BIJLAGE Bijlage nr. 1 Bijzonder bestek GCHPP1101.05 Opdracht voor ontwerp, bouw en prefinanciering van het multifunctioneel nieuwbouwproject ‘Pieter en Pauwel’, Sint-Pieter en Pauwelstraat te 1120 NederOver-Heembeek
1
OPDRACHT VOOR ONTWERP, BOUW EN PREFINANCIERING VAN HET MULTIFUNCTIONEEL NIEUWBOUWPROJECT ‘PIETER EN PAUWEL’ SINT-PIETER EN PAUWELSTRAAT TE 1120 NEDER-OVER-HEEMBEEK
BIJZONDER BESTEK NR GCHPP1101.05 BEPERKTE OFFERTEAANVRAAG ALGEMENE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN VAN EEN OVERHEIDSOPDRACHT VAN WERKEN
AANBESTEDENDE OVERHEID VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE ALGEMENE DIRECTIE ONDERSTEUNING EN FACILITY DIRECTIE GEBOUWEN EN PATRIMONIUM EMILE JACQMAINLAAN 135 TE 1000 BRUSSEL
2
INLICHTINGEN Administratieve inlichtingen i.v.m. dit bestek kunnen verkregen worden bij: q naam: Annie Wyns q adres: Emile Jacqmainlaan 135 te 1000 Brussel q telefoon: 02/ 563.04.20 q mail:
[email protected] Inhoudelijke inlichtingen i.v.m. dit bestek kunnen verkregen worden bij: q naam: Lin Moonens q adres: Emile Jacqmainlaan 135 te 1000 Brussel q telefoon: 02/563.04.34 q mail:
[email protected]
3
ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN – AFWIJKINGEN Dit Bestek werd opgesteld met inachtname van de bepalingen van de wetgeving overheidsopdrachten en meer bepaald het koninklijk besluit van 8 januari 1996 en het koninklijk besluit van 26 september 1996 en zijn bijlage, aangevuld en, waar nodig gewijzigd, met alle nodige bepalingen vereist voor de Opdracht. Gezien de bijzondere eisen van de Opdracht wijkt dit Bestek af van de artikelen 4, 5 §1, 6, 8, 9, 12, 15, 16 §§1-4, 17, 18, 19, 20 §4, 20 §7, 21, 23, 24, 27, 28 §1, 34, 38, 39, 42, 43, 44 en 48 §2 van de Algemene Aannemingsvoorwaarden (hierna ook “AAV”) zoals vastgelegd in de bijlage bij het koninklijk besluit van 26 september 1996. De Opdracht betreft immers een PPS-contract onder de vorm van een DBf-contract. Essentieel voor een dergelijk contract betreft een afwijkende wijze van risico-verdeling in vergelijking met klassieke overheidsopdrachten. De Opdrachtnemer neemt meer risico dan bij een klassieke overheidsopdracht. Om die reden wordt afgeweken van de hierboven vermelde bepalingen van de algemene aannemingsvoorwaarden. Als Bijlage 4 (Algemene Aannemingsvoorwaarden) gaat een overzicht met de artikelen van de AAV waarin, artikel per artikel, wordt aangegeven welke bepalingen van de AAV werden aangevuld of vervangen, samen met de gebeurlijk vereiste uitdrukkelijke motivering hiervoor. Behoudens andersluidend beding is derhalve uitsluitend de onderhavige DBf-Overeenkomst van toepassing op de Opdracht, met uitsluiting van de oorspronkelijke Algemene Aannemingsvoorwaarden.
4
INHOUDSTAFEL DEEL I – ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 1.
ALGEMENE INLEIDING
2.
OPDRACHTGEVER
3.
BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT
4.
VERTROUWELIJKHEID
5.
INDIENING OFFERTES
6.
GUNNINGCRITERIA
7.
OVERZICHT VAN DE DOCUMENTEN DIE BIJ DE OFFERTE MOETEN WORDEN TOEGEVOEGD
DEEL II – CONTRACTUELE BEPALINGEN 8.
DEFINITIES
9.
KERNVERPLICHTINGEN VAN DE OPDRACHTNEMER
10.
KERNVERPLICHTINGEN VAN DE OPDRACHTGEVER
11.
PERIODE TOT HET AANVANGSBEVEL
12.
HET AANVANGSBEVEL EN DE UITVOERINGSTERMIJN
13.
PERIODE VANAF HET AANVANGSBEVEL TOT DE VOORLOPIGE OPLEVERING
14.
KWALITEITSBORGING
15.
OPVOLGING DOOR DE OPDRACHTGEVER
16.
BETALINGSMECHANISME
17.
FACTURATIE
18.
PRIJSHERZIENING EN INDEXERING
19.
PROCEDURE BIJ BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN
20.
SPECIFIEKE BEPALINGEN BIJ GEVALLEN VAN UITSTEL EN GEVALLEN VAN VERGOEDING
21.
SPECIFIEKE BEPALINGEN BIJ EEN GEVAL VAN OVERMACHT
22.
SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR TEKORTKOMINGEN VAN DE OPDRACHTGEVER
23.
TEKORTKOMINGEN OPDRACHTNEMER
24.
BEËINDIGING EN NIET NAKOMING
5
25.
WIJZIGINGEN
26.
INTELLECTUELE EIGENDOM
27.
OVERLEGVERGADERINGEN
28.
ESCALATIEPROCEDURE
29.
OVERDRACHT VAN DE OVEREENKOMST
30.
CONTRACTUELE VERHOUDING TUSSEN DE PARTIJEN
31.
DOORWERKING VAN CLAUSULES BIJ BEËINDIGING
32.
TOEPASSELIJK RECHT
33.
NIETIGHEID
34.
BEVOEGDE RECHTBANKEN
DEEL III – BIJLAGEN 1.
OFFERTEFORMULIER
2.
OUTPUTSPECIFICATIES
3.
NOTA MET BETREKKING TOT DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
4.
NOTA OVER DE ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN
5.
VERSTREKTE GEGEVENS
6.
VERZEKERINGEN
7.
STRUCTUUR VAN DE MEETSTAAT
8.
ADVIES TOEGANKELIJKHEIDSBUREAU
9.
ACHTERGRONDNOTA
10.
LEESWIJZE OS-MODEL EN HANDLEIDING RELATIES
6
DEEL I – ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN I. 1. ALGEMENE INLEIDING 1.1
Aard van de Opdracht
Voorliggend document kadert in de gunningsprocedure van de overheidsopdracht onder de vorm van een beperkte offerteaanvraag voor het project “Pieter en Pauwel”, zijnde het ontwerp, de bouw en de prefinanciering van het multifunctioneel nieuwbouwproject ‘Pieter en Pauwel’, Pieter en Pauwelstraat te 1120 Neder-over-Heembeek. Het project ‘Pieter en Pauwel’ is een multifunctioneel nieuwbouwproject met drie verschillende doelstellingen: een gemeenschapscentrum; welzijnsvoorzieningen (een lokaal dienstencentrum met geïntegreerde ADL-centrale en een dagverzorgingscentrum), en een lokaal bedieningspunt van de stedelijke openbare bibliotheek van de Stad Brussel, ontwikkeld op een terrein gelegen aan de SintPieter en Pauwelstraat en het Peter Benoitplein in 1120 Neder-Over-Heembeek (= Infrastructuur”). De realisatie van dit project is een samenwerking tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (gedeelte gemeenschapscentrum), ADO Icarus vzw (gedeelte welzijnsvoorzieningen) en de Stad Brussel (gedeelte bibliotheek). Hiertoe werden samenwerkingsovereenkomsten opgesteld tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en ADO Icarus vzw enerzijds en de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Stad Brussel anderzijds, waarbij de Vlaamse Gemeenschapscommissie werd aangewezen om in hun gezamenlijke naam op te treden bij de gunning en de uitvoering van de overheidsopdrachten. Onder Bijlage 9 wordt een achtergrondnota toegevoegd die meer informatie verstrekt over de doelstellingen en de gebruikers. De Infrastructuur moet worden gebouwd op het perceel aangeduid op het opmetingsplan dat is toegevoegd binnen de ruimtelijke aangegeven door de bevoegde diensten van het Brussels Hoofstedelijk Gewest weergeven (Deel III, Bijlage 5.3. – Verstrekte Gegevens en de Outputspecificaties toegevoegd in Bijlage II). Er wordt geen zakelijk recht toegekend op deze zone. De Opdrachtnemer verkrijgt het recht om op deze zone te bouwen. De Opdrachtgever zal dit terrein aankopen bij de Voorlopige Oplevering van het gebouw. In het kader van de VIPA-subsidie werd recentelijk nog een opstalrecht bekomen. De Prijs bedraagt maximaal 3.350.000 inclusief 21% BTW op straffe van nietigheid. De begrippen in dit Bestek die aangeduid zijn met een hoofdletter worden gedefinieerd in DEEL II – CONTRACTUELE BEPALINGEN, artikel “8 Definities”. De Opdracht bevat zowel werken als diensten. Aangezien het aandeel van de werken het belangrijkste betreft, kwalificeert de Opdracht als een overheidsopdracht voor werken. Deze Opdracht werd aangekondigd zoals vermeld in de Selectieleidraad. Deze Opdracht betreft het ontwerpen, bouwen en prefinancieren tot aan de Voorlopige Oplevering. Om die reden wordt de opdracht ook aangeduid als een “DBf”. De Gegadigde moet een instapklare Infrastructuur opleveren “sleutel-op-de-deur” bij de Voorlopige Oplevering. De integrale betaling vindt plaats op datum van de Voorlopige Oplevering. De Gegadigde moet de Infrastructuur derhalve niet onderhouden en/of ter beschikking stellen. Uiteraard zijn wel de gemeenrechtelijke waarborgen van aannemer en architect van toepassing. Deze Opdracht wordt gegund op basis van een prestatiebestek. Dit houdt in dat de Offerte moet verplicht voldoen aan de Outputspecificaties. Er wordt echter geen meetstaat aan dit Bestek toegevoegd. De Gegadigde moet zelf een meetstaat opstellen en toevoegen aan de Offerte. Deze Opdracht wordt gegund volgens de beperkte offerteaanvraag. Dit houdt in dat er geen afzonderlijke overeenkomst wordt afgesloten. Vóór de beslissing tot toewijzing van de Opdrachtgever 7
zijn er geen onderhandelingen. Na de gunning kunnen verfijningen aan de weerhouden Offerte worden besproken overeenkomstig de wettelijke bepalingen. Tussen Opdrachtnemer en Opdrachtgever ontstaat de DBf-Overeenkomst louter door de betekening van de Opdracht aan de Gegadigde. De contractuele voorwaarden van de overeenkomst worden bepaald op grond van het Bestek én de Offerte. Het Bestek primeert steeds op de Offerte. Het is op basis van dit Bestek dat de Gegadigden een Offerte kunnen indienen en dat de ingediende Offertes zullen worden beoordeeld. Door een Offerte in te dienen, aanvaardt de Gegadigde onvoorwaardelijk de inhoud van voorliggend Bestek. De Gegadigde stemt hiermee onvoorwaardelijk in. De Gegadigde heeft wel de mogelijkheid om voorafgaandelijk vragen en/of opmerkingen te formuleren zoals nader wordt bepaald in dit Bestek. Het Bestek vervangt integraal de Selectieleidraad behalve voor wat betreft de uitsluitings- en geschiktheidscriteria. De Gegadigde moet gedurende de ganse gunningsprocedure blijven voldoen aan de uitsluitings- en geschiktheidscriteria. Daarnaast kan het Bestek ook verwijzen naar de Selectieleidraad. In dit laatste geval blijft de Selectieleidraad ook gelden.
1.2
Wettelijke bepalingen
De Opdracht moet steeds voldoen aan alle wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen waaronder (niet limitatief) : - De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten (B.S. 22 januari 1994), en latere wijzigingen en aanvullingen (de ‘Wet Overheidsopdrachten’); - Het Koninklijk besluit dd. 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken (B.S. 26 januari 1996), en latere wijzigingen en aanvullingen (het ‘K.B. dd. 8 januari 1996’); - Het Koninklijk besluit dd. 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken (B.S. 18 oktober 1996) (het ‘K.B. dd. 26 september 1996’) met in Bijlage de Algemene Aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken (de ‘Algemene Aannemingsvoorwaarden’). Het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. 18.09.1996) en de uitvoeringsbesluiten. Ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems De Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met in begrip van de bepalingen met betrekking toegankelijkheid. Indien deze bepalingen afwijken ten opzichte van de Outputspecificaties geldt de strengste norm; EPB-reglementering van toepassings in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; Lokale reglementering van de brandweer, nutsmaatschappijen, … Alle wettelijke bepalingen voor een vanuit VIPA gesubsidieerde lokaal dienstencentrum en dagverzorgingscentrum zoals o.a. bijlage 4 van de VIPA-criteria duurzaamheid, erkenningsvoorwaarden en –normen voor dagverzorgingscentra,….. Ingeval deze bepalingen afwijken ten opzichte van de Brusselse regelgeving geldt steeds de strengste van beide regionale regelgeving;
8
1.3
Interpretatieregels
(a) De DBf-Overeenkomst en haar Bijlagen zijn samen te lezen en wederzijds verhelderend. In geval van onderlinge tegenstrijdigheid, gelden de volgende interpretatieregels: (I)
Het Bestek heeft voorrang op de Offerte.
(ii) De administratieve en contractuele bepalingen van het Bestek hebben voorrang op de Bijlagen bij het Bestek. (iii) Als sprake is van andere tegenstrijdigheden tussen de bepalingen van het Bestek moeten de partijen daarover in overleg treden. De tegenstrijdigheid dient door de partijen te worden uitgelegd aan de hand van de meest waarschijnlijke bedoeling van de partijen, mede bezien in het licht van de overige bepalingen van het Bestek.. (b) Tenzij anders vermeld in dit Bestek, wordt elke termijn berekend in kalenderdagen waarbij elke termijn aanvangt op de dag volgend op diegene waarop de relevante gebeurtenis, waardoor de termijn begint te lopen, plaatsvindt. Indien de laatste dag van een dergelijke termijn geen Werkdag is, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende Werkdag volgend op deze dag.
1.4
Wijzigingen
De Opdrachtgever behoudt zich het recht voor om in de loop van de gunningsprocedure af te wijken van de bepalingen van dit Bestek, doch mits motivering en zonder het voorwerp van de Opdracht te wijzigen. Alle Gegadigden zullen uitdrukkelijk van gebeurlijke wijzigingen, aanpassingen of aanvullingen op de hoogte gebracht worden. De Opdrachtgever kan hiervoor een terechtwijzend bericht goedkeuren en bekend maken. Dit Bestek is met de grootste zorg samengesteld. De Opdrachtgever hecht veel belang aan de gelijke behandeling van de Gegadigden en heeft dit Bestek ook in het licht van deze bekommernis opgesteld. Indien in dit Bestek tegenstrijdigheden, onduidelijkheden, … opgemerkt worden, dan worden de Gegadigden uitgenodigd om dit onverwijld schriftelijk te laten weten, en in ieder geval uiterlijk op de 40 ste kalenderdag voorafgaand aan de opening van de offertes, en dit volgens dezelfde modaliteiten als voor het versturen van de vragen. De Opdrachtgever zal de Gegadigde binnen een termijn van 25 dagen van antwoord dienen doch kan van deze termijn op gemotiveerde wijze afwijken. Deze antwoorden worden opgenomen in een Nota van Inlichtingen en worden anoniem aan alle Gegadigden bezorgd.
1.5
Vragen 1.5.1
Toelichting van de Offerte door de Gegadigden
Gedurende de gunningsprocedure kan de Opdrachtgever aan de Gegadigden vragen om binnen een termijn van minimum 15 kalenderdagen na indiening van de Offerte, hun Offerte toe te lichten, te verantwoorden, te preciseren of nauwkeuriger te omschrijven. De Opdrachtgever zal dit enkel doen in de mate dit niet leidt tot concurrentievervalsing of discriminatie van de andere Gegadigden. De termijn van 15 kalenderdagen kan op gemotiveerde wijze worden verlengd.
9
1.5.2
Toelichtingsvergadering en vragen
De Opdrachtgever zal een toelichtingsvergadering organiseren op 13 augustus 2013 om 14u00. Deze toelichtingsvergadering gaat de indieningsdatum van de Offerte vooraf. Tijdens deze vergadering zullen de Outputspecificaties nader worden toegelicht. Vragen vanwege Gegadigden aangaande het Bestek en de Bijlagen dienen schriftelijk gericht te worden aan de Leidend Ambtenaar. Er zal enkel worden geantwoord op de vragen die uiterlijk 30 kalenderdagen na de toelichtingsvergadering werden ingediend. Vragen kunnen op geldige wijze worden verstuurd via e-mail aan de Leidend Ambtenaar met kopie aan de projectverantwoordelijke. De Opdrachtgever zal binnen de 10 kalenderdagen na de termijn voor het stellen van vragen de Gegadigden van antwoord dienen. Indien het antwoord op de gestelde vraag een algemene strekking heeft aangaande de Opdracht en van belang is voor alle Gegadigden, zal de Opdrachtgever een verspreiding van het antwoord doen aan alle Gegadigden op anonieme wijze in een Nota van Inlichtingen. De Opdrachtgever behoudt zich het recht voor om meerdere toelichtingsvergaderingen te organiseren en/of vragenrondes indien deze nuttig zouden blijken voor de gunningsprocedure. Hiertoe bestaat echter geen enkele verplichting.
2 OPDRACHTGEVER 2.1
Aanbestedende overheid
Deze Opdracht wordt uitgeschreven door Vlaamse Gemeenschapscommissie, Algemene Directie ondersteuning en facility, Directie Gebouwen en Patrimonium, Emile Jacqmainlaan 135, 1000 Brussel. De aanbestedende overheid wordt nader omschreven in de Selectieleidraad.
2.2
Leidend Ambtenaar
De Leidend Ambtenaar die door de Opdrachtgever werd aangesteld in verband met de Opdracht betreft: de heer Eric Verrept, leidend ambtenaar van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Zijn taken zullen onder meer bestaan uit: De algemene opvolging van de uitvoering van de Opdracht en dit vanaf de betekening van de gunningsbeslissing aan de Opdrachtnemer; -
Het bijwonen van wekelijkse werfvergaderingen, belegd door de Opdrachtnemer, waarbij hem minstens twee kalenderdagen voor de vergadering een up-to-date projectplan wordt overhandigd;
-
De aanvaarding van de geleverde prestaties;
-
Het nazicht van de overeenstemming van de staat van de Infrastructuur met het Programma van eisen;
-
Het opstellen van de processen-verbaal van vaststelling en deze waarvan sprake in onderhavig Bestek en de AAV.
De Leidend Ambtenaar kan zich steeds laten bijstaan door derden of zich laten vertegenwoordigen. Hij is tevens gemachtigd om beslissingen te nemen die de Opdrachtgever binden, conform de interne afspraken en onverminderd andersluidende wettelijke bepalingen. 10
De Opdrachtgever behoudt zich het recht voor om de hierboven als Leidend Ambtenaar aangewezen persoon te vervangen. De Opdrachtnemer zal van deze beslissing onmiddellijk op de hoogte gebracht worden. De Opdrachtnemer is verplicht de Leidend Ambtenaar in te lichten over de voortgang van de werkzaamheden voor zover dit noodzakelijk is voor de opvolging van de werken en dit telkens de Opdrachtgever hierom verzoekt.
3 BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT 3.1
Algemeen kader en visie van de Opdrachtgever
Alle betrokken partijen hechten een grote waarde aan het multifunctionele karakter van het gebouw en een grote (ruimtelijke) interactie. De nadruk ligt ook op het publieksgericht karakter van het gebouw met een grote openheid naar de bewoners uit de directe omgeving én van de volledige deelgemeente Neder-Over-Heembeek. Het gebouw moet uitnodigend zijn voor groot en klein, jong en oud én dit ook uitstralen. De Opdrachtgever verkiest een hedendaagse, kwaliteitsvolle architectuur met aandacht voor goede integratie in een stedelijke context, én een prijsbewust en ecologisch verantwoord project met o.a. duurzame materialen, energiebeheersing, … Alle partijen wensen één gebouw, waarbij elk zijn eigen programma kan in terugvinden. Hierbij wordt veel aandacht besteed aan de gemeenschappelijke delen. Bovendien kunnen deze in functie van de behoefte onderling lokalen van elkaar gebruiken. De Opdrachtgever verwacht dat de inschrijvers een duidelijke visie ontwikkelen over het architecturale ambitieniveau. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de uitgangspunten voor het bouwproject zoals niet limitatief door de opdrachtgever hierboven geformuleerd. De opdrachtgever zal een kunstenaar aanstellen voor het uitwerken van een kunstintegratieproject. Onder kunstintegratieproject dient te worden verstaan: een kunstwerk, geïnspireerd door de architectuur, de omgeving en/of de missie van de gebruikers. Het is hierbij de bedoeling architectuur en kunst zoveel als mogelijk op elkaar af te stemmen. Het ontwerpteam kan nauw betrokken zijn bij deze kunstintegratie. In Bijlage 2 van Deel III van het Bestek wordt informatie beschikbaar gesteld inzake de bestaande gebouwen en het Bouwterrein in het algemeen. De Gegadigden kunnen een afspraak maken met de Leidend Ambtenaar om het Bouwterrein te bezoeken.
3.2
Voorwerp en aard
Het voorwerp van de Opdracht betreft het uitvoeren van een zogenaamd DBf-programma (“Design, Build, finance ”) en leidt tot een DBf-overeenkomst tussen de Opdrachtgever en de Opdrachtnemer. De Opdrachtnemer draagt het bouwrisico en neemt meer bepaald de resultaatsverbintenis op zich om, conform aan dit bijzonder Bestek: - De Infrastructuur te laten ontwerpen door het Ontwerpteam overeenkomstig het bekendgemaakte Programma van Eisen opgenomen in Deel III van dit Bestek met in begrip van de aanvraag van de Basisvergunningen.
11
-
De Infrastructuur te laten bouwen door de Aannemer overeenkomstig het gegunde ontwerp en de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning, en dit overeenkomstig de contractuele termijn en prijs;
-
De Infrastructuur te (laten) financieren zoals bepaald in het Bestek.
De Opdrachtnemer is, onverminderd de overige bepalingen van onderhavig Bestek, verantwoordelijk voor de tijdige voltooiing van de Infrastructuur en oplevering ervan aan de Opdrachtgever. De Opdrachtnemer zal geen uitstaans hebben met het onderhoud, de exploitatie en uitbating van de Infrastructuur, met uitzondering van eventuele herstellingen op grond van de gemeenrechtelijke waarborgen waartoe het Ontwerpteam en de Aannemer gehouden zijn .
3.3
Fiscale Kwalificatie
Bij de voorlopige oplevering factureert de Opdrachtnemer het gebouw aan de Opdrachtnemer. De normale BTW is van toepassing. Er zijn derhalve geen bijzondere fiscale voorwaarden verbonden aan deze opdracht.
3.4
Duur
De DBf-Overeenkomst treedt in werking op de Contractdatum en blijft van kracht tot op de Einddatum. De Einddatum zal vallen op de definitieve oplevering met dien verstande dat de DBf-Overeenkomst verder blijft doorlopen voor alle gemeenrechtelijke waarborgen waartoe het Ontwerpteam en de Aannemer gehouden zijn na de definitieve oplevering. De Einddatum betreft de aanvangsdatum voor de 10-jarige aansprakelijkheid van het Ontwerpteam en de Architect zoals bepaald in artikel 1792 B.W. De DBf-overeenkomst kan ook vroegtijdig eindigen ingevolge één van de gevallen zoals omschreven in artikel 24.
4 VERTROUWELIJKHEID De Opdrachtgever en de Opdrachtnemer zullen alle in het kader van onderhavige overheidsopdracht verkregen informatie, strikt vertrouwelijk behandelen en niet aan derden meedelen. De Opdrachtgever zal de informatie die door de Gegadigden uitdrukkelijk als vertrouwelijk werd aangemerkt, niet aan derden kenbaar maken zonder de instemming van de Opdrachtnemer. Dit geldt evenwel niet voor: De informatie die reeds publiekelijk beschikbaar is;
De informatie die de Opdrachtgever ingevolge een gerechtelijke beslissing moet meedelen;
De informatie die de Opdrachtgever moet kenbaar maken om aan de motiveringsplicht te voldoen bij het nemen van de diverse beslissingen.
De informatie die de Gegadigden aan derden moet meedelen ten einde op een normale en zorgvuldige wijze haar Offerte te kunnen opmaken met dien verstande dat de Gegadigde er moet voor zorgen dat deze derden op hun beurt de vertrouwelijkheid respecteren.
De Gegadigden verbinden zich, door het indienen van een Offerte, ertoe alle gegevens waarvan zij in het kader van deze procedure kennisnemen, geheim te houden en niet aan derden te verstrekken, behoudens indien dit nodig is voor de goede uitvoering van de Opdracht.
12
5 Indiening van de offertes 5.1
Identiteit van de Opdrachtnemer
De Offerte moet worden ingediend door de Gegadigde die werd geselecteerd op basis van de Selectieleidraad. De Verplicht Betrokken Partijen moeten behouden blijven bij de Gegadigde om een geldige Offerte te kunnen indienen. Na de gunning kunnen de Verplicht Betrokken Partijen een projectvennootschap oprichten. Hiertoe bestaat echter geen verplichting. Evenmin is verplicht dat alle Verplicht Betrokken Partijen zouden participeren in het kapitaal en/of het bestuur van de Opdrachtnemer. Er kan ook gebruik worden gemaakt van een bestaande vennootschap voor zover deze bestaande vennootschap onderscheiden is van de Verplicht Betrokken Partijen. De projectvennootschap of de bestaande vennootschap treedt dan op als de Opdrachtnemer. Dit houdt in dat Overeenkomst met de Opdrachtnemer wordt gesloten. De Opdrachtnemer moet voldoende zijn/worden gekapitaliseerd zodat in redelijkheid kan worden verwacht dat dit kapitaal volstaat om de opdracht tot een goed einde te brengen. De Opdrachtnemer moet deugdelijk worden bestuurd. De Opdrachtgever mag steeds de boekhouding van de Opdrachtnemer controleren. De Gegadigde deelt in de Offerte alle nuttige informatie mee over de Opdrachtnemer. De Verplicht Betrokken Partijen sluiten met de Opdrachtnemer de nodige overeenkomsten af die voldoen aan de wettelijke voorwaarden, de regels van de kunst en de goede huisvader én de praktijk inzake PPS zijnde de overdracht “back-to-back” van de relevante contractuele verplichtingen van de Opdrachtnemer onder de Overeenkomst aan de Verplicht Betrokken Partijen; zijnde minstens een ontwerpovereenkomst met het Ontwerpteam; een aannemingsovereenkomst met de Aannemer; een financieringsovereenkomst met de Financier (deze laatste enkel indien van toepassing). De relevante verbintenissen onder de DBf-overeenkomst moeten derhalve van de Opdrachtnemer integraal worden overgedragen aan de betrokken Verplicht Betrokken Partij (en). Op die manier kan de Opdrachtnemer de betrokken Verplicht Betrokken Partij(en) steeds in vrijwaring aanspreken indien de Opdrachtgever de Opdrachtnemer zou aanspreken wegens een contractuele tekortkoming onder de DBf-overeenkomst. Indien de Opdrachtnemer zou nalaten de betrokken Verplicht Betrokken Partij aan te spreken, kan de Opdrachtgever een beroep doen op de zijdelingse vordering zoals bepaald in artikel 1166 B.W. De Verplicht Betrokken Partij zal zich niet kunnen beroepen ten einde haar aansprakelijkheid te beperken op de onderliggende rechtsverhouding met de Opdrachtnemer. Er bestaat geen verplichting om een financieringsovereenkomst af te sluiten indien de Opdrachtnemer zelf zou instaan voor de financiering. In de Offerte moet worden aangeduid welke rechtspersoon zal optreden als Opdrachtnemer.
5.2
Inhoud van de Offerte
De Offerte moet verplicht minimaal de in artikel 7 opgesomde documenten bevatten. Deze documenten moeten duidelijk kunnen worden onderscheiden. De Opdrachtgever is bevoegd de door de Gegadigde aangereikte informatie en bewijsstukken te verifiëren. De Gegadigde dient verplicht gebruik te maken van het model van inschrijvingsformulier, zoals opgenomen in Bijlage 1. Een kopie van dit model kan via elektronische weg worden bekomen. Hiertoe dient een schriftelijk verzoek, hetzij per mail, hetzij per post, gericht te worden aan de Leidend Ambtenaar, vermeld in het artikel 2. Indien de Offerte wordt ondertekend door een gemachtigde, moet bij de Offerte het bewijs van volmacht gevoegd worden.
5.3
Taalgebruik
De Offerte moet verplicht in het Nederlands worden opgesteld. Het Nederlands dient ook als werktaal gebruikt te worden in alle communicatie naar de Opdrachtgever, zowel schriftelijk, telefonisch als tijdens de werfvergaderingen en –bezoeken. 13
5.4
Varianten
Het indienen van (vrije) varianten is niet toegestaan.
5.5
Wijze van indiening van een Offerte
Er wordt enkel rekening gehouden met offertes die aan de hierna beschreven voorwaarden voldoen: 1) De Offerte is opgemaakt volgens het bepaalde in artikel 7 en het inschrijvingsformulier opgenomen in de Bijlage 1. 2) Geschoven in een gesloten omslag met vermelding van: “PIETER EN PAUWEL – BESTEK NR. GCHPP1101.05” - De datum van de zitting waarop de offertes worden geopend; -
Het referentienummer van dit Bestek.
Bij de inzending over de post wordt die gesloten omslag geschoven in een tweede omslag met vermelding van: - Het adres waar de offertes ingediend moeten worden; -
“Offerte – Pieter en Pauwel – Bestek nr. GCHPP1101.05”.
3) In één origineel en twee kopies op papier en één kopie op USB-stick. 4) Bij de Leidend Ambtenaar, VGC, Emile Jacqmainlaan 135, 1000 Brussel. 5) Per aangetekende zending of per bode tegen ontvangstbewijs of door overhandiging aan de voorzitter van de zitting vóór de opening van de offertes. Indien een Offerte op een andere wijze wordt ingediend, valt dit onder de volledige verantwoordelijkheid van de Gegadigde. 6) Uiterlijk op de opening van de Offertes zoals bepaald in artikel 5.7 van dit Bestek. Laattijdige offertes worden geweerd.
5.6
Gestanddoeningstermijn
Door een Offerte in te dienen verklaart de Gegadigde zijn Offerte geldig gedurende een termijn van 180 kalenderdagen , te rekenen vanaf de datum van opening van de offertes.
5.7
Opening Offertes
De opening van de offertes vindt plaats op 5 november 2013 om 14 uur in de gebouwen van de VGC, Emile Jacqmainlaan 135, 1000 Brussel. De openingszitting is openbaar.
5.8
Financiering
De Opdrachtnemer ontvangt geen betaling tijdens de duur van de werf. Er kunnen m.a.w. geen vorderingsstaten worden ingediend. Na het opstellen van het proces-verbaal van goedkeuring van voorlopige oplevering zal de Opdrachtnemer de factuur versturen voor het geheel van ontwerp en bouw aan de Infrastructuur. 14
Deze factuur zal binnen de 60 kalenderdagen na ontvangst van de factuur worden betaald.
6 Gunningcriteria De Opdrachtgever zal de Offerte beoordelen aan de hand van de gunningcriteria hierna bepaald. De Opdrachtgever zal een gemotiveerd gunningsverslag opstellen en de meest voordelige offerte aanduiden. De Opdracht wordt gegund aan de Gegadigde met de meest voordelige offerte. Voor de Opdracht gelden de hierna volgende gunningcriteria met de respectievelijk opgegeven weging per criteria: Prijs voor de Infrastructuur: 35 punten -
Technische kwaliteit, toegankelijkheid en duurzaamheid: 25 punten
-
Architecturale kwaliteit van het ontwerp: 30 punten
-
Projectmanagement: 10 punten
De punten worden toegekend tot één cijfer na de komma.
6.1
De prijs voor de Infrastructuur – (35 punten) Het eerste gunningcriterium betreft de prijs voor de Infrastructuur zoals die blijkt uit de meetstaat exclusief BTW. Deze prijs betreft een forfaitaire prijs die alle prestaties van de Opdrachtnemer omvat. De Prijs bedraagt maximaal 3.350.000 inclusief 21% BTW op straffe van nietigheid. De Gegadigde moet bij zijn Offerte een meetstaat toevoegen volgens de structuur opgenomen in Deel III - Bijlage 7. Deze meetstaat moet al de verschillende posten bevatten om de Offerte die de Gegadigde formuleert volledig te kunnen realiseren met inbegrip van de kostprijs per post exclusief BTW. Deze meetstaat moet derhalve rekening houden met enerzijds het Programma van Eisen van het Bestek én anderzijds het door de Gegadigde voorgestelde ontwerp. Deze meetstaat moet volledig zijn. Een onvolledige of gebrekkige meetstaat kan leiden tot de nietigheid van de Offerte. Een gebrek in de meetstaat kan in elk geval nooit door de Gegadigde zelf worden ingeroepen ten nadele van de Opdrachtgever. De Opdrachtnemer blijft gebonden door de forfaitaire prijs van de Offerte voor het geheel van de prestaties. De som van de verschillende posten van de meetstaat vormt de Prijs van de Infrastructuur. Dit bedrag is dan ook gelijk aan alle investeringsuitgaven met in begrip van de projectspecifieke verzekeringen (ABR, tienjarige aansprakelijkheid) en eventuele intercallaire intresten die de Opdrachtnemer zelf verschuldigd zou zijn aan zijn financier. De Opdrachtgever zal de meestaat nakijken en heeft het recht om bepaalde posten aan te passen indien deze kennelijk niet-marktconform zijn. De Offerte met de laagste prijs verkrijgt het maximum van de punten, zijnde 35 punten. De andere Gegadigden verkrijgen een score op basis van de volgende formule: X0 = prijs van laagste inschrijving X1= prijs van de duurdere inschrijving Score = (X0 – [(X1 – X0)]) x 35 X0 Het procentuele verschil in prijs in meer leidt hierdoor tot een gelijke procentuele vermindering van het aantal punten. Een Gegadigde die 10% duurder is, zal derhalve 10% minder punten krijgen, zijnde een score van 35 – 3.5 = 31.5. Een negatieve score wordt herleid tot nul.
15
6.2.
Tweede gunningcriterium : technische kwaliteit, toegankelijkheid en duurzaamheid (25 punten)
Dit tweede gunningcriteria bestaat uit drie subcriteria Kwaliteit van de aangeboden materialen en technieken (15 punten) Toegankelijkheid (5 punten) Duurzaamheid (5 punten)
Kwaliteit van de aangeboden materialen en technieken (15 punten) De Offerte moet naast de meetstaat een beschrijving bevatten van de aangeboden materialen en technieken waardoor invulling wordt gegeven aan de Outputspecificaties. In de mate van het mogelijke worden de technische fiches toegevoegd in de bundel. Dit gunningcriterium meet in welke mate aan de vooropgestelde richtinggevende outputspecificaties wordt voldaan. Voor dit criterium zal één gemotiveerde score worden toegekend. De Gegadigde met de score "zeer goed" bekomt 100% van de punten; de Gegadigde met de score "goed" bekomt 75% van de punten; de Gegadigde met de score "voldoende" bekomt 50% van de punten; de Gegadigde met de score "slecht" bekomt 25% van de punten én de Gegadigde met de score "zeer slecht" bekomt 0% van de punten.
Toegankelijkheid (5 punten) De Offerte moet aangeven met welke materialen invulling wordt gegeven aan de voorschriften inzake toegankelijkheid en op welke wijze deze materiaalkeuze de aangeboden materialen en technieken ondersteunt. Voor dit criterium zal één gemotiveerde score worden toegekend. De Gegadigde met de score "zeer goed" bekomt 100% van de punten; de Gegadigde met de score "goed" bekomt 75% van de punten; de Gegadigde met de score "voldoende" bekomt 50% van de punten; de Gegadigde met de score "slecht" bekomt 25% van de punten én de Gegadigde met de score "zeer slecht" bekomt 0% van de punten.
Duurzaamheid – 5 punten De Offerte zal moeten worden gekenmerkt door een concept van zuinig gebruik van en efficiënte omgang met water en energie, van duurzame en herbruikbare materialen en duurzame technieken, zowel naar realisatie toe als tijdens de levensduur van de Infrastructuur. De Gegadigde moet in zijn Offerte duiding geven bij de wijze waarop het architectuurconcept, de bouwprocédés de materialen en technieken bijdragen tot de duurzaamheid en onderhoudsvriendelijkheid van de Infrastructuur. Het spreekt voor zich dat de normen opgelegd in de Outspecificaties moeten worden behaald. Dit subgunningcriterium wil meten op welke wijze de Gegadigde beter doet dan wat minimaal gevraagd wordt Dit dient duidelijk in de offerte te worden aangegeven. Voor dit criterium zal één gemotiveerde score worden toegekend. De Gegadigde met de score "zeer goed" bekomt 100% van de punten; de Gegadigde met de score "goed" bekomt 75% van de punten; de Gegadigde met de score "voldoende" bekomt 50% van de punten; de Gegadigde met de score "slecht" bekomt 25% van de punten én de Gegadigde met de score "zeer slecht" bekomt 0% van de punten.
16
6.3 Derde Architecturale Kwaliteit van het Ontwerp (30 punten)
gunningcriterium:
De Opdrachtnemer moet in het geval van het afsluiten van de DBf-Overeenkomst aan het Ontwerpteam zoals gedefinieerd in de Selectieleidraad de Opdracht geven voor de opmaak een volledig afgewerkt bouwkundig ontwerp en corresponderende plannen, evenals de bescheiden en berekeningen die het ontwerp ondersteunen, zodat het geheel beantwoordt aan en een realistische en goede uitvoering geeft aan de Outputspecificaties. Het Ontwerpteam moet het ontwerp opmaken in overeenstemming met alle wettelijke bepalingen waaronder de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van de titel en het beroep van architect en volgens de regels van de kunst. Vanzelfsprekend dient het ontwerp eveneens te kunnen worden ingepast binnen de stedenbouwkundige voorschriften geldend voor het betrokken Bouwterrein, die in Bijlage 3 bij dit Bestek zijn gevoegd. De Opdrachtgever verwacht van de Gegadigden dat zij een duidelijke visie hieromtrent ontwikkelen in een visiedocument. Vanuit dit visiedocument zal de architecturale kwaliteit worden beoordeeld Deze visie moet aansluiten bij de het algemeen kader dat is opgenomen in artikel 3.1. van het Bestek. Deze visie moet allereerst de “ruimtelijke schil” van het gebouw beschrijven, zijnde het gebouw als geheel vanuit de buitenkant waarbij aandacht wordt besteed aan de uiterlijke vormgeving van het gebouw; de uiterlijke leesbaarheid van het gebouw, de interactie met de omgeving en de beleving van het gebouw door een toevallige passant. De visie moet vervolgens aangeven hoe de buitenaanleg integreert met de “ruimtelijke schil”. De beschrijving van de binnenruimtes vormt het derde onderdeel van het visiedocument. Hierbij dient het Ontwerpteam allereerst aan te geven hoe de “ruimtelijke schil” en de binnenruimtes met elkaar “corresponderen”, zijnde aangeven hoe de interactie tussen beiden plaatsvindt (bvb. visuele interacties, gebruik van bepaalde materialen, …). Vervolgens wordt aangegeven op welke wijze de circulatieruimtes worden geconcipieerd zodat een hoge belevingswaarde ontstaat bij de gebruikers. Tot slot wordt nader ingegaan op de ruimtelijke beleving van de gebruikers in de volgende drie lokalen: inkomhal + foyer; multifunctionele zaal, ontmoetingsruimte lokaal dienstencentrum (LDC). In een laatste deel van het visiedocument wordt de functionaliteit van het gebouw beschreven. Hierbij wordt ingegaan op het gebruikerscomfort waarbij minstens de ligging van de ruimtes en de onderlinge relatie wordt beschreven. De architecturale kwaliteit zal in haar geheel worden beoordeeld. Een gebouw moet immers in haar geheel over een goede architecturale kwaliteit beschikken. De architectuur van de buitenkant, de buitenaanleg, de binnenruimtes en de functionaliteit dienen in hun geheel goed te zijn. Deze aspecten zijn niet onderling compenseerbaar; een gebrek aan architecturale kwaliteit van de binnenruimtes wordt bijvoorbeeld niet goed gemaakt door een hogere functionaliteit. Om die reden zal één gemotiveerde score worden toegekend. De Gegadigde met de score "zeer goed" bekomt 100% van de punten; de Gegadigde met de score "goed" bekomt 75% van de punten; de Gegadigde met de score "voldoende" bekomt 50% van de punten; de Gegadigde met de score "slecht" bekomt 25% van de punten én de Gegadigde met de score "zeer slecht" bekomt 0% van de punten. Een te laag kwaliteitsgehalte inzake de architecturale kwaliteit van het ontwerp, kan aanleiding geven tot de uitsluiting van de Offerte wegens substantiële onregelmatigheid.
17
6.4
Vierde gunningcriterium: projectmanagement (10punten)
De Opdrachtnemer moet een afzonderlijke procesnota toevoegen met betrekking tot het projectmanagement. Hierin moet de Gegadigde aangeven op welke wijze hij het project in goede banen zal leiden. Deze procesnota heeft dan ook tot doel een kwaliteitsborging mogelijk te maken tijdens de uitvoering van de Werkzaamheden zoals bepaald in artikel 14 van het Bestek. Hij voegt hiertoe in de procesnota minstens de volgende elementen: (i) integrale procesverloop van de opdracht: Hierbij wordt aangegeven op welke wijze de Opdrachtnemer het ganse procesverloop zal aanpakken vanaf de betekening van de DBf-overeenkomst tot de Einddatum. Hierin worden de verschillende stappen (w.o. planning van de bouw zelf) beschreven met in begrip van een timing, de verantwoordelijke binnen de Verplicht Betrokken Partijen en de terugkoppeling aan de Opdrachtgever. In de procesnota wordt ook de uitvoeringstermijn vermeld. (ii) overzicht van team met aanduiding van een projectmanager wiens CV wordt toegevoegd; (iii) veiligheids- en Gezondheidsplan Zij betreffen echter geen subcriteria. Het voorstel van projectmanagement zal in haar geheel worden beoordeeld. Voor dit criterium zal één gemotiveerde score worden toegekend. De Gegadigde met de score "zeer goed" bekomt 100% van de punten; de Gegadigde met de score "goed" bekomt 75% van de punten; de Gegadigde met de score "voldoende" bekomt 50% van de punten; de Gegadigde met de score "slecht" bekomt 25% van de punten én de Gegadigde met de score "zeer slecht" bekomt 0% van de punten.
18
7 Overzicht van de documenten die bij de Offerte dienen te worden gevoegd 7.1
Offerte -
geldig ingevuld offerteformulier zoals bepaald in Deel III – Bijlage 1 bij het Bestek
-
een schetsontwerp van de Infrastructuur, met minstens:
een inplantingsplan
grondplannen per gebouw per verdieping op schaal [grootte – 1/100]
langsdoorsnedes op schaal [grootte – 1/100]
dwarsdoorsnedes op schaal [grootte – 1/100]
gevelaanzichten [grootte – 1/100].
-
alle noodzakelijke documenten, bescheiden, berekeningen die het Ontwerp ondersteunen.
-
Een visienota architecturale kwaliteit waarin de verschillende elementen beschreven onder het derde gunningcriterium zijn opgenomen.
-
een toelichtingsnota over de technische kwaliteit, toegankelijkheid en de duurzaamheid waarin:
de gebruikte materialen, de technische installaties en de afwerking gedetailleerd worden beschreven en op welke wijze invulling wordt gegeven aan de Outputspecificaties.;
de aanwending van de materialen, technische installaties in functie van de toegankelijkheid wordt beschreven;
de duurzaamheid (milieu- en energievriendelijkheid) en de onderhoudsvriendelijkheid van de Infrastructuur wordt beschreven en op welke wijze invulling wordt gegeven aan de Outputspecificaties.
akoestische studie is opgenomen
-
procesnota
-
meetstaat waaruit de Prijs blijkt.
Deze onderdelen moet in afzonderlijke delen van de Offerte worden opgenomen en moeten individueel leesbaar zijn.
19
DEEL II – CONTRACTUELE BEPALINGEN De gunningswijze betreft een beperkte offerteaanvraag. Er zal derhalve geen overeenkomst worden opgesteld. Tussen de Opdrachtgever en de Opdrachtnemer zullen de volgende bepalingen gelden als contractuele rechten en verplichtingen. Ze vormen samen de DBf-Overeenkomst.
8 DEFINITIES .Aannemer
Aanvangsbevel
Een van de Verplicht Betrokken Partijen die belast wordt met de bouw van de Infrastructuur onder de DBf-overeenkomst. Het bevel tot aanvang van de Bouwwerkzaamheden, bedoeld in artikel 12.
Aanvangsdatum
De datum waarop de Opdrachtgever het Aanvangsbevel aan de Opdrachtnemer ter kennis geeft.
Algemene Aannemingsvoorwaarden (AAV)
De Algemene Aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken, als bijlage bij het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en concessies voor openbare werken.
Basisvergunning
De voor de realisatie van de Opdracht nodige stedenbouwkundige vergunning en milieuvergunning. Indien geen milieuvergunning vereist is, is de Basisvergunning gelijk aan de stedenbouwkundige vergunning.
Bestek
Onderhavig document, op grond waarvan de Gegadigde zijn Offerte heeft ingediend.
Bijlage
Een Bijlage bij het Bestek en de DBf-Overeenkomst, die er integraal deel van uitmaakt.
Bijzondere Omstandigheid
Een Geval van Uitstel, een Geval van Vergoeding, een Geval van Overmacht of een Tekortkoming Opdrachtgever.
Bouwfase
De fase tussen het Aanvangsbevel en de Voorlopige Oplevering, waarbij de Opdrachtnemer voor het uitvoeren van de Bouwwerkzaamheden instaat.
20
Bouwterrein
Het gebied waarop de Bouwwerkzaamheden van de Opdrachtnemer zullen plaatsvinden, zoals afgebakend in de Bijlage 5 van Deel III bij het Bestek.
Bouwwerkzaamheden
De werken, diensten en leveringen nodig om de Infrastructuur overeenkomstig de Outputspecificaties te realiseren, met inbegrip van ontwerp- en studiewerkzaamheden en het voorbereiden en aanvragen van Vergunningen.
Contractdatum
De datum van de betekening van de Opdracht waardoor de DBfOvereenkomst ontstaat.
DBf-Overeenkomst
De overeenkomst, zijnde het Bestek en de Offerte, die het rechtskader zal vormen voor de uitvoering van de Opdracht en die tot stand komt door de betekening van de Opdracht door de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer.
Einddatum
De datum waarop de DBf-Overeenkomst eindigt, zijnde bij de definitieve oplevering ten vroegste één jaar na de voorlopige oplevering.
Financiële gevolgen
De bijkomende uitgaven ten gevolge van een Geval van Overmacht of een Geval van Vergoeding.
Gegadigde
De geselecteerde kandidaat die een Offerte indient of wenst in te dienen.
Geval van Overmacht
Eén of meer van de volgende gebeurtenissen of omstandigheden:
21
(i)
oorlog, burgeroorlog, gewapend conflict of terroristische acties vliegtuigongelukken, een drukgolf als gevolg van supersonische vliegtuigen of detonatie van explosief materiaal;
(ii)
overstromingen, abnormale ongunstige weersomstandigheden in de zin van artikel 16 §2 2° AAV en aardbevingen;
(iii)
radioactieve, chemische of biologische verontreiniging op of nabij de Infrastructuur voor zover ontstaan na de Contractdatum, tenzij veroorzaakt door de Opdrachtnemer of het Personeel van de Opdrachtnemer, en niet gedekt onder een op de Belgische markt gangbare
brandverzekering; (iv)
uitsluitend vóór Voorlopige Oplevering: een georganiseerde staking voor zover die langer dan 45 Werkdagen duurt;
(v)
brand en explosies die niet gedekt zijn onder een op de Belgische markt gangbare brandverzekering;
(vi)
blokkade van de toegang tot de Infrastructuur als gevolg van een staking of protest, tenzij dit toe te rekenen is aan de Opdrachtnemer of wordt uitgevoerd door het Personeel van de Opdrachtnemer;
(vii)
een belemmering om de Werkzaamheden uit te voeren als gevolg van blikseminslag, waaronder tevens wordt verstaan inductieschade als gevolg van blikseminslag in de omgeving van de Infrastructuur, voor zover niet het gevolg van het niet aanwezig zijn van de in de Outputspecificatie neergelegde preventiemaatregelen;
(viii)
een acute, wijdverspreide en sectoroverschrijdende financiële crisissituatie, die leidt tot een algemene stopzetting van kredietverlening door de banken en die redelijkerwijs niet voorzienbaar was;
(ix)
andere gevallen die vallen onder toepassing van de artikelen 1147 en 1148 B.W.
voor zover deze gevallen onvoorzienbaar zijn, niet het gevolg zijn van een optreden of nalaten van de Opdrachtnemer of zijn Personeel, en met zich meebrengen dat een partij zijn verplichtingen uit de DBfOvereenkomst effectief niet langer – al dan niet tijdelijk kan nakomen.
Een Geval van Vergoeding of Overmacht dat zich voordoet tijdens de Ontwerpfase of tijdens de Bouwfase en dat aanleiding geeft tot een vertraging in de uitvoering van de Bouwwerkzaamheden die het de Opdrachtnemer niet mogelijk lijkt te maken om tegen gelijkblijvende kosten alsnog de Voorlopige Oplevering te halen. Hieronder zijn onder meer begrepen: Het intrekken, vernietigen, schorsen of buiten toepassing laten van een Vergunning, anders dan als gevolg van een fout van de Opdrachtnemer;
22
Vertraging in de Werkzaamheden als gevolg van rechten van derden met betrekking tot het Bouwterrein die niet vermeld waren in de Verstrekte Gegevens of volgen uit regelgeving;
Vertraging in het deels of geheel ter beschikking stellen van het Bouwterrein;
Het op grond van Regelgeving stilleggen van de werkzaamheden in verband met de voor de indiening van de Offerte niet kenbare aanwezigheid op het Bouwterrein
van een beschermde dier- of plantsoort;
Geval van Vergoeding
De aanwezigheid op het Bouwterrein van een archeologische vindplaats die voor de indiening van de Offerte niet kenbaar was of had kunnen zijn;
Het niet binnen een redelijke termijn geven van een bevel door de Opdrachtgever (zie clausule 11.2) of het niet binnen een redelijke termijn meewerken door beheerders en/of eigenaars van kabels of leidingen aan de verwijdering of verlegging van die kabels of leidingen die voor de uitvoering van de Werkzaamheden noodzakelijk is.
Protestacties op of nabij het Bouwterrein, waarvan de Opdrachtnemer niet aan de basis ligt of bij betrokken is;
Eén of meer van de volgende gebeurtenissen of omstandigheden:
(a) protestacties op of nabij het Bouwterrein, doch enkel voor zover het geen Geval van Overmacht betreft; (b) het in gebreke blijven van een onderaannemer, in zoverre deze onderaannemer zich kan beroepen op omstandigheden die in hoofde van de Opdrachtnemer een Geval van Uitstel of Geval van Vergoeding zouden hebben uitgemaakt, indien deze laatste zich in een gelijkaardige toestand als zijn onderaannemer zou hebben bevonden;
23
(c)
een bijzondere wijziging van de Regelgeving. Een wijziging van de Regelgeving is bijzonder wanneer die wijziging specifiek betrekking heeft op de uitvoering van (één van de) Werkzaamheden en/of op de Opdrachtnemer en niet op andere opdrachtnemers rechtstreeks tot een aantoonbare, onevenredige verzwaring van de verplichtingen van de Opdrachtnemer leidt ten opzichte van derden, die vergelijkbare activiteiten, al dan niet uit hoofde van een overeenkomst, uitvoeren;
(d)
het onjuist zijn van feitelijke gegevens die onderdeel uitmaken van de Verstrekte Gegevens dan wel van de gegevens die de nutsmaatschappijen aan de Gegadigden hebben meegedeeld over de aanwezigheid van kabels en leidingen,; door de Opdrachtnemer ingeroepen tekortkomingen op het vlak van de volledigheid, de relevantie en de interpretatie van de gegevens uit het Bestek maken evenwel geen Geval van Vergoeding uit en zijn geheel voor risico van de Opdrachtnemer;
(e)
Gevallen van vandalisme;
(f)
elke wijziging in België van belastingen, heffingen zoals tol- en accijnsrechten en retributies die een weerslag heeft op de met Werkzaamheden voor de Opdrachtnemer gepaard gaande kosten, op de
dubbele voorwaarde dat de wijziging in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt na de Contractdatum en dat deze belastingen, heffingen en retributies, noch rechtstreeks noch onrechtstreeks door tussenkomst van een parameter in de Prijsherzieningsformule worden doorgerekend en met uitsluiting van de vennootschapsbelasting en andere directe belastingen in hoofde van de Opdrachtnemer; (g)
de bijkomende kosten ten gevolge van het door een vergunningverlenende instantie stellen voorwaarden aan het verlenen van een door de Opdrachtgever aangevraagde vergunning; voor zover de voormelde omstandigheden niet voortvloeien uit een optreden of nalaten van de Opdrachtnemer, met inbegrip van een Tekortkoming Opdrachtnemer, voor zover deze omstandigheden niet kenbaar of voorzienbaar waren of voor een professionele Opdrachtnemer op de Contractdatum kenbaar of voorzienbaar hadden kunnen zijn en voor zover deze niet gedekt zijn door de Verzekeringen die de Opdrachtnemer verplicht moet aangaan. Een Geval van Vergoeding zal mogelijk ook een Geval van Uitstel kunnen uitmaken.
Infrastructuur
Intellectuele Eigendomsrechten
Nota van Inlichtingen
Offerte
Het onroerend goed dat op basis van de DBf-Overeenkomst met inbegrip van de Outputspecificaties moet worden opgericht.
Alle huidige en toekomstige rechten van intellectuele eigendom, zulks in hun meest omvattende vorm (inclusief maar niet beperkt tot auteursrechten, octrooien, merkrechten, modelrechten, domeinnamen, databankrechten, know-how en rechten op confidentiële informatie, methodes, schetsen en plannen).
Het schriftelijk antwoord van de Opdrachtgever op de vragen en/of opmerkingen van de Gegadigden naar aanleiding van het Bestek. De offerte ingediend door de Opdrachtnemer op basis van het Bestek.
Ontwerp van Wijzigingscontract
Het ontwerp van Wijzigingscontract dat de Opdrachtnemer op basis van het met de Opdrachtgever bereikte akkoord over het Wijzigingsvoorstel opmaakt, overeenkomstig de procedure in Artikel 25.2.
Ontwerpteam
Een van de Verplicht Betrokken Partijen die belast wordt met het ontwerp van de Infrastructuur onder de DBf-overeenkomst.
24
Opdracht
De Opdracht tot het ontwerpen, bouwen en financieren van de Infrastructuur, wat het voorwerp van de DBf-Overeenkomst vormt.
Opdrachtgever
Vlaamse Gemeenschapscommissie
Opdrachtnemer
De rechtspersoon met wie de Opdrachtgever de DBfOvereenkomst afsluit.
Outputspecificaties
Het door de Opdrachtgever opgestelde Programma van Eisen, gesteld in termen van randvoorwaarden en/of minimale output, waaraan de Infrastructuur verplicht moet voldoen. De Outputspecificaties staan opgenomen in Bijlage 2 van Deel III van het Bestek.
Personeel Opdrachtnemer
Alle personen die al dan niet in dienstverband diensten of werkzaamheden verrichten ten behoeve van de Opdrachtnemer, waaronder onderaannemers.
Prijs
Het bedrag opgegeven door de Gegadigde op het offerteformulier zoals bepaald in artikel 6.2. van het Bestek zoals eventueel gecorrigeerd tijdens het nazicht van de Offerte door de Opdrachtgever
Progamma van eisen
Het geheel van contractuele verplichtingen waaraan de Opdrachtnemer moet voldoen en verder bepaald onder Deel III van het Bestek.
Regelgeving
Selectieleidraad 25
Elke toepasselijke bepaling die is neergelegd in een wettelijke bepaling (waaronder begrepen wetten in formele zin, lagere wetgeving en bepalingen van internationaal recht of EG-recht) of in een ander algemeen verbindend voorschrift of in een besluit (waaronder ook begrepen een beschikking, aanwijzing, richtlijn en verzoek) van enig overheidsorgaan, op nationaal, supranationaal of intergouvernementeel niveau (waaronder ook begrepen een bestuursorgaan of toezichthoudende of beleidsbepalende instantie).
De leidraad op grond waarvan de Gegadigden werden geselecteerd.
Tekortkoming Opdrachtgever
Een tekortkoming van de Opdrachtgever aan een verplichting voor de Opdrachtgever uit de DBf-Overeenkomst zoals verder gedefinieerd in artikel 22.
Tekortkoming Opdrachtnemer
Een tekortkoming van de Opdrachtnemer aan een verplichting voor de Opdrachtnemer uit de DBf-Overeenkomst zoals verder gedefinieerd in artikel 23.
Uitvoeringsontwerp
Het verder gedetailleerd ontwerp van de Infrastructuur op te maken door de Opdrachtnemer in functie van de uitvoering van de Opdracht op basis van de plannen van het voorontwerp dat werd opgesteld met het oog op het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning.
Vergunningen
Basisvergunningen en eventuele andere noodzakelijke Vergunningen die definitief geworden zijn doordat zij niet meer in rechte kunnen worden aangevochten.
Verplicht Betrokken Partijen
De partijen gedefinieerd in de Selectieleidraad welke verplicht samen als Gegadigde de Offerte moeten indienen.
Verstrekte Gegevens
De gegevens inzake eigendomsstructuren en erfdienstbaarheden op het Bouwterrein, archeologische opgravingen, grondsituatie, … zoals gevoegd in Deel III van het Bestek.
Verzoeningscommissie
De commissie ter vermijding van geschillen opgenomen in artikel 28.1 van de DBf-overeenkomst.
Voorlopige Oplevering
De voorlopige oplevering der werken zoals bepaald in het Bestek en overeenkomstig de gemeenrechtelijke bepalingen van het burgerlijk recht. De Voorlopige Oplevering moet plaats vinden binnen de uitvoeringstermijn bepaald in de DBf-overeenkomst.
Voorstel van Wijziging
Het voorstel voor een wijziging bedoeld in Artikel 25.2.1.
Werkdag
Elke kalenderdag behalve een zaterdag, een zondag, een wettelijke feestdag, het bouwverlof.
Werkzaamheden
De verschillende verplichtingen van de Opdrachtnemer voor het ontwerpen, bouwen en financieren van de Infrastructuur.
Wijziging
Een Wijziging aan de Opdracht, zoals bedoeld in artikel 25.van de DBf-overeenkomst
Wijzigingscontract
Het document waarin de Wijziging aan de DBf-Overeenkomst wordt opgenomen overeenkomstig Artikel 25.1 van de DBf-
26
overeenkomst Wijzigingsvoorstel
Het voorstel van Wijziging met geschatte en voorlopige informatie over de gevolgen van Wijziging dat de Opdrachtnemer op eigen initiatief dan wel op initiatief van de Opdrachtgever opmaakt, overeenkomstig de procedure van Artikel 25.2.2. van de DBfovereenkomst
9 KERNVERPLICHTINGEN VAN DE OPDRACHTNEMER De Opdrachtnemer moet, in uitvoering van de DBf-Overeenkomst: 1° 2° 3° 4° 5°
Alle Werkzaamheden laten verrichten door het Ontwerpteam ter verkrijging van de Basisvergunningen én na het verkrijgen van de Basisvergunningen deze uitwerken tot een Uitvoeringsontwerp; Alle Werkzaamheden laten verrichten door de Aannemer voor de uitvoering van de bouw volgens de regels van de kunst zodat de Infrastructuur tijdig kan worden opgeleverd aan de Opdrachtnemer overeenkomstig de bepalingen van dit Bestek; Alle Werkzaamheden prefinancieren tot de Voorlopige Oplevering; Alles doen wat voor het voorgaande nodig is en hierbij alle risico's dragen, voor zover de DBf-Overeenkomst niet uitdrukkelijk iets anders bepaalt, en alle andere verplichtingen op grond van de DBf-Overeenkomst nakomen. Alle nodige documenten en plannen bezorgen aan de Opdrachtgever zoals op papier als digitaal. Hiertoe wordt een portaalsite gecreëerd waarop de Opdrachtgever toegang heeft en waar de documenten beschikbaar zijn.
Alle kosten die de Opdrachtnemer moet maken om de hierboven genoemde verplichtingen na te komen zijn voor zijn eigen rekening, behalve voor zover de DBf-Overeenkomst uitdrukkelijk iets anders bepaalt.
10 KERNVERPLICHTINGEN VAN DE OPDRACHTGEVER De Opdrachtgever moet: 1° Na de Voorlopige Oplevering de factuur van de Opdrachtnemer tijdig betalen overeenkomstig het bepaalde in dit Bestek. 2° Alle andere verplichtingen op grond van de DBf-Overeenkomst nakomen.
11 PERIODE TOT AAN HET AANVANGSBEVEL 11.1
Aanvraag Basisvergunningen
De DBf-overeenkomst komt tot stand door de betekening van de Opdracht aan de weerhouden Gegadigde die hierdoor de hoedanigheid verkrijgt van Opdrachtnemer. Hierna gaat de Opdrachtnemer over tot de opmaak van de nodige documenten en plannen én de aanvraag van de Basisvergunningen op basis van de DBf-overeenkomst. Voorafgaandelijk zal voldoende overleg plaats vinden tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer. 27
De Opdrachtnemer dient op een zorgvuldige en diligente wijze de Basisvergunningen aan te vragen bij de bevoegde instanties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnen de 180 Kalenderdagen na de tot standkoming van de DBf-overeenkomst. De Opdrachtgever wordt op de hoogte gehouden. De Opdrachtnemer moet alle wijzigingen doorvoeren aan het ontwerp welke door de vergunningverlenende overheden worden gevraagd. Hiertoe wordt overleg gepleegd met de Opdrachtgever. Indien deze wijzigingen meerkosten veroorzaken, zal de meerprijs vergoed worden als een Geval van Vergoeding. Indien geen definitieve Basisvergunningen kunnen worden verkregen binnen een periode van 24 maanden vanaf de betekening, wordt de DBf-overeenkomst van rechtswege ontbonden, tenzij de Opdrachtgever beslist de termijn van 24 maanden te verlengen. Het niet-bekomen van definitieve Basisvergunningen betreft derhalve een ontbindende voorwaarde. De Basisvergunningen zijn definitief indien ze door een derde niet meer in rechte kunnen worden aangevochten of indien de Opdrachtgever van oordeel is dat de Basisvergunningen voldoende rechtszeker zijn.. In geval de ontbindende voorwaarde zich voordoet én voor zover de Opdrachtnemer op een zorgvuldige en diligente wijze de Basisvergunningen heeft aangevraagd, zal de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer een forfaitaire vergoeding betalen gelijk aan 67.000 EUR, inclusief btw. Geen enkele andere vergoeding is verschuldigd.
11.2
Projectplanning
De Opdrachtnemer moet voorafgaand aan het Aanvangsbevel een projectplanning opmaken op basis van de procesnota die hij bij zijn Offerte heeft voorgelegd. De Opdrachtnemer dient de projectplanning Bouwwerkzaamheden steeds up-to-date te houden en hiernaar te handelen. De projectplanning dient continu, on-line en onbeperkt consulteerbaar te zijn voor de Opdrachtgever.
11.3
Kabels en Leidingen
Zowel elektriciteit, gas, water en data liggen in de onmiddellijke buurt. De Opdrachtnemer dient het nodige te voorzien om de nutsvoorzieningen binnen te brengen in het gebouw en aan te sluiten. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat aansluitingskosten van de nutsmaatschappijen ten laste zijn van de Opdrachtgever. Met betrekking tot de elektriciteit is momenteel onduidelijk of een hoogspanningscabine noodzakelijk zal zijn. Begin augustus 2013 zal de Opdrachtgever op basis van het geschatte vermogen in de Opdracht een vermogenstudie opvragen bij de netbeheerder. In afwachting van dit resultaat wordt in Outputspecificaties een hoogspanningscabine voorzien. De riolering bevindt zich in de straat. Vermoedelijk is dit geen gescheiden stelsel, maar de formele bevestiging hieromtrent ontbreekt nog. De aansluiting op de riolering maakt volledig deel uit van deze Opdracht. Er bestaat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geen register van kabels- en leidingen. De Opdrachtnemer is derhalve verplicht op voorhand de nutsmaatschappijen te contacteren (Vivaqua, Sibelga, Belgacom, …) en met de meegedeelde informatie rekening te houden in zijn Prijs (onder meer in de planning, de uitvoeringstechnieken, … ) doch met uitzondering van de kost van het verplaatsen zelf zoals verder aangegeven in de laatste alinea van dit artikel.. Indien er kabels en leidingen worden aangetroffen die niet door de nutsmaatschappijen zijn meegedeeld, betreft dit een Geval van Vergoeding. De Opdrachtnemer draagt hierbij wel de bewijslast. De Opdrachtnemer moet met betrekking tot de kabels en leidingen de coördinatiewerkzaamheden verrichten die met het oog op de uitvoering van de Werkzaamheden noodzakelijk zijn. De coördinatiewerkzaamheden bestaat uit het (doorlopend) inplannen van de verplaatsing van kabels en leidingen in de uitvoering van de Bouwwerkzaamheden en van het overleggen met de kabel-, leiding- of hoogspanningsnet-beheerder over de haalbaarheid van deze planning. Wanneer het verwijderen of verleggen van een kabel of leiding (met inbegrip van een hoogspanningsleiding en -cabine) door de desbetreffende kabel-, leiding- of 28
hoogspanningsnetbeheerder moet worden uitgevoerd, zal de Opdrachtgever hiertoe een bevel verlenen aan de desbetreffende kabel-, leiding- of hoogspanningsnetbeheerder. Deze bevelen moeten in functie van de projectplanning door de Opdrachtnemer worden voorbereid, waarbij deze alle gegevens nodig voor het bevel tot verplaatsing van de kabels en leidingen binnen het Bouwterrein dient op te lijsten. Het bevel tot verplaatsing van de kabels en leidingen zal vervolgens door de Opdrachtgever aan de bevelgevende overheid worden gegeven. In de gevallen waarbij de kabel-, leiding- of hoogspanningsnetbeheerder de kosten van het verplaatsen of verwijderen van de kabel of leiding niet op zich neemt, zullen de kosten van de verplaatsing ten laste komen van de Opdrachtgever.
11.4
Archeologie
Het Bouwterrein ligt niet in een archeologische zone. Er moeten voor de aanvang van de Bouwwerkzaamheden geen bijzondere regels in acht worden genomen.
.
11.5
Grondonderzoek
Bodemverontreiniging: In Deel III Bijlage 5.1 is een bodemattest gevoegd. Op basis van dit bodemattest wordt vermoed dat geen additionele kosten noodzakelijk zijn voor bodemsanering behoudens de normale kosten van grondverzet eigen aan elke werf. Indien de werkelijke milieukwaliteit van de bodem anders is dan deze beschreven in de Verstrekte Gegevens in Deel III Bijlage 5.1. (onder meer ongekende verontreiniging, significante wijziging van de verontreinigingsgraad) verwittigt de Opdrachtnemer de Opdrachtgever zo spoedig mogelijk op straffe van verval – en uiterlijk binnen de 30 kalenderdagen na de ontdekking. Hierna zullen de partijen te goeder trouw samen een kostenefficiënte oplossing zoeken en indien noodzakelijk een marktraadpleging organiseren. De meerkosten ten gevolge van de gewijzigde milieukwaliteit blijven ten laste van de Opdrachtgever als Geval van Vergoeding. Dit geldt ook voor meerkosten die het gevolg zijn van een gewijzigde milieuwetgeving. Stabiliteit: In Deel III Bijlage 5.2. zijn de beschikbare grondsonderingen opgenomen als onderdeel van de Verstrekte Gegevens. De Opdrachtnemer moet zijn offerte uitwerken op grond van deze grondsonderingen. De interpretatie van de Verstrekte Gegevens in functie van het ontwerp, is ten laste van de Opdrachtnemer. Indien de reële toestand van de bodem anders is dan deze beschreven in Deel III Bijlage 5.2. verwittigt de Opdrachtnemer de Opdrachtgever zo spoedig mogelijk op straffe van verval - en uiterlijk binnen de 30 kalenderdagen na de ontdekking. Hierna zullen de partijen te goeder trouw samen een kostenefficiënte oplossing zoeken en indien noodzakelijk een marktraadpleging organiseren. De meerkosten zijn ten laste van de Opdrachtgever als Geval van Vergoeding.
11.6
Inname openbare weg
De Opdrachtnemer staat in voor het inventariseren van de omvang en het tijdstip van de noodzakelijke inname van de openbare weg. Als de Opdrachtnemer wil dat een verkeersmaatregel wordt genomen, maakt hij het verzoek voor de inname van de openbare weg zo snel mogelijk over aan de bevoegde wegbeheerder. De Opdrachtnemer moet desgevallend de aan de wegbeheerder verschuldigde vergoeding betalen.
11.7
Aanvangsgarantie
Aangezien tijdens de Bouwfase geen betalingen worden gedaan, is geen Aanvangsgarantie vereist.
29
11.8
Verzekeringen
De Opdrachtnemer verbindt zich ertoe de in Deel IIII – Bijlage 6 bij dit Bestek opgesomde verzekeringen af te sluiten bij kredietwaardige en betrouwbare maatschappijen onderworpen aan het recht van een E.U.-lidstaat. De Opdrachtnemer zal een gelijkvormig afschrift van deze aangegane verzekeringspolissen aan de Opdrachtgever bezorgen uiterlijk vóór het verstrekken van het Aanvangsbevel door de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer.
12 HET AANVANGSBEVEL EN UITVOERINGSTERMIJN De Opdrachtgever zal het Aanvangsbevel geven aan de Opdrachtnemer binnen de dertig (30) Werkdagen nadat: 1° de bevestiging van het definitief worden van de Basisvergunning; 2° een gelijkvormig afschrift van de conform aan dit Bestek aangegane verzekeringspolissen, zoals bepaald in artikel 11.8 en Deel III, bijlage 6 van dit Bestek, door de Opdrachtnemer aan de Opdrachtgever werd afgeleverd. De Bouwfase neemt een aanvang de dag van het geven van het Aanvangsbevel. De uitvoeringstermijn bedraagt 360 Werkdagen. De dag van het geven van het Aanvangsbevel betreft de eerste dag van de uitvoeringstermijn.
13 PERIODE VANAF HET AANVANGSBEVEL TOT DE VOORLOPIGE OPLEVERING 13.1
Bouw van de Infrastructuur
De Opdrachtnemer moet de Infrastructuur bouwen binnen de uitvoeringstermijn bepaald in de DBfovereenkomst overeenkomstig: 1° het Uitvoeringsontwerp; 2° de Outputspecificaties en de Regelgeving; 3° de in Artikel 6.4. bedoelde, op dat ogenblik geldende projectplanning voor de uitvoering van de Bouwwerkzaamheden; 4° de regels van de kunst.
13.2
Het Bouwterrein
Vanaf Aanvangsbevel en gedurende de Bouwfase moet de Opdrachtnemer het Bouwterrein beheren en onderhouden en instaan voor de veiligheid en orde op het Bouwterrein, overeenkomstig de bepalingen van Artikel 30 AAV. Hij zal hierbij de normen gesteld door de veiligheidscoördinator respecteren. De Opdrachtnemer zal met andere woorden bij het beheer van het Bouwterrein ervoor moeten zorgen dat de veiligheid van de mensen gegarandeerd blijft.
13.3
Voorlopige Oplevering
Indien de Opdrachtnemer meent dat de Infrastructuur aan voorwaarden van dit Bestek voldoet, moet de Opdrachtnemer daarvan onmiddellijk bij ter post aangetekende brief aan de Opdrachtgever kennis geven en tezelfdertijd om de Voorlopige Oplevering verzoeken. 30
De Voorlopige Oplevering wordt geregeld overeenkomstig het bepaalde in de AAV en het burgerlijk recht. Vanaf de ontvangst van de in de eerste alinea vermelde kennisgeving gaat de Opdrachtgever, in aanwezigheid van de Opdrachtnemer, onmiddellijk over tot het nazicht of aan de voorwaarden van dit Bestek wordt voldaan. Vastgestelde afwijkingen worden door de Opdrachtgever gesignaleerd aan de Opdrachtnemer. Binnen de 15 kalenderdagen vanaf de dag volgend op de kennisgeving wordt naargelang het geval een proces-verbaal van Voorlopige Oplevering dan wel een proces-verbaal van weigering hiervan opgemaakt. In het laatste geval wordt de procedure, data en termijnen uiteengezet in dit artikel hiervoor opnieuw gevolgd totdat de Infrastructuur aan de voorwaarden van dit Bestek voldoet.
13.4
Definitieve Oplevering
De definitieve oplevering geschiedt ten vroegste één jaar na de Voorlopige Oplevering én steeds uitdrukkelijk overeenkomstig het bepaalde in de AAV. Hiervan wordt opnieuw een proces-verbaal opgesteld naar analogie met de regeling bij de Voorlopige Oplevering. Het datum van het proces-verbaal waarbij de definitieve oplevering wordt aanvaardt, geldt als Einddatum. De Einddatum is de startdatum van de 10-jarige aansprakelijkheid in de zin van artikel 1792 B.W.
13.5
Vergoeding bij te late Voorlopige Oplevering
De Opdrachtnemer moet, behalve als er sprake is van een Geval van Uitstel, aan de Opdrachtgever een vergoeding betalen voor elke dag dat Voorlopige Oplevering later plaats vindt dan de uitvoeringstermijn bepaald in de DBf-overeenkomst. De normale vertragingsboetes bepaald voor werken zoals bepaald in artikel 48 AAV zijn van toepassing, zijnde 0,07% van de Prijs per werkdag met een maximum van 5% van de Prijs.
14 KWALITEITSBORGING De Opdrachtnemer dient bij de uitvoering van de Werkzaamheden de kwaliteitsborging te verzekeren overeenkomstig de bepalingen van het procesplan voor de kwaliteitsborging dat hij bij zijn Offerte heeft gevoegd en wordt beoordeeld onder het vierde gunningcriterium.
15 OPVOLGING DOOR DE OPDRACHTGEVER De Opdrachtgever doet slechts een algemene opvolging van de uitvoering van de Opdracht. De Opdrachtnemer is verplicht op regelmatige basis de Opdrachtgever in te lichten over de voortgang van de Bouwwerkzaamheden in de mate dat dit noodzakelijk is voor de opvolging van de werken en telkens wanneer de Opdrachtgever hierom vraagt. De Opdrachtnemer belegt minstens éénmaal per week waarbinnen effectief Bouwwerkzaamheden hebben plaatsgevonden een werfvergadering waarop de Opdrachtgever wordt uitgenodigd. Minstens 2 dagen voor de werfvergadering bezorgt de Opdrachtnemer een up-to-date projectplanning aan de Opdrachtgever. De Opdrachtnemer houdt een dagboek van de werken bij waarbij de gegevens bedoeld in artikel 37 AAV worden opgenomen en waarvan de Opdrachtgever te allen inzage kan nemen.
31
16 BETALINGSMECHANISME Er wordt, behoudens anders later bepaald, slechts voorzien in één betaling; zijnde na de Voorlopige Oplevering zoals bepaald in dit Bestek. De Opdrachtnemer mag de factuur opmaken van zodra in een proces-verbaal de Voorlopige Oplevering wordt aanvaard.
17 FACTURATIE De factuur zal worden betaald binnen de 60 kalenderdagen na ontvangst ervan. Achterstallige betalingen zullen interest opleveren volgens artikel 15 §4 AAV.
18 PRIJSHERZIENING EN INDEXERING De Prijs wordt berekend op het prijspeil van de datum van de indiening van de offerte. Deze Prijs zal verhoogd worden met de helft van de prijsherziening die zich voordoet tussen de datum van de indiening van de Offerte en de datum van de schriftelijke aanvraag tot Voorlopige Oplevering aan de hand van de volgende formule: p = [P x (O,40 s/S + 0,40 i/I + 0,20)] waarbij; p = prijs aangepast aan de prijsherzieningsformule P= Prijs aangeboden in de Offerte s = index arbeidskost op datum aanvraag Voorlopige Oplevering S= index arbeidskost op datum indiening Offerte i = index materiaalkost op datum aanvraag Voorlopige Oplevering I = index materiaalkost op datum indiening Offerte Herziene prijs te factureren is dan gelijk aan : P + [(p-P)/2] De prijsherziening wordt derhalve berekend op de volledige Prijs en voor de volledige periode zoals bepaald in de vorige paragraaf en wordt vervolgens gehalveerd. Deze prijsherziening wordt bij de Prijs gevoegd en wordt mee opgenomen op de factuur na de Voorlopige Oplevering zoals bepaald in dit Bestek. De reden van de halvering bestaat er in dat de prijsherziening zich tijdens de duur van de Opdracht voordoet en niet op het einde van de Opdracht. De indexen betreffen deze die gebruikelijk zijn bij overheidsopdrachten én worden vastgesteld door de FOD Economie. Geen enkele andere vorm van indexering of prijsherziening zal worden toegestaan. Bij overschrijding van de uitvoeringstermijn wordt de einddatum van de uitvoeringstermijn weerhouden als datum voor de berekening van de prijsherziening. indien de Opdrachtnemer meermaals de Voorlopige Oplevering moet aanvragen wegens ernstige tekortkomingen, wordt enkel de datum van de eerste aanvraag weerhouden voor de prijsherziening. Eventuele verrekeningen worden in beginsel niet herzien tenzij uitdrukkelijk anders bepaald.
32
19 PROCEDURE BIJ BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN 19.1
Mededeling van de Bijzondere Omstandigheid
De Opdrachtnemer is verplicht, op straffe van verval, de Opdrachtgever ten laatste binnen de 30 Werkdagen nadat hij kennis heeft gekregen van een bepaalde omstandigheid (of hiervan redelijkerwijze kennis had moeten hebben), bij ter post aangetekende brief in te lichten wanneer hij feiten of eender welke omstandigheden vaststelt die naar zijn inzicht als een Bijzondere Omstandigheid (Geval van Overmacht, Geval van Uitstel, Geval van Vergoeding of Tekortkoming Opdrachtgever) kwalificeren. Een dergelijke kennisgeving dient de volgende gedetailleerde informatie te bevatten: (a) of het naar de mening van de Opdrachtnemer een Geval van Uitstel, een Geval van Vergoeding, een Geval van Overmacht dan wel een Tekortkoming Opdrachtgever betreft, en meer bepaald om welk specifiek geval het gaat; (b)
de oorzaken van het betreffende Geval van Uitstel, Geval van Vergoeding, Geval van Overmacht of Tekortkoming Opdrachtgever; en
(c)
de genomen en de te nemen maatregelen om de gevolgen van de betrokken Bijzondere Omstandigheid te beperken.
Indien de Opdrachtnemer meent dat er van een Geval van Uitstel, een Geval van Overmacht of een Tekortkoming Opdrachtgever sprake is dat aanleiding moet geven tot een verlating van Voorlopige Oplevering dient deze kennisgeving eveneens het volgende te vermelden: (a) de (te verwachten) duur van de vertraging; (b) de mogelijkheden om de vertraging in te lopen; en (c) de voorgestelde verlating van de Voorlopige Oplevering. Indien de Opdrachtnemer bij een Geval van Vergoeding, een Geval van Uitstel of een Tekortkoming Opdrachtgever tevens aanspraak wenst te maken op een financiële vergoeding, zal hij een zo nauwkeurig mogelijke oplijsting en becijfering van de Financiële Gevolgen bij zijn kennisgeving moeten voegen. De Opdrachtnemer zal hierbij zo nauwkeurig mogelijk moeten aangeven wat de precieze omvang van de Financiële Gevolgen is. Hij zal moeten aantonen dat de schade exclusief door de ingeroepen Bijzondere Omstandigheid wordt veroorzaakt. Deze Schade kan slechts éénmaal worden vergoed ook indien de schade zou vallen onder zowel een Geval van Vergoeding, Geval van Uitstel, Geval van Overmacht, … Het bewijs van stilstandschade van zijn materiaal zal hij dienen te leveren aan de hand van een tegensprekelijke opname van het op het ogenblik van stillegging van de Werkzaamheden geïmmobiliseerde materieel en werkloos geworden Personeel Opdrachtnemer. Kosten die de Opdrachtnemer moet maken door het inschakelen van onderaannemers en andere derden en die deel uitmaken van de Financiële Gevolgen moeten aantoonbaar marktconform zijn. Onmiddellijk nadat aan hem bekend werd dat zich een Bijzondere Omstandigheid heeft voorgedaan, zal de Opdrachtnemer alle redelijke maatregelen nemen om de gevolgen van de Bijzondere Omstandigheid zoveel als redelijkerwijze mogelijk te beperken. Indien de Bijzondere Omstandigheid ertoe leidt dat de Bouwwerkzaamheden moeten worden onderbroken, dient de Opdrachtnemer op zijn kosten alle redelijke voorzorgsmaatregelen te treffen teneinde de werken en de materialen te vrijwaren tegen mogelijke beschadigingen door ongunstige weersomstandigheden, diefstal of kwaadwillige daden.
19.2
Reactie van de Opdrachtgever
Binnen 30 Werkdagen na ontvangst van de kennisgeving genoemd in het Artikel 19.1, zal de Opdrachtgever schriftelijk aan de Opdrachtnemer mededelen of (i) hij aanvaardt dat er sprake is van 33
een Bijzondere Omstandigheid, of (ii) hij nadere informatie nodig heeft om een oordeel te kunnen vormen, of (iii) hij niet aanvaardt dat er sprake is van een Bijzondere Omstandigheid. Als de Opdrachtgever nadere informatie nodig heeft, moet de Opdrachtnemer die informatie (voorzover hij daarover beschikt) binnen 15 Werkdagen aan de Opdrachtgever bezorgen. De Opdrachtgever moet, binnen 15 Werkdagen na ontvangst van die informatie, positie innemen met betrekking tot de kennisgeving van de Bijzondere Omstandigheid, bij gebreke waarvan hij geacht wordt ermee in te stemmen dat er sprake is van de gemelde Bijzondere Omstandigheid. Indien de Opdrachtgever echter: (i) van oordeel is dat het niet gaat over een Bijzondere Omstandigheid; ofwel (ii)
niet akkoord gaat met de kwalificatie van deze Bijzondere Omstandigheid als Geval van Uitstel, Geval van Vergoeding, Geval van Overmacht of Tekortkoming Opdrachtnemer; ofwel
(iii)
niet akkoord gaat met of de nieuw voorgestelde Voorlopige Oplevering of de gevraagde vergoeding ter dekking van de Financiële Gevolgen, of met beiden;
stelt hij hiervoor onverwijld de Escalatieprocedure bedoeld in Artikel 28 in werking. Indien partijen een akkoord bereiken over een nieuwe Voorlopige Oplevering als gevolg van een Bijzondere Omstandigheid en/of over de te betalen vergoeding, zal dit schriftelijk worden vastgelegd.
19.3
Betaling van een vergoeding als gevolg van een Bijzondere Omstandigheid
De betalingsverplichtingen van de Opdrachtgever voortvloeiend uit Bijzondere Omstandigheden worden voldaan door de onverwijlde, volledige betaling ineens door de Opdrachtgever van het te betalen bedrag samen met de factuur na de Voorlopige Oplevering.
20 SPECIFIEKE BEPALINGEN BIJ GEVALLEN VAN UITSTEL EN GEVALLEN VAN VERGOEDING 20.1
Algemeen
Dit artikel bevat de gevolgen van de Gevallen van Uitstel en Gevallen van Vergoeding in het kader van de DBf-Overeenkomst.
20.2
Gevallen van Vergoeding
Een Geval van Vergoeding zal onder de voorwaarden van de DBf-Overeenkomst aanleiding kunnen geven tot een vergoeding door de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer.
20.3
Gevallen van Uitstel
Een Geval van Vergoeding dat ook een Geval van Uitstel uitmaakt, zal in de eerste plaats aanleiding kunnen geven tot een verlating van de Voorlopige Oplevering. Het aangepaste tijdstip van de Voorlopige Oplevering als gevolg van een Geval van Uitstel, zal in onderling overleg worden bepaald rekening houdend met (onder meer) de volgende parameters: (a) de concrete gevolgen van het Geval van Uitstel; (b) 34
de mogelijkheden van de Opdrachtnemer om de vertraging conform onderstaande paragraaf 2 in te lopen of te beperken;
(c)
het stilzitten van de Opdrachtnemer en het tijdverlies dat de Opdrachtnemer vóór het Geval van Uitstel om andere redenen reeds had opgelopen, waardoor de mogelijkheden om de vertragingen binnen de planning voor het bereiken van de Voorlopige Oplevering op te vangen, zijn verminderd.
Naast een verlating van de Voorlopige Oplevering kan een Geval van Uitstel ook aanleiding geven tot een vergoeding van de Financiële Gevolgen ervan voor de Opdrachtnemer, conform het bepaalde in het Bestek met betrekking tot een Geval van Vergoeding of een Geval van Overmacht. Het Geval van Uitstel moet dan ook voldoen aan de voorwaarden voor een Geval van Vergoeding of een Geval van Overmacht om voor een vergoeding in aanmerking te kunnen komen. Hierbij moet ermee rekening worden gehouden dat bij een Geval van Uitstel het deel van het nadeel voor de Opdrachtnemer dat reeds volledig door de verlating van de Voorlopige Oplevering wordt ondervangen, geen deel uitmaakt van de Financiële Gevolgen. Indien een Geval van Uitstel vanaf het ogenblik van de melding ervan aan de Opdrachtgever overeenkomstig onafgebroken voortduurt voor een periode van 1 jaar, zal elk van de partijen het recht hebben om de DBf-Overeenkomst op grond van de bepalingen van artikel 24.1.6 (Beëindiging bij voortdurend Geval van Uitstel) te beëindigen.
21 SPECIFIEKE BEPALINGEN BIJ EEN GEVAL VAN OVERMACHT 21.1
Mededeling en beperking van het Geval van Overmacht
In aanvulling op de verplichte meldingen opgenomen in Artikel 19.1 (Melding van een Bijzondere Omstandigheid), zal de Opdrachtnemer indien hij melding maakt van een Geval van Overmacht, ook nog de volgende aspecten meedelen: (a) de invloed van het Geval van Overmacht op de nakoming van de verplichtingen uit de DBfOvereenkomst door de mededelende partij; en (b)
de door de mededelende partij voorgestelde maatregelen ter oplossing van de gevolgen voortvloeiende uit het Geval van Overmacht.
Net zoals de Opdrachtnemer, heeft ook de Opdrachtgever de plicht zo spoedig mogelijk en ten laatste binnen de 30 Werkdagen de Opdrachtnemer te melden wanneer hij van oordeel is dat er zich een Geval van Overmacht voordoet. Hij verleent hierbij de informatie zoals uiteengezet in de 2° alinea van Artikel 19.1 (Mededeling van de Bijzondere Omstandigheid) en in de 1° alinea van dit Artikel. Terstond nadat zich naar zijn oordeel een Geval van Overmacht heeft voorgedaan, is de mededelende partij gehouden alle redelijke maatregelen te nemen om de nadelige gevolgen van het betreffende Geval van Overmacht te voorkomen, minstens deze te beperken. Deze beperking van de negatieve gevolgen kan in ieder geval niet enige verplichting tot herbouw van tenietgegane onderdelen van de Infrastructuur inhouden zonder dat partijen over de kosten en tenlastelegging daarvan overeenstemming hebben bereikt. Het beperken van de negatieve gevolgen kan wel het herstellen van kleine schades en/of het treffen van maatregelen om te voorkomen dat ontstane schade verergert, inhouden. Daarnaast is de mededelende partij gehouden zijn overige verplichtingen uit de DBf-Overeenkomst, voor zover redelijkerwijs mogelijk, onverkort na te komen.
21.2
Opschorting verplichtingen partijen als gevolg van een Geval van Overmacht
Onverminderd het bepaalde in Artikel 21.4 (Betaling bij een Geval van Overmacht) zal, voor zover sprake is van een Geval van Overmacht, de nakoming van de verplichtingen van partijen uit de DBfOvereenkomst worden opgeschort totdat: (a) het Geval van Overmacht niet meer meebrengt dat een partij zijn verplichtingen uit de DBfOvereenkomst niet kan nakomen; dan wel 35
(b)
21.3
partijen overeenstemming hebben bereikt over een Wijziging van de DBf-Overeenkomst in overeenstemming met 29 (Wijzigingen) van de DBf-Overeenkomst zodat het Geval van Overmacht met betrekking tot de uitvoering van de DBf-Overeenkomst wordt weggenomen.
Beëindiging als gevolg van een Geval van Overmacht
Indien sprake is van een Geval van Overmacht, en dit met zich meebrengt dat een partij zijn verplichtingen uit de DBf-Overeenkomst in belangrijke mate niet kan nakomen, en partijen geen zodanige Wijzigingen in de DBf-Overeenkomst kunnen overeenkomen dat voortzetting van de DBfOvereenkomst gewaarborgd is, is elke partij gerechtigd de DBf-Overeenkomst te beëindigen in overeenstemming met de hierop betrekking hebbende bepalingen van Artikel 24.1.5 (Beëindiging bij Geval van Overmacht). Er wordt op een weerlegbare wijze vermoed dat één partij zijn verplichting in belangrijke mate niet kan nakomen indien het Geval van Overmacht langer dan 6 maanden duurt.
21.4
Betaling bij een Geval van Overmacht
Gedurende de opschorting van verplichtingen ingevolge Artikel 21.2 zal de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer een vergoeding betalen gelijk aan de som van de door de Opdrachtnemer bewezen en door de Opdrachtgever aanvaarde kosten van de maatregelen die de Opdrachtnemer heeft genomen op grond van Artikel 21.1 (Mededeling en beperking van het Geval van Overmacht) vermeerderd met de andere bewezen kosten met dien verstande dat op de Opdrachtnemer een schadebeperkingsplicht rust en de Opdrachtnemer zich intensief moet inspannen om de kosten te beperken. Hierover wordt het nodige overleg gepleegd. Behoudens indien de DBf-Overeenkomst als gevolg van een Geval van Overmacht door één van de partijen wordt beëindigd overeenkomstig artikel 21.3, zal na een Geval van Overmacht dat zich deels of geheel vóór de Voorlopige Oplevering heeft voorgedaan, de Voorlopige Oplevering verschuiven met het aantal kalenderdagen waarmee de verplichtingen van partijen in gevolge Artikel 21.2 (Opschorting verplichtingen partijen als gevolg van een Geval van Overmacht) vóór de Voorlopige Oplevering opgeschort zijn geweest .
21.5
Aansprakelijkheid m.b.t. een Geval van Overmacht
Partijen zullen in geen geval jegens elkaar aansprakelijk zijn voor enige schade als gevolg van een Geval van Overmacht, onverminderd de bepalingen in de Artikelen 21.4 (Betaling bij Geval van Overmacht) en 24.2.2 (Gevolgen van beëindiging als gevolg van een Geval van Overmacht). Eventuele schade blijft derhalve geheel voor rekening en risico van de partij die de schade heeft geleden.
22 SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR TEKORTKOMINGEN VAN DE OPDRACHTGEVER Een Tekortkoming Opdrachtgever kan aanleiding geven tot een verlating van de Voorlopige Oplevering. . De concrete mate van verlating van de Voorlopige Oplevering als gevolg van een Tekortkoming Opdrachtgever, zal in onderling overleg worden bepaald rekening houdend met (onder meer) de volgende parameters: (a) de concrete gevolgen van de Tekortkoming Opdrachtgever o.m. voor wat betreft de voortgang op de werf; en (b) 36
het stilzitten van de Opdrachtnemer en het tijdverlies dat de Opdrachtnemer vóór de Tekortkoming Opdrachtgever om andere redenen reeds had opgelopen, waardoor de
mogelijkheden om de huidige vertraging binnen de planning voor het bereiken van de Voorlopige Oplevering op te vangen, zijn verminderd. Indien er geen akkoord kan worden bereikt tussen de Opdrachtgever en de Opdrachtnemer zal een onafhankelijke deskundige worden aangesteld in onderling akkoord dan wel door de territoriaal bevoegde Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg. Deze deskundige zal een bindend advies verstrekken over de concrete mate van verlating van de Voorlopige Oplevering. Onverminderd de mogelijkheid om een verlating van de Voorlopige Oplevering te verzoeken, kan de Opdrachtnemer bij een Tekortkoming Opdrachtgever ook een vergoeding van de Financiële Gevolgen van deze Tekortkoming Opdrachtgever opeisen.
23 TEKORTKOMINGEN VAN DE OPDRACHTNEMER 23.1
Tekortkoming Opdrachtnemer
De Opdrachtgever kan zich, beroepen op tekortkomingen die hij aan de Opdrachtnemer of het Personeel van de Opdrachtnemer ten laste legt, en die voor de Opdrachtgever oorzaak zouden zijn van een vertraging en/of een financieel nadeel (Tekortkoming Opdrachtnemer), met het oog op het verkrijgen van schadevergoeding, herziening en/of (enkel in de gevallen bepaald in Artikel 24.1.3) verbreking van de Opdracht.
23.2
Vaststelling van de Tekortkoming Opdrachtnemer
De vaststellingen van Tekortkomingen Opdrachtnemer gebeuren overeenkomstig de bepalingen van Artikel 20 §2 eerste lid juncto Artikel 48 §3 1° AAV.
23.3
Maatregelen van ambtswege
Wanneer de Opdrachtnemer, overeenkomstig de relevante bepalingen van artikel 20 §2 tweede lid AAV inactief is gebleven of middelen heeft aangevoerd die door de Opdrachtgever als niet gerechtvaardigd worden beoordeeld, kan de Opdrachtgever één of meer van de maatregelen van ambtswege in de zin van artikel 20 §6 AAV en artikel 27 §3 eerste lid van het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken treffen. De Opdrachtgever mag nochtans maatregelen van ambtswege treffen zonder het verstrijken van deze termijn af te wachten wanneer de Opdrachtnemer op voorhand expliciet de vastgestelde tekortkomingen heeft toegegeven of in spoedeisende gevallen. De maatregelen van ambtswege kunnen slechts tot de beëindiging van de DBf-Overeenkomst leiden in dezelfde mate als wat geldt bij een Tekortkoming Opdrachtgever. De gevolgen zijn dezelfde als bij een Tekortkoming Opdrachtgever.
24 BEËINDIGING EN NIET-NAKOMING 24.1
Gevallen van beëindiging 24.1.1 Oplijsting
Deze DBf-Overeenkomst kan slechts voortijdig worden beëindigd: (a) indien sprake is van een Tekortkoming Opdrachtgever, onder de voorwaarden gesteld in Artikel 23.1 of 37
(b)
indien sprake is van een Tekortkoming Opdrachtnemer, onder de voorwaarden gesteld in Artikel 23.2 of
(c)
indien de Opdrachtgever de DBf-Overeenkomst wil opzeggen, onder de voorwaarden gesteld in Artikel 23.3.
(d)
indien zich een Geval van Overmacht voordoet onder de voorwaarden gesteld in Artikel 21.3.
(e)
indien zich een voortdurend Geval van Uitstel voordoet onder de voorwaarden gesteld in Artikel 24.1.6.
24.1.2 Beëindiging bij Tekortkoming Opdrachtgever De Opdrachtnemer mag tegen een door hem genoemde datum de gerechtelijke ontbinding van de DBfOvereenkomst slechts vorderen wanneer er sprake is van een Tekortkoming Opdrachtgever van zodanige aard dat die de ontbinding rechtvaardigt.
24.1.3 Beëindiging bij Tekortkoming Opdrachtnemer Deze DBf-Overeenkomst kan door de Opdrachtgever, wanneer de Opdrachtnemer in gebreke blijft, worden verbroken conform de procedure opgenomen artikel 20 AAV indien er sprake is van een ernstige tekortkoming aan een essentiële verplichting van de Opdrachtnemer.
24.1.4 Opzegging door de Opdrachtgever Buiten het hierboven behandelde geval van niet-nakoming door de Opdrachtnemer is de Opdrachtgever steeds gerechtigd de DBf-Overeenkomst met inachtneming van Artikel 1794 Burgerlijk Wetboek op te zeggen.
24.1.5 Beëindiging bij een Geval van Overmacht Wanneer zich een Geval van Overmacht voordoet en de voorwaarden genoemd in artikel 21.3 vervuld zijn, zijn de partijen gerechtigd de DBf-Overeenkomst schriftelijk op te zeggen.
24.1.6 Beëindiging bij een onafgebroken voortdurend Geval van Uitstel Indien een Geval van Uitstel over een periode van 1 jaar onafgebroken voortduurt zijn de partijen gerechtigd om de DBf-Overeenkomst schriftelijk op te zeggen.
24.2
Gevolgen van de beëindiging 24.2.1 Gevolgen Beëindiging Tekortkoming Opdrachtnemer
Bij een beëindiging wegens een Tekortkoming Opdrachtnemer zal de Opdrachtgever enkel de waarde verschuldigd zijn van de uitgevoerde Bouwwerkzaamheden met dien verstande dat bij de waardering van de Bouwwerkzaamheden rekening wordt gehouden met alle kosten die de Opdrachtgever zal hebben om de Infrastructuur zelf af te werken. De waarde van de Bouwwerkzaamheden wordt bepaald door een onafhankelijk deskundige aan te stellen door de beide partijen dan wel voor de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg. De waarde van de Bouwwerkzaamheden wordt verminderd met alle andere bewezen schade die de Opdrachtgever lijdt.
38
24.2.2 Gevolgen van beëindiging wegens Tekortkoming van de Opdrachtgever, opzegging door de Opdrachtgever Bij een beëindiging wegens een Tekortkoming of opzegging Opdrachtgever zal de Opdrachtgever de waarde verschuldigd zijn van de uitgevoerde Bouwwerkzaamheden zonder dat bij de waardering van de Bouwwerkzaamheden rekening wordt gehouden met alle kosten die de Opdrachtgever zal hebben om de Infrastructuur zelf af te werken. De waarde van de Bouwwerkzaamheden wordt bepaald door een onafhankelijk deskundige aan te stellen door de beide partijen dan wel voor de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg. De waarde van de Bouwwerkzaamheden wordt verhoogd met een redelijke winstverwachting die de Opdrachtnemer mocht hebben voor de Opdracht.
24.2.3 Gevolgen van beëindiging als gevolg van een Geval van Overmacht Bij een beëindiging wegens Overmacht zal de Opdrachtgever de waarde verschuldigd zijn van de uitgevoerde Bouwwerkzaamheden zonder dat bij de waardering van de Bouwwerkzaamheden rekening wordt gehouden met alle kosten die de Opdrachtgever zal hebben om de Infrastructuur zelf af te werken. De waarde van de Bouwwerkzaamheden wordt bepaald door een onafhankelijk deskundige aan te stellen door de beide partijen dan wel voor de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg.
24.3
Principes voor de verdeling van de aansprakelijkheid
De Opdrachtgever is, voor zover de DBf-Overeenkomst niet uitdrukkelijk het tegendeel bepaalt, niet aansprakelijk voor enig door de Opdrachtnemer geleden nadeel.
24.4
Vrijwaring door de Opdrachtnemer
De Opdrachtnemer moet de Opdrachtgever vrijwaren voor: a) aanspraken van derden op grond van een (beweerde) inbreuk van Intellectuele Eigendomsrechten met inbegrip van het recht op afbeelding bij de uitvoering van de Werkzaamheden b) aanspraken van derden op grond van Artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek,mits die aanspraken uitsluitend het gevolg zijn van Werkzaamheden tot op het ogenblik van de Voorlopige Oplevering; c) alle nadelige gevolgen van het ten aanzien van de uitvoering van de Werkzaamheden niet voldoen door de Opdrachtnemer aan de op veiligheid en arbeidsomstandigheden betrekking hebbende Regelgeving; en d) aanspraken van kabel-, leiding- of hoogspanningsnetbeheerders in verband met de uitvoering van de Werkzaamheden.
25 WIJZIGINGEN 25.1
Wijziging van de DBf-Overeenkomst
De Opdrachtgever en de Opdrachtnemer kunnen, op initiatief van één van beide partijen, uitsluitend door middel van een schriftelijke overeenkomst een Wijziging tot stand brengen. Het is de Opdrachtnemer, behoudens bij een Geval van Overmacht of op uitdrukkelijke vraag van de Opdrachtgever, niet toegestaan een voorgestelde Wijziging uit te voeren voordat beide partijen over deze Wijziging een Wijzigingscontract hebben ondertekend. 39
Een Wijziging mag niet tot gevolg hebben dat de inrichting van de Infrastructuur op enigerlei wijze in strijd is met de Regelgeving. Een Wijziging mag ook de Infrastructuur niet zodanig wijzigen dat elk direct verband met het oorspronkelijke doel van de DBf-Overeenkomst verdwijnt.
25.2
Te doorlopen procedure voor Wijzigingen 25.2.1 Verzoek tot Wijziging
Een verzoek tot Wijziging kan ofwel van de Opdrachtgever ofwel van de Opdrachtnemer uitgaan met dien verstande dat de Opdrachtnemer een Wijziging niet kan weigeren en derhalve steeds verplicht is deze uit te voeren tenzij er een wettelijk beletsel bestaat de Wijziging uit te voeren. Bij de Wijzigingen zullen de prijzen opgenomen in de meetstaat richtinggevend zijn om de vergoeding of vermindering te bepalen. In elk geval zal een wijziging marktconform moeten zijn.
25.2.2 Wijzigingsvoorstel Indien het verzoek tot Wijziging uitgaat van de Opdrachtgever, zal de Opdrachtnemer binnen 15 Werkdagen een Wijzigingsvoorstel aan de Opdrachtgever meedelen, behoudens indien de Opdrachtnemer op gemotiveerde wijze aannemelijk maakt dat hij (i) dergelijk Wijzigingsvoorstel onmogelijk binnen 15 Werkdagen kan meedelen of (ii) de voorgestelde Wijziging onmogelijk kan uitvoeren. Het Wijzigingsvoorstel moet een marktconforme prijs bevatten. Indien het verzoek tot Wijziging uitgaat van de Opdrachtnemer, zal de Opdrachtnemer het Wijzigingsvoorstel tegelijk met zijn verzoek tot Wijziging aan de Opdrachtgever meedelen. De Opdrachtnemer is gehouden het Wijzigingsvoorstel uit te voeren tegen de marktconforme prijs tenzij hij op gemotiveerde wijze aannemelijk heeft gemaakt dat hij de voorgestelde Wijziging onmogelijk kan uitvoeren. In het Wijzigingsvoorstel zal de Opdrachtnemer reeds de volgende voorlopige informatie verstrekken: i. inzicht in hoeverre de Wijziging in een vertraging van de uitvoering van de Werkzaamheden zal resulteren; en ii.
de ingeschatte en zoveel als mogelijk gestaafde grootteorde van de financiële gevolgen (positief of negatief) van de voorgestelde Wijziging op de te betalen BrutoBeschikbaarheidsvergoeding (met inbegrip van een schatting van de kosten van het opstellen en uitwerken van het Ontwerp van Wijzigingscontract).
25.2.3 Beoordeling door de Opdrachtgever De Opdrachtgever zal ieder concreet Wijzigingsvoorstel, gedaan op grond van de vorige titel, in overweging nemen. De Opdrachtgever zal de Opdrachtnemer binnen een redelijke termijn berichten of hij wel of niet met het Voorstel van Wijziging akkoord gaat. De Opdrachtgever beslist hierover op een discretionaire wijze.
25.2.4 Uitwerking van het Ontwerp van Wijzigingscontract en sluiting van het Wijzigingscontract Wanneer partijen tot een minnelijk akkoord zijn gekomen over de Wijziging en de financiële gevolgen ervan, moet de Opdrachtnemer zijn Wijzigingsvoorstel conform het bereikte akkoord (met inbegrip van de financiële gevolgen van de Wijziging) nader detailleren en uitwerken. Binnen 20 Werkdagen maakt de Opdrachtnemer het uitgewerkte voorstel, in de vorm van een Ontwerp van Wijzigingscontract, aan de Opdrachtgever over. Binnen 15 Werkdagen na ontvangst van dit ontwerp van Wijzigingscontract moet de Opdrachtgever laten weten of hij al dan niet met het uitgewerkte ontwerp van Wijzigingscontract instemt. De Wijziging zal formeel worden vastgelegd in een Wijzigingscontract. 40
25.2.5 Aansprakelijkheid naar aanleiding van een Wijziging Onverminderd de betalingsverplichting van de Opdrachtgever voortvloeiende uit het bepaalde in dit 25, is de Opdrachtgever in geen geval aansprakelijk voor enige schade of enig ander negatief gevolg van of verband houdende met (de uitvoering en het resultaat van) een Wijziging, onverminderd de overige bepalingen van de DBf-Overeenkomst.
26 INTELLECTUELE EIGENDOM Met betrekking tot intellectuele eigendom gelden de bepalingen van artikel 14 AAV. De Opdrachtgever beschikt steeds kosteloos over het recht op afbeelding.
27 OVERLEGVERGADERINGEN Tijdens de uitvoering van de Bouwwerkzaamheden zullen de Opdrachtgever en de Opdrachtnemer vanaf de Aanvangsdatum tot de Voorlopige Oplevering ten minste wekelijks, en telkens één partij hierom verzoekt, met elkaar overleggen in het kader van een Overlegvergadering. Van elke Overlegvergadering wordt door de Opdrachtnemer binnen de drie kalenderdagen een schriftelijk verslag gemaakt. Dit verslag zal in de erop volgende vergadering worden vastgesteld.
28 ESCALATIEPROCEDURE 28.1
Verzoeningscommissie
Partijen verbinden er zich toe, op verzoek van één van hen, een Verzoeningscommissie bijeen te roepen, wanneer de partijen het in de Overlegvergadering niet eens raken over een bepaald punt dat, bijgevolg, als een twistpunt wordt beschouwd. Voor de behandeling van twistpunten zal de Verzoeningscommissie worden samengesteld uit één voldoende gemandateerde vertegenwoordiger van de Opdrachtnemer en de Leidend Ambtenaar van de Opdrachtgever. De leden van de Verzoeningscommissie kunnen zich laten bijstaan door interne of externe adviseurs. Er zal in gezamenlijk overleg tussen de Opdrachtnemer en de Opdrachtgever een voorzitter worden aangeduid, die echter alleen belast is met het ontvangen en doorsturen van binnengekomen verzoeken en het samenroepen en het organiseren van de vergaderingen van de Verzoeningscommissie. De Verzoeningscommissie wordt samengeroepen door een schriftelijk gemotiveerd en gedocumenteerd verzoek aan de voorzitter van de Verzoeningscommissie door één van de vertegenwoordigers van de partijen. De Voorzitter zal binnen de vijf (5) Werkdagen na ontvangst van het verzoek de contactpersoon van de andere partij hiervan inlichten en hen een kopie van het verzoek alsook van het dossier meedelen. De Verzoeningscommissie zal zo spoedig mogelijk, en ten laatste binnen de vijf (5) Werkdagen nadat de andere partij in kennis is gesteld van het verzoek, samenkomen om van het verzoek kennis te nemen. De partij die een verzoek heeft ingediend legt ten laatste op de eerste samenkomst van de Verzoeningscommissie een voorstel van schriftelijk akkoord over, dat samen met het dossier houdende motivering, als basis voor de onderhandelingen aangaande het twistpunt zal dienen. Indien binnen de Verzoeningscommissie tot een akkoord wordt gekomen, zal dit door partijen schriftelijk worden vastgesteld. Dergelijk akkoord zal de partijen binden. Bij gebreke aan oplossing binnen de Verzoeningscommissie binnen een termijn van tien (10) werkdagen na de eerste samenkomst van de Verzoeningscommissie kan de meest gerede partij bij de bevoegde rechtbank een procedure overeenkomstig 34 (Bevoegde rechtbanken) inleiden. 41
28.2
Beroep op een ad hoc expert
De leden van de Verzoeningscommissie kunnen in onderling akkoord beslissen om het verzoek aan een ad hoc aangestelde onafhankelijke expert voor te leggen. Deze expert zal na onderzoek een nietbindend voorstel van oplossing voor het twistpunt aan de Verzoeningscommissie richten behoudens indien dit Bestek uitdrukkelijk anders bepaalt. De Verzoeningscommissie zal dan in onderling akkoord kunnen beslissen om de oplossing van de expert aan te nemen of om een andere minnelijke oplossing aan te nemen, óf vaststellen dat de partijen van mening blijven verschillen (zodat de meest gerede partij alsnog een vordering in rechte kan instellen). De kosten voor de expert ad hoc worden gedragen door de Opdrachtgever en de Opdrachtnemer elk voor de helft.
29 OVERDRACHT VAN DE OVEREENKOMST 29.1
Samenstelling van de combinatie
Bij faillissement van één van de Verplicht Betrokken Partijen, vereffening of ontbinding van deze partij volgens de op deze partij toepasselijke nationale wetgevingen en reglementeringen, zal de Opdrachtnemer niet automatisch ophouden te bestaan. Indien deze situatie zich voordoet, zal met betrekking tot de activa en passiva van de Opdrachtnemer worden vastgesteld dat: de goederen en rechten die in mede-eigendom gehouden worden, zullen eigendom blijven van de andere leden van de Opdrachtnemer;
alle rechten en plichten van de Opdrachtnemer zullen verworven zijn en verder gedragen worden door de overige/nieuwe leden van de Opdrachtnemer.
In dat geval zullen de andere Verplicht Betrokken Partijen aan de Opdrachtgever, onmiddellijk en uiterlijk binnen verloop van vijftien (15) kalenderdagen na het ontstaan van de situatie of de vaststelling ervan, een gemotiveerd voorstel doen ter vervanging van dat lid door één of meer gelijkwaardige vervanger(s) die over dezelfde eigenschappen en kwaliteiten beschikken. Hiermee kan ook de vervanging van de taken van dit lid door een ander lid van de combinatie worden gelijkgesteld. Elk voorstel tot vervanging van een lid van de combinatie zal, in geval van faillissement van één lid van de combinatie of elke daarmee gelijkgestelde situatie zoals vereffening, gerechtelijke reorganisatie of ontbinding van dit lid volgens de op dat lid toepasselijke nationale wetgevingen en reglementeringen door de Opdrachtgever te goeder trouw worden onderzocht, met dien verstande dat het voorstel en de voorgestelde vervanger(s) alle mogelijke garanties dienen te bieden inzake de persoonlijke staat (afwezigheid van uitsluitinggronden), de economische en financiële draagkracht, alsook in zake technische en organisatorische bekwaamheid en relevante ervaring met vergelijkbare projecten, en dit zowel voor de vervanger(s) afzonderlijk als de combinatie in zijn nieuwe samenstelling. De uiteindelijke vervanging van het gefailleerde of zich in een daarmee gelijkgestelde situatie bevindend lid dient door de Opdrachtgever altijd uitdrukkelijk en schriftelijk te worden goedgekeurd en dit binnen verloop van dertig (30) kalenderdagen. Indien binnen deze termijn geen uitdrukkelijke aanvaarding van de vervanging van de taken van het betrokken lid is geschied, zal deze vervanging van taken en het desgevallend voorgestelde nieuwe lid geacht worden niet aanvaard te zijn. Het zal een lid van de combinatie niet zijn toegelaten zich uit de combinatie terug te trekken en zich door een of meerdere derden te laten vervangen, en de combinatie mag niet met derden worden uitgebreid, tenzij met de uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Opdrachtgever waarbij de Opdrachtgever zal onderzoeken of deze derden alle mogelijke garanties bieden in zake de persoonlijke staat (afwezigheid van uitsluitinggronden) van elk van deze derden afzonderlijk, en van de economische en financiële draagkracht, alsook inzake technische bekwaamheid van de nieuw samengestelde combinatie in zijn geheel, teneinde de verdere uitvoering van de Opdracht tegen de daarin bepaalde 42
voorwaarden te garanderen. Hiermee kan ook de vervanging van de taken van dit lid door een ander lid van de combinatie worden gelijkgesteld. In het in deze alinea beschreven geval is de Opdrachtgever tevens zonder meer gerechtigd zijn goedkeuring te weigeren, indien blijkt dat de voorgestelde derde(n), of met deze derde(n) verbonden of geassocieerde vennootschappen, eerder zelf rechtstreeks of onrechtstreeks aan de gunningsprocedure hebben deelgenomen. De Opdrachtgever zal echter zijn voorafgaande schriftelijke goedkeuring ten aanzien van een wijziging van de samenstelling van de combinatie, bijvoorbeeld ingevolge de vervanging van een lid, niet weigeren indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: - De voorgestelde wijziging is niet onwettig - De beoogde wijziging werd reeds aangekondigd in de offerte - De persoon uit de combinatie op wie de wijziging betrekking heeft en de gebeurlijke vervanger van een uitgetreden persoon is onderworpen aan de wetgeving van een lidstaat van de Europese Unie én biedt dezelfde waarborgen naar financiële draagkracht en technische bekwaamheid
29.2
Wijziging
controle
van
de
Opdrachtnemer Elke wijziging van de (ultieme) controle over en/of het aandeelhouderschap van de Opdrachtnemer, met inbegrip van, doch niet beperkt tot, een overdracht, inbreng of omruiling van aandelen, een overdracht of inbreng van een bedrijfstak of een algemeenheid van goederen, fusies, splitsingen, opslorpingen, liquidaties, vereffeningen of soortgelijke verrichtingen, is onderworpen aan de uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Opdrachtgever. De Opdrachtgever zal zijn voorafgaandelijke goedkeuring niet weigeren indien voldaan wordt aan al de volgende voorwaarden: (a) de overdracht is niet onwettig; (b) de persoon aan wie wordt overgedragen betreft een persoon onderworpen aan de wetgeving van lidstaat van de Europese Unie én biedt dezelfde waarborgen naar financiële draagkracht en technische bekwaamheid.
29.3
Overdracht door de Opdrachtgever
De Opdrachtgever is noch gerechtigd om de bestemming van de Infrastructuur te wijzigen noch om de rechten en verplichtingen uit de DBf-Overeenkomst aan een derde over te dragen zonder voorafgaand en uitdrukkelijk akkoord van de Opdrachtnemer. Deze laatste kan zijn akkoord niet weigeren indien zijn verbintenissen en risico’s onder de DBf-Overeenkomst niet verzwaard worden.
30 CONTRACTUELE VERHOUDING TUSSEN DE PARTIJEN 30.1
Contractuele verhouding tussen de partijen
Het Bestek aangevuld met de Offerte omvatten de gehele DBf-Overeenkomst en alle afspraken tussen de partijen gemaakt en treedt in de plaats van alle (mogelijke) eerdere afspraken tussen partijen terzake. Bij tegenstrijdigheden tussen het Bestek en de Offerte primeert het Bestek.
43
30.2
Aard van de verbintenissen
Behoudens uitdrukkelijke afwijking, zijn de verplichtingen van de Opdrachtnemer bij de uitvoering van de DBf-Overeenkomst resultaatsverbintenissen. De bepalingen met betrekking tot de te halen resultaten hebben steeds voorrang op de eventuele bepalingen met betrekking tot de hiertoe aan te wenden middelen. De Opdrachtnemer verbindt er zich toe zijn verbintenissen uit te voeren in overeenstemming met de bepalingen van de DBf-Overeenkomst en de regels van goed vakmanschap.
31 DOORWERKING VAN CLAUSULES BIJ BEËINDIGING Zelfs na de beëindiging van de DBf-Overeenkomst, zullen de bepalingen van 24 (Beëindiging en nietnakoming), , 26 (Intellectuele Eigendom), 34 (Bevoegde rechtbanken) nog steeds worden geacht van kracht te blijven en uitwerking te hebben.
32 TOEPASSELIJK RECHT Op de DBf-Overeenkomst is het Belgisch recht van toepassing.
33 NIETIGHEID Indien een bepaling van de DBf-Overeenkomst in enige mate als nietig, vernietigbaar, onwettig of anderszins niet-bindend moet worden beschouwd, zal deze bepaling, voor zover nodig, uit de DBfOvereenkomst worden verwijderd en worden vervangen door een bepaling die wel bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel als mogelijk benadert. De overige bepalingen van de DBf-Overeenkomst blijven onverminderd van kracht.
34 BEVOEGDE RECHTBANKEN Ieder verzoek dat niet is opgelost geraakt op basis van de in Artikel 28 bedoelde procedure, zal desgevallend kunnen worden gebracht voor de rechtscolleges van het arrondissement waar de Infrastructuur is gelegen. De taal van de rechtspleging is het Nederlands. De Opdrachtnemer zal op eerste verzoek van de Opdrachtgever vrijwillig tussenkomen in elk geding of elke procedure dat met betrekking tot het Project aanhangig zou worden gemaakt tegen de Opdrachtgever, en zulks ongeacht voor welke rechtbank dit geschiedt.
44
DEEL III – BIJLAGEN De volgende Bijlagen worden aan dit Bestek toegevoegd:
1.
OFFERTEFORMULIER
2.
OUTPUTSPECIFICATIES
3.
NOTA MET BETREKKING TOT DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
4.
NOTA OVER DE ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN
5.
VERSTREKTE GEGEVENS
6.
VERZEKERINGEN
7.
STRUCTUUR VAN DE MEETSTAAT
8.
ADVIES TOEGANKELIJKHEIDSBUREAU
9.
ACHTERGRONDNOTA
10.
LEESWIJZE OS-MODEL EN HANDLEIDING RELATIES
45
BIJLAGE 1 – OFFERTEFORMULIER De Verplichte Betrokken Partijen zijn : Architect: Aannemer (s): Financier: Zoals verder nader omschreven. Die optreedt voor ofwel a) een projectvennootschap in oprichting ofwel b) een bestaande vennootschap , die nadien zal optreden als Opdrachtnemer, zijnde …….. Dient een offerte in voor de overheidsopdracht van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het ontwerp, de bouw en de prefinanciering van het multifunctioneel nieuwbouwproject Pieter en Pauwel aan de Sint-Pieter en Pauwelstraat te 1120 Brussel, Neder-over-Heembeek; bestek nr. GCHPP1101.05. …… Aanvaarden onvoorwaardelijk de bepalingen van het Bestek. De Offerte wordt ingediend voor de forfaitaire Prijs van ………………………………………………….EUR, inclusief BTW zoals bepaald in de bijgevoegde meetstaat.
DATUM: HANDTEKENINGEN VERPLICHT BETROKKEN PARTIJEN EN OPDRACHTNEMER: + Bewijs van Handtekeningsbevoegdheid.
46
BIJLAGE 2 – OUTPUTSPECIFICATIES A.
INFORMATIE OVER DE TOTSTANDKOMING (louter informatief)
Het project ‘Pieter en Pauwel’ is een multifunctioneel nieuwbouwproject dat zal bestaan uit een gemeenschapscentrum voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie, een filiaal van de hoofdstedelijke bibliotheek Brussel en een lokaal dienstencentrum (met geïntegreerde ADL-centrale) en dagverzorgingscentrum voor ADO Icarus vzw. Alle outputspecificaties kwamen tot stand in nauwe interactie met deze toekomstige gebruikers. In bijlage 9 worden deze partijen en hun individueel programma verder toegelicht. Eerste stap bij de opmaak van de outputspecificaties was het bezoeken van enkele referentieprojecten. Gezien het specifiek karakter van een dagverzorgingscentrum was vooral het bezoek aan een vergelijkbaar project in Steenokkerzeel-Melsbroek inspirerend. In het verdere traject werd deze referentie ook als uitgangspunt genomen voor het benoemen van alle ruimtes, de onderlinge relaties, eisen en afwerking. Het programma van het lokaal dienstencentrum (inclusief ADL-centrale) en het gemeenschapscentrum lopen meer in elkaar over. Hierbij werd gezocht naar een maximale synergie door zowel enkele lokalen samen te voegen (vb. sanitair, serverlokaal) maar ook een aantal lokalen zodanig uit te rusten dat ze door beide partijen bruikbaar zijn (vb. keuken). Nu is het zo voorzien dat het gelijkvloerse programma (ontmoetingsruimte lokaal dienstencentrum (LDC), polyvalente ruimte gemeenschapscentrum (GC) met elkaar verbonden worden door een aantrekkelijke ontvangstzone inclusief de bijhorende foyerzone. De ateliers en leslokalen worden bij voorkeur gebundeld op een verdieping. Naast het zoeken naar welke lokalen nodig zijn en hun samenhang, werden ook 2 sessies georganiseerd omtrent de technieken. Hiervoor werden de technische oplossingen van een vergelijkbaar project, dat klassiek zal worden gebouwd, outputgericht geformuleerd. Deze link met dit referentieproject maakt dat zowel het realiteitsgehalte als de haalbaarheid van deze eisen concreet zijn afgetoetst. Deze eisen zijn, enkele uitzonderingen niet te nagesproken, vooral geformuleerd op gebouwniveau. Bij de opmaak van deze outputspecificaties bleek elke partij heel wat belang te hechten aan de toegankelijkheid voor mensen met een fysische beperking. Daarom werd tijdens de opmaak van deze outputspecificaties ook beslist een outputgericht advies in te winnen bij de vzw Toegankelijkheidsbureau. Dit rapport maakt dan ook integraal deel uit van deze outputspecificaties. Bovendien vormt dit een mooie aanvulling op het OS-model dat toch vooral focust op de hoofdlijnen en minder uitspraken doet over minimale breedtes, details bij afwerking,….. De Opdrachtgever voorziet de omzetting van de Outputspecificaties naar een plan uitdrukkelijk als een taak voor de architect van de inschrijver. Op dit vlak is alvast de hoop dat bij het samenbrengen van deze puzzel een aantal verrassende ontwerpkeuzes worden gemaakt. Desalniettemin is het duidelijk dat de ontwerpvrijheid vooral bestaat uit het ruimtelijk omzetten van dit uitgewerkt programma in de Outputspecificaties. Dezelfde redenering geldt ook voor de gekozen technieken en afwerking van dit gebouw. Ook daar staat de Opdrachtgever open voor eigen keuze bij de inschrijver. Ook daar mogen echter niet van bepaalde minimale eisen worden afgeweken zoals verder wordt aangegeven.
B.
OS-MODEL (richtinggevend)
De outputspecificaties zijn verwerkt in een relationele database, met name Relatics. Centraal hierbij staat een ruimteboom waar alle te voorzien ruimtes zijn in opgenomen. Naast de omschrijving van de ruimte wordt ook aangegeven waarvoor elke ruimte dient (welke functie die ruimte heeft) evenals welke relaties die ruimte heeft met de andere ruimtes. Bovendien worden per ruimte eisen, uitrusting en afwerking vooropgesteld. In tegenstelling tot een excell is het mogelijk dit model multidimensionaal te raadplegen. Naast de ruimtes kan ook worden gezocht op de eisen of de uitrustingsobjecten. 47
Het relatics-model is beveiligd en werkt met individuele licenties. Om de inschrijvers toch een idee te geven over de opbouw van dit model, wordt in het kader van het gunningsbestek een html-versie van dit model, welke enkel kan worden gelezen, ter beschikking gesteld vanaf 14 augustus 2013. De link naar deze html-versie zal aan de inschrijvers worden gegeven op de toelichtingsvergadering van 13 augustus 2013. Grote voordeel is dat daarvoor geen individuele licenties nodig zijn. Meer info is terug te vinden in: -
Bijlage 10: handleiding relaties (hoe werkt een model ontwikkeld onder Relatics) Bijlage 10: leeswijzer OS-model PPC (hoe is dit specifieke model opgebouwd
De eisen opgelegd in het OS-model zijn in beginsel richtinggevend; dwz dat de Gegadigde hiervan op een gemotiveerde wijze kan afwijken. Deze afwijking moet duidelijk worden aangegeven. Niettemin worden onder C een aantal bindende eisen bepaald waaraan de Offerte verplicht moet voldoen. Papieren versie in het kader van een bestek kan niet louter worden verwezen naar een IT-model. Vandaar dat ook een aantal prints vanuit het OS-model in dit bestek zijn opgenomen met name: -
ruimtes o onbebouwde deel van het perceel: hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de ruimte voor, langs en achter het gebouw o het geheel van het gebouw (inclusief al zijn binnenruimtes) o de individuele lokalen (ruimtes genoemd) in het gebouw o zones: onderdeel van sommige buiten- als binnenruimtes
-
definiëring o algemene definities rond eigenaar, beheerder,… o alle eisen o inrichtingen/afwerkingen
Alle info uit het OS-model werd in deze papieren versie opgenomen. Op die manier kan nooit tegenspraak ontstaan tussen de papieren en digitale versie. Enige wat het digitale model extra doet is het ‘dynamiseren’ van alle info uit het OS-model.
48
PRINTS VAN HET OS-MODEL. (nog toe te voegen)
49
Advies toegankelijkheidsbureau vzw Dit rapport (Bijlage 8) maakt integraal deel uit van deze Outputspecificaties. Bovendien vormt dit een aanvulling op het OS-model dat toch vooral focust op de hoofdlijnen en minder uitspraken doet over minimale breedtes, details bij afwerking,…..
C. BINDENDE BEPALINGEN BINNEN DE OUTPUTSPECIFICATIES De volgende bepalingen zijn bindend. Dit houdt in dat de Offerte van de Gegadigde hieraan verplicht moet voldoen. C.1.
Wettelijke bepalingen
De Infrastructuur moet verplicht voldoen aan alle wettelijke bepalingen die gelden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met in begrip van de stedenbouwkundige, milieurechtelijke en veiligheidsvoorschriften (w.o. brandweer) die gelden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waaronder: De EPB-reglementering van toepassing in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het E- en K-peil van toepassing in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het gevraagde type moet worden behaald. Dit moet aangetoond worden in de Offerte. Het ontwerp dient te voldoen aan specifieke regelgeving vanuit de BIM: - Regenputten volgens opgegeven dimensionering - Fietsenstallingen zijn overdekt; - Groendak indien dak niet toegankelijk en > 100m2; C.2. Bouwbudget De Prijs mag maximaal 3.350.000 Euro inclusief 21% BTW bedragen. C.3. Ruimtes De ruimtes zoals gedefinieerd in het Os-model zijn bindend en moeten verplicht allen worden voorzien. Hiervan kan enkel worden afgeweken indien uitdrukkelijk hieronder bepaald, zijnde: - Keuken LDC : het afwasgedeelte en berging al of niet in eigen ruimte; - Sanitiar gelijkvloers, verdieping en LDC: die ruimtes zijn zo goed als tot op het niveau van elk individueel toilet uitgewerkt mogen wijzigen voor zover het voorziene aantal toiletten op elk van deze 3 plaatsen niet wijzigt De 3 initiatiefnemers (VGC, Vzw Ado Icarus en Stad Brussel) opteren duidelijk voor één gebouw. Hierbij kan de vergelijking worden gemaakt met een appartementsgebouw: Bij oplevering worden zij eigenaar van hun eigen lokalen, evenals medeëigenaar van de gemeenschappelijke delen. Deze verdeelsleutel zal worden bepaald door de verhouding van de eigen ruimtes ten opzichte van alle privatieve ruimtes. Uitgangspunt is dat de ruimtes voor de interne organisatie onderdeel vormen van de gemeenschappelijke ruimtes. Dit zijn alle ruimtes ten behoeve van: de circulatie (trappen, lift, gangen, inkomstruimte); het sanitair voor bezoekers, kleedkamers voor personeel, EHBO-lokaal voor personeel; alle ruimtes voor de technieken; server- en kopieerruimte; alle buiten ruimtes Uitzondering vormt hierbij wel het dagverzorgingscentrum welke eigenaar wordt van zijn eigen sanitair, circulatieruimte en buitenterras. Bij de ruimtefiches aanwezig in het OS-model is ook aangegeven of een ruimte zich op het gelijkvloers of verdieping bevindt. Met verdieping wordt zowel een mogelijke kelder, 1ste, 2de en mogelijke 3de of 4de verdieping bedoeld. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen verplicht, voorkeur of vrije keuze. De ruimtes die verplicht op het gelijkvloers of verdieping moeten komen moeten ook zo voorzien worden. De inplanting van de overige ruimtes wordt overgelaten aan de Gegadigde. 50
Inde ruimtefiches worden ook aangegeven welke ruimtes in elkaars buurt moeten voorzien worden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een directe en nabije relatie. De verplichte relaties dienen zodanig te zijn dat via maximum 1 andere ruimte tussen beide ruimtes kan worden gegaan. In de ruimtefiches wordt ook telkens een oppervlakte (te meten tussen de muren) opgegeven. Een minimum oppervlakte is een verplichte eis. Van een indicatieve oppervlakte mag worden afgeweken, mits: - Deze ruimtes onderdeel vormen van de gemeenschappelijke delen en geschikt blijven voor de vooropgestelde functie; - Indien deze eigendom worden van een van de 3 partijen: o Indicatieve oppervlakte > 20m2: deze ruimte met niet meer dan 10% verkleint; o Indicatieve oppervlakte <= 20m2: deze ruimte met niet meer dan 30% verkleint én geschikt blijft voor de vooropgestelde functie Er dient verplicht te worden gewerkt met 1 officiële aansluiting voor gas, water, data en elektriciteit voor het ganse gebouw. Voor elke eigenaar (VGC, VZW Ado Icarus en Stad Brussel) dient verplicht een tussenteller te worden voorzien, evenals een extra tussenteller voor de conciërgewoning. Gezien dit gebouw evenals de conciërgewoning valt als werkplek dient dit aan de ARAB te voldoen. Deze conciërgewoning kent een normale afwerking inclusief vloerbekleding, uitgeruste keuken (inclusief vaatwas), badkamer met toilet (in functie van gebruik door rolstoelgebruikers en 2 slaapkamers. Met betrekking tot de conciërgewoning wordt verwezen naar de VMSW-regelgeving waarbij deze woning geschikt moet zijn voor een bezoeker in een rolstoel. In het geval de conciërge zelf in een rolstoel zou zitten, zal de woning worden aangepast. C.4. Welzijnsvoorzieningen Voor het welzijnsprogramma, zijnde het lokaal dienstencentrum en dagverzorgingscentrum gelden volgende minimale eisen: - Alle ruimtes welke eigendom worden van het lokaal dienstencentrum en dagverzorgingscentrum dienen minstens te voldoen aan zowel alle verplichte en de minimale vrij te kiezen duurzaamheidscriteria vanuit VIPA zoals vastgelegd in bijlage 4 (voorzieningen voor bejaarden en voorzieningen in de thuiszorg). - Alle ruimtes van het lokaal dienstencentrum dienen een aangesloten geheel te vormen: de lokalen welke op de verdieping zouden voorzien worden (vb. vormingslokaal) dienen vlakbij het trappenhuis 1 en de lift ingeplant te worden; - Dagverzorgingscentrum o Besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 2009 (het stambesluit) o De buitenterras dient een visuele relatie te hebben met de zijdelingse ontsluitingsweg of voorkant gebouw (in functie van evacuatie brandweer)
51
BIJLAGE 3 - NOTA MET BETREKKING TOT DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Bestemming: Volgens het Gewestelijk Bestemmingsplan bevindt het perceel zich in een zone voor voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten. Dit betekent dat de algemene stedenbouwkundige regels zoals vastgelegd in de gewestelijke stedenbouwkundige verordening (BS 19.12.2006) van toepassing zijn. 8. Gebieden voor voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten 8.1. Die gebieden zijn bestemd voor de voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten, alsmede voor de woningen die er de gebruikelijke aanvulling van zijn en erbij behoren. 8.2. Mits speciale regelen van openbaarmaking worden toegepast, kunnen die gebieden bestemd worden voor huisvesting en voor doorgaans kleine handelszaken die de gebruikelijke aanvulling zijn van en behoren bij die gebieden. 8.3. De stedenbouwkundige kenmerken van de bouwwerken en installaties stemmen overeen met het omliggend stedelijk kader ; wijzigingen eraan zijn onderworpen aan de speciale regelen van openbaarmaking. De naaste omgeving van de bouwwerken en installaties van de voorzieningen van collectief belang draagt bij tot de totstandkoming van het groen netwerk. Mits behoorlijke motivering wegens economische en sociale redenen en mits opmaak van een bijzonder bestemmingsplan kunnen deze gebieden genieten van de bijzondere voorschriften toepasbaar in sterk gemengd gebied. Op 23/05/2013 was een overleg met de bevoegde stedenbouwkundig ambtenaar van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Uitgangspunt hierbij was alle voor dit project noodzakelijke vergunningen begin 2014 in te dienen. Uit dit overleg kwamen volgende belangrijkste aandachtspunten naar voor: - nieuwe wetgeving (COBRASSE) van toepassing: inhoudelijk echter niet zoveel verschillend met vorige wetgeving voor zover de vergunning voor 1/1/2015 wordt ingediend (is hier het geval); - gabariet moet aansluiten met de bestaande gebouwen; - de (theoretische) bouwdiepte is ¾ van de perceelsdiepte; - indien aan de linkerbuur wordt aangebouwd dient ingeval dieper wordt gebouwd de nieuwbouw eenmaal voorbij deze gevel minstens 3 meter in te springen; - bij de vergunning zal ook een rapport van de brandweer moeten worden toegevoegd. Achteraan op dit perceel bevinden zich naast kleinere boompjes/struiken een 2-tal berken. Op de perceelgrens staat ook een notelaar. Deze bomen worden bij voorkeur behouden. De stedenbouwkundige ambtenaar zal geen rechtstreeks vragen beantwoorden van de inschrijvers. Zij zal wel betrokken worden bij de beoordeling van de voorstellen. Mobiliteit In het kader van de opmaak van de outputspecificaties gebeurde ook een beperkt mobiliteitsonderzoek. Tussentijdse conclusies van dit onderzoek waren: - Het multifunctioneel nieuwbouwproject ‘Pieter en Pauwel’ is als Vlaamse gemeenschapsvoorziening verkeerskundig ideaal gesitueerd door zijn ligging in het centrum van de kern van Neder-over-Heembeek; - De recente inrichting van Peter Benoitplein als verblijfgebied binnen een ruimere zone 30 is gunstig voor voetgangers en fietsers en zorgt voor een aangepast rijgedrag van de automobilisten. - Het valt echter niet te vermijden dat het project ook autoverkeer zal aantrekken. Normaliter zijn 52
-
er voldoende vrije parkeerplaatsen op en rond het Peter Benoitplein, Het multifunctioneel nieuwbouwproject ‘Pieter en Pauwel’ is als Vlaamse gemeenschapsvoorziening verkeerskundig ideaal gesitueerd door zijn ligging in het centrum van de kern van Neder-over-Heembeek; Er dient ook algemeen sterk te worden ingezet op de meer duurzame vervoermiddelen (te voet, openbaar vervoer en de fiets) om het project te bereiken. Om het fietsgebruik te stimuleren zijn overdekte fietsstalplaatsen absoluut noodzakelijk. Uit de ontvangen informatie zou er best een (overdekte) fietsparking voor minimum 50 fietsen worden voorzien, waarvan een 30-tal op het perceel (en binnen Dbf-opdracht. De rest zal worden voorzien op het openbaar domein (buiten Dbf-opdracht).
In samenspraak met de verschillende gebruikers werd geopteerd maar een dertigtal overdekte fietsenstellingen te voorzien binnen het project. Voor de overige fietsenstallingen zal worden gevraagd aan de stad Brussel deze te voorzien op het openbare domein. Daarnaast zal ook worden gevraagd om in de onmiddellijke buurt 2 parkeerplaatsen voor mindervaliden te voorzien, evenals de borduren te verlagen waar nodig. Wettelijk dient dit in het project 1 parkeerplaats te worden voorzien, met name voor de conciërgewoning. Ook vraagt ADO Icarus een parkeerplaats voor het overdag stallen van een mindervalidenbus. Brandweer: De algemene brandnormen (laatst gewijzigd bij KB van 12 juli 2012) en titel 13 van de agglomeratie Brussel betreffende lokalen toegankelijk voor het publiek zijn van toepassing. Bij een eerste oriënterend gesprek kwamen volgende aandachtspunten naar voor: - 2 trappenhuizen voldoende ver uit elkaar te voorzien, te compartimenteren; - op basis van programma lijkt een keuze voor laagbouw (hoogte bovenste vloerniveau <10m) aangewezen, doch deze keuze zal uiteindelijk door de kandidaat gemaakt worden; - absoluut vermijden dat brandweer op het terrein moet: als dit niet anders kan moet zijdelingse toegangsweg minstens 6 meter zijn of dient op mogelijkheid te worden voorzien om op perceel te draaien (draaicirkel van 15 meter): oplosbaar door evacutie zoveel mogelijk richting straat of zijdelingse toegangsweg te voorzien en gebouw niet te diep te laten komen; lift met eigen generator (voorstel vanuit toegankelijkheidsbureau) is streng en zou eventueel kunnen worden vervangen door de terras van het DVC in zichtrelatie te stellen met de zijdelingse toegangsweg. Ingeval van brand zorgt een visueel contact voor kalmte, en in uiterste nood kan via een ladderwagen op straat eventueel worden geëvacueerd.
53
BIJLAGE 4 – ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN Deze Bijlage bevat een overzicht van de bepalingen van de AAV en de toepasselijkheid ervan op de voorliggende Opdracht. Voor alle artikelen van de AAV wordt precies aangegeven of de bepaling van de AAV werden overgenomen, werden gewijzigd of werden vervangen, samen met de gebeurlijk vereiste uitdrukkelijke motivering hiervoor. De Opdracht betreft een overeenkomst voor werken gecombineerd met een belangrijk luik diensten. Aangezien de werken echter het belangrijkste onderdeel betreffen, zijn de bepalingen van de AAV die betrekking hebben op werken van toepassing.
HOOFDSTUK I. Gemeenschappelijke bepalingen Afdeling 1. Leiding van en toezicht op de uitvoering Deze afdeling (artt. 1-3 AAV) is van toepassing op de Opdracht. De Leidend Ambtenaar beschikt over de volheid van bevoegdheid voorzien in de betreffende bepalingen van de AAV.
Afdeling 2. Technische specificaties – Plannen, documenten en voorwerpen Artikel 4 AAV is niet van toepassing aangezien de Opdrachtnemer in staat voor het ontwerp. Afdeling 3. Regels betreffende de borgtocht De artikelen 5 tot 9 van de AAV worden vervangen door het bepaalde in het Bestek met betrekking tot de Aanvangsgarantie. Deze afwijking wordt gemotiveerd door de geïntegreerde opdracht waarbij de private partner gedurende lange termijn bij de Opdracht betrokken blijft.
Afdeling 4. Derden Artikel 10 AAV is van toepassing op de Opdracht.
Afdeling 5. Meerdere opdrachten gegund aan dezelfde aannemer Artikel 11 is van toepassing op de Opdracht.
Afdeling 6. Keuringen Artikel 12 AAV is niet van toepassing op de Opdracht. Deze afwijking wordt gemotiveerd door het feit dat de Opdracht een geïntegreerde opdracht betreft waarbij de private partner het volledige risico draagt tot aan de Voorlopige Oplevering. De keuringen zijn dan ook niet noodzakelijk. Dit artikel heeft geen betrekking op de wettelijke keuringen (bijv. elektriciteit, …) die verplicht blijven in hoofde van de Opdrachtnemer.
Afdeling 7. Prijsherziening Artikel 13 AAV is van toepassing zoals nader bepaald in het Bestek in artikel 21.
Afdeling 8. Intellectuele rechten Artikel 14 is van toepassing op de opdracht.
Afdeling 9. Betalingen Artikel 15 is beperkt van toepassing op deze Overeenkomst, namelijk voor zover artikel 18 er uitdrukkelijk naar verwijst. Voor de betaling van de verschuldigde vergoedingen in het kader van het Project wordt een specifiek mechanisme uitgewerkt, dat afwijkt van artikel 15 AAV. Dit mechanisme beantwoordt aan de specifieke eisen, noden, karakteristieken en risico- en taakverdeling van de DBf-opdracht. Dit mechanisme houdt daarenboven rekening met het geïntegreerd karakter van de opdracht, waarbij de Opdrachtnemer 54
eveneens moet instaan voor de financiering van het Project. De betaling van de vergoedingen door de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer moet kunnen worden afgestemd op de naleving van de Beschikbaarheid gemeten aan de hand van de Outputspecificatie.
Afdeling 10. Klachten en verzoeken Artikel 16 AAV is niet van toepassing en wordt vervangen door artikel 19 ev van het Bestek. Er wordt een specifiek mechanisme voor klachten en verzoeken uitgewerkt dat afwijkt van artikel 16 AAV. Dit is noodzakelijk omwille van de specifieke noden en karakteristieken van een DBf-opdracht en de daarbij horende taakverdeling en verantwoordelijkheden en rekening houdend met de constructieve en langdurige samenwerking waarin de Opdrachtgever en de Opdrachtnemer het Project dienen te realiseren. Het is inderdaad essentieel voor beide partijen, en eigen aan DBf-contracten, dat de kernprestaties en risicoverdeling vastliggen en dat de geldstromen voorspelbaar zijn.
Afdeling 11. Teruggave van boeten wegens laattijdige uitvoering Artikel 17 is niet van toepassing op de Opdracht. Van artikel 17 AAV wordt afgeweken omwille van de specifieke kenmerken van een DBf-overeenkomst, de kernverplichtingen van de Opdrachtnemer en de Opdrachtgever en de beoogde langdurige en constructieve samenwerking tussen de partijen. De teruggave van boeten staat haaks op de principes van een DBf-contract. Een specifiek mechanisme van geschillenbeslechting wordt voorzien, zodat mogelijke geschillen tussen de partijen zo efficiënt en effectief mogelijk kunnen worden opgelost.
Afdeling 12. Rechtsvorderingen en termijnen Artikel 18 AAV is niet van toepassing en wordt vervangen door artikel 28 ev van het Bestek . Met het oog op een constructieve samenwerking is een bijzonder systeem van geschillenbeslechting uitgewerkt, dat afwijkt van artikel 18 AAV.
Afdeling 13. Einde van de opdracht – Sancties – Beroepsmogelijkheden Onderafdeling 1. Opleveringen en waarborgtermijnen Artikel 19 AAV is niet van toepassing op deze Opdracht en wordt vervangen door de artikelen 13 en 14 van het bestek.
Onderafdeling 2. Middelen van optreden van de aanbestedende overheid Artikel 20 AAV is van toepassing doch met uitzondering van artikel 20, §5 en §7. Deze bepalingen passen niet geheel in het DBf-mechanisme.
55
Onderafdeling 3. Verbreking Artikel 21 AAV is niet van toepassing op deze Opdracht doch wordt vervangen door artikel 24 van het Bestek. De Overeenkomst voorziet in specifieke beëindigingsmodaliteiten voor voortijdige beëindiging, onder meer in geval van tekortkoming van de Opdrachtnemer of andere Bijzondere Omstandigheden. De aard van de opdracht en de wijze van risicoverdeling tussen de partijen bij een dergelijke langdurige samenwerking in het kader van een geïntegreerde DBf-opdracht verantwoordt de voorziene afwijking van artikel 21 AAV.
Onderafdeling 4. Afspraken Artikel 22 AAV is van toepassing.
Onderafdeling 5. Beroep op het Hoog Comité van Toezicht Artikel 23 AAV is niet van toepassing op de Opdracht.
HOOFDSTUK II. BIJZONDERE BEPALINGEN Afdeling 1. Opdrachten voor aanneming van werken en concessies van openbare werken Onderafdeling 1. Prijsbepaling Artikel 24 AAV is niet van toepassing en wordt vervangen door het betalingsmechanisme voorzien in artikel 16 ev. van het Bestek. Artikel 25 AAV is wel van toepassing.
Onderafdeling 2. Leiding van en toezicht op de werken Artikel 26 AAV is van toepassing.
Onderafdeling 3. Keuring Artikel 27 AVV is niet van toepassing op deze Opdracht en wordt vervangen door onder andere de artikelen 13, 14 en 15 van het Bestek.
Onderafdeling 4. Verloop van de werken Artikel 28 is niet van toepassing. De artikelen 29 tot 34 zijn wel van toepassing.
Onderafdeling 5. Personeel van de aanneming De artikelen 35 en 36 zijn van toepassing op de Opdracht.
Onderafdeling 6. Dagboek van de werken Het artikel 37 is van toepassing op de Opdracht. Er moet dan ook een dagboek der werken worden bijgehouden.
Onderafdeling 7. Aansprakelijkheid van de aannemer Artikel 38 is niet van toepassing en wordt vervangen door de Bijlage 6 bij het Bestek. Artikel 39 is niet van toepassing. Artikelen 40 tot 41 zijn van toepassing. 56
Onderafdeling 8. Wijzigingen aan de opdracht Artikel 42 is niet van toepassing en wordt vervangen door het artikel 25 van het Bestek.
Onderafdeling 9. Einde van de opdracht De artikelen 43 en 44 zijn niet van toepassing en worden vervangen door de artikelen 13 tot 15 van het Bestek.
Onderafdeling 10. Gebrekkige uitvoering Artikelen 45 tot 48 zijn van toepassing met dien verstande dat het artikel 48, §2 wordt aangevuld met het bepaalde in artikel 13.5 van het Bestek.
Afdeling 2. Opdrachten voor aanneming van leveringen Niet van toepassing (artt. 49-66).
Afdeling 3. Opdrachten voor aanneming van diensten Niet van toepassing (artt. 67-75).
57
BIJLAGE 5. VERSTREKTE GEGEVENS MET BETREKKING TOT DE TOESTAND VAN DE ONDERGROND 5.1. 5.2. 5.3.
Bodemattest Grondmechanische proeven Opmetingsplan
(nog toe te voegen)
58
BIJLAGE 6 – VERZEKERINGEN De Opdrachtnemer is overeenkomstig artikel 22, 6° van het K.B. van 26 september 1996 gehouden op zijn kosten de verzekeringspolissen te onderschrijven, zoals hierna verder gespecifieerd, om zijn aansprakelijkheid als bouwheer en die van de aannemers en andere tussenkomende partijen te verzekeren, zowel tijdens als na de werken. Tevens laat hij de tienjarige aansprakelijkheid van de aannemers en architecten verzekeren. De polissen moeten een clausule bevatten waarbij de verzekeringsmaatschappij zich ertoe verbindt de Opdrachtgever van elke schorsing of verbreking van de polis kennis te geven. Vermelde polissen moeten een clausule bevatten waarbij alle schadeloosstellingen rechtstreeks tot het patrimonium van de schadelijdende partij behoren, vanaf het ogenblik waarop ze door de verzekeraar verschuldigd zijn. Worden beschouwd als verzekerden niet enkel de beheersorganen, commissionarissen en personen met directiebevoegdheid in de verzekerde ondernemingen, maar eveneens hun aangestelden, leerjongens, stagiairs en alle personen waarvoor ze aansprakelijk zijn. De Opdrachtnemer verbindt zich ertoe de onder de verzekeringen te vervallen premies steeds prompt te voldoen en de uit de polisvoorwaarden voor haar voortvloeiende verplichtingen steeds nauwgezet na te leven. Ten aanzien van de verzekeraars en de door de Opdrachtnemer in te schakelen tussenpersonen mag zich geen uitsluitingsgrond voordoen. Uiterlijk vóór het verstrekken van het Aanvangsbevel, bezorgt de Opdrachtnemer aan de Opdrachtgever een gelijkvormig afschrift van de conform aan dit bestek aangegane verzekeringspolissen. Vrijstellingen opgelegd door de verzekeraar aan de Opdrachtnemer, blijven voor rekening van deze laatste en zijn niet aan de Opdrachtgever tegenstelbaar. De dekking en vrijstellingen voorzien in de bijzondere voorwaarden van de hierna beschreven verzekeringspolissen dienen marktconform te zijn en aangepast aan de waarde van deze overeenkomst en de omvang van de risico’s.
Verzekering “Alle Bouwplaatsrisico’s” De Opdrachtnemer zal voor eigen rekening en voor rekening van de studiebureaus, de architecten, de aannemers en onderaannemers voor hun respectievelijke rechten en belangen een verzekering “Alle Bouwplaatsrisico’s” aangaan, ter verzekering van :
59
Schade of verlies aan het Bouwwerk tot beloop van zijn volledige waarde, met inbegrip van alle materialen geleverd op de bouwplaats welke deel zullen uitmaken van de werken tot en met de voorlopige oplevering; eveneens schade aan naburige gebouwen of infrastructuur van de Opdrachtgever die niet tot het Bouwwerk behoren;
In geval van verbouwingswerken aan een bestaand goed, dient de Opdrachtnemer eveneens zijn aansprakelijkheid voortspruitend uit brand en/of ontploffing te verzekeren en dit tot beloop van minimum 20 % van de verzekerde waarde van het bestaande gebouw
en zijn inhoud en met een minimum van 1.250.000,00 EUR of de herbouwwaarde van het bestaand goed en zijn inhoud indien dit bedrag lager ligt dan 1.250.000,00 EUR.
De opruimings- en afbraakkosten ten belope van 10% van de waarde van het Bouwwerk;
het afgewerkte Bouwwerk tot beloop van zijn volledige waarde, vanaf de Voorlopige Oplevering tot op het moment van de Definitieve Oplevering, doch beperkt tot de hiernavolgende risico’s :
1.
De beschadigingen van de blijvend opgerichte goederen die het voorwerp van of onderdeel uitmaken van het Bouwwerk en die ontstaan zijn tijdens de uitvoering van werken uitgevoerd na de voorlopige oplevering en voor zover deze beschadigingen voortvloeien uit deze uitvoering;
2.
De beschadigingen van de blijvend opgerichte goederen en die te wijten zijn aan een schadeverwekkend feit dat zich op de Bouwplaats heeft voorgedaan tijdens de bouw-montage-testtermijn;
Burgerlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden, waarbij iedere verzekerde een derde is ten opzichte van de andere verzekerden (gekruiste aansprakelijkheid), die o.m. de volgende schade dekt:
elke wettelijke aansprakelijkheid tegenover derden, o.m. op basis van de artikelen 1382 e.v. van het Burgerlijk Wetboek ten gevolge van de uitvoering van de werken op de bouwplaats, en dit voor alle lichamelijke letsels, stoffelijke schade en immateriële gevolgschade, geleden door derden, met een minimum van 1.250.000,00 EUR per schadegeval;
elke wettelijke aansprakelijkheid tegenover derden op basis van artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek die ten laste van de Opdrachtgever of de Opdrachtnemer zou kunnen ontstaan ten gevolge van de uitvoering van de werken op de Bouwplaats, inclusief aanvullende werken bijvoorbeeld de aanleg van een weg waarvan de Opdrachtnemer geen eigenaar is of wordt; Deze waarborg geldt slechts voor lichamelijke letsels, voor beschadigingen van naburige gebouwen en voor schade die het rechtstreekse gevolg is van de beschadigingen van deze gebouwen, en dit voor een minimum van 625.000,00 EUR per schadegeval;
immateriële schade als gevolg van schade aan kabels en leidingen
schade ten gevolge van trillingen, verlaging of wijziging van de grondwaterstand, het ontbreken, verwijderen of verzwakken van steunen.
De Opdrachtnemer dient op zijn kosten, voor het begin van de werken en tijdens de ganse duur ervan het volgende te laten verzekeren: a) de burgerlijke aansprakelijkheid m.b.t. alle voor de uitvoering der werken te gebruiken motorvoertuigen, inbegrepen deze die enkel op de werf gebruikt worden;
60
b) de arbeidsongevallen en de ongevallen op de weg van en naar het werk voor al zijn personeelsleden en/of personeelsleden van de aangestelde aannemers. De Opdrachtnemer staat er voor in dat de arbeidsongevallenverzekeraar geen verhaal neemt op de Opdrachtgever.
Tienjarige aansprakelijkheidsverzekering De Opdrachtnemer is verplicht overeenkomstig art. 22, 2° van het K.B. van 26 september 1996 om vanaf de datum van de voorlopige oplevering, tegenover de Opdrachtgever de hem opgelegde aansprakelijkheid bij toepassing van de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek volledig op zich te nemen. Die aansprakelijkheid geldt tevens voor de gedeelten van het werk die voorwerp zijn geweest van grote herstellings- of belangrijke instaatstellings- of aanpassingswerken die minder dan tien jaar vóór de Einddatum werden uitgevoerd. De Opdrachtnemer zal voor eigen rekening en voor rekening van de studiebureau’s, de architecten, de aannemers en onderaannemers voor hun respectievelijke rechten en belangen een “tienjarige aansprakelijkheidsverzekering” onderschrijven ter verzekering van de tienjarige aansprakelijkheid. Deze polis zal aanvangen vanaf de datum van Beschikbaarheid en dient te voldoen aan de volgende vereisten:
Verzekerde waarde directe schade is gelijk aan totale waarde van het Bouwwerk inclusief afwerkingen, technische uitrustingen en de honoraria van architecten en studiebureau’s;
Schade aan niet-gecontroleerde delen dient eveneens verzekerd te worden;
Een waarborg “burgerrechtelijke aansprakelijkheid”, inclusief art. 544 Burgerlijk Wetboek dient opgenomen te worden;
Afbraak- en opruimingskosten dienen verzekerd te worden ten belope van minimaal 10% van de verzekerde waarde;
Afstand van verhaal tegenover de Opdrachtgever en zijn rechthebbenden;
Afstand van de evenredigheidsregel ten belope van de inflatie (minimum 5%)
Brandverzekering Opdrachtgever en Opdrachtnemer sluiten een brandverzekering af voor zover deze niet is gedekt door een andere verzekering.
Arbeidsongevallen De Opdrachtnemer ziet toe op het feit dat de aangestelde aannemers, onderaannemers en architecten, studiebureaus en andere tussenkomende partijen een polis arbeidsongevallen voor al hun personeelsleden hebben afgesloten. Deze verzekeringspolissen dienen te bepalen dat de verzekeraar geen verhaal heeft op de Opdrachtgever en de Opdrachtnemer.
Motorvoertuigen De Opdrachtnemer ziet toe op het feit dat de aangestelde aannemers een polis B.A. – motorvoertuigen voor al hun werfvoertuigen afgesloten hebben.
61
BIJLAGE 7 – SAMENVATTENDE MEETSTAAT De Inschrijver wordt gevraagd deze samenvattende meetstaat nader uit te werken en te detailleren doch met behoud met de volgende hoofdstukken:
0. Studiekosten (architect + studiebureaus stabiliteit, HVAC e.a. ) en projectbegeleiding 1. Voorafgaande werken (werfinrichting, bouwrijp maken terrein, …) 2. Grondwerken, funderingen, riolering en aansluiting op de nutsvoorzieningen 3. Open ruwbouwwerken (muren, isolatie, …) 4. Dakwerken en dakafvoer (m.i.v. isolatie) 5. Gevelsluiting (buitenschrijnwerk, ramen) 6. Vloeren en Wanden (m.i.v. bepleistering) (m.i.v. isolatie) 7. Sanitair 8. Deuren 9. plafonds 10. schilderwerken 11. Elektra (volledig elektrische inrichting + verlichting) 12. HVAC (volledige inrichting) 13. Buitenaanleg 14. Vaste inrichting 15. Anderen 16. Verzekeringen (10-jarige + ABR) 17. BTW 21% 18.Totaal (= som 1 tot 17)
62
BIJLAGE 8 – ADVIES TOEGANKELIJKHEIDSBUREAU (nog toe te voegen)
63
BIJLAGE 9 – ACHTERGRONDNOTA (informatief document) A.
GEOGRAFISCHE ACHTERGROND (louter informatief)
Situering Neder-Over-Heembeek is een deelgemeente van de stad Brussel in het tweetalig gebied BrusselHoofdstad. De uitgestrekte stad Brussel bestaat uit zes zeer verschillende delen: de Vijfhoek (het stadscentrum), Laken, Haren, het zuidelijke deel Louiza - Roosevelt, de Europese wijk (Leopold, Schumann en de squares) en Neder-Over-Heembeek. Sinds 1813 was Neder-Over-Heembeek een zelfstandige gemeente door de fusie van de toenmalige gemeenten Over-Heembeek en Neder-Heembeek. De gemeente zou ruim 100 jaar zelfstandig blijven totdat ze in 1921 opgenomen werd bij de stad Brussel. De bedoeling van de aanhechting van Laken, Haren en Heembeek bij de stad Brussel was het project "Bruxelles Port de Mer". Vandaag is Neder-Over-Heembeek een deel van de Stad Brussel maar heeft het toch haar eigenheid als dorp bewaard.
Geografische ligging Neder-Over-Heembeek ligt in het noordwesten van Brussel en wordt begrensd in het Oosten door het zeekanaal Charleroi - Willebroek, in het zuidwesten door de autoweg A12 Brussel – Boom - Antwerpen en het Koninklijk domein van Laken, in het noordoosten door de Vlaamse deelgemeenten Koningslo (Vilvoorde) en Strombeek-Bever (Grimbergen).
Oppervlakte en bevolking Neder-Over-Heembeek heeft een oppervlakte van 4,33 km² en kende de voorbije jaren een voortdurende groei. Vandaag wonen er +/- 17.500 inwoners waarbij nog heel wat nieuwbouwprojecten in de steigers staan. Het aantal jongeren onder de 18 jaar bedraagt 23% van de Heembeekse bevolking (stad Brussel 22%). Het mediaan gezinsinkomen voor Neder-Over-Heembeek bedraagt 20.583 euro (stad Brussel 17.142 euro).
Typologie Neder-Over-Heembeek bestaat hoofdzakelijk uit een verzameling van woonwijken. Als suburbaan woondorp vind je er hoog- en laagbouw, alleenstaande villa’s en rijwoningen, flatgebouwen en een diversiteit aan sociale woningen. De deelgemeente is eerder geïsoleerd van de rest van de stad, zowel geografisch gezien, als in termen van identiteit en communicatie. Ze heeft rond de aanvankelijke dorpskernen een erg snelle verstedelijking gekend. Het centrum bestaat voornamelijk uit de handelskern van de F. Vekemansstraat, in de buurt waarvan het merendeel van de sociaal-culturele infrastructuur gevestigd is. Naast de talrijke nieuwe woonprojecten (privé en publiek), is de Versailles - Beyseghemwijk een belangrijke sociale huisvestingssite (800 woningen), geïsoleerd, zowel fysiek als cultureel van de rest van de wijk. Mariëndaal is een andere sociale woonwijk samengesteld uit recent gerenoveerde eengezinswoningen. Neder-Over-Heembeek telt drie kinderdagverblijven, drie kleuter- en lagere scholen (vrij, stedelijk en gemeenschapsonderwijs) en Heemschool I (MPI-GO) en Heemschool II (school voor buitengewoon onderwijs). 64
Mutsaardwijk (deelgemeente Laken) Neder-Over-Heembeek wordt sociologisch vaak samen genomen met de Lakense wijk Mutsaard. Deze zone is gelegen aan de rand van het Heizelplateau. Deze stedelijke stadswijk met een sterke woonfunctie is afgesloten van oud-Laken door het Koninklijke paleis en sluit aan bij Neder-OverHeembeek. Mutsaard is een belangrijke handelswijk en een groot scholencentrum: 3 secundaire scholen (Jan-van-Ruusbroeckcollege, Maria Assumptalyceum, Koninklijk Atheneum Karel Buls), kleuteren basisonderwijs, stedelijk en vrij. In deze wijk wonen +/- 8.500 mensen.
B.
ACHTERGROND BIJ HET DOELPUBLIEK EN DE TOEKOMSTIGE GEBRUIKERS
Dit initiatief wordt de spil voor de Nederlandstalige inwoners van Neder-over-Heembeek en Mutsaard op zoek naar een Nederlandstalig voorzieningenaanbod in dit gebied. Omwille van de bevolkingsgroei in Brussel wordt door de verschillende overheden geïnvesteerd in grootschalige nieuwbouwprojecten met nieuwe woningen. Dit geldt zeker ook voor de Stad Brussel en haar verschillende deelgemeenten. De bevolkingstoename en wijzigende bevolkingssamenstelling in de deelgemeenten van de Stad Brussel maakt dat het potentieel doelpubliek voor het Pieter en Pauwel Centrum (PPC) en bij uitbreiding het Nederlandstalige verenigingsleven van Neder-over-Heembeek niet alleen wijzigt maar ook toeneemt. Naast de doelgroep voor het lokaal dienstencentrum en dagverzorgingscentrum van 50+, heeft de Nederlandstalige bibliotheek vandaag ook heel wat jonge lezers. Het gemeenschapscentrum heeft de ambitie een aanbod te ontwikkelen voor zowel jong als oud. De doelgroep uit directe omgeving bestaat uit minstens 30% van de totale bevolking van dit gebied, of ongeveer 2.700 mensen (op een totaal van ongeveer 8.500 personen die in de wijk wonen). Het nieuwbouwproject Pieter en Pauwel Centrum (PPC) wordt gebouwd door de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), vzw ADO Icarus vzw en de stad Brussel. Deze laatste twee partners hebben de VGC aangewezen om in hun gezamenlijke naam op te treden bij de gunning en de uitvoering van dit bouwproject. De VGC wenst in dit gebouw een nieuw gemeenschapscentrum (GC) op te richten, ADO Icarus vzw een lokaal dienstencentrum (LDC) en een dagverzorgingscentrum (DVC). Tot slotte wenst de Stad Brussel een bibliotheekfilaal (BIB) op te richten. Vandaag hebben deze partijen in meer of mindere mate reeds een eigen aanbod in Neder-OverHeembeek. Desalniettemin is het duidelijk dat het samenwerken vanuit een centraal gelegen nieuwbouw gebouwd volgens de eigen instructies een unieke kans vormt een vernieuwd en ruimer aanbod te kunnen aanbieden. Zowel de huidige infrastructuur als programmatie vormt dan ook niet meer dan een vertrekpunt voor dit nieuwbouwproject en de toekomstige programmatie.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE GEMEENSCHAPSCENTRA De Vlaamse Gemeenschapscommissie heeft 22 gemeenschapscentra. De volledige lijst van deze centra is terug te vinden via de link: http://www.cultuurcentrumbrussel.be/gemeenschapscentra. De gemeenschapscentra hebben als algemene doelstelling “gemeenschapsvorming” , die ontwikkeld wordt op drie werkterreinen: - communicatie, onthaal en dienstverlening - culturele participatie, animatie en spreiding - educatie en permanente vorming. Daarbij creëren de gemeenschapscentra dwarsverbindingen tussen cultuur, welzijn en onderwijs, maar ook naar andere leefdomeinen. Ze werken dus “transversaal”. 65
Als pluralistische instelling van en voor inwoners uit Neder-Over-Heembeek en de Mutsaardwijk stelt het gemeenschapscentrum zich tot doel het Nederlandstalig gemeenschapsleven en welzijn van de bevolking te bevorderen. Momenteel is het gemeenschapscentrum gehuisvest in het voormalig parochiaal centrum van Nederover-Heembeek. Meer info: http://heembeek-mutsaard.vgc.be/overons/index.asp
VZW ADO ICARUS WELZIJNSVOORZIENINGEN De VZW ADO Icarus biedt kwaliteitsvolle ondersteuning aan mensen met een handicap die geïntegreerd en zelfstandig willen wonen en leven. De organisatie bouwt daarom in gans Vlaanderen ‘centra voor onafhankelijk leven’ uit die borg staan voor een gedifferentieerd en geïntegreerd ondersteuningsaanbod. Bijzonder aan deze organisatie is dat deze is ontstaan vanuit personen met een handicap. Vandaag is ADO Icarus reeds met een deelwerking gestart, nl. een lokaal dienstencentrum. Dit in hetzelfde gebouw, nl. het voormalig parochiaal centrum van Neder-over-Heembeek, waar het gemeenschapscentrum Heembeek-Mutsaard is gevestigd.
STAD BRUSSEL VOOR BIBLIOTHEEKFILIAAL Het Nederlandstalig openbaar bibliotheekwerk in de stad is gestructureerd in een hoofdbibliotheek te Laken en filialen in de deelgemeenten Neder-over-Heembeek en Haren. De vestiging van een derde filiaal in de Noordwijk wordt voorzien. De stedelijke openbare bibliotheek werkt gestructureerd samen met het Steunpunt Brusselse Bibliotheken ( VGC ) en de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek in het Muntpunt. Initieel was de openbare bibliotheek te Nederoverheembeek gevestigd in een prefabgebouw aan de Frans Vekemansstraat 79, 1120 Brussel. Door de uitbreiding van de school is de bibliotheek tijdelijk verhuisd naar de Frans Vekemansstraat 22. Momenteel is deze bib in het schooljaar 21 uur per week toegankelijk, in de schoolvakanties 12 uur per week. Op 31 december 2011 beschikte de bib over een aanbod van 20.973 titels samengesteld uit 7.252 jeugdboeken, 10.502 boeken en tijdschriften voor volwassenen en 3.219 audiovisuele materialen: ( cd’s dvd’ cd-roms ) De orde van grootte is niet statisch, maar varieert. Het aanbod bestaat uit een beperkte vaste collectie en wisselcollecties. ( om het aanbod gevarieerd en actueel te houden worden alle onderdelen van de collectie om de 6 maanden à 1 jaar gewisseld met de andere vestigingen van de bibliotheken, en aangevuld met aanwinsten. ). De maximale ( maar reële ) grootte van het aanbod informatiedragers die permanent ter beschikking zullen zijn in de bibliotheek NOH wordt ingeschat op 25.000 eenheden. ( gedrukte- en audiovisuele materialen). Op dit ogenblik zijn er 2 internet werkstations ter beschikking van het publiek. In het werkjaar 2011 realiseerde de bibliotheek NOH 26.852 uitleningen ten behoeve van 804 regelmatig ingeschreven en actieve gebruikers: 524 gebruikers in de jeugdafdeling ( tot 14 j. ) en 345 gebruikers in de afdeling volwassenen. 87 % van deze gebruikers woont in het werkgebied. Deze vestiging heeft een intensieve scholenwerking (23 klassen uit 5 onderwijsinstellingen in het werkgebied bezoeken om de 14 dagen/1maand de bibliotheek in schoolverband). Ter gelegenheid van de jeugdboekenweek (maart) en de bibliotheekweek (oktober) worden er in de bibliotheek promotie- en animatieactiviteiten opgezet (auteurslezingen, diverse animatie).
66
BIJLAGE 10 – LEESWIJZE OS-MODEL EN HANDLEIDING RELATICS (nog toe te voegen)
Gezien om gevoegd te worden bij Collegebesluit houdende de goedkeuring van de geselecteerde kandidaten van de beperkte offerteaanvraag en de goedkeuring van het bestek voor de realisatie van het multifunctionele nieuwbouwproject 'Pieter en Pauwel' te 1120 Neder-Over-Heembeek nr. 20122013-0413 van 18-07-2013
De collegeleden,
Bruno DE LILLE
67
Brigitte GROUWELS
Guy VANHENGEL