt verwezen naar het aangeboden moduulboek studieloopbaanbegeleiding. Deeltijdstudenten worden verwezen naar het moduulboek over persoonlijke begeleiding.
par.2
62 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
par.3
TR 6.9 par. 1 par. 2
par. 3
par. 4
63
Omdat de Examencommissie de persoonlijke coach naar een studieadvies kan vragen, wordt er van studenten verwacht dat ze hun persoonlijke coach op de hoogte houden van bijzondere persoonlijke omstandigheden. Herkansingen Actieve deelname aan PBL en/of CBL komen niet in aanmerking voor herkansingen. De volgende onderdelen van het examen en tentamen komen in aanmerking voor herkansingen: moduulopdracht, bedrijfsstage en de toets. De data voor de herkansingen staan vermeld in de studiekalender. Deze data gelden ook voor studenten die op uitwisseling zijn of een stage volgen of die elders een studieonderdeel volgen. Voor deeltijdstudenten worden de data voor de herkansingen door de betreffende tutor gegeven in overeenstemming met de deeltijdcoördinator. In gevallen waar bekend is dat een student bezig is met zijn/haar stage kunnen extra herkansingen worden geregeld voor onderdelen die hij/zij dat studiejaar heeft gevolgd maar niet behaald. Verzoeken hiervoor moeten schriftelijk worden ingediend bij de Examencommissie, samen met de bewijsdocumentatie van de startdatum van de stage. Zonder dat bewijs zal het verzoek niet worden verwerkt. Wanneer het verzoek wordt ingewilligd ontvangt de student een inschrijvingsbewijs, welke hij/zij aan de Front Desk kan geven voor het regelen van een herkansing van het betreffende onderdeel. Deze regel geldt niet voor studenten die een opleiding volgen binnen het kader van het studieprogramma van een andere locatie dan Leeuwarden.
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
par. 5
Niet deelnemen aan een toets vanwege overlappende toetsmomenten is voor het risico van de student.
TR 6.10a
Herkansingen voor het tentamen van een verplichte onderdeel. Een herkansing van (een deel van) het tentamen heeft dezelfde doelstellingen als het oorspronkelijke (deel van) het tentamen. De herkansing van (een deel van) een onderdeel van het tentamen komt overeen met de oorspronkelijke toets van het tentamen. Afwijkingen van deze regel moeten altijd worden goedgekeurd door de Examencommissie. a. De student heeft 1 keer per studiejaar waarin het betreffende onderdeel is gevolgd, recht op een herkansing van die delen van de opdracht/toets waarvoor dit van toepassing is. De student kan de delen waarvoor dit van toepassing is slechts een keer herkansen in het daarop volgende studiejaar. b. De student kan de oorspronkelijke ingeleverde (sub) opdracht alleen op de tijden in het rooster, afhalen bij de Front Desk. c. Wanneer een student een bepaald onderdeel aan het eind van het studiejaar, volgend op het studiejaar waarin de student het onderdeel heeft gevolgd nog steeds niet heeft gehaald, moet hij/zij het volledige onderdeel opnieuw volgen in het daaropvolgende studiejaar. Dit geldt niet voor onderdelen uit de propedeuse. Studenten die de propedeuse niet binnen de duur van 2 studiejaren hebben gehaald moeten de opleiding verlaten. Wanneer een student een tentamen herkanst, telt de hoogste score per onderdeel en de student
par.1 par. 2
par. 3
par. 4
64 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
behoudt de rest van het aantal punten dat hij/zij al heeft gehaald. De bepalingen van Artikel 6.3 en 6.3a, met uitzondering van paragraaf 2 en 3 en artikel 6.3b zijn volledig van toepassing op herkansingen van een opdracht. b. De bepalingen van artikel 6.7 zijn volledig van toepassing op herkansingen van een toets. Bij de herkansing van een opdracht moet het volgende worden ingeleverd bij de Front Desk: De oorspronkelijke opdracht met feedback van de corrector, inclusief het ingevulde beoordelingsformulier, tenzij de student de eerste keer niet heeft meegedaan. De herkansing, inclusief een nog niet door de beoordelaar ingevuld beoordelingsformulier. In het geval van een tweede herkansing, ook de eerste herkansing samen met het door de beoordelaar ingevulde beoordelingsformulier, tenzij de student niet heeft meegedaan aan de eerste herkansing. Wanneer niet wordt voldaan aan deze eisen zal de herkansing niet worden nagekeken. Studenten kunnen alleen opdrachten van de Front Desk krijgen met hun eigen naam erop. Studenten moeten een inschrijvingsbewijs kunnen tonen. In het geval van een groepsopdracht kan elk lid van de groep de opdracht individueel herkansen en laten beoordelen. Het is de verantwoordelijkheid van de student om op de hoogte te blijven van de herkansingsdata. De student moet zich tenminste 3 weken voor de toetsdatum inschrijven met behulp van het computernetwerk van de hogeschool. Bij inschrijving moet een inschrijvingsbewijs worden
par. 5 a.
par. 6
par. 7 par. 8 par. 9 par.10
65
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
uitgeprint. Zonder dit bewijs kan de student geen rechten ontlenen aan de inschrijving. TR 6.11b par. 1
Herkansing van het tentamen van minoren Regelgeving voor minoren staan weergegeven in het betreffende moduulboek.
TR 6.12 par. 1
De scriptie overdoen. Herkansingsregels voor de scriptie zijn hetzelfde als de regels voor herkansingen van een opdracht.
TR 6.13 par. 1
Vervangende opdracht Studenten komen onder de volgende voorwaarden in aanmerking voor een vervangende opdracht (slechts een keer): a. De opdracht in kwestie betreft het laatste onderdeel die nog gehaald moet worden. b. Het onderdeel behoort tot het verplichte postpropedeutische onderwijsprogramma. c. De student moet het onderdeel en het bijbehorende examen twee keer op de reguliere manier hebben gedaan. d. Nadat de student het onderdeel voor de tweede keer heeft gedaan, moet de student tenminste twee herkansingen hebben gedaan voor het betreffende onderdeel. e. De student moet alle andere punten van zijn of haar opleiding hebben gehaald. De aard en inhoud van de opdracht wordt bepaald door de moduulcoördinator van het betreffende onderdeel. De student mag zelf bepalen waar hij/zij de opdracht uitvoert en mag gebruik maken van de faciliteiten van de school. a. Om voor een vervangende opdracht in aanmerking te komen, moet daarvoor een schriftelijk verzoek worden ingediend bij de Examencommissie.
par. 2 par. 3 par. 4
66 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
b.
De student heeft recht op regelmatige feedback gedurende de periode dat hij of zij aan de opdracht werkt. De student heeft alleen tijdens schoolweken recht op supervisie. a. De opdracht wordt beoordeeld met een voldoende of onvoldoende. Bij het uitdelen van de opdracht worden de beoordelingscriteria voor de vervangende opdracht schriftelijk aan de student gegeven. b. Wanneer de opdracht is gehaald ontvangt de student de punten voor het betreffende onderdeel. c. De uitslag van de beoordeling wordt uiterlijk 3 weken na het inleveren van de opdracht bekendgemaakt. d. Opdrachten worden alleen tijdens schoolweken beoordeeld. e. De docent/beoordelaar informeert de secretaris van de Examencommissie onverwijld over de uitslag, die de uitslag vervolgens weer doorgeeft aan de moduulcoördinator die verantwoordelijk is voor de invoer van de punten, zodat de punten verwerkt kunnen worden. Herkansingen worden volgens het herkansingsreglement van de opdracht uitgevoerd.
par. 5
par. 6
TR 6.14
Overlopen van de stage Het overlopen van een stage vindt altijd plaats in Nederland.
TR 6.15
Onderwijskundige experimenten Binnen de context van onderwijskundige experimenten heeft de Examencommissie het recht om moduulcoördinatoren toe te staan om af
67
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
te wijken van de algemeen van toepassing zijnde regelingen voor tentamens, zoals deze zijn vastgelegd in het Stenden Examenreglement en het Tentamenreglement voor PenA. Zodra de moduulcoördinatoren hier toestemming voor hebben gekregen, wordt een opmerking aan het moduulboek toegevoegd met uitleg van de manier waarop het onderwijs in dat onderdeel afwijkt van de algemeen van toepassing zijnde regels. Artikel 7
Geldigheidsperiode van de examenonderdelen. Geen nadere informatie in het Examenreglement.
Artikel 8
Mondeling examen Geen nadere informatie in het Examenreglement.
Artikel 9 TR 9.1
De resultaten bepalen Algemeen Het uiteindelijke resultaat van de tentamenonderdelen worden bekend gemaakt op ProgRess.www.
TR 9.2 par. 1
Tentamen Een student heeft een onderdeel gehaald wanneer hij/zij tenminste aan de norm heeft voldaan. Een student heeft een onderdeel niet gehaald: a. wanneer hij/zij lager dan de norm heeft gehaald voor het tentamen. b. wanneer de tentamenuitslag nietig is verklaard Aan voorlopige uitslagen kunnen geen rechten worden ontleend. Wanneer het resultaat van een tentamen niet binnen 15 werkdagen na het einde van het betreffende moduul bekend kan worden gemaakt, zal de Examencommissie de studenten daarover informeren, samen met de redenen daarvan.
par. 2
par. 3 par. 4
68 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Artikel 9a
Studieadvies Zie Onderwijs en Examen Reglement 2A.6
Artikel 10 TR 10.1 par. 1
Recht op inzage en bewaartermijn Algemeen Na de bekendmaking van het definitieve resultaat van het tentamen hebben studenten het recht van inzage met betrekking tot (alle delen van) de opdracht en de beoordeelde formulieren, met inachtneming van de inzage-periode zoals deze is vastgelegd in het Examenreglement van Stenden. Beoordeelde opdrachten worden gedurende de periode dat het betreffende onderdeel nog niet is gehaald bewaard door de Front Desk, maar voor een maximum van 5 maanden na de deadline voor de tweede herkansing. De opdrachten worden daarna vernietigd. a. Opdrachten die horen bij een onderdeel die de student heeft gehaald worden bewaard tot tenminste 5 maanden na de laatste dag van het moduul of de deadline voor de herkansing. De opdrachten worden daarna vernietigd. b. Opdrachten die horen bij een onderdeel die de student nog niet heeft gehaald na de tweede herkansing, worden tot tenminste 5 maanden na de deadline voor de tweede herkansing bewaard. De opdrachten worden daarna vernietigd. Beoordeelde opdrachten worden onder geen beding aan de student gegeven.
par. 2
Artikel 11 par. 1
69
STUDIEGIDS - DEEL 2
Verantwoordelijkheid voor de toetsen examendata. Bij het inleveren van een opdracht bij de Front Desk ontvangt de student een kopie van een inschrijvingsformulier dat ingevuld moet worden. 2011 / 2012
par. 2
par. 3
Artikel 12 par. 1
par. 2
Artikel 13 par. 1 par. 2
Artikel 13a par. 1
Art. 6.3 par. 3 van deze tentamenregeling is onverminderd van kracht. Daarom wordt een student gevraagd om een kopie van de opdracht in te leveren wanneer zijn of haar opdracht door schuld van de school zoek raakt. Alleen wanneer een student een kopie kan tonen van het ingeleverde formulier kan een beroep worden gedaan op artikel 11 van dit reglement. Registratie van de studieresultaten Een student kan zichzelf te allen tijde op de hoogte brengen van zijn/haar studieresultaten met behulp van het computernetwerk van de hogeschool. Wanneer de student een verzoek heeft ingediend bij de Examencommissie, zal een uiteindelijk oordeel worden gegeven over het totaal van postpropedeutische onderwijseenheden. Dit verzoek dient tenminste 14 dagen voor de gewenste afstudeerdatum bij de secretaris van de Examencommissie in bezit te zijn. Getuigschrift Studenten die gehele of gedeeltelijke vrijstelling hebben voor de propedeuse ontvangen geen propedeutisch getuigschrift. De studenten moeten zelf een schriftelijk verzoek aan de Examencommissie indienen met betrekking tot het in behandeling nemen van het afstudeerverzoek. Ze moeten hierbij rekening houden met artikel 12, par. 3. De student wordt om die reden genoemd in de stagenota. Cum Laude Voor de propedeuse is er geen cum laude regeling.
70 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
par. 2
Studenten krijgen het predicaat 'cum laude' op hun cijferlijst wanneer in de postpropedeutische fase aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. alle onderdelen van de postpropedeutische fase zijn in de eerste kans gehaald, zonder herkansingen. b. de student heeft 80%, of meer, van de maximum score gekregen voor zijn/haar toetsing. De student die van mening is dat hij/zij recht heeft op het predicaat 'cum laude', moet een beroep doen op de Examencommissie. Dit verzoek moet aangevraagd worden tegelijk met het indienen van het afstudeerverzoek bij de examencommissie.
par. 3
Artikel 14 TR 14.1 par.1
par. 2
71
STUDIEGIDS - DEEL 2
Overmachtregeling (Force majeure) Een beroep doen op overmacht. Een student kan aanspraak maken op de overmachtregeling wanneer er sprake is van omstandigheden die niet aan de student kunnen worden geweten (overmacht). Dit is aan de moduulcoördinator om te beoordelen (in het geval van onderwijsactiviteiten binnen het onderdeel; zie artikel 14.4) of aan de Examencommissie. a. Een verzoek van een student aan de moduulcoördinator om met betrekking tot onderwijsactiviteiten binnen een onderdeel in aanmerking te komen voor de overmachtregeling, kan alleen worden ingediend na de laatste onderwijsactiviteit van het betreffende onderdeel. Het verzoek moet uiterlijk binnen 12 schooldagen na de eerste bekendmaking van het definitieve resultaat van het tentamen in het bezit zijn van de moduulcoördinator (dit mag geen herkansing van het tentamen zijn). 2011 / 2012
b.
par. 3
par. 4
par. 5
TR 14.2 par. 1
par. 2
Het verzoek van de student aan de Examencommissie om in aanmerking te komen voor de overmachtregeling, niet zijnde binnen een onderdeel (par. 2a), moet uiterlijk binnen 12 schooldagen na de dag waarop de omstandigheid als in par. 1 zich heeft voorgedaan in het bezit zijn van de Examencommissie. Als een student een toets eenmaal heeft gedaan of een opdracht heeft ingeleverd is het niet meer mogelijk om met betrekking tot die toets of opdracht aanspraak te maken op overmacht. Om tijdens het uitvoeren van een opdracht in aanmerking te komen voor de overmachtregeling, moeten studenten voor het eind van het moduul waarin de opdracht moet worden ingeleverd, contact opnemen met de (moduul)coördinator. De (moduul)coördinator zal beslissen of de student in aanmerking komt voor de overmachtregeling en zal een regeling treffen met de student. Met betrekking tot de overmachtregeling kunnen aan de gevolgen van een computervirus geen rechten worden ontleend. Toekennen van extra herkansingen bij overmacht Extra herkansingen worden niet eerder door de Examencommissie verleend, dan dat de student van alle reguliere (herkansings)mogelijkheden gebruik heeft gemaakt, niet zijnde de mogelijkheid waarop de overmachtsituatie van toepassing is, tenzij dit binnen het studiejaar niet meer mogelijk is. In het laatste geval kan de herkansing op een eerder tijdstip aan de student worden aangeboden. De Examencommissie heeft het recht om de extra herkansing in een andere vorm aan te bieden. De
72 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
extra herkansing moet gelijkwaardig zijn aan de originele herkansing. TR 14.3
Overmacht met betrekking tot onderwijsactiviteiten Studenten kunnen een verzoek om een vervangende opdracht indienen bij de moduulcoördinator met betrekking tot gemiste PBL/CBL bijeenkomsten, presentaties en dergelijke, wanneer zich een overmachtsituatie heeft voorgedaan. Deze paragraaf is niet van toepassing op bonuspunten voor actieve deelname. In het verzoek waarnaar in paragraaf 1 van dit artikel wordt verwezen, moet de student de omstandigheid in paragraaf 1 van artikel 14.1, met documentair bewijs onderbouwen. De student moet ook aan de volgende voorwaarden hebben voldaan: De student heeft de afwezigheid op dezelfde dag voor 8.30 uur gemeld bij de front desk van de opleiding. De student heeft deelgenomen aan minimaal de helft van het totale aantal PBL/CBL bijeenkomsten van de betreffende onderdeel. Deze eis wordt gehanteerd omdat die bijeenkomsten niet alleen het doel hebben om de student kennis te laten verkrijgen, maar laten de student ook op een toereikende manier kennismaken met het proces van samenwerken, groepsdeelname en het zijn van voorzitter en notulist. De overmachtregeling zal niet worden toegekend aan studenten die niet aan deze voorwaarden hebben voldaan. Zodra de moduulcoördinator toestemming heeft verleend om het reglement te gebruiken, besluit
par. 1
par. 2
par. 3
73
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
par. 4
par. 5
par. 6
par. 7
TR 14.4 par. 1 a. par. 1 b.
hij, eventueel in overleg met de betreffende docent of tutor, over de inhoud en uitvoering van de vervangende opdracht. De vervangende opdracht moet het gemiste onderdeel grotendeels vervangen en met betrekking tot studiebelasting gelijkwaardig zijn aan de gemiste onderdelen. Vervangende opdrachten die bij een bepaald studiejaar horen moeten tijdens datzelfde studiejaar worden ingeleverd en binnen 10 schooldagen worden nagekeken. a. De moduulcoördinator is verantwoordelijk voor het regelen van de beoordeling of de opdracht aan de bepaalde criteria voldoet. b. In het geval van een vervangende opdracht voor gemiste PBL/CBL bijeenkomsten geeft de moduulcoördinator nog steeds punten voor actieve deelname, welke betrekking hebben op de beoordeling van de opdracht. De punten kunnen niet meer zijn dan het maximaal mogelijk aantal punten voor een PBL bijeenkomst. Dit is in overeenstemming met het PBL deelnamereglement (zie het moduulboek). c. In alle andere gevallen informeert de moduulcoördinator de student bij het uitdelen van een opdracht over de norm. Studenten die het niet eens zijn met de beoordeling van een vervangende opdracht dienen de procedure beschreven in artikel 17 te volgen. Afwezigheid tijdens een moduul Internationale studenten die tijdens een moduul naar het buitenland willen, moeten toestemming vragen bij de teamleider van hun opleiding. Internationale studenten die tijdens de kerstvakantie naar huis willen moeten
74 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
toestemming vragen aan de teamleider van de opleiding. Deze studenten kunnen een beroep doen op overmacht voor maximaal 4 PBL/CBL bijeenkomsten in een moduul die begint met de laatste schoolweek voorafgaand aan de kerstvakantie en eindigt in de eerste schoolweek na de kerstvakantie. Wanneer het verzoek voor afwezigheid wordt ingewilligd, kan de student een opdracht krijgen ter vervanging van de PBL/CBL bijeenkomsten. Om deze opdracht te krijgen moet hij/zij zich voor vertrek melden bij de moduulcoördinator en de schriftelijke toestemming van de teamleider van de opleiding laten zien. Het verzoek als genoemd in par. 1 moet uiterlijk aan het begin van moduulperiode 2 in het bezit zijn van de teamleider van de opleiding.
par. 2
par. 3
Artikel 15
Voorzieningen voor lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten Geen nadere informatie in het Examenreglement.
Artikel 16.a
Regels voor het soepel verlopen van examens (voor studenten) Toetsen Tenzij anders bepaald in de uitgedeelde examenpapieren, mag er niets anders liggen op de tafel waar de student tijdens de toets aan zit, dan het toetspapier, de collegekaart, de antwoordformulieren, pen, potlood en een gum. Wanneer studenten een woordenboek mogen gebruiken, mag dit geen elektronisch woordenboek of een vertaalcomputer zijn. Studenten zijn verplicht om hun mobiele telefoons voor het binnengaan van de examenruimte uit te schakelen. Voor het gebruik van rekenmachines tijdens toetsen zijn de volgende eisen bepaald:
TR 16.a par. 1
par. 2 par. 3
75
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
De rekenmachine mag geen tekst kunnen weergeven in het scherm, alleen getallen. De rekenmachine mag niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten. De rekenmachine mag niet zijn voorzien van audioapparatuur, papierrollen, een alarmsysteem en verzenden ontvangstmogelijkheden. De rekenmachine mag niet volgens een ander systeem werken dan de hiërarchisch algebraïsche methode. De rekenmachine moet op zakformaat zijn. par. 4 par. 5
par. 6
Artikel 16.b TR 16b.1 par. 1
par. 2
Studenten die de toets maken zijn verplicht om de antwoordformulieren volledig in te vullen. Bij het inleveren van de antwoordformulieren moeten studenten de presentielijst tekenen en de surveillant zet zijn initialen in een kolom naast de naam van de student om aan te geven dat de student het antwoordformulier heeft ingevuld. Aan het eind van de toets maakt de (hoofd)surveillant een verslag over het verloop van de toets, tekent dit en levert het in bij de Toetscommissie. Onregelmatigheden Onregelmatigheden tijdens een toets. Wanneer er tijdens een toets ongeoorloofde acties van de student plaatsvinden, zal de surveillant uiterlijk binnen 4 schooldagen een schriftelijk verslag omtrent het gebeuren indienen bij het Toetsservicebureau van PenA. Het Toetsservicebureau PenA zal een kopie van het verslag aan de Examencommissie van PenA sturen. De Examencommissie geeft de betreffende student de mogelijkheid om mondeling op de beschuldiging te reageren.
76 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
par. 3
Tijdens de afhandeling van de procedure zal het resultaat van de toets van de student niet worden bepaald of zal worden uitgesteld.
TR 16b.2 par. 1
Onregelmatigheden tijdens opdrachten Studenten kunnen maar voor een enkel doel (een deel van) een opdracht inleveren. Wanneer een student een (deel van een) opdracht nog een keer inlevert voor een ander doel, wordt dit gezien als plagiaat van zijn eigen werk. a. Wanneer, volgens het oordeel van de beoordelaar, de student zich niet heeft gehouden aan de bepalingen van paragraaf 1 van dit artikel of de bepalingen van artikel 6.3, paragraaf 1 en 2, is de opdracht op een onregelmatige manier afgerond. b. De beoordelaar zal in dat geval zijn bevindingen doorgeven aan de moduulcoördinator, die op zijn beurt zijn bevindingen met betrekking tot de bepalingen van paragraaf 2a zal doorgeven aan de secretaris van de Examencommissie. c. De betreffende student zal worden gehoord door de Examencommissie. Het resultaat van (een deel van) het tentamen van een student die naar het oordeel van de moduulcoördinator een onregelmatige handeling heeft uitgevoerd, zal niet worden bepaald of zal worden uitgesteld gedurende de afhandeling van de procedure.
par. 2
par. 3
TR 16b.3 par. 1
Sancties voor onregelmatigheden a. Als de Examencommissie van de opleiding op basis van beschikbare informatie, van mening is dat een student voor een deel van de periode ongeoorloofd heeft gehandeld kan het maximum van het resultaat van het
77
2011 / 2012
STUDIEGIDS - DEEL 2
par. 2
par. 3
par. 4
Artikel 17 TR 17.1
tentamen van de betreffende student nietig worden verklaard. Het is de student in dat geval niet toegestaan om het tentamen te herkansen tijdens het huidige jaar (door middel van een toets en/of opdracht) en zal hij/zij de periode helemaal opnieuw moeten volgen in het komende studiejaar. b. Als de Examencommissie van de opleiding van mening is dat sprake is van een onregelmatige handeling in een andere onderwijseenheid dan de regulier onderdelen binnen een moduul, zal een sanctie passend bij de ernst van de onregelmatige handeling worden opgelegd op basis van het Examenreglement. Wanneer er fraude wordt gepleegd door een student, kan de Examencommissie van de opleiding volgens de bepalingen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) de student het recht ontzeggen om een of meer bepaalde toetsen of examens aan de opleiding te maken voor een door de Examencommissie bepaalde periode, van maximaal een jaar. In het geval van het voor komen van onregelmatigheden tijdens de afronding van een groepsopdracht, kan de opdracht nietig worden verklaard en krijgen de groepsleden die niet schuldig of medeplichtig waren aan de onregelmatige handeling, de mogelijkheid om een nieuwe opdracht uit te voeren. De Examencommissie kan studenten die op een onregelmatige wijze hebben gehandeld, doorverwijzen naar het management van de opleiding voor disciplinaire maatregelen. Bezwaren en beroepsprocedure Formele vereisten
78 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
par. 1
Verzoeken aan de Examencommissie moeten ten minste 5 werkdagen voor het bijeenkomen van de Examencommissie in het bezit zijn van de secretaris van de Examencommissie, (
[email protected]) (kamer 2.60). De data van de bijeenkomsten van de Examencommissie worden aan het begin van het studiejaar vermeld in de studiegids. De Examencommissie komt normaal gesproken bijeen op de laatste vrijdag van elke maand. Verzoeken aan de Examencommissie moeten getypt worden ingeleverd volgens het format zoals vermeld op ELO, geprint of als bijlage per email worden verzonden aan het secretariaat van de opleiding,
[email protected] (zie ook TR 17.5). Verzoeken aan de Examencommissie moeten duidelijk geformuleerd en onderbouwd zijn. Verzoeken die niet of niet volledig aan de bepalingen van paragraaf 2 voldoen zullen niet worden geaccepteerd. De student is verplicht om het aanvraagformulier op ELO te gebruiken. Het formulier moet volledig ingevuld zijn en aan de secretaris van de Examencommissie worden verstuurd. Indien van toepassing (zoals bij overmacht) moet het tevens alle noodzakelijk bewijzen bevatten. De bepalingen van par. 1 en 3 zijn volledig van kracht. Formulieren die niet volledig zijn ingevuld worden niet in behandeling genomen. Verzoeken aan de Examencommissie met betrekking tot een onderdeel moeten uiterlijk 12 schooldagen na de eerste publicatie van het definitieve tentamenresultaat in het bezit zijn van de Examencommissie. Een overeenkomstige regeling is van toepassing op andere examenonderdelen.
par. 2
par. 3 par. 4 Par. 5
par. 6
79
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
TR 17.2 par. 1
TR 17.3 TR 17.3.a par. 1 par. 2
par. 3 par. 4
par. 5
Het tentamen Student stellen vragen over de correctheid van het tentamenresultaat. Deze vragen moeten binnen 12 dagen na publicatie van het tentamenresultaat aan de medewerker van backoffice progress bekend worden gemaakt, of bij afwezigheid aan zijn vervanger. Toetsen Gesloten vragen bij een (herkansing van een) toets Studenten hebben het recht bezwaar te maken tegen toetsvragen. a. Bezwaren tegen de (antwoordsleutel van) toetsvragen moeten uiterlijk de vijfde schooldag na afloop van de toets, voor 09:00 uur (Voormiddag WET) via een menu op het computernetwerk worden ingediend. b. Bezwaren tegen toetsitems van toetsen die worden afgenomen tijdens de studieweken aan het einde van het studiejaar, moeten worden ingediend op de dag waarop de voorlopige antwoordsleutel is uitgegeven. Wanneer er een ander rooster geldt voor de toets, dan zal dit tenminste een schoolweek voor de toets worden aangekondigd. Na de sluitingsdatum geven de betreffende docenten hun commentaar op de bezwaren en kunnen zij een bezwaar wel of niet gegrond verklaren. De Examencommissie draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de beslissing of een toetsvraag wordt geschrapt of opnieuw beoordeeld. Docenten hebben 6 schooldagen de tijd om commentaar te geven op de bezwaren van de studenten. Voor toetsen in de studieweken aan het eind van het studiejaar geldt voor docenten een verkorte termijn van 3 werkdagen . De
80 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
termijn voor docenten begint wanneer de termijn genoemd in paragraaf 2 voor studenten, is verlopen. Bezwaren tegen en commentaar op de toetsvragen kunnen door alle studenten vrij worden opgevraagd. Wanneer binnen de vastgestelde termijn geen commentaar van een docent is toegevoegd aan een toetsvraag waartegen bezwaar is gemaakt, zal de betreffende moduulcoördinator na het verlopen van deze termijn beslissen of de toetsvraag zal worden geschrapt of opnieuw beoordeeld zal worden
par. 6 par. 7
TR 17.3.b
Overige toetsvormen Bezwaren tegen andere toetsvormen dan de toets, moeten binnen 6 schooldagen bekend worden gemaakt aan de moduulcoördinator. De moduulcoördinator zal vervolgens binnen 12 schooldagen na de toets over het bezwaar beslissen en de student direct op de hoogte brengen van zijn besluit door het op de officiële publicatieborden te plaatsen.
TR 17.4 par. 1
De second opinion Studenten hebben recht op een second opinion voor een onderdeel van het tentamen. Studenten die individueel of als groep in aanmerking wensen te komen voor een second opinion voor een onderdeel van het tentamen, moeten dit verzoek indienen bij de Examencommissie. Wanneer de aanvraag om een second opinion door 1 student wordt ingediend, terwijl de opdracht door 2 of meer studenten is uitgevoerd, zullen de gewijzigde resultaten alleen van toepassing zijn op de student die het verzoek heeft ingediend. De overige studenten kunnen niet meer voor een second opinion in aanmerking
par. 2
81
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
par. 3
par. 4
par. 5
par. 6
par.7
komen. Zij moeten echter wel op de hoogte worden gebracht van het verzoek om een second opinion en moeten het aanvraagformulier hebben mede-ondertekend. Voor overweging van het verzoek om een second opinion moet de student zich onderwerpen aan de volgende procedure: De student vraagt met behulp van het format wat gebruikt wordt voor het indienen van een verzoek bij de Examencommissie, om een second opinion. Dit verzoek wordt ingediend bij de Examencommissie en het kan gestuurd worden naar de secretaris,
[email protected] Bij het aanvragen van een second opinion moet de betreffende opdracht (indien van toepassing) opnieuw (ongewijzigd) naar de moduulcoördinator worden gestuurd, samen met de originele versie met de feedback van de beoordelaar. De moduulcoördinator geeft de beoordelaar alleen de opdracht, zonder het eerdere commentaar en resultaat. De Examencommissie benoemt een tweede beoordelaar, wiens beoordeling bindend is. Het resultaat van deze second opinion moet binnen 12 schooldagen bekend zijn bij de moduulcoördinator. De tweede beoordelaar is iemand anders dan de docent/ tutor die het werk in een eerder stadium heeft beoordeeld. Gebruik maken van een second opinion kan als gevolg hebben dat een student niet (makkelijk) in staat is om de eerstvolgende herkansing te maken. In dat geval zal in overleg met de Examencommissie een nieuwe datum voor de herkansing worden bepaald. Dit artikel geldt ook met betrekking tot deeltijdstudenten.
82 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Artikel 18
Hardheidsclausule Geen nadere bepalingen in het Examenreglement.
Artikel 19
Onvoorziene omstandigheden Geen nadere bepalingen in het Examenreglement
Artikel 20
Inleidende bepalingen en titel
TR 20.1 par. 1
Algemeen Dit tentamenreglement treedt in werking vanaf studiejaar 2009-2010 en is van toepassing op studenten PenA. Eerdere Tentamenreglementen komen te vervallen. Dit reglement kan worden aangehaald als Tentamen Reglement PenA, 2011-2012. Voor alle zaken betreffende eerdere studiejaren waar dit reglement niet in voorziet, zal de Examencommissie gebruik maken van het Tentamenreglement 2010-2011.
par. 2 par. 3
Het vaststellen van afgestudeerden Het bepalen van studenten die de propedeuse hebben gehaald of die zijn afgestudeerd vindt elke derde woensdag van de maand plaats, behalve in de maanden juli en augustus. In juli kunnen studenten afstuderen op de tweede woensdag van die maand en in augustus op de laatste woensdag van die maand. Inschrijven voor afstuderen Wanneer je wilt afstuderen op de derde woensdag van een bepaalde maand, moet je uiterlijk de eerste woensdag van die maand een aanvraagformulier indienen bij de Examencommissie. Je moet een recente uitdraai van Progress toevoegen met je studieresultaten. Je dient de afstudeeraanvraag van Intranet te gebruiken. Wanneer je in juli zou willen afstuderen, moet je aanvraag uiterlijk de laatste woensdag van juni in het bezit zijn van de Examencommissie. Wanneer je in augustus zou willen afstuderen, moet je aanvraag uiterlijk de derde woensdag van augustus in het bezit zijn van de Examencommissie. 83
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Toetsdata en inlevermomenten van opdrachten voor het studiejaar 2011-2012 De studiekalender wordt aan het begin van het studiejaar 2011-2012 aan iedere student ter beschikking gesteld, met alle data met betrekking tot inlevermomenten van opdrachten en ook de (herkansingen van) toetsdata.
84 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4
3 3.1
Voorzieningen voor Studenten Informatievoorzieningen
De informatievoorziening is binnen Stenden hogeschool geregeld via verschillende communicatiemiddelen. Dit studentenstatuut is er daar één van. Verder gebruikt Stenden de volgende media: Intranet locaties Leeuwarden en Groningen: https://chnet.chn.nl/html Intranet locaties Emmen, Assen en Meppel: http://elo.hsdrenthe.nl/webapps/portal/frameset.jsp Email Stenden Times Publicatieborden Plasmaschermen Front Desks Recepties op de locaties Groningen, Emmen, Assen en Meppel 3.2
I study
Bij de I study locatie Leeuwarden en op de administratie van de locaties Groningen, Emmen en Assen kunnen studenten terecht voor onder andere: vragen over studiefinanciering vragen over in- en uitschrijving vragen over registratie van de studiepunten afspraken met het decanaat verzekeringen huisvesting informatie over (andere) studiemogelijkheden etc. De complete informatie over de dienstverlening van I study (contactinformatie) is te vinden op de intranetsite onder de noemer I study 85
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/i_study/index.html 3.3
International Office locatie Leeuwarden
Het International Office is binnen Stenden hogeschool aanspreekpunt voor: studenten die vanuit het buitenland bij Stenden in Leeuwarden komen studeren (de zogenaamde ‘incoming student’) studenten die vanuit hun studie bij Stenden in Nederland in het buitenland gaan studeren, werken of stage lopen (de zogenaamde ‘outgoing students’). De complete informatie over de dienstverlening van het International Office (incl. contact-informatie) is te vinden op de intranetsite onder de noemer International Office. https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/international_office/index.html 3.4
Het decanaat
Bij het decanaat van Stenden hogeschool (vh CHN) kunnen studenten terecht voor informatie, advies, ondersteuning of begeleiding bij: studieloopbaanvragen (twijfels of je de juiste studie hebt gekozen, een tweede studie, advies over stage en solliciteren) effectief studeren en studieplanning persoonlijke problemen (loskomen van thuis, faalangst, rouwverwerking, stress, relatieproblemen enz.) studievertraging door bijzondere omstandigheden (afstudeerfonds) financiële problemen (noodfonds) studiefinanciering het bindend studieadvies functiebeperking en dyslexie topsport conflicten, bezwaar en beroep beroepszaken
86 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4 De complete informatie over de dienstverlening van het Decanaat (incl. contact-informatie) locatie Leeuwarden en Groningen https://chnet.chn.nl/html is te vinden op de intranetsite onder de noemer Decanaat. 3.5
Handicap & studie
Binnen het decanaat is één van decanen ook contactpersoon handicap & studie. De contactpersoon handicap & studie (Hermien Moning) is aanspreekpunt voor studenten met een functie-beperking of handicap voor de locaties Leeuwarden en Groningen. Zij kan adviseren over mogelijke faciliteiten en de aanvraag daarvan. Eventueel kan zij hierbij bemiddelen. Wanneer je een functiebeperking hebt is het verstandig al voor het begin van je studie contact op te nemen. Meld het in ieder geval zodra je bent begonnen met studeren. Het is dan beter mogelijk om benodigde voorzieningen te realiseren. De contactpersoon handicap & studie is tevens het meldpunt voor opmerkingen en klachten, bijvoorbeeld over voorzieningen. Zie ook het Protocol Studie & Handicap in hoofdstuk 4 van het Studentenstatuut deel I. 3.6
Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag
Het kan voorkomen, dat je op school of op je stageplek te maken krijgt met ongewenst gedrag (bijvoorbeeld pesten, intimidatie, seksuele intimidatie, discriminatie, racisme). Stenden heeft daarvoor een reglement opgesteld, en er is een externe vertrouwenspersoon die verantwoordelijk is voor opvang en advies van studenten en medewerkers die te maken hebben met ongewenst gedrag. Ook als je alleen ongewenst gedrag wilt melden, ben je daar welkom. De complete informatie over het reglement, wat we verstaan onder ongewenst gedrag, en de rol die de vertrouwenspersoon kan hebben in de opvang en begeleiding (incl. contact-informatie) is te vinden op de intranetsite locatie Leeuwarden en Groningen https://chnet.chn.nl/html onder de noemer vertrouwenspersoon.
87
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4 In hoofdstuk 9 Stenden Studentenstatuut 2010/2011 deel I is het Reglement ter zake ongewenst gedrag Stenden opgenomen. 3.7
Het roosterbureau
De planning van onderwijsactiviteiten wordt voor de hogeschool uitgevoerd door het roosterbureau. Studenten kunnen hun roosters vinden op de roostersite op intranet: Locatie Leeuwarden en Groningen: https://chnet.chn.nl/html 3.8
Information & Registration Centre
Het Information & Registration Centre beheert de persoonsgegevens van alle Stenden-studenten. De studentenadministratie draagt onder meer zorg voor: in- en uitschrijving (via Studielink) inning collegegelden De complete informatie over de dienstverlening van het centrum (incl. contact-informatie) is te vinden op de intranetsite onder Information & Registration Centre 3.9
Registratie Studieresultaten
Met het programma ProgRESS kan elke student zijn/haar studieresultaten online raadplegen (vanaf elke pc met internetaansluiting). Uitgebreide informatie over het raadplegen van studieresultaten staat vermeld op de intranetsite onder de noemer Information & Registration Centre. Rechtstreekse toegang tot www.progresswww.nl/stenden.
88 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
ProgRESS
krijg
je
via
Hoofdstuk 4 3.10
Toetsen
Wanneer en waar vinden toetsen plaats, hoe kan een student zich voor een toets inschrijven, wanneer kan er worden herkanst en hoe luiden de toetsuitslagen? Dit alles wordt door het toetsservicebureau verzorgd. Op de locatie Assen kun je hiervoor terecht bij de administratie. De complete informatie over de dienstverlening van het Toetsservicebureau (incl. contact-informatie) is te vinden op de intranetsite onder Toetsen.https://chnet.chn.nl/html/. 3.11
ICT & Media
Alles rond informatie- en communicatietechnologie en audiovisuele voorzieningen binnen Stenden hogeschool gemeenschappelijk georganiseerd binnen de afdeling ICT en Media Hoe kom je aan een login, waar kan je printen, waar in het gebouw kan je een computer gebruiken, aan welke algemene regels moet je je als gebruiker van ICT-voorzieningen houden? Op deze en andere vragen geeft de intranetsite van ICT & Media het antwoord http://chnet.chn.nl/html. ICT & Media (locatie Leeuwarden) geeft ook ondersteuning bij het gebruik van ICT-voorzieningen en verzorgt de audiovisuele voorzieningen. Deze laatste dienstverlening varieert van de uitleen van een digitale fotocamera tot assistentie bij het gebruik van mediawerkplekken als een montageruimte. Uitgebreide informatie over de audiovisuele voorzieningen is te vinden op de intranetsite ICT & Media. Studenten kunnen mailen naar
[email protected] voor vragen over ICT En AVM gerelateerde zaken, of ze kunnen terecht bij de balie op de locatie Leeuwarden. Medewerkers kunnen voor vragen over ICT en AVM naar
[email protected] mailen of bellen naar toestel 1616 bij de balie op locatie Leeuwarden.
89
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4 3.12
Intranet
Het intranet van Stenden hogeschool geldt als het informatiemedium waar alle relevante interne informatie voor zowel medewerkers als studenten op staat. Zo vind je er de roosters per opleiding, maar ook de algemene Stendenagenda en een overzicht van de openingstijden van alle voorzieningen. Welke informatie er allemaal op te vinden is, zie je het gemakkelijkst via de AZ index van intranet. https://chnet.chn.nl/chnportal/a_z_index2005.html Het intranet is zowel van binnen als buiten de Stenden-locaties te bereiken Binnen via : http://chnet.chn.nl/ Buiten via: https://chnet.chn.nl/ of via: www.chn.nl > MyStenden> Het intranet van Stenden hogeschool geldt als het informatiemedium waar alle relevante interne informatie voor zowel medewerkers als studenten op staat. Zo vind je er de roosters per opleiding, maar ook de algemene Stendenagenda en een overzicht van de openingstijden van alle voorzieningen. Welke informatie er allemaal op te vinden is, zie je het gemakkelijkst via de AZ index van intranet. https://chnet.chn.nl/chnportal/a_z_index2005.html Het intranet is zowel van binnen als buiten de Stenden-locaties te bereiken Binnen via : http://chnet.chn.nl/ Buiten via: https://chnet.chn.nl/ of via: www.chn.nl > MyStenden> 3.13
-De Elektronische Leeromgeving (ELO) Blackboard.
Blackboard 9.0 is de digitale leeromgeving van Stenden hogeschool Daar vind jeonder andere onderwijsmateriaal, maar via Blackboard 9.0 kunnen studenten (en docenten) ook met elkaar in contact komen over en ten behoeve van de uitvoering van een onderwijsopdracht.
90 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4
Blackboard is zowel binnen als buiten de Stendenlocaties te bereiken via: https://bello.chn.nl. Bello is tevens te bereiken via de website van Stenden: www.stenden.com > MyStenden>* 3.14
Het Studielandschap Leeuwarden
Het Studielandschap is de centrale plaats binnen Stenden waar de bibliotheekvoorziening en de studievoorzieningen voor alle opleidingen van Stenden zijn samengebracht. Het Studielandschap bestaat uit het Atrium (een studie- en ontmoetingsruimte) en de bibliotheek met een uitleencollectie op de begane grond en een studiezaal met een niet uitleenbare collectie op de eerste verdieping. Studenten, docenten en overig personeel kunnen gebruik maken van de faciliteiten. Het Studielandschap biedt veel van zijn faciliteiten digitaal aan. Zo zijn bronnen zowel vanuit Stenden als vanuit huis beschikbaar. Meer informatie vind je op de internetsite http: //www.stenden.com/nl/mystenden/studielandschapvhchn/informatieoverh etstudielandschap/pages/default.aspx 3.15
Stenden shop Leeuwarden
Moduulboeken, readers, computerbenodigdheden, ringbanden, papier en andere kantoorartikelen zijn te verkrijgen in de Stenden shop. Welke artikelen de Stenden shop in het assortiment heeft en op welke tijden de winkel geopend is, staat vermeld op de intranetsite van de Stenden shop. 3.16
Het Alumni Netwerk
Het Alumni Netwerk is het netwerk voor laatstejaars studenten en afgestudeerden van alle Stendenopleidingen. Het doel van het Alumni 91
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4 Netwerk is het onderhouden van structureel contact tussen afgestudeerden (alumni), de opleidingen en Stenden. Het Alumni Netwerk zorgt ervoor dat alumni op de hoogte worden gehouden van de meest recente ontwikkelingen binnen het werkveld, de opleiding en de (loopbaan)ontwikkelingen van andere alumni. Omgekeerd blijft Stenden op de hoogte van de loopbanen van alumni en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Tevens is Stenden zo in de mogelijkheid feedback te krijgen op het onderwijsprogramma. Uitgebreide informatie over het Alumni Netwerk en de voorzieningen hiervan is te vinden op de website van Stenden > Alumni 3.17
EHBO
Stenden kent een bedrijfsnoodplan. Hierin staan de uitgangspunten en handelswijzen beschreven in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten. Alle aanwijzingen hiervoor zijn te vinden op de intranetsite over Alarm, Brand, BHV en EHBO https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/veiligheid/index.html 3.18
Bedrijfsrestaurant: The Canteen
Op de begane grond van het Stenden-gebouw in Leeuwarden bevindt zich het bedrijfsrestaurant The Canteen. Uitgebreide informatie over bijvoorbeeld openingstijden en de huisregels zijn te vinden op de intranetpagina van The Canteen. https://chnet.chn.nl/html/chn_breed/chn_catering_operations/la_salle_a_ma nger.html 3.19
Randstad, uitzendbureau
Binnen de muren van het Stendengebouw in Leeuwarden bevindt zich uitzendbureau Randstad. Randstad bemiddelt pas- en langer afgestudeerden. 3.20
Expect
92 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4 Stenden participeert in Expect. Expect biedt studenten in Leeuwarden interessante en zinnige activiteiten aan, met een aanwijsbare betrokkenheid bij cultuur, Maatschappij en religie. Expect heeft zijn kantoor in het gebouw van Stenden aan de Rengerslaan 8. Uitgebreide informatie over Expect is te vinden op de website van Expect http://www.expect-leeuwarden.nl 3.21
Leeuwarden Studiestad
Heb je gekozen voor een opleiding bij Stenden in Leeuwarden? Dan is Leeuwarden automatisch je studiestad. Leeuwarden heeft veel te bieden. Leeuwarden Studiestad is dé overkoepelende organisatie die dynamisch en toegankelijk de voorwaarden schept om producten en diensten te ontwikkelen die passen bij Leeuwarden als volwaardige studiestad, en deze promoot bij studenten in binnen- en buitenland. Leeuwarden Studiestad maakt het mogelijk om betaalbaar te sporten, helpt je op weg bij het zoeken naar een kamer en organiseert studentenevenementen en activiteiten. Daarnaast heeft Leeuwarden een groot aanbod van opleidingen, actieve studentenverenigingen, cultuur, terrasjes en gezellige eetcafés. Uitgebreide informatie hierover de studentenvoorzieningen in Leeuwarden is te vinden op de website van Leeuwarden Studiestad. http://www.leeuwardenstudiestad.nl 3.22
Sport
Na een dag op school is het heerlijk om te sporten. Sporten in Leeuwarden is voor studenten betaalbaar geregeld via Studiestad Sport (onderdeel van Leeuwarden Studiestad). Het sportaanbod is met ruim 30 sporten enorm divers. Van aerobics tot voetbal en van tennis tot krav maga. Uitgebreide informatie over betaalbaar sporten is te vinden op de website van Leeuwarden Studiestad/Sport. http://www.leeuwardenstudiestad.nl/algemeen/sport-enlifestyle
93
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4
4 Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden Hieronder wordt aangegeven wat je moet regelen als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (tijdelijk) niet kunt deelnemen aan het onderwijs. 4.1 Regeling van de opleiding in geval van ziekte en andere bijzondere omstandigheden Als een student wegens ziekte of bijzondere omstandigheden niet aanwezig kan zijn bij een verplichte onderwijsactiviteit, moet dit vóór 9.00 uur gemeld worden bij de Front Desk. Als de student wegens ziekte of omstandigheden vertrekt terwijl er nog verplichte onderwijsactiviteiten op die dag zijn, moet dit worden gemeld bij het secretariaat. Studenten van de DUALE opleidingen zullen zich in alle voorgenoemde situaties naast de melding aan het secretariaat van de opleiding ook moeten afmelden bij zijn/haar opleidingscoach/docent. Als door ziekte of bijzondere omstandigheden studievertraging dreigt te ontstaan, is de student (voltijds en duaal) verplicht contact op te nemen met zijn of haar studiecoach/opleidingscoach en met het decanaat. 4.2
Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies
Als je denkt door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 5) niet te kunnen voldoen aan de norm van het bindend studieadvies in het eerste of tweede jaar, moet je bijzondere omstandigheid melden bij zowel je studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. Verder moet je voor 1 juni bij de Examencommissie een schriftelijk verzoek indienen om bij het vaststellen van het studieadvies rekening te houden met de bijzondere omstandigheid. Voor verdere informatie: zie hoofdstuk 3 van deel 1 van het studentenstatuut, waarin ook is opgenomen de „Regeling studieadvies‟. 4.3
Studievertraging
Als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 5) dusdanige studievertraging oploopt, dat je langer over je studie moet doen dan vier jaar, moet je de ziekte/bijzondere omstandigheid zowel melden bij je
94 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4 studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. De decaan bespreekt de consequenties voor je studiefinanciering met je en kan je inlichten over de mogelijkheid om afstudeersteun (een soort studiefinanciering) van de hogeschool te krijgen. Om in aanmerking te kunnen komen voor afstudeersteun ben je verplicht de bijzondere omstandigheid binnen drie maanden aan de decaan te melden. Als je weet dat je een tijdje niet aan het onderwijs kunt deelnemen bijv. door een geplande ziekenhuisopname, moet je dat direct melden. Ook als je door bijzondere omstandigheden de kans loopt niet binnen de diplomatermijn van 10 jaar het einddiploma te behalen, kun je terecht bij het decanaat. Voor verdere informatie zie hoofdstuk 7 van deel 1 van het studentenstatuut, waarin de Regeling afstudeersteun is opgenomen. Je kunt ook op het intranet de site van het decanaat raadplegen. 4.4
Bijzondere omstandigheden
Onder bijzondere omstandigheden, bedoeld onder 2 en 3 vallen de volgende omstandigheden: ziekte (ook psychisch) zwangerschap bijzondere familieomstandigheden (zoals bijv. een echtscheiding van je ouders, ernstige ziekte of overlijden in de directe familie) medezeggenschapsactiviteiten voor de hogeschool bestuurslidmaatschap van bepaalde studentenverenigingen een ‘niet studeerbaar’ studieprogramma 4.5
Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking
Onder basisvoorzieningen verstaan we die voorzieningen die altijd aanwezig moeten zijn, onafhankelijk of er op dat moment studenten zijn die hiervan gebruik maken. Sinds 1 december 2003 bestaat de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. De wet bepaalt dat wanneer een student met een functiebeperking aanpassingen nodig heeft van technische, onderwijskundige of begeleidende aard, om een opleiding te kunnen volgen en hij de instelling daarom verzoekt, de opleiding of instelling verplicht is die aanpassingen te realiseren.
95
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4 De aanpassingen moeten aan twee eisen voldoen: zij moeten geschikt zijn en noodzakelijk. Geschikt wil zeggen dat de aanpassing een belemmering moet wegnemen of verminderen, waardoor de zelfstandigheid van de desbetreffende student wordt vergroot. Noodzakelijk wil zeggen dat hetzelfde doel niet op een andere, goedkopere manier kan worden bereikt. Eén en ander voor zover de gevraagde aanpassingen voor Stenden geen onevenredige belasting als bedoeld in art. 2 van de Wet Gelijke Behandeling op grond van een handicap of chronische ziekte vormen. Eén van de decanen is contactpersoon handicap & studie. Zij geeft informatie en advies over mogelijke aanpassingen en voorzieningen en bemiddelt bij het realiseren hiervan. A. materiële voorzieningen Gehandicaptentoiletten Parkeerplaatsen voor minder validen Geldautomaat bij restaurant op de hoogte van een rolstoelgebruiker Lage stacomputer voor rolstoelgebruiker Mobiele ringleiding op uitleenbasis bij audiovisuele dienst Laptop op uitleenbasis bij audiovisuele dienst Readingpen Ergonomische kruk voor IHM praktijk vakken B. onderwijskundige voorzieningen mogelijkheid tot verlenging van de toetstijd mogelijkheid om apart te zitten bij een toets mogelijkheid reader in vergroot lettertype (12 punts) te krijgen mogelijkheid een aangepast lesrooster te krijgen mogelijkheid tot aanpassing studieplanning mogelijkheid tot een vervangende opdracht mogelijkheid tot een aangepaste werkvorm mogelijkheid tot aanpassing toetsvorm mogelijkheid tot flexibele leerroute mogelijkheid tot aangepaste stage in vorm en duur C. financiële voorzieningen vergoeding voor dyslexieonderzoek
96 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4 afstudeersteun voorzieningen op het gebied van studiefinanciering Procedures Ad. A materiële voorzieningen De meeste materiële basisvoorzieningen zijn zonder meer te gebruiken. Wanneer de student gebruik wil maken van de voorzieningen die onder beheer van de audiovisuele dienst vallen, dient hij via de contactpersoon Handicap & Studie/decaan een aanvraag in te dienen. Wanneer de voorziening niet uit voorliggende regelingen kan worden bekostigd kan deze onder bepaalde voorwaarden worden bekostigd uit een speciaal fonds dat valt onder het Fonds Financiële Ondersteuning Studenten. Ad B onderwijskundige voorzieningen Indien het onduidelijk is van welke voorzieningen de student gebruik kan maken, kan hij een afspraak maken met de contactpersoon Handicap& Studie/decaan. Zij kan adviseren over mogelijke voorzieningen. Samen met de coördinator studiebegeleiding kan besproken worden welke stappen ondernomen dienen te worden om de voorzieningen te realiseren. Voor bepaalde voorzieningen dient een aanvraag ingediend te worden bij de Examencommissie. Vaak is een medische verklaring gewenst. De afspraken en verantwoordelijkheden worden vastgelegd in een onderwijscontract ‘studeren met een functiebeperking’. Het onderwijscontract geldt voor de gehele of bepaalde onderdelen van de opleiding en voor een bepaalde tijd. Ad C financiële voorzieningen Wanneer de student of de opleiding het vermoeden heeft dat de student dyslexie heeft en de student ondervindt hiervan hinder in het onderwijs dan kan de student een dyslexieonderzoek laten doen. De contactpersoon Handicap& Studie/decaan bemiddelt bij de aanvraag voor een vergoeding hiervoor. Wanneer de student studievertraging oploopt of zijn studie moet afbreken vanwege zijn functiebeperking zijn er verschillende financiële regelingen mogelijk. De decaan bespreekt welke regeling op de situatie van de student van toepassing is en begeleidt de aanvraag.
97
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4 4.6
Regeling medische verklaring in geval van ziekte
4.6.1 Doel van de verklaring Indien een student: a. zich tijdens een studiejaar wil uitschrijven wegens ziekte; b. wegens ziekte een beroep doet op financiële ondersteuning uit het profilerings-fonds; c. niet aan een examen(onderdeel) deelneemt wegens ziekte en de examen-commissie verlangt dat hij dit staaft met bewijzen; dan moet de student een medische verklaring overleggen aan de centrale studenten-administratie(a), het profileringsfonds (b), of de Opleidingsexamencommissie (c). 4.6.2 Verkrijgen van de verklaring Voor het verkrijgen van een medische verklaring kun je terecht bij Arboned, Oostergoweg 5 in Leeuwarden (058- 2339202) of bij het voor jou meest nabijgelegen steunpunt. De adressen en telefoonnummers van de steunpunten zijn te vinden op de site van Arboned ( www.arboned.nl) 4.6.3 Beperking gebruik ArboNed-zorg Nadrukkelijk wordt uitgesloten dat studenten van de ArboNed zorg gebruik maken voor algemeen medisch advies of medische begeleiding. Het inschakelen van ArboNed zorg is alleen toegestaan voor het verkrijgen van een verklaring, zoals bedoeld in deze regeling. 4.7
Studeren en RSI (CANS)
Er zijn studenten die last hebben van pijn in de arm, nek, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie wordt vaak gedacht dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. De pijn die hier genoemd wordt kan duiden op RSI: Repetitive Strain Injury, ook welbekend als "muisarm". Wanneer die eerste signalen niet serieus genomen worden, breiden de klachten zich meestal langzaam uit. Volgens een aantal betrokken beroepsgroepen heeft de term RSI een negatieve lading en geven sommige behandelaars (ten
98 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4 onterechte) de diagnose RSI. Daarom heeft men afgesproken de nieuwe term CANS (complaints of Arm, Neck and/or Shoulder) te gaan gebruiken. RSI is lastig vast te stellen, want de pijn kan meerdere oorzaken hebben. Omdat CANS nog een vrij nieuwe term is, blijven we in dit stukje voor alle duidelijkheid nog spreken over RSI. Bij RSI is er een duidelijke relatie tussen de manier waarop wordt gewerkt en de aanwezige klachten. Factoren die tot RSI kunnen leiden zijn: een verkeerde zithouding tijdens het werk repeterend werk weinig afwisseling in zowel houding als werkzaamheden stress Ook tijdens de studie kunnen er activiteiten zijn waarbij lang achter elkaar in dezelfde houding wordt gewerkt en/of dezelfde bewegingen worden gemaakt. Het beeldscherm neemt een belangrijke plaats in bij werkzaamheden, niet alleen op school maar vaak ook nog thuis. Bovendien nemen chatten, internetten en computerspelletjes ook een niet onaanzienlijk deel van de tijdsbesteding in beslag. RSI is grotendeels zelf te voorkomen. De belangrijkste tips hiervoor zijn: werk niet langer dan vijf à zes uur per dag aan een beeldscherm en niet langer dan twee uur aan een laptop! Genoemde tijden zijn inclusief chatten, e-mailen en spelletjes! neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze let op een goede zithouding voor het beeldscherm wissel beeldschermwerk af met ander werk zorg voor voldoende ontspanning naast de studie neem beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) serieus en raadpleeg bijtijds je (huis-)arts Meer informatie over RSI kun je vinden op het intranet en het Internet. Onderstaande sites geven in ieder geval een goed overzicht: http://rsi.pagina.nl/ www.web.clickmouse.ensnel.nl www.stoprsi.nl 99
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 4 www.muisarm.nl Postbus 51 (www.postbus51.nl) geeft gratis de brochure 'Veilig werken: RSI – informatie voor werknemers en werkgevers' uit.
100 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 5
5
Medewerkerslijst PenA
Naam
Dhr. Beetsma
D.
Dhr. W. v/d Berg Mevr. H. Boringa Mevr. D. Bouffenara Mevr. F. Dekens Mevr. H. Elzinga Mevr. M. van den Ham Mevr. M. HensenBroeders Dhr. Jacobs
S.
Kamer
Telnr
e-mail
Functie
0.06
1382
danny.beetsma@st enden.com
Docent Staffunctionaris Onderwijs
0.12
1733
2.66
1844
2.66
1844
0.12
1520
0.11
1451
0.12
1623
marjolein.hensenbroeders
0.12 2.60
1628
Mevr. J. 0.06 Klaarwater
1667
Mevr. A. 2.61 Mannen Dhr. G. van 0.12 der Meulen
wolter.van.der.berg @stenden.com harmke.boringa@st enden.com dineke.bouffenara @stenden.com frederiek.dekens@ stenden.com hilda.elzinga@sten den.com marga.van.der.ham @stenden.com
1733
Docent HRM Secretariaat PenA en Office Management Secretariaat PenA en Office Management Docent HRM Teamleider PenA Docent HRD Docent Recht
secr.examencomm. sicco.jacobs@stend PenA en Office en.com Management Docent HRM/HRD jane.klaarwater@st Coördinator enden.com beroepsvaardigheden Ann.mannen@sten Head of the School of den.com Business gjalt.van.der.meule Docent HRM
[email protected]
101 stenden hogeschool – personeel & arbeid
Hoofdstuk 5
Dhr. J. Peterson,
P
0.06
Dhr. M. 0.12 Raangs Mevr. 2.61 D.Riedstra Mevr. J. 0.06 Rietveld Mevr. Sikkel
K.
0.06
1520 1635 1446
janpeter.peterson@ste nden.com maarten.raangs@st enden.com dorien.riedstra@st enden.com jacqueline.rietveld @stenden.com
Docent communicatie en bedrijfskundige vakken Docent HRM Dean PenA Docent HRD
Docent HRD karen.sikkel@stend Coördinator en.com Studieloopbaanbegelei ding (SLB)
102 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012