Pensioenregeling in het kort (flexibele regeling voor niet-cao’ers)
Pensioenregeling in het kort
De in deze brochure verstrekte informatie is van algemene aard, uitsluitend indicatief en aan wijzigingen onderhevig. De vermelde gegevens zijn uitsluitend bedoeld om deelnemers algemene informatie te verstrekken. De gegeven informatie wordt verondersteld betrouwbaar te zijn, echter het gebruik van de informatie geschiedt geheel voor risico van de gebruiker. TKP Pensioen BV, noch het pensioenfonds aanvaardt enige aansprakelijkheid voor schade als gevolg van onjuistheden of onvolkomenheden in de informatie, of voor schade ontstaan in verband met het gebruiken, het afgaan op of verspreiden van de informatie. Rechten kunnen uitsluitend worden ontleend aan het voor de deelnemer geldende pensioenreglement.
2
Pensioenregeling in het kort
Inleiding Deze brochure biedt u de mogelijkheid stil te staan bij uw pensioenvoorziening en is bedoeld voor werknemers van Cargill die op of na 1 januari 2007 in dienst zijn gekomen en vóór 1 juni 2012 een individuele arbeidsovereenkomst met de werkgever zijn aangegaan, dan wel daartoe een aanbod hebben ontvangen, waarop de cao van de werkgever niet van toepassing is. U kunt niet alleen nagaan hoe het zit met uw pensioenrechten na uw pensionering, maar ook bijvoorbeeld welke uitkering uw nabestaanden krijgen na uw overlijden. Ook voor andere situaties kan het belangrijk zijn dat u weet hoe het zit met uw pensioen, bijvoorbeeld als u van werkgever verandert, gaat trouwen, samenwonen of scheiden. Tevens geeft deze brochure u inzicht in de keuzemogelijkheden van de pensioenregeling, bijvoorbeeld wat betreft de leeftijd waarop u met pensioen gaat. Bij het samenstellen van deze brochure is gestreefd naar een beknopt en helder overzicht van de flexibele pensioenregeling van Cargill zoals die geldt vanaf 1 januari 2007. Vanwege de beknoptheid is de informatie niet altijd volledig. Voor meer informatie kunt u het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds Cargill raadplegen (beschikbaar via de internetsite www.cargillpensioen.nl). Uiteraard bent u met vragen over uw pensioen en alles wat daarmee te maken heeft ook welkom bij pensioenuitvoerder TKP.
3
Pensioenregeling in het kort
Inhoudsopgave Inleiding
3
1
Welke soorten pensioen zijn er?
7
2
Belangrijke begrippen 2.1 Deelnemer 2.2 Partner 2.3 Flexibele regeling 2.4 Pensioengevend inkomen 2.5 Franchise 2.6 Pensioengrondslag 2.7 Opbouwpercentage 2.8 Deelnemersbijdrage 2.9 Betalingsvoorbehoud werkgever
8 8 8 8 10 11 11 11 11 11
3
Op welke leeftijd kan ik met pensioen? 3.1 Eerder met pensioen 3.2 Gedeeltelijk met pensioen 3.3 Variabele pensioenuitkering
12 12 12 12
4
Hoe wordt mijn pensioen geïndexeerd?
13
5
Welke uitkering krijgen mijn partner en kinderen na mijn overlijden? 5.1 Voorwaarden voor een partnerpensioen 5.2 Hoogte partnerpensioen 5.3 Wezenpensioen 5.4 Hoogte wezenpensioen
14 14 15 15 16
6
Krijg ik een pensioen als ik arbeidsongeschikt word? 6.1 Arbeidsongeschiktheidspensioen 6.2 Deelneming in pensioenfonds tijdens arbeidsongeschiktheid 6.3 Buitenland
4
17 17 17 18
Pensioenregeling in het kort
7
Wat gebeurt er bij een scheiding?
19
8
Wat gebeurt er als ik van werkgever verander? 8.1 Indiensttreding 8.2 Uitdiensttreding
20 20 20
9
Hoe vraag ik pensioen aan? 9.1 Wel of geen partnerpensioen? 9.2 Afkopen klein pensioen
21 21 21
10
Hoe zit het met deelneming tijdens verlof? 10.1 Deelneming tijdens ouderschapsverlof 10.2 Deelneming tijdens onbetaald verlof
22 22 22
TKP
23
Meer informatie
24
Klachtenregeling
25
5
Pensioenregeling in het kort
6
Pensioenregeling in het kort
1
Welke soorten pensioen zijn er?
De Cargill-pensioenregeling kent de volgende pensioenuitkeringen: • ouderdomspensioen voor uzelf • partnerpensioen voor de achterblijvende partner indien u overlijdt • bijzonder partnerpensioen voor uw ex-partner indien u overlijdt • wezenpensioen voor minderjarige en studerende kinderen indien u overlijdt • arbeidsongeschiktheidspensioen indien u arbeidsongeschikt wordt Alle genoemde pensioenuitkeringen komen in deze brochure aan de orde. Daarbij zijn enkele begrippen van belang, die op de volgende pagina’s worden toegelicht. Pensioenfonds Cargill verwacht van u dat u meewerkt aan een goede uitvoering van deze pensioenregeling. U bent daarom verplicht om tijdig alle informatie te verstrekken die daarvoor nodig is.
7
Pensioenregeling in het kort
2
Belangrijke begrippen 2.1
Deelnemer
De in deze brochure beschreven pensioenregeling is op u van toepassing als u op of na 1 januari 2007 (maar vóór 1 juni 2012) in dienst bent getreden van Cargill en niet onder de Cargill-cao valt.
2.2
Partner
Overal waar in deze brochure ‘partner’ staat, wordt daaronder verstaan: • de persoon met wie de deelnemer gehuwd is of een geregistreerd partnerschap is aangegaan • degene met wie de deelnemer ongehuwd samenwoont Van ongehuwd samenwonenden zoals bedoeld in de pensioenregeling is sprake als er een gemeenschappelijke huishouding gevoerd wordt. Voorwaarde is dat: o de samenleving is vastgelegd in een notariële akte die minimaal zes maanden oud is én o de partners minimaal zes maanden op hetzelfde adres wonen. Er mag bovendien geen sprake zijn van bloed- of aanverwantschap in de rechte lijn (ouder/kind, grootouder/kleinkind).
2.3
Flexibele regeling
De Cargill-pensioenregeling die op u van toepassing is, is een zogeheten flexibele regeling, bestaande uit twee trappen: Trap I: de basisregeling Trap II: de aanvullende regeling
8
Pensioenregeling in het kort
Trap I: basisregeling De basisregeling voor u is een eindloonregeling. Dit houdt in dat uw pensioen wordt afgeleid van uw laatstverdiende salaris en wordt berekend over alle deelnemingsjaren. Trap II: aanvullende regeling In aanvulling op de basisregeling bouwt u pensioen op in een beschikbare premieregeling. Hierbij stelt de werkgever een percentage van het salaris als premiebedrag voor de pensioenopbouw beschikbaar. De voor de deelnemer op de pensioenbeleggingsrekening Trap II te storten bedragen worden belegd, waarbij als standaard het pensioenfondsrendement wordt genomen. Naar keuze van de deelnemer kan ook worden belegd in een zogeheten Life Cycle (verplicht voor 55-plussers). De Life Cycle houdt in dat de beleggingen worden gespreid in relatie tot de duur van de periode tot de pensioendatum, waarbij het beleggingsrisico kleiner wordt naarmate de pensioendatum nadert. Op de opbrengsten van de beleggingsfondsen zal een geringe inhouding door de stichting plaatsvinden in verband met de kosten van beheer van het beleggingsfonds. Deze kosten worden continu verrekend met het rendement van het beleggingsfonds. Bij uitdiensttreding wordt het vergaarde kapitaal in Trap II standaard omgezet in ouderdomspensioen en een verzekerd partnerpensioen dat 70% bedraagt van het omgezette ouderdomspensioen uit Trap II. Als u met pensioen gaat dient u voor het vergaarde kapitaal in Trap II een pensioen te worden aangekocht. Een wijziging van uw beleggingskeuze kunt u doorgeven via de
9
Pensioenregeling in het kort
website van het pensioenfonds (www.cargillpensioen.nl) onder ‘Werknemers’ > ‘mijn pensioen’. U dient hiervoor in te loggen met uw persoonlijke toegangscode. Als u 55 jaar of ouder bent, geldt automatisch de Life Cycle. Aan beleggen kleeft altijd een financieel risico. Dat risico geldt ook voor deelnemers aan de beschikbare premieregeling. De beschikbare premie bedraagt per 1 januari 2007 op jaarbasis de volgende percentages van de pensioengrondslag (zie paragraaf 2.6): Leeftijd van de deelnemer
Percentage van de pensioengrondslag
20 tot 25 jaar
1,6%
25 tot 30 jaar
1,9%
30 tot 35 jaar
2,3%
35 tot 40 jaar
2,9%
40 tot 45 jaar
3,5%
45 tot 50 jaar
4,3%
50 tot 55 jaar
5,3%
55 tot 60 jaar
6,6%
60 tot 65 jaar
8,3%
2.4
Pensioengevend inkomen
Het inkomen waarover pensioen wordt opgebouwd bestaat uit 13 maal het vaste maandsalaris, vermeerderd met de vaste toeslagen en de vakantietoeslag. Tot het vaste maandsalaris wordt niet gerekend vergoeding wegens overwerk, onkostenvergoedingen, gratificaties, tantièmes en andere aan de arbeidsovereenkomst verbonden emolumenten.
10
Pensioenregeling in het kort
2.5
Franchise
De pensioenregeling houdt er rekening mee dat iedere Nederlander vanaf de AOW-leeftijd een AOW-pensioen ontvangt. Dat gebeurt door te rekenen met een ‘franchise’. De franchise is dat deel van het pensioengevend inkomen waarover geen pensioen wordt opgebouwd. Per 1 januari 2013 bedraagt de franchise € 13.227.
2.6
Pensioengrondslag
De pensioengrondslag is het bedrag waarover pensioenaanspraken worden opgebouwd. De pensioengrondslag wordt berekend door het pensioengevend inkomen te verminderen met de franchise.
2.7
Opbouwpercentage
Het opbouwpercentage in Trap I geeft aan hoeveel pensioen u jaarlijks (dus per dienstjaar) opbouwt over de pensioengrondslag. Het opbouwpercentage bedraagt 1,5% van de pensioengrondslag.
2.8
Deelnemersbijdrage
U bent een bijdrage verschuldigd in de kosten van de pensioenregeling. Deze bijdrage bedraagt 1,6% van de pensioengrondslag.
2.9
Betalingsvoorbehoud werkgever
Soms kunnen er omstandigheden zijn waardoor de werkgever maatregelen moet nemen. Dan kan de werkgever zelfs zijn bijdrage aan de premie verminderen of stoppen. Als de werkgever van dit recht gebruik wil maken, moet hij dit onmiddellijk schriftelijk aan het fonds en alle deelnemers melden.
11
Pensioenregeling in het kort
3
Op welke leeftijd kan ik met pensioen?
De pensioenleeftijd is standaard 65 jaar. U kunt echter ook, in overleg met de werkgever, eerder met pensioen gaan: op zijn vroegst met 60 jaar.
3.1
Eerder met pensioen
Als u voor uw 65-jarige leeftijd met pensioen gaat, wordt uw pensioen lager. U bouwt namelijk over een kortere periode pensioen op, terwijl bovendien de pensioenuitkering eerder ingaat en dus over een langere periode ‘verdeeld’ moet worden.
3.2
Gedeeltelijk met pensioen
Het is mogelijk om vanaf 60 jaar gedeeltelijk met pensioen te gaan en daarnaast in deeltijd te blijven werken. Voor deze keuze is overleg nodig met uw werkgever.
3.3
Variabele pensioenuitkering
Het is mogelijk om gedurende de eerste jaren van uw pensioen een hoger ouderdomspensioen te ontvangen en daarna (levenslang) een lager bedrag. Deze keuze heeft geen invloed op de hoogte van een eventueel partnerpensioen.
12
Pensioenregeling in het kort
4
Hoe wordt mijn pensioen geïndexeerd?
Voor deelnemers met een pensioenuitkering en gewezen deelnemers (deelnemers met zogenoemde slapende rechten) geldt dat indexatie alleen plaatsvindt voor zover de middelen van het fonds dit toelaten. Dit betreft dus een voorwaardelijke indexatie: er is geen recht op indexatie en het is op lange termijn niet zeker of en in welke mate indexatie zal plaatsvinden. Het fonds heeft geen middelen gereserveerd voor indexatie. Bij de premievaststelling en de toekenning van de indexatie houdt het fonds rekening met een indexatieambitie van 50% van de ‘consumentenprijsindex alle huishoudens afgeleid’.
13
Pensioenregeling in het kort
5
Welke uitkering krijgen mijn partner en kinderen na mijn overlijden?
Als u overlijdt vóór de pensioendatum heeft uw partner recht op een partnerpensioen. De uitkering gaat in op de eerste van de maand volgend op het overlijden van de deelnemer en loopt door tot en met de maand van het overlijden van de partner. Als u overlijdt ná de pensioendatum heeft uw partner ook recht op een partnerpensioen. Dit geldt echter niet als u op de pensioendatum afstand heeft gedaan van het recht op partnerpensioen in ruil voor een hoger ouderdomspensioen. Het is dus belangrijk om bij pensioneren stil te staan bij de vraag of er een partnerpensioen verzekerd moet zijn.
5.1
Voorwaarden voor een partnerpensioen
Voor een partnerpensioen komt in aanmerking: • de persoon met wie de deelnemer gehuwd is of een geregistreerd partnerschap is aangegaan; • degene met wie de deelnemer ongehuwd samenwoont1, onder voorwaarde dat: o de gemeenschappelijke huishouding tenminste zes maanden bestaat, en1 o er een notarieel vastgelegde overeenkomst is die op het moment van overlijden tenminste zes maanden oud is, en o de partners minstens de laatste zes maanden vóór het overlijden op hetzelfde adres woonden(een dergelijke overeenkomst is niet nodig als u en uw partner kunnen aantonen dat er vijf jaar een gezamenlijk huishouden wordt gevoerd) .
1
Familierelaties in de rechte lijn (kind-ouder-grootouder) uitgezonderd.
14
Pensioenregeling in het kort
Let op: Als de deelnemer na de pensioendatum overlijdt, moet het huwelijk, het geregistreerd partnerschap of de gemeenschappelijke huishouding zijn begonnen vóór de pensioendatum. Woont u ongehuwd samen, dan moet de gemeenschappelijke huishouding bovendien vóór de pensioendatum zijn geregistreerd bij het Cargill pensioenfonds. Deze registratie vindt plaats op het moment dat u uw pensioen aanvraagt. Het partnerschap dient te worden aangetoond op het moment van overlijden.
5.2
Hoogte partnerpensioen
Overlijden voor pensioendatum Als de deelnemer vóór de pensioendatum overlijdt, is het partnerpensioen 70% van het bereikbare ouderdomspensioen volgens de eindloonregeling (Trap I). Er is sprake van een ‘verhoogde’ uitkering dankzij een aanvulling, omdat vanuit Trap II geen partnerpensioen wordt uitgekeerd. Overlijden na pensioendatum Vindt het overlijden van de deelnemer plaats ná de pensioendatum, dan is de uitkering 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen in Trap I. Dit geldt alleen als op de pensioendatum niet is afgezien van het recht op partnerpensioen. Het in Trap II opgebouwde pensioensaldo kan op pensioendatum worden omgezet in een ouderdoms- en een partnerpensioen. Ook dit partnerpensioen bedraagt 70% van het omgezette ouderdomspensioen.
5.3
Wezenpensioen
De kinderen van de overleden deelnemer krijgen wezenpensioen tot ze 18 jaar zijn. Kinderen die studeren en voldoen aan de in het pensioenreglement gestelde voorwaarden, krijgen een wezenpensioen tot maximaal hun 27e verjaardag.
15
Pensioenregeling in het kort
5.4
Hoogte wezenpensioen
Het wezenpensioen is per kind 14% van het ouderdomspensioen uit Trap I. Er is sprake van een 'verhoogde' uitkering dankzij een aanvulling, omdat vanuit Trap II geen wezenpensioen wordt uitgekeerd.
16
Pensioenregeling in het kort
6
Krijg ik een pensioen als ik arbeidsongeschikt word?
Deelnemers die recht hebben op een WIA-uitkering die tijdens de deelneming aan de Cargill pensioenregeling is ingegaan, kunnen in aanmerking komen voor arbeidsongeschiktheidspensioen. Arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in principe in op het moment waarop de door de werkgever gegeven doorbetaling en uitkering tijdens ziekte en arbeidsongeschiktheid volgens de arbeidsvoorwaarden stopt. Meestal is dat twee jaar na aanvang van de ziekte. Arbeidsongeschiktheidspensioen wordt uitgekeerd zolang het recht op een WIA-uitkering voortduurt.
6.1
Arbeidsongeschiktheidspensioen
De pensioenregeling voorziet in een recht op arbeidsongeschiktheidspensioen als u tijdens het deelnemerschap een WIA-uitkering ontvangt. Het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in op de dag waarop de WIA-uitkering begint en wordt uitgekeerd zolang die uitkering wordt verstrekt. Het arbeidsongeschiktheidspensioen bij gehele arbeidsongeschiktheid is gelijk aan 70% van dat gedeelte van het pensioengevend salaris dat uitgaat boven de WIAloongrens (€ 50.855,85 op jaarbasis, bedrag per 1 januari 2013). Over wijzigingen in het arbeidsongeschiktheidspercentage moet u het pensioenfonds altijd informeren.
6.2
Deelneming in pensioenfonds tijdens arbeidsongeschiktheid
Zolang de dienstbetrekking met Cargill doorloopt, blijft u ook deelnemer aan de Cargill pensioenregeling en wordt de pensioenopbouw voortgezet. U hoeft daarvoor niets te doen. Na het einde van de dienstbetrekking in verband met de arbeidsongeschiktheid,
17
Pensioenregeling in het kort
is de verdere pensioenopbouw afhankelijk van het percentage arbeidsongeschiktheid.
6.3
Buitenland
Als u voor Cargill in het buitenland werkzaam en woonachtig bent en u kunt geen aanspraak maken op een WIA-uitkering, bedraagt het arbeidsongeschiktheidspensioen bij volledige arbeidsongeschiktheid, 70% van het laatst verdiende salaris.
18
Pensioenregeling in het kort
7
Wat gebeurt er bij een scheiding?
Als u een partnerrelatie heeft en u en uw partner gaan uit elkaar, heeft dat invloed op uw pensioen. Uw ex-partner komt na een scheiding of na het einde van het partnerschap volgens de wet in aanmerking voor een deel van het opgebouwde pensioen: • de helft van het tijdens de partnerrelatie opgebouwde ouderdomspensioen, inclusief het ouderdomspensioen dat wordt verkregen uit Trap II (beschikbare premieregeling). • het gehele partnerpensioen dat tot het moment van het einde van de partnerrelatie is opgebouwd. Dat deel van het partnerpensioen wordt ‘bijzonder partnerpensioen’ genoemd. Het wordt na uw overlijden rechtstreeks aan uw ex-partner uitgekeerd, zolang hij of zij leeft. Als uw expartner eerder dan u overlijdt, dan is er geen begunstigde meer voor dit bijzonder partnerpensioen. Ingeval van overlijden van de ex-partner vóór uw pensioeningangsdatum, krijgt uw eventuele nieuwe partner hier recht op.
19
Pensioenregeling in het kort
8
Wat gebeurt er als ik van werkgever verander? 8.1
Indiensttreding
Bij indiensttreding bij Cargill kunt u de waarde van de pensioenrechten die u elders heeft opgebouwd overdragen aan het Cargill pensioenfonds. Op deze wijze verhoogt u uw aanspraken op ouderdomspensioen bij Cargill. Ook verhoogt u op deze manier de aanspraak op partnerpensioen. Bijkomend voordeel is dat u uw opgebouwde pensioen bij elkaar houdt, waardoor het gemakkelijker is om inzicht te hebben in uw pensioensituatie. Als uw deelneming in een eerdere pensioenregeling gestopt is op of na 8 juli 1994, dan is de oude pensioenuitvoerder (behoudens in heel bijzondere gevallen) op grond van wet verplicht om mee te werken aan een verzoek tot waardeoverdracht. Als de deelneming al langer geleden geëindigd is, bestaat de plicht om mee te werken aan waardeoverdracht voor de oude pensioenuitvoerder niet. Voor overdracht van rechten, waarvan de opbouw vóór 8 juli 1994 gestopt is, bent u dus afhankelijk van de bereidheid van de oude pensioenuitvoerder om daaraan mee te werken.
8.2
Uitdiensttreding
Wanneer u van werkgever verandert, stopt de deelneming aan de pensioenregeling van Cargill. U houdt recht op het ouderdoms- en partnerpensioen dat u tot dat moment hebt opgebouwd in de basisregeling; het saldo vanuit Trap II wordt omgezet in een ouderdomspensioen en een verzekerd partnerpensioen dat 70% bedraagt van het omgezette ouderdomspensioen uit het saldo in Trap II. U kunt er ook voor kiezen het opgebouwde pensioen over te dragen naar uw nieuwe pensioenuitvoerder.
20
Pensioenregeling in het kort
9
Hoe vraag ik pensioen aan?
U dient uw pensioenuitkering uiterlijk zes maanden voor de pensioendatum schriftelijk aan te vragen bij de Stichting Pensioenfonds Cargill. U ontvangt daartoe vanuit het fonds een aanvraagformulier. De uitbetaling vindt plaats in maandelijkse termijnen, omstreeks de 25e van elke maand. De vakantieuitkering is al in het maandelijkse pensioenbedrag verwerkt.
9.1
Wel of geen partnerpensioen?
Op de pensioendatum kunt u (een deel van) het opgebouwde partnerpensioen omzetten in een hoger ouderdomspensioen voor uzelf. Bij uw aanvraag voor het ouderdomspensioen kunt u uw keuze kenbaar maken. Andersom kan ook: u ruilt dan een deel van uw ouderdomspensioen in voor een hoger partnerpensioen.
9.2
Afkopen klein pensioen
Als uw opgebouwde pensioen per jaar kleiner is dan een wettelijk bepaald bedrag, zal het pensioen worden afgekocht. Dat wil zeggen dat de waarde van al uw pensioenuitkeringen tezamen in één keer aan u worden uitgekeerd. De grens voor afkoop is € 451,22 per jaar (bedrag 2013). Dit komt alleen maar voor als u voor een zeer korte periode deelgenomen heeft in de pensioenregeling.
21
Pensioenregeling in het kort
10
Hoe zit het met deelneming tijdens verlof? 10.1
Deelneming tijdens ouderschapsverlof
Tijdens een periode van onbetaald ouderschapsverlof wordt de deelneming voortgezet. Dat gebeurt in de mate waarin pensioen werd opgebouwd op het moment dat het ouderschapsverlof inging.
10.2
Deelneming tijdens onbetaald verlof
U kunt, als de werkzaamheden dat toelaten, onbetaald verlof opnemen. De pensioenopbouw blijft gedurende de verlofperiode maximaal zes maanden doorlopen.
22
Pensioenregeling in het kort
TKP Iedere werkgever in Nederland die een pensioen toezegt, is volgens de wet verplicht om het geld dat hij voor het betalen van de pensioenen opzij legt door een andere organisatie te laten beheren. Het gaat daarbij vaak om een pensioenfonds. Dat geldt ook voor Cargill. In het bestuur van het Cargill pensioenfonds zitten vertegenwoordigers van de werkgever, de werknemers en de gepensioneerden. Het fondsbestuur zorgt voor een goed beheer van de pensioengelden en stelt het pensioenreglement vast. In het reglement staan de afspraken die over het pensioen gemaakt zijn. Ook staat hierin hoe de pensioenen worden berekend, op welke manier ze worden betaald en aan welke verplichtingen de deelnemer moet voldoen om voor pensioen in aanmerking te komen. Het beheer, de administratie en uitvoering van uw pensioen heeft het fondsbestuur uitbesteed aan een gespecialiseerde uitvoeringsorganisatie: TKP. Door bij te houden hoeveel pensioen u opbouwt, zorgt TKP voor het verstrekken van een uitkering bij pensionering, wanneer u arbeidsongeschikt raakt of komt te overlijden.
23
Pensioenregeling in het kort
Meer informatie Voor meer informatie over uw pensioen kunt u terecht op de website www.cargillpensioen.nl. U kunt ook allerlei stukken opvragen: • Het pensioenreglement, het jaarverslag en/of de jaarrekening • De uitvoeringsovereenkomst • Een opgave van de hoogte van uw opgebouwde aanspraken • Een opgave van de gevolgen van uitruil (bijvoorbeeld tussen ouderdomspensioen en partnerpensioen) • De verklaring inzake de beleggingsbeginselen • Informatie over de dekkingsgraad van pensioenfonds Cargill • Het korte- of langetermijnherstelplan (indien van kracht) • Over een aanwijzing en/of de aanstelling van een bewindvoerder
24
Pensioenregeling in het kort
Klachtenregeling Pensioenfonds Cargill doet zijn best u zo goed mogelijk van dienst te zijn. Toch kan het zijn dat u een klacht heeft. U kunt uw klacht indienen per brief of per e-mail. Pensioenfonds Cargill probeert binnen 20 werkdagen met een oplossing te komen. Soms lukt dat niet. Dan hoort u toch binnen 20 werkdagen van Pensioenfonds Cargill. Bent u niet tevreden met de oplossing? Dan kunt u voor bemiddeling naar de ombudsman pensioenen gaan. Hij is onafhankelijk. Kijk op www.ombudsmanpensioenen.nl voor meer informatie. Ook kunt u zich wenden tot de burgerlijk rechter.
25
Pensioenregeling in het kort
26
Pensioenregeling in het kort
27
Stichting Pensioenfonds Cargill Postbus 501 9700 AM Groningen www.cargillpensioen.nl