Kirikoe en de heks Een film van Michel Ocelot
Pedagogisch dossier
LESSEN IN HET DONKER
www.lesseninhetdonker.be
Inleiding In dit pedagogisch dossier vind je heel wat informatie over de film: De filmfiche, uitleg bij het verhaal en de thema’s in de film, info over de regisseur en de productie, over het continent Afrika… Naast deze achtergrondinformatie willen we je tips en doe-opdrachten meegeven om in de klas rond deze film te werken. In bijlage zijn twee Afrikaanse verhalen toegevoegd: één verhaal over de watergeest, het verhaal dat ook in de film aan bod komt en daarnaast een mooi Afrikaans sprookje dat kan worden voorgelezen in de klas.
We hopen dat zowel de filmvisie als de verwerking voor u en de kinderen een boeiende ervaring zal zijn! We horen graag hoe die is verlopen: op onze website is een evaluatieformulier terug te vinden: neemt u even de tijd om die in te vullen? Bedankt! Op onze site vind je nog meer educatief materiaal rond het medium film…
Lessen in het donker vzw www.lesseninhetdonker.be
[email protected]
Lessen in het donker vzw stelt jaarlijks een filmprogramma samen voor het onderwijs in Vlaanderen. De vertoningen vinden plaats in tal van ultuurcentra en bioscopen in Vlaanderen. Het filmprogramma van elke locatie is terug te vinden in de programmabrochure en op onze website. De werking wordt financieel ondersteund door de Vlaamse Gemeenschap.
De pedagogische dossiers worden opgemaakt door:
Lessen in het donker vzw Sint-Jakobsstraat 36 • 8000 Brugge • 050 34 91 93
[email protected] • www.lesseninhetdonker.be
Het Vlaams Centrum voor Kinder- en Jeugdfilm/ Jekino Paleizenstraat 112 • 1030 Brussel • 02 242 54 09
[email protected] • www.jekino.be
Open Doek vzw Warandestraat 42 • 2300 Turnhout • 014 41 94 94
[email protected] • www.opendoek.be
LESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
1
Filmfiche Technische fiche Kirikoe en de heks Frankrijk/ België/ Luxemburg • 1999 70 min. Regie
Michel Ocelot Raymond Burlet
Scenario en dialogen Muziek Animatie Producenten
Michel Ocelot Youssou N’Dour Rija Studio (Riga) Didier Brunner Jacques Vercruyssen Paul Thiltges
NEDERLANDSE VERSIE: Regie Maria Lindes Vertaling Jan Derk Beck Productie Véronique Homs Birgit Schoolmeesters Met de stemmen van
Sander Van Der Poel (Kirikoe) Marjolein Algera (moeder) Liz Snoijink (Karaba de heks) Marcel Maas (oom) Allard Van Der Scheer (oude man) Ton Lutz (grootvader) Hylke Van Sprudel (Kirikoe oud)
Korte inhoud Een kleine stem laat zich horen vanuit de buik van een zwangere vrouw: “Moeder, breng mij ter wereld!” “Een kind, dat praten kan in de buik van de moeder, brengt zichzelf ter wereld!”, antwoordt de moeder. Zo komt er een minuscuul klein jongetje op de wereld, dat zelf de navelstreng doorsnijdt en verkondigt: “Ik heet Kirikoe”. De kleine Kirikoe wordt geboren in een dorp in Afrika, waarover de heks Karaba op een vreselijke manier heerst: de bron is opgedroogd, de dorpelingen gerantsoeneerd, de mannen zijn gekidnapt en ver-
dwijnen op een mysterieuze manier. “Zij eet ze op” beweren de dorpelingen in hun angst en haat. Karaba is een machtige en wrede vrouw, omringd door fetisjen. Vanaf het moment dat Kirikoe ter wereld komt, wil hij echter het dorp bevrijden uit de greep van de heks en wil hij ontdekken waarom Karaba zo kwaadaardig is. Zo vraagt hij aan iedereen (zelfs aan Karaba zelf): “Waarom is Karaba zo stout?” Doorheen al zijn avonturen, komt Kirikoe aan bij de ‘Verboden berg’. Daar wacht de Wijze die het geheim van Karaba, de heks kent…
Notities van de regisseur… Michel Ocelot: “Het vertrekpunt van de film is een WestAfrikaans sprookje dat ik enkele jaren geleden gelezen heb. Het begin van het sprookje, en ook het onderwerp, hadden in mij iets losgemaakt. Ik was onmiddellijk nota’s beginnen nemen voor een toekomstige film… . (Dat sprookje is terug te vinden in bijlage) Toen op een dag een producent me om een scenario voor een langspeelfilm vroeg, drong zich onmiddellijk de figuur van Kirikoe-die-niet-bang-is-voor-tovenaars aan mij op (zoals hij zich opdrong aan z’n moeder en aan de heks). Het was niet alleen een sterk verhaal, ik wou ook al geruime tijd een film maken waarin Afrika centraal zou staan, een wereld die nog nooit in een animatiefilm gebruikt was (‘The Lion King’ gebruikt Afrikaanse decors, maar had het niet over Afrika of Afrikanen). Bovenop dit verlangen van de kunstenaar en de auteur was er ook een sentimenteel argument: ik heb in Guinea een gelukkige kindertijd gekend en vond het niet meer dan natuurlijk om een hartelijke groet te brengen aan dit wereldLESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
2
deel. En zo heb ik dit Afrikaans sprookje als basis genomen voor een mooi, fundamenteel verhaal, waarin mijn vragen als kind en mijn overtuigingen als volwassenen een plaats vinden.
De kracht van de film ligt volgens mij in de opmerkelijke kwaliteit van het scenario, in de film- en acteursregie, die niet moet onderdoen voor het werk met echte acteurs. Je vindt er alles wat je in een bioscoopfilm waardeert.
Het tweede onderwerp is dat je niet bang moet zijn voor ‘tovenaars’ en dat je er meer bij gebaat bent de zaken zelf in handen te nemen dan geluksbrengers te kopen. Mijn helden zijn vrijgevochten personen: Kirikoe, z’n moeder, z’n grootvader en Karaba.”
De mooie, ontroerende ‘Afrikaansheid’ van de muziek van Youssou N’Dour geeft aan de film een bijkomende artistieke dimensie. Ik denk dat alles in ‘Kirikoe en de heks’ het tot een oorspronkelijk en fascinerend werk maakt.
Jacques Vercruyssen over de productie… “(…) Ik had al de productie gedaan van één van de werken van Michel Ocelot: ‘Les contes de la nuit’ (Nachtsprookjes), een serie sprookjes die voor een speciale uitzending voor televisie (Canal+) gebundeld werd. Daarna heb ik hem voorgesteld om een langspeelfilm te schrijven die ik zou financieren. Michel had het idee van ‘Kirikoe’ al in zijn hoofd en zo zijn we aan dit avontuur begonnen. Voor ons was het een hele uitdaging om, ondanks de verpletterende hegemonie van Amerikaanse producties, toch een animatiefilm te maken in Frankrijk. Maar ik denk dat er bij het Europees publiek in het algemeen, en bij het Franse in het bijzonder, vraag is naar een ander soort film dat cultureel gezien meer aanleunt bij onze aard. ‘Kirikoe en de heks’ vergde van ons allen vijf jaar hard werken. Dagelijks was er het gevecht om het geld bijeen te krijgen om de film te kunnen afmaken. Het budget was te beperkt voor zo’n ambitieus project, dus moesten we elke dag bravourestukjes uithalen. Natuurlijk was dat geldtekort een bron van artistieke en technische frustratie. Wij waren veeleisend, maar nooit genoeg, vanwege de door het budget opgelegde beperkingen. Nochtans hebben we niets dat vanuit artistiek oogpunt essentieel was achterwege gelaten.
Muziek van Youssou N’Dour… Michel Ocelot: “De muziek wou ik vanzelfsprekend toevertrouwen aan een Afrikaans musicus. Het is een Afrikaans sprookje en Afrika heeft via haar muziek haar stempel gedrukt op de wereld. Wij hebben het dus gevraagd aan Youssou N’Dour, die ondanks zijn internationale successen nog altijd in Dakar woont. Ik heb hem ook gevraagd om nog meer Afrikaans te zijn dan gewoonlijk, en alleen traditionele Afrikaanse instrumenten te gebruiken… . Het is in zijn studio dat we de dialogen van de film opgenomen hebben.” Youssou N’Dour: “Ik las het scenario van ‘Kirikoe en de heks’ twee jaar voor de productie startte, in een periode waarin men mij veel filmscenario’s opstuurde, ofwel om er muziek voor te schrijven ofwel om erin te acteren. Die van ‘Kirikoe en de heks’ was de enige die me aantrok en wel om twee redenen: Eerst en vooral omdat het een Afrikaans verhaal betrof dat ik bijzonder goed aanvoelde. Het vertelde over water en vuur, over kinderen, heksen en fetisjen, allemaal dingen die deel uitmaakten van onze mythologie, onze roots. En verder omdat ik zo opnieuw kon werken in een context van traditionele muziek. De regisseur had er speciaal op aangedrongen dat ik geen moderne instrumenten of perLESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
3
cussie zou gebruiken, maar meer mijn inspiratie zou zoeken in traditionele Afrikaanse instrumenten als de balafon, de ritti, de cora, de xalam, de tokho, de sabaar en de belon. Het is de eerste keer dat ik filmmuziek maak en dat was een hele uitdaging. Ik zette me onmiddellijk na het lezen van het scenario aan het werk en toen ik de film in zijn geheel zag, was ik erg onder de indruk van de beelden, de kracht van de kleuren, de originaliteit van de personages. Het zijn natuurlijk idyllische beelden. Het is niet het Afrika van vandaag, maar een mythisch en gestileerd Afrika, een Afrika uit een kindersprookje.”
LESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
4
De personages in de film Karaba is een machtige en boze, maar
Kirikoe is een heel klein jongetje dat weet wat ie wil: hij weet het zelfs vóór zijn geboorte. Hij is onafhankelijk, gul en dapper en gaat een gevecht aan met de gevreesde heks Karaba. Hij moest klein zijn om zo de confrontatie met de heks nog meer in de verf te zetten: hij is klein en naakt, terwijl zij majestueus is, heel groot van gestalte en beladen met juwelen. Omdat hij zo klein is raakt hij ook in plaatsen waar anderen niet in kunnen. Natuurlijk is Kirikoe niet gelukkig dat hij zo klein is, zo verschillend van de andere kinderen. Hij droomt ervan groot te zijn. Hij zal de zijnen redden maar hij zal ook proberen uit te vinden waarom Karaba zo boosaardig is. Hoe klein hij ook is, hij laat zich niet imponeren door de dorpelingen. Hij wil verder gaan, zelf de antwoorden zoeken.
heel mooie vrouw. De wijze man in het gebergte zegt: “Karaba houdt niet van kinderen, misprijst vrouwen, haat mannen en wil hen alle mogelijke kwaad aandoen.” Maar er is een reden voor die boosaardigheid, en Kirikoe wil daarachter komen. De mensen hebben haar doen lijden, zo komen we op het einde te weten, en dus neemt zij wraak voor het leed dat men haar heeft aangedaan. Zij leeft geïsoleerd, enkel omringd door haar fetisjen, in een kolossale hut aan de rand van het dorp. Van buiten is de hut grijs (dood en vernieling), en binnenin is ze rood (de brandende hel).
De moeder van Kirikoe is een waardige vrouw die, evenals haar zoon, door de andere dorpsbewoners een beetje links gelaten wordt. Net zoals hij is zij onafhankelijk en open van geest. Ze heeft niet het minste probleem met de vroegtijdige autonomie van haar zoon. Maar zij is ook een moeder. Op een discrete manier is ze altijd in de nabijheid wanneer Kirikoe haar nodig heeft.
Kirikoe’s oom is een gewone jonge man, één van de zeldzame mannen die uit het dorp ontsnapt is. Hij is geen held, hij volgt de regels en de gevestigde orde, en stelt niets in vraag. LESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
5
De wijze man
woont in het Verboden gebergte. Hij is Kirikoe’s grootvader. Hij is een tedere, inschikkelijke en knappe man. Hij staat voor de serene, weldoende en nobele ouderdom, in tegenstelling tot de bangelijke, onophoudelijk raaskallende oude man die in het dorp rondwaart.
De fetisjen zijn Karaba’s veelvormige, gevreesde slaven en dienaars. Zij wonen bij haar en geven blind gevolg aan haar bevelen. Voor deze figuren heeft de regisseur zich laten inspireren door de Afrikaanse beeldhouwkunst.
De dieren. De regisseur koos natuurlijk dieren die in Afrika te vinden zijn: de hop, de parelhoen, palmratten, het Afrikaans everzwijn, de adder, de neushoorn… . Hij gaf ze geen menselijk gezicht want ze blijven dieren. Dat is treffender en echter dan sprekende dieren.
De planten. De regisseur wou niet nog eens bloemen en bomen die al duizend keer te zien waren in andere animatiefilms voorschotelen. De regels van het spel waren: alle planten zijn gemaakt naar echte tropische planten, ze zijn gestileerd en geïnspireerd op Egyptische vereenvoudigingen of op die van de douanier Rousseau. Elk plantje in de film, ook al was het diep in het woud verborgen, moest een klein meesterwerkje zijn. De decorbouwers hebben de regels goed gevolgd.
LESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
6
De thema’s in de film Een sprookje Het vertrekpunt van de film is een WestAfrikaans sprookje. Verhalen hebben in de Afrikaanse cultuur altijd een belangrijke rol gespeeld. Vooral de oudere mannen palaveren nog steeds elke dag en telkens weer zijn het de oudsten die verhalen en sprookjes beginnen te vertellen. Spijtig genoeg is dat niet enkel omdat men voor hen het meest respect heeft, maar ook omdat zij de enigen zijn die deze verhalen nog echt kennen! Achter deze Afrikaanse verhalen zit vaak veel meer dan een leuk verhaaltje met een moraal. Bij een heel aantal van de verhalen komt er een dilemma naar voor. De bedoeling is dan dat de mensen achteraf over deze verhalen gaan discussiëren. Soms zelfs al tijdens het verhaal! Dit is een manier om taboe-onderwerpen toch bespreekbaar te maken. Wanneer er een verhaal verteld wordt over een moeilijk onderwerp, zal er achteraf toch over gediscussieerd worden. Eén voorbeeld van zo’n dilemma is de vraag of een dief, die steelt omdat hij honger heeft en geen andere uitweg zag om aan eten te geraken, een slecht mens is of niet.
Cultuurheld Andere verhalen proberen dan weer bepaalde zaken uit te leggen. Enkele voorbeelden: Waarom hebben zebra’s strepen? Waarom zoemen muggen in mensenoren? Hoe is de mens aan het vuur gekomen? De hoofdfiguren in deze verhalen zijn meestal dieren (zoals Anansi de spin een dier is dat in ontelbare Afrikaanse verhalen opduikt) of bed-bed-bed-overgrootouders die als cultuurheld worden beschouwd (vergelijk bij ons met figuren als Tijl en Nele, Robin Hood,…) Enkele elementen die speciaal zijn aan zo’n cultuurheld-verhalen, zien we ook opduiken in onze film: Kirikoe wordt op een heel speciale manier geboren, is direct
na de geboorte onafhankelijk en doorstaat allerlei gevaren om zijn volk te redden of hen iets bij te brengen (water in dit geval, in andere verhalen gaat het om vuur, graan, honing, bepaalde maskers…)
De goede boodschap Het verhaal dat voor deze film gebruikt werd, brengt ook een belangrijke boodschap:’In ieder van ons zit iets goeds, hoe kwaadaardig die persoon ook mag lijken. Andersom hebben alle goede zielen ook vaak iets ‘slechts’ in zich.’ Het verhaal waarschuwt ons niet zo snel te oordelen over mensen. Vele mensen vellen hun oordeel over anderen na een eerste contact. Mensen die heel kortaf zijn, moeilijk in omgang, lelijk kijken of soms zelfs gewoon minder knap zijn, worden aan de kant geschoven. Dit is een thema dat ook met kinderen perfect kan uitgewerkt worden. Kinderen doen namelijk net hetzelfde: ze kiezen vriendjes, maar heeft een vriendje één keer iets misdaan, dan is het uit met de vriendschap… Gelukkig vergeten kinderen het ook wel snel.
Oud weet het best In de film wordt Kirikoe doorverwezen naar zijn grootvader. Dit is zeker geen toeval. In Afrika hebben de mensen zéér veel respect voor ouderen. Er wordt naar hen geluisterd, aan hen raad gevraagd, voor hen gezorgd,… Vele Afrikanen vinden het dan ook onbegrijpelijk hoe wij, westerlingen, onze grootouders behandelen. Bij ons is nog maar weinig van respect merkbaar; grootouders in een bejaardentehuis plaatsen… er zijn weinig mensen in Afrika die op dat idee zouden komen. In de film is het dan ook de grootvader die wel antwoord weet op alle vragen van Kirikoe. Hij weet wel waarom Karaba de heks LESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
7
zo kwaad is, wat er met alle mannen gebeurd is, hoe het komt dat het dier in de grot al het water opdronk…
Bezingen In de film verzinnen de mensen van het dorp telkens een nieuwe tekst op het melodietje van Kirikoe. Het is een zeer eenvoudige melodie, die als basis gebruikt wordt, maar waaraan telkens iets wordt toegevoegd. Dat gebeurt in vele Afrikaanse dorpen: terwijl de vrouwen dansen, zorgen de mannen voor de muziek. Bekende melodieën worden gezongen en telkens aangepast. Ook typisch voor bepaalde Afrikaanse culturen is het ‘bezingen’ van belangrijke mensen, of mensen die iets goed hebben gedaan. Zangers die er hun beroep hebben van gemaakt om iemands lof te zingen, kunnen uren improviseren over hoe goed, mooi, groot,… deze persoon wel is. Een nieuwe trend is dat mensen de beroepslofzangers gaan betalen om bv. op trouwfeesten te komen zingen over het bruidspaar en hun families. De liederen worden dan nadien vaak door de mensen van het dorp gezongen. Zo wordt Kirikoe in de film ook geprezen telkens als hij de dorpelingen redt van de heks.
LESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
8
Het continent Het verhaal van Kirikoe is gebaseerd op een West-Afrikaans sprookje. In de film zijn dus ook een aantal leefgewoontes van mensen uit West-Afrika opgenomen.
Senoufo De voorstelling en de organisatie in het dorp zijn gebaseerd op de levenswijze van de Senoufo. De Senoufo is een volk dat leeft in Mali, Burkina Faso en Ivoorkust. Het volledige sociale en religieuze leven wordt beheerst door de machtige Poro-instellingen. De Poro houdt de tradities hoog die nodig zijn om te overleven in een moeilijk natuurlijk milieu, hij bemiddelt bij de voorouders en hij waakt over de morele normen van de gemeenschap. Men gebruikt verschillende manieren om de universele krachten te overwinnen: opzeggen van formules, maken van grigri’s (amuletten ter bescherming en talismannen als geluksbrenger). Het woord ‘fetiche’ (afkomstig van het Latijn: facticius, ‘niet natuurlijk’) omschrijft de macht die men aan een voorwerp of dier geeft. De beelden zijn vaak fetichen.
Stad en platteland Eerst en vooral is het belangrijk te zeggen dat er een hemelsbreed verschil is tussen het leven in de steden en dat in de dorpen. Het leven in de stad lijkt sterk op het Westerse leven: drukke straten met auto’s, brommers, winkels,… De kinderen gaan rolschaatsen of fietsen en spelen met computerspelletjes; jongeren gaan naar discotheken en cinema,… In de dorpen daarentegen is er veel minder luxe. De mensen beschikken slechts over een beperkte hoeveelheid water en hebben geen elektriciteit. Het is dit gedeelte van westelijk Afrika dat in de film wordt getoond. Van het leven in de stad is er niets merkbaar. Daardoor geeft de film dus zeker geen volledig beeld van de West-Afrikaanse cultuur.
De woningen Het leven in de dorpen wordt vaak als primitief omschreven: de mensen leven in kleine lemen huizen en dragen weinig kleren. Toch moet men voorzichtig zijn met zulke uitspraken. Wat wij als hun huis omschrijven is eigenlijk slechts één kamer van het gezin. Ze leven voornamelijk buiten op het binnenplein, met andere gezinnen samen. Het ‘huis’ wordt dan gebruikt om in te slapen, voorwerpen in op te bergen en om te schuilen tegen de regen. De living, zoals wij het noemen, is buiten op de binnenkoer.
De kleding Ook de kleding die in de film wordt gedragen is misleidend. Op dit ogenblik dragen de vrouwen nog steeds een panje (zoals in de film) maar daarboven doen ze nog een T-shirt of blouse aan. Ze lopen soms wel in bloot bovenlijf rond, maar dit enkel rond het huis en niet wanneer ze op het veld gaan werken of weggaan. Dit geldt ook voor de kinderen en de mannen. Kinderen dragen meestal een short met een T-shirt, een broek of rokje of een panje. De mannen dragen vaak tweedehandskleding uit het Westen. Typisch West-Afrikaans is ook de ‘boubou’: een kledingstuk dat wij als ‘lang, recht kleed’ zouden omschrijven. Er wordt een broek van dezelfde stof onder gedragen. Deze boubou heeft meestal felle kleuren, en vaak zijn de hals en de mouwen afgewerkt met goudborduursel. De boubou wordt vooral bij feesten gedragen, of ook om op reis te gaan.
LESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
9
Het werk Vrouwen hebben een belangrijke rol in de taakverdeling. Ze nemen het huishouden volledig op zich. Daardoor zien we hen ook vaak allerlei soorten gewassen fijnstampen in de stamppot (maniok, rijst, maïs…) Naast het huishouden werken ze ook vaak op het veld.
LESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
10
Verwerkingstips De film ‘Kirikoe en de heks’ is geschikt voor verschillende leeftijden (van 3e kleuter tot 4e leerjaar). Daarom zijn sommige van de volgende opdrachten beter geschikt voor jongere of oudere kinderen. Naargelang uw leeftijdsgroep kan u geschikte opdrachten selecteren.
Verhaaltjes en sprookjes Kennen jullie Roodkapje? De drie biggetjes, Sneeuwwitje, Assepoester,…? Allemaal titels van sprookjes, die je mama, papa of oma je zeker al verteld hebben. Kennen jullie al die verhalen nog? De film die jullie zullen zien in de filmzaal is eigenlijk ook een sprookje: ‘Kirikoe en de heks’! Het is een tekenfilm, gemaakt rond een verhaal dat in West-Afrika verteld wordt… Er zijn zo vele verhalen en misschien kunnen jullie al eens kennismaken met zo’n Afrikaans sprookje. In bijlage vind je zo’n sprookje dat je kan voorlezen in de klas (‘Waarom de apen in de bomen wonen’).
Doel • De leerlingen vertellen de gekende sprookjes. • Leerlingen spreken hun voorkeur uit voor bepaalde verhaaltjes/ sprookjes en verantwoorden hun mening. • Leerlingen herkennen een element uit de Afrikaanse cultuur in hun eigen cultuur.
Werkwijze Aan de hand van een klasgesprek vertellen de leerlingen over de verschillende verhalen en sprookjes die zij kennen; welke hun lievelingssprookjes/-verhalen zijn,… • Wat is jouw lievelingsverhaal? • Heeft jouw papa of mama ook al eens een verhaal over zichzelf verteld van toen hij of zij nog klein was? Wat was er gebeurd? • Wanneer vertellen jullie die verhalen? De leerkracht legt vervolgens de link met de Afrikaanse verhalen. In Afrika worden nog meer verhalen mondeling overgeleverd dan bij ons. Dit gebeurt vooral door de ouderen.
LESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
11
Water Wacht even… ik ga wat water halen! Kraantje open, kraantje dicht en voila… we hebben water! Hebben jullie ook gemerkt dat het in het dorp van Kirikoe niet zo eenvoudig was? Zij moesten heel zuinig zijn met het water, want de bron was opgedroogd en daardoor moesten ze een heel eind lopen voor een kom water!
Doel • • • •
Leerlingen Leerlingen Leerlingen Leerlingen
beseffen het belang van water stellen zich het klimaat in Afrika voor a.d.h.v. onze zomer leggen in eigen woorden het verband uit met de film berekenen het waterverbruik per dag van een klas
Werkwijze Laat de leerlingen vertellen waarom het water zo kostbaar was in de film. Om het voor de leerlingen begrijpelijker te maken, kan je het klimaat van Afrika vergelijken met een hittegolf bij ons in de zomer. De leerlingen zullen dan zelf al beseffen dat er dan meer water verbruikt wordt… In Afrika is het klimaat totaal anders dan bij ons: veel warmer en droger. Net zoals wij in de zomer, hebben mensen heel het jaar door warm en hebben ze dus ook veel water nodig. Ook al is er een put of een bron in de buurt, dan nog mag er nooit water verspild worden! Luister maar eens naar het verhaal van Kabenla en de watergeest (in bijlage!). Een vraag bij dit verhaal: • Waarom werden de mensen van het dorp gestraft door de watergeest? Toen de bron nog droog was, moesten de mensen uit Kirikoe’s dorp een heel eind wandelen om water te gaan halen: een half uur onderweg om 10 liter water te halen! • Tel eens op hoeveel water jij nodig hebt op één dag? • En je mama of papa? …… x in bad geweest: . . . . . . . . . . . . . …… x 40l = . . . . . . . ……… l …… x planten water gegeven: . . …… x 2l = . . . . . . . . ……… l …… x handen gewassen: . . . . . . . . . …... x 1l = . . . . . . . . ……… l …… x naar toilet geweest: . . . . . . . …… x 10l = . . . . . . . ……… l …… x afgewassen: . . . . . . . . . . . . . . . . . …… x 5l = . . . . . . . . ……… l …… x drinken: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . …… x 0,25l = . . . . ……… l …… x poetsen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . …… x 5l = . . . . . . . . ……… l …… x andere . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ……… l TOTAAL:
.......................
……… l
• Hoeveel liter heb je in totaal gebruikt? Hoe vaak zou jij dan per dag naar de waterput moeten lopen om water te halen, als je 10l per keer kan meebrengen? Je merkt dat we veel water verbruiken per dag. • Hoe zouden we kunnen zorgen dat er toch minder verbruikt wordt of dat er niets verspild wordt?
LESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
12
Zelf muziek maken! – Muzische vorming Op het einde van de film is het groot feest. Ze nemen hun muziekinstrumenten en beginnen te dansen en te zingen. Maak je eigen trommel, dan kan je dit ook doen! Knutselen met afval is in Afrika de gewoonste zaak van de wereld. Vele dingen die wij systematisch weggooien, zouden de kinderen ginder maar wat graag gebruiken om een auto, trommel, popje,… te maken.
Doel • Leerlingen verzamelen zelf afval om te verwerken tijdens knutselactiviteiten. • Leerlingen kunnen met een eenvoudige knoop blikjes aan elkaar binden. • Leerlingen kunnen een trommeltje versieren op Afrikaanse wijze.
Dit heb je nodig: - 3 propere conservenblikjes - lange stukken wol - oude binnenbanden van een fiets - raffia - stokjes
Zo ga je te werk 1. Zet twee blikken recht naast elkaar (met opening naar boven!). 2.Bind de blikken aan elkaar vast door het touw er als een 8 rond te winden. 3.Neem telkens een blik meer en bind dat vast aan de andere op dezelfde manier. 4. Wind een touw rond al de blikken 5. Wanneer je zo een viertal blikken aan elkaar hebt vastgemaakt, knoop je er repels fietsband en raffia rond om te versieren. 6. Voor de trommelstokjes neem je de twee korte stokjes en twee dunne, maar lange repels fietsband. 7. Leg het stokje op de repel (zo’n 3cm van de kant) en wikkel het lange eind rond het stokje. 8.Met de twee uiteinden maak je een dubbele knoop. 9.De eindjes die je nu nog overhoudt, mag je afknippen. En nu… trommelen maar!
LESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
13
Blij bang boos – Taal/ expressie Doel • Leerlingen kunnen verschillende gevoelens uitbeelden • Leerlingen kunnen de gevoelens van elkaar aan het gezicht herkennen
Werkwijze De leerkracht vertelt over het belang van de mimiek: de verschillende gelaatsuitdrukkingen bij elk gevoel. De leerlingen proberen klassikaal een vrolijk, boos, verdrietig, verbaasd, onverschillig,… gezicht op te zetten. Er wordt besproken wat er typisch is (qua gelaatstrekken) voor de verschillende gevoelens. Leerkracht en leerlingen praten over de verschillende gevoelens van Kirikoe. Bang: toen het everzwijn achter hem aan liep Blij: toen alle kinderen voor hem zongen Boos: toen hij te horen kreeg dat Karaba alle mannen opat Eenzaam: omdat hij niet mocht meespelen
Vraagjes: Wat was Kirikoe bang, toen hij ontdekte dat het everzwijn achter hem aan liep! • Zag je zijn gezicht? • Wat voor een gezicht zou jij trekken als je in zijn plaats was? Soms voelt Kirikoe zich ook wel verdrietig. • Weten jullie nog wanneer? Hoe keek hij dan? • Hoe zou hij zich gevoeld hebben toen alle kinderen voor hem aan het zingen waren?
LESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
14
Grootouders – Muziek en taal Doel ß Leerlingen vertellen over hun grootouders ß Leerlingen vertellen hoe ze aan hun grootouders hun liefde en vriendschap tonen ß Leerlingen verzinnen zelf een tekst over de grootouders op een bekende melodie
Werkwijze De leerlingen vertellen of schrijven op het bord de verschillende woorden waar ze aan denken als ze het woord grootouders horen. De leerkracht vertelt over het belang van de grootouders en vraagt hoe en waarom de opa van Kirikoe zo belangrijk is in de film. Waarom hebben ze de opa genomen (de oude wijze man) en niet de moeder of een vreemde tovenaar?
Vraagjes: Kirikoe ging op zoek naar zijn opa om te vragen waarom Karaba zo kwaadaardig was. • Aan wie zouden jullie uitleg vragen? • Waaraan denk je als je het woord grootouders hoort? Het is zeker geen toeval dat Kirikoe naar zijn opa ging. • Waarom heeft de filmmaker voor de opa gekozen? In Afrika heeft men veel respect voor de ouderen van het dorp. De oudsten zijn de wijze mensen, de mensen met veel ervaring, die vele verhalen kennen en ook voor vele dingen een oplossing vinden, zoals voor de heks. De leerkracht vertelt over het liedje dat in het verhaal voorkomt, misschien kennen de kinderen het zelfs nog. De leerkracht legt uit aan de kinderen hoe de mensen in Afrika vaak nieuwe teksten maken op bekende melodieën en hoe die dan telkens weer worden aangepast. Het zou leuk zijn als de kinderen dit ook eens probeerden. De leerlingen mogen 4 woorden uit de verzameling op het bord kiezen. De leerkracht zoekt samen met de kinderen een gekende melodie (Bv. het liedje van Kirikoe, Broeder Jacob, Alle eendjes,…) De leerlingen proberen zelf nieuwe teksten te verzinnen en zo wordt een heus lied met verschillende strofen opgesteld. Ook de volgende dagen kan het lied nog aangevuld worden. Bv. (op melodie van Broeder Jacob): “Lieve oma, lieve opa, ik hou van jou, ik zie je graag, wil je nog een keertje vertellen over vroeger, alsjeblief, dankjewel!”
LESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
15
Bijlagen Het verhaal van Kabenla en de watergeest In de bergen lag een bron. De bron zorgde voor water in de rivier. Over de bron heerste de watergeest. In het dal lag een dorp. Vroeger hadden mensen in het dorp ontzag gehad voor de watergeest. Ze waren hem heel dankbaar voor het heldere water dat hij hen dagelijks schonk. Maar langzamerhand waren ze hem vergeten. Nu gingen ze slordig met het water om. Hun vuilnis stortten ze zelfs in het water, in de hoop dat de rivier het voor hen zou meenemen naar de verre zee. En als toppunt van belediging poepten ze in de rivier even buiten het dorp. Dan hoefden ze niet de moeite te nemen om naar de bosrand verderop te lopen. De watergeest was woedend. En hij stopte de bron in de bergen dicht. Het water hield op met vloeien. De rivier in het dal werd steeds smaller en smaller. Hij droogde langzaam helemaal op. Het water dat de mensen vlug nog hadden verzameld in kruiken en potten was het enige dat ze overhielden. Er werd besloten om de belangrijkste mensen van het dorp naar de berg te sturen om de watergeest te bezoeken. Ze moesten hem vragen waarom hij zo kwaad was. Na een moeizame klim van vele dagen kwamen zij bij de plaats waar de rivier begon. Ze legden cadeautjes neer voor de watergeest. Ze vroegen hem waarom hij de rivier had doen opdrogen. En ze vroegen wanneer hij de bron weer zou laten vloeien. Op dat moment klonk een machtige stem uit de rots: “Wanneer jullie weer eerbied voor mij hebben en op een goede manier met het water omgaan, dan en alleen dan zal ik de bron weer laten vloeien!” De belangrijkste dorpelingen vertelden het nieuws beneden in het dorp. De mensen besloten de kleine voorraad water in kruiken en potten heel zuinig te gaan gebruiken. Dat zou de
watergeest wel graag zien. Elke dag, als de zon haar hoogste punt had bereikt, zou het hele dorp naar de droge rivier gaan. In de opgedroogde rivierbedding zou iedere dorpeling eerbiedig en stil drie druppels van het kostbare water in hun mond laten druppelen. Dit deden de dorpelingen om de watergeest weer in een goed humeur te brengen. Maar ook omdat ze zuinig moesten zijn met het weinige water dat ze nog hadden. Nu leefde er in het dorp een arme weesjongen Kabenla. Hij woonde in een vervallen hutje aan de voet van de berg. Zes dagen lang was hij al met de andere dorpelingen naar de droge rivier gegaan om zijn drie druppels water te krijgen. In de nacht van de zevende dag lag hij op zijn slaapmat te dromen. Hij kreeg in zijn droom vreselijke dorst. Hij zag hoe het dal tussen de bergen helemaal groen werd. Midden in het dal zag hij een koel, diep en donker meer. Hij rende er naar toe en dronk ervan tot hij niet meer kon. Hij dook erin en zag de prachtigste kleuren om zich heen. Hij hoorde schitterende muziek. Mooier dan hij ooit gehoord had. Zachte waterhanden streelden hem. Toen hij wakker werd had hij ongelofelijke dorst. Bovendien was het al laat. Bijna was de zon op haar hoogste stand. Snel holde Kabenla naar de andere dorpelingen bij de droge rivier. Toen iedereen klaar stond in een grote kring, stak de oudste man van het dorp zijn hand op. Het werd doodstil. Iedereen dronk zijn drie waterdruppels. Op dat moment hield Kabenla het niet mee uit. Hij zette de kruik aan zijn mond en dronk en dronk tot hij niet meer kon. Daarna goot hij de kruik leeg over zijn hoofd. Hij genoot van het heerlijke water. Woedend en happend naar adem keek iedereen hem aan. Ze riepen: “Hij heeft de watergeest beledigd!” Ze wilden hem grijLESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
16
pen om hem zwaar te straffen. Maar toen klonk de donderende stem van de watergeest: “Stop! Laat hem met rust! Kabenla heeft als enige op een goede manier eerbied voor mij gehad. Hij was echt blij en genoot van het water.” Op hetzelfde moment bruiste het water weer door de rivierbedding. Kabenla stond juichend tussen de koele golven. Hij dronk het frisse water met volle teugen. Hij liet zich op het water meedrijven. En de mensen bogen hun hoofd vol schaamte.
LESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
17
Waarom de apen in de bomen wonen Een Afrikaans sprookje dat verteld kan worden in de klas…
Leuk, hè, grappen uithalen met anderen! De aap vindt dat ook heel leuk! Andere mensen kunnen er niet altijd mee lachen en dan kan je wel eens problemen krijgen, zoals Mani, een aapje. Luister maar… De luipaard was de hele dag op jacht geweest en hij was zo moe geworden, dat hij met zijn rug tegen een boom ging zitten uitrusten, maar de vlooien en de vliegen lieten hem niet erg van zijn rust genieten. Gelukkig kwam Mani de aap voorbij en de luipaard riep: “Hé Mani, wees eens aardig voor me en help me van die ellendige vlooien af, voordat ze mijn laatste druppel bloed opzuigen.” Mani vond het goed. Hij ging bij de luipaard zitten en begon hem handig te vlooien. Het was een heel werk en het duurde niet lang of de luipaard was in slaap gevallen. Mani hield van grapjes en profiteerde van de situatie. Heel voorzichtig bond hij de staart van de luipaard stevig vast aan de boom, zodat het dier niet meer weg kon komen, wanneer het wakker zou worden. Een hele tijd later werd de luipaard wakker en merkte dat zijn staart vastzat. Hij probeerde zich los te trekken, maar hoe hij ook rukte en trok, er was geen beweging in de krijgen. Klaaglijk riep de luipaard om hulp, maar niemand gaf antwoord, al zaten er heel wat dieren, goed verscholen, in de buurt. Iedereen had er plezier in deze vijand nu ook eens in tranen te zien. De hele nacht moest hij zo blijven zitten. De volgende morgen vroeg kwam Saba de schildpad voorbij. “Saba, ik smeek je, maak alsjeblieft mijn staart los,” vroeg de veelvraat nederig. “En als ik je losmaak is het meteen met me gedaan. Ik denk er niet over. Zo gek ben ik nu ook weer niet!” zei de oude schildpad. De luipaard begon te snikken. Dikke tranen
rolden langs zijn snor. “Heus, ik beloof je, dat ik nooit meer een schildpad zal aanvallen, als je me nu helpt.” “Ik geloof niet erg in die beloften van jou, maar ik heb een goed hart, dat is je geluk”. En Saba begon de staart los te maken. Hij was er nog maar nauwelijks mee klaar of de luipaard zette het op een lopen, zonder de vriendelijke schildpad te bedanken. Intussen zon de luipaard natuurlijk op wraak. Tegen zijn familie zei hij: “Over twee dagen moeten jullie overal vertellen dat ik dood ben. Iedereen moet worden uitgenodigd voor mijn begrafenis. Zorg vooral, dat Mani de aap niet ontbreekt.” Op de afgesproken dag ging de luipaard op een strobed liggen en deed net of hij dood was. Alle dieren kwamen naar zijn huis om de familieleden te troosten en gezelschap te houden. Ze voerden een rouwdans uit in een kring rond het strobed heen. Mani was er ook bij. Maar plots viel de luipaard Mani aan, die gelukkig vlug opzij kon springen en kon ontsnappen door boven in een boom te klimmen. De luipaard loert nog altijd op Mani en de andere apen. Veiligheidshalve blijven ze daarom maar in de bomen wonen, want daar kan de luipaard ze niet zo makkelijk te pakken krijgen. Voila, nu weet je meteen waarom de apen liever in de bomen leven!
LESSEN IN HET DONKER Kirikoe en de heks
l
Pedagogisch dossier
18