Bijlage bij nr. 2007-020
Beleidsverslag W et W erk en Bijstand 2006
INHOUDSOPGAVE Inleiding ................................................................................................................................................... 2 Bijstandsverlening in Houten ................................................................................................................... 3 Omvang van de bijstandsverlening ..................................................................................................... 3 1.2 Beëindigingen......................................................................................................................... 4 2. Werk ............................................................................................................................................... 5 2.1 Inkoop..................................................................................................................................... 5 2.2 Uitstroom 2006 via reïntegratietrajecten ................................................................................ 5 Bestandsanalyse ............................................................................................................................. 6 2.4 Jobhunter ............................................................................................................................... 7 Sollicitatietraining ................................................................................................................................. 7 1.1 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) .................................................................................. 8 3. Inkomen ....................................................................................................................................... 11 3.1 Budget .................................................................................................................................. 11 3.2 Handhaving .......................................................................................................................... 11 1.1 SMI-formulieren ............................................................................................................... 11 2.1 Maatregelen ..................................................................................................................... 12 3.1 Aanpak van fraude ........................................................................................................... 12 4. Minimabeleid ................................................................................................................................ 15 4.1 Bijzondere bijstand ............................................................................................................... 15 4.2 Verkorte aanvraagprocedure bijzondere bijstand ................................................................ 15 4.3 U-pas .................................................................................................................................... 16 4.4 Collectieve ziektekostenverzekering .................................................................................... 18 4.5 Bijdrage chronisch zieken, gehandicapten en ouderen ....................................................... 18 4.6 Schuldhulpverlening ............................................................................................................. 19 4.7 Langdurigheidstoeslag ......................................................................................................... 19 4.8 Eenmalige actie spaarlampen .............................................................................................. 21
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
1
Inleiding Voor u ligt het beleidsverslag 2006 ter verantwoording van het gevoerde beleid op het terrein van werk en inkomen. In voorgaande jaren was het de gewoonte het beleidsverslag tegelijkertijd aan te bieden met het beleidsplan. Met betrekking tot het beleidsverslag ontstond daardoor een grote tijdspanne tussen de periode van het gevoerde beleid (verslagjaar) en de periode waarin daarvan daadwerkelijk verslag e werd gedaan (3/4 jaar). Met ingang van 2007 zal de periode tussen het verslagjaar en het moment van verantwoording zo kort mogelijk worden gehouden. Om de achterliggende periode zoveel mogelijk te overbruggen is daarom in december 2006 het beleidsverslag over heel 2005 en doorkijk naar 2006 (t/m september) aangeboden. Conform de toezegging wordt u heden het volledige beleidsverslag 2006 ter verantwoording aangeboden. Ondanks de korte periode ten opzichte van het vorige verslag zijn er in het najaar enkele nieuwe beleidsactiviteiten te vinden. Aan deze nieuwe activiteiten zal daarom aandacht geschonken worden.
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
2
Bijstandsverlening in Houten In dit deel wordt verslag gedaan van de uitvoering van de Wet werk en bijstand. De uitvoering is te onderscheiden in een onderdeel werk en een onderdeel inkomen. Na een getalsmatig overzicht van de resultaten van 2006 wordt uitvoerig ingegaan op de activiteiten naar werk. Vervolgens geven wij u een overzicht van de financiële aspecten. Tenslotte gaan wij in op de handhaving van de Wwb. 1.1
Omvang van de bijstandsverlening
De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal cliënten dat in 2006 een uitkering heeft genoten. Groep
Stand 01-01-2006
Instroom in 2006
Uitstroom in 2006
Stand 31-12-2006
Basis personen < 21 jaar
5
16
11
10
Basis personen 21 – 64 jaar
302
95
93
304
Basis personen ≥ 65 jaar
24
0
2
22
Basis personen in inrichting
3
4
3
4
Krediethypotheek
0
0
0
0
Bbz om niet
0
0
0
0
Bbz renteloze lening
0
2
1
1
Bbz rentedragend startkrediet
0
0
0
0
Bbz renteloos startkrediet
0
0
0
0
334
117
110
341
Ioaw
5
2
4
3
Ioaz
3
1
0
4
Totaal Ioaw plus Ioaz
8
3
4
7
342
120
114
348
Totaal WWB incl. Bbz
TOTAAL VOLUME
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
3
1.2
Beëindigingen
In 2006 zijn in totaal 110 uitkeringen beëindigd: Beëindigde uitkeringen tot en met 31 december 2006 Reden Aantal Werkaanvaarding/uitkering ZW 43 Uitkering arbeidsongeschiktheid 2 Begonnen als zelfstandige 3 Bereiken 65-jarige leeftijd 1 Aanvang studie 8 Oorzaak partner 2 Ander inkomen 5 Alimentatie 1 Verhuizing naar buitenland 3 Verhuizing naar andere gemeente 16 Aangaan relatie 13 Geen inlichtingen 4 Andere oorzaak 9 Totaal 110
Het cliëntenbestand is in 2006 licht gestegen, ondanks een aantrekkende economie. Hiervoor is echter een duidelijke verklaring: Houten is een Vinex-locatie en is in de afgelopen verslagperiode gegroeid: er zijn meer inwoners bijgekomen. Daarnaast is de samenstelling van bevolking, en daarmee het klantenbestand van Sociale Zaken meer en meer een afspiegeling van de regio geworden. Het is wel bemoedigend om te zien, dat werkaanvaarding steeds meer de meest voorkomende reden van beëindiging is. In 2004 werd een uitstroom naar arbeid gerealiseerd van 13 personen (via Sprintbemiddeling). In 2005 is dit gestegen naar 15 personen, via reïntegratiebureaus. In 2006 zijn (van de 43) 25 personen via de Jobhunter uitgestroomd naar werk. Overigens zijn “werkaanvaarding” en “uitkering ZW” in één cijfer opgenomen, omdat het vaak dezelfde personen betreffen: alleen uit arbeid kan immers een recht op een ZW-uitkering ontstaan. Er is een (zeer geringe) stijging van het klantenbestand waarneembaar. Tegelijkertijd is het aantal aanvragen toegenomen en ook de uitstroom vergroot. Procentueel gezien behoort het cliëntenbestand van de gemeente Houten (percentage uitkeringsgerechtigden ten opzichte van het inwonersaantal) nog steeds tot de laagste in Nederland. In 2006 heeft de Stichting Timon bovendien een opvanglocatie voor tienermoeders geopend in Houten. Een groot deel van deze tienermoeders is (in ieder geval tijdelijk) aangewezen op een bijstandsuitkering. Hierdoor zien we lichte een toename van het aantal tienermoeders in de bijstand.
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
4
Werk De missie in 2006 is net als in 2005: “Werk boven uitkering”. Primair moet worden voorkomen dat mensen in de bijstand komen, en wanneer bijstand wordt verleend, om de duur van deze bijstandsverlening zo beperkt mogelijk te houden. Uit het W-deel worden alle trajecten gefinancierd (zowel gericht op uitstroom als op sociale activering). Daarnaast worden ook alle kosten die noodzakelijk zijn voor het volgen van scholing en/of een traject hieruit gefinancierd (bijvoorbeeld kosten voor boeken en reiskosten). Het W-deel dient in zijn geheel te worden besteed. Een lagere besteding kan leiden tot een lagere vaststelling voor het volgende jaar. Daarom is in 2005 een egalisatiereserve aangelegd.
Verrekening budget Werkdeel (W-deel) 2006 (a) Stand per 31-12-2005 voorziening scholing en activering Wiw (b) Definitief budget 2006 (c) Beschikbaar budget (a + b) (d) Uitgaven tot en met 31 december 2006 (e) Saldo 2006 (c – d) 2.1
- € 57.108 € 479.695 € 422.587 € 377.170 € 45.417 (overschot)
Inkoop
Op grond van de wetgeving waren we in 2005 nog verplicht alle trajecten in te kopen op de private markt. Deze inkoop moest via aanbesteding tot stand komen. Voor het jaar 2005 is in regionaal verband, tezamen met de gemeenten Lopik, Nieuwegein, Vianen en IJsselstein een Europese openbare aanbesteding doorlopen (zie ook beleidsverslag 2005). Dit betekent dat de selectiefase en de gunningfase gecombineerd plaatsvonden. De gemeente Houten heeft hierbij gefungeerd als secretariaat. In alle contracten was de optie voor verlenging van een jaar opgenomen. Met betrekking tot 2006 betekende dit dat nagenoeg alle contracten zijn verlengd. Uitzondering hierop was het contract met SWN.
2.2
Uitstroom 2006 via reïntegratietrajecten
In 2006 zijn 23 personen via een reïntegratietraject uitgestroomd naar werk, van de 43 in totaal. In 2005 waren dat nog 15 personen. Er is dus sprake van een duidelijke stijging. Zoals uit de tabel is af te lezen, heeft de inzet van de Jobhunter hier belangrijk aan bijgedragen. Er is dan ook volop gebruik gemaakt de mogelijkheden van de Jobhunter. Zie ook paragraaf 2.4. Uitstroom via reïntegratiebureaus 2005 Aangemeld
Uitgestroomd
2006 Aangemeld
Uitgestroomd
Nog in traject 22 4 0
Work First: fase 2/3 fase 4 naar werk fase 4 sociale activering Alleenstaande ouders
41 7 3
11 0 1*
1 9 0
0 2 0
14
3
3
2
Psych. Verleden Jobhunter Beroepsbegeleidende leerweg
8 24
1 -
5 31
6 (ook uit 2005) 1 14
14 (15)
49
23
69
97 * Geldt niet als uitstroom naar werk.
2 11 28
De resultaten van de (commerciële) reïntegratiebedrijven bleven achter bij de verwachtingen.
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
5
Voor 2007 wordt daarom een nieuwe koers ingezet met betrekking tot het reïntegratiebeleid: via intensieve samenwerking met de afdeling Economische Zaken en het opzetten van Vakwerk. Vakwerk is de naam die wij hebben gegeven aan het Participatieplaza: het (fysieke) trefpunt van werkzoekenden, werkgevers, de gemeente en het ROC. Met Vakwerk wordt gestreefd naar een betere aansluiting tussen de vraag van werkgevers en het aanbod van potentiële werknemers (de huidige klanten). Omdat Vakwerk nog een project in ontwikkeling is, worden nog wel reïntegratietrajecten ingezet. In het beleidsplan voor 2007 wordt verder ingegaan op de ontwikkelingen van Vakwerk. 2.3
Bestandsanalyse
Het gevolg van een succesvolle uitstroom is, dat het klantenbestand gaat bestaan uit een relatief groot aantal klanten, die niet of moeilijk bemiddelbaar zijn richting werk. In het laatste kwartaal van 2006 is door de BMC Groep een bestandsanalyse uitgevoerd om inzicht te verkrijgen in de (arbeids)mogelijkheden van het resterende klantenbestand. In het bijzonder werd aandacht besteed aan die klanten, die niet op een traject zaten, maar ook niet incapabel waren om een traject te volgen. De analyse verschaft inzicht in de samenstelling van het bestand, en daarmee inzicht in welke klanten toch wel bemiddelbaar zijn. Hieruit kan dan weer worden afgeleid aan welke bemiddeling en soorten trajecten er behoefte is. Uit de bestandsanalyse komt verder een inzicht naar voren naar de behoefte aan zorg en extra begeleiding onder de klanten. Zodoende wordt het mogelijk om maatwerk te leveren. De resultaten van de bestandsanalyse zullen leidend zijn voor de nadere vormgeving van het arbeidsmarktbeleid, specifiek voor de uitwerking van Vakwerk. Het onderzoek is gebaseerd op 124 mensen (onder de 57 jaar), die niet in een traject waren geplaatst. Hiervan zijn na screening van de dossiers 39 mensen uitgenodigd voor een gesprek. De resterende 85 klanten zijn om diverse redenen niet uitgenodigd. In de tabel hieronder worden de redenen aangegeven.
Redenen om niet te worden uitgenodigd Reden Fysieke belemmering (leidend tot ontheffing van de arbeidsvoorwaarden) Psychische belemmering (leidend tot ontheffing van de arbeidsvoorwaarden) Wsw-kandidaat (traject richting Wsw is gestart) Sociale belemmering (zorgplicht voor kinderen of mantelzorg) WIN/verblijfstatus (inburgeringstraject wordt gestart) Taalvaardigheid (onvoldoende beheersing van het Nederlands) Al op ander traject (Binnenkort) geen bijstand meer Divers
Aantal (totaal 85 cliënten) 10 34 7 6 6 3 4 9 6
Na de schifting zijn 39 klanten uitgenodigd voor een gesprek, waarvan er 34 ook zijn gekomen (twee van de absenten zijn ook na een tweede uitnodiging zonder reden niet verschenen: Hen is een maatregel opgelegd).
Verdeling naar categorie van gesproken klanten Status Zou in staat moeten zijn direct werk te vinden Zou in staat moeten zijn binnen een half jaar werk te vinden Zou in staat moeten zijn binnen een jaar werk te vinden Langdurig traject is noodzakelijk Noodzaak voor rust (tijdelijke ontheffing arbeidsvoorwaarden)
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
Aantal (totaal 34 klanten) 5 11 7 4 7
6
Uit de analyse kan worden geconcludeerd, dat zo’n 30 tot 40 klanten nog kunnen uitstromen op (middellange) termijn, mits er goede, op maat gesneden ondersteuning gegeven wordt. In het actuele klantenbestand bevindt zich een relatief groot aantal personen met een psychische belemmering. Dit is niet verwonderlijk. Klanten zonder belemmeringen stromen vaak snel en eenvoudig uit of zijn al op een traject geplaatst. Als gevolg daarvan blijven die klanten over, die moeilijk(er) bemiddelbaar zijn: hierbij is vaak sprake van complexe en/of meervoudige problematiek. Een geruststellende conclusie uit de bestandsanalyse is, dat er in Houten geen klanten “tussen de mazen van het net” zijn geglipt. Er zijn geen klanten aangetroffen, die geen belemmeringen (meer) hebben, doch waar geen traject voor is uitgestippeld. Uit de bestandsanalyse zijn ook verder “weinig onverklaarbare of zelfs rare dingen aangetroffen”. Concluderend kunnen we stellen dat er een redelijk goed inzicht bestaat in het klantenbestand. 2.4
Jobhunter
Met ingang van 2006 is het gemeenten wederom toegestaan trajecten in eigen beheer uit te voeren. Dit in tegenstelling tot de verplichte inkoop via aanbesteding op de private markt. In 2006 is daarom gestart met de pilot “Jobhunter”. Er vindt directe bemiddeling naar de arbeidsmarkt plaats door een medewerker van sociale zaken: de zogenaamde Jobhunter. De pilot is gestart met 18 uur per week. Het doel is om in eerste instantie die klanten met een WWB uitkering die snel aan het werk kunnen, duurzaam te plaatsen op de arbeidsmarkt. De werkwijze kenmerkt zich door een intensieve individuele aanpak, waarbij minimaal 1 keer per week een contact plaatsvindt tussen de klant en de Jobhunter. De Jobhunter begeleidt de klanten onder andere door: Het helpen opstellen van sollicitatiebrieven en CV; Het in kaart brengen van beroepswens en het zoeken van geschikte vacatures; Het samen langs gaan bij uitzendbureaus; Het voorbereiden en oefenen van sollicitatiegesprekken; Ondersteuning en nazorg na plaatsing, om te voorkomen dat de klant weer terugvalt in de uitkering; Intensieve controle van de sollicitatieactiviteiten. Daarnaast is de Jobhunter bereikbaar voor klanten voor hulp en advies via e-mail en telefoon.
Resultaten pilot Jobhunter periode april tot december 2006 Aantal klanten in bemiddeling genomen Uitgestroomd naar (regulier) werk Uitgestroomd naar gesubsidieerd werk (Wsw) Terugkeer in uitkering na uitplaatsing (tijdelijk werk) Bemiddeling gestaakt (bv verhuizing, extra scholing noodzakelijk enz) Aantal klanten nog in bemiddeling
53 25 1 3 5 22
In eerste instantie is gekozen voor 10 klanten met een korte afstand tot de arbeidsmarkt. Op het moment dat een klant uitstroomde werd die plek aangevuld met een nieuwe aanmelding. De begeleiding kent een gemiddelde “doorlooptijd” van 7 weken. Sommige klanten vereisen wat meer tijd, anderen waren al aan een baan geholpen nog voor de uitkering goed en wel was ingegaan: maatwerk is dus het uitgangspunt. Vanwege het succes is de aanstelling van de Jobhunter verlengd voor een periode van een jaar, met uitbreiding van het aantal uren tot 32 uur per week (zie ook beleidsplan WWB 2007). 2.5
Sollicitatietraining
Een belangrijk onderdeel in de begeleiding vormen de sollicitatietrainingen. Deze trainingen zijn in eigen beheer ontwikkeld, en worden verzorgd door de Jobhunter en de reïntegratie-beheerder (de medewerker die verantwoordelijk is voor het beheer van de reïntegratie-activiteiten).
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
7
De deelnemers voor deze trainingen komen uit het bestand van de Jobhunter: omdat deze klanten al dicht(er) bij de arbeidsmarkt staan, zullen zij ook eerder worden geconfronteerd met sollicitatiegesprekken. In groepen van maximaal 10 personen worden de deelnemers – middels discussie en realistische rollenspelen – getraind in vooral de praktische aspecten van het solliciteren: hoe kleed ik mij, hoe gedraag ik mij, hoe zorg ik dat ik een goede indruk maak, en dergelijke. In het algemeen wordt de deelnemers bewust gemaakt van wat wel en wat niet gunstig is voor dát bepaalde gesprek voor díe bepaalde functie: kortom, de deelnemers wordt geleerd om zich aan te passen aan de beoogde functie. Daarnaast wordt ingegaan op kwesties als: wat voor vragen kan ik verwachten, wat antwoord ik op lastige vragen (hoe leg ik uit dat ik in de bijstand zit), enzovoort. Behalve in groepsverband kunnen de deelnemers ook individueel sollicitatiegesprekken oefenen met de Jobhunter. Deze worden zo realistisch mogelijk gedaan. Zo behoort de deelnemer in correcte sollicitatiekleding te verschijnen, en gedraagt de Jobhunter zich ook als een echte werkgever. Het resultaat van de trainingen is, dat de deelnemers meer zelfvertrouwen ontwikkelen, en daardoor met meer vertrouwen een sollicitatiegesprek ingaan. Zij worden zich meer bewust van zichzelf, en van de vacatures waar zij zich op moeten/kunnen richten. De trainingen zijn in 2006 ontwikkeld. Tot nog toe zijn er twee groepen getraind. Deze groepen waren willekeurig samengesteld. Voor het vervolg zullen de deelnemers meer worden geselecteerd op (functie)niveau en op branche, zodat de trainingen meer specifiek op die groep kan worden ingericht. Met de oprichting van Vakwerk worden de activiteiten van de Jobhunter, inclusief de trainingen, daarin ondergebracht. Dit in het kader van “Sociale Zaken Nieuwe Stijl”. 2.6
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
De meeste gemeenten in Nederland geven uitvoering aan de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) via een Wgr-verband. De gemeente Houten is één van de vijf gemeenten in Nederland die de Wsw zelfstandig uitvoert. De doelgroep bestaat uit Houtense inwoners, de meesten met een uitkering op grond van de Wajong of WAO (Wia). Een klein aantal ontvangt bijstand. Zij krijgen een casemanager van de gemeente toegewezen die de regie voert over het gehele traject naar plaatsing op een baan en in de jaren daarna. Een Wsw-er wordt dus niet meer “losgelaten”: we blijven deze klanten volgen zolang hij/zij binnen de regeling werkzaam is.
Resultaten Wsw 2006 Taakstelling 2006 Geplaatst in 2006
19 SE 2,78 SE (3 personen), waarvan
Reeds geplaatst in 2006
allen zonder Begeleid Werken, allen in SW-bedrijf. 14,68 SE (20 personen), waarvan
1
Totaal op wachtlijst per 31-12-2006
4,26 SE (6 personen) met Begeleid Werken 10,42 SE (14 personen) zonder Begeleid Werken
1,62 SE (2 personen) in regulier werk 13,43 SE (18 personen) in SW-bedrijf 12 personen, waarvan
1
SE = standaardeenheid: de eenheid die overeenkomt met een arbeidsplaats van 36 uur voor een werknemer die op grond van de indicatie of herindicatie is ingedeeld in de arbeidshandicapcategorie “matig”.
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
8
Uitstroom wachtlijst (ziekte, verhuizing e.d.) Uitstroom uit dienstverband (ziekte, pensioen e.d.) Uitstroom vanuit Wsw-dienstverband naar een reguliere baan
2 met arbeidshandicap “ernstig” 10 met arbeidshandicap “matig”
6 geïndiceerd voor Begeleid Werken 3 niet geïndiceerd voor Begeleid Werken 3 niet geïndiceerd 1 persoon Reden: negatieve herindicatie Geen Geen
Uitvoering Voor de uitvoering van de Wsw is een geoormerkte budgetsubsidie van € 467.922,00 beschikbaar (2006). Omgerekend per klant is dat een bedrag van circa € 25.000,- per jaar. Voor de uitvoering is een contract met UW Holding afgesloten. Dit is een zakelijke overeenkomst met heldere afspraken: binnen 2 maanden na aanmelding wordt een trajectplan geboden: wat is er voor deze specifieke persoon nodig om aan de slag te gaan? Wat zijn de kosten en de verwachtte doorlooptijd? Hierop wordt door de casemanager een strikte regie gevoerd. Na plaatsing vindt eens per 6 maanden (en na een aantal jaren na plaatsing op een dienstverband, eenmaal per jaar) een voortgangscontrole plaats. Het bedrijf (UW) blijft de klant intensieve individuele begeleiding bieden. Hierover wordt verantwoording afgelegd.
Resultaten Het totale aantal geplaatste SE’s in de tabel bedraagt 17,46. Desondanks is de taakstelling gehaald. De ontbrekende 1,54 SE’s is verdeeld over 3 personen, waarbij het aantal uren niet vast staat. Daarom kan daar ook geen aantal SE’s aan worden verbonden. Het totale aantal van 19 beschikbare SE’s is echter geheel benut. Wachtlijst Ieder jaar wordt door het Rijk aan de gemeente een bepaald aantal arbeidsplaatsen (SE’s) toegewezen. Indien de plekken zijn ingevuld worden klanten na indicering op de wachtlijst geplaatst. Het volgende kalenderjaar is het dan weer mogelijk mensen te plaatsen op een baan. Iedere 6 maanden wordt deze wachtlijst opnieuw beoordeeld. Het is echter niet zo dat er niets gebeurt zolang klanten op de wachtlijst staan. In deze periode vinden zogenaamde “voortrajecten” plaats. Begonnen wordt met opleiding, begeleiding en hulpverleningstrajecten. De kosten hiervan worden uit het W-deel betaald. Er is een klein percentage klanten waarbij er geen sprake is van een voortraject. Dit kan bijvoorbeeld komen omdat zij nog herstellende zijn van een operatie of ziekte.
Toekomst van de Wsw De Wsw zou met ingang van 1 januari 2007 worden gemoderniseerd. Deze termijn is door het Ministerie van SZW niet gehaald. Daarom wordt de nieuwe Wsw nu verwacht per 1 januari 2008. Voor 2007 moeten we ons gaan bezinnen op een effectievere benutting van de Wsw-middelen voor 2007. Zoals de Wsw nu wordt uitgevoerd, bepaalt het aanbod van vacatures in het SW-bedrijf vaak waar iemand aan het werk gaat. In tegenstelling tot de capaciteiten van de Wsw’er zelf. Daarnaast komen steeds meer SW-bedrijven in de financiële problemen. De nadruk ligt nu vaak op investeringen in de infrastructuur van SW-bedrijven, terwijl de inzet van die infrastructuur in de huidige markt steeds minder rendabel wordt. Daardoor is een steeds groter deel van het Wsw-budget nodig om de kosten van het SW-bedrijf te dekken en blijft er steeds minder over voor de Wsw’ers.
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
9
De modernisering heeft als belangrijkste kenmerk, dat de Wsw-kandidaten niet meer vanzelfsprekend in een sociale werkvoorzieningsorganisatie (SW-bedrijf) worden geplaatst. De bedoeling zal zijn, om eerst te proberen om de kandidaat als werknemer in een reguliere organisatie te plaatsen. Pas als dat niet lukt, wordt een plaats in een SW-bedrijf gezocht. Overige kenmerken van de modernisering Voor de gemeente: De gemeente krijgt zelf het Wsw-budget, waarmee de eigen verantwoordelijkheid toeneemt. De gemeente moet ook de wachtlijsten inzichtelijk maken. Voor de werknemer: Hij krijgt de mogelijkheid van een persoonsgebonden budget, waarmee hij zelf een reïntegratiebureau kan kiezen. Hij kan bezwaar maken, wanneer hij te lang op de wachtlijst blijft staan. Het Rijk stelt een budget beschikbaar van 2,2 miljard euro per jaar (dit kan nog wijzigen vanwege de verlate invoering). De verdeling van het budget wordt bepaald door het aantal Wsw-geïndiceerden in de gemeente. Voor elke gerealiseerde werkplek is daardoor € 24.500,00 beschikbaar. Overschotten op het Wsw-budget (vanwege niet gerealiseerde Wsw-plaatsen) moeten worden terugbetaald.
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
10
Inkomen 3.1
Budget
Zoals bekend heeft de financiering van de bijstand met de invoering van de WWB een geheel andere structuur gekregen, met aanzienlijk meer eigen verantwoordelijkheden voor de gemeenten. Voornamelijk ten bate van de kosten van uitkeringen krijgen we budget in het Inkomensdeel (I-deel). Het streven is daarbij om de uitgaven zo laag mogelijk te houden, dat wil zeggen, een afname van het aantal bijstandsgerechtigden. Het deel dat niet aan uitkeringen is besteed, mag de gemeente bijschrijven op de eigen rekening. Indien er een tekort ontstaat op het I-deel zal de gemeente zelf dit verschil moeten bijdragen. Op deze wijze heeft de wetgever getracht een prikkel in te bouwen. Verrekening budget Inkomensdeel (I-deel) 2006 Definitief budget Totaal uitkeringen Overschot I-deel
€ 4.112.602 € 3.843.666 € 268.936
De gunstige economische ontwikkeling heeft er toe geleid, dat voor het voorlopige budget voor 2006 wordt uitgegaan van een verdere afname van het aantal bijstandsuitkeringen. Hiermee is het voorlopige macrobudget voor 2006 geraamd op ruim 4,3 miljard euro op basis van 374.000 uitkeringen. Het voorlopige I-deel voor de gemeente Houten voor 2006 is berekend op € 4.112.602,00. In dit budget is inbegrepen de middelen die voor de langdurigheidstoeslag kunnen worden aangewend. De gunstige uitstroomresultaten hebben een directe invloed op de besteding van het I-deel. Hoe meer klanten uitstromen, hoe minder uitkeringen worden verstrekt. Ook handhaving van de rechtmatigheid van de uitkeringen levert een besparing op, nu daardoor minder uitkeringen zijn betaald. Op beide aspecten zijn goede resultaten behaald (zie paragraaf 3.2 over handhaving). Dit heeft ertoe geleid, dat Sociale Zaken over 2006 een overschot heeft bereikt op het I-deel van € 268.936,00. De budgetten voor 2007 zijn nog niet bekend. Vanwege de almaar dalende aantallen bijstandsgerechtigden, wordt ook het I-deel navenant lager vastgesteld. Vanwege deze onzekerheid wordt het overschot geboekt naar de voorziening Bijstandskosten (inkomensdeel) (Fcl.nr. 810007). Het overschot is een teken dat we op de goede weg zijn met de uitstroom-activiteiten. Dit is dan ook een stimulans om voort te bouwen op wat is bereikt, in een nieuwe organisatie en met Vakwerk. 3.2
Handhaving
De toezicht op de rechtmatigheid van de bijstandsverlening blijft een aandachtspunt. Daartegenover heerst het besef, dat de burger wordt overspoeld met formulieren. 3.3
SMI-formulieren
Met ingang van 1 oktober 2006 zijn de maandelijkse rechtmatigheidsonderzoeksformulieren (rofjes) afgeschaft. Het merendeel van de klanten hoeft alleen nog maar melding te maken van wijzigingen in hun situatie. Zij zijn “verlost” van het maandelijks meedelen dat er niets is mee te delen. Uitzondering hierop zijn klanten die wisselende inkomsten hebben (bijvoorbeeld als gevolg van parttime werk). Zij blijven verplicht om maandelijks hun inkomen door te geven. Hiervoor zijn de zogenaamde SMIformulieren ontwikkeld (Status-, Mutatie- en Inkomstenformulieren). Omdat het nieuwe systeem pas 3 maanden in werking is, is een evaluatie daarvan nog niet te geven. Ten aanzien van de (administratieve) uitvoering moet nog blijken welke effecten dit heeft op de werklast. Ten aanzien van de “formulierendruk” op de klanten is er echter wel een duidelijke winst. Met
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
11
het oog op het ontbureaucratiseren is dit een ontwikkeling in de gewenste richting. Dit voordeel is alvast behaald.
3.4
Maatregelen
In de Afstemmingsverordening (van kracht sinds 1 juni 2004) is bepaald bij welke gedragingen een maatregel kan worden opgelegd, en is de zwaarte van de op te leggen maatregel vastgesteld. In 2005 is de afstemmingsverordening het gehele jaar van kracht geweest, zodat nu de effecten van deze verordening zichtbaar zijn. Opgelegde maatregelen in 2006 op grond van de Afstemmingsverordening Soort maatregel % (korting) Duur in Aantal maanden maatregelen Schending Informatieplicht 5, 10, 20, 40, 1 16 maal 5% 100 11 maal 10% Onvoldoende medewerking 5, 20, 50, 100 1 5 maal 5% 7 maal 20% 10 maal 50% 9 maal 100% Tekortschietend besef van 10, 20, 40, 100 1 1 maal 100% verantwoordelijkheid Misdraging tegen personeel (geweld, 20, 30, 50, 100 1 Geen bedreiging enz) Totaal 59
Aantal personen 17 25
1 0 43
De meeste opgelegde maatregelen hebben betrekking op de arbeidsverplichtingen. De maatregelen ten aanzien van de inlichtingenplicht blijken mee te vallen. Slechts 4 personen hebben hiervoor een maatregel opgelegd gekregen. Er zijn geen maatregelen opgelegd vanwege misdragingen tegenover het personeel of beschadiging van materieel. Bovenstaande resultaten leiden tot de vraag nader onderzoek te doen naar de effecten van de nieuwe afstemmingsverordening. Is het aantal maatregelen toegenomen? Is het beoogde effect bereikt? Enz. Daarom zal in de loop van 2007 de afstemmingsverordening worden geëvalueerd en zonodig worden bijgesteld.
3.5
Aanpak van fraude
Elke verwijtbare schending van de inlichtingenplicht is een fraude. In veel gevallen is er echter niet tot nauwelijks sprake van een kwade wil. Vooral voor nieuwe klanten is de strekking van de inlichtingenplicht niet altijd even duidelijk. Daarom bestaat de aanpak van fraude uit een deel preventie en een deel repressie. In 2006 is het Handhavingsprogramma 2003-2006 afgerond. In dit programma, waarin het “Hoogwaardig Handhaven” is geïntroduceerd, is het stoplichtenmodel ingevoerd: Groen traject: de gebruikelijke, routinematige controle. Er is geen aanwijzing voor een onrechtmatige situatie. De behandeling gebeurt door de klantmanager. Oranje traject: Er is een aanwijzing voor een onrechtmatige situatie, maar geen bewijs. Een nader onderzoek vindt plaats door de bijzondere controleambtenaar. Rood traject: Er is een onrechtmatige situatie. Er volgt een strafrechtelijk onderzoek, uitgevoerd door de Sociale Recherche. Voor de periode 2007-2010 heeft het Ministerie van SZW het vervolgprogramma aangeboden. Dit is voornamelijk een voortzetting van de ingeslagen weg. Preventie
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
12
Klanten worden bij het intakegesprek geïnformeerd over de inlichtingenplicht. Ook in de informatiemap (de klantmap), die hen wordt aangereikt, wordt uitleg gegeven. Bij elke nieuwe aanvraag wordt standaard een onaangekondigd huisbezoek afgelegd. Dit is namelijk de enige manier om de woonsituatie vast te stellen. Hiermee wordt vooral voorkomen, dat de klant uit onwetendheid (zij zijn tenslotte “nieuw” in de bijstand) onjuiste inlichtingen geeft. Ook bij onderzoeken in het oranje traject worden huisbezoeken afgelegd. In deze gevallen wordt echter meer specifiek gelet op omstandigheden, die in verband staan met de geconstateerde of vermoedde onregelmatigheid. De Centrale Raad van Beroep heeft meerdere malen geoordeeld, dat – ook onaangekondigde – huisbezoeken een legitiem middel zijn in de uitvoering van de bijstandswet. In de tabellen hieronder wordt het resultaat van de huisbezoeken weergegeven. De omschrijvingen onder “signaal” geven aan, wat de aard van het signaal (het vermoeden of de aanleiding) was, waardoor om een huisbezoek is verzocht. Dit wil dus niet zeggen, dat deze feiten zich ook hebben afgespeeld. Het is een gevonden vermoeden, waar de bijzondere controleur zijn onderzoek op heeft gericht. Om deze reden ziet u bijvoorbeeld, dat geen van de drie gevallen van verzwegen zwarte inkomsten tot een fraude hebben geleid: In één geval was niet gebleken van zwarte inkomsten, in één geval was er in het verleden sprake geweest van (commerciële) activiteiten, maar nu niet meer. In het derde geval kon geen bewijs worden gevonden, maar het vermoeden bleef sterk. Aantal huisbezoeken in 2006 signaal
Verzwijgen witte inkomsten Verzwijgen zwarte inkomsten Verzwijgen vermogensbezit Onjuiste opgave woonsituatie Partnerfraude Anders totaal
totaal
Gevolg afwijzing aanvraag
beëindiging uitkering
Aanpassing uitkering
1
1
-
-
-
-
-
3
-
-
-
3
3
-
0
-
-
-
-
-
-
9
2
4
1
2
4
-
15
3
6
0
6
4
2
37
-
-
1
36
32
-
65
6
10
2
47
43
2
totaal
Gevolg afwijzing aanvraag
beëindiging uitkering
1 1 1 2 1 25 2 4 37
0
0
Aanpassing uitkering 1 1
Geen ingreep
Geen fraude
In behandeling
Specificatie signaal “anders” signaal
Hennepkwekerij Schending inl.plicht Inschrijving KvK Alleenstaande Verhuizing Aanvraag WWB Bijzondere bijstand Tip totaal
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
Geen ingreep 1 1 2 1 25 2 4 36
Geen fraude 1 1 2
In behandeling 0
13
Naar aanleiding van de onderzoeken is in totaal een bedrag van € 93.284,93 bespaard. Dit wil zeggen, dat dit bedrag als bijstand zou zijn uitgekeerd, als de situatie niet was hersteld in een rechtmatige situatie. Het bedrag aan geconstateerde fraudes is beperkt gebleven tot € 2.113,85. Uit de tabel blijkt, dat in 22 gevallen (67 totaal minus 43 geen fraude minus 2 in behandeling) een fraude is geconstateerd. Uit de 6 afgewezen aanvragen volgt geen fraudevordering, aangezien er (nog) geen bijstand was verstrekt. In de overige 13 gevallen werd de bijstand beëindigd c.q. aangepast vanaf de datum van de constatering (datum huisbezoek). Bij bijvoorbeeld een samenwoning wordt gesteld, dat de samenwoning bestaat vanaf de datum van de constatering. Er vindt geen onderzoek plaats naar de aanvangsdatum van de samenwoning. De reden hiervoor is, dat een dergelijk onderzoek tamelijk tijdrovend en bewerkelijk is. Daarbij is het lang niet zeker, dat er ook “keiharde” bewijzen worden gevonden. Daarom ook volgt hieruit geen terug te vorderen bijstand. De wel opgelegde terugvordering is ontstaan, doordat de betreffende klant geen melding had gedaan van zijn detentie. De aanvangsdatum van de detentie is eenvoudig en onomstotelijk vast te stellen. Repressie Het signaal moet duidelijk zijn, dat fraude niet wordt getolereerd. Daarom wordt bij een geconstateerde en verwijtbare schending van de inlichtingenplicht een maatregel opgelegd. In paragraaf 4.2 is een overzicht gegeven van de opgelegde maatregelen. De wijze waarop wordt omgegaan met het opleggen van een maatregel is omschreven in de Afstemmingsverordening. Hierin is beschreven bij welke gedragingen een maatregel moet worden opgelegd en hoe hoog de maatregel moet zijn.
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
14
Minimabeleid Al jaren voert Houten een ruimhartig Minimabeleid. Dit beleid is gericht op de ondersteuning van personen en huishoudens, hetzij direct met financiële middelen, hetzij “in natura”. Het Minimabeleid beoogt te voorkomen dat mensen – vanwege ontbrekende middelen – niet meer kunnen deelnemen aan maatschappelijke activiteiten en zodoende buiten de maatschappij (dreigen te) vallen. Ook de gevolgen van armoede worden bestreden, zoals huisuitzettingen, afsluitingen en dergelijke. 4.1
Bijzondere bijstand
In de afgelopen jaren wordt steeds meer een beroep gedaan op de bijzondere bijstand. Aantal aanvragen bijzondere bijstand 2003 2004 317 351
2005 375
2006 401
We zien dus een duidelijk stijgende lijn. Zoals uit de tabel blijkt zijn er in 2006 401 aanvragen ontvangen. Hiervan zijn 133 via de verkorte procedure afgehandeld en 268 op de gebruikelijke manier. Bij de aanvragen voor bijzondere bijstand valt op dat er meer tienermoeders (jonger dan 21 jaar) zijn, die zelfstandig wonen. De normuitkering voor deze klanten wordt dan aangevuld met periodieke bijzondere bijstand voor levensonderhoud en eventueel woonkosten. Dit is het directe gevolg van het openen van een opvang voor tienermoeders in Houten door de Stichting Timon. Overigens zien we dit ook terug bij de verdubbeling van het aantal bijstandsuitkeringen aan jongeren onder de 21 jaar: van 5 personen op 1 januari 2006 tot 10 personen per 31 december 2006. Ruim 1/3 van de klanten geeft aan de bijzondere bijstand niet (goed) te kennen. Dit is overigens een landelijk fenomeen. In 2007 zal Sociale Zaken de voorlichting aan klanten intensiveren, o.a. door hierover regelmatig in de Nieuwsbrief te publiceren (de eerste Nieuwsbrief is in november 2006 verzonden, met daarin specifieke aandacht voor de eenmalige uitkering voor chronisch zieken, gehandicapten & ouderen, de collectieve ziektekostenverzekering en premiecompensatie en de verruiming van de langdurigheidstoeslag). Daarnaast start in januari 2007 een project waarbij het zogenaamde “nietgebruik” aangepakt zal worden. Enerzijds een betere voorlichting vanuit de gemeente aan bestaande en potentiële klanten, anderzijds het in kaart brengen van alle lokale instanties en initiatieven in het kader van Minimabeleid. Met betrekking tot dit laatste punt is er inmiddels een overleg gestart met een aantal partijen: Vitras, IDO, VWH en het Voedseldepot. 4.2
Verkorte aanvraagprocedure bijzondere bijstand
Sinds 2004 heeft Houten voor bijzondere bijstandsaanvragen voor een aantal kostensoorten een verkorte aanvraagprocedure ontwikkeld, waarbij de aanvrager binnen 15 minuten een beschikking op zijn aanvraag ontvangt. De betreffende kostensoorten zijn door het college aangemerkt als noodzakelijk, zodat hierop geen aparte toets meer hoeft plaats te vinden. Aangezien deze procedure uitsluitend wordt toegepast bij klanten die al bekend zijn bij Sociale Zaken hoeft ook geen toets op inkomen en vermogen meer plaats te vinden. Met het wegvallen van de mogelijkheid van categoriale bijstand is de gemeente geconfronteerd met hogere uitvoeringskosten, aangezien de aanvragen individueel moeten worden afgehandeld. Met de verkorte procedure worden deze kosten enigszins beperkt. Voor de klanten betekent deze procedure een gemakkelijkere manier om bijzondere bijstand te verkrijgen. Zij hoeven geen lange en omslachtige procedures te doorlopen, en krijgen zij direct een beschikking op hun aanvraag. Er is dus sprake van ontbureaucratisering! Met een snelle, gemakkelijke en vooral toegankelijke aanvraagprocedure wordt het niet-gebruik van de bijzondere bijstand deels tegengegaan.
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
15
De verkorte procedure heeft inmiddels de aandacht gekregen van het Ministerie van SZW en diverse gemeenten. Naast een aantal werkbezoeken van andere sociale diensten en publicaties in vakbladen heeft de gemeente Houten in oktober 2006 een presentatie gehouden over dit onderwerp op de “Gemeentedagen SZW”. Hiermee heeft de verkorte procedure als bijkomend effect, dat Houten op dit punt een voorbeeld is geworden voor andere gemeenten. 4.3
U-pas
Sinds 2003 neemt de gemeente Houten deel aan de U-pas van de gemeente Utrecht. De pas heeft als doelstelling het mogelijk maken (bevorderen) van de deelname van de minima aan (maatschappelijke) activiteiten. De U-pasgebruikers kunnen tegen gereduceerd tarief lid worden van een vereniging, deelnemen aan activiteiten, kortingen krijgen op artikelen bij diverse winkels, een theater of bioscoop bezoeken of kunnen naar een wedstrijd van de FC Utrecht. De overeenkomst met het U-pasbureau (de uitvoerder van de U-pas van de gemeente Utrecht) loopt in 2006 af. Voor 2007 wordt een nieuwe overeenkomst afgesloten waarbij uitbreiding van zowel het aantal gebruikers als het aantal aanbieders wordt nagestreefd. In 2005 is een uitgebreide evaluatie van de U-pas gehouden. Deze evaluatie is aangeboden aan de Raad. De Houtense gebruikers blijken over het algemeen tevreden te zijn over de U-pas en de mogelijkheden. Dit wordt nog eens bevestigd in een recent tevredenheidsonderzoek (in opdracht van het U-pasbureau). Daarbij is gebleken, dat er geen sprake is van een stigmatiserende werking van de U-pas. Inmiddels kan worden geconcludeerd, dat de U-pas een ingeburgerd en gewaardeerd middel is. Door de deelname van de buurgemeenten wordt dit alleen maar versterkt. Gebruik U-pas Aantal Houtense pashouders Aanbieders in Houten, totaal - Sport en spel - Sociale activiteiten (buurtcentra) - Recreatie en uitgaan - Persoonlijke verzorging - Videotheek/bibliotheek - Diversen
2005 (peildatum 31-12) 1235 Niet bekend
2006 (peildatum 31-12) 1718 63 30 10 11 4 2 6
Beschikbaarheid van de U-pas De U-pas is gratis beschikbaar voor bijstandsgerechtigden. Met de toekenning van een bijstandsuitkering wordt de klant tevens aangemeld bij het U-pasbureau. De klant krijgt gratis en vanzelf een U-pas. De kosten worden door de gemeente gedragen. Niet-klanten met een minimaal inkomen kunnen de pas aanvragen bij Sociale Zaken. Elk gezinslid, dus ook (minderjarige) kinderen uit het gezin, kan zelfstandig een U-pas verkrijgen. Hiermee kunnen deze kinderen bijvoorbeeld lid worden van een sportvereniging of van de bibliotheek, en gebruik maken van School€xtra. Bereik van de U-pas Naast Utrecht en Houten wordt de U-pas ook gebruikt door de gemeenten Maarssen, De Bilt en sinds kort ook Nieuwegein. De gemeente IJsselstein staat op het punt om mee te doen. Ook andere gemeenten uit de (wijdere) regio hebben bij het U-pasbureau hun belangstelling kenbaar gemaakt. De pashouders uit de deelnemende gemeenten kunnen de pas in al deze gemeenten gebruiken. De Houtense pashouder kan dus in de wijdere regio zijn voordelen halen. Het U-pasbureau heeft onder andere de taak om aanbieders te acquireren. Dit verloopt naar tevredenheid. Per december 2006 nemen 63 Houtense organisaties deel aan de U-pas, waaronder sport- en vrije tijdsverenigingen, bibliotheek, zwembad en hobbyclubs. Dit aantal zal toenemen.
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
16
In de gehele regio zijn er inmiddels 709 organisaties, clubs, enzovoorts die de pashouders een korting aanbieden (inclusief filialen gaat het dan om 742 vestigingen). Met de toetreding van Nieuwegein en IJsselstein wordt een toename verwacht van 70 aanbieders. Aanbieders in Houten totaal - Sport en spel - Sociale activiteiten (buurtcentra) - Recreatie en uitgaan - Persoonlijke verzorging - Videotheek/bibliotheek - Diversen
63 30 10 11 4 2 6
School€xtra en U-strippenkaart Naast de U-pas heeft het U-pasbureau nog twee producten ontwikkeld, waar Houten aan meedoet. Dit zijn School€xtra en de U-strippenkaart. School€xtra is een voorziening voor indirecte schoolkosten, zoals schoolreisjes en dergelijke. Het is niet bedoeld voor schoolspullen, zoals boeken en schrijfgerei. School€xtra was oorspronkelijk alleen beschikbaar voor scholieren in het voortgezet onderwijs (maximaal € 100,00). Voor 2007 is de voorziening ook beschikbaar voor scholieren in het basisonderwijs (maximaal € 50,00). Om van School€xtra gebruik te kunnen maken, moet de scholier zelf (als zijnde een gezinslid) over een U-pas beschikken. De U-strippenkaart is een kortingskaart voor het openbaar vervoer. Dit product bevindt zich nog in een experimentele fase. Het experiment is in 2006 begonnen, en zal in 2007 als experiment worden voortgezet. Nu al constateert het U-pasbureau, dat de U-strippenkaart bijzonder gewild is onder de pashouders. Inkomensgrenzen De inkomensgrenzen waren gebaseerd op 115% van de toepasselijke bijstandsnorm. In aansluiting met het besluit van het college van Utrecht, zijn de grenzen voor de U-pas omhoog getrokken naar 125%. Vóór deze wijziging waren de grenzen van kracht zoals deze waren vastgelegd in de U-pasverordening van de gemeente Utrecht van 29 juni 2000. Bij de vaststelling van het recht op een U-pas wordt uitgegaan van het inkomen volgens de jaaropgaaf (en geen loonstroken of bewijzen van het netto inkomen). Daarom hanteert het U-pasbureau een vereenvoudigd bruto-netto-rekenschema, waarbij alleen rekening is gehoudne met de algemene aftrekposten en tegemoetkomingen/heffingskortingen, maar niet met de individuele fiscale bijzonderheden. Voor 2007 zijn de bruto inkomensgrenzen berekend op: Inkomensgrenzen U-pas 2007 Soort huishouden Alleenstaande, <65 Alleenstaande ouder, <65 en >65 Meerpersoonshuishouden, <65 Alleenstaande, >65 Meerpersoonshuishoudens, >65
Bruto jaarinkomen volgens jaaropgaaf € 16.480 € 18.878 € 22.411 € 15.606 € 22.002
Dit was in 2001 € 14.975 € 17.017 € 17.017 Niet vastgesteld Niet vastgesteld
Kosten De U-pas kost in de huidige overeenkomst € 35,00 per pas. Voor bijstandsklanten neemt de gemeente deze kosten op zich. Bij aanvang van de deelname, in 2003, werden de kosten geraamd op € 66.500,00 per jaar, uitgaande van een groei tot 1900 pashouders in 2006.
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
17
Begin 2006 waren er 1235 pashouders, aan het einde van het jaar 1718. Dit leidt dus tot een gemiddeld aantal pashouders van 1476,5. Voor 2006 worden de kosten à € 35,00 per pas gesteld op 1476,5 x € 35,00 is € 51.677,50.
4.4
Collectieve ziektekostenverzekering
De overgrote meerderheid van de klanten maakt gebruik van de collectieve ziektekostenregeling. De regeling is beschikbaar voor alle Houtense minima. De groep is dus groter dan uitsluitend de bijstandsgerechtigden. Gebruik collectieve ziektekostenverzekering 2005 (peildatum 31-12) Aantal bijstandsgerechtigden 228 Aantal niet-bijstandsgerechtigden 203
2006 (peildatum 31-12-06) X X
De gemeente Houten biedt in samenwerking met Agis Zorgverzekeringen een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering aan ten behoeve van huishoudens met een minimuminkomen. Het collectieve pakket, AV Optimaal Plus, biedt een brede dekking van ziektekosten tegen een gunstige premie. De gemeente Houten ontvangt een korting op de premie van 7,5%. De gemeente betaalt (een deel van) de premie voor de aanvullende verzekering. De deelnemer betaalt zijn nominale premie. Door de bijdrage van de gemeente betaalt de cliënt zelf nog € 100,00 per maand. Hiervoor ontvangt hij, althans kan aanspraak maken op de zorgtoeslag. Klanten worden bij aanvraag aangemeld, overigens wel op vrijwillige basis: een klant kan en mag kiezen voor een andere, eigen verzekering. De niet-bijstandsgerechtigden kunnen zich bij Sociale Zaken melden voor deelname aan de collectieve verzekering. Uit de tabel blijkt, dat de groep niet-bijstandsgerechtigden ongeveer even groot is als de groep bijstandsgerechtigden. Hieruit kan worden geconcludeerd, dat de voorziening zijn doel bereikt: ook de minima, die geen bijstand ontvangen, worden bereikt en maken gebruik van de voorziening. 4.5
Bijdrage chronisch zieken, gehandicapten en ouderen
Met ingang van 2006 wordt wederom een extra bijdrage te verstrekken aan ouderen, chronisch zieken en gehandicapten. Het gaat daarbij om een vergoeding voor de verborgen kosten van ziekte of handicap. Hierover bent u reeds geïnformeerd per brief. De hoogte van de bijdrage is € 200,00 voor een alleenstaande of voor een echtpaar, waarvan slechts één partner tot de doelgroep behoort. Wanneer beide partners tot de doelgroep behoren, bedraagt de bijdrage € 300,00 totaal voor hen beiden. In 2006 hebben 385 personen een bijdrage ontvangen. Om in aanmerking te komen voor deze bijdrage moet de aanvrager uiteraard tot de doelgroep behoren. Daarbij is een inkomensgrens gesteld op 115% van de toepasselijke bijstandsnorm. Deze regeling is één van de twee nog toegestane categoriale verstrekkingen van bijzondere bijstand (de andere is de collectieve ziektekostenverzekering). Vanwege de categoriale verstrekking is de uitvoering van deze regeling snel en eenvoudig. Iemand behoort in ieder geval tot de doelgroep chronisch ziek of gehandicapt als hij of zij: a. Bij zijn belastingaangifte gebruik maakt van de forfaitaire aftrek voor chronisch zieken, of b. Een verstrekking heeft gekregen voor een hoog/laag bed in het kader van de AWBZ (aan te tonen middels besluit), of c. Een verstrekking heeft gekregen op grond van de WVG en daar nu nog gebruik van maakt (aan te tonen middels besluit), of d. In 2003 of 2004 een persoonsgebonden budget toegekend heeft gekregen in combinatie met de bovengenoemde voorwaarden, of
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
18
e. Een verklaring van een arts (huisarts of specialist) overlegt waaruit blijkt dat betrokkene chronisch (psychisch) ziek is, welke aandoening hij of zij heeft en dat er sprake is van extra kosten als gevolg van deze ziekte. Daarnaast zijn er nog personen die geen Wvg-voorziening gebruiken maar wel degelijk gehandicapt zijn. Denk bijvoorbeeld aan iemand die blind is. De individuele gevallen worden in overleg met de medewerkers van de Wvg/WMO al dan niet toegekend.
4.6
Schuldhulpverlening
Schuldhulpverlening wordt in eigen beheer uitgevoerd. De gemeente Houten is lid geworden van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVvVK), de koepelorganisatie voor instellingen voor schuldhulpverlening. Hiermee legt Houten zichzelf ook bepaalde kwaliteitseisen op, die zijn gesteld voor leden van de NVvVK. Schuldhulpverlening in 2004, 2005 en 2006 Aanvragen schuldhulpverlening Aanvragen WSNP Aantal eigen traject/advies Aantal budgetbeheer (extern)
2004 62 13 46 n.v.t.
2005 65 23 21 11
2006 115 16 10 12
De uitvoering behelst het opzetten van een schuldregeling dan wel het indienen van verzoekschriften voor de WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen). De bewindvoering zelf wordt niet in Houten gedaan. In de loop van 2006 is een gestart gemaakt met een nader onderzoek naar de schuldhulpverlening ontwikkelingen in de gemeente Houten. Het onderzoek is nog niet afgerond, maar enkele ontwikkelingen kunnen al worden geschetst. Voor budget en financieel beheer werd tot voor kort Budget Beheerbureau Krommerijn Heuvelrug (BBHR) ingeschakeld. Dit bureau zorgde ervoor dat mensen met schulden weer greep krijgen op hun uitgavenpatroon. De samenwerking is in december 2006 beëindigd: het bleek niet mogelijk om met het beheerbureau specifieke afspraken te maken, die konden worden vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst. BBHR kon zich bovendien niet committeren aan de gedragscode van de NVvVK. Inmiddels zijn de trajecten voor schuldhulpverlening, na aanbesteding, neergelegd bij Plangroep. De gemeente Houten heeft via de Tijdelijke Stimuleringsregeling schuldhulpverlening (Tss 2006) middelen aangevraagd en toegekend gekregen. Deze subsidie ad € 33.826,00 is ingezet voor het wegwerken van de wachtlijsten. Hiervoor is extra tijdelijk personeel ingehuurd die de wachtlijsten hebben weggewerkt. Daardoor zijn er 2 keer zo veel mensen geholpen. In het eerste kwartaal van 2007 zal een separate notitie over dit onderwerp worden voorgelegd aan de Raad. 4.7
Langdurigheidstoeslag
Voor een langdurigheidstoeslag komen personen in aanmerking tussen de 23 en 65 jaar die: tenminste 60 maanden onafgebroken een inkomen hebben gehad ter hoogte van het sociaal minimum, zonder in die periode inkomsten uit of in verband met arbeid te hebben ontvangen maar zich wel naar behoren heeft ingezet om arbeid te verkrijgen. De gedachte achter deze regeling is, dat personen die aan deze criteria voldoen, geen reëel uitzicht hebben op eigen inkomsten (een baan) binnen een afzienbare tijd. Omdat zij al langdurig hebben moeten leven op het sociale minimum, wordt hen deze bijdrage gegund, als extra inkomensondersteuning.
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
19
Aantal aanvragen langdurigheidstoeslag Aanvragen in 2004 Aanvragen in 2005 Aanvragen in 2006
61 45 147
In december is een extra hoeveelheid aanvragen ontvangen. Behalve dat december voor de klanten kennelijk een favoriete maand is om de toeslag aan te vragen, speelt ook mee dat men nog een toeslag kan aanvragen voor voorgaande jaren (2004 en 2005). Naar aanleiding van een bezwaarschrift is geconcludeerd, dat een aanvraag ook terugwerkend kan worden ingediend. In het aantal van 147 aanvragen bevinden zich dus ook aanvragen, die betrekking hebben op 2004 en 2005. Er is niet bijgehouden om hoeveel aanvragen het gaat. Er heeft hoe dan ook een stijging van het aantal aanvragen plaatsgevonden. Een andere reden kan zijn, dat mensen die (zeer) geringe inkomsten hebben gehad nu ook voor een toeslag in aanmerking kunnen komen. Dit feit is in november 2006 gepubliceerd, zodat een extra toestroom van aanvragen te verwachten was. In 2006 zijn 24 van de (tot oktober afgehandelde) 60 aanvragen afgewezen. Hieruit kan worden afgeleid, dat tenminste 36 personen al meer dan 5 jaar een inkomen op bijstandsniveau hebben genoten en geen betaald werk hebben verricht. Wijziging Het criterium dat er geen sprake mag zijn geweest van inkomsten heeft geleid tot reacties uit diverse hoeken: vanuit het parlement, vanuit de belangenorganisaties (VNG, DIVOSA) en vanuit de rechtspraak: De Centrale Raad van Beroep heeft beslist, dat er sprake is van een rechtsongelijkheid tussen personen zonder enige inkomsten en personen die ooit eens (zeer) geringe inkomsten hebben gehad. Personen met dergelijke inkomsten hebben ook geen reëel perspectief op werk. Daarom zijn zij gelijk te stellen aan de benoemde doelgroep. Het gevolg hiervan is dat de bepaling is versoepeld. Ook ondanks (zeer) geringe inkomsten kan de persoon een recht op de langdurigheidstoeslag te gelde maken. Met een wijziging van artikel 36 van de Wwb, waar de regeling is ondergebracht, is het aan de gemeente gelaten om de grenzen van deze zeer geringe inkomsten vast te stellen. De wijziging is met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006 ingegaan. De gemeente Houten heeft de inkomensgrenzen bepaald in overeenstemming met de hoogte van de (afgeronde) langdurigheidstoeslag. Om in aanmerking te komen mag de aanvrager in de referteperiode van 5 jaar niet meer dan de vermelde grensbedragen met arbeid hebben verdiend. Normen langdurigheidstoeslag 2006 Alleenstaande Alleenstaande ouder Echtpaar/samenwonend
Inkomensgrens € 330,00 € 425,00 € 475,00
Langdurigheidstoeslag € 331,00 € 425,00 € 473,00
De gemeente Houten heeft de gegeven beleidsruimte ingevuld door het recht van langdurigheidtoeslag open te stellen voor mensen die ook geringe inkomsten hebben gehad: uit arbeid, een WAO-uitkering aangevuld met een bijstandsuitkering en voor (recent) gescheiden mensen. In elk van deze gevallen kan de aanvraag heroverwogen worden. Het gaat hierbij om 5 personen, waarvan de aanvraag voor 2006 eerst was afgewezen vanwege eigen inkomsten. Verder zijn 22 personen geteld, die uit de bijstand een aanvulling ontvangen op hun WAO-uitkering (en die dus minder dan 80% arbeidsongeschikt zijn). Via de lokale publieke kanalen zijn zij uitgenodigd om alsnog voor 2006 een aanvraag in te dienen. Op dit moment (eerste helft van januari 2007) heeft nog geen van deze personen een aanvraag ingediend.
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
20
4.8
Eenmalige actie spaarlampen
De energielasten blijven toenemen. Huishoudens met een minimaal inkomen kunnen hierdoor in de problemen komen. Daarbij spelen (ook en vooral) de overwegingen ten aanzien van de belasting op het milieu mee. Met het gebruik van spaarlampen kan fors worden bespaard op de energierekening: gemiddeld €40,00 tot € 50,00 over de levensduur van een lamp. Bovendien levert het gebruik van spaarlampen een bijdrage aan het bestrijden van het broeikaseffect. Landelijk is een initiatief ondernomen om het gebruik van energiezuinige spaarlampen te promoten, onder de naam “Eén miljoen spaarlampen”. De gemeente Houten heeft, via de stichting Slimlicht!, hieraan deelgenomen, door gratis een pakketje spaarlampen te verstrekken aan de minima. De actie heeft tot oktober 2006 gelopen en was eenvoudig van opzet. Huishoudens met een minimum inkomen konden bij de stichting SlimLicht! 8 tot 11 lampen bestellen ter waarde van maximaal €40,00. Voor de distributie van de lampen is een koppeling gezocht met de U-pas. U-pashouders konden zonder meer een pakket bestellen. Daarnaast was er een (redelijk grote) groep personen, die niet over een U-pas beschikt, maar wel tot de minima konden worden gerekend. Daarom zijn de inkomensgrenzen van de U-pas overgenomen: op vertoon van de jaaropgaaf konden de minima zonder U-pas ook gewoon een pakket bestellen. De actie vond gretig aftrek: maar liefst 89% van de (bekende) minima heeft van de actie gebruik gemaakt! Er zijn 664 pakketten aangevraagd, tot een totaal van 5.551 spaarlampen. Hiermee is de actie een ongekend succes. De lampen leveren gemiddeld € 50,00 besparing op over de levensduur van de lamp. Dat is gemiddeld per huishouden een besparing van 8 lampen maal € 50,00 is € 400,00. In het totaal is dat € 270.000,00 aan koopkrachtreparatie in de gemeente Houten. Het milieueffect is dat per 6 lampen een reductie van één ton CO2 uitstoot oplevert. Gedurende de totale levensduur van de lampen wordt er dan 924 kTon minder CO2 uitgestoten. 4.9
Samenwerking
Eind 2006 zijn besprekingen gestart over samenwerking ten behoeve van de armoedebestrijding met enkele maatschappelijke organisaties, met name Vluchtelingenwerk Houten (VWH), het Interkerkelijk Diaconaal Overleg (IDO) en Vitras maatschappelijk werk (Vitras). Aanleiding was ondermeer het particuliere initiatief tot het opzetten van voedselbanken. Hoewel de noodzaak van voedselbanken niet direct aanwezig is, wordt wel onderkend dat de gemeente niet alle signalen van armoede ontvangt. Daarom wordt met de genoemde instanties samengewerkt om een beter beeld van de behoefte in Houten te verkrijgen, en zo de armoedebestrijding in Houten (nog) effectiever aan te pakken. Eén aandachtspunt is in ieder geval het aanpakken van het niet-gebruik van de bijzondere bijstand, onder meer door verbetering van de informatieverstrekking naar de doelgroep(en).
Beleidsverslag Sociale Zaken 2006 gemeente Houten, januari 2007
21