INHOUD VAN EEN OVR Hoofdstuk 4 – Beschrijving van de inrichting
Overzicht wijzigingen versie
Beschrijving wijziging
Datum
01
Eerste versie
01/12/2010
02
Aanvullingen naar aanleiding van de publicatie Richtlijn Magazijnbrand
01/03/2011
03
Tweede versie
01/05/2012
HOOFDSTUK 4 - BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING Het doel van dit hoofdstuk is een beschrijving te geven van de installaties van de inrichting en de processen die in deze installaties plaatsvinden, dit alles in het kader van de risico’s op zware ongevallen. Bovendien worden de aanwezige en mogelijks aanwezige gevaarlijke stoffen geïdentificeerd en de gevaareigenschappen van deze stoffen besproken. Algemeen moet de beschrijving in dit hoofdstuk de inhoud van hoofdstuk 5 en 6 begrijpelijker maken. Veiligheidsmaatregelen worden in dit hoofdstuk beschreven voor zover ze rechtstreeks betrekking hebben op de beschreven installaties, zonder rekening te houden met eventuele bijkomend te voorziene maatregelen die uit de risicoanalyse in hoofdstuk 5 zouden voortvloeien.
Opbouw van dit hoofdstuk: Titel 1: Algemeen overzicht Titel 2: Beschrijving van de installaties en procédés Titel 3: Beschrijving van de gevaarlijke stoffen Titel 4: Casuïstiek
1/13
revisie 03
INHOUD VAN EEN OVR Hoofdstuk 4 – Beschrijving van de inrichting
1. Algemeen overzicht
Plan
Voorzien van schaal, noordpijl en legende;
Grootte en schaal afhankelijk van het aantal installaties dat moet worden aangeduid;
Aanduiding van de verschillende installaties met behulp van een duidelijke nummering.
Met aanduiding van:
Bedrijfsterreingrens;
Alle installaties aanwezig op de inrichting, inclusief gebouwen en kantoorgebouwen
Transportleidingen
Interne wegen met rijrichting en toegangen;
Nutsvoorzieningen;
Opmerking:
Indien het aantal installaties op het bedrijfsterrein te groot is voor één overzichtelijk plan, kan overwogen worden alle afdelingen op een plan aan te duiden en vervolgens per afdeling een detailplan toe te voegen waarop de aanwezige installaties worden aangeduid;
Het plan dient opgemaakt te zijn in duidelijk contrasterende kleuren.
Stroomschema Alle belangrijke processtromen op het terrein worden hierop aangeduid. In het algemeen overzicht wordt enkel een globaal schema verwacht, zodat de onderlinge samenhang tussen de verschillende installaties duidelijk is. Indien nodig kan per installatie een gedetailleerder stroomschema worden opgenomen bij de beschrijving van de installatie.
Begeleidende tekst Plan en stroomschema dienen vergezeld te zijn van een korte begeleidende tekst waarin een beschrijving van het bedrijfsterrein en het aantal toegangswegen wordt toegelicht.
Overzichtstabel Aan het rapport wordt Tabel 1 als bijlage toegevoegd. Op deze manier kan de tabel als overzicht worden gebruikt voor het hele rapport.
2/13
revisie 03
INHOUD VAN EEN OVR Hoofdstuk 4 – Beschrijving van de inrichting
Tabel 1: Algemeen overzicht van installaties met (Seveso-gevaarlijke) producten
installatie
plaatsaanduiding
product
Lambertcoördinaat (*)
Verwijzing
hoeveelheid (ton)
naar
Indien van
nummer op het plan n
Sevesocategorie
toepassing
(*) De dienst VR vraagt strikt genomen enkel de Lambertcoördinaten van
o
(a) alle installatie-onderdelen met gevaarlijke stoffen (indien de subselectiemethodiek wordt toegepast)
o
(b) alle voor de QRA geselecteerde installatie-onderdelen die effecten buiten de terreingrens kunnen veroorzaken.
t
Vandaar dat de kolom ‘Lambertcoördinaten’ in deze tabel uit het Standaard OVR werd geschrapt.
2. Beschrijving van de installaties en procédés In dit deel worden de verschillende installaties aanwezig op het terrein beschreven. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de installaties mét, en de installaties zonder gevaarlijke stoffen. De installaties die geen gevaarlijke stoffen kunnen bevatten worden heel beknopt beschreven. De installaties met gevaarlijke stoffen worden in het rapport in detail (zie verder) beschreven. Per installatie worden de relevante procesomstandigheden, installatieonderdelen en procesvoering opgenomen in de beschrijving. Hieronder wordt voor de verschillende types van installaties een overzicht gegeven van relevante eigenschappen. Het is aan te raden om de eigenschappen in tabelvorm weer te geven in het rapport. Een aantal voorbeeldtabellen zijn aan deze tekst toegevoegd. Deze tabellen dienen inderdaad als voorbeeld. Afhankelijk van de specifieke aard van de installaties en procédés kunnen/dienen deze aangepast te worden.
2.1.
Procesinstallaties
Aangeven hoe de werking van de installatie binnen het geheel van de inrichting (aanvoerstromen, afvoerstromen,…) verloopt;
Een gedetailleerd processchema of installatiediagram van de installatie met aanduiding van de relevante installatieonderdelen. Daarnaast worden de chemische en fysische reacties (zowel hoofd- als nevenreacties, inclusief de ongecontroleerde en ongewenste reacties) die plaatsvinden in de installatie beschreven. Deze beschrijving gebeurt gestructureerd maar wordt wel ondersteund door een begeleidende tekst;
Grenzen waarbuiten verhoogd gevaar heerst, mogelijkheid van runawayreacties en specifieke gevaren van de installatie;
Eigenschappen van de installatie, zoals weergegeven in Tabel 2
Procedure voor het opstarten en stilleggen van de installaties;
Voorzorgsmaatregelen, zoals meetapparatuur, kleppen, inbloksystemen. 3/13
revisie 03
INHOUD VAN EEN OVR Hoofdstuk 4 – Beschrijving van de inrichting
(inclusief plaats-
Continu
aanduiding
batch?
op
of
plan& weergave van
Lambert
Automatisch ?
coördinaten*) (*) zie noot op pagina 3/13
4/13
revisie 03
Brandwerend?
(explosie)?
piekoverdruk
Bestand tegen
Koelingen?
Procesvoering
(per jaar)
Productie-capaciteit
Debiet (kg/s)
gevaarlijke stoffen (M)
Concentratie
Fysische toestand
Inhoud (m³)
Procesdruk (Pa)
(°C)
Installatie
Proces-temperatuur
Tabel 2: Eigenschappen van procesinstallaties (met Seveso-gevaarlijke producten)
INHOUD VAN EEN OVR Hoofdstuk 4 – Beschrijving van de inrichting
2.2
Opslagtanks / Tankparken
Eigenschappen van de opslagtank en het tankenpark, zoals weergegeven in Tabel 3
Veiligheidsmaatregelen, zoals afvoer van vloeistoffen in de inkuiping, koeling van de tanks,
overvulbeveiliging,
niveaumeting,
drukmeting,
temperatuurmeting,
drukventielen, isolatie, stikstofdeken.
5/13
revisie 03
INHOUD VAN EEN OVR Hoofdstuk 4 – Beschrijving van de inrichting
Opvang bluswater
(ondergrond)
Materiaal inkuiping
Afmetingen van inkuiping
aansluitdiameter (mm)
Grootte inkuiping (m³)
Afmetingen (m)
Ontwerpdruk (Pa)
Ontwerptemperatuur
Opslagdruk (Pa)
(atmosferisch,
(in
(diameter,
(lengte
(aantal en
aanduiding op
tussen-, eind-,
onder druk,
staal,
hoogte, )
breedte
grootte van
plan &
afval-product-
horizontaal,
in
lengte)
hoogte)
bluswater-
en, …)
verticaal,
RVS)
weergave van Lambert coördinaten(*)
opvang-
enkelwandig,
putten)
dubbelwandig, vast dak, vlottend dak) Voor atmosferische tanks: ook Tanktype1
(*) zie noot op pagina 3/13
1
(m)
(grondstoffen,
Grootste
(inclusief plaats
(°C)
Materiaal
Opslagtemperatuur (°C)
Type tank
Maximale vullingsgraad
Functie
Werkelijke inhoud (m³)
tank
Totaal waterinhoud (m³)
Tabel 3: Eigenschappen van opslagtanks en tankparken
zie [Handboek Faalfrequenties 2009]
6/13
revisie 03
INHOUD VAN EEN OVR Hoofdstuk 4 – Beschrijving van de inrichting
2.3
Magazijnen
Duidelijk plan met aanduiding van openingen / poorten / deuren en ligging van de terreingrens
Eigenschappen van het magazijn en de eenheidsverpakkingen, zoals weergegeven in Tabel 4.
Opslagmethode: acceptatieprocedure, hoe wordt beslist waar welke producten worden opgeslagen, hoe wordt register van aanwezige producten bijgewerkt,… .
Veiligheidsmaatregelen, zoals inkuiping, lekbakken, vluchtwegen, …
Voldoende informatie over het brandbestrijdingssysteem, teneinde dit te kunnen relateren aan het beschermingsniveau cfr. PGS 15 én de aard van de opgeslagen stoffen. Zie ook [Richtlijn Magazijnbrand].
7/13
revisie 03
plan&
van
(inclusief
aanduiding
weergave
Lambert
8/13
plaats(lengte, (aantal (big
op hoogte, en paletten,
breedte) grootte) IBC’s,
coördinaten(*))
(*) zie noot op pagina 3/13
revisie 03
bags,
gasfles)
(ton)
Totale opslagcapaciteit
Producten in opslag
m³)
eenheidsverpakking (ton,
Grootte van
verpakkingen
Soort eeenheids-
Stapelhoogte
ventilatievoud
Ventilatie / verluchting -
Dakconstructie
Materiaal van bevloering
van muren
Materiaal en Rf waarde
van deuren en poorten
Materiaal en Rf waarde
compartimentering
Afmetingen (m)
magazijn
INHOUD VAN EEN OVR
Hoofdstuk 4 – Beschrijving van de inrichting
Tabel 4: Eigenschappen van magazijnen
INHOUD VAN EEN OVR Hoofdstuk 4 – Beschrijving van de inrichting
2.4
Opslagplaatsen in open lucht
Eigenschappen van de opslag zoals weergegeven in Tabel 5.
Veiligheidsmaatregelen, zoals opvang van lekken, brandbeveiliging.
(inclusief
(zo
plaatsaanduiding op
plan
&
ja,
opslagmethode
producten (ton)
Hoeveelheid
Producten
vloer
Uitvoering
Overdekking
Oppervlakte
Oplsagplaats
van
Tabel 5: Eigenschappen opslagplaatsen in open lucht
(welk
(big
welke
materiaal,
paletten,
vorm en %
inkuiping?)
IBC’s,
weergave van de
open
Lambert-
wanden)
bags,
gasfles)
coördinaten(*)) (*) zie noot op pagina 3/13
2.5
Verlaadplaatsen
Eigenschappen van de verlaadplaatsen zoals weergeven in Tabel 6
Beschrijving van onderhoud van o.a.losflexibles, losarmen, pompen;
Veiligheidsmaatregelen, zoals toezicht, dodemansknop, debietinstellingen, opvang van lekken, controle van juiste overslag.
Pompgegevens (type pomp, pompdebiet (maximaal en/of nominaal pompdebiet) en de pompdruk
(inclusief plaats-
(inclusief
wachttijd
aanduiding op kaart &
tankwagens, spoor-
transport-
weergave van de
wagons, schepen)
middel)
losarmen (m)
losflexibels of
Diameter
Inkuiping (LxB)
Inhoud (m³)
(uur)
Duur verlading
Frequentie ( /jaar)
heid (ton/jaar)
Overslaghoeveel-
Product
verlaadplaats
Tabel 6: Eigenschappen van verlaadplaatsen
(van
Lambertcoördinaten(*) (*) zie noot op pagina 3/13
9/13
revisie 03
INHOUD VAN EEN OVR Hoofdstuk 4 – Beschrijving van de inrichting
2.6
Transportleidingen
Eigenschappen zoals weergegeven in Tabel 7
Veiligheidsmaatregelen, zoals inbloksystemen, gasdetectie, opvangvoorzieningen.
Pompgegevens (type pomp, pompdebiet (maximaal en/of nominaal pompdebiet) en pompdruk
(m)
van de leiding
Diepte / hoogte
op terrein (m)
leiding Lengte
(m)
Diameter leiding
Debiet (m³/u)
Aard producten
opvangdebiet)
en (ja/neen
Boven inkuiping
ondergrond
Bovengronds
Transportleiding
/
Tabel 7: Eigenschappen van transportleidingen
(inclusief plaatsaanduiding op
plan
weergave de
en van
Lambert
coördinaten(*) (*) zie voetnoot op pagina 3/13
2.7. Inkuipingen Ingeval in de risicoanalyse gebruik wordt gemaakt van specifieke gegevens van de inkuiping (bv. ingeval van een hellende inkuiping, ondergrondse opvangputten, aanwezige opvanggoten, ..) dient hierover in het rapport de nodige informatie voorzien te worden.
3. Nutsvoorzieningen In dit deel worden de verschillende nutsvoorzieningen beschreven. Bijzondere aandacht gaat naar de nutsvoorzieningen
die
gevaarlijke
stoffen
bevatten.
Hierna
volgen
een
aantal
mogelijke
nutsvoorzieningen op het terrein:
Waterhuishouding,
incl.
eventuele
afvalwaterzuivering,
opvangbekkens
en
bluswatertanks;
Aardgasleidingen (incl.ontspanstations), water en elektriciteit;
Propaan- of stookolietanks, incl. verladingen;
Stoomproductie, stikstofaanvoer, persluchtleidingen; 10/13
revisie 03
INHOUD VAN EEN OVR Hoofdstuk 4 – Beschrijving van de inrichting
Voor elk van deze onderdelen worden ook de getroffen veiligheidsmaatregelen weergegeven. Voor de beschrijving van de eigenschappen van de installaties (zoals tanks en leidingen met gevaarlijke producten) wordt verwezen naar de beschrijving in paragraaf §2.van dit hoofdstuk De eigenschappen van de nutsvoorzieningen worden dus eveneens in een tabel weergegeven.
4. Beschrijving van de gevaarlijke stoffen In dit deel worden de gevaarlijke stoffen beschreven die aanwezig zijn of kunnen zijn in de inrichting. De belangrijkste eigenschappen worden bij voorkeur weergegeven in tabelvorm, zoals weergeven in tabel 8.
Ingeval in de risicoberekening (zie Hoofdstuk 5 van het [Standaard-OVR]) gewerkt wordt met representatieve stoffen dienen deze ook hier beschreven te worden.
Opmerking: Op 01/12/1010 trad de CLP-verordening in werking, en dienen de stoffen – naast de indeling volgens de Richtlijn Gevaarlijke Stoffen – ook conform de CLP richtlijn te worden ingedeeld. Er dient dan ook in de veiligheidsrapporten naar de indeling conform de tabellen in Bijlage 6 van de CLP-verordening verwezen te worden. Naast de gebruikelijke R-zinnen worden dus ook de H-zinnen en H-klassen vernoemd in het rapport. . Uitgezonderd voor wat betreft de mengsels: tot 01/06/2015 dienen de mengsels te worden ingedeeld overeenkomstig de Richtlijn Gevaarlijke Preparaten.
.
11/13
revisie 03
INHOUD VAN EEN OVR Hoofdstuk 4 – Beschrijving van de inrichting
(1)
(3)
(2)
Opmerkingen
Referentiebron
Toxiciteit (LC50, LD50, …)
Explosiegrenzen (LEL en UEL)
Vlampunt (°C)
Zelfontstekingstemperatuur (°C)
tov Relatieve dichtheid water en/of lucht
Dampspanning (Pa)
Smeltpunt (°C)
Kookpunt (°C)
Oplosbaarheid in water (g/l)
Aggregatietoestand
Gebruik van de stof
Sevesocategorie
Risicozinnen/GHSgevarenaanduiding (5)
moleculaire massa
Structuurformule
CAS-nummer
chemische naam
Tabel 8: Beschrijving van de gevaarlijke stoffen
(4)
(1) De kolom met de chemische naam van een product kan zowel de commerciële naam als een courante naam omvatten maar men moet eveneens de chemische naam volgens de IUPAC-regels weergeven. (2) Geef aan of de stof een grondstof, een eindproduct, een representatieve stof, … is (3) Bij de gegevens van de toxiciteit dient aangegeven te worden op welke tijdsduur deze zijn gebaseerd en met welk proefdier dit experiment is uitgevoerd. (4) De eigenschappen van de stoffen worden zowel in normale als in de opslag- of procesomstandigheden beschreven. Bij de opmerkingen in de laatste kolom van de tabel kunnen eventuele nevenreacties van de gevaarlijke stof omschreven worden. (Algemeen): Indien met groepen van stoffen met gelijkaardige gevareneigenschappen wordt gewerkt, mag een representatieve stof gebruikt worden voor de beschrijving van de gevaarlijke stoffen. Het bepalen van deze representatieve stof moet verantwoord worden in het rapport. De representatieve stof moet de meest conservatieve voorspellingen geven voor de groep van stoffen. Deze werkwijze mag enkel gebruikt worden indien in de inrichting een grote variëteit en variabiliteit aan producten wordt gebruikt. (5) H-zinnen en H-klasse
12/13
revisie 03
INHOUD VAN EEN OVR Hoofdstuk 4 – Beschrijving van de inrichting
5. Casuïstiek In dit deel wordt een selectie van relevante (bijna)ongevallen (intern of extern aan de inrichting) beschreven. De bedoeling is dat men aan de hand van deze relevante ongevallen of schierongevallen in een bestaande inrichting, of relevante gegevens van soortgelijke installaties met gelijkaardige gevaarlijke producten conclusies trekt en veiligheidsmaatregelen treft op basis van deze ervaringsgegevens. Het is niet enkel de bedoeling om ongevallen uit het verleden te beschrijven, maar ook wat men uit deze ongevallen heeft geleerd en hoe de inrichting deze ongevallen probeert te vermijden.
5.1.
Interne casuïstiek
In dit deel worden zowel (zware) ongevallen als schierongevallen die intern (binnen de eigen groep) zijn voorgevallen beschreven. Naast de beschrijving van de omstandigheden, oorzaken en gevolgen van deze incidenten, dient men aan te geven welke voorzorgsmaatregelen er zijn getroffen om soortgelijke incidenten in de toekomst te vermijden.
5.2.
Externe casuïstiek
Naast de interne casuïstiek worden eveneens de zware ongevallen in soortgelijke inrichtingen beschreven die relevant kunnen zijn voor de inrichting. Deze inrichtingen kunnen dezelfde installaties of dezelfde gevaarlijke stoffen in gelijkaardige omstandigheden gebruiken. Met behulp van databanken of uit de literatuur worden gegevens verzameld over deze ongevallen en worden de omstandigheden en de gevolgen van het ongeval besproken. Bovendien worden de oorzaken van dit ongeval weergegeven. Op basis van deze gegevens wordt aangegeven hoe intern met deze gevaren wordt omgegaan. Er wordt met andere woorden aangegeven welke maatregelen getroffen zijn om soortgelijke ongevallen te voorkomen.
13/13
revisie 03