Agenda betreft
Vergadering Veiligheidsoverleg IJsselland
datum
23 september 2015
tijd plaats
9.00-12.30 uur Penitentiaire Inrichting Zwolle-Zuid Huub van Doornestraat 15 8013 NR Zwolle Algemeen Bestuur Veiligheidsregio (9.00-9.45 uur) 1. Opening 2. Verslag vergadering 24 juni 2015 (bijlage) 3. Mededelingen/ingekomen stukken (bijlage) Besluitvormend 4. Procesvoorstel Herijking Financiering (bijlage) Informerend 5. Presentatie Bedrijfsvoering (Michel Thijssen) 6. Presentatie Terugblik Veiligheidsdag 2015 (Peter Snijders) Informerend 7. Brieven Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (bijlage) 8. BDuR circulaire juni 2015 (bijlage) 9. Project Structureel Terugdringen Onechte en Ongewenste Meldingen (bijlage) 10. DB verslag 10 juni 2015 (bijlage) 11. Vergaderschema 2016 (bijlage)
12. Rondvraag 13. Sluiting
Notulen van Algemeen Bestuur Veiligheidsregio IJsselland datum 24 juni 2015 aanwezig Namens de gemeenten: de burgemeesters H.J. Meijer (Zwolle, voorzitter), A.P. Heidema (Deventer), B. Koelewijn (Kampen), A.G.J. Strien (Olst-Wijhe), M. Dadema (Raalte), P.H. Snijders (Hardenberg), M.A.J. van der Tas (Steenwijkerland), H.C.P. Noten (Dalfsen), M.J. Ahne (Ommen) en J.D. Alssema (Staphorst). Als adviserende leden mevrouw L.J. Sievers (commandant regionale brandweer), N.A.M. Rigter (directeur publieke gezondheid) en A. J. de Loor (Openbaar Ministerie) en de heren P. Miltenburg en A. Mengerink (Politie Oost-Nederland), H. Dijk (namens de waterschappen), H. Zwart (coördinerend functionaris gemeenten) en A.H. Schreuders (secretaris, veiligheidsregio) en mevrouw M. Fransen (notulist). afwezig Burgemeester E.J. Bilder (Zwartewaterland), de heren S. Dekker (politie), A.J.F. Krakau de Jong (regionaal militair commando Noord), V. Smink (Openbaar Ministerie, vervangen door mevrouw A.J. de Loor).
1. Opening De heer Meijer opent de vergadering om 9.00 uur. Bericht van verhindering is ontvangen van de heren Bilder, Dekker (vakantie), Krakau de Jong en Smink. De heer Smink wordt vervangen door mevrouw de Loor. 2. Verslag vergadering 13 mei 2015 Er zijn geen opmerkingen op het verslag. Het bestuur stelt het verslag vast. 3. Mededelingen / ingekomen stukken Mededelingen - De heer Meijer vertelt dat de systeemtest afgelopen vrijdag 19 juni plaatsgevonden heeft. Hij vraagt de betrokkenen naar hun ervaringen. De heer Alssema geeft aan dat er werd opgeschaald naar GRIP4 zonder hem te raadplegen. De snelle opschaling naar GRIP4 zorgde er ook voor dat allerlei mensen die nog maar net opgekomen waren, alweer konden vertrekken. De heer Meijer hoorde pas een uur na alarmering dat de systeemoefening begonnen was. Hij had eerder gebeld willen worden, maar merkt dat in een oefensituatie er pas actie wordt ondernomen vanaf het moment dat er formeel alarmering plaatsvindt. In de werkelijkheid vindt er al in veel eerder stadium afstemming plaats. Verschillende aanwezigen spreken hun bezorgdheid uit over de opkomst van de politie en de processen communicatie en bevolkingszorg. De heren Noten en Meijer geven aan dat het erg ongemakkelijk was om belangrijke afspraken opeens te laten vervallen voor een oefening. Dit staat niet met elkaar in verhouding. Zij zien graag dat de betrokken burgemeesters in het vervolg wel op de hoogte gesteld worden van het tijdstip van een systeemoefening. Mevrouw Sievers neemt deze opmerking mee naar de inspectie. Tevens vertelt zij dat er tijdens de oefening een innovatieve tool gebruikt is, om het evaluatierapport snel gereed te hebben. De eerste ervaringen daarmee zijn goed.
Pagina 2 van 9
-
Mevrouw Sievers doet een terugkoppeling van de twee raadsbijeenkomsten in de kazerne aan de Marsweg in Zwolle op 16 en 22 juni jl. Ruim vijftig raadsleden zijn aanwezig geweest. Zij waren na afloop positief over dit initiatief.
Ingekomen stukken De volgende stukken zijn binnen gekomen voor het algemeen bestuur: - informatievraag naar aanleiding van Kamervragen lid Kooiman over brandweervrijwilligers en onveilige situaties (NCTV/ministerie V&J); - aanbieding rapport duikongeval Koedijk (Inspectie V&J/ministerie V&J); - inzet- en beleidskader NL-Alert (NCTV/ministerie V&J); - nadere informatie PPMO (LOBA); - begroting 2016 (gemeente Raalte); - zienswijze begroting 2016 Veiligheidsregio IJsselland (gemeente Dalfsen); - reactie conceptbegroting 2016 Veiligheidsregio IJsselland (gemeente Olst-Wijhe); - rekenkameronderzoek (gemeente Dalfsen). Het algemeen bestuur neemt kennis van deze ingekomen stukken. BESLUITVORMEND 4. Jaarverslag en Jaarrekening 2014 Voorstel 1. De programmaverantwoording 2014 vast te stellen. 2. De jaarrekening 2014 vast te stellen en het saldo van € 3.663.648 als volgt te bestemmen: a. teruggaaf gemeentelijke bijdrage € 3.224.500; b. eenmalige toevoeging krediet herhuisvesting € 100.000; c. eenmalige bijdrage GGD voor afboeking boekwaarde Zeven Alleetjes € 100.000; d. eenmalige toevoeging krediet organisatieontwikkeling € 100.000; e. opnieuw beschikbaar stellen restantkrediet crisiscommunicatie € 59.707; f. aanvulling algemene reserve € 79.441. 3. De restantkredieten 2014 van de eenmalige projecten van Veiligheidsregio IJsselland ad. € 197.305 opnieuw beschikbaar te stellen in 2015 (financiële dekking via de bestemmingsreserve ontwikkelingen VR): a. organisatieontwikkeling € 23.795; b. brandonderzoek € 11.708; c. aanpassing website € 27.307; d. herhuisvesting € 126.607; e. project eerste hulp (programma GHOR) € 7.888. 4. De restantkredieten van de vervangingsinvesteringen ad. € 3.163.794 opnieuw beschikbaar te stellen in 2015. Bespreking De heer Meijer geeft aan dat de gemeenteraden de gelegenheid hebben gekregen tot 21 juni een reactie op de jaarstukken kenbaar te maken. Deze reactieronde heeft niet geleid tot de vraag om aanpassingen. De heer Noten vindt de reactietermijn van twee maanden te krap om de gemeenteraden op adequate manier hierbij te betrekken. Bovendien vraagt het te veel van de gemeenten om de jaarstukken, de begroting en de voorjaarsnota in dezelfde periode te behandelen. Hij vraagt om hiervoor een andere vorm te bedenken, bijvoorbeeld door een beleidsdebat over deze onderwerpen te organiseren. De heer Koelewijn geeft aan dat
Pagina 3 van 9
hij zoekt naar een manier om de raden op een goede manier bij deze stukken te betrekken. De heer Alssema had graag meer informatie opgenomen willen zien over de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD): wat zijn de financiële gevolgen hiervan? Wat is de stip op de horizon? Mevrouw Van der Tas vraagt aandacht voor het kunnen genereren van actuele ziekteverzuimgegevens. De heer Noten geeft aan dat zijn gemeenteraad de stukken afgelopen maandag besproken heeft en het belangrijk vindt dat de systeemoefening voortaan tijdig plaatsvindt. Mevrouw Sievers gaat zich inzetten om met de directeuren GGD en RUD de stukkenstroom rond de planning- en controlcyclus meer op elkaar af te stemmen. Mevrouw Rigter vertelt dat binnen de GGD een commissie aan de slag gaat om de stukkenstroom rond de P&C-cyclus eenduidiger in te richten. Zij geeft tevens aan dat de Wet gemeenschappelijke regelingen weinig speelruimte laat. Conform deze wet moet de voorjaarsrapportage bijvoorbeeld naar de gemeenteraden, als er begrotingswijzigingen in opgenomen zijn. De reactietermijnen liggen ook vast in de wet. De heer Meijer pleit voor afstemming tussen GGD en VRIJ en een goede betrokkenheid van de gemeenten. Hij stelt voor om hier op een bestuurdersdag een keer op terug te komen. Besluit Het algemeen bestuur besluit conform voorstel. 5. Voorjaarsrapportage 2015 Voorstel 1. De voorjaarsrapportage 2015 vast te stellen en daarop (incidenteel) de budgetten 2015, die het betreft, aan te passen via een begrotingswijziging. 2. Voor de ICT vervangingen investeringskredieten van in totaal € 492.000 en voor de vervanging van de brandweerboten een investeringskrediet van € 180.000 beschikbaar te stellen. 3. Bij de jaarrekening 2015 een nieuwe reserve in te stellen voor reservering vakantiegeld. Bespreking De heer Meijer geeft aan dat, naar aanleiding van de bespreking in het dagelijks bestuur, de toelichting bij de voorstellen voor de aanschaf van kazernekleding en boten aangevuld is. Door een enkele gemeente is aangegeven dat de reactietermijn te kort is voor behandeling in de raad. De heer Meijer stelt voor om de voorjaarsrapportage daarom pas in oktober (i.p.v. september) definitief vast te stellen in de vergadering van het algemeen bestuur. De heer Strien vraagt of de begrotingswijzigingen in het vervolg niet pas in de najaarsrapportage opgenomen kunnen worden. In dat geval hoeft de voorjaarsrapportage niet voor zienswijzen naar de gemeenten. Besluit Het algemeen bestuur besluit vooralsnog conform voorstel. Aangezien de gemeenten tot 1 september de mogelijkheid hebben gekregen om zienswijzen in te dienen en sommige gemeenten wat dit betreft meer tijd nodig hebben, vindt definitieve besluitvorming pas plaats in de vergadering van het algemeen bestuur in oktober. 6. Begroting 2016 Voorstel 1. De programmabegroting 2016-2019 vast te stellen. 2. De programmabegroting naar aanleiding van de zienswijze niet aan te passen. 3. De reacties, aandachtspunten en zienswijze schriftelijk terug te koppelen naar de gemeenteraden.
Pagina 4 van 9
Bespreking De heer Meijer geeft aan dat, naast een inhoudelijke reactie vanuit de gemeente Olst-Wijhe de gemeente Dalfsen als enige gemeente een zienswijze ingediend heeft. Deze gemeente krijgt separaat een brief met een reactie op de zienswijze. Hoewel formeel niet verplicht, wordt voorgesteld om, net als in 2014, de gemeenteraden per brief te informeren over de wijze waarop Veiligheidsregio IJsselland de reacties heeft verwerkt. De heer Strien ziet graag dat er een meerjarenbegroting aan de onderhoudsprogramma’s gekoppeld wordt. Mevrouw Van der Tas ondersteunt het gebruik van SharePoint en wil zelf ook graag toegang. Mevrouw Sievers vertelt dat Veiligheidsregio IJsselland op dit moment bezig is om alle vrijwilligers toegang tot SharePoint te geven. Besluit Het algemeen bestuur besluit conform voorstel. 7. Evaluatie team Bevolkingszorg Voorstel 1. Het evaluatierapport team Bevolkingszorg vast te stellen. 2. De aanbevelingen uit het evaluatierapport over te nemen. Bespreking De heer Meijer geeft aan dat op de bestuurdersdag al gesproken is over het rapport dat van de evaluatie van het team Bevolkingszorg opgesteld is. Helaas was niet iedereen daarbij aanwezig. Mevrouw Van der Tas introduceert als portefeuillehouder het rapport. Zij geeft aan dat het rapport voldoende aanknopingspunten biedt om het functioneren van het team Bevolkingszorg te verbeteren. De gemeentesecretarissen zijn wat dit betreft het scharnierpunt naar de gemeentelijke organisaties, daarom is hun betrokkenheid in het vervolgproces van groot belang. Het tijdpad is erg ambitieus en dient, vanwege zorgvuldigheid en draagvlak, heroverwogen te worden. Als eerste stap moet een kwartiermaker aangesteld worden, die vervolgens in werkgroepverband een plan van aanpak opstelt. De bestuurders reageren op het rapport. In algemene zin onderschrijft men het rapport. De heer Koelewijn kijkt uit naar concrete maatregelen, met name op het gebied van beschikbaarheid van medewerkers. Bij een incident afgelopen zaterdag in Kampen moest de communicatieadviseur uit Friesland komen. De heer Noten stelt voor om de aanbevelingen te hanteren als uitgangspunt voor het nu op te stellen plan van aanpak. Wat betreft de heer Dadema hadden de aanbevelingen wat scherper gekund. Hij stelt voor om de kwartiermaker aan het werk te zetten, maar daarnaast de quick winners duidelijk te markeren en gelijk uit te voeren. De heer Strien onderschrijft het voorstel om de quick winners gelijk op te pakken. Een aantal andere aanbevelingen moet eerst op kosten gezet worden. Daarnaast moeten wij werken aan een verandering wat betreft houding en gedrag. Er is winst te behalen door ruimte te geven aan onze medewerkers om tijdens een incident in te springen in een andere gemeente. De heer Snijders sluit zich aan bij de gegeven reacties. De vrijblijvendheid moet eraf. Hij pleit voor het snel opstellen van het plan van aanpak. Er zijn aanvullende maatregelen nodig en daar mogen middelen tegenover staan. Hij stelt voor om sommige functies op piket te zetten. De heer Heidema sluit zich aan bij alles wat gezegd is. De heer Alssema vindt het belangrijk dat er geïnvesteerd wordt in professionaliteit.
Pagina 5 van 9
Mevrouw Van der Tas concludeert dat de reacties aansluiten bij de bevindingen. Zij geeft aan dat nu eerst een kwartiermaker aangesteld wordt, in overleg met de Kring van gemeentesecretarissen. Onder leiding van de kwartiermaker worden de verschillende scenario’s in werkgroepverband uitgewerkt in een plan van aanpak. Dit plan komt terug in de Kring van gemeentesecretarissen en wordt ter besluitvorming voorgelegd aan het algemeen bestuur. Zij vraagt de heer Zwart naar zijn reactie. De heer Zwart geeft aan dat er draagvlak is bij de gemeentesecretarissen. Hij deelt de gemaakte opmerkingen over het vervolgtempo. Het gaat in zijn ogen vooral ook om houding wat betreft de invulling van vacatures en de opkomst tijdens incidenten. Besluit Het algemeen bestuur besluit conform voorstel. Op de volgende vergadering van het algemeen bestuur komen we op dit onderwerp terug met een aangepast tijdschema. Aan een ieder wordt gevraagd om de quick winners al op te pakken. 8.
Wijziging gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio IJsselland
Voorstel 1. de colleges van de gemeenten voor te stellen in te stemmen met de wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio IJsselland, opgenomen in het bijgaande concept-besluit (bijlagen 1 en 2). 2. in te stemmen met de bijgevoegde conceptbrief aan de colleges (bijlage 3) met de vraag om voor 1 november te laten weten of zij met de voorgestelde wijzigingen kunnen instemmen of niet; 3. de bepaling in de gemeenschappelijke regeling te handhaven dat het algemeen bestuur een regeling treft over de coördinerend burgemeester voor andere situaties dan rampen en crises. 4. de verantwoording van AB-leden met inhoudelijke portefeuille, die ook DB-bevoegdheden omvat, te laten verlopen via het AB. 5. de gemeente waar de gemeenschappelijke regeling gevestigd is (in ons geval Zwolle) te verzoeken de vastgestelde regeling voor 1 januari 2016 toe te sturen aan gedeputeerde staten en in alle deelnemende gemeenten bekend te maken door kennisgeving van de inhoud daarvan in de Staatscourant. Bespreking De aangepaste regeling vloeit voort uit de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Er geldt een wettelijke overgangstermijn van een jaar. Dit betekent dat de gemeenschappelijke regeling van de veiligheidsregio uiterlijk op 1 januari 2016 in werking moet treden. Na behandeling in de onderhavige vergadering moeten de afzonderlijke colleges van B&W instemmen met de voorgestelde aangepaste regeling. Het algemeen bestuur neemt daarom volgens planning een definitief besluit op 16 december 2015 na een instemmingsronde langs alle colleges van B&W. Besluit Het algemeen bestuur besluit conform voorstel. 9.
Samenwerkingsafspraken Veiligheidsregio Flevoland
Voorstel - in te stemmen met de ‘Samenwerkingsafspraken Drontermeertunnel en Watergebied IJsselmeer tussen veiligheidsregio’s Flevoland en IJsselland’. Bespreking
Pagina 6 van 9
In overleg met de heer Koelewijn zijn samenwerkingsafspraken gemaakt met Veiligheidsregio Flevoland omtrent een adequate bestrijding van incidenten op het stuk water bij Kampen, alsmede de tunnel bij Dronten. Flevoland heeft aangegeven de operationele inzet op het stuk water bij Kampen te willen organiseren, mits wij de SAMIJ als regeling omarmen. Wat betreft SAMIJ is de inspanning die VR IJsselland moet leveren minimaal. Besluit Het algemeen bestuur besluit conform voorstel. OPINIËREND 10.
Presentatie financiële verdeelsystematiek
Mevrouw Sievers praat het algemeen bestuur bij aan de hand van een presentatie. Het doel is om het algemeen bestuur aan de voorkant mee te nemen in dit proces door: - terug te blikken op de wijze waarop het huidige model van verdeling van de gemeentelijke bijdrage tot stand is gekomen; - te bespreken op welke wijze we kunnen komen tot een meer objectieve verdeelmethodiek; - bestuurlijke dilemma’s die samenhangen met de financiële verdeelmethodiek te bespreken. Bij de regionalisering van de brandweer is gekozen voor een verdeelsystematiek gebaseerd op historische gegevens, met een gewenningsbijdrage voor enkele gemeenten. Veiligheidsregio IJsselland heeft toen de opdracht meegekregen om voorafgaand aan de begroting van 2017 te onderzoeken of een meer objectieve verdeling van de gemeentelijke bijdrage haalbaar was. De volgende projecten hebben verband met dit project: a. inzicht in de structurele financiële voordelen in de begroting b. de evaluatie van de organisatiestructuur c. de indexering Mevrouw Sievers licht een aantal dilemma’s toe. Als we tot een andere verdeelmethodiek komen, zal er sprake zijn van voordeel- en nadeelgemeenten. De vraag is hoe we hiermee willen omgaan. Willen we hier bijvoorbeeld een gewenningsbijdrage aan koppelen? En is het haalbaar om een nieuwe systematiek al bij de begroting van 2017 te laten ingaan? Daarnaast is het de vraag of structurele voordelen bij Veiligheidsregio IJsselland een rol moeten spelen bij dit punt. Zij vraagt tevens of men voorkeur heeft voor externe projectleiding. De heer Meijer geeft aan dat de Kring hier ook al over gesproken heeft. De Kring vindt het belangrijk dat de financiële adviseurs van de gemeenten betrokken worden bij dit proces. De Kring raadt aan om dit project op te hangen aan de bestaande overlegstructuur. Wat de Kring betreft worden de onderwerpen indexering, inzicht in structurele voordelen, evaluatie organisatie en herverdeelsystematiek niet vermengd. Eventueel kunnen ze later samengevoegd worden. Men vreest anders ondoorzichtigheid. Men heeft voorkeur voor een externe projectleider. Daarnaast vraagt men om niet te snel te trechteren naar modellen. De heer Noten pleit voor het scheiden van de projecten verdeling gemeentelijke bijdrage, begrotingssystematiek, inclusief indexering en de overgangssystematiek (als gevolg van de eerste twee projecten). Daarnaast geeft hij aan dat het definiëren van de uitgangspunten en kaders voor de overgangssystematiek iets voor de bestuurders is en niet voor de financiële adviseurs. Hier zit namelijk een onderhandelingsvraag achter. Hij vindt het belangrijk dat vooraf afgesproken wordt of je de betere resultaten gebruikt om nadeelgemeenten te compenseren.
Pagina 7 van 9
De heer Ahne stelt voor om de structurele financiële voordelen in de begroting te gebruiken om de herverdelingseffecten te dempen. Hij vindt het niet wenselijk als hij eerst geld terug krijgt of minder hoeft te betalen en vervolgens naar de raad moet voor meer geld. Ook hij vindt het maken van afspraken vooraf over hoe om te gaan met de nadeelgemeenten belangrijk. De heer Strien hoopt dat het proces hetzelfde verloopt als bij de regionalisering van de brandweer. We voelden ons toen allemaal verantwoordelijk voor een goede, gezamenlijke oplossing. De projectleiding was prettig en de financieel adviseurs van de gemeenten waren betrokken. Je wilt naar een organisatie waaraan iedereen naar redelijkheid bijdraagt. Hij staat achter het uit elkaar halen van de verschillende projecten. Hij vraagt of het denkbaar is om de begroting 2017 op te stellen en pas later de precieze verdeling per gemeente vast te stellen. De heer Koelewijn vindt het belangrijker dat het proces zorgvuldig verloopt, dan dat de keuzes al verwerkt worden in de begroting van 2017. De heer Heidema geeft aan dat hij het belangrijk vindt om te onderzoeken of we tot een meer objectieve verdeelmethode kunnen komen. Dat is bij de regionalisering van de brandweer ook zo afgesproken. Hij vindt het ook belangrijk om aan het begin van het proces een aantal randvoorwaarden te benoemen. Hij staat wel open voor een ingroeimodel voor de nadeelgemeenten. Wat hem betreft is het DB voor het managen van het proces en moeten de inhoudelijke keuzes in het AB gemaakt worden. Mevrouw Van der Tas geeft aan dat zij achter het aangaan van dit proces staat. De heer Meijer vindt dat de mogelijke modellen eerst op tafel moeten komen. Dan moeten we kijken naar de consequenties. We moeten tot die tijd geen structurele voordelen inboeken. Dat moeten we pas doen als we gaan herverdelen. Anders zou het wel eens niet kunnen lukken om een objectieve verdeelmethode te effectueren. We moeten tot een model komen dat iedereen uit kan leggen. Het is op zich logisch als iedere inwoner in de regio hetzelfde voor de brandweer betaalt. De heer Meijer concludeert dat men erachter staat om te onderzoeken of we tot een meer objectieve verdeling kunnen komen. Mevrouw Sievers wil proberen om het volgend AB met een voorstel te komen voor wat betreft de tijdlijnen van de processen, de overlegvormen, de uitgangspunten en dergelijke. Op basis daarvan kunnen keuzes gemaakt worden. INFORMEREND 11.
Inkoop- en aanbestedingsbeleid; algemene en bijzondere inkoopvoorwaarden
Het algemeen bestuur neemt kennis van: 1. het door het dagelijks bestuur vastgestelde Inkoop- en aanbestedingsbeleid, als richtlijn en strategie voor regionaal inkopen en aanbesteden; 2. de door het dagelijks bestuur vastgestelde Algemene en bijzondere inkoopvoorwaarden als voorwaarden die vooraf bij een transactie van Veiligheidsregio IJsselland worden bekend gemaakt. 12.
Consultatie LMO
Het algemeen bestuur neemt kennis van het besluit van het dagelijks bestuur om: 1. in te stemmen met de reactiepunten op de ontvangen LMO-documenten, opgenomen en toegelicht in de conceptbrief in bijlage 1: a. Proces: de veiligheidsregio’s goed te blijven betrekken in de vervolgprocessen en consulteren over majeure besluiten;
Pagina 8 van 9
b.
d. e. f. g. h. i. 2.
13.
Personeel: gelet op de Wet veiligheidsregio’s voert de LMO deels taken uit die onder de verantwoordelijkheid vallen van ons bestuur (cq. opperbevelhebber). In de governancestructuur die nu voorligt is deze positie onvoldoende geborgd en daarom willen wij onze centralisten (monobrandweer en multi-opschaling) qua werkgeverschap en taakverantwoordelijkheid onder deze condities niet overdragen aan de LMO; c. Overdracht: 1) financiële kaders en uitgangspunten opstellen voor onderwerpen, die de basis vormen voor financiële overdracht, rekening houdend met verschillen per meldkamer; 2) het proces van overdracht in meer fasen te verdelen; 3) helderheid over de demarcatie om te voorkomen dat veiligheidsregio’s het risico lopen op onvoorziene achterblijvende kosten; de inhoud bepalend laten zijn en pas na demarcatie overgaan tot definitieve budgetoverheveling; 4) overgang van de verantwoordelijkheid voor de meldkamers op het moment dat de wetswijziging in werking treedt. Governance: een helder vastgelegde rol voor de veiligheidsregio’s bij het stellen van prestatie-eisen en eisen aan werkprocessen en kwaliteit van personeel dat werkzaam is ten behoeve van brandweerprocessen. Dit voor hun wettelijke rampen- en crisistaken. Projectkosten: aanvullende projectkosten komen voor rekening van het ministerie van Veiligheid & Justitie (V&J). Taakstelling en dienstverlening: de veiligheidsregio’s dragen bij de wetswijziging hun budget over. De minister van V&J is vervolgens verantwoordelijk voor de realisatie van de taakstelling. De prestaties van de LMO mogen daar niet onder lijden. ICT: een helder gepositioneerd multidisciplinair ICT-domein binnen de LMO realiseren. Verder: 1) helderheid over het eigenaarschap van de data en 2) duidelijkheid inzake de uitwisseling van data tussen de meldkamer, eenheden in het veld en het regionaal operationeel centrum. Voortgang/plan van aanpak: afstemming van de landelijke voortgang/planning op de ‘regionale’ planning, tussen het Plan van aanpak KLMO en de plannen van aanpak die de regionaal kwartiermakers voor de afzonderlijke meldkamerlocaties opstellen. Beperking kosten veiligheidsregio’s na realisering LMO: nodig zijn afspraken/kaders om de financiële consequenties van de LMO voor de veiligheidregio’s in totaal nauwkeuriger af te bakenen. Dit om invulling te geven aan ons uitgangspunt van budgettaire neutraliteit. de volgende speerpunten te hanteren om komende LMO-documenten gericht en eenduidig te beoordelen: 1) een landelijke meldkamerorganisatie die de rampen- en crisistaken van gemeenten en veiligheidsregio’s adequaat ondersteunt; 2) zo laag mogelijke kosten voor gemeenten en veiligheidsregio’s en 3) een gelijkwaardige (rechts)positie voor de medewerkers van de meldkamerbrandweer. Regeling Werving en Selectie
Het algemeen bestuur neemt kennis van de door het dagelijks bestuur vastgestelde Regeling W&S Veiligheidsregio IJsselland. 14.
Regeling Georganiseerd Overleg
Het algemeen bestuur neemt kennis van de door het dagelijks bestuur vastgestelde Regeling Commissie Georganiseerd Overleg Veiligheidsregio IJsselland. 15.
Rapportage zorgaanbieders opgeschaalde zorg
Het algemeen bestuur neemt kennis van: - de rapportage inzake preparatie zorgaanbieders op opgeschaalde zorg (ex art. 33 Wvr) 2014; - de mededeling dat geen actie nodig is op basis van artikel 34 Wvr. 16.
Voortgang project eerste hulp
Het algemeen bestuur neemt kennis van de voortgang van het project eerste hulp. 17.
Terugkoppeling Bestuurlijke Adviescommissies
Pagina 9 van 9
De heer Koelewijn geeft aan dat BAC GHOR zich wil gaan inzetten om publieke gezondheidszorg en veiligheid beter op elkaar af te stemmen. 18.
DB verslag 25 maart 2015
Het algemeen bestuur neemt kennis van het verslag. 19. -
-
-
-
Rondvraag De heer Meijer vraagt of er nog nieuws is over de aanwezigheid van asbest in het pand aan de Zeven Alleetjes. Mevrouw Rigter geeft aan dat op 25 juni gesproken wordt over de bijzonderheden rond de verkoop. De heer Snijders attendeert de aanwezigen op de Veiligheidsdag die op 15 augustus plaatsvindt bij het centrum van Hardenberg. Mevrouw Van der Tas vertelt dat zij op de VNG-dag in Apeldoorn de Meldkamer Oost Nederland (MON) bezocht heeft. De presentatie die gegeven werd, voldeed niet aan de verwachtingen. De heer Heidema geeft aan dat dat erg jammer is, zeker omdat de MON goed functioneert en het bestuur er bovenop zitten om die hoge kwaliteit te handhaven bij de transitie naar LMO. Mevrouw Sievers en Rigter nemen dit punt mee in een bespreking binnenkort met de directeur van de MON. De heer Koelewijn vertelt dat er afgelopen zaterdag een brand geweest is in zijn gemeente. De Adviseur Gevaarlijke Stoffen gaf aan dat er op asbest gelijkende deeltjes aangetroffen waren. De AGS noemde dit zo, omdat de onderzoeksresultaten nog niet bekend waren. De heer Koelewijn vond dit erg omslachtig beschreven. De burger en de pers begrijpen dit niet. Hij vraagt om hieraan aandacht aan te besteden. De heer Snijders vertelt dat Veiligheidsregio Twente en de gemeenten Dinkelland en Losser deze maand jodiumtabletten gaan pre-distribueren aan de bevolkingsgroep tot en met veertig jaar en zwangeren. Het gebied waar jodiumtabletten bezorgd worden, ligt in een straal van 25 km vanaf de kerncentrale Emsland in Lingen (Duitsland). Hiermee voldoet Veiligheidsregio Twente aan de nationale en internationale richtlijnen om in een zone van 20 tot 25 kilometer maatregelen te nemen om de gevolgen van een ongeval in de kerncentrale te beperken. Onze veiligheidsregio ligt buiten deze straal van 25 km. Veiligheidsregio IJsselland valt wel binnen de zogeheten 100 km-zone. Mevrouw Rigter geeft aan dat de veiligheidsregio’s voor die 100 km zone wachten op besluitvorming van het ministerie van VWS. De heer Koelewijn geeft aan dat dit ook in BAC-GHOR onderwerp van gesprek is. De heer Meijer vertelt dat dit de laatste vergadering van het algemeen bestuur is waar de heer Alssema bij aanwezig is. Hij bedankt hem voor zijn jarenlange inzet, onder andere als portefeuillehouder brandweer.
20. Sluiting Om 11.00 uur sluit de voorzitter de vergadering.
Vastgesteld op 23 september 2015 De heer drs. H.J. Meijer
De heer drs. A.H. Schreuders
Voorzitter
Secretaris
Agendapunt - informatie aan datum agendapunt onderwerp proceseigenaar
Algemeen Bestuur 23 september 2015 1.3 Ingekomen stukken/Mededelingen A.H. Schreuders
Portefeuillehouder
H.J. Meijer 1. Lijst van ingekomen stukken Nummer Datum 20150903.01 22-062015 20150903.02 30-062015 20150903.03 30-062015 20150903.04 03-072015 20150903.05 05-072015 20150903.06 08-072015 20150903.07 14-072015 20150903.08 17-072015 20150903.09 06-082015
Onderwerp Consultatie Strategische Agenda (Veiligheidsberaad) BDuR junicirculaire (Min V&J) Doelmatigheidsonderzoek verbonden partijen (Gemeente Deventer) CGV en gewondenkaart, opvolging aanbevelingen ‘Terugkerende knelpunten bij slachtofferregistratie’ (Veiligheidsberaad) Continuiteitsmonitor Meldkamer (KLMO) Verzoek bespreking samenwerking reddingsbrigade in Veiligheidsberaad Veiligheidsregio Referentiearchitectuur (Veiligheidsberaad) vooraankondiging 2 e Bestuurlijke IJsselmeerconferentie 2015 (SAMIJ) Afschrift brief Consultatie LMO (Veiligheidsberaad)
Bijlagen O
Afdoening VD
O
t.k.n.
X
DB
O
t.k.n.
O
VD MON
O
t.k.n.
O
t.k.n.
O
t.k.n.
O
t.k.n.
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, ingekomen stukken/mededelingen 2 van 2
20150903.10 17-082015 20150903.11 17-082015 20150903.12 17-082015 20150903.13 17-082015 20150903.14 21-082015
Aankondiging onderzoek Staat Rampenbestrijding (Inspectie V&J) Systeemtest (Inspectie V&J)
X
DB
X
DB
Uitnodiging Nationale Heldendag O (Stichting Carnegie Heldenfonds) Uitnodiging Installatie Burgemeester O Segers (Gemeente Staphorst) Beroepsschrift Dhr. J. Zandbergen O inzake Algemene Wet Bestuursrecht (Rechtbank Overijssel) 20150923.01 01-09Geactualiseerd dekkingsplan SAMIJ O 2015 (SAMIJ) 20150923.02 01-09Instemming voorjaarsrapportage (gem O 2015 Raalte) O =De stukken zijn op te vragen bij het secretariaat X = aan de stukken toegevoegd.
t.k.n. t.k.n. DB t.k.n. t.k.n.
2. Mededelingen Werkbezoek Commissaris van de Koning Op 26 augustus 2015 heeft een werkbezoek van de Commissaris van de Koning Overijssel aan de Veiligheidsregio IJsselland plaatsgevonden. Dit bezoek vond plaats op de brandweerkazerne in Welsum. Hierbij waren namens de veiligheidsregio aanwezig: Andries Heidema (als vervanger van Henk Jan Meijer), Ton Strien (als gastheer in de Gemeente Olst-Wijhe), Lieke Sievers en Henk Schreuders. De Commissaris heeft zich laten bijpraten over de strategische koers van de veiligheidsregio en de voorbereiding op het overstromingsrisico. De vergaderlocatie vormde een mooi aanknopingspunt voor de gesprekken over deze thema’s. De brandweerkazerne in Welsum en het Dorpshuis De Bongerd zijn ondergebracht in een gebouw en gelegen in de nabijheid van de IJssel. Samenbrengen, samenbinden, samenwerken vormen hierbij de sleutelwoorden achter dit concept waardoor de lokale verankering van de brandweer in de samenleving tot uitdrukking komt. Een rondleiding door deze gebouwen maakte daarom ook onderdeel uit van het werkbezoek. Een mooie uitkomst van het werkbezoek is dat de Commissaris in haar ambtsbericht aan de Minister bereid is thema’s mee te nemen waarvoor wij graag aandacht vragen. Thema’s die daartoe aan de orde zijn geweest: opkomsttijden brandweer, samenwerking politie en community safety. In de verdere voorbereiding hiervan speelt het DB een belangrijke rol.
gemeente
Deventer Postbus 5000 7400 GC Deventer 14 0570 telefoon
Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio IJsselland Postbus 1453 8001 BL Zwolle
0570 - 694205 direct telefoonnummer
IIIII IIIIIII llll 111IIIII
[email protected] e-mail
V15.003022
PCA/AO/1551699 uw referentie
kenmerk
G. Hup
30 juni 2015 datum
Doelmatigheid- en doeltreffendheidsonderzoek Verbonden Partijen
contactpersoon
onderwerp
Geachte relatie, Graag informeer ik u over het volgende. Op grond van artikel 213a Gemeentewet zijn gemeenten verplicht doelmatig- en doeltreffendheidsonderzoeken uitte voeren. Op 27januari 2015 heeft het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Deventer ingestemd met het uitvoeren van een doelmatigheid- en doeltreffendheidsonderzoek naar de wijze waarop de gemeente Deventer stuurt op en omgaat met verbonden partijen. In de afgelopen maanden heeft hiervoor een vooronderzoek plaatsgevonden. Op 12 mei jl. heeft het college ingestemd met het advies en de onderzoeksopdracht dat naar aanleiding van het vooronderzoek is opgesteld. Besloten is om een achttal organisaties in dit onderzoek naar sturing op verbonden partijen te betrekken. Uw organisatie behoort ook tot dit achttal. Doel en vraagstelling Het doel van het onderzoek is, waar relevant, het aanpassen van de Deventer beleidskaders over het sturen op en omgaan met verbonden partijen en het helder krijgen van de diverse rollen en de belangenafwegingen. Hierdoor kan de gemeente zo mogelijk een meer doelmatige en doeltreffende positie innemen in de aansturing en het toezicht op verbonden partijen. Een nevendoel is het realiseren van een meer effectief en efficiënt proces van aansturing en het toezicht op verbonden partijen. Bij de beantwoording van de onderzoeksvraag staan, naar aanleiding van de uitkomsten van het vooronderzoek, drie thema's op het gebied van doeltreffendheid en doelmatigheid centraal: A. Governance ^ sturen, beheersen en toezicht houden). B. Rollen ten aanzien van de verbonden partijen. C. Risico's (welke mogelijk kunnen optreden). Afbakening van het onderzoek Dit onderzoek richt zich op de periode vanaf 1 januari 2013 tot en met heden. Op die manier zijn ook de ontwikkelingen in de tijd te beoordelen, zonder al te veel terug te (willen) kijken.
www.deventer.nl
Dit onderzoek heeft het karakter van een lerend onderzoek. Dat wil zeggen dat het onderzoek tot doel heeft om te leren en de betrokkenen binnen de gemeentelijke organisatie uit te dagen tot het effectiever en efficiënter inrichten van de aansturing en het toezicht op verbonden partijen. Planning Het onderzoek vindt plaats in het 3 kwartaal van 2015. Het onderzoek heeft een relatie met alle portefeuillehouders van het college van Burgemeester en Wethouders. e
Aanpak Het onderzoek heeft de volgende onderzoekstappen: 1. Voorbereiding 2. Deskresearch 3. Interviews 4. Analyse, verificatie en rapportage 5. Bestuurlijke vaststelling Wij zijn nu bezig met de voorbereidingen om binnenkort voortvarend van start te kunnen gaan. Wij willen u vragen medewerking te verlenen aan het onderzoek, bijvoorbeeld bij het afnemen van interviews of het aanleveren van informatie. Binnenkort ontvangt u daarvoor een uitnodiging.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer, de secretaris,
drs. A.L.
S. Lantain
.
de burgemeester,
P. Heidema
V15.003708 Inspectie Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en justitie
> Retouradres Postbus 2 0 3 0 1 2 5 0 0 EH Den Haag
Inspectie VenJ
Aan de voorzitter van de Veiligheidsregio IJsselland De heer H.J. Meijer Postbus 1453 8001 BL ZWOLLE
T u r f m a r k t 147 2 5 1 1 DP
Den Haag
Postbus 2 0 3 0 1 2 5 0 0 EH Den Haag www.ivenj.nl
Contactpersoon drs. A . W . ( A n t o n ) Dorst
T 0 7 0 3 7 0 30 48
Datum 17 augustus 2015 Onderwerp aankondiging onderzoek Staat van de rampenbestrijding 2016
Ons kenmerk 675994 Bij beantwoording
de
en ons kenmerk
vermelden.
datum
Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.
Geachte heer Meijer,
In 2016 brengt de Inspectie Veiligheid en Justitie (de Inspectie) voor de derde maal de Staat van de Rampenbestrijding (Staat 2016) uit. Eerdere versies verschenen in 2010 en 2013. Door middel van deze brief wil ik u op de hoogte stellen van de wijze waarop de Inspectie het proces om te komen tot de Staat 2016 vorm geeft. Opzet Staat 2016 Evenals de voorgaande edities zal de Staat bestaan uit 25 regiobeelden en een algemeen deel met een landelijk overzicht van de rampenbestrijding in Nederland. De regiobeelden bevatten de stand van zaken in de 25 veiligheidsregio's op basis van het toetsingskader van de Inspectie en aanvullende vragen op een aantal specifieke thema's. Het algemene deel van de Staat 2016 is gebaseerd op de 25 regiobeelden en heeft een meer beschouwend karakter. De regiobeelden De regiobeelden in de Staat van de rampenbestrijding 2013 gaven voor een belangrijk antwoord op de vraag of de veiligheidsregio's voldeden aan de bepalingen van de Wet veiligheidsregio's en het Besluit veiligheidsregio's. Tevens werd aandacht besteed aan de ontwikkeling die de veiligheidsregio's hadden doorgemaakt na het verschijnen van de Staat 2010. Voor de Staat 2016 wil de Inspectie een verdere verdieping aanbrengen. In het Inspectiebericht dat in mei j l . is gepubliceerd kondigde de Inspectie al aan dat deze verdieping zich in elk geval richt op het regionaal risicoprofiel, het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen (MOTO) en de samenwerking met de vitale partners. 20
2 0
Inspectiebericht Rampenbestrijding en Crisisbeheersing, 4 mei 2015, pdf-document,
website ivenj.nl Pagina 1 v a n 3
De inspectie voert de verdieping uit in alle 25 veiligheidsregio's. De regiobeelden worden hiermee steviger en er ontstaat een rijker beeld van de wijze waarop de veiligheidsregio's uitvoering geven aan hun taken.
Inspectie Veiligheid en Justitie
Datum
Verzamelen van gegevens Voor het opstellen van de regiobeelden maakt de Inspectie gebruik van documenten van de veiligheidsregio's en van informatie uit in de veiligheidsregio's te houden interviews. Het opvragen van de documenten verloopt op de gebruikelijke weg via de liaison in uw regio. Voor het krijgen van inzicht in de meer kwalitatieve aspecten van de taakuitvoering van de veiligheidsregio's is alleen een documentenstudie echter niet voldoende. Daarom wil de Inspectie interviews houden met de directeur en met een aantal medewerkers van de veiligheidsregio die de Inspectie meer specifieke informatie kunnen verstrekken. Graag maakt de Inspectie een afspraak voor een interview in de maand oktober 2015. De Inspectie benadert de directeur hier binnenkort over. Voor wat betreft de operationele prestaties maakt de Inspectie gebruik van de uitkomsten van de systeemtesten in de jaren 2013-2015. Hoewel in het jaar 2015 nog niet alle systeemtesten hebben plaatsgevonden, wil de Inspectie de resultaten hiervan wel meenemen in de Staat 2016. Daarvoor is het wel nodig de evaluatieverslagen zo spoedig mogelijk na afloop van de systeemtest aan de Inspectie toe te zenden. Dit geldt eveneens voor de resultaten van de evaluaties van incidenten en evenementen.
17 augustus 2 0 1 5
Ons kenmerk 675994
Bijwonen systeemtesten Evenals voorgaande jaren staan veel systeemtesten gepland voor het vierde kwartaal. Voor de Inspectie is dit de periode waarin de Inspectie veel tijd moet besteden aan het verzamelen van informatie en het analyseren van gegevens. Daarom zal de aanwezigheid bij de systeemtesten waar mogelijk met minder inspecteurs gebeuren. Ik ga ervan uit dat de aan te leveren evaluatieverslagen zodanig van kwaliteit zijn dat het valideren door de Inspectie niet tot problemen zal leiden. Tijdplanning De Inspectie hanteert voor de oplevering van de Staat van de rampenbestrijding 2016 de volgende tijdlijn. Het verzamelen van de gegevens en het houden van de interviews staat gepland voor de maanden augustus, september en oktober 2015. In november 2015 wordt gestart met de analyse en het opstellen van de concept regiobeelden. Evenals voor de Staat 2013 zal de Inspectie de concept regiobeelden voorleggen aan u als voorzitter van de veiligheidsregio. Dit staat gepland voor eind 2015 I begin 2016. Tegelijk met het opstellen van de regiobeelden wordt een aanvang gemaakt met het overkoepelende algemene deel van de Staat van de rampenbestrijding. De Inspectie streeft ernaar in het voorjaar van 2016 de definitieve Staat 2016, inclusief de 25 regiobeelden gereed te hebben voor toezending aan de minister van VenJ en aan de voorzitters van de veiligheidsregio's.
Pagina 2 van 3
Afsluiting Het opstellen van een zo actueel mogelijke Staat 2016 binnen de gestelde tijdsperiode vergt een forse inspanning van de Inspectie. Ik doe hierbij een beroep op uw medewerking bij het aanleveren van documenten en het verstrekken van informatie. Mocht in de loop van de doorlooptijd blijken dat de planning moet worden aangepast, dan zal ik u hierover tijdig informeren.
Inspectie Veiligheid « Justitie
Datum 17 augustus 2015
Ons kenmerk 675994
Mekvriendelijke groet,
/3.G. Bos Hoofd Inspectie
Veiligheid en
Justitie
Pagina 3 van 3
Inspectie Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en justitie
> Retouradres Postbus 2 0 3 0 1 2500 EH Den Haag Inspectie Veiligheid en
Aan de voorzitter van de veiligheidsregio IJsselland De heer H J . Meijer Postbus 1453 8001 BL ZWOLLE
Justitie Inspectie Veiligheid en Justitie T u r f m a r k t 147 2 5 1 1 DP
Den Haag
Postbus 2 0 3 0 1 2 5 0 0 EH Den Haag www.ivenj.nl
V15.003707
Contactpersoon Karin Delsman
M 06 186 0 9 7 34 k.delsman(ô)inspectievenj.nl
Datum 17 augustus 2015 Onderwerp Systeemtest
Projectnaam Nationale Veiligheid Ons kenmerk 675984 Kopie a a n Directeur veiligheidsregio
Geachte heer Meijer,
Bij beantwoording
de
en ons kenmerk
vermelden.
datum
Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen.
De Inspectie heeft in de afgelopen periode een aantal malen het verzoek ontvangen of in plaats van de evaluatie van een GRIP 3 of GRIP 4 incident ook de evaluatie van een grootschalig evenement kan worden aangeboden als systeemtest.
De voorwaarden waaraan een systeemtest moet voldoen zijn opgenomen in de brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 7 juli 2014. In deze brief geeft de minister aan dat de systeemtest is bedoeld om te kunnen beoordelen of de crisisorganisatie functioneert als zich op een onverwacht moment een incident voordoet van een omvang waarbij de gehele hoofdstructuur moet worden geactiveerd. Het onverwachte zit hierbij niet alleen in de melding en de alarmering, maar betreft alle elementen van het functioneren van de hoofdstructuur. Bij de systeemtest beoordeelt de Inspectie de leiding en coördinatie, de besluitvorming en het informatiemanagement in een situatie waarbij pas na alarmering duidelijk wordt welk scenario zich op welke locatie voltrekt. Ook wordt pas op het moment van de systeemtest duidelijk welke andere (vitale) partners bij de aanpak van het incident moeten worden betrokken. Dit is bij een grootschalig evenement niet het geval.
Pagina 1 van 2
Voor een grootsch alig evenement wordt een uitgebreid draaiboek opgesteld, waarin gedetailleerd wordt besch reven welke activiteiten op welk moment moeten worden verrich t en welke functionarissen h iervoor worden ingezet. Uiteraard is bij grootschalige evenementen sprake van operationele prestaties. Deze zijn ech ter maar ten dele vergelijkbaar met de operationele prestaties in h et kader van een
Inspectie Veiligheid en Justitie Inspectie Veiligh eid en Justitie
Datum 17 a u g u s t u s 2 0 1 5 Ons kenmerk
systeemtest en kunnen dan ook niet als zodanig kan worden besch ouwd.
675885
Dit betekent niet dat de Inspectie voorbijgaat aan de inspanningen die veiligheidsregio's leveren voor en tijdens grootsch alige evenementen. De eerstvolgende Staat van de rampenbestrijding, die in 2016 versch ijnt, bevat de resultaten van de systeemtesten over de jaren 2013 - 2015. De Inspectie zal in aanvulling h ierop in h et regiobeeld de uitkomsten van de evaluaties van andere incidenten en/of grootsch alige evenementen opnemen. Ik ga er h ierbij vanuit dat de Inspectie de benodigde documenten ter besch ikking worden gesteld. Op die manier kan de Inspectie een beeld opstellen dat zo veel mogelijk rech t doet aan de prestaties die de veiligh eidsregio h eeft geleverd. Hoogachtend
J.GTHōś Hoofd Inspectie
Veiligheid en Justitie
Pagina 2 van 2
Agendapunt - besluitvormend aan
Algemeen Bestuur
datum
23 september 2015
agendapunt onderwerp proceseigenaar
1.4 Procesvoorstel herijking financiering L.J. Sievers
Portefeuillehouder
H.J. Meijer Te besluiten om 1. De grootste gemene deler van de aandachtspunten van het algemeen bestuur zoals ingebracht in de vergadering van 24 juni jl. als bestuurlijk kader vast te stellen op basis waarvan de voorbereidingen voor de besluitvorming over de herijking van de financiële verdeelsystematiek van de Veiligheidsregio IJsselland zullen worden getroffen; 2. In te stemmen met het benutten van de bestaande structuren in de volgorde van – overlegplatform financieel adviseurs gemeenten, Veiligheidskring, dagelijks en algemeen bestuur – om de voorbereidingen te treffen voor de besluitvorming over de herijking van de financiële verdeelsystematiek van de Veiligheidsregio IJsselland; de gemeenteraden worden ook in dit traject meegenomen 3. In te stemmen met de conceptplanning van de procedure om tot besluitvorming over de herijking van de financiële verdeelsystematiek van de Veiligheidsregio IJsselland; 4. Kennis te nemen van de overige parallelle conceptplanningen van separate processen en de mogelijkheden van onderlinge verbinding. Inleiding In het besluit van het algemeen bestuur van 19 maart 2013 inzake “Vaststelling financiële uitgangspunten en kaders begroting 2014 en verdeelmethodiek” is onder beslispunt 3 aangegeven: a. voorafgaand aan de begroting 2017 de financiële verdeelsystematiek opnieuw te onderzoeken; b. hierbij de mogelijkheden om gebruik te maken van objectieve normen in beeld te brengen; c. bij dit onderzoek onder andere de geactualiseerde Cebeon cijfers en voorbeelden van verdeelmethoden in andere veiligheidsregio’s te betrekken; d. op basis van het onderzoek opnieuw afspraken te maken over de financiële verdeelmethodiek na 2016 waarbij gestreefd wordt naar een verdeling die meer gebaseerd is op objectieve normen.
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.4 2 van 12
In de vergadering van het algemeen bestuur van 18 februari 2015 is tijdens de behandeling van de financiële uitgangspunten voor de begroting 2016 toegezegd bij bovengenoemd onderzoek de uitgangspunten inzake indexering van lonen en prijzen voor de toekomstige begrotingen van de veiligheidsregio te betrekken en opnieuw te bezien. Derhalve is herijking van de verdeelmethodiek voor de veiligheidsregio en actualisatie van de uitgangspunten inzake indexering van lonen en prijzen voor de veiligheidsregio aan de orde. Argumenten De huidige financieringswijze van de veiligheidsregio bestaat uit twee geldstromen. Het grootste deel van de gelden (circa 85%) komt uit de bijdragen van de aangesloten gemeenten. Een kleiner deel (circa 15%) komt uit een rijksbijdrage, de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR). De gemeenten krijgen op hun beurt geld van het rijk vanuit het gemeentefonds (subcluster ‘Brandweer en Rampenbestrijding’). Het rijk herijkt zowel het gemeentefonds als de BDuR. De resultaten hiervan zijn bekendgemaakt in de meicirculaire 2015 voor het gemeentefonds en de junicirculaire 2015 voor de BDuR. Landelijk wordt gekoerst op invoering van de herijking voor het subcluster Brandweer en Rampenbestrijding in het gemeentefonds per 1 januari 2016 en voor de BDuR per 1 januari 2017. Zoals gesteld werd in de vergadering van het algemeen bestuur op 19 juni 2013 besloten tot een verdeelmethodiek van de bijdragen die de gemeenten aan de veiligheidsregio betalen (historische kosten). Deze methodiek zou drie jaar worden gehanteerd (2014, 2015 en 2016). Voorafgaand aan de vaststelling van de begroting 2017 zou de verdeelmethodiek opnieuw onderzocht worden. Dit voorstel vormt de aanzet van dit onderzoek, waarbij de uitkomsten van de herijking van gemeentefonds en BDuR, geactualiseerde Cebeon-cijfers en verdeelmethoden van andere veiligheidsregio’s worden betrokken. Vanzelfsprekend worden ook de gemeenten betrokken bij deze evaluatie van de verdeelmethodiek. Hiertoe wordt voorgesteld om de reguliere bijeenkomsten met de financieel adviseurs van alle gemeenten te benutten. In de vergadering van het algemeen bestuur van 24 juni jl. heeft de regionaal commandant een presentatie gehouden om met elkaar van gedachten te wisselen over de aanpak van de evaluatie van de financiële verdeelsystematiek en de dilemma’s die daarin een rol spelen. Het algemeen bestuur heeft daarop gereageerd met aandachtspunten op basis waarvan de voorbereidingen voor de besluitvorming over de herijking van de financiële verdeelsystematiek van de Veiligheidsregio IJsselland gericht op verdergaande objectivering kunnen worden getroffen. Onderstaand is gepoogd om de gemene deler van de aandachtspunten van het algemeen bestuur te formuleren, t.w.:
de voorbereidingen vinden plaats via de bestaande structuren in de volgorde van: o overlegplatform financieel adviseurs gemeenten, o Veiligheidskring, o dagelijks bestuur, o algemeen bestuur; het dagelijks bestuur stuurt op het proces;
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.4 3 van 12
het algemeen bestuur is verantwoordelijk voor de inhoudelijke dilemma’s en besluit; de te onderscheiden financiële processen, t.w. de verdeelsystematiek, structurele besparingen, begroting en evaluatie van de organisatie, worden gescheiden gehouden; het algemeen bestuur wil een gezamenlijke inspanning leveren om goed naar de mogelijkheden van objectivering te kijken en neemt hiervoor de tijd; in het algemeen bestuur worden de rekenmodellen met de effecten transparant op tafel gelegd; het algemeen bestuur vindt het een uitdaging om comfort te bieden voor de effecten van een voorkeursmodel; het keuzemodel moet goed uitlegbaar zijn aan de gemeenteraden; het algemeen bestuur wenst externe procesbegeleiding.
Effectuering in begroting 2018 Bovenstaande bestuurlijke aandachtspunten zijn vertaald in een indicatieve detailplanning: “conceptplanning van de procedure herijking financiering” (bijlage 1). Deze planning is gedetailleerd van opzet. Mocht bij de uitvoering van herijking blijken dat minder stappen nodig zijn dan zullen deze worden geschrapt. Voorwaarde is uiteraard dat het proces zorgvuldig verloopt. Effectuering in begroting 2018 Bovenstaande bestuurlijke aandachtspunten zijn vertaald in een indicatieve detailplanning: “conceptplanning van de procedure herijking financiering” (bijlage 1). Deze planning is gedetailleerd van opzet. Mocht bij de uitvoering van herijking blijken dat minder stappen nodig zijn dan zullen deze worden geschrapt. Voorwaarde is uiteraard dat het proces zorgvuldig verloopt. Daarnaast is een indicatieve planning: “conceptplanning procedure programmabegroting 2017 en meerjarenramingen 2018 – 2020” opgesteld (bijlage 2). Om de gezamenlijke inspanning kansrijk te laten zijn, heeft het algemeen bestuur aangegeven dat het niet wenselijk is dat de procedure herijking financiering onder tijdsdruk komt en dat het keuzemodel goed uitlegbaar moet zijn aan de gemeenteraden. Met inachtneming van voornoemde wensen wordt gekoerst op besluitvorming in mei 2016. Daarna vormt de programmabegroting 2018 en de meerjarenramingen 2019 – 2021 een eerstvolgend natuurlijk moment om het door het algemeen bestuur vastgestelde keuzemodel te implementeren in de P&C-cyclus van de Veiligheidsregio IJsselland. Dit laat onverlet dat het algemeen bestuur kan overwegen om aansluiting te zoeken bij de gemeentelijke begrotingsvoorbereidingen. Hoewel de perspectievennota in het voorjaar van 2016 bestuurlijk zal zijn vastgesteld, zijn de ambtelijke voorbereidingen voor de opmaak van de programmabegroting 2017 en meerjarenramingen 2018 – 2020 net gestart in de aanloop naar bestuurlijke vaststelling in november 2016. Overwogen kan worden om te koersen op implementatie van het door het algemeen bestuur vastgestelde keuzemodel in de meerjarenramingen 2018 – 2020 van de individuele gemeente, waardoor deze een jaar langer de
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.4 4 van 12
gelegenheid heeft om rekening te houden met de financiële effecten in de opmaat naar de programmabegroting 2018. Aandachtspunten voor het proces van herijking In het proces is het van belang om de gemeenteraden ook tussentijds te betrekken of op de bij te praten over de herijking. Bekeken wordt of de voorgenomen informatieronde van de Veiligheidsregio langs de gemeenten hiervoor kan worden benut en welke planning hierbij het meest passend is. Getracht wordt ook om er voor zorgen dat de uitkomsten van de herijking gelijktijdig met de begroting 2017 in de gemeenteraden kunnen worden geagendeerd. De raden kunnen dan in samenhang hun zienswijzen op beide documenten geven waardoor de herijking ook in breder kader wordt beschouwd. Parallel traject structurele besparing Gelijktijdig met de herijking van de financiering van de Veiligheidsregio IJsselland wordt gekeken naar mogelijke structurele besparingen op grond van de eerste twee jaarrekeningen. Een indicatieve planning treft u aan in bijlage 3. Externe procesbegeleiding In de vergadering van het algemeen bestuur van 24 juni jl. gaf het bestuur aan behoefte te hebben aan externe procesbegeleiding. Op basis van de door het algemeen bestuur ingebrachte aandachtspunten over de aanpak van de evaluatie van de financiële verdeelsystematiek alsmede de dilemma’s die daarin een rol spelen is het raadzaam om deze behoefte aan externe procesbegeleiding te specificeren. Voorgesteld wordt om de heer drs. P. Seinen van Tien organisatieadvies bv in te huren en de navolgende taakomschrijving te geven: a. sturen op het onderzoek naar de politieke haalbaarheid van een verdergaande objectivering van de financiering van de Veiligheidsregio IJsselland; b. genereren van draagvlak bij alle partners voor de besluitvorming over de herijking van de financiering van de Veiligheidsregio IJsselland gericht op verdergaande objectivering; c. afstemmen met het ambtelijk overlegplatform over de te treffen ambtelijke voorbereidingen voor de besluitvorming over de herijking van de financiering van de Veiligheidsregio IJsselland. Na besluitvorming over de evaluatie van de financiële verdeelsystematiek zal worden bezien of en in welke zin het noodzakelijk is om de gemeenschappelijke regeling te wijzigen voor de nieuwe afspraken over de financiering van de Veiligheidsregio IJsselland. Middelen Als dekking voor de inhuurkosten van de gewenste externe procesbegeleiding is in de begrotingen van 2015 en 2016 voorzien middels de post regionale brandweer. Op basis van de voorliggende conceptplanning wordt vooralsnog ingeschat dat de inhuurkosten van de gewenste externe procesbegeleiding maximaal: € 20.000,- in 2015 en € 30.000,- in 2016 bedragen. Vervolg
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.4 5 van 12
1. 23 september: besluit in algemeen bestuur over procedure herijking financiering; 2. conform bijgevoegde conceptplanning de voorbereidingen treffen voor bestuurlijke besluitvorming in mei 2016. NB. Doel van deze planningen is primair om inzichtelijk te maken dat er voldoende ruimte en flexibiliteit is om dit thema te agenderen in diverse gremia. Gaandeweg moet duidelijk worden of al deze overlegmomenten hiervoor noodzakelijk zijn. Overzicht conceptplanningen jul Herijking
Begroting
Besparingen
aug
sep
okt
nov
dec
jan
feb
mrt
voorbereiding analyse voorstel besluit voorbereiding analyse voorstel besluit voorbereiding analyse voorstel besluit
N.B.: de kleuren in bovenstaand overzicht conceptplanningen vertegenwoordigen louter de bijbehorende fasen.
apr
mei
jun
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.4 6 van 12
Bijlage 1:
conceptplanning procedure herijking financiering
jul. – aug. 2015
veiligheidsregio’s 17 augustus 2015
25 augustus 2015
3 september 2015
17 september 2015
23 september 2015
24 sept. 2015
gemeentefonds junicirculaire BDuR uitvraag cijfers gemeentefonds delen uitvraag indexering prijzen delen uitvraag indexering lonen delen cijfers BDuR delen CEBEON-cijfers gemeenten delen verdeelmethoden andere veiligheidsregio’s 8 oktober 2015 DB-opiniërend doorrekening cijfers BDuR eerste doorrekening cijfers op basis van Cebeon, op basis van inwonerbijdrage en op basis van historie varianten indexering prijzen varianten indexering lonen 12 oktober 2015 Portefeuillehouderoverleg informerend consulterend politieke
inventarisatie BDuR en gemeentefonds opvragen CEBEON-cijfers gemeenten opvragen verdeelmethoden
andere
Portefeuillehoudersoverleg informerend consulterend politieke haalbaarheid adviserend ambtelijk vervolg MT informerend procedure herijking financiering DB-opiniërend procedure herijking financiering Veiligheidskring opiniërend procedure herijking financiering AB-besluitvorming procedure herijking financiering Bijeenkomst financieel adviseurs gemeenten informeren delen informatie meicirculaire delen informatie delen
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.4 7 van 12
haalbaarheid vervolg 27 oktober 2015
adviserend ambtelijk Bijeenkomst financieel adviseurs gemeenten voorbereidend doorrekenen alternatieve modellen doorrekenen
varianten indexering prijzen doorrekenen varianten indexering lonen 5 november 2015 Veiligheidskring opiniërend delen doorrekening cijfers BDuR delen eerste doorrekening cijfers op basis van Cebeon, op basis van inwonerbijdrage en op basis van historie varianten indexering prijzen varianten indexering lonen 9 november 2015 Portefeuillehouderoverleg informerend consulterend politieke haalbaarheid adviserend ambtelijk vervolg 11 november 2015 AB-besluitvorming doorrekening cijfers BDuR eerste doorrekening cijfers op basis van Cebeon, op basis van inwonerbijdrage en op basis van historie varianten indexering prijzen varianten indexering lonen koers bepalen vervolg ambtelijke voorbereidingen 17 november 2015 MT informerend doorrekening cijfers BDuR eerste doorrekening cijfers op basis van Cebeon, op basis van inwonerbijdrage en op basis van historie varianten indexering prijzen varianten indexering lonen aangegeven koers AB vervolg ambtelijke voorbereidingen eind nov. 2015 Bijeenkomst financieel adviseurs gemeenten (nog plannen) doorrekenen alternatieve modellen doorrekenen varianten indexering prijzen doorrekenen varianten indexering lonen
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.4 8 van 12
14 december 2015
14 januari 2016
prijzen indexering lonen 27 januari 2016
indexering lonen 17 februari 2016
Portefeuillehouderoverleg informerend consulterend politieke haalbaarheid adviserend ambtelijk vervolg Veiligheidskring opiniërend doorrekening alternatieve modellen doorrekening varianten indexering doorrekening varianten DB-opiniërend doorrekening alternatieve modellen doorrekening varianten indexering prijzen doorrekening varianten
AB-besluitvorming doorrekening alternatieve modellen doorrekening varianten indexering prijzen doorrekening varianten indexering lonen koers bepalen vervolg ambtelijke voorbereidingen 15 maart 2016 Bijeenkomst financieel adviseurs gemeenten (nog plannen) uitwerken voorkeursmodel uitwerken voorkeursvariant indexering prijzen uitwerken voorkeursvariant indexering lonen structurele besparingen o.b.v. jaarrekening 2015 21 maart 2016 Portefeuillehoudersoverleg (nog plannen) informerend consulterend politieke haalbaarheid adviserend ambtelijk vervolg 7 april 2016 Veiligheidskring opiniërend voorkeursmodel voorkeursvariant indexering prijzen voorkeursvariant indexering lonen structurele besparingen o.b.v. jaarrekening 2015 12 april 2016 MT informerend voorkeursmodel voorkeursvariant indexering prijzen voorkeursvariant indexering
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.4 9 van 12
lonen structurele besparingen o.b.v. jaarrekening 2015 20 april 2016 DB-opiniërend voorkeursmodel voorkeursvariant indexering prijzen voorkeursvariant indexering lonen structurele besparingen o.b.v. jaarrekening 2015 11 mei 2016 AB-besluitvorming voorkeursmodel voorkeursvariant indexering prijzen voorkeursvariant indexering lonen structurele besparingen o.b.v. jaarrekening 2015
Bijlage 2:
conceptplanning programmabegroting 2017 en meerjarenramingen 2018 – 2020
nov. 2015 - jan. 2016
ambtelijke voorbereidingen richtlijnen programmabegroting 2017 richtlijnen meerjarenramingen 2018 – 2020 programmabegroting 2017
meerjarenramingen 2018 - 2020 18 januari 2016 Portefeuillehoudersoverleg (nog plannen) besluitvorming richtlijnen programmabegroting 2017 richtlijnen meerjarenramingen 2018 - 2020 20 januari 2016 aanlevering DB richtlijnen programmabegroting 2017 richtlijnen meerjarenramingen 2018 - 2020
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.4 10 van 12
27 januari 2016
feb. 2016
1 maart 2016
2020 8 maart 2016
2020 14 maart 2016
2018 – 2020 16 maart 2016
23 maart 2016
24 maart 2016
2020 29 maart 2016
2018 – 2020 7 april 2016
2018 – 2020
DB-besluitvorming richtlijnen programmabegroting 2017 richtlijnen meerjarenramingen 2018 – 2020 ambtelijke voorbereidingen programmabegroting 2017 meerjarenramingen 2018 - 2020 aanlevering MT/directie Veiligheidsregio programmabegroting 2017 meerjarenramingen 2018 – MT/directie Veiligheidsregio besluitvorming programmabegroting 2017 meerjarenramingen 2018 – Portefeuillehoudersoverleg (nog plannen) besluitvorming programmabegroting 2017 meerjarenramingen aanlevering DB (nog plannen) programmabegroting 2017 meerjarenramingen 2018 – 2020 DB-besluitvorming programmabegroting 2017 meerjarenramingen 2018 – 2020 op route naar gemeenten programmabegroting 2017 meerjarenramingen 2018 – Bijeenkomst financieel adviseurs gemeenten (nog plannen) informeren programmabegroting 2017 meerjarenramingen Veiligheidskring
informerend programmabegroting 2017 meerjarenramingen
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.4 11 van 12
22 juni 2016
Bijlage 3:
AB-besluitvorming programmabegroting 2017 meerjarenramingen 2018 - 2020
conceptplanning procedure structurele besparingen
sept. – dec. 2015 nov. – dec. 2015 jan. – mrt. 2016
medio maart 2016 & 2015 14 maart – 8 april 2016
22 maart 2016
29 maart 2016
4 april 2016
meerjaren investeringsplannen interim-controle accountant 2015 ambtelijke voorbereidingen jaarverslag 2015 jaarrekening 2015 inzicht structurele besparingen o.b.v. jaarrekeningen 2014 accountantscontrole (nog plannen) jaarverslag 2015 jaarrekening 2015 aanlevering MT/directie Veiligheidsregio jaarverslag 2015 jaarrekening 2015 MT/directie Veiligheidsregio besluitvorming jaarverslag 2015 jaarrekening 2015 Portefeuillehoudersoverleg (nog plannen) besluitvorming jaarverslag 2015 jaarrekening 2015
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.4 12 van 12
6 april 2016
13 april 2016
14 april 2016
19 april 2016
12 mei 2016
22 juni 2016
aanlevering DB jaarverslag 2015 jaarrekening 2015 DB-besluitvorming jaarverslag 2015 jaarrekening 2015 op route naar gemeenten jaarverslag 2015 jaarrekening 2015 bijeenkomst financieel adviseurs gemeenten (nog plannen) informeren jaarverslag 2015 jaarrekening 2015 Veiligheidskring informerend jaarverslag 2015 jaarrekening 2015 AB-besluitvorming jaarverslag 2015 jaarrekening 2015
Agendapunt - Informerend aan datum agendapunt onderwerp proceseigenaar
Algemeen Bestuur 23 september 2015 1.7 Bekrachtiging LOGA-brieven L.J. Sievers
Portefeuillehouder
B. Koelewijn Kennis te nemen van het DB-besluit 1. De LOGA-brief met betrekking tot de wijziging van hoofdstuk 3 CAR/UWO van 5 juni 2015, per 1 januari 2016 van toepassing te verklaren voor Veiligheidsregio IJsselland; 2. De LOGA-brief met betrekking tot de wijziging van hoofdstuk 3 CAR/UWO van 23 juni 2015, met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2015 van toepassing te verklaren voor Veiligheidsregio IJsselland; 3. De LOGA-brief met betrekking tot het overgangsrecht en toelichting hoofdstuk 3 CAR/UWO van 7 juli 2015 van toepassing te verklaren voor Veiligheidsregio IJsselland; 4. De LOGA-brief met betrekking tot de salarismaatregelen 2015-2016 van 13 juli 2015, per 1 oktober 2015 van toepassing te verklaren voor Veiligheidsregio IJsselland. Inleiding Op grond van de statuten van de VNG en het reglement van het CvA zijn gemeenten en andere aangesloten organisaties gehouden om uitvoering te geven aan de in het LOGA overeengekomen CAR-bepalingen en de nadien overeengekomen wijzigingen daarvan. Voor gemeenten en organisaties die bij de UWO zijn aangesloten, geldt dat eveneens voor de zogenoemde UWObepalingen. De CAR en de UWO zijn geen CAO in de zin van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst, waardoor overeengekomen wijzigingen niet rechtstreeks doorwerken in de aanstelling van individuele ambtenaren. Het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio IJsselland kan een lokale arbeidsvoorwaarden- en rechtspositieregeling vast stellen in de vorm van een algemeen
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.7 2 van 4
verbindend voorschrift. Beoogd effect/relatie met het meerjarenbeleidsplan of bestuursopdrachten De Veiligheidsregio is aangesloten bij de CAR/UWO en dient daardoor de cao ontwikkelingen te volgen. Argumenten 1. In het arbeidsvoorwaardenakkoord 2013-2015 hebben partijen in het LOGA afspraken gemaakt over een geheel vernieuwd beloningshoofdstuk in de CAR, dat op 1 januari 2016 in werking treedt. De tekst van het nieuwe hoofdstuk 3 CAR is op 15 juli 2014 vastgesteld en als bijlage meegezonden met een van de LOGA brieven van 2 oktober 2014. In de bijlage staat een nieuwe versie van hoofdstuk 3, waarvan de tekst op enkele onderdelen is gewijzigd ten opzichte van de versie in de LOGA brief van 2 oktober 2014. 2. Met ingang van 1 januari 2015 is de Wet arbeid en zorg (Wazo) gewijzigd en per 1 juli 2015 zullen nog een aantal wijzigingen van kracht worden. Als gevolg van deze wijzigingen moet de CAR-UWO op een beperkt aantal onderdelen worden aangepast. In de bijgevoegde brief wordt aangegeven welke wijzigingen per 1 juli 2015 in de CAR-UWO worden doorgevoerd. 3. Partijen in het LOGA hebben afgesproken om op 1 januari 2016 een nieuw beloningshoofdstuk in te voeren (zie besluit 1). Implementatie van het nieuwe hoofdstuk betekent dat de huidige lokale regelingen en afspraken mbt beloning vervallen. Het nieuwe hoofdstuk 3 komt voor al deze afspraken in de plaats. Om dit landelijk op een gelijke wijze te kunnen doen is in het LOGA is afgesproken om centraal het overgangsrecht vast te stellen. Deze brief gaat over het overgangsrecht en de toelichting daarop. 4. De salarismaatregelen vloeien voort uit het Pensioenakkoord van november 2014. In dit akkoord is afgesproken dat de vrijval van werkgeverspremie beschikbaar is voor het sectorale cao-overleg voor verbetering van het salaris. Het LOGA heeft het voornemen in de cao 2016 tot een afspraak te komen over structurele aanwending van deze 0,74% in de vorm van een salarisverhoging. In afwachting van deze afspraak krijgen medewerkers een eenmalige uitkering in oktober 2015 van 0,74% van het jaarsalaris én een eenmalige uitkering in juli 2016 van 0,74% van het jaarsalaris. De laatstgenoemde eenmalige uitkering in 2016 van 0,74% van het jaarsalaris wordt omgezet in een structurele salarisverhoging van 0,74% als vóór 1 juli 2016 een nieuwe cao Gemeenten 2016 is afgesloten. De eenmalige uitkeringen hebben vooralsnog geen structurele doorwerking op personele regelingen. Risico’s Geen. Opmerkingen Geen.
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.7 3 van 4
Middelen Invoering hoofdstuk 3 en overgangsrecht In het najaar worden de nieuwe lokale afspraken vastgesteld en het overgangsrecht berekend. Dat bepaalt feitelijk de extra kosten als gevolg van de implementatie van het nieuwe hoofdstuk 3. Vooruitlopend om de exacte uitkomsten, is de verwachting dat de extra kosten beperkt blijven. Mogelijke extra kosten komen voort uit: 1. Incidentele lasten als gevolg van de afkoop De som van alle afkooptoelages vormen de incidentele hogere lasten als gevolg van de uniformering. 2. Structurele lasten als gevolg van de structurele toelage overgangsrecht De som van alle toelagen overgangsrecht vormen de structurele hogere lasten als gevolg van de uniformering. 3. Structurele verhoging/verlaging als gevolg van de uniformering De uniformering leidt tot een verandering van de kosten. De eventuele extra kosten worden opgevangen binnen de bestaande salarisbegroting. Eenmalige uitkeringen De cao wijziging kan opgevangen worden binnen de bestaande begroting 2015 en wordt meegenomen in de bestuurlijke najaarsrapportage 2015. De gevolgen voor 2016 worden meegenomen in de voorjaarsrapportage 2016. Communicatie Medewerkers zijn door middel van communicatieberichten geïnformeerd. De medezeggenschap wordt geïnformeerd tijdens het reguliere overleg. Vervolg Ad 1. en 3. Op 24 september 2015 vindt overleg plaats met het GO van VR IJsselland, waarin de lokale keuzes met betrekking tot de implementatie en uitwerking van hoofdstuk 3 voorgelegd worden. Vervolgens worden in het najaar de rechtspositionele gevolgen op individueel niveau beoordeeld. Daar waar sprake is van overgangsrecht of een wijziging in rechtspositie wordt de medewerker persoonlijk geïnformeerd. Ad 4. Met de salarisbetaling van oktober 2015 en juli 2016 worden de eenmalige uitkeringen uitgekeerd. Bijlagen (opvraagbaar bij secretariaat) Bijlage 1 (nieuw hoofdstuk 3 – ledenbrief 5 juni 2015) Bijlage 2 (wijziging WAZ – ledenbrief 23 juni 2015) Bijlage 3 (overgangsrecht en toelichting - ledenbrief 7 juli 2015) Bijlage 4 (pensioenakkoord en salarismaatregelen 2015-2016).
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.7 4 van 4
Agendapunt - informatie aan
Algemeen Bestuur
datum
23 september 2015
agendapunt onderwerp proceseigenaar
1.8 BDuR circulaire juni 2015 L.J. Sievers
portefeuillehou der
H.J. Meijer Kennis te nemen van De BDuR circulaire juni 2015 in relatie tot de situatie voor de Veiligheidsregio IJsselland Samenvatting / Toelichting De BDuR-uitkering 2016 neemt voor de veiligheidsregio IJsselland af met € 19.991 ten opzichte van het jaar 2015, dit wordt veroorzaakt door verschillende mutaties in structuurkenmerken en verdeelmaatstaven (bijvoorbeeld aantal inwoners, woonruimte enz.). Dit nadeel voor de programmabegroting 2016 wordt binnen de bestaande begroting opgevangen. De herijking van het gemeentefonds en de BDuR is afgerond. Het BDuR onderzoek heeft geleid tot een voorstel voor een nieuwe verdeelwijze van deze geldstroom. Voor Veiligheidsregio IJsselland betekent dit structureel € 100.000 minder (t.o.v. het jaar 2015) uitkering vanaf het begrotingsjaar 2017. Dit nadeel zullen wij meenemen in het traject van structurele besparingen. Aanleiding Bijgaand de ontvangen BDuR-circulaire (junicirculaire 2015) van het ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J). Tweemaal per jaar, in juni en december, wordt door V&J een budgetcirculaire verzonden aan de veiligheidsregio (VR). In de junicirculaire wordt de VR op de hoogte gesteld van de te verwachten rijksbijdrage voor het jaar 2016 en het meerjarenperspectief. In de decembercirculaire wordt de definitieve Brede Doel uitkering Rampenbestrijding (BDuR) over het komende jaar 2016 bekend gemaakt. Indien aan de orde worden eveneens relevante beleidsontwikkelingen in de circulaire opgenomen. Omvang BDuR
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.8 2 van 2
De verwachte BDUR uitkering voor het jaar 2016 in de junicirculaire wijkt in geringe mate af met de in de programmabegroting 2016 van de veiligheidsregio geraamde BDuR-uitkering. Deze raming was gebaseerd op de laatste bekende gegevens van de decembercirculaire 2014. BDUR junicirculaire 2015 € 5.676.290 BDUR begroting Veiligheidsregio € 5.696.281 Deze geringe afname met € 19.991 komt voort uit de mutaties in de stand van de structuurkenmerken en verdeelmaatstaven welke in het landelijk rekenmodel worden gehanteerd. Ook wordt met ingang van 1 januari 2015 gebruik gemaakt van de nieuwe woninggegevens volgens de gewijzigde definitie en telmethode van gebouwen. Die verandering is voor het eerst op de BDuRbijdrage van 2016 van invloed. In de eerste bestuursrapportage 2016 gaan we de programmabegroting 2016, via een begrotingswijziging, hierop aanpassen. De effecten van de lagere bijdrage uit de BDuR wordt binnen de bestaande begroting opgelost. Ontwikkelingen BDuR De herijking het clusteronderdeel Brandweer en Rampenbestrijding van het gemeentefonds en de BDuR is afgerond. De gemeenten zijn inmiddels geïnformeerd over de uitkomsten van het clusteronderdeel Brandweer en Rampenbestrijding van het gemeentefonds. Het BDuR- onderzoek heeft geleid tot een voorstel voor een nieuwe verdeelwijze van deze geldstroom. Voor Veiligheidsregio IJsselland betekent dit structureel € 100.000 minder (t.o.v. het jaar 2015) uitkering vanaf het begrotingsjaar 2017. Dit nadeel zullen wij meenemen in het traject van structurele besparingen.
v
Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en j u s t i t i e
ONTVANGEN - 1 JUL 7:015
Directie
De voorzitters van de besturen van de veiligheidsregio's
Weerbaarheidsverhoging Afdeling Veilígheidsregio's T u r f m a r k t 147 2 5 1 1 DP Den Haag Postbus 2 0 3 0 1 2500 EH Den Haag www.nctv.nl
V15.003011
Contactpersoon H. Emmerzaal beleidsmedewerker
circulaire
T 070 7 5 1 55 37
BDuR-circulaire juni 2015
Datum 30 j u n i 2 0 1 5
Inleiding
Ons kenmerk
Dit is de junicirculaire v o o r d e Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR) voor het begrotingsjaar 2016. Door middel van deze circulaire stel ik u op de hoogte van de te verwachten bijdrage voor het jaar 2016 voor uw regio, de uitkomst van het herijkingsonderzoek BDuR en het meerjarenperspectief.
Aard circulaire Informatie
647963
Juridische achtergrond Besluit veiligheidsregio's, S t b . 2 0 1 0 , n r 255 Geldig v a n / t o t
In 1. 2. 3.
deze circulaire komen achtereenvolgens aan de orde: het beschikbare budget voor de BDuR; het onderzoek in het kader van de herijking van de BDuR; de te verwachten bijdrage per veiligheidsregio.
Er » « » »
zijn vier bijlagen: bijlage 1 : berekening van de te verwachten bijdrage 2016 per regio; bijlage 2: specificatie van de totaalbedragen 2016 per regio; bijlage 3: meerjarige prognose van de bijdragen per regio; bijlage 4 : verzendlijst van de circulaire.
1 j a n u a r i 2 0 1 6 t o t en m e t 3 1 december 2 0 1 6 Bijlagen 4
1. Het beschikbare budget Tabel 1: het meerjarige Omschrijving Stand meerjarenreeks circulaire juni 2015
kader voor het BDuR-budget
(bedragen x C min.)
2015
2016
2017
2018
2019
175,228
175,228
175,228
175,228
175,228
Toelichting bij de tabel Ten opzichte van de stand van de BDuR-circulaire december 2014 zijn er geen beleidsmatige mutaties. Het is nog niet bekend of het budget voor 2016 en volgende jaren wijziging zal ondergaan als gevolg van indexering voor loon- en prijscompensatie. Daarom wordt voor 2016 en volgende jaren uitgegaan van de stand van december 2014
Pagina 1 v a n 3
Directie Weerbaarheidsverhog ing
2. Het onderzoek in het kader van de herijking v a n de BDuR
Afdeling V e i l i g h e i d s r e g i o ' s
In de BDuR-circulaire december 2014 bent u geïnformeerd over het toen lopende onderzoek in het kader van de herijking van de BDuR. Tegelijkertijd is onderzoek gedaan in het kader van het groot onderhoud van het gemeentefonds. Hierbij is onder meer het clusteronderdeel Brandweer en Rampenbestrijding van het gemeentefonds herijkt. Informatie daarover is aan de gemeenten verstrekt.
Datum 30 j u n i 2015
Ons kenmerk 647963
Het BDuR-onderzoek heeft geleid tot een voorstel voor een nieuwe verdeelwijze van deze geldstroom. Dit voorstel is verwerkt in een voorgenomen wijziging van bijlage 2 bij het Besluit veiligheidsregio's (Bvr). Uitgangspunt bij het onderzoek was dat het totaal beschikbare bedrag van de BDuR niet wijzigt. Het Veiligheidsberaad is om een reactie gevraagd op de voorgenomen wijziging van bijlage 2 bij het Bvr. Het Veiligheidsberaad heeft in zijn reactie onder meer verzocht een overgangsmaatregel te treffen, waarvan het opschorten van het in werking treden van de nieuwe verdeling met 1 jaar onderdeel is. Ik heb in mijn voorstel voor aanpassing van de verdeelwijze deze om die reden laten ingaan per 1 januari 2017.
3. De bijdrage per veiligheidsregio In de bijlagen 1 en 2 van deze circulaire zijn per regio de jaarbedragen voor 2016 gespecificeerd. In de BDuR-circulaire van december 2015 zullen de definitieve bedragen worden opgenomen. Die circulaire is voor de bijdrage 2016 per veiligheidsregio het formele toekenningsbesluit. De bijdrage voor 2016 is berekend op basis van het BDuR-budget in tabel 1. Voor 2016 wordt nog uitgegaan van de bestaande verdeelwijze, zoals die is opgenomen in bijlage 2 van het huidige, ongewijzigde Besluit veiligheidsregio's. De bijdrage per regio voor 2016 wijzigt ten opzichte van de BDuR-circulaire december 2014 als gevolg van actualisatie van de stand van de structuurkenmerken en verdeelmaatstaven. Zoals vermeld in de junicirculaire BDuR 2014, wordt met ingang van 1 januari 2015 in het gemeentefonds gebruik gemaakt van de nieuwe woninggegevens volgens de gewijzigde definitie en telmethode van gebouwen. Die verandering is ook van invloed op de omvang van enkele basisgegevens die voor de verdeling van de BDuR worden gehanteerd. Dit zijn de maatstaven woonruimten, kernen, en omgevingsadressendichtheid (oad). De verandering is voor het eerst op de BDuR-bijdrage van 2016 van invloed. In bijlage 3 is de meerjarenprognose opgenomen van de jaarlijkse bijdrage per veiligheidsregio. De prognose is gebaseerd op de omvang van het BDuR-budget conform tabel 1 en is berekend met toepassing van het nieuwe verdeelmodel zoals ik voornemens ben dat per 1 januari 2017 in te voeren. De bedragen in deze bijlage zijn indicatief.
Pagina 2 van 3
Directie Weerbaarheidsverhoging Afdeling V e i l i g h e i d s r e g i o ' s
Tot slot
Datum 30 j u n i 2 0 1 5
Door middel van deze junicirculaire heb ik u geïnformeerd over de te verwachten bijdragen op grond van het Bvr voor het jaar 2016 en de prognose voor de jaren 2017 tot en met 2019. In de bijlagen treft u de berekeningen en specificaties aan. Voor nadere algemene inlichtingen kunt u zich wenden tot Henk Emmerzaal (h,emmerzaal(5)nctv.minveni.nl), tel. 06-48130939 of Wouter Zitter (w.zitter(5)nctv.minveni.nl) tel. 06-48130870.
Q n s
.
647963
f
Ik vertrouw erop u zo volledig mogelijk te hebben geïnformeerd. De Minister ister ve van Veiligheid en Justitie, namens deze,
H.W.M. Schmof Schoof Nationaal Coördinator
\ Terrorismebestrijding
en Veiligheid
Pagina 3 van 3
B i j l a g e 1 bij d e j u n i c i r c u l a i r e B D U R 2 0 1 5 , k e n m e r k 6 4 7 9 6 3 Specificatie v a n de totale bijdrage 2 0 1 6 (x C 1) kernen regio 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
naam Groningen Fryslân Drenthe IJsselland Twente N o o r d - en O o s t - G e l d e r l a n d Gelderland-Midden Gelderland-Zuid Utrecht Noord-Holland-Noord Zaanstreek-Waterland Kennemerland Amsterdam-Amstelland Gooi e n V e c h t s t r e e k Haaglanden Hollands Midden Rotterdam-Rijn mond Zuid-Holland-Zuid Zeeland M i d d e n - en W e s t - B r a b a n t Brabant-Noord Brabant-Zuidoost Limburg-Noord Limburg-Zuid Flevoland
inwoners 122.373 135.727 102.687 107.805 131.531 170.394 140.226 113.515 263.271 135.600 68.636 111.169 208.809 51.473 220.916 161.930 266.720 101.611 79.930 228.334 135.165 157.148 108.329 126.872 83.978
woonr. 265.822 294.599 219.802 214.676 267.882 356.018 292.933 226.745 532.400 293.229 138.763 231.739 488.922 111.890 484.549 327.646 594.400 203.444 199.313 470.549 269.933 324.199 227.959 287.136 159.409
3.534.151 7.483.955
opp.beb. o a d * w o o n r . 211.046 -85.700 -55.870 264.153 200.904 -34.721 190.854 -51.370 228.287 -74.483 317.721 -73.271 -81.887 200.351 177.162 -60.505 296.792 -209.630 201.042 -74.274 71.547 -49.143 126.406 -106.019 149.825 -518.153 55.458 -43.104 -348.999 184.446 186.889 -123.273 -353.512 246.128 122.857 -65.368 156.510 -34.622 381.662 -150.165 -64.034 253.642 -98.212 282.363 235.802 -44.233 179.421 -85.013 114.420 -40.857 5.035.687
-2.926.417
500
opp. Tot 473.541 919.798 428.870 306.715 240.598 449.282 195.336 177.189 231.866 404.110 74.128 75.941 56.789 43.742 72.080 144.565 196.523 133.838 469.347 357.834 222.070 233.226 247.830 105.688 385.970
Vaarw 301.411 370.691 4.418 315.659 233.827 347.719 402.658 833.896 472.836 0 58.015 46.247 181.850 5.295 0 222.730 545.970 477.182 703.474 516.883 349.872 0 424.518 154.490 505.613
510.921 6.646.877
7.475.254
26.373 41.124 25.926 16.092 14.751 28.161 19.221 25.926 27.267 27.714 7.152 9.834 4.917 6.705 7.599 23.244 18.774 16.986 32.631 32.631 22.350 22.797 27.714 18.774 6.258
Brzo v a s t bedrag 94.373 1.411.000 19.868 1.411.000 9.934 1.411.000 19.868 1.411.000 19.868 1.411.000 34.769 1.411.000 34.769 1.411.000 34.769 1.411.000 24.835 1.411.000 14.901 1.411.000 0 1.411.000 24.835 1.411.000 69.538 1.411.000 0 1.411.000 0 1.411.000 9.934 1.411.000 382.461 1.411.000 34.769 1.411.000 79.472 1.411.000 144.044 1.411.000 19.868 1.411.000 24.835 1.411.000 39.736 1.411.000 119.209 1.411.000 14.901 1.411.000 1.271.557
35.275.000
Bedrag in basis 2.820.238 3.401.090 2.368.821 2.531.300 2.473.262 3.041.794 2.614.608 2.939.698 3.050.636 2.413.323 1.780.099 1.931.151 2.053.498 1.642.459 2.031.591 2.364.665 3.308.463 2.436.319 3.097.055 3.392.772 2.619.865 2.357.356 2.678.655 2.317.578 2.640.691 64.306.986
B i j l a g e 2 bij d e j u n i c i r c u l a i r e B D U R 2 0 1 5 , k e n m e r k 6 4 7 9 6 3 Specificatie v a n de totale bijdrage 2 0 1 6 (x C 1)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Veiligheidsregio Groningen Fryslân Drenthe IJsselland Twente N o o r d - en O o s t - G e l d e r l a n d Gelderland-Midden Gelderland-Zuid Utrecht Noord-Holland-Noord Zaanstreek-Waterland Kennemerland A m s t e r d a m - A m s t e l land Gooi en V e c h t s t r e e k Haaglanden Hollands Midden Rotterdam-Rijn mond Zuid-Holland-Zuid Zeeland M i d d e n - en W e s t - B r a b a n t Brabant-Noord Brabant-Zuidoost Limburg-Noord Limburg-Zuid Flevoland
bedrag in basis 2.820.238 3.401.090 2.368.821 2.531.300 2.473.262 3.041.794 2.614.608 2.939.698 3.050.636 2.413.323 1.780.099 1.931.151 2.053.498 1.642.459 2.031.591 2.364.665 3.308.463 2.436.319 3.097.055 3.392.772 2.619.865 2.357.356 2.678.655 2.317.578 2.640.691
bedrag incl. UF 4.418.171 5.328.131 3.710.982 3.965.521 3.874.600 4.765.258 4.096.031 4.605.315 4.779.111 3.780.700 2.788.694 3.025.332 3.216.999 2.573.069 3.182.681 3.704.472 5.183.021 3.816.725 4.851.831 5.315.100 4.104.268 3.693.022 4.196.367 3.630.705 4.136.893
BTW (gekoppeld) 2.253.946 2.461.718 1.726.002 1.710.769 2.249.081 3.126.290 2.550.380 1.875.683 5.296.463 2.542.035 1.121.369 2.019.111 4.111.753 926.055 4.386.365 3.156.534 5.646.590 1.801.374 1.594.515 4.429.067 2.305.094 2.888.015 1.852.900 2.495.488 1.230.403
64.306.986
100.743.000
65.757.000
bijzondere bijzondere bijdragen 175.000 150.000
3) 1)
175.000 3)
28.000 7.500.000 175.000
1) 2) 2) 3)
175.000
3)
175.000
3)
175.000
3)
8.728.000
1) Bijzondere bijdragen in verband met de waddeneilanden 2) Bijzondere bijdrage in verband met Schiphol. De bijdrage wordt geheel betaald aan de veiligheidsregio Kennemerland. Een deel van dit bedrag te weten C 2,5 min, is bestemd voor zowel de veiligheidsregio Kennemerland als voor de veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 3) Bijzondere bijdrage in verband met CBRN-risico's 4) De uitkeringsfactor bedraagt 1,566595
totaal uitkering rekeni n g n u m m e r 6.847.117 28 . 5 1 . 6 1 . 0 8 3 7.939.849 28 . 5 1 . 2 8 . 6 4 7 5.436.985 28 . 5 0 . 6 4 . 1 1 8 5.676.290 28 . 5 1 . 3 9 . 6 8 1 6.123.681 15 . 4 6 . 6 7 . 0 1 3 8.066.548 28 .51.11.280 6.646.412 28 . 5 0 . 3 0 . 9 5 7 6.480.999 66 .09.71.828 10.075.574 28 .51.33.179 6.350.735 28 .51.08.050 3.910.063 28 . 5 1 . 6 1 . 0 9 1 12.544.442 28 .50.57.839 7.503.752 45.00.058 3.499.123 28 . 5 0 . 7 8 . 0 9 7 7.744.046 54 9 4 . 0 6 . 9 8 0 6.861.006 28 . 5 0 . 8 2 . 4 9 3 11.004.611 41 28.31.228 5.618.099 28 . 5 1 . 4 4 . 8 6 3 6.446.347 28 . 5 0 . 2 7 . 9 5 6 9.744.167 52 . 2 6 . 8 6 . 3 0 3 6.409.361 28 . 5 1 . 5 8 . 6 7 8 6.756.037 67 .82.42.771 6.049.267 28 . 5 0 . 9 7 . 8 8 1 6.126.194 28 . 5 0 . 2 5 . 5 4 6 5.367.296 28 . 5 1 . 3 3 . 7 4 8 175.228.000
B i j l a g e 3 bij j u n i c i r c u l a i r e B D U R 2 0 1 5 , k e n m e r k 6 4 7 9 6 3 Meerjarige p r o g n o s e v a n de bijdrage BDUR (x C 1 miljoen) regio 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
naam Groningen Fryslân Drenthe IJsselland Twente Noord- en Oost-Gelderland Gelderland-Midden Gelderland-Zuid Utrecht Noord-Holland-Noord Zaanstreek-Waterland Kennemerland Amsterdam-Amstelland Gooi en Vechtstreek Haaglanden Hollands Midden Rotterdam-Rijnmond Zuid-Holland-Zuid Zeeland Midden- en West-Brabant Brabant-Noord Brabant-Zuidoost Limburg-Noord Limburg-Zuid Flevoland
2017 7,01 7,61 5,27 5,60 5,97 7,68 6,46 6,38 9,31 6,07 3,83 12,59 9,19 3,41 8,06 6,40 12,45 5,49 6,51 9,65 6,18 6,52 5,97 6,33 5,30
2018 7,01 7,61 5,27 5,60 5,97 7,68 6,46 6,38 9,31 6,07 3,83 12,59 9,19 3,41 8,06 6,40 12,45 5,49 6,51 9,65 6,18 6,52 5,97 6,33 5,30
2019 7,01 7,61 5,27 5,60 5,97 7,68 6,46 6,38 9,31 6,07 3,83 12,59 9,19 3,41 8,06 6,40 12,45 5,49 6,51 9,65 6,18 6,52 5,97 6,33 5,30
175,23
175,23
175,23
B i j l a g e 4 bij d e B D u R - c i r c u l a i r e j u n i 2 0 1 5 , k e n m e r k 6 4 7 9 6 3 Verzendlijst EXTERN « De besturen van de veiligheidsregio's « De directeuren van de veiligheidsregio's Voorzitter Veiligheidsberaad Mw. G. H. Faber Postbus 7010 6801 HA Arnhem Brandweer Nederland Postbus 7010 6801 HA Arnhem GHOR NL Postbus 85300 3508 AH Utrecht Vereniging van Nederlandse Gemeenten Postbus 30435 2500 GK Den Haag V o o r z i t t e r M a n a g e m e n t r a a d Bevolkingszorg/LOCGS Dhr. A Meijer Postbus 7010 6801 HA ARNHEM Ministerie van Financiën IRF, sectie VJFA Postbus 20201 2500 EA Den Haag
Agendapunt - informatie aan
Dagelijks bestuur / Algemeen bestuur
datum
23 september 2015
agendapunt
1.9
onderwerp
Project STOOM (Structureel Terugdringen Onechte & Ongewenste Meldingen)
proceseigenaar
L. Sievers
Portefeuille-
A.G.J. Strien
houder Opsteller
Rob Rorije Kennis te nemen van 1. Deze rapportage m.b.t. de voortgang van het project STOOM in IJsselland: a. In 2014 is gestart met het invoeren van verificatie op automatische brandmeldingen; b. In 2014 is verder ingezet op het afsluiten van de doormelding bij objecten waarvoor deze niet wettelijk vereist is, deze fase is afgerond; c. Het doel van STOOM is om eind 2016 een reductie van 50% van het aantal meldingen t.o.v. van 2011 te behalen. Op dit moment is het aantal meldingen met 39% gereduceerd t.o.v. 2011; d. Juridische handhaving (last onder dwangsom) is op dit moment niet noodzakelijk om het projectdoel te behalen. Samenvatting / Toelichting Brandweer IJsselland had in 2011 te maken met ruim 2600 brandmeldingen veroorzaakt door brandmeldinstallaties aangesloten op het OMS1. In meer dan 95% van de gevallen bleken dit geen daadwerkelijke branden te zijn. De brandweer rukt in die gevallen voor niets uit. Er worden mensen en middelen onnodig ingezet, waarbij hoge maatschappelijke kosten gemoeid zijn.
1
OMS: Openbaar Meld Systeem
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.9 2 van 7
De afgelopen jaren is er op verschillende manieren ingezet op het verminderen van het aantal loze meldingen. Zo heeft de wijziging van het Bouwbesluit in 20122 geleid tot het besluit dat in onze Veiligheidsregio in basis alleen de wettelijk verplichte objecten een aansluiting op het OMS mogen behouden. Dit besluit had een afname van het aantal loze meldingen tot gevolg, waarbij het aantal loze meldingen in 2013 gereduceerd is tot ongeveer 1900 meldingen. Op initiatief van brandweer Nederland is er een landelijk project gestart met als doel het aantal loze meldingen nog verder terug te dringen; project STOOM (Structureel Terugdringen van Ongewenste en Onechte Meldingen). Het project STOOM bestaat uit een kennisplatform waarin de veiligheidsregio’s zijn vertegenwoordigd. Brandweer IJsselland sluit hier bij aan en gebruikt de uitkomsten van het landelijke project als basis voor het binnen onze regio nog verder terugdringen van het aantal nodeloze meldingen. Een hoofdpijler vanuit het landelijke project is dat er een vorm van verificatie plaatsvindt voordat er een brandweervoertuig gealarmeerd wordt. Verificatie kan op een aantal manieren plaatsvinden: Verificatie op de meldkamer, waarbij de centralist eerst naar het object belt voordat er daadwerkelijk gealarmeerd wordt. Hierbij probeert de centralist binnen maximaal 1 minuut contact te leggen met het object. Als dat niet lukt, dan alarmeert hij door. Als er wel contact wordt gelegd, dan heeft de contactpersoon vervolgens maximaal 2 minuten de tijd om ter plaatse te verifiëren of er daadwerkelijk brand is. Als de centralist niet binnen deze tijd bevestigd krijgt dat het loos alarm is, dan alarmeert hij door. Bij twijfel (of wanneer bevestigd wordt dat er echt brand is) wordt er ook gealarmeerd. Vanuit het landelijke project wordt deze vorm van verificatie ook wel ‘verificatie volgens het gele spoor’ genoemd; Verificatie door de gebruiker, waarbij de gebruiker van het gebouw verifieert of er daadwerkelijk brand is. Dit wordt gedaan door een vertragingstijd in de brandmeldinstallatie in te bouwen, waardoor de gebruiker de tijd krijgt om te controleren of er echt brand is, voordat er wordt doorgemeld naar de meldkamer. De maximaal toegestane vertragingstijd wordt per object bepaald en is afhankelijk van de wijze waarop de BHV is georganiseerd. Deze vorm van verificatie staat ook bekend als ‘verificatie volgens het blauwe spoor’; Verificatie door middel van technische oplossingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van geavanceerde brandmeldinstallaties die zo zijn ingericht dat nodeloze alarmering als gevolg van storing e.d. wordt uitgesloten. Deze vorm van verificatie wordt ook wel ‘verificatie volgens het groene spoor’ genoemd. Vanuit de wet3 is het niet toegestaan om handbrandmeldingen vertraagd te alarmeren. Verificatie mag alleen plaatsvinden op automatische brandmelders. Hierom moeten hand- en automatische brandmeldingen gescheiden binnen komen op de meldkamer. Het is echter niet wettelijk verplicht om hand- en automatische brandmeldingen gescheiden aan te bieden en op dit moment hebben in IJsselland slechts een beperkt aantal OMS aansluitingen deze gescheiden doormelding. 2
In Bouwbesluit 2012 is voor een aantal gebruiksfuncties de verplichte doormelding van de brandmeldinstallatie naar de RAC komen te vervallen. In hoofdlijnen blijft deze verplichting alleen bestaan voor objecten waar verminderd zelfredzame personen aanwezig zijn. 3 NEN2535 art. 10.4: een eventuele vertraging in de doormelding van automatische brandmelders mag de doormelding van handbrandmelders niet vertragen.
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.9 3 van 7
Voortgang In 2014 is er een start gemaakt met de uitrol van het project STOOM binnen IJsselland. Aan de hand van een projectplan zijn het afgelopen jaar verdere stappen gezet om het aantal nodeloze meldingen verder terug te dringen: Voor elk OMS object is een inventarisatie gedaan welke vorm van verificatie mogelijk is; Er is een inventarisatie gedaan welke OMS objecten al beschikken over gescheiden doormelding van hand- en automatische brandmeldingen; Er is gestart met het toepassen van verificatie door de meldkamer bij de objecten die aan de voorwaarden hiervoor voldoen (met name in gemeente Deventer); Het afsluiten van alle objecten waarvoor evident geen wettelijke doormelding vereist is (uitgezonderd door gemeenten aangewezen risico objecten en objecten die vallen onder de afwegingscriteria niet-wettelijke aansluitingen OMS) is afgerond. Er zijn in de regio circa twintig objecten waarvan nog onduidelijk is of een doormelding vereist is. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over fabriekspanden. Daar zijn ooit sprinklers (en dus een doormelding) geëist. We zouden opnieuw de complexe dossiers moeten nalopen om te beoordelen of er ook naar de huidige inzichten een grondslag voor een sprinkler plus doormelding is. De noodzaak hiervoor is klein omdat deze objecten nauwelijks nodeloze meldingen geven. Bovenstaande maatregelen hebben het aantal automatische brandmeldingen in 2014 gereduceerd tot in totaal 1613 voor de hele regio. Dit is een reductie van 16 procent ten opzichte van 2013. Aanpak komende periode De komende periode wordt ingezet op het terugdringen van het aantal meldingen veroorzaakt door de zogenaamde veelplegers (de aansluitingen per gemeente die de meeste meldingen veroorzaken). Door in de jaren 2015, 2016 en 2017 jaarlijks op de dan geldende veelplegers in te zetten, zal naar verwachting een forse reductie van het aantal meldingen behaald worden. Tevens zullen de projectgelden ingezet worden voor het door-ontwikkelen van een goed ondersteuningsprogramma om de administratieve last te verlagen. Om nog beter in te kunnen spelen met onze adviezen op de problematiek van verkeerd geprojecteerde installaties bieden we een aantal van onze medewerkers ook de komende periode de mogelijkheid om een bijscholing te volgen. Beoogd effect Het aantal ongewenste en onechte automatische brandmeldingen in Veiligheidsregio IJsselland met 50 procent te reduceren ten opzichte van 2011. Concreet betekent dit dat het aantal wordt teruggebracht tot maximaal 1300 meldingen per jaar. Dit beoogd effect is in lijn met de landelijk vastgestelde doelstelling van het project. Argumenten 1.1. Hiermee wordt een forse reductie van het aantal meldingen veroorzaakt door het OMS gerealiseerd;
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.9 4 van 7
De beschreven werkwijze resulteert naar verwachting in een forse reductie van het aantal OMS meldingen. Dit vermindert de onnodige inzet van mensen en materieel en heeft een reductie op de kosten van de repressieve dienst tot gevolg. 1.2. Hiermee wordt invulling gegeven aan het DB besluit van 30 augustus 2013; Op 30 augustus 2013 is door het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio IJsselland besloten om verificatie toe te gaan passen bij automatische brandmeldingen. Kanttekeningen 1.1. Het invoeren van een verificatietijd kan de opkomsttijden van de brandweer verhogen Er wordt een verificatietijd ingevoerd waarin de centralist naar de abonnee belt om te verifiëren of het een terechte brandmelding betreft. Dit kan een verhoogde opkomsttijd tot gevolg hebben wanneer het een terechte brandmelding blijkt te zijn en er PRIO1 uitgerukt dient te worden. 1.2. Het einddoel wordt pas na een aantal jaren bereikt. In de tussenliggende periode kunnen wel tussenresultaten worden behaald. Aanpak/uitvoering Door uitvoering te geven aan het project volgens de beschreven methode wordt het beoogde effect gerealiseerd. Afstemming Afstemming is geborgd doordat er in het project vertegenwoordiging is vanuit de processen risicobeheersing, repressie, team communicatie, de meldkamer en Veiligheidsregio NoordoostGelderland.
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.9 5 van 7
Communicatie Tijdens het project wordt op verschillende manieren gecommuniceerd, zowel intern als extern. Om de communicatie in goede banen te leiden is er vanuit team communicatie vertegenwoordiging in het project. Evaluatie/controle Periodiek wordt aan de hand van de meldkamergegevens bekeken wat de behaalde resultaten zijn. Terugdringen onechte/ongewenste meldingen d.m.v. juridische handhaving Een nog openstaand actiepunt binnen het dagelijks bestuur is het opstellen van een regionale beleidslijn voor het in rekening brengen van kosten bij onechte/ongewenste meldingen. Onderstaande paragraaf gaat hier op in. In de NEN2535 worden prestatie-eisen gesteld, waarbij de brandmeldinstallatie niet meer dan een gelimiteerd aantal onechte/ongewenste meldingen per jaar mag veroorzaken. Het maximaal toelaatbare aantal onechte/ongewenste meldingen is hierbij afhankelijk van het gebouwgebruik en het aantal melders dat in het gebouw aanwezig is. In het programma van eisen dat bij de brandmeldinstallatie dient te worden opgeleverd staat aangegeven hoeveel onechte/ongewenste meldingen de specifieke installatie mag veroorzaken. Wanneer willens en wetens de prestatie-eis wordt overschreden, en er geen uitzicht is op het beëindigen van deze overtreding, dan heeft het bevoegd gezag de mogelijkheid om hier juridisch op te handhaven. Binnen het bestuursrecht bestaat de mogelijkheid om door middel van een last onder dwangsom, naleving van de voorschriften af te dwingen. Dit met als doel om de overtreding op te heffen. Juridische handhaving in de vorm van het opleggen van een beperking in het gebouwgebruik (bestuursdwang) is in het kader van het terugdringen van het aantal onechte/ongewenste meldingen niet voor de hand liggend. Dit aangezien er over het algemeen geen sprake is van een direct brandgevaarlijke situatie wanneer een pand teveel onechte/ongewenste meldingen genereert. De NVBR heeft in 2011 een handreiking TOOM opgesteld waar in een stappenplan staat beschreven hoe kan worden gehandhaafd op het naleven van de prestatie-eis. In het landelijke project STOOM wordt ook aandacht geschonken aan de juridische aspecten van het project. Tot een landelijke visie heeft dit echter nog niet geleid. Een aantal gemeenten in Nederland heeft in het verleden met wisselend succes juridische handhaving toegepast bij gebruikers die de prestatie-eis overschreden. De praktijk wijst uit dat het rendement van dit traject wisselend is. De inspanningen die door de gemeenten en veiligheidsregio’s moeten worden gedaan om naleving af te dwingen, kunnen dusdanig hoog zijn dat de baten niet of nauwelijks opwegen tegen de kosten. In de gemeenten binnen onze regio hebben we geen ervaring met juridische handhaving bij onechte/onnodige meldingen.
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.9 6 van 7
Binnen het regionale project STOOM is er op dit moment geen noodzaak om door middel van een juridisch handhavingstraject naleving van de prestatie-eis af te dwingen. Door in te zetten op voorlichting en goede advisering over hoe onechte/ongewenste meldingen te voorkomen, wordt een hoger rendement behaald. De resultaten van de afgelopen jaren ondersteunen dit ook. Juridische handhaving maakt dan ook geen deel uit van het uitvoeringsprogramma binnen onze regio en het opstellen van een regionale beleidslijn is voor nu niet noodzakelijk.
kenmerk vervolgblad
AB 23 september 2015, agp. 1.9 7 van 7
Vervolg Het project heeft als doel het aantal loze OMS meldingen met 50 procent te reduceren. Op de lange termijn is een verdere reductie van het aantal loze meldingen te verwachten. Dit omdat er steeds meer ‘slimme’ brandmeldinstallaties worden geïnstalleerd die brandmeldingen zelf verifiëren voordat ze doorgezet worden.
Notulen van Dagelijks bestuur datum
10 juni 2015
aanwezig De heren H.J. Meijer (voorzitter), A.P. Heidema, A.G.J. Strien en B. Koelewijn (tot 10.35 uur), mevrouw L.J. Sievers, de heer H. Schreuders, de heer Groenen (meeloopstagiaire H.J. Meijer, vanuit ministerie BZK) en Thijssen (bij punt 13), mevrouw M. Fransen (verslag). afwezig 1.
Opening
De voorzitter, burgemeester Meijer, opent de vergadering om tien uur. 2.
Verslag en actielijst vergadering 16 april 2015
Het verslag wordt zonder wijzigingen vastgesteld. Naar aanleiding van de rondvraag vertelt de heer Strien dat het gesprek met mevrouw Van der Tas heeft plaatsgevonden. Het was een positief gesprek. Er is vooral gesproken over de operationele brandweerzaken. Er zal een plan van aanpak worden gemaakt. De heer Koelewijn geeft aan dat de Brandweerkamer geen voorzitter meer heeft, vanwege het vertrek van de huidige voorzitter. Er wordt in de vacature voorzien door roulerend voorzitterschap. De secretaris zorgt voor actualisatie van de actielijst. 3.
Ingekomen stukken / Mededelingen
Ingekomen stukken De volgende stukken worden voor kennisgeving aangenomen: a. informatievraag naar aanleiding van Kamervragen lid Kooiman over brandweervrijwilligers en onveilige situaties (NCTV/Ministerie V&J); b. aanbieden rapport duikongeval Koedijk (Inspectie V&J/ministerie V&J); c. inzet- en beleidskader NL-Alert (NCTV/ministerie V&J); d. nadere informatie PPMO (LOBA); e. begroting 2016 (gemeente Raalte); f. zienswijze begroting 2016 (gemeente Dalfsen); g. reactie conceptbegroting 2016 (gemeente Olst-Wijhe); h. rekenkameronderzoek (gemeente Dalfsen). Mededelingen De heer Meijer vertelt dat in het pand aan de Zeven Alleetjes meer asbest is aangetroffen dan aanvankelijk ingeschat. Er lopen nu nadere onderzoeken. Voor de Veiligheidsregio heeft dit verder geen consequenties. Mevrouw Sievers doet een tweetal mededelingen:
Pagina 2 van 9
-
-
De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft inspecties uitgevoerd bij een aantal brandweerregio’s in Nederland, waaronder Veiligheidsregio IJsselland. Uit de inspectie bij Veiligheidsregio IJsselland kwam naar voren dat aandacht moet worden besteed aan een aantal onderwerpen. Dit zijn geen verrassende thema’s. Er wordt gewerkt aan een plan van aanpak. In juni vindt een systeemtest plaats. Deze vindt plaats in de laatste twee weken van juni in het noordwesten van de regio.
BESLUITVORMEND 4.
Voorjaarsrapportage 2014
Voorstel Te besluiten om: 1. in te stemmen met de voorjaarsrapportage 2015; 2. het algemeen bestuur de volgende besluiten voor te leggen: a. de voorjaarsrapportage 2015 vast te stellen en daarop incidenteel de budgetten 2015 die het betreft, aan te passen via een begrotingswijziging; b. voor de ICT-vervangingen investeringskredieten van in totaal € 492.000 en voor de vervanging van de brandweerboten een investeringskrediet van € 180.000 beschikbaar te stellen; c. bij de jaarrekening 2015 een nieuwe reserve in te stellen voor de ingroei objectivering IJsselland en de toekomstige incidentele voordelen 2015-2020 te storten in de Reserve ingroei objectivering IJsselland. Bespreking De heer Meijer vraagt twee punten te verduidelijken: de aanschaf van nieuwe kazernekleding en de vervanging van de brandweerboten. Mevrouw Sievers geeft aan dat het voorstel voor aanschaf van de kazernekleding (blauwe blouse en zwarte broek) voor de vrijwilligers voortkomt uit de behoefte om brandweerpersoneel meer representatief uit te rusten, nu zij vaker het contact met burgers opzoeken. De meeste vrijwilligers hebben op dit moment alleen een bluspak. De heer Meijer vraagt of dit een eenmalige uitgave is. Mevrouw Sievers bevestigt dit, er is geen vervangingscomponent aan gekoppeld. De heer Heidema vraagt of er verschil zit tussen de brandweerposten in hoe hiermee tot nu toe werd omgegaan. Mevrouw Sievers geeft aan dat er nu verschil in zit. De vrijwilligers van Deventer en Zwolle hebben al kazernekleding. Deze investering wordt ook voorgesteld om in de hele regio één lijn te trekken. Met deze uitleg gaat het DB akkoord met deze investering. Gevraagd wordt de tekst in de voorjaarsrapportage hiermee uit te breiden. Naar aanleiding van implementatie van de Regionale Visie Bestrijding Waterongevallen zijn in de periode 2012-2013 drie brandweerboten aangekocht. Dit is gestart met aankoop van een boot voor brandweer Zwolle. In samenwerking met een leverancier is een nieuwe boot ontwikkeld. Een aantal uitgangspunten van het Programma van Eisen blijkt achteraf niet in lijn met de vastgestelde Regionale Visie Bestrijding Waterongevallen. Hierdoor is de boot slechts beperkt voor de toegewezen (duik)taken inzetbaar en zijn technische problemen ontstaan. Ondanks het feit dat de boot zich destijds in een ontwikkel-/test/conceptfase bevond zijn voor de korpsen Deventer en Olst-Wijhe gelijke boten besteld. De nodige kinderziektes waren daarmee nog niet in beeld. Op dit moment doen zich dusdanige technische problemen en schades voor dat inzet voor de operationele dienst niet langer verantwoord is Onderzoek wijst uit dat de boten technisch en qua construct niet geschikt te maken zijn voor de doeleinden waarvoor ze bij de brandweerkorpsen destijds zijn aangeschaft. Dit betekent dat de huidige boten vervangen moeten worden om operationele inzet conform de vastgestelde regionale visie te kunnen borgen en veilig te kunnen werken.
Pagina 3 van 9
De heer Koelewijn vraagt waar de zwakke schakels in het proces zitten en wat er in de toekomst anders gebeurt. De heer Meijer vraagt of de leverancier niet aansprakelijk gesteld kan worden. Mevrouw Sievers antwoordt hierop dat het inkoopproces nu geprofessionaliseerd wordt. . De veiligheidsregio is ook in overleg met de verzekeringsmaatschappij en leverancier over de ontstane situatie. Bij de aanschaf van nieuwe boten vindt een betere oriëntatie plaats op wat er te koop is en wat er nodig is. De heer Strien zou het op prijs stellen als de desbetreffende passage in de voorjaarsrapportage hiermee aangevuld wordt. De heer Koelewijn adviseert om navraag te doen bij andere regio’s. De heer Meijer vult aan dat het aanschaffen van brandweerboten met andere regio’s wellicht tot voordeelkorting kan leiden. Beslispunt 2c wordt tevens besproken bij agendapunt 10 (procesvoorstel financiële verdeelsystematiek). De heer Strien concludeert dat de werkelijke indexering van de loonkosten lager is dan geraamd. Bij de bespreking van de begroting 2016 is afgesproken dat als de indexering lager is, het verschil teruggaat naar de gemeenten. Nu dit in de praktijk het geval is, wil hij een rechte koers varen en dat deel teruggeven aan de gemeenten. De heren Heidema en Koelewijn ondersteunen dit standpunt. De heer Heidema pleit ervoor dat de financiële adviseurs van de gemeenten betrokken worden bij de discussie over de prijsindexering. Besluit Het dagelijks bestuur stemt in met het voorstel, behalve met punt 2c. Het budget wat na afloop van 2015 overblijft doordat de werkelijke indexering afwijkt van de prognose vloeit (na vaststelling van de jaarrekening 2015) terug naar de gemeenten. De tekst over de kazernekleding en de brandweerboten wordt aangevuld met bovenstaande opmerkingen. 5.
Consultatie LMO
Voorstel Te besluiten om: 1. in te stemmen met de reactiepunten op de ontvangen LMO-documenten, opgenomen en toegelicht in de conceptbrief op bijlage 1: a. Proces: de veiligheidsregio’s goed blijven betrekken in de vervolgprocessen en consulteren over majeure besluiten. b. Personeel: gelet op de Wet veiligheidsregio’s voert de LMO deels taken uit die onder de verantwoordelijkheid vallen van ons bestuur (c.q. opperbevelhebber). In de governancestructuur die nu voorligt is deze positie onvoldoende geborgd en daarom willen wij onze centralisten (mono-brandweer en multi-opschaling) qua werkgeverschap en taakverantwoordelijkheid onder deze condities niet overdragen aan de LMO. c. Overdracht: 1) financiële kaders en uitgangspunten opstellen voor onderwerpen, die de basis vormen voor financiële overdracht, rekening houdend met verschillen per meldkamer; 2) het proces van overdracht in meer fasen te verdelen; 3) helderheid over de demarcatie om te voorkomen dat veiligheidsregio’s het risico lopen op onvoorziene achterblijvende kosten; de inhoud bepalend laten zijn en pas na demarcatie overgaan tot definitieve budgetoverheveling; 4) overgang van de verantwoordelijkheid voor de meldkamers op het moment dat de wetswijziging in werking treedt. d. Governance: een helder vastgelegde rol voor de veiligheidsregio’s bij het stellen van prestatie-eisen en eisen aan werkprocessen en kwaliteit van personeel dat werkzaam is ten behoeve van brandweerprocessen. Dit voor hun wettelijke rampen- en crisistaken. e. Projectkosten: aanvullende projectkosten komen voor rekening van het ministerie van V&J. f. Taakstelling en dienstverlening: de veiligheidsregio’s dragen bij de wetswijziging hun budget over. De minister van V&J is vervolgens verantwoordelijk voor de realisatie van de taakstelling. De prestaties van de LMO mogen daar niet onder lijden. g. ICT: een helder gepositioneerd multidisciplinair ICT-domein binnen de LMO realiseren. Verder: 1) helderheid over het eigenaarschap van de data en 2) duidelijkheid inzake de
Pagina 4 van 9
uitwisseling van data tussen de meldkamer, eenheden in het veld en het regionaal operationeel centrum. h. Voortgang/plan van aanpak: afstemming van de landelijke voortgang/planning op de ‘regionale’ planning, tussen het Plan van aanpak KLMO en de Plannen van aanpak die de regionaal kwartiermakers voor de afzonderlijke meldkamerlocaties opstellen. i. Beperking kosten veiligheidsregio’s na realisering LMO: nodig zijn afspraken/kaders om de financiële consequenties van de LMO voor de veiligheidsregio’s in totaal nauwkeuriger af te bakenen. Dit om invulling te geven aan ons uitgangspunt van budgettaire neutraliteit. 2. In te stemmen met de volgende speerpunten om komende LMO-documenten gericht en eenduidig te beoordelen: 1) een landelijke meldkamerorganisatie die de rampen- en crisistaken van gemeenten en veiligheidsregio’s adequaat ondersteunt; 2) zo laag mogelijke kosten voor gemeenten en veiligheidsregio’s en 3) een gelijkwaardige (rechts)positie voor de medewerkers van de meldkamerbrandweer. 3. De reactiepunten en speerpunten ter kennisneming aan de orde te stellen in de vergadering van het algemeen bestuur op 24 juni 2015. Bespreking De heer Heidema geeft aan dat we voor de totstandkoming van het advies aansluiting gezocht hebben bij het landelijke rompadvies dat opgesteld is vanuit de Raad van directeuren veiligheidsregio’s. Het landelijk advies hebben we aangevuld met regionale items. Vanwege het gezamenlijke belang van de MON heeft er voor de aanvullende punten afstemming plaatsgevonden met de VNOG en met de drie overige regio’s binnen Oost-5. Op enkele accentverschillen na is de lijn van het advies in deze vijf regio’s identiek. De heer Heidema vraagt wat achterliggende argumenten zijn om de financiële opmerkingen te maken. In de BAC IM werd namelijk aangegeven dat de risico’s voldoende afgedekt zijn. De heer Schreuders vertelt dat dit voor ons een punt is vanwege de MON. We hebben investeringen gedaan en willen voorkomen dat deze afgeroomd worden. De heer Strien vraagt of de budgettaire neutraliteit alleen betrekking heeft op onze regio. De heer Schreuders geeft aan dat dat klopt. De heer Strien ziet dan graag dat in de desbetreffende paragraaf van het advies ertussen gezet wordt: ‘voor onze regio’s (VNOG en IJsselland)’. De heer Heidema vraagt of de veiligheidsregio’s Twente en Gelderland een brief met dezelfde strekking opgesteld hebben. De heer Schreuders beaamt dat. Besluit Het dagelijks bestuur stemt in met het voorstel. 6.
Regeling Georganiseerd Overleg (GO)
Voorstel Te besluiten: - De Regeling Commissie Georganiseerd Overleg Veiligheidsregio IJsselland vast te stellen. Bespreking De heer Meijer geeft aan dat de regeling voortvloeit uit de CAR-UWO. Besluit Besloten is de Regeling Commissie Georganiseerd Overleg Veiligheidsregio IJsselland vast te stellen. 7.
Regeling Werving en Selectie
Voorstel Te besluiten om:
Pagina 5 van 9
-
In te stemmen met de Regeling Werving & Selectie Veiligheidsregio IJsselland.
Bespreking Mevrouw Sievers vertelt dat deze regeling een gewijzigde versie betreft ten opzichte van de bestaande regeling Werving & Selectie. Besluit Het dagelijks bestuur stemt in met de Regeling W&S Veiligheidsregio IJsselland.
8.
Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio IJsselland
Voorstel Te besluiten om: 1. de colleges van de gemeenten voor te stellen in te stemmen met de wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio IJsselland, opgenomen in het bijgaande conceptbesluit (bijlagen 1 en 2); 2. in te stemmen met de bijgevoegde conceptbrief aan de colleges (bijlage 3) met de vraag om voor 1 november te laten weten of zij met de voorgestelde wijzigingen kunnen instemmen of niet; 3. de bepaling in de gemeenschappelijke regeling te handhaven dat het algemeen bestuur een regeling treft over de coördinerend burgemeester voor andere situaties dan rampen en crises; 4. de verantwoording van AB-leden met inhoudelijke portefeuille, die ook DB-bevoegdheden omvat, te laten verlopen via het AB; 5. de gemeente waar de gemeenschappelijke regeling gevestigd is (in ons geval Zwolle) te verzoeken de vastgestelde regeling voor 1 januari 2016 toe te sturen aan gedeputeerde staten en in alle deelnemende gemeenten bekend te maken door kennisgeving van de inhoud daarvan in de Staatscourant. Bespreking De aangepaste gemeenschappelijke regeling vloeit voort uit de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Er geldt een wettelijke overgangstermijn van een jaar. Dit betekent dat de gemeenschappelijke regeling van Veiligheidsregio IJsselland uiterlijk op 1 januari 2016 in werking moet treden. Na behandeling in het AB van 24 juni 2015 moeten de afzonderlijke colleges van B&W instemmen met de voorgestelde aangepaste regeling. Het AB neemt een definitief besluit op 16 december 2015, na een instemmingsronde langs alle colleges van B&W. De heer Strien geeft omtrent de regeling voor de coördinerend burgemeester (artikel 14) aan dat hiervan nog nooit gebruik gemaakt is. Hij stelt voor om dit artikel te handhaven met een ‘kan’- bepaling. In toelichting staat ook ‘kan’. Dit is akkoord. Besluit Het DB stemt in met het voorstel. Artikel 14 wordt als volgt veranderd: ‘Het algemeen bestuur kan zorg dragen, dat de burgemeesters van de deelnemende gemeenten een regeling treffen van de taken en bevoegdheden van een coördinerend burgemeester in andere situaties dan genoemd in artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s.‘ 9. Voorstel
Inkoop- en aanbestedingsbeleid; algemene en bijzondere inkoopvoorwaarden
Pagina 6 van 9
Te besluiten om: - het Inkoop- en aanbestedingsbeleid vast te stellen als richtlijn en strategie voor regionaal inkopen en aanbesteden; - de Algemene en bijzondere inkoopvoorwaarden vast te stellen als voorwaarden die vooraf bij een transactie van Veiligheidsregio IJsselland worden bekend gemaakt. Bespreking Dit voorstel is in lijn met het landelijke VNG-model inkoop- en aanbestedingsbeleid. Hieraan zijn regionale speerpunten toegevoegd. Het beleidsdocument is gezamenlijk met de GGD tot stand gekomen. Het DB GGD heeft al ingestemd met dit voorstel. Besluit Het DB stemt in met het voorstel. 10.
Procesvoorstel financiële verdeelsystematiek
Voorstel Te besluiten om: 1. de bestuurlijke uitgangspunten vast te stellen op basis waarvan de voorbereidingen voor de besluitvorming over de herijking van de hybride financiering van Veiligheidsregio IJsselland gericht op verdergaande objectivering zullen worden getroffen; 2. een bestuurlijke stuurgroep te formeren die als voornaamste taken heeft: a. de politieke haalbaarheid van een verdergaande objectivering van de hybride financiering van Veiligheidsregio IJsselland diepgaand te onderzoeken; b. draagvlak te genereren bij alle partners voor de besluitvorming over de herijking van de hybride financiering van Veiligheidsregio IJsselland gericht op verdergaande objectivering; c. het adviseren van het ambtelijk overlegplatform over de te treffen ambtelijke voorbereidingen voor de besluitvorming over de herijking van de hybride financiering van Veiligheidsregio IJsselland gericht op verdergaande objectivering; 3. in te stemmen met het uitbreiden van de reguliere bijeenkomsten met de financieel adviseurs van alle gemeenten en deze overlegvorm te gebruiken als overlegplatform om de ambtelijke voorbereidingen te treffen; 4. in te stemmen met de conceptplanning van de procedure om tot besluitvorming over de herijking van de hybride financiering van Veiligheidsregio IJsselland gericht op verdergaande objectivering te komen. Bespreking De heer Meijer is, door omstandigheden, niet gekend in de eindversie van dit stuk. Hij geeft aan dat hij zich verantwoordelijk voelt voor het proces, maar zelf ook betrokken is en daarom geen inhoudelijke rol wil. Wellicht zou de heer Seinen hiervoor ingehuurd kunnen worden. De heren Strien en Heidema zouden dit ook graag zien. De aanwezigen staan achter de objectivering van de gemeentelijke bijdrage. De vraag hoe om te gaan met eventuele nadeelgemeenten vraagt wel om aandacht. De heer Meijer vindt dat als er gemeenten zijn die veel meer moeten gaan betalen dan nu, dit wellicht opgevangen kan worden door een bezuinigingsopgave bij de veiligheidsregio. Een andere optie is te kiezen voor een ingroeimodel. De heer Koelewijn pleit voor de één of andere vorm van een ingroeimodel. De heer Strien vindt het nu niet het moment om een reservering in te stellen voor de tegemoetkoming van eventuele nadeelgemeenten. Het verraste de heer Strien dat het punt nu al bij de voorjaarsrapportage aan de orde gesteld wordt en niet pas in de najaarsrapportage.
Pagina 7 van 9
Besluit Het voorstel wordt niet aangenomen. Besloten wordt om dit punt opiniërend te bespreken in het AB, aan de hand van een presentatie van mevrouw Sievers. Mevrouw Sievers spreekt de presentatie vooraf door met de heer Meijer. Er wordt geen notitie ingebracht in deze fase. De notitie die opgesteld is voor dit DB is al verspreid voor de vergadering van de Kring gemeentesecretarissen. Besloten wordt dat daar verteld wordt wat uit dit DB-overleg gekomen is en dat hun inbreng als advies meegenomen wordt naar het AB. Het inhoudelijke gesprek wordt gevoerd in het AB en het proces wordt bewaakt in het DB. In september volgt een procedurevoorstel. Aan de heer Thijssen wordt gevraagd om de heer Seinen bij dit proces te betrekken en tot een goede rolverdeling tussen de heren Maaskant en Seinen te komen. 11.
Samenwerkingsafspraken Veiligheidsregio Flevoland
Voorstel Te besluiten om: - het algemeen bestuur voor te stellen in te stemmen met de ‘Samenwerkingsafspraken Drontermeertunnel en watergebied IJsselmeer tussen veiligheidsregio’s Flevoland en IJsselland’. Bespreking In overleg met de heer Koelewijn zijn samenwerkingsafspraken gemaakt met Veiligheidsregio Flevoland omtrent een adequate bestrijding van incidenten op het stuk IJsselmeer bij Kampen, alsmede de tunnel bij Dronten. Flevoland heeft aangegeven de operationele inzet op het stuk water bij Kampen te willen organiseren, mits wij de SAMIJ als regeling omarmen. Wat betreft SAMIJ is de inspanning die VR IJsselland moet leveren minimaal. Besluit Het DB stemt in met het voorstel. 12.
Evaluatie Bevolkingszorg
Voorstel Te besluiten: - het algemeen bestuur voor te stellen het evaluatierapport team bevolkingszorg te behandelen in de vergadering van 24 juni 2015 onder voorbehoud van een positief advies van de bestuurlijk portefeuillehouder. Bespreking De heer Meijer geeft aan dat mevrouw Van der Tas heeft laten weten dat zij geen opmerkingen heeft op de versie van het rapport dat nu bij de DB-stukken gevoegd is. Het rapport kan geagendeerd worden voor het AB. De heer Strien ziet graag dat een voorstel waarin staat hoe de top van de kolom Bevolkingszorg ingedeeld moet zijn, onderdeel uitmaakt van de besluitvorming in het kader van dit stuk. Voorgesteld wordt dat de Veiligheidskring iemand aanwijst die zorg draagt voor het effectueren van de actiepunten. Besluit Het DB stemt in met het voorstel. Uitgewerkt wordt hoe de top van het team Bevolkingszorg ingedeeld moet zijn. De Veiligheidskring wordt gevraagd iemand aan te wijzen die zorgdraagt voor het effectueren van de actiepunten. OPINIËREND
Pagina 8 van 9
13.
Presentatie ontwikkelingen Bedrijfsvoering (in aanwezigheid van Michel Thijssen)
De heer Thijssen, hoofd eenheid Bedrijfsvoering, sluit aan om het DB bij te praten over de stand van zaken binnen de eenheid Bedrijfsvoering. De presentatie wordt ook nog gegeven in het DB van de GGD. Mevrouw Sievers geeft aan dat voor de start van de eenheid Bedrijfsvoering keuzes gemaakt zijn. Nu is het moment om deze weer tegen het licht te houden. De heer Thijssen heeft de presentatie vooraf besproken met de heer Strien, als portefeuillehouder bedrijfsvoering. Gevraagd wordt of het bestuur achter de volgende (hernieuwde) uitgangspunten staat: - de eenheid Bedrijfsvoering bedient zowel de VR als de GGD; - de uitbesteding van bedrijfsvoeringstaken aan (gemeentelijke) alliantiepartners vindt alleen plaats bij aantoonbaar voordeel en is geen doel op zich; - de organisatie van de eenheid BV is een managementvraagstuk (en daarmee van de bestuurlijke tafel); - de bestuurlijke sturing en controle vindt plaats via de P&C-cyclus, door periodieke kwaliteitsrapportages en incidenteel door een benchmark. Mevrouw Sievers vindt de documenten die opgesteld worden door de eenheid Bedrijfsvoering van goede kwaliteit. De GGD is hier ook tevreden over. De heer Heidema beaamt dat er een transitie gemaakt is van een zwak team naar een eenheid die stevig staat. Hij heeft hier veel waardering voor. De heer Heidema vraagt of de eenheid Bedrijfsvoering altijd de GGD en VR IJsselland blijft bedienen. De heer Thijssen geeft aan dat van jaar tot jaar bekeken wordt of dat de meest efficiënte constructie is. VR en GGD dragen in de verhouding 56/44 procent bij aan de eenheid Bedrijfsvoering. De heer Heidema vraagt wat de achtergrond van deze verdeling is. Mevrouw Sievers vertelt dat de uitwerking hiervan in de dienstverleningsovereenkomst staat. De heer Strien voelt enige aarzeling bij het geen doel op zich meer laten zijn van de uitbesteding van bedrijfsvoeringstaken aan gemeentelijke alliantiepartners. Het gebruik maken van gemeentelijke kennis kan in zijn ogen wel meerwaarde hebben. Dit punt hield verband met eventuele ontstane frictiekosten bij de gemeenten vanwege de regionalisering. De heer Thijssen heeft de indruk dat dit geen herkenbaar probleem meer is. Het DB zou dit wel gecheckt willen zien bij de gemeentesecretarissen. Michel zal hiervoor zorgen. De heer Heidema vraagt of te verwachten is dat je met allianties tot een verlaging van de kosten komt. De heer Thijssen geeft aan dat dit op dit moment niet het geval is, maar wel de aandacht blijft houden. De eenheid Bedrijfsvoering maakt 12,5 procent van de begroting van Veiligheidsregio IJsselland uit. De heer Heidema staat in dat geval achter het tweede uitgangspunt. Mevrouw Sievers geeft aan dat ontwikkelingen bij de RUD tot een versterking van de samenwerking kan leiden. Het is belangrijk om een open blik naar de omgeving te blijven houden. De heer Strien vindt het ook belangrijk dat we aanhaken op kansen in de toekomst. De heer Strien mist in de presentatie de knelpunten die er nog zijn. De heer Meijer heeft wel behoefte aan een benchmark. De heer Heidema stelt voor om in september of op de bestuurdersdag dezelfde presentatie te houden in het AB. Eventueel kunnen de gemeentesecretarissen hierbij aansluiten. Dit is akkoord. INFORMEREND 14.
Rapportage zorgaanbieders opgeschaalde zorg
Het DB neemt kennis van de rapportage inzake preparatie zorgaanbieders op opgeschaalde zorg (ex art. 33 Wet veiligheidregio’s) 2014 en de mededeling dat geen actie nodig is op basis van artikel 34 Wvr.
Pagina 9 van 9
15.
Voortgang Project Eerste Hulp
Het DB neemt kennis van de voortgang van het project Eerste Hulp. 16.
Terugkoppeling bestuurlijke adviescommissies (BAC’s)
Naar aanleiding van de terugkoppeling BAC GHOR: Veiligheidsregio Twente en de gemeenten Dinkelland en Losser gaan deze maand jodiumtabletten pre-distribueren aan de bevolkingsgroep tot en met veertig jaar en zwangeren. Het gebied waar jodiumtabletten bezorgd worden, ligt in een straal van 25 km vanaf de kerncentrale Emsland in Lingen (Duitsland). Hiermee voldoet de Veiligheidsregio Twente aan de nationale en internationale richtlijnen om in een zone van 20 tot 25 kilometer maatregelen te nemen om de gevolgen van een ongeval in de kerncentrale te beperken. Onze veiligheidsregio ligt buiten deze straal van 25 km. Onze veiligheidsregio valt wel binnen de zogeheten 100 km-zone. Voor die 100 km-zone wachten de veiligheidsregio’s op besluitvorming van het ministerie van VWS. 17.
Rondvraag
De heer Strien heeft gehoord dat het aantal aanmeldingen voor de bijeenkomsten die VR IJsselland organiseert voor raadsleden, tegenvalt. Wat is daar de oorzaak van? Aangegeven wordt dat de uitnodiging via de griffies en niet via de burgemeesters gelopen is. Afgesproken wordt dat deze bijeenkomsten na de zomer in het AB geëvalueerd worden. Mevrouw Sievers vraagt wat men ervan vindt om op de bestuurdersdag in oktober de totale samenhang binnen de veiligheidsketen in beeld te brengen: risicogerichtheid, RemBrand en dergelijke. Is het een suggestie om, afhankelijk van de uitwerking, de gemeentesecretarissen ook hierbij uit te nodigen? De heer Meijer stelt voor om mensen niet de hele dag, maar op onderwerpen uit te nodigen. 18.
Sluiting
Om 11.30 uur sluit de voorzitter de vergadering. Aldus vastgesteld in de vergadering van 3 september 2015. De heer drs. H.J. Meijer
De heer drs. H. Schreuders
voorzitter
secretaris
Veiligheidsregio IJsselland – Vergaderschema 2016 (concept / versie 04-08-2015) Overlegvorm Veiligheidsbestuur (AB)
Tijd 09.00-11.00
Veiligheidsoverleg (Olst-Wijhe)
09.00-12.30
Bestuurdersdag
09.00-17.00
DB Veiligheidsregio
09.00-10.30
DB Veiligheidsregio
13.00-14.30
DB Veiligheidsregio
08.30-10.00
DB Veiligheidsregio
16.00-17.30
Strategisch overleg DB-VD
10.30-12.00
Strategisch overleg DB-MT
10.30-12.00
Veiligheidsdirectie
09.00-11.00 2
Veiligheidsdirectie (Olst-Wijhe)
13.00-15.00
Veiligheidsdirectie MON
11.00-12.00
Bestuur MON
09.30-10.30
Jan
Febr
Mrt
17
23
Apr
Mei 1 11
Juni 22
Juli
Aug
Sept
24
Nov 9
28
14
2
13
Wo. 23
28 14 Wo. 7 24 25
13
15
8 Wo. 17
27
17
9
7
11
Wo. 23
Wo. 14 8
17
9
11
A’doorn
Zwolle
Zwolle
A’doorn
21
30
15
24
A’doorn
Zwolle
Zwolle
A’doorn
Veiligheidskring (optie) Aanlevering stukken Veiligheidsdirectie Dagelijks bestuur Algemeen bestuur
In h e t sch e m a kom e n de ui te rli jke aanle ve rdata voor de Ve i li gh e i dsdi re cti e . He t se cre tari aat zorgt voor e ve ntue le doorze ndi ng van de stukke n naar h e t DB e n AB. Ve e londe rwe rp e n kunne n ook door h e t DB of de VD worde n afge daan.
1 2
Maakt deel uit van de bestuurdersdag In aansluiting op Veiligheidsoverleg
Dec
5
11 25
Okt
Stukken Veiligheidsdirectie worden geagendeerd indien: > de proceseigenaar in de Veiligheidsdirectie akkoord is > multidisciplinair is voorbereid / monodisciplinair is afgestemd > indien relevant het stuk is besproken met financiën, personeelszaken en communicatie > wanneer er juridische aspecten in het stuk zitten, het stuk juridisch is getoetst > in het stuk staat aangegeven wat de relatie is met het meerjarenbeleidsplan / bestuursopdrachten.
Stukken moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: > in het bekende format (besluit, informerend of opinierend) opgesteld > in een office 2010 versie (word, excel, powerpoint). > gebruik in de bestandsnaam geen versienamen waarin een puntje is verwerkt (bijvoorbeeld versie 1.0) > niet in PDF formaat en uit een even aantal pagina’s bestaan (ook al is de laatste pagina leeg!) > niet vanuit Corsa doorsturen, deze documenten vragen teveel handelingen voor het secretariaat.