Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht
BESCHIKKING van GS van Utrecht
Datum Nummer Uw brief van Uw nummer Bijlage
17 maart 2009 2009INT239147 Voorschriften
I.
BESLISSING
I.A.
Algemeen
Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl
Team Referentie Doorkiesnummer Faxnummer E-mailadres Onderwerp
Milieubeheer F.H. de Vries 030 – 258 2776 030 – 258 2990
[email protected] ex artikel 8.23 Wet Milieubeheer; beschikking wijziging van voorschrift 5.1.4
Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer (hierna: Wm), Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit), de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), het Provinciaal Milieubeleidsplan 2004-2008 en op hetgeen onder hoofdstuk II en volgende wordt overwogen, besluiten wij: • • •
II.
ingevolge artikel 8.23, eerste lid, van de Wm, tot ambtshalve wijziging van de op 21 oktober 2008 (kenmerk; 2008INT231230 ) aan Smink Afvalverwerking B.V. verleende Wm-vergunning; de wijziging betreft aanpassing van voorschrift 5.1.4 aan de wettelijke bepalingen van artikel 4, eerste en vijfde lid, van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (hierna: Bssa); deze beschikking bekend te maken op 25 maart 2009.
DE WIJZIGING
II.A. Beschrijving van de inrichting De inrichting is bestemd voor het storten van afvalstoffen, het overslaan van bedrijfsafval, bouw- en sloopafval en grof afval, het breken van puin en asfalt in een puinbreekinstallatie en het mengen van producten in een menginstallatie, het breken en composteren van groenafval, het reinigen van minerale afvalstoffen in een fractiescheidingsinstallatie, het op- of overslaan en eventueel breken van afvalhout, het (tijdelijk) opslaan van schone en licht verontreinigde grond, zand, bouwstoffen en secundaire grondstoffen, het storten en eventueel ontwateren van baggerspecie, het reinigen van afvalwater, het onttrekken en opwerken van stortgas. Provincie Utrecht Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer
Smink Afvalverwerking B.V. 1
beschikking d.d. 17 maart 2009 / 2009INT239147
De inrichting is gelegen aan de Lindeboomseweg 15-17 te Hoogland, kadastraal bekend onder gemeente Hoogland, sectie O, nrs 221, 222, 223, 1841 en sectie M, nrs 160, 161, 170, 171, 172 en 506. De wijziging voorziet in het vervangen van voorschrift 5.1.4 door nieuwe voorschriften 5.1.4.1 en 5.1.4.2. Op grond van categorie 28.4, onder a, b, c en f van bijlage I van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (hierna: Ivb) zijn wij bevoegd gezag voor de inrichting.
II.B.
Aanleiding voor de wijziging
Bij Koninklijk Besluit van 27 oktober 2008 is het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 1, eerste lid, onderdeel 17, van het Bssa vastgesteld op 1 januari 2009. Dit betekent dat per 1 januari 2009 het stortverbod voor categorie 17, shredderafval, in werking is getreden. Hierop anticiperend is door vergunninghouder op 28 oktober 2008 een ontheffing gevraagd voor het storten van shredderafval.
II.C. Beschrijving van de wijziging Voorschrift 5.1.4 van de revisievergunning van 21 oktober 2008 is geheel gelijkluidend aan voorschrift 5.1.4 van de revisievergunning van 30 december 2004 en luidt als volgt. In afwijking van artikel 1 van het Besluit Stortverbod Afvalstoffen geldt dat het in dat artikel gestelde verbod niet geldt voor de daarin genoemde categorieën 9, 10, 12, 13, 14 en 19 tot en met 32 met betrekking tot het op of in de bodem brengen van afvalstoffen, om deze daar te laten, voor zover dat in het belang van een doelmatig beheer noodzakelijk is, in onderstaande gevallen waarin naar het oordeel van GS: a. een tijdelijke stagnatie optreedt in de afzetmogelijkheden van een product dat is verkregen door be- of verwerking van de betrokken afvalstoffen, terwijl daarvoor geen andere be- of verwerkingsmogelijkheden beschikbaar is, of b. een tijdelijk gebrek aan verwijderingsmogelijkheden voor de betrokken afvalstoffen bestaat of ontstaat, of c. door een ongewoon voorval het op een andere wijze verwijderen van de betrokken afvalstoffen niet mogelijk is. In deze opsomming van de categorieën van afvalstoffen ontbreken een aantal categorieën, waarvoor nu en in de toekomst mogelijk ontheffing wordt gevraagd op grond van het betreffende vergunningvoorschrift, zoals in het Bssa is geregeld. Nu blijkt, dat in het voorschrift categorie 17, shredderafval, ontbreekt, wijzigen wij het voorschrift overeenkomstig de tekst van artikel 4, eerste en vijfde lid van het Bssa. De tekst van het betreffende artikel van het Bssa luidt als volgt. Artikel 4, lid 1, van het Bssa: In afwijking van artikel 1 kan het bevoegd gezag bij het verlenen of wijzigen van een vergunning krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer in de daaraan te verbinden voorschriften bepalen dat het in artikel 1 gestelde verbod niet geldt met betrekking tot het storten van afvalstoffen, behorende tot een daarbij aangewezen, in dat artikel genoemde categorie, voor zover dat in het belang van een doelmatig beheer van afvalstoffen noodzakelijk is, in gevallen waarin naar het oordeel van het bevoegd gezag: a. een tijdelijke stagnatie optreedt in de afzetmogelijkheden van een produkt dat is verkregen door be- of verwerking van de betrokken afvalstoffen, terwijl daarvoor geen andere be- of verwerkingsmogelijkheid beschikbaar is, of b. een tijdelijk gebrek aan beheersmogelijkheden voor de betrokken afvalstoffen bestaat of ontstaat, of c. door een ongewoon voorval het op een andere wijze beheren van de betrokken afvalstoffen niet mogelijk is.
Provincie Utrecht Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer
Smink Afvalverwerking B.V. 2
beschikking d.d. 17 maart 2009 / 2009INT239147
Artikel 4, lid 5, van het Bssa: Het eerste lid geldt niet voor de categorieën van afvalstoffen, genoemd in artikel 1, eerste lid, onder 6, 15, 33, 34 en 35. Voorschrift 5.1.4 wordt derhalve als volgt gewijzigd. Voorschrift 5.1.4.1: In afwijking van artikel 1 van het Besluit Stortverbod Afvalstoffen (Bssa) geldt dat het in dat artikel gestelde verbod met betrekking tot het op of in de bodem brengen van afvalstoffen om deze daar te laten, niet geldt voor de in artikel 1, eerste lid, van het Bssa genoemde categorieën van afvalstoffen, voor zover dat in het belang van een doelmatig beheer noodzakelijk is, in onderstaande gevallen waarin naar het oordeel van GS: a. een tijdelijke stagnatie optreedt in de afzetmogelijkheden van een product dat is verkregen door be- of verwerking van de betrokken afvalstoffen, terwijl daarvoor geen andere be- of verwerkingsmogelijkheden beschikbaar is, of b. een tijdelijk gebrek aan verwijderingsmogelijkheden voor de betrokken afvalstoffen bestaat of ontstaat, of c. door een ongewoon voorval het op een andere wijze verwijderen van de betrokken afvalstoffen niet mogelijk is. Voorschrift 5.1.4.2: Voorschrift 5.1.4.1 geldt niet voor de in artikel 1, eerste lid onder 6, 15, 33, 34 en 35, van het Bssa genoemde categorieën van afvalstoffen. Nu het storten van shredderafval per 1 januari 2009 onder het stortverbod is komen te vallen en in de toekomst ook voor andere categorieën afvalstoffen overeenkomstig het Bssa ontheffing zou kunnen worden aangevraagd, moet het voorschrift 5.1.4 – als basis voor de ontheffingverlening – derhalve op de nieuwe situatie overeenkomstig artikel 4 van het Bssa worden aangepast.
III.
PROCEDURE VAN DE WIJZIGING
III.A. Algemeen Met betrekking tot de wijziging is de procedure ingevolgde afdeling 3.4 van de Awb van toepassing.
III.B. Huidige vergunningsituatie
Voor de inrichting is op 21 oktober 2008 een revisievergunning verleend met kenmerk 2008INT231230. Deze is op 10 december 2008 in werking getreden, maar is nog niet onherroepelijk. De volgende vergunningen en melding zijn derhalve van belang.
Soort Revisie vergunning Ambtshalve wijziging
datum 30 december 2004 21 maart 2006
Nummer 2004WEM005562i 2006WEM000984i
Bevoegd gezag GS GS
19 december 2006
2006WEM004211i
GS
19 juni 2007
2007WEM002751i
GS
21 oktober 2008
2008INT231230
GS
(n.a.v. de uitspraak van de RvS 28 december 2005)
Ambtshalve wijziging (n.a.v. de uitspraak van de RvS 28 december 2005)
Melding 8.19 (verplaatsing van de houtbreker en groencompostering)
Revisie vergunning (inwerking getreden maar nog niet onherroepelijk) Provincie Utrecht Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer
Smink Afvalverwerking B.V. 3
beschikking d.d. 17 maart 2009 / 2009INT239147
In de revisievergunning van 30 december 2004 is hetzelfde voorschrift (gelijke nummering en identieke tekst) opgenomen.
III.C. Terinzagelegging De kennisgeving over de ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken is gepubliceerd in een ter plaatse verschijnend regionaal weekblad op 3 december 2008. Vervolgens heeft de ontwerpbeschikking en bijbehorende stukken gedurende zes weken ter inzage gelegen, namelijk van 3 december 2008 tot en met 13 januari 2009 bij: • de Procedurekamer van de Afdeling Vergunningverlening, Team Milieubeheer van de provincie Utrecht, Pythagoraslaan 101 te Utrecht; • de gemeente Amersfoort, Informatiewinkel, Stadhuisplein 7 te Amersfoort. Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking is, binnen de door de wet gestelde termijn, een zienswijze ingekomen, die wordt behandeld in hoofdstuk V van deze beschikking.
IV.
OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN DE WIJZIGING
IV.A. Artikel 8.8 tot en met 8.11 Wet milieubeheer De artikelen 8.8 tot en met 8.11 van de Wm omvatten het toetsingskader voor de beslissing om de beperkingen die zijn verbonden aan een vergunning te wijzigen, aan te vullen of in te trekken.
IV.B. Inhoudelijke overwegingen Nu een doelmatiger verwerking dan storten voor shredderafval in het verschiet ligt, is het noodzakelijk de regelgeving voor het storten van shredderafval aan te passen. Daarom is per 1 januari 2009 het stortverbod voor shredderafval in werking getreden. Het ligt in de lijn der verwachting dat hiermee de ontwikkeling van technieken voor het hergebruik van shredderafval wordt gestimuleerd. Wij hebben ons op de hoogte gesteld van de plannen en ontwikkelingen bij de ARN (Auto Recycling Nederland) met betrekking tot de verwerking van shredderafval. Hierbij is gebleken dat er hard wordt gewerkt aan de realisatie van Post Shredder Technieken. Tevens is gebleken dat er per 1 januari 2009 nog geen PST-fabriek is gerealiseerd en het zeer de vraag is of aan het eind van 2009 een dergelijke inrichting in werking zal zijn getreden. Nu per 1 januari 2009 het stortverbod ook voor shredderafval geldt en wij van mening zijn dat de continuïteit van de afvalverwerking niet in gevaar mag worden gebracht, zijn wij van oordeel dat voorschrift 5.1.4 van de Wm-vergunning moet worden aangepast. Het wijzigen van vergunningvoorschrift 5.1.4 leidt niet tot een verandering van de feitelijk bestaande situatie. De afvalstoffen, waaronder shredderafval, die in de jaren vóór 1 januari 2009 werden gestort, zullen vooralsnog ook in 2009 worden gestort. Aangezien er aan de feitelijke omstandigheden en in de reeds vergunde situatie niets verandert, treden er geen wijzigingen op ten aanzien van de emissies naar de bodem, lucht en/of water. Ook zijn er geen wijzigingen in de emissies van geluid en geur en zijn er geen wijzigingen aan te wijzen ten aanzien van energieverbruik, het ontstaan van afvalstoffen en/of de externe veiligheid. Het storten van shredderafval is opgenomen in de vergunningaanvraag zowel voor de vergunning van 2004 als voor die van 2008. Het toestaan van het storten van shredderafval ook in 2009 heeft geen andere consequenties dan reeds was beoordeeld bij de verlening van de vergunning op 21 oktober 2008.
Provincie Utrecht Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer
Smink Afvalverwerking B.V. 4
beschikking d.d. 17 maart 2009 / 2009INT239147
Het wijzigen van vergunningvoorschrift 5.1.4 overeenkomstig het gestelde in artikel 4 van het Bssa leidt tot een doelmatige verwijderen van shredderafval: storten van het afval, totdat er een betere verwerkingswijze (hergebruik) beschikbaar komt. Wanneer voor shredderafval al in 2009 een betere verwerking mogelijk wordt door bijvoorbeeld Post Shredder Technieken, vervalt de ontheffing van het stortverbod voor shredderafval en mag shredderafval niet meer worden gestort.
V.
REACTIES OP DE ONTWERP-BESCHIKKING
V.A.
Zienswijze
Naar aanleiding van de ontwerp-beschikking is op 12 januari 2009 een zienswijze ingekomen van mr. R.A. Wuijster van Boot advocaten, namens zijn cliënt, de heer H.R. Kranenberg en zijn thans inwonende familie te Bunschoten. De zienswijze is binnen de wettelijke termijn ingediend en wordt in behandeling genomen. Samenvatting zienswijze De zienswijze luidt kort samengevat als volgt. Het Bssa kent bevoegdheden toe om het stortverbod voor bepaalde stoffen in bepaalde gevallen te doorbreken. Reclamanten stellen dat in het ontwerpbesluit geen afweging of motivering heeft plaatsgevonden of van deze bevoegdheden gebruik kan worden gemaakt. Voorts stellen reclamanten dat het ontwerpbesluit zodanig is geformuleerd dát er een tijdelijk gebrek aan beheersmogelijkheden voor de betrokken afvalstoffen bestaat die doorbreking van het stortverbod rechtvaardigt. Deze doorbreking is niet (vooraf) toetsbaar voor belanghebbenden. Verzocht wordt het ontwerpbesluit te heroverwegen en de ambtshalve wijziging niet te verlenen. Reacties op zienswijze Allereerst moet worden vermeld, dat met deze wijziging van de vergunning geen ontheffing wordt verleend van het stortverbod. Met de wijziging van de vergunning brengen wij het voorschrift 5.1.4 van de vergunning in overeenstemming met de redactie van artikel 4, lid 1, van het Bssa voor ontheffingen die verleend kunnen worden na voorafgaande toetsing door de minister van VROM. De ontheffing van het stortverbod wordt pas verleend, nadat wij een verzoek hiertoe van de vergunninghouder hebben ontvangen én na ontvangst van een verklaring als bedoeld in artikel 4, derde lid, van het Bssa van de minister van VROM. Deze verklaring wordt slechts – onder voorwaarden – door de minister gegeven, indien geen andere be- en verwerkingsmogelijkheden dan storten beschikbaar zijn. Aan de eventueel zo nodig te verlenen ontheffing, die wij op basis van de verklaring van de minister kunnen verlenen, verbinden wij voorts onder meer de voorwaarde, dat indien er gedurende de looptijd van de ontheffing andere verwijderingsmogelijkheden dan storten beschikbaar zijn of komen, de mogelijkheid om de aangevraagde afvalstoffen te storten per direct wordt opgeschort en dat dan geen gebruik mag worden gemaakt van de ontheffing. Wij blijven derhalve van mening, dat wij het voorschrift 5.1.4 van de vergunning in overeenstemming moeten brengen met de redactie van artikel 4, lid 1, van het Bssa. De zienswijze achten wij daarom ongegrond.
V.B.
Wijzigingen ten opzichte van de ontwerp-beschikking
Ten opzichte van de ontwerp-beschikking zijn op enkele redactionele aanpassingen na geen wijzigingen aangebracht.
Provincie Utrecht Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer
Smink Afvalverwerking B.V. 5
beschikking d.d. 17 maart 2009 / 2009INT239147
VI.
CONCLUSIE
VI.A. Algemeen Gelet op bovenstaande overwegingen zijn wij van mening dat de Wm-vergunning van 21 oktober 2008 (kenmerk; 2008INT231230 ) van Smink Afvalverwerking B.V. gewijzigd moet worden. Wij hebben derhalve besloten als weergegeven onder I.
VII. AFSCHRIFTEN VII.A. Algemeen Het origineel van deze beschikking te zenden aan Smink Afvalverwerking B.V. en een afschrift te zenden aan: burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort; burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk; burgemeester en wethouders van de gemeente Bunschoten; VROM-Inspectie Regio Noord-West (Noord-Holland, Utrecht en Flevoland), Kennemerplein 6-8, Postbus 1006, 2001 BA Haarlem; Regionale brandweer Amersfoort, Kleine Koppel 35, 3812 PG Amersfoort; Provincie Gelderland, Afdeling eindverwerking en nazorg, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem; Waterschap Vallei en Eem, Postbus 330, 3830 AJ Leusden; SenterNovem, Postbus 8242, 3503 RE Utrecht; Vereniging Geen Uitbreiding Stort, Zevenhuizerstraat 269, 3751 Bunschoten; De heer H.R. Kranenberg, Zevenhuizerstraat 255, 3751 LC Bunschoten; De heer J. J.W van Wegen, Stovestraat 21, 3811 KA Amersfoort; De heer N. den Uyl, Zevenhuizerstraat 146, 3751 LD Bunschoten; Boot Advocaten, t.a.v. mr. R.A. Wuijster, Postbus 75810, 1070 AV Amsterdam. Tevens hebben wij deze beschikking openbaar gemaakt op het internetdomein van de provincie Utrecht: http://www.provincie-utrecht.nl. Gedeputeerde Staten van Utrecht, namens hen,
mr. J.L. Rosch Teamleider Milieubeheer (wnd) Afdeling Vergunningverlening
Provincie Utrecht Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer
Smink Afvalverwerking B.V. 6
beschikking d.d. 17 maart 2009 / 2009INT239147
Beroepsmogelijkheid Tegen dit besluit kan binnen zes weken na de dag van bekendmaking beroep worden ingesteld bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het beroep kan overeenkomstig het bepaalde in artikel 8:1 juncto art 7:1 van de Awb worden ingesteld door belanghebbenden die tijdig hun zienswijze over het ontwerpbesluit naar voren hebben gebracht of door belanghebbenden die geen zienswijze naar voren hebben gebracht maar die dat redelijkerwijs niet kan worden verweten of door belanghebbenden die zich niet kunnen vinden in de wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbesluit. Het beroep staat open voor belanghebbenden. Het beroepschrift moet worden ondertekend en moet ten minste de volgende gegevens bevatten: 1. de naam en het adres van de indiener; 2. de dagtekening; 3. een omschrijving van de beschikking waartegen het beroep is gericht; 4. de gronden van het beroep. Bij het beroepschrift moet zo mogelijk een afschrift van de beschikking waarop het geschil betrekking heeft, worden overgelegd. Het beroepschrift moet in tweevoud worden gezonden aan de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Postbus 20019, 2500 EA 's-Gravenhage. Voor indiening van een beroepschrift is € 150,- griffierecht verschuldigd voor een natuurlijke persoon en € 297,- voor een rechtspersoon. Indien beroep is ingesteld tegen deze beschikking kan ook om een voorlopige voorziening worden gevraagd indien onverwijlde spoed dat vereist. Het verzoek moet worden gedaan bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak. Daarbij is hetzelfde griffierecht opnieuw verschuldigd.
Provincie Utrecht Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer
Smink Afvalverwerking B.V. 7
beschikking d.d. 17 maart 2009 / 2009INT239147
Bijlage Voorschriften Behorende bij de veranderingsvergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Smink Afvalverwerking B.V. d.d. 17 maart 2009, kenmerk 2009INT239147
Voorschrift 5.1.4 vervalt en wordt vervangen door de voorschriften 5.1.4.1 en 5.1.4.2. Voorschrift 5.1.4.1: In afwijking van artikel 1 van het Besluit Stortverbod Afvalstoffen (Bssa) geldt dat het in dat artikel gestelde verbod met betrekking tot het op of in de bodem brengen van afvalstoffen om deze daar te laten, niet geldt voor de in artikel 1, eerste lid, van het Bssa genoemde categorieën van afvalstoffen, voor zover dat in het belang van een doelmatig beheer noodzakelijk is, in onderstaande gevallen waarin naar het oordeel van GS: a. een tijdelijke stagnatie optreedt in de afzetmogelijkheden van een product dat is verkregen door be- of verwerking van de betrokken afvalstoffen, terwijl daarvoor geen andere be- of verwerkingsmogelijkheid beschikbaar is, of b. een tijdelijk gebrek aan verwijderingsmogelijkheden voor de betrokken afvalstoffen bestaat of ontstaat, of c. door een ongewoon voorval het op een andere wijze verwijderen van de betrokken afvalstoffen niet mogelijk is. Voorschrift 5.1.4.2: Voorschrift 5.1.4.1 geldt niet voor de in artikel 1, eerste lid onder 6, 15, 33, 34 en 35, van het Bssa genoemde categorieën van afvalstoffen.
Provincie Utrecht Afdeling Vergunningverlening/Team Milieubeheer
bijlage voorschriften
Smink Afvalverwerking B.V. beschikking d.d. 17 maart 2009 / 2009INT239147