Studiegids Associate degree (Ad) Vrijetijdsmanagement Studiegids 2011-2012 Vastgesteld door het College van Bestuur op 29 augustus 2011 Stenden hogeschool Rengerslaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Algemeen Opleiding Telefoon : (058) 244 14 41 E-mail :
[email protected]
Telefoon : (058) 244 13 63/383 Telefax : (058) 244 15 05
2
STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Voorwoord Welkom binnen de twee-jarige opleiding Associate degree (Ad) Vrijetijdsmanagement De meesten van jullie hebben tijdens de vakantieperiode een reis gemaakt naar een binnenlandse of buitenlandse bestemming. Voordat de reis begint, zorg je ervoor dat voldoende informatie wordt verzameld over de reisbestemming en de reis ernaar toe, zodat een gedegen reisplan ontstaat. Ook deze studiegids is zo’n reisplan voor zowel de eerstejaars als de ouderejaars. Zorg ervoor dat je de inhoud je eigen maakt, anders krijg je met vervelende situaties te maken, vergelijkbaar met een slecht geplande vakantie. Als je vragen hebt over de inhoud van de studiegids neem contact op met je studiebegeleider. De studiegids maakt je wegwijs in de organisatie en verstrekt belangrijke informatie over het onderwijsbeleid, het curriculum en de moduultentamenregeling. Ook voor de ouderejaars blijft de studiegids een belangrijk boekwerk. Elk jaar veranderen er weer zaken, zoals een verandering in de tentamenregeling of een vernieuwing van het curriculum, waardoor het belangrijk is om bij te blijven. We zijn een ondernemende, interculturele en internationale hogeschool. Wij schenken aandacht aan waarden en normen, aan ethische vraagstukken passend bij de identiteit van de hogeschool. Je zult dit terugvinden in het studieprogramma en in de aandacht van onze docenten voor de begeleiding van jou tijdens je studieloopbaan. In deze studiegids maak je kennis met o.a. de Stenden hogeschool en de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement en het onderwijsconcept. STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT
3
Ons programma is officieel geaccrediteerd onder nummer en geregistreerd door de Nederlandse overheid (CROHO). Opleidingscode 80040 Croho AD 34438, domein economie. In de studiegids vind je ook een beschrijving van de inhoud van de modulen die we aanbieden binnen de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement De studiebelasting is per studiejaar 1680 uren of 60 ECTS (European Credits Transfer), verder in de gids credits genoemd. We wensen je dit studiejaar veel succes en plezier toe! Wim Bok (academic dean)
4
STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Inhoudsopgave
Voorwoord
3
Inhoudsopgave
5
1 Algemene informatie over de opleiding Ad Vrijetijdsmanagement 9 1.1 Uitgangspunten 9 1.2 Organisatie van de opleiding Ad Vrijetijdsmanagement 12 1.2.1 Algemeen 12 1.2.2 Kwaliteitszorg 19 1.2.3 Internationalisering 21 1.2.3aInterculturalisatie binnen Ad Vrijetijdsmanagement 21 1.2.4 Studiemogelijkheden voor interne internationalisering22 1.2.5 Buitenlandse uitwisselingsstudenten (exchange students) 22 1.2.6 Masterprogramma's 1.2.7 Contractactiviteiten 23 1.2.8 Programma afgestudeerden 24 2 Onderwijs- en examenreglement van Vrijetijdsmanagement 2A Onderwijsbeleid 2A.1 Omschrijving van het onderwijs 2A.2 Verantwoording van het onderwijs 2A.3 Opvattingen over leren en onderwijzen 2A.4 Groeperingsbeleid 2A.5 Jaarplanning 2011/2012 2A.6 Onderwijsuren en tijden Bladwijzer niet gedefinieerd.
de
opleiding Ad 26 26 26 26 32 38 38 Fout!
STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT
5
2A.7 Studieplanning 43 2A.8 Bindend studieadvies (BSA) 44 2A.9 Veranderen van opleiding / Omzwaaien 45 2A.10Kosten 46 2BCurriculum van de opleiding 47 2B.1 Inleiding 47 2B.2 Onderwijseenheden per fase 48 2CStudievorderingsbeleid 63 2C.1 Examencommissies/Opleidingscommissies Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2C.2 Toelatingsbeleid 65 2C.3 Vrijstellingen 66 2C.4 Verkorte studietrajecten 66 2C.5 Jaartoetsrooster 66 2C.6 Praktijk- en stagebeleid 67 2C.7 Toekenning en verwerking van credits 67 2C.8 Studiebegeleiding/trajectbegeleiding 68 2D De Moduultentamenregeling Ad Vrijetijdsmanagement 2009/2010 Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3 Voorzieningen voor Studenten Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.1 Informatievoorzieningen 3.2 i study 3.3 International Office 3.4 Het decanaat 3.5 Handicap & studie 3.6 Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag 3.7 Het roosterbureau 3.8 Centrale Studenten Administratie 3.9 Registratie Studieresultaten 3.10 Toetsen 3.11 i tech 6
STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
3.12 ChNet 3.13 Bello 3.14 Het Studielandschap Leeuwarden 3.15 Stenden hogeschool-winkel Leeuwarden 3.16 Het Alumni Netwerk 3.17 EHBO 3.18 Bedrijfsrestaurant: La Salle à Manger 3.19 Servicejobs Leeuwarden, arbeidsbemiddelingsbureau Stenden Hogeschool 3.20 Studentenpastoraat Leeuwarden 3.21 Leeuwarden Studiestad 3.22 Sport 4 Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden 93 4.1 Regeling van de opleiding in geval van ziekte en andere bijzondere omstandigheden 103 4.1.1 Algemeen (kortdurend ziekte of andere bijzondere omstandigheden) 103 4.1.2 Algemeen (langdurende ziekte of andere bijzondere omstandigheden) 104 4.1.3 PGO en andere verplichte onderwijsactiviteiten 104 4.1.4 Moduultoetsen 104 4.2 Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies 105 4.3 Studievertraging 105 4.4 Bijzondere omstandigheden 106 4.5 Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking 106 4.6 Regeling medische verklaring in geval van ziekte 109 4.6.1 Doel van de verklaring 109 4.6.2 Verkrijgen van de verklaring 109 4.6.3 Beperking gebruik ArboNed-zorg 109 4.7 Studeren en RSI (CANS) 110 STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT
7
5 Medewerkerslijst
8
112
STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 1
1 Algemene informatie over de opleiding Associate degree (Ad) Vrijetijdsmanagement Deze studiegids bevat informatie over de opleiding en geeft een beschrijving van de opbouw van de studie en van de ondersteunende faciliteiten. Je kunt hier o.a. informatie vinden over de studiebegeleiding en de onderwijs- en examenregeling. In het studentenstatuut deel 1 vind je informatie die niet alleen voor jouw opleiding geldt, maar voor de hele hogeschool. Je vindt daarin allerlei regelingen waarin de rechten en plichten van de studenten zijn vastgelegd, zoals: Het Inschrijfreglement, de Regeling studieadvies, het Centrale Examenreglement, de Medezeggenschapsreglementen, de Huisregels, de Klachtenregeling, het Reglement van het College van beroep enz. Studentenstatuut deel 1 kun je vinden op intranet. Kijk dan bij AZ index onder de S van Studiegidsen.
1.1
Uitgangspunten
Leren is een actief proces Onder leren wordt verstaan: iets proberen, fouten maken, op zoek gaan naar alternatieven. Informatie en ervaringen, theorie en praktijk met elkaar in verband brengen. Kortom: leren is een actief proces. Dat is het uitgangspunt van het onderwijs op de Stenden hogeschool. Om dit actieve leren op gang te brengen heeft de Stenden hogeschool gekozen voor modulair, thematisch en Probleem Gestuurd Onderwijs. Modulair en thematisch onderwijs
STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT
9
Hoofdstuk 1
Een studiejaar bestaat uit 4 modules die elk 9 weken duren. In elke module staat 1 thema centraal. Dit thema wordt vanuit verschillende invalshoeken en vakgebieden bestudeerd. In de loop van of aan het eind van een moduul worden de kennis en vaardigheden van de student getoetst. Probleemgestuurd Onderwijs (PGO) Iedere pgo-groep van ongeveer 12 studenten komt elke week 2 keer bij elkaar. Onder begeleiding van een tutor (docent) wordt er aan de taken (casus) gewerkt. In deze taken komen problemen (onderwerpen) uit de beroepspraktijk aan de orde. Studenten werken op systematische wijze aan de taken. Na een grondige analyse maken ze een plan van aanpak en gaan ze op zoek naar aanvullende informatie (zelfstudie) die nodig is om het probleem op te kunnen lossen. Deze informatie kan gevonden worden in bijv. het studielandschap, op internet of via mensen uit het werkveld. In de volgende pgo-bijeenkomst worden de resultaten met elkaar besproken en wordt er een nieuwe taak opgestart. De pgo-bijeenkomsten worden geleid door een voorzitter en afspraken worden vastgelegd door een notulist. Deze functies worden door studenten uitgevoerd. In beginsel worden de pgogroepen elke module opnieuw ingedeeld. In de loop van de opleiding worden de taken steeds omvangrijker en wordt het niveau ervan hoger. Daarnaast wordt in het tweede studiejaar gewerkt met case-onderwijs. Naast de pgo-bijeenkomsten worden er hoor-, werk- en responsiecolleges gegeven. Dit ter ondersteuning bij het verwerken van de leerstof. Er wordt gestreefd naar een verhouding van 1 contactuur tot 2 à 3 uur zelfstudie. Verder wordt er, bij voorkeur in kleinere groepjes, elke module gewerkt aan een opdracht passend bij het moduulthema. 10 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 1
Het eerste jaar (propedeuse) Het 1e jaar is een oriëntatie op de vrijetijdsmarkt en op service management in het algemeen. Studenten krijgen een beeld van de omvang van het werkveld en de verschillende soorten bedrijven die daar een rol spelen. De aandacht gaat vooral uit naar de operationele kant van de bedrijven. Naast en geïntegreerd met het eerstejaars programma zet je samen met andere studenten een studentenbedrijf op. In dit studentenbedrijf doe je ervaring op met tal van aspecten van het ondernemerschap. Sinds 2010 zijn modulen opgebouwd uit zogenaamde bouwstenen. Deze bouwstenen worden stapsgewijs ingevoerd. In 2010 is begonnen met het eerste jaar, in 2011 worden bouwstenen in het tweede jaar ingevoerd. Deze bouwstenen zijn onderwijsinhoudelijke eenheden van minimaal 3 ECTS, die zoveel mogelijk geïntegreerd in het moduul worden aangeboden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen generieke, domeinspecifieke en opleidingsspecifieke bouwstenen.
Het tweede jaar In het 2e jaar wordt de vrijetijdsmarkt bekeken vanuit een tactisch management perspectief. De student voert de verschillende managementrollen onder begeleiding uit. De zogenaamde “eventlijn” loopt als een rode draad door de modulen van het tweede jaar. De student maakt kennis met alle aspecten rondom de organisatie van een event, en realiseert dit event in moduul 4 ook daadwerkelijk. Er wordt een steeds groter beroep gedaan op zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid.
STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT 11
Hoofdstuk 1
1.2 Organisatie van de opleiding Management Associate degree Vrijetijdsmanagement 1.2.1 Algemeen Identiteit en missie van de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement Het Associate degree programma Vrijetijdsmanagement richt zich op het beroep van Assistent Event Manager, Assistent Manager Accommodatievoorzieningen of beroepen met een vergelijkbaar competentieprofiel. De afgestudeerde Ad-er beschikt onder andere over kennis van doelgroepen, evenementenbesteding, aanbod van diensten, marktwerking en juridische basiskennis. Hij /zij is in staat deze kennis toe te passen om als assistent-manager mee te helpen enkelvoudige evenementen te ontwikkelen, realiseren en evalueren. Gekozen is voor modulair thematisch onderwijs en probleemgestuurd leren, waarbij tevens ruime aandacht wordt besteed aan zorg voor de individuele student. Een zorg die tot uitdrukking komt in de individuele begeleiding van de student tijdens de opleiding. Zorg (voor en door studenten) Als dienstverlenende organisatie willen wij een voorbeeldfunctie vervullen. Hiertoe betrekken wij studenten bij het vorm en inhoud geven van het onderwijsprogramma en steunen wij actief organisaties die belangen van studenten vertegenwoordigen zoals studentenverenigingen. Tevens begeleiden wij studenten individueel gedurende hun schoolloopbaan. 12 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 1
Als coproducenten van onze dienstverlening bepalen de studenten mede zelf de kwaliteit van ons onderwijs. Hierdoor bieden wij studenten mogelijkheden tot het waarmaken van de eigen verantwoordelijkheid in dienstverleningsprocessen alsmede tot persoonlijke en maatschappelijke vorming. Zorg (voor en door docenten) De opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement biedt medewerkers mogelijkheden tot verdere scholing en ontplooiing en voorziet in voorwaarden voor een optimale werksfeer en dienstverlening. Bij de interne samenwerking tussen medewerkers onderling beschouwen wij elkaar als gast. Aldus gaan wij bij het wederzijds verlenen van diensten uit van normen die een rol spelen bij het beoordelen van de kwaliteit van diensten namelijk: onze bereidheid tot dienstverlening, betrouwbaarheid, probleemoplossend vermogen, onze zorg voor en betrokkenheid op mens en wereld in het algemeen en in het bijzonder de dienstverlening aan onze gasten: de studenten. Opleidingscommissie Elke opleiding heeft een eigen opleidingscommissie. Deze heeft vooral een onderwijsinhoudelijke taak. Zij adviseert de directie op onderwijsinhoudelijk terrein. De opleidingscommissie beoordeelt o.m. de onderwijs- en examenregeling. Ook deze commissie bestaat uit zowel studenten als docenten. De opleiding Associate degree is onderdeel van de opleiding Vrijetijdsmanagement en valt derhalve onder de opleidingscommissie van de opleiding Vrijetijdsmanagement.
STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT 13
Hoofdstuk 1
Studentenraad Leisure Management (Stura) De studentenraad Stura Vrijetijdsmanagement is een officieel orgaan binnen de Stenden hogeschool en is bedoeld om alle studierichtingspecifieke problemen die zich voordoen op te lossen. Bovendien draagt de raad bij tot een goede verstandhouding tussen de verschillende mensen en organen die actief zijn binnen het instituut. De Stura is er voor studenten en bestaat uitsluitend uit studenten. De raad is samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende studiejaren. Wekelijks vinden er op verschillende niveaus bijeenkomsten/vergaderingen plaats om urgente of actuele zaken te bespreken. Hierbij behoort ook het overleg met de directie. Dit overleg vindt elke moduulperiode plaats. Klachten/suggesties over tentamens, (moduul)organisatie, studiestof of docenten kunnen zowel mondeling, telefonisch of schriftelijk worden doorgegeven aan de Stura. De opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement is onderdeel van de opleiding Vrijetijdsmanagement en valt derhalve onder de Stura van de opleiding Vrijetijdsmanagement Zaken aangaande organisatie en inhoud worden besproken in verschillende overleg/adviesorganen. Afgevaardigden van de Stura behartigen de studenten-belangen in deze organen. De opleiding probeert de verschillende belangen van studenten te integreren in haar dagelijkse bezigheden. Zo zijn er contacten met andere Stura's en verenigingen. Deze contacten geven ons een duidelijk overzicht van zaken die de student bezighouden. Deze samenwerking stelt ons in staat om niet alleen op te komen voor het individu, maar ook voor het collectief. Studentenvertegenwoordiging biedt veel afwisseling en leerzame ervaringen die je later misschien kunt gebruiken in het werkveld. 14 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 1
Op deze manier kun je de Stura bereiken: Email:
[email protected] Raad van Advies Het Instituut kent een gezamenlijke Raad van Advies voor de opleidingen Vrijetijdsmanagement en Tourism Management. De Raad van Advies heeft als doel het gevraagd en ongevraagd adviseren van het management op het gebied van onderwijs, onderzoek en externe dienstverlening. De opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement is onderdeel van de opleiding Vrijetijdsmanagement en valt derhalve onder de Raad van Advies van de opleiding Vrijetijdsmanagement. Samenstelling Raad van Advies Vrijetijdsmanagement Mevrouw L. Weinans (voorzitter) Oprichter en voormalig directeur Bal-lorig B.V. De heer J.K. Janssen, Directeur Fonds DuurSaam De heer A.T. van Eijk, Directeur Travel Counselors Nederland BV Mevrouw drs. I. Strouken, Directeur Nederlands Centrum voor Volkscultuur Mevrouw R. Waale, Directeur Keunstwurk De heer drs. S. Tijsma, Provinsje Fryslân De heer W. Hondius, Transavia Mr. L.J. D‟Amore, IIPT De heer drs. J.R. Ybema, HISWA De heer T. Hartog, Holland International Mr. D. Holocek, Michigan State University. Department of Community, Agriculture, Recreation and Resource Studies De heer K. van Boeckel Plan Nederland De heer R. Ermers Directeur SRC cultuurreizen De heer J. Boelens, Directeur Bewegingscentrum Drachten/Norg
STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT 15
Hoofdstuk 1 De heer De heer A. Messchaert, World Sand Sculpting Academy WSSA De heer S. Pilkes, docent ROC en lid van RvA Emmen
Organisatiestructuur Stenden Hogeschool – Associate degree Vrijetijdsmanagement
Secretariaat Het secretariaat vervult een belangrijke ondersteunende rol voor het management, de staf, de coördinatoren en de docenten. Het secretariaat bestaat uit de volgende functies: directiesecretaresse secretaresse administratieve ondersteuning ESO (Educational Support Organisation) De onderwijsontwikkeling en –organisatie van de opleidingen van de Stenden hogeschool worden verzorgd door ESO. ESO doet dit in samenwerking met de opleidingen. Door de bundeling van alle ondersteunende expertises van de Stenden hogeschool in één organisatie heeft ESO een belangrijke regierol in de professionele ondersteuning van de kernprocessen van de Stenden Hogeschool. ESO heeft voor zichzelf de volgende missie geformuleerd: Inspirerende stafafdeling die hoogwaardige integrale diensten verleent aan Stenden-gemeenschap Voor ESO zijn de volgende doelen geformuleerd: Wij willen het onderwijs en de onderwijsontwikkeling van de Stenden hogeschool op een excellente wijze
16 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 1
ondersteunen, zodat de opleidingen aan studenten excellent onderwijs kunnen bieden Wij willen de samenwerking tussen ESO en de opleidingen versterken en verder professionaliseren Wij maken de pijlers van het identiteitsconcept leidend voor onze cultuur, besturing, leiderschapsontwikkeling en HRM beleid Wij willen beter sturen op processen Wij willen de professionaliteit en bezieling van ESO medewerkers bevorderen
Plaats in de organisatie De student en haar tevredenheid staat binnen Stenden centraal. ESO heeft een belangrijke regierol in de professionele ondersteuning van de onderwijsprocessen van Stenden die hiertoe een bijdrage leveren. Deze ondersteuning richt zich op onderwijsontwikkeling, onderwijsorganisatie en studentondersteuning. Deze onderdelen zijn samengebracht binnen ESO om zo tot een optimale uitgangspositie te komen voor operational en educational excellence. ESO is medeverantwoordelijk voor het scheppen van optimale voorwaarden voor de accreditatiewaardigheid van onze opleidingen. ESO bestaat uit 7 centra: Educational Technology Centre (onderwijstechnologisch centrum), Quality Centre (kwaliteitscentrum), Library & Knowledge Centre (kenniscentrum), Student Career Centre (studieloopbaancentrum), Information & Registration Centre (studenten- en studievolgadministratie), Planning Centre en Student Mobility Centre. Hogeschooldocenten Hogeschooldocenten houden zich naast hun docenttaken bezig met specifieke taken, zoals internationalisering, projecten, studieloopbaanbegeleiding, stage, coördinatie curriculum, etc.
STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT 17
Hoofdstuk 1
Head of School en dean De head of School is Falco de Klerk Wolters. Hij is eindverantwoordelijk voor de inhoud en organisatie van de School of Leisure and Tourism Management, waar de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement ook onder valt. De dean van de opleiding is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de opleiding. De dean houdt zich, tezamen met de teamleider(s), bezig met: de dagelijkse organisatie van de opleiding, de inhoud van de opleiding (het curriculum) het personeelsbeleid het financieel beleid het kwaliteitsbeleid Teamleider De dean Vrijetijdsmanagement / Leisure Management wordt ondersteund door een teamleider: samen met de dean is hij / zij verantwoordelijk voor het curriculum en de aansturing van het team.
Overlegstructuren De volgende overlegvormen bestaan: Deansoverleg Hiermee wordt het overleg bedoeld tussen de deans van de verschillende managementopleidingen. Dit overleg vindt regelmatig plaats met als doel om gemeenschappelijke, opleidingsoverstijgende zaken op elkaar af te stemmen. 18 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 1
Overleg dean en teamleider Dit overleg vindt wekelijks plaats. Hier wordt de dagelijkse gang van zaken binnen de opleiding besproken. Teamoverleg Twee keer per moduul,maar bij voorkeur wekelijks, vergadert het team van Vrijetijdsmanagement en Associate degree Vrijetijdsmanagement over onderwijsinhoudelijke zaken. Overig overleg Onder overige overlegvormen verstaan wij het overleg van de dean met: de opleidingscommissies (OC); de studentenraden (STURA's); de examencommissie; de commissie internationalisering; de Raden van Advies. Verder vinden er verschillende overleggen plaats. Hierbij kan gedacht worden aan het overleg in vakgroepen, werkoverleggen van onderwijscoördinatoren met docenten, vergaderingen van moduulplangroepen en andere overleggen gericht op het primaire proces.
1.2.2 Kwaliteitszorg Binnen de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement wordt grote waarde gehecht aan de zorg voor kwalitatief goed onderwijs. In het kader van de onderwijsvernieuwing en –ontwikkeling is een kwaliteitscommissie in het leven geroepen die ontwikkelde producten beoordeelt en van een „kwaliteitsstempel‟
STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT 19
Hoofdstuk 1 voorziet. Daarbij speelt de mening van studenten over het onderwijs dat zij genieten, een belangrijke rol. Op verschillende manieren worden studenten actief betrokken bij kwaliteitszorg, met name bij verschillende onderwijsevaluaties. De zorg voor kwaliteit van het onderwijs is onder andere vastgelegd in het onderwijsevaluatieplan van de Stenden hogeschool. Met ingang van september 2011 wordt de kwaliteitscommissie omgevormd tot curriculumcommissie. Deze commissie, die voorgezeten wordt door de dean van de opleiding, zal het karakter van een stuurgroep hebben. Zij zal actief sturen op ontwikkeling en kwaliteitsverbetering. Daarnaast zal de opleidingscommissie als onafhankelijk orgaan toezien op de kwaliteit van het programma. Moduulevaluatie Zowel voor, tijdens als na het aanbieden van een moduul kunnen studenten invloed uitoefenen op de vorm, inhoud en uitvoering van dat moduul. Vooraf doordat steeds 2 studenten zitting hebben in de moduulplangroep, die een moduul ontwikkelt. Tijdens een moduul evalueren de studenten met de tutor na elke PGO-bijeenkomst de gang van zaken in de PGO-groep. Aan het einde van ieder moduul wordt per PGO-groep een open evaluatieformulier ingevuld waarop de groep al haar (positief) kritische geluiden kwijt kan. Voor nieuwe modulen worden studenten ingezet als student-evaluator. Deze student-evaluatoren houden tijdens het moduul een uitgebreid evaluatieformulier bij en nemen na afloop deel aan een panelgesprek met onder andere de moduulcoördinatoren. Tijdens dat panelgesprek wordt gesproken over de noodzakelijke revisie van het moduul. Overige evaluaties
20 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 1 Studenten worden bij verschillende andere evaluaties betrokken: het betreft hier evaluaties over het onderwijsprogramma, de organisatie en faciliteiten van het onderwijs en de evaluatie van de stage- en afstudeerperiode. Ook alumni worden betrokken bij de evaluatie van het onderwijs.
1.2.3 Internationalisering De twee-jarige opleiding Associate degree Vrijetijdskunde VOLTIJD kent geen internationaal programma. Stages in het buitenland De studenten van de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement lopen gedurende hun tweejarige opleiding geen stage. 1.2.3a
Interculturalisatie binnen Vrijetijdsmanagement
Een van de competenties die Stenden Hogeschool belangrijk vindt is interculturele sensitiviteit of ook wel interculturele competentie genoemd. Interculturele competentie in een educatieve setting is belangrijk om in ieder geval twee redenen. Allereerst, moet je voorbereid worden op werksituaties die in toenemende mate intercultureel en internationaal worden. In Nederland bijvoorbeeld, is de beroepsbevolking heel divers geworden over de jaren, met name door het verdwijnen van de grenzen binnen Europa. Hierdoor is het makkelijker om in Nederland te gaan werken dan wel om als Nederlander elders in Europa te werken. Daarnaast behoor je te weten dat een te uit te STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT 21
Hoofdstuk 1
voeren taak verschillend geïnterpreteerd kan worden. Als je niet bewust bent van deze mogelijkheid, dan kan werken met mensen van verschillende culturele achtergronden irritaties opleveren door een gebrek aan wederzijds begrip. Ten tweede worden zowel de studentenpopulatie als de medewerkerpopulatie op hogescholen meer divers. Er is steeds meer sprake van de aanwezigheid van verschillende culturen in één hogeschool. In het studieprogramma met een interactief karakter, zul je moeten samenwerken met studenten van verschillende culturele achtergronden. Communicatie en interpersoonlijke vaardigheden zijn hierbij van essentieel belang. Om de bewustwording te creëren van interculturele competentie en het verder te ontwikkelen binnen de opleiding is er een interculturalisatieplan opgesteld.
1.2.4 Studiemogelijkheden voor interne internationalisering In het programma Associate degree Vrijetijdsmanagement is er slechts een beperkte mogelijkheid voor internationale oriëntatie. Als belangrijkste internationale oriëntatie kan worden genoemd het veelvuldig gebruik van de Engelse taal binnen de modulen. Het moduul HRM in het tweede studiejaar is een Engelstalig moduul.
1.2.5 Buitenlandse uitwisselingsstudenten (exchange students) Binnen de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement niet van toepassing. 1.2.6 Masterprogramma's voor Vrijetijdsmanagement studenten
22 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 1
Afgestudeerden Associate degree Vrijetijdsmanagement zijn niet toelaatbaar tot een Masterprogramma. 1.2.7 Contractactiviteiten Volgens Lumius kan de mens niet zonder kennis. Want de mens wil zich ontwikkelen. Door verder denken verder komen. Een leven lang. Hierbij herkent Lumius drie stadia. De groei van kennis. De overdracht van kennis. Het gebruik van kennis. Lumius concentreert zich op de overdracht. Met een sterke poot in de groei dankzij „kennisbron‟ Stenden. En met een sterke focus op het gebruik van kennis. Dankzij haar netwerk van overheden en bedrijven. Maar zoals gezegd: centraal staat de overdracht. De manier waarop Lumius haar kennis overdraagt, wordt bepaald door haar drie kernwaarden: nieuwsgierig, inspirerend en resultaatgericht. Lumius is nieuwsgierig. Naar mensen. Die nieuwsgierigheid vertaalt zich in overdracht van vaardigheden en kennis waardoor mensen met meer inhoud werken. Lumius inspireert. Omdat ons werk toegankelijk, helder en onderhoudend is. Maar vooral omdat de mensen van Lumius bevlogen over hun vak kunnen praten. Lumius is resultaatgericht. Dat blijkt uit de toepasbaarheid van de oplossingen die Lumius samen met haar opdrachtgevers creëert. Bij Lumius krijgt een ieder kennis waarmee hij daadwerkelijk verder komt. Via haar werkvelden Onderzoek, Advies en Trainingen wil Lumius overheden en bedrijfsleven helpen een brug slaan van mogelijkheden naar kansen. Verder komen door verder te denken, dat is de grondgedachte. Kijk voor meer informatie op www.lumius.nl
STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT 23
Hoofdstuk 1
1.2.8 Programma afgestudeerden Het Alumni Netwerk Het Alumni Netwerk is het netwerk voor laatstejaars studenten en afgestudeerden van alle Stenden Hogeschoolopleidingen, te weten Hotel Management, Vrijetijdsmanagement, Tourism Management, Personeel & Arbeid, Small Business & Retail Management, de opleidingen tot Leraar Basisonderwijs en de opleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Creatieve Therapie. Het doel van het Alumni Netwerk is het onderhouden van structureel contact tussen afgestudeerden (alumni), de opleidingen en de Stenden hogeschool. Het Alumni Netwerk zorgt ervoor dat alumni op de hoogte worden gehouden van de meest recente ontwikkelingen binnen het werkveld, de opleiding en (loopbaan)ontwikkelingen van andere alumni. Omgekeerd blijft de Stenden hogeschool op de hoogte van de loopbanen van alumni en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Tevens is de Stenden hogeschool zo in de mogelijkheid feedback te krijgen op het onderwijsprogramma. Alumni Magazine Als lid van het Alumni Netwerk ontvang je een aantal keren per studiejaar het Alumni Magazine, dat speciaal wordt uitgegeven voor afgestudeerden van deze opleidingen. In het Magazine staan artikelen over de carrières van afgestudeerden, veranderingen binnen de opleiding, ontwikkelingen in het werkveld en tips over loopbaan & ontwikkeling. Verder ontvangen alumni van Vrijetijdsmanagement en Personeel & Arbeid één keer per studiejaar een ledenlijst met alle adres- en functiegegevens van alumni.
24 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Vacmail Gratis lidmaatschap Het lidmaatschap van het Alumni Netwerk is bestemd voor laatstejaars en afgestudeerden. Het lidmaatschap is gratis: er zijn geen kosten aan verbonden. Voor meer informatie of aanmelding kun je contact opnemen met het Alumni Netwerk, telefoon (058) 2441 398 of via
[email protected].
STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT 25
Hoofdstuk 2
2 Onderwijs- en examenreglement van de Associate degree Vrijetijdsmanagement
2A
Onderwijsbeleid
2A.1 Omschrijving van het onderwijs De opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement richt zich in de voltijd variant op MBO’ers en in de duale variant op werkenden in de vrijetijdsbranche. Met het programma wordt het doel ‘een hogere instroom in het hoger onderwijs van een doelgroep die traditioneel minder snel voor het hoger onderwijs kiest’ bereikt. Het Associate-degreeprogramma is nauw verbonden met de opleiding bachelor Vrijetijdsmanagement (VM). Voor instromende studenten betekent dit, dat dezelfde opleidingseisen gelden voor zowel het Associatedegreeprogramma als voor de bachelor Vrijetijdsmanagement. Bovendien is het voor studenten mogelijk om - zonder studievertraging - met een diploma Associate Degree in te stromen in het bachelorprogramma Vrijetijdsmanagement. De inzichten, ervaringen en contacten van de voltijd en duale opleiding Vrijetijdsmanagement worden toegepast op het Associate Degree programma Vrijetijdsmanagement. De voltijdse Ad-opleiding staat in het centraal register opleidingen hoger onderwijs (CROHO) ingeschreven onder nummer AD 34438 voltijd, domein economie.
2A.2 Verantwoording van het onderwijs
26 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
2A.2.1
Domein Associate degree (Ad) Vrijetijdsmanagement
De bacheloropleiding Vrijetijdsmanagement beschikt over een gevalideerd Beroeps- & Opleidingsprofiel Vrijetijdsmanagement. Het is gestoeld op de drie pijlers: werken met klanten, werken aan de organisatie en werken aan jezelf. Het landelijk Opleidingenoverleg Vrijetijdsmanagement heeft beslist om haar competentieprofiel voor de Bacheloropleiding ter herijken. Dat heeft inmiddels plaatsgevonden. Omdat de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement als basis heeft het in 2003 gevalideerd Beroeps- & Opleidingsprofiel Vrijetijdsmanagement en als pilot wordt uitgevoerd, is besloten om gedurende de gehele looptijd van de pilot uit te blijven gaan van het in 2003 gevalideerde Beroeps& Opleidingsprofiel Vrijetijdsmanagement. Belangrijke overweging daarbij is dat door te kiezen voor een zelfde Beroeps- & opleidingsprofiel gedurende de gehele looptijd van de pilot, een adequate evaluatie na afloop van de pilot bevorderd wordt. De Branchevereniging voor evenementenmanagement IDEA heeft een niveauprofiel opgesteld voor het beroep ‘Assistent Event Manager’ en geeft aan dat er behoefte is aan afgestudeerden met het niveau van een tweejarige Associate degree-opleiding op het gebied van Vrijetijdsmanagement. De afgestudeerde met een Bachelor diploma en de gevolgde afstudeerrichting Beurs- en Evenementen Management zal op het niveau van Event Manager kunnen opereren. De afgestudeerde met een Associate degree zal de functie van Assistent Event Manager kunnen vervullen. De AD-er functioneert op operationeel en tactisch niveau. De afgestudeerde bachelor Vrijetijdsmanagement is daarnaast ook op strategisch niveau toegerust.
STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT 27
Hoofdstuk 2
2A.2.2
HBO-stramien voor opleidingskwalificaties
De Algemene Vergadering van de HBO-raad heeft op 9 oktober 1997 een voor alle HBO-opleidingen geldend Stramien Opleidingskwalificaties HBO vastgesteld. Dit stramien beoogt te komen tot een eenduidig begrippenapparaat ten aanzien van zaken als beroepsprofiel en opleidingsprofiel. Het stramien geldt voor alle initiële hbo-opleidingen. Het Sectoraal Advies College Hoger Economisch Onderwijs heeft opdracht gegeven tot een inventariserend onderzoek per HEO-opleiding om vast te stellen welke aanpassingen noodzakelijk zijn om te beantwoorden aan het stramien. Het Landelijk Opleiding Overleg Vrijetijdsmanagement (LOO VTK) heeft in het voorjaar van 1999 de opdracht uitgevoerd het beroeps- en opleidingprofiel van Vrijetijdsmanagement te herijken en te toetsen aan de algemene HBO-kwalificaties. In 2004 is een nieuw profiel vastgesteld en in 2006 is het profiel herschreven binnen het domein van Business Adminstration. Bij de uitwerking van de rationale voor de Associate Degree Vrijetijdsmanagement is uitgegaan van het landelijk Beroeps & OpleidingsProfiel en het profiel voor Assistent Event Manager opgesteld door de Branchevereniging voor evenementenmanagement IDEA
2A.2.3
Opleidingsprofielen
Het opleidingsprofiel wordt afgeleid van het beroepsprofiel van de vrijetijdsmanager welke wordt vastgesteld in samenwerking met vertegenwoordigers van het werkveld en van het niveauprofiel voor het beroep ‘Assistent Event Manager’ opgesteld door de Branchevereniging voor 28 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
evenementenmanagement IDEA. In het opleidingsprofiel en het niveauprofiel worden de beroepskwalificaties beschreven en de wijze waarop men die benadert. Om tot een samenhangend beeld te komen over de vrijetijdsmanager zijn de beroepskwalificaties geclusterd in drie segmenten. De segmenten zijn onderverdeeld in competentiegebieden waarbinnen de competenties zijn samengevoegd. Een competentie is een clustering van vaardigheden die noodzakelijk zijn om een duidelijk afgebakende beroepstaak op een kwalitatieve wijze uit te voeren in een complexe en niet voorspelbare omgeving. 2A.2.4 Competentiegebieden De tekst in het beroepsprofiel heeft als basis gediend voor het construeren van competenties. De structuur van het profiel heeft op het hoogste niveau het beroep vrijetijdsmanager, een niveau lager een indeling in twee organisatieprocessen (zij en wij) en die van de professionalisering (ik). Daaronder zijn in totaal zeven competentiegebieden gerangschikt. Het laagste niveau is dat van competenties: in totaal 21 voor de bacheloropleiding. Van deze 21 competenties zijn vier competenties die niet vallen onder het profiel van de Assistent Event Manager, omdat deze vier competenties bij uitstek behoren tot het domein van de bachelorafgestudeerde. Deze vier competenties zijn: 3.5. Het werven van inkomsten (acquisitie / opdrachten / fondsen en subsidies), 3.6. Het managen van projecten, 4.3. Leidinggeven aan medewerkers (coachen) en 5.2. Het makelen van producenten. Competentiegebieden zijn te onderscheiden, maar zijn niet te scheiden. Let wel: niet álle competenties hoeven tegelijkertijd te worden gedemonstreerd. Sommige slechts op gezette tijden: andere echter continu. Het hangt er maar net van af welke STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT 29
Hoofdstuk 2
prestatie er wordt verlangd en welk resultaat er moet worden opgeleverd en welke afweging er is gemaakt. Segment 1. Werken met klanten (zij) Competentiegebied 1. Werken met gasten 1.1 Het coördineren en verlenen van diensten; 1.2. Het verkopen van vrijetijdsproducten en diensten; Competentiegebied 2. Werken aan de organisatie van vrijetijdsconcepten 2.1. Het ontwikkelen van diensten en producten (make or buy) 2.2. Het plannen en organiseren van vrijetijdsproducten en diensten 2.3. Werken met informatie en communicatietechnologie (ICT) Segment 2. Werken aan de organisatie (wij) Competentiegebied 3. Werken in vrijetijdsorganisaties (business) 3.1. Financieel management uitvoeren; 3.2. Het schrijven van beleidsdocumenten; 3.3. Het aansturen van productieprocessen (cyclisch); 3.4. De kwaliteit realiseren; 3.5. Het werven van inkomsten (acquisitie / opdrachten / fondsen en subsidies); (niet van toepassing voor Ad Vrijetijdsmanagement) 3.6. Het managen van projecten. (niet van toepassing voor Ad Vrijetijdsmanagement) Competentiegebied 4. (Samen)werken met medewerkers 4.1. Verantwoorden van het handelen (rapporteren); 4.2. Als teamplayer functioneren; 4.3. Leidinggeven aan medewerkers (coachen). (niet van toepassing voor Ad Vrijetijdsmanagement) 30 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Competentiegebied 5. Werken vanuit de organisatie 5.1. Het onderhouden van externe betrekkingen; 5.2. Het makelen van producenten; (niet van toepassing voor Ad Vrijetijdsmanagement) 5.3. Reageren op de markt. Segment 3. Werken aan jezelf (ik) Competentiegebied 6. Werken aan de eigen professionaliteit 6.1. Het persoonlijk ontwikkelingsplan aansturen; 6.2. Reflecteren op het beroepsmatig handelen. Competentiegebied 7. Werken aan de ontwikkeling van je beroepsgroep 7.1. Kennis construeren; 7.2. Informatie analyseren. Beroepsoverstijgend versus beroepsspecifiek De geformuleerde competentiegebieden zijn niet specifiek voorbehouden aan vrijetijdsmanagers. Zij zijn zelfs beroepsoverstijgend. Omdat zij wel op een specifieke wijze zullen worden ingevuld, staat in het opleidingsprofiel een toelichting die in de vorm van een uitdaging is uitgeschreven.
2A.2.5
Visie op de relatie tussen opleiding en werkveld
In de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement wordt veel aandacht besteed aan praktische en bruikbare kennis die noodzakelijk is in de werkvelden. De beroepsbeoefenaar moet naast kennis van zaken betreffende het werkveld, het vermogen STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT 31
Hoofdstuk 2
bezitten om analytisch èn probleemoplossend te denken en te handelen. Daarnaast spelen non-cognitieve factoren als doorzettingsvermogen, werken in teamverband, creativiteit, de wil om aan te pakken en het kunnen reflecteren op eigen vaardigheden en beroepshouding een belangrijke rol. In de opleiding moet aan dergelijke factoren aandacht worden besteed. Daarom is een probleem- en praktijkgerichte aanpak, met daarin op de latere beroepsuitoefening gebaseerde doelstellingen en leerinhouden, noodzakelijk.
2A.2.6
Visie op toekomstige ontwikkelingen
Belangrijke ontwikkelingen die binnen de verschillende werkvelden van de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement worden gesignaleerd zijn: kwaliteitszorg op het gebied van economische dienstverlening, financieeleconomische ontwikkelingen, internationalisering, technologische en daarmee samenhangende juridische ontwikkelingen, automatisering en toename van de aandacht voor het milieu. In de deskundigheidsprofielen, opleidingsprofielen en in de onderwijseindtermen komen deze ontwikkelingen uitgebreid aan bod. Door de modulaire opzet van de onderwijsprogramma's in de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement is het mogelijk flexibel in te spelen op toekomstige ontwikkelingen in de werkvelden, zodat steeds een actueel en eigentijds onderwijsprogramma kan worden aangeboden 2A.3 Opvattingen over leren en onderwijzen
32 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
2A.3.1
Visie op leren en onderwijs
In onze opleiding wordt probleemgestuurd onderwijs (=PGO) toegepast. Deze onderwijsbenadering stelt het leerproces van de student centraal en doet een groot beroep op een actieve studiehouding van de student. Leren wordt daarbij gezien als een proces van het actief verwerven en verwerken van informatie die het gedrag van de lerende relatief blijvend verandert. Die informatie kan niet alleen van cognitieve, maar ook van affectieve of psychomotorische aard zijn. Aan het probleemgestuurd leren liggen dus in de eerste plaats opvattingen ten grondslag met betrekking tot leren in de zin van informatie verwerken. Daarnaast kunnen zogenaamde primaire en (meer) secundaire motieven worden onderscheiden. De primaire motieven hebben betrekking op: de verantwoordelijkheid van de individuele student voor wat en hoe hij leert. Een onderwijssysteem dat studenten actiever bij hun studie betrekt, bevordert over het algemeen de motivatie tot leren meer, dan in een onderwijssysteem waarin dat niet het geval is. een andere attitude ten opzichte van studeren. Deze attitude kan tot een grote mate van zelfwerkzaamheid en eigen verantwoordelijkheid leiden. Studenten die hebben geleerd dat hun kennis tekort schiet bij de confrontatie met problemen, zullen ook na hun opleiding hun kennis en vaardigheden op peil willen houden. Dit is van belang om opgewassen te zijn en te blijven tegen problemen die ze in de (latere) beroepssituatie (zullen) tegenkomen. In deze zin vormen zelfwerkzaamheid en eigen verantwoordelijkheid gedurende de opleiding mede een voorwaarde voor een behoefte aan permanente educatie ofwel "lifelong learning". De volgende secundaire motieven spelen een rol: sociaal motief: het werken aan PGO-taken in kleine onderwijsgroepen (PGO-groepen) bevordert het samenwerken,
STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT 33
Hoofdstuk 2
onderwijskundig-didactisch motief: de probleemgestuurde werkwijze "dwingt" studenten tot een bepaald werkritme, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het college-tentamen-systeem, onderwijsinhoudelijk en methodisch motief: de probleemgestuurde onderwijsbenadering (a) voorkomt het leren van irrelevante inhouden door een verantwoorde probleemkeuze als startpunt, (b) bevordert de integratie tussen diverse disciplines, en (c) bevordert naast de verwerving van kennis en vaardigheden ook de training in het gebruik of de toepassing ervan. 2A.3.2
Didactische principes
Een onderwijsinstelling die aan de beschreven visies op de relatie tussen opleiding en werkveld, op toekomstige ontwikkelingen en op leren en onderwijzen, in haar opleiding didactisch vorm wil geven, moet zich bewust zijn van de spanning die er bestaat tussen de vrijheid van de PGO-groep enerzijds en de behoefte om uniforme onderwijseindtermen aan studenten op te leggen anderzijds. Groepsonderwijs komt pas goed tot zijn recht wanneer eigen verantwoordelijkheid en eigen initiatief van studenten wordt aangemoedigd en gerespecteerd. Juist in de PGO-groepen komen een aantal minder goed te definiëren zaken als samenwerken, leren formuleren, probleem oplossen en besluiten nemen uitgebreid aan de orde. Didactisch gezien wordt bovenstaande tot uitdrukking gebracht in de onderwijsdoelstellingen. In de doelstellingen wordt omschreven: a. aan welke probleemstellingen studenten tijdens het leerproces moeten werken; b. welke cognitieve en sociale vaardigheden door de studenten gerealiseerd moeten worden.
34 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Bij de inrichting van onderwijsleersituaties wordt rekening gehouden met de volgende primaire voorwaarden: 1. activeren van kennisbezit (prior knowledge). Deze voorwaarde heeft te maken met de beginsituatie van studenten; 2. relateren aan de praktijk, door de studenten een context aan te bieden die de toekomstige beroepspraktijk zo dicht mogelijk benadert; 3. actief participeren en toepassen van kennis door de studenten. Deze drie voorwaarden komen tot uitdrukking in het bij de probleemgestuurde benadering behorende onderwijsleerarrangement. Leren aan de hand van problemen is op te vatten als een didactiek die studenten aanzet tot discussie, studie en toepassing van kennis. Probleemgestuurd onderwijs onderkent en benadrukt het interactieve aspect van het leren. Een goed leerarrangement bevat daarom taken en opdrachten, waaraan gewerkt wordt door de PGO-groep, door tweetallen en in interactieve werkvormen zoals practica en werkcolleges. Ten aanzien van de derde voorwaarde kan gesteld worden dat probleemgestuurd onderwijs aan deze voorwaarde voldoet, wanneer tijdens het leerproces de analyse van het probleem en de verwerving van kennis, zich op systematische wijze en volgens vastgestelde procedures voltrekken. Andere, meer secundaire voorwaarden die essentieel zijn voor een succesvol verloop van een probleemgestuurd leerproces, hebben betrekking op: 1. de kennis die de student heeft van probleemgestuurd leren alvorens hij of zij volgens deze werkwijze gaat studeren;
STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT 35
Hoofdstuk 2
2. de vaardigheid die de student bezit om te kunnen samenwerken met andere studenten in PGO-taakgroepen onder afwisselend voorzitterschap; 3. de sociale en communicatieve vaardigheden van de begeleidende docenten; 4. de samenwerking tussen docenten onderling. De docenten moeten het eens zijn over de geconstrueerde problemen, de uitvoering van de begeleidingstaak en de wijze waarop de studieresultaten en programma's geëvalueerd worden. Ook deze voorwaarden zijn essentieel voor een succesvol verloop van een probleemgestuurd leerproces. 2A.3.3
De rol en de verantwoordelijkheid van de student
Studenten hebben een actieve rol in het onderwijs in de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement. Niet alleen doordat ze in het probleemgestuurd onderwijs in hoge mate zelfstandig en actief informatie moeten verwerven en verwerken, maar ook omdat ze daarbij telkens uitgedaagd worden om te reflecteren op het doorgemaakte leer- en groepsproces. Daarnaast wordt met grote regelmaat aan de studenten gevraagd een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling en de evaluatie van het onderwijs met het oog op directe en indirecte kwaliteitsverbetering. Dit uit zich o.a. door deelname van de studenten in de moduulplangroepen waarbij onderwijsprogramma's ontwikkeld worden, panelgesprekken met medewerking van student-evaluatoren en de deelname van studenten in de overleg- en besluitvormingsstructuur. Door de vorm van het praktijkonderwijs en de inrichting van het studiebegeleidingssysteem wordt gestimuleerd dat de student in
36 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
toenemende mate reflecteert op eigen houding, vaardigheden en toekomstige beroepskeuze.
2A.3.4
De rol en de verantwoordelijkheid van de docent
De keuze voor probleemgestuurd onderwijs betekent een wezenlijke verandering van de rol en verantwoordelijkheid van de docent. Veel meer dan in een traditioneel instructie-leersysteem waarbij de docent vooral aan kennisoverdracht doet, is in probleemgestuurd onderwijs de docent te beschouwen als de manager van leerprocessen. Zijn activiteiten omvatten dan ook precies de vier klassieke managementfuncties: hij stelt samen met zijn collega's de doelen van het onderwijsprogramma vast, binnen het in de opleiding afgesproken kader van (opleidingsspecifieke) eindtermen hij maakt een plan voor de door de studenten uit te voeren leeractiviteiten, in overeenstemming met het concept van probleemgestuurd onderwijs hij stimuleert en controleert tijdens de uitvoering van het onderwijsprogramma als begeleider of de studenten in voldoende mate de juiste leeractiviteiten verrichten hij toetst tenslotte regelmatig of de gestelde doelen in voldoende mate bereikt zijn Bij dit alles worden hoge eisen gesteld aan de bereidheid tot samenwerking van docenten, met name tijdens de ontwikkeling, de uitvoering en evaluatie van het onderwijsprogramma. Vanuit de context van probleemgestuurd onderwijs worden vaak vijf "rollen" genoemd aan de hand waarvan de docent vorm geeft aan zijn
STENDEN – AD VRIJETIJDSMANAGEMENT 37
Hoofdstuk 2
taken bij het werken met studenten in PGO-taakgroepen. De docent fungeert als constructeur van problemen, als stimulator, als procesbewaker, als beoordelaar en als vakspecialist. In principe wordt er van uitgegaan dat deze vijf rollen verenigbaar zijn in één persoon. 2A.4 Groeperingsbeleid De studenten worden door de organisatie per moduulperiode in een PGO-groep ingedeeld. De samenstelling van een PGO-groep wisselt per moduulperiode. Nadere invulling van het groeperingsbeleid is geregeld in het desbetreffende moduulboek. In het studieloopbaanbegeleiding is een groep van 20 studenten gedurende de gehele opleiding gekoppeld aan een vaste studiebegeleider. Met deze studiebegeleider worden een aantal keren per jaar individuele gesprekken en groepsgesprekken gevoerd. 2A.5 Jaarplanning 2011/2012
38 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2 Opmerking [ 1]:
Jaarplanning 2011-2012 Stenden hogeschool/ Stenden University 4 periode-/ weeknummer
5 soort week
8 9 9
5.9 ssw 1.1
onderwijsweek studiestartweek onderwijsweek
9 9
1.2 1.3
onderwijsweek onderwijsweek
9 0 0 0
1.4 1.5 1.6 sw1
onderwijsweek onderwijsweek onderwijsweek studieweek 1
0 1
1.7 1.8
onderwijsweek onderwijsweek
1
1.9
onderwijsweek
1
2.1
onderwijsweek
6 toetsing
7 bijzonderheden
8 vakanti e bo/noo rd
9 vakantie vo/noord
Wo 07/09: Opening hogeschooljaar
di. 04/10 Study Abroad Fair
regulier
herfst-
Wo. 02 en 03/11 PBV (Provinciale beroepen voorlichting) (L) Di. 08/11 Informatieavond dt/vkrt/duaal Za. 19/11 Open Dag
11 openstelling gebouw
Wo. 07/09 geen facilities vanaf 15.30 uur
Zaterdag 24/09 gepland onderhoud aan de ict infrastructuur
herkansinge n
10 consequenties onderwijsactiviteiten
herfst-
Hoofdstuk 2 4 periode-/ weeknummer
5 soort week
1
2.2
onderwijsweek
2 2 2 2
2.3 2.4 2.5 2.6
onderwijsweek onderwijsweek onderwijsweek onderwijs week
6 toetsing
7 bijzonderheden
8 vakanti e bo/noo rd
9 vakantie vo/noord
10 consequenties onderwijsactiviteiten
Met opmaak: Lettertype: Verdana, 8 pt, Verbreed met 2 pt
Do 24/11 International Day Zaterdag 26/11 gepland onderhoud aan de ict infrastructuur
Met opmaak: Lettertype: Verdana, 8 pt Met opmaak: Lettertype: Verdana, 8 pt, Verbreed met 2 pt
do 22/12: kerstviering
do 22/12, vanaf 15.15: geen onderwijs
23 december tot 15.00 uur
2
vak
vakantie week
1 1
vak 2.7
vakantieweek onderwijsweek
1
2.8
onderwijs week
1
2.9
2
sw2
onderwijs week studieweek 2
27 t/m 30 december verplichte vrije dagen
kerst-
kerst-
geen onderwijs
kerst-
kerst-
geen onderwijs
Met opmaak: Lettertype: Verdana, 8 do 22/12: gebouw gesloten pt vanaf 15.15 (indien viering Met opmaak: Lettertype: Verdana, extern) met gesloten 2 pt 23/12Verbreed gebouwen vanafMet 15.00 uur Lettertype: Verdana, 10 opmaak: Gebouwen gehele week pt gesloten Met opmaak: Lettertype: Verdana, Verbreed met 2 pt
di 10/01, 15.30: nieuwjaarsreceptie
Met opmaak: Lettertype: Verdana, 10 pt
Zaterdag 21/01 gepland onderhoud aan de ict infrastructuur
Met opmaak: Lettertype: Verdana, Verbreed met 2 pt
[studiestartweek februariinstroom] Do. 02/02 Decanendag (Van Hall Leeuwarden)
Met opmaak: Lettertype: Verdana, 8 pt, Verbreed met 2 pt
regulier herkansinge n
11 openstelling gebouw
40 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Met opmaak: Lettertype: Verdana, 10 pt
Met opmaak: Lettertype: Verdana, 8 pt
Hoofdstuk 2 4 periode-/ weeknummer
5 soort week
2 2 2 3
3.1 3.2 3.3 sw3
onderwijsweek onderwijsweek onderwijsweek studieweek 3
3 3
3.4
3.5
onderwijsweek onderwijs week
3 3
3.6 3.7
onderwijsweek onderwijsweek
4
3.8
onderwijs week onderwijsweek onderwijsweek onderwijsweek studieweek 4 onderwijsweek onderwijsweek
4 4 4 5 5 5
3.9 4.1 4.2 sw4 4.3 4.4
5
4.5
onderwijsweek
6 6
4.6 4.7
onderwijsweek onderwijsweek
6 toetsing
7 bijzonderheden
8 vakanti e bo/noo rd
9 vakantie vo/noord
voorjaar -
voorjaar-
10 consequenties onderwijsactiviteiten
11 openstelling gebouw
vr 06/04: geen onderwijs
vr 06/04: gebouw gesloten
ma 09/04: geen onderwijs
ma 09/04: gebouw gesloten
ma. 30/04: geen onderwijs
ma 30/04: gebouw gesloten
do 17/05: geen onderwijs vr 18/05: geen onderwijs
do 17/05: gebouw gesloten vr 18/05: gebouw gesloten
ma 28/05: geen onderwijs
ma 28/05: gebouw gesloten
Vr. 10/02 Wegwijsdag (L) herkansingen Za. 17/03 Open Dag
Do. 29/03 Proefstuderen Za. 31/3 gepland onderhoud aan de ict infrastructuur vr 06/04: Goede vrijdag regulier
e
ma. 09/04 2 Paasdag Vr. 20/04 DIG-IT
herkansingen ma. 30/04 Koninginnedag Ma. 14/05 Informatieavond dt/vkrt/duaal do 17/05:Hemelvaartsdag vr 18/05: verplichte vrije dag Za. 26/5 gepland onderhoud aan de ict infrastructuur ma 28/05: 2e Pinksterdag Vr. 08/06 Open Dag
mei-
mei-
Hoofdstuk 2 4 periode-/ weeknummer
5 soort week
6 6 6
4.8 4.9 sw5
onderwijsweek onderwijsweek onderwijsweek
7
sw6
onderwijsweek
7
sw7
onderwijsweek
7
5.4
onderwijsweek
7
5.5
onderwijsweek
8 8 8 8 8
5.6 5.7 5.8 5.9 ssw
onderwijsweek onderwijsweek onderwijsweek onderwijsweek
6 toetsing
regulier herkansinge n herkansinge n herkansinge n
7 bijzonderheden
8 vakanti e bo/noo rd
9 vakantie vo/noord
10 consequenties onderwijsactiviteiten
11 openstelling gebouw
Wo. 13/06 Proefstuderen di 28/06: gebouw gesloten di 03/07 Samenscholingsdag
di 03/07: geen onderwijs
za 28/7 gepland onderhoud aan de ict infrastructuur
zomer -
di. 14/08 Open Dag
zomerzomerzomerzomerzomer-
(*1) alleen hogerejaars moduultoetsen
42 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
zomer zomerzomerzomerzomerzomer-
Hoofdstuk 2
2A.5.1 Reguliere toetsdata 2011-2012 Toetsdata voor de reguliere modulen en keuze modulen worden gepubliceerd op het Intranet van Stenden. 2A.6 Onderwijsuren en tijden L1 8.00 - 8.45 L2 8.45 - 9.30 L3 9.30 - 10.15 pauze L4 10.30 - 11.15 L5 11.15 - 12.00 L6 12.00 - 12.45 L7 12.45 - 13.30 L8 13.30 - 14.15 L9 14.15 - 15.00 pauze L10 15.15 - 16.00 L11 16.00 - 16.45 L12 16.45 - 17.30 L13 17.30 - 18.15 L14 18.15 - 19.00 L15 19.00 - 19.45 L16 19.45 - 20.30 L17 20.30 - 21.15
2A.7 Studieplanning Een HBO-studie vraagt een grote zelfstandigheid van de student. Het houdt bijvoorbeeld in dat je zelf de discipline moet opbrengen om je tijd goed in te delen. Zelfstandigheid, inzet en planning zijn voor een goed studieverloop even belangrijk als intelligentie. Ook het bestuderen van vakliteratuur en het werken met mensen is belangrijk om je goed voor te bereiden op de praktijk. Bij een goede
Hoofdstuk 2
studieplanning is er naast je studie nog voldoende tijd voor hobby's en bijbaantjes. 2A.8 Bindend studieadvies (BSA) Associate degree Vrijetijdsmanagement (zie ook “regeling studieadvies in deel 1 van het studentenstatuut) Aan het einde van het eerste studiejaar dienen conclusies te worden getrokken over de capaciteiten, de geschiktheid en de juiste keuze van de student voor de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement. Deze conclusies worden door de examencommissie op schrift gesteld in de vorm van een studieadvies. Indien het studieadvies negatief is wordt daaraan een ‘afwijzing’ verbonden. We spreken in dat geval over een ‘bindend negatief studieadvies’. Voorwaarde voor een positief studieadvies is: de student heeft aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving de propedeuse behaald óf de student heeft de propedeuse behaald aan het einde van diens tweede jaar van inschrijving, indien hij aan het einde van het eerste jaar van inschrijving een voorwaardelijke positief advies heeft ontvangen Voorwaarden voor een voorwaardelijk positief studieadvies zijn: aan het eind van het eerste jaar van inschrijving (peildatum 31 augustus, 1e studiejaar) moet de student minimaal 42 credits van de propedeuse behaald hebben; Credits die d.m.v. vrijstellingen zijn verkregen tellen overigens in deze gewoon mee als behaalde credits. Indien de student aan het einde van het eerste jaar van inschrijving een voorwaardelijk positief advies heeft ontvangen moeten aan het einde van het tweede jaar (peildatum 31
44 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
augustus) de 60 credits van de propedeuse zijn behaald. Wordt aan de bovenstaande voorwaarden niet voldaan, volgt een bindend negatief studieadvies en mag de student zich niet opnieuw inschrijven voor de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement (of de bachelor variant van de opleiding Vrijetijdsmanagement) van de Stenden hogeschool. Bij het studieadvies worden bijzondere omstandigheden in acht genomen. Voor de beide jaren geldt dat bijzondere omstandigheden altijd zo spoedig gemeld dienen te worden aan de studiebegeleider, de coördinator Studiebegeleiding van de opleiding en bij het decanaat. Voor 1 juni dient de student een verzoek in te dienen bij de examencommissie om rekening te houden met deze (al eerder bij de andere al bovengenoemde personen/instantie gemelde) bijzondere omstandigheid. N.B. Studenten die later dan in september instromen, moeten aan een aangepaste norm aan het einde van het lopende cursusjaar voldoen. Daarbij wordt dan ook uitgegaan van een BSA-norm van 2/3 van het maximaal te behalen aantal credits. Dus stel dat, als je halverwege het jaar instroomt en dus nog maar nog maar maximaal 18 credits zou kunnen behalen, je in dat geval 12 credits aan het einde van dat jaar moet hebben behaald om voor een positief advies in aanmerking te komen.
2A.9 Veranderen van opleiding / Omzwaaien Het komt op beperkte schaal voor dat studenten van opleiding willen veranderen binnen de Stenden hogeschool. Voor deze studenten en hun studiebegeleiders volgt hieronder informatie over de te volgen procedure.
Hoofdstuk 2
1. Een student die van opleiding wil veranderen moet zich eerst op de andere opleiding oriënteren. Hij neemt daartoe contact op met de coördinator studiebegeleiding van de andere opleiding. 2. Vervolgens neemt deze student contact op met de Leisurecoördinator leerouteplanning, Albert Eijkenaar,
[email protected] voor het voeren van een exitgesprek. De student neemt daartoe een kopie van het
ondertekende mutatieformulier” (te verkrijgen bij I-Study) mee. 3. Een kopie van het ondertekende formulier wordt door de student op het secretariaat van zijn opleiding afgegeven. Het secretariaat zorgt er voor dat het dossier van de student naar de nieuwe opleiding gaat. De centrale administratie maakt op basis van het mutatieformulier een nieuw studentnummer en een nieuwe collegekaart. De studiebegeleider wordt op de hoogte gesteld door de coördinator studiebegeleiding van zijn 'oude' opleiding. 4. Bij aanvang van de nieuwe studie, neemt de student opnieuw contact op met de coördinator studiebegeleiding van zijn nieuwe opleiding om met deze de leerroute van zijn nieuwe studie te bespreken. 2A.10
Kosten
Het collegegeld volgens de rijksregeling 2011-2012 bedraagt € 1713,-. De kosten van de aanschaf van boeken bedragen in het 1e jaar ongeveer € 800,-. In het 2e jaar zijn de kosten voor de aanschaf van boeken beduidend lager. Naast de aanschaf van boeken, moeten er elk moduul moduulboeken worden gekocht: totale kosten ongeveer € 150,-. Met ingang van het studiejaar 2011-2012 gaat de opleiding Leisure Management in het kader van duurzaamheid en innovatie de aanschaf van een tablet stimuleren. Op vrijwillige basis kan de student een tablet aanschaffen, waarmee fors op drukwerk en boeken (door de aanschaf van o.a. goedkopere e-books) kan worden bespaard. In het eerste studiejaar
46 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
participeert de student met ondersteuning van de Stichting Jong Ondernemen in zijn eigen studentenbedrijf. De kosten voor leermiddelen en ondersteuning vanuit de stichting bedragen ca. € 60,- In het eerste jaar vinden binnen het moduul Leisure Life meerdere excursies naar het werkveld plaats. De kosten hiervoor bedragen ongeveer € 100,-. In het tweede studiejaar vindt binnen het moduul Imagineering een meerdaagse excursie plaats. De kosten hiervoor bedragen ca. € 200,-
2B
Curriculum van de opleiding
2B.1 Inleiding Het onderwijsprogramma van de opleiding Ad Vrijetijdsmanagement is samengesteld uit een Service Management gedeelte en een studiespecifiek gedeelte. Service Management vormt een integraal onderdeel van het studieprogramma. 2B.1.1
Beroepskwalificaties, Opleidingsprofiel
Dit onderdeel is nader uitgewerkt in hoofdstuk 2A. 2B.1.2 Doelstellingen, eindtermen, competenties Dit onderdeel is nader uitgewerkt in hoofdstuk 2A. 2B.1.3
Structuur van het onderwijsprogramma
Totaal zijn per studiejaar 60 credits te verdienen. Het onderwijsprogramma van de tweejarige opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement bestaat uit onderwijseenheden van
Hoofdstuk 2
uiteenlopende aard. In het onderwijsprogramma wordt gewerkt met voltijdsmodulen met een looptijd van 9 weken. De studielast voor het eerste jaar bedraagt 1680 uur (60 credits). De studielast voor het tweede jaar bedraagt eveneens 1680 uur (60 credits). 2B.1.4
Organisatie van het onderwijsprogramma
Het opleidingsprogramma Associate degree Vrijetijdsmanagement duurt twee studiejaren. 2B.2 Onderwijseenheden per fase Het eerste studiejaar heeft als hoofdfuncties oriëntatie, basisvorming en selectie/verwijzing. Oriëntatie houdt in dat de propedeuse de student een goed inzicht moet verschaffen in de opleiding die hij gedurende 2 jaar volgt. Daarom moeten de leeractiviteiten van de student tijdens de propedeuse representatief zijn voor de gehele opleiding. Ook moet de student in het eerste jaar een goede indruk kunnen krijgen van het toekomstige werkveld, de actoren die er functioneren en hun onderlinge vervlechting. Als de student voldaan heeft aan alle vereisten van het eerste studiejaar ontvangt hij een propedeutisch getuigschrift. Als de student de doelstellingen (kennis, vaardigheden, beroepshouding) van het onderwijsprogramma van de propedeuse bereikt heeft, is hij goed toegerust voor het met succes kunnen voortzetten van zijn opleiding in het tweede studiejaar. Aan het einde van het eerste studiejaar ontvangt de student op basis van zijn studieresultaten een positief of negatief studieadvies. Over zijn studievoortgang heeft de student dan al verschillende keren met zijn studiebegeleider gesproken, zodat hij in staat moet zijn om conclusies te trekken op basis van het uitgebrachte studieadvies
48 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
en eventueel weten wat voor hem een goed alternatief zou zijn in geval van een negatief studieadvies. In het onderwijsprogramma van het tweede studiejaar vindt verdieping en verbreding plaats van de aspecten die in het management van organisaties van de werkvelden waarvoor de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement opleidt, van belang zijn. Van belang is daarbij ook de persoonlijke ontplooiing en vorming van de student, opdat hij ook maatschappelijk relevant actief kan zijn. In het tweede jaar wordt dan ook min of meer uitgegaan van de rollen/functies die een beroepsbeoefenaar Associate degree Vrijetijdsmanagement in het werkveld kan vervullen. Het gaat hierbij om alle primaire processen waarmee men in een toekomstige werksituatie in aanraking kan komen respectievelijk dient aan te sturen in leisure-organisaties. Voor de opleiding Ad Vrijetijdsmanagement zijn alle eerste en tweedejaars modulen verplichte modulen. Studiepunten onderwijsprogramma Per studiejaar kunnen 60 credits worden verdiend. Een studiepunt vertegenwoordigt een studielast van 28 uur. De totale opleiding omvat dientengevolge 2 (jaar) x 60 credits = 120 credits. De studiebelasting heeft betrekking op alle voorkomende onderwijsleeractiviteiten. Colleges, PGO-bijeenkomsten, zelfstudie, introductie, studiebegeleiding, werkveldoriëntatie, de toetsen, het maken van opdrachten, simulaties, cases enz. worden allemaal meegenomen in de berekening van de studiebelasting en daarmee samenhangend de vaststelling van de credits. De 60 credits per studiejaar worden verdeeld over thematische modulen en overige onderwijsactiviteiten.
Hoofdstuk 2
Overzicht verdeling credits Vrijetijdsmanagement VOLTIJD
Eerste jaar AD Voltijd Inleiding in de Vrijetijdskunde Organisatie & Management Marketing van de vrijetijd Leisure Life Engels SLB2 Managementvaardigheden Schriftelijke communicatie Voortgangstoets Totaal eerste jaar
Associate
9 9 9 9 12 3 3 3 3 60
Tweede jaar AD Voltijd HRM Leisure Experience Event operations LeisureLAB Duits
12 9 9 9 12
Voortgangstoets SLB 3 Managementvaardigheden Totaal tweede jaar
3 3 3 60
Cum Laude afstuderen
50 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
degree
Hoofdstuk 2
Het is mogelijk om cum laude af te studeren aan de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement als de volgende voorwaarden zijn vervuld: De student moet elk moduul behaald hebben met minimaal het cijfer 8 (= 80 % van de te scoren punten binnen een moduul). Het cijfer 8 moet in beginsel in de eerste toetskans waar de student aan heeft deelgenomen zijn behaald. De student neemt het initiatief om de examencommissie Associate degree Vrijetijdsmanagement te verzoeken een onderzoek in te stellen naar zijn wens om cum laude af te studeren. Dit verzoek dient vergezeld te gaan van een overzicht van de gemiddelde cijfers welke de student voor de modulen heeft behaald. Dit verzoek dient uiterlijk 2 maanden voor de datum van afstuderen te worden ingediend bij de examencommissie Associate degree Vrijetijdsmanagement.
2B.2.1
Onderwijsprogramma eerste studiejaar
Vanaf het studiejaar 2010-2011 werkt Stenden met een puntenstructuur van bouwstenen. Dit wil zeggen dat alle programmaonderdelen van de opleiding zijn onderverdeeld in stukjes van 3 EC. Deze “bouwstenen” zijn in een module geclusterd tot 1 onderdeel van 12 EC. Iedere moduul wordt afgesloten met één toets in de vorm van een moduulopdracht. Gedurende het eerste studiejaar zijn er meerdere studieweken gepland, die onder andere benut kunnen worden voor herkansingen van modulen. Deze studieweken kunnen door de studenten ook gebruikt worden voor overige onderwijsactiviteiten. Moduulplanning eerste studiejaar Ad.
Hoofdstuk 2
Programma voor de reguliere instroom 1e jaar: moduul 1
Moduul 2
Moduul 3
Moduul 4
Inleiding in de Vrijetijds -kunde
Organisatie & Management
Marketing van de Vrijetijd
Leisure Life
Engels
Engels
Engels
Engels
Zomer periode
Beschrijving modulen eerste studiejaar Ad Vrijetijdsmanagement Uitvoerige inhoudelijke en onderwijskundige informatie over de modulen is te vinden in de betreffende moduulboeken. De informatie in het moduulboek is in beginsel bindend. Moduul 1: Inleiding in Moduulcoördinator Credits Moduulkarakteristiek
de Vrijetijdskunde : M. van Driel : 9 : verplicht
Algemene moduuldoelstelling: Het moduul Inleiding in de Vrijetijdskunde (IVK) is het eerste moduul van de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management. IVK is op te vatten als een introductie in de vrijetijdskunde. Het moduul analyseert het vrijetijdsgedrag, maakt veranderingen van dat gedrag inzichtelijk, beschrijft de verschillende factoren die hierop van invloed zijn en gaat in op de verschillende vrijetijdssectoren. Het moduul biedt een basis voor de rest van de opleiding. Vele aspecten die gedurende dit moduul aan de orde komen, worden later in de opleiding verder verdiept.
52 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Moduul 2:
Organisatie & Management
Moduulcoördinator:
Liesbeth Schellekens
Credits:
9
Moduulkarakteristiek:
verplicht
Algemene moduuldoelstelling: Het moduul Organisatie & Management is opgebouwd uit de volgende onderdelen: -
Organisatiekunde Bedrijfseconomie: Bedrijfsadministratie Jong Ondernemen Managementvaardigheden
Bij het onderdeel Organisatie & Management staan de volgende thema‟s centraal; Omgeving en Organisatie, Mensen en Organisatie, Structuur en Organisatie. Binnen een organisatie spelen zich allerlei processen af die de kwaliteit van de organisatie beïnvloeden. Management, beleid, strategie, organisatiecultuur en omgevingsfactoren hebben allemaal invloed op de bedrijfsresultaten. Een goede manager weet, wat tot zijn kerntaken behoort. Hij kan die duidelijk maken naar zijn organisatie toe. Kennis van verschillende motivatietheorieën en leiderschapsstijlen helpt het eigen functioneren en het functioneren van de organisatie te beoordelen. Inzicht in de visie en missie van de organisatie helpt om de benodigde organisatiestructuur en –cultuur te doorzien. Deze en andere theorieën komen aan de orde tijdens het moduul. De moduulopdracht is gelinkt aan de onderwerpen van PGO en betreft een bedrijfsbezoek inclusief een interview met een manager.
Hoofdstuk 2
Moduul 3: Marketing van de Vrijetijd Moduulcoördinator : Roel de Vries Credits : 9 Moduulkarakteristiek : verplicht Algemene moduuldoelstelling: Als je praat over klantenbinding, is er altijd sprake van een aanbieder en een afnemer. Het product of de dienst moet op een verantwoorde, uitgekiende wijze worden aangeboden Hiermee wil de aanbieder de afnemer aan zich binden. Om dit te bereiken, moet de aanbieder niet alleen weten wie zijn potentiële afnemer is, waar hij zich bevindt en hoeveel geld hij heeft of wil uitgeven, maar vooral ook, hoe oud zijn afnemer is, tot welke inkomensklasse hij behoort en welk beroep hij heeft. De aanbieder moet weten en onderzoeken wat er zich in het hoofd van zijn afnemer afspeelt, hoe hij denkt, waardoor hij beïnvloed wordt, hoe hij beslist. Belangrijke thema‟s in dit moduul zijn dus marketing en consumentenpsychologie. Moduul 4 Moduulcoordinatoren Credits Moduulkarakteristiek
: : : :
Leisure Life Mijke Bos & Martin Groters 12 EC verplicht
Algemene moduuldoelstelling: In het moduul Leisure Life staat de beleving van het leisure werkveld centraal. De centrale doelstelling van dit moduul is: „kennis en inzicht vergaren in de afzonderlijke vrijetijdssectoren en de actuele thema’s die spelen binnen deze sectoren, teneinde transsectorale belevenissen te kunnen regisseren en vermarkten”. De verdieping vind plaats door wekelijks een sector te behandelen gekoppeld aan een actueel thema. Zo wordt de sector openluchtrecreatie gekoppeld aan het toenemende spanningsveld tussen natuur en milieu, wordt bij toerisme ingegaan op de toenemende vraag naar authenticiteit en zal
54 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
bij de behandeling van de mediasector ingegaan worden op de als maar toenemende mate van vrijgeven van gegevens. Naast deze vijf sectorspecifieke thema‟s wordt binnen het moduul Leisure Life ingegaan op drie onderwerpen die alle deelsectoren raken, namelijk duurzaamheid (people, planet, prosperity), Identiteit en Quality of Life & Geluk. Door de verdieping ontwikkelt de student een kritische blik op zijn/haar eigen vrijetijdsbesteding. Door een individueel onderzoek wordt de eigen besteding in kaart gebracht en geanalyseerd: Leisure in my Life. Het moduul wordt afgesloten met een kwalitatief onderzoek Leisure in my Society, waarin de student een vrijetijdssector naar keuze kiest (toerisme, recreatie, kunst en cultuur, media of sport) en hierover een eigen leervraag opstelt. Gedurende de week vinden er werkbezoeken en (gast)colleges plaats. Gezien de hoge mate aan werkbezoeken, en een aantal werkbezoeken die de student op eigen gelegenheid organiseert dient de student te rekenen op een eigen bijdrage van circa Euro 50,- voor het gehele moduul. Zelfmanagement Voor het onderdeel Zelfmanagement moeten in het eerste en tweede studiejaar credits behaald worden. Voor inhoudelijke informatie wordt verwezen naar het betreffende hoofdstuk. Moderne Vreemde talen Engels en Duits Moduulcoördinatoren: Engels :Dinie Middelbrink
[email protected] Duits :Gudrun Schmäling
[email protected] :Albert Eykenaar
[email protected] Studiejaar: Engels 1e jaar Duits 2e jaar Credits: 12 jaar 1 (Engels) 12 jaar 2 (Duits)
Hoofdstuk 2
Moduulkarakteristiek Gewenst instapniveau Duits (beginners) Duits (gevorderd)
: : : :
verplicht Engels B2 nvt B1
Tijdens de opleiding worden in de modules de moderne vreemde talen Engels en Duits aangeboden. De taalniveaus zijn volgens de Europese taalniveaurichtlijnen gespecificeerd in de Common European Framework of References (CEFR) A1 & A2 (basic language user) B1 & B2 (independent language user) C1 & C2 (proficient language user) De taalmodulen zijn niet in het moduul geïntegreerd en worden apart beoordeeld. Engels: Engels is voor iedere student verplicht in het eerste jaar. Duits: Het juiste instapniveau voor Duits (A1 of B1) wordt d.m.v. een instaptoets (E-Test Goethe-Institut) bepaald. Deze toets wordt in het 4e moduul van het eerste jaar afgenomen en bestaat uit een schriftelijk gedeelte en een korte mondelinge toets. Aan het einde van het 2 e studiejaar bestaat de mogelijkheid om voor Duits een extern certificaat van het Goethe instituut te behalen. De kosten voor een extern certificaat zijn voor eigen rekening van de student. Voor verdere informatie kunnen studenten contact opnemen met de moduulcoördinatoren Duits.
2B.2.2 Onderwijsprogramma tweede studiejaar Moduul 1
Moduul 2
Moduul 3
Moduul 4
Zomerperiode
56 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
HRM*
Leisure Experience
Event operations
LeisureLAB
Duits
Duits
Duits
Duits
*1
Engelstalig
Beschrijving modulen tweede studiejaar In het tweede studiejaar volgt de student 4 verplichte modulen. Uitvoerige inhoudelijke en onderwijskundige informatie over de modulen is te vinden in de betreffende moduulboeken. De informatie in het moduulboek is in beginsel bindend. Moduul 1 Moduulcoördinator Credits Moduulkarakteristiek Gewenst instapniveau Taal
:HRM : : : : :
Hilda Koops en Vacature 12 verplicht moduul de student heeft de eerstejaars modulen gevolgd Engels
Algemene moduuldoelstelling: In dit moduul staat het personeelsmanagement centraal, ook wel aangeduid als Human Resource Management (management van menselijk potentieel). De stof is gegroepeerd rond de volgende thema‟s: HRM-proces HRM-binden en boeien HRM-praktijk
Hoofdstuk 2
Centraal in het onderdeel HRM-proces staat HRM strategie, toegevoegde waarde HRM en werving & selectie. Tijdens het onderdeel HRM-binden en boeien wordt met name aandacht besteed aan het belang van motiveren en het goed leidinggeven aan personeel. De gesprekscyclus en groepsvorming staan centraal in het onderdeel HRM-praktijk. De onderdelen HRM-proces en HRM-binden en boeien worden in het Engels aangeboden. Het onderdeel HRM-praktijk is een onderdeel van de Event-lijn en zal zowel in Het Nederlands als het Engels worden aangeboden.
Moduul 2 Moduulcoördinator Credits Moduulkarakteristiek Gewenst instapniveau
: : : : :
Leisure Experience Theo de Jong 9 verplicht moduul de student heeft de eerstejaars modulen gevolgd
Algemene moduuldoelstelling: Dit moduul analyseert de beleveniseconomie en maakt de verschuiving van de Marketing- naar de Beleveniseconomie inzichtelijk. Het moduul geeft handvatten die de student in staat stellen, om zelf een belevenis te creëren. Leisure Experience is vooral klantgeoriënteerd en sluit in dat opzicht aan op het eerstejaars moduul Marketing en de Vrijetijd. Zoals binnen elk moduul van het 2 e jaar zal een gedeelte van het moduul in het teken staan van Leisure Events. Binnen Leisure Experience zullen de studenten hun evenement concept matig gaan ontwikkelen en voorleggen aan de opdrachtgever. De studenten zullen de opgedane kennis naar de praktijk gaan vertalen en feedback uit het werkveld ontvangen. Moduul 3
:
Event operations
58 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Moduulcoordinator
:
Amber Herrewijn en Eva Janssen 12 verplicht
Credits : Moduulkarakteristiek : Algemene moduuldoelstelling: In het moduul event operations worden aan de hand van cases aspecten behandeld die van belang zijn bij de voorbereiding, uitvoering en nazorg van een event. Op hoofdlijnen komen de volgende thema‟s aan de orde: Service operations Event operations HRM Kwaliteitsmanagement Financieel management Juridische zaken en wet- en regelgeving Ethiek en duurzaamheid Het moduul geeft handvatten waarmee de student in staat is om een event operationeel volgens plan te laten verlopen.
Moduul 4: LeisureLAB Moduulcoördinatoren: Jorrit van de Waal & Edou Hilverda Credits: 9 EC Moduulkarakteristiek: verplicht
In dit moduul staan een aantal thema‟s centraal: - Social media - Dialoog met het werkveld - Scenarioplanning - Onderzoek LeisureLAB is, zoals de naam al doet vermoeden, een experimenteel moduul waarbij de inbreng van de student centraal staat. Een van de belangrijkste doelstellingen is het
Hoofdstuk 2
zelfstandig kunnen werken binnen ruime kaders. Dit betekent dat er niet allemaal regeltjes zijn voor beoordeling en opdrachten. Verder zijn er diverse leuke thema‟s te vinden voor het moduul. Zo zal er in het begin van het moduul aandacht worden besteed aan social media en marketing. Hierin zal vooral een koppeling gemaakt worden naar de event lijn. Daarna zal het evenementconcept onderzocht worden met handige tools die vanuit de kenniscentra ETFI (European Tourism Furures Institute) en KSI (Kenniscentrum voor Sociale Innovatie) zullen worden aangeboden. Tenslotte gaan studenten in dialoog met ondernemers uit het werkveld. Dit zijn geen colleges waarbij kennis gebracht wordt maar de ondernemer zelf ook wat komt halen. De studenten zullen dus ook actief meedenken in realistische problematieken/casuïstieken. “Everybody's a mad scientist, and life is their lab. We're all trying to experiment to find a way to live, to solve problems, to fend off madness and chaos.” (David Cronenberg)
2B.2.3 Vervallen 2B.2.4
Studieloopbaanbegeleiding
1e studiejaar: 1a StudieStartWeek/ 1b Propedeuse: Studieloopbaan begeleiding De begeleiding bestaat uit: ad 1a Alle eerstejaars studenten nemen aan de StudieStartWeek deel. Bij verhindering dient een vervangende opdracht gemaakt te worden. De moduulcoördinatoren zijn mw. Amber Herrewijn en Theo de Jong.
60 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
ad 1b
Studieloopbaan begeleiding 1 & 2 (SLB 1 & 2) is opgesplitst in 2 onderdelen. SLB 1 is een programma waarin wordt gekeken naar vaardigheden die een HBO student moet hebben om zijn/haar studie, met succes binnen een redelijke tijd, te kunnen voltooien. Er wordt ingezoomd op de specifieke wijze waarop binnen Stenden het HBO onderwijs is vormgegeven. PBL en competentieonderwijs vormen daarbij de basis. SLB 2 is geheel opgebouwd rond studieloopbaancompetenties. Dit zijn competenties die je nodig hebt om je studie, en later jouw carrière blijvend vorm te kunnen geven. Het komt er op neer dat je binnen dit programma zal gaan werken aan jezelf, aan je persoonlijke vaardigheden.
2B.2.5 Niet van toepassing 2B.2.6 Niet van toepassing 2B.2.7 Zelfmanagementactiviteiten De zelfmanagementactiviteiten voor de studenten van de opleiding Ad Vrijetijdsmanagement zijn in het 1e en 2e jaar gelijk aan die van de studenten Vrijetijdsmanagement bacheloropleiding 1e en 2e jaar.
2B.2.8 Voortgangstoets en Bindend Studieadvies De voortgangstoets is een toetsmethode waarin gedurende de twee studiejaren van het Ad de kennisontwikkeling van het curriculum centraal staat. De toets wordt telkens
Hoofdstuk 2
afgenomen op eindniveau. De student moet ieder jaar aantonen een stap richting het eindniveau te hebben gezet. De toets bestaat uit 200 vragen, die zijn verdeeld over een aantal categorieën. Per jaar moet de student een bepaald aantal vragen voor iedere categorie beantwoorden. De toets wordt viermaal per jaar aangeboden. Per jaar moet de student een vastgestelde norm halen om de ECs die er staan voor de voortgangstoets te behalen. De norm die studenten van de opleiding Vrijetijdsmanagement Ad moeten behalen zal worden gepubliceerd op intranet. Een voorwaarde voor het behalen van de credits voor de voortgangstoets (3 EC) is, naast het scoren boven de norm, het tweemaal afnemen van de toets per jaar. Eén van de toetsen is dan materiaal voor het studiebegeleidingsprogramma, om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de student per categorie. De hoogste score levert 3 EC op, mits er boven de norm is gescoord. Binnen het kader van het Bindend Studieadvies heeft de voortgangstoets geen verplicht karakter. Het behalen van de norm van de voortgangstoets is dus geen voorwaarde voor het verkrijgen van een positief bindend studieadvies. Het scoren van de toets boven de norm van een volgend jaar resulteert niet in credits voor dat betreffende jaar. Andersom geldt wel dat met het behalen van de norm van het huidige jaar eveneens de credits voor de toets van een voorgaand jaar kan worden behaald, mits die punten nog niet waren behaald. Hierbij dient opgemerkt te worden dat studenten aan het eind van het tweede jaar ten minste de norm van het eerste jaar moeten hebben behaald.
62 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
2C
Studievorderingsbeleid
2C.1 Examencommissies De examencommissie De opleiding Ad Vrijetijdsmanagement kent een examencommissie. De taken en bevoegdheden van deze examencommissie zijn neergelegd in het STENDENexamenreglement 2011/2012 en in de moduultentamenregeling van de opleiding Ad Vrijetijdsmanagement 2011/2012. Studenten die zich met een verzoek willen richten tot de examencommissie kunnen zich wenden tot de secretaris, de heer Martin Haanstra, telefoon 058-2441425, e-mail Examencommissie
[email protected] of het secretariaat, mevr. GerdaKloosterman, e-mail Examencommissie LM-TM-MEM@ stenden.com De examencommissie vergadert minimaal vier keer per moduulperiode (zie 2C.1.1) Brieven voor de examencommissie dienen 4 werkdagen voor de vergaderdatum van de examencommissie in het bezit van de secretaris te zijn (uiterlijk donderdag, voor 12.00 uur, in de week voorafgaande aan de vergadering op woensdag). VERZOEKEN DIE TE LAAT WORDEN INGEDIEND, WORDEN DOORGESCHOVEN NAAR EEN VOLGENDE VERGADERING. De verzoeken moeten worden voorzien van een duidelijke motivatie. De verzoeken moeten getypt of geprint ingeleverd worden, voorzien van naam, adres, telefoonnummer, studentnummer,
Hoofdstuk 2
naam van het moduul waarover de brief gaat, groepsnummer, tutor en/of docent en/of moduulcoördinator. Op Blackboard is een format aanwezig waarvan de aanvrager verplicht gebruik dient te maken. De bovengenoemde voorwaarden zijn daarin opgenomen. Brieven die niet aan dit format voldoen worden NIET in behandeling genomen. Dit format is te vinden op Blackboard onder LM-TM-MEM Announcements -> “ExamCommittee” -> format brief examencommissie. Het vergaderrooster van de examencommissie is als volgt: 2C.1.1 Vergaderrooster examencommissie Vrijetijdsmanagement 2011/ 2012 woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag woensdag
24 augustus 2011 week 1, moduul 1 week 3, moduul 1 week 5, moduul 1 week 7, moduul 1 week 1, moduul 2 week 3, moduul 2 week 5, moduul 2 week 7, moduul 2 week 9, moduul 2 week 1, moduul 3 week 3, moduul 3 week 5, moduul 3 week 7, moduul 3 week 1, moduul 4 week 3, moduul 4 week 5, moduul 4 week 7, moduul 4 week 1, moduul 5
64 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Ad
Hoofdstuk 2
woensdag week 3, moduul 5
2C.1.2 Opleidingscommissie De opleiding Vrijetijdsmanagement kent een Opleidingscommissie. De hoofdtaak van deze commissie is het adviseren van het management van de opleiding met betrekking tot onderwijsbeleid, onderwijsvernieuwing en onderwijsorganisatie. De opleidingscommissie bestaat uit studenten en medewerkers. In principe vergadert zij 1 maal in het moduul, namelijk in week 3 op woensdagochtend het 3e en 4e lesuur. De vergaderingen zijn openbaar. Nadere informatie kan worden ingewonnen bij de dean. 2C.2 Toelatingsbeleid 2C.2.1 Vooropleidingseisen
In de WHW staat de vooropleidingseis aangegeven in hoofdstuk 7, artikel 7.24.2. Voor de inschrijving aan de opleiding Vrijetijdsmanagement / Leisure Management geldt als vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (VWO), hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO) of middelbaar beroepsonderwijs niveau 4. Voor Havo profielen tot augustus 2007 geldt: N&T: Ec 1 + 2e MVT N&G: Ec 1 + 2e MVT
Met opmaak: Lettertype: Verdana, Niet onderstrepen, Tekstkleur: Auto, Duits (standaard) Met opmaak: Lettertype: Verdana, Duits (standaard) Met opmaak: Lettertype: Verdana, Niet onderstrepen, Tekstkleur: Auto, Duits (standaard) Met opmaak: Lettertype: Verdana, Duits (standaard) Met opmaak: Lettertype: Verdana, 12 pt, Niet onderstrepen, Tekstkleur: Auto
Hoofdstuk 2
2C.2.2 Aanvulling op de vooropleidingseisen voor profielen vanaf augustus 2007:
Havo C&M kent als aanvullende eis Economie of M&O. De andere profielen kennen geen aanvullende eisen. Dit geldt ook voor de VWO-profielen.
2C.3 Vrijstellingen 2C.3.1
Vrijstellingen Ad-opleiding Vrijetijdsmanagement
De Ad-opleiding Vrijetijdsmanagement kent géén vrijstellingen. 2C.3.2 Vrijstelling op grond van propedeutisch getuigschrift. De bezitter van een getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch of afsluitend examen aan een instelling van hoger onderwijs is vrijgesteld van de onder 2C2.1 genoemde algemene vooropleidingseisen. Wel moet voldaan worden aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd onder 2c 2.2. 2C.3.3 Vrijstelling op grond van toelatingsonderzoek Personen van 21 jaar en ouder die niet voldoen aan de gestelde vooropleidingseis kunnen worden toegelaten indien zij hebben voldaan aan een door de opleiding vastgesteld toelatingsexamen. 2C.4 Verkorte studietrajecten Niet van toepassing 2C.5 Jaartoetsrooster
66 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Toetsdata voor de reguliere modulen en keuze modulen worden permanent gepubliceerd op intranet, onder STENDEN-Service: Roosters.
2C.6 Praktijkbeleid Functie en doelen van de praktische vorming Voor de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement is de integratie van theorie en praktijk een van de belangrijkste uitgangspunten van het onderwijsbeleid. De student wordt daardoor beter voorbereid op de beroepsuitoefening. Belangrijk uitgangspunt daarbij is dat het onderwijsprogramma niet disciplinair is opgebouwd, maar thematisch. De thema's van de semesters en de modulen zijn daarbij gerelateerd aan de toekomstige beroepspraktijk van de studenten. Ook de keuze voor probleemgestuurd onderwijs draagt bij aan de integratie van theorie en praktijk, doordat de studenten voortdurend geconfronteerd worden met problemen vanuit het werkveld waarvoor zij opgeleid worden. De praktische vorming in de opleiding stelt de student in staat kennis, inzicht en vaardigheden met betrekking tot de beroepsuitoefening in het betreffende werkveld op te doen. De student verwerft ook inzicht in de sociale, maatschappelijke en (inter)-culturele situaties die samenhangen met de bedrijven in het werkveld en ontwikkelt een persoonlijke beroepshouding.
2C.7 Toekenning en verwerking van credits In het onderwijsprogramma worden voor verschillende onderwijsactiviteiten credits toegekend. Naast credits voor elk moduultentamen waarvoor de student geslaagd is kent het
Hoofdstuk 2
onderwijsprogramma nog een aantal overige onderwijsactiviteiten zoals werkveldoriëntatie, opleidingsactiviteiten, zelfmanagementactiviteiten en de schrijfopdracht, de stage en de afstudeeropdracht. Voor het toekennen en verwerken van de credits van met name de hierboven genoemde overige onderwijsactiviteiten geldt de hieronder vermelde procedure. 1. De studiepuntenadministratie wordt bijgehouden door de medewerker die de credits toekent voor een bepaalde activiteit. 2. Als een dergelijke activiteit naar het oordeel van de medewerker naar behoren is uitgevoerd geeft de medewerker die de credits toekent deze door aan de administratief medewerker door wie, waarvoor, welke credits heeft verdiend. Hiervoor zijn standaardformulieren te verkrijgen bij het Progress-bureau. 2C.7.1 Semesteroverzicht Na elk semester ontvangt een student in het kader van de studievoortgangregistratie zo spoedig mogelijk een overzicht van het totaal behaalde aantal credits in zijn opleiding. De credits worden op de semesteroverzichten vermeld, indien de activiteiten voldoende zijn uitgevoerd. 2C.8 Studiebegeleiding/trajectbegeleiding Bij het begin van de studie aan de opleiding Associate degree Vrijetijdsmanagement krijgt iedere student een docent(e) als studiecoach toegewezen. Deze begeleidt hem/haar gedurende de hele studietijd. Centraal in deze begeleiding staat de zelfreflectie en -evaluatie, aangezien het toekomstige werkveld niet alleen kennis vraagt, maar ook de vaardigheid om het eigen handelen aan een kritisch onderzoek te onderwerpen noodzakelijk acht. Het leren reflecteren op het eigen, 'professionele' gedrag komt tijdens van tevoren geplande en voorbereide gesprekken met de
68 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
studiecoach aan de orde. Dit onderdeel van de begeleiding valt onder Zelfmanagement activiteiten. Tevens kunnen studenten met problemen zich in eerste instantie tot hun studiecoach wenden. 2C.8.1 Opzet van de studieloopbaanbegeleiding Binnen een paar jaar zul je waarschijnlijk als Leisure professional aan de slag gaan. Om dit te kunnen zul je jouw kennisrugzak slim moeten vullen: kennis van het vakgebied, inzicht in marketing en organisatiestructuren, teamwork etc. Dit zijn zo een aantal stukken welke in je rugzak kunnen zitten aan het eind van je studie en aan jou de taak om te kiezen wat je er werkelijk in gaat stoppen. Maar kennis, ervaring en inzicht is niet alles. Hoe zie jij jezelf bij jouw eerste baan? Wat is voor jou een goede manier om snel een plek te vinden binnen een organisatie? Hoe zorg je voor een goede balans tussen je werk en je privé leven? Hoe weet je eigenlijk of Leisure Management wel bij jou past? Wat vind je belangrijk binnen een baan? In de SLC gesprekken tijdens de propedeuse staan de volgende onderwerpen waar je aan zal gaan werken centraal: studiekeuze en overgang naar de postpropedeutische fase overgang van de vooropleiding naar het HBO en het onderwijssysteem van de opleiding studievaardigheid, houding t.o.v. de studie en studierendement werken in de onderwijsgroep persoonlijk functioneren inrichting en organisatie van het onderwijs het bindend studieadvies m.b.t. het behalen van minimaal 42 (van de in totaal 60) credits aan het einde van het eerste jaar
Hoofdstuk 2
In de gesprekken tijdens de postpropedeutische fase staan centraal: individuele ontwikkeling gedurende de studie loopbaanplanning (op welke inhoudelijke doelen ga je leerdoelen formuleren) voorbereiden van de keuze voor een stageplaats het bindend studieadvies m.b.t. het behalen van de propedeuse (d.w.z. dus alle 60 credits van dat jaar) aan het eind van het 2e jaar Als eerstelijns opvang geeft de studiecoach in voorkomende gevallen: advies bij problemen van algemene aard die de voortgang van de studie belemmeren, informatie over de organisatie, keuzemodulen/-semester, advies bij persoonlijke omstandigheden en ziekte. De studiecoach kan gezien de noodzaak van het probleem de student doorverwijzen naar de onderwijscoördinator studiebegeleiding van de opleiding, dan wel naar de hogeschooldecaan. Studenten worden dringend verzocht met de coördinator studieloopbaanbegeleiding van de opleiding contact op te nemen wanneer zij door langdurige ziekte of andere persoonlijke problemen in hun studievoorgang belemmerd worden, zij van plan zijn de opleiding voortijdig te verlaten, zodat er een exitgesprek kan plaatsvinden, zij problemen met hun studiecoach ondervinden. De coördinatoren studieloopbaan Vrijetijdsmanagement / Leisure Management zijn dhr. W Boersma (
[email protected]) en Mw. D van der Hoeven (
[email protected]).
70 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 2D Informatie over het Examenreglement, het Protocol Toetscondities en het Protocol Plagiaat zijn te vinden in het Studentenstatuut, deel 1
2D.1
De Moduultentamenregeling Associate degree Vrijetijdsmanagement 2011/2012 Het doel van de moduultentamenregeling is het regelen van de algemene gang van zaken betreffende de moduultentamens teneinde de studievoortgang van de student te kunnen vaststellen en/of te kunnen vaststellen of studenten kunnen worden toegelaten tot de postpropedeutische fase en de afstudeerfase van de opleiding. De artikelnummers verwijzen naar het StendenExamenreglement, wat is opgenomen in studentenstatuut deel 1. De leden van de artikelen zijn een verbijzondering van het desbetreffende artikel in het examenreglement. Artikel 1 Begripsbepalingen
Moduul Moduul
Opdracht
een onderwijseenheid met een omschreven studiebelasting uitgedrukt in ECTS. een moduul behorende bij het studiejaar waarin het wordt aangeboden een taak voortkomend uit het centrale moduulthema
Artikel 2 Deelname aan het examen
MTR 2.1 Indeling van studenten in de te volgen modulen
Hoofdstuk 2
lid 1 lid 2 lid 3 lid 4 lid 5 lid 6
lid 7
lid 8 lid 9 lid 10 lid 11
De opleiding deelt aankomende eerstejaars studenten automatisch in voor de regulier te volgen modulen. Iedere student wordt jaarlijks in de gelegenheid gesteld zijn jaarplanning van te volgen modulen in het volgende studiejaar kenbaar te maken via Progress. Uiterlijk op de laatste schooldag in juni van het voorafgaande studiejaar dient de planning bij de opleiding bekend te zijn. Indien de student zich niet houdt aan het gestelde in lid 3, zal de opleiding een planning voor deze student maken. Tegen deze planning is geen beroep mogelijk. De periode waarin de student zijn planning kenbaar kan maken wordt van tevoren medegedeeld op het Intranet. Studenten die op stage of uitwisseling zijn kunnen hun jaarplanning schriftelijk kenbaar maken aan de opleiding. De brief waarin deze planning kenbaar wordt gemaakt dient uiterlijk de laatste schooldag in juli van het studiejaar in het bezit te zijn van de opleiding. De opleiding behoudt zich het recht wijzigingen aan te brengen in de jaarplanning van studenten als daar dringende organisatorische redenen voor zijn. Daarbij houdt de opleiding zich aan eventuele volgtijdelijkheid van modulen en houdt het rekening met het belang van indeling in praktijkmodulen. Aan het begin van het studiejaar kan de student zijn jaarplanning vernemen via het interne computernetwerk. Per studiejaar kan een student in principe een bepaald moduul één keer volgen. Per moduulperiode kan een student in principe maximaal in één moduul worden ingedeeld. Gedurende zijn studie kan de student maximaal twee keer een bepaald moduul volgen. Als de student daarna, met eventueel gebruikmaking van herkansingstoetsen, een bepaald moduul nog niet heeft behaald, beslist de examencommissie in redelijkheid en billijkheid over de te nemen maatregel. MTR 2..2 Minors
72 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
De student dient zijn/haar keuzes voor het keuzesemester voor het volgende studiejaar aan de opleiding kenbaar te maken via Progress. De deadline hiervoor wordt gepubliceerd op het Intranet. Artikel 3 Normering moduultentamen
lid 1
lid 2
lid 3 lid 4
MTR 3.1 Berekening norm moduultentamen Het aantal credits dat de student die een bepaald moduul volgt, maximaal kan behalen voor de moduultoets met juist/ onjuist vragen van dat moduul, telt voor 75% mee in de bepaling van de norm; Het aantal credits dat de student die een bepaald moduul volgt, maximaal kan behalen voor de moduultoets met open vragen van dat moduul, telt voor 55% mee in de bepaling van de norm; Het aantal credits dat de student maximaal kan behalen voor het onderdeel actieve participatie in een bepaald moduul telt ten hoogste voor 100% mee in de bepaling van de norm voor dat moduul. Zie voor een nadere uitwerking het moduulboek. Voor werkcolleges en practica kan in het moduulboek bepaald zijn dat de actieve participatie bij deze onderdelen voor ten minste voor 55% meetelt in de bepaling van de norm. Zie voor een nadere uitwerking het moduulboek. Voor andere toetsvormen dan de in lid 1 en 2 van MTR 3.1 genoemde toetsvormen, wordt de normering aangegeven in het moduulboek van het betreffende moduul. Voor de voortgangstoets wordt de normering en andere relevante informatie aangegeven op een daarvoor aangemaakte pagina op Elo. Artikel 4 Inhoud en omvang van het examen Indien een student alle onderdelen van de propedeutische fase met een voldoende resultaat heeft afgerond, heeft hij het propedeutisch examen behaald. Indien een student alle onderdelen van de opleiding met een voldoende resultaat geeft afgerond, heeft hij het examen behaald.
Hoofdstuk 2
Artikel 5 Het verlenen van vrijstellingen
Zie 2C.3 vrijstellingen van studiegids Vrijetijdsmanagement 2011/2012 Artikel 6 Het aantal malen per studiejaar dat de gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van tentamens en examens
lid 1
lid 2
lid 3 lid 4 lid 5 lid 6
lid 1
MTR 6.1 Het Moduultentamen In elk moduulboek wordt opgenomen: a. Het maximaal aantal punten dat voor de diverse onderdelen van het moduultentamen behaald kan worden, b. De berekening van de norm, die aangeeft wanneer de module met voldoende beoordeeld wordt. c. De algemene criteria die gelden voor de moduulopdracht. d. De algemene criteria die gelden voor actieve participatie. De student wordt in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de moduultoets in week 9 van het moduul waarvoor hij is ingedeeld, mits een moduultoets onderdeel uitmaakt van het moduultentamen. Bij overlopen van een moduul vervallen alle eerder behaalde punten voor het moduultentamen van dat moduul. Mededelingen betreffende het moduultentamen worden gepubliceerd op Elo en/of via Intranet. Participatie kan niet herkanst worden. Een onvoldoende opdracht kan eenmaal herkanst worden. (Zie art, 6.3, lid 4 van dit moduultentamenreglement.) MTR 6.2 Moduultoetsen/Voortgangstoetsen Kenmerkend voor een moduultoets en een voortgangstoets is dat deze onder examencondities dient te worden uitgevoerd. Dit betekent dat een moduultoets/voortgangstoets wordt uitgevoerd onder toezicht van één of meerdere medewerkers van de school op een nader te bepalen tijdstip en plaats en onder de bepalingen van Artikel 16a en Artikel 16b van het Examenreglement.
74 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
lid 2 a. De datum, het aanvangstijdstip, de duur en de plaats van een toets worden uiterlijk één week voor de toets bekend gemaakt via Intranet. b. Behoudens overmacht zijn de gepubliceerde toetsdata, duur en aanvangstijden van de toets bindend. lid 3 Er kunnen verschillende toetsvormen voorkomen. Deze worden vermeld in het desbetreffende moduulboek. lid 4 Aanvullende regelgeving met betrekking tot een toets wordt, voordat de toets plaatsvindt, bekend gemaakt op het schutblad van de toets. lid 1 lid 2
lid 3 lid 4
lid 5
MTR 6.3 Opdrachten Een opdracht is een verplichte uitvoering van een zelfstandig onderwijsonderdeel binnen een moduul niet behorende tot een toets of participatie. Een groep die aan een opdracht werkt, dient bij samenwerkingsproblemen, hiervan onverwijld melding te maken bij de tutor of de moduulcoördinator. In het geval er sprake is van aanhoudende problemen kan de moduulcoördinator besluiten de groep te ontbinden en één of enkele leden van de groep verplichten de opdracht individueel of in kleinere samenstelling af te ronden. Tijdens het moduul dient minimaal één keer terugkoppeling over de opdracht door de moduulcoördinator, de docent of de tutor naar de studenten plaats te vinden. Een onvoldoende opdracht kan eenmaal herkanst worden . Een voldoende opdracht kan niet worden herkanst. De herkansing wordt verleend door de moduulcoördinator, binnen vier weken na de datum waarop de definitieve uitslag van de opdracht bekend is gemaakt,indien deze daartoe een schriftelijk verzoek heeft ontvangen van de student,die een onvoldoende voor de opdracht heeft behaald. Verzoeken ontvangen na deze periode van vier weken worden niet in behandeling genomen. Noch door de moduulcoördinator, noch door de examencommissie. Opdrachten dienen zowel digitaal als in hard copy ingeleverd te worden voor de daartoe vastgestelde deadline.
Hoofdstuk 2
lid 6
lid 7
lid 8
lid 9
lid 10 lid 11
Tenzij anders in het moduulboek staat aangeven dient de opdracht op de volgende wijze ingeleverd te worden: Inleveren bij front-Office op ...dag (zie moduulboek) tussen … uur en ...uur ( zie moduulboek) bij maximaal 1 uur te laat: aftrek van 10% van het maximum, tussen 1 uur en 2 uur te laat: aftrek van 20 % van het maximum meer dan 2 uur te laat : de opdracht wordt niet meer nagekeken en de mogelijkheid tot herkansing van de betreffende opdracht vervalt. In geval van overmacht kan een brief naar de examencommissie worden toegestuurd. Indien de hard-copy versie van de opdracht wel op tijd is ingeleverd en de digitale versie van diezelfde opdracht niet op tijd is ingeleverd, of andersom, wordt een aftrek toegepast van 10% van het maximaal te behalen punten voor die opdracht. Art. 6.3 lid 7 is alleen van toepassing, indien de ontbrekende versie binnen twee schooldagen alsnog wordt ingeleverd. Indien dit niet het geval is, wordt de opdracht niet nagekeken en vervalt de mogelijkheid van herkansing van de betreffende opdracht. De student is verplicht om van iedere opdracht die op schrift dan wel digitaal ingeleverd wordt zelf een digitale kopie te bewaren, conform art. 11, lid 3 van het Examenreglement Stenden hogeschool 2011/2012. De moduulcoördinator is verantwoordelijk voor het (laten) beoordelen van de opdracht, aan de hand van een lijst van beoordelingscriteria. Iedere op schrift en/of digitaal aangeleverde opdracht moet minimaal voldoen aan een aantal algemene beoordelingscriteria te weten: a. De opdracht dient goed leesbaar te zijn; b. De opdracht dient compleet te zijn;
76 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
c. Bij een groepsopdracht dient ieder groepslid te kunnen aantonen dat hij/zij een evenredig deel van de opdracht heeft gemaakt. Lid 12. Een groepslid dat aantoonbaar (kwalitatief en/of kwantitatief) in gebreke is gebleven bij het maken van en werken aan de opdracht, kan van de tutor een van de overige groepsleden afwijkende beoordeling krijgen. De afwijking kan maximaal 20% van de maximale score van die opdracht betreffen. Lid 13 De tutor kan de in lid 12 bedoelde afwijkende beoordeling slechts geven dan nadat hij hierover overeenstemming heeft bereikt met de moduulcoördinator. Lid 14. Een groepslid dat in aanmerking komt voor de in lid 12 bedoelde afwijkende beoordeling dient daarvan onverwijld door de tutor in kennis te worden gesteld nadat deze hierover overeenstemming heeft bereikt met de moduulcoördinator. MTR 6.4 Actieve participatie lid 1 Tenzij in het moduulboek anders is bepaald, is de minimale voorwaarde voor het toekennen van punten voor actieve participatie 80% aanwezigheid bij verplichte onderwijsleeractiviteiten in de groep waarin de student staat ingedeeld. lid 2 Bij een aanwezigheid van minder dan 80% (of het in het moduulboek aangegeven percentage) van de verplichte onderwijsleeractiviteiten worden in beginsel geen punten voor actieve participatie toegekend, tenzij anders vermeld in het moduulboek. lid 3 In geval van overmacht bij afwezigheid is Artikel 14 van dit reglement van toepassing. lid 4 De docent/tutor heeft de bevoegdheid de student zijn/haar punten voor actieve participatie te onthouden indien hij daarvoor een zwaarwegende reden aanwezig acht. lid 5 Voordat een docent/tutor besluit een student de punten voor actieve participatie te onthouden, dient de docent/tutor de student gewaarschuwd te hebben dat deze laatste zijn/haar punten dreigt te verliezen.
Hoofdstuk 2
Deze waarschuwing dient opgenomen te worden in de notulen van de onderwijsleeractiviteit dan wel anderszins schriftelijk te worden vastgelegd. Als na deze waarschuwing er naar het oordeel van de docent/tutor nog steeds zwaarwegende redenen aanwezig zijn om de student zijn/haar punten te onthouden, kan de docent/tutor hiertoe besluiten. Dit besluit dient ook te worden opgenomen in de notulen dan wel anderszins schriftelijk te worden vastgelegd. Voorbeelden van zwaarwegende redenen zijn: het niet maken van de notulen; wegblijven als voorzitter of als notulist; niet uitwerken van de leerdoelen; niet nakomen van afspraken. lid 6 Afwezigheid tijdens een van de bijeenkomsten kan niet aangevoerd worden als bezwarende omstandigheid. MTR 6.5 Moduulvervangende opdracht lid 1 De student kan onder de volgende voorwaarden (eenmalig) in aanmerking komen voor een moduulvervangende opdracht: a. Het gaat om het laatste nog te behalen moduul. b. Het moduul behoort tot het verplichte postpropedeutische onderwijs programma en is niet een praktijkmoduul, noch een minor. c. De student moet op de reguliere manier hebben deelgenomen aan het moduul en het daarbij behorende moduultentamen. d. De student moet, indien het moduul een moduultoets heeft, hebben deelgenomen aan tenminste twee toetsherkansingen. lid 2 Het onderwerp van de moduulvervangende opdracht moet betrekking hebben op het moduulthema en mag in principe geen relatie hebben met de scriptie in het kader van de managementstage of daarvan een afgeleide zijn. lid 3 De opdracht bestaat uit het schrijven van een werkstuk waarvoor maximaal 15 credits kunnen worden verkregen.
78 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
lid 4 lid 5
De student is vrij om zelf te bepalen waar de opdracht wordt uitgevoerd en heeft het recht gebruik te maken van de faciliteiten van de hogeschool. a. Om in aanmerking te komen voor een moduulvervangende opdracht dient een schriftelijk verzoek daartoe gericht te worden aan de examencommissie. b. Indien de examencommissie positief op het verzoek besluit, wordt de student in de gelegenheid gesteld een voorstel in te dienen bij de desbetreffende moduulcoördinator v.w.b. het onderwerp en de globale opzet van de opdracht. c. Als het onderwerp wordt goedgekeurd, wordt vervolgens in onderling overleg tussen de moduulcoördinator en het management van de opleiding bepaald door welke docent de student zal worden begeleid. d. Vóór aanvang van de werkzaamheden heeft de student toestemming nodig van de begeleidende docent voor wat betreft de globale opzet van de opdracht. e. De student heeft recht op regelmatige terugkoppeling gedurende de periode dat hij/zij aan de opdracht werkt. De student heeft uitsluitend recht op begeleiding gedurende de schoolweken. lid 6 a. Beoordeling vindt plaats in termen van voldoende of onvoldoende. Bij de beoordeling worden dezelfde criteria gehanteerd als bij de beoordeling van scripties die in het kader van de managementstage worden geschreven. b. In geval van voldoende beoordeling ontvangt de student maximaal 15 credits voor het betreffende moduul. c. De uitslag van de beoordeling wordt uiterlijk 3 weken na inlevering van de opdracht bekend gemaakt. d. Beoordeling vindt uitsluitend plaats gedurende de schoolweken. e. De docent/beoordelaar deelt de uitslag van de beoordeling onverwijld mede aan de moduulcoördinator van het betreffende moduul welke de uitslag doorgeeft aan de secretaris van de examencommissie.
Hoofdstuk 2
lid 7
lid 1
lid 2
lid 3 lid 4
Herkansing vindt plaats analoog aan de herkansingsregeling voor de scriptie die in het kader van de (management)stage wordt geschreven. MTR 6.6 Toetsing en toetsherkansing a. De student heeft het recht om per gevolgd moduul maximaal 5 keer aan een toets van dat moduul deel te nemen, met inbegrip van de reguliere moduultoets in week 9 van de periode waarin het moduul wordt gevolgd. b. Heeft de student een moduul niet gehaald na 5 keer te hebben deelgenomen aan een toets van dat moduul, met inbegrip van de reguliere moduultoets, dan moet de student het moduul in een volgend studiejaar in zijn geheel opnieuw volgen. De student krijgt elk studiejaar tenminste 3 toetsmomenten per te behalen moduul aangeboden. c. De voortgangstoets wordt jaarlijks op tenminste 4 verschillende momenten aangeboden. Studenten kunnen zonder beperking deelnemen aan de aangeboden voortgangstoetsen, met inachtneming van art. 6.6, lid 1d van dit reglement. d. Voor deelname aan een toetsmoment, dient de student zich in te schrijven via Progress. Bij inschrijving voor een toets kan een bewijs van inschrijving worden afgedrukt. Zonder dit bewijs kan de student geen rechten ontlenen aan de inschrijving. In geval een student deelneemt aan meerdere toetsmogelijkheden voor een bepaald moduul, telt de hoogste toetsscore en behoudt de student het aantal punten dat reeds behaald is voor participatie en opdracht(en). Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de student om zich op de hoogte te stellen van het toetsrooster en de procedure van inschrijving voor een toetsmoment. Aan studenten die op stage gaan kunnen extra toetsmomenten worden aangeboden voor een moduul dat zij in het studie jaar hebben gevolgd, waarin zij hun stage aanvangen. Een verzoek daartoe dienen zij schriftelijk in te
80 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
lid 5 lid 6
dienen bij de examencommissie met een bewijs van de begindatum van de stage. Zonder dit bewijs wordt het verzoek niet in behandeling genomen. Als het verzoek wordt gehonoreerd, wordt met de student bepaald op welk moment deze toetsing kan plaatsvinden. Het niet kunnen deelnemen aan enige toets wegens het samenvallen van toetsmomenten behoort tot het risico van de student In het geval een student deelneemt aan een toets als herkansing, valt het onder de eigen verantwoordelijkheid van de student om na te gaan in hoeverre de leerstof en/of puntenstructuur van het moduul is gewijzigd.
MTR 6.7 Vervalt MTR 6.8 Onderwijsexperimenten De Examencommissie is bevoegd in het kader van een onderwijsexperiment moduulcoördinatoren toe te staan af te wijken van de algemeen geldende regelgeving v.w.b. moduultentamen, participatie etcetera, zoals vastgelegd in het Examenreglement Stenden hogeschool en de Moduultentamenregeling Vrijetijdsmanagement. Nadat de moduulcoördinatoren de toestemming hiervoor hebben verkregen, wordt dan in het moduulboek vermeld waarin het onderwijs binnen dat moduul afwijkt van de algemeen geldende regels. MTR 6.9 Vervalt Artikel 7 Geldigheidsduur examenonderdelen Geen verbijzonderingen. Zie studentenstatuut deel 1 Artikel 7a Intellectuele eigendom Geen verbijzonderingen Artikel 8 Mondelinge tentamens Geen verbijzonderingen. Zie studentenstatuut deel 1
Hoofdstuk 2
Artikel 9 Bepaling resultaten MTR 9.1 lid 1 De definitieve uitslag van een moduultentamen wordt bekend gemaakt in Progress. lid 2 Een student heeft een moduul behaald wanneer hij minimaal aan de moduulnorm voldoet en aan norm voor moduulonderdelen voldoet. lid 3 Een student heeft een moduul niet behaald: a. wanneer hij gezakt is voor het moduultentamen. b. wanneer zijn moduultentamenuitslag ongeldig is verklaard. lid 4 Antwoorden op de door de student ingeleverde schrapkaarten zijn bepalend voor de vaststelling van de toetsscore. Lid 5 Uitgereikte toetsopgaven van de moduultoets/voortgangstoets mogen door de student niet worden meegenomen, evenals aantekeningen gemaakt tijdens de toets. lid 6 De voorlopige “antwoordensleutel” van de moduultoets/voortgangstoets wordt de volgende schooldag na de schriftelijke toets vanaf 8.30 uur digitaal bekend gemaakt. lid 7 De voorlopige scores voor moduultentamenonderdelen kunnen op een eerder moment dan de definitieve moduultentamenuitslag door de moduul coördinatoren bekend gemaakt worden. lid 8 Aan voorlopige scores kunnen geen rechten worden ontleend. Artikel 10 Inzagerecht en termijn van bewaring MTR 10.1 lid 1 Na de bekendmaking van de definitieve uitslag van het moduultentamen heeft de student recht op inzage van zowel (de) opdracht(en) als (het)
82 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
lid 2
toegepaste beoordelingsformulier(en), met in acht name van de inzagetermijn zoals weergegeven in het Examenreglement van de Stenden hogeschool. Beoordeelde opdrachten worden door de beoordelaar bewaard gedurende de tijd welke aangegeven wordt in Artikel 10 van het Examenreglement. Als deze tijd is verstreken worden de opdrachten vernietigd. Beoordeelde opdrachten worden in geen geval teruggegeven aan de student.
Artikel 11 Verantwoordelijkheid tentamen- en examengegevens lid 1 De student wordt op de hoogte gesteld waar en wanneer schriftelijke verslaglegging van moduultentamenonderdelen en digitale uitwerkingen van opdrachten dienen te worden ingeleverd. Bij het inleveren van een opdracht bij een docent/tutor/frontdesk plaatst de student een handtekening op een lijst voor ontvangst bij de desbetreffende docent/tutor/frontdesk. Artikel 12 Registratie van de studieresultaten Geen verbijzonderingen. Artikel 13 Getuigschrift Lid 1a Studenten die ingeschreven staan voor de Propedeutische fase, die de Propedeuse hebben afgerond en die een propedeusecertificaat wensen te ontvangen, moeten een verzoek sturen aan de examencommissie. Nadat het verzoek is ontvangen zal de examencommissie, na controle van de punten, een propedeusecertificaat afgeven. Het format voor het verzoek kan gevonden worden op ELO, onder „Exam Committee Leisure and Tourism” Lid 1b Studenten die een vrijstelling hebben voor de propedeutische fase, zullen geen propedeusecertificaat ontvangen. Lid 2a Studenten die de gehele opleiding voldoende hebben afgerond, moeten een verzoek doen om de graad van Associate degree in Vrijetijdsmanagement te ontvangen.
Hoofdstuk 2
Lid 2b Studenten die willen afstuderen moeten daartoe een verzoek indienen bij de secretaris van de examencommissie, in ieder geval 14 dagen voor de gewenste afstudeerdatum. Het verzoek zal worden beoordeeld door de examencommissie. Het format voor het verzoek kan gevonden worden op ELO, onder “Exam Committee Leisure and Tourism”. Lid 3. Studenten kunnen afstuderen op elke vergaderdatum van de examencommissie. De vergaderdata staan vermeld in de studiegids, onder hoofdstuk 2C. Artikel 13a Cum Laude De voorwaarden om Cum Laude af te studeren aan de opleiding Vrijetijdsmanagement staan beschreven onder 2B.2 van de Onderwijs-en Examenregeling van de opleiding Vrijetijdsmanagement Associate degree. Artikel 14 Overmachtregeling MTR 14.1 Beroep op overmacht lid 1 Nadat een student heeft deelgenomen aan een toets is het niet meer mogelijk zich te beroepen op overmacht met betrekking tot die toets. lid 2 Om bij het maken van een opdracht in aanmerking te kunnen komen voor de overmachtregeling dient vóór het verstrijken van de inlevertermijn contact te zijn opgenomen met de moduulcoördinator. De moduulcoördinator treft dan een voorlopige regeling met de student en stelt de secretaris van de examencommissie daarvan in kennis. De secretaris van de examencommissie beoordeelt of de voorlopige regeling omgezet kan worden in een definitieve regeling, dan wel bepaalt of dit ter besluitvorming geagendeerd dient te worden voor de eerstvolgende vergadering van de examencommissie.
84 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
MTR 14.2 Toekenning extra examenmogelijkheid moduultoets lid 1
lid 2 lid 3
Lid 4
Toekenning van een extra toets door de examencommissie geschiedt pas nadat de student alle reguliere toets(herkansings)mogelijkheden heeft benut met uitzondering van die mogelijkheid waarop de overmacht betrekking heeft. De examencommissie is bevoegd bij de extra toets een andere toetsvorm aan te bieden. De extra toets dient gelijkwaardig te zijn aan de oorspronkelijke toets. Een verzoek om een extra toetsmogelijkheid op grond van overmacht, dient te worden gedaan bij de examencommissie uiterlijk 5 schooldagen na de toetsdatum waarop de overmacht betrekking heeft. In het in MTR 14.2, lid 3 genoemde verzoek dient de student de in MTR14.1, lid 1 bedoelde omstandigheid met schriftelijke bewijzen te staven. Bovendien moet de student voldaan hebben aan de voorwaarde dat de student de afwezigheid dezelfde dag heeft gemeld bij de Front-office.
MTR 14.3 Uitwisseling lid 1 Tijdens een periode van uitwisseling met een buitenlandse onderwijsinstelling en/ of een verblijf op één van de buitenlandse sites kan een student geen rechten ontlenen aan de regeling inzake toetsherkansingen van deze moduultentamenregeling. MTR 14.4 Overmacht bij verplichte onderwijsleeractiviteiten lid1 De student heeft de mogelijkheid om bij de moduulcoördinator een verzoek in te dienen voor een compensatieopdracht n.a.v. gemiste verplichte onderwijsleeractiviteiten als er sprake is van omstandigheden die niet aan de student kunnen worden toegerekend (overmacht). Om in aanmerking te kunnen komen voor een compensatieopdracht moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden:
Hoofdstuk 2
- De student heeft de afwezigheid dezelfde dag gemeld bij de Frontdesk. - Alle gemiste verplichte activiteiten binnen het betreffende moduulonderdeel zijn gemist tengevolge van overmacht, dit ter beoordeling aan de moduulcoördinator. - De student heeft actief geparticipeerd tijdens de overige bijeenkomsten - De student dient de in lid 1van dit artikel bedoelde omstandigheid met schriftelijke bewijzen te staven. Het verzoek om een vervangende opdracht kan pas worden ingediend na de laatste verplichte onderwijsleeractiviteit van het betreffende moduul en moet uiterlijk 4 schoolweken na de laatste dag van de moduulperiode in het bezit van de moduulcoördinator zijn. lid 3 De moduulcoördinator bepaalt,eventueel in overleg met de betrokken docent of tutor, de inhoud en uitvoering van de compensatieopdracht. lid 4 De compensatieopdracht dient het gemiste verplichte onderdeel inhoudelijk te vervangen en qua studiebelasting gelijkwaardig te zijn aan die van de gemiste verplichte onderdelen. lid 5 Compensatieopdrachten behorend bij één van de eerste drie moduulperiodes in een bepaald studiejaar dienen in hetzelfde studiejaar te worden ingeleverd en nagekeken. Compensatieopdrachten behorend bij moduulperiode vier dienen uiterlijk 15 augustus te zijn ingeleverd en binnen één week te zijn nagekeken. De moduulcoördinatoren zijn verantwoordelijk voor het doen vaststellen of de opdracht aan de gestelde criteria voldoet. Als de opdracht als voldoende wordt beoordeeld kennen de moduulcoördinatoren alsnog de participatie punten toe. lid 6 De student die het niet eens is met de beoordeling van een compensatieopdracht dient de procedure te volgen zoals omschreven in Artikel 17.
86 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
lid 7
Indien het gaat om afwezigheid bij een specifiek vak, anders dan pgo en/of moduulopdrachtbegeleiding, kan in dit artikel de betreffende vakdocent worden gelezen in plaats van de moduulcoördinator. lid 8 In het geval student en moduulcoördinator, respectievelijk de betreffende vakdocent geen eenduidig oordeel hebben over de vraag of wel of niet sprake is van overmacht, kan de student zijn verzoek richten aan de examencommissie, eveneens binnen 4 weken na afloop van het moduul. Artikel 15 Voorzieningen voor lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten Geen verbijzonderingen. Artikel 16.a Regels voor de goede gang van zaken met betrekking tot examens (voor studenten). MTR 16.a.1 Toetsen lid 1 In beginsel mag een student alleen deelnemen aan een toets wanneer hij zich kan legitimeren met een geldige collegekaart. lid 2 De student die bij deelname aan een toets geen geldige collegekaart kan tonen maar wel een ander geldig legitimatiebewijs, mag ook deelnemen aan de toets. Voor deze student geldt echter wel, dat hij binnen 5 schooldagen na aanvang van de toets zijn geldige collegekaart in persoon moet tonen aan de secretaris van de examencommissie of bij diens afwezigheid bij één van de andere leden van de examencommissie of bij de secretaresse van de examencommissie. Er moet daarnaast een kopie van de kaart, met vermelding van datum en naam van de toets bij het secretariaat of in het postvak van de secretaris worden ingeleverd. Pas dan wordt aan deze student de toetsscore toegekend. Deze procedure kan tot vertraging van de bekendmaking van de uitslag leiden. lid 3 Een student die zich op generlei wijze kan legitimeren wordt de toegang tot de toetsruimte ontzegd.
Hoofdstuk 2
lid 4
lid 5
lid 6 lid 7 lid 8
Tenzij anders wordt aangegeven op het uitgereikte toetsformulier mag er zich op tafel waaraan de student zit tijdens de toets niets anders bevinden dan de uitgereikte toets, de collegekaart, de schrapkaart, potlood en gum. Aan het gebruik van rekenmachines bij toetsen worden de volgende eisen gesteld: de rekenmachine mag op de display geen tekst kunnen produceren, maar alleen cijfers de rekenmachine mag niet op het lichtnet/of on-line worden aangesloten de rekenmachine mag niet voorzien zijn van geluidsapparatuur, schrijfrollen, een alarminstallatie en zend- of ontvangstmogelijkheden de rekenmachine mag niet werken volgens een andere dan de hiërarchisch algebraïsche methode de rekenmachine mag niet groter zijn dan zakformaat. Deelnemers aan de toets met Juist/Onjuist-items zijn verplicht de schrapkaart volledig in te vullen. Na afloop van de toets vult de (hoofd)surveillant een protocol in over het verloop van de toets, ondertekent dit en levert dit in bij het ToetsServiceBureau. Het is een student niet toegestaan een ingeschakelde mobiele telefoon of Blackberry mee te nemen in de toetsruimte.
MTR 16.a.2 Vervalt Artikel 16.b Onregelmatigheden MTR 16.b.1 Onregelmatigheden bij een toets lid 1 Bij geconstateerde onrechtmatige handeling(en) van een student tijdens de moduultoets/voortgangstoets dient de surveillant binnen 3 schooldagen schriftelijk een proces verbaal in bij het ToetsServiceBureau. lid 2 De examencommissie biedt de desbetreffende student de gelegenheid mondeling te reageren op het hem/haar ten laste gelegde.
88 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
lid 3
Gedurende de afwikkeling van de procedure wordt de uitslag van het moduultentamen voor de desbetreffende student niet vastgesteld dan wel opgeschort.
MTR 16.b.2 Onregelmatigheden bij een opdracht lid 1 Een opdracht heeft de bedoeling te toetsen of de student een bepaalde hoeveelheid leerstof beheerst. Daarom is de student bij de uitwerking van de opdracht verplicht het geleerde in eigen woorden weer te geven. Het is niet toegestaan de structuur en/of de inhoud van het werk van anderen geheel of gedeeltelijk over te nemen in de uitwerking zonder vermelding van de bron. De hoeveelheid geciteerde tekst mag de 5% van het totaal niet overschrijden. lid 2 Een student die naar het oordeel van de moduulcoördinator zich niet heeft gehouden aan het gestelde in lid 1, heeft de opdracht op onrechtmatige wijze vervuld en krijgt geen beoordeling voor deze opdracht dan wel zal een reeds gegeven beoordeling worden opgeschort. lid 3 De moduulcoördinator doet verslag van zijn bevindingen ten aanzien van het in lid 2 gestelde aan de secretaris van de examencommissie. lid 4 De desbetreffende student zal door een delegatie van de examencommissie worden gehoord. lid 5 Voor de student die zich schuldig heeft gemaakt aan een onrechtmatige handeling dan wel daaraan medeplichtig is, zal gedurende de afwikkeling van de procedure de uitslag van het moduultentamen niet worden vastgesteld dan wel worden opgeschort. lid 6 Indien bij een groepsopdracht de opdracht op onrechtmatige wijze is vervuld, wordt de opdracht nietig verklaard en worden de groepsleden die zich niet schuldig hebben gemaakt aan de onrechtmatige handeling dan wel daaraan niet medeplichtig zijn, in de gelegenheid gesteld een nieuwe opdracht te maken. MTR 16.b.3 Sanctie bij onregelmatigheden
Hoofdstuk 2
lid 1
lid 2
lid 3
Wanneer de examencommissie op basis van de haar ter beschikking staande informatie vaststelt dat er sprake is van (een) onrechtmatige handeling(en) zal de uitslag van het moduultentamen van de desbetreffende student ongeldig worden verklaard. De student wordt in het lopende studiejaar geen herkansing (d.m.v. een toets en/of opdracht) geboden en dient het moduul in zijn geheel opnieuw te volgen. Daarnaast kan de examencommissie, conform het bepaalde in de WHW, een student voor maximaal 4 moduulperiodes de deelname aan een of meer andere tentamens verbieden. De Examencommissie kan besluiten tot een andere sanctie dan bepaald in lid 1. Deze sanctie is qua inspanning door de student te leveren en doel gelijkwaardig aan de sanctie zoals bepaald in lid 1. De examencommissie kan studenten, die onrechtmatig handelen, voordragen voor door de Dean te nemen disciplinaire maatregelen.
Artikel 17 Bezwaar en beroepsprocedure MTR 17.1 Het moduultentamen Studenten kunnen tot uiterlijk 2 schoolweken na de definitieve moduultentamenuitslag vragen stellen over de juistheid van de vastgestelde moduultentamenuitslag aan de medewerker studievolgsysteem (Progress), of bij diens afwezigheid aan de plaatsvervanger. Voor studenten die op stage zijn kan een aangepaste regeling getroffen worden. MTR 17.2 De moduultoets lid 1 De student heeft het recht tegen toetsitems bezwaren in te dienen. lid 2 Bezwaren tegen toetsitems dienen uiterlijk de vierde schooldag na de toets vóór 9.00 uur te zijn ingediend bij de moduulcooördinator (in het geval van een moduultoets) of de coördinator voortgangstoets (in geval van een voortgangstoets).
90 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
lid 3 lid 4
lid 5
lid 6
lid 7
Als voor een toets een afwijkend tijdschema geldt, wordt dat uiterlijk 1 schoolweek vóór de toets bekend gemaakt. Na de in lid 2 genoemde termijn van indienen van bezwaren, beoordelen de desbetreffende docenten de bezwaren en kunnen zij een bezwaar al dan niet gegrond verklaren. De beoordeling van de bezwaren en het al dan niet gegrond verklaren van de bezwaren dient door de betreffende docenten plaats te vinden uiterlijk 3 werkdagen na de in lid 2 genoemde termijn van indienen. De examencommissie draagt de eindverantwoordelijkheid voor de beslissing of een toetsitem vervalt cq. wordt omgescoord. Indien een toetsvraag die van een bezwaar is voorzien, niet binnen de daartoe gestelde termijn is voorzien van commentaar van een docent, zal de moduulcoördinator/coördinator voortgangstoets binnen één schooldag na het verstrijken van deze in lid 4 bedoelde termijn besluiten of het bezwaar al dan niet gegrond wordt verklaard. Mocht de moduulcoördinator/coördinator voortgangstoets in gebreke blijven, dan zal de Examencommissie binnen twee schooldagen na het verstrijken van in lid 4 bedoelde termijn hierover een besluit nemen. Indien een toetsitem dat van een bezwaar is voorzien, niet binnen de daartoe gestelde termijn is voorzien van commentaar, zal het betreffende toetsitem in principe vervallen worden verklaard. De moduulcooördinator/coördinator voortgangstoets communiceert via Elo na de termijn die geldt voor de beoordeling van de bezwaren en het al dan niet gegrond verklaren van die bezwaren onverwijld over de uitkomst.
MTR 17.3 De opdracht lid 1 De student die het niet eens is met de beoordeling van zijn/haar opdracht dient de volgende procedure te volgen, rekening houdend met Artikel 6.1 lid 5 en 6. Binnen een schoolweek na de bekendmaking van de definitieve score dient de student eerst de beoordelaar om
Hoofdstuk 2
een mondelinge uitleg te vragen. Is de student het niet eens met de uitleg van de beoordelaar kan hij binnen twee schoolweken na de bekendmaking van de definitieve score schriftelijke bezwaar indienen bij de moduulcoördinator. De moduulcoördinator zal binnen een schoolweek na dagtekening van het schriftelijk bezwaar de student op de hoogte stellen van zijn visie lid 2 a. Studenten die individueel of als groep in aanmerking willen komen voor een tweede beoordeling van een opdracht moeten dit verzoek schriftelijk indienen bij de secretaris van de examencommissie. Indien de aanvraag voor een tweede beoordeling is gedaan door één student terwijl de opdracht door twee of meer studenten is gedaan geldt de gewijzigde uitslag alleen voor de student die de aanvraag heeft ingediend. De andere studenten komen hier niet meer voor in aanmerking. b. Het verzoek, genoemd onder lid 2a., moet uiterlijk binnen 6 schoolweken na de publicatie van de definitieve moduultentamenuitslag en in elk geval voordat de student voor de eerste keer de toets herkanst in bezit te zijn van de secretaris. Verzoeken die pas worden ingediend nadat de student voor de eerste keer de toets heeft herkanst, worden niet in behandeling genomen. c. De secretaris wijst een tweede beoordelaar aan wiens beoordeling bindend is. Het resultaat van deze tweede beoordeling dient daarna binnen 10 schooldagen bij de secretaris bekend te zijn. De secretaris van de examencommissie zal daarna de student hierover informeren. MTR 17.5 Vervalt Artikel 18 Hardheidsclausule Geen verbijzonderingen. Artikel 19 Onvoorziene omstandigheden
92 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 2
Geen verbijzonderingen. Artikel 20 Invoeringsbepalingen en citeertitel MTR 20.1 lid 1 Deze moduultentamenregeling treedt in werking met ingang van 1 september 2011. lid 2 Deze regeling kan worden aangehaald als “Moduultentamenregeling Associate degree Vrijetijdsmanagement, 2011/2012”.
Hoofdstuk 3
3
Voorzieningen voor Studenten
3.1
Informatievoorzieningen
De informatievoorziening is binnen Stenden hogeschool geregeld via verschil-lende communicatiemiddelen. Dit studentenstatuut is er daar één van. Verder gebruikt Stenden de volgende media: Intranet Stenden Times Publicatieborden Plasmaschermen Front Desks Waar je welk type informatie vindt, is in de volgende overzichten op intranet beschreven: INFO: wat vind je waar https://chnet.chn.nl/html/info_watvindjewaar/index.html Publicatieborden
Opmerking [ 2]: Centraaql aanleveren
Hoofdstuk 5 https://chnet.chn.nl/html/publicatieborden/index.html 3.2 i study Bij i study kunnen studenten terecht voor onder andere: vragen over studiefinanciering vragen over in- en uitschrijving vragen over registratie van de studiepunten afspraken met het decanaat verzekeringen huisvesting informatie over (andere) studiemogelijkheden etc. De complete informatie over de dienstverlening van het i study (contact-informatie) is te vinden op de intranetsite onder de noemer i study https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/ i_study/index.html
3.3
International Office
Het International Office is binnen Stenden hogeschool aanspreekpunt voor: studenten die vanuit het buitenland bij Stenden in Leeuwarden komen studeren (de zogenaamde „incoming student‟) studenten die vanuit hun studie bij Stenden in Nederland in het buitenland gaan studeren, werken of stage lopen (de zogenaamde „outgoing students‟). De complete informatie over de dienstverlening van het International Office (incl. contact-informatie) is te vinden op de intranetsite onder de noemer International Office https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/international_offi ce/index.html
94 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 5
3.4
Het decanaat Bij het decanaat van Stenden hogeschool (vh CHN) kunnen studenten terecht voor informatie, advies, ondersteuning of begeleiding bij: studieloopbaanvragen (twijfels of je de juiste studie hebt gekozen, een tweede studie, advies over stage en solliciteren) effectief studeren en studieplanning persoonlijke problemen (loskomen van thuis, faalangst, rouwverwerking, stress, relatieproblemen enz.) studievertraging door bijzondere omstandigheden (afstudeerfonds) financiële problemen (noodfonds) studiefinanciering het bindend studieadvies functiebeperking en dyslexie conflicten, bezwaar en beroep De complete informatie over de dienstverlening van het Decanaat (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite onder de noemer Decanaat https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/decanaat/index. html
3.5
Handicap & studie
Binnen het decanaat is één van decanen ook contactpersoon handicap & studie. De contactpersoon handicap & studie (Hermien Moning) is aanspreekpunt voor studenten met een functiebeperking of handicap. Zij kan adviseren over mogelijke faciliteiten en de aanvraag daarvan. Eventueel kan zij hierbij bemiddelen. Wanneer je een functiebeperking hebt is het verstandig al voor het begin van je studie contact op te nemen. Meld het
Hoofdstuk 5 in ieder geval zodra je bent begonnen met studeren. Het is dan beter mogelijk om benodigde voorzieningen te realiseren. De contactpersoon handicap & studie is tevens het meldpunt voor opmerkingen en klachten, bijvoorbeeld over voorzieningen. Zie ook het Protocol Studie & Handicap in hoofdstuk 4 van het Studentenstatuut deel I.
3.6
Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag Het kan voorkomen, dat je op school of op je stageplek te maken krijgt met ongewenst gedrag (bijvoorbeeld pesten, intimidatie, seksuele intimidatie, discriminatie, racisme). Stenden heeft daarvoor een reglement opgesteld, en er is een externe vertrouwenspersoon die verantwoordelijk is voor opvang en advies van studenten en medewerkers die te maken hebben met ongewenst gedrag. Ook als je alleen ongewenst gedrag wilt melden, ben je daar welkom. De complete informatie over het reglement, wat we verstaan onder ongewenst gedrag, en de rol die de vertrouwenspersoon kan hebben in de opvang en begeleiding (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite onder de noemer vertrouwenspersoon. http://chnet.chn.nl/html/vertrouwenspersoon/index.html
3.7
Het roosterbureau
De planning van onderwijsactiviteiten wordt voor de hogeschool uitgevoerd door het roosterbureau. Studenten kunnen hun roosters vinden op de roostersite op intranet: https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/roosters/ index.html
96 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 5 Onder de L van Lestijden vindt je op intranet de lestijdentabel (https://chnet.chn.nl/html/chn_agenda/lestijden.html).
3.8
Centrale Studenten Administratie
De Centrale Studenten Administratie beheert de persoonsgegevens van alle Stenden-studenten. De studentenadministratie draagt onder meer zorg voor: in- en uitschrijving (via Studielink) inning collegegelden De complete informatie over de dienstverlening van de Centrale Studentenadministratie (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite onder Centrale Studentenadministratie. https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/csa/index.html
3.9
Registratie Studieresultaten
Met het programma ProgRESS kan elke student zijn/haar studieresultaten online raadplegen (vanaf elke pc met internetaansluiting). Uitgebreide informatie over het raadplegen van studieresultaten staat vermeld op de intranetsite onder de noemer Studieresultaten. http://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/progress/index.ht ml Rechtstreekse toegang tot ProgRESS krijg je via op www.progresswww.nl/chn
3.10
Toetsen Wanneer en waar vinden toetsen plaats, hoe kan een student zich voor een toets inschrijven, wanneer kan er worden
Hoofdstuk 5 herkanst en hoe luiden de toetsuitslagen? Dit alles wordt door het toetsservicebureau verzorgd. De complete informatie over de dienstverlening van het Toetsservicebureau (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite onder Toetsen. https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/ toetsen/index.html
3.11
ICT & Media
Alles rond informatie- en communicatietechnologie en audiovisuele voorzieningen binnen Stenden hogeschool gemeenschappelijk georganiseerd binnen de afdeling ICT en Media Hoe kom je aan een login, waar kan je printen, waar in het gebouw kan je een computer gebruiken, aan welke algemene regels moet je je als gebruiker van ICTvoorzieningen houden? Op deze en andere vragen geeft de intranetsite van ICT & Media het antwoord. http://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/ i_tech/watdoenwij.html ICT & Media geeft ook ondersteuning bij het gebruik van ICT-voorzieningen en verzorgt de audiovisuele voorzieningen. Deze laatste dienstverlening varieert van de uitleen van een digitale fotocamera tot assistentie bij het gebruik van mediawerkplekken als een montageruimte. Uitgebreide informatie over de audiovisuele voorzieningen is te vinden op de intranetsite ICT & Media. Hoe en wanneer ICT & Media te bereiken is, wordt vermeld op de intranetsite van ICT & Media. http://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/ i_tech/index.html
98 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 5
3.12
Intranet
Het intranet van Stenden hogeschool geldt als het informatiemedium waar alle relevante interne informatie voor zowel medewerkers als studenten op staat. Zo vind je er de roosters per opleiding, maar ook de algemene Stendenagenda en een overzicht van de openingstijden van alle voorzieningen. Welke informatie er allemaal op te vinden is, zie je het gemakkelijkst via de A-Z index van intranet. https://chnet.chn.nl/chnportal/ a_z_index2005.html Het intranet is zowel van binnen als buiten de Stendenlocaties te bereiken Binnen via : http://chnet.chn.nl/ Buiten via: https://chnet.chn.nl/ of via: www.chn.nl > MyStenden>
3.13 ELO
ELO is de digitale leeromgeving van Stenden hogeschool (voorheen CHN). Op ELO staat onder andere onderwijsmateriaal, maar via ELO kunnen studenten (en docenten) ook met elkaar in contact komen voor de uitvoering van een onderwijsopdracht. ELO is te bereiken via de website van Stenden: www.stenden.coml > MyStenden>
3.14 Het Studielandschap Leeuwarden
Het Studielandschap is de centrale plaats binnen Stenden waar de bibliotheek-voorziening en de studievoorzieningen voor alle opleidingen van de Stenden zijn samengebracht. Het Studielandschap bestaat uit het Atrium en de bibliotheek met een uitleencollectie op de begane grond en een studiezaal met een
Hoofdstuk 5 niet uitleenbare collectie op de eerste verdieping. Studenten, docenten en overig personeel kunnen gebruik maken van de faciliteiten. Het Studielandschap biedt veel van zijn faciliteiten digitaal aan. Zo zijn bronnen zowel vanuit Stenden als vanuit huis beschikbaar. Meer informatie vind je op de internetsite www.chn.nl/sls. 3.15 Stenden shop Leeuwarden Moduulboeken, readers, computerbenodigdheden, ringbanden, papier en andere kantoorartikelen zijn te verkrijgen in de Stenden shop. Welke artikelen de Stenden shop in het assortiment heeft en op welke tijden de winkel geopend is, staat vermeld op de intranetsite van de Stenden shop. https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/chn_winkel/index.html 3.16 Het Alumni Netwerk Het Alumni Netwerk is het netwerk voor laatstejaars studenten en afgestudeerden van alle Stendenopleidingen. Het doel van het Alumni Netwerk is het onderhouden van structureel contact tussen afgestudeerden (alumni), de opleidingen en Stenden. Het Alumni Netwerk zorgt ervoor dat alumni op de hoogte worden gehouden van de meest recente ontwikkelingen binnen het werkveld, de opleiding en de (loopbaan)ontwikkelingen van andere alumni. Omgekeerd blijft Stenden op de hoogte van de loopbanen van alumni en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Tevens is Stenden zo in de mogelijkheid feedback te krijgen op het onderwijsprogramma. Uitgebreide informatie over het Alumni Netwerk en de voorzieningen hiervan is te vinden op de website van Stenden > Alumni www.chn.nl/alumni
100 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 5 3.17 EHBO Stenden kent een bedrijfsnoodplan. Hierin staan de uitgangspunten en handelswijzen beschreven in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten. Alle aanwijzingen hiervoor zijn te vinden op de intranetsite over Alarm, Brand, BHV en EHBO https://chnet.chn.nl/html/facilitaire_dienst/veiligheid/index.html 3.18 Bedrijfsrestaurant: La Salle à Manger Op de begane grond van het Stenden-gebouw in Leeuwarden bevindt zich het bedrijfsrestaurant La Salle à Manger. Studenten noemen het de SAM. Uitgebreide informatie over bijvoorbeeld openingstijden en de huisregels zijn te vinden op de intranetpagina van La Salle à Manger. https://chnet.chn.nl/html/chn_breed/chn_catering_operations/la_s alle_a_manger.html 3.19 Randstad, uitzendbureau Binnen de muren van het Stendengebouw in Leeuwarden bevindt zich uitzend-bureau Randstad. Randstad bemiddelt pas- en langer afgestudeerden. 3.20 Expect Stenden participeert in Expect. Expect biedt studenten in Leeuwarden interes-sante en zinnige activiteiten aan, met een aanwijsbare betrokkenheid bij cultuur, Maatschappij en religie. Expect heeft zijn kantoor in het gebouw van Stenden aan de Rengerslaan 8. Uitgebreide informatie over Expect is te vinden op de website van Expect. http://www.expect-leeuwarden.nl/ 3.21 Leeuwarden Studiestad
Hoofdstuk 5 Heb je gekozen voor een opleiding bij Stenden in Leeuwarden? Dan is Leeuwarden automatisch je studiestad. Leeuwarden heeft veel te bieden. Leeuwarden Studiestad is dé overkoepelende organisatie die dynamisch en toegankelijk de voorwaarden schept om producten en diensten te ontwikkelen die passen bij Leeuwarden als volwaardige studiestad, en deze promoot bij studenten in binnen- en buitenland. Leeuwarden Studiestad maakt het mogelijk om betaalbaar te sporten, helpt je op weg bij het zoeken naar een kamer en organiseert studentenevenementen en activiteiten. Daarnaast heeft Leeuwarden een groot aanbod van opleidingen, actieve studentenverenigingen, cultuur, terrasjes en gezellige eetcafés. Uitgebreide informatie hierover de studentenvoorzieningen in Leeuwarden is te vinden op de website van Leeuwarden Studiestad. http://www.leeuwardenstudiestad.nl 3.22 Sport Na een dag op school is het heerlijk om te sporten. Sporten in Leeuwarden is voor studenten betaalbaar geregeld via Studiestad Sport (onderdeel van Leeuwarden Studiestad). Het sportaanbod is met ruim 30 sporten enorm divers. Van aerobics tot voetbal en van tennis tot krav maga. Uitgebreide informatie over betaalbaar sporten is te vinden op de website van Leeuwarden Studiestad/Sport. http://www.leeuwardenstudiestad.nl/sport/index.php
Hoofdstuk 4 Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden
102 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 5
Hieronder wordt aangegeven wat je moet regelen als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (tijdelijk) niet kunt deelnemen aan het onderwijs. 4.1 Regeling van de opleiding in geval van ziekte en andere bijzondere omstandigheden Indien een student door ziekte of een andere bijzondere omstandigheid studievertraging oploopt of dreigt op te lopen, is de student verplicht zo spoedig als mogelijk contact op te nemen met de door de opleiding toegewezen studieloopbaanbegeleider. Zie hoofdstuk 2.C.8. van deze studentenstatuut deel 2. Daarnaast kent de Moduultentamenregeling van Vrijetijdsmanagement in artikel 14 een overmachtsregeling bij ziekte of andere bijzondere omstandigheden. Zie hoofdstuk 2.D. van deze studentenstatuut deel 2. Tot slot wordt gewezen op de bijzondere regelingen rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden die worden genoemd bij het onderdeel Decanaat in hoofdstuk 3.1.2. van dit studentenstatuut. 4.1.1 Algemeen (kortdurend ziekte of andere bijzondere omstandigheden) Altijd afmelden bij de front desk. Wanneer je ziek bent en daarom niet kunt deelnemen aan een werkcollege, pgo-bijeenkomst etc. en je kunt je niet houden aan een afspraak met een docent, dan moet je bijtijds (uitgangspunt is vóór 10.00 uur op de dag van jouw ziekte) de front desk bellen om je af te melden. Telefoonnummer 058 – 2 411 630. De front desk houdt alle ziekmeldingen bij zodat docenten en de examencommissie daar de afwezigheid kunnen controleren. Afmelding is van groot belang, mocht je bij de examencommissie een verzoek indienen waarbij je een beroep wilt doen op overmacht. De examencommissie zal in een dergelijk geval altijd de
Hoofdstuk 5
ziekmeldingen bij de front desk controleren. Mocht je je niet ziek hebben gemeld, dan gaat de examencommissie er in beginsel van uit dat er geen sprake van ziekte is geweest. 4.1.2 Algemeen (langdurende ziekte of andere bijzondere omstandigheden) Wordt duidelijk dat jouw ziekte of de bijzondere omstandigheid langdurend wordt dan is het van belang om contact op te nemen met je studiebegeleider. Gezamenlijk worden de consequenties, de studievertraging en de mogelijke oplossingen om verdere vertraging te voorkomen doorgesproken. De studiebegeleider zal je in zo‟n situatie ook (door)verwijzen naar de coördinator studiebegeleider (Robert Blink) en het decanaat. Bij het decanaat kun je met specialisten van de hogeschool alle ins en outs van de situatie bespreken (incl. de consequenties voor inschrijvingsduur, de financiën,….) 4.1.3 PGO en andere verplichte onderwijsactiviteiten Elke keer dat je een pgo-bijeenkomst of een andere verplichte onderwijsactiviteit moet verzuimen wegens ziekte, moet je je ziek melden bij het secretariaat. Ben je ziek en lag er de afspraak dat juist jij die bewuste PGO-bijeenkomst notulist of voorzitter zou zijn van de PGO-groep dan verwachten we (de opleiding en de collega studenten) dat jij zelf zorg draagt voor een vervanger. 4.1.4 Moduultoetsen Ben je bijv. ziek op het moment van een moduultoets (tentamen) dan verdient het aanbeveling je af te melden bij de front desk van de opleiding. In deze situatie wordt voor een student geen apart toetsmoment geschapen, maar een student behoudt zijn kans en kan zich regulier inschrijving voor de eerstvolgende mogelijkheid overeenkomstig het toetsrooster.
104 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 5
4.2 Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies Als je denkt door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 5) niet te kunnen voldoen aan de norm van het bindend studieadvies in het eerste of tweede jaar, moet je bijzondere omstandigheid melden bij zowel je studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. Verder moet je voor 1 juni bij de examencommissie een schriftelijk verzoek indienen om bij het vaststellen van het studieadvies rekening te houden met de bijzondere omstandigheid. Voor verdere informatie: zie hoofdstuk 3 van deel 1 van het studentenstatuut, waarin ook is opgenomen de „Regeling studieadvies‟. 4.3 Studievertraging Als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 5) dusdanige studievertraging oploopt, dat je langer over je studie moet doen dan vier jaar, moet je de ziekte/bijzondere omstandigheid zowel melden bij je studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. De decaan bespreekt de consequenties voor je studiefinanciering met je en kan je inlichten over de mogelijkheid om afstudeersteun (een soort studiefinanciering) van de hogeschool te krijgen. Om in aanmerking te kunnen komen voor afstudeersteun ben je verplicht de bijzondere omstandigheid binnen drie maanden aan de decaan te melden. Als je weet dat je een tijdje niet aan het onderwijs kunt deelnemen bijv. door een geplande ziekenhuisopname, moet je dat direct melden. Ook als je door bijzondere omstandigheden de kans loopt niet binnen de diplomatermijn van 10 jaar het einddiploma te behalen, kun je terecht bij het decanaat. Voor verdere informatie zie hoofdstuk 7 van deel 1 van het studentenstatuut, waarin de Regeling afstudeersteun is opgenomen. Je kunt ook op het intranet de site van het decanaat raadplegen.
Hoofdstuk 5
4.4 Bijzondere omstandigheden Onder bijzondere omstandigheden, bedoeld onder 2 en 3 vallen de volgende omstandigheden: ziekte (ook psychisch) zwangerschap bijzondere familieomstandigheden (zoals bijv. een echtscheiding van je ouders, ernstige ziekte of overlijden in de directe familie) medezeggenschapsactiviteiten voor de hogeschool bestuurslidmaatschap van bepaalde studentenverenigingen een „niet studeerbaar‟ studieprogramma 4.5 Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking Onder basisvoorzieningen verstaan we die voorzieningen die altijd aanwezig moeten zijn, onafhankelijk of er op dat moment studenten zijn die hiervan gebruik maken. Sinds 1 december 2003 bestaat de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. De wet bepaalt dat wanneer een student met een functiebeperking aanpassingen nodig heeft van technische, onderwijskundige of begeleidende aard, om een opleiding te kunnen volgen en hij de instelling daarom verzoekt, de opleiding of instelling verplicht is die aanpassingen te realiseren. De aanpassingen moeten aan twee eisen voldoen: zij moeten geschikt zijn en noodzakelijk. Geschikt wil zeggen dat de aanpassing een belemmering moet wegnemen of verminderen, waardoor de zelfstandigheid van de desbetreffende student wordt vergroot. Noodzakelijk wil zeggen dat hetzelfde doel niet op een andere, goedkopere manier kan worden bereikt. Eén en ander voor zover de gevraagde aanpassingen voor de Stenden hogeschool geen onevenredige belasting als bedoeld in art. 2 van de Wet Gelijke Behandeling op grond van een handicap of chronische ziekte vormen
106 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 5
Eén van de decanen is contactpersoon handicap & studie. Zij geeft informatie en advies over mogelijke aanpassingen en voorzieningen en bemiddelt bij het realiseren hiervan. A. materiële voorzieningen Gehandicaptentoiletten Parkeerplaatsen voor minder validen Geldautomaat bij restaurant op de hoogte van rolstoelgebruiker Lage stacomputer voor rolstoelgebruiker Mobiele ringleiding op uitleenbasis bij audiovisuele dienst Laptop op uitleenbasis bij audiovisuele dienst Readingpen Ergonomische kruk voor IHM praktijk vakken B. onderwijskundige voorzieningen mogelijkheid tot verlenging van de toetstijd mogelijkheid om apart te zitten bij een toets mogelijkheid reader in vergroot lettertype (12 punts) te krijgen mogelijkheid een aangepast lesrooster te krijgen mogelijkheid tot aanpassing studieplanning mogelijkheid tot een vervangende opdracht mogelijkheid tot een aangepaste werkvorm mogelijkheid tot aanpassing toetsvorm mogelijkheid tot flexibele leerroute mogelijkheid tot aangepaste stage in vorm en duur C. financiële voorzieningen vergoeding voor dyslexieonderzoek afstudeersteun voorzieningen op het gebied van studiefinanciering
een
Hoofdstuk 5
Procedures Ad. A materiële voorzieningen De meeste materiële basisvoorzieningen zijn zonder meer te gebruiken. Wanneer de student gebruik wil maken van de voorzieningen die onder beheer van de audiovisuele dienst vallen, dient hij via de contactpersoon Handicap& Studie/decaan een aanvraag in te dienen. Wanneer de voorziening niet uit voorliggende regelingen kan worden bekostigd kan deze onder bepaalde voorwaarden worden bekostigd uit een speciaal fonds dat valt onder het Fonds Financiële Ondersteuning Studenten. Ad B onderwijskundige voorzieningen Indien het onduidelijk is van welke voorzieningen de student gebruik kan maken, kan hij een afspraak maken met de contactpersoon Handicap& Studie/decaan. Zij kan adviseren over mogelijke voorzieningen. Samen met de coördinator studiebegeleiding kan besproken worden welke stappen ondernomen dienen te worden om de voorzieningen te realiseren. Voor bepaalde voorzieningen dient een aanvraag ingediend te worden bij de examencommissie. Vaak is een medische verklaring gewenst. De afspraken en verantwoordelijkheden worden vastgelegd in een onderwijscontract „studeren met een functiebeperking‟. Het onderwijscontract geldt voor de gehele of bepaalde onderdelen van de opleiding en voor een bepaalde tijd. Ad C financiële voorzieningen Wanneer de student of de opleiding het vermoeden heeft dat de student dyslexie heeft en de student ondervindt hiervan hinder in het onderwijs dan kan de student een dyslexieonderzoek laten doen. De
108 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 5
contactpersoon Handicap& Studie/decaan bemiddelt bij de aanvraag voor een vergoeding hiervoor. Wanneer de student studievertraging oploopt of zijn studie moet afbreken vanwege zijn functiebeperking zijn er verschillende financiële regelingen mogelijk. De decaan bespreekt welke regeling op de situatie van de student van toepassing is en begeleidt de aanvraag. 4.6
Regeling
medische
verklaring
in
geval
van
ziekte
4.6.1 Doel van de verklaring Indien een student: zich tijdens een studiejaar wil uitschrijven wegens ziekte; wegens ziekte een beroep doet op financiële ondersteuning uit het afstudeerfonds; niet aan een examen(onderdeel) deelneemt wegens ziekte en de examencommissie verlangt dat hij dit staaft met bewijzen moet hij een medische verklaring overleggen aan de centrale studentenadministratie(a), de commissie financiële ondersteuning studenten (b), of de examencommissie van de opleiding (c). 4.6.2 Verkrijgen van de verklaring Voor het verkrijgen van een medische verklaring kun je terecht bij Arboned, Oostergoweg 5 in Leeuwarden (058- 2339202) of bij het voor jou meest nabijgelegen steunpunt. De adressen en telefoonnummers van de steunpunten zijn te vinden op de site van Arboned ( www.arboned.nl) 4.6.3 Beperking gebruik ArboNed-zorg Nadrukkelijk wordt uitgesloten dat studenten van de ArboNed zorg gebruik maken voor algemeen medisch advies of medische
Hoofdstuk 5
begeleiding. Het inschakelen van ArboNed zorg is alleen toegestaan voor het verkrijgen van een verklaring, zoals bedoeld in deze regeling. 4.7 Studeren en RSI (CANS) Er zijn studenten die last hebben van pijn in de arm, nek, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie wordt vaak gedacht dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. De pijn die hier genoemd wordt kan duiden op RSI: Repetitive Strain Injury, ook welbekend als "muisarm". Wanneer die eerste signalen niet serieus genomen worden, breiden de klachten zich meestal langzaam uit. Volgens een aantal betrokken beroepsgroepen heeft de term RSI een negatieve lading en geven sommige behandelaars (ten onterechte) de diagnose RSI. Daarom heeft men afgesproken de nieuwe term CANS (complaints of Arm, Neck and/or Shoulder) te gaan gebruiken. RSI is lastig vast te stellen, want de pijn kan meerdere oorzaken hebben. Omdat CANS nog een vrij nieuwe term is, blijven we in dit stukje voor alle duidelijkheid nog spreken over RSI. Bij RSI is er een duidelijke relatie tussen de manier waarop wordt gewerkt en de aanwezige klachten. Factoren die tot RSI kunnen leiden zijn: een verkeerde zithouding tijdens het werk repeterend werk weinig afwisseling in zowel houding als werkzaamheden stress Ook tijdens de studie kunnen er activiteiten zijn waarbij lang achter elkaar in dezelfde houding wordt gewerkt en/of dezelfde bewegingen worden gemaakt. Het beeldscherm neemt een belangrijke plaats in bij werkzaamheden, niet alleen op school maar vaak ook nog thuis. Bovendien nemen chatten, internetten en computerspelletjes ook een niet onaanzienlijk deel van de tijdsbesteding in beslag.
110 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 5
RSI is grotendeels zelf te voorkomen. De belangrijkste tips hiervoor zijn: werk niet langer dan vijf à zes uur per dag aan een beeldscherm en niet langer dan twee uur aan een laptop! genoemde tijden zijn inclusief chatten, e-mailen en spelletjes! neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze let op een goede zithouding voor het beeldscherm wissel beeldschermwerk af met ander werk zorg voor voldoende ontspanning naast de studie neem beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) serieus en raadpleeg bijtijds je (huis-)arts Meer informatie over RSI kun je vinden op het Chnet en het Internet. Onderstaande sites geven in ieder geval een goed overzicht: http://rsi.pagina.nl/ www.web.clickmouse.ensnel.nl www.stoprsi.nl www.muisarm.nl Postbus 51 (www.postbus51.nl) geeft gratis de brochure 'Veilig werken: RSI – informatie voor werknemers en werkgevers' uit.
Hoofdstuk 5
5 Medewerkerslijst Medewerkerslijst Vrijetijdsmanagement / Leisure Management Naam
Kamern r
Telnr
Dhr. R. Blink
3.02
1288
Dhr. W. Boersma
3.03
1740
Dhr. W.F.Bok
3.07
1411
Mevr. M. Bos
3.03
1568
Dhr. M.C. Bo s
LC
1390
Mevr. G. van Dijk
3.06
1469
Dhr. M. van Driel
3.02
1642
Dhr. J.A. Eijkenaar
3.10
1474
Dhr. S. Fokkema
3.08
1439
Dhr. H. J. Greven Dhr. M.H. Groters
1227 3.09
1568
Dhr. M. Haanstra
3.07
1425
Dhr. H.J. Hendriks
3.09
1159
Mevr. A. Herrewijn
3.08
1642
E-mail
Functie
robert.blink@ stenden.com willem.boersma@ stenden.com wim.bok@ stenden.com mijke.bos@ stenden.com maarten.bos@ stenden.com gedy.van.dijk@ stenden.com mark.van.driel@ stenden.com albert.eykenaar@ stenden.com steffen.fokkema@ stenden.com henk.jan.greven @ stenden.com martin.groters@ stenden.com martin.haanstra@ stenden.com henri.hendriks@ stenden.com amber.herrewijn @ stenden.com
Docent Sportmanagement en Frans Docent Engels Academic Dean Docent en onderwijsplanner Docent Informatica Docent Managementvaardigheden Docent Docent Duits / Coördinator Studieloopbaanbegeleiding Docent Strategisch Management Coördinator Ad tot 1-102011 Docent Vrijetijdskunde Secretaris Examencommissie
Opmerking [I3]: Is hetzelfde nummer als Mijke Bos. Martin naar nieuwe nummer vragen.
Docent Bedrijfseconomie Docent Events
112 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 5
Naam
Kamern r
Telnr
Dhr. E. Hilverda
3.03
1159
Mevr. H. Hoekstra
3.11
1140
Mevr. S. Hoekstra
3.03
1159
Mevr. D. van der Hoeven
3.09
1159
Dhr. P. Huig
220
1231
Mevr. E.M.G. Janssen
3.05
1284
Dhr. T. de Jong
3.08
1321
Mevr. B. Kooi
3.09
Mevr. H. Koops
3.08
1439
Mevr. E.A. Kuperus
3.11
1253
Mevr. G.D. Middelbrink
3.03
1740
Dhr. A. Postma
Extern
Mevr. A. Rozendaal
Extern
Mevr. L. Schellekens 3.03
1353
1159
E-mail
Functie
EHILVERD@ Docent stenden.com hanneke.hoekstra Directiesecretaresse @stenden.com sandra.hoekstra@ Vakdocent / Tutor stenden.com Dymphi.van.der.H
[email protected] om peter.huig@ stenden.com eva.janssen@ stenden.com theo.de.jong@ stenden.com berber.kooi@ stenden.com hilda.koops@ stenden.com lia.kuperus@ stenden.com dinie.middelbrink @ stenden.com albert.postma@ stenden.com anke.rozendaal@ stenden.com liesbeth.schelleke
[email protected]
Docent Sr. Consultant onderzoeker Docent Onderzoek Docent Events Docent / Tutor Docent HRM Assistent stage coördinator Docent Engels Docent Onderzoek/programma directeur MA Intenational Leisure & Tourism studies bij CHN SGS Coach Duaal Coördinator Leerbedrijf Coördinator Progress Duaal
Hoofdstuk 5
Naam
Kamern r
Telnr
E-mail
Functie
Dhr. A.K. Schilder
3.08
1439
anne.klaas.schild
[email protected]
Docent Sociale Wetenschappen Hogeschooldocent Onderzoek
gudrun.schmaling Docent Duits @stenden.com Docent Kunst & Cultuur, piet.sieperda@ EvenementenDhr. P. Sieperda 3.06 1469 stenden.com management, Stedelijke ontwikkeling tjitske.stoer@ Docent Mevr. T. Stoer 3.06 1469 stenden.com Managementvaardigheden huma.suleri@ Mevr. H. Suleri 3.03 1159 Docent Engels stenden.com Mevr. P.J. petra.verhoeven 3.11 1363 Secretaresse Verhoeven @ stenden.com Docent Sportmanagement jeroen.van.vliet@ Dhr. J. van Vliet 3.02 1288 en coördinator English stenden.com stream roel.de.vries@ Docent Frans/ Dhr. R.G. de Vries 3.05 1642 stenden.com Managementvaardigheden jorrit.van.de.waal Dhr. J. van de Waal 3.08 1321 Docent @ stenden.com Mevr. M. van der maaike.van.der.w 3.11 1363 Adm. medewerker Wal
[email protected] pietrick.wiersma Mevr. P. Wiersma 3.05 1284 Docent / Coach LM Duaal @ stenden.com co.de.wilt@ Coördinator stages LM/ Dhr. J.M.J. de Wilt 3.10 1365 stenden.com Lid examencommissie jogiena.zeinstra2 Mevr. J. Zeinstra 3.07 1411 Coördinator Duaal @stenden.com Vrijetijdsmanagement / Leisure Management Mevr. G. Schmäling
3.06
1719
114 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Hoofdstuk 5
Index
Index A aantal herkansingen 78 aantal toetsmomenten 78 Aanvraag moduulvrijstellingen 65 Actief participeren 31 Actieve participatie. 76 Actieve studiehouding 29 afstudeeropdracht 55 Afstudeeropdracht 53 Alumni Magazine 24 Alumni Netwerk 23, 93 B Bedrijfspresentaties 54 Beginsituatie 31 beoordelingscriteria moduulopdracht 76 Beroepspraktijk 31 Bezwaar en beroepsprocedure 85 bindend studieadvies 89 Bureau Buitenland 19 C CHN Service Center 22 Collegegeld 38 compensatie-opdracht 82 Contractactiviteiten 22 Coördinator studiebegeleiding 38, 71 CROHO 25
Cum Laude afstuderen 42 Curriculum van de opleiding 39 D decanaat 89, 97, 98 deelname aan een toets 83 Deelname aan het examen 72 deelname aan toets tijdens stage 78 deelname aan toets tijdens uitwisseling 78 derde studiejaar 50 Didactische principes 30 Docentrollen 33 E eerste studiejaar 43 Examencommissies/ Opleidingscommissies 63 Excursie 68 Exitgesprek 38, 71 extra examenmogelijkheid 81 F Foreign Relations Committee 19, 59 FREC 59 Friends 19 G Gastcollege68 Geldigheidsduur examenonderdelen 79
116 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Index
Groepsbeleid 33 Groepsonderwijs 30 Groepsproces 32 H Hardheidsclausule 87 Herkansing van een toets 78 herkansingstoetsen 73 Hoofdfuncties propedeuse 39 Host-student Project 59 I i study 88 i tech 91 Indeling in modulen 72 Informatiecentrum 101 inleveren moduulopdracht 75 Instituutsexamencommissie vergaderrooster 63 Integratie theorie-praktijk 67 Interactieve werkvormen 31 International School of Hospitality 18 Internationalisering 15 J Jaarplanning 33 K Kennis toepassen 31 keuzeprogramma 56 Keuzeprogramma 56 Kosten 38 Kwaliteitsverbetering 32 Kwaliteitszorg 15
L langdurende ziekte 96 Leerarrangement 31 Leerbedrijf extern 68 intern 68 Leerproces 29 Leeuwarder Introductie Comité 57, 59 Leisure Project Management 51 Lidmaatschap van Foreign Relations Committee (FREC) 59 Lidmaatschap van Reception Committee for Foreign Students 59 Lifelong learning 30 M Manager van leerprocessen 32 Masterprogramma 21 minors 18 Modulair onderwijs 29 Moduulboek 74 Moduulevaluatie 15 moduulopdracht 86 Moduulopdrachten 75 Moduulplanning derde studiejaar 50 moduultentamen 85 Moduultentamen antwoordensleutel 80
Index
beoordelingscriteria 75 bezwaren procedure 85 Compensatieopdracht 82 disciplinaire maatregelen 85 norm 74 procesverbaal 84 recht op inzage 80 rekenmachines 83 schrapkaart 83 toetsdata 75 toetsvormen 75 tweede beoordelaar 86 tweede beoordeling 86 Moduultentamenregeling 72 moduultoets 85 Moduultoetsen 75 Moduulvervangende opdracht. 76 Moduulvrijstellingen 65 Mondelinge tentamens 79 MTRO-diploma 66 Mutatieformulier tussentijdse uitschrijving 38 N Non-cognitieve factoren 29 norm moduultentamen 73 O Omzwaaien 38 Ondersteunende activiteiten: Instituut voor Service Management 59 Onderwijsacti viteiten 43
Onderwijsbeleid 25 Onderwijscoördinator 14 Onderwijsexperimenten 79 Onderwijsleerarrangement 31 onderwijsprogramma Vrijetijdskunde derde 50 vierde 53 Onderwijsprogramma Vrijetijdskunde 39 Onderwijsvisie 29 opleidingskwalificaties 26 Opleidingsprofielen 27 Organisatie Vrijetijdskunde 9 Overige evaluaties 15 Overige onderwijsactiviteiten 69 Overleg/adviesorganen 11 Overlegstructuren 14 overlopen van een moduul 74 overmacht 82 Overmacht 52 Overmachtsregeling 81 P PGO 29 PGO-groep 33 Plagiaat 72 post-propedeutische fase 36 Praktijk- en stagebeleid 67 Prior knowledge 31 Probleemgestuurd onderwijs 29
118 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012
Index
Probleemoplossen 31 Project Management Vrijetijdskunde 51 Propedeuse 42 R RCFS 59 Reception Committee for Foreign Students 19, 59 Reflectie 32 Reguliere toetsdata 36 relatie tussen opleiding en werkveld 29 reprowinkel 93 S samenvallen van toetsmomenten 79 Samenwerken studenten 31 samenwerking 75 Samenwerking docenten 33 Sanctie bij onregelmatigheden 85 schrapkaart 83 Scriptie/afstudeerwerkstuk 69 Secretariaat12 Semesteroverzicht 69 Servicejobs 94 Sollicitatietraining 54 Stage 53 Stageprogramma Vrijetijdskunde 53 Stages in het buitenland 16 Stagevoorbereiding 54, 61
Startdata stage 55 structuur onderwijsprogramma Vrijetijdskunde 39 Studentenraad 57 Studieadvies 40 negatief 40 positief 40 Studiebegeleiding 33, 60, 70 coördinator studiebegeleiding 71 eerste lijns-opvang 71 exitgesprek 71 hogeschooldecaan 71 kennismakingsgesprek 70 langdurige ziekte 71 loopbaanplanning 71 overgangsgesprek 70 persoonlijke problemen 71 studiebegeleider 70 voortgangsgesprek 70 zelfevaluatie 70 zelfmanagement 70 Studielast 43 studieprogramma 52 Studiepunt 40 StudieStartWeek 60 studievertraging 89 Studievertraging 52 Studievoortgangsregistratie 69 Studievorderingsbeleid 63 T toekomstige ontwikkelingen 29
Index
Toelatingsbeleid 64 Toelatingsonderzoek 67 toetsdata 75 U Uitgangspunten 8 uitwisseling 81 Uitwisselingsprogramma's Erasmus 16 Leonardo 16 SOCRATES 16 V Vacaturebank 24 Veranderen van opleiding 38 Verantwoordelijkheid van docenten 32 Verantwoordelijkheid van studenten 32 Vergaderrooster Instituutsexamencommissie 63
vierde studiejaar 53 Visie op leren 29 Vooropleidingseisen 64 Vrije studiepunten 57 Vrijstelling 66 Vrijstellingen 65 Vrijstellingsregeling MBOgediplomeerden 66 Z Zelfmanagement Activiteiten 70 Zelfmanagement Activiteiten 60 Zelfwerkzaamheid 30 ziekmeldingen 96 ziekte 98, 100 Zorg 10
120 STUDIEGIDS ASSOCIATE DEGREE VRIJETIJDSMANAGEMENT – 2011/ 2012