Informatica. Studiegids DEEL 2. Stenden Hogeschool Van Schaikweg 94 Postbus CB Emmen. Algemeen T (0591)

DEEL 2

Informatica Studiegids | 2011 -2012

Stenden Hogeschool Van Schaikweg 94 Postbus 2080 7801 CB Emmen

www.stenden.com

Algemeen T (0591) 85 31 00 [email protected] Opleiding T (0591) 85 31 18 F (0591) 85 31 01 Vastgesteld door het College van Bestuur Stenden Hogeschool 21 juli 2011

Voorwoord

Beste student, Hartelijk welkom bij de afdeling Techniek. Leuk dat je voor de opleiding Informatica hebt gekozen. Het wordt een mooie reis die je uiteindelijk zal leiden naar een prachtig Bachelordiploma. Maar voor het zover komt is er eerst nog een aantal etappes af te leggen. Voor de echt nieuwe studenten zal het nog wel even wennen worden; een nieuwe school, een nieuwe omgeving en misschien wel voor het eerst op kamers in een vreemde stad. Het team van Techniek zal proberen je snel en adequaat te introduceren in deze spannende wereld, waardoor je je hopelijk snel thuis gaat voelen op Stenden. De studiegids kan je daar ook alvast bij helpen. In de studiegids staan veel zaken die je zicht kunnen geven op wat je kunt verwachten en die je helpen met plannen. Je vindt er o.a. informatie over ons onderwijsbeleid, beschrijvingen van de onderwijsperioden, de tentamenregeling en het studentenstatuut met de rechten en plichten van onze studenten. Lees hem dus goed. Als je vragen hebt over de inhoud van de studiegids, neem dan contact op met je studieloopbaancoach (SLCer) of met de teamleider. Ook voor de ouderejaars blijft de studiegids een belangrijk boekwerk. Elk jaar veranderen er wel een paar zaken veranderen, het is belangrijk dat je goed op de hoogte bent. De opleiding Informatica is een van de opleidingen binnen de afdeling Techniek. Tijdens je studie zul je zeker te maken krijgen met studenten uit onze andere opleidingen. In de toekomst zullen we meer dingen samen gaan doen en worden er ook gezamenlijk colleges gegeven. Daarnaast zal duurzaam denken en handelen ons als een groen netwerk gaan verbinden. Hierover hoor je natuurlijk meer tijdens je studie. Wij hopen dat de opleiding je dit jaar zal brengen wat je er van verwacht en dat je een heel leuke studietijd tegemoet gaat. Succes, mede namens het team Techniek, Drs. R.M. Delger MA, Dean Technology

DEEL 2 | Informatica Studiegids | 2011-2012

2

Inhoudsopgave Voorwoord

2

1 1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6

Algemene informatie over de opleiding Informatica Uitgangspunten Organisatie van de opleiding Informatica Algemeen Kwaliteitszorg Internationalisering Studiemogelijkheden voor interne internationalisering Buitenlandse uitwisselingsstudenten (exchange students) Het Alumni Netwerk

6 6 7 7 11 11 12 13 13

2

Onderwijs- en examenregeling van de opleiding Informatica

15

2A 2A.1 2A.2 2A.2.1 2A.2.2 2A.2.3 2A.2.3.1 2A.2.3.2 2A.2.3.3 2A.2.3.4 2A.2.4 2A.2.5 2A.3 2A.3.1 2A.3.2 2A.3.3 2A.3.4 2A.4 2A.5 2A.5.1 2A.6 2A.7 2A.8 2A.9 2A.10

Onderwijsbeleid Omschrijving van het onderwijs Verantwoording van het onderwijs Domein Bachelor of ICT Opleidingsprofielen Competentiegebieden Domein ICT Life cycle fasen ICT-architectuurlagen Beheersingsniveaus en beroepstaken Visie op de relatie tussen opleiding en werkveld Visie op toekomstige ontwikkelingen Opvattingen over leren en onderwijzen Visie op leren en onderwijs Didactische principes De rol en de verantwoordelijkheid van de student De rol en de verantwoordelijkheid van de docent Groeperingsbeleid Jaarplanning 2011-2012 Reguliere toetsdata 2011-2012 Onderwijsuren en tijden Studieplanning Bindend studieadvies (BSA) Veranderen van opleiding Kosten

15 15 15 17 17 17 17 18 19 20 20 21 21 21 22 23 23 24 24 24 25 25 25 26 27


3

2B

Curriculum van de opleiding

28

2B.1 2B.1.1 2B.1.2 2B.1.3 2B.1.4 2B.2 2B.2.1 2B.2.2 2B.2.3 2B.2.4

Inleiding Beroepskwalificaties, Opleidingsprofiel Doelstellingen, eindtermen, competenties Structuur van het onderwijsprogramma Organisatie van het onderwijsprogramma Onderwijseenheden per fase Onderwijsprogramma eerste studiejaar Bouwsteenbeschrijvingen 2011-2012 Onderwijsprogramma keuzeprogramma‟s Algemene studiepunten, vrije studiepunten

28 28 28 28 28 28 31 31 47 47

2C

Studievorderingsbeleid

48

2C.1 2C.1.1 2C.1.2 2C.2 2C.2.1 2C.3 2C.3.1

48 48 48 48 48 49 49

2C.3.3 2C.3.4 2C.4 2C.5 2C.6 2C.6.1 2C.6.2 2C.6.3 2C.6.4 2C.6.5 2C.7 2C.8 2C.8.1

Examencommissies/Opleidingscommissies Vergaderrooster examencommissie 2011/2012 Opleidingscommissie Toelatingsbeleid Vooropleidingseisen Vrijstellingen Procedure voor de aanvraag van periodevrijstellingen, anders dan de standaard vrijstelling in deze paragraaf beschreven Vrijstellingregeling voor niet door de examencommissie als „verwant‟ aangemerkte MBO-opleidingen (lang, niveau 4) vanaf cohort 2005 Vrijstelling op grond van propedeutisch getuigschrift Vrijstelling op grond van toelatingsonderzoek Verkorte studietrajecten Jaartoetsrooster Praktijk- en stagebeleid Functie en doelen van de praktische vorming Duur en studiebelasting Organisatie van de praktische vorming Begeleiding en beoordeling Scriptie/afstudeerwerkstuk Toekenning en verwerking van credits Studiecoaching/trajectbegeleiding Opzet van de studieloopbaanbegeleiding

2D

De tentamenregeling Informatica 2011/2012

54

2C.3.2


49 50 50 50 50 50 50 51 51 51 52 52 52 52

4

3

Voorzieningen voor Studenten

62

3.0 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16

Algemeen Informatievoorzieningen Istudy Het decanaat Handicap & studie Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag Het roosterbureau Registratie studieresultaten Toetsen ICT & Media Intranet Blackboard (ELO) The Library Stenden shop Het Alumni Netwerk EHBO, noodplan Sport

62 62 62 63 63 63 64 64 64 64 65 65 65 65 66 66 66

4

Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden

67

4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.6.1 4.6.2 4.7

Regeling in geval van ziekte of andere bijzondere omstandigheden Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies Studievertraging Bijzondere omstandigheden Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking Regeling medische verklaring in geval van ziekte Doel van de verklaring Verkrijgen van de verklaring Studeren en RSI (CANS)

67 67 67 68 68 70 70 70 70

5

Medewerkerslijst

72

De studiegids wordt zo nauwkeurig mogelijk samengesteld, doch wijzigingen kunnen zich voordoen na vaststelling door de examencommissie. Deze wijzigingen worden gepubliceerd op Blackboard (ELO).


5

1

Algemene informatie over de opleiding Informatica Deze studiegids bevat informatie over de opleiding en geeft een beschrijving van de opbouw van de studie en van de ondersteunende faciliteiten. Je kunt hier o.a. informatie vinden over de studiecoaching en de onderwijs- en examenregeling. De studiegids heet formeel: het studentenstatuut deel 2. In het studentenstatuut deel 1 vind je informatie die niet alleen voor jouw opleiding geldt, maar voor de hele hogeschool. Je vindt daarin allerlei regelingen waarin de rechten en plichten van de studenten zijn vastgelegd, zoals: Het Inschrijfreglement, de Regeling studieadvies, het Centrale Examenreglement, de Medezeggenschapsreglementen, de Huisregels, de Klachtenregeling, het Reglement van het College van beroep enz. Deel 1 kun je vinden op intranet en internet.

1.1

Uitgangspunten Leren is een actief proces Onder leren wordt verstaan: iets proberen, fouten maken, op zoek gaan naar alternatieven. Informatie en ervaringen, theorie en praktijk met elkaar in verband brengen. Kortom: leren is een actief proces. Dat is het uitgangspunt van het onderwijs op de Stenden Hogeschool. Om dit actieve leren op gang te brengen heeft de Stenden Hogeschool gekozen voor modulair, thematisch en Probleem Gestuurd Onderwijs. Modulair en thematisch onderwijs Een studiejaar bestaat uit 4 perioden die elk 9 weken duren. In elke periode staat meestal 1 thema centraal. Dit thema wordt vanuit verschillende invalshoeken en vakgebieden bestudeerd. In de loop van of aan het eind van een periode worden de kennis en vaardigheden van de student getoetst. Probleemgestuurd Onderwijs (PGO) Iedere pgo-groep van ongeveer 4-8 studenten komt elke week bij elkaar. Onder begeleiding van een docent wordt er aan de taken (casus) gewerkt. In deze taken komen problemen (onderwerpen) uit de beroepspraktijk aan de orde. Studenten werken op systematische wijze aan de taken. Na een grondige analyse maken ze een plan van aanpak en gaan ze op zoek naar aanvullende informatie (zelfstudie) die nodig is om het probleem op te kunnen lossen. Deze informatie kan gevonden worden in bijv. het studielandschap, op internet of via mensen uit het werkveld. In de volgende pgo-bijeenkomst worden de resultaten met elkaar besproken en wordt er een nieuwe taak opgestart. De pgo-bijeenkomsten worden geleid door een voorzitter en afspraken worden vastgelegd door een notulist. Deze functies worden door studenten uitgevoerd. In de loop van de opleiding worden de taken steeds omvangrijker en wordt het niveau ervan hoger. Daarnaast wordt in het tweede studiejaar gewerkt met case-onderwijs.


6

Naast de pgo-bijeenkomsten worden er hoorcolleges en werkcolleges gegeven. Er wordt gestreefd naar een verhouding van 1 contactuur op 2 à 3 uur zelfstudie. Verder wordt elke periode gewerkt aan een opdracht passend bij de periodethema. Propedeuse (1e jaar) Het 1e jaar is een oriëntatie op de Informatica. Studenten krijgen een beeld van het werkveld en de verschillende soorten bedrijven, die daar een rol spelen. De aandacht gaat vooral uit naar de basisvaardigheden van een Informaticus. Hoofdfase (2e t/m het 4e jaar) In het 2e jaar wordt de basiskennis van het eerste studiejaar verbreed en verdiept. In het 3e jaar wordt een steeds groter beroep gedaan op zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Ook vindt in het 3e jaar de stage plaats. In de tweede helft van het 4e jaar wordt de afstudeeropdracht uitgevoerd.

1.2

Organisatie van de opleiding Informatica

1.2.1 Algemeen Identiteit en missie van de opleiding De opleiding Informatica leidt jonge mensen op tot managers en professionals die zich kunnen waarmaken als ondernemende bachelors met een (interculturele en internationale) oriëntatie in bedrijven en organisaties, zowel profit als non-profit. Door hun opleiding zijn afgestudeerden van onze opleidingen in staat om in organisaties vernieuwend en grensverleggend te werken. Gekozen is voor modulair thematisch onderwijs en probleemgestuurd leren, waarbij tevens ruime aandacht wordt besteed aan zorg voor de individuele student. Een zorg die tot uitdrukking komt in de individuele begeleiding van de student tijdens de opleiding. Zorg (voor en door studenten) Als organisatie willen wij een voorbeeldfunctie vervullen. Hiertoe betrekken wij studenten bij de vorm en het inhoud geven van het onderwijsprogramma en steunen wij actief organisaties, die belangen van studenten vertegenwoordigen zoals studentenverenigingen. Tevens begeleiden wij studenten individueel gedurende hun schoolloopbaan. Als coproducenten van onze dienstverlening bepalen de studenten mede zelf de kwaliteit van ons onderwijs. Hierdoor bieden wij studenten mogelijkheden tot het waarmaken van de eigen verantwoordelijkheid in dienstverleningsprocessen alsmede tot persoonlijke en maatschappelijke vorming.


7

Zorg (voor en door docenten) De opleiding Informatica biedt medewerkers mogelijkheden tot verdere scholing en ontplooiing en voorziet in voorwaarden voor een optimale werksfeer en dienstverlening. Bij de interne samenwerking tussen medewerkers onderling beschouwen wij elkaar als gast. Aldus gaan wij bij het wederzijds verlenen van diensten uit van normen, die een rol spelen bij het beoordelen van de kwaliteit van diensten, namelijk: onze bereidheid tot dienstverlening, betrouwbaarheid, probleemoplossend vermogen, onze zorg voor en betrokkenheid op mens en wereld in het algemeen en in het bijzonder de dienstverlening aan onze gasten: de studenten. Opleidingscommissie Elke opleiding heeft een eigen opleidingscommissie. Deze heeft vooral een onderwijsinhoudelijke taak. Zij adviseert de directie op onderwijsinhoudelijk terrein. De opleidingscommissie beoordeelt o.m. de onderwijs- en examenregeling. Ook deze commissie bestaat uit zowel studenten als docenten. Raad van Advies De Raad van Advies heeft als doel het gevraagd en ongevraagd adviseren van het management op het gebied van onderwijs, onderzoek en externe dienstverlening. Samenstelling Raad van Advies Informatica De heer J. Drees Centric Managed ICT Services B.V. De heer E. Koorman MultiMove B.V. webworks De heer E. Luth Lucem Incendo Europe B.V. De heer M. el Ouarti Ordina B.V. De heer P. Roper, voorzitter The Compleat Consultant De heer R. Schuitema TASS B.V. De heer R. Tuinhout Logica Nederland B.V. De heer J. Sikkenga SG Automatisering Secretariaat Het secretariaat vervult een belangrijke ondersteunende rol voor het management, de staf, de teamleiders en de docenten. ESO (Educational Support Organisation) De onderwijsontwikkeling en organisatie van de opleidingen van de Stenden Hogeschool worden verzorgd door ESO. ESO doet dit in samenwerking met de opleidingen. Door de bundeling van alle ondersteunende expertises van de Stenden Hogeschool in één organisatie heeft ESO een belangrijke regierol in de professionele ondersteuning van de kernprocessen van de Stenden Hogeschool. ESO heeft voor zichzelf de volgende missie geformuleerd: Inspirerende stafafdeling die hoogwaardige integrale diensten verleent aan Stenden-gemeenschap


8

Voor ESO zijn de volgende doelen geformuleerd: 1. Wij willen het onderwijs en de onderwijsontwikkeling van de Stenden Hogeschool op een excellente wijze ondersteunen, zodat de opleidingen aan studenten excellent onderwijs kunnen bieden. 2. Wij willen de samenwerking tussen ESO en de opleidingen versterken en verder professionaliseren. 3. Wij maken de pijlers van het identiteitsconcept leidend voor onze cultuur, besturing, leiderschapsontwikkeling en HRM beleid. 4. Wij willen de professionaliteit en bezieling van ESO medewerkers bevorderen. Vanwege haar omvang is ESO onderverdeeld in vier domeinen: 1. ESO – Expertise. 2. ESO – Marketing. 3. ESO - Student Support. 4. ESO – Resources. ESO - Expertise ESO - Expertise beschikt over de volgende expertises: Onderwijsvisie, Curriculumontwikkeling, Periodeontwikkeling, Onderwijstechnologie, Toetsing en Assessment, Evalueren en kwaliteitszorg, Beleidsonderzoek, Internationalisering, Identiteit, Leadership. ESO - Expertise kent de volgende diensten: Consultancy, Partnership, Professionalisering docenten, Applied Research. ESO - Marketing ESO - Marketing is verantwoordelijk voor de werving van nieuwe studenten. De diensten van marketing zijn als volgt ingedeeld: Voorlichting, International Marketing en National Marketing. Medewerkers van ESO Marketing treden ook als accountmanager op naar de opleidingen. ESO - Student Support ESO - Student Support is verantwoordelijk voor de ondersteuning in de onderwijsorganisatie. Onder dit domein vallen de volgende ondersteunende diensten: admission, evc en vrijstellingen, inschrijving, toetsing en diplomering, puntenregistratie, studieplanningen, groepsindelingen, roosters, studielandschap, decanaat, vertrouwenspersoon, juridische zaken. ESO - Resources Het domein ESO - Resources is er voor de directe ondersteuning van het management. In dit domein zitten de volgende disciplines: 1. Communicatie: voor interne en externe communicatie van de opleidingen zoals onder andere de Stenden Hogeschoolkrant, webmasters, alumnibeleid, ondersteuning bij visitaties, etc. 2. HRM: voor consultancy en ondersteuning bij HRM zaken van de opleidingen. 3. Directiesecretariaten: voor de secretariële ondersteuning van de Deans.


9

Hogeschooldocenten Hogeschooldocenten houden zich naast hun docenttaken bezig met een bepaald beleidsterrein, zoals internationalisering, projecten en studentenzaken (zoals stage en studiecoaching). Dean De dean stuurt de Techniekopleidingen aan. Hij houdt zich onder andere bezig met: 1. de dagelijkse organisatie van de opleiding. 2. het curriculum. 3. het personeelsbeleid. 4. het financieel beleid. 5. identiteitsgerelateerde zaken in het onderwijsprogramma. Teamleiders De dean Techniek wordt ondersteund door de teamleiders. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het curriculum en de aansturing van het team. Overlegstructuren De volgende overlegvormen bestaan: 1. Deansoverleg Hiermee wordt het overleg bedoeld tussen de deans van de verschillende management- opleidingen. Dit overleg vindt regelmatig plaats met als doel om gemeenschappelijke, opleidingsoverstijgende zaken op elkaar af te stemmen. 2. Overleg dean en teamleiders Tweewekelijks heeft de dean een gezamenlijk overleg en een bilateraal met de teamleiders. Hier wordt de dagelijkse gang van zaken binnen de opleiding besproken. 3. Teamoverleg Minimaal twee keer per periode vergadert het team van Informatica over onderwijsinhoudelijke zaken. 4. Overig overleg Onder overige overlegvormen verstaan wij het overleg van de dean met: 1. de opleidingscommissies (OC). 2. de unitcommissie Techniek. 3. de examencommissie. 4. de commissie internationalisering. 5. de Raad van Advies. Verder vinden er verschillende overleggen plaats. Hierbij kan gedacht worden aan het overleg in vakgroepen, werkoverleggen van onderwijscoördinatoren met docenten, vergaderingen van periodeplangroepen en andere overleggen gericht op het primaire proces.


10

1.2.2 Kwaliteitszorg Binnen de opleiding Informatica wordt grote waarde gehecht aan de zorg voor kwalitatief goed onderwijs. In het kader van de onderwijsvernieuwing en -ontwikkeling is een kwaliteitscommissie in het leven geroepen, die ontwikkelde producten beoordeelt en van een „kwaliteitsstempel‟ voorziet. Daarbij speelt de mening van studenten over het onderwijs, dat zij genieten, een belangrijke rol. Op verschillende manieren worden studenten actief betrokken bij kwaliteitszorg, met name bij verschillende onderwijsevaluaties. Plenair De plenaire bijeenkomsten vinden in het eerste jaar wekelijks plaats. In het tweede jaar tweewekelijks en in de jaren daarna wordt dit afgebouwd naar twee keer per periode. In deze bijeenkomsten wordt de dagelijkse gang van zaken besproken, de opbrengst van het leerproces van de voorafgaande periode en een overzicht van de komende periode. Bij problemen als lesuitval door ziekte wordt in deze plenaire bijeenkomsten in overleg naar oplossingen gezocht. Door het wekelijks plenair in de propedeuse volgt de periodecoördinator eventuele problemen met de studeerbaarheid goed en kan deze daardoor direct bijsturen. Periode-evaluatie Zowel voor, tijdens als na het aanbieden van een periode kunnen studenten invloed uitoefenen op de vorm, inhoud en uitvoering van dat periode. Tijdens een periode evalueren de studenten met de tutor na elke PGObijeenkomst de gang van zaken in de PGO-groep. Aan het einde van ieder periode wordt per PGO-groep een open evaluatieformulier ingevuld, waarop de groep al haar (positief) kritische geluiden kwijt kan. Na afloop van een periode vindt een panelgesprek plaats met een medewerker van de afdeling ESO. Tijdens dat panelgesprek wordt gesproken over de noodzakelijke revisie van de periode. Overige evaluaties Studenten worden bij verschillende andere evaluaties betrokken: de propedeuse en de hoofdfase-enquête over het onderwijsprogramma en de organisatie in het algemeen, de stage-enquête over de stageplaats, stagebegeleiding en afstudeeropdracht en de afgestudeerdenenquêtes over de werkplek waar onze studenten terechtkomen na hun opleiding en hun mening achteraf over deze opleiding.

1.2.3 Internationalisering In 1. 2. 3.

de opleiding speelt internationalisering een belangrijke rol, vanwege: Internationale oriëntatie van de opleidingen. Beroepsperspectieven voor de student. Positie van afgestudeerden op de banenmarkt.


11

Alle opleidingen onderhouden contacten met instellingen in het buitenland. Deze contacten zijn formeel vastgelegd in samenwerkingsovereenkomsten en uitwisselingsprogramma‟s voor zowel studenten als docenten. In de opleiding worden alle activiteiten in het kader van internationale uitwisselingsprogramma‟s gecoördineerd vanuit het Hogeschool Overleg Internationalisering. Contactpersoon is mevrouw L. Coenen, [email protected] Uitwisselingsprogramma’s In 1995 zijn in de Europese Unie twee nieuwe programma‟s gestart: SOCRATES (internationale samenwerking in het onderwijs: uitwisseling studie) en LEONARDO (internationale samenwerking in beroepsopleidingen: stage). Met behulp van een studiebeurs van ERASMUS/ SOCRATES/ LEONARDO kunnen EU studenten deelnemen aan uitwisselingsprogramma‟s in het kader van de Europese Unie. Deze duren minimaal drie maanden en maximaal 1 studiejaar. De beurs is een tegemoetkoming in de extra kosten voor een verblijf in het buitenland, bijv. een taalcursus of huisvesting en kan via de coördinerende docent aangevraagd worden. Een indicatie van de hoogte van de beurs kan niet met zekerheid worden gegeven. De student kan zijn basisbeurs behouden en collegegeld hoeft slechts eenmaal, aan de thuisinstelling, betaald te worden. De beschrijving van uitwisselingsprogramma‟s staat in deze studiegids bij de informatie over het keuzeprogramma. Vanuit de Stenden Hogeschool bieden we meer dan dertig mogelijkheden aan om deel te nemen aan een internationaal uitwisselingsprogramma. Er zijn contacten met universiteiten en hogescholen in de volgende landen: Groot-Brittannië, Duitsland, Spanje, Oostenrijk, Zweden, Frankrijk, Finland, Noorwegen, Polen, Denemarken, de Verenigde Staten van Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland. Meer informatie hierover is verkrijgbaar op voorlichtingsbijeenkomsten. Stages in het buitenland In de opleiding Informatica is het mogelijk een stage in het buitenland te volgen. Studenten doen door de buitenlandse stages ervaring op in andere culturen.

1.2.4 Studiemogelijkheden voor interne internationalisering Ook in het basisprogramma van de hoofdfase (major) in de opleiding Informatica bestaan er mogelijkheden voor internationale oriëntatie. Te weten: 1. Verplichte perioden (onderdeel major programma). 2. K euzeperioden (minors). Ook worden er vele Engelstalige keuzeperioden (minors) binnen de Stenden Hogeschool aangeboden. Het volledige en actuele overzicht van alle minors aan de Stenden Hogeschool tref je aan op intranet of de website van Stenden (www.stenden.com).


12

1.2.5 Buitenlandse uitwisselingsstudenten (exchange students) Het aantal buitenlandse studenten dat in het kader van een uitwisselingsprogramma gedurende een bepaalde periode aan de Stenden Hogeschool studeert groeit. Voor hen geldt dat er allerlei extra activiteiten zijn die moeten garanderen dat zij hier een plezierige studietijd kunnen doorbrengen. Naast de coördinator van het betreffende uitwisselingsprogramma zijn het vooral de studenten, die zelf de opvang en begeleiding van deze uitwisselingsstudenten organiseren. De exchange studenten kunnen in principe alle Engelstalige perioden volgen die in het opleidingsprogramma worden aangeboden. De International Office (IO) redigeert het International Programme en geeft dit uit. De IO, (zie Studentenstatuut deel III) is Istudyve organisator. Tevens draagt de IO zorg voor de huisvesting. Startpunt van de werkzaamheden is het compleet ingevulde Application Form. International students Buddies De Buddies begeleiden de internationale student betreffende bankzaken, vreemdelingenpolitie, postkantoor, boodschappen doen en zijn verder behulpzaam in het wegwijs maken van de student in de hogeschool (computerlokalen, kantine, bibliotheek, rooster). Reception Committee for Foreign Students (RCFS) The Reception Committee for Foreign Students is onderdeel van het Facultair Overleg Interna- tionalisering en is verantwoordelijk voor de primaire opvang en introductie van de buitenlandse studenten welke voor korte of lange tijd aan de Stenden Hogeschool studeren. Verder is de RCFS voorzitter van het Foreign Relations Committee welke verantwoordelijk is voor de sociale begeleiding van deze studenten gedurende de tijd dat zij aan de Stenden Hogeschool studeren. Docenten die buitenlandse studenten verwachten voor een uitwisselingsprogramma dienen vroegtijdig contact op te nemen met deze commissie betreffende een introductieprogramma.

1.2.6 Het Alumni Netwerk Het Alumni Netwerk is het netwerk voor laatstejaars studenten en afgestudeerden van alle Stenden-opleidingen. Het doel van het Alumni Netwerk is het onderhouden van structureel contact tussen afgestudeerden (alumni), de opleidingen en de Stenden Hogeschool. Het Alumni Netwerk zorgt ervoor dat alumni op de hoogte worden gehouden van de meest recente ontwikkelingen binnen het werkveld, de opleiding en (loopbaan)ontwikkelingen van andere alumni. Omgekeerd blijft de Stenden Hogeschool op de hoogte van de loopbanen van alumni en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Tevens is de Stenden Hogeschool zo in de mogelijkheid feedback te krijgen op het onderwijsprogramma.


13

Als (gratis) lid van het Alumni Netwerk ontvang je een aantal keren per studiejaar het Alumni Magazine. Voor meer informatie of aanmelding kun je contact opnemen met het Alumni Netwerk, telefoon (058) 2441 398 of via [email protected].


14

2

Onderwijs- en examenregeling van de opleiding Informatica

2A

Onderwijsbeleid

2A.1

Omschrijving van het onderwijs HBO-bachelors Informatica werken voornamelijk in de volgende sectoren: 1. Bedrijven in de ICT-sector zoals Logica en Cap Gemini. 2. Overheidsinstellingen, semi-overheidsinstellingen, universiteiten, ziekenhuizen en onderzoeksinstellingen, zoals RDW en Belastingdienst. 3. Kennisorganisaties: kwaliteitscontrole op technologisch gebied door bedrijven. 4. De opleidingen staan in het centraal register opleidingen hoger onderwijs (CROHO) ingeschreven onder nummer: 80071 - Ad ICT-beheer 34475 - Technische Informatica 34479 - Informatica

2A.2

Verantwoording van het onderwijs Bouwstenen Stenden Hogeschool heeft de strategische keuze gemaakt om al haar opleidingen op te bouwen met behulp van (deels gemeenschappelijke) bouwstenen1. Stenden verwacht met bouwstenen haar onderwijs transparant, beheersbaar en flexibel te houden. Bovendien kunnen door het werken met bouwstenen schaalvoordelen worden bereikt, omdat meer opleidingen dezelfde bouwsteen inzetten. Een studiejaar is opgedeeld in onderwijsperioden van 10 weken. Binnen een onderwijsperiode worden verschillende bouwstenen aangeboden die een samenhangend geheel vormen. Deze samenhang wordt gevormd door het centrale thema, een vraagstuk/probleem dat direct aan de beroepspraktijk is ontleend. Er bestaan vier soorten bouwstenen 2: 1. Generieke bouwstenen. 2. Domeingerelateerde bouwstenen. 3. Opleidingsspecifieke bouwstenen. 4. Integratieve bouwstenen(project).

1

Uitgangspunten en operationalisering Bouwstenen, 2009.

2

Referentiekader Bouwstenen, 2009.


15

Een generieke bouwsteen wordt aangeboden in alle opleidingen van Stenden Hogeschool. De leerinhoud van een dergelijke bouwsteen is voor alle opleidingen gelijk. De opleidingen maken deze bouwsteen geschikt voor opname in het eigen curriculum door deze te koppelen aan het centrale thema van de periode waarin de generieke bouwsteen wordt aangeboden. Er zijn drie clusters van generieke bouwstenen3: 1. Studievaardigheden, algemene vaardigheden en studieloopbaanbegeleiding Aan deze bouwstenen ligt de Dublin Descriptor „Leervaardigheden‟ ten grondslag. 2. Mondelinge en schriftelijke communicatie Aan deze bouwstenen ligt de Dublin Descriptor „Communicatie‟ ten grondslag. 3. Onderzoeksvaardigheden en rekenen Aan deze bouwstenen liggen de Dublin Descriptoren „Kennis en inzicht‟, „Toepassen kennis en inzicht‟ en „Oordeelsvorming‟ ten grondslag. 4. Creativiteit en conceptueel denken Aan deze bouwsteen ligt de Dublin Descriptor „Oordeelsvorming‟ ten grondslag. Een domeingerelateerde bouwsteen wordt aangeboden in een aantal verwante opleidingen. Deze opleidingen kunnen afkomstig zijn uit hetzelfde domein of uit verschillende domeinen. Ook hier wordt de bouwsteen geschikt gemaakt voor opname in het eigen curriculum door deze te koppelen aan een kenmerkende beroepssituatie, het centrale thema. Het domein Techniek binnen de hogeschool, bestaande uit de vijf opleidingen Werktuigbouwkunde, Chemie, Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Technische Informatica en Informatica, heeft een achttal domeingerelateerde bouwstenen opgesteld. Technische Informatica heeft vijf domeingerelateerde bouwstenen opgenomen in het curriculum en Informatica drie bouwstenen. Een opleidingsspecifieke bouwsteen is uniek voor de eigen opleiding. In deze bouwstenen worden kennis en vaardigheden aangereikt die kenmerkend zijn voor die specifieke opleiding.

3

generieke bouwstenen startdocument, 2009.


16

2A.2.1 Domein Bachelor of ICT Het onderwijs is vormgegeven in integratieve bouwstenen, waarbij vakken worden gekoppeld aan realistische praktijksituaties. Daarbij wordt getracht een balans te vinden tussen generieke, sociaal-communicatieve en technisch/inhoudelijke onderdelen. Een van de doelen voor de toekomst is het competentiegericht maken van de Informatica opleiding. Het is daarbij wenselijk, dat de onderdelen binnen de cases nog meer dan een geïntegreerd deel uitmaken van de case.

2A.2.2 Opleidingsprofielen Het opleidingsprofiel wordt afgeleid van het beroepsprofiel van de Informaticus, welke wordt vastgesteld in samenwerking met vertegenwoordigers van het werkveld. In het opleidingsprofiel worden de beroepskwalificaties beschreven en de wijze waarop men die benadert. De landelijke gemeenschappelijke kwalificaties hebben een omvang van 70% van het totaal aantal credits van de gehele opleiding (240 credits). De kwalificaties zijn herkenbaar voor het beroepenveld, geven een HBO Bachelorniveau aan en zijn toekomstgericht.

2A.2.3 Competentiegebieden De bacheloropleidingen Informatica en Technische Informatica vallen onder de sector Techniek en het domein ICT. Dat betekent dat de opleiding moet voldoen aan de domeincompetenties van het domein ICT. Deze domeincompetenties vormen de basis van alle opleidingen tot „Bachelor of ICT‟ en zijn op nationaal niveau door de HBO-raad vastgesteld. De domeincompetenties zijn beschreven in het document „Bachelor of ICT, domeinbeschrijving‟ (2009). Zoals is beschreven in dit document, sluiten de domeincompetenties aan bij de Dublin Descriptoren en de generieke hbo-kernkwalificaties. In dit hoofdstuk worden de domeincompetenties beschreven. In hoofdstuk 3 wordt toegelicht hoe de domeincompetenties zijn vertaald voor en worden toegepast in de opleidingen Informatica van Stenden Hogeschool.

2A.2.3.1 Domein ICT De domeinbeschrijving van de Bachelor of ICT geeft een systematische beschrijving van het domein van de bachelor of ICT. Hiermee krijgen opleidingen de ruimte om hun inhoud, taken en competenties te beschrijven binnen een context en zo te komen tot opleidingscompetenties. De domeinbeschrijving biedt opleidingen verder de mogelijkheid in te spelen op actuele ontwikkelingen met behoud van de positie en


17

profilering binnen het ICT-domein. Wanneer deze ontwikkelingen daartoe aanleiding geven, is het mogelijk om het onderwijs hierop aan te passen. De vijf fasen uit de life cycle van informatiesystemen, zoals die ook in de domeinbeschrijving van 2004 voorkomen, vormen de basis in de domeinbeschrijving. Immers, elke Bachelor of ICT moet actief kunnen zijn in deze fasen. Om verschillende opleidingsprofielen ten opzichte van elkaar te kunnen positioneren, komen naast de vijf life cycle fasen ook ICT-architectuurlagen aan bod, die aangeven welke aspecten van een ICT-systeem aan de orde zijn. Ten derde wordt het niveau van beheersing beschreven. Zo ontstaat een model met drie dimensies: wat de ICT-er doet, in welk aspect van de ICT en op welk niveau. In figuur 1 zijn de drie dimensies samengevoegd in een zogenaamd 3D-model. In de volgende paragrafen worden de drie dimensies beschreven.

Figuur 1 3D-model van Bachelor of ICT

2A.2.3.2 Life cycle fasen De vijf life cycle fasen worden hieronder toegelicht. Analyseren Analyseren van processen, producten en informatiestromen in hun onderlinge samenhang en de context van de omgeving, en opstellen van functionele specificaties. Adviseren Formuleren van een onderbouwd advies voor de herinrichting van processen en/of informatiestromen en voor een nieuw te ontwikkelen of aan te schaffen informatiesysteem op basis van een analyse en in overleg met stakeholders. Daarbij aspecten als financiën, tijd, organisatie (verandering), haalbaarheid en risico‟s en mogelijkheden voor outsourcing betrekken. Ontwerpen Ontwerpen van een informatiesysteem op basis van specificaties, in samenhang met een analyse en binnen de gestelde kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie en beheer.


18

Realiseren Bouwen van een informatiesysteem op basis van een functioneel en technisch ontwerp en binnen de gestelde kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie en beheer. Beheren Vormgeven van exploitatie en beheer van informatiesystemen en zorg dragen voor invoeren, testen, integreren en in bedrijfstellen van een nieuw(e release van een) informatiesysteem. Verlenen van diensten die zijn overeengekomen (in een Service Level Agreement) binnen gestelde kaders voor kwaliteit en financiën. In samenhang met ontwerp en realisatie zorgen voor het onderhoud van informatiesystemen.

2A.2.3.3

ICT-architectuurlagen In deze paragraaf worden de vijf ICT-architectuurlagen toegelicht. Gebruikersinteractie Gebruikersinteractie als architectuurlaag heeft betrekking op die aspecten van ICT-systemen waarin de interactie van en over het ICTsysteem met de (eind)gebruiker centraal staat. Interactie van een ICT-systeem met de gebruiker heeft bijvoorbeeld betrekking op de gebruikersinteractie van dat systeem, terwijl interactie over een ICT-systeem bijvoorbeeld aan de orde is in gebruikersdocumentatie en marketing. In die interactie kunnen zowel vorm als inhoud de nadruk krijgen. Deze rij uit de profielmatrix heeft betrekking op de ontwikkeling van de gebruikersinteractie en niet op de interactie met de gebruikers zoals die plaatsvindt tijdens het tot stand komen van een ICT-systeem. Dit is uiteraard in elk van de ICTarchitectuurlagen aan de orde. Bedrijfsprocessen De architectuurlaag bedrijfsprocessen heeft betrekking op aspecten van ICT-systemen die de bedrijfsvoering ondersteunen. Daarbij gaat het om de functionaliteit van het systeem als geheel (geautomatiseerde en niet geautomatiseerde delen) bezien vanuit de context van de te realiseren bedrijfsdoelen. Software De beroepstaken in deze laag zijn gericht op het ontwikkelen van (applicatie) software. Ter verduidelijking: in deze architectuurlaag heeft beheer betrekking op beheertaken die onderdeel zijn van de ontwikkeling (en aanpassing) van software. Beheer in de betekenis van exploitatie speelt zich af in de architectuurlaag infrastructuur. Infrastructuur De architectuurlaag infrastructuur omvat het aspect van een informatiesysteem dat als dienst kan functioneren. Naast de traditionele hardware-infrastructuur gaat het daarbij nadrukkelijk ook


19

(steeds meer) om een software-infrastructuur. Beroepstaken in deze laag hebben betrekking op het beschikbaar stellen en houden van zowel de hardware- als software-infrastructuur. De ontwikkeling van de afzonderlijke onderdelen van de infrastructuur maakt geen deel uit van deze architectuurlaag. De ontwikkeling van de hardware-infrastructuur behoort tot het domein van de elektronicus, ontwikkeling van de software-infrastructuur valt binnen de architectuurlaag software. Hardware interfacing Hardware interfacing is de architectuurlaag waar het domein van de Bachelor of ICT het domein van de elektronicus het dichtst benadert. Het gaat hier om beroepstaken die aan hardware een elementaire software-interface toevoegen. Ondanks de nodige conceptuele overeenkomsten is deze laag expliciet van de softwarearchitectuurlaag onderscheiden. Elk van deze twee lagen kent een groot aantal specifieke beroepstaken die een omvangrijk leerproces vereisen.

2A.2.3.4 Beheersingsniveaus en beroepstaken Binnen het model worden drie beheersingsniveaus onderscheiden. niveau 1 Zelfstandigheid: heeft een bereik van “uitvoeren van instructies” tot “maken van persoonlijke keuzes”. niveau 2 Gedrag: representeert het waarneembare resultaat van een houding en heeft een bereik van “het vermogen om toe te passen” tot “het vermogen om te doorgronden”. niveau 3 Context: heeft een bereik van “gestructureerde- voorspelbare” situaties tot “onvoorspelbare - ongestructureerde” situaties. In de domeinbeschrijving zijn voor iedere combinatie tussen een life cycle fase en ICT-architectuurlaag - 25 in totaal - drie specifieke niveaus uitgewerkt op basis van deze drie algemene niveaubeschrijvingen.

2A.2.4 Visie op de relatie tussen opleiding en werkveld De relatie met het beroepenveld en de praktijk is van wezenlijk belang. Een van de peilers is de Raad van Advies. Het streven is naar een evenwichtige samenstelling van de Raad van Advies. De Raad van Advies bestaat uit een mix van oud studenten en senior medewerkers uit het relevante werkveld van zowel het MKB als het grootbedrijf. De samenstelling wordt de komende tijd nog eens doorgelicht en waar


20

nodig aangepast. De Raad van Advies vergadert techniekbreed drie keer per jaar. Door het uitvoeren van contractactiviteiten wordt de relatie met het beroepenveld tevens versterkt (zie 1.2.7).

2A.2.5 Visie op toekomstige ontwikkelingen Sinds het studiejaar 2009-2010 is het curriculum opgebouwd uit bouwstenen. Duurzaamheid zal hierbij als overkoepelend thema fungeren voor alle Technische opleidingen.

2A.3

Opvattingen over leren en onderwijzen

2A.3.1 Visie op leren en onderwijs In onze opleiding wordt probleemgestuurd onderwijs (=PGO) toegepast. Deze onderwijsbenadering stelt het leerproces van de student centraal en doet een groot beroep op een actieve studiehouding van de student. Leren wordt daarbij gezien als een proces van het actief verwerven en verwerken van informatie die het gedrag van de lerende relatief blijvend verandert. Die informatie kan niet alleen van cognitieve, maar ook van affectieve of psychomotorische aard zijn. Aan het probleemgestuurd leren liggen dus in de eerste plaats opvattingen ten grondslag met betrekking tot leren in de zin van informatie verwerken. Daarnaast kunnen zogenaamde primaire en (meer) secundaire motieven worden onderscheiden. De primaire motieven hebben betrekking op: De verantwoordelijkheid van de individuele student voor wat en hoe hij leert. Een onderwijssysteem dat studenten actiever bij hun studie betrekt, bevordert over het algemeen de motivatie tot leren meer, dan in een onderwijssysteem waarin dat niet het geval is. Een andere attitude ten opzichte van studeren. Deze attitude kan tot een grote mate van zelfwerkzaamheid en eigen verantwoordelijkheid leiden. Studenten die hebben geleerd dat hun kennis tekort schiet bij de confrontatie met problemen, zullen ook na hun opleiding hun kennis en vaardigheden op peil willen houden. Dit is van belang om opgewassen te zijn en te blijven tegen problemen die ze in de (latere) beroepssituatie (zullen) tegenkomen. In deze zin vormen zelfwerkzaamheid en eigen verantwoordelijkheid gedurende de opleiding mede een voorwaarde voor een behoefte aan permanente educatie ofwel “lifelong learning”. De volgende secundaire motieven spelen een rol: 1. Sociaal motief: het werken aan PGO-taken in kleine onderwijsgroepen (PGO-groepen) bevordert het samenwerken.


21

2.

3.

onderwijskundig-didactisch motief: de probleemgestuurde werkwijze “dwingt” studenten tot een bepaald werkritme, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het college-tentamen-systeem. onderwijsinhoudelijk en methodisch motief: de probleemgestuurde onderwijsbenadering (a) voorkomt het leren van irrelevante inhouden door een verantwoorde probleemkeuze als startpunt, (b) bevordert de integratie tussen diverse disciplines, en (c) bevordert naast de verwerving van kennis en vaardigheden ook de training in het gebruik of de toepassing ervan.

2A.3.2 Didactische principes Een onderwijsinstelling die aan de beschreven visies op de relatie tussen opleiding en werkveld, op toekomstige ontwikkelingen en op leren en onderwijzen, in haar opleiding didactisch vorm wil geven, moet zich bewust zijn van de spanning die er bestaat tussen de vrijheid van de PGO-groep enerzijds en de behoefte om uniforme onderwijseindtermen aan studenten op te leggen anderzijds. Groepsonderwijs komt pas goed tot zijn recht wanneer eigen verantwoordelijkheid en eigen initiatief van studenten wordt aangemoedigd en gerespecteerd. Juist in de PGO-groepen komen een aantal minder goed te definiëren zaken als samenwerken, leren formuleren, probleem oplossen en besluiten nemen uitgebreid aan de orde. Didactisch gezien wordt bovenstaande tot uitdrukking gebracht in de onderwijsdoelstellingen. In de doelstellingen wordt omschreven: 1. aan welke probleemstellingen studenten tijdens het leerproces moeten werken. 2. welke cognitieve en sociale vaardigheden door de studenten gerealiseerd moeten worden. Bij de inrichting van onderwijsleersituaties wordt rekening gehouden met de volgende primaire voorwaarden: 1. activeren van kennisbezit (prior knowledge). Deze voorwaarde heeft te maken met de beginsituatie van studenten. 2. relateren aan de praktijk, door de studenten een context aan te bieden die de toekomstige beroepspraktijk zo dicht mogelijk benadert. 3. actief participeren en toepassen van kennis door de studenten. Deze drie voorwaarden komen tot uitdrukking in het bij de probleemgestuurde benadering behorende onderwijsleerarrangement. Leren aan de hand van problemen is op te vatten als een didactiek die studenten aanzet tot discussie, studie en toepassing van kennis. Probleemgestuurd onderwijs onderkent en benadrukt het interactieve aspect van het leren. Een goed leerarrangement bevat daarom taken en opdrachten, waaraan gewerkt wordt door de PGO-groep, door tweetallen en in interactieve werkvormen zoals practica en werkcolleges.


22

Ten aanzien van de derde voorwaarde kan gesteld worden dat probleemgestuurd onderwijs aan deze voorwaarde voldoet, wanneer tijdens het leerproces de analyse van het probleem en de verwerving van kennis, zich op systematische wijze en volgens vastgestelde procedures voltrekken. Andere, meer secundaire voorwaarden die essentieel zijn voor een succesvol verloop van een probleemgestuurd leerproces, hebben betrekking op: 1. de kennis die de student heeft van probleemgestuurd leren alvorens hij of zij volgens deze werkwijze gaat studeren; 2. de vaardigheid die de student bezit om te kunnen samenwerken met andere studenten in PGO-taakgroepen onder afwisselend voorzitterschap; 3. de sociale en communicatieve vaardigheden van de begeleidende docenten; 4. de samenwerking tussen docenten onderling. De docenten moeten het eens zijn over de geconstrueerde problemen, de uitvoering van de begeleidingstaak en de wijze waarop de studieresultaten en programma‟s geëvalueerd worden. Ook deze voorwaarden zijn essentieel voor een succesvol verloop van een probleemgestuurd leerproces.

2A.3.3 De rol en de verantwoordelijkheid van de student Studenten hebben een actieve rol in het onderwijs in de opleiding Informatica. Niet alleen doordat ze in het probleemgestuurd onderwijs in hoge mate zelfstandig en actief informatie moeten verwerven en verwerken, maar ook omdat ze daarbij telkens uitgedaagd worden om te reflecteren op het doorgemaakte leer- en groepsproces. Daarnaast wordt met grote regelmaat aan de studenten gevraagd een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling en de evaluatie van het onderwijs met het oog op directe en indirecte kwaliteitsverbetering. Dit uit zich door deelname van de studenten in de panelgesprekken en de deelname van studenten in de overleg- en besluitvormingsstructuur. Door de vorm van het praktijkonderwijs en de inrichting van het studiecoachingssysteem wordt gestimuleerd dat de student in toenemende mate reflecteert op eigen houding, vaardigheden en toekomstige beroepskeuze.

2A.3.4 De rol en de verantwoordelijkheid van de docent De keuze voor probleemgestuurd onderwijs betekent een wezenlijke verandering van de rol en verantwoordelijkheid van de docent. Veel meer dan in een traditioneel instructieleersysteem waarbij de docent vooral aan kennisoverdracht doet, is in probleemgestuurd onderwijs de docent te beschouwen als de manager van leerprocessen.


23

Zijn activiteiten omvatten dan ook precies de vier klassieke managementfuncties: 1. Hij stelt samen met zijn collega‟s de doelen van het onderwijsprogramma vast, binnen het in de opleiding afgesproken kader van (opleidingsspecifieke) eindtermen. 2. Hij maakt een plan voor de door de studenten uit te voeren leeractiviteiten, in overeenstemming met het concept van probleemgestuurd onderwijs. 3. Hij stimuleert en controleert tijdens de uitvoering van het onderwijsprogramma als begeleider of de studenten in voldoende mate de juiste leeractiviteiten verrichten. 4. Hij toetst tenslotte regelmatig of de gestelde doelen in voldoende mate bereikt zijn. Hierbij worden hoge eisen gesteld aan de bereidheid tot samenwerking van docenten, met name tijdens de ontwikkeling, de uitvoering en evaluatie van het onderwijsprogramma. Vanuit de context van probleemgestuurd onderwijs worden vaak vijf “rollen” genoemd aan de hand waarvan de docent vorm geeft aan zijn taken bij het werken met studenten in PGO-taakgroepen. De docent fungeert als constructeur van problemen, als stimulator, als procesbewaker, als beoordelaar en als vakspecialist. In principe wordt er van uitgegaan dat deze vijf rollen verenigbaar zijn in één persoon.

2A.4

Groeperingsbeleid De studenten worden door de organisatie per periodeperiode in een PGO-groep ingedeeld. De samenstelling van een PGO-groep kan per periodeperiode wisselen. In het studiecoachingssysteem worden studenten gedurende de opleiding gekoppeld aan een SLC‟er. Met deze studieloopbaancoach worden een aantal keren per jaar in hoofdzaak individuele gesprekken gevoerd. Tevens kan op initiatief van de groep of de studieloopbaancoach ook een groepsbijeenkomst worden georganiseerd.

2A.5

Jaarplanning 2011-2012 De jaarplanning van Stenden Hogeschool is gepubliceerd op intranet (BlackBoard) van de hogeschool.

2A.5.1 Reguliere toetsdata 2011-2012 Toetsdata voor de reguliere perioden en keuze perioden worden gepubliceerd op intranet (Blackboard).


24

2A.6

Onderwijsuren en tijden 1e uur 2e uur pauze 3e uur 4e uur 5e uur 6e uur 7e uur 8e uur pauze 9e uur 10e uur 11e uur

2A.7

08.30 08.15 10.00 10.15 11.00 11.45 12.30 13.15 14.00 14.45 15.00 15.45 16.30

– – – – – – – – – – – – –

09.15 10.00 10.15 11.00 11.45 12.30 (lunchpauze) 13.15 (spreekuur) 14.00 14.45 15.00 15.45 16.30 17.15 (alleen toetsuur)

Studieplanning Een HBO-studie vraagt een grote zelfstandigheid van de student. Het houdt bijvoorbeeld in dat je zelf de discipline moet opbrengen om je tijd goed in te delen. Zelfstandigheid, inzet en planning zijn voor een goed studieverloop even belangrijk als intelligentie. Ook het bestuderen van vakliteratuur en het werken met mensen is belangrijk om je goed voor te bereiden op de praktijk.

2A.8

Bindend studieadvies (BSA) (zie ook “regeling studieadvies in deel 1 van het studentenstatuut”) Aan het einde van het eerste studiejaar dienen conclusies te worden getrokken over de capaciteiten, de geschiktheid en de juiste keuze van de student voor de opleiding. Deze conclusies worden door de examencommissie op schrift gesteld in de vorm van een studieadvies. Indien het studieadvies negatief is wordt daaraan een „afwijzing‟ verbonden. We spreken in dat geval over een „bindend negatief studieadvies‟. Voorwaarde voor een positief studieadvies is: de student heeft aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving de propedeuse behaald óf de student heeft de propedeuse behaald aan het einde van diens tweede jaar van inschrijving, indien hij aan het einde van het eerste jaar van inschrijving een voorwaardelijke positief advies heeft ontvangen. Voorwaarden voor een voorwaardelijk positief studieadvies zijn: 1. Aan het eind van het eerste jaar van inschrijving (peildatum 31 augustus, 1e studiejaar) moet de student minimaal 42 credits van de propedeuse behaald hebben. Credits die door middel van vrijstellingen zijn verkregen tellen overigens in deze gewoon mee als behaalde credits.


25

2.

Indien de student aan het einde van het eerste jaar van inschrijving een voorwaardelijk positief advies heeft ontvangen moeten aan het einde van het tweede jaar (peildatum 31 augustus) de 60 credits van de propedeuse zijn behaald. Wordt aan de bovenstaande voorwaarden niet voldaan, volgt een bindend negatief studieadvies en mag de student zich niet opnieuw inschrijven voor dezelfde opleidingen (Crohonummer) van de Stenden Hogeschool. Bij het studieadvies worden bijzondere omstandigheden in acht genomen. Voor de beide jaren geldt dat bijzondere omstandigheden altijd zo spoedig gemeld dienen te worden aan de studiebegeleider, de studieloopbaancoach van de opleiding en bij het decanaat. Voor 1 juni dient de student een verzoek in te dienen bij de examencommissie om rekening te houden met deze (al eerder bij de andere al bovengenoemde personen/instantie gemelde) bijzondere omstandigheid.

N.B. Studenten die later dan in september instromen, moeten aan een aangepaste norm aan het einde van het lopende cursusjaar voldoen. Daarbij wordt dan ook uitgegaan van een BSA-norm van 2/3 van het maximaal te behalen aantal credits. Dus stel dat, als je halverwege het jaar instroomt en dus nog maar maximaal 18 credits zou kunnen behalen, je in dat geval 12 credits aan het einde van dat jaar moet hebben behaald om voor een positief advies in aanmerking te komen.

2A.9

Veranderen van opleiding Het komt op beperkte schaal voor dat studenten van opleiding willen veranderen binnen de Stenden Hogeschool. Voor deze studenten en hun studiebegeleiders volgt hieronder informatie over de te volgen procedure. 1. Een student die van opleiding wil veranderen moet zich eerst op de andere opleiding oriënteren. Hij neemt daartoe contact op met de studieloopbaancoach van de andere opleiding. 2. Vervolgens neemt deze student contact op met de studieloopbaancoach van zijn eigen opleiding voor het voeren van een exitgesprek. De student neemt daartoe een kopie van het ondertekende mutatieformulier (te verkrijgen bij I-Study) mee. 3. Een kopie van het ondertekende formulier wordt door de student op het secretariaat van zijn opleiding afgegeven. Het secretariaat zorgt er voor dat het dossier van de student naar de nieuwe opleiding gaat. De centrale administratie maakt op basis van het mutatieformulier een nieuw studentnummer en een nieuwe collegekaart. De studiebegeleider wordt op de hoogte gesteld door de studieloopbaancoach van zijn „oude‟ opleiding. 4. Bij aanvang van de nieuwe studie, neemt de student opnieuw contact op met de studieloopbaancoach van zijn nieuwe opleiding om met deze de leerroute van zijn nieuwe studie te bespreken.


26

2A.10 Kosten Het collegegeld volgens de rijksregeling 2011-2012 bedraagt € 1713,-. De kosten van de aanschaf van boeken bedragen in het 1e jaar ongeveer € 500,- à € 700,-. In de hoofdfase zijn de kosten voor de aanschaf van boeken beduidend lager. Tijdens de studie worden in het kader van werkveldoriëntatie bedrijven bezocht. De kosten hiervoor bedragen ongeveer € 30,- per jaar.


27

2B

Curriculum van de opleiding

2B.1

Inleiding Het onderwijsprogramma van de opleiding Informatica is samengesteld uit 4 differentiaties: 1. Software Engineering 2. Multimedia Design & Development 3. ICT-Beheer 4. Technische Informatica

2B.1.1 Beroepskwalificaties, Opleidingsprofiel Dit onderdeel is nader uitgewerkt in hoofdstuk 2A.

2B.1.2 Doelstellingen, eindtermen, competenties Dit onderdeel is nader uitgewerkt in hoofdstuk 2A.

2B.1.3 Structuur van het onderwijsprogramma Totaal zijn per studiejaar 60 credits te verdienen. Het onderwijsprogramma van de opleiding Informatica bestaat uit onderwijseenheden van uiteenlopende aard. In het onderwijsprogramma wordt gewerkt met voltijdsperioden met een looptijd van 9 weken. Bij overige activiteiten verschillen de onderwijseenheden van studielast. De studielast voor de propedeutische fase bedraagt 1680 uur (60 credits), terwijl de studielast voor de postpropedeutische fase 5040 uur (180 credits) bedraagt (incl. de afstudeerfase).

2B.1.4 Organisatie van het onderwijsprogramma Het opleidingsprogramma Informatica kent een propedeutische fase van één jaar en een hoofdfase van drie jaren. Het derde studiejaar is een jaar waarin de stage wordt gedaan, het vierde studiejaar de afstudeeropdracht. (Zie pagina 44.)

2B.2

Onderwijseenheden per fase De propedeutische fase heeft als hoofdfuncties oriëntatie, basisvorming en selectie/verwijzing. Oriëntatie houdt in dat de propedeuse de student een goed inzicht moet verschaffen in de opleiding die hij gedurende 4 jaar volgt. Daarom moeten de leeractiviteiten van de student tijdens de propedeuse representatief zijn voor de gehele opleiding. Ook moet de student in het propedeusejaar een goede


28

indruk kunnen krijgen van het toekomstige werkveld, de actoren die er functioneren en hun onderlinge vervlechting. Als de student voldaan heeft aan de vereisten van de propedeutische fase (zie ook propedeuse- reglement) ontvangt hij een propedeutisch getuigschrift. Dit getuigschrift maakt toelating tot de hoofdfase van de opleiding mogelijk. Als de student de doelstellingen (kennis, vaardigheden, beroepshouding) van het onderwijsprogramma van de propedeuse bereikt heeft, is hij goed toegerust voor het met succes kunnen voortzetten van zijn opleiding in de hoofdfase. Aan het einde van het eerste studiejaar ontvangt de student op basis van zijn studieresultaten een positief of negatief studieadvies. Over zijn studievoortgang heeft de student dan al verschillende keren met zijn studiebegeleider gesproken, zodat hij in staat moet zijn om conclusies te trekken op basis van het uitgebrachte studieadvies en eventueel weten wat voor hem een goed alternatief zou zijn in geval van een negatief studieadvies. In het onderwijsprogramma van de hoofdfase vindt verdieping en verbreding plaats van de aspecten, die in het management van organisaties van de werkvelden, waarvoor de opleiding Informatica opleidt, van belang zijn. Van belang is daarbij ook de persoonlijke ontplooiing en vorming van de student, opdat hij ook maatschappelijk relevant actief kan zijn. In het tweede jaar wordt dan ook min of meer uitgegaan van de rollen/functies die een beroepsbeoefenaar Informatica in het werkveld kan vervullen. Het gaat hierbij om alle primaire processen, waarmee men in een toekomstige werksituatie in aanraking kan komen, respectievelijk dient aan te sturen. In het derde studiejaar staat de stage op het programma, een eerste oriëntatie in het bedrijfsleven. Tot slot in het 4e jaar de afstudeerstage. Als de student voldaan heeft aan de vereisten van de hoofdfase, verkrijgt hij het getuigschrift van de opleiding. Studiepunten onderwijsprogramma Per studiejaar kunnen credits worden verdiend. Een studiepunt vertegenwoordigt een studielast van 28 uur. De totale opleiding omvat dientengevolge 4 x 60 credits = 240 credits. De studiebelasting heeft betrekking op alle voorkomende onderwijsleeractiviteiten. Colleges, PGO-bijeenkomsten, zelfstudie, introductie, studiecoaching, werkveldoriëntatie, de toetsen, het maken van opdrachten, simulaties, cases enz. worden allemaal meegenomen in de berekening van de studiebelasting en daarmee samenhangend de vaststelling van de credits. De 60 credits per studiejaar worden verdeeld over de perioden in de vorm van bouwstenen (eenheden van 3, 6, 9, 12 of 15 credits).


29

Overzicht van de propedeuse Informatica (4 x 15 ec) Periode 1 Inleiding programmeren ( PHP ) (X)HTML / CSS Digital Graphic Design Studieloopbaanontwikkeling 1 Project: Professionele website Totaal

3 3 3 3 3 1 5

Periode 2 Programmeren met PHP Database Informatiemanagement Mondelinge Communicatie 1 Project: Stenden Support Desk Totaal

Periode 3 Inleiding Programmeren in Java Computernetwerken/Beheer Streaming video Project: SolarBot Schriftelijke Communicatieve vaardigheden 1 Totaal

Periode 4 Project Stenden Duurzaam Weerstation Inleiding C# Studieloopbaanontwikkeling 2 Totaal

3 3 3 3 3 1 5

3 3 3 3 3 1 5

9 3 3 1 5

Cum Laude afstuderen Het is mogelijk om cum laude af te studeren aan de opleiding Informatica als de volgende voorwaarden zijn vervuld: 1. De student moet elk periode behaald hebben met minimaal het cijfer 8 (= 80 % van de te scoren punten binnen een periode). Het cijfer 8 moet in beginsel in de eerste toetskans waar de student aan heeft deelgenomen zijn behaald. 2. De student moet een scriptie hebben geschreven die door de scriptiebegeleider en de stagecoördinator is beoordeeld met het cijfer 8 of hoger. 3. De student neemt het initiatief om de examencommissie te verzoeken een onderzoek in te stellen naar zijn wens om cum laude af te studeren. Dit verzoek dient vergezeld te gaan van een overzicht van de gemiddelde cijfers welke de student voor de perioden heeft


30

behaald. Dit verzoek dient uiterlijk 2 maanden voor de datum van afstuderen te worden ingediend bij de examencommissie.

2B.2.1 Onderwijsprogramma eerste studiejaar Het onderwijsprogramma voor de propedeuse Informatica bestaat uit een programma van 60 credits. Binnen dit programma kan op verschillende manieren getoetst worden: schriftelijk, mondeling, fysiek product, advies etc. Gedurende het eerste studiejaar zijn er meerdere studieweken gepland, die onder andere benut kunnen worden voor herkansingen. De studieweken kunnen door de studenten ook gebruikt worden voor overige onderwijsactiviteiten. Hierna volgt een opsomming van de bouwstenen voor het eerste jaar.

2B.2.2 Bouwsteenbeschrijvingen 2011-2012 Bouwsteen

Inleiding programmeren (PHP)

ProgRESS code Opleiding Omvang Bouwsteencoördinator Beschrijving

TPI.PHP1 Informatica / Propedeuse 3 ec / 84 sbu J. Pijpker / B. Meijerink In deze bouwsteen leer je de eerste beginselen van programmeren in PHP. Deze bouwsteen heeft een praktisch component en een theoretisch component. In het praktische gedeelte ga je aan de slag met het ontwikkelen van PHP-pagina’s. Dit zijn pagina’s die bestaan uit een mix vanHTML en PHP-code. De PHP-code wordt op de webserver uitgevoerd. PHP-pagina’s worden meestal gebruikt om dynamisch HTML-code aan te maken. In het theoretische gedeelte komen een aantal (eenvoudige) achtergronden van programmeren aan de orde. Na afloop van deze bouwsteen kun je: • een gegeven werkberoepssituatie analyseren • een traject opzetten voor het ontwikkelen van een eenvoudig PHP programma • zo efficiënt en duidelijk mogelijk een eenvoudig en correct programma in PHP maken Algemene kennis van de computer en MS Windows (op gebruikersniveau) zoals bijvoorbeeld op de Havo bij het vak informatiekunde aan de orde is geweest. In overleg met docent.

Doelstellingen

Voorkennis

Literatuur


31

Bouwsteen ProgRESS code Opleiding Omvang 3 ec / 84 sbu Bouwsteencoordinator Beschrijving

Doelstellingen

Voorkennis

Literatuur

Bouwsteen

(X)HTML / CSS

Informatica / Propedeuse J. Pijpker In deze bouwsteen ga je jezelf bekwamen in het ontwikkelen van eenvoudige websites met behulp van (X)HTML (Hypertext Markup Language) en CSS (Cascading Style Sheets). De kennis en vaardigheden die je hier opdoet zul je verder in de opleiding veel gebruiken. Na afloop van deze bouwsteen kun je: • het technisch ontwerp voor een eenvoudige professionele website maken • een eenvoudige professionele website realiseren volgens de (X)HTML standaard in combinatie met CSS • door middel van PHP een webformulier realiseren Algemene kennis van de computer en MS Windows (op gebruikersniveau) zoals bijvoorbeeld op de Havo bij het vak informatiekunde aan de orde is geweest. Castro, E. (2007). Snel op weg HTML, XHTML en CSS Berkeley, Californië: Pearson Education ISBN-10: 9043013633 ISBN-13: 978-9-043-01363-5 Digital Graphic Design 1


Informatica / Propedeuse 3 ec / 84 sbu Johan ten Brink In deze bouwsteen krijg je een inleiding in het Grafisch Vormgeven. De 5 basisprincipes van Grafisch Vormgeven worden behandeld, en je leert deze toepassen in het ontwerpen van een huisstijl. Tevens leer je een aantal basisvaardigheden in Adobe Photoshop en Illustrator. Doelstellingen Na afloop van de bouwsteen kun je: • de basiselementen van grafisch ontwerpen beschrijven en herkennen in voorbeelden uit de praktijk • de onderdelen van een bestaande huisstijl aanwijzen en kenschetsen • een eenvoudige huisstijl ontwikkelen en gereed maken voor implementatie in de interface van een website • zelfstandig nieuwe vaardigheden aanleren en trainen in de Adobe ontwerptools Photoshop en Illustrator ____________________________________________________________________________ Voorkennis Literatuur


Geen specifieke voorkennis vereist. Dabner, D. (2005). Grafisch Ontwerpen, het nieuwe handboek voor visuele communicatie. Librero. ISBN 90-5764-564-5

32

Bouwsteen

SLO 1 en 2 (StudieLoopbaanOntwikkeling)

ProgRESS code Opleidingen Omvang 3 ec / 84 sbu Caseverantwoordelijken Beschrijving

GSLB1 en GSLB2 Informatica / Technische Informatica / Propedeuse

Doelstellingen

Voorkennis Literatuur


Studieloopbaancoaches De onvoorspelbaarheid van zowel de levens- als de arbeidsloopbaan vraagt om het inrichten van leeromgevingen die jongeren in staat stellen hun mogelijkheden, kansen en wensen te herkennen en te benutten. Een kritische en nieuwsgierige houding is hierbij een vereiste. Jongeren moeten daarom loopbaancompetenties ontwikkelen. Na afloop van de bouwsteen: • heb je zicht op het curriculum, het opleidingsprofiel en het beroepsprofiel van de opleiding • weet je welke informatie je nodig hebt, kun je deze opsporen en voor jezelf evalueren en verwerken en deze op een correcte manier in een product verwerken • ben je in staat je eigen studie te plannen op een manier die aansluit bij je eigen leerstijl • kun je verantwoorden waarom je de studie- en beroepskeuze hebt gemaakt • heb je je beroepsbeeld verder ontwikkeld en zo nodig bijgesteld • heb je inzicht in de functie en mogelijkheden van Studie Loopbaan Coaching • kun je een POP en Portfolio samenstellen dat voldoet aan je leerbehoeften en de eisen van de opleiding en kun je deze goed beheren • ben je bereid tot, en zie je de waarde in van zelfreflectie en kan je hiervoor passende instrumenten kiezen en toepassen • kun je a.d.h.v. het Portfolio op inhouds- en procesniveau reflecteren op het ontwikkelings-proces binnen de studie Geen specifieke voorkennis vereist. Dankers-van der Spek, M. Studieloopbaanontwikkeling - beroepsgeschikt. Pearson Education Benelux. ISBN 978-90-430-1157-0

33

Bouwsteen ProgRESS code Opleiding Omvang Bouwsteencoördinator Beschrijving

Doelstellingen


Bouwsteen ProgRESS code : Opleiding Omvang 3 ec / 84 sbu Bouwsteencoordinator Beschrijving

Doelstellingen



Project Professionele website

Informatica / Propedeuse 3 ec / 84 sbu Raymond Blankestjin In deze bouwsteen wordt ingegaan op het vakgebied Webdesgin en alle zaken die daarbij komen kijken. Je gaat in projectvorm een website ontwikkelen die moet voldoen aan de wensen en eisen van de opdrachtgever. Na afloop van deze bouwsteen kun je: • een definitie geven van een project en aangeven wat de eigenschappen zijn van een project • een eenvoudig project organiseren • de onderdelen van een plan van aanpak opnoemen • de voor- en nadelen van het werken in een project benoemen • een “Look and feel” of “Mockup” ontwerp maken voor een website • een eenvoudig plan van aanpak maken • een website volgens de gestelde criteria maken De bouwstenen PHP1, HTML/CSS en DGD1. Grit, R. (2008). Projectmanagement. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. ISBN 978-90-01-80262-2

Programmeren met PHP

Informatica / Propedeuse J. Pijpker In deze bouwsteen gaan we verder met het programmeren in PHP. Hier wordt specifiek gekeken naar de koppeling PHP/Databases. De werkwijze zal gelijk zijn als bij de bouwsteen “Inleiding programmeren (PHP)”. Er zullen nieuwe facetten worden toegevoegd met meer diepgang. Aan het eind van deze bouwsteen kun je een webpagina maken welke werkt in combinatie met een database. Na afloop van deze bouwsteen kun je: • een gegeven werkberoepssituatie analyseren • een traject opzetten voor het ontwikkelen van een eenvoudig PHP programma • queries opstellen • gegevens bewerken in een database in combinatie met PHP • zo efficiënt en duidelijk mogelijk een eenvoudig en correct programma in PHP maken Inleiding programmeren (PHP) In overleg met docent

34

Bouwsteen ProgRESS code Opleiding Omvang 3 ec / 84 sbu Bouwsteencoördinator Beschrijving

Doelstellingen



Database

Informatica / Propedeuse Raymond Blankestijn In deze bouwsteen maken we kennis met de grondslagen van database systemen. Als uitgangspunt wordt hierbij gebruik gemaakt van relationele database systemen: dit zijn systemen, die gebaseerd zijn op het relationele gegevensmodel. Verder richt deze bouwsteen zich op het gebruik van de vraagtaal Structured Query Language (SQL) om databases aan te maken, te wijzigen en te benaderen. Na afloop van deze bouwsteen kun je: de volgende begrippen omschrijven en / of benoemen: • Een database en de globale architectuur van een database • De werking van een database management systeem • Alle begrippen uit het relationele model: attribuut, domein, tupel, relatie, kandidaat- sleutel, primaire sleutel en vreemde sleutel. Deze begrippen kunnen door de student verbonden worden met de begrippen uit de relationele databases: tabel, rij, kolom, primary key, foreign key, constraint • Integriteit van een database • De begrippen null-waarde, redundantie, functionele afhankelijkheid, normaliseren Voorts is de student in staat om: • De aard van relaties te classificeren; • Een genormaliseerd databaseontwerp te maken De volgende zaken te implementeren in SQL: • Aanmaken van een database (m.b.v. data definition language) • Mutaties (data manipulation language) • Queries (data retrieval language). Hierbij komen o.a. aan de orde: • Gebruik van functies; • Mogelijkheid tot groeperen; • Vereniging van tabellen (join). Geen specifieke voorkennis vereist. Kroenke, D.M. (2007). Beginselen, Ontwerp en Implementatie. Pearson Education Benelux. ISBN 978-90-43-01264-5

35


Informatiemanagement

Informatica / Propedeuse 3 ec / 84 sbu Raymond Blankestijn Met deze periode IM (Informatiemanagement) maak je kennis met organisaties, de wijze waarop organisaties met informatie omgaan en een introductie in informatiesystemen. Informatiesystemen zijn meestal gebaseerd op computerprogramma’s die gebruik maken van databases. Deze informatiesystemen, computerprogramma’s en databases moeten worden ontwikkeld, d.w.z. bedacht en gemaakt worden. We noemen dit systeemontwikkeling. Het ontwikkelen van (nieuwe) informatiesystemen is lastig. In het verleden zijn projecten op dit gebied vaak mislukt d.w.z. ze werden te duur, de oplevering was te laat of het systeem deed niet wat ervan verwacht werd. Er zijn methoden ontwikkeld om het mislukken van systeemontwikkeling te voorkomen. In deze bouwsteen wordt een methode behandeld (SDLC) volgens welke een nieuw te ontwikkelen informatiesysteem kan worden gemaakt.

Tenslotte komt het maken van een functioneel ontwerp (FO) van een nieuw te maken informatiesysteem aan de orde. Doelstellingen Na afloop van deze bouwsteen kun je: • Globaal inzicht geven in de informatieverzorging en de gegevensverwerking in organisaties • aangeven wat data, informatie en kennis is • aangeven wat een informatiesysteem is • aangeven uit welke fase SDLC bestaat en een omschrijving van elke fase geven • uitleggen wat de doelstellingen en de belangrijkste activiteiten in iedere SDLC-fase zijn • een functioneel ontwerp maken van een eenvoudig informatiesysteem Voorkennis Geen specifieke voorkennis vereist. ____________________________________________________________________________ Literatuur Bocij, P., Greasley, A., & Hickie, S. (2008). Business Information Systems. Technology, Development & Management. Pearson education Limited. ISBN: 9780273716624


36

Bouwsteen

Schriftelijke Communicatie 1



GSCO1 Informatica / Propedeuse 3 ec / 84 sbu mevr. T. Duursema Rapporten schrijven, goed citeren (plagiaat voorkomen), samenvatten, argumenteren: iedere HBO-er krijgt hier mee te maken. In deze bouwsteen wordt hier aandacht aan besteed. Je leert jezelf gepast schriftelijk uit te drukken en je gebruikt hiervoor IT faciliteiten. Je maakt complexe informatie schriftelijk duidelijk en je stuurt de juiste boodschap naar de juiste doelgroep via het juiste kanaal. Na afloop van de bouwsteen kun je: • bouwplannen gebruiken voor je schriftelijke communicatie • de passende structuur gebruiken bij doel en doelgroep • de passende stijl gebruiken bij doel en doelgroep • Argumenteren volgens de methode van Toulmin • informatie correct samenvatten • schrijven in de fases: bouwplan, eerste opzet, herschrijven, vorm geven • op de APA manier je bronnen in je schriftelijke communicatie vermelden Geen specifieke voorkennis vereist. Online zie bouwsteenboek.

Bouwsteen

Project Support Desk

Doelstellingen


Doelstellingen

Voorkennis


Informatica / Propedeuse 3 ec / 84 sbu Jan Hutten In deze bouwsteen komt naast de Front-end ook de Backend van een webapplicatie / website naar voren. Je leert om in een project een Incidentenregistratiesysteem te ontwikkelen. Met behulp van de bouwstenen “PHP”, “Databases” en “Informatiemanagement” wordt er een professioneel product ontwikkeld. Na afloop van deze bouwsteen kun je: • een Functioneel Ontwerp maken • een website realiseren met PHP en MySQL • een Functioneel Ontwerp omzetten in een informatiesysteem • een eenvoudige database realiseren • een planning in tijd maken • deelnemen aan een project • projectmatig werken in een projectgroep De student dient de bouwstenen “Inleiding PHP”, “(X)HTML/CSS” en “Digital Graphical Design” gevolgd te hebben. En moeten “Unleash your potential in PHP”, 37

Literatuur


Doelstellingen

“Databases” , “Schriftelijke communicatieve vaardigheden 1” en “Informatiemanagment” gevolgd worden of gevolgd hebben. Grit, R. (2008). Projectmanagement. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. ISBN 978-90-01-80262-2 Inleiding Programmeren in Java

Informatica / Propedeuse 3 ec Jeroen Pijpker In deze bouwsteen leer je de eerste beginselen van het (objectgeoriënteerd) programmeren in Java. Het programmeren van Java zal in ons geval hoofdzakelijk plaatsvinden in de ontwikkelomgeving BlueJ. Daarnaast zullen wij BlueJ gaan gebruiken in Netbeans wat je al kent van PHP. • De student toont aan dat hij/zij op de inhoudsgebieden, welke aan de orde komen in hoofdstuk 1 t/m 4 van het BleuJ boek, de verschillen / overeenkomsten kan aangeven tussen PHP en Java • De student toont aan dat hij/zij een casus object georiënteerd kan analyseren • De student toont aan dat hij/zij de voor- en nadelen kent en begrijpt van het werken met en denken in objecten • De student toont aan dat hij/zij een eenvoudig object georiënteerd programma kan maken • De student toont aan dat hij/zij kan omgaan met de Netbeans en BlueJ IDE • De student toont aan dat hij/zij gegeven (beknopte) UML diagrammen kan lezen en vertalen naar een concrete implementatie • De student toont aan dat hij/zij de mogelijkheden kent van moderne object georiënteerde talen zoals Java •



De student toont aan dat hij/zij een traject kan opzetten voor het ontwikkelen van een eenvoudig Java programma • De student toont aan dat hij/zij kan programmeren in Java; De student dient de PHP onderdelen uit de periode perioden 1 en 2 volledig gevolgd te hebben. Barnes, D. J. & Kölling, M. (2008). Objects First with java. A Practical Introduction using BlueJ. Pearson Education. ISBN: 978-0-13-606086-4

38


Doelstellingen

Voorkennis

Literatuur


Inleiding Computernetwerken

Informatica / Propedeuse 3 ec Bert Meijerink In deze bouwsteen leer je de eerste beginselen van computernetwerken. Deze bouwsteen heeft een praktisch component en een theoretisch component. In het praktische gedeelte zul je een eenvoudig (thuis)computernetwerk opbouwen. In het stadium daarna zul je nog een Windows 2008 server gaan opzetten. In het theoretische gedeelte komen een aantal (eenvoudige) achtergronden van computernetwerken aan de orde. • De student toont aan dat hij/zij op de inhoudsgebieden, welke aan de orde komen in boeken 1, 2 4 en 5 van het werkboek • De student toont aan dat hij/zij een eenvoudig thuisnetwerk kan analyseren, samenstellen en bouwen • De student toont aan dat hij/zij een Windows 2008 server kan analyseren, samenstellen en bouwen • De student toont aan dat hij/zij verschillende netwerken in een gebouw kunnen waarnemen en analyseren • De student toont aan dat hij/zij kan omgaan met het programma Netstumbler • De student toont aan dat hij/zij een traject kan opzetten voor het analyseren, samenstellen en opbouwen van een Windows 2008 server Algemene kennis van de computer en MS Windows (op gebruikersniveau) zoals bijvoorbeeld op de Havo bij het vak informatiekunde aan de orde is geweest. Lowe, D. (2008). Networking All-in-One- Desk Reference For Dummies. ISBN 978-0-470-17915-4 In overleg met docent.

39


Inleiding Flash

Informatica / Propedeuse 3 ec J. ten Brink Flash biedt de webontwikkelaar een krachtig instrument met uitgebreide mogelijkheden voor het ontwikkelen van “rich interactive content” voor websites. Met behulp van ActionScript 3 en de animatietechnieken kunnen krachtige toepassingen ontwikkeld worden voor user interfaces, games, presentaties, online advertenties (banners) en frontends voor bedrijfstoepassingen Flash biedt de multimediaontwikkelaar een complete ontwerpomgeving waarin professionele multimediaproducties kunnen worden gerealiseerd, zowel voor publicatie op het internet als voor (stand alone) DVD-presentaties Flash biedt de programmeur Actionscript 3.0, een krachtige object-georienteerde programmeertaal om interactiviteit aan het product toe te voegen Flash biedt de professional een worldwide online community voor kennisontwikkeling en kennisuitwisseling.

Doelstellingen



In deze bouwsteen leer je de basisconcepten en basisfuncties van Flash CS4 kennen, en leer je “hands on” de basisvaardigheden aan. Na afloop van deze bouwsteen kun je: • Werken met tekst en grafische elementen in het vectorgebaseerd tekenprogramma in Flash • Animaties maken in de vectoranimatiecomponent in Flash • Met ActionScript 3 interactiviteit toevoegen aan zijn product • Een kleine productie opzetten in Flash m.b.v. lagen, scenes, movieclips en Actionscript 3 • Flash als multimedia ontwerpomgeving gebruiken (d.w.z. beeld, geluid en video importeren en aan de eindgebruiker beschikbaar stellen in een interface) • Een eenvoudig interactief multimediaproduct ontwerpen en realiseren De student dient de bouwsteen “Digital Graphic Design” gevolgd te hebben. Adobe Press (2009). Adobe Flash CS4, Classroom in a book. Amsterdam: Pearson Education ISBN 978-90-430-1752-7

39

Bouwsteen

Mondelinge Communicatieve vaardigheden 1



GMOCO1 Informatica / Propedeuse 3 ec Mevr. T. Duursema Een HBO-er moet regelmatig presentaties verzorgen over projecten, producten, voortgang etc. In deze bouwsteen wordt ingegaan op effectief mondeling presenteren. Daarbij staan drie zaken centraal: het doel, het publiek en de hulpmiddelen. Na afloop van de bouwsteen kun je: • uitleggen wat de opbouw van een presentatie is; • een correcte presentatie schrijven, afstemmen op diverse doelgroepen en uitvoeren; • het eigen presentatiegedrag analyseren en eventueel bijsturen; • op juiste wijze gebruik maken van (audiovisuele) hulpmiddelen; • op een positieve manier evaluatieve feedback geven aan medestudenten. Geen specifieke voorkennis vereist. Niet van toepassing.

Bouwsteen

Project SolarBot

Doelstellingen

ProgRESS code Opleiding Omvang Bouwsteencoordinator Beschrijving

Informatica / Propedeuse 3 ec Bert Meijerink Het project Solar Bot behelst een Lego NXT robot welke in leven dient gehouden te worden. Het project bestaat uit een tweetal gedeelten. Het eerste en eenvoudigste (en zeer klein) gedeelte is een race tegen elkaar waarbij je de robot vanachter een PC bestuurd. Door deze race leer je wat ervaringen opdoen met parameters welke naar de robot gestuurd worden of welke vanaf de robot naar de ontvanger gestuurd worden.

Doelstellingen


Het belangrijkste is echter dat je een autonome robot moet gaan maken die zich zo lang mogelijk zelfstandig in leven houdt. • De student toont aan dat hij/zij een opdracht projectmatig kan aanpakken • De student toont aan dat hij/zij een projectplan kan maken • De student toont aan dat hij/zij een projectplanning kan maken

40

•

Literatuur

De student toont aan dat hij/zij opgedane kennis in aanvullende bouwstenen kan integreren in een project • De student toont aan dat hij/zij de opgedane program meerkennis om kan zetten naar een andere (technische) omgeving • De student toont aan dat hij/zij de niet opgedane kennis kan verwerven om een project tot een goed einde te brengen • De student toont aan dat hij/zij een probleem kan analyseren De student heeft de programmeerbouwstenen uit de eerste en tweede periode gehaald. De student heeft alle generieke bouwstenen uit de eerste en tweede periode gehaald. De student volgt actief de bouwstenen uit de derde periode en heeft in ieder geval alle opdrachten van deze bouwstenen afgetekend tot de startweek van het project Solarbot. -

Bouwsteen

Project Stenden Duurzaam WeerStation

Voorkennis


Informatica / Propedeuse 9 ec / 252 SBU Jeroen Pijpker In deze bouwsteen leer je om in een project een duurzaam weerstation te ontwikkelen. Met behulp van de bouwstenen uit de eerste drie perioden en C# uit deze periode wordt er een professioneel duurzaam weerstation ontwikkeld en de meetgegevens gepubliceerd op een professionele website.

Doelstellingen



Ieder student kiest één van de vier disciplines die er in dit project worden aangeboden. Je hebt keuze uit de onderdelen Technische Informatica, Software Engineering, ICT-Beheer en MultiMedia Design & Development. Een groep studenten bestaat minimaal uit 3 en maximaal uit 5 studenten. Als de groep voor een discipline te groot is dan wordt de groep opgesplitst, als een groep te klein is om geheel zelfstandig uit te voeren dan krijgt die groep ondersteuning van de betreffende vakdocent. Na afloop van de bouwsteen kun je: • interdisciplinair samenwerken • duurzaamheid toepassen in een ICT-project • een requirement analyse uitvoeren • zelf leerdoelen opstellen Voorgaande drie perioden. Nader te bepalen in overleg met docent.

41


Doelstellingen

Voorkennis

Literatuur


Inleiding C#

Informatica / Propedeuse 3 ec / 84 SBU Jeroen Pijpker In deze bouwsteen ga je aan de slag met de programmeertaal C#. De programmeertaal C# is een onderdeel van het .NET Framework van Microsoft. Wat vooral opvalt bij deze programmeertaal is de vergelijking met Java. Het programmeren van C# zal in ons geval hoofdzakelijk plaatsvinden in de ontwikkelomgeving Microsoft Visual Studio 2008. Na afloop van deze bouwsteen kun je: • een gegeven werkberoepssituatie analyseren • een traject opzetten voor het ontwikkelen van een C# programma • een eenvoudig object georiënteerd programma ontwikkelen aan de hand van voorgeschreven criteria • een programma ontwikkelen die gebruik maakt van meerdere threads De student dient de bouwsteen “Inleiding programmeren in Java” volledig gevolgd te hebben. De student dient aan de toetseisen te hebben voldaan die gelden voor de bouwsteen “Inleiding programmeren in Java” om deel te mogen nemen aan de bouwsteen “Programmeren in C#”. Allwork, J. C# 2008 and .NET Programming for Electronic Engineers. Elektor International Media BV. ISBN-10: 0-90-570581-5. ISBN-13: 978-0-905705-81-1.

42

CURRICULUM INFORMATICA OPLEIDINGEN STENDEN HOGESCHOOL Software Engineering Jaar 4

Periode 1

Periode 2

SC2

Kennismanagement

1

Periode 4

MAJOR 2

3 2

Periode 3

AFSTUDEREN

STAGE

MINOR 1

MINOR 2

OZ

JAVA2

XML

DHTML

ITSM

ENG

JAVA3

OS

PR5.1

PR5.1

PR5.2

AD

UID

TEST

OO1

SLB2

C#2

DB2

PR5.3

PR5.3

SLB1A

PHP1

XHTML

DGD1

PR1

MC1

PHP2

IM

DB1

PR2

SC1

JAVA1

CN1

FLASH

PR3

SLB1B

C#1

PR4

PR4

PR4

Technische Informatica Jaar 4

Periode 1

Periode 2

SC2

Periode 3

MAJOR 1

3

Periode 4

MAJOR 2

AFSTUDEREN

STAGE

MINOR 1

MINOR 2

2

OZ

JAVA2

XML

ES1

IT-SM

ENG

JAVA3

OS

PR5.1

PR5.1

PR5.2

AD

UID

ES2

OO1

SLB2

C#2

DB2

PR5.3

PR5.3

1

SLB1A

PHP1

XHTML

DGD1

PR1

MC1

PHP2

IM

DB1

PR2

SC1

JAVA1

CN1

FLASH

PR3

SLB1B

C#1

PR4

PR4

PR4

ICT-Beheer Jaar 4

Periode 1 SC2

Periode 2 Certified Ethical Hacking

3 2

1

Periode 3

Periode 4

MAJOR 2

AFSTUDEREN

STAGE

MINOR 1

MINOR 2

OZ

JAVA2

XML

ORG

ITSM

ENG

JAVA3

OS

PR5.1

PR5.1

PR5.2

IT-A1

UID

TEST

OO1

SLB2

ITA2

DB2

PR5.3

PR5.3

SLB1A

PHP1

XHTML

DGD1

PR1

MC1

PHP2

IM

DB1

PR2

SC1

JAVA1

CN1

FLASH

PR3

SLB1B

C#1

PR4

PR4

PR4

Multimedia Design & Development Jaar 4

Periode 1

Periode 2

SC2

Multimedia productie

3 2

1

Periode 3

Periode 4

MAJOR 2

AFSTUDEREN

STAGE

MINOR 1

MINOR 2

OZ

JAVA2

XML

DHTML

ITSM

ENG

JAVA3

OS

PR5.1

PR5.1

PR5.2

AD

UID

TEST

DGD2

SLB2

C#2

DB2

PR5.3

PR5.3

SLB1A

PHP1

XHTML

DGD1

PR1

MC1

PHP2

IM

DB1

PR2

SC1

JAVA1

CN1

FLASH

PR3

SLB1B

C#1

PR4

PR4

PR4

In elke periode worden 15 EC aangeboden.

SLB1

Studie loopbaan begeleiding 1 PHP1 Inleiding programmeren in PHP XHMTL (X)HTML en CSS DGD1 Digital Graphic Design 1 PR1 Project professionele Website OZ JAVA2 XML DHTML ORG DGD2 IT-SM ES1

Onderzoek JAVA 2 XML Dynamische HTML Management en organisatie Digital Graphic Design 2 IT-Servicemanagement Embedded Systems 1

Stage Major 1 SC2 Schriftelijke communicatie 2

MC1

Mondelinge communicatie 1 PHP2 Unleash your potential in PHP IM Informatie management DB1 Databases PR2 Project Stenden support desk ENG Engels JAVA2 JAVA 2 OS Operating systems PR5.1 Project (analyseren en adviseren)

SC1 JAVA1 CN1 PR3

Schriftelijke communicatie 1 JAVA 1 Computer netwerken 1 Project Solar bot

C# PR4

C# programmeren Project Weerstation

OO1

Object-georiënteerd ontwerpen IT-Architectuur 1 Testen Embedded Systems 2 User Interaction / Interface Design Capita Selecta Multimedia Algoritmen en datastructures Project (ontwerpen)

SLB2 DB2 IT-A2 C#2 ITIL2 PR5.3

Studieloopbaanbegeleiding 2 Database 2 IT-Architectuur 2 C# 2 ITIL2 Project (realiseren en beheren)

IT-A1 TEST ES2 UID CS AD

Stage Major 2

PR5.2 Minor 1 Afstuderen

Minor 2 Afstuderen

Curriculum AD ICT-Beheer Jaar

Periode 1

Periode 2

Periode 3

2

BEV.

ORG1

IT-A1

TEST

IT-SM

ENG

DB2

IT-A2

PR5

PR5

ORG2

1

SLB1A

PHP1

XHTML

DGD1

PR1

MC1

PHP2

IM

DB1

PR2

SC1

SLB1

Studie loopbaan begeleiding 1 PHP1 Inleiding programmeren in PHP XHMTL (X)HTML en CSS DGD1 Digital Graphic Design 1 PR1 Project professionele Website BEV. Beveiliging ORG1 Management en organisatie 1 IT-A1 IT-Architectuur 1 TEST Testen IT-SM IT-Servicemanagement

MC1 HP2 IM DB1 PR2

Mondelinge communicatie 1 Unleash your potential in PHP Informatie management Databases Project Stenden support desk

ENG Engels DB2 Database 2 IT-A2 IT-Architectuur 2 PR5 Project

Periode 4 Afstuderen

JAVA1

CN1

FLASH

SC1

SLB2 PR3

Schriftelijke communicatie 1 JAVA1 JAVA 1 CN1 Computer netwerken 1 PR3 Project Solar bot

C# CCD

ORG2

SLB2

Management en organisatie 2

PR4

SLB1B

Afstuderen C#1

PR4

PR4

C# programmeren Creatief en Conceptueel Denken Project Weerstation

Studieloopbaanbegeleiding 2

PR4

Algemene stagedoelstelling De student moet in complexe organisaties voldoende kunnen functioneren. Gelet op de grote mate van verscheidenheid in het aantal bedrijfstypen en/of instellingen waarin studenten hun stage lopen en mede gelet op het feit dat stagebieders in verschillende afdelingen van de stagebiedende organisatie een eigen beleid voeren ten aanzien van stages, dient men er rekening mee te houden dat de doelstellingen per stagiaire verschillend kunnen zijn. Voor specifiekere doelstellingen zie de stagehandleiding Informatica. Stagevoorbereiding 1. Ter voorbereiding op het stagekeuzeproces krijgen de studenten een sollicitatietraining. Zie hiervoor bij zelfmanagementactiviteiten elders in deze studiegids. 2. Bedrijfspresentaties maken een onderdeel uit van de stagevoorbereiding. De studenten krijgen in de loop van het studiejaar via een aantal op middagen geconcentreerde presentaties de gelegenheid nader kennis te maken met een aantal stagebedrijven. 3. In het derde studiejaar wordt algemene informatie gegeven over de afstudeerstage en het onderzoek dat verricht moet worden in verband met de afstudeeropdracht. 4. Er staat verder voor de voorbereiding van de keuzes een overzicht van het aanbod van (afstudeer)stageplaatsen op het Intranet van onze opleiding. Per jaar worden twee plenaire bijeenkomsten gehouden betreffende voorlichting en regelgeving. Deze worden als volgt ingeroosterd: 1. In oktober voor de groep die in februari op stage gaat. 2. In juni voor de groep die in september stage gaat. Aansluitend op deze algemene voorlichtingsbijeenkomst zijn er de verplichte stagegesprekken waar vraag en aanbod in direct overleg met de student in kaart worden gebracht. Hierbij geldt als regel dat de studenten zich tot één sollicitatie per keer dienen te beperken. Dat wil zeggen de lopende sollicitatie dient eerst volledig te zijn afgehandeld, alvorens met een nieuw bedrijf te starten. Beoordeling De stage wordt beoordeeld in een gesprek tussen stagedocent, stagebegeleider en student aan de hand van het stageverslag. Daarnaast zal een tweede beoordelaar de scriptie beoordelen. Ter wille van de studeerbaarheid van het onderwijsprogramma en de relatie met de vereisten van de zogenaamde „tempobeurs‟ kent het stagejaar twee perioden: namelijk voor stages startend in september loopt de eerste periode van 1 september tot 1 maart, en de tweede periode van 1 maart tot 1 september. Voor stages startend in maart loopt de eerste periode van 1 maart tot 1 september en de tweede periode van 1 september tot 1 maart. In het stagejaar krijgt de DEEL 2 | Informatica Studiegids | 2010-2011

46

student per periode maximaal 30 credits. Ook hier geldt een aparte regeling voor het MBO-traject.

2B.2.3 Onderwijsprogramma keuzeprogramma‟s In de eindfase van de opleiding wordt een keuzeprogramma aangeboden. De keuzeperioden heten minors. Het keuzeprogramma biedt de student de mogelijkheid zich te verdiepen in onderwerpen waar speciale interesse naar uitgaat. In plaats van het volgen van keuzeperioden die de instituten aanbieden, is het ook mogelijk een uitwisselingsprogramma te volgen aan een universiteit of hogeschool in het buitenland. De opleiding Informatica biedt onder andere de minor Gaming aan. Voor uitgebreide informatie over de uitwisselingsprogramma‟s en de Grand Tour wordt verwezen naar Bureau Internationalisering, en naar de desbetreffende coördinatoren.

2B.2.4 Algemene studiepunten, vrije studiepunten Opleidingsactiviteiten kunnen gehonoreerd worden met vrije studiepunten. Het verdienen van studiepunten voor opleidingsactiviteiten kan op vele verschillende manieren gebeuren. Hiervoor geldt een aantal criteria: 1. Er dient sprake te zijn van een inzet ten behoeve van de opleiding. 2. De activiteit wordt besproken met de teamleider Informatica. 3. Lidmaatschap Opleidingscommissie Inlichtingen: bij de opleidingscoördinator. Studenten en medewerkers kunnen te allen tijde zelf schriftelijk voorstellen indienen bij de studieloopbaancoach. Deze zal dan per ingediende aanvraag bekijken of men in aanmerking kan komen voor het behalen van vrije studiepunten door deze projecten.


47

2C

Studievorderingsbeleid

2C.1

Examencommissies/Opleidingscommissies De examencommissie De technische opleidingen hebben een gemeenschappelijke examencommissie. De taken en bevoegdheden van deze examencommissie zijn neergelegd in het examenreglement en in de periodetentamenregeling van de opleiding Informatica. Aanvragen voor de examencommissie dienen twee werkdagen voor de vergaderdatum van de examencommissie in het bezit van de secretaris te zijn. De aanvragen moeten zijn voorzien van een duidelijke motivering. De formulieren zijn te verkrijgen bij Istudy.

2C.1.1 Vergaderrooster examencommissie 2011/2012 Op elke laatste donderdag van de maand vergadert de examencommissie.

2C.1.2 Opleidingscommissie De opleiding Informatica kent een Opleidingscommissie. De hoofdtaak van deze commissie is het adviseren van het management van de opleiding met betrekking tot onderwijsbeleid, onderwijsvernieuwing en onderwijsorganisatie. De opleidingscommissie bestaat uit studenten en medewerkers.

2C.2

Toelatingsbeleid

2C.2.1 Vooropleidingseisen In de WHW staat de vooropleidingseis aangegeven in hoofdstuk 7. Voor de inschrijving aan de opleiding Informatica geldt als vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (VWO), hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO) of middelbaar beroepsonderwijs niveau 4. Voor Havo profielen tot augustus 2011 geldt: Alle profielen zijn toelaatbaar. Dit geldt ook voor de VWO-profielen.


48

2C.3

Vrijstellingen Mocht een student van mening zijn dat hij in aanmerking kan komen voor een vrijstelling dan geldt de volgende procedure:

2C.3.1 Procedure voor de aanvraag van periodevrijstellingen, anders dan de standaard vrijstelling in deze paragraaf beschreven 1. Het initiatief tot het verkrijgen van een vrijstelling berust bij de student. 2. De vrijstelling voor een bepaald periode is alleen dan geldig wanneer de aanvraag ervan bij de teamleider van de opleiding binnen komt voordat de periode voor de eerste keer plaatsvindt. Vrijstellingen die in de loop van de periode worden aangevraagd, worden niet gehonoreerd. 3. De aanvraag wordt vooraf eerst door de student met de coördinator van het desbetreffende periode voor akkoord besproken, waarna deze dan een brief moet opstellen met daarin zijn besluit. 4. Verzoeken om vrijstelling (anders dan de standaard vrijstelling in deze paragraaf beschreven) moeten altijd via de Examencommissie worden aangevraagd. 5. Een verzoek om vervroegde plaatsing in een tweedejaars, dan wel 3e-jaars periode moet door de student zelf gedaan worden aan de onder punt 4 van dit artikel genoemde persoon.

2C.3.2 Vrijstellingregeling voor niet door de examencommissie als „verwant‟ aangemerkte MBO-opleidingen (lang, niveau 4) vanaf cohort 2005 Voor studenten met een bepaalde voltooide MBO-opleiding, die niet door de examencommissie is aangemerkt als „verwant‟, niveau 4 geldt de volgende vrijstellingsregeling: 1. De vrijstellingen zijn niet verplicht. Iedere student heeft recht op het volgen van het volledige programma. 2. Je kunt voor maximaal 1 jaar aan vrijstellingen krijgen. Je mag echter ook gedeeltelijk vrijstellingen aanvragen, om toch bijvoorbeeld nog 1 keuzeperiode of een langere stage te lopen. 3. Je moet in de loop van het eerste studiejaar (maar in geen geval voor periode 1) een afspraak voor een gesprek maken met de teamleider. In dit gesprek kun je aangeven van welke vrijstellingen jij gebruik zou willen maken. Aanvraag moet geschieden bij de examencommissie. 4. Neem een gewaarmerkte kopie van je diploma met cijferlijst mee, anders kan de aanvraag niet in behandeling worden genomen.


49

2C.3.3 Vrijstelling op grond van propedeutisch getuigschrift. De bezitter van een getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch of afsluitend examen aan een instelling van hoger onderwijs is vrijgesteld van de onder 2C2.1 genoemde algemene vooropleidingseisen. Wel moet voldaan worden aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd onder 2C 2.2.

2C.3.4 Vrijstelling op grond van toelatingsonderzoek Personen van 21 jaar en ouder die niet voldoen aan de gestelde vooropleidingseis kunnen worden toegelaten indien zij hebben voldaan aan een door de opleiding vastgesteld toelatingsexamen (21+ toets en intakegesprek).

2C.4

Verkorte studietrajecten Toegang tot de hoofdfase 1. Voor de inschrijving in de hoofdfase geldt als eis het bezit van het propedeutisch getuigschrift van de opleiding Informatica. 1. Studenten die voldaan hebben aan de norm van het bindend studieadvies dat geldt aan het einde van het eerste jaar van inschrijving, hebben gedurende hun tweede jaar van inschrijving, toegang tot onderdelen van de hoofdfase. Zie ook 2A.8 Studieadvies. 2. Studenten die in afwijking van het bovenstaande in de hoofdfase willen worden ingeschreven dan wel tentamens van de hoofdfase willen afleggen, moeten hiervoor een schriftelijk verzoek indienen bij de examencommissie.

2C.5

Jaartoetsrooster Toetsdata voor de reguliere perioden worden gepubliceerd op intranet.

2C.6

Praktijk- en stagebeleid

2C.6.1 Functie en doelen van de praktische vorming Voor de opleiding Informatica is de integratie van theorie en praktijk een van de belangrijkste uitgangspunten van het onderwijsbeleid. De student wordt daardoor beter voorbereid op de beroepsuitoefening. Belangrijk uitgangspunt daarbij is dat het onderwijsprogramma niet disciplinair is opgebouwd, maar thematisch. De thema‟s van de semesters en de perioden zijn daarbij gerelateerd aan de toekomstige


50

beroepspraktijk van de studenten. Ook de keuze voor probleemgestuurd onderwijs draagt bij aan de integratie van theorie en praktijk, doordat de studenten voortdurend geconfronteerd worden met problemen vanuit het werkveld waarvoor zij opgeleid worden. De praktische vorming in de opleiding stelt de student in staat kennis, inzicht en vaardigheden met betrekking tot de beroepsuitoefening in het betreffende werkveld op te doen. De student verwerft ook inzicht in de sociale, maatschappelijke en (inter)-culturele situaties die samenhangen met de bedrijven in het werkveld en ontwikkelt een persoonlijke beroepshouding.

2C.6.2 Duur en studiebelasting In het onderwijsprogramma kan plaats ingeruimd worden voor interne en externe leerbedrijven. Daarnaast wordt er veel tijd uitgetrokken voor werkveldoriëntatie en de stage. Een vierde deel van het onderwijsprogramma van elke opleiding is bestemd voor de stage. Integraal onderdeel van de stage is de afstudeeropdracht die in veel gevallen uit het stagebedrijf afkomstig is. In het onderwijsprogramma is ook ruimte aanwezig voor excursies en gastcolleges die verzorgd worden door mensen uit het bedrijfsleven.

2C.6.3 Organisatie van de praktische vorming Bijna alle onderdelen van de praktische vorming van studenten zijn verplicht. Afhankelijk van de vooropleiding is voor een beperkt deel van de praktische vorming een vrijstelling mogelijk, bijvoorbeeld voor het onderdeel stage.

2C.6.4 Begeleiding en beoordeling Bij alle onderdelen van de praktische vorming die deel uitmaken van het reguliere onderwijsprogramma van de opleiding is de begeleiding en beoordeling in handen van docenten. Daarnaast is bij de stage ook sprake van een stagebegeleider vanuit het stagebedrijf zelf. Hoe de beoordeling geregeld is staat elders in de studiegids aangegeven bij de desbetreffende onderdelen van de opleiding. De beoordeling vindt plaats conform de criteria zoals die vermeld worden in de bouwsteen- boeken, en het examenreglement van de opleiding. Specifieke beoordelingscriteria zijn opgenomen in de desbetreffende periodeboeken en in de stagehandleiding.


51

2C.6.5 Scriptie/afstudeerwerkstuk In het 4e leerjaar wordt tijdens de afstudeerstage een scriptie geschreven. Beoordelingseisen qua vormgeving en inhoud voor het afstudeerverslag en de afstudeeropdracht staan vermeld in de afstudeerhandleiding.

2C.7

Toekenning en verwerking van credits In het onderwijsprogramma worden voor verschillende onderwijsactiviteiten credits toegekend. Naast elk periodetentamen waarvoor de student geslaagd is kent het onderwijsprogramma nog een aantal overige onderwijsactiviteiten zoals werkveldoriëntatie, opleidingsactiviteiten, zelfmanagementactiviteiten en de schrijfopdracht, de stage en de afstudeeropdracht. Voor het toekennen en verwerken van de credits van met name de hierboven genoemde overige onderwijsactiviteiten geldt de hieronder vermelde procedure. 1. De studiepuntenadministratie wordt bijgehouden door de medewerker die de credits toekent voor een bepaalde activiteit. 2. Als een dergelijke activiteit naar het oordeel van de medewerker naar behoren is uitgevoerd geeft de medewerker, die de credits toekent, deze door aan Istudy medewerker. Hiervoor zijn standaardformulieren te verkrijgen bij Istudy. De voortgang van de studie kan worden gevolgd in Progress.

2C.8

Studiecoaching/trajectbegeleiding De studenten hebben een studieloopbaancoach. Deze begeleidt hem/haar gedurende het eerste en tweede studiejaar. Centraal in deze begeleiding staat de zelfreflectie en –evaluatie. Het toekomstige werkveld vraagt niet alleen kennis, maar vindt ook de vaardigheid van het eigen handelen aan een kritisch onderzoek te onderwerpen noodzakelijk. Het leren reflecteren op het eigen, „professionele‟ gedrag komt tijdens van tevoren geplande en voorbereide gesprekken met de studiecoach aan de orde. Dit onderdeel van de begeleiding valt onder Zelfmanagementactiviteiten. Tevens kunnen studenten met problemen zich in eerste instantie tot hun studiecoach wenden.

2C.8.1 Opzet van de studieloopbaancoaching In de propedeuse vindt een drietal gesprekken tussen de studieloopbaancoach en de student plaats: een kennismakingsgesprek


52

in het eerste periode, een voortgangsgesprek (voor 1 februari) na het eerste semester en een overgangsgesprek in de laatste fase van het tweede semester. In de gesprekken tijdens de propedeuse staan centraal: 1. Overgang van de vooropleiding naar het HBO en het onderwijssysteem van de opleiding. 2. Studievaardigheid, houding t.o.v. de studie en studierendement. 3. Werken in de onderwijsgroep. 4. Studiekeus en overgang naar de postpropedeutische fase. 5. Persoonlijk functioneren. 6. Inrichting en organisatie van het onderwijs. 7. Het bindend studieadvies m.b.t. het behalen van minimaal 40 (van de in totaal 60) credits aan het einde van het eerste jaar. In 1. 2. 3. 4.

de gesprekken tijdens de hoofdfase staan centraal: Individuele ontwikkeling gedurende de studie. Loopbaanplanning. Voorbereiden van de keuze voor een stageplaats. Het bindend studieadvies m.b.t. het behalen van de propedeuse (d.w.z. dus alle 60 credits van dat jaar) aan het eind van het tweede jaar.

Als eerstelijns opvang geeft de studiecoach in voorkomende gevallen: 1. Advies bij problemen van algemene aard die de studievoortgang belemmeren. 2. Advies bij persoonlijke omstandigheden en ziekte. De studiecoach kan de student doorverwijzen naar de hogeschooldecaan. Studenten worden dringend verzocht met de hogeschooldecaan contact op te nemen: 1. Wanneer zij door langdurige ziekte of andere persoonlijke problemen in hun studievoorgang belemmerd worden. 2. Wanneer zij van plan zijn de opleiding voortijdig te verlaten, zodat er een exitgesprek kan plaatsvinden. 3. Wanneer zij problemen met hun studiecoach hebben.


53

2D

De tentamenregeling Informatica 2011/2012 Het examenreglement, het protocol toetscondities en het protocol plagiaat zijn te vinden in het Studentenstatuut, deel I. Het doel van de onderwijs- en examenregeling is het regelen van de algemene gang van zaken betreffende de periodetentamens teneinde de studievoortgang van de student te kunnen vaststellen en/of te kunnen vaststellen of studenten kunnen worden toegelaten tot de hoofdfase en de afstudeerfase van de opleiding. De leden van de artikelen zijn een verbijzondering van het desbetreffende artikel in het examenreglement. In deze onderwijs- en examenregeling wordt verstaan onder: a.

de deskundige

de deskundige, als bedoeld in artikel 7.12 van de WHW

b.

het case-onderdeel

een onderdeel van een onderwijseenheid

c.

de beoordeling

het resultaat dat wordt behaald voor een deeltentamen van een case-onderdeel

d.

de eindbeoordeling

het resultaat dat wordt behaald voor een onderwijseenheid

e.

de examinandus

de aan de hogeschool tot een opleiding toegelaten en ingeschreven student of extraneus

f.

examinator

ten behoeve van het afnemen van tentamens door de examencommissie aangewezen leden van het personeel die met het verzorgen van het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid zijn belast, alsmede Deskundigen van buiten de instelling als bedoeld in artikel 7.12instelling WHW. als bedoeld in artikel 7.12 WHW de

g. h.

techniek T studiepunt

Instituut Techniek, te weten de opleidingen Informatica, Life Science en Werktuigbouwkunde punt toegekend na het met goed gevolg afleggen van een (deel van een) onderwijseenheid, overkomend met een studielast van 28 studiebelastingsuren. 1 studiepunt is gelijk aan 1 EC.

2.

Examencommissie 2.1

2.2 2.3

Het instellingsbestuur benoemt de leden van de examencommissie uit de leden van het personeel die met het verzorgen van het onderwijs binnen Techniek zijn belast. De examencommissie wordt in het begin van het studiejaar benoemd. De examencommissie wijst uit haar midden een voorzitter en secretaris aan. De examencommissie wijst examinatoren aan die zijn belast met het afnemen van de (deel)tentamens.


54

3.

Inhoud van het examen 3.1 Het examen heeft betrekking op de onderwijseenheden, zoals omschreven is in de bijlagen. Daarin is tevens aangegeven welke onderwijseenheden met goed gevolg moeten zijn afgesloten, voordat de examinandi worden toegelaten tot de onderwijseenheden stage en afstuderen.

4.

Inrichting van het examen 4.1

4.2

4.3

4.4

4.5 4.6

4.7

4.8

Voor iedere (deel)tentamenperiode worden plaats en tijdstip van de (deel)tentamens minimaal 7 dagen van te voren bekend gemaakt. Deelname aan een tentamen is alleen mogelijk wanneer men zich daarvoor ingeschreven heeft. Studenten worden tijdens een gelimiteerde inschrijvingstermijn in de gelegenheid gesteld hun inschrijving vooraf te controleren. Studenten die niet op de definitieve, gecontroleerde inschrijvingslijst voorkomen worden niet tot het tentamen toegelaten. Voor ieder (deel)tentamen dient de examinandus zelf te zorgen voor schrijfmateriaal, en (wanneer toegestaan) rekenmachine en/of andere hulpmiddelen. In rekenmachines mogen in het interne geheugen uitsluitend formules worden opgeslagen en geen teksten. Slechts indien dat uitdrukkelijk, door vermelding op het voorblad, is toegestaan mag men tijdens een (deel)tentamen gebruik maken van: 1. Studieboeken. 2. Tabellenboeken, wetboeken en dergelijke (hierin mogen geen aantekeningen staan). Het gebruik van vertaalcomputers is niet toegestaan. Voor allochtone studenten is, in de opleidingen waar Nederlands de voertaal is, het gebruik van een tweetalig, papieren woordenboek toegestaan, uitsluitend tijdens examens die deel uit maken van de propedeuse. Voor studenten die Engelstalige opleidingen volgen, is altijd een tweetalig woordenboek (Engels - moedertaal en/of moedertaal - Engels) toegestaan. Men mag uitsluitend van door de school verstrekt papier gebruik maken. Alle uitgereikte papieren, met uitzondering van kladpapier, dienen na afloop van het (deel) tentamen te worden ingeleverd. Er dient tenminste één vel papier, voorzien van naam en klas, te worden ingeleverd. De (deel)tentamenopgaven dienen ook te worden ingeleverd, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven. Alleen uitwerkingen op het verstrekte uitwerkingenpapier worden beoordeeld. Uitwerkingen op het kladpapier worden nooit in de beoordeling betrokken. Uitwerkingen dienen met een pen geschreven te zijn, tenzij


55

op het voorblad van het tentamen uitdrukkelijk een andere instructie wordt gegeven. 4.9 Alle uitwerkingbladen dienen voorzien te zijn van naam, studentnummer, vak en naam examinator (docent). Een examinandus dient uitwerkingbladen tijdens het (deel) tentamen en na afloop van het (deel)tentamen zo neer te leggen dat deze voor andere examinandi onleesbaar zijn. 4.10 Voordat aan het (deel)tentamen wordt begonnen dient de examinandus de aanwijzingen op het voorblad goed te lezen. Het opgavenblad mag pas na het officiële begin van het (deel)tentamen geopend worden. 4.11 Tijdens de (deel)tentamens mogen de examinandi de zaal niet verlaten met de bedoeling om ter voortzetting van het (deel)tentamen daarin terug te keren, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de surveillant. 4.12 Indien een examinandus te laat is bij een (deel)tentamen, kan hij/zij alleen in zeer bijzondere omstandigheden met toestemming van de opleidingscoördinator worden toegelaten. Te laat aanwezig zijn geeft geen recht op verlenging van de (deel)tentamenduur. 4.13 Tijdens het (deel)tentamen is stilte geboden; het is niet toegestaan dat examinandi elkaars werk bekijken, met elkaar praten of anderszins activiteiten ontplooien die als storend of frauduleus kunnen worden aangemerkt. Het is niet geoorloofd iets van elkaar te lenen en mobiele communicatieapparatuur ingeschakeld te hebben of te gebruiken. 4.14 Als door een surveillant fraude wordt geconstateerd wordt dit ter plekke genoteerd op het protocol en getekend door de surveillanten. 4.15 Elke fraude of poging daartoe leidt tot: 1. het innemen van het (deel)tentamenwerk en eventueel ander bewijsmateriaal. 2. verwijdering van de betreffende examinandus uit de tentamenzaal. 3. om aan te geven dat de betreffende tentamenkans is verbruikt, wordt hiervoor in Progress een 1.0 ingevuld. 4.16 De examinandus dient bij het begin van de (deel)tentamenzitting de presentielijst te tekenen en zich te kunnen legitimeren met een geldige collegekaart (met pasfoto). Het niet tekenen van de presentielijst zal tot gevolg hebben dat voor het (deel) tentamen het cijfer 1.0 wordt toegekend. 4.17 De standaard tijdsduur van een schriftelijke zitting is 90 minuten. Uitzonderingen worden op het (deel)tentamenrooster aan gegeven. 4.18 Onderbreking Bij noodgedwongen onderbreking (bijvoorbeeld door brandalarm) van een (deel)tentamen beslist de voorzitter van de examencommissie, de examinator en de eventueel


56

aanwezige toezichthouders gehoord hebbende, of het (deel)tentamen kan worden afgesloten, moet worden voortgezet of nogmaals moet worden afgenomen.

5.

Vaststelling eindcijfers, uitslag 5.1

Onderwijseenheden

5.1.1 Voor tentamens worden eindcijfers gegeven van 1 tot en met 10 met de volgende betekenis: 1 = zeer slecht 2 = slecht 3 = zeer onvoldoend 4 = onvoldoende 5 = bijna voldoende 6 = voldoende 7 = ruim voldoende 8 = goed 9 = zeer goed 10 = uitmuntend 5.1.2 Onderwijseenheden die niet met een cijfer worden beoordeeld, worden met de volgende schaal beoordeeld: O = Onvoldoende V = Voldoende G = Goed U = Uitstekend 6.

Overige bepalingen 6.1

Personen, zoals bedoeld in artikel 20 van het algemene gedeelte van de onderwijs - en examenregeling, kunnen worden vrijgesteld op basis van een vooropleidingonderzoek, waaruit voldoende algemene ontwikkeling, geschiktheid voor de opleiding en voldoende kennis van de Nederlandse taal voor het met succes kunnen volgen van het onderwijs blijkt. 1. Met betrekking tot het geschiktheidonderzoek kan gebruik worden gemaakt van de aanwijzingen gegeven door instanties als het NUFFIC. 2. Het kennisniveau van de Nederlandse taal kan afgemeten worden aan de niveaus die door het CITO worden aangegeven in het kader van de cursussen voor anderstaligen (NT2 - niveau 4). 3. Duitse studenten kunnen toegelaten worden wanneer zij toelaatbaar zijn en wanneer zij deelnemen aan de cursus Nederlands voor Duitstalige studenten.


57

6.2

4. Anderstaligen voor de Engelse opleidingen kunnen na onderzoek worden toegelaten mits zij minimaal een IELTS-score van 6.0 hebben. Beroepsprocedure binnen de opleidingen Deze beroepsprocedure handelt over zaken die in de ogen van de examinandi geleid hebben tot een onjuiste beoordeling. Examinandi dienen tijdens de inzage van het (deel)tentamen contact op te nemen met de betrokken examinatoren. Indien hieruit overeenstemming ontstaat, waarbij de beoordeling gewijzigd wordt, dienen de examinatoren deze wijziging aan de voorzitter van de examencommissie ter goedkeuring voor te leggen. Indien er geen overeenstemming tussen de betrokkenen ontstaat, kunnen de examinandi, binnen 10 werkdagen na de inzage, de voorzitter van de examencommissie verzoeken een beroepsprocedure in gang te zetten; de voorzitter van de examencommissie voldoet aan dit verzoek. 1. Deze beroepsprocedure verloopt achtereenvolgens als volgt: 1. De voorzitter van de examencommissie stelt een commissie in, die als volgt is samengesteld: 2. Eén examinator, aan te wijzen door de betrokken vakexaminator (één stem); 3. Eén examinator aan te wijzen door de examinandus (één stem); 4. De voorzitter van de examencommissie (één stem). 2. De examinandi stellen een beroepsschrift op waaruit blijkt waarom zij van mening zijn dat een onjuiste beoordeling is vastgesteld; zij geven dit aan de voorzitter van de examencommissie en aan de betrokken examinatoren. 3. De betrokken examinatoren stellen vervolgens hun argumenten op schrift en overhandigen deze aan de voorzitter van de examencommissie en aan de examinandi. 4. De voorzitter van de examencommissie hoort daarna in ieder geval nog de examinandi en indien hij dit nodig acht, ook nog de examinatoren. 5. De commissie doet tenslotte een uitspraak waaruit blijkt of het beroep van de examinandi gegrond of ongegrond wordt verklaard. De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen. 6. Wordt het beroep gegrond verklaard, dan dienen de examinatoren de desbetreffende beoordeling te herzien. 7. Examinandi kunnen bij het College van Beroep van de Stenden Hogeschool in beroep gaan indien de beroepsmogelijkheden van dit artikel niet het door hen gewenste resultaat heeft opgeleverd.


58

6.3

6.4

7.

Deze examenregeling kan worden aangehaald als “Onderwijs- en Examenregeling Techniek 2011 van Stenden Hogeschool”. In gevallen, waarin dit besluit niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de voorzitter van de examencommissie of diens vervanger.

Fraude 7.1

7.2

7.3

7.4

7.5

7.6

Indien bij het inleveren van een groepsopdracht fraude geconstateerd wordt, wordt (worden) degene(n) die verantwoordelijk zijn voor het inleveren van de opdracht uitgesloten van verdere deelname aan de betreffende (deel)onderwijseenheid en uit de groep verwijderd. Onder fraude wordt in dit verband onder meer verstaan: de overname van de uitwerking van een andere groep uit hetzelfde of een voorgaand studiejaar of de onbewerkte overname zonder bronvermelding van informatie uit een andere bron (bijvoorbeeld Internet). Bij herhaling van deze vorm van fraude door de zelfde student(en) wordt (worden) de verantwoordelijke student(en) uitgesloten voor een periode van deelname aan het onderdeel, waarin de fraude voor de laatste keer geconstateerd is. De uitsluiting bedraagt maximaal 12 maanden en duurt tot uiterlijk het startmoment van hetzelfde onderdeel in het eerstvolgende studiejaar. De groep is als groep verantwoordelijk voor de groepsopdrachten. Uit de notulen moet blijken dat de groep de opdrachten inhoudelijk heeft besproken. Indien na inlevering van de opdracht fraude wordt geconstateerd en duidelijk blijkt dat de groep de ingeleverde opdracht niet naar behoren heeft gecontroleerd en/of besproken, dan wel dat het ook de groep duidelijk kon zijn dat het hier niet om een zelf gemaakte opdracht ging, wordt de opdracht met een onvoldoende beoordeeld, respectievelijk geacht niet te zijn ingeleverd. Indien de overige leden van de groep redelijkerwijs niets te verwijten valt, moet de groep een nieuwe (zelf gemaakte!) uitwerking van de opdracht inleveren, binnen de door de docent gestelde termijn. Signalering van onregelmatigheden zoals genoemd in bovenstaande artikelen vindt plaats door de tutor en/of de vakdocent, die het vermoeden van fraude melden aan de opleidingscoördinator. De opleidingscoördinator hoort de tutor en/of de vakdocent alsmede de student(en). Indien de opleidingscoördinator het vermoeden van fraude bevestigd denkt te zien, meldt hij dit aan de examencommissie die eventueel de in 7.1 en 7.2 vermelde sancties oplegt.


59

BIJLAGE Aanvraagprocedures Vrijstellingen De examencommissie kan op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek een examinandus vrijstelling verlenen van het afleggen van één of meer (deel)onderwijseenheden op grond van een reeds door hem behaalde akte, getuigschrift, diploma of ander geschrift waaruit blijkt dat de examinandus reeds aan de vereisten van het betreffende (deel)onderwijseenheid heeft voldaan. Examinandi die hiervoor in aanmerking wensen te komen moeten een schriftelijke aanvraag indienen bij de secretaris van de examencommissie. Examinandi met tenminste één jaar relevante stage- dan wel werkervaring op minimaal MBO-niveau kunnen in aanmerking komen voor vrijstelling van de stage. Dit geldt ook voor diegenen die in het bezit zijn van een MBO-diploma, inclusief de stage. Examinandi die hiervoor in aanmerking wensen te komen moeten hiervoor een schriftelijke aanvraag indienen bij de secretaris van de examencommissie. Daarbij moeten stukken bijgevoegd worden waaruit deze relevante stage- dan wel werkervaring en de verworven competenties blijken. Aanvraagformulieren zijn te verkrijgen bij Istudy. Examen Propedeuse Studenten die 60 studiepunten (inclusief vrijstellingen) in de propedeuse hebben behaald kunnen zich schriftelijk aanmelden bij de secretaris van de examencommissie voor uitreiking van het getuigschrift Propedeuse. De data voor uitreiking staan vermeld in de jaarplanning. Aanvraagformulieren zijn te verkrijgen bij Istudy. Toelating tot stageperiodes, afstudeeropdracht Studenten moeten een schriftelijke aanvraag indienen bij de secretaris van de examencommissie om toegelaten te worden tot de stage of de afstudeeropdracht. Voor de toelatingseisen wordt verwezen naar de bijlagen. Aanvraagformulieren zijn te verkrijgen bij Istudy. Keuzepakketten De keuze van de onderdelen binnen een zogenaamde keuzeonderwijseenheid moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de examencommissie. Studenten moeten hiertoe een schriftelijke aanvraag indienen bij de secretaris van de examencommissie. Aanvraagformulieren zijn te verkrijgen bij Istudy.


60

Eindexamen Studenten die 180 studiepunten van de hoofdfase hebben behaald kunnen zich schriftelijk aanmelden bij de secretaris van de examencommissie voor uitreiking van het getuigschrift behorend bij het afsluitend examen. De data voor uitreiking staan vermeld in de jaarplanning. Aanvraagformulieren zijn te verkrijgen bij Istudy.

Toelatingseisen stage en afstuderen Informatica: 1. Stage:

Om toegelaten te worden tot onderwijseenheid “stage” dient men op de propedeuse en tenminste 48 studiepunten (1320 SBU) uit de onderwijseenheden van de postpropedeuse behaald te hebben.

2. Afstudeeropdracht: Om toegelaten te worden tot de onderwijseenheid “afstudeeropdracht” dient men tenminste 136 studiepunten (3808 SBU) behaald te hebben uit de onderwijseenheden van de postpropedeuse en de stage met een voldoende te hebben afgesloten.


61

3 3.0

Voorzieningen voor Studenten Algemeen Support Office locatie Emmen: coördinator mevrouw Alie Zwiers.

3.1

Informatievoorzieningen Informatie krijg je binnen Stenden via verschillende communicatiemiddelen. Het studentenstatuut en de studiegids maken deel uit van deze middelen. Ook de opleiding communiceert veel met de studenten. Stenden gebruikt voor algemene mededelingen de volgende media 1. Intranet www.istenden.com 2. E-mail. 3. Magazine‟Go‟. 4. Announcements: per mail verstuurde mededelingen. 5. Publicatieborden. 6. Plasmaschermen. 7. Front Desks. 8. De recepties.

3.2

Istudy Bij Istudy kun je terecht voor alles wat met de organisatie van het onderwijs te maken heeft. Je kunt hierbij denken aan informatie over: 1. Jouw inschrijving/uitschrijving. 2. Studielink. 3. Progress- puntenregistratie. 4. Algemene informatie over opleidingen. 5. Studeren in het buitenland (International Office). 6. Afspraken met het decanaat. 7. Reservering van ruimtes en lokalen. 8. Hulp bij het invullen van formulieren (OCW-duo). 9. Mediatheek (Assen, Emmen, Groningen en Meppel).

Contactgegevens: Istudy locatie Emmen Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.00-16.30 uur Woensdagavond van 18.00-21.00 uur (via de mediatheek) Email: [email protected] Tel: 0591 85 31 92


62

3.3

Het decanaat Bij het decanaat van Stenden kunnen studenten terecht voor informatie, advies, ondersteuning of begeleiding bij: 1. Studieloopbaan vragen (twijfels of je de juiste studie hebt gekozen, een tweede studie, doorstuderen, advies over stage en solliciteren). 2. Effectief studeren en studieplanning. 3. Persoonlijke problemen (loskomen van thuis, faalangst, rouwverwerking, stress, relatieproblemen enzovoorts). 4. Studievertraging door bijzondere omstandigheden (afstudeerfonds). 5. Financiële problemen (noodfonds). 6. Studiefinanciering. 7. Het bindend studieadvies. 8. Functiebeperking en dyslexie. 9. Topsport. 10. Conflicten, bezwaar en beroep. 11. Beroepszaken. Je kunt contact opnemen met de studentendecanen via e-mail [email protected] en [email protected].

3.4

Handicap & studie Binnen het decanaat is één van decanen ook contactpersoon handicap & studie. Nynke Vink is contactpersoon voor studenten met een functiebeperking of handicap. Zij kan adviseren over mogelijke faciliteiten en de aanvraag daarvan. Eventueel kan zij hierbij bemiddelen. Wanneer je een functiebeperking hebt is het verstandig al voor het begin van je studie contact op te nemen. Meld het in ieder geval zodra je bent begonnen met studeren. Het is dan beter mogelijk om benodigde voorzieningen te realiseren. De contactpersoon handicap & studie is tevens het meldpunt voor opmerkingen en klachten, bijvoorbeeld over voorzieningen. Zie ook het Protocol Studie & Handicap in hoofdstuk 4 van het Stenden Studentenstatuut 2011/2012 deel I.

3.5

Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag Het kan voorkomen dat je op school of op je stageplek te maken krijgt met ongewenst gedrag (bijvoorbeeld pesten, intimidatie, seksuele intimidatie, discriminatie, racisme). Stenden heeft daarvoor een reglement opgesteld, en er is een externe vertrouwenspersoon die verantwoordelijk is voor opvang en advies van studenten en medewerkers die te maken hebben met ongewenst gedrag. Ook als je alleen ongewenst gedrag wilt melden, ben je daar welkom. De complete informatie over het reglement, wat we verstaan onder ongewenst gedrag, en de rol die de vertrouwenspersoon kan hebben in


63

de opvang en begeleiding (incl. contactinformatie) is te vinden op www.istenden.com. In hoofdstuk 9 van het Stenden Studentenstatuut 2011/2012 deel I is het Reglement ter zake ongewenst gedrag Stenden opgenomen.

3.6

Het roosterbureau Het roosterbureau verzorgt de planning/inroostering van de onderwijsactiviteiten. Je kunt jouw rooster vinden op de site van Stenden.com/My Stenden

3.7

Registratie studieresultaten Het Information & Registration Centre beheert de studieresultaten van alle Stenden studenten. Met het programma ProgRESS kan elke student zijn/haar studieresultaten online raadplegen (vanaf elke pc met internetaansluiting). Uitgebreide informatie over het raadplegen van studieresultaten staat vermeld op de intranetsite onder de noemer Information & Registration Centre. Rechtstreekse toegang tot ProgRESS krijg je via www.progresswww.nl/stenden en www.istenden.com

3.8

Toetsen Wanneer en waar vinden toetsen plaats, hoe kan een student zich voor een toets inschrijven, wanneer kan er worden herkanst en hoe luiden de toetsuitslagen? Dit alles wordt door het IRC Toetsservicebureau verzorgd. De complete informatie over de dienstverlening van het Toetsservicebureau (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite www.istenden.com.

3.9

ICT & Media Alles rond informatie- en communicatietechnologie en audiovisuele voorzieningen binnen Stenden gemeenschappelijk is georganiseerd binnen de afdeling ICT en Media. Hoe kom je aan een login, waar kan je printen, waar in het gebouw kan je een computer gebruiken, aan welke algemene regels moet je je als gebruiker van ICT-voorzieningen houden? Op deze en andere vragen geeft de internetsite http://www.stenden.com/handleiding van ICT & Media het antwoord.


64

3.10

Intranet Het intranet van Stenden is de centrale plaats waar alle relevantie informatie voor studenten en medewerkers is te vinden en waar vandaan bijvoorbeeld de electronische leeromgeving en andere systemen te benaderen zijn. Zo vind je er onder andere roosterinformatie, nieuws en mededelingen van Stenden en van je opleiding. Je kunt zelf aangeven welke informatie en links voor jou belangrijk zijn. Het intranet is via je Stenden login toegankelijk.

3.11

Blackboard (ELO) BlackBoard is de digitale leeromgeving van Stenden. Hierop staat voornamelijk onderwijsmateriaal, maar je kunt zo ook met elkaar in contact komen voor de uitvoering van een onderwijsopdracht. Blackboard (ELO) is bereikbaar via https://elo.stenden.com, http://www.stenden.com/nl/mystenden/Pages/default.aspx of via www.istenden.com.

3.12

The Library De Library is de centrale plaats op de verschillende Stenden locaties waar de bibliotheekvoorziening, de onderwijswerkplaats en de studievoorzieningen voor alle opleidingen van Stenden zijn samengebracht. Op de locaties Emmen en Leeuwarden beschikt de student over een grote studie- en ontmoetingsruimte in combinatie met de Library. In de Libraries kan de student gebruik maken van de uitleencollectie maar ook zelf studeren in de studiezaal en gebruik maken van de collectie welke niet uitgeleend wordt; zoals bijvoorbeeld de actuele tijdschriften. Op de locaties zijn informatiespecialisten aanwezig voor vragen op het gebied van literatuur en naslag werken, tijdschriften, het informatie zoeken e.d. Alle voorzieningen voor studenten zijn ook beschikbaar voor de docenten en het overige personeel. Naast alle literatuur beschikt de Library over een eigen digitale bibliotheek die voor alle studenten óók met thuistoegang te benaderen is. Je vindt daarnaast de naslagwerken, woordenboeken en de kennisbanken voor de specifieke opleidingen. Meer informatie vind je op de Stenden website onder http://www.stenden.com/nl/mystenden/studielandschapvhchn/informa tieoverhetstudielandschap/Pages/default.aspx.

3.13

Stenden shop Periodeboeken, readers, computerbenodigdheden, ringbanden, papier en andere kantoorartikelen zijn te verkrijgen in de Stenden shop. Readers kunnen besteld worden via: www.istenden.com. Hier kun


65

je je registreren als student. Vervolgens via je eigen mailadres deze registratie activeren, opnieuw inloggen en daarna kun je de benodigde reader bestellen.

3.14

Het Alumni Netwerk Het Alumni Netwerk is een contactennetwerk voor laatstejaars studenten en afgestudeerden van alle Stenden-opleidingen. Het doel van het Alumni Netwerk is het onderhouden van structureel contact tussen afgestudeerden (alumni), de opleidingen en Stenden. Het Alumni Netwerk zorgt ervoor dat alumni op de hoogte worden gehouden van de meest recente ontwikkelingen binnen het werkveld, de opleiding en de (loopbaan)ontwikkelingen van andere alumni. Omgekeerd blijft Stenden op de hoogte van de loopbanen van alumni en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Tevens is Stenden zo in de mogelijkheid feedback te krijgen op het onderwijsprogramma. Uitgebreide informatie over het Alumni Netwerk en de voorzieningen hiervan is te vinden op de website van Stenden, via http://www.stenden.com/alumni.

3.15

EHBO, noodplan Stenden kent een bedrijfsnoodplan. Hierin staan de uitgangspunten en handelswijzen beschreven in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten. Je kunt bij de receptie of bij de conciërge informatie krijgen over bedrijfshulpverlening en EHBO (www.istenden.com).

3.16

Sport Voor meer informatie over sporten rond jouw locatie kun je contact opnemen met de contactpersoon van HBO-sport op de locatie.


66

4

Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden Hieronder wordt aangegeven wat je moet regelen als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (tijdelijk) niet kunt deelnemen aan het onderwijs.

4.1

Regeling in geval van ziekte of andere bijzondere omstandigheden Als een student wegens ziekte of bijzondere omstandigheden niet aanwezig kan zijn bij een verplichte onderwijsactiviteit, moet dit diezelfde dag voor 16.30 uur gemeld worden bij Istudy in Emmen 0591 – 853192. Als door ziekte of bijzondere omstandigheden studievertraging dreigt te ontstaan, is de student (voltijds en duaal) verplicht contact op te nemen met zijn of haar studiecoach en met het decanaat.

4.2

Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies Als je denkt door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 4.4) niet te kunnen voldoen aan de norm van het bindend studieadvies in het eerste of tweede jaar, moet je bijzondere omstandigheid melden bij zowel je studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. Verder moet je voor 1 juni (februari instroom voor 1 november) bij de examencommissie een schriftelijk verzoek indienen om bij het vaststellen van het studieadvies rekening te houden met de bijzondere omstandigheid. Voor verdere informatie: zie hoofdstuk 3 van deel 1 van het studentenstatuut, waarin ook is opgenomen de „Regeling studieadvies‟.

4.3

Studievertraging Als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 4.4) dusdanige studievertraging oploopt, dat je langer over je studie moet doen dan vier jaar, moet je de ziekte/bijzondere omstandigheid zowel melden bij je studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. De decaan bespreekt de consequenties voor je studiefinanciering met je en kan je inlichten over het profileringsfonds. Om in aanmerking te kunnen komen voor een financiële bijdrage uit het profileringsfonds ben je verplicht de bijzondere omstandigheid zo spoedig mogelijk te melden aan de decaan te melden. Als je weet dat je een tijdje niet aan het onderwijs kunt deelnemen bijv. door een geplande ziekenhuisopname, moet je dat direct melden.


67

Ook als je door bijzondere omstandigheden de kans loopt niet binnen de diplomatermijn van 10 jaar het einddiploma te behalen, kun je terecht bij het decanaat. Voor verdere informatie zie hoofdstuk 6 van deel 1 van het Studentenstatuut 2011/2012 waarin de Regeling Profileringsfonds is opgenomen.

4.4

Bijzondere omstandigheden Onder bijzondere omstandigheden, bedoeld onder 4.2 en 4.3 vallen de volgende omstandigheden: 1. Ziekte (ook psychisch). 2. Zwangerschap. 3. Bijzondere familieomstandigheden (zoals bijv. een echtscheiding van je ouders, ernstige ziekte of overlijden in de directe familie). 4. Medezeggenschapsactiviteiten voor de hogeschool. 5. Topsport. 6. Bestuurslidmaatschap van bepaalde studentenverenigingen. 7. Een „niet studeerbaar‟ studieprogramma.

4.5

Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking Onder basisvoorzieningen verstaan we die voorzieningen die altijd aanwezig moeten zijn, onafhankelijk of er op dat moment studenten zijn die hiervan gebruik maken. Sinds 1 december 2003 bestaat de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. De wet bepaalt dat wanneer een student met een functiebeperking aanpassingen nodig heeft van technische, onderwijskundige of begeleidende aard, om een opleiding te kunnen volgen en hij de instelling daarom verzoekt, de opleiding of instelling verplicht is die aanpassingen te realiseren. De aanpassingen moeten aan twee eisen voldoen: zij moeten geschikt zijn en noodzakelijk. Geschikt wil zeggen dat de aanpassing een belemmering moet wegnemen of verminderen, waardoor de zelfstandigheid van de desbetreffende student wordt vergroot. Noodzakelijk wil zeggen dat hetzelfde doel niet op een andere, goedkopere manier kan worden bereikt. Eén en ander voor zover de gevraagde aanpassingen voor Stenden geen onevenredige belasting betekenen als bedoeld in art. 2 van de Wet Gelijke Behandeling op grond van een handicap of chronische ziekte vormen Eén van de decanen is contactpersoon handicap & studie (zie paragraaf 3.5 in hoofdstuk 3. Deze geeft informatie en advies over mogelijke aanpassingen en voorzieningen en bemiddelt bij het realiseren hiervan.


68

A materiële voorzieningen 1. Gehandicaptentoiletten. 2. Parkeerplaatsen voor minder validen. 3. Gebruik voorleessoftware. B onderwijskundige voorzieningen 1. Mogelijkheid tot verlenging van de toetstijd. 2. Mogelijkheid om apart te zitten bij een toets. 3. Mogelijkheid reader in vergroot lettertype te krijgen. 4. Mogelijkheid een aangepast lesrooster te krijgen. 5. Mogelijkheid tot aanpassing studieplanning. 6. Mogelijkheid tot een vervangende opdracht. 7. Mogelijkheid tot een aangepaste werkvorm. 8. Mogelijkheid tot aanpassing toetsvorm. 9. Mogelijkheid tot flexibele leerroute. 10. Mogelijkheid tot aangepaste stage in vorm en duur. 11. Mogelijkheid toets vergroot te krijgen op A3 formaat. 12. Mogelijkheid gebruik computer bij toetsen. 13. Mogelijkheid gebruik computer met spraak. C financiële voorzieningen 1. Vergoeding voor dyslexieonderzoek, (vergoeding van 400 euro maximaal). 2. Profileringsfonds. 3. Voorzieningen op het gebied van studiefinanciering.

Procedures Ad A materiële voorzieningen De meeste materiële basisvoorzieningen zijn zonder meer te gebruiken. Wanneer de student gebruik wil maken van de voorzieningen die onder beheer van de audiovisuele dienst vallen, dient hij via de contactpersoon handicap & studie/decaan een aanvraag in te dienen. Wanneer een voorziening (bijvoorbeeld een speciale stoel) op uitleenbasis wordt verstrekt wordt de aanvraag ingediend bij de contactpersoon handicap & studie en in een onderwijscontract vastgelegd. Ad B onderwijskundige voorzieningen Wanneer de student gebruik wil maken van bepaalde voorzieningen is het goed zo snel mogelijk een afspraak te maken met één van de contactpersonen handicap & studie/decaan. Soms is het raadzaam om dit al voor de studie te doen. Zij kunnen adviseren over mogelijke voorzieningen. In overleg met de coördinator studiebegeleiding kan besproken worden welke stappen ondernomen dienen te worden om de voorzieningen te realiseren. Voor bepaalde voorzieningen dient een aanvraag ingediend te worden bij de examencommissie. Een medische verklaring is gewenst. De afspraken en verantwoordelijkheden worden vastgelegd in een onderwijscontract


69

„studeren met een functiebeperking‟. Het onderwijscontract geldt voor de gehele of bepaalde onderdelen van de opleiding en voor een bepaalde tijd. Studenten die willen beschikken over speciale toetsvoorzieningen dienen dit, indien mogelijk, minimaal 2 weken voor de toetsperiode te laten vastleggen bij de contactpersoon handicap & studie of de daarvoor verantwoordelijke decaan. Het roosterbureau zorgt voor de organisatie van de toetsvoorzieningen. Ad C financiële voorzieningen Wanneer de student of de opleiding het vermoeden heeft dat de student dyslexie heeft en de student ondervindt hiervan hinder in het onderwijs dan kan de student een dyslexieonderzoek laten doen. De contactpersoon handicap& studie/decaan bemiddelt bij de aanvraag voor een vergoeding hiervoor. De vergoeding bedraagt maximaal 400 euro. Wanneer de student studievertraging oploopt of zijn studie moet afbreken vanwege zijn functiebeperking zijn er verschillende financiële regelingen mogelijk, bijvoorbeeld 12 maanden extra studiefinanciering. De decaan bespreekt welke regeling op de situatie van de student van toepassing is en begeleidt de aanvraag. Contact Voor de locaties Emmen, Assen en Meppel Mevrouw Nynke Vink [email protected]

4.6

Regeling medische verklaring in geval van ziekte 4.6.1 Doel van de verklaring Indien een student: 1. zich tijdens een studiejaar wil uitschrijven wegens ziekte; 2. wegens ziekte een beroep doet op financiële ondersteuning uit het profileringsfonds; 3. niet aan een examen(onderdeel) deelneemt wegens ziekte; en de examencommissie verlangt dat hij dit staaft met bewijzen moet hij een medische verklaring overleggen aan IRC(a), de commissie profileringsfonds (b), of de examencommissie van de opleiding (c).

4.6.2 Verkrijgen van de verklaring Je kunt een medische verklaring opvragen bij je huisarts of medisch specialist.

4.7

Studeren en RSI (CANS) Er zijn studenten die last hebben van pijn in de arm, nek, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie wordt vaak gedacht dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. De pijn die hier


70

genoemd wordt kan duiden op RSI: Repetitive Strain Injury, ook welbekend als “muisarm”. Wanneer die eerste signalen niet serieus genomen worden, breiden de klachten zich meestal langzaam uit. Volgens een aantal betrokken beroepsgroepen heeft de term RSI een negatieve lading en geven sommige behandelaars (ten onterechte) de diagnose RSI. Daarom heeft men afgesproken de nieuwe term CANS (complaints of Arm, Neck and/or Shoulder) te gaan gebruiken. RSI is lastig vast te stellen, want de pijn kan meerdere oorzaken hebben. Omdat CANS nog een vrij nieuwe term is, blijven we in dit stukje voor alle duidelijkheid nog spreken over RSI. Bij RSI is er een duidelijke relatie tussen de manier waarop wordt gewerkt en de aanwezige klachten. Factoren die tot RSI kunnen leiden zijn: een verkeerde zithouding tijdens het werk repeterend werk weinig afwisseling in zowel houding als werkzaamheden stress Ook tijdens de studie kunnen er activiteiten zijn waarbij lang achter elkaar in dezelfde houding wordt gewerkt en/of dezelfde bewegingen worden gemaakt. Het beeldscherm neemt een belangrijke plaats in bij werkzaamheden, niet alleen op school maar vaak ook nog thuis. Bovendien nemen chatten, internetten en computerspelletjes ook een niet onaanzienlijk deel van de tijdsbesteding in beslag. RSI is grotendeels zelf te voorkomen. De belangrijkste tips hiervoor zijn: werk niet langer dan vijf à zes uur per dag aan een beeldscherm en niet langer dan twee uur aan een laptop! Genoemde tijden zijn inclusief chatten, e-mailen en spelletjes! 1. Neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze. 2. Let op een goede zithouding voor het beeldscherm. 3. Wissel beeldschermwerk af met ander werk. 4. Zorg voor voldoende ontspanning naast de studie. 5. Neem beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) serieus en raadpleeg bijtijds je (huis-)arts. Meer informatie over RSI kun je vinden op het intranet en het Internet. Onderstaande sites geven in ieder geval een goed overzicht: 1. http://rsi.pagina.nl 2. www.muisarm.nl Postbus 51 (www.postbus51.nl) geeft gratis de brochure „Veilig werken: RSI - informatie voor werknemers en werkgevers‟ uit.


71

5

Medewerkerslijst Naam

E-mail

Functie

Mevrouw M. ter Beek De heer R. Blankestijn De heer J.H. ten Brink De heer R.M. Delger De heer J. Hutten De heer A. de Jonge De heer L.N. Meijerink Mevrouw E.G.L. van Ojen De heer J. den Ouden De heer J. Pijpker De heer T. Smegen

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

managementassistent teamleider informatica docent informatica dean Techniek docent informatica studieloopbaancoach docent informatica managementassistent docent informatica docent informatica praktijkinstructeur


72

Informatica. Studiegids DEEL 2. Stenden Hogeschool Van Schaikweg 94 Postbus CB Emmen. Algemeen T (0591)

Recommend Documents