Pedagogisch werkplan
Juli 2015 Kinderdagverblijf Broekies SMALLSTEPS KINDEROPVANG Broekkant 17, 6581 AC Malden T 024-3585776 E
[email protected]
Inhoudsopgave
1.
Welkom
2.
Visie
3. Randvoorwaarden 3.1 Groepsindeling 3.2 Stam/basisgroep 3.3 PKR 3.4 Medewerkers 3.5 Toepassen 3 uurs regeling 3.6 Flexibele opvang 3.7 Ruilen en incidenteel en structureel afnemen van extra dagen 3.8 Open deurenbeleid 3.9 Samenvoegen van groepen 3.10 Intake- en wenbeleid 3.11 Afmelden van kinderen en ophalen door derden. 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Middelen Dagindeling Huisregels Inrichting binnen en buiten Materialen aanbod Observatiemethode
5 Pedagogisch handelen 5.1 Praktijkvoorbeelden 5.2 Rituelen en pedagogisch handelen bij: 5.2.1 Straffen en belonen 5.2.2 Halen en brengen 5.2.3 Eten-en drinkmomenten 5.2.4 Slapen 5.2.5 Verzorgen, verschonen en zindelijkheid 5.2.6 Activiteiten 5.2.7 Feesten 6 Kwaliteitszorg 6.1 Ziekte van kinderen en medicijngebruik 6.2 Zorgkinderen
6.3 6.4 6.5 6.6
Inspectie wet kinderopvang Aanbevelingen Rapport Gunning:4-ogen principe Procedure rondom werving en selectie Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling.
7 Samenwerking met ouders 7.1 10-minuten gesprek 7.2 Breng en haalmomenten 7.3 Nieuwsbrief 7.4 Schriftjes 7.5 Evaluatie- en exitgesprek 7.6 Activiteiten waar ouders bij betrokken worden 7.7 Oudercommissie 7.8 Klachten 7.9 Warme overdracht 7.10 Rondleidingen 8
Vertrouwenspersoon
9
Media gebruik
1. Welkom Voor u ligt het pedagogisch werkplan van kinderdagverblijf de Broekies in Malden. Wij bieden dagopvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar. De Broekies is onderdeel van de landelijke organisatie Smallsteps. Als team zorgen wij er voor dat uw zoon of dochter een fijne tijd bij ons heeft. Het algemeen pedagogisch beleid van Smallsteps vormt het kader waarbinnen wij de dagelijkse praktijk binnen de Broekies vormgeven. In het werkplan dat voor u ligt staat beschreven hoe wij dit beleid in de praktijk vormgeven. In dit pedagogisch werkplan zullen we spreken van ouders waar we ook verzorgers bedoelen omdat dit makkelijker leest. We hebben hiermee geen andere intenties gehad en hopen hiermee niemand te kwetsen. Het pedagogisch werkplan is een middel om ouders, stagiaires en andere belangstellenden inzicht te geven in hoe wij kinderen verzorgen, steunen en stimuleren in hun ontwikkeling op het kinderdagverblijf. Dit is een ‘levend’ document omdat we, als lerende organisatie, openstaan voor verbeteringen. Waar in de praktijk blijkt dat de uitvoering van zaken beter kan of we op een andere manier meer kunnen voorzien in de behoefte van ouders of kinderen zullen we dit oppakken. Veel leesplezier! Het team van kinderdagverblijf de Broekies
2. De visie en uitgangspunten van Smallsteps Kinderopvang draagt bij aan de ontwikkeling en opvoeding van kinderen. Wij doen dit door kinderen te ondersteunen, te begeleiden en ruimte te geven om zelf bezig te zijn, te ervaren en te ontdekken. Dit doen wij samen met ouders. De ouders zijn eindverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind. Zij hebben vertrouwen in ons nodig om deze opvoeding met ons te delen. Een open houding en respectvolle communicatie met ouders vinden wij daarom erg belangrijk. Groeien in het groen: Kinderdagverblijf de Broekies biedt kinderopvang vanuit een groen hart voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Natuurbeleving staat in ons werk centraal. In de natuur is van alles te beleven en te ontdekken. Geuren, kleuren en geluiden in de natuur prikkelen de zintuigen. Het spelen in een natuurlijke omgeving biedt uw kind allerlei kansen om zich te ontwikkelen op verschillende ontwikkelingsgebieden. Door een veelheid aan indrukken en materialen krijgt uw kind volop gelegenheid om ervaringen op te doen. De buitenruimte is een belangrijk onderdeel van ons kinderdagverblijf en wij zullen hier een groot deel van de dag doorbrengen. Denk hierbij aan spelen, het verzorgen van de tuin en picknicken. Naast het stimuleren van de ontwikkeling draagt het buiten zijn ook bij aan de gezondheid van kinderen. Wat is er nu heerlijker dan buiten spelen op het gras als de zon schijnt? Of heerlijk buiten stampen in de plassen wanneer het regent. En waar het geen probleem is als je kleren vies worden. Het is in twee woorden; plezier en genieten. Pedagogische visie Binnen onze kinderdagverblijf staat het kind en zijn ontwikkeling centraal. Wij creëren een sfeer en een omgeving waarin kinderen zich prettig en geborgen voelen én die stimuleert en uitdaagt. Een omgeving waar ieder kind de ruimte krijgt voor het ontwikkelen van vertrouwen in zichzelf en de ander en voor het opdoen van persoonlijke en sociale competenties. Een omgeving waar aandacht is voor een gezonde levensstijl en waar de gangbare normen en waarden worden voortgeleefd. Wij stimuleren een brede ontwikkeling van het kind. Enerzijds is er respect en ruimte voor de eigenheid en autonomie van ieder kind en ruimte voor het ontplooien van zijn talenten. Anderzijds ondersteunen wij het kind bij het deel uitmaken van een groep en de wereld om zich heen. Ieder individueel kind heeft recht om bij te dragen aan het geheel. Steeds zal er sprake zijn van een wisselwerking tussen aanleg (datgene wat het kind in zich heeft) en de ervaringen die de omgeving biedt. Het stimuleren van een brede ontwikkeling 1. Ontwikkeling van zelfstandigheid en omgevingsbewustzijn 2. Sociaal-emotionele ontwikkeling 3. Spelontwikkeling 4. Taalontwikkeling 5. Grove en fijne motoriek 6. Cognitieve ontwikkeling We zijn de ontwikkeling van een kind steeds een stapje voor. Wij zoeken steeds dat wat het kind al zelf kan, wat nog buiten zijn bereik ligt en wat het met een beetje hulp van ons zelf kan. Vanaf dit punt (zone van de naaste ontwikkeling) helpen we het kind een volgende stap in zijn ontwikkeling te zetten. Stapje voor stapje leert het kind het helemaal zelf te doen. We geven het kind ook de ruimte om zelf te ontdekken en uit te proberen.
Pedagogische uitgangspunten In onze werkwijze staat het kind en zijn ontwikkeling centraal. In onderstaande uitgangspunten staat beschreven wat kinderen nodig hebben om zich optimaal te kunnen ontwikkelen en plezier te hebben. Welbevinden en betrokkenheid Wij vinden het belangrijk dat een kind zich prettig voelt en plezier heeft. Doordat wij op de behoeftes van een kind proberen in te spelen zal het zich goed voelen en nieuwsgierig zijn naar wat de omgeving te bieden heeft. Als een kind zich betrokken voelt kan het zich optimaal ontwikkelen. Een voorwaarde hiervoor is ook dat een kind zich fit voelt. Aandacht voor een gezonde levensstijl vinden wij belangrijk. Ruimte voor eigenheid Wij geven ruimte voor de eigenheid van elk kind. Een kind ontwikkelt zich spelenderwijs en door actief bezig te zijn in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier. Ook de steun en stimulans die een kind nodig heeft verschilt. Ieder kind beschikt over zijn eigen talenten. Kinderen krijgen de mogelijkheden deze te ontdekken en te ontplooien door een gevarieerd en kleurrijk aanbod van speelmogelijkheden (inrichting, spelmaterialen, activiteiten). Vertrouwen, respect en positieve benadering We nemen kinderen serieus en benaderen hen telkens op een respectvolle en open wijze. Kinderen krijgen de ruimte om zelf te doen, ontdekken, ervaren en kiezen. We bieden hierbij steun als zij dit nodig hebben. We ondersteunen kinderen bijvoorbeeld bij het uitvoeren van ideeën of het hanteren van grenzen door niet uit te gaan van wat niet kan, maar van hoe het wel kan. ‘Fouten maken mag.’ Wij waarderen het kind om waar het goed in is. Gedrag kan afgekeurd worden, de persoon nooit. We bieden kinderen een veilige omgeving, maar leren kinderen ook omgaan met risicovolle situaties. Een veilige, uitdagende en betekenisvolle omgeving Kinderen ontwikkelen zich mede door de ervaringen die de omgeving biedt: enerzijds veiligheid en steun en anderzijds uitdaging en stimulans. Wij bieden kinderen een omgeving die geborgen en voorspelbaar is, maar ook variatie biedt, de nieuwsgierigheid prikkelt en waar verwondering mogelijk is. De omgeving binnen onze locaties wordt gevormd door de pedagogisch medewerkers, de andere kinderen, de inrichting en het spelmateriaal en activiteiten binnen een dagritme. Wij bieden activiteiten aan die betekenisvol zijn en aansluiten bij de belevings- en leefwereld van het kind en afgestemd zijn op het ontwikkelingsniveau, de mogelijkheden en interesses van de kinderen. Actieve pedagogische medewerkers Wij zijn partner van het kind in zijn ontwikkeling. Door te kijken, luisteren en mee te doen kunnen wij afstemmen op wat kinderen nodig hebben. Wij scheppen voorwaarden voor leren en ontwikkeling door bijvoorbeeld aandacht voor groepssfeer, inrichting en materialen en het zorgen voor veiligheid en duidelijkheid. Daarnaast zien wij kansen voor spel, leren en contact die zich spontaan voordoen. We grijpen deze kansen door aan te sluiten bij wat het kind doet en beleeft gedurende de verschillende verzorgings- én speelmomenten van de dag. We creëren kansen door activiteiten aan te bieden en kinderen uit te nodigen mee te helpen bij de dagelijkse werkzaamheden op en om de locatie. Een kind dat een kinderopvang bezoekt, krijgt te maken met verschillende opvoedingsmilieus: thuis en bij ons. In samenwerking met de ouders worden de kinderen begeleid in hun ontwikkeling. Een kinderopvang biedt iets extra’s naast de gezinsopvoeding. De aanwezigheid van leeftijdsgenootjes, de groepen, professionele leiding en een op de kinderen afgestemde omgeving. Kinderen dagen elkaar uit en leren rekening met elkaar te houden. Ze leren allerlei vaardigheden die ze nodig hebben voor latere sociale relaties.
Smallsteps Naast de hierboven genoemde uitgangspunten, heeft Smallsteps het uitgangspunt van het Ontwikkelingsgericht Werken. Ieder kind heeft de drang in zich om zich te ontwikkelen en doet dit op zijn eigen tempo. Daarbij heeft het echter wel de omgeving nodig. Een omgeving waarin het zich gerespecteerd en gewaardeerd weet, die voldoende veiligheid en geborgenheid biedt. Steeds zal er een wisselwerking plaatsvinden tussen aanleg (datgene wat het kind in zich heeft) en omgeving. In elke fase van zijn ontwikkeling heeft het kind weer andere behoeften en interesses en leert het kind weer een aantal nieuwe dingen. Wij stimuleren kinderen in dit ontwikkelingsproces door uit te gaan van het principe van ontwikkelingsgericht werken. Hierbij staat de ontwikkeling van het kind centraal waarbij het welbevinden en de betrokkenheid van het kind twee belangrijke pijlers zijn, aangevuld met het functioneren in de groep. De zeven uitgangspunten van het ontwikkelingsgericht werken zijn: 1. werken vanuit wat kinderen al kunnen; 2. ontwikkeling ontstaat door het kind zelf en door de omgeving; 3. het tempo waarin een kind zich ontwikkelt, kan verschillen en ook de benodigde hulp; 4. ontwikkeling ontstaat als kinderen activiteiten doen die betekenis voor hen hebben; 5. ontwikkeling is sociaal-cultureel bepaald; 6. de leidster is een partner voor het kind en helpt bij dat wat een kind nog niet alleen kan; 7. voor ontwikkeling is interactie en communicatie noodzakelijk.
3 Randvoorwaarden 3.1 Groepsindeling Kinderdagverblijf De Broekies is een kinderdagverblijf met 2 baby groepen, 2 semi-verticale groepen, en 2 verticale groepen. Met op elke groep vaste vertrouwde pedagogisch medewerkers. - Op de verticale groepen De Libelles en de Krekels is er plaats voor 16 kinderen van 0 tot 4 jaar. - Op de semi-verticale groepen De Bijen en de Rupsen is er respectievelijk plaats voor 16 en 14 kinderen van 1,5 tot 4 jaar. - De babygroepen De Vlinders en de Lieveheersbeestjes hebben plaats voor 12 kinderen van 6 weken tot 1,5 jaar. 3.2 Stam/basisgroep In het dagverblijf worden de kinderen opgevangen in een stamgroep. Dit is een vaste groep kinderen in een eigen groepsruimte die qua sfeer en inrichting bij hun leeftijd past. Kinderdagverblijf de Broekies bestaat uit 8 stamgroepen. Ouders kunnen op de deur van elke groep zien welke pedagogisch medewerkers op deze stamgroep werken. Elke week wordt er een lijst opgehangen zodat ouders kunnen zien wie er die week aanwezig is. Het uitgangspunt is dat elk kind gedurende de week gebruik van maximaal twee stamgroepruimtes. Soms worden groepen samengevoegd aan het begin en aan het eind van de dag. De kinderen worden in een andere ruimte ontvangen dan hun eigen stamgroep en dienen ook te worden opgehaald in een andere stamgroep. De vaste medewerker van de stamgroep is op de groep aanwezig is. In vakanties en op woensdag en vrijdag, worden de groepen de hele dag samen gevoegd in één van de stamgroepen. Elke vaste groep kent een team van pedagogisch medewerkers, het liefst een vast team van maximaal 3 a 4 medewerkers per groep. Daarbij wordt gestreefd naar goed personeelsbeleid zodat een vaste pedagogisch medewerker bij o.a. langdurige ziekte of verlof structureel vervangen wordt. 3.3 PKR De toewijzing van aantallen pedagogisch medewerkers aan de stam-/basisgroepen vindt plaats volgens de verhoudingen zoals die voortkomen uit de Regeling Kwaliteit Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en zoals die beschreven staan in het pedagogisch beleid. 3.4
Medewerkers
Pedagogisch medewerkers Bij volledige bezetting werken er per dag 2 of 3 vaste pedagogisch medewerkers op elke groep. Indien er minder kinderen aanwezig zijn wordt het aantal pedagogisch medewerkers vastgesteld conform de regels uit het convenant kinderopvang . Bij afwezigheid door ziekte of vakantie van een vaste pedagogisch medewerker wordt een invalkracht ingezet of een vaste pedagogisch medewerker van een andere groep. Wij streven naar vaste gezichten op de groep en werken zoveel mogelijk met vaste invalkrachten, die de kinderen en ouders kennen. Alle pedagogisch medewerkers beschikken over een, voor de kinderopvang, erkend diploma en zijn in het bezit van een verklaring omtrent gedrag. Elke dag zijn er BHV’ers in het pand aanwezig die beschikken over een kindspecifieke-EHBO-kennis. Stagiaires Kinderdagverblijf de Broekies geeft beroepskrachten in opleiding graag de mogelijkheid om ervaring op te doen in het werkveld. Binnen ons dagverblijf zijn bijna dagelijks stagiaires van de opleiding Pedagogisch Werk niveau 3 aan het werk.
Daarnaast bieden we mogelijk stagefaciliteiten voor o.a. de volgende opleidingen: Pedagogisch Werk, niveau 4 Sociaal Pedagogisch Hulpverlening (SPH), HBO Pedagogiek, HBO Dit zullen we alleen doen wanneer er een duidelijk afstudeeropdracht wordt geformuleerd die in een behoefte voorziet. Tenslotte is het mogelijk dat wij zgn. snuffelstagiaires de kans geven een kortdurende stage van enkele weken voor enkele dagen per week ter oriëntering op de beroepskeuze bij ons te volgen Leidinggevende Binnen Smallsteps kennen we drie leidinggevende functies die elk op hun eigen niveau verantwoordelijk zijn voor de kinderdagverblijven: De directeur, Aukje Vlaanderen, is verantwoordelijk voor de operationele zaken binnen Smallsteps en stuurt de desbetreffende clustermanagers en staf aan. De clustermanager, Hilde Verbruggen, is verantwoordelijk voor meerdere vestigingen en stuurt de locatiemanagers aan. De locatiemanager, Ilja Wennekers, is de dagelijkse leiding van het kinderdagverblijf. Zij is het eerste aanspreekpunt voor pedagogisch medewerkers. Verder biedt zij aan pedagogisch medewerkers o.a. werkbegeleiding en ondersteuning bij knelpunten, bijvoorbeeld door individuele, groeps-, team-, kindbesprekingen. Daarnaast draagt zij zorg voor deskundigheidsbevordering, bijscholing en het inroepen van deskundigen indien nodig. Ook onderhoudt zij contacten met de oudercommissie (en ouders wanneer die niet terecht kunnen bij de pedagogisch medewerker). 3.5 Toepassen 3 uurs regeling De drie uurs regeling zoals beschreven in het convenant kinderopvang wordt op de juiste wijze gehanteerd. Er wordt maximaal 3 uur afgeweken aan de randen van de dag en tijdens de middagpauze wat betreft de inzet van pedagogisch medewerkers. Op de daglijsten wordt bijgehouden wanneer kinderen binnenkomen en wanneer zij naar huis gaan. De middagpauze vindt plaats tussen 12.30 en 14.00 uur waarbij elke pedagogisch medewerker een half uur pauze heeft. 3.6 Flexibele opvang Bij kinderdagverblijf de Broekies is er flexibele opvang mogelijk. Dit is op basis van een bemiddeld aantal uren per maand mogelijk op basis van een contract, of op grond van een 0-uren contract. Ouders zorgen dat voor de eerste dag van de voorgaande maand de aanvraag bij de locatiemanager bekend is . Kinderen met een flexibel contract worden opgevangen in zijn/haar eigenstamgroep. Indien hier van afgeweken wordt omdat er teveel flexibele opvang op dezelfde dag is aangevraagd, zal de ouder dit vooraf van de pedagogisch medewerker vernemen. 3.7 Ruilen en incidenteel en structureel afnemen van extra dagen Het is mogelijk om incidenteel een extra dag (deel) af te nemen buiten de vaste contracturen en een dagdeel te ruilen. Ook vakantiedagen mogen geruild worden, mits de dagen waarop een kind niet komt vooraf zijn doorgegeven. Dagen dat een kind niet geweest is wegens ziekte, kunnen niet geruild worden. Extra afname of ruilen kan binnen de eigen groep van het kind mits het aantal kinderen dit toelaat. Onze voorkeur gaat uit naar extra opvang binnen de eigen groep omdat het gevoel van veiligheid en geborgenheid voor het kind voor ons voorop staan. Indien er geen plaats is op de eigen groep, is opvang op een andere groep mogelijk in overleg met de ouders en na schriftelijke vastlegging.
Het structureel afnemen van een extra dagdeel is mogelijk waarbij ons uitgangspunt is dat het kind in zijn eigen groep geplaatst wordt. Wanneer de groepsgrootte het niet toelaat het kind een extra dagdeel in deze groep te plaatsen, besluiten wij in overleg met ouders het kind voor die dag/ dat dagdeel tijdelijk in een andere groep te plaatsen. Hiervoor is toestemming van de ouders nodig. In zo’n situatie plaatsen wij het kind maar in één andere groep. Zodra er weer plaats is in de oorspronkelijke groep wordt het kind overgeplaatst naar deze groep.
De (assistent)locatiemanager geeft toestemming voor het ruilen van dagen en het incidenteel en structureel afnemen van extra dagen. Bij zowel het incidenteel als structureel afnemen van extra dagen dient dit schriftelijk vastgelegd te worden. Voor het structureel afnemen van extra dagen op een andere groep wordt tevens schriftelijk vastgelegd per wanneer het kind weer in zijn eigen groep geplaatst kan worden.
3.8 Open deuren beleid Naar mate kinderen ouder worden, hebben zij, naast veiligheid en geborgenheid, behoefte aan een grotere leefomgeving. Daarom geven de pedagogisch medewerkers de kinderen regelmatig de gelegenheid om hun omgeving buiten hun eigen groep te verkennen en kinderen van andere groepen te leren kennen. Er zijn verschillende mogelijkheden in het werken met opendeuren. Wij kiezen ervoor om met de koppelgroep samen te werken. Dit is de groep die door middel van de keuken en de verschoonruimte gekoppeld is aan de eigen stamgroep. De kinderen kunnen vrij van de ene groep naar de andere lopen en zelf bepalen waar en met wie ze gaan spelen. Ze kunnen deelnemen aan de activiteit die op dat moment wordt aangeboden. Ook tijdens het buitenspelen kan een kind er voor kiezen om de vertrouwde eigen tuin te verlaten om in een andere tuin te gaan spelen. Tijdens opendeuren kan de pedagogisch medewerker-kind-ratio (PKR) tijdelijk worden losgelaten, echter de PKR is op stamgroepniveau bepaald (1ratio.nl). Zowel bij structurele als niet structurele activiteiten wordt rekening gehouden met het beleid voor veiligheid, sociale competentie, persoonlijke competentie en/of overdracht van normen en waarden. De baby’s nemen een bijzondere plek in binnen het opendeuren beleid, zij hebben immers meer dan de oudere kinderen veiligheid en geborgenheid nodig in de vorm van de vaste pedagogisch medewerker en een vaste omgeving. Bij kinderdagverblijf de Broekies schatten de pedagogisch medewerkers in of een baby er aan toe is ook deel te nemen aan het opendeuren beleid. Keuzes zijn altijd gebaseerd door te kijken vanuit de ogen en de ontwikkelingsbehoefte van het kind. Tijdens het haal-en breng moment staan onze deuren niet open. Ook bij het eet-drink moment zit elke groep op zijn eigen groep 3.9 Samenvoegen van groepen In principe hebben alle kinderen een vaste groep. De stamgroepen kunnen worden samengevoegd tot 1 groep als er minder kinderen aanwezig zijn. Dit gebeurd bij het dagverblijf standaard op woensdag en vrijdag. Kinderen kunnen aan het begin en einde van de dag op de koppelgroep opgevangen worden, de ouders zijn hier vooraf over geïnformeerd. De samenwerking met de koppelgroep is erg belangrijk. Wanneer er minder kinderen aanwezig zijn, zullen we in eerste instantie kijken of we een combinatie met de koppelgroep kunnen maken. Ook kiezen we er liever voor om een vaste medewerker van de koppelgroep in te zetten op de groep dan bijvoorbeeld een oproepkracht. In extreme gevallen, bijvoorbeeld op woensdag of vrijdag in de vakantie, kunnen we alle groepen samenvoegen tot één groep. Hierbij blijven we rekening houden met vertrouwde gezichten op de groep en het gebruik van de stamgroepruimte. De rekentool 1ratio.nl is altijd leidend in onze keuzes. Kinderen moeten zich ten alle tijden veilig en vertrouwd voelen op de opvang. Het kan daarom ook een bewuste keuze zijn om te werken in kleine groepjes met één
pedagogisch medewerker. Om toch te blijven voldoen aan het vier-ogen-principe, kan het zijn dat we moeten afwijken van de stamgroepruimte. 3.10 Intake- en Wenbeleid Voordat een kind op ons kindercentrum komt, spreken wij met de ouders een datum af voor een intakegesprek. In dit gesprek vertellen wij iets over onze organisatie en de manier waarop wij werken. De ouders vertellen iets over hun kind. Tevens wordt er dan een wenafspraak gemaakt: voordat het kind daadwerkelijk op ons kindercentrum komt, kan het komen wennen. Tijdens het wennen zie je een opbouw qua tijd: de eerste keer een paar uurtjes, de tweede keer een dagdeel. De mogelijkheid bestaat dat een ouder aanwezig is op zo’n wenmoment om te ervaren wat er allemaal gebeurt in zo’n groep. Al deze zaken worden in het intakegesprek overlegd met de ouders. Plaatsingsprocedure: Voor de plaatsingsprocedure heeft een ouder de gelegenheid tot het krijgen van een rondleiding binnen het kindercentrum. De ouder krijgt, naast alle informatie over het kindercentrum en de groepen, ook een informatieboekje en informatie over de oudercommissie, het pedagogisch beleidsplan en pedagogisch werkplan. 1e: het contract gaat naar de ouder 2e: de ouder stuurt het ondertekende contract retour 3e: plaatsing is een feit en het kindercentrum wordt hiervan op de hoogte gebracht 4e: er vindt een intakegesprek plaats 5e: de wenprocedure wordt doorlopen. Intakeprocedure Doel: informatie verstrekken over onze organisatie en het kindercentrum. Informatie verkrijgen die van belang is voor een goede opvang over het kind en zijn ouders. Een pedagogisch medewerker die de afdeling interne verkoop op zich neemt maakt met de ouders een afspraak voor een intakegesprek. Dit gesprek kan in twee delen plaatsvinden: Deze pedagogisch medewerker ontvangt de ouders en houdt een kort gesprek, daarna neemt de medewerker het gesprek over. Tijdens het gesprek worden de volgende punten besproken/behandeld: -
het verstrekken van algemene informatie over Smallsteps de Broekies aan de ouders het verzorgen van een rondleiding door het kindercentrum het meegeven van het intakeformulier ( op eigen groep) het verstrekken van informatie over de groep ( op eigen groep) het verkrijgen van informatie over het kind ( op eigen groep) het plannen van de wenafspraken ( op eigen groep)
Als er sprake is van plaatsing van een 2e of 3e kind, kan eventueel de rol van deze pedagogisch medewerker komen te vervallen. Dit naar behoefte van de ouders. Wenprocedure Doel: -
het kind laten wennen aan de nieuwe omgeving; de ouder laten wennen aan de nieuwe situatie; de leidsters laten wennen aan het kind en zijn/haar ouders.
Inhoud wenperiode Eerste keer: -
-
tijdsduur: van 10.00 tot 12.00 uur inclusief lunch. De ouder blijft eventueel aanwezig op de groep. Doelstelling: o T.a.v. kind: vertrouwd raken met de nieuwe omgeving o T.a.v. ouder: vertrouwd raken met de nieuwe omgeving van het kind de gelegenheid krijgen om eventueel terug te komen op zaken die in het intakegesprek wel of niet aan de orde zijn geweest. zicht krijgen op een deel van de dagindeling van de groep. o T.a.v. groepsleiding: bekend raken met de gewoontes van het kind. taak groepsleiding: o t.a.v. ouder, indien de ouder op de groep aanwezig blijft: het gesprek aangaan een toelichting geven op het gebeuren, de dagindeling, het Ontwikkelingsgericht Werken en het Ontwikkelingsvolgsysteem, de (groepsoverschrijdende) activiteiten. o t.a.v. kind: contact maken met het kind interactie tot stand brengen activiteiten aanbieden
De andere keren: - tijdsduur: samen met de ouder nader vast te stellen. Bijvoorbeeld alleen een ochtend of een gehele dag. De ouder verlaat het kindercentrum. - Doelstelling: het kind doet mee met het dagritme. Voor baby’s geldt: het individuele ritme van het kind wordt ingepast in het dagritme. 1 pedagogisch medewerker die aanwezig is deze dag, verzorgt zo veel mogelijk gedurende de hele dag de baby. De ouder van het kind moet het kind met een gerust hart kunnen achterlaten. Indien er nog meer wenafspraken nodig zijn, dan zal de pedagogisch medewerker hier samen met de ouder naar kijken. Even kort de regels betreft het extern wennen op een rij: 1) Er moet sprake zijn van een door de ouders getekende plaatsingsovereenkomst op het moment dat het wennen plaats vindt. 2) Afspraken over het wennen dienen schriftelijk te worden vastgelegd met ouders ( middels het formulier extern wennen) 3) Bij het wennen dient te worden voldaan aan de Pedagogisch-medewerker/Kind-ratio (PKR). Intern wennen van babygroep naar semi verticale groep: Indien uw kind de leeftijd bereikt heeft om door te stromen maar de volgende groep zal de groepsleidster dit ongeveer een maand van te voren bij u aangeven. De pedagogisch medewerker van de huidige groep overlegt met de pedagogisch medewerker van de nieuwe groep. Eerst zal het kind samen met de vertrouwde leidster even op de nieuwe groep gaan kijken, de volgende keer zal het kind zelf even een uurtje gaan kijken bij de nieuwe groep. Vervolgens zal het kind ongeveer een week voor overplaatsing een halve dag bij de nieuwe groep mee spelen. Indien nodig kan dit proces worden aangepast, afhankelijk van de behoefte van het kind. De ouder dient door de pedagogisch medewerker van de oude groep worden voorgesteld op de nieuwe groep.
3.11 Ophalen door derden en afmelden van kinderen De voordeur bevat een code. Ouders ontvangen deze code. Bezoekers bellen bij de locatie aan. Mocht de ouder niet zelf komen ophalen dat moet de ouder dit doorgegeven hebben bij de pedagogisch medewerker. Zonder dit bericht geven wij geen kinderen mee. Indien er sprake is van het ophalen door derden dan mogen de pedagogisch medewerkers deze persoon vragen zich te legitimeren bij de deur. Indien een kind niet komt, horen wij dit graag vooraf. Dit zodat de groep niet op het kind wacht tot het ochtendprogramma. Daarnaast weten wij graag of het kind ziek is. Wij vragen de ouder tijdig wijzigingen zoals ziekte, afmelding of vakantie door te geven
4 Middelen 4.1 Dagindeling Baby's spelen, eten en slapen zoveel mogelijk volgens het ritme zoals zij dat thuis gewend zijn, in overleg met de ouders. Bij het ouder worden, zullen zij spelenderwijs meedoen met het gezamenlijke dagritme van de dreumesen en peuters. Het gezamenlijke dagritme met terugkerende momenten biedt kinderen veiligheid en voorspelbaarheid. Ze gaan de vaste momenten herkennen, hierdoor weten zij waar ze aan toe zijn en wat er gaat gebeuren. Hierbij speelt vooral de volgorde een rol, onderstaande tijden zijn slechts richtlijnen. De verschillende momenten kunnen zowel binnen als buiten plaatsvinden, afhankelijk van weersomstandigheden. Beschrijving van de dagindeling: 07.30 uur - 09.00 uur: Kinderen worden gebracht. Tot ongeveer 09.00u kunnen de kinderen gebracht worden. De pedagogisch medewerker neemt de tijd voor een overdracht en om afscheid te nemen met het kind. Het is belangrijk dat de ouder niet onopgemerkt vertrekt maar duidelijk afscheid neemt van het kind. Voor kinderen is het prettig wanneer de ouder het afscheid kort houdt en niet na het gedag zeggen nog een aantal keer terug komt. Dit zorgt voor onduidelijkheid en het kind kan hier onzeker van worden. Als de ouder zelf moeite heeft met het afscheid, mag deze gerust later op de dag nog even bellen om te informeren hoe het gaat. Op het moment van brengen spelen de kinderen vrij: ze kunnen spelen met het speelgoed waar ze bij kunnen of dat op tafel staat uitgestald (puzzels, tekenmaterialen, blokken). 09.00 uur - 09.30 uur: Fruit eten en sap drinken. Als alle kinderen gearriveerd zijn, gaan we opruimen en aan tafel zitten. We proberen zoveel mogelijk het meehelpen met opruimen te stimuleren omdat wij kinderen graag willen leren zorg voor hun omgeving te hebben. Alle kinderen komen aan tafel zitten, dus ook de baby’s die op dat moment nog niet slapen, komen erbij in een wipstoeltje. Er worden liedjes gezogen en kinderen vertellen dingen die ze meegemaakt hebben. Op deze manier proberen we de kinderen ook zorg en interesse voor elkaar bij te brengen. De namenlijst wordt doorgenomen en gekeken of iedereen aanwezig is en wat de reden is van een afmelding. 09.30 uur: Verschonen en naar de wc. Na dit moment zijn de meeste dreumesen toe aan hun slaapje en worden ze verschoond en naar bed gebracht. Voor de andere kinderen is het nu ook tijd voor een verschoonronde. 10.00 uur: Activiteit of vrij spel. Dan is het tijd voor activiteiten voor de peuters, er wordt een keuze gemaakt ui teen of meer van de volgende activiteiten: o Buitenspelen, o Knutselen, o Spelletjes doen, o Spelen in de hal, o Voorlezen, o Vrij spel….
De dreumesen worden zo langzamerhand wakker en uit bed gehaald en aangekleed. 11.30 uur - 12.45 uur: Broodmaaltijd. Om ongeveer 11.30u gaan we aan tafel voor de broodmaaltijd en ook nu geldt: elk kind dat wakker is, komt erbij. De maaltijd is immers een sociale groepsgebeurtenis. 13.00 uur: Slapen en rusten. De peuters die nog één keer per dag slapen, proberen zichzelf zoveel mogelijk uit te kleden en worden naar bed gebracht. Voor de dreumesen is nu de tijd aangebroken voor een activiteit zoals hierboven omschreven. De peuters die niet slapen, doen mee met de dreumesen of spelen met speelgoed dat speciaal voor de peuters is. De kinderen die een halve dag komen, worden rond dit tijdstip gehaald of gebracht. 14.30 uur: De dreumesen gaan weer naar bed nadat zij hun yoghurt- of fruithapje gegeten hebben en iets hebben gedronken. De andere kinderen worden zo langzaamaan weer wakker. De oudere kinderen proberen weer om zichzelf aan te kleden. 15.30 uur : Gezond tussendoortje en sap. Als iedereen aangekleed is, gaan we weer aan tafel. Er wordt fruit gegeten en rauwkost. Ook nu staat het samenzijn en samen iets doen (zingen, praten, voorlezen) centraal. 16.00 uur: Activiteit of vrij spel. Er is weer ruimte voor een gerichte activiteit en ondertussen worden de dreumesen weer wakker. 16.30 uur – 18.00 uur: Halen kinderen, overdracht ouders. De kinderen worden opgehaald in de groepsruimte, de koppelgroep, de hal of bij mooi weer buiten. De ouder mag zelf weten hoe laat u uw kind op komt halen. Bij voorkeur is dit na 16.30u omdat wij dan geen nieuwe activiteiten meer gaan beginnen. Indien de ouder ruim voor 18.00u komt, hebben wij de tijd voor een uitgebreide overdracht en heeft het kind voldoende tijd om afscheid te nemen. De kinderen tot één jaar, hebben een eigen overdracht schrift waarin het verloop van de dag wordt beschreven. Van de oudere kinderen vertelt de pedagogisch medewerker wat ze die dag hebben meegemaakt, worden er foto’s opgehangen in de groep en wordt er bijna elke dag wel iets op Facebook gezet.
4.2 Huisregels We bieden kinderen een veilige en schone omgeving aan. Daarbij leren we kinderen omgaan met risicovolle situaties zoals veilig klimmen en hygiëne (bijvoorbeeld handen wassen, neus schoonmaken, maar ook afwassen en de tafels poetsen). Hiervoor hebben wij huisregels opgesteld: Regels voor kinderen; In de gang en groepsruimte lopen we rustig, rennen doen we buiten, De kasten gebruiken we om spullen in op te bergen We zijn voorzichtig met de deuren Omdat de vloeren glad zijn, is het beter om je schoenen aan te houden, of sloffen aan te trekken. Als je ergens mee gespeeld heb, ruim je dit eerst op voor je iets anders pakt.
Aan tafel zitten we op onze billen. speelgoed blijft in de groepsruimte. De omheining laten we met rust De trap van de verschoonruimte gaan we alleen op, samen met een pedagogisch medewerker of ouder. Handen wassen we, met zeep, na het toiletgebruik en neus snuiten, hoesten of niezen.
Regels voor ouders;
Buggy’s en kinderwagens bij het brengen en halen in de hal zetten. En de maxi-cosi’s op de schappen boven de jassen. We hebben weinig opbergruimte voor maxi-cosi’s en wandelwagens. Als het niet nodig is, deze liever niet bij de Broekies achter laten. Jassen van uw kinderen voorzien van naam zodat wij zeker kunnen weten dat uw kind zijn/ haar eigen jas draagt. Brengen en halen van kinderen via de voordeur. Ook als wij buiten spelen. Meld het altijd bij de pedagogisch medewerkers als u uw kind meeneemt. Let op dat de schuifdeur altijd wordt gesloten bij het binnenkomen en weggaan. Maxi-cosi’s niet onbewaakt op tafels in de groepsruimtes plaatsen maar direct wegzetten. Tassen en andere spulletjes van uw kind in zijn/haar mandje doen. Medicijnen altijd eruit halen en aan de pedagogisch medewerker geven. Zo min mogelijk lange koorden en veters aan de kleding van uw kinderen. Laat uw kinderen in verband met verstikkingsgevaar geen kleine spulletjes meenemen. Ook sieraden met kleine kraaltjes of haarspeldjes kunnen gevaar opleveren. Laat uw kinderen niet met etenswaren / drinken door het gebouw lopen. Dit in verband met eventuele allergieën van andere kinderen. Geef altijd door aan de pedagogisch medewerkster(s) als uw kind(eren) door iemand anders wordt opgehaald. Wij mogen ook vragen om legitimatie. Zorg voor bereikbaarheid, indien anders bereikbaar als de bij ons bekende (werk)nummers, dit even melden. Als uw kind medicijnen nodig heeft dit in de originele verpakking met bijsluiter meebrengen zodat de pedagogisch medewerksters kunnen controleren wat zij uw kind geven. Als uw kind een speen gebruikt graag een plastic beschermhoesje of bakje meenemen voor het hygiënisch bewaren van de speen in het eigen mandje van uw kind.
4.3 Inrichting binnen en buiten De inrichting biedt veiligheid én uitdaging. Kinderen kunnen in onze nabijheid spelen of zich terugtrekken op zo’n manier dat wij ze kunnen zien of horen. Er zijn plekjes om alleen, met een kleine groep of met een grote groep iets te doen. Zowel binnen en buiten zijn er verschillende speelhoekjes en plekjes. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van natuurlijke en/of duurzame materialen die inspirerend werken. Buiten is er o.a. een avonturenhuisje met een glijbaan, een zandbak en een fietsparcours. In de inrichting is er aandacht voor sfeer en aankleding: warm en huiselijk zonder een overbodige hoeveelheid aan prikkels. 4.4 Materialen aanbod Onze spelmaterialen zijn afgestemd op de verschillende leeftijden, ontwikkelingsgebieden en de verschillende spelsoorten. Elk speelgedeelte is ingericht met de daarbij passende spelmaterialen op
ooghoogte van de kinderen. Zij kunnen deze zelf pakken. Wanneer ze vervolgens ergens anders mee willen spelen ruimen we eerst samen op. Kwetsbaar speelgoed of materiaal met kleine onderdelen worden gericht aangeboden of als kinderen er om vragen. 4.5 Observatiemethode Voor het kijken naar welbevinden, betrokkenheid en de ontwikkeling van uw kind heeft Smallsteps een methode ontwikkeld: het Ontwikkelingsvolgsysteem. Het helpt de pedagogisch medewerker om kinderen beter te leren begrijpen, adequaat op hun behoeftes, mogelijkheden en beperkingen in te kunnen spelen en activiteiten te kiezen die hierbij aansluiten. Voordelen: • Door het structureren van informatie over de kinderen kan de pedagogisch medewerker gerichter met collega’s overleggen over de begeleiding van een kind of een groep kinderen. Dit verhoogt de kwaliteit van de opvang. • Het gestructureerd volgen van de kinderen in hun ontwikkeling helpt vroegtijdig te ontdekken of er speciale behoeften zijn bij kinderen in de vorm van aandachtspunten. • Het draagt bij aan een goede uitwisseling en afstemming met de ouders over de ontwikkeling en begeleiding van hun kind. Dit ontwikkelingsvolgsysteem is door de ouder altijd in te zien en blijft op de locatie. Eens per jaar vinden er in de avonduren 10- minuten gesprekken plaats. Een tweede 10-minuten gesprek is in overleg met de pedagogisch medewerker overdag te plannen. Het ontwikkelingsvolgsysteem is een leidraad van dit gesprek.
5 Pedagogisch handelen Op het kinderdagverblijf gaat de pedagogisch medewerker een lange termijn relatie aan met de kinderen van zijn/haar groep. De kinderen bouwen zo een vertrouwensband op met de pedagogisch medewerkers, waardoor de rol die de pedagogisch medewerker kan spelen in de ontwikkeling van de kinderen optimaal kan zijn. 5.1 Praktijkvoorbeelden Alle pedagogisch medewerkers beschikken over zes pedagogische interactievaardigheden in de omgang met kinderen, te weten: 1. Sensitieve responsiviteit 2. Respect voor de autonomie van het kind 3. Structureren en grenzen stellen 4. Praten en uitleggen 5. Ontwikkelingsstimulering 6. Begeleiden van interacties tussen kinderen Sensitieve responsiviteit Het geven van emotionele ondersteuning. Hierdoor leert een kind dat zijn signalen en initiatieven worden opgemerkt, dat het serieus genomen wordt en de moeite waard is. Bij kinderen van 0-1 jaar ligt accent in de omgang op dit aspect. De basis voor ontwikkeling wordt hierdoor gelegd; -
-
-
Wij reageren op huilende baby door bv te zeggen: “ ik hoor je, ik kom er zo aan”. Op deze manier hoort de baby het bekende geruststellende geluid van de pm-er en de andere kinderen merken dat de pm-er de huilende baby serieus neemt, wat hen een gevoel van veiligheid geeft; Wij hebben zo vaak als mogelijk oogcontact met de baby en lokken reacties uit bij het kind. De baby merkt dat zij/hij gezien wordt en maakt het begin met het ontwikkelen van een positief zelfbeeld; Tijdens het verschonen en fles geven, nemen wij de tijd om echt contact te maken met de baby; Wij benutten en creëren kansen voor oogcontact en aandacht. baby’s worden in een stoeltje of op schoot bij de tafel/lees/kring momenten betrokken; Wij verwoorden hun handelingen zodat de kinderen weten wat er gaande is en zich veilig kunnen voelen; Wij verwoorden onze handelingen zodat de kinderen weten wat er gaande is en zich veilig kunnen voelen; Kinderen worden begroet bij binnenkomst, hun naam wordt daarbij genoemd “goedemorgen Sanne, fijn dat je er bent”; Tijdens het wennen besteden wij extra aandacht aan het nieuwe kind en zijn/haar omgeving (zie wenbeleid); Wij geven vaak complimenten en aanmoedigingen: “goed zo, ga zo door” Wij geven regelmatig een ‘aai over de bol’; Wij bereiden de kinderen voor op wat er komen gaat: “straks gaan wij buiten spelen en dan gaan wij opruimen”.
Respect voor de autonomie Het tonen van respect voor de eigenheid van het kind, dat zelf iemand wil zijn en zelf de wereld wil ontdekken. Dit betekent dat wij het kind de ruimte laat zelf op ontdekkingstocht te gaan, op een veilige manier. Dat betekent ook dat wij zoeken naar alternatieven voor het kind als de situatie gevaarlijk of ongewenst kan zijn. Bij kinderen tussen de 1-2 jaar ligt in de omgang het accent op dit aspect;
-
Wij vermijden zoveel mogelijk ‘nee’ en richten ons op waar iets soortgelijks wel kan. “Kom, hier kun je klimmen” of “ doe het zand hier maar in” ; Als een kind van 1,5 jaar op de tafel klimt, bieden wij een alternatief aan en zeggen dat hij/zij op bepaalde kussens kan klimmen zonder dat wij ‘nee, niet doen’ zeggen; Als kinderen binnen met een bal gooien, bieden wij hen een alternatief door gericht te gooien, bv in een bak of met een andersoortige bal; Wij geven de kinderen een (beperkte) keuzemogelijkheid: “Wil je kaas of worst”, “wil je met de auto’s of in de huishoek” Kinderen kunnen zelf kiezen en plannen maken; Wij observeren en wachten af hoe kinderen zelf problemen oplossen i.p.v direct in te grijpen; Met allerlei praktische zaken zoals het pakken van speelgoed, zijn wij gericht op zelfstandigheid.
Structureren en grenzen stellen Het structureren en grenzen stellen. Door situaties voor het kind te structuren en uit te leggen, krijgt het kind zicht op de situatie en kan er daardoor beter mee om gaan. Bij kinderen tussen de 2-3 jaar ligt het accent in de omgang op dit aspect. De kinderen van die leeftijd begrijpen al meer en willen graag met andere kinderen spelen, maar weten niet hoe. Wij hebben de taak hen daarin te begeleiden; -
-
Als 2 kinderen (2,5 jaar)op hetzelfde fietsje willen, begeleiden wij hen in het ervaren van om de beurt: “eerst mag jij een rondje, ga maar…goed zo… en als hij terug komt dan mag jij, heel goed…. Nu mag jij… zie je, zo komen jullie allebei aan de beurt. Om de beurt dus” Wij bereiden kinderen voor op het opruimen: “ nog even spelen en dan gaan wij opruimen” Als een kind nog met een autootje speelt en aan tafel moet, zeggen wij: “Rijdt het autootje maar naar de garage, dan kun je na het eten er weer mee spelen “ Of “kom maar , mag je het autootje op de kast zetten, zodat je er straks weer mee kan spelen”
Informatie en uitleg geven Het geven van informatie en uitleg. Vanaf 3 jaar zal het gaan vragen om nieuwe inzichten, nieuwe kennis, nieuwe uitdagingen om hun zelfstandigheid en competentie te laten zien. Wij gaan hierop in door het kind de gevraagde kennis en inzichten bij te brengen en uitleg te geven. In de begeleiding van kinderen tussen de 3-4 jaar staat dit aspect centraal. -
Wij lezen en vertellen verhalen om samen te praten over belangrijke ervaringen. Over vriendjes, dieren, dokter, ziek zijn enz.; Wij verwoorden wat er feitelijk gebeurt: “Kijk, mama gaat weg, zij gaat naar haar werk” ; Wij verwoorden eerst wat wij gaan doen, kijken naar de reactie van het kind en handelen dan pas. “ik ga je neus even schoonmaken, ik zie een beetje snot” Afhankelijk van de reactie van het kind, kunnen wij meteen aan de slag of zullen wij het kind eerst op zijn/haar gemak stellen voordat de neus wordt schoongemaakt. “ik doe het heel voorzichtig, wil je het eerst zelf proberen?”.
Ontwikkelingsstimulering Het stimuleren van ontwikkeling. Door kinderen uit te dagen iets nieuws te proberen, zonder hen te overvragen worden zij gestimuleerd om zich verder te ontwikkelen; -
Wij geven kinderen suggesties om verder te komen in hun spel: “kijk, je zou ook alle groene blokje kunnen stapelen” Of “je kunt misschien ook een muur bouwen, kijk zo…; Aan tafel stellen wij vragen aan de kinderen: “wat zie je? Hoeveel bordjes staan er, welke kleur is dat, wat is je lievelingskleur, met hoeveel kinderen zijn wij?
Het begeleiden van interacties tussen kinderen. Door bewust op leeftijdsniveau de interacties tussen kinderen te begeleiden, leren zij op een positieve manier samen te zijn en samen te werken; -
-
5.2
Groot helpt klein, zo mag een grote peuter een jonger kind brood geven of het brood smeren. Of de kinderen helpen elkaar bij het uit/aankleden; De kinderen stellen vragen aan elkaar bv wat zij hebben gedaan in de vakantie hierdoor leren de kinderen op hun beurt te wachten, naar elkaar luisteren; Kleine ruzies worden onder begeleiding opgelost (voorbeeldfunctie), om vervolgens steeds meer afstand te nemen, zodat kinderen hun geschillen samen kunnen op te lossen. Als het nodig is bieden wij hulp, waarbij wij de kinderen hun probleem ook laten verwoorden; Kinderen krijgen de gelegenheid om samen een doos te dragen of samen de Duplo op te ruimen. Wij begeleiden dit door te verwoorden wat zij doen en een compliment te geven. “jullie werken goed samen, alleen kun je de doos niet tillen, maar samen wel!, goed hoor!”
Rituelen en pedagogisch handelen bij:
5.2.1 Straffen en belonen In het kader van Ontwikkelingsgericht Werken is “straffen en belonen” niet de juiste methode om kinderen te helpen meer beheersing over hun gedrag te krijgen. Kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar kunnen gestimuleerd worden om meer te laten zien van bepaald gedrag, door het kind aan te moedigen, te prijzen of goedkeurend te kijken. Minder gewenst gedrag wordt benoemd en een alternatief voor het gedrag wordt aangedragen. Kinderen worden op correcte wijze gecorrigeerd, waarbij oogcontact maken altijd belangrijk is. Op het moment dat een kind iets doet wat gevaarlijk is of een ander kind pijn doet, wordt het ongewenste gedrag benoemd als ongewenst met een klank en blik die daarbij passen. We praten dus liever over corrigeren en niet over straffen omdat een kind tot ongeveer 7 jaar het besef van waarden en normen nog niet in zijn geheel kent. Het geweten is nog niet in zijn volledigheid ontwikkeld. Je corrigeert het initiatief van het kind op het moment dat het iets doet wat niet past binnen onze grenzen van waarden en normen, maar straft het initiatief niet af. Juist door het nemen van deze initiatieven leert het kind de grenzen verkennen. In specifieke gevallen kan er voor gekozen worden om een plaatsje te creëren waar een kind even tot rust kan komen, zonder alle groepsprikkels. Vaak noemen we dit een “nadenk” stoeltje of time-out plekje. Of zo’n plekje voor een kind goed kan zijn, wordt in overleg met de ouders bepaald. 5.2.2 Halen en brengen Tot 9.00 uur kunnen de kinderen gebracht worden. Daarna begint het ochtendprogramma. Vanaf 16.30 uur kunnen de kinderen worden opgehaald. In overleg kan van deze tijden afgeweken worden. In het belang van de rust op de groep en de veilige omgeving voor de kinderen vragen wij ouders om zich zoveel mogelijk aan deze tijden te houden. 5.2.3
Eten- en drinkmomenten
Bij het eten en drinken dat we aanbieden op onze locatie hanteren we de ‘richtlijn Voeding en beweging’ als uitgangspunt. Wij willen kinderen gezonde, gevarieerde en verantwoorde voeding en de mogelijkheid tot het krijgen van voldoende beweging bieden. Onze adviezen met betrekking tot voeding zijn gebaseerd op de richtlijnen van het Voedingscentrum. Belangrijke punten hierbij zijn:
Wij hanteren vaste eet- en drinkmomenten in het dagritme. Een herkenbaar ritme levert de kinderen rust op. We eten samen aan tafel, nemen de tijd en zorgen voor een fijne sfeer, maar we tafelen niet te lang. Onze pedagogisch medewerkers geven het goede voorbeeld aan tafel. Zij eten samen met de kinderen en begeleiden ze bij de maaltijd. Onze pedagogisch medewerkers bepalen wanneer het kind eet, het kind bepaalt uit een gezond voedingsaanbod wat het eet en hoeveel (binnen de maximale aanbevolen hoeveelheden van het Voedingscentrum) het daarvan eet. Wij dringen geen eten op. Tijdens het eten en drinken stimuleren wij zelfstandigheid, het maken van keuzes (uit 2 tot 3 opties) en het ontdekken van smaken en substanties. Wij dwingen kinderen nergens toe, wij dagen uit en enthousiasmeren. Een aantal voorbeelden hoe we dit tijdens eet- en drinkmomenten toepassen: o het zelf vasthouden van lepel of vork (stimuleert o.a. de fijne motoriek) o het drinken uit een tuitbeker en zo vroeg mogelijk uit een gewone beker (stimuleert o.a. de mondmotoriek) o het zelf smeren, snijden van brood en inschenken van drinken (stimuleert o.a. de fijne motoriek) o het aangeven en elkaar helpen (stimuleert o.a. de sociaal-emotionele ontwikkeling) o het dekken en afruimen van de tafel (‘zelf doen’ geeft kinderen zelfvertrouwen) Wij bieden zo min mogelijk zoete dranken zoals limonadesiroop of diksap aan. Deze bevatten veel calorieën en suikers en dit vergroot de kans op overgewicht en tandbederf. Wij geven de kinderen water (met bijvoorbeeld een schijfje sinaasappel). Daarnaast bieden we lauwe (vruchten)thee zonder suiker aan en krijgen de kinderen halfvolle melk bij hun boterham Wij bieden geen (smeer)leverworst aan. In (smeer)leverworst zit namelijk veel vitamine A. Het kan schadelijk zijn als een kind structureel teveel vitamine A binnenkrijgt. Aangezien het kind thuis al (smeer)leverworst zou kunnen krijgen, bieden wij uit voorzorg geen (smeer)leverworst aan. Als alternatief kan vegetarische smeerworst gegeven worden. Wij vinden het belangrijk dat de eetbare traktaties zo gezond mogelijk zijn. We vragen ouders dan ook om traktaties zo klein mogelijk te houden en niet te calorierijk te maken (zie ook onze Smallsteps-richtlijn traktaties). Ouders kunnen daarnaast de richtlijnen trakteren van het Voedingscentrum raadplegen. Voor traktatie-ideeën adviseren wij het boek ‘Feest! 46 traktaties voor school of thuis’ van het Voedingscentrum en de website www.gezondtrakteren.nl. Zuigelingenvoeding wordt niet door de Broekies verstrekt. Ouders geven dit zelf mee vanuit huis tot het moment dat het kind gewone (koe)melk gaat drinken. Wij bieden de kinderen halfvolle melk aan of eventueel sojamelk bij koemelkallergie. Kinderen tot 1,5 jaar kunnen bij ons een warme maaltijd krijgen. Ouders mogen die zelf meegeven vanuit huis anders bieden wij de kinderen potjes van Olvarit aan.
Als kinderen een bepaald dieet volgen, houden wij ons hier uiteraard aan. Als het dieet erg afwijkend is van ons voedingspatroon en het daardoor niet door ons aangeschaft kan worden, vragen wij de ouder(s)/verzorger(s) de dieetvoeding zelf mee te geven. Beweging We vinden het belangrijk dat de kinderen op onze locatie voldoende bewegen. We gaan hierbij uit van onze richtlijn Voeding en beweging. Binnen zorgen we voor voldoende beweging door de centrale hal te gebruiken. In de ochtend wordt hier regelmatig ochtendgym gehouden, we kunnen er ren en bewegingsspelletjes spelen en er kan een klimbaan met kussens worden gebouwd. Daarnaast gaan we, indien het weer het toelaat, minimaal een keer per dag naar buiten. We bieden de kinderen hier verschillende bewegingsactiviteiten aan zoals; fietsen, bal- en renspellen.
5.2.4 Slapen Kinderen tot 2 jaar slapen bij ons in slaapzakjes of onder een katoenen dekentje. Oudere kinderen liggen in een slaapzak en/of onder een deken of laken. Dit is natuurlijk afhankelijk van het seizoen en de temperatuur op de slaapkamers. De slaapzakken worden een keer in de week gewassen. De kinderen hebben de slaapzak in hun mandje liggen of krijgen een schone. Wij hebben verschillende maten slaapzakken op de vestiging. Ouders mogen ten allen tijde een eigen slaapzak meegeven. Het bed van kinderen tot 2 jaar wordt kort opgemaakt, dat wil zeggen dat kinderen met hun voetjes aan het voeteneinde liggen. Vanaf twee jaar kunnen kinderen ook slapen onder een dekbed: de ouders kunnen aangeven als ze hier problemen mee hebben. De slaapkamers worden regelmatig geventileerd of gelucht. Daar waar ramen zijn wordt vanzelfsprekend een raam geopend, roosters en ventilatiekanalen moeten altijd open staan. We proberen een alternatief te zoeken voor kinderen die moeilijk in slaap komen of kinderen die andere kinderen wakker houden door bijvoorbeeld hoesten of huilen. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. Voor verdere informatie over veilig slapen verwijzen wij naar ons protocol veilig slapen. Bedknuffels en speen van thuis kunnen meegegeven worden, waarbij wij letten op lusjes, draadjes, etc. in verband met verstikkingsgevaar. De kinderen liggen zoveel mogelijk in eigen bedjes. Dit staat aangegeven op het bedje, op een schema aan de deur of op de slaapkamer. Kinderen hoeven hierdoor niet steeds te wennen aan een ander bedje. Het bed wordt verschoond op een vaste dag en natuurlijk als het tussendoor vies is. Wij zien het liefste dat de kinderen pyjama’s aan krijgen die van thuis worden meegenomen. Bij de allerkleinsten vinden we dit minder belangrijk omdat deze kinderen vaak al gemakkelijk zittende kleding aan hebben. De pyjama’s worden door de pedagogisch medewerkers terug in het mandje gelegd om thuis te kunnen worden gewassen. Voordat de kinderen naar bed gaan worden ze verschoond, is er een plasmoment en worden ze, indien nodig, verkleed. Pedagogisch medewerkers checken regelmatig de slaapkamertjes wanneer er een kind of kinderen in de slaapkamer liggen te slapen. Wat vinden wij belangrijk? Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich zo geborgen mogelijk voelen bij ons en dat ze lekker in slaap kunnen vallen. Graag vernemen wij dan ook van ouders als hun kind een speciaal ritueel, speciale knuffel, speen of dergelijke heeft, zodat wij dit op het dagverblijf ook proberen te gebruiken/ doen. Als kinderen naar bed worden gebracht is er even speciale aandacht voor de kinderen door een muziekdoosje aan te zetten en/of even samen knuffelen en/of een liedje te zingen en het kind lekker instoppen en welterusten te zeggen. Dit is natuurlijk kind afhankelijk. Sommige baby’s hebben het nodig om te huilen voordat ze in slaap vallen. In overleg met ouders, laten wij kinderen even huilen, voordat ze in slaap vallen, maar nooit langer dan 10 minuten. Na die 10 minuten gaan we even kijken bij het kind, stoppen het kind opnieuw in en zeggen weer welterusten. Ook hierbij is overleg met ouders erg belangrijk, zodat wij op de hoogte blijven hoe een kind thuis slaapt. Ook willen we graag weten hoelang een kind mag slapen van de ouder. We willen hierbij wel opmerken dat een dag op het dagverblijf, door alle activiteiten en indrukken, vaak vermoeiender is dan een dag thuis. 5.2.5 Verzorgen, verschonen en zindelijkheid Bijna de hele dag zijn er momenten waarbij verzorging van de kinderen een belangrijke rol speelt. We verschonen de kinderen op 3 à 4 vaste verschoonmomenten en tussendoor, wanneer dit nodig is. Op de
vaste verschoonmomenten is er voor de grote kinderen ook altijd een toiletbezoek. Dit moment wordt voor de kinderen ook gebruikt om ze al te laten wennen aan de wc. Als hun luier uit is, mogen ze op de wc plaatsnemen, ongeacht of ze zindelijk zijn. Zelf doortrekken en handen wassen hoort hier ook bij. Met begeleiden in het zindelijk worden beginnen we pas als het kind fysiek in staat is zijn spieren te beheersen en als de ouders aangeven dat ze hier thuis ook aan begonnen zijn. We werken op het kinderdagverblijf met beloningssystemen, dat kunnen eventueel plaskaarten of stickerkaarten zijn. Kinderen zien het gebruik van het toilet van elkaar, gaan elkaar imiteren en krijgen zo belangstelling voor het toilet. De pedagogisch medewerkers bieden bij een gewekte interesse van het kind de mogelijkheid op het toilet te gaan zitten en zo bereiden wij de begeleiding steeds verder uit. In de verschoningsruimte hebben wij voorzieningen die gebruikt worden als een baby of een dreumes, door een erg vieze luier, gewassen dient te worden. Een badje kan ook worden gebruikt ter ontspanning bij krampen of als een activiteit. Indien er sprak is van spuitluiers/en of rode billetjes worden de kinderen vaker verschoond en gecontroleerd. Wij gebruiken sudocreme indien de baby last heeft van een geïrriteerd huid. De jongste kinderen krijgen tijdens het eten een slabber om. Als kinderen buiten hebben gespeeld, wassen ze voor het eten de handen. Na het eten krijgen de kinderen allemaal een eigen washand om het gezicht te poetsen, zodat er geen etensresten meer op het gezicht achterblijven. Kinderen die hulp nodig hebben worden natuurlijk geholpen. Na het slapen is er, naast het aankleden ook aandacht voor de verzorging van het kind. Haren worden gekamd, evt. staartjes gemaakt en wat gel of haarlotion wordt in het haar gedaan. Op het kindercentrum is er altijd reservekleding aanwezig, maar we stellen het op prijs als u in het mandje van het kind ook een setje reservekleding (voorzien van een naam) stopt. Kinderen worden gewassen indien dit nodig is. De gehele dag door hebben de pedagogisch medewerkers aandacht voor het poetsen van de neuzen van de kinderen. 5.2.6 Activiteiten Onder activiteiten verstaan wij alles wat de kinderen (kunnen) ondernemen in hun ontwikkeling. Dat kan knutselen met papier, lijm en verf zijn, maar ook (kring)spelletjes, (voor)lezen, vrij spel, tafel dekken, samen op het potje, met z’n allen eten, buitenspelen, muziek maken, dansen, opruimen, etc. We proberen altijd een duidelijk begin en een duidelijk einde aan een activiteit te geven. We kunnen bijvoorbeeld altijd hetzelfde liedje zingen voordat we gaan eten. Aan het einde van het eten maken we steeds gebruik van hetzelfde ritueel, zoals het uitdelen van de washandjes, zodat duidelijk wordt dat we overschakelen op een andere activiteit. Het opruimen na een activiteit heeft ook zo’n afrondende functie, terwijl het ook als doel heeft het kind al jong te leren zorg te dragen voor zijn omgeving. Baby groep (0 tot 1,5 jaar) De activiteiten zijn aangepast aan de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Dit houdt voor de allerkleinsten in dat de pedagogisch medewerkers actief een afwisseling in het spel van de baby’s aanbrengen: de pedagogisch medewerker wisselt de speelplek af: van de box naar het speelkleed, naar het wippertje of in de kinderstoel, etc. Wij bieden de baby’s een variatie van spelmateriaal aan, zoals: rammelaars, knuffels, activity-centre, bijtringen, blokken etc. Ook zijn we al vroeg bezig om met een baby sensomotorische en zintuiglijke activiteiten te doen, zoals aandacht geven aan het voelen, bewegen, zien, horen, ruiken en proeven. Er wordt geprobeerd momenten te creëren waarop de aandacht alleen gericht is op die ene baby zodat bovenstaande activiteiten gedaan kunnen worden. Verder is het moment van verschonen en het moment na het geven van de fles ook bij uitstek geschikt om individuele aandacht te geven aan het kind en de ontwikkeling te stimuleren. Dit doen wij dan bijvoorbeeld door tegen het kind te praten en precies te vertellen wat wij (gaan) doen. Communicatie is erg belangrijk voor de baby’s.
Semi-verticale groep ( 1,5 tot 4 jaar) Voor de semi-verticale groepen is voldoende spelmateriaal aanwezig dat prikkelt en stimuleert. Op de momenten van vrij spelen kunnen deze kinderen spelen met het speelgoed dat ze zelf kiezen. Op andere momenten wordt er bepaald wat voor activiteit er gedaan gaat worden afhankelijk van de kinderen en hun ontwikkelingsfase. De groep wordt regelmatig in kleine groepjes gesplitst. Er worden activiteiten gedaan gericht op het ontwikkelingsniveau van het kind. Denk daarbij b.v. aan spelletjes, klei, boerderij dieren, kralen rijgen, knutselen, het poppenhuis of bouwmaterialen etc. Er worden elke dag liedjes gezongen en verhaaltjes voorgelezen. Voor de 3+ kinderen worden ook activiteiten aangeboden buiten de groep; zoals bakken in de keuken, een (bal) spel in de hal, yoga of gym. We spelen regelmatig buiten of in de hal om alle energie kwijt te kunnen en even in een andere omgeving te zijn. De afwisseling tussen actieve activiteiten en rust momenten hebben hierbij onze aandacht. 3+ activiteiten ( 3 tot 4 jaar) In het lokaal van de BSO zijn speelhoeken ingericht die vooral aantrekkelijk zijn voor peuters en hun fantasiespel: een poppenhoek, een bouwhoek, verkleedspullen, etc. Op maandag, dinsdag en donderdag ochtend wordt aan de kinderen van drie jaar gevraagd of ze mee willen doen aan de 3+ activiteiten. De activiteiten worden voorbereid door een vooraf aangewezen pedagogisch medewerker. De activiteiten die aangeboden worden zijn speciaal aantrekkelijk voor 3 plussers. Zo wordt er aandacht besteed aan vaardigheden die het kind straks op school kan gebruiken. Bijvoorbeeld knippen met een schaar, of prikken, het leren van kleuren en cijfers maar ook een kringgesprek, naar elkaar luisteren en op je beurt wachten. Daarnaast is het spelmateriaal in de BSO ruimte gericht op wat oudere kinderen en daarmee extra aantrekkelijk voor 3 plussers. Elke tweede dinsdag in de maand gaan we met de 3+ groep een bezoek brengen aan het verzorgingshuis. De kinderen drinken daar limonade met een koekje, zingen liedjes, maken een tekening of spelen met de (speelgoed)huispoesjes. Elke maand een feest voor jong en oud! Verticale groep Deze groep heeft voor alle leeftijden zoals hierboven beschreven staat een variatie en wisselend aanbod met activiteiten. In het bijzonder wordt in een verticale groep gelet op de behoefte van alle kinderen en leeftijden. Voorlezen Het voorlezen neemt een belangrijke plaats in tussen al deze activiteiten. Ook op momenten dat er een paar kinderen op zijn, leest de pedagogisch medewerker een verhaal voor. In de wintermaanden komt er wekelijks een 55+ er om een kleine groep kinderen voor te lezen, dit wordt gerealiseerd door samenwerking met de Bibliotheek in Malden. Buitenspelen Wij willen iedere dag naar buiten gaan. Daar kunnen de kinderen bij mooi weer in de zandbak spelen, fietsen, met de bal spelen, tikkertje doen en verstoppertje spelen. Het buitenspeelgoed dient divers te zijn; denk aan alternatief speelgoed zoals buiten verven op grote vellen, emmers met water, hutten bouwen met kleden en grote dozen. Creativiteit van de pedagogisch medewerkers speelt hierbij een rol. Als het geregend heeft en de ondergrond erg nat is, blijven de kruipers binnen. Maar alle kinderen die kunnen lopen of in een wandelwagen kunnen, gaan mee naar buiten. Ook baby’s gaan mee naar buiten, al is dit wat minder dan de wat oudere kinderen; bij mooi weer in de box ,op een kleed of in de wandelwagen. Bij minder mooi weer letten we erop dat het niet te koud is, omdat baby’s nu eenmaal stilliggen. Buiten spelen is voor kinderen een manier om even lekker een frisse neus te halen en om even uit te waaien. Buiten kun je gewoon je gang gaan en je even uitleven. Maar ook gerichte activiteiten aanbieden is belangrijk; als leidsters een actieve houding aannemen dan worden kinderen ook actief in hun spel, denk aan het uitzetten van een parcours met stoplichten en politieagenten, een kringspel enz.
Om er voor te zorgen dat ook de kinderen van de babygroep dagelijks buiten komen, worden de oudere kinderen door de andere groepen mee naar buiten genomen. Als de kinderen niet mee willen, hoeven ze dit uiteraard niet. Door de komst van de Stint (een gemotoriseerde bolderkar) bij de BSO, hebben wij een extra mogelijkheid om met de kinderen naar buiten te gaan. Regelmatig maken onze medewerkers een ritje met de kinderen in de Stint. De ouders van de kinderen wordt om toestemming gevraagd of de kinderen mee mogen in de Stint. Indien we uitstapjes maken die afwijken van onze dagelijkse uitstapjes, vragen we hier apart toestemming voor aan de ouders. Voor alle activiteiten geldt dat ze vrijblijvend zijn. Uiteraard stimuleren wij de kinderen om deel te nemen aan de activiteiten en zullen we zoveel mogelijk tegemoet komen aan de individuele wensen van het kind, maar wij zullen een kind nooit dwingen mee te doen met een activiteit. Dit past niet bij het ontwikkelingsgericht werken. 5.2.7 Feesten Feestdagen waaronder kerst, sinterklaas en dergelijke en verjaardagen worden op het kinderdagverblijf gevierd. Hierbij horen vaste gewoontes en gebruiken zoals versieringen, liedjes en van tijd tot tijd speciaal eten en drinken. Dit geeft kinderen een gevoel van herkenning en verhoogt de sfeer. Verjaardag Het vieren van een verjaardag is heel belangrijk. Wij besteden hier uitgebreid aandacht aan en de jarige staat volop in de belangstelling. Er wordt aangekondigd dat een kind jarig is, door bijvoorbeeld slingers, een aankondiging op de deur, een speciale versierde verjaardagsstoel en een feestmuts. De pedagogisch medewerker van de groep bedenkt zelf de invulling van een verjaardagsfeestje. Er wordt in ieder geval volop en luidkeels gezongen, eventueel met het gebruik van muziekinstrumentjes. Als een ouder aanwezig wil zijn bij de viering van de verjaardag, dan kan dat overlegd worden met de groepsleiding. Pedagogisch medewerkers bekijken per kind welke aandacht voor het feest het kind vraagt. Niet alle kinderen vinden het leuk om volop in de belangstelling te staan. Op de babygroep worden de verjaardagen van de kinderen gevierd, maar is dit afhankelijk van de afwisselende slaaptijden van de baby’s op welk moment van de dag dit gevierd wordt. Bij een traktatie gaat het vooral om het geven. Wat er gegeven wordt is op deze leeftijd nog niet zo belangrijk. Ook de kinderen die getrakteerd worden gaat het meer om het ontvangen dan om wat ze ontvangen. Een traktatie kan dus bestaan uit een klein presentje zoals een mooi kleurpotlood, een stoepkrijt, een leuk versierde banaan, een grappig mandarijntje, een doosje rozijntjes, etc. We zouden het prettig vinden om rekening te houden met een verantwoorde traktatie. Ouders kunnen altijd aan adviezen en ideeën vragen aan de pedagogisch medewerkers. Met de locatiecamera kunnen de pedagogisch medewerkers foto’s maken van het “verjaardagsmoment”. Deze kunnen per mail worden verzonden naar de ouders. De medewerkers houden er rekening mee dat kinderen waarvan ouders geen beeldrecht toestemming hebben gegeven hier niet op komen te staan. Het beeldrecht zit bij het intakeformulier ingesloten. Ook houden zij bij het fotograferen rekening met de richtlijnen vanuit Smallsteps zoals die zijn vastgelegd in het mediabeleid. Algemene feesten Tijdens feesten zoals Sinterklaas, Kerst en Pasen staat het hele kinderdagverblijf in het teken van het feest. Zo nu en dan wordt er ook iets met de ouders georganiseerd. Denk daarbij bijvoorbeeld aan paaseieren zoeken of Sinterklaasbezoek. Ook hierbij staan liedjes, spellen en knutselwerkjes in het teken van zo’n feestdag.
6 Kwaliteitszorg 6.1 Ziekte van kinderen en medicijngebruik Ieder kind is wel eens ziek. Soms is het moeilijk om te beoordelen of je hem of haar thuis moet houden van het kindercentrum. Kinderen kunnen plotseling ziek worden, maar ook snel weer opknappen. De mate van ziek zijn kan bij kinderen snel veranderen. Een hangerige, wat koortsige peuter kan na even geslapen hebben weer helemaal zijn opgeknapt. Maar een onschuldig lijkende verkoudheid kan snel verergeren. Reden genoeg om ziekte bij jonge kinderen serieus te nemen. Kinderen die ziek zijn, hebben behoefte aan een rustige, vertrouwde omgeving waar ze de nodige aandacht en verzorging kunnen krijgen. Deze vinden ze het liefst thuis. Op het kindercentrum kan uw kind niet goed meedoen met het groepsgebeuren en voor de leidsters is het soms onmogelijk om hun aandacht te verdelen tussen het zieke kind en de anderen in de groep. Als het kind een besmettelijke ziekte heeft of een andere aandoening die besmettelijk is, kan ook de rest van de groep worden besmet. Dit is vervelend, maar kan niet altijd worden voorkomen. Sommige ziekten zijn immers al besmettelijk voordat er symptomen optreden. Toch is het ook regelmatig nodig dat kinderen met bepaalde symptomen niet worden toegelaten tot het kindercentrum. De reden hiervoor is dat het risico op verdere besmetting extra groot is door de volgende factoren: -
Jonge kinderen spelen dicht op elkaar waardoor ziektekiemen makkelijk overgedragen kunnen worden; Ze hebben nog geen begrip van hygiëne en steken bijvoorbeeld regelmatig speelgoed in hun mond; Ze zijn extra vatbaar omdat ze tegen veel ziekten nog geen antistoffen hebben opgebouwd.
Wij volgen de adviezen en richtlijnen van de GGD op. Als wij gedurende de dag constateren dat het kind ziek is, nemen wij contact op met de ouders en overleggen samen. Het kan zijn dat wij de ouder vragen het kind op te komen halen. Wij gaan uit van het standpunt dat eventueel doktersbezoek door de ouders gedaan wordt, behoudens acute gevallen. Pas wanneer het kind voldoende is uitgeziekt, kan het weer naar het kindercentrum. De periode van besmettelijkheid moet in ieder geval over zijn. Als het kind nog medicijnen gebruikt bij hervatting van de opvang op het kindercentrum, verwijzen wij naar het medicijnprotocol. Het kan gebeuren dat het kind niet helemaal fit is, maar ook niet echt ziek is als het ’s ochtends naar het kindercentrum komt. Belangrijk is dan dat de ouder dit doorgeeft aan de pedagogisch medewerker van de groep, zodat zij het kind extra in de gaten kunnen houden en indien nodig, contact op kunnen nemen met de ouder als het kind opgehaald moet worden.
6.2 Zorgkinderen Zorgkinderen worden regelmatig besproken door de pedagogisch medewerkers en locatiemanager. Wanneer er sprake is van zorg wordt dit altijd besproken met de ouders. Ook wordt er nauw samengewerkt met het Centrum voor Jeugd en Gezin; een organisatie waar ouder en pedagogisch medewerkers , zonder afspraak en anoniem een opvoedvraag kunt stellen. Hun motto is: iedereen die opvoed heeft vragen. Ze maken het u makkelijk om een vraag over de opvoeding te stellen. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is, in de vorm van de wijkverpleegkundige, regelmatig aanwezig op onze locatie. Ouders kunnen ook een afspraak maken op locatie met het Centrum Jeugd en gezin.
6.3 Inspectie Wet kinderopvang De GGD inspecteert in opdracht van de Gemeente jaarlijks alle locaties of er kwalitatief goede kinderopvang wordt geleverd. Hierbij wordt gekeken of er voldaan wordt aan de kwaliteitseisen op het gebied van ouderinspraak, personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, klachten en voorschoolse educatie. De GGD rapporten zijn inzichtelijk voor alle ouders. De GGD stuurt de oudercommissie het definitieve rapport. De locatiemanager zorgt dat het rapport ingezien kan worden door de ouders en plaatst het op de website. 6.4 Aanbevelingen Rapport Gunning; het 4-ogen principe Naar aanleiding van de zedenzaak in Amsterdam is er een commissie samengesteld die een aantal maatregelen heeft geformuleerd om herhaling van wat in Amsterdam is gebeurd, te voorkomen. Deze aanbevelingen zijn door ons overgenomen. Een aantal oplossingsrichtingen welke een goede aanzet zijn voor een verantwoorde uitvoering van het vierogen-principe zijn onder andere: Een open, professioneel werkklimaat waarbij de drempel om elkaar op bepaalde gedragingen aan te spreken zo laag mogelijk is. Het bespreken van waarden en normen t.a.v. intimiteit en lichamelijk contact behoort tot de vaste onderwerpen in werkbegeleidingsbijeenkomsten. Tijdens de werkbegeleiding is er aandacht voor het geven van feedback aan collega’s. Pm-ers worden getraind/gecoacht ten aanzien van het geven en ontvangen van feedback. Er is een gedragscode binnen de organisatie en pm-ers zijn op de hoogte van het bestaan en de inhoud van deze code. Er wordt gewerkt met de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Pm-ers zijn op de hoogte van het bestaan en de inhoud van deze Meldcode. Het aan de randen van de dag samenvoegen van stamgroepen; We werken met een open-deuren-beleid, waardoor op vastgestelde tijden de kinderen gebruik kunnen maken van de verschillende groepsruimtes. Alle pm-ers kennen hierdoor elkaar en alle kinderen. Dit bevordert een open werkklimaat. Boventallige inzet, als extra paar ogen, van pedagogisch medewerkers in opleiding; Bouwkundige voorzieningen ter verbetering van transparantie binnen kindercentra; Er wordt waar mogelijk gekozen voor het plaatsen van hekjes in plaats van het sluiten van deuren. Groepen hebben op verschillende momenten op de dag de deuren openstaan. Mogelijke inzet van moderne audio(visuele) middelen. Een babyfoon op een andere groep als een pm-er alleen op de groep blijft in verband met pauze van de andere pm-er, bij buitenspelen enzovoort. Op elke slaapkamer staat een babyfoon. De babyfoon wordt ook gebruikt wanneer een kindje op een groep te slapen wordt gelegd waar op dat moment geen kinderen/medewerkers aanwezig zijn. Communicatie met ouders Ouders worden uitgenodigd vragen te stellen over het Pedagogisch beleid en het pedagogisch handelen van de pm-ers (een open werkklimaat). Onbekende ophalers moeten zich legitimeren. Fotobeleid en geen (eigen) telefoons/camera’s op de groepen.
6.5 Procedure rondom werving en selectie Iedereen die werkzaam is met kinderen binnen ons dagverblijf, moet in het bezit zijn van een geldige VOG. De VOG is een Verklaring Omtrent het Gedrag van medewerkers dat wat wordt afgegeven door het ministerie van justitie, na onderzoek van het gedrag van de medewerkers. Alleen wanneer deze van onbesproken gedrag is, wordt er een VOG afgegeven. Eerder werd zo’n VOG alleen aangevraagd bij het in dienst treden van een medewerker nu moet er elke twee jaar een nieuwe VOG overlegd worden. Inmiddels zitten alle medewerkers van de Broekies in het proces van de continue screening. 6.6 Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Binnen het kinderdagverblijf werken wij met de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Elke pedagogisch medewerker handelt volgens deze meldcode. De pedagogisch medewerk(st)ers zijn middels een (team)vergadering getraind om te werken met dit protocol. Tijdens (team) vergadering wordt er aandacht besteedt aan de borging van dit protocol. De locatiemanager is aangesteld als aandachtsfunctionaris. De Meldcode is te vinden in elke protocollen map op de groepen. De sociale kaart zit in het protocol Meldcode en is te vinden in de rooster map.
7 Samenwerking met ouders 7.1 10- minutengesprek Een keer per jaar stellen wij ouders in de gelegenheid om ‘s avonds een 10-minutengesprek met een pedagogisch medewerker van de groep te voeren. Aan de hand van observaties uit het Ontwikkelingsvolgssyteem komt in dit gesprek het volgende aan bod: Welbevinden Betrokkenheid Ontwikkeling Functioneren op de groep Mocht u er behoefte aan hebben om de ontwikkeling van uw kind vaker te bespreken met de pedagogisch medewerkers, dan kunt u altijd een gesprek aanvragen. 7.2 Breng- en haalmomenten Het brengmoment in de ochtend ligt tussen 7.30 en 9.00 uur. Komt een kind slechts een dagdeel, vragen wij ouders het kind te brengen of halen tussen 12.30 en 13.00 uur. Het haalmoment aan het einde van de dag tussen 16.30 en 18.00 uur. Op deze momenten is er de mogelijkheid om een mondelinge overdracht te houden met de pedagogisch medewerkers. Natuurlijk is het ook prima als u uw kind, na overleg, op een ander tijdstip komt ophalen. U moet er wel rekening mee houden dat er dan mogelijk geen tijd is voor een uitgebreide overdracht. 7.3 Nieuwsbrief Ouders worden via een nieuwsbrief geïnformeerd over praktische zaken binnen de Broekies en over algemene ontwikkelingen binnen de organisatie. Deze wordt door digitaal verstuurd omdat we zo minder papier verbruiken. Op verzoek kan de brief ook op papier worden verstrekt en via de pedagogisch medewerkers uitgedeeld worden. 7.4 Schriftjes Door de pedagogisch medewerkers wordt dagelijks in een persoonlijk schriftje van uw kind (bij kinderen tot +/- 1 jaar) beschreven hoe hij of zij de dag heeft beleefd. U krijgt dit schrift mee naar huis. We vragen ook aan u als ouder hiervan gebruik te maken, een mondelinge overdracht of een combinatie van beiden kan ook. Belangrijke (thuis)zaken kunnen zo niet over het hoofd worden gezien. Na een jaar wordt het schriftje nog één maal per maand geschreven. Ook wordt er voor uw kindje een map of plakboek aangemaakt waarin knutselwerkjes worden verzameld tot uw kind de Broekies verlaat. De pedagogisch werknemers zullen er ook af en toe een gezamenlijk of persoonlijk stukje in schrijven. 7.5 Evaluatie- en Exitgesprek Als uw kindje drie maanden naar ons dagverblijf komt, houden we een kort evaluatiegesprek. In dit gesprek bespreken we hoe de eerste periode bevallen is. Hoe heeft u de intake en het wennen ervaren, heeft u genoeg informatie ontvangen, gaat alles naar wens enzovoort, enzovoort. Wanneer het verblijf van uw kind op ons kinderdagverblijf beëindigd wordt, willen wij graag horen hoe u als ouder de kwaliteit van de opvang ervaren hebben. Dit doen wij door u te vragen een exit-formulier in te vullen. (indien ouders gebruik maken van de warme overdracht, komt dit exit-formulier te vervallen) Wanneer u daartoe behoefte heeft is het ook altijd mogelijk om een gesprek met de locatiemanager te hebben. De ervaringen en opmerkingen van u als ouder nemen wij mee in de verdere ontwikkeling en verbetering van onze organisatie.
7.6 Activiteiten waarbij ouders betrokken worden Een aantal keer per jaar betrekken wij u als ouder bij de organisatie en/of uitvoering van activiteiten zoals een kerstfeest, een ouderavond of een uitstapje. Traditie is het jaarlijkse paaseieren zoeken waarbij de kinderen op het terrein van de Broekies paaseitjes komen zoeken. Het spreekt voor zich dat u zelf bepaalt of u hiervoor tijd vrij kunt maken. 7.7 Oudercommissie In de oudercommissie zijn ouders van de verschillende groepen vertegenwoordigd. De oudercommissie vergadert ongeveer 2 keer per jaar in aanwezigheid van de locatiemanager en/of de clustermanager. Daarnaast vergaderen de voorzitter en de locatiemanager zo’n 6 tot 8 keer per jaar. De oudercommissie bepaalt zelf hoe vaak zij zonder aanwezigheid van een medewerker van Catalpa vergadert. Van de vergaderingen worden notulen gemaakt. Nieuwe ouders ontvangen bij de intake een welkomstbrief van de oudercommissie met daarin kort de taken en leden van de oudercommissie genoemd. De oudercommissie heeft ook een eigen bijdrage op de website van de Broekies en in de nieuwsbrief. 7.8 Klachten Goed contact en overleg met ouders vinden wij belangrijk. Wij staan altijd open voor uw vragen, twijfels of opmerkingen. Toch kan het voorkomen dat u ergens ontevreden over bent of een klacht heeft. U kunt hiervoor terecht bij de pedagogisch medewerker van uw kind. Zij zal proberen samen met u tot een oplossing te komen. Komt u er samen niet uit of als het gaat om financiële aspecten, plaatsing of verandering van dagen of om het functioneren van pedagogisch medewerkers, kunt u terecht bij de locatiemanager. Smallsteps Kinderopvang vindt centrale afhandeling en coördinatie van klachten essentieel in het kader van de verbetering van de dienstverlening. Indien u een klacht heeft waar u met de pedagogisch medewerker, locatiemanager en/of clustermanager niet uitkomt, verwijzen wij u naar de interne klachtenprocedure. Ook kunt u gebruik maken van een externe klachtenprocedure. Wij zijn hiervoor aangesloten bij de onafhankelijke Stichting Klachtencommissie Kinderopvang: www.klachtkinderopvang.nl Beide klachtenprocedures zijn op te vragen bij de locatiemanager. 7.9 Warme overdracht Ouders, waarvan het kind binnenkort naar de basisschool gaat, krijgen een uitnodiging voor een gesprek waarbij één van de vaste pedagogisch medewerkers en de leraar van de basisschool aanwezig zijn. In dit gesprek, dat ongeveer een kwartier duurt, wordt aan de hand van een rapportage die door alle partijen is ingevuld, het kind besproken. Op deze wijze kan het kind en zijn ouders, een warme start maken op school. 7.10 rondleidingen Mensen die geïnteresseerd zijn in de Broekies, kunnen een rondleiding aanvragen. De rondleidingen worden verzorgd door een vaste medewerker van de Broekies.
8 Vertrouwenspersoon Smallsteps Wij hechten veel waarde aan kwaliteit. Zowel in onze dienstverlening als in onze organisatie willen wij transparant zijn. Ongewenst gedrag, zoals pesten, agressie en seksuele intimidatie horen niet thuis binnen onze werkvloer en binnen onze organisatie. Wanneer toch ongewenst gedrag wordt ervaren, moet dit bespreekbaar zijn. In dit geval is het belangrijk om te weten bij wie je terecht kunt. Daarom bestaan er binnen Smallsteps Kinderopvang vertrouwenspersonen. Een vertrouwenspersoon verzorgt de opvang van personen (medewerkers en klanten) die zich benadeeld of bedreigd voelen. Dit kan betrekking hebben op alle vormen van ongewenst gedrag. De vertrouwenspersoon helpt om te komen tot een bevredigende oplossing. Elke regio heeft een eigen vertrouwenspersoon met wie contact kan worden opgenomen. De vertrouwenspersoon en de contactgegevens zijn te vinden op onze website www.kinderdagverblijf-debroekies.nl
9 Mediagebruik Op de locatie zijn verschillende folders aanwezig. Evenals een informatieboekje voor ouders. Jaarlijks wordt aan de ouders toestemming gevraagd voor het maken van foto- en/of filmmateriaal voor verschillende doeleinden middels een afsprakenformulier. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende gelegenheden: -
activiteiten en feesten op het dagverblijf, verjaardagsfeestjes van kinderen waarbij de pedagogisch medewerkers foto’s maken met het toestel van de ouders foto’s die gebruikt worden voor de website of facebook, Foto’s gemaakt door de schoolfotograaf, Foto’s die gemaakt worden voor een afscheidsboek, En foto’s die gemaakt worden voor schoolpix of een vergelijkbare beschermde site waar alleen ouders en pedagogisch medewerkers toegang tot hebben.
Voor speciale gelegenheden waar foto- en/of filmmateriaal gemaakt zal worden zal apart toestemming worden gevraagd middels een apart toestemmingsformulier. Kinderdagverblijf de Broekies heeft een eigen website. Op deze website is veel informatie te vinden. www.kinderdagverblijf-debroekies.nl. Ook heeft het dagverblijf een eigen facebookpagina. Rondom het gebruik van sociaal media zijn afspraken gemaakt. Deze zijn terug te vinden in ons foto- en filmbeleid en in de handleiding Social Media.
In de hal hangt een tv die gebruikt kan worden om dvd’s te kijken. Ook wordt deze tv gebruikt om foto’s te projecteren die gemaakt zijn tijdens een feest of activiteit van de kinderen. Elke groep heeft een eigen radio-/cd-speler die gebruikt wordt om kindercd’s te beluisteren. De radio staat niet aan als er kinderen aanwezig zijn in de groep.