Blad 1
DOM 4002
Beslissing van de Derde Beslisser ter beslechting van een geschil inzake domeinnamen Tussen: De VLAAMSE RADIO EN TELEVISIEOMROEP, naamloze vennootschap van publiek recht, met zetel te 1043 Brussel, A. Reyerslaan 52; de “Klager”;
En: SECURAX BVBA, met zetel te 8700 Tielt, Pittemsesteenweg 12; de “Titularis”;
In de zaak geregistreerd onder het nummer DOM 4002 bij de VZW CEPINA, erkende instelling tot beslechting van geschillen zoals bedoeld in artikel 10 a) van de beleidslijnen voor de geschillenregeling zoals die deel uitmaken van de Algemene Voorwaarden van de VZW DNS BE, versie 1.1 van 7 december 2000;
Gelet op de Klacht gedateerd 8 januari 2001, ingediend door de Klager op de zetel van de VZW CEPINA met het oog op een beslissing door een Derde Beslisser volgens het CEPINA Reglement voor Beslechting van Geschillen inzake Domeinnamen, zoals van kracht op het ogenblik van indiening van de Klacht (hierna het “CEPINA Reglement”); Gelet op artikel 10 van de algemene voorwaarden van de VZW DNS BE, versie 1.1 van 7 december 2000, waarin de beleidslijnen voor geschillenregeling inzake domeinnamen zijn vastgesteld (hierna: de “DNS Beleidslijnen”); Gelet op Onze aanstelling als Derde Beslisser, door de VZW CEPINA, overeenkomstig artikel 6.2. van het CEPINA Reglement, bij brief gedateerd 14 februari 2001;
DOM 4002
Blad 2
Overwegende dat de Titularis op 15 december 2000 is overgegaan tot registratie, bij de VZW DNS BE, van de domeinnaam “stubru” onder de cctl .be;
Overwegende dat uit de meegedeelde stukken blijkt dat de Klager, een tweetal maanden eerder, op 16 oktober 2000 is overgegaan tot depot, bij het Benelux-Merkenbureau, van het woordmerk “StuBru” voor de klassen 9, 38 en 41; dat het Benelux-Merkenbureau ontvangst van het depotformulier heeft bevestigd en het depotnummer 0975559 heeft toegekend;
Overwegende dat de Klager verzoekt dat Wij de overdracht van de domeinnaam “stubru” aan haar zouden bevelen; Dat hij zich daarbij steunt op artikel 10 b) van de DNS Beleidslijnen, waarvan hij stelt dat in casu aan alle voorwaarden is voldaan;
Overwegende dat artikel 10 b) 1 van de DNS Beleidslijnen, in zijn Engelse versie (de Nederlandse en Franse versies blijkbaar nog niet ter beschikking zijnde, alleszins nog niet gepubliceerd op de website van DNS BE), luidt als volgt: “1. The licensee must submit a dispute to mandatory administrative proceedings if a third party (a “Complainant”) asserts to the Provider, in compliance with the rules of procedure, and proves that: (i) the licensee’s domain name is identical or confusingly similar to a trademark or service mark filed in the Benelux or the Community in which the Complainant has rights; and (ii) the licensee has no rights or legitimate interests in the domain name; and (iii) the licensee’s domain name has been registered or is being used in bad faith”; (“1. De licentienemer is verplicht om een geschil te onderwerpen aan dwingende administratieve geschillenbeslechting wanneer een derde (een “Klager”), overeenkomstig de procedureregels, doet gelden ten aanzien van de “Provider”1, en bewijst: (i) de domeinnaam van de licentienemer is identiek of op verwarringstichtende wijze gelijkaardig aan een warenmerk of dienstmerk gedeponeerd voor de Benelux of voor de Europese Gemeenschap waaromtrent de Klager rechten kan doen gelden; en (ii) de licentienemer heeft geen enkele rechten of rechtmatige belangen ten aanzien van de domeinnaam; en (iii) de domeinnaam van de licentienemer werd te kwader trouw geregistreerd of wordt te kwader trouw gebruikt” – Onze Vertaling);
1
Uit artikel 10 a) van de DNS Beleidslijnen volgt dat hiermee wordt bedoeld de door de VZW DNS BE erkende instelling tot beslechting van geschillen, in casu, de VZW CEPINA.
DOM 4002
Blad 3
Dat artikel 10 b) 2 van de DNS Beleidslijnen vervolgens een niet-limitatieve lijst geeft van omstandigheden waarin de licentienemer geacht moet worden een domeinnaam te kwader trouw geregistreerd te hebben of te gebruiken, en artikel 10 b) 3 voorziet in een niet-limitatieve lijst van omstandigheden die aantonen dat een licentienemer rechten of rechtmatige belangen kan doen gelden ten aanzien van de domeinnaam waaromtrent een klacht werd geformuleerd;
Overwegende dat volgens artikel 15.1 van het CEPINA Reglement de Derde Beslisser dient te oordelen met in acht name van de DNS Beleidslijnen; Dat dit echter niet betekent dat de Derde Beslisser zich bij zijn oordeel op geen andere gronden zou mogen baseren dan degene vermeld in de DNS Beleidslijnen nu niet is voorzien dat hij uitsluitend met de DNS Beleidslijnen mag rekening houden, doch enkel dat hij geen oordeel mag vellen dat indruist tegen de bepalingen van de DNS Beleidslijnen; Dat de Derde Beslisser bijgevolg ook rekening mag houden met andere regels, zoals bijvoorbeeld artikel 93 van de Wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, en artikel 13 A 1 van de BeneluxMerkenwet; Dat evenwel, voor zover de oplossing van het geschil kan worden gevonden in de DNS Beleidslijnen zelf, deze bij voorrang moeten worden toegepast; Dat Wij bijgevolg eerst dienen te onderzoeken of de registratie en het gebruik, door de Titularis, van de domeinnaam “stubru” kan opgelost worden aan de hand van de DNS Beleidslijnen, temeer nu de Klager zich in zijn Klacht beroept op het hoger geciteerde artikel 10 b) 1;
Overwegende dat de tekst van artikel 10 b) 1 van de DNS Beleidslijnen evenwel niet van ondubbelzinnigheid gespaard blijft nu het, in samenlezing met de overige bepalingen van artikel 10, een verstrengeling is van criteria die betrekking hebben op, enerzijds de ontvankelijkheid van de Klacht, anderzijds de bevoegdheid van de Derde Beslisser, en tenslotte ook nog de gronden vastlegt waarop de Klacht kan worden toegekend; Dat artikel 10 b) 1 immers formele voorwaarden vaststelt waaraan de Klacht moet voldoen opdat zij voor Ons zou kunnen worden gebracht (nl. de Klager dient, bij de formulering van zijn Klacht, de in subparagrafen (i) tot en met (iii) van art. 10 b) 1 zaken te doen gelden ten aanzien van de door de VZW DNS BE erkende instelling tot beslechting van geschillen, en het bewijs (sic) daarvan te leveren, op straffe van toepassing van artikel 3.2. van het CEPINA Reglement, t.t.z. ingebrekestelling door CEPINA om binnen de 7 kalenderdagen de tekortkomingen in de Klacht te verbeteren, bij gebreke waarvan de procedure als stopgezet wordt beschouwd);
DOM 4002
Blad 4
Dat, in samenlezing met artikel 10 a) dat stelt dat de licentienemer (i.e., de Titularis) verplicht is de geschillen vermeld in artikel 10 b) te onderwerpen aan de administratieve geschillenbeslechting, artikel 10 b) ook een criterium van bevoegdheid van de Derde Beslisser om over het geschil te oordelen, uitmaakt2; Dat, tenslotte, artikel 10 b) – hoewel zijn redactie een aantal vragen opwerpt – blijkbaar moet worden geïnterpreteerd in de zin dat, wanneer de Derde Beslisser tot de vaststelling komt dat de in genoemd artikel bedoelde omstandigheden voorhanden zijn, hij de door de klagende partij gevraagde remedie, voor zover die voorkomt in de lijst van artikel 10 e) van de DNS Beleidslijnen, moet toekennen; dat artikel 10 b) bijgevolg blijkbaar ook de criteria vastlegt waaronder Wij de Klacht ten gronde moeten beoordelen;
Overwegende dat Wij bijgevolg dienen te onderzoeken of in casu aan alle voorwaarden van artikel 10 b) 1 voldaan is, alvorens een in artikel 10 e) vermelde remedie te kunnen toekennen; Dat in zijn Klacht van 8 januari 2001 de Klager uiteenzet waarom volgens hem aan alle voorwaarden voldaan is; Dat de Titularis hierop geen enkel verweer heeft geformuleerd; Dat Wij bijgevolg, gelet op de artikelen 5.4. en 14 van het CEPINA Reglement, het geschil dienen te beoordelen op basis van de Klacht en vervolgens een beslissing moeten nemen;
Eerste voorwaarde van artikel 10 b) 1: een domeinnaam identiek of op verwarringstichtende wijze gelijkaardig aan een warenmerk of dienstmerk gedeponeerd voor de Benelux of de Europese Gemeenschap
Overwegende dat het niet voor betwisting vatbaar is dat de door de Titularis geregistreerde domeinnaam “stubru”, abstractie makend van de cctl .be identiek is aan het door de Klager op 16 oktober 2000 gedeponeerde Benelux merk “StuBru”; Dat, zelfs indien men zou argumenteren dat er enig verschil bestaat omdat in de merknaam de S en de B gekapitaliseerd zijn, en daardoor geen identiciteit voorhanden zou zijn, auditief dit geen enkel verschil maakt en, in het andere geval, alleszins voldaan is aan het tweede alternatief van deze vereiste, met name gelijkaardigheid tussen de domeinnaam en de merknaam die een dergelijk gehalte heeft aangenomen dat verwarring mogelijk is; Dat bijgevolg in elk geval aan de eerste voorwaarde van artikel 10 b) 1 van de DNS Beleidslijnen is voldaan;
2
Zie ook artikel 10 h) dat voorziet hoe de andere geschillen moeten worden beslecht.
DOM 4002
Blad 5
Tweede voorwaarde van artikel 10 b) 1: De licentienemer heeft geen enkele rechten of rechtmatige belangen ten aanzien van de domeinnaam
Overwegende dat de Klager voorhoudt dat de Titularis geen rechten of legitieme belangen kan doen gelden ten aanzien van de domeinnaam “stubru.be”; Dat volgens de Klager er geen enkel gegeven voorhanden is waaruit zou blijken dat de Titularis voordien gebruik maakte van de domeinnaam “stubru.be”, dan wel van een naam die daarmee overeenstemt om producten of diensten aan te bieden, en evenmin algemeen gekend was onder die naam; Dat, nog steeds volgens de Klager, de Titularis enkel gebruik maakt van de domeinnaam “stubru.be” om, profiterend van de populariteit van de VRT zender en het VRT merk, internetgebruikers aan te lokken;
Overwegende dat, bij afwezigheid van enig antwoord van de Titularis op de Klacht, Ons geen enkel gegeven voorligt waaruit blijkt dat de Titularis beroep kan doen op één van de gronden vermeld in artikel 10 b) 3 van de DNS Beleidslijnen, dan wel andere gronden, waaruit rechten of legitieme belangen ten aanzien van de bewuste domeinnaam blijken, en het Ons voorgelegde dossier evenmin andere aanduidingen bevat waaruit dergelijk recht of belang blijkt; Dat bijgevolg, op basis van hetgeen Ons is voorgelegd, ook aan de tweede voorwaarde van artikel 10 b) 1 van de DNS Beleidslijnen is voldaan;
Derde voorwaarde van artikel 10 b) 1: de domeinnaam van de licentienemer werd te kwader trouw geregistreerd of wordt te kwader trouw gebruikt
Overwegende dat volgens de Klager de Titularis de domeinnaam “stubru” te kwader trouw heeft geregistreerd en gebruikt, omdat het zijn bedoeling is, via die domeinnaam, internet gebruikers naar een website van Titularis of een andere on-line locatie te lokken; Dat de internet gebruiker na het intikken van de domeinnaam stubru.be automatisch verbonden wordt met een ander internet adres, hetgeen duidelijk zou aantonen dat de Titularis de domeinnaam “stubru” enkel gebruikt om internet gebruikers naar zijn site te lokken; Dat, nog steeds volgens de Klager, het gevaar voor verwarring met het merk “stubru” van de Klager inzake de oorsprong, sponsoring, verbondenheid of goedkeuring van de website of plaats van de Titularis of van producten of diensten op zijn website of andere plaats, bijzonder groot is; Dat, tenslotte, de Titularis de Klager zou beletten om zijn merknaam als domeinnaam te registreren,hetgeen eveneens als een te kwader trouw gemaakte registratie moet worden beschouwd overeenkomstig de DNS-voorwaarden;
Blad 6
DOM 4002
Overwegende dat overeenkomstig artikel 10 b) 2, van de Beleidslijnen elk van de volgende omstandigheden – zonder exhaustief te zijn – bewijs opleveren van registratie of gebruik van een domeinnaam te kwader trouw: “(i) circumstances indicating that the domain name was registered or acquired pimarily for the purpose of selling, renting, or otherwise transferring the domain name registration to the Complainant who is the owner of the trademark or service mark or to a competitor of that Complainant, for valuable consideration in excess of the costs directly related to the domain name; or (ii) the domain name was registered in order to prevent the owner of a trademark or service mark from reflecting the mark in a corresponding domain name, provided that the licensee has engaged in a pattern of such conduct; or (iii) the domain name was registered primarily for the purpose of disrupting the business of a competitor; or (iv) the domain name was intentionally used to attract, for commercial gain, Internet users to the licensee’s web site or other online location, by creating a likelihood of confusion with the Complainant’s mark as to the source, sponsorship, affiliation, or endorsement of the licensee’s web site or location or of a product or service on his web site or location.”
(“(i) omstandigheden die aangeven dat de domeinnaam geregistreerd of verworven werd hoofdzakelijk met de bedoeling de domeinnaam-registratie te verkopen, te verhuren of op een andere wijze over te dragen aan de Klager die eigenaar is van het warenmerk of dienstmerk, of aan een concurrent van de Klager, tegen een vergoeding die hoger is dan de kost rechtstreeks verbonden aan de domeinnaam; of (ii) de domeinnaam werd geregistreerd om de eigenaar van het warenmerk of dienstmerk te verhinderen het merk op te nemen in een corresponderende domeinnaam, op voorwaarde dat de licentienemer een patroon van dergelijk gedrag aan de dag legt; of (iii) de domeinnaam werd voornamelijk geregistreerd bedrijfsactiviteiten van een concurrent te storen; of
ten
einde
de
(iv) de domeinnaam werd bewust gebruikt om, met het oog op commercieel profijt, Internet gebruikers te lokken naar de web site van de licentienemer of andere on-line locaties, door een waarschijnlijke verwarring te creëren met het merk van de Klager inzake oorsprong, sponsorschap, betrokkenheid met of aanbeveling van de web site of de locatie van de licentienemer, of van een product of dienst op diens web site of locatie” – Onze vertaling);
DOM 4002
Blad 7
Overwegende dat, gelet op de motivering van de Klacht, de Klager zich blijkbaar beroept op artikel 10 b) 2 (iv) om de kwade trouw in hoofde van de Titularis aan te tonen;
Overwegende dat de omstandigheden waaruit de kwade trouw van de Titularis blijkt, niet worden tegengesproken door de Titularis; Dat Wij zijn afwezigheid van enig antwoord op de Klacht interpreteren als een bevestiging van de feiten zoals door de Klager weergegeven; Dat de domeinnaam “stubru” onder de cctl .be, die overeenstemt met het eerder gedeponeerd merk van de Klager, i.c. de merknaam “StuBru” zoals gedeponeerd door de Klager bij het Benelux-merkenbureau, door de Titularis gebruikt wordt om de Internet gebruiker die de bewuste domeinnaam intikt, af te leiden naar een andere website; Dat het intentioneel karakter van die afleiding uit de aard van de feiten moet worden aangenomen; Dat, wanneer die afleiding gebeurt door een commerciële vennootschap, zoals de Klager, het gebruik van de domeinnaam, behoudens tegenbewijs (dat in casu niet werd gebracht), geacht moet worden te gebeuren met het oog op commercieel voordeel; Dat, tenslotte, de Internet gebruiker mogelijk van oordeel is, gelet op de identiciteit tussen de domeinnaam en het merk waarvoor de Klager een depot heeft verricht bij het Benelux Merkenbureau, dat er een betrokkenheid bestaat tussen de Klager en de Titularis of diens website; Dat bijgevolg ook aan de derde voorwaarde van artikel 10 b) 1 van de DNS Beleidslijnen is voldaan;
Overwegende, dat wat de door de Klager gevraagde remedie betreft, nl. de overdracht van de domeinnaam “stubru” aan de Klager, artikel 10 e) van de DNS Beleidslijnen in zijn Engelse versie luidt als volgt: “The remedies available to a Complainant under any proceedings before the Administrative Panel are limited to requiring the cancellation of the domain name or the transfer of the domain name registration to the [C]omplainant” (“De remedies die een Klagende Partij ter beschikking staan in een procedure voor het Administratief College zijn beperkt tot het vragen van de schrapping van de inschrijving van de domeinnaam of de overdracht van de domeinnaamregistratie aan de Klagende Partij” – Onze vertaling); Dat de Klager vraagt dat de domeinnaam “stubru.be” aan hem zou worden overgedragen;
Blad 8
DOM 4002
Overwegende dat, nu aan alle voorwaarden van artikel 10 b) 1 van de Beleidslijnen is voldaan, die maatregel moet worden toegekend;
OM DEZE REDENEN, Wij, Herman DE BAUW, Derde Beslisser aangesteld om overeenkomstig het CEPINA Reglement uitspraak te doen over een geschil omtrent domeinnamen met in acht name van de DNS Beleidslijnen, Verklaart de Klacht van de Klager gegrond, Bevelen dat de domeinnaam “stubru.be” wordt overgedragen van de BVBA Securax aan de Vlaamse Radio en Televisieomroep, NV van publiek recht; Dragen de VZW CEPINA op om, overeenkomstig artikel 16.1 van het CEPINA Reglement, deze beslissing ter kennis te brengen van de partijen, alsmede aan VZW DNS met het oog op de uitvoering ervan;
Aldus beslist te Brussel, op 5 maart 2001.
Herman DE BAUW