BIJLAGE Bijlage nr. 1
Projectfiches van onderwijsprojecten voor het schooljaar 2008-2009
Het Sint-Pieterscollege te Jette diende een subsidieaanvraag in voor het onderwijsproject in ‘Projectdagen Brussel’. Dit project werd reeds in 2006, 2007 en 2008 gesubsidieerd en komt niet voor het 4de opeenvolgende jaar in aanmerking voor subsidiëring. De subsidieaanvraag voor het project ‘Gezondheid: beweging en gezonde voeding’ van de Sint-Karelschool te Sint-Jans-Molenbeek werd omwille van de thematiek overgemaakt aan de algemene directie Welzijn & Gezondheid. Hetzelfde gebeurde met de subsidieaanvraag voor het project ‘Gezondheidsdagen’ van het Janvan-Ruusbroeckollege. De gemeenschapsschapsschool Victor Horta diende laattijdig een subsidieaanvraag in voor het project ‘Multiculturele Taalweek’, dat plaatsvond van 15 tot 19 december 2008. Het komt niet in aanmerking omdat de aanvragen voor projecten in het 1ste trimester uiterlijk op 15 mei 2008 verwacht werden. De school krijgt wel voor maximum 350 EUR subsidies van Kleur Bekennen. De gemeenteschool Sint-Joost-Aan-Zee diende eveneens laattijdig een subsidieaanvraag in voor het project ‘Carte Blanche’, dat plaatsvond in het 1ste trimester van dit schooljaar . Het komt zoals het vorig project niet in aanmerking voor subsidiëring.
1
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Zo speel je Nederlands Initiatiefnemer: CVO Lethas, Rouppeplein 15 te 1000 Brussel Aanvraag als A-project – thema taal In samenwerking met: Vormingsorganisatie Wisper Doelgroep vorm en of type onderwijs: volwassenenonderwijs deelnemende klassen: circa 255 aantal deelnemende leerlingen: fase 1: circa 1500; fase 2: nog onbekend Tijdstip: van december 2008 tot juni 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen - de in cursussen aangeleerde uitdrukkingen en taalhandelingen gebruiken in een theatrale context waardoor de theaterwerkvorm een springplank is voor het gebruik van het Nederlands in de realiteit; - via de theaterwerkvorm de vlotheid en de uitspraak in het Nederlands verbeteren; - het belang van klemtonen en zinsritme leren en dit in praktijk kunnen brengen; - spreekangst leren overwinnen; - kennismaken met de Hoofdstedelijke Bibliotheek, de Markten, Passaporta, … - op een plezante en creatieve manier met het Nederlands omgaan. Educatieve activiteiten Fase 1 (tijdens de lessen van januari tot juni 2009) Het aanbod van de school bestaat uit 8 modules, van niveau beginners tot niveau gevorderden. Een kerngroep van leerkrachten werkt voor elke module een aantal taalhandelingen uit tot een oefening in dramatische expressie. Hiervoor is een standaardstappenplan ontwikkeld. Om dit plan en de dramatische werkvormen uit te werken wordt een beroep gedaan op Wisper. De kerngroep van leerkrachten geeft in een workshop op woensdagvoormiddag het concreet ingevulde stappenplan door aan de andere leerkrachten. Fase 2 (buiten de lessen van 3 maart tot 19 mei 2009) O.l.v. een professionele regisseur wordt op basis van taalhandelingen gewerkt naar een toneelvoorstelling. De deelneming van de cursisten op vrijwillige basis. Afhankelijk van hun aantal worden dit toneelstukjes van een kwartier of een langer stuk. Er wordt 6 woensdagvoormiddagen gerepeteerd. De voorstelling(en) worden gebracht op 19 mei bv. in het kader van ‘Broodje Brussel’, bv in de HOB, op school, Passaporta, De Markten. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten In fase 1 neemt elke cursist deel aan de dramatische werkvormen; in fase 2 spelen de vrijwillige cursisten toneel, de anderen zijn toeschouwers. In fase 1 ontwikkelt een kerngroep leerkrachten het materiaal en stelt het voor aan de andere leerkrachten van wie verondersteld wordt het tijdens de les te gebruiken. In Fase 2 begeleidt de kerngroep de repetities. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Familie en vrienden worden uitgenodigd de voorstelling te komen bekijken.
2
Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit De school is in Brussel gevestigd; de meeste cursisten wonen en werken in Brussel; de toneelvoorstellingen vinden plaats op culturele plaatsen. De subsidie wordt gevraagd voor educatieve activiteiten, vergoedingen, huur en materiaalaankopen en administratiekosten. De werkgroep Onderwijs vindt de deelname aan het project op vrijwillige basis een minpunt maar geeft een positief advies. BEGROTING inkomsten:
1500 EUR
uitgaven:
3300 EUR
gevraagde subsidie:
1800 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Aansluiting bij de prioriteiten 2008-2009 taalvaardigheid techniek en technologie ouderparticipatie buurt en stad Brusselproject (hoger onderwijs) Opmerking: de school krijgt 1500 EUR subsidies van Dynamo 2. Advies: positief advies voor de toekenning van een subsidie als A-project. Voorgesteld subsidiebedrag: 1800 EUR.
3
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Van Esperanto tot Utopia Aanvraag als A -project – thema taal Initiatiefnemer: Lyceum Martha Somers, K. Bogaerdstraat 4 te 1020 Laken In samenwerking met: Platypus theater Berlijn Doelgroep vorm en of type onderwijs: ASO deelnemende klassen: 8 aantal deelnemende leerlingen: 45 aantal deelnemende ouders: ? aan opendeurdag Tijdstip: van 25 tot 30 januari 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen - de leerlingen een grotere taalvaardigheid Nederlands leren verwerven in een actuele sociale context, hen interactieve, communicatieve en probleemoplossende vaardigheden in het Nederlands leren ontwikkelen en hen oefenen in sociale weerbaarheid; - m.b.t. etnische diversiteit en gelijkwaardigheid de leerlingen inzicht bijbrengen in kennis en hen hun meningen laten verwoorden, hen kennis bijbrengen van kinder- en mensenrechten en die kennis zinvol toepassen; - via beeldend materiaal de leerlingen taal en cultuur leren verkennen, hen opgezochte informatie over de tweede wereldoorlog leren verwerken in gidsbeurten; - de leerlingen opvoeden tot burgerzin, hen leren samenwerken; hen leren leren door het opzoeken en verwerken van informatie om ze door te geven aan leeftijdsgenoten en volwassenen; - strategieën inzetten om hun taalleerproces autonoom en in groep te evalueren en bij te sturen - vergelijken hoe in de eigen cultuur en in andere culturen informatie gebracht wordt bij intergroeps- en massacommunicatie. De doelstellingen voor dit project stemmen overeen met verschillende types eindtermen (Nederlands, sociale vaardigheden en burgerzin) voor de 2de graad secundair onderwijs Educatieve activiteiten Het hele schooljaar 2008-2009 is Berlijn als grootstad met al haar facetten de rode draad in en buiten de lessen. De leerlingen bereiden het programma voor door een stadsplan te maken en in het kader van hun gidsbeurten te Berlijn informatie te verzamelen over verschillende locaties (oriëntatietocht, Joods museum, Checkpoint Charlie, restanten van de Muur, de stations, Sachsenhausen, Reichstag, Brandenburger Tor, St.Hedwigskathedraal, de Dom, Pergamon, Theater des Westends, Kollwitzmuseum, Europacenter, Berliner Unterwelt, Sony Center, Potsdammer Platz, Staatsopera …). De leerlingen vertrekken vanuit hun leefwereld en worden via groepsopdrachten vertrouwd gemaakt met de thema’s. In elke groep van 9 leerlingen is er één die als gids elk onderwerp zal toelichten aan de andere acht. Ook zijn er telkens opdrachten in het kader van communicatie en samenwerking gekoppeld aan de uitstappen. Ze maken een planning voor de volgende dag, ze schrijven elke dag een verslag over hun ervaringen, klasseren foto’s en houden een logboek bij. ’s Avonds zijn er taalspelletjes en steken de leerlingen een quiz ineen met vragen over wat de gidsen vertelden.
4
In de rest van het schooljaar bespreken de leerlingen hun ervaringen, maken ze een krantje en powerpointpresentatie, ze vertellen hun ervaringen op de opendeurdag, maken een vakantiebrochure, schrijven een kritisch artikel en stellen vragen op voor een enquête. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten De school, met een belangrijk % allochtone leerlingen, beschouwt dit project als een noodzakelijke verbreding van de kennis Nederlands. Zowel de volledige voorbereiding als de evaluatie gebeurt door de leerlingen. De voorbereiding wordt in alle lessen in de tweede graad aangekaart. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Via een overzichtstentoonstelling, krantje, blog, projectievoorstelling … worden andere leerlingen, ouders en de hele schoolomgeving bij het project betrokken. Op de opendeurdag stellen de leerlingen van de 2de graad in groep de fasen van het project tentoon. Ze kunnen hun indrukken vertellen en bespreken met de bezoekers. Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit De school wil dat de leerlingen de grootstad Berlijn onderzoekt en vergelijkt met de dagdagelijkse problematiek waarmee ze te Brussel vertrouwd zijn. Ze wil de leerlingen opnieuw (een belangrijk % is allochtoon) laten ervaren wat het is om een grootstad te verkennen zonder dat men de taal spreekt. De subsidie wordt gevraagd voor tussenkomst in de kosten bezoeken aan de verschillende bekende plaatsen en musea, het bijwonen van een toneelstuk, verplaatsingen, huur werkzaal jeugdherberg, internetgebruik, stadsplattegrond … Opmerkingen Rekening houdend met het aantal overnachtingen en aantal deelnemers zou de school EMA-subsidies kunnen verkrijgen ten belope van 900 EUR. De subsidie als A- project (1860 EUR) is uiteraard merkelijk hoger. De aanvraag werd ook voorgelegd aan Kleur Bekennen voor eventuele betoelaging in het kader van diversiteit en mondiale vorming, doch kreeg een negatief antwoord. De werkgroep Onderwijs vindt dat het project balanceert op het randje van de normale schoolwerking en geeft een positief advies omdat het project ook enkele vernieuwende elementen bevat. BEGROTING inkomsten:
14400 EUR
uitgaven:
16600 EUR
gevraagde subsidie:
1860 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken
5
Aansluiting bij de prioriteiten 2008-2009 taalvaardigheid techniek en technologie ouderparticipatie buurt en stad Brusselproject (hoger onderwijs) Advies: positief advies voor de toekenning van een subsidie als A-project. De school kan evenwel voor dit project geen aanspraak maken op EMA-subsidies. Voorgesteld subsidiebedrag: 1.860 EUR.
6
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: VAN BRUSDRECHT tot OSSENSEL Aanvraag als A- project – thema taal Initiatiefnemer: Sint-Ursula-instituut, D. Lefèvrestraat 41 te 1020 Laken In samenwerking met LACA, geschied- en heemkundige kring Laken voor informatie over Laken en de bibliotheek van Laken voor het verzamelen van informatie Doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende klassen: 2 aantal deelnemende leerlingen: 20 aantal deelnemende ouders: 5 Tijdstip: Van 10 februari tot 30 mei 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen Kinderen leren d.m.v. het juist gebruiken van ICT zichzelf en hun gemeente voorstellen aan leeftijdsgenoten in Ossendrecht (Nederland) en zich hierbij in goed Nederlands uitdrukken. Educatieve activiteiten 1ste fase: Tijdens groepswerk, hoekenwerk, taallessen en de lessen ICT: contacten via ICT(versturen van mails, aanvullen van de websites met verslagen, opstarten van een facebook, doorsturen van foto’s …). De geschreven Nederlandse taal staat hier centraal door het maken van teksten en het uitwisselen van ervaringen met Nederlandse kinderen die uitsluitend Nederlands kennen. 2de fase: Op 10 februari gezamenlijk bezoek aan de Kalmthoutse heide met gidsbeurten, pannenkoeken bakken, spelletjes spelen, museumbezoek. Op 12 maart wordt een bezoek gebracht aan de school in Ossendrecht en op 24 april komen de Nederlandse kinderen naar Brussel. Bij deze plaatselijke bezoeken moeten de leerlingen zelf initiatieven nemen: de leerlingen gaan een gesproken zoektocht maken door Laken. Op voorhand gaan ze de gemeente ontdekken en alle beziens- of wetenswaardigheden bestuderen. De zoektocht wordt eerst uitgeschreven en dan opgenomen met behulp van het programma audacity. Tijdens de tocht moeten de groepen een plan volgen en op gemerkte plaatsen kunnen de kinderen luisteren naar de opgenomen teksten. Enkele bezienswaardigheden zoals de Grote Markt en Manneke Pis worden ook bezocht. Deze fotozoektocht wordt eerst getest door ouders, andere kinderen en geïnteresseerden. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten Bij de voorbereiding en bij het bezoek van de Nederlandse kinderen wordt van de Lakense kinderen een actieve inzet gevraagd. Ook al is het bezoek aan de Kalmthoutse heide eerder passief, toch zullen ze er ook Nederlands moeten praten. De leerkrachten begeleiden het project. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Bij Laca en de bibliotheek wordt informatie over de gemeente ingewonnen; eventueel kunnen ze bij het bezoek van de Nederlanders hun locaties openstellen. De ouders zorgen die dag voor een middagmaal en testen de zoektocht met luisteropdrachten vooraf eens uit.
7
Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit De leerlingen leren een mooi stukje van Brussel, hun eigen leefomgeving trouwens, beter kennen. Ze worden met dit project ook aangespoord om het Nederlands op een uitdagende manier te gebruiken. De leerlingen moeten in deze maatschappij durven contacten te leggen onder andere via de geschreven taal (ICT) en de gesproken taal (zoektocht). De subsidie wordt gevraagd voor educatieve activiteiten (maaltijd, infosessies met Laca, samenwerking met computerspecialisten), huren van een zaal en vergoeding van gidsen, huur en aankoop van materialen, administratiekosten, vervoer naar Kalmthout en Ossendrecht. De werkgroep Onderwijs geeft een positief advies doch vindt dat het project eerder past bij de prioriteit ‘buurt en stad’. BEGROTING inkomsten:
2000 EUR
uitgaven:
450 EUR
gevraagde subsidie:
1550 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Aansluiting bij de prioriteiten 2008-2009 taalvaardigheid techniek en technologie ouderparticipatie buurt en stad Brusselproject (hoger onderwijs) Advies: positief advies voor de toekenning van een subsidie als A-project, thema buurt en stad. Voorgesteld subsidiebedrag: 1550 EUR.
8
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Samen spelen is leuk !!! Initiatiefnemer: GVB Voorzienigheidschool, G. Moreaustraat 104 te 1070 Anderlecht Aanvraag als A-project – thema taal In samenwerking met: Brede School (animatoren om het spel mee te begeleiden) en K.A.V. (ondersteuning van de ouderwerking) Doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende klassen: 15 aantal deelnemende leerlingen: 170 aantal deelnemende ouders: alle ouders worden aangesproken Tijdstip: Van april tot juni 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen - via spelvorm de taalvaardigheid van de kleuters en lagere schoolkinderen op een speelse manier verhogen en het samenspelen bevorderen; interactie uitlokken om de taal te stimuleren; sociale vaardigheden verhogen; - de ouders betrekken en uitnodigen om samen met de kinderen te spelen; het belang van het spel benadrukken. Educatieve activiteiten De oprichting van een spelotheek waarbij er in verschillende hoeken kan gespeeld worden. Kleuters en lagere schoolkinderen kunnen op afgesproken tijdstippen naar de spelotheek komen om er volgens hun niveau een aanbod te krijgen in gezelschapsspelen. Voor de kleinste kleuters zijn er speltapijten zodat ze al bewegend kunnen spelen. Tijdens het spel is er aandacht voor een rijk taalaanbod, voor de vaardigheden spreken, schrijven, luisteren, lezen en voor sociale competenties. Ouders worden er op uitgenodigd. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten De leerkrachten gaan samen met hun klas of klasoverschrijdend naar de spelotheek waar ze samen spelen. Het gezelschapsspel komt tot leven. Het samen iets leuks doen krijgt prioriteit. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Ouders worden uitgenodigd om mee te spelen; na verloop van tijd kunnen ze zelf een spel begeleiden. Ze komen tot interactie en werken op een positieve manier mee aan de schoolcultuur. Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit Gezien de ligging van de school (kansarmoede en Nederlands als 3de of 4de taal) is het voor de leerlingen zeer belangrijk het Nederlands een plaats te geven zowel in de school als daarbuiten. De leerlingen worden gestimuleerd om via jeugdwerking en bibliotheek aansluiting te vinden bij clubs buiten de school. Ouders worden betrokken om de band met de school aan te halen. De subsidie wordt gevraagd voor educatieve activiteiten, huur en aankopen en administratieve kosten.
9
Het advies van de Werkgroep Onderwijs is negatief omdat het project de normale schoolwerking niet echt overstijgt en materialen in het kader van de subsidiëring van onderwijsprojecten niet subsidieerbaar zijn. Er wordt voorgesteld dat de school een aanvraag doet in het kader van de subsidiëring van sport- en spelmateriaal. BEGROTING inkomsten:
geen
uitgaven:
1500 EUR
gevraagde subsidie:
1500 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Aansluiting bij de prioriteiten 2008-2009 taalvaardigheid techniek en technologie ouderparticipatie buurt en stad Brusselproject (hoger onderwijs) Advies: negatief advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: geen.
10
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Stopcontact Aanvraag als A-project – thema taal Initiatiefnemer: GBS ‘De Kadeekes, Herkoliersstraat 68 te 1081 Koekelberg In samenwerking met: vzw MUS-E Belgium en sociaal-culturele organisaties uit de buurt Doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende klassen: 5 aantal deelnemende leerlingen: 85 aantal deelnemende ouders: 50-tal (slotmoment) Tijdstip: 2de en 3de trimester schooljaar 2008-2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen - Socio-emotionele ontwikkeling: de leerkrachten en kunstenaars laten zorgen voor een veilig schoolklimaat en voldoende kansen laten bieden om de sociale integratie te bevorderen en sociale vaardigheden in te oefenen; de leerlingen een standpunt leren innemen t.a.v. de oplossing van een conflict; hen leren omgaan met eigen gevoelens en met die van anderen; de leerlingen en het schoolteam leren te durven zichzelf in vraag te stellen (reflectie op eigen handelen) en bij te sturen waar nodig; met het schoolteam (en met ouders) de schoolvisie over socio-emotionele ontwikkeling en conflicthantering opnemen in het schoolwerkplan. - Maatschappelijke vorming, burgerzin en diversiteit: bij de leerlingen inzicht bijbrengen om racisme te vermijden en om respect te betonen voor mensen uit andere culturen. - Taalvaardigheid: via het verhogen van spreekkansen in de lessen en verschillende werkvormen de mondelinge taalvaardigheid van de leerlingen stimuleren; binnen de ateliers op een creatieve manier met taal omgaan; een spreekopdracht uitvoeren en leren het gepaste taalregister gebruiken. Educatieve activiteiten - Voorbereidingen: evaluatie van het vorige project ‘oogje voor respect’, een project rond ouderparticipatie, en brainstormen rond een nieuw project, waarvan de inhoud zich situeert rond communicatie en respectvol leren omgaan met elkaar; professionele ondersteuning door MUS-E Belgium; keuze van de werktitel: stopcontact = stop agressief contact, ga voor een positief respectvol contact. - 2 pedagogische studiedagen rond muzische vorming, ‘geweldloze communicatie’ en teambuilding: navorming door MUS-E op 2 woensdagvoormiddagen voor alle leerkrachten van de lagere school en GOK-leerkrachten. - Gedurende een tiental weken brengt MUS-E professionele kunstenaars in de school die hun kunstpraktijk vertalen in het project. MUS-E werkt samen met beeldende kunstenaar die gespecialiseerd zijn in het thema van geweldloze communicatie. In ateliers rond drama en expressie leren kinderen zich via artistieke expressie creatief uitdrukken, zich voor elkaar verstaanbaar maken, naar elkaar luisteren enz. waardoor respect en verdraagzaamheid wordt aangeleerd. Opgedane ervaringen en ideeën worden in de lessen gebruikt. De leerlingen geven een toonmoment en nodigen hun ouders uit; er wordt geëvalueerd met alle betrokken partners; misschien wordt dit in een schoolfeest verwerkt. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten - uit het vorig project ‘een oogje voor respect’ bleek dat de kinderen graag in een andere rol kruipen; er wordt uitgegaan van de interesses van de leerlingen, ze krijgen inspraak tijdens de ateliers, de groepsverdeling en het
11
aantal leerkrachten die meewerken zal zeker de betrokkenheid verhogen, via de werkmethode en organisatie zullen de kinderen meer spreekkansen krijgen en meer sociale vaardigheden kunnen inoefenen; - de leerkrachten doen actief mee aan de voorbereiding, de studiedagen en de artistieke ateliers; ze zullen hun ervaring en kennis verwerken in de lessen; ze zullen het slotmoment opzetten. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving - de ouders zullen het project opvolgen en de school zal rekening houden met hun suggesties en opmerkingen tijdens vriendenkringvergaderingen en brunchen. Alle ouders worden uitgenodigd op het slotmoment; - het Onderwijscentrum Brussel is betrokken schoolpartner; - het thema verbindt de school en haar omgeving (grootstad) in een project rond communicatie en respect. Binnen de ateliers worden de mogelijkheden bekeken om buiten de schoolmuren te stappen bv. in de gemeenschapscentra De Vaartkapoen en De Platoo, het Huis van Culturen, zaal Cadol; - de ouderkerngroep wil ook dramalessen (rollenspelen) in de school volgen tijdens het schooljaar 2009-2010. Een idee is dat MUS-E eventueel in een andere taal navorming aan de ouders geeft. Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit Dagelijks wordt men in de klas en op de schoolspeelplaats geconfronteerd met moeilijk gedrag. Omdat de leerlingen hun moedertaal niet kunnen gebruiken schakelen ze uit onmacht over tot verbaal en lichamelijk agressief gedrag. Ook in hun leefomgeving ervaren ze conflicten. De kinderen gaan voor dit project uit van onderwerpen en conflictsituaties in hun leefwereld. De mogelijkheden om buiten de klas op locatie (park, plein, schoolomgeving, gemeenschapscentra) te werken worden bekeken. De subsidie wordt gevraagd voor de betaling van de kunstenaars die instaan voor de artistieke ateliers. Het project wordt voor 1.600 EUR mee gefinancierd door de vzw MUS-E Belgium. De werkgroep Onderwijs meent dat de klemtoon ligt op het sociaal emotionele eerder dan op taal en stelt voor het project te subsidiëren als B-project. BEGROTING inkomsten:
2650 EUR
uitgaven:
4480 EUR
gevraagde subsidie:
1830 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Advies: positief advies voor de toekenning van een subsidie als B-project. Voorgesteld subsidiebedrag: 620 EUR.
12
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: De Verteltas Aanvraag als A -project – thema taal Initiatiefnemer: Sint-Jan Berchmanscollege, R. Van der Weydenstraat 28 te 1000 Brussel In samenwerking met VBB, die op aangeven van de gok/zorgcoördinator zorgt voor prentenboeken en de leerkrachten ondersteunt bij de uitwerking van activiteiten bij deze prentenboeken binnen een thema, met specifieke aandacht voor wiskundige begrippen; en met een extra prentenboek voor de vertelzak. Doelgroep vorm en of type onderwijs: kleuteronderwijs deelnemende klassen: 5, waaronder 1 OETC-klas aantal deelnemende leerlingen: 86 aantal deelnemende ouders: voor de tasjes wil men alle ouders bereiken; voor de werkateliers: 20 Tijdstip: van 5 januari tot 30 juni 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen Op een speelse, creatieve en interactieve wijze de taalvaardigheid en -gevoeligheid van de kleuters en hun ouders stimuleren. Educatieve activiteiten overlegmomenten met het team over de keuze van de prentenboeken en de inhoud van de tasjes afstemmen op de noden van de kinderen zodat ze er zinvol gebruik kunnen van maken bij een centraal verhaal in de klas; bij elke tas horen een lijst van de inhoud en spelsuggesties voor thuis en in de luister-, boeken- en spelletjeshoek in de klas; bij elke verteltas zijn kamishibaïplaten voorzien om ze eventueel ook te gebruiken in een gezellig voorleeshoekje in het GOK-lokaal; ook ouders kunnen hier meedoen; uitwerking van ideeën en informatie die aangetroffen wordt op www.verteltas.nl van de stichting Nederlands Kenniscentrum. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten Vanuit het ervaring- en kindgerichte onderwijs probeert de school binnen de thema’s in te spelen op de interesses van de kleuters en sluiten de prentenboeken aan bij hun alledaagse situaties en fantasierijke belevingen. De leerkrachten overleggen en stellen de prentenboeken samen waarrond een verteltas kan uitgewerkt worden om ze in de klas bij de thema’s te gebruiken en ze naar huis mee te geven. De uitgewerkte materialen krijgen een vaste plaats in de school; de leerkrachten kijken de tasjes na het uitlenen na en houden ze met de hulp van de zorg/gokcoördinator in orde. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Er wordt wekelijks een beroep gedaan op vrijwilligers, waaronder ouders om de tasjes te helpen uitwerken. Ze kunnen zich ook opgeven om van thuis uit taken op te nemen of materialen te bezorgen. Bij het uitwerken van de thema’s aan de hand van prentenboeken gebeurt de ondersteuning door VBB. Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit Met de verteltassen kan de school het contact met het Nederlands binnen anderstalige en meertalige gezinnen op een speelse en interactieve manier stimuleren om de taalvaardigheid van de kinderen te verbeteren. De school staat achter het belang van de thuistaal en de OETC- leerkracht werkt derwijze mee dat de verteltas een pluspunt betekent binnen het Spaanstalig project. In de knutselateliers worden mensen uit verschillende culturen, met
13
verschillende gewoontes, talen en talenten samengebracht om gelijkgericht te werken. Het onderling oudercontact wordt gestimuleerd. Het begrijpen van de boodschap en het welbevinden van de ouders staat voorop, de betrokkenheid en de samenwerking is voor de school belangrijker dan de taal waarin dit gebeurt. De subsidie wordt gevraagd voor materialen om de tasjes, de prenten, de spelletjes en een opbergsysteem met kapstokken en latjes te maken. BEGROTING inkomsten:
geen
uitgaven:
1600 EUR
gevraagde subsidie:
1600 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Aansluiting bij de prioriteiten 2008-2009 taalvaardigheid techniek en technologie ouderparticipatie buurt en stad Brusselproject (hoger onderwijs) Opmerking: De school werd aangeraden om ook vóór 30 november een subsidieaanvraag te doen in het kader van verrijken van de taalleeromgeving van het Onderwijscentrum Brussel. De werkgroep Onderwijs adviseert het project in dit kader te subsidiëren, de uitgaven hebben immers geheel betrekking op materialen. Advies: negatief advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: geen
14
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Taalkadozen Initiatiefnemer: BSGO De Goudenregen, Fr. Vervaeckstraat 47 te 1083 Ganshoren Aanvraag als A- project – thema taal In samenwerking met Doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende klassen: 18 aantal deelnemende leerlingen: 350 aantal deelnemende ouders: afhankelijk van de respons Tijdstip: eind mei tot eind augustus 2009 (evaluatie begin september) INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen - de poort naar de Nederlandse taal openhouden tussen 2 schooljaren zodat na de vakantie de terugval qua taalvaardigheid van de leerlingen beperkt blijft; - ouders laten participeren bij de voorbereiding, de verwerking in de vakantie (ze worden aangezet om de activiteiten samen met de kinderen te doen) en de evaluatie nadien zodat hun betrokkenheid bij de klas- en schoolwerking verhoogt; - ouders aanzetten tot het leren van het Nederlands. Educatieve activiteiten voor de kleuters wordt een prentenboek samengesteld waarin de personages activiteiten doen die de kinderen ook tijdens de vakantie kunnen doen. Het verhaal van het prentenboek wordt door de kleuterjuf ingesproken op CD. Liedjes en versjes die de kinderen tijdens het schooljaar in de klas leerden worden ook op de CD gezet. De taalkadozen worden aangevuld met spelletjes en een stappenkaart met de uitleg van de spelregels. Tijdens de taalweek versieren de kinderen de taalkadozen, maken ze kennis met de inhoud, ontwerpen er een deel van en worden gemotiveerd om ermee in de vakantie aan de slag te gaan; de lagere schoolkinderen kiezen elk een verhalend boek en krijgen boekenfiches met keuzeactiviteiten (ze zijn dit gewoon vanuit de werking in de klas). De taalkadozen bevatten ook informatie (bv. programmatie Ketnet, mailadressen van de leerlingen, interessante Nederlandstalige sites, jeugdorganisaties, activiteiten in Brussel tijdens de vakantie …) waarvan de inhoud per leeftijdscategorie varieert. Ze mogen ook de taalkadozen versieren. Op het einde van het schooljaar wordt het begin van het boek gelezen. De kinderen van de 1ste graad bespreken een vervolg, de kinderen van de 2de en 3de graad schrijven een vervolg. In de vakantie lezen ze hoe het verhaal werkelijk afloopt, vullen een boekenfiche in en voeren de verwerkingsactiviteiten uit. Na de vakantie lezen ze hun zelfgeschreven vervolg aan mekaar voor en vergelijken het met de reële afloop. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten: zie hoger. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving De ouders worden ze breed mogelijk geïnformeerd over het opzet en over de verwachtingen t.a.v. hen. De subsidie wordt gevraagd voor de aankoop van materialen voor het samenstellen van de taalkadozen.
15
Opmerking: de school werd aangeraden voor dit project ook een subsidieaanvraag tegen 30 november in te dienen in het kader van het project ‘verrijken van de taalleeromgeving via ondersteunende materialen’. De werkgroep Onderwijs adviseert het project in dit kader te subsidiëren, de uitgaven hebben immers geheel betrekking op materialen. BEGROTING inkomsten:
geen
uitgaven:
3761 EUR
gevraagde subsidie:
1860 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Aansluiting bij de prioriteiten 2008-2009 taalvaardigheid techniek en technologie ouderparticipatie buurt en stad Brusselproject (hoger onderwijs) Advies: negatief advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: geen.
16
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Het vertelparadijs Aanvraag als A- project – thema taal Initiatiefnemer: Kleuterschool De Goudenregen – wijkafdeling, Dieleghemsesteenweg 24/26 te 1090 Jette In samenwerking met Doelgroep vorm en of type onderwijs: kleuteronderwijs deelnemende klassen: 5 aantal deelnemende leerlingen: 125 aantal deelnemende ouders: afhankelijk van de respons Tijdstip: van januari tot mei 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen - de kinderen samen met hun ouders op een actieve, fijne manier de taal laten beleven via diverse verhalen en vertelvormen; - ouders stimuleren zelf aan hun kinderen verhalen te vertellen zodat ze smaak krijgen in boeken; als aanvulling op de totale taalcontext de ouders er op wijzen dat er prentenboeken zijn met verhalen die de kinderen in het Nederlands in de klas hoorden en ook bestaan in de thuistaal, waardoor ze toegankelijker worden; Educatieve activiteiten De leerkrachten vertellen de verhalen in de klas verschillende keren, telkens op een andere wijze: met concreet materiaal, met prenten, via het prentenboek, in de poppenkast, in de kijkdoos, via drama, de luisterboekenhoek enz. Telkens worden er kleine nieuwe elementen aan toegevoegd zodat het boeiend blijft voor de kleuters. Aansluitend worden er bij het verhaal muzisch-creatieve activiteiten georganiseerd en kunnen de kinderen de verhalen samen met de ouders de verhalen nogmaals beluisteren tijdens een vertelsessie. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten Bij de aankondiging van het project worden de verhalen bekend gemaakt. De leerkrachten verzamelen materialen, wisselen ideeën uit, overleggen rond het samen realiseren van doelen en over het organiseren van de vertelmomenten. De kinderen brengen attributen mee, verzamelen prenten om het thema te verlevendigen, helpen bij de aankleding van de ruimtes. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Door naar de vertelmomenten te komen tonen de ouders hun betrokkenheid. Sommigen helpen ook bij de vertelavonden: bij het onthaal van de ouders, het opzetten van tenten, het schoonmaken en aankleden van de schoolomgeving, tekeningen maken, vertalen, opruimen. De interne ondersteuners geven tips naar het interactief vertellen in multiculturele groepen en trachten zelf ook aanwezig te zijn op de vertelmomenten. Leerkrachten volgen bij het Onderwijscentrum Brussel een sessie over het omgaan met anderstalige ouders en over vertellen in meertalige groepen. De buurtbewoners worden ook uitgenodigd op de vertelavonden. Er wordt steeds een andere locatie gekozen en regelmatig wordt gebruik gemaakt van het park te Jette en van de ziekenhuistuin. Een hapje en een drankje tussen de verhalen door zorgt voor nog meer sfeer en gezelligheid.
17
Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit Kleuters krijgen vaak het Nederlands als derde taal aangeleerd. Door ouders worden er op te wijzen dat boeken ook voorhanden zijn in hun moedertaal wil de school hen stimuleren om samen met hun kinderen taal te beleven en te beluisteren ... Omwille van de multiculturaliteit vindt de school het ook nodig de ouders te benaderen via pictogrammen en tolken. Ze wil een kinderen en ouders beter kennen en de blik verruimen door meer te weten te komen over hun afkomst en cultuur. De subsidie wordt gevraagd voor teamgerichte en individuele nascholingen (communicatie met Brusselse ouders, een rijke Brusselse kleuterklas, de boekenkoffer, taalvaardigheidsonderwijs bij de jongste kleuters), materialen (iglo, wereldkaart, attributen voor de aankleding van de klas, prentenboeken, koptelefoons, kijkkast) en smaakmakers. De werkgroep Onderwijs geeft zoals bij het vorig project een negatief advies omdat de kosten voor nascholing en materialen niet subsidieerbaar zijn in het kader van de onderwijsprojecten.
BEGROTING inkomsten:
geen
uitgaven:
2082 EUR
gevraagde subsidie:
1860 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Aansluiting bij de prioriteiten 2008-2009 taalvaardigheid techniek en technologie ouderparticipatie buurt en stad Brusselproject (hoger onderwijs) Advies: negatief advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: geen.
18
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: De Verteltas – boeken voor grote en kleine leesbeesten Initiatiefnemer: Kleuterschool De Goudenregen Wijkschool, Dieleghemsesteenweg 24/26 te 1090 Jette Aanvraag als A-B-project – thema ouderparticipatie In samenwerking met Doelgroep vorm en of type onderwijs: kleuteronderwijs deelnemende klassen: 5 aantal deelnemende leerlingen: 100 aantal deelnemende ouders: alle ouders Tijdstip: van januari tot eind juni 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen Het hoofddoel van het werken met verteltassen is de kleuters en hun ouders permanent de kans geven boeken met gerelateerd spelmateriaal uit te lenen op school en hen zo in contact te brengen en te houden met het Nederlands. Men wil de kinderen blijvend stimuleren en de schoolse taal overbrengen naar de thuissituatie en tijdens de vakanties de terugval van het Nederlands beperken en hun taalniveau op peil houden. Educatieve activiteiten Tijdens het schooljaar vertellen de kleuterleidsters in de klas verhalen die opgenomen worden in de verteltassen. Deze verteltassen zijn samengesteld en aangepast aan het taalniveau van de leeftijdsgroep. Naast het prentenboek bevat elke verteldoos een gezelschapsspel, creatief materiaal, een receptenkaart met bakvormpjes, wat speciale ingrediënten (bv. voedingskleurstof) en een standaard kleurplaat. Een instructiekaart met tekst en pictogrammen maakt aan de ouders duidelijk wat van hen verwacht wordt. Na 2 weken wordt de tas ingeruild. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten De kleuterjuffen gaan permanent op zoek naar geschikte prentenboeken en materialen voor de verteltassen. Dit en het uitlenen aan de ouders gebeurt in hun vrije momenten en buiten de lesuren. De kleuters geven aan wat zij leuk vinden, de leerkrachten gaan na of hierop kan ingespeeld worden bij het samenstellen van de tassen. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving De ouders worden gestimuleerd door de leerkrachten en door de kinderen. Het aanbod verteltassen wordt via foto’s en pictogrammen op een communicatiebord kenbaar gemaakt aan de ouders. De subsidie wordt gevraagd voor de aankoop van materialen voor het samenstellen van de verteltassen. Opmerking: de school werd aangeraden voor dit project ook een subsidieaanvraag tegen 30 november in te dienen in het kader van het project ‘verrijken van de taalleeromgeving via ondersteunende materialen’. De werkgroep Onderwijs adviseert het project in dit kader te subsidiëren, de uitgaven hebben immers geheel betrekking op materialen. BEGROTING inkomsten:
geen
uitgaven:
2123 EUR
gevraagde subsidie:
1860 EUR
19
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Aansluiting bij de prioriteiten 2008-2009 taalvaardigheid techniek en technologie ouderparticipatie buurt en stad Brusselproject (hoger onderwijs) Advies: negatief advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: geen
20
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Passieproject Initiatiefnemer: GVBS Angelusinstituut, Roodebeeksesteenweg 586 te 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe Aanvraag als A-project – thema ouderparticipatie In samenwerking met Tom Vout (voor woord, dans, drama, muziekinstrumenten en toneel) en Mus-e (projectschool) Doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende klassen: kleuters en lagere school aantal deelnemende leerlingen: 204 aantal deelnemende ouders: 15-tal Tijdstip: van december 2008 tot mei/juni 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen Proberen de ouderbetrokkenheid beter te laten aansluiten en inburgeren door de ouders zelf hun talenten te laten onderwijzen aan de leerlingen. Educatieve activiteiten Ouders in samenwerking met de leerkrachten gaan lesmomenten verzorgen: wekelijks voorlezen, uitleg over de blokfluit, kookateliers, origami, communicatiekracht van het woord, lichaamstaal, gedachten en kleur, keramiek, schilderen, dans, voordracht en toneel. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten De ouders betrekken de leerlingen en de leerkrachten in hun les. De kinderen ervaren dat als iets buitengewoons en voor de leerkrachten zijn het extra ervaringen. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Ouders dragen dit project, hun gedrevenheid voor hun passie straalt af op de leerlingen en leerkrachten Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit Alle leerlingen zijn op één of andere manier begaan met de thema’s knutselen, koken enz. en worden dagelijks met de taalproblematiek geconfronteerd. De subsidie wordt gevraagd voor educatieve activiteiten en vergoedingen. De werkgroep Onderwijs vroeg meer informatie over de educatieve activiteiten en over de uitgaven. De school verduidelijkte dat ouders tijdens de grote pauzes een uurtje komen voorlezen voor de kleuterklassen en hun kennis, vaardigheden en hun passie op het vlak van communicatie, knutselen, koken en muziek pogen over te dragen bij de lagere schoolkinderen. De ouders krijgen hiervoor een kostenvergoeding van 15 EUR per keer (er zijn reeds 93 uur voorzien). De school beschouwt de inbreng van de ouders als een toegevoegde waarde. De rest van het budget (circa 900 EUR) gaat naar de projectschool Mus-e voor de uren van de heer Vout, die handenarbeid, dans, expressie en toneel geeft. De werkgroep geeft een negatief advies omdat Mus-e reeds gesubsidieerd wordt; ze vindt ook dat het feit dat ouders hiervoor vergoed worden in contrast staat met het vrijwillig engagement van zoveel anderen en dat de VGC dit betaald vrijwilligerswerk niet moet subsidiëren.
21
BEGROTING inkomsten:
geen
uitgaven:
2360 EUR
gevraagde subsidie:
1860 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Aansluiting bij de prioriteiten 2008-2009 taalvaardigheid techniek en technologie ouderparticipatie buurt en stad Brusselproject (hoger onderwijs) Advies: negatief advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: geen.
22
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Achter de Spiegel van De Klimpaal Initiatiefnemer: Freinetschool De Klimpaal, Paalstraat 61 te 1080 St.- Jans-Molenbeek Aanvraag als A-project – thema ouderparticipatie In samenwerking met: Kaaitheater (Karen De Cooman knowhow-theater + audiovisueel materiaal), De Vaartkapoen (crea-atelier, buurtsport en kleuterturnen), Bibliotheek (documentatie en opzoekingswerk), Ensemble Leporello (Dirk Opstaele regisseur), Schoolopbouwwerk Brussel (emancipatie en participatie van sociaal of cultureel achtergestelde ouders) Doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende klassen: 3 kleuterklassen en 2 lagere schoolklassen aantal deelnemende leerlingen: 85 aantal deelnemende ouders: start met 17 Tijdstip: van 9 januari tot 29 maart 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen Samen met de leefgroepouders en verantwoordelijken van 5 werkgroepen een inhoudelijke invulling geven aan het pedagogisch geïnspireerd totaalspektakel voor en met alle kinderen en ouders. Educatieve activiteiten De verwerking tijdens de lessen omvat het muzisch-creatief omgaan met het project waarbij vooral de nadruk ligt op taalontwikkeling en expressieve vorming. Er worden educatieve actieve activiteiten gepland zoals kunstateliers. Als methodieken worden exploratie en expressie gebruikt. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten De leerkrachten en leerlingen gaan na de kunstateliers o.l.v. een regisseur een totaalspektakel realiseren Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Er wordt vertrokken van de leefgroepouders en verantwoordelijken (ook ouders) van 5 werkgroepen (milieu, bib, speelplaats, buurt, evenementen). Door de klas(ver)werking raken ook alle ouders via hun kinderen betrokken. Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit Nadruk leggen op de diverse facetten die we in en om onze school ervaren in taal, ras, kledij, gewoontes … en ze fantasievol plaatsen in een kleurrijke en magische wereld van ‘achter de spiegel’. De subsidie wordt gevraagd voor educatieve activiteiten, vergoedingen, huur en aankopen, administratiekosten en promotie. De werkgroep Onderwijs geeft een negatief advies; de initiële aanvraag is vrij algemeen, de school gaf geen bijkomende verduidelijking over de educatieve activiteiten en uitgaven. BEGROTING inkomsten:
3350 EUR
uitgaven:
5210 EUR
gevraagde subsidie:
1860 EUR
23
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Aansluiting bij de prioriteiten 2008-2009 taalvaardigheid techniek en technologie ouderparticipatie buurt en stad Brusselproject (hoger onderwijs) Advies: negatief advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: geen.
24
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Duurzame ontwikkeling Aanvraag als A-project – thema techniek en technologie Initiatiefnemer: Koninklijk Atheneum Koekelberg, Klein Berchemstraat 1 te 1081 Koekelberg In samenwerking met: Doelcomité (impact van de haven op Doel), Electrabel (geleid bezoek in de kerncentrale), 11.11.11 (workshop), VELT (workshop), KRISKRAS (workshop), Dhr. Teisserence (workshop ecotoerisme), mevr. De Backer (workshop vegetarisch koken) Doelgroep vorm en of type onderwijs: ASO deelnemende klassen: ? aantal deelnemende leerlingen: 85 Tijdstip: 20 en 21 april 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen De leerlingen leren over de voor- en nadelen van kernenergie en de wijze waarop deze energievorm verkregen wordt. Hen confronteren met de impact van de (haven) industrie op de omgeving, hen bewustmaken van het belang van duurzame ontwikkeling en van het realiseren van de millenniumdoelstellingen, hen wijzen op de impact van het menselijk handelen op mens en natuur. Educatieve activiteiten - bezoek aan de kerncentrale Doel, een fietstocht in het omliggende polderlandschap, een gesprek met een afgevaardigde van het Doelcomité; - workshops/debatten, gezond ontbijt, vegetarisch en biologisch avondmaal. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten Bij het bezoek aan de kerncentrale, de fietstocht, het gesprek met de verantwoordelijke van het Doelcomité, de workshops. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving geen Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit Brussel is als stad een erg energieopslorpende entiteit waar weinig alternatieve energiebronnen worden gebruikt. Duurzaamheid en energiebesteding is zeer actueel. De leerlingen uit een verstedelijkt gebied worden geconfronteerd met de impact van energiewinning op het milieu en worden zich zo bewust van de energie- en voedselproblematiek op de kleefwereld. De subsidie wordt gevraagd voor workshops, huur audio-visuele apparatuur, busvervoer naar Doel, gezond ontbijt en vegetarische maaltijd. Opmerking: de school zal bij Kleur Bekennen ook een subsidieaanvraag indienen. De werkgroep Onderwijs geeft een positief advies.
25
BEGROTING inkomsten:
1275 EUR
uitgaven:
2615 EUR
gevraagde subsidie:
1340 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Aansluiting bij de prioriteiten 2008-2009 taalvaardigheid techniek en technologie ouderparticipatie buurt en stad Brusselproject (hoger onderwijs) Advies: positief advies voor de toekenning van een subsidie als A-project. Voorgesteld subsidiebedrag: maximum 1.340 EUR, rekening houdend met. een eventuele subsidie van Kleur Bekennen.
26
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Mater Dei Brusselt Aanvraag als B- project – thema Brusselverkenning Initiatiefnemer: Mater Dei-instituut, Luchtvaartlaan 70 te 1150 Sint-Pieters-Woluwe In samenwerking met Doelgroep vorm en of type onderwijs: ASO en TSO deelnemende klassen: alle klassen aantal deelnemende leerlingen: 552 aantal deelnemende ouders: Tijdstip: 21 april 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen - de leerlingen, waarvan het gros afkomstig is uit de rand rond Brussel, over een periode van 6 jaar de stad zo goed mogelijk leren kennen in al haar diversiteit: historisch, (multi)cultureel, geografisch, economisch, … - hen letterlijk hun weg leren vinden door gebruik te maken van het openbaar vervoer - zoveel mogelijk vakoverschrijdende eindtermen realiseren: sociale vaardigheden, natuur- en gezondheidseducatie, burgerzin, muzische vorming, technologische vorming en mobiliteit, … - bijdragen aan een beter groepsgevoel en gezond schoolklimaat - zich expliciet profileren als een Brusselse Nederlandstalige school en de meerwaarde van studeren in Brussel accentueren. Educatieve activiteiten 1ste leerjaar: Workshops in het Instituut voor Natuurwetenschappen, geleid bezoek aan station Brussel Zuid 2de leerjaar: bezoek Broodhuis, opdrachten bij stadswandeling en in Mini-Europa 3de leerjaar: geleid bezoek aan de luchthaven, stripwandeling met opdrachten 4de leerjaar: geleid bezoek aan het Museum voor Schone Kunsten, stadswandeling met opdrachten in de omgeving van de Brusselse haven 5de leerjaar: geleid bezoek aan het Federaal Parlement, stadswandeling met opdrachten in de omgeving van de Coudenberg 6de leerjaar: geleid bezoek aan het Justitiepaleis, stadswandeling met opdrachten in de Marollen. Alle activiteiten worden ingeleid, voorbereid en eventueel nabesproken in de erbij aansluitende vakken: bv. bezoek aan het Museum voor Schone Kunsten (esthetica), het Federaal Parlement (Nederlands, geschiedenis). Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten gebeurt door de voorbereiding in de lessen en bij de activiteiten op de dag zelf. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Er wordt een beroep gedaan op ouders en ex-ouders om bepaalde activiteiten mee te organiseren of te gidsen bv. bij de rondleiding in het Justitiepaleis, in het Federaal Parlement, …
27
Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit Ouders uit de Vlaamse rand sturen hun kinderen bewust naar school in Brussel voor de culturele meerwaarde. Kinderen van kansarmere ouders krijgen zo ook de kans op deze meerwaarde. De subsidie wordt gevraagd voor inkom, gidsen in de verschillende musea, vervoer MIVB. De werkgroep onderwijs geeft een positief advies. BEGROTING inkomsten:
1880 EUR
uitgaven:
2500 EUR
gevraagde subsidie:
620 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Aansluiting bij de prioriteiten 2008-2009 taalvaardigheid techniek en technologie ouderparticipatie buurt en stad Brusselproject (hoger onderwijs) Advies: positief advies voor de toekenning van een subsidie als B-project. Voorgesteld subsidiebedrag: 620 EUR.
28
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Totem Aanvraag als B- project – thema maatschappelijke vorming, burgerzin, diversiteit Initiatiefnemer: K.A. Schaarbeek/Evere, Oudstrijderslaan 200 te 1140 Evere In samenwerking met Technische dienst en Cultuurdienst van de gemeente Evere en de firma Sika Doelgroep vorm en of type onderwijs: BSO deelnemende klassen: 15 aantal deelnemende leerlingen: actief 35 (passief 330) aantal deelnemende ouders: uitgenodigd op vernissage Tijdstip: van 27 tot 30 april 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen - gezamenlijk tot een creatieve en artistieke creatie komen - gezamenlijk leren werken: individueel en in groep beslissingen nemen en bijdragen tot een eindresultaat - zelfvertrouwen opdoen en openstaan voor anderen, verdraagzaam en eerbied opbrengen voor ieders mening - ideeën (her)formuleren, nieuwsgierigheid opwekken Educatieve activiteiten Voorbereiding: via sprekers, tentoonstellingen en film maken de leerlingen kennis met de indiaanse cultuur. Tussendoor, waar de gelegenheid zich voordoet, aansluiten op het kunstaanbod in Brussel Tussenfase: de kunstweek van 27 tot 30 april 2009: in verschillende workshops wordt er aan een gezamenlijk kunstwerk (totems) gewerkt. Actieve kunstparticipatie (monumentale kunst) in de grootstad stimuleren staat voorop. De kunstwerken van de leerlingen zullen in samenspraak met de gemeente Evere op één van de rotondes in de nabijheid van de school geplaatst worden. Eindfase: een vernissage van het kunstwerk. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten De leerlingen worden betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering. Zij bepalen hoe het kunstwerk er zal uitzien, hoe te realiseren en presenteren. De leerkrachten worden betrokken bij de realisatie van het kunstwerk; alle leerkrachten en elk vak in de verschillende afdelingen werken eraan mee. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Het kunstwerk wordt op een openbare plaats tentoongesteld. Ouders, leerlingen, schoolpersoneel, inwoners van Evere worden uitgenodigd op de vernissage. De gemeente Evere zorgt voor de formaliteiten voor de vernissage, de firma Sika, gevestigd te Evere, verleent materiële bijdragen. Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit De school wil de leerlingen, veelal van allochtone afkomst, leren openstaan voor wat er leeft in hun eigenstad Brussel en omgeving, wil hun horizon verbreden en wil hen laten zien dat ze met dit project iets in de gemeente te betekenen hebben. De leerlingen leren graadoverstijgend samenwerken. Bij de creaties wordt vanuit hun standpunten vertrokken.
29
De subsidie wordt gevraagd voor educatieve activiteiten in de voorbereidingsfase, vergoeding van een spreker, materiaal voor het maken van een kunstwerk, een ontbijt voor de leerlingen. De werkgroep Onderwijs vindt het een goed project zowel naar de leerlingen als naar de gemeente en geeft een positief advies. BEGROTING inkomsten: uitgaven: gevraagde subsidie:
220 EUR 1790 EUR 620 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Advies: positief advies voor de toekenning van een subsidie als B-project. Voorgesteld subsidiebedrag: 620 EUR.
30
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Projectdagen eerste graad: een blik op India Initiatiefnemer: Jan-van-Ruusbroeckollege, Forumlaan 4 te 1020 Laken Aanvraag als B-project – thema maatschappelijke vorming, burgerzin, diversiteit In samenwerking met Integratiedienst Leuven en Jekino Doelgroep vorm en of type onderwijs: ASO deelnemende klassen: 15 aantal deelnemende leerlingen: 302 aantal deelnemende ouders: eventueel als sprekers of als vrijwillige medewerkers Tijdstip: van 19 tot 20 februari 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen De leerlingen laten kennismaken met cultuur, gewoonten, gebruiken, mensen uit India/Azië, hen maatschappelijke problematiek en vraagstukken in deze gebieden laten ontdekken. Bij de leerlingen engagement en inzet voor anderen bevorderen en hun aandacht voor diversiteit, burgerzin en verantwoordelijkheid naar andere etnische groepen stimuleren. Educatieve activiteiten Workshops, film, toneel, expressie, dans, getuigenissen, ervaringsgericht leren, ervaringsgerichte spelen, bezoeken van Brussel en typische wijken, gesponsorde voettocht … Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten Alle leerlingen zijn volledig betrokken bij de planning, uitwerking en uitvoering van het project. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Eventueel enkele sprekers of vrijwillige medewerkers Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit De diversiteit in Brussel, link naar tolerantie en verdraagzaamheid t.o.v. andere etnische groepen, migranten. De subsidie wordt gevraagd voor educatieve activiteiten, vergoedingen, huur/aankopen, andere (niet omschreven) kosten. Opmerking: het project komt in aanmerking voor subsidies door Kleur Bekennen. De werkgroep Onderwijs vindt dat het als ‘mondiaal project’ meer uitgeschreven kon zijn maar geeft een positief advies tot subsidiëring. BEGROTING inkomsten:
7460 EUR
uitgaven:
8080 EUR
gevraagde subsidie:
620 EUR
31
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Advies: positief advies voor de toekenning van een subsidie als B- project. Voorgesteld subsidiebedrag: maximum 620 EUR, rekening houdend met de reële inkomsten (o.a. van Kleur Bekennen) en uitgaven.
32
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Iedereen kan iets, samen kunnen we meer ! Aanvraag als B- project – thema maatschappelijke vorming, burgerzin, diversiteit Initiatiefnemer: Heilig-Hartcollege, Landsroemlaan 126 te 1083 Ganshoren In samenwerking met Onderwijscentrum Brussel voor de begeleiding van de werking met de ouders en met VBB voor de ondersteuning bij de aanpak van het thema op een taalvaardige manier Doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende klassen: 11 aantal deelnemende leerlingen: 210 aantal deelnemende ouders: 100 Tijdstip: van 5 januari tot 16 mei 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen Kinderen laten kennismaken met de beroepen, hobby’s en vaardigheden van hun ouders, hen laten proeven (laten doen), hen laten ervaren dat de beroepswereld een ruim aanbod heeft, hen laten kiezen voor bepaalde beroepen of hobby’s. Ouders betrekken bij het project: ouders komen als deskundigen in de klas met hun beroep, hobby of vaardigheid en tonen de kinderen van hun kunnen. De finaliteit van het project is een feestmoment, een beroepen- en hobbybeurs: toon- en doemomenten waar kinderen en ouders samen aan gewerkt hebben. Educatieve activiteiten Er wordt in de kleuterschool en in de lagere school klasoverschrijdend gewerkt in groepjes. De kinderen maken 4 keuzes van ateliers die ze willen volgen, maken kennis met deze ateliers en bepalen in welk atelier ze willen werken waar de vaardigheid verder wordt uitgediept door één of meer ouders samen met de leerkracht. Op een vast moment werkt iedereen in zijn atelier. Er worden ateliers zoals bv. een garage, kapsalon, dansschool … bezocht. In de laatste fase wordt een beurs georganiseerd waarop alle ouders uitgenodigd zijn en waar de kinderen hen kunnen tonen waaraan ze werken. Bezoekers kunnen kijken en meedoen. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten Alle leerlingen en leerkrachten betrokken en kunnen op de hobbybeurs tonen wat ze geleerd en gedaan hebben. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Alle ouders worden bevraagd naar hun kunnen, werk en hobby’s. Vrijwilligers kunnen met de leerkrachten een atelier begeleiden en meewerken aan de beurs. Onderwijscentrum Brussel en VBB ondersteunen het luik rond ouderparticipatie. Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit Brussel heeft een waaier aan mogelijkheden aan beroepen en hobbyclubs op relatief korte afstand van de school en bereikbaar met het openbaar vervoer. Veel ouders spreken of begrijpen onvoldoende Nederlands maar kunnen aan dit project toch participeren. De subsidie wordt gevraagd voor educatieve activiteiten (bezoeken aan garage, brandweer, museum …), vergoedingen voor begeleiders van ateliers, materialen voor ateliers, administratiekosten.
33
De werkgroep Onderwijs vindt dat het thema eerder aansluit bij ouderbetrokkenheid, waardoor het als een Aproject kan beschouwd worden, geeft een positief advies. BEGROTING inkomsten:
geen
uitgaven:
750 EUR
gevraagde subsidie:
620 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Aansluiting bij de prioriteiten 2008-2009 taalvaardigheid techniek en technologie ouderparticipatie buurt en stad Brusselproject (hoger onderwijs) Advies: positief advies voor de toekenning van een subsidie als A-project, waardoor de subsidie hoger is dan als B-project. Voorgesteld subsidiebedrag: 750 EUR.
34
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Verf in geuren en kleuren Initiatiefnemer: Basisschool ‘Vierwinden’, Merchtemsesteenweg 9 te 1080 Sint-Jans-Molenbeek. Aanvraag als A-project – thema niet vermeld In samenwerking met Het Huis van Culturen en Sociale Samenhang (gebruik van lokalen) Doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende klassen: 10 aantal deelnemende leerlingen: 157 aantal deelnemende ouders: 10 Tijdstip: van 12 tot 23 januari 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen - klas- en vakoverschrijdend werken in de school; - sociale competentie bij de kinderen stimuleren: oudere helpen jongere kinderen, samen overleggen, de groepsdynamiek bevorderen; - taalverrijking: interactie uitlokken en stimuleren, woordenschat verruimen en op een creatieve mantier integreren in het taalbewustzijn van de kinderen; - muzische vorming: het aspect ‘schilderkunst’ uitwerken, grenzen verleggen, de kijk op de wereld vergroten, creativiteit stimuleren, eenieders eigenheid aanwenden, verbeteren en respecteren. Educatieve activiteiten - het project wordt aan de kinderen en ouders voorgesteld; - in elke klas wordt er gebrainstormd: kringgesprekken rond ‘schilderstechnieken’ terugblikken op vroegere activiteiten en ideeën sprokkelen voor nieuwe, materialen bekijken, kinderen stimuleren om in de bib en op internet materiaal te zoeken, een planning opmaken; - met allerlei materialen (soorten papier, doek, ondergronden, verf en penselen) en technieken experimenteren in de klas; - bezoek aan het Museum voor Schone Kunsten; - beeldend werken; - evaluatie van de 1ste week en de 2de week voorbereiden; affiches en flyers ontwerpen voor de tentoonstelling; - tijdens de 2de week zijn er 10 groepen die elk een andere schilderstechniek gebruiken; ze werken elke namiddag aan hun kunstwerken en brengen ze samen in een tentoonstelling voor ouders en sympathisanten, die erover informatie vinden in een catalogus. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten Kinderen en leerkrachten overleggen en werken samen in de klas en in de ateliers; ze delen hun ervaringen met leerkrachten en kinderen van de andere klassen.
35
Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Ouders begeleiden ook groepen in de ateliers en helpen bij de opbouw van de tentoonstelling van de kunstwerken. De ateliers vinden plaats in lokalen van het Huis van Culturen. Buurtbewoners worden op de tentoonstelling uitgenodigd. Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit Kunst is alomtegenwoordig in Brussel. De school wil met het project bereiken dat ze de kansen grijpen om hun kinderen met beeldend werk in contact te brengen. De subsidie wordt gevraagd voor educatieve activiteiten, schildersmaterialen, promotie. De werkgroep Onderwijs geeft een positief advies om deze aanvraag als B-project te subsidiëren. BEGROTING inkomsten:
100 EUR
uitgaven:
1960 EUR
gevraagde subsidie:
1860 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Advies: positief advies voor de toekenning van een subsidie als B-project, thema muzisch-creatieve vorming. Voorgesteld subsidiebedrag: 620 EUR.
36
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: … op school Aanvraag als B-project – thema muzisch-creatieve vorming Initiatiefnemer: GVB Regina Assumptaschool, Ad. Willemynsstraat 213 te 1070 Anderlecht In samenwerking met vzw Mooss kunst en erfgoededucatie en met vzw Wisper Doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende klassen: 16 aantal deelnemende leerlingen: 256 aantal deelnemende ouders: geen Tijdstip: van 5 januari tot 16 mei 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen Leerkrachten vaardiger maken in het ondersteunen van het creatieve denken en het creatief proces bij de leerlingen. Vanuit die ondersteuning groeien naar een toonmoment. Educatieve activiteiten - voor de leerkrachten: 1 studiedag rond muzische vorming - minimum 5 namiddagen rond een gekozen thema “… op school”: er wordt binnen de domeinen beeld, muziek, beweging, drama en media gewerkt met aandacht voor het creatief proces bij de leerlingen. De leerkrachten worden voorbereid en ondersteund door 2 professionelen. Finaal is er een toonmoment met professionele omkadering van geluid, licht en beeld voor de ouders. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten Het muzisch project (schoolfeest) is al 9 jaar een traditie op school. Vorig jaar bleek de nood aan bijscholing van de leerkrachten om het meer vanuit de kinderen te laten komen en te laten uitgroeien tot een toonmoment voor de ouders. Vanuit een klasgesprek brengen de leerlingen aan wat ze een probleem, leuk, belangrijk vinden op school. Het leerkrachtenteam poogt hieruit een algemene titel af te leiden. Blijken de verschillen tussen de klassen te groot dan blijft de titel “… op school” en geeft elke klas er zijn invulling aan. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Ouders en buurtbewoners worden uitgenodigd op het toonmoment, tevens ook het schoolfeest (met feesttent, randanimatie, spijs en drank…). Aansluiting bij de Brusselse context De school ervaart veel sociale en emotionele problemen bij de leerlingen waaruit conflicten, frustraties en soms geweld ontstaan. Met muzische expressie hoopt ze dat de leerlingen die belevingen positief uiten en ombuigen. Door van het toonmoment een feest te maken wil de school bereiken dat er in de wijk wat te beleven valt. De subsidie wordt gevraagd voor educatieve activiteiten (ondersteuning in de klas door Mooss), vergoedingen (voor nascholing van de leerkrachten door docenten van Comeandgo en door Wisper), huur van audiovisueel materiaal en voor promotie.
37
De werkgroep Onderwijs geeft een negatief advies voor subsidiëring van dit project omdat de school middelen heeft voor nascholing. BEGROTING inkomsten:
1450 EUR
uitgaven:
2220 EUR
gevraagde subsidie:
770 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Advies: negatief advies voor de toekenning van een subsidie: scholen hebben een budget voor nascholing, materialen komen niet in aanmerking voor subsidies van onderwijsprojecten. Voorgesteld subsidiebedrag: geen.
38
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Talig Kunstproject – van het kastje naar de muur Aanvraag als B- project – thema muzisch-creatieve vorming en taalvaardigheid Initiatiefnemer: BSGO De Goudenregen, F. Vervaeckstraat 47 te 1083 Ganshoren In samenwerking met GC De Zeyp en het internaat De Tuinen te Ganshoren. Doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende klassen: 19 aantal deelnemende leerlingen: 350 aantal deelnemende ouders: het streefdoel is minimum 1 per gezin Tijdstip: september 2008 tot eind mei 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen De kinderen vertrouwd maken met kunst en cultuur, hen leren begrijpen welke boodschap er achter een kunstwerk schuilt, waarom de kunstenaar een werk creëert en wat hij ermee bedoelt, hen leren praten en van gedachten wisselen over kunstwerken. De kinderen leren gevoelens dieper kennen, omschrijven, verwoorden, erover discussiëren en filosoferen. De kinderen leren beeld en poëzie creatief te verweven, hen leren dat bij het naar voorbrengen van poëzie voor een publiek lichaamstaal, intonatie, uitspraak en spreekdurf belangrijk zijn. Ze leren dat achter elk gezegde een logische verklaring schuilt. Hen vertrouwd maken met etymologie. De leerlingen betrekken hun leefomgeving, beseffen dat ze met elk afgedankt voorwerp iets nieuw en origineels kunnen maken, hen het nut leren inzien van “her”gebruiken en recycleren. Educatieve activiteiten - voor de leerkrachten wordt een nascholingssessie omtrent “beeld” gegeven: - men staat stil bij vertrouwde en bedreigende technieken, bij opleggen of creativiteit, bij het al dan niet uiten van gevoelens, ermee in de knoop zitten of negatief gedrag vertonen, bij hoe een gevoel weergeven door het te tekenen,te schilderen, neer te schrijven in een gedicht … - in elke klas wordt een gevoelenshoek ingericht waar de kinderen muziek beluisteren, gevoelsprenten of voorwerpen rangschikken, uit poëziekoffertjes gedichten plukken; in de spreek- en luisterhoek kunnen ze hun gedichten of voorkeursgedichten beluisteren en/of inspreken. Ingesproken gedichten kunnen ze meenemen naar huis. Ze leren er omgaan met opnamemateriaal, aandachtig te luisteren naar de eigen stem, intonatie en uitspraak en gaan zichzelf evalueren. Ze leren omgaan met een gedichtenboek en –taal. De crea- en kunsthoek wordt opgevuld met materialen. Ze zullen één kast bewerken en herwerken tot een kunstwerk. Ze verzamelen informatie over bekende en onbekende kunstenaars en hun werken. Tijdens de creatieve ateliers laten ze muziek spelen en verwoorden ze de gevoelens die dit bij hen oproept en of ze er zich al dan niet goed bij voelen en waarom. In de schrijfhoek schrijven ze hun impressies neer. De leerlingen van de 3de graad proberen een antwoord te geven op vragen als: wat is kunst? wat betekent kunst voor mij? wat vind ik mooi en waarom? wat is kunst en wat is kitsch? Tijdens kringgesprekken wordt dit dan besproken. De leerlingen van de 2de graad schrijven een fictief briefje naar een kunstenaar; - de opbouw van het schoolproject: alle kasten worden opgesteld in het schoolrestaurant; elke leerkracht bezoekt met haar/zijn leerlingen de tentoonstelling; ze praten er over en krijgen feedback over de vorm,
39
houtsoort, afkomst …; achtergrondinformatie kunnen ze opzoeken en nalezen in catalogi; de leerlingen geven aan naar welk werk hun appreciatie uitgaat en bij welk atelier ze zullen aansluiten; ’s vrijdags kunnen ze hun creativiteit uiten in de ateliers; - de school wil het leergebied ‘muzische vorming’ zo breed mogelijk benaderen; het wordt gekoppeld aan alle domeinen van het taalonderwijs. De kinderen gaan op zoek naar de etymologie van het gezegde “van het kastje naar de muur” en verzamelen andere gezegdes met dezelfde betekenis. Ze bevragen in een interview ook hun grootouders. Het aspect ‘beweging’ wordt geïntegreerd tijdens de vernissage met modern ballet. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten Zie hierboven. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Aan de schoolpoort wordt een grote affiche gehangen met de omschrijving van het project. In de vitrine wordt wekelijks een wissellijst gehangen met foto’s waarop ouders en leerlingen de activiteiten kunnen volgen. De ouders worden regelmatig uitgenodigd in de klassen, om eventueel te komen meewerken tijdens een open klasnamiddag en om materialen te verzamelen. Ouders, buurtbewoners en geïnteresseerden worden uitgenodigd op de vernissage in GC De Zeyp vóór de paasvakantie en in de school tijdens de opendeurdag in juni. De subsidie wordt gevraagd voor de nascholing, aankoop van tentoonstellingspanelen en -materialen, administratiekosten, promotie, vernissage. De werkgroep Onderwijs geeft een negatief advies, de school heeft immers middelen voor nascholing en de aankoop van materialen komt niet in aanmerking voor subsidies van onderwijsprojecten. BEGROTING inkomsten:
geen
uitgaven:
3450 EUR
gevraagde subsidie:
620 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Advies: negatief advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: geen.
40
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: De film van mijn leven Aanvraag als B- project – thema’s muzisch creatieve vorming en taalvaardigheidseducatie Initiatiefnemer: Vier Winden Basisschool, Merchtemsesteenweg 9 B te 1080 Sint-Jans-Molenbeek In samenwerking met Kurasaw Productions – project Kureghem Net – G. Moreaustraat 36 te Anderlecht Doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende klassen: 4de en 5de leerjaar aantal deelnemende leerlingen: 19 aantal deelnemende ouders: alleen bij het toonmoment Tijdstip: van 1 tot 30 juni 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen met de klas een film uitwerken (technisch) die de leerlingen zelf verzonnen en komen tot een eindproduct dat getoond wordt aan de andere leerlingen van de school en aan de ouders. Tijdens dit proces ontwikkelen ze een taalgevoeligheid en werken ze het taalaspect creatief uit. Ze leren samenwerken, maken een planning op met deadlines. Ze maken kennis met soorten films, materialen en technische toestellen waarmee ze leren om te gaan. Educatieve activiteiten Spreekbeurt over de favoriete film die de leerlingen aanspreekt: ze vertellen het verhaal aan de andere kinderen, duiden de hoofdpersonages aan, tonen een fragment … In de verwerking van deze individuele opdracht komen de belangrijkste filmtypes, de opbouw van de film en de participanten (acteurs, regisseurs, stuntmannen …) en tijdens een bezoek aan het filmmuseum komt de filmgeschiedenis aan bod. Kennismaking met de hulpmiddelen: in de klas filmen de leerlingen aan de slag met camera; ze leren scènes manipuleren en via een softwareprogramma op de computer monteren (samenwerking met vzw Kurasaw). Ze doen dit via hoekenwerk in groep: een hoek rond het thema filmclip en een hoek rond het manipuleren van op voorhand opgenomen en op computer gedownloade beelden. De film van mijn leven: binnen de klas brengen de leerlingen ideeën aan voor het uitwerken van een film rond een thema dat de klas bedenkt. Voor het structureren en om het creatieve denkproces te stimuleren wordt uitgeweken naar de locatie van het Huis van Culturen voor een workshop rond ideeënverzameling. De leerkrachten concretiseren en structureren de film in een raamschema, dat de verschillende groepen (publiciteit en reclame, regie, decor, geluid en belichting) verder kunnen uitwerken. De scènes worden één na één gefilmd. Omdat het praktisch met de klas moeilijk te realiseren is, streeft men naar zo weinig mogelijk montagewerk. Het is een project van en door de leerlingen met minimale sturing door de leerkrachten en. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten Uit de planning blijkt dat de leerlingen individueel en in groep aan de slag gaan. De leerkracht en de externe technische ondersteuner begeleiden en stimuleren het overleg in het denkproces. De leerkracht kan zijn technische competenties op het vlak van het medium film en ICT verhogen.
41
Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Het eindresultaat wordt toegelicht en voorgesteld aan de andere leerlingen en aan de ouders. De ouderkiosk wordt getoond: een ruimte waar de ouders kunnen beschikken over 3 computers met internet zodat ze de film en foto’s van het maken op de website van de school zien. Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit Brussel is een metropool, die in zijn straten heel wat beeldmateriaal zendt op de leerlingen. De huidige maatschappij is gericht op de beeldcultuur. De leerlingen hebben kennis van computerprogramma’s en ICTmateriaal nodig en moeten er vaardig mee worden. De subsidie wordt gevraagd voor het bezoek aan het filmmuseum, de ondersteuning door Kureghem Net, attributen. De werkgroep Onderwijs geeft een positief advies. BEGROTING inkomsten: uitgaven: gevraagde subsidie:
400 EUR 1020 EUR 620 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Advies: positief advies voor de toekenning van een subsidie als B-project. Voorgesteld subsidiebedrag: 620 EUR.
42
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: 50 jaar in beeld en klank Aanvraag als B- project – thema muzisch-creatieve vorming Initiatiefnemer: Mater Dei, Luchtvaartlaan 70 te 1150 Sint-Pieters-Woluwe In samenwerking met ICT-coördinatie, theaterhuizen, cultuurhuizen voor rondleidingen in functie van de voorstellingen (figuurtheater De Maan, De Munt), Canoncultuurcel, bedrijf voor werken met green key, begeleiders voor multimedia en filmproducten, GC “Kontakt”, Cultuurdienst van Sint-Pieters-Woluwe voor inhoudelijk materiaal en logistieke ondersteuning. Doelgroep vorm en of type onderwijs: lagere school deelnemende klassen: 12 aantal deelnemende leerlingen: 278 aantal deelnemende ouders: alle Tijdstip: schooljaar 2008-2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen - de kinderen aanmoedigen om op verschillende manieren en vanuit hun eigen expressie en beleving te communiceren. Ze kunnen een brug slaan tussen verschillende domeinen om die communicatie zo rijk en persoonlijk mogelijk te maken voor zichzelf en de ontvanger(s); - de kinderen kunnen hun school en leefwereld kaderen in een geheel van tijd, ruimte, cultuur en leefwijzen; - de ouderbetrokkenheid verhogen door ouders mee in te schakelen bij het verzamelen van objecten uit hun jeugd en bij de uitwerking van het project; - de kinderen leren omgaan met multimediale middelen, in groep leren werken, van elkaar leren, hun sociale vaardigheden verbeteren en info doorgeven aan hun publiek. Educatieve activiteiten Het project kadert in een culturele trip doorheen de zes voorbije decennia sinds het ontstaan van de school. De kinderen van elk leerjaar krijgen een decennium toegewezen in de vorm van een culturele activiteit (theater- of filmvoorstelling, muziektheater, voordracht,…) die van betekenis was in het decennium of als basis kan dienen voor een rondleiding in die periode. Er wordt een boeiend en leeftijdsgebonden cultureel evenement of werk uitgekozen, van waaruit de kinderen zelf een boeiende voorstelling opbouwen en actief keuzes maken over uitwerking, taalexpressie, kostumering, decors en tekst, muzikale begeleiding,…. Ze worden aangemoedigd om deze leergebieden en middelen overkoepelend aan te wenden en als een groep een afgewerkt geheel te maken. Het totale project bestaat uit 6 voorstellingen, elk opgebouwd en uitgevoerd door 1 leerjaar. De voorstellingen en opnames vinden plaats a rato van 1 per maand. Elk deelproject neemt een vijftal weken in beslag. De kinderen leren elkaar en zichzelf bovendien evalueren op geregelde tijdstippen in het proces en staan open voor suggesties en bijsturingen. De muzische activiteiten, die veelal plaatsvinden in gemeenschapscentra, zijn: 1ste leerjaar: ‘een in beweging project’ en ‘Regenparrels’; 2de leerjaar: bezoek Kindermuseum ‘Rood’ en ‘Kankantrie’ 3de leerjaar: workshop Assepoester, Orfeo achterna (De Munt), de giechelbehandeling ‘De puntendans’; 4de leerjaar: ‘Van de muis die geen muis was’ en ‘Achter de schermen van de toneelzaak’; 5de leerjaar: jeugdtheater ‘Het Appeltje’, ‘Odysseus’, De Maan en Abattoir Fermé; 6de leerjaar: ‘Houd de dief’ (Technopolis) en ‘Viva Europa’.
43
Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Het project wil de ouders en de mensen (al dan niet ver of dichter betrokken bij de school) een boeiend beeld schetsen van de cultuurhistorische achtergrond van de voorbije jaren tegen dewelke de school zich heeft ontwikkeld en is getransformeerd. Dit beeld wordt hen aangeboden in de vorm van zes voorstellingen en een neerslag op dvd en in boekvorm. De ouders worden deels betrokken bij de uitvoering en kunnen de kinderen mee ondersteunen. Bovendien worden ze door de kinderen officieel uitgenodigd voor de voorstelling. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten De klasleerkrachten worden actief ingeschakeld in de begeleiding en uitwerking. Ze krijgen de kans om met geschoolde mensen te werken uit diverse disciplines (het conservatorium, de theaterwereld, …) zodat een beter begrip en omgang leiden tot een vakoverschrijdend werken. De kinderen (velen Franstalig van thuis uit) zien de Nederlandse taal niet enkel als een communicatief en begripsvormend middel, als een efficiëntie om volwaardig te functioneren, maar leren ook de creatieve, expressieve kant van de Nederlandse taal kennen. De muzische taal, waar klanken en betekenissen een spel kunnen worden, waar ze plezier beleven aan het vrijuit omspringen met taal, voorbij de grenzen van de logica. Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit De kinderen werken mee aan een groots project dat hun school en leefwereld een plaats geeft, niet alleen binnen een bepaalde plaatscontext, maar ook binnen een rijke cultuurhistorische achtergrond, een geschiedenis van stijlen en leefwijzen. Het is een project dat discipline-overstijgend wil zijn. Geen enkele van de activiteiten is terug te brengen naar 1 vak afzonderlijk maar beoogt een samenwerking tussen de rijke leergebieden van de muzikale, beeldende, dramatische, talige, multimediale en historische vorming. De subsidie wordt gevraagd voor bezoeken, workshops op school, het monteren van beeldmateriaal op dvd, het drukken van teksten, materiaal beeldende vorming, huur van zaaltjes, administratiekosten. De werkgroep Onderwijs geeft een positief advies. BEGROTING inkomsten:
geen
uitgaven:
6700 EUR
gevraagde subsidie:
1700 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Opmerking: de subsidie als B-project kan maximum 620 EUR bedragen. Advies: Positief advies voor de toekenning van een subsidie als B-project. Voorgesteld subsidiebedrag: 620 EUR.
44
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Boerderijklassen 3 en 4 Aanvraag als B-project – thema natuureducatie Initiatiefnemer: Sint-Ursula-instituut, D. Lefèvrestraat 41 te 1020 Laken In samenwerking met Doelgroep vorm en of type onderwijs: basisonderwijs deelnemende klassen: 2 aantal deelnemende leerlingen: 22 Tijdstip: Van 3 tot 5 juni 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen Bij de leerlingen dankbaarheid en bewustwording creëren voor wat de natuur ons geeft, hen een respectvolle en bewuste manier van omgaan met landbouw en platteland bijbrengen. Educatieve activiteiten De leerlingen worden ondergedompeld in het leven in en rond de boerderij te Zonnebeke. Ze nemen deel aan het dagelijks werk in dit melkveebedrijf. Ze maken kennis met de veelzijdigheid van de landbouw in de streek door mee te helpen op de boerderij en dieren te observeren en te verzorgen en door verschillende landbouwbedrijven (varkenskwekerij, groentebedrijf, paarden en pony’s bij de buren, akkerbouwbedrijf, molen) te bezoeken. Ze krijgen opdrachten van de boer en leren samenwerken en samenleven. Ze vergroten hun woordenschat over landbouw en platteland. Ze doen aan natuurexploratie en –educatie: bron, weide, beek, vijver, bos, bomenpad … Ze bezoeken een begraafplaats van gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Bevindingen en ervaringen worden in verschillende lessen (W.O., woordenschat Nederlands, muziek …) besproken en verwerkt. Na de driedaagse loopt het project door in een klassendoorbrekende samenwerking in de graad. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten De leerlingen en leerkrachten worden ondergedompeld in het boerderijleven en daarbuiten. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving De ouders worden op voorhand ruim geïnformeerd over het nut van de driedaagse o.a. met foto’s en film over de boerderij te Zonnebeke. He programma wordt met hen besproken en aangepast. Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit De kinderen van de school zijn veelal afkomstig van een vrij kansarm milieu, het platteland en de boerderij zijn hen veelal onbekend. Ze kennen wel de dieren maar hebben zelden de kans ze te observeren en te verzorgen. De school is in een stedelijke omgeving gelegen in een oase van groen. Op de boerderij krijgen de leerlingen de kans om de natuur meer te beleven en om landbouwproducten te volgen van bij de bron. De subsidie wordt gevraagd voor de educatieve activiteiten, het verblijf, het busvervoer en administratieve kosten. Opmerking: rekening houdend met het aantal overnachtingen en het aantal deelnemers zou de school EMAsubsidies kunnen verkrijgen voor een bedrag van 220 EUR.
45
De werkgroep Onderwijs beschouwt dit project als een EMA-activiteit en geeft een negatief advies voor projectsubsidies. BEGROTING inkomsten:
2200 EUR
uitgaven:
3604 EUR
gevraagde subsidie:
1404 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Advies: negatief advies voor de toekenning van een subsidie. Voorgesteld subsidiebedrag: geen
46
IDENTIFICATIEGEGEVENS Naam van het project: Middagatelier circus en boks Aanvraag als B- project – thema sport en bewegingseducatie Initiatiefnemer: Basisschool De Kleurdoos,Moutstraat 24 te 1000 Brussel In samenwerking met IBO De Buiteling (gebruik computerlokaal, band met buitenschoolse opvang) Doelgroep vorm en of type onderwijs: lager onderwijs deelnemende klassen: alle klassen aantal deelnemende leerlingen: 12 per sessie per activiteit aantal deelnemende ouders: geen Tijdstip: van 1 januari tot 30 juni 2009 INHOUDELIJKE GEGEVENS Doelstellingen - waardevolle middagactiviteiten voor de kinderen als alternatief voor de gewone speeltijd; nieuwe bewegingsvormen en methodieken in de school introduceren met link naar het buitenschools aanbod; - de kinderen via circusactiviteiten laten samen werken en komen tot een circusvoorstelling (toonmoment) voor de ouders om hun betrokkenheid te verhogen en hen een beter beeld te geven van Brussels Boxing Academie en circusatelier Zonder Handen; - de kinderen warm maken voor nieuwe sporttakken en hen motiveren zich aan te sluiten bij een Nederlandstalig sportinitiatief; - leerkrachten opleiden tot sportanimatoren om deze sporttak in de school een bijzondere plaats te geven. Educatieve activiteiten Uitbreiding van de middagateliers voor de leerlingen, die georganiseerd worden op de school, met op dinsdag een circusatelier en op donderdag een boksatelier. Aan het circusatelier is een opleidingstraject gekoppeld voor 1 leerkracht zodat die het volgend schooljaar het atelier zelf kan begeleiden. Betrokkenheid van leerlingen en leerkrachten Leerkrachten en leerlingen waren betrokken bij de besluitvorming om deze ateliers in te richten. Betrokkenheid van ouders, partners, schoolomgeving Ouders worden ingeschakeld als begeleider en worden gecoacht door een leerkracht. Aansluiting bij de Brusselse context, leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit In een grootstad zijn de bewegingsmogelijkheden voor de kinderen meestal beperkt. De kansarme kinderen op de school maken bovendien veel te weinig gebruik van het naschools aanbod (deels uit onwetendheid, deels door drempelvrees). De subsidie wordt gevraagd voor vergoeding van de begeleiders van het circus- en bokstatelier, huur van circusmaterialen, aankopen van circusmateriaal voor de speelplaatskoffers. De werkgroep Onderwijs geeft een positief advies
47
BEGROTING inkomsten:
geen
uitgaven:
2442 EUR
gevraagde subsidie:
620 EUR
ADVIES VAN DE ADMINISTRATIE Aansluiting bij de subsidiecriteria het project is doelgericht het sluit aan bij de eindtermen en ontwikkelingsdoelen het sluit aan bij de leefwereld van de leerlingen, de schoolse en maatschappelijke realiteit het sluit aan bij de Brusselse context het overstijgt de normale werking van de school leerlingen, leerkrachten worden actief betrokken ouders, schoolpartners, schoolomgeving worden betrokken Opmerkingen Voor de aankopen van het circusmateriaal kan een subsidie aangevraagd worden voor sport- en spelmaterialen in het kader van ‘sport en spel – bewegen op school’. Begin 2008 werd het project ‘Taalactivering via spel’ van de Gemeenteschool Vorst niet gesubsidieerd omdat spelactiviteiten tijdens de speeltijden niet gesubsidieerd worden zijn in het kader van onderwijsprojecten. Advies: negatief advies voor de toekenning van een subsidie, omdat spelactiviteiten tijdens de speeltijden niet subsidieerbaar zijn in het kader van subsidies voor onderwijsprojecten. Voorgesteld subsidiebedrag: geen. Gezien om gevoegd te worden bij het collegelidbesluit nr. 09/004 van 9 februari 2009 houdende de subsidiëring en niet-subsidiëring van onderwijsprojecten voor het schooljaar 2008-2009 Het Collegelid,
Guy VANHENGEL
48