Pedagogisch werkplan Drakensteijn
Openbare basisschool "Koningin Beatrix" Graafschapsstraat 2 4116 GE Buren 0345-502536
Dependance van Kinderdagverblijf Buitenpret B.V. Prinses Margrietstraat 5 4423 AD Rijswijk GLD
1
Inhoudsopgave: Voorwoord Hoofdstuk 1 De visie vanuit de organisatie 1.1 Visie op de buitenschoolse opvang Hoofdstuk 2 Plaatsing 2.1 Het wennen 2.2 Wennen vanuit het kinderdagverblijf naar de BSO 2.3 Evaluatie 2.4 Ophalen door derden 2.5 Ruilen, incidenteel en structureel afnemen van extra dagen 2.6 Afmelden 2.7 Voorschoolse opvang 2.8 Vier-ogenbeleid en achterwacht Hoofdstuk 3 Kinderen 3.1 Kinderparticipatie 3.2 Taalgebruik 3.3 Corrigeren en belonen 3.4 Observeren 3.5 Zieke kinderen 3.6 Medicijngebruik Hoofdstuk 4 Groepsindeling en activiteiten 4.1 Groepsindeling 4.2 Binnenruimte 4.3 Vrij spel 4.4 Buiten spelen 4.5 Buitenruimte 4.6 Spelmateriaal 4.7 Activiteitenaanbod 4.8 Activiteitenplanning 4.9 Uitstapjes 4.10 Dagindeling 4.11 Huis- en pleinregels Hoofdstuk 5 Eten, drinken en allergieën 5.1 Diëten en allergieën 5.2 Zonnebrandcrème 5.3 Verjaardag en trakteren 5.4 Afscheid Hoofdstuk 6 Ouders 6.1 Gesprek op aanvraag 6.2 Oudercontacten 6.3 Activiteiten waarbij ouders betrokken worden 6.4 Ouderbijeenkomsten 6.5 Nieuwsbrief 6.6 Klanttevredenheidonderzoek 6.7 Oudercommissie 6.8 Klachtenprocedure 6.9 Mediagebruik 6.10 Personeel 6.11 Meldcode Huiselijk geweld Kindermishandeling Hoofdstuk 7 Veiligheid en hygiëne 7.1 Bedrijfshulpverlening 7.2 Jaarlijkse GGD inspectie 7.3 Veiligheidsmaatregelen en hygiëne
2
Voorwoord Kinderdagverblijf Buitenpret wil kwalitatief goede kinderopvang bieden. Door kritisch te blijven kijken naar ons pedagogisch handelen proberen wij de kwaliteit constant te verbeteren en stellen het bij wanneer daar aanleiding toe is. In het pedagogisch beleid komt tot uitdrukking hoe wij met kinderen omgaan en waarom wij dat zo doen. Per groepsopvang is dan ook een pedagogisch werkplan gemaakt. In dit werkplan beschrijven wij hoe we willen werken aan de vier competenties die genoemd worden in de Wet Kinderopvang, namelijk: de emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en de overdracht van waarden en normen. Ouders ontvangen standaard het pedagogisch beleid en het pedagogisch werkplan bij aanvang van het contract en zullen in de toekomst de meest recente versie via de website kunnen downloaden. Wij willen benadrukken dat dit werkplan altijd in ontwikkeling blijft en aangepast wordt indien er nieuwe afspraken gemaakt worden. Alle protocollen waar in dit werkplan naar wordt verwezen, liggen ter inzage op het kinderdagverblijf en kunnen op verzoek altijd worden ingezien.
3
Hoofdstuk1 De visie vanuit de organisatie Ouders/verzorgers dragen de zorg voor en opvoeding van hun kind(eren) tijdelijk aan ons over. De pedagogisch medewerkers zijn zich dan ook bewust van hun (grote) verantwoordelijkheid en nemen deze taak met veel plezier, positieve energie en deskundigheid op zich. Dit pedagogisch werkplan is gebaseerd op de vier pedagogische basisdoelen die in de Wet Kinderopvang zijn omschreven. Deze doelen zijn gericht op het geven aan kinderen van: -Een gevoel van emotionele veiligheid -Gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie -Gelegenheid tot het ontwikkelen van sociale competentie -De kans om zich waarden en normen, de “cultuur” van een samenleving, eigen te maken. Wij willen kinderen begeleiden in een klimaat van (emotionele) veiligheid. De basis van al het handelen van de groepsleiding is het bieden van een gevoel van veiligheid aan het kind. Hierbij is een vertrouwensrelatie met de pedagogisch medewerker onmisbaar. Vaste rituelen, ritme en regels zorgen ervoor dat kinderen zich zeker voelen. Vanuit een veilige basis durven en kunnen zij de wereld gaan ontdekken. Wij willen kinderen helpen zichzelf te leren kennen, zelfstandig te worden en een positief zelfbeeld te hebben (persoonlijke competentie). Ieder kind is uniek en waardevol. Wij accepteren kinderen zoals ze zijn en hebben vertrouwen in het vermogen van kinderen. Kinderen hebben vanaf de geboorte een innerlijke motivatie om te leren lopen, praten en contact te maken met anderen. Zij leren wat nodig is voor het leven. Kinderen leren binnen het eigen vermogen, tempo en op een geheel eigen wijze. Het eigen en unieke ontwikkelingstempo van het kind is voor ons maatgevend in de begeleiding van de kinderen. Kinderen worden in hun ontwikkeling gestimuleerd, (bijvoorbeeld: leren puzzelen), de verstandelijke ontwikkeling (bijvoorbeeld: leren praten) en emotionele ontwikkeling (bijvoorbeeld: leren opkomen voor jezelf). Wij willen kinderen ruimte bieden om sociale ervaringen op te doen, waardoor sociale vaardigheden verworven worden (sociale competentie). Elk kind krijgt individuele zorg en aandacht. Ook de groep heeft een belangrijke functie, want kinderen maken deel uit van een samenleving. Het kinderdagverblijf is als het ware een samenleving in het klein waar kinderen kunnen oefenen. Dit gaat letterlijk en figuurlijk met vallen en opstaan. Kinderen leren van elkaar. Het kennismaken met andere volwassenen en kinderen, het respecteren van anderen en het opkomen voor eigen belang zijn belangrijke toegevoegde waarden van het samenzijn in een groep. In de groep worden deze vaardigheden gestimuleerd door bijvoorbeeld elkaar te helpen, speelgoed samen op te ruimen en het vieren van feestelijke gebeurtenissen.
Wij willen kinderen normen en waarden bijbrengen. Normen en waarden zijn van groot belang. Het eigen maken van normen en waarden maakt onderdeel uit van de morele ontwikkeling. Er kunnen zich veel situaties voordoen met leermomenten. Bijvoorbeeld bij pijn of ruzie, verdrietige situaties of een maatschappelijke gebeurtenis. Door de reacties van de groepsleiding op dit soort situaties ervaart een kind wat wel en niet goed is. Het eigen gedrag van de groepsleiding heeft hierbij een belangrijke voorbeeldfunctie. Het pedagogisch werkplan is een middel om ouders, stagiaires en andere belangstellenden inzicht te geven in hoe wij kinderen zorg geven, steunen en stimuleren in hun ontwikkeling op de Buitenschoolse opvang. Met als motto Ontdek en verwonder
4
1.1 Visie op de Buitenschoolse opvang Ieder kind is uniek. De stevige basis die de buitenschoolse opvang biedt, zorgt ervoor dat elk kind zich thuis voelt en bijkomt van een intensieve schooldag. Presteren is hier niet nodig, lekker jezelf zijn mag altijd, er is altijd wel iemand anders om heerlijk mee te spelen. Kinderdagverblijf Buitenpret B.V. heeft de visie dat een kind zich kan ontwikkelen en ontplooien door het zelf te laten ervaren in een vrije en natuurlijke omgeving. Wij willen binnen onze locaties kinderen uitdagen zich fysiek, cognitief en creatief te ontplooien. Plezier en verwondering, fantasie en ontdekken zijn kernbegrippen. Binnen deze visie hanteren wij het motto ontdek en verwonder.
5
Hoofdstuk 2 Plaatsing Voorafgaand aan de eerste dag worden ouders uitgenodigd voor een intakegesprek om kennis te maken met de Buitenschoolse opvang (BSO)/ Voorschoolse opvang (VSO) De Lispeltuut, de pedagogisch medewerkers. Ouders krijgen informatie over de werkwijze, praktische zaken en gewoontes op de BSO/VSO. Wij vragen informatie over gewoontes, interesses, gedrag en ontwikkeling van het kind (thuis) en gegevens met betrekking tot voeding en eventuele ziektes en allergieën.
2.1Wennen Het wennen van nieuwe kinderen gebeurt in overleg met de ouders. Het is gewenst dat bij de eerste keer wennen de ouder het kind zelf naar de Buitenschoolse opvang komt brengen. Voor de aanvang van de startdatum zal er een afspraak worden gemaakt met de ouder(s)/verzorger(s) voor een intakegesprek. Ook wordt er de mogelijkheid geboden om voor de aanvang van de startdatum een middag te komen wennen op de BSO. Wij zullen het wennen laten plaatsvinden op een rustig moment en binnen het maximale kindaantal van die dag. 2.2 Het wennen vanuit het KDV naar BSO Mocht het kind als het 4 wordt gebruik gaan maken van de BSO, dan zullen we in overleg met de ouder een maand voor de startdatum gaan beginnen met wennen. Dit zal de eerst keer 1,5 uur zijn en de tweede keer een volledige middag. 2.3 Evaluatie na zes weken Zes weken na de start op de BSO zal er een evaluatiegesprek plaatsvinden met de ouders. 2.4 Ophalen door derden In principe worden de kinderen opgehaald door één van de ouders. Mocht het u niet uitkomen om uw kind (eren) zelf op te halen, dan wordt de ouders verzocht ‘s morgens door te geven wie het kind dan op komt halen. Mocht dit later besloten worden, dan verzoeken wij de ouders even contact op te nemen met de pedagogisch medewerkers. 2.5 Ruilen en incidenteel en structureel afnemen van extra dagen Ruilen kan in principe een week voor of na de dag van afwezigheid, indien er plek is op de groep en er geen extra pedagogisch medewerker ingezet hoeft te worden. Het afnemen van een extra dagdeel is in overleg mogelijk. Wel wordt deze dag extra gefactureerd. 2.6 Afmelden van kinderen Zodra u weet dat uw kind een dag of meerdere dagen niet komt, vragen wij u dit zo snel mogelijk door te geven aan de pedagogisch medewerkers. Mocht uw kind ziek zijn, dan vragen wij u om uw kind af te melden bij de pedagogisch medewerker. 2.7 Voorschoolse opvang Kinderen worden in principe altijd door de ouders gebracht en opgehaald, tenzij anders gemeld is door de ouders. Kinderen die gebruik maken van de VSO worden in principe tussen 7.30- 8.30 uur gebracht. De VSO vindt plaats bij Kinderdagverblijf Buitenpret. De kinderen worden rond 8.15 uur naar school gebracht.
6
2.8 Brengen en halen Tijdens de breng- en haalmomenten is er tijd om de overdracht te doen. De overdracht vindt mondeling plaats tussen de ouders en de pedagogisch medewerkers over hoe en wat het kind die middag heeft beleefd en wat het individueel gedaan heeft. Wij vinden het belangrijk dat een ouder en het kind duidelijk afscheid nemen bij het weggaan van De Lispeltuut. We zien dan dat het kind weg gaat en zo sluit het kind de dag af bij de BSO. 2.9 Vier-ogen beleid en achterwacht In december 2010 is de Commissie Gunning ingesteld i.v.m. de zedenzaak in Amsterdam. Hier zijn enkele aanbevelingen uitgekomen waaronder het vier-ogenprincipe. Het streven is om er voor te zorgen dat de pedagogisch medewerksters nooit structureel alleen op een groep zijn en altijd gehoord en/of gezien worden. Dit realiseren wij door de aanwezigheid of directe nabijheid van pedagogische medewerkers, stagiaires, groepshulpen, locatiemanager van de basisschool of ouders tijdens haal- en brengmomenten. Op deze manier verkleinen we niet alleen het risico ten aanzien van seksueel misbruik, maar ook ten aanzien van kindermishandeling en kan er sneller en effectiever worden ingegrepen wanneer een kind of pedagogisch medewerkster iets overkomt. Op de BSO werken er twee pedagogisch medewerkers en een stagiaire, afhankelijk van het aantal kinderen.
7
Hoofdstuk 3 Het kind Door persoonlijke aandacht, waarbij het kind gestimuleerd wordt in zijn creatieve en zintuiglijke ontwikkeling, wordt de basis gevormd. De emotionele en intuïtieve talenten van het kind worden optimaal ontplooid. Het welbevinden van het kind is daarbij het belangrijkste uitgangspunt. Door samen te spelen en te ontdekken, leren kinderen bewust om te gaan met hun omgeving en de natuur. Spelen heeft een belangrijke rol, waarbij vrijheid, humor en plezier centraal staan. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo en op zijn eigen manier. 3.1 Kinderparticipatie Kinderparticipatie heeft een positief effect op het zelfvertrouwen, de communicatieve vaardigheden en stimuleert de betrokkenheid van kinderen bij de buitenschoolse opvang. Kortom: het is goed voor hun ontwikkeling, is een uiting van respect voor kinderen én het geeft pedagogisch medewerkers veel informatie over wat kinderen leuk vinden en graag willen doen. De groep streeft, daar waar mogelijk is, naar kinderparticipatie. Goed kijken en luisteren naar kinderen en kinderen zo mogelijk mee laten denken. Bijvoorbeeld bij de keuze van een spel is dit belangrijk en geeft kinderen het gevoel dat ze gehoord worden. Ook kunnen de kinderen betrokken worden bij het tafel dekken of een boodschap doen. 3.2 Taalgebruik Er wordt op toegezien dat zowel het kind, de ouder als de pedagogisch medewerker letten op hun taalgebruik. Dit betekent elkaar met respect aanspreken en geen gebruik maken van scheldwoorden of andere onaangename uitspraken. 3.3 Corrigeren en belonen Op de groep worden de kinderen op een positieve wijze benaderd en wordt door middel van positieve aandacht het gewenste gedrag gestimuleerd. Door de groepssituatie, waarin kinderen meestal op vanzelfsprekende wijze meedoen met de groep, is het corrigeren van kinderen veel minder een item dan in de thuissituatie. Wanneer een kind negatief gedrag vertoont, wordt eerst gekeken naar het individuele kind en nagegaan wat de oorzaak van het gedrag zou kunnen zijn (niet lekker in zijn vel, verveling, onzekerheid, wijziging in de thuissituatie of ontwikkelingsproblematiek). De pedagogisch medewerkers kunnen hier dan rekening mee houden. Wanneer een kind na een waarschuwing negatief gedrag blijft vertonen, zal de pedagogisch medewerker het kind op rustige wijze aanspreken en het daarbij ook aankijken. Bij herhaling kan het kind zo nodig voor korte duur op een bepaalde plek neergezet worden om zo even uit de situatie te zijn. Er wordt zo kort mogelijk aandacht besteed aan het negatieve gedrag en het kind wordt eventueel afgeleid om te voorkomen dat het op deze manier steeds negatieve aandacht krijgt. Tegelijkertijd wordt positief gedrag door complimenten gestimuleerd. Wij vinden het belangrijk om ouders een terugkoppeling te geven over het gedrag van hun kind. Wellicht dat de ouders thuis ook met dit gedrag te maken hebben. Er kan dan goed afgestemd worden wat de beste benadering zal zijn. 3.4 Observeren Observaties, zorgen en twijfels over de ontwikkeling of opvallend gedrag worden gedeeld met de ouder. De pedagogisch medewerkers kunnen ondersteuning krijgen van de pedagogisch coach van Kinderdagverblijf Buitenpret. Indien nodig worden ouders uitgenodigd voor een extra gesprek. Dit kan ook op verzoek van de ouders zelf.
8
3.5 Zieke kinderen Ieder kind is wel eens ziek. Soms is het moeilijk te beoordelen of je hem/haar thuis moet houden van de BSO. Kinderen kunnen plotseling ziek worden en ook zo weer opknappen. De mate van ziek zijn kan bij kinderen snel veranderen. Een hangerig, wat koortsig kind kan na even gerust te hebben weer helemaal opgeknapt zijn. Maar een onschuldige verkoudheid kan zo verergeren. Kinderen die ziek zijn, hebben behoefte aan een rustige, vertrouwde omgeving waar ze de nodige aandacht en verzorging kunnen krijgen. Dit is meestal thuis. Op de Buitenschoolse opvang kan uw kind niet goed meedoen met het groepsgebeuren en voor de pedagogisch medewerker is het moeilijk, en soms onmogelijk, om haar aandacht te voldoende te verdelen tussen het zieke kind en de andere kinderen. Als het kind een besmettelijke ziekte heeft of een andere aandoening die besmettelijk is, kan ook de rest van de groep besmet worden. Dit is vervelend maar kan niet altijd voorkomen worden. Sommige ziekten zijn immers al besmettelijk voordat er symptomen optreden, bijvoorbeeld bij waterpokken. Toch kan het gebeuren dat kinderen met bepaalde symptomen niet worden toegelaten op de Buitenschoolse opvang. Wij doen dit echter alleen als de GGD-voorschriften dit aangeven. Wij volgen de adviezen van de GGD op. Als wij gedurende de middag constateren dat het kind ziek is, 38.5 graden Celcius koorts,of hoger heeft, nemen wij contact met de ouders op en overleggen wat we gaan doen. Het kan zijn dat wij de ouders vragen het kind op te komen halen. We gaan uit van het standpunt dat eventueel doktersbezoek door de ouders wordt gedaan, met uitzondering van acute gevallen. Pas wanneer het kind voldoende is uitgeziekt, kan het weer naar de Buitenschoolse opvang komen. Als het kind nog medicijnen gebruikt bij hervatting van de opvang, verwijzen wij naar het medicijnprotocol. Het kan gebeuren dat een kind niet helemaal fit is, maar ook niet echt ziek is als het ‘s morgens naar school gaat. Belangrijk is dat de ouder dit doorgeeft aan de pedagogisch medewerker van de groep, zodat zij het kind extra in de gaten kan houden en indien nodig contact op kan nemen met de ouder als het kind opgehaald moet worden. 3.6 Medicijngebruik In verband met allerlei wettelijke regelingen m.b.t. medisch handelen in kinderopvangorganisaties volgen wij het protocol Medicijngebruik; inzage op deze locatie. Daar waar mogelijk wordt het medicijn toegediend door de ouder. Dit geldt bijvoorbeeld voor een medicijn dat 2x per dag en niet tijdsgebonden gegeven moet worden. In dat geval kunnen ouders zelf het medicijn toedienen. Als een medicijn, hieronder vallen ook zelfzorgmiddelen zoals homeopathische middelen, toegediend moeten worden op de Buitenschoolse opvang, gelden de volgende afspraken: • Het medicijn zit in de originele verpakking • De originele bijsluiter is ingesloten • Op het etiket staat de naam van het kind en de dosering vermeld • De ouder geeft toestemming voor het toedienen van het medicijn middels het invullen en ondertekenen van een formulier • Op het formulier staat vermeld om welk medicijn het gaat en hoe en wanneer het toegediend moet worden • De ouder geeft instructie over de wijze van het toedienen • Als het toedienen van de medicatie bij het kind niet lukt, wordt de ouder hiervan op de hoogte gesteld • In alle gevallen waarin het beleid niet voorziet, en in twijfelgevallen, wordt gehandeld in overleg met de eigenaar van kinderdagverblijf Buitenpret • In het protocol “medicijngebruik” is nader omschreven en vastgelegd hoe wij omgaan met medicijn gebruik op de Buitenschoolse opvang.
9
Hoofdstuk 4 Groepsindeling en activiteiten Buitenschoolse opvang Drakensteijn is gevestigd in het schoolgebouw van basisschool Openbare basisschool "Koningin Beatrix" Buren. In het pand zijn meerdere ruimtes voor de BSO ter beschikking gesteld, zoals de speelzaal, een klaslokaal en de hal. De laatste wordt gebruikt voor de eet/drink momenten. De Buitenschoolse opvang mag gebruik maken van het gehele speelplein van de school. 4.1 Groepsindeling De groep bestaat uit maximaal 20 kinderen, in de leeftijd van 4 tot 12 jaar Op de groep staan vaste pedagogisch medewerkers. 4.2 Binnenruimte De groepsruimten zijn zodanig ingericht dat de kinderen op een veilige manier kunnen spelen en ontdekken. In de groep is allerlei ontwikkelingsmateriaal aanwezig De indeling van de groepsruimte biedt kinderen de mogelijkheid om zelf keuzes te maken. Er zijn hoeken gecreëerd zodat kinderen in kleine groepjes of alleen kunnen spelen. De inrichting biedt veiligheid en uitdaging. Er is bewust gekozen om de kleuren aan te passen bij De Klepper zodat alles een rustig geheel blijft. Knutselwerkjes van de kinderen worden op vaste plekken neergezet of opgehangen. Hiermee wordt rust gecreëerd, zodat de kinderen niet overprikkeld worden en de ruimte overzichtelijk blijft. Kinderen kunnen in de nabijheid van de pedagogisch medewerker spelen of zich terugtrekken op een zodanige manier dat ze wel gezien en gehoord worden. Er zijn enkele plekjes om alleen, met een kleine groep of met een grote groep iets te doen. Zowel binnen als buiten zijn er verschillende speelhoekjes. 4.3 Vrij spel Dit kan zowel binnen als buiten plaatsvinden. Er worden door de middag heen verschillende momenten aangeboden waarin de kinderen vrij zijn in de spelkeuze. Kinderen mogen min of meer zelf kiezen waarmee ze spelen. De pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat de verschillende hoeken uitdagend zijn en dat er genoeg spelmateriaal voor handen is( bijv. duplo op het kleed, blokken op de grond, puzzels op tafel, etc.). Er wordt voor gezorgd dat het aanbod overzichtelijk blijft. 4.4 Buiten spelen Het streven is elke dag, ook al is het maar kort, naar buiten te gaan. Kinderen kunnen in de zandbak spelen, fietsen, klimmen en glijden. De kinderen mogen gebruik maken van het hele schoolplein en de aangrenzende speeltuin. Ook buiten bieden wij spel aan. Het kind mag zelf kiezen om hier aan mee te doen. De kinderen van Drakensteijn helpen mee met het onderhouden van de moestuin van de Basisschool . 4.5 De buitenruimte Wij vinden het belangrijk dat kinderen vaak buitenspelen. Een en ander is natuurlijk wel afhankelijk van het weer. De kinderen hebben de keuze uit verschillende materialen, zoals rijdend materiaal, zand- en waterbakken met emmertjes, vormpjes en schepjes. De buitenruimte is zodanig ingericht dat kinderen uitgedaagd worden om de wereld te ontdekken en buiten iets te beleven hebben. Kinderen ontdekken door te doen en te ervaren. Buiten is voldoende plek waar de jongere kinderen kunnen spelen en ook voor de grotere kinderen is er genoeg ruimte om te spelen, fietsen e.d.
10
4.6 Spelmateriaal De spelmaterialen zijn afgestemd op de verschillende leeftijden en ontwikkelingsgebieden en nodigen uit tot exploreren en creëren. Kinderen worden betrokken bij de zorg voor materialen en leren zo spelenderwijs zorg te dragen voor hun omgeving. Schoonmaken en ook opruimen is leuk als je het samen doet! Bepaald materiaal is zelf door de kinderen te pakken en wordt steeds overzichtelijk, aantrekkelijk en op een vaste plek opgeruimd. Kwetsbaar speelgoed of materiaal met kleine onderdelen worden gericht aangeboden of in overleg met het kind als het kind hierom vraagt. 4.7 Activiteitenaanbod De activiteiten zijn gebaseerd op natuur en plezier, ontdekken en verwonderen, fantasierijk en intuïtief. Regelmatig krijgen de kinderen een gerichte groepsactiviteit aangeboden. De activiteiten zijn afwisselend van karakter en zijn afgestemd op de verschillende ontwikkelingsgebieden (grove motoriek, fijne motoriek, taal- en cognitieve ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, muzikale ontwikkeling). Het experimenteren met materiaal, het bezig zijn, staat tijdens alle activiteiten voorop. 4.8 Activiteitenplanning De kinderen kunnen de hele middag vrij spelen of een activiteit doen. Kinderen kunnen alleen, naast en met elkaar spelen. Er wordt aangesloten bij het spontane spel van de kinderen. Als wij kans zien om spel te verdiepen of uit te breiden doen we dat door mee te spelen, iets te vragen, ze op een nieuwe mogelijkheid te wijzen of bijvoorbeeld nieuw materiaal aan te bieden. Als we zien dat een kind moeilijk tot spel komt, helpen wij het kind graag op gang. Dit kan zijn als een kind teruggetrokken is, maar ook bijvoorbeeld een kind dat druk gedrag vertoont of steeds andere kinderen stoort. Onze activiteiten vinden plaats binnen thema’s. De thema’s die aan bod komen liggen dicht bij de belevingswereld van de kinderen, zoals, seizoenen, mijn lichaam, verkeer, carnaval, Kinderboekenweek, beroepen. De kinderen worden op allerlei manieren gestimuleerd aan activiteiten deel te nemen en te spelen met het aanwezige materiaal. De kinderen worden gestimuleerd om aan te sluiten bij hun eigen behoeften maar wel binnen de mogelijkheden van de groep. Tijdens de vakantieweken zijn de kinderen bij Kinderdagverblijf Buitenpret om daar deel te nemen aan een uitgebreid vakantieprogramma. 4.9 Uitstapjes Uitstapjes vanuit Drakensteijn biedt kinderen de mogelijkheid om nieuwe ervaringen op te doen. Ook ervaringen met natuur zijn belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Op stap gaan biedt kinderen nieuwe spelmogelijkheden. Ook ontdekken ze dat de wereld groter is dan het voor hen tot dan toe bekende wereldje. Op De Lispeltuut maken buitenactiviteiten onderdeel uit van het speel/leerprogramma. In de buurt is een speeltuin en er zijn wandelmogelijkheden. Op een toestemmingsformulier maken de ouders tijdens de intake kenbaar of het kind mee mag met een uitstapje. Er zijn een aantal zaken waar de pedagogisch medewerkers rekening mee houden wanneer zij met de kinderen Drakensteijn verlaten. Daarbij wordt er onderscheid gemaakt tussen “spontane uitstapjes” en “geplande uitstapjes” Spontane uitstapjes • De leidster-kind ratio moet te allen tijde gehanteerd worden; • er wordt rekening gehouden met de leeftijd en de ontwikkeling van de kinderen;
11
• De pedagogisch medewerker, die de kinderen tijdens het uitstapje begeleidt, is telefonisch bereikbaar zodat bij calamiteiten telefonisch hulp kan worden ingeroepen; Geplande uitstapjes • De leidster-kind ratio moet te allen tijde gehanteerd worden; • er wordt rekening gehouden met de leeftijd en de ontwikkeling van de kinderen; • De pedagogisch medewerker(pm’er), die de kinderen tijdens het uitstapje begeleidt, is telefonisch bereikbaar zodat bij calamiteiten telefonisch hulp kan worden ingeroepen; • Het geplande uitstapje wordt tijdig aangekondigd bij de ouders; • De teamleidster is op de hoogte van de bestemming van het uitstapje, het programma en welke pm’ers het uitstapje begeleiden; • De begeleidende pm’ers hebben een training kinder-EHBO gevolgd; • De EHBO tas wordt meegenomen en is up tot date; • Wanneer gebruik wordt gemaakt van eigen vervoer dient de auto APK gekeurd te zijn, heeft de bestuurder een geldig rijbewijs en is er een inzittendenverzekering voor de auto geregeld; • De pedagogisch medewerkers hebben een geldige WA-verzekering; 4.10 Dagindeling 12.00 Kinderen worden uit school opgehaald 12.15 Gezamenlijk de tafel dekken, de kinderen krijgen een lunch 12.45 Gezamenlijk de tafel opruimen 13.00 Vrij spelen of er wordt een activiteit gedaan --------------------------------------------------------------------------------------------------15.00 Kinderen worden uit school opgehaald 15.15 We drinken aanmaaklimonade en eten fruit. Iedereen mag een koekje uit de trommel kiezen. 15.30 Vrij spelen of er wordt een activiteit aangeboden, zoals spelletjes, knutselen, met de Kapla, Knex of lego spelen. Als het mooi weer is gaan de kinderen lekker buitenspelen. 16.30 Met alle kinderen een crackertje o.i.d. eten en iets drinken. 17.00 Met alle kinderen ruimen we het meeste speelgoed in de ruimte op. De kinderen mogen televisie kijken. 18.00 De kinderen zijn opgehaald. 4.11 Huis en pleinregels Met elkaar maken we de huisregels en ook De Klepper heeft pleinregels. Deze regels liggen ter inzage op de groep.
12
Hoofdstuk5 Eten, drinken & feesten Wij stimuleren kinderen bij het eten en drinken, maar dwingen ze niet. Kinderen mogen zelf hun brood smeren en worden geholpen daar waar nodig is. De pedagogisch medewerkers houden in de gaten dat kinderen niet te veel eten. De hoeveelheid, die de kinderen te eten krijgen, is afgesproken met de ouders. Tijdens het fruit eten bieden we verschillende fruitsoorten aan. De tussendoortjes bestaan uit een rijstwafel, cracker, ontbijtkoek, biscuitje of een andere gezonde snack. Het eten en drinken gebeurt zoveel mogelijk op vaste tijden. Dit gebeurt om voor de kinderen een bepaalde structuur aan te brengen in de middag. 5.1 Diëten, allergieën Ouders zijn verantwoordelijk om de pedagogisch medewerkers op de hoogte te stellen van bijzonderheden en wensen rondom de voeding van hun kind. Bijzonderheden zoals een allergie, dieet- of wensen vanuit een geloofsovertuiging worden tijdens het intakegesprek genoteerd. Als er een kans is op een heftige allergische reactie van het kind op bepaalde voeding dan geven de ouders tijdens de intake aan welke stappen in een dergelijke situatie ondernomen moeten worden. De pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat er regelmatig contact met de ouders is om veranderingen in een aangepast voedingspatroon te bespreken. Op de groep hangt een dieet- en allergielijst van de kinderen. Deze wordt regelmatig bijgewerkt en gecontroleerd. Zo blijven alle pedagogisch medewerkers en invalkrachten op de hoogte wat betreft voedingspatronen van kinderen. 5.2 Zonnebrandcrème Als een kind allergisch is voor de zonnebrandcrème die op de groep gebruikt wordt, dan wordt er aan de ouder gevraagd of er een crème meegegeven wordt die thuis gebruikt wordt. 5.3 Verjaardag en trakteren Wij vieren regelmatig feesten met kinderen. Samen feestvieren legt de nadruk op het gevoel van onderlinge verbondenheid met elkaar en gezamenlijke vrolijkheid versterkt de onderlinge band. Het leuke van een feest is ook dat de dagelijkse gang van zaken onderbroken wordt. Bij feesten horen vaste gewoontes en gebruiken zoals versieringen, liedjes en speciaal eten en drinken. Dit geeft kinderen een gevoel van herkenning en verhoogt de sfeer. Verjaardag Het vieren van een verjaardag is heel belangrijk. Wij besteden hier uitgebreid aandacht aan en de jarige staat volop in de belangstelling. Er is een speciale ‘verjaardagstaart’ voor de jarige en een klein presentje. Alle kinderen gaan voor de jarige zingen. Het kind mag een traktatie uitdelen. Verjaardag pedagogisch medewerker Ook de verjaardag van de pedagogisch medewerkers wordt gevierd, in de week voor de verjaardag maken de kinderen een mooi kunstwerkje voor de jarige. De pedagogische medewerker trakteert en verder wordt de verjaardag gevierd zoals met de kinderen. 5.4 Afscheid Dit vindt plaats als het kind 12 jaar wordt of als om een andere reden de Buitenschoolse opvang eerder verlaten wordt. Er wordt gezongen en getrakteerd. Van het afscheid maken we een gezellig en feestelijk gebeuren. Er wordt een mooi aandenken meegegeven. 5.5 Sinterklaas, Kersfeest, Pasen, familiedag De Lispeltuut viert ieder jaar bepaalde feesten. Per keer wordt bekeken hoe een bepaald feest het beste aansluit bij de belevingswereld van de kinderen. De pm’ers bedenken specifieke (knutsel)activiteiten Sommige feesten worden samen met Kinderdagverblijf Buitenpret gevierd.
13
5.6 Traktatie Als een kind jarig is of afscheid neemt, wordt er vaak getrakteerd. Alleen wat trakteert men dan? Bij een traktatie gaat het vooral om het geven. Een traktatie gaat in overleg met de pedagogische medewerker. Als er snoep getrakteerd wordt, hanteren wij de regel dat tijdens de traktatie één snoepje gegeten mag worden en dat de rest mee naar huis gaat. U kunt dan thuis bepalen of en wanneer u dit snoepje aan uw kind geeft.
14
Hoofdstuk 6 Ouders Drakensteijn draagt samen met ouders zorg voor emotioneel, intuïtieve, natuurlijke en ontwikkelingsgerichte ontplooiing van het kind. Hiervoor is een goede afstemming en samenwerking tussen ouders en pedagogisch medewerkers een voorwaarde. De menselijke maatstaaf staat centraal, er wordt actief geluisterd naar wat de ouders/verzorgers aangeeft. Ook is er veel aandacht voor de overdracht zodat ouders en pedagogisch medewerkers van elkaar horen hoe het met het kind gaat. 6.1 Gesprek op aanvraag De ouders kunnen een gesprek aanvragen met een pedagogisch medewerker van de groep. Tijdens dit gesprek komen de volgende onderdelen aan bod: * Welbevinden * Betrokkenheid * Ontwikkeling * Functioneren op de groep Wel moet eraan toegevoegd worden dat als ons iets bijzonders opvalt bij uw kind, wij niet wachten tot u een gesprek aanvraagt, maar wij al eerder contact met u opnemen. 6.2 Oudercontacten Wij hechten groot belang aan een goed contact met ouders en streven ernaar om door ouders gezien te worden als partners in de opvoeding. Voor het welbevinden van kinderen is het belangrijk dat ook ouders zich thuis voelen én gehoord weten, zodat de verschillende leefwerelden van het kind (thuis en op de kinderopvang) met elkaar verbonden worden. Daarom organiseren wij vaste momenten waarop wij met ouders in gesprek gaan over opvoeding en de ontwikkeling van hun kind. Denk hierbij aan de haal- en brengmomenten, gesprekken op aanvraag en nieuwsbrieven. 6.3 Activiteiten waarbij de ouders betrokken worden Af en toe betrekken wij ouders bij de organisatie en/of uitvoering van activiteiten zoals familiedag of een ouderavond. Het spreekt vanzelf dat de ouders zelf bepalen of zij hiervoor tijd vrij willen maken. 6.4 Ouderbijeenkomsten In samenwerking met het kinderdagverblijf worden er jaarlijks verschillende activiteiten en ouderbijeenkomsten georganiseerd. Dit kan variëren van een thema-avond over de sensomotorische ontwikkeling tot het mee organiseren van een familiedag. Hierover worden de ouders op het kinderdagverblijf door middel van de nieuwsbrief of een aparte brief of mail op de hoogte gebracht. 6.5 Nieuwsbrief Vier keer per jaar ontvangen ouders een algemene nieuwsbrief via de mail. Dit gebeurt in samenwerking met de oudercommissie. Hierin staat informatie die voor alle ouders van belang is. Onderwerpen kunnen zijn: beleidsveranderingen, organisatieveranderingen, informatie over pedagogische zaken, de oudercommissie, festiviteiten en leuke informatie over het kinderdagverblijf. Daarnaast verschijnt er ook regelmatig een nieuwsbrief van De Lispeltuut met informatie over de groep. 6.6 Klanttevredenheidsonderzoek: Elke twee jaar vindt er een klanttevredenheidonderzoek plaats. Deze wordt via de mail verstuurd.
15
6.7 Oudercommissie Het kinderdagverblijf heeft een oudercommissie. Op Drakensteijn hangt een overzicht met de namen van de oudercommissieleden en een centraal e-mailadres. Er wordt tenminste twee maal per jaar overleg gevoerd tussen de teamleidster en de oudercommissie. De oudercommissie kan ook onderling vergaderen. In de vergaderingen kunnen allerlei onderwerpen op de agenda staan zoals beleidsveranderingen, organisatieveranderingen, pedagogische zaken, prijsveranderingen en activiteiten. De leden van de oudercommissie ondersteunen ook activiteiten als festiviteiten en thema-avonden. Meningen van ouders zijn voor ons erg belangrijk. Leden van de oudercommissie hebben regelmatig overleg met de locatiemanager. De oudercommissie heeft als doel de belangen van zowel ouders als kinderen van de Buitenschoolse opvang Drakensteijn te behartigen. 6.8 Klachtenprocedure “Bent u tevreden vertel het rond, heeft u een klacht vertel het ons” is het uitgangspunt van kinderdagverblijf Buitenpret. Het kan natuurlijk voor komen dat een ouder ontevreden is over een werkwijze of andere zaken. Wij hopen natuurlijk dat dit niet zal gebeuren, maar indien u een klacht heeft verwijzen wij u naar onze interne klachtenprocedure (in te zien op het kinderdagverblijf) en verzoeken wij de ouder zich tot een van de pedagogisch medewerkers te wenden en een klachtenformulier in te vullen. Indien de ouder niet tevreden is over de afhandeling van de klacht en Buitenpret niet samen met de ouder tot een oplossing kan komen zal de klacht worden voorgelegd aan de SKK (Stichting Klachtencommissie Kinderopvang). De SKK is een onafhankelijke en deskundige commissie, die speciaal in het leven is geroepen om klachten te behandelen over kinderdagcentra. Volgens de wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector is de klager niet verplicht de klacht eerst intern te bespreken. De klager heeft het recht haar klacht rechtstreeks aan een externe klachtencommissie voor te leggen. Ook de oudercommissie van het kinderdagverblijf is aangesloten bij deze klachtencommissie zodat ook de oudercommissie bij eventuele klachten in de hoedanigheid van oudercommissie een klacht kan indienen en voorleggen. 6.9 Mediagebruik Wij maken gebruik van sociaal media (Facebook). Wel zijn wij hier erg voorzichtig mee. Wij zorgen ervoor dat een kind nooit met het gezicht in beeld op een foto staat. Ook worden er geen namen voluit geschreven. Dit geldt ook voor kranten/ folders e.d. Als er toestemming is gegeven door de ouder, kunnen wij hier van afwijken. Hier hebben wij afspraken met elkaar over gemaakt. Deze afspraken worden vastgelegd op het inschrijfformulier. 6.10 Personeel Alle pedagogisch medewerkers zijn verplicht om een verklaring omtrent gedrag en een geldig diploma te overhandigen bij indiensttreding. Ook stagiaires moeten in het bezit van een geldige verklaring omtrent gedrag. 6.11 Meldcode Huiselijk geweld kindermishandeling Bij een vermoeden van kindermishandeling dient een observatieformulier ingevuld te worden. Verder volgen wij de procedure zoals beschreven staat in ons protocol.
16
Hoofdstuk 7 Veiligheid en hygiëne 7.1 Bedrijfshulpverlening en EHBO De Lispeltuut beschikt over een ontruimingsplan. Het plan is bekend bij degenen die op de buitenschoolse opvang werkzaam zijn. Na een oefening vindt een evaluatie plaats en indien nodig bijstelling van het plan. Op de Lispeltuut zijn altijd 2 pedagogisch medewerkers aanwezig die in het bezit zijn van een bedrijfhulpverleningsdiploma (BHV). Verder hebben alle pedagogisch medewerker een volledig kinder-EHBO-diploma. BHV’ers hebben de leiding tijdens een ontruiming of op het moment dat er iemand onwel wordt, totdat er professionele hulp aanwezig is zoals brandweer of ambulance Elk jaar gaan de BHV’ers op herhalingscursus zodat zij op de hoogte blijven van de ontwikkelingen die er op dit gebied zijn. Via een jaarlijkse herhalingscursus worden kennis en vaardigheden steeds opgefrist. 7.2 Jaarlijkse GGD inspectie Onder de Wet Kinderopvang wordt de veiligheid van kinderen bewaakt door uitvoering van de Risico-inventarisatie Veiligheid en Gezondheid (RIV en RIG). Deze RIV en RIG vindt minimaal eenmaal per jaar plaats. Aan de hand hiervan wordt ingeschat in hoeverre kinderen worden blootgesteld aan bepaalde risico’s op het gebied van veiligheid en gezondheid. In een actieplan worden vervolgens de maatregelen geformuleerd die genomen worden om de risico’s tot een minimum te beperken. BSO De Lispeltuut is zelf verantwoordelijk voor een veilig en gezond leefklimaat. De GGD voert jaarlijks een inspectie uit, waarbij aan de hand van de RIV&RIG nagegaan wordt of De Lispeltuut voldoet aan de eisen die de Wet Kinderopvang stelt. 7.3 Veiligheidsmaatregelen en hygiëne In aanvulling op de eisen vanuit de Wet Kinderopvang gelden nog aanvullende regels op De Lispeltuut: • •
Schoonmaakmiddelen worden boven kindhoogte bewaard. De pedagogisch medewerkers leren de kinderen na een bezoek aan het toilet hun handen te wassen. Ook als de kinderen buiten hebben gespeeld wassen de kinderen eerst hun handen voor zij aan tafel gaan eten.
•
Het kinderdagverblijf wordt dagelijks door de pedagogisch medewerkers schoongemaakt. Hygiënisch werken is van groot belang en daarom zijn hiertoe richtlijnen in het Protocol Hygiëne opgenomen. Het (buiten)speelgoed wordt regelmatig door de pedagogisch medewerkers gecontroleerd. Er wordt goed gelet op het sluiten van de deur van de buitenruimte. Kinderen worden bij zon ingesmeerd met zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor.
• • •
7.4 Protocollen Op de locatie ligt een map met daarin alle protocollen.
17