Hogeschool Rotterdam Vrijetijdsmanagement
Beperkte opleidingsbeoordeling
© Netherlands Quality Agency (NQA) December 2013
2/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
Inleiding
Dit visitatierapport bevat de beoordeling van de bestaande hbo-bacheloropleiding Vrijetijdsmanagement van de Hogeschool Rotterdam. De beoordeling is uitgevoerd door een visitatiepanel dat door NQA in opdracht van de Hogeschool Rotterdam is samengesteld. Het panel is in overleg met de opleiding samengesteld en is voorafgaand aan de visitatie goedgekeurd door de NVAO. Het rapport beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies van het panel. Het is opgesteld conform het Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (22 november 2011) en het NQA Protocol 2013 voor de beperkte opleidingsbeoordeling. De visitatie heeft plaatsgevonden op 19 en 20 september 2013. Het visitatiepanel bestond uit: De heer R. De Bruyn (voorzitter, domeindeskundige) De heer dr. W. Rennen (domeindeskundige) De heer A.P. Stam (domeindeskundige) Mevrouw C.L.M. Egelman (studentlid) Mevrouw drs. M. Schoots, freelance auditor van NQA, trad op als secretaris van het panel. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen van het desbetreffende beoordelingskader van de NVAO en aan de eisen van het NQA Protocol 2013. Het panel heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het visitatiepanel in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. Het visitatiepanel verklaart dat de beoordeling van de opleiding in onafhankelijkheid heeft plaatsgevonden.
Utrecht, 2 december 2013
Panelvoorzitter
Panelsecretaris
De heer R. De Bruyn
Mevrouw drs. M. Schoots
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
3/47
4/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
Samenvatting Het panel beoordeelt de voltijdse hbo-bacheloropleiding Vrijetijdsmanagement van de Hogeschool Rotterdam in haar geheel als onvoldoende op basis van onvoldoende borging van het individueel realiseren van het eindniveau. Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties De opleiding Vrijetijdsmanagement maakt gebruik van het Landelijk Competentieprofiel Vrijetijdsmanagement en leidt op tot de graad Bachelor of Business Administration. De opleiding heeft vanaf 2013 een onderscheidende profilering binnen het landelijke profiel gekozen, waarbij de opleiding leisure producers wil opleiden die zakelijk en creatief leiding kunnen geven aan vrijetijdsconcepten. Op basis van deze profilering heeft de opleiding vijf beroepscompetenties en twee gedragscompetenties geformuleerd die samen de eindkwalificaties vormen. Het nieuwe profiel en de eindkwalificaties sluiten aan op het hbobachelorniveau en de behoeften van het werkveld en is gedeeltelijk doorgevoerd in het programma. De opleiding heeft plannen om de internationale oriëntatie binnen het profiel te vergroten, maar op dit moment zijn er nog geen structurele internationale contacten of buitenlandse vergelijkingen. Het panel beoordeelt deze standaard als voldoende. Standaard 2 Onderwijsleeromgeving De opleiding hanteert het Rotterdams Onderwijsmodel en heeft vanuit dat model drie leerlijnen: de kennisgestuurde, de praktijkgestuurde en de studentgestuurde leerlijn. Theoretische modules worden logisch opgevolgd door praktijkgerichte onderwijsprojecten. Het inhoudelijke programma en de mogelijkheden om te oefenen met beroepsvaardigheden voldoen aan de basiskwaliteit en het niveau bouwt logisch op. De onderzoeksleerlijn start in het eerste studiejaar en loopt door in het gehele programma. Er worden voldoende afwisselende werkvormen ingezet en de begeleiding is persoonlijk en adequaat. De opleiding hanteert de wettelijke toelatingseisen en besteedt ruime aandacht aan de aansluiting op verschillende vooropleidingen, onder andere met een ingangstoets en kosteloze bijlessen. Studenten hebben ruime keuzemogelijkheden binnen het programma die ze de mogelijkheid bieden om persoonlijke accenten te leggen. Het docententeam bestaat uit 29 docenten, waarvan 52 procent een masteropleiding heeft afgerond. De docenten zijn betrokken, deskundig en hebben vertrouwen in het management. De opleiding maakt gebruik van eigentijdse opleidingsruimten en werkplekken, die op één verdieping in het gebouw gecentreerd zijn. Ook zet de opleiding digitale media zoals LinkedIn en Twitter in ter ondersteuning aan het leerproces. Studenten zijn positief over de persoonlijke sfeer op de opleiding. De opleiding wordt adequaat geborgd door daartoe geëigende commissies en feedback van studenten leidt tot concrete verbeteringen in het onderwijs. De leeromgeving is samenhangend en stelt studenten goed in staat om de eindkwalificaties te behalen. Het panel beoordeelt deze standaard als goed.
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
5/47
Standaard 3 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Het toetsbeleid is vastgelegd in een toetsbeleid en de OER. In de modulehandleidingen wordt benoemd welke competenties er getoetst worden in de module. De opleiding zet diverse toetsvormen in zoals schriftelijke tentamens, projectverslagen, beroepsproducten en reflectieverslagen. De opleiding toetst relatief veel met groepsopdrachten, omdat de opleiding samenwerken een belangrijke competentie vindt voor het werkveld. Bij tussentijdse groepstoetsen is er een adequaat systeem dat de individuele bijdrage borgt. De beoordelingsformulieren zijn duidelijk voor studenten, maar er zijn geen adequate toetsmatrijzen per module die een verbinding leggen tussen de eindkwalificaties, leerdoelen en toetscriteria. Studenten ervaren dat zij voldoende feedback krijgen van docenten en andere begeleiders. De tussentijdse toetsing is adequaat geborgd door de Examencommissie, de toetscommissie en het vier ogen principe bij toetsontwikkeling. Afgestudeerden zijn voldoende voorbereid op het werkveld, maar hebben vanwege de huidige arbeidsmarkt enige tijd nodig om een baan in het vakgebied van hun opleiding te vinden. Bedrijfsbegeleiders zijn tevreden over afgestudeerden omdat zij procesmatig kunnen werken en aandacht hebben voor merkbeleving. Alle eindkwalificaties worden op eindniveau getoetst in een eindwerkstuk dat bestaat uit een onderzoeksrapport en een beroepsproduct. Studenten worden goed voorbereid op het afstuderen en het afstudeerproces bestaat uit logische stappen. Studenten krijgen voldoende begeleiding bij het afstuderen. Studenten studeren in de regel af in een duo van studenten en een deel van de studenten ervaart hierbij belemmeringen. Veertien van de vijftien bestudeerde afstudeerdossiers zijn van voldoende niveau. Structurele verbetermogelijkheden voor de afstudeerwerken zijn een betere onderbouwing van onderzoeksmethodiek en theorie, een bredere (minder vaak marketing- of communicatie georiënteerde) onderwerpskeuze, sterkere inhoudelijke visievorming en een consequentere toepassing van juiste bronvermelding. Het onderzoeksrapport en het beroepsproduct, en daarmee de vijf beroepsgerichte eindkwalificaties, worden bij het afstuderen in een duo niet individueel getoetst. De twee gedragsgerichte eindkwalificaties worden beperkt individueel getoetst in de presentatie en de verdediging. Hierdoor kan het eindniveau niet individueel worden vastgesteld en is onvoldoende geborgd dat de opleiding de eindkwalificaties individueel realiseert. Het panel beoordeelt deze standaard als onvoldoende.
6/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
Inhoudsopgave
1
Basisgegevens van de opleiding
2
Beoordeling
11
Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties Standaard 2 Onderwijsleeromgeving Standaard 3 Toetsing en gerealiseerde resultaten
11 12 16
3
Eindoordeel over de opleiding
21
4
Aanbevelingen
23
5
Bijlagen
25
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7
Eindkwalificaties van de opleiding Overzicht opleidingsprogramma Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris Bezoekprogramma Bestudeerde documenten Overzicht bestudeerde afstudeerwerken Verklaring van volledigheid en correctheid
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
9
27 29 33 37 41 45 47
7/47
8/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
1
Basisgegevens van de opleiding
Administratieve gegevens van de opleiding 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Naam opleiding in CROHO Registratienummer opleiding in CROHO Oriëntatie en niveau Aantal studiepunten Variant Locatie Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO
8. Code of conduct
Vrijetijdsmanagement 34438 Hbo-bachelor 240 EC Voltijd Rotterdam Vorige visitatie: 2007 Besluit NVAO: 25-06-2008 Is getekend
Administratieve gegevens van de instelling 9. Naam instelling 10. Status instelling 11. Resultaat instellingstoets kwaliteitszorg
Hogeschool Rotterdam Bekostigd Visitatiebezoek heeft plaatsgevonden, resultaat verwacht in 2013
Kwantitatieve gegevens over de opleiding Tabel 1: Uitval uit het eerste jaar Studiejaar 2006 2007 Uitval 35,1% 39,5%
2008 44,6%
Tabel 2: Uitval uit de bachelor Studiejaar 2006 2007 Uitval 9,2% 9,1%
2008 5,2%
Tabel 3: Bachelorrendement Studiejaar 2005 2006 Rendement 80,7% 75,6%
2009 34,9%
2010 33,2%
2011 46,2%
2009 8,9%
2007 76,0%
Tabel 4: Docentkwaliteit Graad MA PhD Percentage 41% Tabel 5: Student-docentratio Ratio 1 : 28 Tabel 6: Contacturen per week Studiejaar 1 2 Contacturen 16,9 16,3
3 9,4
4 8,9
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
9/47
10/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
2
Beoordeling
Het visitatiepanel beschrijft hieronder per standaard van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het eindoordeel over de opleiding volgt in hoofdstuk 3.
Standaard 1
Beoogde eindkwalificaties
De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Bevindingen Profilering en beroep De opleiding is in 2002 voor het eerst gestart en behoort sinds 2007 tot de Willem de Kooning Academie (de kunstacademie van de Hogeschool Rotterdam). Sinds september 2013 hanteert de opleiding een nieuwe, onderscheidende profilering ten opzichte van andere vrijetijdsmanagement opleidingen. De opleiding wil leisure producers opleiden die zowel creatief als zakelijk leiding kunnen geven aan grootstedelijke (kunst- en cultuur) evenementen of projecten waarin de beleving van bezoekers centraal staat. Hierbij streeft de opleiding een hoge kwaliteit van intiem onderwijs voor creative pioneers na, ook als dit leidt tot lagere studentenaantallen. Op basis van het hernieuwde profiel is het curriculum per september 2013 licht aangepast en volgt er een volledige curriculumherziening per september 2014. Ook wordt de naam van de opleiding per september 2014 aangepast in Leisure Management. Studenten geven in de gesprekken met het panel aan dat zij enthousiast zijn over de herprofilering van de opleiding, omdat deze concreet richting geeft en aansluit op de praktijk. Het panel is positief over de herprofilering en is van mening dat de opleiding een duidelijk profiel heeft gekozen, dat aansluit op de behoeften van het werkveld. Het panel ziet mogelijkheden voor de opleiding om vanuit deze herprofilering intensiever te gaan samenwerken met de andere creatieve opleidingen van de Willem de Kooning Academie, zoals de opleiding zich ook heeft voorgenomen. Eindkwalificaties De opleiding maakt gebruik van het Landelijk Competentieprofiel Vrijetijdsmanagement, dat in 2009 is vastgesteld en past binnen de graad Bachelor of Business Administration. Het profiel bestaat onder andere uit beroepsbeschrijvingen, kerntaken, kernfuncties, een beschrijving van het werkveld en een competentieprofiel. De opleiding heeft de competenties van het landelijke profiel gespecificeerd tot vijf beroepscompetenties en twee gedragscompetenties, die samen de eindkwalificaties vormen (zie Bijlage 1). De eindkwalificaties zijn door de opleiding in samenwerking met het IVA van de Universiteit Tilburg vertaald naar gedragsindicatoren op drie niveaus en per niveau zijn er beroepskritische situaties geformuleerd.
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
11/47
Daarnaast is er een opleidingsprofiel geformuleerd, waarin onder andere de strategische keuzes, het werkveld en het didactisch concept zijn beschreven. De Dublin descriptoren en de hbo-kernkwalificaties zijn in de eindkwalificaties en het opleidingsprofiel verwerkt en de beroepenveldcommissie heeft het profiel gevalideerd. Internationale oriëntatie De opleiding heeft in het ‘Beleidsdocument Internationalisering Leisure management’ (conceptversie, juni 2013) op zich adequate plannen beschreven om het competentieprofiel te vergelijken met buitenlandse opleidingen. Ook heeft de opleiding een aantal internationale aspecten opgenomen in de eindkwalificaties. De opleiding heeft echter (nog) geen structurele contacten met buitenlandse opleidingen en er zijn (nog) geen benchmarks met buitenlandse opleidingen uitgevoerd. Het panel ziet dat internationale oriëntatie als verbeterpunt is genoemd bij de vorige accreditatie. Ook al heeft de opleiding met name in het programma stappen gezet, internationale oriëntatie is ook nu nog beperkt uitgewerkt en herkenbaar voor studenten in de profilering van de opleiding. Overwegingen en conclusie De opleiding maakt gebruik van het Landelijk Competentieprofiel Vrijetijdsmanagement uit 2009 en heeft daarbinnen een eigen profilering gekozen die zich richt op de leisure producer. Deze profilering is tot stand gekomen in samenwerking met het werkveld en sluit aan op de behoeften in het werkveld en de plaats van de opleiding binnen de Willem de Kooning Academie. De internationale oriëntatie is beperkt en de opleiding is bezig om de internationale oriëntatie te verbeteren. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
Standaard 2
Onderwijsleeromgeving
Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. Bevindingen Opbouw programma De opleiding hanteert het Rotterdams Onderwijsmodel en kent vanuit dat model drie leerlijnen: de kennisgestuurde, praktijkgestuurde en studentgestuurde leerlijn. In de eerste twee studiejaren staat de kennisgestuurde leerlijn centraal. De thema’s die in de kennisgestuurde leerlijn worden aangeboden, zijn onder andere Vrijetijdskunde in de stad, Onderzoek en marketing, Ondernemerschap, Management en Communicatie. Kennis wordt binnen deze modules toegepast in cases, opdrachten en gastcolleges. In enkele modules wordt samengewerkt met docenten van andere opleidingen van de Willem de Kooning Academie, zoals bij de lessen over de ontwerpsoftware InDesign.
12/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
Daarnaast werken studenten samen met studenten van de andere opleidingen binnen de academie in projecten, de module Werkervaring opdoen, stages en enkele keuzemodules. Deze samenwerking is nu nog vrij beperkt, maar krijgt in het nieuwe curriculum een vaste vorm. In de praktijkgestuurde leerlijn werken de studenten in alle studiejaren aan praktijkgerichte projectopdrachten voor werkelijke opdrachtgevers uit de praktijk. Een voorbeeld van zo’n project is het opstellen van een plan voor een groene beleving van de stad Rotterdam. Ondersteunend aan de projecten krijgen de studenten vaardigheidstrainingen voor leiderschap, samenwerking en conflicthantering en volgen studenten de module ‘Werkervaring opdoen’. In het derde studiejaar bestaat de praktijkgestuurde leerlijn grotendeels uit de stage van 24 EC. De stage bestaat uit meewerken met werkzaamheden in het vakgebied vrijetijdsmanagement en het uitvoeren van een kleinschalig onderzoek bij een organisatie. Studenten werken onder andere aan hun internationale vaardigheden in modules Engelse taal en de modulen Leisure in global perspective en Interculturele communicatie. Daarnaast loopt ongeveer 10 procent van de studenten stage in het buitenland en kunnen studenten afstuderen in het buitenland of op studiereis gaan. De studentgestuurde leerlijn bestaat uit studieloopbaancoaching, peercoaching van een ouderejaars student, keuzeonderwijs (keuzemodules en een minor) en eventueel aanvullend onderwijs (bijvoorbeeld op basis van de ingangstoets, zie ook verderop bij ‘Vooropleiding, instroom en leerroutes’). Uit de NSE 2013 blijkt dat studenten tevreden zijn over de inhoud (score 3,7), het niveau (score 3,7) en de opgedane vaardigheden (score 3,9) van de opleiding. Het panel vindt dat het inhoudelijke programma goed en logisch opbouwt en stelt vast dat studenten tevreden zijn over het inhoudelijke programma. Er zijn voldoende mogelijkheden om te oefenen met beroepsvaardigheden en er is ruim en regelmatig contact tussen studenten en het werkveld. Er is veel aandacht voor samenwerken en in de NSE 2013 scoort het leren samenwerken dan ook een 4,4. Het panel vindt dat de opleiding voldoende internationale aspecten in het programma heeft, maar is ook van mening dat de internationale oriëntatie nog verder kan worden uitgebreid. Onderzoeksvaardigheden De opleiding besteedt vanaf het eerste studiejaar aandacht aan onderzoeksvaardigheden. In het eerste jaar werken studenten in de projectopdrachten aan het formuleren van een goede vraagstelling en het verzamelen van informatie. In het tweede jaar wordt aandacht besteed aan onderzoeksmethoden in een aparte module en wordt er geoefend met onderzoeksvaardigheden in de projecten. In het derde en vierde studiejaar ligt de nadruk op specifieke onderzoekstechnieken en het uitvoeren van onderzoek in de stage en de afstudeeropdracht. De hoofddocent heeft structureel contact met het instituutsbrede lectoraat en de lectoren dragen bij aan het onderwijs via gastlessen en sparring over het curriculum. In de NSE 2013 beoordelen studenten de wetenschappelijke vaardigheden die ze leren met een 3,9. Het panel beoordeelt de opbouw en het niveau van onderzoeksvaardigheden in het programma als goed.
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
13/47
Vormgeving programma en begeleiding De opleiding bestaat uit vier leerjaren met elk vier perioden van tien weken. Theoretische modules bouwen steeds op naar praktijkgerichte onderwijsprojecten binnen een periode. Het panel vindt deze opbouw geschikt en afwisselend. De opleiding zet voldoende variatie aan werkvormen in zoals hoorcolleges, werkcolleges, trainingen en projectonderwijs. Studenten beoordelen de gehanteerde werkvormen met een 3,6 in de NSE 2013. Studenten krijgen begeleiding van docenten bij de ontwikkeling van kennis en vaardigheden, van de studieloopbaancoach voor individuele competentieontwikkeling en van decanen bij vragen en problemen. Daarnaast ondersteunen experts uit het werkveld door het geven van gastcolleges en bij de begeleiding van de stage en het afstuderen. De studieloopbaancoach heeft een duidelijke rol voor studenten gedurende de opleiding en voert aan het einde van de opleiding een eindgesprek met elke student. In de NSE 2013 beoordelen studenten de studiebegeleiding gemiddeld met een 3,6. Het panel stelt vast dat studenten voldoende begeleiding krijgen en dat de opleiding hierbij persoonlijk maatwerk biedt in kwaliteit en kwantiteit van de begeleiding. Vooropleiding, instroom en leerroutes De opleiding hanteert de wettelijke toelatingseisen voor een hbo-bacheloropleiding. Omdat instromende studenten vaak een gebrekkig startniveau voor economie, Nederlands en Engels hebben, moeten studenten sinds 2012 een verplichte ingangstoets maken voor deze vakgebieden. Studenten die deze toets niet behalen volgen verplicht aanvullend onderwijs tijdens de opleiding. Studenten vertellen in de gesprekken met het panel dat ze tevreden zijn over de aansluiting van de opleiding op hun vooropleiding en beoordelen de aansluiting in de NSE 2013 met een 3,5. Studenten kiezen specifiek voor de opleiding in Rotterdam omdat het een kleinschalige opleiding is die aandacht besteedt aan kunst en cultuur. Het panel stelt vast dat de opleiding ruime aandacht besteedt aan de aansluiting op verschillende vooropleidingen en voorkennis. Het panel is van mening dat studenten binnen het programma voldoende mogelijkheden hebben om een persoonlijke invulling aan de opleiding te geven. Studenten volgen in het eerste en tweede studiejaar keuzemodules en in het vierde jaar een minor. Studenten kunnen minoren bij de Hogeschool Rotterdam of bij andere hogescholen volgen, en de Examencommissie bepaalt of een minor past binnen het opleidingsprofiel. Als studenten bepaalde vakgebieden lastig vinden, kunnen ze kosteloos gebruik maken van bijlessen die door ouderejaars studenten worden verzorgd. Voor excellente studenten is er een hogeschoolbreed honneursprogramma, dat start in het derde studiejaar en waar elk jaar een aantal studenten van de opleiding aan deelneemt. Kwaliteit van het personeel De opleiding heeft een team van 29 docenten, waarvan 24 docenten in vaste dienst zijn. Er is een adequaat beleid voor deskundigheidsbevordering, waarbij docenten vakkennis, kennis van de beroepspraktijk en onderwijskundige kennis ontwikkelen. De methoden die hiervoor onder andere worden ingezet zijn docentstages, opleiding en training, symposia, masteropleidingen, netwerken en scholingsdagen.
14/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
Tijdens het visitatiebezoek heeft 52 procent van de docenten een mastertitel en er worden momenteel docenten opgeleid tot masterniveau om dit percentage in 2015 op 75 procent te krijgen. Van de docenten heeft 92 procent een didactische aantekening en van de studieloopbaancoaches is 90 procent gecertificeerd als loopbaancoach. Er is één docent met een PhD titel werkzaam voor de opleiding, die onderzoeksmodulen ontwikkelt en uitvoert. Studenten geven in de NSE 2013 aan dat zij tevreden zijn over de inhoudelijke deskundigheid (3,7), kennis over de beroepspraktijk (3,9) en betrokkenheid (3,7) van docenten. Het panel ziet een enthousiast, deskundig en betrokken docententeam. Na een periode van wisselingen van het management tot tweeëneenhalf jaar geleden, is het docententeam tevreden over het huidige management. Het huidige management heeft de werkdruk verlaagd, is toegankelijk en heeft een open feedbackcultuur gecreëerd. Ook ervaren docenten de ruimte om hun eigen ambitie na te streven. Mede door het management en het besluit dat de opleiding ook op lange termijn bij de Willem de Kooning Academie blijft, heeft de opleiding de rust en capaciteit om de herprofilering verder door te voeren. Voorzieningen De meeste lokalen en werkplekken zijn op één verdieping bij elkaar te vinden waardoor studenten de ervaring van een kleine school hebben. De leslokalen zijn naar mening van het panel eigentijds uitgerust en beschikken over smartboards en andere digitale media. Er is een mediatheek met een ruim aanbod van offline en online bronnen en er zijn werkplekken met computers beschikbaar. Het Bureau Externe Betrekkingen organiseert alle externe contacten zoals stages en projecten met externe opdrachtgevers. Het International Office coördineert stages in het buitenland. De opleiding maakt gebruik van het hogeschoolbrede intranet HINT, de opleidingsspecifieke elektronische leeromgeving N@tschool en zet ook Twitter, LinkedIn en Facebook in ter ondersteuning van het leerproces. Cijfers worden geadministreerd in het systeem Osiris. In de NSE 2013 beoordelen studenten de algemene sfeer op de opleiding met een 4,3 en de studiefaciliteiten met een 3,2. Studenten geven in de gesprekken met het panel aan dat zij tevreden zijn over de communicatie en informatie vanuit de opleiding. Ook vinden zij het prettig dat de opleiding gecentreerd is op één verdieping in het gebouw, omdat hierdoor een persoonlijke sfeer ontstaat. Samenhangende onderwijsleeromgeving De kwaliteit van de onderwijsleeromgeving wordt geborgd door de curriculumcommissie, de instituutsbrede opleidingscommissie, de Examencommissie en de toetscommissie. Studenten worden daarnaast betrokken bij de opleiding via periodieke evaluatiebijeenkomsten met klassenvertegenwoordigers. In de gesprekken met het panel geven studenten aan dat opmerkingen uit deze bijeenkomsten en uit schriftelijke evaluaties leiden tot concrete verbeteringen in de opleiding. Studenten vinden de opleiding samenhangend en beoordelen de samenhang met een 3,8 in de NSE 2013. De opleiding heeft in 2013 een ‘ambitiedag’ voor studenten georganiseerd waarbij studenten konden meendeken en praten over de herprofilering van de opleiding. Het beroepenveld wordt geraadpleegd via alumni-enquêtes en de beroepenveldcommissie. Het panel stelt vast dat de beroepenveldcommissie invloed heeft op de kwaliteit van de opleiding.
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
15/47
Zo heeft de commissie de opleiding geadviseerd om studenten de mogelijkheid te bieden om ook stage te lopen in de zomerperiode (een belangrijk seizoen in de culturele sector). De opleiding heeft deze aanbeveling overgenomen en studenten kunnen nu stage lopen in de zomer. Voor de bewaking van de nieuwe profilering in het curriculum is er een profileringscommissie opgericht. De verschillende commissies staan structureel met elkaar in contact doordat sommige leden in meerdere commissies zitten of door de aanwezigheid bij elkaars bijeenkomsten. Hierdoor wordt de opleiding samenhangend doorontwikkeld en geborgd. Het panel beoordeelt dat de samenhangende onderwijsleeromgeving de studenten in staat stelt om de eindkwalificaties te behalen. Het panel plaatst hierbij de opmerking dat de opleiding gebaat kan zijn bij een opleidingsspecifieke opleidingscommissie. Dat is praktischer en gerichter dan de huidige instituutsbrede opleidingscommissie. Overwegingen en conclusie De eindkwalificaties zijn vertaald naar concrete gedragsindicatoren en niveaus. De opleiding bouwt logisch op in niveau, inhoud en onderzoeksvaardigheden en er zijn goede mogelijkheden voor studenten om te oefenen met beroepsvaardigheden. Er zijn internationaal gerichte programma onderdelen. De opleiding zet afwisselende werkvormen in en de begeleiding van studenten is adequaat en persoonlijk. De opleiding besteedt ruime aandacht aan de aansluiting op verschillende vooropleidingen en studenten hebben voldoende keuzevrijheid om eigen accenten te leggen binnen het opleidingsprogramma. Het docententeam is deskundig en betrokken. De voorzieningen zijn eigentijds en de huisvesting van de opleiding op één verdieping in het gebouw zorgt voor een persoonlijke sfeer. De onderwijsleeromgeving is samenhangend, wordt door adequate commissies geborgd en stelt studenten goed in staat om de beoogde eindkwalificaties te behalen. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel goed.
Standaard 3
Toetsing en gerealiseerde resultaten
De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. Bevindingen 3.1 Systeem van toetsing Toetssysteem en toetsinstrumenten In het ‘Toetsbeleid inclusief toetsplan 2013-2014’ heeft de opleiding de uitgangspunten voor toetsing, de cesuur en de beoordelingsvormen adequaat beschreven. In de modulehandleidingen worden de competenties genoemd waaraan de studenten in een module werken en wordt beschreven hoe de toetsing voor die module in zijn werk gaat.
16/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
De opleiding zet verschillende summatieve toetsvormen in, zoals schriftelijke tentamens, projectverslagen, projectportfolio’s, beroepsproducten en reflectieverslagen. Hierbij toetst de opleiding meestal eerst theorie en inzicht in individuele tentamens, waarna de studenten de opgedane kennis toepassen in (groeps)opdrachten. Studenten hebben in evaluatiegesprekken met de opleiding aangegeven dat zij de toetsing zorgvuldig vinden, maar dat zij soms onvoldoende inzicht hebben in de relatie tussen de beoordelingscriteria en de eindkwalificaties. Het panel constateert dat er in de modulehandleidingen toetscriteria worden beschreven, maar dat de beschrijvingen mager zijn en dat er geen verbinding wordt gelegd tussen de eindkwalificaties, leerdoelen en toetscriteria. Hierbij merkt het panel op dat de uitwerking van het nieuwe profiel een goede basis vormt voor het opstellen van een uitgebreider toetsplan en toetsmatrijzen. Beoordeling en feedback De opleiding gebruikt beoordelingsformulieren en stelt deze aan het begin van elke module beschikbaar aan studenten. Elk tentamen mag binnen een studiejaar één keer worden herkanst. Studenten zijn in de NSE 2013 tevreden over de toetsing en beoordeling (score 3,5). Studenten zijn echter matig tevreden over het tijdig bekendmaken van resultaten en beoordelingen (score 2,8). Uit de gesprekken die het panel heeft gevoerd met studenten, blijkt dat studenten tevreden zijn over de feedback die ze krijgen van docenten en andere begeleiders. Kwaliteitsborging toetsing en beoordeling De Examencommissie opereert onafhankelijk van het onderwijsmanagement en borgt het eindniveau onder andere door te controleren of eindwerkstukken volgens de OER tot stand zijn gekomen en of beoordelingsformulieren voldoen. De toetscommissie controleert het eindniveau op mandaat van de Examencommissie. De toetscommissie heeft het afgelopen studiejaar toetsen voor en na afname gescreend en indien nodig de cesuur aangepast of vragen geschrapt. De toetscommissie heeft zich voorgenomen om steekproefsgewijs eindwerkstukken op eindniveau te gaan controleren. Toetsen worden opgesteld door een examinator, die meestal ook de docent is van een module. De toets moet akkoord bevonden worden door een tweede docent. Binnen de Hogeschool Rotterdam wordt elke docent als examinator aangesteld door de Examencommissie. Bij plagiaat, fraude en meeliftgedrag van studenten gelden adequate regels, die in de OER worden beschreven. De opleiding vindt het belangrijk dat studenten leren samenwerken en een fundamenteel deel van de praktijkgerichte toetsen bestaat daarom uit groepsopdrachten. Daarnaast worden modules in de kennisgerichte leerlijn in het eerste tot het derde studiejaar individueel getoetst en wordt ook de stage individueel getoetst. Bij de tussentijdse groepsopdrachten zet de opleiding een samenwerkingsovereenkomst en een systeem met gele en rode kaarten in om meeliftgedrag te voorkomen. Studenten mogen zelf een gele kaart geven aan een medestudent als waarschuwing. Een rode kaart wordt gegeven in overleg met de docent en zorgt ervoor dat een student niet langer mag deelnemen aan het betreffende groepsonderwijs. Studenten geven in de gesprekken met het panel aan dat dit systeem over het algemeen effectief is. De feedback die studenten elkaar geven bij tussentijdse toetsen wordt beschreven in reflectieverslagen en de studenten krijgen een individueel cijfer dat voor 50 procent meetelt.
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
17/47
Het panel vindt de kwaliteitsborging van de tussentijdse toetsing en beoordeling adequaat. Het oordeel van het panel over de toetsing en beoordeling van het eindniveau wordt beschreven bij 3.2. 3.2 Realisatie van de beoogde eindkwalificaties Opbouw afstudeerfase Alle eindkwalificaties worden integraal op eindniveau getoetst in een eindwerkstuk van 24 EC, dat bestaat uit een onderzoeksrapport en een beroepsproduct (een advies of concept). Sinds juni 2013 maakt een reflectieverslag over het eigen gedrag en de samenwerking tijdens het afstuderen deel uit van het eindwerkstuk. De eindkwalificaties worden alleen bij het afstuderen op eindniveau getoetst. De afstudeeropdracht wordt in de regel uitgevoerd in een duo van studenten, omdat samenwerken volgens de opleiding en haar beroepenveldcommissie een belangrijke competentie is voor een afgestudeerde. Een aantal studenten geven in de gesprekken met het panel aan dat zij het afstuderen in een duo niet altijd wenselijk vinden. Dit komt omdat studenten moeilijker een afstudeeropdracht kunnen vinden met zijn tweeën of omdat studenten hun opleiding graag alleen willen afsluiten. Het is mogelijk om een verzoek in te dienen bij de Examencommissie voor individueel afstuderen, maar studenten ervaren deze procedure als complex en vertragend. Er zijn ingangseisen geformuleerd voor toelating tot de afstudeerfase en deze worden door de opleiding nageleefd. Studenten geven in de gesprekken met het panel aan dat zij zich inhoudelijk en wat betreft onderzoeksvaardigheden voldoende voorbereid voelen op het afstuderen. Studenten starten aan het begin van het vierde studiejaar met een oriënterend onderzoek in de afstudeerorganisatie, wat leidt tot een voorlopige opdrachtomschrijving. Deze omschrijving moet worden goedgekeurd door de studieloopbaancoach, de afstudeerbegeleider en de tweede lezer. Daarna stellen de studenten een onderzoek stappenplan op. De studenten moeten feedback aan medestudenten vragen op de opdrachtomschrijving, het onderzoek stappenplan en andere tussenproducten bij het afstuderen in een ‘atelier’. Een atelier is een door de opleiding georganiseerde intervisiegroep. De studenten werken tijdens het afstuderen verder zelfstandig binnen hun duo en geven zelf aan welke hulp zij nodig hebben van de afstudeerbegeleider en de opdrachtgever. Het eindwerkstuk dient binnen één jaar met een voldoende afgesloten te worden. Het panel is van mening dat studenten voldoende worden voorbereid op het afstuderen. Afgestudeerden geven in de gesprekken met het panel aan dat zij voldoende begeleiding hebben gekregen bij het afstuderen. Het panel stelt vast dat een deel van de studenten belemmeringen ervaart bij het afstuderen in een duo. Beoordeling afstuderen Voordat de studenten het eindwerkstuk inleveren, krijgen zij feedback van de scriptiebegeleider en de tweede lezer op hun eindconcept. Daarna leveren de studenten het eindwerkstuk in en presenteren en verdedigen zij het eindwerkstuk aan de scriptiebegeleider, de tweede lezer, een externe deskundige en eventueel de opdrachtgever. De opdrachtgever en de externe deskundige hebben een adviserende rol bij de beoordeling en worden door de opleiding geïnformeerd over hun rol.
18/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
De scriptiebegeleider en de tweede lezer geven een gezamenlijke beoordeling voor het eindwerkstuk (50 procent), de presentatie (25 procent) en de verdediging (25 procent). Hierbij geven scriptiebegeleiders in de gesprekken met het panel aan dat zij het proces van afstuderen meewegen en dat de tweede lezer alleen beoordeelt op basis van de schriftelijke stukken, presentatie en verdediging. Er wordt een controle op plagiaat uitgevoerd in Ephorus en afstudeerbeoordelaars hebben in de afstudeerperiode periodiek kalibreersessies om de beoordelingscriteria en weging op elkaar af te stemmen. In het eindwerkstuk worden de vijf beroepsgerichte eindkwalificaties getoetst en bij de presentatie en de verdediging worden de twee gedragsgerichte eindkwalificaties getoetst (zie Bijlage 1 Eindkwalificaties). Scriptiebegeleiders vertellen aan het panel dat studenten binnen een duo dezelfde beoordeling en hetzelfde cijfer krijgen voor het eindwerkstuk. Het panel ziet dit bevestigd op de beoordelingsformulieren. De scriptiebegeleiders geven aan dat zij bij de presentatie en de verdediging wel individueel beoordelen op alle eindkwalificaties, maar het panel ziet zelden verschillen in de beoordeling. Als er verschillen zijn, zijn deze minimaal en betreffen deze alleen de twee beroepsgerichte competenties. Functioneren afgestudeerden Afgestudeerden vinden meestal binnen drie tot zes maanden een baan, maar moeten de laatste jaren gemiddeld iets langer zoeken door de omstandigheden op de arbeidsmarkt. Uit de resultaten van de hbo-monitor 2012 blijkt dat van de studenten die twee jaar geleden zijn afgestudeerd, 64 procent een baan met (veel) carrièremogelijkheden heeft en 66 procent van de afgestudeerden een baan op hbo-bachelor niveau heeft. Afgestudeerden die het panel heeft gesproken en een passende baan hebben gevonden, werken onder andere als assistent front office manager in een hotel, junior accountmanager en online marketeer. Bedrijfsbegeleiders zijn tevreden over afgestudeerden omdat zij procesmatig kunnen werken en aandacht hebben voor merkbeleving. De opleiding organiseert vakgerichte bijeenkomsten voor alumni. Het panel stelt vast dat bedrijfsbegeleiders en de beroepenveldcommissie tevreden zijn over het functioneren van afgestudeerden. Oordeel van het panel over het eindniveau Het panel heeft in totaal vijftien afstudeerdossiers bestudeerd voorafgaand aan en tijdens het visitatiebezoek. Vier afstudeerdossiers zijn door de opleiding geselecteerd en elf afstudeerdossiers zijn door het panel geselecteerd. Het panel heeft drie individueel uitgevoerde afstudeerdossiers en twaalf in duo uitgevoerde afstudeerdossiers bestudeerd. De afstudeerdossiers bestaan uit een eindwerk en een beoordelingsformulier. Afstudeerdossiers vanaf juni 2013 bevatten ook een reflectieverslag. Het panel heeft de kwaliteit en het niveau van de eindwerkstukken beoordeeld om vast te kunnen stellen in hoeverre de opleiding de beoogde eindkwalificaties realiseert. Veertien van de vijftien bestudeerde afstudeerdossiers laten voldoende beheersing van onderzoeksvaardigheden en de eindkwalificaties zien. Het panel beoordeelt één afstudeerdossier als onvoldoende en twijfelt daarnaast over drie afstudeerwerken op basis van een gebrekkige probleemstelling, theoretische onderbouwing en aanbevelingen. Als het panel naar de afstudeerdossiers per duo kijkt, ziet het panel een aantal structurele verbetermogelijkheden voor de eindwerkstukken.
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
19/47
Het betreft een betere onderbouwing van de onderzoeksmethodiek en theorie, een bredere (minder vaak marketing- of communicatie georiënteerde) onderwerpskeuze, meer inhoudelijke visievorming en een consequentere toepassing van juiste bronvermelding. De belangrijkste constatering van het panel betreft de individuele beoordeling van het eindniveau. De beroepscompetenties die vijf van de zeven eindkwalificaties vormen, en die alleen op eindniveau worden getoetst in het eindwerkstuk, worden bij afstuderen in een duo niet individueel beoordeeld door de afstudeerbeoordelaars. Ook het panel kan op basis van de bestudeerde afstudeerdossiers het eindniveau van individuele studenten binnen een duo niet vaststellen voor de beroepscompetenties. De overige twee eindkwalificaties, de gedragscompetenties, worden door de afstudeerbeoordelaars per individueel lid van een duo in werkelijkheid nauwelijks verschillend beoordeeld. Overwegingen en conclusie De opleiding zet voldoende gevarieerde toetsen in en hanteert beoordelingsformulieren die voor studenten inzichtelijk zijn. Het toetsplan en de toetsmatrijzen dienen echter verbeterd te worden, met name door een duidelijker verband te leggen tussen de leerdoelen, eindkwalificaties en toetscriteria. Studenten ontvangen voldoende feedback. De opleiding heeft een adequaat systeem om een goede samenwerking bij groepswerk te borgen bij de tussentijdse toetsen. De Examencommissie, toetscommissie en kallibreersessies met beoordelaars zorgen voor voldoende kwaliteitsborging bij de tussentijdse toetsing en beoordeling. Studenten worden voldoende voorbereid op het afstuderen, zowel wat betreft inhoud als onderzoeksvaardigheden. De afstudeerfase is logisch opgebouwd volgens vaste stappen. Afgestudeerden zijn voldoende voorbereid op het werkveld, maar hebben vanwege de huidige arbeidsmarkt enige tijd nodig om een baan in het vakgebied van hun opleiding te vinden. Het niveau van veertien van de vijftien eindwerkstukken voldoet. De inhoud van de eindwerkstukken die in een duo zijn uitgevoerd, en daarmee de beroepscompetenties op eindniveau, worden niet individueel getoetst en beoordeeld en nergens anders op eindniveau individueel getoetst. Hierdoor kan het eindniveau niet individueel worden vastgesteld en is onvoldoende geborgd dat de opleiding de eindkwalificaties individueel realiseert. Dit leidt tot het oordeel onvoldoende op standaard 3. Het panel heeft met het management gesproken over dit oordeel. Op basis van de veranderbereidheid van het management, de aangetoonde kwaliteit op andere standaarden en het aangetoonde eindniveau per duo, acht het panel het zinvol en wenselijk om de opleiding een verbetertermijn te bieden. Daarnaast heeft het panel gezien dat de opleiding vlak na het visitatiebezoek door de Examencommissie en Instituutsmedezeggenschapsraad goedgekeurde plannen heeft opgesteld om in het nieuwe curriculum het eindniveau individueel te toetsen in een assessment voorafgaand aan het afstuderen. Het panel heeft het vertrouwen dat de opleiding de individuele beoordeling van het eindniveau binnen één jaar kan borgen en uitvoeren voor een volgende groep afstudeerders.
20/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
3
Eindoordeel over de opleiding
Oordelen op de standaarden Het visitatiepanel komt tot de volgende oordelen op de standaarden: Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties 2 Onderwijsleeromgeving 3 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
Oordeel voltijd Voldoende Goed Onvoldoende
Overwegingen en conclusie Standaard 1 van het beoordelingskader is met een voldoende beoordeeld en standaard 2 met een goed. Standaard 3 is met een onvoldoende beoordeeld. Het visitatiepanel beoordeelt op basis hiervan de kwaliteit van de bestaande voltijd hbo-bacheloropleiding Vrijetijdsmanagement van Hogeschool Rotterdam als onvoldoende.
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
21/47
22/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
4
Aanbevelingen
Het panel heeft een aantal adviezen voor de opleiding om de kwaliteit van de opleiding te verbeteren. Afstuderen De belangrijkste aanbeveling betreft het individueel beoordelen van het eindniveau van studenten. Het panel adviseert de opleiding om te borgen dat studenten individueel het eindniveau behalen, om tot een voldoende basiskwaliteit op standaard 3 te komen. Hierop aansluitend adviseert het panel om de belemmeringen die studenten ervaren bij het afstuderen in een duo weg te nemen. Daarnaast adviseert het panel de opleiding om bij het afstuderen de volgende zaken (verder) te verbeteren: de onderbouwing van onderzoeksmethodiek en theorie, de inhoudelijke visievorming, de breedte van de onderwerpskeuze en de toepassing van juiste bronvermelding. Internationale oriëntatie Het panel adviseert de opleiding om de plannen voor uitbreiding van de internationale oriëntatie de komende jaren te operationaliseren.
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
23/47
24/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
5
Bijlagen
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
25/47
26/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
Bijlage 1: Eindkwalificaties van de opleiding
Het competentieprofiel dat de opleiding met ingang van studiejaar 2013-2014 aanhoudt is als volgt: Beroepscompetenties De Rotterdamse Leisure producent kan… 1. Belevenisomgevingen produceren waarbij leisure als doel of middel wordt ingezet 2. Een onafhankelijke visie creëren op leisure in de internationale grootstedelijke omgeving 3. Relaties, netwerken en waarde ketens in de economie van creativiteit ontwikkelen en regisseren 4. Innovatief leisure beleid ontwikkelen en uitvoeren in zowel de publieke als private sector 5. Zelfstandig ondernemen en leiding geven in een leisure-gerelateerde MKB-omgeving Gedragscompetenties 6. De Rotterdamse Leisure producent kan doelgericht samenwerken en communiceren in een internationale context 7. De Rotterdamse Leisure producent heeft een ambitieuze, nieuwsgierige, ondernemende en reflectieve werkhouding
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
27/47
28/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
Bijlage 2: Overzicht opleidingsprogramma
Curriculumschema hogeschoolgids Opleiding VTM jaar 2012-2013 , Leerjaar 1
Cursuscode
Onderwijsperiode 1 contacttijd x Toets sp 50 min.
VTMAVB10
3
ROM
Cursusnaam
KG
Analyseren van de Vrijetijdsbesteding
KG
Markgericht Denken
VTMMGD10
3
4 MC
KG
Projectvaardigheden
VTMPJV10
4
5 MC
PG
Project "Attractieve Stad"
VTMPRJ1
4
8 PV
SG
SLC
VTMSLC101
SG
Bijspijker /keuzemodule *)
Onderwijsperiode 2 contacttijd x 50 min. Toets
Onderwijsperiode 3 contacttijd x 50 min. Toets
Onderwijsperiode 4 contacttijd x 50 min. Toets
Praktische oefening
Onderwijsperiode 1 4 MC POA
2V 2
Onderwijsperiode 2 KG
Vrijetijdsbeleving Analyseren
VTMVTB10
3
4 MC
KG
VTMKPB10
3
4S
KG
Kostprijsberekening Individueel deel Economische Vaardigheden ondersteuning of Taalvaardigheden: Nederlands voorbereiding of Taalvaardigheden: Engels voorbereiding of Verdieping *)
PG SG SG
Project "Golden Goal" SLC Keuzevak
VTMPRJ9 VTMSLC101
VTMEVO10 VTMTNO10 VTMTEV10 VTMEXTRA
2
2S
4 2 2
6 PV 2V 2
Onderwijsperiode 3 KG
Imagineren
VTMIMG10
3
KG
Onderzoek 1 **)
VTMTOV40
3
4S
KG
Zakelijk Communiceren **)
VTMBCO10
2
3V
PG
Project "Just do it"
VTMPRJ3
4
6 PV
SG
SLC
VTMSLC102
SG
Keuzevak
3D
POA POA
2V 2
2
Onderwijsperiode 4 KG
Duurzaam Ondernemen in de Vrijetijdssector
VTMDOV20
3
KG
Financieringmodellen **)
VTMFIN10
3
4 MC
KG
Engels 1 **)
VTMENG20
2
2S
PG
Project "Funshoppen"
VTMPRJ4
4
6 PV
SG
SLC
VTMSLC102
2
2 AS
SG
Keuzevak
2
2
4 MC POA
60 *) Welke module je moet doen is afhankelijk van de uitslag van de (deficiëntie)toets, afgenomen in de Startweek. **) Modules worden aan de helft van de 1e jaars klassen gegeven en in de volgende periode aan de andere helft van de 1e jaars. FIN10 en ENG20, BCO10 en TOV40 draaien tegen elkaar in. Opleiding VTM jaar 2012-2013 , Leerjaar 2
ROM
Cursusnaam
Cursuscode
Onderwijsperiode 1 contacttijd x Toets sp 50 min.
Onderwijsperiode 2 contacttijd x 50 min. Toets
Onderwijsperiode 3 contacttijd x 50 min. Toets
Onderwijsperiode 4 contacttijd x 50 min. Toets
Praktische oefening
Onderwijsperiode 1 KG
Marketing Verdieping *)
VTMMAR20
3
4 MC
KG
Beslissingscalculaties en Budgettering
VTMBCB10
3
4S
KG
Organisaties Analyseren *)
VTMOAL20
3
4 MC
PG
Geintegreerd project 1 **)
VTMPRJK5
4
SG
SLC2A
VTMSLC2A
2
Werkerervaring opdoen ***)
VTMWRK10
SG SG
Keuzevak
2
2
Onderwijsperiode 2 KG
Wervend Schrijven *)
VTMWSR10
2
2V
KG
Marktonderzoek
VTMMOZ10
3
4D
KG
Engels 2 *)
VTMCRP10
2
2V
PG
Geintegreerd project 1 **)
VTMPRJK5
8
4 PV
SG
SLC2A
VTMSLC2A
2
2V
SG
Werkerervaring opdoen ***)
VTMWRK10
SG
Keuzevak
2
2
POA POA
Onderwijsperiode 3 KG
Ondernemingsplan
VTMONP30
3
KG
Overheid, Beleid en Scenario's
VTMOBS30
3
4 MC
KG
Juridische Aspecten van de Vrijetijdssector *)
VTMJUR20A
2
4 MC
KG
Management Vaardigheden **)
VTMTMV30
2
2
PG
Project "Olympic Bid" **)
VTMPRJ66
4
SG
SLC2B
VTMSLC2B
2
SG
Werkerervaring opdoen ***)
VTMWRK10
SG
Keuzevak
2
4V
POA
2
Onderwijsperiode 4 KG
Vrijetijdsproduct Promoten
VTMPEM10
3
4 MC
KG
Interculturele Communicatie *)
VTMICM10
3
4S
KG
Management Vaardigheden **)
VTMTMV30
PG
Project "Olympic Bid" **)
VTMPRJ66
4
2 PV
SG
SLC2B
VTMSLC2B
2
2V 2 AS
SG
Werkerervaring opdoen ***)
VTMWRK10
6
SG
Keuzevak
V 2
60 *) Modules worden aan de helft van de 2e jaars klassen gegeven en in de volgende periode aan de andere helft van de 2e jaars. MAR20 en WSR10, OAL20 en CRP10, ICM10 en JUR20A draaien tegen elkaar in. **) Modules die gegeven worden over twee periodes. ***) Werkervaring in de praktijk: de student kan zelf bepalen in welke periode hij/zij dit doet
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
29/47
Opleiding VTM jaar 2012-2013 , Leerjaar 3
Cursuscode
Onderwijsperiode 1 contacttijd x Toets sp 50 min.
ROM
Cursusnaam
KG
Onderzoek 3 *)
VTMONZ30
2
KG
Marketing en Media *)
VTMMEM10
2
Onderwijsperiode 2 contacttijd x 50 min. Toets
Onderwijsperiode 3 contacttijd x 50 min. Toets
Onderwijsperiode 4 contacttijd x 50 min. Toets
Praktische oefening
Onderwijsperiode 1
PG
Stage
VTMSTG30
SG
SLC Onderwijsperiode 2
VTMSLC301
KG
Onderzoek 3 *)
VTMONZ30
2
2V
KG
Marketing en Media *)
VTMMEM10
2
2 MC
2
POA
PG
Stage
VTMSTG30
24
SG
SLC
VTMSLC301
2
V
KG
Kwaliteitszorg en CSM
VTMCSM30
2
3S
KG
Leisure in a Global Perspective
VTMLGP40
3
3 MC
KG PG
Waarde creatie Project "GIP" *)
VTMWCR20 VTMGIP10
3
4S 2
SG
Specialisatie *)
VTMSPEC1
3
SG
SLC
VTMSLC302
2
1V
Onderwijsperiode 3
Onderwijsperiode 4 KG
Human Resource Management
VTMHRM40
3
3 MC
KG
Leisure in Stedelijk Perspectief
VTMLSP20
2
3 MC
KG
Sponsoring en Fondsenwerving
VTMSFW10
2
2V
PG
Project "GIP" *)
VTMGIP10
8
2 PV
SG SG
Specialisatie *) SLC
VTMSPEC1 VTMSLC302
6 1
3 PV 1 AS
POA
60 *) Modules die gegeven worden over twee periodes. en omgekeerd.
→ Alle modulen van OP3 en OP4 worden ook aangeboden in OP1 en OP2.
Studenten die geen stage lopen in OP1 en OP2, en wel tenminste 40 ec behaald hebben van jaar 2, volgen de modulen van OP3 en 4 in OP1 en 2 Opleiding VTM jaar 2012-2013 , Leerjaar 4
ROM
Cursusnaam
Cursuscode
Onderwijsperiode 1 contacttijd x Toets sp 50 min.
Onderwijsperiode 2 contacttijd x 50 min. Toets
Onderwijsperiode 3 contacttijd x 50 min. Toets
Onderwijsperiode 4 contacttijd x 50 min. Toets
Praktische oefening
Onderwijsperiode 1 SG SG
Minor SLC
2
Onderwijsperiode 2 SG
Minor
SG
SLC
30 VTMSLC401
2
2V
Onderwijsperiode 3 PG SG SG
Training Praktijkonderzoek *) Afstudeeropdracht
VTMTPO10 VTMAFS40
3
SLC
POA
1O
Onderwijsperiode 4 PG
Training Praktijkonderzoek *)
VTMTPO10
3
SG
Afstudeeropdracht
VTMAFS40
24
SG
SLC
VTMSLC402
1
3V
POA
PV 1V
60 *) Modules die gegeven worden over twee periodes.
Legenda Toets AS= Assessment D= Digitale toets MC= Multiple choice M= Mondeling O= Opdracht P= Presentatie S= Schriftelijk S*= Herkansing schriftelijke toets V= Verslag
Bij de kolom 'Praktische oefening': PO= cursus 'praktische oefeningen' POA= verplichte aanwezigheid bij cursussen met 'praktische oefeningen'
30/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
Curriculumschema hogeschoolgids Opleiding Leisure Management jaar 2013-2014, Leerjaar 1
Cursuscode
Onderwijsperiode 1 contacttijd Toets sp x 50 min.
ROM
Cursusnaam
KG
Analyseren van de Vrijetijdsbesteding
VTMAVB10
3
4 MC
KG
Projectvaardigheden
VTMPJV10
4
5 MC-O
PG
Project "Attractieve Stad"
VTMPRJ1
4
8 PV
Onderwijsperiode 2 contacttijd x 50 min. Toets
Onderwijsperiode 3 contacttijd x 50 min. Toets
Onderwijsperiode 4 contacttijd x 50 min. Toets
Praktische oefening
Onderwijsperiode 1
SG
Keuzevak of
SG
Bijspijker module Economie of
MC
SG
Bijspijkermodule Nederlands of
AS
SG
Bijspijkermodule Engels*)
SG
SLC
2 VTMSLC101
POA
2 AS 2V
Onderwijsperiode 2 KG KG
Vrijetijdsbeleving Analyseren Markgericht Denken
VTMVTB10 VTMMGD10
Individueel deel Economische Vaardigheden ondersteuning of Taalvaardigheden: Nederlands voorbereiding of Taalvaardigheden: Engels voorbereiding of Verdieping *)
VTMEVO10 VTMTNV01 VTMTEV01 VTMEXTRA
2
2S
KG
Zakelijk Communiceren
VTMBCO10
2
3O
PG SG
Project "Golden Goal" SLC
VTMPRJ9 VTMSLC101
4 2
6 PV 2V
KG
3 3
4 MC 4 MC
POA
Onderwijsperiode 3 KG
Imaginering
VTMIMG10
3
4S
KG KG PG
Kostprijsberekening Onderzoek 1 Project "Just do it"
VTMKPB10 VTMTOV40 VTMPRJ3
3 3 4
4S 3 MC-O 6 PV
SG
SLC
VTMSLC102
SG
Keuzevak
POA
2V 2
2
Onderwijsperiode 4 KG KG
Duurzaam Ondernemen in de Vrijetijdssector Financieringmodellen
VTMDOV20 VTMFIN10
3 3
4 MC-O 4 MC
KG
Engels 1
PG
Project "Funshoppen"
VTMENG20
2
2S
VTMPRJ4
4
6 PV
SG
SLC
VTMSLC102
SG
Keuzevak
2
2 AS
2
2
POA
60 *) Welke module je moet doen, is afhankelijk van de uitslag van de (deficiëntie)toets, die is afgenomen in de Startweek. Opleiding Leisure Management jaar 2013-2014, Leerjaar 2 Onderwijsperiode 2 contacttijd x 50 min. Toets
Cursusnaam
KG
Onderwijsperiode 1 Leisure als middel
VTMLAM10
3
3 MC
KG
Marketing Verdieping
VTMMAR20
3
4 MC
KG
Marktonderzoek
VTMMOZ10
3
PG
Geintegreerd project 1
VTMPRJK5
4
SG
SLC2A Werkervaring opdoen *)
VTMSLC2A
2
SG KG KG
Onderwijsperiode 2 Vrijetijdsproduct Promoten Beslissingscalculaties en Budgettering
KG
Engels 2
VTMCRP10
2
2 O-P
PG
Geintegreerd project 1
VTMPRJK5
8
4 PV
SG
SLC2A Werkervaring opdoen *)
VTMSLC2A
2
2V
2
2
SG
Cursuscode
Onderwijsperiode 1 contacttijd Toets sp x 50 min.
ROM
Onderwijsperiode 3 contacttijd x 50 min. Toets
Praktische oefening
4 MC-O
VTMWRK10 VTMPEM10 VTMBCB10
3 3
4 MC 4S POA
VTMWRK10
SG
Keuzevak
KG
Onderwijsperiode 3 Ondernemingsplan
VTMONP30
3
4V
KG KG
Organisaties Analyseren Wervend Schrijven
VTMOAL20 VTMWSR10
3 2
4 MC 2O
PG
Project "Olympic Bid"
VTMPRJ66
4
SG
SLC2B Werkervaring opdoen *)
VTMSLC2B
2
SG
Onderwijsperiode 4 contacttijd x 50 min. Toets
POA
VTMWRK10
SG
Keuzevak
KG
Onderwijsperiode 4 Waarde creatie
2 VTMWCR20
3
4S
KG
Juridische Aspecten van de Vrijetijdssector
VTMJUR20A
2
4 MC
KG PG
Pronleemanalyse Project "Olympic Bid"
VTMPAO10 VTMPRJ66
2 4
2V 2 PV
SG
SLC2B Werkervaring opdoen *)
VTMSLC2B
2
2 AS
SG
VTMWRK10
6
SG
Keuzevak
2
2
V 2
60 *) Beroepsorientatie in de praktijk: de student kan zelf bepalen in welke periode hij/zij dit doet
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
31/47
Opleiding Leisure Management jaar 2013-2014, Leerjaar 3
ROM
Cursusnaam
Cursuscode
Onderwijsperiode 1 contacttijd Toets sp x 50 min.
KG
Onderwijsperiode 1 Onderzoek 3
VTMONZ30
2
PG
Stage
VTMSTG30
SLC
VTMSLC301
SG
Onderwijsperiode 2 contacttijd x 50 min. Toets
Onderwijsperiode 3 contacttijd x 50 min. Toets
Onderwijsperiode 4 contacttijd x 50 min. Toets
Praktische oefening
2V 2
POA
Onderwijsperiode 2 KG
Marketing en Media
VTMMEM10
2
PG
Stage
VTMSTG30
24
2P V
SG
SLC
VTMSLC301
2
1V
KG
Kwaliteitszorg en CSM
VTMCSM30
2
3S
KG
Leisure in a Global Perspective
VTMLGP40
3
3 MC-O
KG
Waarde creatie
VTMWCR20
3
4S
PG
Project "GIP"
VTMGIP10
2
SG
Specialisatie
VTMSPEC1
2
SG
SLC
VTMSLC302
2
Onderwijsperiode 3
Onderwijsperiode 4 KG
Human Resource Management
VTMHRM40
3
3 MC
KG
Leisure in Stedelijk Perspectief
VTMLSP20
2
2 MC-O
KG
Sponsoring en Fondsenwerving
VTMSFW10
2
2V
PG
Project "GIP"
VTMGIP10
8
2 PV
SG
Specialisatie
VTMSPEC1
6
2 PV
SG
SLC
VTMSLC302
1
1 AS
POA
60 Opleiding Leisure Management jaar 2013-2014, Leerjaar 4
ROM
Cursusnaam
SG
Onderwijsperiode 1 Minor
SG
SLC
Cursuscode
Onderwijsperiode 1 contacttijd Toets sp x 50 min.
VTMSLC401
Onderwijsperiode 2 contacttijd x 50 min. Toets
Onderwijsperiode 3 contacttijd x 50 min. Toets
Onderwijsperiode 4 contacttijd x 50 min. Toets
Praktische oefening
2
Onderwijsperiode 2 SG
Minor
SG
SLC
30 VTMSLC401
2 3
2V
Onderwijsperiode 3 PG
Training Praktijkonderzoek
VTMTPO10
SG
Afstudeeropdracht
VTMAFS40
SLC
VTMSLC402
SG
3V
POA
1O
Onderwijsperiode 4 SG
Afstudeeropdracht
VTMAFS40
24
SG
SLC
VTMSLC402
1
PV 1V
60
Legenda Toets AS= Assessment D= Digitale toets MC= Multiple choice M= Mondeling O= Opdracht P= Presentatie S= Schriftelijk S*= Herkansing schriftelijke toets V= Verslag
Bij de kolom 'Praktische oefening': PO= cursus 'praktische oefeningen' POA= verplichte aanwezigheid bij cursussen met 'praktische oefeningen'
32/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
Bijlage 3: Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris
Nadere informatie over de achtergronden van de leden van het beoordelingspanel en secretaris: De heer R. De Bruyn, voorzitter De heer De Bruyn is ingezet vanwege zijn deskundigheid op het gebied van toerisme en vrijetijdsmanagement en vanwege zijn inzicht in de internationale ontwikkelingen in dit werkveld. De heer De Bruyn is senior adviseur bij Toerisme Vlaanderen en lid van International Association of Scientific Experts in Tourism. De heer De Bruyn was tot 2010 lid van de stuurgroep interuniversitaire masteropleiding in toerisme. Daarnaast beschikt hij over visitatie-ervaring. Voor deze visitatie heeft de heer De Bruyn onze handleiding voor panelleden ontvangen en is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1988 – 1990 Master Toerismemanagement - Vrije Universiteit Brussel 1982 – 1988 Master Economische Geografie - Vrije Universiteit Brussel Werkervaring: 2011 – heden 2010 – 2011 2006 – 2010 1993 – 2006 1992 – 1993 1991 – 1992 1991 – 1992 1990 – 1991
Staflid CEO – Senior Adviseur - Toerisme Vlaanderen, Brussel Executive Director - European Travel Commission, Brussel Afdelingshoofd Kennis- en Informatiebeheer - Toerisme Vlaanderen, Brussel Hoofd Planning- en Onderzoek - Toerisme Vlaanderen, Brussel Onderzoeker - Toerisme Vlaanderen, Brussel Wetenschappelijk medewerker - Vrije Universiteit Brussel Leerkracht Geografie - Heilig Grafinstituut, Turnhout Leerkracht Geografie (dienstplicht) - Militaire school, Brussel - Lier
Overig: 2004 – 2010 Lid Raad van Bestuur Guidea – Kenniscentrum sector Toerisme en Horeca 1998 – heden Lid International Association of Scientific Experts in Tourism (AIEST)
De heer dr. W. Rennen De heer Rennen is ingezet vanwege zijn deskundigheid op het gebied van vrijetijdsmanagement. Hij is eigenaar van PlaceMaker, een organisatie gericht op advies in gebiedsmarketing en strategische communicatievraagstukken. De heer Rennen heeft onder andere opdrachten gedaan voor de Gemeenten Arnhem en Den Haag en Toerisme Utrecht. Als directeur van Stichting Utrechts Museumkwartier heeft hij onder meer de collectieve marketingstrategie voor Utrechtse musea vormgegeven. Daarnaast is de heer Rennen bestuurslid van Stichting Centrummanagement Utrecht. Hij geeft regelmatig presentaties en lezingen en levert bijdragen aan internationale congressen en is medeoprichter van Graduate Journal of Social Science. Voor deze visitatie heeft de heer Rennen onze handleiding voor panelleden ontvangen en is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 2011 – 2013 2002 – 2007 2000 – 2002
Biologisch Dynamische Landbouw - Warmondergof, Groenhorst College, Dronten Promotie, Afdeling Media en Cultuur - Universiteit van Amsterdam MA in Cultural Policy - University of Jyväskylä, Finland
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
33/47
1997 – 2002 1991 – 1997
Cultuur- en wetenschapsstudies - Faculteit der Cultuurwetenschappen VWO - Mill Hill College, Goirle
Werkervaring: 2010 – heden Eigenaar - PlaceMaker Diverse opdrachten, waaronder: - Positioneringsstrategie ondergronds bezoekerscentrum Domplein - Coaching nieuwe citymarketingcoördinator Gemeente Arnhem - Aanscherpen en door ontwikkelen citymarketingvisie Gemeente Arnhem 2010 – 2013 Directeur - Stichting Utrechts Museumkwartier 2006 – 2009 Consultant - Berenschot B.V., adviesgroep Communicatie 2002 – 2007 Promovendus, Afdeling Mediastudies, Universiteit van Amsterdam 2002 Onderzoeksassistent en junior adviseur - ICIS (International Centre for Integrative Studies), Universiteit van Maastricht Overig: 2012 – heden Bestuurslid - Stichting Centrummanagement Utrecht 2011 – 2013 Diverse stages bij agrarische bedrijven in het kader van deeltijdopleiding Biologisch-Dynamische landbouw Publicaties 2009-2012 (meer op aanvraag): - W. Rennen (2012). Citymarketingvisie Arnhem 2013 -2015: Groen, Creatief en Arnhemse zakelijkheid. Rapport in opdracht van de gemeente Arnhem. - W. Rennen en A. van der Kolk (2009). Citymarketingstrategie Goes: Goes, economisch knooppunt van Zeeland. Rapport in opdracht van de gemeente Goes. - M. Kort, W. Rennen en M. Soentken (2009). Iconen in het landelijk gebied: Eindrapportage. Rapport in opdracht van de Raad voor het Landelijk Gebied. - W. Rennen, J. M.H. Mourits en R. Koedijk (2009). Branding van de Goldstarlocatie: Reliable at the Zuidas. Rapport in opdracht van Maarsen Groep en Brouwershoff B.V. - W. te Riele, W. Rennen en M. Olde Wolbers (2009). Waterrecht en governance: De hub Den Haag. Rapport in opdracht van de gemeente Den Haag. - W. Rennen en R. van de Berg (2009) Ambassadeurs van de Zaanstreek: Kaders voor het aantrekken en inzetten van ambassadeurs voor Marketing Zaanstreek. Rapport in opdracht van de gemeente Zaanstad. Overig: 2012 – heden 2011 – 2013
2006 – 2007 2006 – 2007 2004 – 2006 2003 – 2007 2002 – 2008 2002 – 200
34/47
Bestuurslid Stichting Centrummanagement Utrecht Diverse stages bij agrarische bedrijven in het kader van deeltijdopleiding BiologischDynamische landbouw, o.a. bij outdoor varkensbedrijf Duke of Berkshire, Oirschot, De Beekhoeve, Kamerik en tuinderij ’n Groene Kans, Groenekan Raadslid (PvdA), Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer, Amsterdam Voorzitter Werkgroep Stedelijke Ontwikkeling, PvdA Centrale Stad Amsterdam Duo-raadslid Commissie Sociaal, PvdA afdeling Geuzenveld-Slotermeer Lid Werkgroep Stedelijke Ontwikkeling, PvdA Centrale Stad Amsterdam Medeoprichter, redacteur en bestuurslid Graduate Journal of Social Science Afdelingssecretaris, PvdA afdeling Geuzenveld-Slotermeer
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
De heer A.P. Stam De heer Stam is ingezet vanwege zijn deskundigheid op het gebied van vrijetijdsmanagement, toerisme en facility management. De heer Stam is docent, opleidingsmanager en clustermanager Leisure bij Hogeschool Inholland, waar de opleidingen Vrijetijdsmanagement, Toeristisch Management en Facility Management onder vallen. De heer Stam is lid van het landelijk overleg bacheloropleidingen Leisure Management en van European Facility Management Network (EUROFM), waardoor hij actief betrokken is bij samenwerking, uitwisseling en vergelijking met andere hogescholen binnen en buiten Europa. Voor deze visitatie heeft de heer Stam onze handleiding voor panelleden ontvangen en is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 2007 2001 – heden 2001 – 2005 1995 – 1997 1979 1971 – 1977
Didactische Aantekening - Vrije Universiteit Diverse management- en leiderschapstrainingen Facility Management Management voor middenkader – IBW Hogeschool Vakbekwaamheid reisburobedrijf - Stichting Erkenning Praktijk en theoriebeoordeling Reisbranche (SEPR) Havo
Werkervaring: 2004 – 2013 2002 – 2004 1991 – 2002 1986 – 1991 1982 – 1986 1980 – 1982 1977 – 1980
Docent, opleidingsmanager, clustermanager Leisure - Hogeschool Inholland Management Culturele Centra - Gemeente Zaanstad Welsaen-Zaandam Hotelmanagement in Amsterdam, Bakkum, Egmond - Stay Okay Reisleider in Zuid Amerika, Irak, Oost-Turkije en Egypte - Ashraf, Amsterdam Internationaal Logistiek - Wetram, Rotterdam Hoofd reserveringsafdeling / Hotelinkoop - De Jong Intratours Baliemedewerker / Reisverkoop - Rabobank Rotterdam
Overig: 2013 2012 2012 2010 2008
Adviesraad Zaanse Schans Stuurgroep Leisure Board Noord-Holland-Noord Kerngroep Amsterdam EconomicBoard Stuurgroep Facility College Services Vicevoorzitter Landelijk Overleg Opleidingen Facilitaire Dienstverlening
Mevrouw C.L.M. Egelman Mevrouw Egelman is ingezet als studentlid. Naast haar opleiding Vrijetijdsmanagement bij Hogeschool Inholland is zij bestuurder bij de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Als secretaris is zij verantwoordelijk voor de portefeuilles Human Resource Management (HRM), Federatie, Interne organisatie, Internationaal, European Students’ Union en het Openbaar vervoer (OV). Mevrouw Egelman is representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding en beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij opleidingen in het hoger onderwijs. Door haar werkzaamheden bij de Landelijke Studenten Vakbond is zij op de hoogte van de inhoud van het accreditatiestelsel. Voor deze visitatie is mevrouw Egelman aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
35/47
Opleiding: 2008 – heden Vrijetijdsmanagement, Hogeschool Inholland, Diemen-Zuid Propedeuse behaald, volgen van pre-honneurs programma 2004 – 2007 MBO niveau 4, Sociaal Pedagogisch Werk, ROC Friesland Dronten 2002 – 2004 VMBO Theoretische leerweg, Scholengemeenschap Lelystad Werkervaring: 2010 – heden 2009 – heden 2008 – 2010 2009 – 2010 2009 2006 – 2008 2005 – 2006
Bestuurder, Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) Regiovrijwilliger Gelderland, Doe een wens stichting Nederland Begeleider logeerweekend, Logeeropvang ‘Iets Anders’ Bedrijfsleider Poppodium Underground Organisator ASF (Amsterdams Studenten Festival) Activiteitenbegeleider, Bartiméus Doorn Deel van organisatieteam, Kunstbende Flevoland
Mevrouw drs. M. Schoots Mevrouw Schoots is ingezet als NQA auditor. Zij is deskundig op het gebied van opleidingen en trainingen. Zij werkte als teamleider en projectmanager business development bij de Faculteit Economie en Management van de Hogeschool Utrecht. Daarna werkte zij als senior programma manager bij Hogeschool ISBW (Schouten Nelissen) en Hogeschool ICM. Mevrouw Schoots was daar verantwoordelijk voor de aansturing van onder andere hbo-bacheloropleidingen in marketing, communicatie, sales, personeelsmanagement, management en bedrijfskunde. Sinds 2009 werkt zij als zelfstandig opleidingsadviseur. Mevrouw Schoots heeft in het najaar van 2012 deelgenomen aan de training van de NVAO en is gecertificeerd secretaris. Opleiding: 2012 2011 2008 2007 2005 2002 2001 1997
Training secretaris (gecertificeerd) NVAO E-learning (Mastermodule) Open Universiteit Competenties en competentiegericht leren (Mastermodule) Open Universiteit Methodisch ontwerpen van opleidingstrajecten (opleiding) Schouten & Nelissen Nima A Marketing (diploma) Management en Bedrijfsvoering (diploma) Hogeschool van Utrecht Arbeid, Management & Organisatie (doctoraaldiploma) Universiteit Utrecht Afstudeerrichting van de studie Algemene Sociale Wetenschappen Atheneum (diploma) Sint-Vituscollege, Bussum
Werkervaring: 2013 – heden Netherlands Quality Agency, auditor 2009 – heden Zelfstandig opleidingsadviseur - Adviseur hoger onderwijs (curriculumontwerp, kwaliteitszorg, innovatie) - Ontwerper en projectleider bedrijfsopleidingen 2008 – 2011 Senior programma manager - ICM Opleidingen & Trainingen 2006 – 2008 Programma manager/ Business Development manager - ISBW (Schouten & Nelissen) 2005 – 2006 Hoofd Bureau Deeltijd a.i. - Hogeschool Utrecht, Faculteit Economie en Management 2004 – 2006 Projectmanager Business Development - Hogeschool Utrecht, Faculteit Economie en Management 2001 – 2004 Hoofd Onderwijsbureau - Hogeschool Utrecht, Faculteit Economie en Management
36/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
Bijlage 4: Bezoekprogramma
Dag 1; 19 september 2013 Tijdstip Programmaonderdeel
Deelnemers
12.30 – 13.30
Lunch en kennismaking
Panel
13.30 – 16.00
Materiaalbestudering: - Studiemateriaal - Studentmateriaal - Alle door NQA geselecteerde scripties
Panel
16.00-16.30
Spreekuur/rondleiding
Panel splitst op
16.30-18.30
Materiaalbestudering en voorbereiding gesprekken
Panel
Dag 2; 20 september 2013 Tijdstip Programmaonderdeel
Deelnemers (maximaal 6 à 8)
08.30 – 09.15 uur
Blok Inhoud I: afstuderen
Jaap-Jan de Vries Marc van Herwaarden Anja Melkert Robbin Goedhart Leonie van der Laan Martijn Mulder
09.30 – 10.15 uur
Blok Inhoud II: afstudeerfase
Maureen Al Rogier van Driezum Julius Hazelhoff Jessica Meulmeester Laurie Meijburg Andrea Plomp Desiree Westhoeve Pamela Sylvester
10.30 – 11.15 uur
Blok Inhoud III: propedeuse en hoofdfase
Naomi van Beuzekom Sabine van der Burg Laura van Drimmelen Eveline Grijt Emma van Hattem Marleen Keereweer Kaj de Waal Estee van der Zwan
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
37/47
11.30 – 12.15 uur
Gesprek met docenten
Alain van Duuren Jurgen Jeurissen Karin Kreijkes Robbin Goedhart Leonie van der Laan Marieke Voornveld Sylvia Erlings Martijn Mulder
12.15 – 13.15 uur
Lunchpauze + overleg / extra bestuderen materiaal
Panel
13.15 – 14.00 uur
1e gesprek met opleidingsmanagement
Jeroen Chabot Ina Klaassen Joke van Foeken
14.15 – 15.00 uur
Blok Borging
Jan van Heemst Sylvia Erlings Jaap-Jan de Vries Marc van Herwaarden Jeroen Everaert Reinier Weers Rik Westera
15.15 – 15.45 uur
Eventuele extra gesprekken
Nader bepaald door het panel
15.45 – 16.45 uur
Beoordelingsoverleg Panel
Panel
16.45 – 17.30 uur
2e gesprek opleidingsmanagement, inclusief afronding
Jeroen Chabot Ina Klaassen Joke van Foeken
38/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
Docenten afstuderen VTM Naam
titel Drs
Jaap-Jan de Vries Ba
Marc van Herwaarden Ba Anja Melkert
Robbin Goedhart
Ba Drs
Leonie van der Laan Drs Martijn Mulder
Vak Afstuderen, managementvaardigheden, studieloopbaancoaching P-management, projectmanagement, projecten, stage, afstuderen, studieloopbaancoaching P-management, projecten, afstuderen en stage Leisure, marketing, studieloopbaancoaching, stage, afstuderen Leisure, onderzoek, citybranding, studieloopbaancoaching, afstuderen Leisure, stedelijke ontwikkeling, onderzoek, afstuderen
Opleiding WO
HBO
HBO HBO
WO
WO
Docenten VTM Naam
titel
Alain van Duuren
Ba
Jurgen Jeurissen Karin Kreijkes
Drs Drs
Robbin Goedhart
Ba
Leonie van der Laan
Drs
Marieke Voornveld
Ba
Sylvia Erlings
Drs
Martijn Mulder
Drs
Vak Projecten, evenementen, conceptontwikkeling, stage, afstuderen Marketing, citybranding, afstuderen, stage Economische vakken, afstuderen Leisure, marketing, studieloopbaancoaching, stage, afstuderen Leisure, onderzoek, citybranding, studieloopbaancoaching, afstuderen Studieloopbaancoaching, imagineering, projecten, stage, afstuderen Projecten, trainingen, onderzoek, afstuderen, stage Leisure, stedelijke ontwikkeling, onderzoek, afstuderen
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
Opleiding
studiejaar
HBO
Alle
WO WO
Vooral 3 + 4 1,2, 4
HBO
1, 3, 4
WO
Alle
HBO
Alle
WO
1, 3, 4
WO
3,4
39/47
ALUMNI VTM Naam
opleiding
afstudeerjaar
Maureen Al
VTM
2012/2013
Rogier van Driezum
VTM
2012/2013
Julius Hazelhoff
VTM
2012/2013
Jessica Meulmeester
VTM
2012/2013
Laurie Meijburg
VTM
2012/2013
Andrea Plomp
VTM
2011/2012
Desiree Westhoeve
VTM
2011/2012
Pamela Sylvester
VTM
2011/2012
Naam
Studenten VTM Opleiding Studiejaar vooropleiding
Naomi van Beuzekom Sabine van der Burg Laura van Drimmelen Eveline Grijt Emma van Hattem Marleen Keereweer Kaj de Waal
VTM VTM VTM VTM VTM VTM VTM
3 4 4 3 3 4 3
Estee van der Zwan
VTM
2
Jan van Heemst Sylvia Erlings
Commissies vz examencommissie vz toetscommissie
Jaap-Jan de Vries Marc van Herwaarden Jeroen Everaert Reinier Weers Rik Westera
opleidingscommissie vz curriculumcommissie Mothership Rotterdam Festivals Verviel & Wijngaard
40/47
HAVO OUD (E+M) FILIAALBEHEERDER HAVO NIEUW (C+M) ARTIEST MUZIEK UITVOEREND HAVO NIEUW (E+M) HAVO NIEUW (E+M) VWO NIEUW (N+G EN N+T) LG HORECA CONTRACTCATERING INFORMATIE 90
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
Bijlage 5: Bestudeerde documenten
Voorwoord Notitie Verder gaan met verkorte MBO-route? juni 2011. Hoofdstuk 1 Beoogde eindkwalificaties 1.1 Beleid Landelijk Competentieprofiel Vrijetijdsmanagement versie 3.0, 2009, p. 13 en 14 1.2 Uitvoering en Borging Opleidingsprofiel Leisure Management 2013,p.17-20 Verslagen beroepenveldcommissie VTM, 2012 en 2013 Verslag Gesprek met CityMarketing Zoetermeer, 9 oktober 2012 Verslag Conferentie leisure als redder van de stad, 18 april 2013 Landelijk Competentieprofiel Vrijetijdsmanagement versie 3.0, 2009, p. 22-24 Verslag Onderzoek beroepenveld, januari 2013, A. van Duuren Verslag Beroepenveldbijeenkomst VTM, 15 april 2013 Competentiematrix Leisure Management Hogeschool Rotterdam, april 2013 Implementatieplan herprofilering, april 2013 Strategisch Beleidsplan WdKA 2012-2015, september 2012 1.3 Evaluatie Verslag Beroepenveldbijeenkomst VTM, 15 april 2013 Verslag World Leisure Congress, Rimini 2012 Verslag Ambitiedag, 20 maart 2013 1.4 Verbeteringen Implementatieplan herprofilering, april 2013 Internationaliseringsplan Leisure Management 2013 Hoofdstuk 2 Onderwijsleeromgeving 2.1 Inhoud van het programma Hogeschoolgids Bacheloropleidingen Willem de Kooning Academie, augustus 2012 Brochure ROM, Daarom werken wij met het Rotterdams Onderwijs Model, 2010 Internationaliseringsplan Leisure management 2013, p.9 Competentiedekkingsmatrix VTM, 2012-2013 Competentiedekkingsmatrix VTM, 2013-2014 Beoordelingsformulieren stage en afstuderen 2012-2013 en bijbehorende rubrics Verslag Stagemarkt 2013 Verslag Conferentie Leisure als redder van de stad, 18 april 2013 Verslag alumnibijeenkomst VTM, november 2012 Verslag World Leisure Congress, Rimini 2012
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
41/47
Evaluatie docenten afstuderen, 2013 Verslagen beroepenveldcommissie, 2011-2012 en 2012-2013 Verslag onderzoek beroepenveld, januari 2013, A. van Duuren BokS VTM, 2013 Onderzoek binnen de opleiding Leisure Management, 2013 Meerjarenbeleidsplan Internationalisering WdKA (2012-2015) Internationaliseringsplan Leisure management, 2013 Verslag studentenkwaliteitszorg onderwijsperiode 4, 2011-2012 Evaluatie stage 3e jaar VTM, 2013 Module evaluaties OP1 en 2 VTM, 2012-2013 Notulen curriculum commissie, april 2013 Resultatentabel NSE 2013 Verslag HBO-monitor 2012 Verslag Werkbezoek CvB, 24 april 2013 2.2 Vormgeving van het programma Opleidingsprofiel Leisure Management, 2013 BoKS VTM, 2013 Notitie curriculumcommissie VTM bijspijkertrajecten, juni 2011 Modulehandleiding Werkervaring Opdoen, studiejaar 2, augustus 2012 HR-notitie Visie op studieloopbaancoaching, 2012 Beleidsnotitie studeren met een functiebeperking binnen de WdKA, november 2012 HR- beleidsnota ‘Studeren met een functiebeperking / Investeren in maatwerk en kwaliteit’, 2008 HR-Handreiking studeren met een functiebeperking, 2010 Honoursprogramma HR, Programma excellentie in onderwijs, 2012 Verslagen studentenkwaliteitszorg onderwijsperiode 2 en 3, 2012-2013 Resultatentabel NSE 2010 tot en met 2012 Resultatentabel NSE 2013 HR-notitie Studiesucces in het eerste studiejaar, 2012 2.3 Kwaliteit van het personeel Meerjaren Strategisch Personeelsplan WdKA 2011-2015, september 2011 Jaarplan VTM 2012-2013 HR-regeling gesprekscyclus, 2009 Stagegids VTM voor bedrijven, 2013 Verslag HBO-Monitor 2011 Resultatentabel NSE 2013 AMC-auditrapportage VTM, september 2011 Verslag MTO, 2012 Verslag Rondetafelgesprekken, 2012 Verslag Workshop Oorzaken van en oplossingen voor werkdruk, april 2013 2.4 kwaliteit van de opleidingsspecifieke voorzieningen Verslag studentenkwaliteitszorg VTM onderwijsperiode 2, 2012-2013 2.5 Samenhangende onderwijsleeromgeving
42/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
Verslag Studentenkwaliteitszorg VTM, onderwijsperiode 3, 2011-2012 Management summary resultaten NSE 2012 WdKA Implementatieplan herprofilering VTM, april 2013 Opleidingsprofiel Leisure Management , 2013 Voorstel curriculum VTM 2014-2015, juni 2013 Hoofdstuk 3 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties 3.1 Systeem van toetsing ‘Competentie- en professiegericht toetsen’, 2011-2012 ‘Competentie- en professiegericht toetsen’, 2012-2013 ‘Competentie- en professiegericht toetsen’, 2013-2014 Toetsplan VTM, 2012-2013 Stage handleiding VTM, 2012-2013 Handboek kwaliteit WdKA, 2012-2013 Handboek kwaliteit WdKA,2013-2014 Verslagen kwaliteitszorg studenten maart 2012, juni 2012, december 2012 en maart 2013 AMC auditrapportage VTM, september 2011 Rapportage Onderzoeksrapport Kwaliteit Examinering, dienst Auditing, Monitoring & Control, HR, februari 2013 Analyse Toetsbeleid opleiding Vrijetijdsmanagement, IVA, dec 2012 Competentiematrix Leisure Management, april 2013 3.2 Realisatie van de beoogde eindkwalificaties Afstudeerhandleiding VTM 2012-2013 en de beoordelingsformulieren Goedkeuringsformulier afstudeeropdracht VTM, 2012 Verslag 'Evaluatie afstuderen VTM', juli 2012 Analyse HBO-Monitor, 2012 Verslagen toetscommissie VTM, 2012-2013 Rapportage Onderzoeksrapport Kwaliteit Examinering, dienst Auditing, Monitoring & Control, HR, februari 2013
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
43/47
44/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
Bijlage 6: Overzicht bestudeerde afstudeerwerken
Hieronder staat een overzicht van de studenten van wie het panel de afstudeerwerken heeft bestudeerd.
Door de opleiding geselecteerd: 1 2 3 4
0804524 0805541 0811127 0820904
Door het panel geselecteerd: 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
0820737 0831803 0822060 0825437 0820698 0789797 0823885 0795353 0812241 0809012 0811420
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
45/47
46/47
© NQA – Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
Bijlage 7: Verklaring van volledigheid en correctheid
© NQA - Hogeschool Rotterdam: Vrijetijdsmanagement - BOB
47/47