ker!” “Vertrouw nooit een kij
Pedagogisch dossier
Lessen in het donker
Intro
Inleiding in de klas: vóór de film Filmfiche Technische kaart Het verhaal: kort samengevat
04 05
Uitgebreide synopsis Inhoudelijke bespreking De thema’s en de sfeer in de film Twee blinde meisjes in een blindeninstituut Gesloten wereld
We wensen jullie een boeiende filmvisie en -bespreking toe! Graag horen we een reactie: neem je even de tijd om de evaluatiefiche op onze site in te vullen? Ook de leerlingen kunnen op de filmpagina van ‘Blindgangers’ hun opinie achterlaten. Wij zijn altijd benieuwd!
Interview met de regisseur Bernd Sahling en hoofdactrice Ricarda Ramünke De filmploeg: de regisseur, de producent en de acteurs Blind zijn: brailleschri� en de wi�e stok Tips voor verwerking
Lessen in het donker vzw stelt jaarlijks een filmprogramma samen voor het onderwijs in Vlaanderen. De vertoningen vinden plaats in tal van cultuurcentra en bioscopen in de vijf Vlaamse provincies. Het filmprogramma van elke locatie is terug te vinden in de programmabrochure en op onze website. De werking wordt financieel ondersteund door de Vlaamse Gemeenschap.
Lesbrief voor de leerlingen
De pedagogische dossiers worden opgemaakt door: Lessen in het donker Sint-Jakobsstraat 36, 8000 Brugge, 050 34 91 93
[email protected], www.lesseninhetdonker.be Het Vlaams Centrum voor Kinder- en Jeugdfilm, Jekino Paleizenstraat 112, 1030 Brussel, 02 242 54 09
[email protected], www.jekino.be
02
03
08 10 12
Inhoudstafel
In deze bundel vind je heel wat werkmateriaal terug over ‘Blindgangers’. We gaan zowel in op de vorm als de inhoud van de film en proberen daarbij zoveel mogelijk het medium film centraal te stellen en dit aan de hand van teksten, info, opdrachten, vragen en weetjes. Je selecteert gewoon het materiaal dat je in de klas wilt gebruiken. Voor extra materiaal rond filmproductie en -analyse neem je best een kijkje op onze site www.lesseninhetdonker.be!
Inleiding in de klas: Voor de film
FILMFICHE Technische kaart Duitsland * 2004 * 82 min Originele versie met Nederlandse ondertiteling Originele titel Die Blindgänger Regie Bernd Sahling Scenario Bernd Sahling & Helmu Dziuba Camera Peter Ziesche Muziek Christian Steyer Cast Ricarda Ramünke (Marie) Maria Rother (Inga) Oleg Rabcuk (Herbert) Dominique Horwitz (Herr Karl)
Eerste reacties verzamelen
Prijzen en onderscheidingen • • • • •
Marie is een tiener: ze piekert over jongens, over haarverf, ze spiekt in de klas, ze hangt voor tv. Alleen… Marie is blind. Met haar vriendin Inga deelt ze lief en leed in het blindeninstituut, een geïsoleerde wereld met eigen voorschri�en en gebruiken. Marie hee� zogezegd lak aan jongens. Maar is dat wel zo? Wanneer ze Herbert ontmoet, een voortvluchtige autodief, helpt ze hem onderduiken op de verlaten schoolzolder. Herbert wil naar huis, naar Kazachstan. Maar wil Marie hem daar wel bij helpen? Sinds Herbert er is, voelt ze zich zo anders. Een muziekwedstrijd kan hen helpen het nodige reisgeld bijéén te sprokkelen. Ze laten zich een weekend lang opsluiten in het instituut om een demo-bandje op te nemen. Daarvoor moeten ze wel ‘een kijker’ in vertrouwen nemen, met alle risico’s vandien…
Deutscher Filmpreis in Gold 2004 In de categorie “Beste kinder- en jeugdfilm” Lobende Erwähnung der Internationalen Jury des 27. Kinderfilmfestes, Berlinale 2004 Lobende Erwähnung der Kinderjury des 27. Kinderfilmfestes, Berlinale 2004 Hoofdprijs van het Internationale Kinderfilmfestival Zlin 2004 Euro Kids Film Award van het Internationale Kinderfilmfestival Zlin 2004
04
Hierbij kan je volgende vragen stellen: 0 Hoe voelde je je tijdens het kijken naar de film? 0 Als je een woord mocht bedenken om de film te beschrijven, welk woord zou dat dan zijn? 0 Wat vond je goed aan de film en wat vond je minder goed? Laat de leerlingen hun antwoord mondeling formuleren of het neerschrijven op een blad.
05
Het verhaal: kort samengevat
Het is goed de leerlingen enkele aandachtspunten mee te geven zodat ze voorbereid zijn en gericht kunnen kijken. Neem dus enkele minuten tijd voor een korte inleiding alvorens jullie naar de film gaan kijken. Je kan daarvoor gebruik maken van de lesbrief voor de leerlingen. Het hoofdstuk “voor de film” geeft een goede introductie op de film. Je kan die kopieren en uitdelen in de klas.
Uitgebreide synopsis
Marie en Inga, beiden 13 jaar en al jarenlang boezemvriendinnen, verschillen in niets van hun lee�ijdsgenoten: ze hebben last met hun vriendje, balen van strenge leerkrachten, zijn bezorgd om hun uiterlijk, hangen ’s avonds voor de televisie,… Alleen: beiden zijn blind en verblijven in een internaat voor blinden en slechtzienden, gevestigd in een oud, monumentaal klooster. Het leven van de meisjes en hun “lotgenoten” speelt zich voor een groot deel af binnen de muren van de instelling. Inga gaat elke 14-dagen wel een weekendje naar huis. Marie hee� haar beide ouders verloren in een auto-ongeluk (tevens de oorzaak van haar blindheid), maar kan geregeld mee met Inga. Gelukkig kunnen ze meer dan voldoende tijd vrijmaken voor hun grote passie: muziek. Inga speelt saxofoon, Marie gitaar. Een muziekwedstrijd voor schoolbands op televisie maakt hen aan het dromen: stel je eens voor dat zij de hoofdprijs (€1000) in de wacht zouden slepen. Een aankondiging in de krant (“schoolband zoekt muzikante”) lijkt hun droom zelfs nog haalbaar te maken. Ze weten Karl (opzichter in het instituut en graag gezien door de leerlingen) om te praten. Hij brengt hen naar de stad waar ‘The Bloody Brains’ audities houden in hun repetitielokaal. De bandleden zijn wel onder de indruk van het muzikaal talent van de meisjes maar maken zich zorgen of dit wel een goeie ‘carrièrezet’ is: twee blinde bandleden. Wanneer zich even later ook een ziend (en ook knap) meisje aanbiedt is de beslissing ook snel genomen. Marie en Inga druipen ontgoocheld af. Marie zoekt troost op een bank in het park van het internaat. Een plaats die ze vaak opzoekt als ze tot rust wil komen. Maar de gebruikelijke rust wordt plots verstoord door het schelle geluid van piepende remmen, een auto die slipt en ergens opknalt, politiesirenes, iemand die wegloopt, stemmen die praten over een autodief. Nog voor Marie een kreet kan uitbrengen voorkomt een hand op haar mond dat de zoekende politie haar aanwezigheid opmerkt. De hand blijkt van Herbert, een jongen uit Kazachstan die samen met zijn vader naar Duitsland vluch�e, heimwee kreeg en nu zo snel mogelijk terug wil naar zijn moeder in Kazachstan. Zijn poging om met een gestolen auto terug te rijden eindigde tegen een boom. Nu de politie naar hem op zoek is, kan hij zich beter een paar dagen schuilhouden. Met de hulp van Inga weet Marie hem binnen te smokkelen. Een verlaten zolderkamer is de geschikte schuilplaats. 06
Marie had tot nu toe weinig interesse in jongens… maar de mysterieuze Herbert maakt blijkbaar toch bepaalde gevoelens bij haar los. Ze ontfermt zich met meer dan grote zorg over hem. De jonge Kazak wil zijn tocht naar huis echter zo snel mogelijk verder zetten, maar voor een illegaal transport met een truck bedraagt de vraagprijs € 500. Een bom geld. Inga, Marie en Herbert proberen het als straatmuzikant, maar als de opbrengst ook gestolen wordt door een bende straatjongeren, moeten ze op zoek naar een andere oplossing. Herbert blijft dus nog even ondergedoken, en dat vindt vooral Marie niet erg. De muziekwedstrijd voor schoolbands winnen lijkt nog de enige oplossing. Maar dan moeten ze wel een paar extra mensen in vertrouwen nemen. Daniël, een jongen uit het internaat, wil maar al te graag plaats nemen achter de drums. En Karl wil gerust een oogje toeknijpen en helpen bij de montage van hun videoclip. Ze laten zich een weekendje opsluiten in het muzieklokaal, slaan aan het componeren en maken de nodige opnames. Misschien kan de inzending van “De blindgangers” wel een succesverhaal worden…
Opdracht rond de verhaalstructuur De meeste films hebben een duidelijke verhaalstructuur. Ze hebben een duidelijk begin, midden en einde: In het begin van de film kan je na 10 minuten al snel een antwoord geven op de 5 W-vragen (de expositie van de film). Kunnen de leerlingen het verhaal van de film reconstrueren aan de hand van volgende vragen? Over WIE gaat het verhaal? WAAR speelt het verhaal zich af? WAT gebeurt er in het verhaal? WANNEER speelt het verhaal zich af (en over welke tijdsspanne)? Kan je omschrijven WAAROM het verhaal een bepaalde wending krijgt?
07
Inhoudelijke bespreking
BLINDGANGERS kondigt zich aan als een film over twee blinde tienermeisjes. Hoewel dit regisseur Bernd Sahlings langspeelfilmdebuut is, weet hij een aantal voor de hand liggende valkuilen te ontlopen. Eerdere ervaringen met blinden en slechtzienden (met ondermeer een documentairereeks en een kortfilm) zorgen er voor dat hij net een stap verder zet dan de eerste, vaak ‘emotioneel gekleurde’ kijk op blinden en slechtzienden. Verwacht dus zeker geen overdreven sentiment of belerende toon, maar een respectvolle, discrete benadering. Zonder aan duidelijkheid in te boeten dus geen zeemzoeterige boodschap. BLINDGANGERS biedt gelukkig meer dan een kennismaking met blinden en kaart een aantal thema’s aan die universeel zijn. DE THEMA’S EN SFEER IN DE FILM
Ook de humor is in BLINDGANGERS geen kwestie van gekke bekkentrekken of slapstick parodieën. De combinatie van de nachtwaker die in de kerk op zijn draagbaar tv-toestelletje een voetbalwedstrijd volgt en even later bij kaarslicht in een bijbel zit te lezen zal je niet direct in een deuk doen liggen, maar dat zou ook niet passen in deze prent. BLINDGANGERS moet het eerder hebben van subtiele grapjes, van geva�e korte gesprekken. De dialogen blijven trouwens tot een minimum beperkt. Maar verlangt de kijker geen happy end? Niet zo voor BLINDGANGERS. Je hoopt zelfs dat het liefdesverhaaltje tussen Marie en Herbert geen geforceerd happy end krijgt, dat de jongen vooral niet uit de vrachtwagen zal springen om Marie nog een laatste keer liefdevol in de armen te vallen. Je krijgt dus geen geforceerde of plotse verhaalwendingen voorgeschoteld.
In tienerfilms is de ontluikende eerste liefde een vaak behandeld thema. Maar vaak vervallen die in goedkoop sentiment en verwoedde pogingen om zo ‘hip en jong’ mogelijk te ogen. Dat is hier niet het geval. Deze film moet het niet hebben van stroperige liefdestaferelen, spektakel, speciale effecten of een populaire soundtrack. Integendeel. Dat het geheel er daardoor misschien wat traditioneel (of zelfs wat ouderwets) uitziet, neem je er graag bij. Het resultaat is niet enkel een film over anders zijn, maar ook een film die zelf wat anders is. Zonder dat het verhaal de kijker zal koud laten. Wanneer Marie en Inga na hun auditie bij “The Bloody Brains” voor de zoveelste maal op vooroordelen van kijkers tegenover blinden stuiten, voel je de ontgoocheling en frustratie bij de meisjes. Een vuilnisemmer die met een welgemikte tik van de wi�e stok de trappen afdondert, zegt voldoende. Het tonen van een dramatische huilbui of woede-uitbarsting is hier overbodig. Ook woorden zijn overbodig. Je gunt Marie de stilte en rust die ze opzoekt in het park van het internaat.
en ze.
Gitarist: Spelen kunn televisie man! Drummer: Maar voor er om beelden. Gitarist: Dat gaat me en dan niemand. nd bli Bassist: Beter 2
08
09
TWEE BLINDE MEISJES IN EEN BLINDENINSTITUUT
De titel van de film verschijnt in braille op het scherm.
Regisseur Bernd Sahling loodst je binnen in het leven van de blinde tieners in een internaat. Aanvankelijk valt vooral op hoe hun leven en gedrag aangepast is aan hun handicap en waar de grote en/of kleine verschillen schuilen met het leven van een ‘kijker’. In de klas proberen ze te spieken. Wat niet zo makkelijk is. Ze merken immers niet of de juf hen in de gaten hee�. Plagen is dan weer makkelijker: verwissel de soeplepel en de schuimspaan en je hoort de volgende in de rij al snel vloeken omdat hij na drie keer scheppen nog altijd geen soep in zijn bord hee�. Ze balen enorm van de leerkracht die hen de deur wijst, maar merken niet dat de juf vlak naast hen meeluistert. Maar al gauw focus je minder en minder op de verschillen. Tieners zijn immers in de eerste plaats tiener en pas dan blind. Favoriete gespreksonderwerpen van de meisjes zijn hun nieuwe of ex-vriendjes, hun uiterlijk. Naast muziek maken, hangen ze liefst van al voor (of in hun geval: rond) de televisie. En ze weten het zoals alle tieners ook telkens beter: de wi�e stok is meer een blok aan hun been, dan het middel bij uitstek tegen blauwe plekken. De goede raad van de volwassenen slaan ze (de blutsen en builen er bij nemend) in de wind.
SCENE 2: De stilte uit de eerste scène staat in schril contrast met scène twee. In het muzieklokaal is een dictee aan de gang. Geen van de blinde leerlingen, noch de leerkracht lijkt zich te storen aan het enorme kabaal van de braille-typmachines. Wanneer één van de medeleerlingen de juf bij zich roept vanwege een probleem met haar typmachine (oplossing: een enorme dreun op het toestel) profiteert Marie (het meisje uit de eerste scène) er van om haar vriendin Inga te helpen spieken. Ze neemt haar hand en leidt haar naar haar blad. Inga voelt met haar vingers op het blad en slaat dan verder op haar typmachine. Maar de juf onderbreekt deze poging tot spieken. Ze rukt de bladen uit de machine en wijst de meisjes gedecideerd de deur. De verwondering of bewondering uit scène 1 maakt plaats voor herkenning. Los van een aantal praktische zaken die eigen zijn aan het onderwijs voor blinden, is dit een tafereel dat zich in elke klas of elk internaat kan afspelen.
De openingsscènes illustreren deze evolutie van de focus van de filmkijker. Een korte beschrijving: SCENE 1: Een winters parklandschap. Door de sneeuw volgen we een 13-jarig meisje langs een gigantische muur op een smal pad in de kloostertuin. Het enige geluid dat je hoort is het geklik van haar wi�e stok. Een blindenstok. We kijken wat verrast of vol bewondering naar de behendigheid waarmee zij zich door de tuin voortbeweegt. Bij een oude boomstronk hou je even de adem in maar blijkbaar komt ze hier niet voor het eerst want ze springt er behendig over. Het geluid van de wi�e stok op de tralies van een ijzeren tuinpoort is voor haar het teken dat ze zich rustig kan gaan zi�en op de bank en verder genieten van de stilte. Je kijkt vol bewondering hoe ze met haar handicap omgaat.
10
11
ker!” “Vertrouw nooit een kij GESLOTEN WERELD De blinden in het internaat hebben weinig of geen contact met de “ziende buitenwereld”. Het grootste deel van hun leven speelt zich af binnen de muren van het oude klooster. Het leven buiten de muren bereikt hen slechts als achtergrondgeluid. Dit wordt zeer expliciet getoond in de openingsscène. Marie geniet van de rust in het park. Een rust die in schril contrast staat met het beeld dat de camera ons intussen toont van het drukke stadsleven op de achtergrond. De buitenwereld dringt nauwelijks door tot achter de dikke muren van het bombastische klooster. Binnen de muren verloopt het leven van de tieners goed geordend, volgens duidelijke regels. Dit gee� een groot gevoel van veiligheid. De meisjes weten elk mogelijk obstakel staan en kunnen zich binnen de omheining “vrij” bewegen. De wi�e stok wordt bijna overbodig. Maar 13-jarige meisjes proberen zich uiteraard los te maken van dit overbeschermde en tot in de puntjes geregeld leven in het internaat. Op zoek naar iets nieuws: zo willen ze bvb. eerst meedoen aan de audities voor een band in de stad in plaats van er zelf een op te richten. Dit proces komt in een stroomversnelling wanneer Marie zich ontfermt over Herbert. De nachtwaker is nog makkelijk om de tuin te leiden, maar het meisje gaat steeds een stapje verder. Ze smokkelt eten van tafel, sluipt door de gangen, laat zich geregeld ziek en blij� zelfs een hele nacht weg om bij Herbert op zolder te overnachten. Inga zorgt er wel voor dat dit niet opgemerkt wordt.
Enkel Karl verdient blijkbaar hun vertrouwen. Als buitenstaander kijk je wat argwanend naar deze figuur die overal opduikt, de meisjes schijnbaar onschuldig over de haren strijkt, hen te pas en te onpas volgt met zijn videocamera,… Je vraagt je af of zijn bedoelingen echt wel zo goed zijn als hij laat uitschijnen. Maar de jongeren uit het internaat zijn één en al lof over deze man. Ze snappen niet hoe zo iemand nog steeds vrijgezel is en willen hem hierbij zelfs helpen. Karl is iemand die hen als gelijken behandelt en niet in de eerste plaats als blinden of gehandicapten. Waar Karl dit vertrouwen gaandeweg zal gewonnen hebben, schui� Marie haar vooroordelen al bij de eerste ontmoeting met Herbert opzij. Ze voelt zich onmiddellijk aangetrokken (‘liefde op het eerste zicht’) tot de mysterieuze jongen en schenkt hem haar vertrouwen. Hoewel ze dit aanvankelijk zelfs niet aan haar boezemvriendin Inga dur� toe te geven. Is het omdat ze voor het eerst merkt dat een ‘kijker’ (= ziende) soms ook de hulp van een blinde kan nodig hebben? Of is liefde echt blind?
Mogelijke opdrachten Overloop met de leerlingen de overeenkomsten en verschillen tussen het leven in het internaat voor blinden en slechtzienden en de eigen school. Wat is er specifiek voor blinden? Welke zaken zie je in elke school?
Tegenover de onbekende buitenwereld blijven ze echter een groot wantrouwen bewaren. En het weinige contact dat er is, loopt vaak met een sisser af. Als blinde mag je geen ‘kijker’ vertrouwen: de audities voor “The Bloody Brains” botsen tegen een muur van vooroordelen; de jongeren die in de buurt van het repetitielokaal rondhangen, zien in de blinde meisjes makkelijke slachtoffers; ondanks het succes dat ze als straatmuzikant oogsten, wordt de opbrengst van hun straatoptreden gestolen. Keer op keer ontgoochelende ontmoetingen.
12
13
Interview
Met regisseur Bernd Sahling en hoofdactrice Ricarda Ramünke (Marie) “Vertrouw geen blinde achter het stuur van een auto!”
BLINDGANGERS is een winterse film. Sahling: ‘Het stond vast dat we niet in de zomer zouden draaien. Dat zou het liefdesverhaal veel te zoet maken; we hadden een ruwere se�ing nodig. In de vroege lente was het budget nog niet rond. Dus stelden we de opnames uit tot de winter en dat kwam de film ten goede.’ Ramünke: ‘De kou was verschrikkelijk. De hel� van de crew kreeg griep en ik moest handschoenen in m’n schoenen steken om m’n tenen te verwarmen.’ Was er moed nodig om deze film te maken? Sahling: ‘Ik lag voortdurend in strijd met de producenten die de film commerciëler wilden maken. Zij wilden bv. Dat De Blindgangers een MTV-getinte popsong zouden maken. Maar de film gaat over mensen die ‘anders’ zijn, dus die maken ook ‘andere’ muziek. Hou vast aan je ‘anders-zijn’ en ooit vind je wel iemand die je aanvaardt zoals je bent. Had ik de kinderen een hippe popsong laten spelen, dan had ik m’n publiek voorgelogen.’ De film lijkt gedraaid met een klein budget. Sahling: ‘Je vergist je! Werken met ‘gehandicapte acteurs’ betekent: véél meer draaidagen en het hele land doorreizen om de juiste cast te vinden. Je kan natuurlijk ervaren acteurs vragen om een blind kind te spelen, maar dat werkt niet. Een kinderpubliek doorziet dat bedrog. We werkten vooral met slechtzienden; dat is een groot verschil. In de scènes in het klaslokaal deden ook volblinden mee. Zij waren snel vermoeid. Na 3 uur filmen vielen ze met hun hoofd op de bank in slaap. Dit werk was voor hen te intens. Met een slechtziende actrice zoals Ricarda moet je enkel uitkijken dat er niks in de weg ligt op de set. Je werkt met haar zoals met een gewoon kind en zo werd ze ook behandeld.’
Op een bepaald moment zegt Marie in de film: ‘Het is niet eerlijk om blinden te filmen. Ze weten zelf niet hoe ze er uitzien.’ Maar jij filmde hen. Was dat eerlijk of niet? Ramünke: ‘Als je weet dat je gefilmd wordt, is het niet oneerlijk. Anders wel. Als ze een camera op jou richten, dan weet jij dat en dan kan je je gedrag aanpassen of vragen om de camera weg te halen. Wij kunnen dat niet.’ Sahling: ‘Vragen… jij zou onmiddellijk met je stok slaan! Die agressie zit er bij blinde kinderen wel in. Ze hebben weinig andere manieren om bv. via sport hun agressie te uiten.’ De film bevat krachtige beelden, bv. het hulpeloze meisje tussen die vrachtwagens… Sahling: ‘ Wat ze doet hee� geen enkele zin. Maar ze doet het omdat ze voor ’t eerst iets voelt in zichzelf. Je kan niet precies zeggen wat, maar vermoedelijk is het de liefde voor een jongen.’ … maar er schuilt ook veel schoonheid in wat je niet ziet. Ik was blij dat je niet toonde wat er die ene nacht gebeurde tussen Herbert en Marie. Sahling: ‘Dat is mijn visie op het vertellen van een verhaal: als het publiek zelf iets kan invullen, moet ik het niet tonen. Als filmmaker moet ik fantasie stimuleren, niet bekno�en of a�akenen. Want fantasie is altijd rijker dan wat ik in beelden kan tonen.’ Er zi�en ook veel stiltes in de film. Sahling: ‘Ook dat past in mijn visie: beelden laten veel meer open dan dialogen. In de laatste versie hebben we 50 % van de dialogen geschrapt. Dat maakt van BLINDGANGERS weliswaar geen ‘blindenvriendelijke’ film.’ Maar jij vond de film wel mooi? Ramünke: ‘Absoluut. Ik kan de film zien, maar ik kan niet beschrijven hoe. Vooral het samenwerken met zoveel aardige mensen vond ik heerlijk. Van vrienden en familie kreeg ik héél positieve reacties.’
Marie: Arme blinde me isjes Karl: Waarom? Inga: Omdat wij niet weten Karl: Ja, maar als je
niet...
Inga en Marie:
14
15
filmen is oneerlijk.
hoe we er uitzien. eenmaal kan zien, dan we
et je
Dat zei je drie jaar gel eden ook al.
Waar komt het verhaal vandaan? Sahling: ‘In 1983 kreeg een bevriend koppel een blind kind. Toen het meisje 2 jaar oud was, draaide ik een korte documentaire over haar. Ik vond het zo boeiend dat ik haar opnieuw voor de camera vroeg toen ze 8 en 18 jaar oud was. In die documentairereeks kon ik met haar over alles praten, behalve één ding: liefde. Daarover zei ze niets. Daarom ging ik zelf een verhaal schrijven over blinden en verliefdheid. Ik heb wel de hulp ingeroepen van mijn vriend Helmut Dziuba (regisseur van kinderfilmklassiekers zoals EDE EN UNKU, JAN AUF DER ZILLE,…).’
Waarom Kazachstan? Sahling: ‘Het had net zo goed Vietnam kunnen zijn. Maar Oleg was een Kazak. We vonden hem in een asielcentrum. Zijn kennis van het Duits was beperkt, zoals je hoort in de film. Gelukkig sprak Helmut Dziuba vloeiend Russisch; hij kon de jongen opvangen. Anders zaten we met een ernstig communicatieprobleem: Oleg zei geen woord, hij bouwde een muur waar ik niet doorheen kon. Ik weet alleen dat hij nog steeds in Duitsland is.’ Ramünke: ‘Ik probeerde met hem te praten, maar hij bromde altijd een kort antwoord en draaide zich om.’
En de titel? Sahling: ‘BLINDGANGERS hee� meerdere betekenissen. Een blindganger is een afgeschoten, niet ontplo�e bom of granaat. In de gewone omgangstaal staat dit ook voor een loser. Het feit dat de muzikanten in de film hun band De Blindgangers noemen, is typerend voor de humor waarmee blinden omgaan met hun handicap.’
En wie is Karl? Sahling: ‘Hij is een heel dubbelzinnig personage, gebaseerd op een man die ik bij het draaien van mijn documentaires ontmoe�e. Een aardige vrijgezel; de blinde kinderen waren dol op hem. Toen tijdens het zomerkamp van de blindenschool het hotel volgeboekt was, liet hij een meisje in z’n kamer overnachten. Daarop werd hij ontslagen. Daarom zit ook die vreemde scène met Karls moeder in de film, een aanzet om Karls gedrag te verklaren. Kinderen zijn het gewend om maar een deel van de waarheid te horen. De rest vullen ze zelf in.’
Ik ben een ‘kijker’… ben ik te vertrouwen? Ramünke: ‘Als het gaat om geheimen of intieme gesprekken, dan telt het karakter en maak ik geen onderscheid tussen wie blind is en wie niet. En als het gaat om ‘mijn begeleiding’… dan vertrouw ik heus wel beter een ‘kijker’ achter het stuur van de auto dan een blinde!’ Hoe vaak doe je in het echte leven wat je in de film doet: ‘blindelings’ een portret maken van iemand die je ontmoet? Ramünke: ‘Soms hoor ik in de schoolgangen iemand op hoge hakken en dan stel ik me daar onmiddellijk een manier van lopen bij voor, een complete figuur. Wanneer ik erg luidruchtige mensen opmerk in een groep, trek ik daar wel conclusies uit over hun karakter. Maar ik zal nooit, zoals ik wel in de film doe, iemand betasten om te weten hoe die er uitziet. Ik vraag soms wel om iemand nauwkeurig te beschrijven.’ Herbert is een ‘vluchtige’ figuur: hij komt en hij gaat… Sahling: ‘In een eerdere versie zou de film beginnen met Marie en Herbert die samen muziek speelden; van daaruit werd hun verhaal gereconstrueerd. Maar nu staat enkel Marie centraal; alles draait om haar. De anderen zijn slechts katalysators. We hadden enkele gemeenschappelijke punten nodig om Marie en Herbert dichter tot elkaar te brengen: hun liefde voor muziek en het gemis van hun ouders. Ze komen beiden uit een ‘onvolledig gezin’.’
Je draaide op heel intrigerende locaties: de buitenwijken, de immer leeg ogende straten en vooral het schoolgebouw dat enorm tot de verbeelding spreekt. Sahling: ‘Die locatie was er eerst, voor het verhaal. Het is een school; mijn moeder gaf er les en ik vond het een fantastische locatie voor een gesloten, claustrofobisch verhaal. Onze werktitel was trouwens ‘Kreuzgang’, de centrale kloostergang.’ Wat betekent ‘Aldu Sonne Mi Guun’? Ramünke: ‘Het is fantasietaal. Voor Marie symboliseert die zin ‘de liefde van haar ouders’, van haar vader. Het betekent voor haar véél meer dan voor mij.’ Kan je echt spieken bij het schrijven van braille? Ramünke: ‘Enkel als de leerkracht de klas uit is, en dat gebeurt haast nooit. Wij werken met laptops en daarbij kan je zeker spieken. Maar ik heb dat niet nodig!’ INTERVIEW OVERGENOMEN UIT GENERIEK. AFGENOMEN DOOR GERT HERMANS TIJDENS HET CINEKID-FESTIVAL, AMSTERDAM 2004.
MOGELIJKE OPDRACHTEN: Is de regisseur geslaagd in zijn opzet? Toets een aantal van de antwoorden van de regisseur aan de bevindingen van de leerlingen. Bv. over de stimulering van de fantasie, zelf invullen van zaken die niet getoond worden, het weglaten van de dialogen,...
16
17
Filmploeg: de regisseur, de producent en de acteurs
DE PRODUCENT
DE REGISSEUR
Wat is een regisseur? De regisseur is de baas op de filmset. Hij of zij bepaalt hoe de film er zal uit zien: hoe de acteurs moeten acteren, hoe het decor eruit moet zien, waar de camera moet staan. De regisseur maakt de film natuurlijk niet alleen. Hij of zij wordt omringd door een hele ploeg van mensen: een scenarist die het verhaal schrijft, een producent voor de financiering, een hele technische ploeg tijdens de opnames, de acteurs, een monteur die de opnames aan elkaar monteert, enz. Maar tijdens dat hele proces is de regisseur de belangrijkste persoon. Het is dan ook zijn of haar naam die bij de film wordt vermeld als die in de bioscoop wordt gebracht.
Wat is een filmproducent? De producent is het bedrijf of de persoon die de financiering voorziet van de film. Voor de producent is het financieren van een film een investering. Als de film goed loopt in de bioscoop, dan krijgt die het geinvesteerde geld terug en kan die er bovenop nog winst maken. Maar is de film een flop, dan verliest hij een deel van het geld. Daarom kijkt een producent eerst goed uit wie de film regisseert, of het een goed scenario is, of er bekende of goeie acteurs zullen meedoen en of de regisseur zich met een goede filmploeg omringt. Op basis daarvan kan een producent al inschatten of een film het goed zal doen of niet. De producent is een heel belangrijke schakel bij het maken van
BERND SAHLING werd in 1961 in Naumburg (toen nog DDR) geboren. Hij begon zijn filmloopbaan in 1983 als vrijwilliger in de DEFA-studio. Als regieassistent was hij betrokken bij kinderfilmproducties van Helmut Dziuba, Rolf Losanski en Hannelore Unterberg. In 1991 behaalde hij het diploma ‘film- en tv-regisseur’ aan de Konrad Wolf Hogeschool voor Film & Tv in Babelsberg (Potsdam). Sindsdien is hij werkzaam als auteur en regisseur. FILMOGRAFIE 1985 1986 1987 1990 1991 1993 1994
LIED FÜR ANNE BUMERANG WENN MAN SO LEBEN WILL WIE ICH ALLES WIRD GUT IM NEST DER KATZE OHNE ENDE WARTEN AUF GESUNDHEIT FUNDUS 1997 DIE RECHTE DER KINDER: DIE RUHESTÖRUNG 1998 ZEIT DER KRÄNE 1999 GYMNASIUM ODER WIR WERDEN SEHEN 2004
een film: geen producent is geen geld en dus geen film. Vaak staat de producent naast de financiering ook in voor tal van praktische zaken: het regelen van locaties, voorzien van filmmateriaal en nog heel wat.
Regisseur BERND SAHLING: ‘Ik lag voortdurend in strijd met de producenten die de film commerciëler wilden maken. Zij wilden bv. dat De Blindgangers een MTV-getinte popsong zouden maken. Maar de film gaat over mensen die ‘anders’ zijn, dus die maken ook ‘andere’ muziek. Hou vast aan je ‘anders-zijn’ en ooit vind je wel iemand die je aanvaardt zoals je bent. Had ik de kinderen een hippe popsong laten spelen, dan had ik m’n publiek voorgelogen.’
DIE BLINDGÄNGER 18
19
DE ACTEURS Ricarda Ramünke (Marie) Ricarda Ramünke werd geboren op 24 februari 1990 in Wolfenbü�el. Zij liep school aan het gymnasium voor blinden en slechtzienden in Marburg. Hoewel ze op driejarige lee�ijd bijna haar volledig gezichtsvermogen verloor, hee� ze niets aan zel�ewustzijn verloren. Zij is een uitstekend judoka, speelt graag piano en hee� veel plezier in het vak Latijn. Later wil ze advocaat worden, een baan bij de politie of misschien wel een carrière als actrice. Ricarda gaat graag naar de bioscoop. Tot haar favorieten behoort de LORD OF THE RINGS-trilogie. “Marie in de film is zo verlegen. Ik ben minder voorzichtig, minder verlegen en ik ben ook niet helemaal blind.” “Uitslapen is één van mijn favoriete bezigheden. Voor de filmopnames was dat zeer vervelend. Want dan moet je altijd zo vroeg opstaan.” “In de film gebeuren heel wat dingen die ik ook zou doen. Maar wat ik zeker nooit zou doen is zo een zomerkleedje als Marie aantrekken voor een jongen. Dat zou ik nooit doen.” “De kou tijdens de opnames was verschrikkelijk. De hel� van de crew kreeg griep en ik moest handschoenen in m’n schoenen steken om m’n tenen te verwarmen.” Maria Rother (Inga) Maria Rother werd geboren op 13 april 1987 in Frankfurt am Oder. Ze woont nu in Berlijn. Zij bezocht de Königs Wusterhausenschool voor blinden en slechtzienden in Brandenburg. In 1997 stond zij voor het eerst voor de camera bij de film DIE RECHTE DER KINDER, eveneens geregisseerd door Bernd Sahling. Keyboards zijn al jaren haar favoriete instrument. Na het beëindigen van haar middelbare school volgt ze nu een driejarige beroepsopleiding. In de bioscoop laat ze alles met plezier op zich a�omen, van horror tot liefdesdrama.
Dennis Ri�er (Daniel) Dennis Ri�er werd 10 april 1986 in Ludwigsburg geboren. Al op jonge lee�ijd gaf hij blijk van muzikaal talent. Hij is thuis op vele instrumenten: piano, fluit, mondharmonica, elektrische gitaar, drums... bijna alles wat hij in handen krijgt verandert hij in een slaginstrument. Van 1993 tot 1998 was hij leerling aan de basisschool van de Nikolauszorg in Stu�gart, een instituut voor blinden en slechtzienden. Momenteel volgt hij een beroepsopleiding. Hij is drummer en pianist in de band van de muziekschool van Aalen en onlangs rich�e hij met vrienden in Stu�gart een rockband op. Misschien maakt hij ooit van zijn muzikale hobby zijn beroep. Hij wil graag nog vaker acteren en houdt vooral van Duitse films. Moritz Bleibtreu en Til Schweiger zijn z’n favoriete acteurs. “Muziek maakt gewoon deel uit van mijn leven. Ik kan niet zonder. Of ik er nu goed of slecht in ben: het hoort er gewoon bij.” “Toen ik hoorde dat ik de rol kreeg, wist ik met mezelf geen blijf. Ik rende als een gek de trappen op en af. De opnames waren super. Je leert er nieuwe mensen kennen”
Oleg Rabcuk (Herbert) Oleg Rabcuk werd geboren op 27 oktober 1988 in Schulbinsk, Kazachstan. Daar maakte hij als acteur voor het eerst kennis met ‘theater’. In 2002 kwam hij met zijn familie naar Duitsland. Het gezin vestigde zich in Halle/Saale. Oleg ging er naar de integratieklas van de middelbare school en werd bij een casting ontdekt. Gezien zijn achtergrond was de rol van Herbert hem op het lijf geschreven. Inmiddels spreekt hij zo goed Duits dat hij in een ‘normale’ klas zit. Op school gaat zijn belangstelling vooral uit naar wiskunde en Duits. Zijn vrije tijd brengt hij vooral door in de biljartzaal, bowlingclub en fitnessruimte. In tegenstelling tot Herbert, wil Oleg niet terug naar Kazachstan.
“Mijn leven is na de film niet veranderd. Misschien op één punt na: mijn nieuwe vriend komt uit Thuringen, niet toevallig de plaats waar een groot deel van de opnames plaatsvond.” 20
21
“Het draaiboek sprak me onmiddellijk aan. Een bijzonder project” “Een film opnemen met kinderen is niet altijd makkelijk. Maar voor BLINDGANGERS was het vooral heel leuk.”
BRAILLESCHRIFT Gedurende eeuwen hadden enkel gefortuneerde blinden toegang tot het geschreven woord dankzij de hulp van lezers die hen informatie voorlazen. Sommige blinden poogden zelf hun eigen schrijfmethode te ontwikkelen. Maar deze methodes waren geen lang leven beschoren.
De Fransman Louis Braille (1809 – 1852), die zelf op 3-jarige leeftijd blind was geworden door een ongeluk in de werkplaats van zijn vader, ontwikkelde het brailleschrift, een lees- en schrijfsysteem van blinden. In 1819 ging Braille naar het Nationaal Instituut voor Blinde Kinderen in Parijs, waar hij al spoedig vernam dat er in datzelfde jaar een speciaal ‘nachtschrift’ was ontwikkeld door een artillerieofficier in het Franse leger, Charles Barbier. Dit schrift was een methode om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Daarbij werd een raster van twaalf punten gebruikt, waarop in reliëf codes werden aangebracht die in het donker voelbaar waren. Zeer waarschijnlijk heeft dit Louis Braille op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen. Toen Braille 15 jaar oud was, kwam hij al met een eerste opzet voor een blindenschrift en in 1829, op zijn 19e, had hij het volledig ontwikkeld tot een bruikbare methode. Hij had het twaalfpuntssysteem vervangen door een minder ingewikkeld zespuntssysteem en er een bepaalde logica in aangebracht waardoor behalve letters en hoofdletters ook leestekens, cijfers, tweeklanken en andere aanduidingen gebruikt konden worden. Zijn medeleerlingen begonnen het meteen te gebruiken, maar pas in 1854, twee jaar na zijn dood, werd het brailleschrift officieel erkend als volwaardige lees- en schrijftaal voor blinden. Nog altijd wordt het wereldwijd door en voor blinden toegepast. Naderhand zijn ook een brailleschrift voor muziek, wiskunde en tekstverwerking op computer ontwikkeld. Ook bestaat er voor geoefende braillelezers een soort stenoschrift in braille. Braille wordt van links naar rechts gelezen met beide handen. Ervaren braillelezers kunnen tussen 150 en 200 woorden per minuut lezen.
22
23
Blind zijn: brailleschrift en de witte stok
Dominique Horwitz (Karl) Dominique Horwitz werd op 23 april 1957 in Parijs geboren. Zijn eerste filmervaring kreeg hij eind jaren ‘70. Later profileerde hij zich als markant vertolker van karakterrollen. Een kleine greep uit zijn gevarieerde filmografie: 1978 in: DAVID van Peter Lilienthal 1985 in: STAMMHEIM van Reinhard Hauff 1993 in: DE KLEINE VAMPIER van Christian Görlitz 1999 in: NO PLANES-NO TRAINES van Jos Stelling 2001 in: SPROET van Ben Verbong 2003 in: SPROET IN GEVAAR van Ben Verbong 2004 in: BLINDGANGERS van Bernd Sahling
Al te veel prijsgeven van het verhaal kan de spanning en nieuwsgierigheid wegnemen. Een aantal van onderstaande tips, ideetjes kunnen echter ook al voor de film aan bod komen zonder de filmbeleving in het gedrang te brengen. Marie vindt ondanks haar visuele handicap blindelings haar weg in het internaat en in het park. Zij oriënteert zich vooral door gebruik te maken van het gehoor. Onderstaande oefeningen vertrekken allemaal van oriëntatie of bewust gebruik maken van de zintuigen. -
WITTE STOK De wi�e stok is het symbool voor blindheid en slechtziendheid. Hij biedt blinden en slechtzienden de mogelijkheid om zich op straat te verplaatsen en zo automobilisten en voetgangers te wijzen op hun handicap. De wi�e stok is een vrij recente uitvinding: de jonge Parisienne Guilly d’Herbemont kwam op het idee in 1930. Ze stelde vast dat op straat noch de automobilisten noch de voetgangers oog hadden voor de blinden. Ze inspireerde zich op de wi�e stok van de politieagenten en slaagde erin de politieprefectuur van Parijs te overtuigen om blinden en slechtzienden een wi�e stok te laten gebruiken. Dit initiatief kreeg heel wat weerklank en kreeg in de rest van Frankrijk en ook elders ter wereld navolging.
-
-
Oefening 1: De kinderen zi�en in een kring en sluiten gedurende 1 minuut de ogen. Welke geluiden horen ze allemaal? Oefening 2: de kinderen stappen rond in de ruimte. Op het signaal sluiten ze de ogen en blijven stil staan. Mogelijke opdrachten: wijs met de rechterarm in de richting van het raam, deur, kader op aan de muur, dichtstbijzijnde persoon, mogelijke obstakels,… Oefening 3: plaats bepaalde hindernissen in de gang of op het afgebakende parcours. De kinderen stappen het parcours eerst af met hun ogen open. Nadien met de ogen toe. Indien er een stok voorhanden is, kan die uiteraard ook gebruikt worden.
Marie ‘bekijkt’ anderen met haar handen. Ze tast de persoon helemaal af om zich een beeld te vormen. -
Oefening 1: Een geblinddoekte mag de klasgenoten betasten. Kan je de persoon herkennen? Oefening 2: Iedereen neemt een bepaalde houding aan. De geblinddoekte probeert op de tast na te gaan hoe de anderen staan en probeert dezelfde houding aan te nemen.
Met behulp van het braillealfabet in bijlage kunnen uiteraard ook tal van oefeningen uitgewerkt worden om zich wat in te leven in het leven van een blinde of slechtziende.
24
25
TIPS VOOR VERWERKING
het alfabet
Marie en Inga zijn tieners; ze piekeren over jongens, over haarverf, ze houden van muziek... Alleen... de meisjes zijn blind en wonen in een blindeninstituut. Wanneer Marie Herbert - een gevluchte autodief – ontmoet, helpt ze hem onderduiken op de verlaten schoolzolder. Herbert wil naar huis, naar Kazachstan. Maar wil Marie wel afscheid nemen? Een muziekwedstrijd kan helpen het nodige reisgeld bijeen te sprokkelen. Daarvoor moet ze vertrouwen hebben in de buitenwereld, met alle risico’s vandien...Een winterfilm in een prachtig decor. Het lijkt koud...maar je wordt er wel warm van. REGISSEUR BERND SAHLING OVER… de film: “De film gaat over anders zijn, dus gedragen de personages zich ook anders. Hou vast aan je ‘anders-zijn’ en ooit vind je iemand die je aanvaardt zoals je bent (…)”
Inga: Hoe oud denk je da t de jongen was? Marie: Kleine handen. wa arschijnlijk 14 jaar. Inga: Nam hij je stevig vast? Marie: Ja Inga: De macho. En de po litie wat zeiden die? Marie: Autodief...
de titel: “Het woord ‘blindgangers’ hee� meerdere betekenissen. Het is een gedropte bom of handgranaat die niet ontplo� is. Maar in de dagelijkse omgangstaal is het ook een loser. De muzikanten in de film noemen zich ‘De Blindgangers’; typisch voor de humor waarmee blinden omgaan met hun handicap.” de acteurs: “Ik had ook kunnen werken met ziende acteurs en hen vragen om een blinde te spelen. Maar dat werkt niet. Een jong publiek doorziet dat bedrog. Wij hebben vooral gewerkt met slechtzienden; dat is een groot verschil. In de scènes in het klaslokaal deden ook ‘volblinden’ mee. Zij waren snel vermoeid. Na 3 uur filmen vielen ze met hun hoofd op de bank in slaap. Dit werk was voor hen te intens. Met een slechtziende actrice zoals Ricarda moet je enkel uitkijken dat er niets in de weg ligt op de set.” het verhaal: “In 1983 kreeg een bevriend koppel een blind kindje. Toen het meisje 2 jaar oud was, maakte ik een korte documentaire over haar. Ik vond het zo boeiend dat ik haar opnieuw voor de camera vroeg toen ze 8 en 18 jaar oud was. In die serie kon ik met haar over alles praten, behalve over één ding… liefde. Daarover zei ze niks. Daarom ging ik zelf een verhaal schrijven over blinden en verliefdheid.”
Lesbrief voor de leerlingen
Lessen in het donker
01
VooR DE FILM
HET VERHAAL…
THE MAKING OF
DE ACTEURS
•
De zoektocht naar de geschikte acteurs duurde 6 maanden. De regisseur trok langs verschillende scholen voor blinden en slechtzienden in heel Duitsland. De drie hoofdacteurs zijn zelf slechtziende en zi�en op een internaat. Volgens de regisseur lijkt hun karakter een beetje op dat van de rol die ze in de film spelen.
•
De film werd opgenomen in 38 dagen, verspreid over 8 weken.
•
De opnames gebeurden in de winter. De regisseur wou zeker niet tijdens de zomer opnemen. Anders zou het verhaal te zoet geweest zijn. De winter maakte het wat ruwer. Maar uiteraard ook lastiger voor de acteurs en de filmploeg. De hel� van de filmploeg kreeg griep en de acteurs trokken zelfs handschoenen over hun voeten om het toch maar een beetje warmer te krijgen.
•
Ricarda Ramunke (Marie) - Geboortedatum: 24/2/1990 - Hobby’s: judo, piano - Favoriet schoolvak: Latijn - Wat ze later wil worden: advocaat, politieagente of misschien actrice - Favoriete film: The Lord Of The Rings trilogie - Over de opnames: “Uitslapen is één van mijn favoriete bezigheden. Tijdens de filmopnames was dat zeer vervelend, want dan moet je altijd zo vroeg opstaan.” “De kou tijdens de opnames was verschrikkelijk.” Maria Rother (Inga) - Geboortedatum: 13/04/1987 - Hobby’s: Keyboards spelen. - Favoriete schoolvak: ?? - Wat ze later wil worden: ze volgt momenteel een opleiding voor handel en verkoop en hoopt iets in die richting te kunnen doen. - Favoriete film: geen echte voorkeur. Alles, van horror tot liefdesdrama. - Over de opnames: “Meespelen in een film hee� mijn leven niet veranderd. Misschien op één punt na: mijn nieuwe vriend komt uit Thuringen, niet toevallig de plaats waar een groot deel van de opnames plaatsvonden.”
Het decor stond al vast nog voor de regisseur het verhaal geschreven had. Het is geen school voor blinden maar een muziekinternaat waar zijn moeder vroeger nog les gaf. Bernd Sahling vond de gebouwen en de omgeving toen al prachtig en droomde om er ooit een film te kunnen opnemen.
enlijk dat je haar Marie: Hoe weet je eig t?
hiermee blond word el zei het toch. wink Inga: De vrouw in de zich vergist heeft? Marie: En wat als ze
02
03
Oleg Rabcuk (Herbert) - Geboortedatum: 27/10/1988 - Hobby’s: biljart, bowling en fitness - Favoriete schoolvak: wiskunde en Duits - Wat hij later wil worden: weet het nog niet. Wat hij wel weet is dat hij niet meer terug wil naar Kazachstan. - Over de opnames: Bernd Sahling (regisseur): “Gelukkig was er bij de filmploeg iemand die vloeiend Russisch sprak. Anders zaten we met een ernstig probleem. Oleg zei geen woord tijdens de opnames. Het was moeilijk om contact te krijgen met hem. Nu weet ik niet waar hij uithangt of wat hij doet. Ik weet alleen dat hij nog in Duitsland is.”
04
JE EERSTE REACTIE? Hoe voelde je je tijdens het kijken naar de film? Als je één woord mocht bedenken om de film te beschrijven, welk woord zou dat dan zijn? Wat vond je goed aan de film en wat vond je minder goed? Welke scène bleef je het best bij? Waarom? HEB JE DE FILM GOED BEGREPEN? GEEF EEN ANTWOORD OP DE 5 W-VRAGEN! Over WIE gaat het verhaal? WAAR speelt het verhaal zich af? WAT gebeurt er in het verhaal? WANNEER speelt het verhaal zich af (en over welke tijdsspanne)? Kan je omschrijven WAAROM het verhaal een bepaalde wending krijgt? GA JE AKKOORD MET VOLGENDE STELLINGEN? Motiveer je keuze: - Marie en Inga kunnen zich beter een blinde vriend zoeken, iemand uit het internaat. - Wat Marie doet kan niet: een crimineel mag je niet helpen, maar moet je aangeven aan de politie. - Het leven in het internaat is helemaal anders dan het leven in een gewone school. - Dit is geen film over blindheid, maar een film over tieners die een spannend avontuur beleven.
05
NA DE FILM
Dennis Ri�er (Daniël) - Geboortedatum: 10/04/1986 - Hobby: muziek. Hij speelt verschillende instrumenten: piano, fluit, mondharmonica, elektrische gitaar, drum,… - Wat hij later wil worden: hij speelt momenteel met een paar vrienden in een rockband en wil zeker iets doen met muziek. Maar ook acteur zijn ziet hij wel zi�en. - Favoriete film: vooral Duitse films - Over de opnames: “Toen ik hoorde dat ik de rol kreeg, wist ik met mezelf geen blijf. Ik rende als een gek de trappen op en af. De opnames waren echt super.”
BLIND ZIJN Braille Eeuwenlang konden enkel rijke blinden ‘lezen’. Zij konden iemand betalen die hun de informatie voorlas. Sommige blinden probeerden zelf hun eigen schrijfmethode te ontwikkelen. Uiteindelijk was het de Fransman (1809-1852) Louis Braille die een blindenschri� ontwikkelde.
0
o o
o
o
o
o
Braille is een alfabet, geen taal. Braille kan je immers niet spreken. Het brailleschrift is gebaseerd op 6 puntjes. Sommige brailletekens (vooral leestekens) verschillen van land tot land. 1 A4-blad komt overeen met ongeveer 3 / 4 braillepagina’s. Het gevolg is dat boeken dus een pak dikker worden. Een pagina “vertalen” naar braille is vrij duur. Ongeveer € 1 per blad. Brailledocumenten opsturen via de post moet met de nodige voorzichtigheid gebeuren. De papieren mogen immers niet geplooid of geplet worden, anders wordt het schrift onleesbaar. “Schrijffoutjes”: wanneer je per ongeluk een puntje te veel drukt, kan je dit verwijderen met een wegkrabbertje. Een houten bol waarmee je de braillepunten kan wegdrukken. Als er een puntje te weinig staat, zal je de tekst helemaal terug moeten afdrukken. Ervaren braillelezers kunnen tussen 150 en 200 woorden per minuut lezen. Braille wordt van links naar rechts gelezen, met beide handen.
06
07
WITTE STOK: De wi�e stok is het symbool voor blindheid en slechtziendheid. Het dient niet enkel om mogelijke hindernissen te ontdekken, maart ook om de aandacht te trekken van andere voetgangers en automobilisten. De wi�e stok is een vrij recente uitvinding: de jonge Parisienne Guilly d’Herbemont kwam op het idee in 1930. Ze stelde vast dat op straat noch de automobilisten noch de voetgangers oog hadden voor de blinden. Ze inspireerde zich op de wi�e stok van de Franse politieagenten. Na Parijs volgde heel Frankrijk en de rest van de wereld het voorbeeld.
Op de website van Lessen in het donker kan je je mening over de film achterlaten! Surf naar www.lesseninhetdonker.be
08
09