BIJLAGE Bijlage nr. 1
OVEREENKOMST Tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), vertegenwoordigd door het College, waarvoor optreedt de heer Guy Vanhengel, Collegevoorzitter bevoegd voor Onderwijs en Vorming, waarvan de administratie gevestigd is in de Technologiestraat 1 te 1082 Brussel (Sint-Agatha-Berchem), hierna genoemd “de Vlaamse Gemeenschapscommissie” enerzijds en vzw Walala, vertegenwoordigd door mevrouw Maud Aguirre y Otegui, voorzitster, Otletstraat 28 te 1070 Brussel (Anderlecht), hierna genoemd “de vzw” anderzijds wordt overeengekomen wat volgt: Artikel 1.De vzw staat in voor de werking en de verdere uitbouw van de spelotheek Walala met als algemene doelstelling het bevorderen van het welbevinden en de totale ontwikkeling van het kind, en van de taalontwikkeling in het bijzonder, via spel binnen en buiten de school(m)uren. In de spelotheek staat het spel centraal. Er wordt speelgoed uitgeleend, ouders krijgen er informatie en er worden speltestdagen en spelanimatie georganiseerd. Ook vanuit het perspectief van het Brusselse onderwijs kan de spelotheek een zinvolle bijdrage leveren tot het taalvaardiger worden van kinderen via het spelaanbod en spelanimaties voor de klas. Spelen stelt kinderen in staat om vaardigheden en ervaringen op te doen die het leren positief beïnvloeden. De vzw zal de werking van de spelotheek verder zetten: -
groepsbezoeken van klassen van het basisonderwijs, al dan niet met ouders, in de spelotheek met spelanimatie door het personeel van de spelotheek en de leerkracht;
-
in samenwerking met het Onderwijscentrum Brussel groepsanimaties in de school verzorgen, in aanwezigheid van ouders, gefocust op eenvoudige spellen en taalvaardigheid;
-
groepsbezoeken van ouders met de focus op vorming, informatie, spel en spelcreatie;
-
groepsbezoeken van leerkrachten- of docententeams en studenten pedagogische opleidingen (gericht op de werking van spelotheken, spellenaanbod, meerwaarde van spelen thuis) en van startende leerkrachten in Brussel (binnen een 3-daags infopakket) in samenwerking met Onderwijscentrum Brussel/Voorrangsbeleid Brussel vzw en JES vzw (project ‘stadskracht’);
-
een aanbod van vormingspakketten voor ouders;
-
indien mogelijk zal Walala specifieke projecten in samenwerking met andere initiatieven continueren, bijvoorbeeld de proefprojecten Brede school die lopen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs, buurtprojecten, ‘spel op school’. 1
Naast de verderzetting van de werking in 2009 ligt de nadruk op (in volgorde van prioriteit): -
ontwikkelen van een samenwerkingsverband met het Onderwijscentrum Brussel zodat de spelotheek en het Leermiddelencentrum een complementaire werking kunnen ontplooien op het vlak van het aanbod en het ontwikkelen van educatief materiaal, en op het vlak van vorming voor de schoolparticipanten (kinderen, ouders, leerkrachten, scholieren in opleiding tot leerkracht en kinderverzorger);
-
in het kader van een regionale uitbreiding van het werkingsgebied gesprekken aangaan met andere Nederlandstalige Brusselse spelotheken en nagaan welke samenwerkingsverbanden er mogelijk zijn, bijvoorbeeld met het Huis Dada te Schaarbeek;
-
vorming van het personeel;
-
beter kenbaar maken van het aanbod van de spelotheek via promotie (folder, website, mailing list, link met de site van het Onderwijscentrum, infostand, ingaan op uitnodigingen van scholen voor teamvergaderingen en oudercontacten) en in de spelotheek informatie ter beschikking te stellen over het aanbod van de uitleendienst van VGC en van het Leermiddelencentrum;
-
uitbreiden van het aanbod naar hogescholen en pedagogische opleidingen uitbreiden (naast lerarenopleidingen HUB, Erasmushogeschool, VUB en CVO’s, ook geïnteresseerde secundaire scholen die verzorging aanbieden) o.a. met een stageplaats kleuteronderwijs of kinderzorg.
In 2009 wordt de aanzet gegeven tot: -
de classificatie van spellen en speelgoed volgens het ESAR-systeem en een bundeling van fiches waarop elk spel voorgesteld en beschreven wordt;
-
het samenstellen en uitlenen van kant-en-klare spellenkoffers voor leerlingen van de 1ste kleuterklas tot het 2de leerjaar met de focus op talig spelmateriaal en coöperatieve spellen;
-
in samenwerking met het Onderwijscentrum Brussel een algemeen vormingspakket uitwerken en vormingssessies ontwikkelen aangaande ‘spelen is leren’ en ‘thuis spelen: hoe doe je dat?’, ‘voor het eerst naar school’, ‘naar het eerste leerjaar’ en ‘wereldspelen’; er wordt nagegaan of studenten van het hoger of universitair onderwijs vormingskoffers kunnen uitwerken in het kader van een groepsopdracht of van een individueel eindwerk;
-
binnen de regio zuid-west Brussel nagaan in hoeverre naschoolse spelanimatie kan aangeboden worden bij vakantie-initiatieven die zich op spel en taal of op ouders en school richten, bijvoorbeeld taalbadweken en zomerscholen.
Deze laatstgenoemde punten worden opgestart in 2009 maar zullen pas volledig gerealiseerd kunnen worden hetzij in het tweede semester van het schooljaar 2009-2010, hetzij in het schooljaar 2010-2011. De vzw stelt voor de realisatie van deze activiteiten een coördinator tewerk a rato van 0,75 VTE. Artikel 2.Alle activiteiten worden afgestemd op de specifieke noden van het onderwijs, de eindtermen en ontwikkelingsdoelen, en voornamelijk op de specifieke noden van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel en op het VGC-onderwijsbeleid. Aandachtspunten daarbij zijn: -
- specifieke aandacht voor de taalvaardigheid van de leerlingen;
2
-
- de afstemming op de visietekst ‘Nederlands als omgangstaal in VGC-initiatieven en initiatieven die door de VGC ondersteund worden’ voor kinderen en jongeren (collegebesluit nr. 06/111 van 17 maart 2006);
Artikel 3.Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie kent aan de vzw Walala een enveloppensubsidie toe voor 2009 van 58.950 EUR. Artikel 4.De VGC voorziet een tussentijdse overleg met de vzw en met het Onderwijscentrum Brussel waar een stand van zaken van het project wordt gegeven. Tegen eind 2009 zal er op basis van een evaluatie met het Onderwijscentrum Brussel een duidelijke jaarplanning met prioriteiten opgemaakt worden voor het tweede semester van het schooljaar 20092010 en voor het schooljaar 2010-2011, die kan opgenomen worden indien de subsidiëring van de VGC wordt verdergezet. Artikel 5.Het personeel in dienst genomen voor de realisatie van de werking wordt aangesteld door de vzw, die als werkgever de verantwoordelijkheid draagt voor de te sluiten arbeidscontracten, het personeelsbeleid en de personeelsadministratie. De VGC kan geen enkele waarborg geven voor de continuering van het initiatief na 2009. De vzw moet de nodige maatregelen treffen om de opzegtermijn voor het personeel dat gefinancierd is met deze middelen te respecteren. Het feit dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie subsidies verstrekt, houdt geen enkele aansprakelijkheid in voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van activiteiten in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst. De vzw vrijwaart de Vlaamse Gemeenschapscommissie tegen elke vordering door derden tot schadevergoeding. Artikel 6.De gemandateerden van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie kunnen ter plaatse bij een gesubsidieerde organisatie administratieve controles uitvoeren en alle noodzakelijke documenten die het gebruik van de subsidie staven opvragen. Artikel 7.Overeenkomstig het collegebesluit nr. 08/429 van 17 december 2008 tot vaststelling van het organiek reglement op de toekenning en de controle op de aanwending van subsidies en het collegebesluit nr. 08/430 van 17 december 2008 houdende de bepalingen inzake de toekenning en de controle op de aanwending van een enveloppensubsidiëring, zal de initiatiefnemer verantwoording afleggen over de aanwending van de ontvangen subsidie en over het gebruik van middelen en diensten van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De inhoudelijke verantwoording bestaat uit de aftoetsing van de behaalde resultaten aan de activiteiten omschreven in artikel 1.
3
De financiële verantwoording bestaat uit een opgave van de kosten die werden gemaakt voor de realisatie van de activiteiten waarvoor de subsidie werd toegekend en van de opbrengsten die in het kader van de activiteit zelf of uit andere bronnen werden verworven. Het financieel overzicht m.b.t. de werkingskosten mag vervangen worden door een uittreksel uit de boekhouding dat een gelijkwaardige informatie verstrekt. Enkel uitgaven waarvoor een origineel verantwoordingstuk beschikbaar is dat aan de minimale vormvereisten voldoet, die in de boekhouding werden opgenomen en die bij controle van de boekhouding identificeerbaar en controleerbaar zijn, kunnen opgenomen worden. De subsidietrekkers die genieten van een enveloppensubsidiëring dienen uiterlijk 15 juni 2009 een jaarrekening in van het voorbije boekjaar en een begroting voor het lopende boekjaar, evenals de inhoudelijke en financiële verantwoording van de subsidie.
Artikel 8.Er wordt overeengekomen dat voor de ontwikkeling van nieuwe initiatieven eerst de toestemming van de betrokken overheden moet gevraagd en verkregen worden. Er wordt overeengekomen dat bij de stopzetting van lopende initiatieven eerst de toestemming van de betrokken overheden moet gevraagd en verkregen worden.
Artikel 9.Bij betwisting zal het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie zich wenden tot de voorzitter van de vzw. Elk geschil met betrekking tot het afsluiten, de geldigheid, de interpretatie, de uitvoering of de beëindiging van de overeenkomst behoort tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het arrondissement Brussel. Deze overeenkomst wordt beheerst door het Belgisch recht. Artikel 10.De vzw verbindt zich ertoe in iedere publicatie met betrekking tot de gesubsidieerde werking te vermelden dat deze met de steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie wordt uitgevoerd. De vermelding gebeurt volgens richtlijnen voor het gebruik van de huisstijl, zoals beschreven in het stijlhandboek van de Vlaamse Gemeenschapscommissie: http://stijlhandboek.vgc.be/.
Artikel 11.De subsidies kunnen ambtshalve opgeschort worden wanneer: 1. de subsidies worden aangewend voor andere doelstellingen dan deze bepaald in de overeenkomst; 2. de inhoudelijke en/of de financiële verantwoording als onvoldoende wordt beoordeeld; 3. de voorgeschreven wettelijke voorschriften in het kader van het voeren van de boekhouding niet worden nageleefd; 4. verkeerde of bedrieglijke informatie werd verstrekt. 5. de in artikel 6 bedoelde controle werd verhinderd.
4
Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie kan de toegekende en uitbetaalde subsidies geheel of gedeeltelijk terugvorderen in bovenstaande gevallen. Artikel 12.Deze overeenkomst gaat in op 1 januari 2009, eindigt op 31 december 2009 of vroeger in onderstaande gevallen: -
van rechtswege, indien de vzw Walala wordt ontbonden; bij wijziging van de doelstellingen van de vzw; in gemeenschappelijk overleg tussen de vzw Walala en de Vlaamse Gemeenschapscommissie; door de opzegging die uitgaat van één van de partijen. Deze opzegging moet gebeuren bij gemotiveerde aangetekende brief, met een termijn van 3 maand.
Opgemaakt in twee exemplaren te Brussel op … februari 2009 Namens de Vlaamse Gemeenschapscommissie
Guy Vanhengel Collegevoorzitter, bevoegd voor Onderwijs en Vorming Namens de vzw Walala
Maud Aguirre y Otegui Voorzitter
Gezien om gevoegd te worden bij het collegebesluit 09/079 van 19 februari 2009 houdende de goedkeuring van een overeenkomst met de vzw Walala voor de subsidiëring in 2009 De Collegeleden,
Brigitte GROUWELS
Pascal SMET
Guy VANHENGEL
5
6