Vrijetijdsmanagement (Leisure Management)
Studiegids 2011 -2012
Stenden hogeschool Rengerslaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden
Algemeen Opleiding Telefoon : (058) 244 14 41 E-mail :
[email protected]
Telefoon : (058) 244 13 63/383 Telefax : (058) 244 15 05
Vastgesteld door het College van Bestuur op 29 augustus 2011
2
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Voorwoord
Welkom bij de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management! Je hebt gekozen voor een studie die opleidt voor een baan in het fascinerende werkveld van recreatie, toerisme, kunst en cultuur, sport en media. De vrijetijdssector is met 400.000 banen en 37 miljard euro omzet van significant economisch belang. Het is een potentiële groeisector. De eisen die consumenten aan hun vrijetijdsbesteding stellen, worden steeds hoger. Dit vraagt om verdergaande professionalisering van de Vrijetijdsmanager. De opleiding Vrijetijdsmanagement heeft een missie waarbij we het beste in je naar boven willen halen. “Vrijetijdsmanagement leidt met uitdagend internationaal belevingsonderwijs ondernemende studenten op tot zakelijke en creatieve regisseurs voor de leisure industry vanuit een duurzaam gedachtegoed.” We doen dit vanuit de visie “Serving to improve the Quality of life”. Deze studiegids maakt je wegwijs in de school en de opleiding en verstrekt belangrijke informatie over het onderwijsbeleid, het curriculum, de moduul-tentamenregeling en de inhoud van de modulen. Verder maak je kennis met Stenden hogeschool. We zijn een ondernemende, interculturele en internationale hogeschool. Wij schenken aandacht aan waarden en normen, aan ethische vraagstukken passend bij de identiteit van de hogeschool. Je zult dit terugvinden in het studieprogramma en in de aandacht van onze docenten voor jou tijdens je studieloopbaan. We wensen je een plezierig en succesvol studiejaar toe!
Wim Bok (academic dean)
STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
3
Inhoudsopgave Voorwoord 1 Algemene informatie over de opleiding Vrijetijdsmanagement/ Leisure Management 1.1 Uitgangspunten 1.2 Organisatie van de opleiding Vrijetijdsmanagement/ Leisure Management 1.2.1 Algemeen 1.2.2 Kwaliteitszorg 1.2.3 Internationalisering 1.2.4 Studiemogelijkheden voor interne internationalisering 1.2.5 Buitenlandse uitwisselingsstudenten (exchange students) 20 1.2.6 Masterprogramma's voor Vrijetijdsmanagement/ Leisure Management studenten 1.2.7 Contractactiviteiten 1.2.8 Programma afgestudeerden 2
4
3 7 7 9 9 16 20
23 25 26
2A 2A.1 2A.2 2A.3 2A.4 2A.5 2A.6 2A.7 2A.8 2A.9 2A.10
Onderwijs- en examenreglement van de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management Onderwijsbeleid Omschrijving van het onderwijs Verantwoording van het onderwijs Opvattingen over leren en onderwijzen Groeperingsbeleid Jaarplanning 2008-2009 Onderwijsuren en tijden Studieplanning Bindend studieadvies (BSA) Veranderen van opleiding / Omzwaaien Kosten
2B 2B.1 2B.2
Curriculum van de opleiding Inleiding Onderwijseenheden per fase
47 47 48
2C 2C.1 2C.2 2C.3 2C.4 2C.5 2C.6 2C.7
Studievorderingsbeleid Examencommissies/Opleidingscommissies Toelatingsbeleid Vrijstellingen Verkorte studietrajecten Jaartoetsrooster Praktijk- en stagebeleid Toekenning en verwerking van credits
80
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
27 27 27 28 33 38 43 43 44 46
82 84 87 88 88 90
2C.8 2D
Studiebegeleiding/trajectbegeleiding De Moduultentamenregeling Vrijetijdsmanagement/ Leisure Management 2009/2010
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16 3.17 3.18 3.19 3.20 3.21 3.22
Voorzieningen voor Studenten Informatievoorzieningen i study International Office Het decanaat Handicap & studie Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag Het roosterbureau Centrale Studenten Administratie Registratie Studieresultaten Toetsen ICT & Media Intranet ELO Het Studielandschap Leeuwarden Stenden shop Leeuwarden Het Alumni Netwerk EHBO Bedrijfsrestaurant: La Salle à Manger Randstad, uitzendbureau Expect Leeuwarden Studiestad Sport
4 4.1
Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden125 Regeling van de opleiding in geval van ziekte en andere bijzondere omstandigheden 125 Algemeen (kortdurende ziekte of andere bijzondere omstandigheden) 126 Algemeen (langdurende ziekte of andere bijzondere omstandigheden) 126 PGO en andere verplichte onderwijsactiviteiten 127 Moduultoetsen 127 Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies127 Studievertraging 127 Bijzondere omstandigheden 128 Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking 128 Regeling medische verklaring in geval van ziekte 131 Doel van de verklaring 131 Verkrijgen van de verklaring 131 Beperking gebruik ArboNed-zorg 131 Studeren en RSI (CANS) 132
4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.6.1 4.6.2 4.6.3 4.7
91 94 116 116 116 117 117 118 118 119 119 120 120 121 121 122 122 123 123 123 124 124 124 124 125
STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
5
5
6
Medewerkerslijst Vrijetijdsmanagement / Leisure Management 134
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
1
Algemene informatie over de opleiding Vrijetijdsmanagement/Leisure Management Deze studiegids bevat informatie over de opleiding en geeft een beschrijving van de opbouw van de studie en van de ondersteunende faciliteiten. Je kunt hier o.a. informatie vinden over de studiebegeleiding en de onderwijs- en examenregeling. De studiegids heeft formeel: het studentenstatuut deel 2. In het studentenstatuut deel 1 vind je informatie die niet alleen voor jouw opleiding geldt, maar voor de hele hogeschool. Je vindt daarin allerlei regelingen waarin de rechten en plichten van de studenten zijn vastgelegd, zoals: Het Inschrijfreglement, de Regeling studieadvies, het Centrale Examenreglement, de Medezeggenschapsreglementen, de Huisregels, de Klachtenregeling, het Reglement van het College van beroep enz. Deel 1 kun je vinden op intranet en internet.
1.1
Uitgangspunten Leren is een actief proces Onder leren wordt verstaan: iets proberen, fouten maken, op zoek gaan naar alternatieven. Informatie en ervaringen, theorie en praktijk met elkaar in verband brengen. Kortom: leren is een actief proces. Dat is het uitgangspunt van het onderwijs op de Stenden hogeschool. Om dit actieve leren op gang te brengen heeft de Stenden hogeschool gekozen voor modulair, thematisch en Probleem Gestuurd Onderwijs. Modulair en thematisch onderwijs Een studiejaar bestaat uit 4 modules die elk 9 weken duren. In elke module staat 1 thema centraal. Dit thema wordt vanuit verschillende invalshoeken en vakgebieden bestudeerd. In de loop van of aan het eind van een moduul worden de kennis en vaardigheden van de student getoetst. Probleemgestuurd Onderwijs (PGO) STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
7
Hoofdstuk 1
Iedere pgo-groep van ongeveer 12 studenten komt elke week 2 keer bij elkaar. Onder begeleiding van een tutor (docent) wordt er aan de taken (casus) gewerkt. In deze taken komen problemen (onderwerpen) uit de beroepspraktijk aan de orde. Studenten werken op systematische wijze aan de taken. Na een grondige analyse maken ze een plan van aanpak en gaan ze op zoek naar aanvullende informatie (zelfstudie) die nodig is om het probleem op te kunnen lossen. Deze informatie kan gevonden worden in bijv. het studielandschap, op internet of via mensen uit het werkveld. In de volgende pgo-bijeenkomst worden de resultaten met elkaar besproken en wordt er een nieuwe taak opgestart. De pgo-bijeenkomsten worden geleid door een voorzitter en afspraken worden vastgelegd door een notulist. Deze functies worden door studenten uitgevoerd. In beginsel worden de pgo-groepen elke module opnieuw ingedeeld. In de loop van de opleiding worden de taken steeds omvangrijker en wordt het niveau ervan hoger. Daarnaast wordt in het tweede studiejaar gewerkt met case-onderwijs. Naast de pgo-bijeenkomsten worden er hoor-, werk- en responsiecolleges gegeven. Dit ter ondersteuning bij het verwerken van de leerstof. Er wordt gestreefd naar een verhouding van 1 contactuur tot 2 à 3 uur zelfstudie. Verder wordt er, bij voorkeur in kleinere groepjes, elke module gewerkt aan een opdracht passend bij het moduulthema. Propedeuse (1e jaar) Het 1e jaar is een oriëntatie op de vrijetijdsmarkt en op service management in het algemeen. Studenten krijgen een beeld van de omvang van het werkveld en de verschillende soorten bedrijven die daar een rol spelen. De aandacht gaat vooral uit naar de operationele kant van de bedrijven. Naast en geïntegreerd met het eerstejaars programma zet je samen met andere studenten een studentenbedrijf op. In dit studentenbedrijf doe je ervaring op met tal van aspecten van het ondernemerschap. 8
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
Sinds 2010 zijn modulen opgebouwd uit zogenaamde bouwstenen. Deze bouwstenen worden stapsgewijs ingevoerd. In 2010 is begonnen met het eerste jaar, in 2011 worden bouwstenen in het tweede jaar ingevoerd. Deze bouwstenen zijn onderwijsinhoudelijke eenheden van minimaal 3 ECTS, die zoveel mogelijk geïntegreerd in het moduul worden aangeboden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen generieke, domeinspecifieke en opleidingsspecifieke bouwstenen. Postpropedeutische fase (2e t.e.m. het 4e jaar) In het 2e jaar wordt de vrijetijdsmarkt bekeken vanuit een tactisch management perspectief. De student voert de verschillende managementrollen onder begeleiding uit. De zogenaamde “eventlijn” loopt als een rode draad door de modulen van het tweede jaar. De student maakt kennis met alle aspecten rondom de organisatie van een event, en realiseert dit event in moduul 4 ook daadwerkelijk. In het 3e jaar staat het strategisch denken centraal. Er wordt een steeds groter beroep gedaan op zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Afstudeerfase (4e jaar) De stage (7 maanden) en de afstudeeropdracht staan centraal.
1.2
Organisatie van de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management
1.2.1 Algemeen Identiteit en missie van het Instituut De opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management leidt jonge mensen op tot managers en professionals die zich kunnen waarmaken als ondernemende generalisten met een (interculturele en internationale) oriëntatie in dienstverlenende bedrijven en organisaties, zowel profit als non-profit. Door hun opleiding zijn afgestudeerden van onze STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
9
Hoofdstuk 1
opleidingen in staat om in dienstverlenende organisaties vernieuwend en grensverleggend te werken. Gekozen is voor modulair thematisch onderwijs en probleemgestuurd leren, waarbij tevens ruime aandacht wordt besteed aan zorg voor de individuele student. Een zorg die tot uitdrukking komt in de individuele begeleiding van de student tijdens de opleiding. Zorg (voor en door studenten) Als dienstverlenende organisatie willen wij een voorbeeldfunctie vervullen. Hiertoe betrekken wij studenten bij het vorm en inhoud geven van het onderwijsprogramma en steunen wij actief organisaties die belangen van studenten vertegenwoordigen zoals studentenverenigingen. Tevens begeleiden wij studenten individueel gedurende hun schoolloopbaan. Als coproducenten van onze dienstverlening bepalen de studenten mede zelf de kwaliteit van ons onderwijs. Hierdoor bieden wij studenten mogelijkheden tot het waarmaken van de eigen verantwoordelijkheid in dienstverleningsprocessen alsmede tot persoonlijke en maatschappelijke vorming. Zorg (voor en door docenten) De opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management biedt medewerkers mogelijkheden tot verdere scholing en ontplooiing en voorziet in voorwaarden voor een optimale werksfeer en dienstverlening. Bij de interne samenwerking tussen medewerkers onderling beschouwen wij elkaar als gast. Aldus gaan wij bij het wederzijds verlenen van diensten uit van normen die een rol spelen bij het beoordelen van de kwaliteit van diensten namelijk: onze bereidheid tot dienstverlening, betrouwbaarheid, probleemoplossend vermogen, onze zorg voor en betrokkenheid op mens en wereld in het algemeen en in het bijzonder de dienstverlening aan onze gasten: de studenten. 10
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
Opleidingscommissie Elke opleiding heeft een eigen opleidingscommissie. Deze heeft vooral een onderwijsinhoudelijke taak. Zij adviseert de directie op onderwijsinhoudelijk terrein. De opleidingscommissie beoordeelt o.m. de onderwijs- en examenregeling. Ook deze commissie bestaat uit zowel studenten als docenten. Studentenraad Leisure Management (StuRA) De studentenraad (StuRa Vrijetijdsmanagement / Leisure Management) is een officieel orgaan binnen de Stenden hogeschool en is bedoeld om alle studierichtingspecifieke problemen die zich voordoen op te lossen. Bovendien draagt de raad bij tot een goede verstandhouding tussen de verschillende mensen en organen die actief zijn binnen het instituut. De StuRa is er voor studenten en bestaat alleen maar uit studenten. De raad is samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende studiejaren. Wekelijks vinden er op verschillende niveaus bijeenkomsten/vergaderingen plaats om urgente of actuele zaken te bespreken. Hierbij behoort ook het overleg met de Head of School. Dit overleg vindt elke moduulperiode plaats. Klachten/suggesties over tentamens, (moduul)organisatie, studiestof of docenten kunnen zowel mondeling, telefonisch of schriftelijk worden doorgegeven aan de StuRa. Zaken aangaande organisatie en inhoud worden besproken in verschillende overleg/adviesorganen. Afgevaardigden van de StuRa behartigen de studentenbelangen in deze organen. De opleiding probeert de verschillende belangen van studenten te integreren in haar dagelijkse bezigheden. Zo zijn er contacten met andere StuRa‟s en verenigingen. Deze contacten geven ons een duidelijk overzicht van zaken die de student bezighouden. Deze samenwerking stelt ons in staat om niet alleen op te komen voor het individu, maar ook voor het collectief.
STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
11
Hoofdstuk 1
Studentenvertegenwoordiging biedt veel afwisseling en leerzame ervaringen die je later misschien kunt gebruiken in het werkveld. Op deze manier kun je de StuRA bereiken: Email:
[email protected]
Raad van Advies
De School of Leisure and Tourism Management kent een gezamenlijke Raad van Advies voor de opleidingen Vrijetijdsmanagement / Leisure Management en International Tourism Management. De Raad van Advies heeft als doel het gevraagd en ongevraagd adviseren van het management op het gebied van onderwijs, onderzoek en externe dienstverlening Samenstelling Raad van Advies Vrijetijdsmanagement / Leisure Management Mevrouw L. Weinans (voorzitter) Oprichter en voormalig directeur Bal-lorig B.V. De heer J.K. Janssen, Directeur Fonds DuurSaam De heer A.T. van Eijk, Directeur Travel Counsellors Nederland BV Mevrouw drs. I. Strouken, Directeur Nederlands Centrum voor Volkscultuur Mevrouw R. Waale, Directeur Keunstwurk De heer drs. S. Tijsma, Provinsje Fryslân De heer W. Hondius, Transavia Mr. L.J. D‟Amore, IIPT De heer drs. J.R. Ybema, HISWA De heer T. Hartog, Holland International Mr. D. Holocek, Michigan State University. Department of Community, Agriculture, Recreation and Resource Studies De heer K. van Boeckel Plan Nederland De heer R. Ermers Directeur SRC cultuurreizen De heer J. Boelens, Directeur Bewegingscentrum Drachten/Norg De heer De heer A. Messchaert, World Sand Sculpting Academy WSSA 12
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
De heer S. Pilkes, docent ROC en lid van RvA Emmen Vrijetijdsmanagement / Leisure ManagementVrijetijdsmanagement / Leisure Management Secretariaat Het secretariaat vervult een belangrijke ondersteunende rol voor het management, de staf, de coördinatoren en de docenten. Het secretariaat bestaat uit de volgende functies: directiesecretaresse secretaresse administratieve ondersteuning ESO (Educational Support Organisation) De onderwijsontwikkeling en –organisatie van de opleidingen van de Stenden hogeschool worden verzorgd door ESO. ESO doet dit in samenwerking met de opleidingen. Door de bundeling van alle ondersteunende expertises van de Stenden hogeschool in één organisatie heeft ESO een belangrijke regierol in de professionele ondersteuning van de kernprocessen van de Stenden Hogeschool. ESO heeft voor zichzelf de volgende missie geformuleerd: Inspirerende stafafdeling die hoogwaardige integrale diensten verleent aan Stenden-gemeenschap Voor ESO zijn de volgende doelen geformuleerd: Wij willen het onderwijs en de onderwijsontwikkeling van de Stenden hogeschool op een excellente wijze ondersteunen, zodat de opleidingen aan studenten excellent onderwijs kunnen bieden Wij willen de samenwerking tussen ESO en de opleidingen versterken en verder professionaliseren Wij maken de pijlers van het identiteitsconcept leidend voor onze cultuur, besturing, leiderschapsontwikkeling en HRM beleid Wij willen beter sturen op processen STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
13
Hoofdstuk 1
Wij willen de professionaliteit en bezieling van ESO medewerkers bevorderen
Plaats in de organisatie De student en haar tevredenheid staat binnen Stenden centraal. ESO heeft een belangrijke regierol in de professionele ondersteuning van de onderwijsprocessen van Stenden die hiertoe een bijdrage leveren. Deze ondersteuning richt zich op onderwijsontwikkeling, onderwijsorganisatie en studentondersteuning. Deze onderdelen zijn samengebracht binnen ESO om zo tot een optimale uitgangspositie te komen voor operational en educational excellence. ESO is medeverantwoordelijk voor het scheppen van optimale voorwaarden voor de accreditatiewaardigheid van onze opleidingen. ESO bestaat uit 7 centra: Educational Technology Centre (onderwijstechnologisch centrum), Quality Centre (kwaliteitscentrum), Library & Knowledge Centre (kenniscentrum), Student Career Centre (studieloopbaancentrum), Information & Registration Centre (studenten-en studievolgadministratie), Planning Centre en Student Mobility Centre. Hogeschooldocenten Hogeschooldocenten houden zich naast hun docenttaken bezig met specifieke taken, zoals internationalisering, projecten, studieloopbaanbegeleiding, stage, coördinatie curriculum, etc.
Head of School en dean De head of School is Falco de Klerk Wolters. Hij is eindverantwoordelijk voor de inhoud en organisatie van de School of Leisure and Tourism Management, waar de opleiding Vrijetijdsmanagement ook onder valt. De dean van de opleiding is verantwoordelijk voor de dagelijkse 14
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
leiding van de opleiding. De dean houdt zich, tezamen met de teamleider(s), bezig met: de dagelijkse organisatie van de opleiding, de inhoud van de opleiding (het curriculum) het personeelsbeleid het financieel beleid het kwaliteitsbeleid Teamleider De dean Vrijetijdsmanagement / Leisure Management wordt ondersteund door een teamleider: samen met de dean is hij / zij verantwoordelijk voor het curriculum en de aansturing van het team. Overlegstructuren De volgende overlegvormen bestaan: Deansoverleg Hiermee wordt het overleg bedoeld tussen de deans van de verschillende managementopleidingen. Dit overleg vindt regelmatig plaats met als doel om gemeenschappelijke, opleidingsoverstijgende zaken op elkaar af te stemmen. Overleg dean en teamleider Dit overleg vindt wekelijks plaats. Hier wordt de dagelijkse gang van zaken binnen de opleiding besproken. Teamoverleg Minimaal twee keer per moduul vergadert het team van Vrijetijdsmanagement / Leisure Management over onderwijsinhoudelijke zaken. Overig overleg Onder overige overlegvormen verstaan wij: - de opleidingscommissie (OC); - de studentenraad (STURA); - de examencommissie; - de kwaliteitscommissie - de commissie internationalisering; - de Raad van Advies. STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
15
Hoofdstuk 1
Bij deze overleggen is de dean steeds direct of indirect betrokken. Verder vinden er verschillende overleggen plaats. Hierbij kan gedacht worden aan het overleg in vakgroepen, expertisegroepen, werkoverleggen van onderwijscoördinatoren met docenten, vergaderingen van moduulcoördinatoren en andere overleggen gericht op het primaire proces.
1.2.2 Kwaliteitszorg
Binnen de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management wordt grote waarde gehecht aan de zorg voor kwalitatief goed onderwijs. In het kader van de onderwijsvernieuwing en –ontwikkeling is een kwaliteitscommissie in het leven geroepen die ontwikkelde producten beoordeelt en van een „kwaliteitsstempel‟ voorziet. Daarbij speelt de mening van studenten over het onderwijs dat zij genieten, een belangrijke rol. Op verschillende manieren worden studenten actief betrokken bij kwaliteitszorg, met name bij verschillende onderwijsevaluaties. De zorg voor kwaliteit van het onderwijs is onder andere vastgelegd in het onderwijsevaluatieplan van de Stenden hogeschool. Met ingang van september 2011 wordt de kwaliteitscommissie omgevormd tot curriculumcommissie. Deze commissie, die voorgezeten wordt door de dean van de opleiding, zal het karakter van een stuurgroep hebben. Zij zal actief sturen op ontwikkeling en kwaliteitsverbetering. Daarnaast zal de opleidingscommissie (zie hiervoor ook §2C.1.2) als onafhankelijk orgaan toezien op de kwaliteit van het programma. Moduulevaluatie Zowel voor, tijdens als na het aanbieden van een moduul kunnen studenten invloed uitoefenen op de vorm, inhoud en uitvoering van dat moduul. Vooraf doordat steeds 2 studenten zitting hebben in de moduulplangroep, die een
16
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
moduul ontwikkelt. Tijdens een moduul evalueren de studenten met de tutor na elke PGO-bijeenkomst de gang van zaken in de PGO-groep. Aan het einde van ieder moduul wordt per PGO-groep een open evaluatieformulier ingevuld waarop de groep al haar (positief) kritische geluiden kwijt kan. Voor nieuwe modulen worden studenten ingezet als student-evaluator. Deze student-evaluatoren houden tijdens het moduul een uitgebreid evaluatieformulier bij en nemen na afloop deel aan een panelgesprek met onder andere de moduulcoördinatoren. Tijdens dat panelgesprek wordt gesproken over de noodzakelijke revisie van het moduul. Overige evaluaties Studenten worden bij verschillende andere evaluaties betrokken: het betreft hier evaluaties over het onderwijsprogramma, de organisatie en faciliteiten van het onderwijs en de evaluatie van de stage- en afstudeerperiode. Ook alumni worden betrokken bij de evaluatie van het onderwijs.
1.2.3 Internationalisering
In de opleiding speelt internationalisering een belangrijke rol vanwege: internationale oriëntatie van de opleiding beroepsperspectieven van de student positie van afgestudeerden op de arbeidsmarkt Alle opleidingen onderhouden contacten met instellingen in het buitenland. Deze contacten zijn formeel vastgelegd in samenwerkingsovereenkomsten en uitwisselingsprogramma's voor zowel studenten als docenten. In de opleiding worden alle activiteiten in het kader van internationale uitwisselingsprogramma‟s gecoördineerd vanuit het hogeschool Overleg Internationalisering. Contactpersoon is mevr. D. Middelbrink,
[email protected] STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
17
Hoofdstuk 1
Uitwisselingsprogramma’s Sinds 1995 bestaan in de Europese Unie twee programma's: SOCRATES (internationale samenwerking in het onderwijs: uitwisseling studie) en LEONARDO (internationale samenwerking in beroepsopleidingen: stage). Met behulp van een studiebeurs van ERASMUS/ SOCRATES/ LEONARDO kunnen EU studenten deelnemen aan uitwisselingsprogramma's in het kader van de Europese Unie. Deze duren minimaal drie maanden en maximaal 1 studiejaar. De beurs is een tegemoetkoming in de extra kosten voor een verblijf in het buitenland, bijv. een taalcursus of huisvesting en kan via de coördinerende docent aangevraagd worden. Een indicatie van de hoogte van de beurs kan niet met zekerheid worden gegeven. De student kan zijn basisbeurs behouden en collegegeld hoeft slechts eenmaal, aan de thuisinstelling, betaald te worden. De beschrijving van uitwisselingsprogramma's staat in deze studiegids bij de informatie over het keuzeprogramma. Vanuit de Stenden hogeschool bieden we meer dan honderd mogelijkheden aan om deel te nemen aan een internationaal uitwisselingsprogramma. Er zijn contacten met universiteiten en hogescholen in de volgende landen: Groot-Brittannië, Duitsland, Spanje, Oostenrijk, Zweden, Frankrijk, Finland, Noorwegen, Polen, Denemarken, de Verenigde Staten van Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland. Meer informatie hierover is verkrijgbaar op voorlichtingsbijeenkomsten, via de website www.stenden.com/exchange en via de uitwisselingcoördinator: mevr. D. Middelbrink,
[email protected] Stages in het buitenland In de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management gaat een relatief groot aantal studenten op stage in het buitenland. Studenten doen door middel van buitenlandse stages ervaring op in andere culturen. Zij verwerven internationale kennis met betrekking tot Leisure and Tourism Management. Voor Vrijetijdsmanagement / Leisure 18
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
Management liggen er mogelijkheden in: Bali, België, Duitsland, Engeland, Frankrijk, e Nederlandse Antillen, Zuid Afrika, Suriname en de Verenigde Staten. Een compleet overzicht van buitenlandse stageplaatsen is gepubliceerd op ELO.
1.2.3a Interculturalisatie binnen Vrijetijdsmanagement / Leisure Management Een van de competenties die Stenden hogeschool belangrijk vindt is interculturele sensitiviteit of ook wel interculturele competentie genoemd. Interculturele competentie in een educatieve setting is belangrijk om in ieder geval twee redenen. Allereerst, moet je voorbereid worden op werksituaties die in toenemende mate intercultureel en internationaal worden. In Nederland bijvoorbeeld, is de beroepsbevolking heel divers geworden over de jaren, met name door het verdwijnen van de grenzen binnen Europa. Hierdoor is het makkelijker om in Nederland te gaan werken dan wel om als Nederlander elders in Europa te werken. Daarnaast behoor je te weten dat een te uit te voeren taak verschillend geïnterpreteerd kan worden. Als je niet bewust bent van deze mogelijkheid, dan kan werken met mensen van verschillende culturele achtergronden irritaties opleveren door een gebrek aan wederzijds begrip. Ten tweede worden zowel de studentenpopulatie als de medewerkerpopulatie op hogescholen meer divers. Er is steeds meer sprake van de aanwezigheid van verschillende culturen in één hogeschool. In het studieprogramma met een interactief karakter, zul je moeten samenwerken met studenten van verschillende culturele achtergronden. Communicatie en interpersoonlijke vaardigheden zijn hierbij van essentieel belang. Om de bewustwording te creëren van interculturele competentie en het verder te ontwikkelen binnen het instituut is er een interculturalisatieplan opgesteld. Je kunt o.a. je inzetten t.b.v. de nieuwe buitenlandse studenten door hen door de eerste weken van de opleiding te begeleiden (Buddies Programme; Mieke v.d.Leij). STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
19
Hoofdstuk 1
1.2.4 Studiemogelijkheden voor interne internationalisering
Ook in het basisprogramma van de hoofdfase (majorfase) in de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management bestaan er mogelijkheden voor internationale oriëntatie. a. verplichte modulen (onderdeel major programma) De volgende onderwijsmodulen in het onderwijsprogramma Vrijetijdsmanagement / Leisure Management zijn Engelstalig en bieden de student de mogelijkheid zich te verdiepen in internationale ontwikkelingen: a. Human Resource Management b. Strategic Management b. keuzemodulen (minors) Ook worden er vele Engelstalige keuzemodulen (minors) binnen de Stenden hogeschool aangeboden. Het volledige en actuele overzicht van alle minors aan de Stenden hogeschool tref je aan op CHNet, onder Index, en de M bij Minors. c.English Stream Het is ook mogelijk om het onderwijsprogramma van Leisure management in het Engels te volgen. Inhoudelijk zijn het Nederlands- en Engelstalige programma gelijk aan elkaar. De Engelstalige onderwijsmodulen in het Nederlandstalige voltijd programma zullen gezamenlijk gevolgd worden.
1.2.5 Buitenlandse uitwisselingsstudenten (exchange students) Het aantal buitenlandse studenten dat in het kader van een uitwisselingsprogramma gedurende een bepaalde periode aan de Stenden hogeschool studeert groeit. Voor hen geldt dat er allerlei extra activiteiten zijn die moeten garanderen dat zij hier een plezierige studietijd kunnen doorbrengen. 20
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
Naast de coördinator van het betreffende uitwisselingsprogramma zijn het vooral de studenten die zelf de opvang en begeleiding van deze uitwisselingsstudenten organiseren. De exchange studenten kunnen in principe alle Engelstalige modulen volgen die in het opleidingsprogramma worden aangeboden. De International Office (IO) redigeert het International Programme en geeft dit uit. De IO, (zie 3.1.4.) is de administratieve organisator. Tevens draagt de IO zorg voor de huisvesting. Startpunt van de werkzaamheden is het compleet ingevulde Application Form. International students Buddies Om internationale studenten op te vangen zodra zij in Leeuwarden aankomen, is de Buddies opgericht. Onder leiding van Mieke van der Leij zijn er een aantal studenten die de binnenkomende student opwachten met huissleutel en voedselpakket. De Buddies begeleiden de internationale student betreffende bankzaken, vreemdelingenpolitie, postkantoor, boodschappen doen en zijn verder behulpzaam in het wegwijs maken van de student in de hogeschool (computerlokalen, kantine, bibliotheek, rooster). Nederlandse studenten worden uitdrukkelijk verzocht om zich op te geven bij Ron Hekman om deel te nemen aan de Buddies. Reception Committee for Foreign Students (RCFS) The Reception Committee for Foreign Students is onderdeel van het Facultair Overleg Internationalisering en is verantwoordelijk voor de primaire opvang en introductie van de buitenlandse studenten welke voor korte of lange tijd aan de Stenden hogeschool studeren. Verder is de RCFS voorzitter van het Foreign Relations Committee welke verantwoordelijk is voor de sociale begeleiding van deze studenten gedurende de tijd dat zij aan de Stenden hogeschool studeren. Docenten die buitenlandse studenten STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
21
Hoofdstuk 1
verwachten voor een uitwisselingsprogramma dienen vroegtijdig contact op te nemen met deze commissie betreffende een introductieprogramma. Foreign Relations Committee (FREC) Foreign Relations Committee (FREC) is a cooperation between the three student associations connected with Stenden University. The student associations are: Io Vivat Nostrorum Sanitas (Opleiding Hoger Hotelonderwijs) The main goal of the Foreign Relations Committee is to improve the contact between the members of the student associations and the foreign students and between the foreign students themselves. All foreign students can become members of the Foreign Relations Committee. The membership offers them admission to all activities of the three above mentioned student associations and their pubs. Furthermore, the Foreign Relations Committee offers them a number of activities. an introduction programme to get to know Leeuwarden and student life in Leeuwarden a number of excursions and other activities (sometimes cultural, other times pure fun) a farewell party at the end of each semester The membership of the Foreign Relations Committee costs 30 Euro for half a year. Experience shows that members of the Foreign Relations Committee have plenty to do! Hestia International Lounge Hestia occupies 2 adjoining houses on the Dokkumertrekweg and is intended as a meeting place for students of all nationalities outside class hours. Hestia is the Greek goddess of the hearth fire, presiding over domestic life and also symbolising the alliance between the metropolis and smaller settlements. Hestia aims to be a home away from home for all students and is run and managed by a supervised group of four students who live 22
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
there for a reduced rent. These four students organise a number of different activities from film nights to a celebration of the Chinese spring festival. They are assisted by members of the Culture Club. Recently it was decided to extend the membership and activities of Hestia to include representatives of the student associations, Leeuwarden StudieStad and FREC. The idea is to combine efforts and produce a Newsletter and publications on their own website. The lounge is open during the week from Monday to Friday from 10.00-19.00 and in the weekend from 13.00-20.00 Website: http://www.hestialounge.nl/ E-mail:
[email protected]
1.2.6 Masterprogramma‟s voor Vrijetijdsmanagement / Leisure Management studenten
Afgestudeerden van Vrijetijdsmanagement / Leisure Management, Tourism Management, Hoger Hotel Onderwijs en International Hospitality Management (en de hieraan verbonden Eurocourse en Shorttrack programma‟s) kunnen aan de Stenden Hogeschool deelnemen aan één van de Master-programma‟s die door de School of Graduate Studies worden aangeboden. Deze programma‟s zijn zowel beroepsgericht als academisch van karakter en voorzien in een verdieping van kennis en kunnen je (internationale) carrière perspectieven verbeteren. Het hebben van een Mastergraad vergroot de marktwaarde van de student, zeker met het oog op de invoering van de Bachelor-Master structuur in Nederland. De Stenden Hogeschool Master-programma‟s hebben een gemeenschappelijk deel dat verplicht is voor alle deelnemers. Daarnaast worden specialisaties geboden voor verschillende werkvelden waarvoor we opleiden. De totale omvang van elk Master-programma is 1680 uur (1800 uur incl. field trip en London Metropolitan University MA graad), verdeeld over 4 moduulperiodes van september tot september. De aangeboden programma‟s zijn: STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
23
Hoofdstuk 1
Master in International Leisure and Tourism Studies(MILTS) Master in Service Management (MISM) Alle programma‟s zijn geaccrediteerd door de London Metropolitan University. Dat betekent dat de kwaliteit moet voldoen aan de normen van deze universiteit. Nadat de opleiding succesvol is beëindigd en nadat men geslaagd is voor alle modulen, zal een Britse Master of Arts diploma worden verstrekt. Het succesvol afronden van een deel van het programma kan leiden tot een Post Graduate Certificate of een Post Graduate Diploma. Als één van de eerste scholen heeft de Stenden Hogeschool in de genoemde vakgebieden ook een Nederlandse accreditatie verworven voor de masterprogramma‟s. De opleidingen hebben daarmee een CROHO-registratie. De Stenden Hogeschool is daarmee één van de eerste HBO-instellingen in Nederland die complete en geaccrediteerde Ba-Ma trajecten aanbiedt in deze beroepenvelden! Op de website www.stenden.com staat beknopte informatie over deze Master-programma‟s en de procedure voor aanmelding. Masterprogramma International Leisure and Tourism Studies Het éénjarige Masterprogramma International Leisure and Tourism Studies (MILTS), vormt een directe voortzetting van het Vrijetijdsmanagement / Leisure Management en Tourism Management programma. Net zoals de drie andere master programma‟s staat de vorming tot moreel leidinggevende voorop (moral leadership). Het gaat er hierbij onder meer om dat bij het maken van keuzes een verantwoordelijke afweging wordt gemaakt tussen private, publieke en persoonlijke waarden en belangen. Het MILTS-programma probeert te voorzien in de internationale behoefte aan deskundigen die over de competenties beschikken om een brug te kunnen slaan tussen het nationale niveau en het locale niveau van een 24
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
community en een rol kunnen spelen bij de coördinatie van de ontwikkeling van leisure & tourism op regionaal of lokaal niveau. Het belang van leisure en tourism voor de gemeenschap staat voorop. Om die reden is er in het programma veel aandacht voor Sustainable Development, Quality of Life, Policy and Planning (voor de publieke en semi-publieke sector) en onderzoek. Passend bij de uitgangspunten van sustainable development, wordt het programma gekenmerkt door een holistische, interdisciplinaire benadering, met bijdragen vanuit filosofie, sociologie, geografie, antropologie, economie, beleid & planning en onderzoek. Het programma benadrukt dat verantwoordelijke besluiten zijn gebaseerd op een rechtvaardige afweging van persoonlijke, sociale, maatschappelijke, natuurlijke en historische waarden, met respect voor alle betrokken stakeholders. Ten slotte draagt het studieprogramma een sterk internationaal en intercultureel karakter en wordt het in z‟n geheel in het Engels aangeboden. De groep bestaat jaarlijks uit ca. 20 studenten met een diversiteit aan nationaliteiten. Een deel van de opleiding (International Research Project (keuzemoduul), duur ongeveer 4-6 weken) kan plaatsvinden in het buitenland. Voor meer informatie over dit programma kan men terecht bij: Klaske Hoekstra Secretaresse Stenden Hogeschool School of Graduate Studies, kamer 207, telefoon 058-2441 442.
1.2.7 Contractactiviteiten Volgens Lumius kan de mens niet zonder kennis. Want de mens wil zich ontwikkelen. Door verder denken verder komen. Een leven lang. Hierbij herkent Lumius drie stadia. De groei van kennis. De overdracht van kennis. Het gebruik van kennis. Lumius concentreert zich op de overdracht. Met een sterke poot in de groei dankzij „kennisbron‟ Stenden. En met een sterke focus op het gebruik van kennis. Dankzij STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
25
Hoofdstuk 1
haar netwerk van overheden en bedrijven. Maar zoals gezegd: centraal staat de overdracht. De manier waarop Lumius haar kennis overdraagt, wordt bepaald door haar drie kernwaarden: nieuwsgierig, inspirerend en resultaatgericht. Lumius is nieuwsgierig. Naar mensen. Die nieuwsgierigheid vertaalt zich in overdracht van vaardigheden en kennis waardoor mensen met meer inhoud werken. Lumius inspireert. Omdat ons werk toegankelijk, helder en onderhoudend is. Maar vooral omdat de mensen van Lumius bevlogen over hun vak kunnen praten. Lumius is resultaatgericht. Dat blijkt uit de toepasbaarheid van de oplossingen die Lumius samen met haar opdrachtgevers creëert. Bij Lumius krijgt een ieder kennis waarmee hij daadwerkelijk verder komt. Via haar werkvelden Onderzoek, Advies en Trainingen wil Lumius overheden en bedrijfsleven helpen een brug slaan van mogelijkheden naar kansen. Verder komen door verder te denken, dat is de grondgedachte. Kijk voor meer informatie op www.lumius.nl
1.2.8 Programma afgestudeerden Het Alumni Netwerk Het Alumni Netwerk is het netwerk voor laatstejaars studenten en afgestudeerden van alle Stenden-opleidingen, te weten Hotel Management, Vrijetijdsmanagement / Leisure Management, Tourism Management, Personeel & Arbeid, Small Business & Retail Management, de opleidingen tot Leraar Basisonderwijs en de opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Creatieve Therapie. Het doel van het Alumni Netwerk is het onderhouden van structureel contact tussen afgestudeerden (alumni), de opleidingen en de Stenden hogeschool. Het Alumni Netwerk zorgt ervoor dat alumni op de hoogte worden gehouden van de meest recente ontwikkelingen binnen het werkveld, de opleiding en (loopbaan)ontwikkelingen van andere alumni. 26
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 1
Omgekeerd blijft de Stenden hogeschool op de hoogte van de loopbanen van alumni en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Tevens is de Stenden hogeschool zo in de mogelijkheid feedback te krijgen op het onderwijsprogramma. Alumni Magazine Als lid van het Alumni Netwerk ontvang je een aantal keren per studiejaar het Alumni Magazine, ,dat speciaal wordt uitgegeven voor afgestudeerden van deze opleidingen. In het Magazine staan artikelen over de carrières van afgestudeerden, veranderingen binnen de opleiding, ontwikkelingen in het werkveld en tips over loopbaan & ontwikkeling. Verder ontvangen alumni van Vrijetijdsmanagement / Leisure Management en Personeel & Arbeid één keer per studiejaar een ledenlijst met alle adresen functiegegevens van alumni. Vacmail Gratis lidmaatschap Het lidmaatschap van het Alumni Netwerk is bestemd voor laatstejaars en afgestudeerden. Laatstejaars hebben de mogelijkheid om reeds tijdens hun stage lid te worden. Het lidmaatschap is gratis: er zijn geen kosten aan verbonden. Voor meer informatie of aanmelding kun je contact opnemen met het Alumni Netwerk, telefoon (058) 2441 398 of via
[email protected].
2
Onderwijs- en examenreglement van de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management Deelname aan minor-programma‟s geschiedt onder voorbehoud van beschikbaarheid.
2A 2A.1
Onderwijsbeleid Omschrijving van het onderwijs STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
27
Hoofdstuk 2
De opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management is gericht op management- en beleidsfuncties in en voor de vrijetijdsindustrie. De "Vrijetijdsindustrie" is onder te verdelen in de volgende sectoren: toerisme, recreatie, sport, kunst, cultuur, evenementen en media. De opleiding staat in het centraal register opleidingen hoger onderwijs CROHO) ingeschreven onder nummer 4438 voltijd.
2A.2
Verantwoording van het onderwijs
2A.2.1 Domein Bachelor in Business Administration(BBA)
De opleiding leidt studenten op voor de graad Bachelor in Business Administration. Dit houdt in het kort in: Speelt een rol binnen de organisatie en/of in de politiekmaatschappelijke omgeving. Werken met mensen en groepen in diverse organisatievormen (structurele en tijdelijke) met oog voor de specifieke omgevingsaspecten (maatschappelijke, politieke, economische, branche en sector). Betrokken bij de ontwikkeling en realisatie van de specifieke beleidsdoelen van een organisatie, oog voor relaties tussen organisaties, netwerken en ketens. Zorgen dat de processen op de juiste wijze en met het beoogde resultaat verlopen. Verwerven van middelen; bijdragen aan de planning en organisatie en toezien op uitvoerende processen van productie en/of dienstverlening; zorgen voor kwaliteitsnormen en –borging, zowel verbetering en continuïteit als vernieuwing. Bij dit domein horen de volgende competenties die als kader dienen waarbinnen de competenties van de opleiding vallen: HBO- domein competenties Bachelor of Business Administration 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens.
28
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en alternatieven, en voorbereiden van besluitvorming. 5. Toepassen van HRM in het licht van de strategie van de organisatie. 6. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen. 7. Analyseren en implementeren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. 8. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces.
9. 10.
Stenden brede HBO domein competenties Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie) Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, vrijetijdsmanager of professional) Specifeke VM competenties 3. Regisseren in netwerken 4. Initiëren, creëren en vermarkten van producten, diensten; zelfstandig en ondernemend
2A.2.2 HBO-stramien voor opleidingskwalificaties De Algemene Vergadering van de HBO-raad heeft op 9 oktober 1997 een voor alle HBO-opleidingen geldend Stramien Opleidingskwalificaties HBO vastgesteld. Dit stramien beoogt te komen tot een eenduidig begrippenapparaat ten aanzien van zaken als beroepsprofiel en opleidingsprofiel. Het stramien geldt voor alle initiële hbo-opleidingen. Het Sectoraal Advies College Hoger
STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
29
Hoofdstuk 2
Economisch Onderwijs heeft opdracht gegeven tot een inventariserend onderzoek per HEO-opleiding om vast te stellen welke aanpassingen noodzakelijk zijn om te beantwoorden aan het stramien. Het Landelijk Opleiding Overleg Vrijetijdsmanagement / Leisure Management (LOO VTK) heeft in het voorjaar van 1999 de opdracht uitgevoerd het beroeps- en opleidingprofiel van Vrijetijdsmanagement / Leisure Management te herijken en te toetsen aan de algemene HBO-kwalificaties. In 2004 is een nieuw profiel vastgesteld en in 2006 is het profiel herschreven binnen het domein van Business Adminstration . In 2009 is de nieuwste versie verschenen.
2A.2.3 Opleidingsprofielen Het opleidingsprofiel wordt afgeleid van het beroepsprofiel van de vrijetijdsmanager welke wordt vastgesteld in samenwerking met vertegen-woordigers van het werkveld. In het opleidingsprofiel worden de beroepskwalificaties beschreven en de wijze waarop men die benadert. De landelijk gemeenschappelijke kwalificaties hebben een omvang van 70 % van het totaal aantal credits van de gehele opleiding (240 credits). De kwalificaties zijn herkenbaar voor het beroepenveld, geven een HBO Bachelorniveau aan en zijn toekomstgericht. Om tot een samenhangend beeld te komen over de vrijetijdsmanager zijn de beroepskwalificaties geclusterd in drie segmenten. De segmenten zijn onderverdeeld in competentiegebieden waarbinnen de competenties zijn samengevoegd. Een competentie is een clustering van vaardigheden die noodzakelijk zijn om een duidelijk afgebakende beroepstaak op een kwalitatieve wijze uit te voeren in een complexe en niet voorspelbare omgeving. In het curriculum van Vrijetijdsmanagement / Leisure Management is een duidelijke onderzoekslijn herkenbaar: oriëntatie op het werkveld en participatie binnen Jong
30
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Ondernemen (Student Company) in jaar 1, de zogenaamde “Eventlijn” in jaar 2, Research Lab (leerbedrijf) in jaar 3 en het scriptieonderzoek in jaar 4.
2A.2.4 Competentiegebieden Het meest recente profiel (2009) kent de volgende 10 competenties: 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. 3. Regisseren in netwerken. 4. Initiëren, creëren en vermarkten van producten, diensten, zelfstandig en ondernemend. 5. Toepassen van HRM in het licht van de strategie van de organisatie. 6. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen. 7. Analyseren en implementeren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterkten. 8. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. 9. Sociale en communicatieve competentie (interpersoonlijk, organisatie). 10. Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, vrijetijdsmanager of professional).
2A.2.5 Visie op de relatie tussen opleiding en werkveld
STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
31
Hoofdstuk 2
In de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management wordt veel aandacht besteed aan praktische en bruikbare kennis die noodzakelijk is in de werkvelden. De beroepsbeoefenaar moet naast kennis van zaken betreffende het werkveld, het vermogen bezitten om analytisch èn probleemoplossend te denken en te handelen. Daarnaast spelen non-cognitieve factoren als doorzettingsvermogen, werken in teamverband, creativiteit, de wil om aan te pakken en het kunnen reflecteren op eigen vaardigheden en beroepshouding een belangrijke rol. In de opleiding moet aan dergelijke factoren aandacht worden besteed. Daarom is een probleem- en praktijkgerichte aanpak, met daarin op de latere beroepsuitoefening gebaseerde doelstellingen en leerinhouden, noodzakelijk .
2A.2.6 Visie op toekomstige ontwikkelingen De vrijetijdssector is een dynamische sector die constant en snel verandert onder invloed van diverse maatschappelijke ontwikkelingen. Demografische ontwikkelingen zorgen voor veranderingen in zowel de opbouw als de samenstelling van de Nederlandse bevolking. De belangrijkste trends op dit gebied zijn vergrijzing, ontgroening, gezinsverdunning, multiculturalisering en etnische vervlechting. Hierdoor zal er bijvoorbeeld een grote groep kapitaalkrachtige senioren met relatief veel vrijetijd een beroep op de vrijetijdsindustrie gaan doen. Andere belangrijke ontwikkelingen zijn de technologische ontwikkelingen, waardoor er meer en meer sprake is van mondialisering of globalisering, „de wereld als je achtertuin‟. Als reactie hierop zien we een toenemende behoefte aan lokale authenticiteit, wat weer van invloed is op het vrijetijdsaanbod. Ook vindt er in de vrijetijdssector schaalvergroting plaats, sportboulevards, museumkwartieren en multi-functionele vrijetijdscentra verbinden verschillende soorten (vrijetijds)organisaties.
32
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Een andere trend waar binnen de opleiding veel aandacht aan besteed wordt is duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wij zijn van mening dat duurzaamheid ten grondslag van al het handelen zou moeten liggen. Aan de vraagzijde zien we een aantal belangrijke ontwikkelingen voor de vrijetijdsector: individualisering, hedonisme, het zoeken naar status en identiteit, en een vervaging van de scheiding vrijetijd en arbeidstijd. Belangrijk is ook de zoektocht van de consument naar onvergetelijke ervaringen en zinvolle belevenissen. Vrijetijd is een belangrijke (economische) sector, gemiddeld wordt zo‟n 25 % van het inkomen uitgegeven aan de besteding van de vrije tijd. Maar ook op individueel niveau kan de besteding van de vrijetijd bijdragen aan zingeving en persoonlijke ontwikkeling. Door de modulaire opzet van het onderwijsprogramma en het centraal stellen van de beroepspraktijk wordt binnen het programma Vrijetijdsmanagement van Stenden Hogeschool adequaat ingespeeld op deze trends en toekomstige ontwikkelingen.
2A.3
Opvattingen over leren en onderwijzen
2A.3.1 Visie op leren en onderwijs In onze opleiding wordt probleemgestuurd onderwijs PGO) toegepast. Deze onderwijsbenadering stelt het leerproces van de student centraal en doet een groot beroep op een actieve studiehouding van de student. Leren wordt daarbij gezien als een proces van het actief verwerven en verwerken van informatie die het gedrag van de lerende relatief blijvend verandert. Die informatie kan niet alleen van cognitieve, maar ook van affectieve of psychomotorische aard zijn. Aan het probleemgestuurd leren liggen dus in de eerste plaats opvattingen ten grondslag met betrekking tot leren in de zin van informatie verwerken.
STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
33
Hoofdstuk 2
Daarnaast kunnen zogenaamde primaire en (meer) secundaire motieven worden onderscheiden. De primaire motieven hebben betrekking op: de verantwoordelijkheid van de individuele student voor wat en hoe hij leert. Een onderwijssysteem dat studenten actiever bij hun studie betrekt, bevordert over het algemeen de motivatie tot leren meer, dan in een onderwijssysteem waarin dat niet het geval is. een andere attitude ten opzichte van studeren. Deze attitude kan tot een grote mate van zelfwerkzaamheid en eigen verantwoordelijkheid leiden. Studenten die hebben geleerd dat hun kennis tekort schiet bij de confrontatie met problemen, zullen ook na hun opleiding hun kennis en vaardigheden op peil willen houden. Dit is van belang om opgewassen te zijn en te blijven tegen problemen die ze in de (latere) beroepssituatie (zullen) tegenkomen. In deze zin vormen zelfwerkzaamheid en eigen verantwoordelijkheid gedurende de opleiding mede een voorwaarde voor een behoefte aan permanente educatie ofwel lifelong learning". De volgende secundaire motieven spelen een rol: sociaal motief: het werken aan PGO-taken in kleine onderwijsgroepen (PGO-groepen) bevordert het samenwerken, onderwijskundig-didactisch motief: de probleemgestuurde werkwijze "dwingt" studenten tot een bepaald werkritme, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het college-tentamen-systeem, onderwijsinhoudelijk en methodisch motief: de probleemgestuurde onderwijs-benadering (a) voorkomt het leren van irrelevante inhouden door een verantwoorde probleemkeuze als startpunt, (b) bevordert de integratie tussen diverse disciplines, en (c) bevordert naast de verwerving van kennis en vaardigheden ook de training in het gebruik of de toepassing ervan.
34
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
2A.3.2 Didactische principes Een onderwijsinstelling die aan de beschreven visies op de relatie tussen opleiding en werkveld, op toekomstige ontwikkelingen en op leren en onderwijzen, in haar opleiding didactisch vorm wil geven, moet zich bewust zijn van de spanning die er bestaat tussen de vrijheid van de PGO-groep enerzijds en de behoefte om uniforme onderwijseindtermen aan studenten op te leggen anderzijds. Groepsonderwijs komt pas goed tot zijn recht wanneer eigen verantwoordelijkheid en eigen initiatief van studenten wordt aangemoedigd en gerespecteerd. Juist in de PGO-groepen komt een aantal minder goed te definiëren zaken als samenwerken, leren formuleren, probleem oplossen en besluiten nemen uitgebreid aan de orde. Didactisch gezien wordt bovenstaande tot uitdrukking gebracht in de onderwijsdoelstellingen. In de doelstellingen wordt omschreven: a. aan welke probleemstellingen studenten tijdens het leerproces moeten werken; b. welke cognitieve en sociale vaardigheden door de studenten gerealiseerd moeten worden. Bij de inrichting van onderwijsleersituaties wordt rekening gehouden met de volgende primaire voorwaarden: 1. activeren van kennisbezit prior knowledge). Deze voorwaarde heeft te maken met de beginsituatie van studenten; 2. relateren aan de praktijk, door de studenten een context aan te bieden die de toekomstige beroepspraktijk zo dicht mogelijk benadert; 3. actief participeren en toepassen van kennis door de studenten. Deze drie voorwaarden komen tot uitdrukking in het bij de probleemgestuurde benadering behorende onderwijsleerarrangement. Leren aan de hand van problemen is op te vatten als een didactiek die studenten
STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
35
Hoofdstuk 2
aanzet tot discussie, studie en toepassing van kennis. Probleemgestuurd onderwijs onderkent en benadrukt het interactieve aspect van het leren. Een goed leerarrangement bevat daarom taken en opdrachten, waaraan gewerkt wordt door de PGO-groep, door tweetallen en in interactieve werkvormen zoals practica en werkcolleges. Ten aanzien van de derde voorwaarde kan gesteld worden dat probleemgestuurd onderwijs aan deze voorwaarde voldoet, wanneer tijdens het leerproces de analyse van het probleem en de verwerving van kennis, zich op systematische wijze en volgens vastgestelde procedures voltrekken. Andere, meer secundaire voorwaarden die essentieel zijn voor een succesvol verloop van een probleemgestuurd leerproces, hebben betrekking op: 1. de kennis die de student heeft van probleemgestuurd leren alvorens hij of zij volgens deze werkwijze gaat studeren; 2. de vaardigheid die de student bezit om te kunnen samenwerken met andere studenten in PGO-taakgroepen onder afwisselend voorzitterschap; 3. de sociale en communicatieve vaardigheden van de begeleidende docenten; 4. de samenwerking tussen docenten onderling. De docenten moeten het eens zijn over de geconstrueerde problemen, de uitvoering van de begeleidingstaak en de wijze waarop de studieresultaten en programma's geëvalueerd worden. Ook deze voorwaarden zijn essentieel voor een succesvol verloop van een probleemgestuurd leerproces.
2A.3.3 De rol en de verantwoordelijkheid van de student
36
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Studenten hebben een actieve rol in het onderwijs in de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management. Niet alleen doordat ze in het probleemgestuurd onderwijs in hoge mate zelfstandig en actief informatie moeten verwerven en verwerken, maar ook omdat ze daarbij telkens uitgedaagd worden om te reflecteren op het doorgemaakte leer- en groepsproces. Daarnaast wordt met grote regelmaat aan de studenten gevraagd een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling en de evaluatie van het onderwijs met het oog op directe en indirecte kwaliteitsverbetering. Dit uit zich o.a. door deelname van de studenten in de moduulplangroepen waarbij onderwijsprogramma's ontwikkeld worden, panelgesprekken met medewerking van student-evaluatoren en de deelname van studenten in de overleg- en besluitvormingsstructuur. Door de vorm van het praktijkonderwijs en de inrichting van het studiebegeleidingssysteem wordt gestimuleerd dat de student in toenemende mate reflecteert op eigen houding, vaardigheden en toekomstige beroepskeuze.
2A.3.4 De rol en de verantwoordelijkheid van de docent De keuze voor probleemgestuurd onderwijs betekent een wezenlijke verandering van de rol en verantwoordelijkheid van de docent. Veel meer dan in een traditioneel instructieleersysteem waarbij de docent vooral aan kennisoverdracht doet, is in probleemgestuurd onderwijs de docent te beschouwen als de manager van leerprocessen. Zijn activiteiten omvatten dan ook precies de vier klassieke managementfuncties: hij stelt samen met zijn collega's de doelen van het onderwijsprogramma vast, binnen het in de opleiding afgesproken kader van (opleidingsspecifieke) eindtermen hij maakt een plan voor de door de studenten uit te voeren leeractiviteiten, in overeenstemming met het concept van probleemgestuurd onderwijs
STENDEN hogeschool – VRIJETIJDSMANAGEMENT
37
Hoofdstuk 2
hij stimuleert en controleert tijdens de uitvoering van het onderwijsprogramma als begeleider of de studenten in voldoende mate de juiste leeractiviteiten verrichten hij toetst tenslotte regelmatig of de gestelde doelen in voldoende mate bereikt zijn
Bij dit alles worden hoge eisen gesteld aan de bereidheid tot samenwerking van docenten, met name tijdens de ontwikkeling, de uitvoering en evaluatie van het onderwijsprogramma. Vanuit de context van probleemgestuurd onderwijs worden vaak vijf rollen" genoemd aan de hand waarvan de docent vorm geeft aan zijn taken bij het werken met studenten in PGO-taakgroepen. De docent fungeert als constructeur van problemen, als stimulator, als procesbewaker, als beoordelaar en als vakspecialist. In principe wordt er van uitgegaan dat deze vijf rollen verenigbaar zijn in één persoon.
2A.4
Groeperingsbeleid
De studenten worden door de organisatie (per moduulperiode) in een PGO-groep ingedeeld. De samenstelling van een PGO-groep wisselt in principe per moduulperiode. Nadere invulling van het groeperingsbeleid is geregeld in het desbetreffende moduulboek. In de studieloopbaan begeleiding is een groep studenten gedurende de gehele opleiding gekoppeld aan een vaste studieloopbaanbegeleider. Met deze studieloopbaanbegeleider worden een aantal keren per jaar individuele en groepsgesprekken gevoerd.
38
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2 Opmerking [ 1]:
Jaarplanning 2011-2012 Stenden hogeschool/ Stenden University 4 periode-/ weeknummer
5 soort week
8 9 9
5.9 ssw 1.1
onderwijsweek studiestartweek onderwijsweek
9 9
1.2 1.3
onderwijsweek onderwijsweek
9 0 0 0
1.4 1.5 1.6 sw1
onderwijsweek onderwijsweek onderwijsweek studieweek 1
0 1
1.7 1.8
onderwijsweek onderwijsweek
1
1.9
onderwijsweek
1
2.1
onderwijsweek
6 toetsing
7 bijzonderheden
8 vakanti e bo/noo rd
9 vakantie vo/noord
Wo 07/09: Opening hogeschooljaar
di. 04/10 Study Abroad Fair
regulier
herfst-
Wo. 02 en 03/11 PBV (Provinciale beroepen voorlichting) (L) Di. 08/11 Informatieavond dt/vkrt/duaal Za. 19/11 Open Dag
11 openstelling gebouw
Wo. 07/09 geen facilities vanaf 15.30 uur
Zaterdag 24/09 gepland onderhoud aan de ict infrastructuur
herkansinge n
10 consequenties onderwijsactiviteiten
herfst-
1
2 2 2 2
Hoofdstuk 2 4 periode-/ weeknummer
5 soort week
2.2
onderwijsweek
2.3 2.4 2.5 2.6
6 toetsing
7 bijzonderheden
8 vakanti e bo/noo rd
9 vakantie vo/noord
10 consequenties onderwijsactiviteiten
Met opmaak: Lettertype: Verdana, 8 pt, Verbreed met 2 pt
Do 24/11 International Day Zaterdag 26/11 gepland onderhoud aan de ict infrastructuur
onderwijsweek onderwijsweek onderwijsweek onderwijs week
Met opmaak: Lettertype: Verdana, 8 pt Met opmaak: Lettertype: Verdana, 8 pt, Verbreed met 2 pt
do 22/12: kerstviering
do 22/12, vanaf 15.15: geen onderwijs
23 december tot 15.00 uur
2
vak
vakantie week
1 1
vak 2.7
vakantieweek onderwijsweek
1
2.8
onderwijs week
1
2.9
2
sw2
onderwijs week studieweek 2
40
STUDIEGIDS - DEEL 2
27 t/m 30 december verplichte vrije dagen di 10/01, 15.30: nieuwjaarsreceptie
2011 / 2012
kerst-
kerst-
geen onderwijs
kerst-
kerst-
geen onderwijs
Met opmaak: Lettertype: do 22/12: gebouw gesloten pt vanaf 15.15 (indien viering Met opmaak: Lettertype: extern) met gesloten 2 pt 23/12Verbreed gebouwen vanafMet 15.00 uur Lettertype: opmaak: Gebouwen gehele week pt gesloten Met opmaak: Lettertype: Verbreed met 2 pt
Verdana, 8 Verdana, Verdana, 10 Verdana,
Met opmaak: Lettertype: Verdana, 10 pt
Zaterdag 21/01 gepland onderhoud aan de ict infrastructuur
Met opmaak: Lettertype: Verdana, Verbreed met 2 pt
[studiestartweek februariinstroom] Do. 02/02 Decanendag (Van Hall Leeuwarden)
Met opmaak: Lettertype: Verdana, 8 pt, Verbreed met 2 pt
regulier herkansinge n
11 openstelling gebouw
Met opmaak: Lettertype: Verdana, 10 pt
Met opmaak: Lettertype: Verdana, 8 pt
Hoofdstuk 2 4 periode-/ weeknummer
5 soort week
2 2 2 3
3.1 3.2 3.3 sw3
onderwijsweek onderwijsweek onderwijsweek studieweek 3
3 3
3.4
3.5
onderwijsweek onderwijs week
3 3
3.6 3.7
onderwijsweek onderwijsweek
4
3.8
onderwijs week onderwijsweek onderwijsweek onderwijsweek studieweek 4 onderwijsweek onderwijsweek
4 4 4 5 5 5
3.9 4.1 4.2 sw4 4.3 4.4
5
4.5
onderwijsweek
6 6
4.6 4.7
onderwijsweek onderwijsweek
6 toetsing
7 bijzonderheden
8 vakanti e bo/noo rd
9 vakantie vo/noord
voorjaar -
voorjaar-
10 consequenties onderwijsactiviteiten
11 openstelling gebouw
vr 06/04: geen onderwijs
vr 06/04: gebouw gesloten
ma 09/04: geen onderwijs
ma 09/04: gebouw gesloten
ma. 30/04: geen onderwijs
ma 30/04: gebouw gesloten
do 17/05: geen onderwijs vr 18/05: geen onderwijs
do 17/05: gebouw gesloten vr 18/05: gebouw gesloten
ma 28/05: geen onderwijs
ma 28/05: gebouw gesloten
Vr. 10/02 Wegwijsdag (L) herkansingen Za. 17/03 Open Dag
Do. 29/03 Proefstuderen Za. 31/3 gepland onderhoud aan de ict infrastructuur vr 06/04: Goede vrijdag regulier
e
ma. 09/04 2 Paasdag Vr. 20/04 DIG-IT
herkansingen ma. 30/04 Koninginnedag Ma. 14/05 Informatieavond dt/vkrt/duaal do 17/05:Hemelvaartsdag vr 18/05: verplichte vrije dag Za. 26/5 gepland onderhoud aan de ict infrastructuur ma 28/05: 2e Pinksterdag Vr. 08/06 Open Dag
mei-
mei-
Hoofdstuk 2 4 periode-/ weeknummer
5 soort week
6 toetsing
6 6 6
4.8 4.9 sw5
onderwijsweek onderwijsweek onderwijsweek
7
sw6
onderwijsweek
7
sw7
onderwijsweek
7
5.4
onderwijsweek
7
5.5
onderwijsweek
8 8 8 8 8
5.6 5.7 5.8 5.9 ssw
onderwijsweek onderwijsweek onderwijsweek onderwijsweek
regulier herkansinge n herkansinge n herkansinge n
7 bijzonderheden
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
9 vakantie vo/noord
10 consequenties onderwijsactiviteiten
11 openstelling gebouw
Wo. 13/06 Proefstuderen di 28/06: gebouw gesloten di 03/07 Samenscholingsdag
di 03/07: geen onderwijs
za 28/7 gepland onderhoud aan de ict infrastructuur
zomer -
di. 14/08 Open Dag
zomerzomerzomerzomerzomer-
(*1) alleen hogerejaars moduultoetsen
42
8 vakanti e bo/noo rd
zomer zomerzomerzomerzomerzomer-
Hoofdstuk 2
2A.5.1 Reguliere toetsdata 2011-2012
Toetsdata voor de reguliere modulen en keuze modulen worden gepubliceerd in de Stenden hogeschoolkrant en op intranet. 2A.6 Onderwijsuren en tijden L1 8.00 - 8.45 L2 8.45 - 9.30 L3 9.30 - 10.15 pauze L4 10.30 - 11.15 L5 11.15 - 12.00 L6 12.00 - 12.45 L7 12.45 - 13.30 L8 13.30 - 14.15 L9 14.15 - 15.00 pauze L10 15.15 - 16.00 L11 16.00 - 16.45 L12 16.45 - 17.30 L13 17.30 - 18.15 L14 18.15 - 19.00 L15 19.00 - 19.45 L16 19.45 - 20.30 L17 20.30 - 21.15
2A.7
Studieplanning
Een HBO-studie vraagt een grote zelfstandigheid van de student. Het houdt bijvoorbeeld in dat je zelf de discipline moet opbrengen om je tijd goed in te delen. Zelfstandigheid, inzet en planning zijn voor een goed studieverloop even belangrijk als intelligentie. Ook het bestuderen van vakliteratuur en het werken met mensen is belangrijk om je goed voor te bereiden op de praktijk. Bij een goede
Hoofdstuk 2
studieplanning is er naast je studie nog voldoende tijd voor hobby's en bijbaantjes.
2A.8
Bindend studieadvies (BSA) (zie ook “regeling studieadvies in deel 1 van het studentenstatuut)
Aan het einde van het eerste studiejaar dienen conclusies te worden getrokken over de capaciteiten, de geschiktheid en de juiste keuze van de student voor de opleiding. Deze conclusies worden door de examencommissie op schrift gesteld in de vorm van een studieadvies. Indien het studieadvies negatief is wordt daaraan een „afwijzing‟ verbonden. We spreken in dat geval over een „bindend negatief studieadvies‟. Voorwaarde voor een positief studieadvies is: de student heeft aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving de propedeuse behaald óf de student heeft de propedeuse behaald aan het einde van diens tweede jaar van inschrijving, indien hij aan het einde van het eerste jaar van inschrijving een voorwaardelijke positief advies heeft ontvangen Voorwaarden voor een voorwaardelijk positief studieadvies zijn: aan het eind van het eerste jaar van inschrijving (peildatum 31 augustus,1e studiejaar) moet de student minimaal 42 credits van de propedeuse behaald hebben; verder moet in de modulen aan de eisen, die aan zelfmanagement gesteld worden, zijn voldaan. Credits die d.m.v. vrijstellingen zijn verkregen tellen overigens in deze gewoon mee als behaalde credits. Indien de student aan het einde van het eerste jaar van inschrijving een voorwaardelijk positief advies heeft ontvangen moeten aan het einde van het tweede jaar (peildatum 31 augustus) de 60 credits van de propedeuse zijn behaald. Wordt aan de bovenstaande voorwaarden niet voldaan, volgt een bindend negatief studieadvies en mag de
44
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
student zich niet opnieuw inschrijven voor de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management van Stenden hogeschool. Bij het studieadvies worden bijzondere omstandigheden in acht gnomen. Voor de beide jaren geldt dat bijzondere omstandigheden altijd zo spoedig gemeld dienen te worden aan de studieloopbaanbegeleider, de coördinator Studiebegeleiding van de opleiding en bij het decanaat. Voor 1 juni dient de student een verzoek in te dienen bij de examencommissie om rekening te houden met deze (al eerder bij de andere al bovengenoemde personen/instantie gemelde) bijzondere omstandigheid. N.B. Studenten die later dan in september instromen, moeten aan een aangepaste norm aan het einde van het lopende cursusjaar voldoen. Daarbij wordt dan ook uitgegaan van een BSA-norm van 2/3 van het maximaal te behalen aantal credits. Dus stel dat, als je halverwege het jaar instroomt en dus nog maar nog maar maximaal 18 credits zou kunnen behalen, je in dat geval 12 credits aan het einde van dat jaar moet hebben behaald om voor een positief advies in aanmerking te komen.
2A.9
Veranderen van opleiding / Omzwaaien
Het komt op beperkte schaal voor dat studenten van opleiding willen veranderen binnen de Stenden Hogeschool. Voor deze studenten en hun studieloopbaanbegeleiders volgt hieronder informatie over de te volgen procedure. 1. Een student die van opleiding wil veranderen moet zich eerst op de andere opleiding oriënteren. Hij neemt daartoe contact op met de betreffende coördinator die over de leerrouteplanning gaat van de andere opleiding. 2. Vervolgens neemt deze student contact op met de Leisurecoördinator leerouteplanning, Albert Eijkenaar,
[email protected] voor het voeren van een exitgesprek. De student neemt daartoe een kopie van het ondertekende mutatieformulier” (te verkrijgen bij I-Study) mee.
Hoofdstuk 2
3. Een kopie van het ondertekende formulier wordt door de student op het secretariaat van zijn oude opleiding afgegeven. Het secretariaat zorgt er voor dat het dossier van de student naar de nieuwe opleiding gaat. De centrale administratie maakt op basis van het mutatieformulier een nieuw studentnummer en een nieuwe collegekaart. De studieloopbaanbegeleider wordt op de hoogte gesteld door de coördinator studiebegeleiding van zijn 'oude' opleiding. 4. Voor aanvang van de nieuwe studie, neemt de student opnieuw contact op met de coördinator studiebegeleiding/leerrouteplanning van zijn nieuwe opleiding om met deze de leerroute van zijn nieuwe studie te bespreken en zich daarvoor in te laten delen. De aanvraag wordt vooraf eerst zelf door de student met de coördinator van het desbetreffende moduul voor akkoord besproken, waarna de student dan een brief naar de Examencommissie moet opstellen met daarin zijn verzoek om vrijstelling en het besluit van de betreffende moduulcoördinator. NB Voor de volgende door de examencommissie aangewezen verwante MBO-4 opleidingen geldt onderstaande uitgebreidere standaardregeling (nl. 2 Minors (30), stage (30). In totaal dus max. 60 credits).
MBO (detailhandel lang & commerciële dienstverlening) MHS/Facilitaire Dienstverlening MTRO CIOS
2A.10 Kosten
Het collegegeld volgens de rijksregeling 2011-2012 bedraagt € 1713,-. De kosten van de aanschaf van boeken bedragen in het 1e jaar ongeveer € 800,-. In de hoofdfase zijn de kosten voor de aanschaf van boeken beduidend lager. Naast de aanschaf van boeken, moeten er elk moduul
46
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
moduulboeken worden gekocht: totale kosten ongeveer € 150,-. Met ingang van het studiejaar 2011-2012 gaat de opleiding Leisure Management in het kader van duurzaamheid en innovatie de aanschaf van een tablet stimuleren. Op vrijwillige basis kan de student een tablet aanschaffen, waarmee fors op drukwerk en boeken (door de aanschaf van o.a. goedkopere e-books) kan worden bespaard. In het eerste studiejaar participeert de student met ondersteuning van de Stichting Jong Ondernemen in zijn eigen studentenbedrijf. De kosten voor leermiddelen en ondersteuning vanuit de stichting bedragen ca. € 60,- In het eerste jaar vinden binnen het moduul Leisure Life meerdere excursies naar het werkveld plaats. De kosten hiervoor bedragen ongeveer € 100,-. In het tweede studiejaar vindt binnen het moduul Imagineering een meerdaagse excursie plaats. De kosten hiervoor bedragen ca. € 200,-
2B
Curriculum van de opleiding
2B.1
Inleiding
Het onderwijsprogramma van de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management is samengesteld uit een Service Management gedeelte en een studiespecifiek gedeelte. Service Management vormt een integraal onderdeel van het studieprogramma.
2B.1.1 Beroepskwalificaties, Opleidingsprofiel
Dit onderdeel is nader uitgewerkt in hoofdstuk 2A.
2B.1.2 Doelstellingen, eindtermen, competenties
Dit onderdeel is nader uitgewerkt in hoofdstuk 2A.
2B.1.3 Structuur van het onderwijsprogramma
Totaal zijn per studiejaar 60 credits te verdienen. Het onderwijsprogramma van de opleiding Vrijetijdsmanagement
Hoofdstuk 2
/ Leisure Management bestaat uit onderwijseenheden van uiteenlopende aard. In het onderwijsprogramma wordt gewerkt met voltijdsmodulen met een looptijd van 9 weken. Bij overige activiteiten verschillen de onderwijseenheden van studielast. De studielast voor de propedeutische fase bedraagt 1680 uur (60 credits), terwijl de studielast voor de postpropedeutische fase 5040 uur (180 credits) bedraagt (incl. de afstudeerfase).
2B.1.4 Organisatie van het onderwijsprogramma
Het opleidingsprogramma Vrijetijdsmanagement / Leisure Management kent een propedeutische fase van één jaar en een postpropedeutische fase van drie jaren. Het laatste studiejaar is een aaneengesloten stagejaar, waarin ook de afstudeeropdracht wordt gemaakt.
2B.2
48
Onderwijseenheden per fase
De propedeutische fase heeft als hoofdfuncties oriëntatie, basisvorming en selectie/verwijzing. Oriëntatie houdt in dat de propedeuse de student een goed inzicht moet verschaffen in de opleiding die hij gedurende 4 jaar volgt. Daarom moeten de leeractiviteiten van de student tijdens de propedeuse representatief zijn voor de gehele opleiding. Ook moet de student in het propedeusejaar een goede indruk kunnen krijgen van het toekomstige werkveld, de actoren die er functioneren en hun onderlinge vervlechting. Als de student voldaan heeft aan de vereisten van de propedeutische fase (zie ook propedeusereglement) ontvangt hij een propedeutisch getuigschrift. Dit getuigschrift maakt toelating tot de postpropedeutische fase van de opleiding mogelijk. Als de student de doelstellingen (kennis, vaardigheden, beroepshouding) van het onderwijsprogramma van de propedeuse bereikt heeft, is hij goed toegerust voor het met succes kunnen voortzetten van zijn opleiding in de postpropedeutische fase. Aan het einde van het eerste studiejaar ontvangt de student op basis van zijn
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
studieresultaten een positief of negatief studieadvies. Over zijn studievoortgang heeft de student dan al verschillende keren met zijn studieloopbaanbegeleider gesproken, zodat hij in staat moet zijn om conclusies te trekken op basis van het uitgebrachte studieadvies en eventueel weten wat voor hem een goed alternatief zou zijn in geval van een negatief studieadvies. In het onderwijsprogramma van de postpropedeutische fase vindt verdieping en verbreding plaats van de aspecten die in het management van organisaties van de werkvelden waarvoor de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management opleidt van belang zijn. Van belang is daarbij ook de persoonlijke ontplooiing en vorming van de student, opdat hij ook maatschappelijk relevant actief kan zijn. In het tweede jaar wordt dan ook min of meer uitgegaan van de rollen/functies die een beroepsbeoefenaar Vrijetijdsmanagement / Leisure Management in het werkveld kan vervullen. Het gaat hierbij om alle primaire processen waarmee men in een toekomstige werksituatie in aanraking kan komen respectievelijk dient aan te sturen in leisure organisaties. In het derde studiejaar staat de “productie” centraal. Het in het onderwijsprogramma opgenomen keuzeprogramma, evenals een lange stageperiode in het vierde studiejaar, dienen eerdergenoemde doelstellingen. Als de student voldaan heeft aan de vereisten van de postpropedeutische fase verkrijgt hij het getuigschrift van de opleiding. Alle tweedejaars modulen zijn verplichte modulen. In het derde studiejaar worden 18 studieweken besteed aan verplichte modulen en 18 studieweken aan keuzemodulen. Het vierde studiejaar is een stagejaar, waarin ook de afstudeeropdracht gepland staat.
Hoofdstuk 2
Studiepunten onderwijsprogramma Per studiejaar kunnen credits worden verdiend. Een studiepunt vertegenwoordigt een studielast van 28 uur. De totale opleiding omvat dientengevolge 4 x 60 credits = 240 credits. De studiebelasting heeft betrekking op alle voorkomende onderwijsleeractiviteiten. Colleges, PGObijeenkomsten, zelfstudie, introductie, studiebegeleiding, werkveldoriëntatie, de toetsen, het maken van opdrachten, simulaties, cases enz. worden allemaal meegenomen in de berekening van de studiebelasting en daarmee samenhangend de vaststelling van de credits. De 60 credits per studiejaar worden verdeeld over thematische modulen en overige onderwijsactiviteiten. Overzicht verdeling credits Vrijetijdsmanagement / Leisure Management Eerste jaar Inleiding in de Vrijetijdskunde 9 Organisatie & Management 9 Marketing van de vrijetijd 9 Leisure Life 9 Engels 12 SLB2 3 Managementvaardigheden 3 Schriftelijke communicatie 3 Voortgangstoets 3 Totaal eerste jaar 60 Tweede jaar HRM Leisure Experience Event operations LeisureLAB Frans / Duits
50
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
12 9 9 9 12
Hoofdstuk 2
Voortgangstoets SLB 3 Managementvaardigheden Totaal tweede jaar
3 3 3 60
Derde jaar Strategic Management Leisure Onderzoeksmoduul
12 12
Minor Minor Zelfmanagement 2e en 3e jaar
15 15 2
Vrij studiepunt 3e jaar Stagevoorbereiding Bedrijfspresentaties Totaal derde jaar
1 2 1 60
Vierde jaar Stage Afstudeeropdracht Totaal vierde jaar
43 17 60
Cum Laude afstuderen Het is mogelijk om cum laude af te studeren aan de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management als aan de volgende voorwaarden is voldaan: De student moet elk moduul behaald hebben met minimaal het cijfer 8 (= 80 % van de te scoren punten binnen een moduul). Het cijfer 8 moet in beginsel in de eerste toetskans waar de student aan heeft deelgenomen zijn behaald. De student moet een scriptie hebben geschreven die door de scriptiebegeleider en de tweede beoordeler is beoordeeld met het predicaat cum laude.
Hoofdstuk 2
De student neemt het initiatief om de examencommissie Vrijetijdsmanagement / Leisure Management te verzoeken een onderzoek in te stellen naar zijn wens om cum laude af te studeren. Dit verzoek dient vergezeld te gaan van een overzicht van de gemiddelde cijfers welke de student voor de modulen heeft behaald. Dit verzoek dient uiterlijk 2 maanden voor de datum van afstuderen te worden ingediend bij de examencommissie Vrijetijdsmanagement / Leisure Management.
2B.2.1 Onderwijsprogramma eerste studiejaar
Vanaf het studiejaar 2010-2011 gaat Stenden verder in een puntenstructuur met bouwstenen. Dit wil zeggen dat alle programmaonderdelen van de opleiding zijn onderverdeeld in stukjes van 3 EC. Deze “bouwstenen” zijn in een module geclusterd tot 1 onderdeel van 12 EC. Iedere moduul wordt afgesloten met één toets in de vorm van een moduulopdracht. Gedurende het eerste studiejaar zijn er meerdere studieweken gepland, die onder andere benut kunnen worden voor herkansingen van modulen. Deze studieweken kunnen door de studenten ook gebruikt worden voor overige onderwijsactiviteiten. Moduulplanning eerste studiejaar Vrijetijdsmanagement / Leisure Management Programma voor de reguliere instroom 1e jaar*:
52
moduul 1
Moduul 2
Moduul 3
Moduul 4
Inleiding in de Vrijetijds -kunde
Organisatie & Management
Marketing van de Vrijetijd
Leisure Life
Engels
Engels
Engels
Engels
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Zomer periode
Hoofdstuk 2
*Voor een aantal MBO-opleidingen bestaat een vrijstellingsregeling. Voor meer informatie hieromtrent wordt verwezen naar paragraaf 2C.3 van dit statuut. Beschrijving modulen eerste studiejaar Vrijetijdsmanagement / Leisure Management Uitvoerige inhoudelijke en onderwijskundige informatie over de modulen is te vinden in de betreffende moduulboeken. De informatie in het moduulboek is in beginsel bindend. Moduul 1: Inleiding in Moduulcoördinator Credits Moduulkarakteristiek
de Vrijetijdskunde : M. van Driel : 9 : verplicht
Algemene moduuldoelstelling: Het moduul Inleiding in de Vrijetijdskunde (IVK) is het eerste moduul van de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management. IVK is op te vatten als een introductie in de vrijetijdskunde. Het moduul analyseert het vrijetijdsgedrag, maakt veranderingen van dat gedrag inzichtelijk, beschrijft de verschillende factoren die hierop van invloed zijn en gaat in op de verschillende vrijetijdssectoren. Het moduul biedt een basis voor de rest van de opleiding. Vele aspecten die gedurende dit moduul aan de orde komen, worden later in de opleiding verder verdiept. Moduul 2:
Organisatie & Management
Moduulcoördinator:
Liesbeth Schellekens
Credits:
9
Moduulkarakteristiek:
verplicht
Hoofdstuk 2
Algemene moduuldoelstelling: Het moduul Organisatie & Management is opgebouwd uit de volgende onderdelen: -
Organisatiekunde Bedrijfseconomie: Bedrijfsadministratie Jong Ondernemen Managementvaardigheden
Bij het onderdeel Organisatie & Management staan de volgende thema‟s centraal; Omgeving en Organisatie, Mensen en Organisatie, Structuur en Organisatie. Binnen een organisatie spelen zich allerlei processen af die de kwaliteit van de organisatie beïnvloeden. Management, beleid, strategie, organisatiecultuur en omgevingsfactoren hebben allemaal invloed op de bedrijfsresultaten. Een goede manager weet, wat tot zijn kerntaken behoort. Hij kan die duidelijk maken naar zijn organisatie toe. Kennis van verschillende motivatietheorieën en leiderschapsstijlen helpt het eigen functioneren en het functioneren van de organisatie te beoordelen. Inzicht in de visie en missie van de organisatie helpt om de benodigde organisatiestructuur en –cultuur te doorzien. Deze en andere theorieën komen aan de orde tijdens het moduul. De moduulopdracht is gelinkt aan de onderwerpen van PGO en betreft een bedrijfsbezoek inclusief een interview met een manager.
Moduul 3: Marketing van de Vrijetijd Moduulcoördinator : Roel de Vries Credits : 9 Moduulkarakteristiek : verplicht
54
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Algemene moduuldoelstelling: Als je praat over klantenbinding, is er altijd sprake van een aanbieder en een afnemer . Het product of de dienst moet op een verantwoorde, uitgekiende wijze worden aangeboden Hiermee wil de aanbieder de afnemer aan zich binden. Om dit te bereiken, moet de aanbieder niet alleen weten wie zijn potentiële afnemer is, waar hij zich bevindt en hoeveel geld hij heeft of wil uitgeven, maar vooral ook, hoe oud zijn afnemer is, tot welke inkomensklasse hij behoort en welk beroep hij heeft. De aanbieder moet weten en onderzoeken wat er zich in het hoofd van zijn afnemer afspeelt, hoe hij denkt, waardoor hij beïnvloed wordt, hoe hij beslist. Belangrijke thema‟s in dit moduul zijn dus marketing en consumentenpsychologie. Moduul 4 Moduulcoordinatoren Credits Moduulkarakteristiek
: : : :
Leisure Life Mijke Bos & Martin Groters 12 EC verplicht
Algemene moduuldoelstelling: In het moduul Leisure Life staat de beleving van het leisure werkveld centraal. De centrale doelstelling van dit moduul is: „kennis en inzicht vergaren in de afzonderlijke vrijetijdssectoren en de actuele thema’s die spelen binnen deze sectoren, teneinde transsectorale belevenissen te kunnen regisseren en vermarkten”. De verdieping vind plaats door wekelijks een sector te behandelen gekoppeld aan een actueel thema. Zo wordt de sector openluchtrecreatie gekoppeld aan het toenemende spanningsveld tussen natuur en milieu, wordt bij toerisme ingegaan op de toenemende vraag naar authenticiteit en zal bij de behandeling van de mediasector ingegaan worden op de als maar toenemende mate van vrijgeven van gegevens. Naast deze vijf sectorspecifieke thema‟s wordt binnen het moduul Leisure Life ingegaan op drie onderwerpen die alle
Hoofdstuk 2
deelsectoren raken, namelijk duurzaamheid (people, planet, prosperity), Identiteit en Quality of Life & Geluk. Door de verdieping ontwikkelt de student een kritische blik op zijn/haar eigen vrijetijdsbesteding. Door een individueel onderzoek wordt de eigen besteding in kaart gebracht en geanalyseerd: Leisure in my Life. Het moduul wordt afgesloten met een kwalitatief onderzoek Leisure in my Society, waarin de student een vrijetijdssector naar keuze kiest (toerisme, recreatie, kunst en cultuur, media of sport) en hierover een eigen leervraag opstelt. Gedurende de week vinden er werkbezoeken en (gast)colleges plaats. Gezien de hoge mate aan werkbezoeken, en een aantal werkbezoeken die de student op eigen gelegenheid organiseert dient de student te rekenen op een eigen bijdrage van circa Euro 50,- voor het gehele moduul. Zelfmanagement Voor het onderdeel Zelfmanagement moeten in het eerste, tweede en derde studiejaar credits behaald worden. Voor inhoudelijke informatie wordt verwezen naar het betreffende hoofdstuk. Moderne Vreemde talen Engels en Frans / Duits Moduulcoördinatoren: Engels :Dinie Middelbrink
[email protected] Frans :Roel de Vries
[email protected] Duits :Gudrun Schmäling
[email protected] :Albert Eykenaar
[email protected] Studiejaar: Engels 1e en 3e jaar Duits/Frans 2e jaar Credits: 12 jaar 1 (Engels) 12 jaar 2 (Frans of Duits) Moduulkarakteristiek : verplicht Gewenst instapniveau : Engels B2 Duits (beginners) : nvt
56
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Frans/Duits (gevorderd)
:
B1
Tijdens de eerste twee jaren van de opleiding worden in de modules de moderne vreemde talen Engels en Frans of Duits aangeboden. In het derde jaar volgt nog een moduul Engels. De taalniveaus zijn volgens de Europese taalniveaurichtlijnen gespecificeerd in de Common European Framework of References (CEFR) A1 & A2 (basic language user) B1 & B2 (independent language user) C1 & C2 (proficient language user) De taalmodulen zijn niet in het moduul geïntegreerd en worden apart beoordeeld. Engels: Engels is voor iedere student verplicht in het eerste en het derde jaar. Frans: Om het programma voor Frans te kunnen volgen moeten studenten minimaal op B1 niveau instromen. Studenten met minder dan het gewenste B1 niveau krijgen verplicht toegang tot het Duitse Beginners programma (A1). Studenten zonder vereiste vooropleiding kunnen echter alsnog op basis van een instaptoets tot het programma op B1 toegelaten worden. Dit moet door de student zelf tijdig voor het begin van moduulperiode 1 zijn aangevraagd bij de betreffende moduulcoördinator. Duits: Het juiste instapniveau voor Duits (A1 of B1) wordt d.m.v. een instaptoets (E-Test Goethe-Institut) bepaald. Deze toets wordt in het 4e moduul van het eerste jaar afgenomen en bestaat uit een schriftelijk gedeelte en een korte mondelinge toets. Aan het einde van het 2 e studiejaar bestaat de
Hoofdstuk 2
mogelijkheid om voor Duits een extern certificaat van het Goethe instituut te behalen. De kosten voor een extern certificaat zijn voor eigen rekening van de student. Voor verdere informatie kunnen studenten contact opnemen met de moduulcoördinatoren Duits.
2B.2.2 Onderwijsprogramma tweede studiejaar Moduul 1
Moduul 2
Moduul 3
Moduul 4
HRM*
Leisure Experience
Event operations
LeisureLAB
Duits / Frans
Duits / Frans
Duits / Frans
Duits / Frans
*1
Zomerperiode
Engelstalig
Beschrijving modulen tweede studiejaar In het tweede studiejaar volgt de student 4 verplichte modulen. Uitvoerige inhoudelijke en onderwijskundige informatie over de modulen is te vinden in de betreffende moduulboeken. De informatie in het moduulboek is in beginsel bindend. Moduul HRM Moduulcoördinator Credits Moduulkarakteristiek Gewenst instapniveau
: : : :
Taal
:
Algemene moduuldoelstelling:
58
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hilda Koops en Vacature 12 verplicht moduul de student heeft de eerstejaars modulen gevolgd Engels
Hoofdstuk 2
In dit moduul staat het personeelsmanagement centraal, ook wel aangeduid als Human Resource Management (management van menselijk potentieel). De stof is gegroepeerd rond de volgende thema‟s: HRM-proces HRM-binden en boeien HRM-praktijk Centraal in het onderdeel HRM-proces staat HRM strategie, toegevoegde waarde HRM en werving & selectie. Tijdens het onderdeel HRM-binden en boeien wordt met name aandacht besteed aan het belang van motiveren en het goed leidinggeven aan personeel. De gesprekscyclus en groepsvorming staan centraal in het onderdeel HRM-praktijk. De onderdelen HRM-proces en HRM-binden en boeien worden in het Engels aangeboden. Het onderdeel HRM-praktijk is een onderdeel van de Event-lijn en zal zowel in Het Nederlands als het Engels worden aangeboden.
Moduul Leisure Experience Moduulcoördinator : Credits : Moduulkarakteristiek : Gewenst instapniveau :
Theo de Jong 9 verplicht moduul de student heeft de eerstejaars modulen gevolgd
Algemene moduuldoelstelling: Dit moduul analyseert de beleveniseconomie en maakt de verschuiving van de Marketing- naar de Beleveniseconomie inzichtelijk. Het moduul geeft handvatten die de student in staat stellen, om zelf een belevenis te creëren. Leisure Experience is vooral klantgeoriënteerd en sluit in dat opzicht aan op het eerstejaars moduul Marketing en de Vrijetijd. Zoals binnen elk moduul van het 2 e jaar zal een gedeelte van
Hoofdstuk 2
het moduul in het teken staan van Leisure Events. Binnen Leisure Experience zullen de studenten hun evenement concept matig gaan ontwikkelen en voorleggen aan de opdrachtgever. De studenten zullen de opgedane kennis naar de praktijk gaan vertalen en feedback uit het werkveld ontvangen. Moduul 3 Moduulcoordinator
: :
Event operations Amber Herrewijn en Eva Janssen 12 verplicht
Credits : Moduulkarakteristiek : Algemene moduuldoelstelling: In het moduul event operations worden aan de hand van cases aspecten behandeld die van belang zijn bij de voorbereiding, uitvoering en nazorg van een event. Op hoofdlijnen komen de volgende thema‟s aan de orde: Service operations Event operations HRM Kwaliteitsmanagement Financieel management Juridische zaken en wet- en regelgeving Ethiek en duurzaamheid Het moduul geeft handvatten waarmee de student in staat is om een event operationeel volgens plan te laten verlopen.
Moduul 4: LeisureLAB Moduulcoördinatoren: Jorrit van de Waal & Edou Hilverda Credits: 9 EC Moduulkarakteristiek: verplicht
In dit moduul staan een aantal thema‟s centraal:
60
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
-
Social media Dialoog met het werkveld Scenarioplanning Onderzoek
LeisureLAB is, zoals de naam al doet vermoeden, een experimenteel moduul waarbij de inbreng van de student centraal staat. Een van de belangrijkste doelstellingen is het zelfstandig kunnen werken binnen ruime kaders. Dit betekent dat er niet allemaal regeltjes zijn voor beoordeling en opdrachten. Verder zijn er diverse leuke thema‟s te vinden voor het moduul. Zo zal er in het begin van het moduul aandacht worden besteed aan social media en marketing. Hierin zal vooral een koppeling gemaakt worden naar de event lijn. Daarna zal het evenementconcept onderzocht worden met handige tools die vanuit de kenniscentra ETFI (European Tourism Furures Institute) en KSI (Kenniscentrum voor Sociale Innovatie) zullen worden aangeboden. Tenslotte gaan studenten in dialoog met ondernemers uit het werkveld. Dit zijn geen colleges waarbij kennis gebracht wordt maar de ondernemer zelf ook wat komt halen. De studenten zullen dus ook actief meedenken in realistische problematieken/casuistieken. “Everybody's a mad scientist, and life is their lab. We're all trying to experiment to find a way to live, to solve problems, to fend off madness and chaos.” (David Cronenberg) Moduul Leerbedrijf (derde studiejaar i.v.m. overgang naar het nieuwe programma) Moduulcoördinatoren : Liesbeth Schellekens en Edou Hilverda Credits : 12 Moduulkarakteristiek : verplicht moduul Gewenst instapniveau : de student heeft de eerstejaars modulen gevolgd.
Hoofdstuk 2
Algemene moduuldoelstelling: de student doet praktijkervaring op binnen een bedrijf uit de leisure-sector Algemene moduuldoelstelling Leerbedrijf Tijdens het moduul Leerbedrijf staat de integratie van theorie en praktijk centraal. Opgedane en nieuwe theorie wordt toegepast in een reële praktijksituatie op operationeel niveau. Het belang van het moduul Leerbedrijf is dat de student ervaring opdoet met processen binnen een organisatie die gericht zijn op het tevreden maken en/of houden van klanten. Ook geeft dit moduul verder inhoud aan competentiegericht onderwijs. Competenties zijn vaardigheids-, kennis-, houdings- en persoonskenmerken die nodig zijn om in het beroep van vrijetijdsmanager goed te kunnen functioneren. De opleiding geeft aan bij welk leerbedrijf de student de praktijkervaring op gaat doen, maar indien mogelijk wordt een keuze geboden. Tijdens het moduul worden een aantal workshops aangeboden. Hierin wordt ingegaan op specifieke thema‟s zoals onderzoeksvaardigheden, klantgericht handelen, zelfreflectie. De student wordt begeleid door een medewerker van het leerbedrijf en door een begeleider van de opleiding. Tijdens drie gesprekken (introductiegesprek, tussentijdse evaluatie en eindbeoordeling) krijgt de student een beeld van zijn/haar functioneren en persoonlijke Als keuzemodulen (minors) worden door Vrijetijdsmanagement / Leisure Management aangeboden: Event Management 1 Event Management 2 Kunst- & Cultuurmanagement Sportmanagement Sportmarketing, sportsponsoring, adventure sport
62
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
: : : :
moduul 1 en 3 moduul 2 en 4 moduulperiode 2 en 3 moduulperiode 1 & 3
:moduulperiode 2 & 4
Hoofdstuk 2
(alleen te volgen als Sportmanagement afgerond is) Tevens worden er minors aangeboden door andere STENDEN-opleidingen, die openstaan voor intekening door STENDEN-studenten. Zie hieronder voor meer informatie over deze minors. Voor vragen over bijzondere leerroutes, niet gevolgde modulen, en vrijstellingen kan men contact opnemen met de coördinator studieloopbaanbegeleiding, de heer Albert Eijkenaar. In totaal dienen er 2 minors afgerond worden van elk 15 EC, of één minor van 30 EC, tenzij er vrijstellingen verleend zijn. Minors mogen ook afgerond worden aan andere instellingen, bijvoorbeeld via deelname aan de Stenden hogeschool-Grand Tour, of via deelname aan een uitwisselingsprogramma. Informeer bij Bureau Internationalisering of bij je studiecoach naar de mogelijkheden. Zie ook MTR art. 3.2 Beschrijving modulen derde studiejaar Uitvoerige inhoudelijke en onderwijskundige informatie over deze modulen is aan te treffen in de betreffende moduulboeken. Moduul Strategic Management Moduulcoördinator: Steffen Fokkema en Herman Wassens Credits: 12 Moduulkarakteristiek : verplicht moduul Gewenst instapniveau: de student heeft alle modulen in de eerste twee jaren gevolgd. Algemene moduuldoelstelling: Strategic Management builds upon basic service organisational concepts relating to management, marketing, research and economic principals covered in the first two years of the curriculum. Major themes covered in this module include understanding strategy development, strategic positioning, strategic choices, implementation of strategic decisions, and values based strategy. A management simulation game is included
Hoofdstuk 2
in order to apply the acquired knowledge. A variety of case studies require students to work in groups in order to apply theoretical knowledge to leisure and tourism companies. Leisure Projects (Leisure Moduulcoördinator : Semesterthema : Credits : Moduulkarakteristiek : Gewenst instapniveau :
Onderzoeksmoduul, Lumius) Peter Huig/Johan Kasper het managementproces 12 verplicht moduul Student heeft alle modulen van het tweede studiejaar Vrijetijdsmanagement / Leisure Management gevolgd.
Algemene doelstelling: In een praktijksituatie (consultancy en advies) leren om allerlei concrete vragen en problemen uit het werkveld op een gestructureerde manier aan te pakken en zo mogelijk op te lossen. Toelichting Voor een aantal derdejaars studenten bestaat eventueel de mogelijkheid Leisure Projects in de zomervakantie te volgen. De randvoorwaarden zijn de volgende: toewijzing van een project/opdracht is afhankelijk van de mogelijkheid die het STENDEN Service Centre in de zomervakantie heeft/biedt. er moet sprake zijn van een situatie van studievertraging of van een dringende reden om de studie te versnellen. indien er praktijkplaatsen beschikbaar zijn, wordt bij plaatsing voorrang verleend aan studenten die door een situatie van overmacht (ziekte, familieomstandigheden etc.) studievertraging hebben opgelopen. Studenten die belangstelling hebben voor deze mogelijkheid om in de zomervakantie hun praktijkmoduul te lopen moeten vóór 1 mei 2010 een schriftelijk verzoek indienen bij de
64
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
examencommissie en zich tevens aanmelden bij dhr. Johan Kasper. Studenten kunnen vervolgens, na goedkeuring van hun aanvraag door de Examencommissie en voorzover er plaats is binnen het zomerprogramma van het STENDEN Service Centre, dit onderzoeksmoduul in de zomerperiode volgen. Inzet studenten in Leisure Projects Studenten die de Opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management volgen, hebben gekozen voor studie en praktijkwerkzaamheden in de Leisuremarkt. Eén van de consequenties van deze markt is dat er met enige regelmaat ook in de avonduren of weekenden en vakantieperiodes werkzaamheden verricht moeten worden. Aangezien dit moduul voor en samen met bedrijven/instellingen uit de Leisuremarkt wordt uitgevoerd, wordt van studenten verwacht dat zij zich aanpassen aan de werktijden die door de opdrachtgevers als wenselijk worden aangegeven in het belang van het project c.q. de opdracht. Voor specifieke persoonlijke omstandigheden kunnen studenten contact opnemen met de heer Johan Kasper, of één van de overige moduulcoördinatoren. Indien buitenlandse studenten in uitwisselingsprogramma's dit moduul volgen, zullen zij, voor zover zij de Nederlandse taal niet machtig zijn, zelf een projectvoorstel mee moeten nemen waarbij zij met Engelstalige literatuur kunnen werken.
2B.2.4 Onderwijsprogramma laatste (derde of vierde) studiejaar
Het onderwijsprogramma voor het laatste studiejaar Vrijetijdsmanagement / Leisure Management is geheel gereserveerd voor twee onderdelen, namelijk voor de stage (30 weken) en de afstudeeropdracht (12 weken). (Bij een verwante MBO vooropleiding geldt de regeling van 19 weken, dit is inclusief de scriptie). Gedurende deze
Hoofdstuk 2
aaneengesloten periode mogen geen andere onderwijsactiviteiten worden verricht (bijvoorbeeld het volgen van onderwijs, het maken van vervangende opdrachten, operationeel management, opleidingsactiviteiten enz.). Uitzonderingen hierop kunnen alleen via de examencommissie toegekend worden. Het Stageprogramma Stagecoördinator: J.M.J. de Wilt Credits: 43 (stage) + 17 ( afstudeeropdracht) bij een volledige stage. Credits: 30 bij vrijstelling wegens een verwante MBO vooropleiding. Voor studenten met een MBO vooropleiding,niveau 4 geldt de volgende regeling.: Deze studenten hebben recht op vrijstellingen. Het is een recht,geen verplichting. Bij het opnemen van deze vrijstellingen zal de stage meestal in het tweede deel van het derde studiejaar vallen. Zie daarvoor hoofdstuk 2C 3. Moduulkarakteristiek: verplicht, opleidingsspecifiek, jaarmoduul Gewenst instapniveau: het tweede ( MBO regeling) of derde studiejaar is voltooid Algemene stagedoelstelling: De student moet in complexe organisaties voldoende kunnen functioneren. Gelet op de grote mate van verscheidenheid in het aantal bedrijfstypen en/of instellingen waarin studenten hun stage lopen en mede gelet op het feit dat stagebieders in verschillende afdelingen van de stagebiedende organisatie een eigen beleid voeren ten aanzien van stages, dient men er rekening mee te houden dat de doelstellingen per stagiaire verschillend kunnen zijn. Voor specifiekere doelstellingen en een uitgebreide omschrijving van de te behalen competenties zie de stagereader Leisure Management. (deel 1)
66
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Toelatingseisen voor het stageprogramma. De regeling omvat twee fasen: • de toelating tot de procedure, die moet leiden tot een stageplaats • het definitief groen licht om met de eigenlijke stage te starten De student wordt toegelaten tot de eerste fase, indien aan de volgende twee voorwaarden is voldaan. 1. De student beschikt over een propedeutisch getuigschrift Vrijetijdsmanagement / Leisure Management 2. De student volgt het derdejaars programma. Studenten met MBO vrijstellingen volgen dit programma reeds in hun tweede jaar van inschrijving. De student wordt toegelaten tot de tweede fase, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan. 1. De student heeft alle hoofdfase modulen gevolgd (inclusief deelname aan de regulieretoetsen in de toetsweek). 2. De student heeft de praktijkmodulen uit de hoofdfase behaald. 3. De student heeft alle tweedejaars theoriemodulen behaald. 4. De student heeft alle derdejaars theoriemodulen gedaan, er mag 1 als onvoldoende beoordeeld theoriemoduul openstaan. 5. De student beschikt heeft aan alle verplichtingen voldaan met betrekking tot werkveldoriëntatie 6. De student heeft alle credits voor zelfmanagement behaald. 7. De student heeft aan alle verplichtingen van de stagevoorbereiding voldaan. Bij studenten waarbij duidelijke problemen met z.g. onstudeerbaarheid ontstaan, is via overleg met de studiebegeleiding een oplossing mogelijk. Dit dient dan wel duidelijk vastgelegd te worden in een contract tussen student en opleiding.
Hoofdstuk 2
Stagevoorbereiding 1. Ter voorbereiding op het stagekeuzeproces krijgen de studenten een sollicitatietraining. Zie hiervoor bij zelfmanagementactiviteiten elders in deze studiegids. Meer gedetailleerde informatie verschijnt in de Stenden hogeschool- krant en op ELO. 2. Bedrijfspresentaties maken een onderdeel uit van de stagevoorbereiding. De studenten krijgen in de loop van het studiejaar via een aantal op middagen geconcentreerde presentaties de gelegenheid nader kennis te maken met een aantal stagebedrijven. 3. In het derde studiejaar wordt gedurende één moduulperiode algemene informatie gegeven over de stage en het onderzoek dat verricht moet worden in verband met de afstudeeropdracht. 4. Er staat verder voor de voorbereiding van de keuzes een compleet overzicht van het aanbod van stageplaatsen op het Intranet van onze opleiding.
Voorwaarden en mogelijkheden 1. Contractueel is het verboden tijdens de stage een baan binnen het stagebiedende bedrijf te aanvaarden. 2. De uitgangspunten en richtlijnen met betrekking tot de stageplaatsen staan vermeld in de stagenota. Deze punten worden tijdens de informatiecolleges met de studenten besproken. Per jaar worden twee plenaire bijeenkomsten gehouden betreffende voorlichting en regelgeving. Deze worden als volgt ingeroosterd: 1 In oktober voor de groep die in semester 1 van het volgende jaar op stage gaat; 2. In juni voor de groep die in semester 2 van het volgende jaar op stage gaat.
68
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Aansluitend op deze algemene voorlichtingsbijeenkomst zijn er de verplichte stagegesprekken waar vraag en aanbod in direct overleg met de student in kaart worden gebracht. Hierbij geldt als regel dat de studenten zich tot één sollicitatie per keer dienen te beperken. Dat wil zeggen de lopende sollicitatie dient eerst volledig te zijn afgehandeld, alvorens met een nieuw bedrijf te starten. Startdata stage De start is mogelijk in de eerste week van elk moduul. De zomervakantie wordt in dit geval als moduul 5 beschouwd en dan is starten dus ook mogelijk. Beoordeling De stage wordt beoordeeld in een gesprek tussen stagedocent, stagebegeleider en student aan de hand van het stageverslag. Daarnaast zal een tweede docent de scriptie beoordelen. Ter wille van de studeerbaarheid van het onderwijsprogramma en de relatie met de vereisten van de zogenaamde „tempobeurs‟ kent het stagejaar twee perioden: namelijk voor stages startend in september loopt de eerste periode van 1 september tot 1 maart, en de tweede periode van 1 maart tot 1 september. Voor stages startend in maart loopt de eerste periode van 1 maart tot 1 september en de tweede periode van 1 september tot 1 maart. In het stagejaar krijgt de Vrijetijdsmanagement / Leisure Managementstudent per periode maximaal 30 credits. Ook hier geldt een aparte regeling voor het M.B.O.traject. Het schrijven van de afstudeeropdracht neemt 12 weken in beslag. Beoordelingseisen qua vormgeving en inhoud voor het stageverslag en de afstudeeropdracht staan vermeld in de stagenota. De student krijgt wanneer het betreffende onderdeel als voldoende beoordeeld wordt op grond van de beoordelingseisen: 1. 26 credits voor het eerste deel van de stage 2. 4 credits voor het begin van de afstudeeropdracht
Hoofdstuk 2
(probleemstelling en structuur) 13 credits voor het tweede deel van de stage 17 credits voor de afstudeeropdracht N.b. bij de MBO regeling staan er 30 credits voor stage en scriptie. De afstudeeropdracht wordt beoordeeld in een gesprek tussen de stagedocent, stagebegeleider en de student. De stagebegeleider heeft hier adviesrecht. Bij dit gesprek is de afstudeeropdracht het te bespreken document. Een aparte reader “Rapporteren kun je leren” met als ondertitel “Een handleiding voor het schrijven van onderzoeksrapporten” is verkrijgbaar bij de Stenden shop. Vrijetijdsmanagement / Leisure ManagementVrijetijdsmanagement / LeisureManagement 3. 4. 5.
2B.2.5 Onderwijsprogramma keuzeprogramma‟s
In de eindfase van de opleiding wordt een keuzeprogramma aangeboden. De keuzemodulen heten minors. Het keuzeprogramma biedt de student de mogelijkheid zich te verdiepen in onderwerpen waar speciale interesse naar uitgaat. In plaats van het volgen van keuzemodulen die de instituten aanbieden, is het ook mogelijk een uitwisselingsprogramma te volgen aan een universiteit of hogeschool in het buitenland. Vrijetijdsmanagement / Leisure Management biedt zelf de volgende minors aan: Eventmanagement 1 en 2 Kunst en Cultuur Management Sport Management en Sportmarketing Sport Management en Sportmarketing aangevuld met een sportgerelateerde stage in het 4e studiejaar geeft recht op een bijzondere vermelding van 90 credits op het getuigschrift. Voor uitgebreide informatie over het keuzeprogramma van de Stenden hogeschool: zie A-Z Index, M van Minors:
70
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Hier worden alle minors die de Stenden hogeschool aanbiedt beschreven, inclusief periodeplanning en toegangseisen. Voor uitgebreide informatie over de uitwisselingsprogramma's wordt verwezen naar Bureau Internationalisering, en naar de desbetreffende coördinatoren. Elk studiejaar is verdeeld in vier moduulperioden. Een student rondt, als er verder geen vrijstellingen zijn verleend, 2 minors van elk 15 credits, of één minor van 30 credits, af tijdens de studie. De student maakt zelf een keuze uit het aanbod. Inschrijving daarvoor vindt plaats via een computerprogramma, rond de maand april van het voorafgaande studiejaar. De student kan zelf bepalen in welke periode de verplichte derdejaars modulen, en wanneer de minors worden gevolgd. Op basis van de inschrijvingen beslist de organisatie welke minors daadwerkelijk worden aangeboden. Indien de situatie daartoe aanleiding geeft, behoudt de organisatie zich het recht voor in de planning van de student wijzigingen aan te brengen.
2B.2.6 Algemene studiepunten, vrije studiepunten
Opleidingsactiviteiten kunnen voor studenten tot cohort 2009 gehonoreerd worden met een of meer vrije studiepunten. Het verdienen van studiepunten voor opleidingsactiviteiten kan op vele verschillende manieren gebeuren. Hiervoor geldt een aantal criteria: 1. De activiteit voor het vrije studiepunt dient bij te dragen aan de ontwikkeling van competenties en dient beschreven te worden in het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). 2. Er dient sprake te zijn van een inzet ten behoeve van de opleiding, de Stenden hogeschool of het Leeuwarder HBO. 3. De activiteit wordt in eerste instantie uit onderstaande lijst gekozen.
Hoofdstuk 2
Aan dit overzicht kunnen activiteiten worden toegevoegd. Wanneer studenten of medewerkers een idee voor het behalen van 1 dan wel meerdere vrije studiepunten hebben kan dit worden ingediend bij de coördinator studiebegeleiding. De volgende regeling wordt gehanteerd: Een studiepunt staat voor een werklast van 28 uur. Het moet een onbetaalde activiteit zijn. De activiteit moet in principe uitvoerbaar zijn met weinig of geen begeleiding van een docent. De verschillende activiteiten kunnen alleen worden beloond met 1 of 2 credits. Het is dus niet mogelijk om meerdere kleine activiteiten te koppelen zodat er in totaal ongeveer 28 uur of een veelvoud daarvan is geïnvesteerd. Bij de verschillende activiteiten staat omschreven hoeveel credits verdiend kunnen worden. Mocht het zo zijn dat er meer tijd voor nodig is dan staat aangegeven dan kan dat in overleg met de medewerker die de studiepunten toekent worden aangepast, wel steeds in eenheden van 28 uur. De medewerkers die genoemd staan bij de verschillende activiteiten kunnen ook eventuele vragen over dat desbetreffende onderdeel beantwoorden. Bij het toekennen van credits voor Opleidingsactiviteiten zoals hieronder beschreven bestaat de mogelijkheid dat studenten meer dan het maximaal aantal benodigde credits van 2 verdienen (m.n. bij de besturen van de studentenverenigingen en Leeuwarder Introductie Comité en de leden van de Studentenraad (Stura) is dit een reële mogelijkheid). Deze "overpunten" (om een studententerm te gebruiken) kunnen niet worden verrekend met andere studieactiviteiten. Ook worden er geen extra deelcertificaten of andere verklaringen afgegeven. Wel worden deze credits als extra vrije studiepunten in het resultatenoverzicht van de student opgenomen.
72
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
De volgende activiteiten komen hiervoor in aanmerking (de opsomming is niet limitatief) 1.
Voorlichting en PR
2.
Functies en taken binnen de Stura (of taken die door de Stura worden aangestuurd) a. Stura-leden b. Stagewerkgroepleden c. Stagecommissie d. Moduulplangroepen e. Opleidingscommissie
Open Dagen en Externe voorlichtingsbijeenkomsten, selectiegesprekken en sollicitatiegesprekken, overige ondersteuning van werkzaamheden op het gebied van PR. Toekennen van credits: Vrijetijdsmanagement / Leisure Management– Communicatiemedewerker V&A
ad a. Toekennen van credits (op voordracht van de voorzitter van de Stura): de coördinator studiebegeleiding. ad b./c. Toekennen van credits: stagecoördinator Vrijetijdsmanagement / Leisure Management (Vrijetijdsmanagement / Leisure Management) - dhr. J.M.J.. de Wilt. ad d. Deelname moduulplangroepen. Toekennen van credits: moduulcoördinator. ad e. Deelname aan onderwijscommissie. Toekennen van credits: Vrijetijdsmanagement / Leisure Management (Vrijetijdsmanagement / Leisure Management) - voorzitter van de commissie 3
Taken tijdens de opleidings StudieStartWeek Te denken valt aan onder andere een studenttutorschap. Toekennen van credits door de coördinator van het introductiemoduul Vrijetijdsmanagement / Leisure Management (Vrijetijdsmanagement / Leisure Management)
Hoofdstuk 2
4.
Taken in het studielandschap a. Databank tijdschriftartikelen opzetten. b. Stagedocumentatie opzetten. Toekennen van credits: coördinator studielandschap.
5.
Hostsstudent Project(NHL/STENDEN/SSHLsamenwerkingsverband) Studenten die in een flat van de Stenden hogeschool wonen (zelf huur betalen) en als gastheer- vrouw functioneren voor studenten uit het buitenland die bij de Stenden hogeschool studeren.
6.
Lidmaatschap van Reception Committee for Foreign Students RCFS) De RCFS is verantwoordelijk voor de primaire opvang en introductie van de buitenlandse uitwisselingsstudenten die aan de Stenden hogeschool studeren. Toekenning van een of meer credits geschiedt door de voorzitter van de commissie Internationalisering op basis van een voordracht van de voorzitter van de RCFS. Voor verdere informatie zie elders in het studentenstatuut deel 2.
7.
Lidmaatschap van Foreign Relations Committee FREC) De FREC is verantwoordelijk voor de introductie van buitenlandse studenten die aan de Stenden hogeschool studeren bij de studentenvereniging die verbonden is aan de opleiding. Toekenning van een of meer credits geschiedt door de voorzitter van de commissie Internationalisering op basis van voordracht van de voorzitter van de FREC. Voor verdere informatie zie deze studiegids.
8.
Ondersteunende activiteiten: STENDEN Service Centre Actuele informatie volgt steeds via mededelingenborden. Eén van de activiteiten is het bemannen van de receptie van de Globe (STENDEN Service Centre-gebouw). 28 uur werken staat gelijk aan 1 studiepunt.
74
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
9.
Leeuwarder Introductie Comité a. Dagelijks Bestuur (DB) b. Commissies Toekennen van creditsop voordracht van de voorzitter van het DB door de dean mevrouw A. Mannen.
10.
Lidmaatschap Opleidingscommissie
11.
Leeuwarder Studenten Pastoraat: Centraal Bestuur van het Leeuwarder Studenten Pastoraat (Expect) Toekennen van creditsop voordracht van de voorzitter van het Bestuur door: Vrijetijdsmanagement / Leisure Management – de coördinator studiebegeleiding.
12.
Lidmaatschap Hogeschoolraad STENDEN Inlichtingen: Piet Sieperda of Gudrun Schmäling
13.
Voorbeelden van voorstellen zoals die door studenten en/of medewerkers zelf zijn ingediend Construeren van een moduultoetsbundel voor eerstejaars studenten;
14.
Overige Studenten en medewerkers kunnen te allen tijde zelf schriftelijk voorstellen indienen bij de coördinator studiebegeleiding. Deze zal dan per ingediende aanvraag bekijken of men in aanmerking kan komen voor het behalen van vrije studiepunten door deze projecten.
2B.2.7 Zelfmanagement Activiteiten
De "Zelfmanagement Activiteiten" vallen uiteen in twee componenten: studieloopbaanbegeleiding ( 3 credits totaal) stagevoorbereiding (2 credits totaal)
Hoofdstuk 2
2B.2.7.1Studieloopbaanbegeleiding
Aan de studieloopbaanbegeleiding zijn de volgende credits gekoppeld: 1e studiejaar: 1a StudieStartWeek/ 1b Propedeuse: Studieloopbaan begeleiding 1 en 2: 6 credits 2e & 3e studiejaar: 1c Hoofdfase: Zelfmanagement: 2 credits Toekenning van deze credits geschiedt als volgt: ad 1a Alle eerstejaars studenten nemen aan de StudieStartWeek deel. Bij verhindering dient een vervangende opdracht gemaakt te worden. De moduulcoördinatoren zijn mw. Amber Herrewijn en Theo de Jong. ad 1b Studieloopbaan begeleiding 1 & 2 (SLB 1 & 2) is zoals je ziet opgesplitst in 2 onderdelen. SLB 1 is een programma waarin wordt gekeken naar vaardigheden die een HBO student moet hebben om zijn/haar studie, met succes binnen een redelijke tijd, te kunnen voltooien. Er wordt ingezoomd op de specifieke wijze waarop binnen Stenden het HBO onderwijs is vormgegeven. PBL en competentieonderwijs vormen daarbij de basis. SLB 2 is geheeld op gebouwd rond studieloopbaancompetenties, dit zijn competenties die je nodig hebt om je studie, en later jouw carrière blijvend vorm te kunnen geven. Het komt er op neer dat je binnen dit programma zal gaan werken aan jezelf, aan je persoonlijke vaardigheden. Dit zijn niet altijd competenties die je binnen de opleiding gaat halen maar ook daar buiten. ad 1c
76
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Dit studiepunt wordt aan het einde van het derde studiejaar voor aanvang van de stage toegekend. Er vinden ook hier in totaal minimaal 3 gesprekken plaats, 1 in het 2 e jaar (eind moduul 3, begin moduul 4) en 2 in het 3 e jaar, in januari en juni. Let op in het resultatenoverzicht wordt dit punt in het 2 e jaar geregistreerd. PS Voor de studenten met een verkort MBO-instroom traject geldt dat zij in de hoofdfase in totaal maar minimaal 2 gesprekken gevoerd hoeven te hebben, want bij hun worden de beide 3e jaars gesprekken samengevoegd tot 1 gesprek, dat vlak voor het begin van de stage zal moeten worden gehouden.
2B.2.7.2Stagevoorbereiding
De stagevoorbereiding bestaat uit twee fases, beide in combinatie met studieloopbaanbegeleiding. Oriëntatie in het tweede jaar Definitieve keus en sollicitatie in het derde jaar Aan de stagevoorbereiding zijn 3 credits gekoppeld te weten: 2a de sollicitatietraining (tweede studiejaar) 1 credit 2b bijwonen van bedrijfspresentaties/bedrijfsmiddagen en bezoeken van beurzen (derde studiejaar) 1 credit 2c voorbereiding op de sollicitatie naar een stage (derde studiejaar) 2 credits De credits worden toegekend door dhr. J.M.J. de Wilt. Bij onvoldoende participatie volgt een vervangende opdracht. Toekenning van deze credits geschiedt als volgt: ad 2a Sollicitatietraining Ter voorbereiding op de sollicitatiegesprekken is het volgen van een sollicitatietraining een verplichte activiteit voor alle studenten. Deze training wordt georganiseerd met hulp van
Hoofdstuk 2
instellingen van buiten de opleiding. Aan het begin van het nieuwe cursusjaar zullen hierover via de Stenden hogeschool-krant en op ELO zo snel mogelijk nadere inlichtingen volgen. De training valt onder de eindverantwoordelijkheid van het stagebureau. ad 2b Beurzen en bedrijfspresentaties De studenten krijgen in de loop van het tweede studiejaar via een aantal op middagen geconcentreerde presentaties de gelegenheid nader kennis te maken met een aantal stagebedrijven. Tevens is voor het behalen van de onder 2b genoemde studiepunt het bezoeken van beurzen, naar keuze, een optie. ad 2c In het derde jaar zijn er korte gesprekken met de stagecoördinator waar de in de oriëntatiefase voorbereide keus voor een stageplaats in kaart gebracht wordt. Hier worden vraag en aanbod samen gebracht en heeft de student de gelegenheid via de school te solliciteren en tot een definitieve stageplaats te komen. Aansluitend is er nog een aantal colleges over regelgeving t.a.v. stages en het verloop van de stage op zich. De inhoud en het tijdstip van deze colleges staat aangegeven bij het hoofdstuk betreffende het vierde cursusjaar. De in de oriëntatiefase opgedane kennis wordt via de studieloopbaan-begeleidingsgesprekken verwerkt tot een gerichte keus voor een stageplaats. Studenten bereiden zich veelal door middel van literatuurstudie voor op: 1. culturele verschillen (indien van toepassing) 2. de taal/talen die op de stageplaats gesproken moet(en) worden 3. de specifieke kenmerken van de stageplaats zelf door contact met voorgaande stagiaires
78
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
4. specifieke kennis noodzakelijk voor de betrokken afdeling(en) 5. specifieke kennis noodzakelijk voor de bedrijfstak, zo mogelijk via keuzemodulen . In gesprekken met de studieloopbaanbegeleider zal ook de voorbereiding op de stage een punt van aandacht zijn.
2B.2.8 Voortgangstoets en Bindend Studieadvies (BSA) De voortgangstoets is een toetsmethode waarin de kennisontwikkeling gedurende de eerste drie jaar van het curriculum centraal staat. De toets wordt telkens afgenomen op eindniveau. De student moet ieder jaar aantonen een stap richting het eindniveau te hebben gezet. De toets bestaat uit 200 vragen, die zijn verdeeld over een aantal categorieën. Per jaar moet de student een bepaald aantal vragen voor iedere categorie beantwoorden. De toets wordt viermaal per jaar aangeboden. Per jaar moet de student een vastgestelde norm halen om de ECs die er staan voor de voortgangstoets te behalen. In het onderstaande schema valt te lezen hoeveel vragen er (goed) moeten worden beantwoord om de verschillende normen te halen. Toets
Totaal aantal vragen
Aantal vragen (minimum)
Goed
Fout
Norm (goedfout)
Norm in %
EC
Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3
200
90
54
36
18
60
3
200
90
59
31
28
65
3
200
120
78
42
36
65
3
Een voorwaarde voor het behalen van de credits voor de voortgangstoets (3 EC) is, naast het scoren boven de norm, het tweemaal afnemen van de toets per jaar. Eén van de
Hoofdstuk 2
toetsen is dan materiaal voor het studiebegeleidingsprogramma, om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de student per categorie. De hoogste score levert 3 EC op, mits er boven de norm is gescoord. Binnen het kader van het Bindend Studieadvies (BSA, zie blz. 28) heeft de voortgangstoets geen verplicht karakter. Het behalen van de norm van de voortgangstoets is dus geen voorwaarde voor het verkrijgen van een positief bindend studieadvies. Het scoren van de toets boven de norm van een volgend jaar resulteert niet in credits voor dat betreffende jaar. Andersom geldt wel dat met het behalen van de norm van het huidige jaar eveneens de credits voor de toets van een voorgaand jaar kan worden behaald, mits die punten nog niet waren behaald. Hierbij dient opgemerkt te worden dat studenten aan het eind van het tweede jaar ten minste de norm van het eerste jaar moeten hebben behaald, aangezien het behalen van de propedeuse een voorwaarde is voor toelating tot het derde jaar.
2C
Studievorderingsbeleid 2C.1 Examencommissies De examencommissie De opleiding Leisure Management kent een examencommissie. De taken en bevoegdheden van deze examencommissie zijn neergelegd in het STENDENexamenreglement 2011/2012 en in de moduultentamenregeling van de opleiding Media- en Entertainment Management 2011/2012. Studenten die zich met een verzoek willen richten tot de examencommissie kunnen zich wenden tot de secretaris, de heer Martin Haanstra, telefoon 058-2441425, e-mail Examencommissie
[email protected] of het secretariaat, mevr. GerdaKloosterman, e-mail Examencommissie LM-TM-MEM@ stenden.com
80
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
De examencommissie vergadert minimaal vier keer per moduulperiode (zie 2C.1.1) Brieven voor de examencommissie dienen 4 werkdagen voor de vergaderdatum van de examencommissie in het bezit van de secretaris te zijn (uiterlijk donderdag, voor 12.00 uur, in de week voorafgaande aan de vergadering op woensdag). VERZOEKEN DIE TE LAAT WORDEN INGEDIEND, WORDEN DOORGESCHOVEN NAAR EEN VOLGENDE VERGADERING. De verzoeken moeten worden voorzien van een duidelijke motivatie. De verzoeken moeten getypt of geprint ingeleverd worden, voorzien van naam, adres, telefoonnummer, studentnummer, naam van het moduul waarover de brief gaat, groepsnummer, tutor en/of docent en/of moduulcoördinator. Op ELO is een format aanwezig waarvan de aanvrager verplicht gebruik dient te maken. De bovengenoemde voorwaarden zijn daarin opgenomen. Brieven die niet aan dit format voldoen worden NIET in behandeling genomen. Dit format is te vinden op ELO onder LM-TM-MEM Announcements > “ExamCommittee” -> format brief examencommissie. Het vergaderrooster van de examencommissie is als volgt: 2C.1.1 Vergaderrooster examencommissie woensdag 24 augustus 2011 woensdag week 1, moduul 1 woensdag week 3, moduul 1 woensdag week 5, moduul 1 woensdag week 7, moduul 1 woensdag week 1, moduul 2 woensdag week 3, moduul 2 woensdag week 5, moduul 2 woensdag week 7, moduul 2 woensdag week 9, moduul 2 woensdag week 1, moduul 3
Hoofdstuk 2
woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag
week week week week week week week week week
3, 5, 7, 1, 3, 5, 7, 1, 3,
moduul moduul moduul moduul moduul moduul moduul moduul moduul
3 3 3 4 4 4 4 5 5
2C.1.2 Opleidingscommissie
De opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management kent een Opleidingscommissie. De hoofdtaak van deze commissie is het adviseren van het management van de opleiding met betrekking tot onderwijsbeleid, onderwijsvernieuwing en onderwijsorganisatie. De opleidingscommissie bestaat uit studenten en medewerkers. In principe vergadert zij 1 maal in het moduul, namelijk in week 3 op woensdagochtend het 3e en 4e lesuur. De vergaderingen zijn openbaar. Nadere informatie kan worden ingewonnen bij de dean.
2C.2
Toelatingsbeleid
2C.2.1 Vooropleidingseisen
In de WHW staat de vooropleidingseis aangegeven in hoofdstuk 7, artikel 7.24.2. Voor de inschrijving aan de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management geldt als vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (VWO), hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO) of middelbaar beroepsonderwijs niveau 4. Voor Havo profielen tot augustus 2007 geldt:
82
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
N&T: Ec 1 + 2e MVT N&G: Ec 1 + 2e MVT
Met opmaak: Lettertype: Verdana, Niet onderstrepen, Tekstkleur: Auto, Duits (standaard) Met opmaak: Lettertype: Verdana, Duits (standaard) Met opmaak: Lettertype: Verdana, Niet onderstrepen, Tekstkleur: Auto, Duits (standaard) Met opmaak: Lettertype: Verdana, Duits (standaard) Met opmaak: Lettertype: Verdana, 12 pt, Niet onderstrepen, Tekstkleur: Auto
Hoofdstuk 2
2C.2.2 Aanvulling op de vooropleidingseisen voor profielen vanaf augustus 2007:
Havo C&M kent als aanvullende eis Economie of M&O. De andere profielen kennen geen aanvullende eisen. Dit geldt ook voor de VWO-profielen. 2C.3.4 Vrijstelling op grond van propedeutisch getuigschrift. De bezitter van een getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch of afsluitend examen aan een instelling van hoger onderwijs is vrijgesteld van de onder 2C2.1 genoemde algemene vooropleidingseisen. Wel moet voldaan worden aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd onder 2C2.2. De maximale vrijstelling met een HBO-P certificaat bedraagt 30 credits, en omvat beide Minors van het 3e-jaar. De vrijstellingen zijn niet verplicht. Iedere student heeft recht op het volgen van het volledige programma. 2C.3.2 Vrijstellingsregeling voor niet door de examencommissie als „verwant‟ aangemerkte mboopleidingen (MBO-4, lang). Je kunt alleen voor beide Minors/keuzemodulen (dus voor maximaal 30 credits) aan vrijstellingen krijgen. Je mag echter ook gedeeltelijk vrijstellingen aanvragen, om toch bijvoorbeeld nog 1 keuzemoduul te kunnen lopen . 3. Je kunt pas in de loop van het 2 e studiejaar (maar in gèèn geval voor einde van moduulperiode 1) een afspraak maken/dan wel via de e-mail contact opnemen met de coördinator leerrouteplanning, Albert Eijkenaar,
[email protected]. (Kamer 3.10) In dit gesprek kun je aangeven van welke vrijstellingen jij gebruik zou willen maken.
84
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
2C.3
Vrijstellingen
Voor studenten vanaf cohort 2009 geldt de volgende vrijstellingsregeling: De opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management kent de mogelijkheid van moduulvrijstellingen; er wordt gèèn deelvrijstelling verleend voor losse onderdelen van een moduul, dus hier geldt het motto dat, indien de student kan aantonen dat hij minimaal 80% van de moduulinhoud aan (voor)kennis in zijn bagage heeft, dan wel voldoende de vaardigheden binnen dat moduul beheerst een moduulvrijstelling kan krijgen. Studenten met uitsluitend een VWO- of een HAVO-opleiding komen niet in aanmerking voor een moduulvrijstelling. Mocht een student van mening zijn dat hij in aanmerking kan komen voor een vrijstelling dan geldt de volgende procedure:
2C.3.1 Procedure voor de aanvraag van moduulvrijstellingen, anders dan de standaard vrijstelling in deze paragraaf beschreven
1. Het initiatief tot het verkrijgen van een vrijstelling berust bij de student. 2. De vrijstelling voor een bepaald moduul is alleen dan geldig wanneer de aanvraag ervan bij de Examencommissie van de opleiding binnen komt voordat het moduul voor de eerste keer plaatsvindt. Vrijstellingen die in de loop van het moduul worden aangevraagd, worden niet meer gehonoreerd. 3. De aanvraag wordt vooraf eerst zelf door de student met de coördinator van het desbetreffende moduul voor akkoord besproken, waarna deze dan een brief naar de Examencommissie moet opstellen met daarin zijn besluit . 4. Verzoeken om vrijstelling (anders dan de standaard vrijstelling in deze paragraaf beschreven) moeten altijd via de Examencommissie worden aangevraagd.
Hoofdstuk 2
5. Een verzoek daarna, mits de Examencommissie groen licht gegeven heeft, om vervroegde plaatsing in een tweedejaars, dan wel 3e-jaars moduul moet door de student zelf gedaan worden aan de onder punt 4 van artikel 2.C.3.2. genoemde persoon.
2C.3.2 Vrijstellingsregeling voor niet door de examencommissie als „verwant‟ aangemerkte mbo-opleidingen (MBO-4, lang).
Voor studenten met een voltooide MBO-opleiding, die niet door de examencommissie is aangemerkt als „verwant‟, niveau 4 geldt de volgende vrijstellingsregeling: 1. De vrijstellingen zijn niet verplicht. Iedere student heeft recht op het volgen van het volledige programma. 2. De student kan alleen voor beide Minors/keuzemodulen (dus voor maximaal 30 credits) aan vrijstellingen krijgen. Aanvraag van een gedeeltelijke vrijstelling is ook mogelijk, bijvoorbeeld voor één keuzemoduul/minor. 3. De student kan pas in de loop van het 2 e studiejaar (maar in gèèn geval voor einde van moduulperiode 1) een afspraak maken/dan wel via de e-mail contact opnemen met de coördinator leerrouteplanning, Albert Eijkenaar,
[email protected]. (Kamer 3.10) In dit gesprek kan de student aangeven van welke vrijstellingen hij/zij gebruik wil maken. 4. Neem een gewaarmerkte kopie van je diploma met cijferlijst mee, anders kan de aanvraag niet in behandeling worden genomen. Let op: voor de volgende door de examencommissie aangewezen verwante MBO-4 opleidingen geldt onderstaande uitgebreidere standaardregeling (2 Minors (30), stage (30). In totaal dus max. 60 credits).
MBO (detailhandel lang & commerciële dienstverlening) MHS/Facilitaire Dienstverlening
86
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
MTRO CIOS 2C.3.4 Vrijstelling op grond van propedeutisch getuigschrift. De bezitter van een getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch of afsluitend examen aan een instelling van hoger onderwijs is vrijgesteld van de onder 2C2.1 genoemde algemene vooropleidingseisen. Wel moet voldaan worden aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd onder 2C2.2. De maximale vrijstelling met een HBO-P certificaat bedraagt 30 credits, en omvat beide Minors van het 3 e-jaar. De vrijstellingen zijn niet verplicht. Iedere student heeft recht op het volgen van het volledige programma.
2C.3.5 Vrijstelling op grond van toelatingsonderzoek
Personen van 21 jaar en ouder die niet voldoen aan de gestelde vooropleidingseis kunnen worden toegelaten indien zij hebben voldaan aan een door de opleiding vastgesteld toelatingsexamen.
2C.4
Verkorte studietrajecten Toegang tot de hoofdfase Voor de inschrijving in de hoofdfase geldt als eis het bezit van het propedeutisch getuigschrift van een ander erkende Nederlandse opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management. Studenten die voldaan hebben aan de norm van het bindend studieadvies dat geldt aan het einde van het eerste jaar van inschrijving, hebben gedurende hun tweede jaar van inschrijving, toegang tot onderdelen van de hoofdfase, zonder dat zij daadwerkelijk staan ingeschreven in de hoofdfase. Zie ook 2A.8 Studieadvies. Studenten die in afwijking van het bovenstaande in de hoofdfase willen worden ingeschreven dan wel tentamens
Hoofdstuk 2
van de hoofdfase willen afleggen, moeten hiervoor een schriftelijk verzoek indienen bij de examencommissie.
2C.5
Jaartoetsrooster
Toetsdata voor de reguliere modulen en keuze modulen worden permanent gepubliceerd op intranet, onder STENDEN-Service: Roosters.
2C.6 Praktijk- en stagebeleid 2C.6.1 Functie en doelen van de praktische vorming
Voor de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management is de integratie van theorie en praktijk een van de belangrijkste uitgangspunten van het onderwijsbeleid. De student wordt daardoor beter voorbereid op de beroepsuitoefening. Belangrijk uitgangspunt daarbij is dat het onderwijsprogramma niet disciplinair is opgebouwd, maar thematisch. De thema's van de semesters en de modulen zijn daarbij gerelateerd aan de toekomstige beroepspraktijk van de studenten. Ook de keuze voor probleemgestuurd onderwijs draagt bij aan de integratie van theorie en praktijk, doordat de studenten voortdurend geconfronteerd worden met problemen vanuit het werkveld waarvoor zij opgeleid worden. De praktische vorming in de opleiding stelt de student in staat kennis, inzicht en vaardigheden met betrekking tot de beroepsuitoefening in het betreffende werkveld op te doen. De student verwerft ook inzicht in de sociale, maatschappelijke en (inter)-culturele situaties die samenhangen met de bedrijven in het werkveld en ontwikkelt een persoonlijke beroepshouding. 2C.6.2 Duur en studiebelasting In het onderwijsprogramma is veel plaats ingeruimd voor interne en externe leerbedrijven. Voorbeelden zijn bij Vrijetijdsmanagement / Leisure Management “Leisure Operations”, waar in de praktijkaccommodaties de studenten gedurende hun opleiding enkele weken operationeel ingezet worden, en het STENDEN Service Center, waar studenten gedurende een of meer moduulperiodes aan opdrachten
88
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
vanuit voor het werkveld relevante bedrijven werken. Daarnaast wordt er veel tijd uitgetrokken voor werkveldoriëntatie en de stage. Een vierde deel van het onderwijsprogramma van elke opleiding is bestemd voor de stage. Integraal onderdeel van de stage is de afstudeeropdracht die in veel gevallen uit het stagebedrijf afkomstig is. In het onderwijsprogramma is ook ruimte aanwezig voor -zij het op beperkte schaal - excursies en gastcolleges die verzorgd worden door mensen uit het bedrijfsleven. Ter voorbereiding op de keuze van een stageplaats organiseert de stagecoördinator regelmatig bedrijfspresentaties, dit gebeurt op de ”Bedrijvenmarkten”.
2C.6.3 Organisatie van de praktische vorming
Bijna alle onderdelen van de praktische vorming van studenten zijn verplicht. Afhankelijk van de vooropleiding is slechts voor een beperkt deel van de praktische vorming het verkrijgen van een vrijstelling mogelijk, zoals bijvoorbeeld voor het onderdeel Werkveldoriëntatie en een Vrijetijdsmanagement / Leisure Management moduul waarvoor studenten met een opleiding Middelbaar Toeristisch-recreatief Onderwijs vrijstelling kunnen krijgen. Alle activiteiten die samenhangen met de stage worden georganiseerd door de stagecoördinator (Vrijetijdsmanagement / Leisure Management: C. de Wilt, tst. 2441 365; Stagebureau: tst. 2441 363).
2C.6.4 Begeleiding en beoordeling
Bij alle onderdelen van de praktische vorming die deel uitmaken van het reguliere onderwijsprogramma van de opleiding is de begeleiding en beoordeling in handen van docenten. Daarnaast is bij de stage ook sprake van een stagebegeleider vanuit het stagebedrijf zelf. Hoe de beoordeling geregeld is staat elders in de studiegids aangegeven bij de desbetreffende onderdelen van het onderwijsprogramma van de opleiding.
Hoofdstuk 2
De beoordeling vindt plaats conform de criteria zoals die vermeld worden in de programmabeschrijvingen, de moduultentamenregeling en het examenreglement van de opleiding. Specifieke beoordelingscriteria zijn opgenomen in de desbetreffende moduulboeken en in het stageleerplan.
2C.6.5 Scriptie/afstudeerwerkstuk
In het 4e leerjaar wordt een scriptie geschreven. Het schrijven hiervan neemt 12 weken in beslag. Beoordelingseisen qua vormgeving en inhoud voor het stageverslag en de afstudeeropdracht staan vermeld in de stagenota. Deze opdrachten zijn individuele werkstukken en vallen onder het examenreglement.
2C.7
Toekenning en verwerking van credits
In het onderwijsprogramma worden voor verschillende onderwijsactiviteiten credits toegekend. Naast 7 of 9 credits voor elk moduultentamen waarvoor de student geslaagd is kent het onderwijsprogramma nog een aantal overige onderwijsactiviteiten zoals werkveldoriëntatie, opleidingsactiviteiten, zelfmanagementactiviteiten en de schrijfopdracht, de stage en de afstudeeropdracht. Voor het toekennen en verwerken van de credits van met name de hierboven genoemde overige onderwijsactiviteiten geldt de hieronder vermelde procedure. 1. De studiepuntenadministratie wordt bijgehouden door de medewerker die de credits toekent voor een bepaalde activiteit. 2. Als een dergelijke activiteit naar het oordeel van de medewerker naar behoren is uitgevoerd geeft de medewerker die de credits toekent deze door aan de administratief medewerker door wie, waarvoor, welke credits heeft verdiend. Hiervoor zijn standaardformulieren te verkrijgen bij het Progress-bureau.
90
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
2C.7.1 Semesteroverzicht
Na elk semester ontvangt een student in het kader van de studievoortgangregistratie zo spoedig mogelijk een overzicht van het totaal behaalde aantal credits in zijn opleiding. De credits worden op de semesteroverzichten vermeld, indien de activiteiten voldoende zijn uitgevoerd.
2C.8
Studiebegeleiding/trajectbegeleiding
Bij het begin van de studie aan de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management krijgt iedere student een docent(e) als studiecoach toegewezen. Deze begeleidt hem/haar gedurende de hele studietijd, m.u.v. de stageperiode. Centraal in deze begeleiding staat de zelfreflectie en -evaluatie, aangezien het toekomstige werkveld niet alleen kennis vraagt, maar ook de vaardigheid om het eigen handelen aan een kritisch onderzoek te onderwerpen noodzakelijk acht. Het leren reflecteren op het eigen, 'professionele' gedrag komt tijdens van tevoren geplande en voorbereide gesprekken met de studiecoach aan de orde. Dit onderdeel van de begeleiding valt onder Zelfmanagement activiteiten. Tevens kunnen studenten met problemen zich in eerste instantie tot hun studiecoach wenden.
2C.8.1 Opzet van de studieloopbaanbegeleiding Binnen een paar jaar zul je waarschijnlijk als Leisure professional aan de slag gaan. Om dit te kunnen zul je jouw kennisrugzak slim moeten vullen: kennis van het vakgebied, inzicht in marketing en organisatiestructuren, teamwork etc. Dit zijn zo een aantal stukken welke in je rugzak kunnen zitten aan het eind van je studie en aan jou de taak om te kiezen wat je er werkelijk in gaat stoppen.
Hoofdstuk 2
Maar kennis, ervaring en inzicht is niet alles. Hoe zie jij jezelf bij jouw eerste baan? Wat is voor jou een goede manier om snel een plek te vinden binnen een organisatie? Hoe zorg je voor een goede balans tussen je werk en je privé leven? Hoe weet je eigenlijk of Leisure Management wel bij jou past? Wat vind je belangrijk binnen een baan? In de SLC gesprekken tijdens de propedeuse staan de volgende onderwerpen waar je aan zal gaan werken centraal: studiekeuze en overgang naar de postpropedeutische fase overgang van de vooropleiding naar het HBO en het onderwijssysteem van de opleiding studievaardigheid, houding t.o.v. de studie en studierendement werken in de onderwijsgroep persoonlijk functioneren inrichting en organisatie van het onderwijs het bindend studieadvies m.b.t. het behalen van minimaal 42 (van de in totaal 60) credits aan het einde van het eerste jaar In de gesprekken tijdens de postpropedeutische fase staan centraal: individuele ontwikkeling gedurende de studie loopbaanplanning (op welke inhoudelijke doelen ga je leerdoelen formuleren) voorbereiden van de keuze voor een stageplaats het bindend studieadvies m.b.t. het behalen van de propedeuse (d.w.z. dus alle 60 credits van dat jaar) aan het eind van het 2e jaar Als eerstelijns opvang geeft de studiecoach in voorkomende gevallen: advies bij problemen van algemene aard die de voortgang van de studie belemmeren, informatie over de organisatie, keuzemodulen/-semester,
92
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
advies bij persoonlijke omstandigheden en ziekte. De studiecoach kan gezien de noodzaak van het probleem de student doorverwijzen naar de onderwijscoördinator studiebegeleiding van de opleiding, dan wel naar de hogeschooldecaan. Studenten worden dringend verzocht met de coördinator studieloopbaanbegeleiding van de opleiding contact op te nemen wanneer zij door langdurige ziekte of andere persoonlijke problemen in hun studievoorgang belemmerd worden, zij van plan zijn de opleiding voortijdig te verlaten, zodat er een exitgesprek kan plaatsvinden, zij problemen met hun studiecoach ondervinden. De coördinatoren studieloopbaan Vrijetijdsmanagement / Leisure Management zijn dhr. W Boersma (
[email protected]) en Mw. D van der Hoeven (
[email protected]).
Opmerking [ 2]: Jorrit van de Waal
Hoofdstuk 2
2D De Moduultentamenregeling Leisure Management 2D De Moduultentamenregeling Vrijetijdsmanagement 2011-2012 Informatie over het Examenreglement, het Protocol Toetscondities en het Protocol Plagiaat zijn te vinden in het Studentenstatuut, deel 1
2D.1
De Moduultentamenregeling Vrijetijdsmanagement 2011/2012 Het doel van de moduultentamenregeling is het regelen van de algemene gang van zaken betreffende de moduultentamens teneinde de studievoortgang van de student te kunnen vaststellen en/of te kunnen vaststellen of studenten kunnen worden toegelaten tot de postpropedeutische fase en de afstudeerfase van de opleiding. De artikelnummers verwijzen naar het StendenExamenreglement, wat is opgenomen in studentenstatuut deel 1. De leden van de artikelen zijn een verbijzondering van het desbetreffende artikel in het examenreglement. Artikel 1 Begripsbepalingen
Moduul Moduul
Opdracht
een onderwijseenheid met een omschreven studiebelasting uitgedrukt in ECTS. een moduul behorende bij het studiejaar waarin het wordt aangeboden een taak voortkomend uit het centrale moduulthema
Artikel 2 Deelname aan het examen
lid 1
94
MTR 2.1 Indeling van studenten in de te volgen modulen De opleiding deelt aankomende eerstejaars studenten automatisch in voor de regulier te volgen modulen.
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Opmerking [ 3]: De hele paragraaf 2D naar Martin Haanstra
Hoofdstuk 2
lid 2 lid 3 lid 4 lid 5 lid 6
lid 7
lid 8 lid 9 lid 10 lid 11
Iedere student wordt jaarlijks in de gelegenheid gesteld zijn jaarplanning van te volgen modulen in het volgende studiejaar kenbaar te maken via Progress. Uiterlijk op de laatste schooldag in juni van het voorafgaande studiejaar dient de planning bij de opleiding bekend te zijn. Indien de student zich niet houdt aan het gestelde in lid 3, zal de opleiding een planning voor deze student maken. Tegen deze planning is geen beroep mogelijk. De periode waarin de student zijn planning kenbaar kan maken wordt van tevoren medegedeeld op het Intranet. Studenten die op stage of uitwisseling zijn kunnen hun jaarplanning schriftelijk kenbaar maken aan de opleiding. De brief waarin deze planning kenbaar wordt gemaakt dient uiterlijk de laatste schooldag in juli van het studiejaar in het bezit te zijn van de opleiding. De opleiding behoudt zich het recht wijzigingen aan te brengen in de jaarplanning van studenten als daar dringende organisatorische redenen voor zijn. Daarbij houdt de opleiding zich aan eventuele volgtijdelijkheid van modulen en houdt het rekening met het belang van indeling in praktijkmodulen. Aan het begin van het studiejaar kan de student zijn jaarplanning vernemen via het interne computernetwerk. Per studiejaar kan een student in principe een bepaald moduul één keer volgen. Per moduulperiode kan een student in principe maximaal in één moduul worden ingedeeld. Gedurende zijn studie kan de student maximaal twee keer een bepaald moduul volgen. Als de student daarna, met eventueel gebruikmaking van herkansingstoetsen, een bepaald moduul nog niet heeft behaald, beslist de examencommissie in redelijkheid en billijkheid over de te nemen maatregel. MTR 2..2 Minors De student dient zijn/haar keuzes voor het keuzesemester voor het volgende studiejaar aan de opleiding kenbaar te maken via Progress.
Hoofdstuk 2
De deadline hiervoor wordt gepubliceerd op het Intranet. Artikel 3 Normering moduultentamen
lid 1
lid 2
lid 3 lid 4
MTR 3.1 Berekening norm moduultentamen Het aantal credits dat de student die een bepaald moduul volgt, maximaal kan behalen voor de moduultoets met juist/ onjuist vragen van dat moduul, telt voor 75% mee in de bepaling van de norm; Het aantal credits dat de student die een bepaald moduul volgt, maximaal kan behalen voor de moduultoets met open vragen van dat moduul, telt voor 55% mee in de bepaling van de norm; Het aantal credits dat de student maximaal kan behalen voor het onderdeel actieve participatie in een bepaald moduul telt ten hoogste voor 100% mee in de bepaling van de norm voor dat moduul. Zie voor een nadere uitwerking het moduulboek. Voor werkcolleges en practica kan in het moduulboek bepaald zijn dat de actieve participatie bij deze onderdelen voor ten minste voor 55% meetelt in de bepaling van de norm. Zie voor een nadere uitwerking het moduulboek. Voor andere toetsvormen dan de in lid 1 en 2 van MTR 3.1 genoemde toetsvormen, wordt de normering aangegeven in het moduulboek van het betreffende moduul. Voor de voortgangstoets wordt de normering en andere relevante informatie aangegeven op een daarvoor aangemaakte pagina op Elo. Artikel 4 Inhoud en omvang van het examen Indien een student alle onderdelen van de propedeutische fase met een voldoende resultaat heeft afgerond, heeft hij het propedeutisch examen behaald. Indien een student alle onderdelen van de opleiding met een voldoende resultaat geeft afgerond, heeft hij het examen behaald. Artikel 5 Het verlenen van vrijstellingen
96
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Zie 2C.3 vrijstellingen van studiegids Vrijetijdsmanagement 2011/2012 Artikel 6 Het aantal malen per studiejaar dat de gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van tentamens en examens
lid 1
lid 2
lid 3 lid 4 lid 5 lid 6
MTR 6.1 Het Moduultentamen In elk moduulboek wordt opgenomen: a. Het maximaal aantal punten dat voor de diverse onderdelen van het moduultentamen behaald kan worden, b. De berekening van de norm, die aangeeft wanneer de module met voldoende beoordeeld wordt. c. De algemene criteria die gelden voor de moduulopdracht. d. De algemene criteria die gelden voor actieve participatie. De student wordt in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de moduultoets in week 9 van het moduul waarvoor hij is ingedeeld, mits een moduultoets onderdeel uitmaakt van het moduultentamen. Bij overlopen van een moduul vervallen alle eerder behaalde punten voor het moduultentamen van dat moduul. Mededelingen betreffende het moduultentamen worden gepubliceerd op Elo en/of via Intranet. Participatie kan niet herkanst worden. Een onvoldoende opdracht kan eenmaal herkanst worden. (Zie art, 6.3, lid 4 van dit moduultentamenreglement.)
MTR 6.2 Moduultoetsen/Voortgangstoetsen Kenmerkend voor een moduultoets en een voortgangstoets is dat deze onder examencondities dient te worden uitgevoerd. Dit betekent dat een moduultoets/voortgangstoets wordt uitgevoerd onder toezicht van één of meerdere medewerkers van de school op een nader te bepalen tijdstip en plaats en onder de bepalingen van Artikel 16a en Artikel 16b van het Examenreglement. lid 2 a. De datum, het aanvangstijdstip, de duur en de plaats van een toets worden uiterlijk één week voor de toets bekend gemaakt via Intranet. lid 1
Hoofdstuk 2
lid 3 lid 4
lid 1 lid 2
lid 3 lid 4
lid 5 lid 6
98
b. Behoudens overmacht zijn de gepubliceerde toetsdata, duur en aanvangstijden van de toets bindend. Er kunnen verschillende toetsvormen voorkomen. Deze worden vermeld in het desbetreffende moduulboek. Aanvullende regelgeving met betrekking tot een toets wordt, voordat de toets plaatsvindt, bekend gemaakt op het schutblad van de toets. MTR 6.3 Opdrachten Een opdracht is een verplichte uitvoering van een zelfstandig onderwijsonderdeel binnen een moduul niet behorende tot een toets of participatie. Een groep die aan een opdracht werkt, dient bij samenwerkingsproblemen, hiervan onverwijld melding te maken bij de tutor of de moduulcoördinator. In het geval er sprake is van aanhoudende problemen kan de moduulcoördinator besluiten de groep te ontbinden en één of enkele leden van de groep verplichten de opdracht individueel of in kleinere samenstelling af te ronden. Tijdens het moduul dient minimaal één keer terugkoppeling over de opdracht door de moduulcoördinator, de docent of de tutor naar de studenten plaats te vinden. Een onvoldoende opdracht kan eenmaal herkanst worden . Een voldoende opdracht kan niet worden herkanst. De herkansing wordt verleend door de moduulcoördinator, binnen vier weken na de datum waarop de definitieve uitslag van de opdracht bekend is gemaakt,indien deze daartoe een schriftelijk verzoek heeft ontvangen van de student,die een onvoldoende voor de opdracht heeft behaald. Verzoeken ontvangen na deze periode van vier weken worden niet in behandeling genomen. Noch door de moduulcoördinator, noch door de examencommissie. Opdrachten dienen zowel digitaal als in hard copy ingeleverd te worden voor de daartoe vastgestelde deadline. Tenzij anders in het moduulboek staat aangeven dient de opdracht op de volgende wijze ingeleverd te worden:
STUDIEGIDS - DEEL 2
2011 / 2012
Hoofdstuk 2
lid 7
lid 8
lid 9
lid 10 lid 11
Inleveren bij front-Office op ...dag (zie moduulboek) tussen … uur en ...uur ( zie moduulboek) bij maximaal 1 uur te laat: aftrek van 10% van het maximum, tussen 1 uur en 2 uur te laat: aftrek van 20 % van het maximum meer dan 2 uur te laat : de opdracht wordt niet meer nagekeken en de mogelijkheid tot herkansing van de betreffende opdracht vervalt. In geval van overmacht kan een brief naar de examencommissie worden toegestuurd. Indien de hard-copy versie van de opdracht wel op tijd is ingeleverd en de digitale versie van diezelfde opdracht niet op tijd is ingeleverd, of andersom, wordt een aftrek toegepast van 10% van het maximaal te behalen punten voor die opdracht. Art. 6.3 lid 7 is alleen van toepassing, indien de ontbrekende versie binnen twee schooldagen alsnog wordt ingeleverd. Indien dit niet het geval is, wordt de opdracht niet nagekeken en vervalt de mogelijkheid van herkansing van de betreffende opdracht. De student is verplicht om van iedere opdracht die op schrift dan wel digitaal ingeleverd wordt zelf een digitale kopie te bewaren, conform art. 11, lid 3 van het Examenreglement Stenden hogeschool 2011/2012. De moduulcoördinator is verantwoordelijk voor het (laten) beoordelen van de opdracht, aan de hand van een lijst van beoordelingscriteria. Iedere op schrift en/of digitaal aangeleverde opdracht moet minimaal voldoen aan een aantal algemene beoordelingscriteria te weten: a. De opdracht dient goed leesbaar te zijn; b. De opdracht dient compleet te zijn; c. Bij een groepsopdracht dient ieder groepslid te kunnen aantonen dat hij/zij een evenredig deel van de opdracht heeft gemaakt.
Hoofdstuk 2
Lid 12. Een groepslid dat aantoonbaar (kwalitatief en/of kwantitatief) in gebreke is gebleven bij het maken van en werken aan de opdracht, kan van de tutor een van de overige groepsleden afwijkende beoordeling krijgen. De afwijking kan maximaal 20% van de maximale score van die opdracht betreffen. Lid 13 De tutor kan de in lid 12 bedoelde afwijkende beoordeling slechts geven dan nadat hij hierover overeenstemming heeft bereikt met de moduulcoördinator. Lid 14. Een groepslid dat in aanmerking komt voor de in lid 12 bedoelde afwijkende beoordeling dient daarvan onverwijld door de tutor in kennis te worden gesteld nadat deze hierover overeenstemming heeft bereikt met de moduulcoördinator. MTR 6.4 Actieve participatie lid 1 Tenzij in het moduulboek anders is bepaald, is de minimale voorwaarde voor het toekennen van punten voor actieve participatie 80% aanwezigheid bij verplichte onderwijsleeractiviteiten in de groep waarin de student staat ingedeeld. lid 2 Bij een aanwezigheid van minder dan 80% (of het in het moduulboek aangegeven percentage) van de verplichte onderwijsleeractiviteiten worden in beginsel geen punten voor actieve participatie toegekend, tenzij anders vermeld in het moduulboek. lid 3 In geval van overmacht bij afwezigheid is Artikel 14 van dit reglement van toepassing. lid 4 De docent/tutor heeft de bevoegdheid de student zijn/haar punten voor actieve participatie te onthouden indien hij daarvoor een zwaarwegende reden aanwezig acht. lid 5 Voordat een docent/tutor besluit een student de punten voor actieve participatie te onthouden, dient de docent/tutor de student gewaarschuwd te hebben dat deze laatste zijn/haar punten dreigt te verliezen. Deze waarschuwing dient opgenomen te worden in de notulen van de onderwijsleeractiviteit dan wel anderszins schriftelijk te worden vastgelegd. Als na deze
100 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
waarschuwing er naar het oordeel van de docent/tutor nog steeds zwaarwegende redenen aanwezig zijn om de student zijn/haar punten te onthouden, kan de docent/tutor hiertoe besluiten. Dit besluit dient ook te worden opgenomen in de notulen dan wel anderszins schriftelijk te worden vastgelegd. Voorbeelden van zwaarwegende redenen zijn: het niet maken van de notulen; wegblijven als voorzitter of als notulist; niet uitwerken van de leerdoelen; niet nakomen van afspraken. lid 6 Afwezigheid tijdens een van de bijeenkomsten kan niet aangevoerd worden als bezwarende omstandigheid. MTR 6.5 Moduulvervangende opdracht lid 1 De student kan onder de volgende voorwaarden (eenmalig) in aanmerking komen voor een moduulvervangende opdracht: a. Het gaat om het laatste nog te behalen moduul. b. Het moduul behoort tot het verplichte postpropedeutische onderwijs programma en is niet een praktijkmoduul, noch een minor. c. De student moet op de reguliere manier hebben deelgenomen aan het moduul en het daarbij behorende moduultentamen. d. De student moet, indien het moduul een moduultoets heeft, hebben deelgenomen aan tenminste twee toetsherkansingen. lid 2 Het onderwerp van de moduulvervangende opdracht moet betrekking hebben op het moduulthema en mag in principe geen relatie hebben met de scriptie in het kader van de managementstage of daarvan een afgeleide zijn. lid 3 De opdracht bestaat uit het schrijven van een werkstuk waarvoor maximaal 15 credits kunnen worden verkregen. lid 4 De student is vrij om zelf te bepalen waar de opdracht wordt uitgevoerd en heeft het recht gebruik te maken van de faciliteiten van de hogeschool.
Hoofdstuk 2
lid 5
lid 7
a. Om in aanmerking te komen voor een moduulvervangende opdracht dient een schriftelijk verzoek daartoe gericht te worden aan de examencommissie. b. Indien de examencommissie positief op het verzoek besluit, wordt de student in de gelegenheid gesteld een voorstel in te dienen bij de desbetreffende moduulcoördinator v.w.b. het onderwerp en de globale opzet van de opdracht. c. Als het onderwerp wordt goedgekeurd, wordt vervolgens in onderling overleg tussen de moduulcoördinator en het management van de opleiding bepaald door welke docent de student zal worden begeleid. d. Vóór aanvang van de werkzaamheden heeft de student toestemming nodig van de begeleidende docent voor wat betreft de globale opzet van de opdracht. e. De student heeft recht op regelmatige terugkoppeling gedurende de periode dat hij/zij aan de opdracht werkt. De student heeft uitsluitend recht op begeleiding gedurende de schoolweken. lid 6 a. Beoordeling vindt plaats in termen van voldoende of onvoldoende. Bij de beoordeling worden dezelfde criteria gehanteerd als bij de beoordeling van scripties die in het kader van de managementstage worden geschreven. b. In geval van voldoende beoordeling ontvangt de student maximaal 15 credits voor het betreffende moduul. c. De uitslag van de beoordeling wordt uiterlijk 3 weken na inlevering van de opdracht bekend gemaakt. d. Beoordeling vindt uitsluitend plaats gedurende de schoolweken. e. De docent/beoordelaar deelt de uitslag van de beoordeling onverwijld mede aan de moduulcoördinator van het betreffende moduul welke de uitslag doorgeeft aan de secretaris van de examencommissie. Herkansing vindt plaats analoog aan de herkansingsregeling voor de scriptie die in het kader van de (management)stage wordt geschreven. MTR 6.6 Toetsing en toetsherkansing
102 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
lid 1
lid 2
lid 3 lid 4
a. De student heeft het recht om per gevolgd moduul maximaal 5 keer aan een toets van dat moduul deel te nemen, met inbegrip van de reguliere moduultoets in week 9 van de periode waarin het moduul wordt gevolgd. b. Heeft de student een moduul niet gehaald na 5 keer te hebben deelgenomen aan een toets van dat moduul, met inbegrip van de reguliere moduultoets, dan moet de student het moduul in een volgend studiejaar in zijn geheel opnieuw volgen. De student krijgt elk studiejaar tenminste 3 toetsmomenten per te behalen moduul aangeboden. c. De voortgangstoets wordt jaarlijks op tenminste 4 verschillende momenten aangeboden. Studenten kunnen zonder beperking deelnemen aan de aangeboden voortgangstoetsen, met inachtneming van art. 6.6, lid 1d van dit reglement. d. Voor deelname aan een toetsmoment, dient de student zich in te schrijven via Progress. Bij inschrijving voor een toets kan een bewijs van inschrijving worden afgedrukt. Zonder dit bewijs kan de student geen rechten ontlenen aan de inschrijving. In geval een student deelneemt aan meerdere toetsmogelijkheden voor een bepaald moduul, telt de hoogste toetsscore en behoudt de student het aantal punten dat reeds behaald is voor participatie en opdracht(en). Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de student om zich op de hoogte te stellen van het toetsrooster en de procedure van inschrijving voor een toetsmoment. Aan studenten die op stage gaan kunnen extra toetsmomenten worden aangeboden voor een moduul dat zij in het studie jaar hebben gevolgd, waarin zij hun stage aanvangen. Een verzoek daartoe dienen zij schriftelijk in te dienen bij de examencommissie met een bewijs van de begindatum van de stage. Zonder dit bewijs wordt het verzoek niet in behandeling genomen. Als het verzoek wordt gehonoreerd, wordt met de student bepaald op welk moment deze toetsing kan plaatsvinden.
Hoofdstuk 2
lid 5 lid 6
Het niet kunnen deelnemen aan enige toets wegens het samenvallen van toetsmomenten behoort tot het risico van de student In het geval een student deelneemt aan een toets als herkansing, valt het onder de eigen verantwoordelijkheid van de student om na te gaan in hoeverre de leerstof en/of puntenstructuur van het moduul is gewijzigd.
MTR 6.7 Vervalt MTR 6.8 Onderwijsexperimenten De Examencommissie is bevoegd in het kader van een onderwijsexperiment moduulcoördinatoren toe te staan af te wijken van de algemeen geldende regelgeving v.w.b. moduultentamen, participatie etcetera, zoals vastgelegd in het Examenreglement Stenden hogeschool en de Moduultentamenregeling Vrijetijdsmanagement. Nadat de moduulcoördinatoren de toestemming hiervoor hebben verkregen, wordt dan in het moduulboek vermeld waarin het onderwijs binnen dat moduul afwijkt van de algemeen geldende regels. MTR 6.9 Vervalt Artikel 7 Geldigheidsduur examenonderdelen Geen verbijzonderingen. Zie studentenstatuut deel 1 Artikel 7a Intellectuele eigendom Geen verbijzonderingen Artikel 8 Mondelinge tentamens Geen verbijzonderingen. Zie studentenstatuut deel 1 Artikel 9 Bepaling resultaten MTR 9.1 lid 1 De definitieve uitslag van een moduultentamen wordt bekend gemaakt in Progress.
104 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
lid 2
Een student heeft een moduul behaald wanneer hij minimaal aan de moduulnorm voldoet en aan norm voor moduulonderdelen voldoet. lid 3 Een student heeft een moduul niet behaald: a. wanneer hij gezakt is voor het moduultentamen. b. wanneer zijn moduultentamenuitslag ongeldig is verklaard. lid 4 Antwoorden op de door de student ingeleverde schrapkaarten zijn bepalend voor de vaststelling van de toetsscore. Lid 5 Uitgereikte toetsopgaven van de moduultoets/voortgangstoets mogen door de student niet worden meegenomen, evenals aantekeningen gemaakt tijdens de toets. lid 6 De voorlopige “antwoordensleutel” van de moduultoets/voortgangstoets wordt de volgende schooldag na de schriftelijke toets vanaf 8.30 uur digitaal bekend gemaakt. lid 7 De voorlopige scores voor moduultentamenonderdelen kunnen op een eerder moment dan de definitieve moduultentamenuitslag door de moduul coördinatoren bekend gemaakt worden. lid 8 Aan voorlopige scores kunnen geen rechten worden ontleend. Artikel 10 Inzagerecht en termijn van bewaring MTR 10.1 lid 1 Na de bekendmaking van de definitieve uitslag van het moduultentamen heeft de student recht op inzage van zowel (de) opdracht(en) als (het) toegepaste beoordelingsformulier(en), met in acht name van de inzagetermijn zoals weergegeven in het Examenreglement van de Stenden hogeschool. lid 2 Beoordeelde opdrachten worden door de beoordelaar bewaard gedurende de tijd welke aangegeven wordt in Artikel 10 van het Examenreglement.
Hoofdstuk 2
Als deze tijd is verstreken worden de opdrachten vernietigd. Beoordeelde opdrachten worden in geen geval teruggegeven aan de student. Artikel 11 Verantwoordelijkheid tentamen- en examengegevens lid 1 De student wordt op de hoogte gesteld waar en wanneer schriftelijke verslaglegging van moduultentamenonderdelen en digitale uitwerkingen van opdrachten dienen te worden ingeleverd. Bij het inleveren van een opdracht bij een docent/tutor/frontdesk plaatst de student een handtekening op een lijst voor ontvangst bij de desbetreffende docent/tutor/frontdesk. Artikel 12 Registratie van de studieresultaten Geen verbijzonderingen. Artikel 13 Getuigschrift Lid 1a Studenten die ingeschreven staan voor de Propedeutische fase, die de Propedeuse hebben afgerond en die een propedeusecertificaat wensen te ontvangen, moeten een verzoek sturen aan de examencommissie. Nadat het verzoek is ontvangen zal de examencommissie, na controle van de punten, een propedeusecertificaat afgeven. Het format voor het verzoek kan gevonden worden op ELO, onder „Exam Committee Leisure and Tourism” Lid 1b Studenten die een vrijstelling hebben voor de propedeutische fase, zullen geen propedeusecertificaat ontvangen. Lid 2a Studenten die de gehele opleiding voldoende hebben afgerond, moeten een verzoek doen om de graad van Bachelor of Business Administration in Vrijetijdsmanagement te ontvangen. Lid 2b Studenten die willen afstuderen moeten daartoe een verzoek indienen bij de secretaris van de examencommissie, in ieder geval 14 dagen voor de gewenste afstudeerdatum. Het verzoek zal worden beoordeeld door de examencommissie.
106 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
Het format voor het verzoek kan gevonden worden op ELO, onder “Exam Committee Leisure and Tourism”. Lid 3. Studenten kunnen afstuderen op elke vergaderdatum van de examencommissie. De vergaderdata staan vermeld in de studiegids, onder hoofdstuk 2C. Artikel 13a Cum Laude De voorwaarden om Cum Laude af te studeren aan de opleiding Vrijetijdsmanagement staan beschreven onder 2B.2 van de Onderwijs-en Examenregeling van de opleiding Vrijetijdsmanagement. Artikel 14 Overmachtregeling MTR 14.1 Beroep op overmacht lid 1 Nadat een student heeft deelgenomen aan een toets is het niet meer mogelijk zich te beroepen op overmacht met betrekking tot die toets. lid 2 Om bij het maken van een opdracht in aanmerking te kunnen komen voor de overmachtregeling dient vóór het verstrijken van de inlevertermijn contact te zijn opgenomen met de moduulcoördinator. De moduulcoördinator treft dan een voorlopige regeling met de student en stelt de secretaris van de examencommissie daarvan in kennis. De secretaris van de examencommissie beoordeelt of de voorlopige regeling omgezet kan worden in een definitieve regeling, dan wel bepaalt of dit ter besluitvorming geagendeerd dient te worden voor de eerstvolgende vergadering van de examencommissie. MTR 14.2 Toekenning extra examenmogelijkheid moduultoets lid 1
Toekenning van een extra toets door de examencommissie geschiedt pas nadat de student alle reguliere toets(herkansings)mogelijkheden heeft benut met
Hoofdstuk 2
lid 2 lid 3
Lid 4
uitzondering van die mogelijkheid waarop de overmacht betrekking heeft. De examencommissie is bevoegd bij de extra toets een andere toetsvorm aan te bieden. De extra toets dient gelijkwaardig te zijn aan de oorspronkelijke toets. Een verzoek om een extra toetsmogelijkheid op grond van overmacht, dient te worden gedaan bij de examencommissie uiterlijk 5 schooldagen na de toetsdatum waarop de overmacht betrekking heeft. In het in MTR 14.2, lid 3 genoemde verzoek dient de student de in MTR14.1, lid 1 bedoelde omstandigheid met schriftelijke bewijzen te staven. Bovendien moet de student voldaan hebben aan de voorwaarde dat de student de afwezigheid dezelfde dag heeft gemeld bij de Front-office.
MTR 14.3 Uitwisseling lid 1 Tijdens een periode van uitwisseling met een buitenlandse onderwijsinstelling en/ of een verblijf op één van de buitenlandse sites kan een student geen rechten ontlenen aan de regeling inzake toetsherkansingen van deze moduultentamenregeling. MTR 14.4 Overmacht bij verplichte onderwijsleeractiviteiten lid1 De student heeft de mogelijkheid om bij de moduulcoördinator een verzoek in te dienen voor een compensatieopdracht n.a.v. gemiste verplichte onderwijsleeractiviteiten als er sprake is van omstandigheden die niet aan de student kunnen worden toegerekend (overmacht). Om in aanmerking te kunnen komen voor een compensatieopdracht moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden: - De student heeft de afwezigheid dezelfde dag gemeld bij de Frontdesk. - Alle gemiste verplichte activiteiten binnen het betreffende moduulonderdeel zijn gemist tengevolge van overmacht, dit ter beoordeling aan de moduulcoördinator.
108 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
- De student heeft actief geparticipeerd tijdens de overige bijeenkomsten - De student dient de in lid 1van dit artikel bedoelde omstandigheid met schriftelijke bewijzen te staven. Het verzoek om een vervangende opdracht kan pas worden ingediend na de laatste verplichte onderwijsleeractiviteit van het betreffende moduul en moet uiterlijk 4 schoolweken na de laatste dag van de moduulperiode in het bezit van de moduulcoördinator zijn. lid 3 De moduulcoördinator bepaalt,eventueel in overleg met de betrokken docent of tutor, de inhoud en uitvoering van de compensatieopdracht. lid 4 De compensatieopdracht dient het gemiste verplichte onderdeel inhoudelijk te vervangen en qua studiebelasting gelijkwaardig te zijn aan die van de gemiste verplichte onderdelen. lid 5 Compensatieopdrachten behorend bij één van de eerste drie moduulperiodes in een bepaald studiejaar dienen in hetzelfde studiejaar te worden ingeleverd en nagekeken. Compensatieopdrachten behorend bij moduulperiode vier dienen uiterlijk 15 augustus te zijn ingeleverd en binnen één week te zijn nagekeken. De moduulcoördinatoren zijn verantwoordelijk voor het doen vaststellen of de opdracht aan de gestelde criteria voldoet. Als de opdracht als voldoende wordt beoordeeld kennen de moduulcoördinatoren alsnog de participatie punten toe. lid 6 De student die het niet eens is met de beoordeling van een compensatieopdracht dient de procedure te volgen zoals omschreven in Artikel 17. lid 7 Indien het gaat om afwezigheid bij een specifiek vak, anders dan pgo en/of moduulopdrachtbegeleiding, kan in dit artikel de betreffende vakdocent worden gelezen in plaats van de moduulcoördinator. lid 8 In het geval student en moduulcoördinator, respectievelijk de betreffende vakdocent geen eenduidig oordeel hebben over de
Hoofdstuk 2
vraag of wel of niet sprake is van overmacht, kan de student zijn verzoek richten aan de examencommissie, eveneens binnen 4 weken na afloop van het moduul. Artikel 15 Voorzieningen voor lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten Geen verbijzonderingen. Artikel 16.a Regels voor de goede gang van zaken met betrekking tot examens (voor studenten). MTR 16.a.1 Toetsen lid 1 In beginsel mag een student alleen deelnemen aan een toets wanneer hij zich kan legitimeren met een geldige collegekaart. lid 2 De student die bij deelname aan een toets geen geldige collegekaart kan tonen maar wel een ander geldig legitimatiebewijs, mag ook deelnemen aan de toets. Voor deze student geldt echter wel, dat hij binnen 5 schooldagen na aanvang van de toets zijn geldige collegekaart in persoon moet tonen aan de secretaris van de examencommissie of bij diens afwezigheid bij één van de andere leden van de examencommissie of bij de secretaresse van de examencommissie. Er moet daarnaast een kopie van de kaart, met vermelding van datum en naam van de toets bij het secretariaat of in het postvak van de secretaris worden ingeleverd. Pas dan wordt aan deze student de toetsscore toegekend. Deze procedure kan tot vertraging van de bekendmaking van de uitslag leiden. lid 3 Een student die zich op generlei wijze kan legitimeren wordt de toegang tot de toetsruimte ontzegd. lid 4 Tenzij anders wordt aangegeven op het uitgereikte toetsformulier mag er zich op tafel waaraan de student zit tijdens de toets niets anders bevinden dan de uitgereikte toets, de collegekaart, de schrapkaart, potlood en gum. lid 5 Aan het gebruik van rekenmachines bij toetsen worden de volgende eisen gesteld:
110 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
lid 6 lid 7 lid 8
de rekenmachine mag op de display geen tekst kunnen produceren, maar alleen cijfers de rekenmachine mag niet op het lichtnet/of on-line worden aangesloten de rekenmachine mag niet voorzien zijn van geluidsapparatuur, schrijfrollen, een alarminstallatie en zend- of ontvangstmogelijkheden de rekenmachine mag niet werken volgens een andere dan de hiërarchisch algebraïsche methode de rekenmachine mag niet groter zijn dan zakformaat. Deelnemers aan de toets met Juist/Onjuist-items zijn verplicht de schrapkaart volledig in te vullen. Na afloop van de toets vult de (hoofd)surveillant een protocol in over het verloop van de toets, ondertekent dit en levert dit in bij het ToetsServiceBureau. Het is een student niet toegestaan een ingeschakelde mobiele telefoon of Blackberry mee te nemen in de toetsruimte.
MTR 16.a.2 Vervalt Artikel 16.b Onregelmatigheden MTR 16.b.1 Onregelmatigheden bij een toets lid 1 Bij geconstateerde onrechtmatige handeling(en) van een student tijdens de moduultoets/voortgangstoets dient de surveillant binnen 3 schooldagen schriftelijk een proces verbaal in bij het ToetsServiceBureau. lid 2 De examencommissie biedt de desbetreffende student de gelegenheid mondeling te reageren op het hem/haar ten laste gelegde. lid 3 Gedurende de afwikkeling van de procedure wordt de uitslag van het moduultentamen voor de desbetreffende student niet vastgesteld dan wel opgeschort. MTR 16.b.2 Onregelmatigheden bij een opdracht
Hoofdstuk 2
lid 1
lid 2
lid 3 lid 4 lid 5
lid 6
Een opdracht heeft de bedoeling te toetsen of de student een bepaalde hoeveelheid leerstof beheerst. Daarom is de student bij de uitwerking van de opdracht verplicht het geleerde in eigen woorden weer te geven. Het is niet toegestaan de structuur en/of de inhoud van het werk van anderen geheel of gedeeltelijk over te nemen in de uitwerking zonder vermelding van de bron. De hoeveelheid geciteerde tekst mag de 5% van het totaal niet overschrijden. Een student die naar het oordeel van de moduulcoördinator zich niet heeft gehouden aan het gestelde in lid 1, heeft de opdracht op onrechtmatige wijze vervuld en krijgt geen beoordeling voor deze opdracht dan wel zal een reeds gegeven beoordeling worden opgeschort. De moduulcoördinator doet verslag van zijn bevindingen ten aanzien van het in lid 2 gestelde aan de secretaris van de examencommissie. De desbetreffende student zal door een delegatie van de examencommissie worden gehoord. Voor de student die zich schuldig heeft gemaakt aan een onrechtmatige handeling dan wel daaraan medeplichtig is, zal gedurende de afwikkeling van de procedure de uitslag van het moduultentamen niet worden vastgesteld dan wel worden opgeschort. Indien bij een groepsopdracht de opdracht op onrechtmatige wijze is vervuld, wordt de opdracht nietig verklaard en worden de groepsleden die zich niet schuldig hebben gemaakt aan de onrechtmatige handeling dan wel daaraan niet medeplichtig zijn, in de gelegenheid gesteld een nieuwe opdracht te maken.
MTR 16.b.3 Sanctie bij onregelmatigheden lid 1 Wanneer de examencommissie op basis van de haar ter beschikking staande informatie vaststelt dat er sprake is van (een) onrechtmatige handeling(en) zal de uitslag van het moduultentamen van de desbetreffende student ongeldig worden verklaard. De student wordt in het lopende studiejaar
112 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
lid 2
lid 3
geen herkansing (d.m.v. een toets en/of opdracht) geboden en dient het moduul in zijn geheel opnieuw te volgen. Daarnaast kan de examencommissie, conform het bepaalde in de WHW, een student voor maximaal 4 moduulperiodes de deelname aan een of meer andere tentamens verbieden. De Examencommissie kan besluiten tot een andere sanctie dan bepaald in lid 1. Deze sanctie is qua inspanning door de student te leveren en doel gelijkwaardig aan de sanctie zoals bepaald in lid 1. De examencommissie kan studenten, die onrechtmatig handelen, voordragen voor door de Dean te nemen disciplinaire maatregelen.
Artikel 17 Bezwaar en beroepsprocedure MTR 17.1 Het moduultentamen Studenten kunnen tot uiterlijk 2 schoolweken na de definitieve moduultentamenuitslag vragen stellen over de juistheid van de vastgestelde moduultentamenuitslag aan de medewerker studievolgsysteem (Progress), of bij diens afwezigheid aan de plaatsvervanger. Voor studenten die op stage zijn kan een aangepaste regeling getroffen worden. MTR 17.2 De moduultoets lid 1 De student heeft het recht tegen toetsitems bezwaren in te dienen. lid 2 Bezwaren tegen toetsitems dienen uiterlijk de vierde schooldag na de toets vóór 9.00 uur te zijn ingediend bij de moduulcooördinator (in het geval van een moduultoets) of de coördinator voortgangstoets (in geval van een voortgangstoets). lid 3 Als voor een toets een afwijkend tijdschema geldt, wordt dat uiterlijk 1 schoolweek vóór de toets bekend gemaakt. lid 4 Na de in lid 2 genoemde termijn van indienen van bezwaren, beoordelen de desbetreffende docenten de bezwaren en kunnen zij een bezwaar al dan niet gegrond verklaren. De beoordeling van de bezwaren en het al dan niet gegrond
Hoofdstuk 2
lid 5
lid 6
lid 7
verklaren van de bezwaren dient door de betreffende docenten plaats te vinden uiterlijk 3 werkdagen na de in lid 2 genoemde termijn van indienen. De examencommissie draagt de eindverantwoordelijkheid voor de beslissing of een toetsitem vervalt cq. wordt omgescoord. Indien een toetsvraag die van een bezwaar is voorzien, niet binnen de daartoe gestelde termijn is voorzien van commentaar van een docent, zal de moduulcoördinator/coördinator voortgangstoets binnen één schooldag na het verstrijken van deze in lid 4 bedoelde termijn besluiten of het bezwaar al dan niet gegrond wordt verklaard. Mocht de moduulcoördinator/coördinator voortgangstoets in gebreke blijven, dan zal de Examencommissie binnen twee schooldagen na het verstrijken van in lid 4 bedoelde termijn hierover een besluit nemen. Indien een toetsitem dat van een bezwaar is voorzien, niet binnen de daartoe gestelde termijn is voorzien van commentaar, zal het betreffende toetsitem in principe vervallen worden verklaard. De moduulcooördinator/coördinator voortgangstoets communiceert via Elo na de termijn die geldt voor de beoordeling van de bezwaren en het al dan niet gegrond verklaren van die bezwaren onverwijld over de uitkomst.
MTR 17.3 De opdracht lid 1 De student die het niet eens is met de beoordeling van zijn/haar opdracht dient de volgende procedure te volgen, rekening houdend met Artikel 6.1 lid 5 en 6. Binnen een schoolweek na de bekendmaking van de definitieve score dient de student eerst de beoordelaar om een mondelinge uitleg te vragen. Is de student het niet eens met de uitleg van de beoordelaar kan hij binnen twee schoolweken na de bekendmaking van de definitieve score schriftelijke bezwaar indienen bij de moduulcoördinator. De moduulcoördinator zal binnen een schoolweek na
114 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 2
dagtekening van het schriftelijk bezwaar de student op de hoogte stellen van zijn visie lid 2 a. Studenten die individueel of als groep in aanmerking willen komen voor een tweede beoordeling van een opdracht moeten dit verzoek schriftelijk indienen bij de secretaris van de examencommissie. Indien de aanvraag voor een tweede beoordeling is gedaan door één student terwijl de opdracht door twee of meer studenten is gedaan geldt de gewijzigde uitslag alleen voor de student die de aanvraag heeft ingediend. De andere studenten komen hier niet meer voor in aanmerking. b. Het verzoek, genoemd onder lid 2a., moet uiterlijk binnen 6 schoolweken na de publicatie van de definitieve moduultentamenuitslag en in elk geval voordat de student voor de eerste keer de toets herkanst in bezit te zijn van de secretaris. Verzoeken die pas worden ingediend nadat de student voor de eerste keer de toets heeft herkanst, worden niet in behandeling genomen. c. De secretaris wijst een tweede beoordelaar aan wiens beoordeling bindend is. Het resultaat van deze tweede beoordeling dient daarna binnen 10 schooldagen bij de secretaris bekend te zijn. De secretaris van de examencommissie zal daarna de student hierover informeren. MTR 17.5 Vervalt Artikel 18 Hardheidsclausule Geen verbijzonderingen. Artikel 19 Onvoorziene omstandigheden Geen verbijzonderingen. Artikel 20 Invoeringsbepalingen en citeertitel MTR 20.1
Hoofdstuk 2
lid 1 lid 2
Deze moduultentamenregeling treedt in werking met ingang van 1 september 2011. Deze regeling kan worden aangehaald als “Moduultentamenregeling Vrijetijdsmanagement, 2011/2012”.
3
Voorzieningen voor Studenten
3.1
Informatievoorzieningen
De informatievoorziening is binnen Stenden hogeschool geregeld via verschil-lende communicatiemiddelen. Dit studentenstatuut is er daar één van. Verder gebruikt Stenden de volgende media: Intranet Stenden Times Publicatieborden Plasmaschermen Front Desks Waar je welk type informatie vindt, is in de volgende overzichten op intranet beschreven: INFO: wat vind je waar https://chnet.chn.nl/html/info_watvindjewaar/index.html Publicatieborden https://chnet.chn.nl/html/publicatieborden/index.html 3.2 i study Bij i study kunnen studenten terecht voor onder andere: vragen over studiefinanciering vragen over in- en uitschrijving vragen over registratie van de studiepunten afspraken met het decanaat verzekeringen huisvesting informatie over (andere) studiemogelijkheden
116 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Opmerking [ 4]: Centraaql aanleveren
Hoofdstuk 4
etc.
De complete informatie over de dienstverlening van het i study (contact-informatie) is te vinden op de intranetsite onder de noemer i study https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/ i_study/index.html
3.3
International Office
Het International Office is binnen Stenden hogeschool aanspreekpunt voor: studenten die vanuit het buitenland bij Stenden in Leeuwarden komen studeren (de zogenaamde „incoming student‟) studenten die vanuit hun studie bij Stenden in Nederland in het buitenland gaan studeren, werken of stage lopen (de zogenaamde „outgoing students‟). De complete informatie over de dienstverlening van het International Office (incl. contact-informatie) is te vinden op de intranetsite onder de noemer International Office https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/international_offi ce/index.html
3.4
Het decanaat
Bij het decanaat van Stenden hogeschool (vh CHN) kunnen studenten terecht voor informatie, advies, ondersteuning of begeleiding bij: studieloopbaanvragen (twijfels of je de juiste studie hebt gekozen, een tweede studie, advies over stage en solliciteren) effectief studeren en studieplanning
Hoofdstuk 4
persoonlijke problemen (loskomen van thuis, faalangst, rouwverwerking, stress, relatieproblemen enz.) studievertraging door bijzondere omstandigheden (afstudeerfonds) financiële problemen (noodfonds) studiefinanciering het bindend studieadvies functiebeperking en dyslexie conflicten, bezwaar en beroep De complete informatie over de dienstverlening van het Decanaat (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite onder de noemer Decanaat https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/decanaat/index. html
3.5
Handicap & studie
3.6
Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag
Binnen het decanaat is één van decanen ook contactpersoon handicap & studie. De contactpersoon handicap & studie (Hermien Moning) is aanspreekpunt voor studenten met een functiebeperking of handicap. Zij kan adviseren over mogelijke faciliteiten en de aanvraag daarvan. Eventueel kan zij hierbij bemiddelen. Wanneer je een functiebeperking hebt is het verstandig al voor het begin van je studie contact op te nemen. Meld het in ieder geval zodra je bent begonnen met studeren. Het is dan beter mogelijk om benodigde voorzieningen te realiseren. De contactpersoon handicap & studie is tevens het meldpunt voor opmerkingen en klachten, bijvoorbeeld over voorzieningen. Zie ook het Protocol Studie & Handicap in hoofdstuk 4 van het Studentenstatuut deel I.
118 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4
Het kan voorkomen, dat je op school of op je stageplek te maken krijgt met ongewenst gedrag (bijvoorbeeld pesten, intimidatie, seksuele intimidatie, discriminatie, racisme). Stenden heeft daarvoor een reglement opgesteld, en er is een externe vertrouwenspersoon die verantwoordelijk is voor opvang en advies van studenten en medewerkers die te maken hebben met ongewenst gedrag. Ook als je alleen ongewenst gedrag wilt melden, ben je daar welkom. De complete informatie over het reglement, wat we verstaan onder ongewenst gedrag, en de rol die de vertrouwenspersoon kan hebben in de opvang en begeleiding (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite onder de noemer vertrouwenspersoon. http://chnet.chn.nl/html/vertrouwenspersoon/index.html
3.7
Het roosterbureau
De planning van onderwijsactiviteiten wordt voor de hogeschool uitgevoerd door het roosterbureau. Studenten kunnen hun roosters vinden op de roostersite op intranet: https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/roosters/ index.html
Onder de L van Lestijden vindt je op intranet de lestijdentabel (https://chnet.chn.nl/html/chn_agenda/lestijden.html).
3.8
Centrale Studenten Administratie De Centrale Studenten Administratie beheert de persoonsgegevens van alle Stenden-studenten. De studentenadministratie draagt onder meer zorg voor: in- en uitschrijving (via Studielink) inning collegegelden
Hoofdstuk 4
De complete informatie over de dienstverlening van de Centrale Studentenadministratie (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite onder Centrale Studentenadministratie. https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/csa/index.html
3.9
Registratie Studieresultaten
Met het programma ProgRESS kan elke student zijn/haar studieresultaten online raadplegen (vanaf elke pc met internetaansluiting). Uitgebreide informatie over het raadplegen van studieresultaten staat vermeld op de intranetsite onder de noemer Studieresultaten. http://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/progress/index.ht ml Rechtstreekse toegang tot ProgRESS krijg je via op www.progresswww.nl/chn
3.10
Toetsen Wanneer en waar vinden toetsen plaats, hoe kan een student zich voor een toets inschrijven, wanneer kan er worden herkanst en hoe luiden de toetsuitslagen? Dit alles wordt door het toetsservicebureau verzorgd. De complete informatie over de dienstverlening van het Toetsservicebureau (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite onder Toetsen. https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/ toetsen/index.html
120 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4
3.11
ICT & Media
Alles rond informatie- en communicatietechnologie en audiovisuele voorzieningen binnen Stenden hogeschool gemeenschappelijk georganiseerd binnen de afdeling ICT en Media Hoe kom je aan een login, waar kan je printen, waar in het gebouw kan je een computer gebruiken, aan welke algemene regels moet je je als gebruiker van ICTvoorzieningen houden? Op deze en andere vragen geeft de intranetsite van ICT & Media het antwoord. http://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/ i_tech/watdoenwij.html ICT & Media geeft ook ondersteuning bij het gebruik van ICT-voorzieningen en verzorgt de audiovisuele voorzieningen. Deze laatste dienstverlening varieert van de uitleen van een digitale fotocamera tot assistentie bij het gebruik van mediawerkplekken als een montageruimte. Uitgebreide informatie over de audiovisuele voorzieningen is te vinden op de intranetsite ICT & Media. Hoe en wanneer ICT & Media te bereiken is, wordt vermeld op de intranetsite van ICT & Media. http://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/ i_tech/index.html
3.12
Intranet
Het intranet van Stenden hogeschool geldt als het informatiemedium waar alle relevante interne informatie voor zowel medewerkers als studenten op staat. Zo vind je er de roosters per opleiding, maar ook de algemene Stendenagenda en een overzicht van de openingstijden van alle voorzieningen.
Hoofdstuk 4
Welke informatie er allemaal op te vinden is, zie je het gemakkelijkst via de A-Z index van intranet. https://chnet.chn.nl/chnportal/ a_z_index2005.html Het intranet is zowel van binnen als buiten de Stendenlocaties te bereiken Binnen via : http://chnet.chn.nl/ Buiten via: https://chnet.chn.nl/ of via: www.chn.nl > MyStenden>
3.13 ELO
ELO is de digitale leeromgeving van Stenden hogeschool (voorheen CHN). Op ELO staat onder andere onderwijsmateriaal, maar via ELO kunnen studenten (en docenten) ook met elkaar in contact komen voor de uitvoering van een onderwijsopdracht. ELO is te bereiken via de website van Stenden: www.stenden.coml > MyStenden>
3.14 Het Studielandschap Leeuwarden
Het Studielandschap is de centrale plaats binnen Stenden waar de bibliotheek-voorziening en de studievoorzieningen voor alle opleidingen van de Stenden zijn samengebracht. Het Studielandschap bestaat uit het Atrium (een studie- en ontmoetingsruimte) ontmoetingsruimte) en de bibliotheek met een uitleencollectie op de begane grond en een studiezaal met een niet uitleenbare collectie op de eerste verdieping. Studenten, docenten en overig personeel kunnen gebruik maken van de faciliteiten. Het Studielandschap biedt veel van zijn faciliteiten digitaal aan. Zo zijn bronnen zowel vanuit Stenden als vanuit huis beschikbaar. Meer informatie vind je op de internetsite www.chn.nl/sls.
122 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4
3.15 Stenden shop Leeuwarden Moduulboeken, readers, computerbenodigdheden, ringbanden, papier en andere kantoorartikelen zijn te verkrijgen in de Stenden shop. Welke artikelen de Stenden shop in het assortiment heeft en op welke tijden de winkel geopend is, staat vermeld op de intranetsite van de Stenden shop. https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/chn_winkel/index.html 3.16 Het Alumni Netwerk Het Alumni Netwerk is het netwerk voor laatstejaars studenten en afgestudeerden van alle Stendenopleidingen. Het doel van het Alumni Netwerk is het onderhouden van structureel contact tussen afgestudeerden (alumni), de opleidingen en Stenden. Het Alumni Netwerk zorgt ervoor dat alumni op de hoogte worden gehouden van de meest recente ontwikkelingen binnen het werkveld, de opleiding en de (loopbaan)ontwikkelingen van andere alumni. Omgekeerd blijft Stenden op de hoogte van de loopbanen van alumni en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Tevens is Stenden zo in de mogelijkheid feedback te krijgen op het onderwijsprogramma. Uitgebreide informatie over het Alumni Netwerk en de voorzieningen hiervan is te vinden op de website van Stenden > Alumni www.chn.nl/alumni 3.17 EHBO Stenden kent een bedrijfsnoodplan. Hierin staan de uitgangspunten en handelswijzen beschreven in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten. Alle aanwijzingen hiervoor zijn te vinden op de intranetsite over Alarm, Brand, BHV en EHBO
Hoofdstuk 4
https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/veiligheid/index.html 3.18 Bedrijfsrestaurant: La Salle à Manger Op de begane grond van het Stenden-gebouw in Leeuwarden bevindt zich het bedrijfsrestaurant La Salle à Manger. Studenten noemen het de SAM. Uitgebreide informatie over bijvoorbeeld openingstijden en de huisregels zijn te vinden op de intranetpagina van La Salle à Manger. https://chnet.chn.nl/html/chn_breed/chn_catering_operations/la_s alle_a_manger.html 3.19 Randstad, uitzendbureau Binnen de muren van het Stendengebouw in Leeuwarden bevindt zich uitzend-bureau Randstad. Randstad bemiddelt pas- en langer afgestudeerden. 3.20 Expect Stenden participeert in Expect. Expect biedt studenten in Leeuwarden interes-sante en zinnige activiteiten aan, met een aanwijsbare betrokkenheid bij cultuur, Maatschappij en religie. Expect heeft zijn kantoor in het gebouw van Stenden aan de Rengerslaan 8. Uitgebreide informatie over Expect is te vinden op de website van Expect. http://www.expect-leeuwarden.nl/ 3.21 Leeuwarden Studiestad Heb je gekozen voor een opleiding bij Stenden in Leeuwarden? Dan is Leeuwarden automatisch je studiestad. Leeuwarden heeft veel te bieden. Leeuwarden Studiestad is dé overkoepelende organisatie die dynamisch en toegankelijk de voorwaarden schept om producten en diensten te ontwikkelen die passen bij Leeuwarden als volwaardige studiestad, en deze promoot bij studenten in binnen- en buitenland.
124 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4
Leeuwarden Studiestad maakt het mogelijk om betaalbaar te sporten, helpt je op weg bij het zoeken naar een kamer en organiseert studentenevenementen en activiteiten. Daarnaast heeft Leeuwarden een groot aanbod van opleidingen, actieve studentenverenigingen, cultuur, terrasjes en gezellige eetcafés. Uitgebreide informatie hierover de studentenvoorzieningen in Leeuwarden is te vinden op de website van Leeuwarden Studiestad. http://www.leeuwardenstudiestad.nl 3.22 Sport Na een dag op school is het heerlijk om te sporten. Sporten in Leeuwarden is voor studenten betaalbaar geregeld via Studiestad Sport (onderdeel van Leeuwarden Studiestad). Het sportaanbod is met ruim 30 sporten enorm divers. Van aerobics tot voetbal en van tennis tot krav maga. Uitgebreide informatie over betaalbaar sporten is te vinden op de website van Leeuwarden Studiestad/Sport. http://www.leeuwardenstudiestad.nl/sport/index.php 4 Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden Hieronder wordt aangegeven wat je moet regelen als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (tijdelijk) niet kunt deelnemen aan het onderwijs. 4.1 Regeling van de opleiding in geval van ziekte en andere bijzondere omstandigheden Indien een student door ziekte of een andere bijzondere omstandigheid studievertraging oploopt of dreigt op te lopen, is de student verplicht zo spoedig als mogelijk contact op te nemen met de door de opleiding toegewezen studieloopbaanbegeleider. Zie hoofdstuk 2.C.8. van deze studentenstatuut deel 2.
Hoofdstuk 4
Daarnaast kent de Moduultentamenregeling van Vrijetijdsmanagement / Leisure Management in artikel 14 een overmachtsregeling bij ziekte of andere bijzondere omstandigheden. Zie hoofdstuk 2.D. van deze studentenstatuut deel 2. Tot slot wordt gewezen op de bijzondere regelingen rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden die worden genoemd bij het onderdeel Decanaat in hoofdstuk 3.1.2. van dit studentenstatuut. 4.1.1 Algemeen (kortdurend ziekte of andere bijzondere omstandigheden) Altijd afmelden bij de front desk. Wanneer je ziek bent en daarom niet kunt deelnemen aan een werkcollege, pgo-bijeenkomst etc. en je kunt je niet houden aan een afspraak met een docent, dan moet je bijtijds (uitgangspunt is vóór 10.00 uur op de dag van jouw ziekte) de front desk bellen om je af te melden. Telefoonnummer 058 – 2 411 630. De front desk houdt alle ziekmeldingen bij zodat docenten en de examencommissie daar de afwezigheid kunnen controleren. Afmelding is van groot belang, mocht je bij de examencommissie een verzoek indienen waarbij je een beroep wilt doen op overmacht. De examencommissie zal in een dergelijk geval altijd de ziekmeldingen bij de front desk controleren. Mocht je je niet ziek hebben gemeld, dan gaat de examencommissie er in beginsel van uit dat er geen sprake van ziekte is geweest. 4.1.2 Algemeen (langdurende ziekte of andere bijzondere omstandigheden) Wordt duidelijk dat jouw ziekte of de bijzondere omstandigheid langdurend wordt dan is het van belang om contact op te nemen met je studieloopbaanbegeleider. Gezamenlijk worden de consequenties, de studievertraging en de mogelijke oplossingen om verdere vertraging te voorkomen doorgesproken. De studiebegeleider zal je in zo‟n situatie ook (door)verwijzen naar de coördinator studieloopbaanbegeleider (Robert Blink) en het decanaat. Bij het decanaat kun je met specialisten van de
126 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4
hogeschool alle ins en outs van de situatie bespreken (incl. de consequenties voor inschrijvingsduur, de financiën,….) 4.1.3 PGO en andere verplichte onderwijsactiviteiten Elke keer dat je een pgo-bijeenkomst of een andere verplichte onderwijsactiviteit moet verzuimen wegens ziekte, moet je je ziek melden bij het secretariaat. Ben je ziek en lag er de afspraak dat juist jij die bewuste PGO-bijeenkomst notulist of voorzitter zou zijn van de PGO-groep dan verwachten we (de opleiding en de collega studenten) dat jij zelf zorg draagt voor een vervanger. 4.1.4 Moduultoetsen Ben je bijv. ziek op het moment van een moduultoets (tentamen) dan verdient het aanbeveling je af te melden bij de front desk van de opleiding. In deze situatie wordt voor een student geen apart toetsmoment geschapen, maar een student behoudt zijn kans en kan zich regulier inschrijving voor de eerstvolgende mogelijkheid overeenkomstig het toetsrooster. 4.2 Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies Als je denkt door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 5) niet te kunnen voldoen aan de norm van het bindend studieadvies in het eerste of tweede jaar, moet je bijzondere omstandigheid melden bij zowel je studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. Verder moet je voor 1 juni bij de examencommissie een schriftelijk verzoek indienen om bij het vaststellen van het studieadvies rekening te houden met de bijzondere omstandigheid. Voor verdere informatie: zie hoofdstuk 3 van deel 1 van het studentenstatuut, waarin ook is opgenomen de „Regeling studieadvies‟. 4.3 Studievertraging Als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 5) dusdanige studievertraging oploopt, dat je langer over je studie moet doen dan vier jaar, moet je de ziekte/bijzondere omstandigheid zowel melden bij je studie- of trajectbegeleider als
Hoofdstuk 4
bij een decaan. De decaan bespreekt de consequenties voor je studiefinanciering met je en kan je inlichten over de mogelijkheid om afstudeersteun (een soort studiefinanciering) van de hogeschool te krijgen. Om in aanmerking te kunnen komen voor afstudeersteun ben je verplicht de bijzondere omstandigheid binnen drie maanden aan de decaan te melden. Als je weet dat je een tijdje niet aan het onderwijs kunt deelnemen bijv. door een geplande ziekenhuisopname, moet je dat direct melden. Ook als je door bijzondere omstandigheden de kans loopt niet binnen de diplomatermijn van 10 jaar het einddiploma te behalen, kun je terecht bij het decanaat. Voor verdere informatie zie hoofdstuk 7 van deel 1 van het studentenstatuut, waarin de Regeling afstudeersteun is opgenomen. Je kunt ook op het intranet de site van het decanaat raadplegen. 4.4 Bijzondere omstandigheden Onder bijzondere omstandigheden, bedoeld onder 2 en 3 vallen de volgende omstandigheden: ziekte (ook psychisch) zwangerschap bijzondere familieomstandigheden (zoals bijv. een echtscheiding van je ouders, ernstige ziekte of overlijden in de directe familie) medezeggenschapsactiviteiten voor de hogeschool bestuurslidmaatschap van bepaalde studentenverenigingen een „niet studeerbaar‟ studieprogramma 4.5 Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking Onder basisvoorzieningen verstaan we die voorzieningen die altijd aanwezig moeten zijn, onafhankelijk of er op dat moment studenten zijn die hiervan gebruik maken. Sinds 1 december 2003 bestaat de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. De wet bepaalt dat wanneer een student met een functiebeperking aanpassingen nodig heeft van technische, onderwijskundige of begeleidende aard, om een opleiding te kunnen volgen en hij de instelling
128 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4
daarom verzoekt, de opleiding of instelling verplicht is die aanpassingen te realiseren. De aanpassingen moeten aan twee eisen voldoen: zij moeten geschikt zijn en noodzakelijk. Geschikt wil zeggen dat de aanpassing een belemmering moet wegnemen of verminderen, waardoor de zelfstandigheid van de desbetreffende student wordt vergroot. Noodzakelijk wil zeggen dat hetzelfde doel niet op een andere, goedkopere manier kan worden bereikt. Eén en ander voor zover de gevraagde aanpassingen voor de Stenden hogeschool geen onevenredige belasting als bedoeld in art. 2 van de Wet Gelijke Behandeling op grond van een handicap of chronische ziekte vormen Eén van de decanen is contactpersoon handicap & studie. Zij geeft informatie en advies over mogelijke aanpassingen en voorzieningen en bemiddelt bij het realiseren hiervan. A.
materiële voorzieningen Gehandicaptentoiletten Parkeerplaatsen voor minder validen Geldautomaat bij restaurant op de hoogte van een rolstoelgebruiker Lage stacomputer voor rolstoelgebruiker Mobiele ringleiding op uitleenbasis bij audiovisuele dienst Laptop op uitleenbasis bij audiovisuele dienst Reading pen Ergonomische kruk voor IHM praktijk vakken
B.
onderwijskundige voorzieningen mogelijkheid tot verlenging van de toetstijd mogelijkheid om apart te zitten bij een toets mogelijkheid reader in vergroot lettertype (12 punts) te krijgen mogelijkheid een aangepast lesrooster te krijgen mogelijkheid tot aanpassing studieplanning mogelijkheid tot een vervangende opdracht mogelijkheid tot een aangepaste werkvorm mogelijkheid tot aanpassing toetsvorm mogelijkheid tot flexibele leerroute
Hoofdstuk 4
mogelijkheid tot aangepaste stage in vorm en duur C.
financiële voorzieningen vergoeding voor dyslexieonderzoek afstudeersteun voorzieningen op het gebied van studiefinanciering
Procedures Ad. A materiële voorzieningen De meeste materiële basisvoorzieningen zijn zonder meer te gebruiken. Wanneer de student gebruik wil maken van de voorzieningen die onder beheer van de audiovisuele dienst vallen, dient hij via de contactpersoon Handicap& Studie/decaan een aanvraag in te dienen. Wanneer de voorziening niet uit voorliggende regelingen kan worden bekostigd kan deze onder bepaalde voorwaarden worden bekostigd uit een speciaal fonds dat valt onder het Fonds Financiële Ondersteuning Studenten. Ad B onderwijskundige voorzieningen Indien het onduidelijk is van welke voorzieningen de student gebruik kan maken, kan hij een afspraak maken met de contactpersoon Handicap& Studie/decaan. Zij kan adviseren over mogelijke voorzieningen. Samen met de coördinator studiebegeleiding kan besproken worden welke stappen ondernomen dienen te worden om de voorzieningen te realiseren. Voor bepaalde voorzieningen dient een aanvraag ingediend te worden bij de examencommissie. Vaak is een medische verklaring gewenst. De afspraken en verantwoordelijkheden worden vastgelegd in een onderwijscontract „studeren met een functiebeperking‟. Het onderwijscontract geldt voor de gehele of bepaalde onderdelen van de opleiding en voor een bepaalde tijd. Ad C financiële voorzieningen Wanneer de student of de opleiding het vermoeden heeft dat de student dyslexie heeft en de student ondervindt hiervan hinder in
130 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4
het onderwijs dan kan de student een dyslexieonderzoek laten doen. De contactpersoon Handicap& Studie/decaan bemiddelt bij de aanvraag voor een vergoeding hiervoor. Wanneer de student studievertraging oploopt of zijn studie moet afbreken vanwege zijn functiebeperking zijn er verschillende financiële regelingen mogelijk. De decaan bespreekt welke regeling op de situatie van de student van toepassing is en begeleidt de aanvraag. 4.6
Regeling medische verklaring in geval van ziekte
4.6.1 Doel van de verklaring Indien een student: zich tijdens een studiejaar wil uitschrijven wegens ziekte; wegens ziekte een beroep doet op financiële ondersteuning uit het afstudeer-fondsafstudeerfonds; niet aan een examen(onderdeel) deelneemt wegens ziekte en de examen-commissie verlangt dat hij dit staaft met bewijzen moet hij een medische verklaring overleggen aan de centrale studenten-administratie(a), de commissie financiële ondersteuning studenten (b), of de examencommissie van de opleiding (c). 4.6.2 Verkrijgen van de verklaring Voor het verkrijgen van een medische verklaring kun je terecht bij Arboned, Oostergoweg 5 in Leeuwarden (058- 2339202) of bij het voor jou meest nabijgelegen steunpunt. De adressen en telefoonnummers van de steunpunten zijn te vinden op de site van Arboned ( www.arboned.nl) 4.6.3 Beperking gebruik ArboNed-zorg Nadrukkelijk wordt uitgesloten dat studenten van de ArboNed zorg gebruik maken voor algemeen medisch advies of medische begeleiding. Het inschakelen van ArboNed zorg is alleen toegestaan voor het verkrijgen van een verklaring, zoals bedoeld in deze regeling.
Hoofdstuk 4
4.7 Studeren en RSI (CANS) Er zijn studenten die last hebben van pijn in de arm, nek, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie wordt vaak gedacht dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. De pijn die hier genoemd wordt kan duiden op RSI: Repetitive Strain Injury, ook welbekend als "muisarm". Wanneer die eerste signalen niet serieus genomen worden, breiden de klachten zich meestal langzaam uit. Volgens een aantal betrokken beroepsgroepen heeft de term RSI een negatieve lading en geven sommige behandelaars (ten onterechte) de diagnose RSI. Daarom heeft men afgesproken de nieuwe term CANS (complaints of Arm, Neck and/or Shoulder) te gaan gebruiken. RSI is lastig vast te stellen, want de pijn kan meerdere oorzaken hebben. Omdat CANS nog een vrij nieuwe term is, blijven we in dit stukje voor alle duidelijkheid nog spreken over RSI. Bij RSI is er een duidelijke relatie tussen de manier waarop wordt gewerkt en de aanwezige klachten. Factoren die tot RSI kunnen leiden zijn: een verkeerde zithouding tijdens het werk repeterend werk weinig afwisseling in zowel houding als werkzaamheden stress Ook tijdens de studie kunnen er activiteiten zijn waarbij lang achter elkaar in dezelfde houding wordt gewerkt en/of dezelfde bewegingen worden gemaakt. Het beeldscherm neemt een belangrijke plaats in bij werkzaamheden, niet alleen op school maar vaak ook nog thuis. Bovendien nemen chatten, internetten en computerspelletjes ook een niet onaanzienlijk deel van de tijdsbesteding in beslag. RSI is grotendeels zelf te voorkomen. De belangrijkste tips hiervoor zijn: werk niet langer dan vijf à zes uur per dag aan een beeldscherm en niet langer dan twee uur aan een laptop! genoemde tijden zijn inclusief chatten, e-mailen en spelletjes! neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze
132 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 4
let op een goede zithouding voor het beeldscherm wissel beeldschermwerk af met ander werk zorg voor voldoende ontspanning naast de studie neem beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) serieus en raadpleeg bijtijds je (huis-)arts
Meer informatie over RSI kun je vinden op het Chnet en het Internet. Onderstaande sites geven in ieder geval een goed overzicht: http://rsi.pagina.nl/ www.web.clickmouse.ensnel.nl www.stoprsi.nl www.muisarm.nl Postbus 51 (www.postbus51.nl) geeft gratis de brochure 'Veilig werken: RSI – informatie voor werknemers en werkgevers' uit.
Hoofdstuk 5
5 Medewerkerslijst Vrijetijdsmanagement / Leisure Management Kamern r
Naam
Telnr
Dhr. R. Blink
3.02
1288
Dhr. W. Boersma
3.03
1740
Dhr. W.F.Bok
3.07
1411
Mevr. M. Bos
3.03
1568
Dhr. M.C. Bo s
LC
1390
Mevr. G. van Dijk
3.06
1469
Dhr. M. van Driel
3.02
1642
Dhr. J.A. Eijkenaar
3.10
1474
Dhr. S. Fokkema
3.08
1439
Dhr. H. J. Greven Dhr. M.H. Groters
1227 3.09
1568
Dhr. M. Haanstra
3.07
1425
Dhr. H.J. Hendriks
3.09
1159
Mevr. A. Herrewijn
3.08
1642
Dhr. E. Hilverda
3.03
1159
Mevr. H. Hoekstra
3.11
1140
134 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
E-mail
Functie
robert.blink@ stenden.com willem.boersma@ stenden.com wim.bok@ stenden.com mijke.bos@ stenden.com maarten.bos@ stenden.com gedy.van.dijk@ stenden.com mark.van.driel@ stenden.com albert.eykenaar@ stenden.com steffen.fokkema@ stenden.com henk.jan.greven @ stenden.com martin.groters@ stenden.com martin.haanstra@ stenden.com henri.hendriks@ stenden.com amber.herrewijn @ stenden.com EHILVERD@ stenden.com hanneke.hoekstra @stenden.com
Docent Sportmanagement en Frans Docent Engels Academic Dean Docent en onderwijsplanner Docent Informatica Docent Managementvaardigheden Docent Docent Duits / Coördinator Studieloopbaanbegeleiding Docent Strategisch Management Coördinator AD Docent Vrijetijdskunde Secretaris Examencommissie
Opmerking [I5]: Is hetzelfde nummer als Mijke Bos. Martin naar nieuwe nummer vragen.
Docent Bedrijfseconomie Docent Events Docent Directiesecretaresse
Hoofdstuk 5
Naam
Kamern r
Telnr
E-mail
Mevr. S. Hoekstra
3.03
1159
sandra.hoekstra@ Vakdocent / Tutor stenden.com
Mevr. D. van der Hoeven
3.09
1159
Dhr. P. Huig
220
1231
Mevr. E.M.G. Janssen
3.05
1284
Dhr. T. de Jong
3.08
1321
Mevr. B. Kooi
3.09
Mevr. H. Koops
3.08
1439
Mevr. E.A. Kuperus
3.11
1253
Mevr. G.D. Middelbrink
3.03
1740
Dhr. A. Postma
Extern
Mevr. A. Rozendaal
Extern
1353
Mevr. L. Schellekens 3.03
1159
Dhr. A.K. Schilder
1439
3.08
Dymphi.van.der.H
[email protected] om peter.huig@ stenden.com eva.janssen@ stenden.com theo.de.jong@ stenden.com berber.kooi@ stenden.com hilda.koops@ stenden.com lia.kuperus@ stenden.com dinie.middelbrink @ stenden.com albert.postma@ stenden.com anke.rozendaal@ stenden.com liesbeth.schelleke
[email protected] anne.klaas.schild
[email protected]
Functie
Docent Sr. Consultant onderzoeker Docent Onderzoek Docent Events Docent / Tutor Docent HRM Assistent stage coördinator Docent Engels Docent Onderzoek/programma directeur MA Intenational Leisure & Tourism studies bij CHN SGS Coach Duaal Coördinator Leerbedrijf Coördinator Progress Duaal Docent Sociale Wetenschappen Hogeschooldocent Onderzoek
Hoofdstuk 5
Kamern r
Naam
Telnr
E-mail
Functie
gudrun.schmaling Docent Duits @stenden.com Docent Kunst & Cultuur, piet.sieperda@ EvenementenDhr. P. Sieperda 3.06 1469 stenden.com management, Stedelijke ontwikkeling tjitske.stoer@ Docent Mevr. T. Stoer 3.06 1469 stenden.com Managementvaardigheden huma.suleri@ Mevr. H. Suleri 3.03 1159 Docent Engels stenden.com Mevr. P.J. petra.verhoeven 3.11 1363 Secretaresse Verhoeven @ stenden.com Docent Sportmanagement jeroen.van.vliet@ Dhr. J. van Vliet 3.02 1288 en coördinator English stenden.com stream roel.de.vries@ Docent Frans/ Dhr. R.G. de Vries 3.05 1642 stenden.com Managementvaardigheden jorrit.van.de.waal Dhr. J. van de Waal 3.08 1321 Docent @ stenden.com Mevr. M. van der maaike.van.der.w 3.11 1363 Adm. medewerker Wal
[email protected] pietrick.wiersma Mevr. P. Wiersma 3.05 1284 Docent / Coach LM Duaal @ stenden.com co.de.wilt@ Coördinator stages LM/ Dhr. J.M.J. de Wilt 3.10 1365 stenden.com Lid examencommissie jogiena.zeinstra2 Mevr. J. Zeinstra 3.07 1411 Coördinator Duaal @stenden.com Vrijetijdsmanagement / Leisure Management Mevr. G. Schmäling
3.06
1719
136 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 5
138 STUDIEGIDS - DEEL 2 2011 / 2012