Getronics Pensioen
Pensioenregeling in het kort
Inleiding Pensioen is een onderwerp waarmee de meeste mensen zich pas bezighouden als het pensioen in zicht komt. Toch is het belangrijk dat u nu al goed geïnformeerd bent over uw pensioenregeling. Pensioen is er namelijk niet alleen voor uw oude dag, maar ook voor u als u arbeidsongeschikt wordt en voor uw nabestaande(n) als u komt te overlijden. Pensioen: een waardevolle arbeidsvoorwaarde U leest in deze brochure de hoofdlijnen van de flexibele pensioenregeling van Stichting Voorzieningsfonds Getronics (SVG). We gaan in deze brochure niet in op álle details van de regeling. U vindt het reglement dat voor u geldt op Getranet en op www.getronicspensioen.nl. Uw pensioenregeling: een premieovereenkomst De flexibele pensioenregeling van SVG is een premieovereenkomst. Bij een premieovereenkomst stelt de werkgever periodiek premies beschikbaar, waarmee u, als deelnemer, een pensioenkapitaal kunt opbouwen. Voor wie is deze brochure bedoeld? Deze brochure is bedoeld voor de deelnemers aan de pensioenregeling van SVG. U bent een deelnemer aan de pensioenregeling van SVG als u een dienstverband heeft bij KPN Corporate Market BV en 21 jaar of ouder bent. Deze brochure beschrijft de pensioenregeling die geldt voor personen die op of ná 1 januari 1997 bij KPN Corporate Market BV in dienst zijn gekomen. Voor een aantal deelnemers gelden overgangsbepalingen. In deze brochure gaan we niet in op die overgangsbepalingen. Het pensioenreglement is ingegaan op 1 januari 1997 en is voor het laatst aangepast op 1 januari 2012.
3
Inhoudsopgave Inleiding 1.
2.
3.
4.
Uw pensioen bij SVG
6
1.1
Wat is pensioen?
6
1.2
Zo bouwt u pensioen op
7
1.3
Belangrijke termen bij pensioenopbouw
7
Module beschikbare premie (ouderdomspensioen)
8
2.1
8
4
Hoe hoog is de beschikbare premie?
Module risicodekkingen (nabestaandenpensioen)
10
3.1
Partnerpensioen als u bij KPN CM werkt
10
3.2
Partnerpensioen als u niet meer bij KPN CM werkt
12
3.3
Wezenpensioen als u bij KPN CM werkt
13
Module Risicodekking (bij arbeidsongeschiktheid)
14
4.1
De WIA-regeling
14
4.2
Wat gebeurt er met mijn pensioen als ik
4.3
5.
3
arbeidsongeschiktheid wordt?
14
Een aanvullende verzekering tegen arbeidsongeschiktheid
15
Module beleggingsbeleid en rendementsgarantie (beleggen)
16
5.1
Collectieve Portefeuille
16
5.2
Vrij beleggen
16
5.3
Zo verandert u uw beleggingskeuze
19
5.4
Kosten
19
6.
Module aanwending van het pensioenkapitaal op pensioendatum (als u met pensioen gaat)
20
6.1
Met pensioen gaan
20
6.2
De keuzemogelijkheden van uw pensioenregeling
22
7.
Als de prijzen stijgen, stijgt uw pensioen dan mee?
24
8.
Een nieuwe werkgever (waardeoverdracht)
25
8.1
Wat gebeurt er met mijn pensioen als ik uit dienst ga?
25
8.2
Uw keuzes als u van baan verandert
25
9.
10
Financiering
27
9.1
Wie betaalt wat?
27
9.2
Uitvoering pensioenovereenkomst
27
9.3
Jaarlijkse storting door uw werkgever
27
9.4
Deelnemersbijdrage
28
9.5
Overige kosten
28
Overige zaken
30
10.1 Moet ik mijn partner laten registeren bij samenwonen?
30
10.2 Pensioen en scheiding
30
10.3 Kan mijn pensioen afgekocht worden?
30
10.4 Hoe zit het met mijn pensioen tijdens onbetaald verlof?
30
10.5 Wat kan ik doen als mijn pensioen niet goed is vastgesteld?
30
10.6 Veranderingen in het pensioenreglement
31
10.7 Extra ouderdomspensioen opbouwen
31
5
1. Uw pensioen bij Stichting Voorzieningsfonds Getronics (SVG) Pensioen is er voor uw oude dag, voor als u arbeidsongeschikt wordt, maar ook voor uw nabestaanden wanneer u komt te overlijden. Het is belangrijk om te weten wat uw inkomen is als één van deze situaties zich voordoet. Daarnaast zijn er nog vele andere situaties die invloed kunnen hebben op uw pensioen. Denk bijvoorbeeld aan een nieuwe baan of als u gaat trouwen of scheiden. Bovendien biedt de pensioenregeling van SVG u diverse keuzemogelijkheden. Om de juiste keuzes te kunnen maken, is het belangrijk dat u weet wat de mogelijkheden én wat de gevolgen van de keuzes zijn. 1.1 Wat is pensioen? Een pensioen is een aanvullende uitkering die u krijgt bovenop de basisvoorzieningen die de overheid heeft geregeld, zoals een uitkering uit de Algemene Ouderdomswet (AOW) of een uitkering uit de Algemene nabestaandenwet (Anw). De AOW krijgt u van de overheid wanneer u zelf 65 jaar wordt. Werknemers die hebben deelgenomen aan de pensioenregeling krijgen naast de AOW een aanvullend inkomen, het ouderdomspensioen. De AOW-leeftijd gaat wijzigen vanaf 2013. Vanaf dat moment gaat de AOW-leeftijd in stappen omhoog naar 66 jaar in 2019 en naar 67 jaar in 2023. Meer informatie hierover vindt u op www.getronicspensioen.nl en op www.svb.nl. Zo is de pensioenregeling bij SVG opgebouwd De flexibele pensioenregeling van SVG kent vier modules: 1. module beschikbare premie (ouderdomspensioen: hoofdstuk 2); 2. module risicodekkingen (pensioen als u overlijdt en pensioen als u arbeidsongeschikt wordt: hoofdstuk 3 en 4); 3. module beleggingsbeleid en rendementsgarantie (zo werkt beleggen: hoofdstuk 5); 4. module aanwending van het pensioenkapitaal op de pensioendatum (als u met pensioen gaat: hoofdstuk 6).
6
1.2 Zo bouwt u pensioen op Hieronder leggen we kort uit hoe de flexibele pensioenregeling bij SVG werkt.
Voor elke deelnemer wordt een pensioenrekening geopend. Zolang u deelnemer bent, wordt er door de werkgever jaarlijks premie op deze rekening gestort. Het pensioenkapitaal op deze rekening belegt SVG in de zogeheten Collectieve Portefeuille. Het bestuur van SVG stelt de samenstelling van de Collectieve Portefeuille en de beleggingsmixen vast. Het beleggingsrendement wordt jaarlijks op de pensioenrekening bijgeschreven. Op deze manier bouwt u uw eigen pensioenkapitaal op. U kunt onder voorwaarden, ieder jaar kiezen voor een andere beleggingsmix dan de Collectieve Portefeuille. Als u altijd en ononderbroken heeft belegd in de Collectieve Portefeuille, dan is de garantieregeling van toepassing. De hoogte van het pensioenkapitaal staat van te voren niet vast. Deze is afhankelijk van de rendementen van de Collectieve Portefeuille of van de gekozen beleggingsmix. Als u met pensioen gaat, koopt u van het opgebouwde pensioenkapitaal een pensioenuitkering, tegen de (inkoop)tarieven die op dat moment gelden.
De risico’s die SVG loopt als deelnemers overlijden of arbeidsongeschikt raken, zijn afgedekt door middel van een verzekering. 1.3 Belangrijke termen bij pensioenopbouw Bij pensioenopbouw zijn de termen pensioengevend salaris, franchise en pensioenspaargrondslag belangrijk. Daarom leggen we deze begrippen hier uit. pensioen gevend salaris franchise
Dat is twaalf keer het bruto maandsalaris, inclusief de vaste structurele ploegentoeslag en de vakantietoeslag.
pensioen spaar grondslag
Dat is het pensioengevend salaris verminderd met de franchise. Deze grondslag gebruiken we om de pensioenpremie te kunnen uitrekenen. De pensioenspaargrondslag wordt één keer per jaar vastgesteld.
Dat is een vast bedrag per jaar, waarover u geen pensioen opbouwt. Het bestuur stelt dit bedrag ieder jaar (op 1 januari) vast. De achterliggende gedachte van de franchise is dat iedereen op zijn 65e een AOW-uitkering krijgt van de overheid. Het bedrag van de franchise wordt elk jaar aangepast aan de jaarlijkse procentuele wijziging van het bruto minimumjaarloon. De franchise in 2012 is € 15.772.
7
2. Module beschikbare premie Voor ouderdomspensioen In dit hoofdstuk leest u hoe het ‘ouderdomspensioen’ wordt opgebouwd. Ouderdomspensioen is een aanvullende uitkering (bovenop de AOW) die u krijgt als u met pensioen gaat. Voor elke deelnemer wordt een pensioenrekening geopend. Ieder jaar wordt op deze rekening door KPN Corporate Market BV een (beschikbare) premie gestort waarmee u een pensioenkapitaal opbouwt. Een deel van de premie wordt als eigen bijdrage ingehouden op uw bruto salaris. Het pensioenkapitaal op de pensioenrekening wordt belegd. De beleggingsmogelijkheden in de pensioenregeling van SVG leest u in hoofdstuk 5. De hoogte van uw pensioen Hoe hoog uw uiteindelijke pensioen wordt, staat van te voren niet vast. Dit hangt onder andere af van de rendementen van uw beleggingskeuzes en de inkooptarieven die gelden als u met pensioen gaat. 2.1 Hoe hoog is de beschikbare premie? De jaarlijkse premie wordt berekend aan de hand van een percentage van de zogeheten pensioenspaargrondslag. De pensioenspaargrondslag is het pensioengevend salaris verminderd met de franchise. Dit percentage is afhankelijk van de leeftijd die u in het voorafgaande jaar heeft bereikt. In de tabel op de volgende pagina staan de percentages. Om de pensioenspaargrondslag te bepalen, wordt rekening gehouden met de parttimefactor. Dus als u parttime (minder uren) werkt, wordt de pensioenspaargrondslag (naar rato) ook lager.
8 8
Tabel 2.1.1 Beschikbare premie Leeftijd 21 t/m 67 jaar* 21-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-65 65-67
Beschikbare premie als % van de pensioenspaargrondslag inclusief deelnemersbijdrage
jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar
5,1 7,2 8,5 10,3 12,4 15,0 18,1 22,0 26,8 26,8
* In de tabel staan leeftijden. Men kijkt naar de leeftijd in het voorafgaande kalenderjaar (van januari tot en met december). Bijvoorbeeld, u bent op 4 april 2011 50 jaar. Dan wordt de premie van 2011 gebaseerd op het percentage van de leeftijdscategorie 45 – 49 jaar.
Rekenvoorbeeld beschikbare premie Een 33-jarige werknemer heeft een pensioengevend salaris van € 55.772. Zijn pensioenspaargrondslag in 2012 is dan: Pensioengevend salaris
€ 55.772
Franchise 2012
€ 15.772
Pensioenspaargrondslag (= Pensioengevend salaris – Franchise)
€ 40.000
Over deze grondslag wordt de pensioenpremie beschikbaar gesteld. De beschikbare premie van een 33-jarige deelnemer is in dit voorbeeld: Beschikbare premie (8,5% * € 40.000)
€ 3.400
Deze premie wordt op 1 januari van het kalenderjaar door de werkgever gestort op uw pensioenrekening.
9
3. Module risicodekkingen Het partnerpensioen en het wezenpensioen U wilt natuurlijk graag dat er goed gezorgd wordt voor uw familie als u overlijdt. Daarom is er nabestaandenpensioen. Dit pensioen bestaat uit: • levenslang partnerpensioen; • tijdelijk partnerpensioen; • wezenpensioen. Om de hoogte van het nabestaandenpensioen te kunnen bepalen, is het van belang of u op het moment van overlijden in dienst was bij KPN Corporate Market BV (KPN CM).
3.1
Partnerpensioen als u bij KPN CM werkt
Als u overlijdt tijdens het dienstverband bij KPN CM, heeft uw partner recht op een levenslang partnerpensioen en een tijdelijk partnerpensioen. Dit is het geval als: • u getrouwd bent; • of als u een geregistreerd partnerschap heeft; • of als u ongehuwd samenwoont. Het partnerschap/huwelijk of het ongehuwd samenwonen moet minstens 12 maanden voor uw overlijden ingegaan zijn. Ook moet het partnerschap voorafgaand aan uw pensionering ingegaan zijn.
Woont u samen? De ongehuwd samenwonende partner ontvangt, als voldaan is aan de voorwaarden, een partnerpensioen. Er moet een notariële akte zijn waaruit blijkt dat er sprake is van een duurzame gemeenschappelijke huishouding met enige vermogensrechtelijke aangelegenheden. Een bloed- of aanverwant in de rechte lijn (vader, moeder, broer of zus) wordt door SVG niet als partner gezien.
10
Levenslang partnerpensioen Dit is een uitkering aan uw partner vanaf het moment dat u overlijdt tot aan het overlijden van de partner. De hoogte van het levenslang partnerpensioen Het opbouwpercentage van de het partnerpensioen is 1,25% van de pensioenspaargrondslag per deelnemersjaar. Het aantal deelnemersjaren is daarbij gelijk aan de som van de achterliggende en de toekomstige deelnemersjaren tot aan de pensioendatum van de overleden deelnemer. Rekenvoorbeeld levenslang partnerpensioen In dit voorbeeld gaan we er vanuit dat een deelnemer (55 jaar) vanaf zijn 25ste deelneemt aan de pensioenregeling: Pensioengevend salaris
€ 40.772
Franchise 2012
€ 15.772
Pensioenspaargrondslag (= Pensioengevend salaris – Franchise)
€ 25.000
Vanaf het overlijden van de deelnemer ontvangt de achterblijvende partner levenslang: Partnerpensioen (40 jaar * 1,25 * € 25.000)
€ 12.500
11
Tijdelijk partnerpensioen Dit is een uitkering aan uw partner vanaf het moment dat u overlijdt tot aan het moment dat u 65 zou zijn geworden. De hoogte van het tijdelijk partnerpensioen Als u overlijdt tijdens uw dienstverband, krijgt uw partner naast een levenslang partnerpensioen ook een tijdelijk partnerpensioen. Dit is 75% van de Anw-uitkering. Als u parttime werkt op het moment van overlijden, dan wordt het tijdelijk partnerpensioen lager, naar rato van het aantal uren dat u werkte.
Deelnemers die vóór 1 januari 2008 deelnemer waren aan de pensioenregeling hebben eenmalig een afstandsverklaring voor deze module kunnen doen.
Anw-uitkering Misschien ontvangt uw partner naast een partnerpensioen ook een Anw-uitkering van de overheid. Uw partner heeft recht op die uitkering als: uw partner geboren is vóór 1950; of voor zolang het jongste kind nog geen 18 jaar is; of als uw partner voor ten minste 45% arbeidsongeschikt is.
3.2
Partnerpensioen als u niet meer bij KPN CM werkt
Als u stopt met werken bij KPN CM en u niet langer meer een deelnemer bent aan de pensioenregeling van SVG, wordt u een zogeheten ‘gewezen deelnemer’, of ‘slaper’. Er wordt dan geen pensioenpremie meer gestort op uw pensioenrekening. Het pensioenkapitaal op de pensioenrekening rendeert door tot de pensioendatum.
Als u uit dienst gaat wordt standaard een deel van uw pensioenkapitaal gebruikt om een aanspraak op partnerpensioen in te kopen. Dit pensioen wordt uitbetaald aan uw partner als u overlijdt. Het resterende deel van uw pensioenkapitaal rendeert door totdat u met pensioen gaat. En wordt dan gebruikt om een ouderdomspensioen in te kopen. U kunt van de inkoop van het partnerpensioen afzien. Heeft u een partner, dan moet hij/zij hiervoor ook tekenen. Bij uitdiensttreding ontvangt u hierover bericht van SVG.
12
3.3
Wezenpensioen als u bij KPN CM werkt
Ook kinderen hebben recht op een uitkering als u overlijdt. Dat noemen we het wezenpensioen. Uw kind heeft recht op een wezenpensioen als: uw kind jonger is dan 18 jaar; uw kind studeert volgens de Wet Studiefinanciering en jonger is dan 27 jaar; uw kind meer dan 55% arbeidsongeschikt is en jonger is dan 27 jaar. De hoogte van het wezenpensioen Het jaarlijkse wezenpensioen is 0,28% van de laatst berekende pensioenspaargrondslag, vermenigvuldigd met het aantal deelnemersjaren. Het aantal deelnemersjaren is daarbij gelijk aan de som van de achterliggende en de toekomstige deelnemersjaren tot de pensioendatum van de overleden deelnemer met een maximum van 32,5 jaar. Ook hiervoor geldt, dat als u parttime werkt, het wezenpensioen naar rato wordt aangepast met de parttimefactor die geldt op het moment van overlijden. Maximale wezenpensioen Er is een maximum aan de hoogte van het wezenpensioen. Dat is voor alle kinderen samen, de pensioenspaargrondslag verminderd met het levenslange partnerpensioen dat aan de partner zou worden uitgekeerd. Het totale wezenpensioen wordt gelijk verdeeld onder alle kinderen die recht hebben op een wezenpensioen. Maximale volle wezenpensioen Voor volle wezen (iemand van wie beide ouders zijn overleden) wordt het wezenpensioen verdubbeld.
13
4. Module risicodekkingen Bij arbeidsongeschiktheid In dit hoofdstuk gaan we in op arbeidsongeschiktheid. Wat is het en wanneer komt u in aanmerking voor de risicodekkingen die de pensioenregeling van SVG in geval van arbeidsongeschiktheid kent? 4.1 De WIA-regeling Als u arbeidsongeschikt zou worden, heeft u recht op een uitkering van de overheid, de zogeheten WIA-uitkering (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). U krijgt deze uitkering als u voldoet aan de voorwaarden. Eén van die voorwaarden is dat u voor meer dan 35% arbeidsongeschikt bent verklaard. De WIA kent meerdere uitkeringen, te weten: Een uitkering voor personen die volledig (meer dan 80%) arbeidsongeschikt zijn. Dit heet de IVA-uitkering. Een uitkering voor personen die minder dan 80% arbeidsongeschikt zijn, maar wel minimaal 35% arbeidsongeschikt zijn. Dit heet WGA-uitkering. Ook kunt u een WGA-uitkering krijgen als u wel 80 tot 100% arbeidsongeschikt bent, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt bent. Bijvoorbeeld als u tijdelijk niet kunt werken omdat u een gebroken been heeft. Als u voor minder dan 35% arbeidsongeschikt bent verklaard, dan krijgt u van de overheid géén uitkering op grond van de WIA. 4.2
Wat gebeurt er met mijn pensioenopbouw als ik arbeidsongeschikt word? Als u arbeidsongeschikt zou worden, dan hoeft dat niet te betekenen dat ook uw pensioenopbouw in de pensioenregeling van SVG stopt. Wanneer u (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt wordt - in de zin van de WIA - blijft u deelnemen aan de flexibele pensioenregeling. We noemen dat ‘recht op voortzetting van pensioenopbouw’. Raakt u (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt, dan heeft u recht op voortzetting van: • de premie van het werkgeversdeel aan de pensioenregeling; • en de dekking van het partner- en wezenpensioen. Dit recht op voortzetting ontstaat op de dag waarop de WIA-uitkering ingaat en duurt zolang de WIA-uitkering voortduurt. Het recht eindigt uiterlijk op uw pensioendatum (65 jaar).
14
De hoogte van de bijdrage tijdens arbeidsongeschiktheid Het werkgeversdeel van de premie wordt, ook als u arbeidsongeschikt bent, gestort op de pensioenrekening. Om de hoogte van de premie te kunnen bepalen, zijn de volgende punten bepalend: • de pensioenspaargrondslag; • het parttimepercentage voordat u arbeidsongeschikt werd; • en de mate van arbeidsongeschiktheid. U bouwt dus op een lager niveau een pensioenkapitaal op als u arbeidsongeschikt bent; u betaalt immers niet meer uw deelnemersbijdrage. 4.3 Een aanvullende verzekering tegen arbeidsongeschiktheid De pensioenregeling van SVG kent een arbeidsongeschiktheidspensioen voor werknemers die meer verdienen dan € 50.065 bruto per jaar (bedrag 2012). Dit is het maximaal sociaal verzekeringsloon. Over het gedeelte van uw salaris boven dit bedrag, wordt een arbeidsongeschiktheidspensioen voor u verzekerd. Het arbeidsongeschiktheidspensioen is gekoppeld aan de mate van arbeidsongeschiktheid en de uitkering ervan eindigt uiterlijk als u 65 jaar wordt. Bij volledige arbeidsongeschiktheid bedraagt het percentage 70%.
Als u meer of minder arbeidsongeschikt wordt verklaard, dan moet u SVG hierover altijd informeren.
15
5. Module beleggingsbeleid en rendementsgarantie Hoe werkt beleggen bij SVG? In dit hoofdstuk leest u meer over beleggen en welke beleggingsmogelijkheden u bij SVG heeft. Het pensioenkapitaal op uw pensioenrekening wordt door SVG standaard belegd in de collectieve portefeuille. U hoeft dan zelf geen beleggingskeuzes te maken. Als u wilt, kunt u ook zelf de verantwoordelijkheid voor de beleggingen overnemen van SVG. In dat geval doet u niet meer mee in de Collectieve Portefeuille, maar belegt uzelf in één van de beleggingsmixen. Hieronder leggen we de twee mogelijkheden verder uit. 5.1 Collectieve Portefeuille De Collectieve Portefeuille wordt door het bestuur jaarlijks vastgesteld. Als u geen keuze maakt, wordt uw pensioenpremie belegd in een Collectieve Portefeuille. Deze portefeuille bestaat uit een mix van goed gespreide beleggingen in aandelen, obligaties, onroerend goed en grondstoffen.
SVG is verantwoordelijk voor de beleggingen in de Collectieve Portefeuille en handelt daarbij volgens de prudent-person regel. Dit betekent dat het pensioenfonds voldoet aan de algemene beginselen van veiligheid, kwaliteit en risicodiversificatie bij beleggingen, zoals bepaald in de Pensioenwet.
5.1.1 Garantieregeling Als u het pensioenkapitaal op de pensioenrekening gedurende uw gehele dienstverband tot aan de pensioendatum heeft belegd in de Collectieve Portefeuille, dan geldt de zogeheten ‘garantieregeling’. De garantieregeling houdt in dat op de pensioendatum het pensioenkapitaal gelijk is aan de som van: a) 100% van alle ingelegde premies tot en met 31 december 2008 en eventueel extra pensioenkapitaal dat is binnengekomen door waardeoverdracht, verhoogd met een samengestelde rente van 4% per kalenderjaar (voor gewezen deelnemers geldt een percentage van 3,25%); b) 75% van alle ingelegde premies vanaf 1 januari 2009 en de ingekomen waardeoverdrachten, verhoogd met een samengestelde rente van 4% per kalenderjaar (voor gewezen deelnemers geldt een percentage van 3,25%).
16
De garantieregeling geldt ook op enige datum voorafgaand aan de pensioendatum. Bij de vaststelling van de garantie wordt rekening gehouden met de actuele rentestanden.
Waardeoverdracht = als u in het verleden via een andere werkgever pensioen heeft opgebouwd en u deze waarde heeft meegenomen naar SVG zie ook hoofdstuk 8.
5.2 ‘Vrij’ beleggen De pensioenregeling bij SVG biedt u een zekere beleggingsvrijheid. In plaats van het beleggen in de Collectieve Portefeuille kunt u er ook voor kiezen om het pensioenkapitaal op de pensioenrekening te beleggen in één van de beleggingsmixen. De beleggingsmixen volgen het principe van de Life Cycle. Dat houdt in dat u minder risicovol belegt naar mate u ouder wordt. Let wel: als u kiest voor ‘vrij beleggen’ in de Life Cycle dan vervalt uw garantieregeling én bent u zelf verantwoordelijk voor de beleggingen.
Het principe van de Life Cycle: u belegt in een risicoprofiel waarbij de samenstelling (beleggingsmix) is afgestemd op het aantal jaren tot u 65 jaar wordt.
Als u (tijdelijk) de premie belegt in één van de beleggingsmixen (vrij beleggen) dan vervalt de garantieregeling. U kunt ieder jaar (zonder kosten) in december uw beleggingskeuze veranderen. De verandering gaat in op 1 januari van het nieuwe jaar. Verandert u uw keuze? Dan geldt deze keuze voor uw totale pensioenkapitaal op de pensioenrekening. Houdt u er wel rekening mee dat de ontwikkeling van het pensioenkapitaal op uw pensioenrekening bepaald wordt door de ontwikkeling van de beleggingsmix waarvoor u gekozen heeft. Hoe werkt vrij beleggen? Kiest u voor ‘vrij beleggen’ dan moet u verplicht de vragenlijst ‘Profielbepaling Life Cycle’ invullen. Aan de hand van deze vragenlijst stelt het pensioenfonds uw risicoprofiel vast. Er zijn drie risicoprofielen: • defensief risicoprofiel; • neutraal risicoprofiel; • offensief risicoprofiel.
17
5.2.1 Samenstelling van de beleggingsmixen Om te kunnen bepalen in welke beleggingsmix u gaat beleggen, is een aantal factoren van belang: • uw risicoprofiel; • en uw beleggingshorizon. De beleggingshorizon is het aantal jaren tot u 65 wordt. In tabel 5.2.1 staat de beleggingsmix met een nummer erachter (0 t/m VI). In tabel 5.2.2 kunt u de samenstelling van de diverse mixen lezen. Tabel 5.2.1 Keuze ‘vrij’ beleggen Beleggingshorizon in jaren Risicoprofiel
>15
9 t/m 15
5 t/m 8
2 t/m 4
<2
Defensief Neutraal
Mix IV Mix V
Mix III Mix IV
Mix II Mix III
Mix 0 Mix II
Mix 0 Mix I
Offensief
Mix VI
Mix V
Mix IV
Mix III
Mix II
Voorbeeld U bent 30 jaar. Uw beleggingshorizon is dan groter dan 15 jaar. Uit de vragenlijst kwam naar voren dat u een neutraal risicoprofiel heeft. U wordt dan ingedeeld in beleggingsmix V. Heeft u een defensief of offensief risicoprofiel, dan wordt u ingedeeld in mix IV (defensief) of mix VI (offensief). Hieronder ziet u de samenstelling van de beleggingsmixen. Het bestuur is bevoegd de samenstelling van de mixen aan te passen. Tabel 5.2.2 De samenstelling van de beleggingsmixen (per 1-1-2011) Beleggings mix 0
I II III IV V VI
% Obligaties 0
% Aandelen 0
% Vastgoed 0
% Geldmarkt 100
95 80 65 47,5 32,5
5 15 30 45 60
0 5 5 7,5 7,5
0 0 0 0 0
15
75
10
0
De rendementen van de beleggingsmixen worden gebaseerd op benchmark resultaten.
18
Als uw deelname aan de pensioenregeling stopt, dan wordt het pensioenkapitaal van de pensioenrekening altijd belegd in de Collectieve Portefeuille. Dit geldt ook voor de deelnemers die hebben gekozen voor ‘vrij beleggen’.
5.3 Zo verandert u uw beleggingskeuze U kunt uw beleggingskeuze één keer per jaar in december veranderen. Dit kunt u doen via het persoonlijke portaal op www.getronicspensioen.nl. 5.4 Kosten De volgende kosten worden in rekening gebracht bij het beleggen van het pensioenkapitaal op de pensioenrekening: Aankoopkosten en verkoopkosten U hoeft geen aankoop- of verkoopkosten te betalen als u belegt volgens de verschillende beleggingsmogelijkheden van SVG. Deze kosten neemt SVG voor zijn rekening. Ook als u verandert van beleggingsmogelijkheid betaalt u geen kosten. Overige beleggingskosten Het pensioenfonds belegt uw pensioenkapitaal in beleggingsfondsen. De kosten van het beleggen worden direct verrekend in het rendement. De kosten voor de Collectieve Portefeuille bedragen, op basis van het kalender jaar 2011, 0,57% Administratiekosten Jaarlijks worden administratiekosten in rekening gebracht. In verband hiermee wordt het beleggingsrendement in enig jaar verminderd met 0,75%-punt. Zolang u in dienst bent bij KPN CM worden deze administratiekosten door de werkgever gecompenseerd.
19
6
Module aanwending van het pensioenkapitaal op de pensioendatum Als u met pensioen gaat
U bouwt in de pensioenregeling van SVG een eigen pensioenkapitaal op de pensioenrekening op. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat er gebeurt als u met pensioen gaat en welke keuzemogelijkheden u heeft. Een aantal maanden vóór de pensioendatum kunt u deze keuzes maken. Maar als u eenmaal heeft gekozen, kunt u uw keuze(s) niet meer veranderen. 6.1 Met pensioen gaan Op de pensioendatum wordt het pensioenkapitaal op de pensioenrekening aangewend voor een levenslang ouderdomspensioen dat direct ingaat. Hierbij wordt rekening gehouden met de eventuele garantieregeling (paragraaf 5.1.1). En een bij overlijden van de gepensioneerde direct ingaand partnerpensioen. De hoogte van het partnerpensioen is 70% van het ouderdomspensioen. Het pensioen wordt gekocht tegen het inkooptarief dat geldt op de pensioendatum. Deze tarieven worden door het bestuur jaarlijks vastgesteld en zijn opgenomen in de bijlage van het pensioenreglement.
Het bestuur is bevoegd om de inkooptarieven aan te passen. Hierbij kan het bestuur rekening houden met een opslag voor de vorming van de door DNB voorgeschreven solvabiliteitsbuffer.
6.1.1 Welke factoren beïnvloeden de inkooptarieven? Er zijn vier factoren die de inkooptarieven sterk beïnvloeden. 1) De vergrijzing (overlevingstafels, prognosetafels) De inkooptarieven worden jaarlijks aangepast aan de actuele prognosetafel. Overlevingstafels of prognosetafels worden door pensioenfondsen en verzekeraars gebruikt om de gemiddelde levensverwachting van deelnemers en pensioengerechtigden in te schatten. 2) De tariefrente Met deze rente wordt gerekend als de pensioenen ingekocht moeten worden. Hoe lager deze rente, hoe minder pensioen er ingekocht kan worden. Deze rente is verwerkt in de inkooptarieven. Ieder jaar wordt de tariefrente opnieuw vastgesteld, waarbij wordt gekeken naar de
20
hoogte van de marktrente. Voor 2012 is de tariefrente vastgesteld op 3,9%. 3) De solvabiliteitstoeslag Een bestuur kan besluiten om de inkooptarieven te verhogen met een zogeheten solvabiliteitstoeslag. Deze opslag is nodig om de solvabiliteitsbuffer te kunnen vormen. Deze buffer schrijft De Nederlandsche Bank voor. 4) De verhouding mannen en vouwen in het verzekeringsbestand De verhouding mannen en vrouwen in het verzekeringsbestand beïnvloedt de inkooptarieven, omdat vrouwen gemiddeld ouder worden dan mannen. Het pensioenkapitaal op de pensioenrekening gebruiken bij SVG of bij een verzekeraar Als u met pensioen gaat, koopt u met het pensioenkapitaal dat u heeft opgebouwd een pensioen. Standaard gebeurt dat bij SVG, maar u mag het pensioenkapitaal van uw pensioenrekening ook gebruiken bij een verzekeraar. Het bestuur heeft hierbij twee verzekeraars geselecteerd: • ASR; • Nationale Nederlanden. Als u uw pensioenkapitaal gebruikt voor pensioen bij een verzekeraar, dan gebeurt dit op basis van de inkooptarieven en voorwaarden van de verzekeraar. Als u hiervoor kiest, dan heeft u geen recht meer op een pensioen bij SVG. Voorbeeld Stel het opgebouwde pensioenkapitaal op de pensioenrekening is € 100.000. Het gecombineerde* tarief op 65 jaar voor de aankoop van een levenslang ouderdomspensioen en levenslang partnerpensioen per 1 januari 2012 is € 16.195**. Het levenslange ouderdomspensioen dat de deelnemer kan kopen, is:
€ 100.000/16.195 = € 6.175 bruto per jaar.
Het levenslange partnerpensioen dat de deelnemer kan kopen, is:
70% van € 6.175 = € 4.323 bruto per jaar.
*
Voor het gecombineerde tarief wordt een ouderdomspensioen én een partnerpensioen ter grootte van 70% van het ouderdomspensioen aangekocht.
**
€ 1.000 ouderdomspensioen bruto per jaar én een daarbij behorend partnerpensioen van € 700 bruto per jaar kost € 16.195.
21
Het aanvragen van uw pensioen Officieel moet u uw pensioen schriftelijk aanvragen. Maar om het u gemakkelijk te maken, krijgt u ongeveer een half jaar vóór uw pensioendatum (de dag dat u 65 jaar wordt) een aanvraagformulier van SVG. Hiermee kunt u uw pensioen aanvragen. Als u eerder met pensioen gaat dan de 65-jarige leeftijd, moet u uw vervroegde pen- sioendatum schriftelijk bij SVG melden. U moet dit minimaal drie maanden voor uw vervroegde pensioendatum doen. 6.2 De keuzemogelijkheden van uw pensioenregeling Als u met pensioen gaat, kunt u voor een aantal mogelijkheden kiezen. Wat uw mogelijkheden zijn, leest u in deze paragraaf. 1. Eerder of later dan de 65-jarige leeftijd met pensioen gaan. Het pensioen gaat uiterlijk op uw 67e jaar in. 2. Deeltijd met pensioen gaan. U kunt met (vervroegd) pensioen en daarnaast gedeeltelijk blijven werken. 3. Uitruilen. Op de pensioendatum kunt u (een gedeelte van) het partnerpensioen uitruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Ook het tegenovergestelde is mogelijk: een deel van het ouderdomspensioen uitruilen voor een hoger partnerpensioen. 4. U kunt het pensioen tussen 60 en 65 jaar variabel laten uitkeren: eerst een periode een hogere uitkering en daarna een lagere uitkering. 6.2.1 Eerder of later met pensioen De standaard pensioenleeftijd in deze regeling is 65 jaar. U kunt echter ook eerder of later met pensioen gaan. Op zijn laatst kunt u op uw 67e met pensioen. Als u eerder of later met pensioen gaat, dan heeft dat gevolgen voor de hoogte van uw pensioenuitkering. Eerder met pensioen Als u eerder dan uw 65e met pensioen gaat, wordt uw levenslang ouderdomspensioen lager. De reden hiervan is dat u minder jaren pensioen opbouwt en het pensioen langer moet worden uitgekeerd. Hoe hoog de verlaging van uw ouderdomspensioen uiteindelijk is, hangt af van het aantal jaren en maanden dat u eerder met pensioen gaat. Vervroegen van de pensioeningangsdatum is alleen mogelijk als u een verklaring ondertekent waarin staat dat u niet meer van plan bent om te gaan werken.
22
Later met pensioen Gaat u later met pensioen? Dan wordt het levenslange ouderdomspensioen hoger. De Belastingdienst stelt grenzen aan de hoogte van het levenslange ouderdomspensioen. Het pensioenfonds houdt deze grenzen voor u in de gaten. Uitstellen van uw pensioen is alleen mogelijk als u tot uw verlate pensioeningangsdatum blijft werken. Aanvragen van eerder of later ingaand pensioen Als u eerder dan op uw 65e met pensioen wilt, moet u dit uiterlijk drie maanden vóór de gewenste datum schriftelijk melden aan het bestuur van het pensioenfonds. Wilt u later dan uw 65e met pensioen, dan moet u dit uiterlijk drie maanden vóór de 65-jarige leeftijd schriftelijk melden. 6.2.2 Gedeeltelijk met pensioen U kunt vanaf uw 60e jaar gedeeltelijk, zeg maar parttime, met pensioen gaan. Voor het overige deel blijft u dan werken. Of u in deeltijd met pensioen kunt gaan en in welke mate, moet u overleggen met uw werkgever die daar uiteindelijk over beslist. De hoogte van het deeltijdpensioen is afhankelijk van het deeltijdpercentage. Voor het percentage dat u nog blijft werken, gaat (eventueel) de opbouw van het pensioenkapitaal gewoon door. 6.2.3 Uitruil ouderdomspensioen en/of partnerpensioen U bouwt bij SVG een pensioenkapitaal op, waaruit zowel ouderdomspensioen als partnerpensioen wordt betaald. U kunt ervoor kiezen, op het moment dat u met pensioen gaat om één van deze twee pensioenen om te zetten. Dit noemen we uitruilen. Zo kunt u kiezen voor een hoger ouderdomspensioen en een lager partnerpensioen. U ruilt in dat geval uw partnerpensioen uit voor een hoger ouderdomspensioen. Als u partnerpensioen zou willen omruilen voor een hoger ouderdomspensioen, dan moet uw partner hiervoor toestemming geven. 6.2.4 Variabele pensioenuitkering {hoog-laagconstructie) U kunt ervoor kiezen om uw pensioen variabel te laten uitkeren. U krijgt dan eerst een hogere uitkering en daarna een lagere uitkering. De laagste uitkering mag niet lager zijn dan 75% van de hoogste uitkering.
23
7
Als de prijzen stijgen? Stijgt uw pensioen dan mee? Het toeslagbeleid van SVG
Ieder jaar probeert het bestuur van het pensioenfonds het pensioen te verhogen. Deze verhoging noemen we een toeslag. Op die manier groeit het pensioen mee met de prijsstijgingen. Toeslagverlening bij SVG is voorwaardelijk, wat inhoudt dat u geen recht heeft op een toeslag. Deze toeslag wordt alleen gegeven als er voldoende financiële middelen zijn. Ieder jaar besluit het pensioenfondsbestuur of er een toeslag verleend kan worden.
Het toeslagbeleid van de SVG-pensioenregeling geldt alleen voor ingegane pensioenen en voor de nog niet ingegane pensioenen van de ex-partner. Het toeslagbeleid geldt niet als u nog pensioen opbouwt.
Voorwaardelijk toeslagbeleid voor de twee groepen • Toeslagverlening geldt voor pensioenen die al zijn ingegaan en voor het bijzonder partnerpensioen. Het bijzonder partnerpensioen is dat deel van het partnerpensioen waarop uw ex-partner recht heeft. • Het toeslagbeleid is gebaseerd op D1 uit de toeslagenmatrix en wordt berekend op basis van de prijsontwikkeling van de CPI alle huishoudens (afgeleid). Achteraf wordt bepaald of de toeslag (volledig) gegeven kan worden. U kunt de toeslagenmatrix vinden in het pensioenreglement. • De toeslagverlening is voorwaardelijk. De pensioenpremie bevat geen opslag voor de toeslagverlening. Bovendien wordt er door SVG geen reserve aangehouden om in de toekomst toeslagen te kunnen verlenen.
24
8. Een nieuwe werkgever Waardeoverdracht Als u stopt met werken bij KPN CM, dan stopt ook uw deelname aan de pensioenregeling. We leggen in dit hoofdstuk uit wat voor gevolgen een andere baan heeft op uw pensioen en welke keuzes u heeft op het moment dat u van baan verandert. 8.1 Wat gebeurt er met mijn pensioen als ik uit dienst ga? Als u uit dienst gaat vóórdat u met pensioen gaat, stopt de deelname aan de pensioenregeling. Als u halverwege het jaar uit dienst gaat, wordt de laatste storting herberekend, zodat er rekening wordt gehouden met de periode dat u heeft deelgenomen. Ook vervalt dan de risicoverzekering voor het partnerpensioen en arbeidsongeschiktheid. Dit betekent dat: U geen recht heeft op voortzetting van de pensioenopbouw van SVG als u in de toekomst arbeidsongeschikt zou worden. Een deel van uw pensioenkapitaal wordt gebruikt om een aanspraak op partnerpensioen in te kopen. 8.2 Uw keuzes als u van baan verandert Als u naar een andere werkgever gaat, heeft u twee keuzes: 1. u laat uw pensioenkapitaal van de pensioenrekening staan bij SVG (geen waardeoverdracht); 2. u neemt het pensioenkapitaal van de pensioenrekening mee naar de pensioenuitvoerder van uw nieuwe werkgever. Dit noemen we waardeoverdracht. Graag leggen we hieronder uit wat de twee mogelijkheden inhouden. Geen waardeoverdracht Als u niet kiest voor waardeoverdracht, blijft het pensioenkapitaal op de pensioenrekening bij SVG achter. Het pensioenkapitaal wordt belegd in de Collectieve Portefeuille en ontwikkelt zich afhankelijk van de beleggingsrende- menten. Op de pensioendatum of bij eerder overlijden wordt het pensioenkapitaal gebruikt om pensioenen te kopen tegen de tarieven die dan gelden. Ook geldt de garantieregeling als u het pensioenkapitaal op de pensioenrekening altijd heeft belegd in de Collectieve Portefeuille. Als u uit dienst gaat, worden de administratiekosten niet langer door de werkgever gecompenseerd. Deze kosten worden in rekening
25
gebracht door het beleggingsrendement op uw individuele pensioenrekening te verminderen met 0,75%-punt. Dit geldt ook voor het rendement van de garantieregeling. Wel waardeoverdracht U heeft ook de mogelijkheid om het pensioenkapitaal van de pensioenrekening over te dragen naar de pensioenuitvoerder van uw nieuwe werkgever. U doet dit door een formulier ‘verzoek tot waardeoverdracht’ in te vullen. Een verzoek tot waardeoverdracht moet u binnen zes maanden na indiensttreding bij uw nieuwe pensioenuitvoerder indienen. Wat de beste beslissing is – wel of geen waardeoverdracht naar uw nieuwe pensioenuitvoerder – hangt ondermeer af van de verschillen tussen de twee pensioenregelingen. Ook speelt de financiële positie van de pensioenfondsen een rol bij het bepalen of waardeoverdracht wenselijk is. Vooral het toeslagbeleid (indexatiebeleid) van de pensioenregelingen speelt hierin een rol. De pensioenuitvoerder kan u hierover informeren.
26
9. Financiering In dit hoofdstuk vindt u informatie over de financiering van uw pensioen. 9.1 Wie betaalt wat? In de pensioenovereenkomst staan de afspraken tussen de werkgever en de werknemer over het pensioen. De pensioenovereenkomst bij KPN CM vloeit voort uit uw individuele arbeidsovereenkomst. In deze overeenkomst staat onder andere: • dat er ieder jaar een beschikbare premie wordt gestort op uw pensioenrekening om op die manier een pensioenkapitaal op te kunnen bouwen dat op de pensioendatum wordt aangewend voor het inkopen van de pensioenen; • dat er verzekeringen zijn afgesloten bij de verzekeraar om de risico’s in geval van overlijden en arbeidsongeschiktheid voor de pensioendatum voor u veilig te stellen; • de hoogte van uw eigen bijdrage aan de pensioenpremie. 9.2 Uitvoering pensioenovereenkomst SVG is uw pensioenuitvoer- der. De pensioenuitvoerder ziet erop toe dat de uitvoering van de pensioenovereenkomst correct gedaan wordt. Daarnaast moet de pensioenuitvoerder zorgen voor voldoende financiële middelen, zodat: de jaarlijkse storting van de beschikbare premie gedaan kan worden; de overige kosten (administratiekosten en kosten voor risicoverzekeringen en vermogensbeheer) worden gedragen; voldoende reserves worden aangehouden om de pensioenen die zijn verkregen na het aanwenden van het pensioenkapitaal op de pensioenrekening, ook in de toekomst te kunnen uitkeren. De hoogte van de reserves die het pensioenfonds hiervoor moet aanhouden, ligt wettelijk vast. In de uitvoeringsovereenkomst tussen SVG en KPN CM is opgenomen dat de bijdrage (inclusief de bijdrage van de medewerkers) voor de pensioenregeling is gemaximeerd op 16% van de totale loonsom. 9.3 Jaarlijkse storting door uw werkgever Uw werkgever (KPN CM) stort ieder jaar een bedrag op uw individuele pensioenrekening. Hoe hoog dit jaarlijkse bedrag is hangt af van: • uw pensioenspaargrondslag op 1 januari van ieder jaar. Dit is uw pensioengevend salaris min de franchise. De hoogte van uw pensioenspaargrondslag verandert ieder jaar;
27
• uw leeftijd op 31 december van het voorgaande jaar. De jaarlijkse storting is een percentage van de grondslag. Dit percentage is afhankelijk van uw leeftijd. In tabel 9.4.1 (volgt hierna) ziet u hoe dit is verdeeld. 9.4 Deelnemersbijdrage U betaalt zelf ook een deelnemersbijdrage aan de pensioenpremie. Deze premie wordt maandelijks op uw salaris ingehouden. Deze premie is – net als het werkgeversdeel – een percentage van uw pensioenspaargrondslag. Daarbij wordt uitgegaan van de pensioenspaargrondslag op 1 januari. De grondslag is uw pensioengevend salaris min de franchise. Over de franchise – een vast bedrag per jaar waarover u geen pensioen opbouwt – betaalt u geen eigen bijdrage. Ook hiervoor geldt dat het percentage afhangt van uw leeftijd. U ziet uw eigen bijdrage ook in tabel 9.4.1. Tabel 9.4.1: overzicht van de percentages die de werkgever betaalt en die de werknemer betaalt. Leeftijd in jaren
21 25 30 35 40 45 50 55 60 65
– – – – – – – – – –
24 29 34 39 44 49 54 59 64 67
Totale beschikbare premie (incl. eigen bijdrage)
Eigen bijdrage werknemer
als % van de pensioen(spaar)grondslag
als % van de pensioengrondslag
5,10 7,20 8,50 10,30 12,40 15,00 18,10 22,00 26,80 26,80
1,79 2,55 3,01 3,65 4,39 5,31 6,41 7,79 9,50 9,50
Als u parttime werkt (minder dan 40 uur), wordt deze jaarlijkse storting aangepast naar rato van het aantal werkbare uren. Het aantal uren dat in de arbeidsovereenkomst staat, is daarbij bepalend. 9.5 Overige kosten De volgende overige kosten betaalt de werkgever via de zogeheten werkgeversopslag. Deze opslag bedraagt voor 2012 5,25% van de totale som van het pensioenfonds: • kosten voor de risicoverzekering voor het partnerpensioen;
28
• • • • •
kosten voor de risicoverzekering voor het wezenpensioen; kosten voor de risicoverzekering voor de eenmalige storting op de pensioenrekening. Het gaat hier om een eenmalige storting die gedaan wordt als u overlijdt; de kosten voor de voortzetting van de pensioenopbouw en de risicodekkingen als u arbeidsongeschikt zou worden. In dat geval wordt er ook een bedrag gestort op de pensioenrekening; de bestuurskosten van het fonds, administratiekosten en kosten voor de jaarlijkse verslaglegging; exploitatie- en beheerskosten.
Deze kosten worden niet in mindering gebracht op de jaarlijkse stortingen. De kosten voor de risicoverzekering voor het tijdelijk partner- pensioen worden via de werkgever doorbelast aan de werknemer. Zijn er situaties denkbaar waarin de werkgever de bijdrage aan de pensioenregeling kan verminderen? Er kunnen zich omstandigheden voordoen waardoor de werkgever genoodzaakt is de jaarlijkse bijdrage aan SVG te verminderen of zelfs geheel te beëindigen. De wet bepaalt dat dit alleen mogelijk is in geval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden. De werkgever is in deze gevallen wettelijk verplicht zowel het bestuur als de deelnemers hiervan op de hoogte te brengen. Wat gebeurt er als SVG de pensioenregeling niet meer (volledig) kan uitvoeren? Het kan gebeuren dat in extreme situaties de bijdrage van de werkgever niet voldoende blijkt te zijn voor een volledige uitvoering van de pensioenregeling. Wat gebeurt er dan? Als de financiële positie van SVG, bijvoorbeeld als gevolg van tegenvallende beleggingsresultaten, onder druk staat, wordt een deel van de jaardonaties gebruikt om de positie te versterken. Verder kan het noodzakelijk zijn om op de lopende pensioenuitkeringen geen toeslag te verlenen. Als deze maatregelen niet voldoende zijn, kan vervolgens de toekomstige pensioenopbouw worden verlaagd. Blijkt daarna dat dit nog niet voldoende is, dan kunnen ook de al opgebouwde aanspraken en de saldi op de pensioenrekeningen worden verlaagd. Als zich een dergelijke situatie voor zou doen, zal het fonds zowel de werkgever als de deelnemers, gewezen deelnemers en uitkeringsgerechtigden hiervan op de hoogte stellen.
29
10 Overige zaken In dit hoofdstuk gaan we in op een aantal overige zaken. 10.1 Moet ik mijn partner laten registreren bij samenwonen? Op het moment van overlijden wordt er gekeken of uw partner voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een (tijdelijk) partnerpensioen. Uw partner wordt niet geregistreerd bij het pensioenfonds. 10.2 Pensioen en scheiding Een scheiding kan van invloed zijn op uw pensioen. Lees op www.getronicspensioen.nl welke invloed een scheiding heeft op uw pensioenkapitaal en wat u zelf kunt regelen. 10.3 Kan mijn pensioen afgekocht worden? SVG mag kleine pensioenen tot € 438 (bedrag van 2012) afkopen, op zijn vroegst twee jaar na beëindiging van de deelneming. Als bij de beëindiging van de deelneming het ‘opgebouwde pensioen’ minder is dan € 438 per jaar, dan krijgt u de afkoopwaarde van het opgebouwde pensioen na de wettelijke inhoudingen uitbetaald. U kunt er ook voor kiezen om uw opgebouwde pensioen over te dragen naar uw nieuwe pensioenuitvoerder. U moet zich dan wel aan de regels van waardeoverdracht houden. 10.4 Hoe zit het met pensioenopbouw tijdens onbetaald verlof? Als u met onbetaald verlof gaat (maximaal 18 maanden) dan is uw risicopensioen verzekerd. U bouwt geen pensioen op. Maar u kunt er ook voor kiezen om de pensioenopbouw voort te zetten. U moet dan zelf de volledige pensioenpremie (beschikbare premie) betalen. 10.5 Wat kan ik doen als ik denk dat mijn pensioen niet goed is vastgesteld? Als u denkt dat het pensioenfonds de hoogte van uw pensioen niet juist heeft vastgesteld, kunt u daartegen bezwaar aantekenen bij het bestuur van het fonds. U doet dat door een brief te sturen naar het fonds, waarin u aangeeft dat u het niet eens bent met de hoogte van uw pensioenuitkering. Ook moet u daarbij aangeven waarom u dat denkt. Op www.getronicspensioen.nl vindt u de klachtenprocedure.
30
10.6 Veranderingen in het pensioenreglement De pensioenwereld is volop in beweging. Daarom zijn ook pensioenregelingen, bijvoorbeeld door wetswijzigingen, regelmatig toe aan herziening of moeten er in de pensioenregeling veranderingen doorgevoerd worden. De inhoud van de pensioenovereenkomst is eenduidig vastgelegd in een juridisch document; het zogeheten pensioenreglement. Als de pensioenovereenkomst verandert, moet ook het pensioenreglement hierop aangepast worden. Het bestuur van het pensioenfonds is verplicht de deelnemers te informeren over alle veranderingen in het reglement. De regels over de informatieplicht bij veranderingen in de pensioenregeling, staan in de statuten van SVG. 10.7 Extra ouderdomspensioen opbouwen Als deelnemer heeft u de mogelijkheid om extra pensioenkapitaal op te bouwen, uiteraard binnen de fiscale grenzen. U kunt een extra premie betalen, die van uw salaris wordt ingehouden. Uiterlijk 31 december van het betreffende jaar wordt deze premie op uw pensioenrekening gestort. Als u extra pensioen wilt opbouwen, dan moet u met uw werkgever hierover afspraken maken.
31
Disclaimer De pensioenregeling van SVG is een flexibele pensioenregeling. In deze brochure worden de hoofdlijnen van deze pensioenregeling, zoals deze geldt vanaf 1 januari 2012, beschreven. De bedragen die in deze brochure staan, zijn de bedragen zoals die gelden vanaf 2012. Het bestuur kan deze bedragen jaarlijks aanpassen.
Er is aan de inhoud van deze brochure veel aandacht besteed, maar het kan zijn dat informatie ondertussen is veranderd of dat er onjuistheden in staan. SVG is niet aansprakelijk als iemand schade ondervindt omdat er onjuiste of verouderde informatie in deze brochure staat of omdat de brochure onjuist is verspreid of onjuist is gebruikt. U kunt alleen rechten ontlenen aan het pensioenreglement van SVG dat voor u geldt. U vindt het pensioenreglement dat voor u geldt op Getranet of op de website van het pensioenfonds www.getronicspensioen.nl. Deze brochure is een uitgave van SVG.
32
33
Getronics Pensioen
Stichting Voorzieningsfonds Getronics Postbus 501 9700 AM Groningen (050) - 582 79 58
[email protected] www.getronicspensioen.nl November 2012