Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best Voorwoord
M
et trots presenteert Stichting Peuterspeelzalen Best (SPB) haar vernieuwde pedagogisch beleidsplan met betrekking tot het peuterspeelzaalwerk dat onder verantwoordelijkheid van de stichting plaats vindt.
De afgelopen 3 jaar heeft SPB een verregaande professionalisering gerealiseerd met onder andere het inrichten van een gedegen aanbod op het gebied van Vroeg- en Voorschoolse Educatie. Dit was aanleiding tot het herzien van het bestaande pedagogisch beleidsplan, daterend uit 2006. Het pedagogisch beleidsplan van de peuterspeelzalen Best stelt het belang van het kind onverkort centraal. De peuterspeelzalen willen een waardevolle bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het kind. Peuters zijn erbij gebaat om in een vertrouwde omgeving ontvangen te worden, waarin ze kunnen terugvallen op een liefdevolle begeleiding door de leidster. Bij het opstellen van het nieuwe pedagogisch beleid is gebruik gemaakt van “De pedagogische cirkel”, een model voor pedagogische beleidsontwikkeling in de kinderopvang. Dit model is ontwikkeld door Annemiek van Beurden en Anke van Keulen en beschreven in het gelijknamige boek uit 2006 (Uitgeverij: SWP, ISBN 90 6665 697 2). De inhoud van het pedagogisch beleidsplan hangt nauw samen met het beschreven beleid op het gebied van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en het strategisch beleid van SPB. In onderhavig pedagogisch beleidsplan wordt beschreven op welke manier SPB haar pedagogische doelstellingen in de dagelijkse praktijk van het peuterspeelzaalwerk tracht te realiseren en welke kernwaarden en uitgangspunten daaraan ten grondslag liggen. SPB maakt in het plan verder duidelijk waar de mogelijkheden en de grenzen liggen van het peuterspeelzaalwerk. Het laat zien waarop ouders kunnen rekenen als zij de zorg voor hun kind in handen geven van de speelzaal. Tevens vormt het een goed uitgangspunt voor onderling gesprek over verwachtingen, functies en taken. Tenslotte kan het pedagogisch beleidsplan informatie verschaffen aan derden: gemeente, onderwijs, gezondheidsorganisaties, bibliotheek, etc. Het vernieuwde pedagogisch beleidsplan is ontwikkeld met medewerking van alle beroepskrachten en invalkrachten van SPB en streeft in alle opzichten kwaliteit na. In meerdere intervisieachtige bijeenkomsten zijn alle aandachtspunten van het pedagogisch beleid grondig besproken en geëvalueerd. De coördinatie en redactie is in handen van ondergetekende. Dit pedagogisch beleidsplan bevat ook het pedagogisch werkplan zoals dat op alle locaties wordt gehanteerd. In deze werkplan staat beschreven hoe er per groep concreet gewerkt wordt op basis van het pedagogisch beleidsplan. Gezien het resultaat is een woord van dank aan alle betrokken leidsters hier zeker op zijn plaats. Met een gezamenlijke inspanning heeft SPB een gedegen hernieuwd pedagogisch beleid geformuleerd en daar zijn we met recht trots op. Juni 2012
Mario Lamers, coördinator
1
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best Inhoudsopgave Inleiding
3
Visie op mens-zijn, op de ontwikkeling van kinderen en op opvoeden
4
-
Kernwaarden Visie Missie Wisselwerking kind en omgeving
4 4 5 5
Pedagogische Visie
6
I
Relatie tussen pedagogische uitgangspunten, visie, houding en gedrag
6
Vertaling van de visie, missie en kernwaarden naar pedagogische uitgangspunten Pedagogische visie
6 6
Pedagogische Visie in de praktijk
7
Spelen, leren en ontmoeten Houding Gedrag
7 7 7
De pedagogische cirkel
9
-
II -
III
Pedagogische Opvoedingsdoelen -
Emotionele en fysieke veiligheid Persoonlijke competentie Sociale competentie Eigen maken van cultuur en overdracht van waarden en normen
11 11 12 13 14
Ouderbeleid
15
Pedagogische vernieuwing en harmonisatie
17
Voor- en vroegschoolse educatie
17
-
Startblokken Doelgroepbereik Aansluiting op de basisschool: de doorgaande ontwikkelingslijn
Werkplan peuterspeelzalen -
Dagindeling Activiteiten Rituelen Speciale uitstapjes Huisregels
17 18 18
20 20 20 20 21 21
2
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best Inleiding
S
tichting Peuterspeelzalen Best biedt op 5 locaties (6 zalen) in Best ouders en kinderen tussen de 2 en 4 jaar de gelegenheid om een aantal keren per week een peuterspeelzaal te bezoeken. SPB heeft de afgelopen jaren kwalitatief goed peuterspeelzaalwerk geboden en in de toekomst willen we dat graag
blijven doen.
De peuterspeelzaal heeft als hoofddoelstelling kinderen de gelegenheid bieden om te spelen, elkaar te ontmoeten en zich te ontwikkelen. De organisatie heeft daarbij nadrukkelijk oog voor de maatschappelijke ontwikkelingen op lokaal en landelijk niveau. SPB streeft er naar een slagvaardige dienstverlenende organisatie te zijn. In relatie met haar omgeving realiseert SPB een samenwerkingsgericht en toegankelijk aanbod van peuterspeelzaalwerk, waarbij het welbevinden van de peuters voorop staat. De speelzalen volgen de ontwikkeling van de peuters en signaleren eventuele problemen in de ontwikkeling. Dit wordt steeds met de ouders besproken. SPB biedt sinds een aantal jaren uitgebreide mogelijkheden voor Voor- en Vroegschoolse Educatie. Daarmee kunnen peuters die een extra steuntje nodig hebben optimaal gestimuleerd worden en kunnen eventuele achterstanden in de ontwikkeling tijdig worden aangepakt en verholpen. Daarnaast zijn er doorverwijzingmogelijkheden in die situaties waarbij de reguliere peuterspeelzaal onvoldoende aansluit bij de peuter. Dit pedagogisch beleidsplan geeft richting aan het dagelijks handelen van de leidster. Tevens vormt het de basis voor de inrichting van de omgeving waarin de peuter verkeert. Ouders voeden hun kind op; dat is hun verantwoordelijkheid. Het bezoeken van een peuterspeelzaal is hier een goede aanvulling op. Het is van belang dat tussen de ouders en de leidsters voordurend uitwisseling van informatie plaatsvindt. We hechten aan goede afspraken over de benadering van en omgang met het kind, omdat een kind er wel bij vaart als ouders en leidsters begrijpelijk, helder en eenduidig op het kind reageren. Dit pedagogisch beleidsplan is geen onveranderlijk plan. Door nieuwe thema’s en gewijzigde inzichten zal dit pedagogisch beleidsplan regelmatig worden aangepast. Alle protocollen waar in dit beleidsplan naar verwezen wordt, liggen ter inzage op het centrale kantoor of zijn te vinden op onze website. Het beleidsplan zelf is uiteraard ook te vinden op onze website. Daarnaast ligt er een papieren exemplaar op elke locatie. In dit beleidsplan beschrijven wij in eerste instantie onze kernwaarden, missie, visie en pedagogische uitgangspunten. Vervolgens gaan we in afzonderlijke hoofdstukken dieper in op een aantal competenties, te weten: Emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en de overdracht van waarden en normen.
3
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best Visie op mens-zijn, op de ontwikkeling van kinderen en op opvoeden
A
chtereenvolgens beschrijven we in dit hoofdstuk de kernwaarden die we nastreven, de vertaling daarvan in onze visie en onze missie en de wisselwerking tussen het kind en zijn of haar omgeving. Dit alles dient als basis voor de verdere uitwerking van de pedagogische uitgangspunten zoals beschreven
in het hierop volgende hoofdstuk.
Kernwaarden De pijlers waarop Stichting Peuterspeelzalen haar visie heeft ontwikkeld en waarin het kind centraal staat zijn respect & verdraagzaamheid (1) , bereidheid & zorgzaamheid (2) en communicatie(3). (1) Respect & Verdraagzaamheid omdat bij ons integriteit, respect en betrouwbaarheid hoog in het vaandel staan. We houden in alle opzichten rekening met elkaar en gaan uit van wederzijds respect voor de levensbeschouwing, cultuur en uniciteit van alle peuters, ouders en medewerkers. Vanuit het belang dat wij hechten aan waarden en normen benaderen wij iedereen op een manier die bij hem of haar past. (2) Bereidheid & Zorgzaamheid omdat ons werk onze passie is. Dit uiten we in plezier en een grote bereidheid en inzet om, samen met ouders-/verzorgers, bij te dragen aan de opvoeding en ontwikkelingsstimulering van de peuters, waarbij we veiligheid en vertrouwen als belangrijke voorwaarden zien. (3) Communicatie omdat in het dynamische veld van peuterspeelzaalwerk een goede en open communicatie van groot belang is. We streven dan ook naar het goed verwoorden van wat we doen, waarbij taalgebruik en communiceren zijn gebaseerd op respect.
Visie Elk kind is uniek, heeft zijn specifieke eigenschappen. Kinderen hebben een natuurlijke neiging tot groeien en zichzelf ontwikkelen. Zij staan open en zijn gevoelig voor hun omgeving. Dat wat in hen leeft drukken ze uit in “wel honderd talen”. Door vrijheid van expressie (het uitdrukken van wat je voelt en beleeft) leert het kind zichzelf en de ander beter kennen. Een kind zal zich pas gaan ontwikkelen als het zich veilig voelt. De leidster accepteert elk kind als een uniek individu met zijn eigen capaciteiten en tekortkomingen. Zij respecteert het kind en bewondert wat het bereikt heeft. Door goed te kijken probeert zij te verstaan wat het kind “uitdrukt”, wil vertellen en speelt vervolgens in op de behoefte van het kind.
4
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best De leidster biedt veiligheid en geborgenheid, ruimte en uitdaging van waaruit het kind zich kan gaan ontwikkelen. Zij geeft het kind enerzijds ruimte om zelf te onderzoeken en te experimenteren en sluit aan bij de interesses van het kind. Anderzijds geeft zij duidelijkheid door ritme, regelmaat en regels waardoor ze voor het kind door een bepaalde mate van voorspelbaarheid een veilige en geborgen situatie creëert.
Missie Wij willen een professionele, ontwikkelingsgerichte, voorschoolse basisvoorziening zijn voor kinderen in de peuterleeftijd. We hebben een heldere visie op opvoeden welke uitgangspunt is bij de verzorging, begeleiding en ontwikkelingsstimulering van de peuters die aan ons worden toevertrouwd. We hebben oog voor peuters die signalen afgeven die erop duiden dat ter preventie van opgelopen of op te lopen ontwikkelingsachterstand extra aandacht aan deze kinderen moet worden besteed.
Wisselwerking kind en omgeving Een kind dat de peuterspeelzaal bezoekt is niet meer blanco. Het draagt al een bagage aan ervaringen met zich mee, waardoor het gedeeltelijk al gevormd is. In principe heeft ieder kind een drang om te leren en te ontdekken. De omgeving is daarbij een stimulerende factor en kan richting geven aan de ontwikkeling. Met andere woorden: Tussen kind en omgeving is sprake van wisselwerking. Daarom wordt er op de peuterspeelzaal een omgeving gecreëerd waarin een peuter zich veilig, geborgen en vertrouwd voelt. Pas dan kan een kind positieve ervaringen opdoen om te leren.
5
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best Pedagogische Visie I Relatie tussen pedagogische uitgangspunten, visie, houding en gedrag Vertaling van de visie, missie en kernwaarden naar pedagogische uitgangspunten Wanneer wij spreken over de kinderen die aan onze zorg zijn toevertrouwd dan herkennen wij voortdurend een aantal focuspunten. Deze focuspunten zijn te vertalen in een vijftal pedagogische uitgangspunten en wel als volgt:
Focuspunten Uniek, respect, bewondering, kijken en luisteren naar individuele behoeftes, integer, verdraagzaam Veiligheid, geborgenheid, gevoeligheid voor de omgeving Aansluiten bij interesse, natuurlijke neiging tot groei, veelzijdige uitdrukkingsvormen, vrijheid in expressie, ruimte en uitdaging bieden Ritme, regelmaat, regels, voorspelbaarheid, betrouwbaarheid Communicatie, taalgebruik, doen wat je zegt en zeggen wat je doet.
Pedagogisch uitgangspunt Het kind staat centraal We geven het kind de ruimte om zichzelf te ontwikkelen We stimuleren de ontwikkeling van ieder kind
We bieden een veilige, gezonde en gestructureerde speelomgeving We doen het samen met de ouders
Pedagogische Visie We herkennen een heldere relatie tussen de hierboven beschreven pedagogische uitgangspunten, visie, houding en gedrag. Dat leidt als vanzelf tot onze Pedagogische Visie. Onder visie verstaan wij de collectieve gedachten die ten grondslag liggen aan ons handelen. Met andere woorden: Welk mensbeeld hebben wij en hoe vertaalt zich dat naar onze kijk op peuters? Vanuit die visie zijn wij ons bewust van een bepaalde houding. Hoe stellen wij ons op jegens de peuters en hun ouders? Welke attitude past daarbij? Wil je op de achtergrond treden of juist meer een voortrekker zijn? Wil je kinderen zelf laten ontdekken of neem je het van kinderen over? Dat soort vragen stellen we onszelf als we nadenken over onze houding als peuterspeelzaalleidster. Onze houding wordt zichtbaar in ons gedrag. Dat kun je bij elkaar waarnemen. Dat kunnen ouders en andere betrokkenen ook waarnemen. Het gedrag vertaalt zich in verbale- en non-verbale communicatie, in de manier waarop we peuters ruimte geven, met ouders in gesprek gaan of daadwerkelijk grenzen stellen in de dagelijkse praktijk. Er is een voortdurende wisselwerking tussen onze visie, onze houding en onze gedragingen. Dat kunnen we als volgt schematisch weergeven:
GEDRAG HOUDING VISIE MISSIE
6
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best II Pedagogische visie in de praktijk Spelen, leren en ontmoeten De peuterspeelzaal is voor peuters een plek waar ze spelen, ontmoeten en ontwikkelen. Door te spelen in nabijheid van en samen te zijn met andere kinderen, ontmoeten ze anderen en leren daarvan. Door ontmoeten en spelen, ontwikkelen kinderen zich. De speelzaal is een plek waar kinderen kennismaken met nieuwe spel en speelmateriaal. Ze komen daarnaast vaak voor het eerst in aanraking met leeftijdsgenootjes. Het verblijven in een groep maakt dat kinderen, onder leiding van deskundige leidsters, leren van en met elkaar. De peuterspeelzaal stelt eisen aan peuters, maar werkt nadrukkelijk niet toe naar vastgelegde eindtermen. Een voortvloeisel van het samen brengen van jonge kinderen is dat ouders met jonge kinderen elkaar ook ontmoeten. Ze hebben daardoor contact en kunnen onderling informatie uitwisselen. De peuterspeelzalen van SPB bieden een klimaat voor de peuters waarin zij zich gerespecteerd, geborgen en veilig voelen en waarin zij respect hebben voor anderen en hun omgeving. Kinderen worden ondersteund om zich in hun eigen tempo en binnen de eigen mogelijkheden te ontwikkelen, daarbij rekening houdend met de groep.
Houding We hebben op basis van onze pedagogische uitgangspunten de volgende houdingsaspecten met elkaar vastgesteld: Pedagogisch uitgangspunt Het kind staat centraal
We geven het kind de ruimte om zichzelf te ontwikkelen
We stimuleren de ontwikkeling van ieder kind
We bieden een veilige, gezonde en gestructureerde speelomgeving We doen het samen met de ouders
Houdingsaspect We zijn onbevooroordeeld Kinderen komen op de eerste plaats We nemen kinderen serieus We stimuleren de zelfstandigheid We erkennen het eigen tempo van ieder kind We benutten de talenten en mogelijkheden van ieder kind We betrekken kinderen bij de dagelijkse gebeurtenissen We staan open voor vragen en behoeften We benaderen ieder kind individueel We creëren een goede sfeer We bieden duidelijkheid We bieden een veilige en uitdagende omgeving We zijn eerlijk We zijn empathisch We hanteren een open en eerlijke communicatie
Gedrag Bij elke houding behoort een bepaald gedrag. Daarmee maken we zichtbaar wat we alle peuters en hun ouders iedere dag weer willen laten ervaren: Het kind staat bij ons centraal. We vragen ons daarbij voortdurend af hoe je er voor kunt zorgen dat de beschreven houdingsaspecten concreet worden. Hoe zien we dat terug in ons dagelijks werk? Welk gedrag nemen we waar bij onze collega’s? De hierboven beschreven houdingsaspecten gaan voor de leidsters van SPB gepaard met de hieronder beschreven gedragingen. Dit gedrag is zichtbaar voor ouders, voor collega’s en voor andere betrokkenen. Met dit gedrag worden de houdingsaspecten gestimuleerd.
7
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best Houdingsaspect Onbevooroordeeld zijn
Wordt gestimuleerd door (gedrag) : Elk kind begroeten, prijzen en aandacht geven De verjaardag voor de peuters is voor ieder kind gelijk Met aandacht luisteren naar iedere peuter
Kinderen komen op de eerste plaats
“Automatisch” alert zijn op signalen van de peuter Kind begroeten, afscheid nemen en bij naam noemen Je activiteiten stoppen (parkeren) als het kind je nodig heeft
Kinderen serieus nemen
Afspraak = afspraak Actief luisteren (o.a. oogcontact) Vanuit een gelijke hoogte benaderen Benoemen van activiteiten, uitleg geven, voordoen – nadoen – zelf laten doen Samen oefenen en meehelpen als het niet lukt Prikkelen om het zelf te doen Uitnodigen om het zelf te doen
Stimuleren zelfstandigheid
Eigen tempo van ieder kind
Leidsters nemen alle tijd die nodig is en volgen het kind in zijn/haar mogelijkheden Gebruik van dagritmekaarten Kinderen zelf een activiteit laten afmaken, ook al duurt het wat langer
Talenten en mogelijkheden van ieder kind benutten
Kind prijzen als het zelf probeert Bewuste materiaalkeuze en –variatie Observeren en interesse tonen en alert zijn op het ‘gouden’ moment Kinderen in contact brengen met nieuwe ervaringen Bewuste materiaalkeuze Ruimte geven om te leren
Kinderen betrekken bij de dagelijkse gebeurtenissen
Open staan voor vragen en behoeften
Positieve benadering van de kinderen Actief luisteren Interesse en belangstelling tonen en samen in gesprek gaan
Individuele benadering van ieder kind
Goede en gerichte observaties uitvoeren Vertrouwen geven aan de peuters Meedoen - samen spelen, praten en lezen Peuters en ouders verwelkomen Een vriendelijke en open uitstraling hebben als leidster Samen plezier maken vanuit een positieve houding
Goede sfeer
Duidelijkheid bieden
Afspraken maken en deze ook nakomen Werken met dagritmekaarten Grenzen stellen als dat nodig is Uitleg geven wat en waarom je iets doet
Veilige en uitdagende omgeving
Geregeld en gericht activiteiten doen met de peuter Aanbieden van diversiteit in materialen en omgeving Samen opruimen, ook tussentijds Hygiënisch zijn Een open houding aannemen Objectief kijken en luisteren Zeggen wat je doet en doen wat je zegt Respect tonen Uitleg geven en oprecht zijn
Eerlijkheid
Empathie
Adequate lichaamstaal en mimiek tonen Interesse tonen in ouders en peuters Vertrouwen geven
8
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best Letterlijk ruimte geven In gesprek gaan, daar waar mogelijk Genieten !! Ouderbetrokkenheid tonen Zorgen delen met ouders Open en eerlijke communicatie
Gesprekjes bij halen en brengen Actief luisteren Rechtstreeks aanspreken Uitnodigend zijn / prikkelend zijn Oogcontact maken Huisbezoeken afleggen Begeleiding van de peuters afstemmen op de thuissituatie
III De pedagogische cirkel SPB wilde graag haar pedagogisch beleid op één bladzijde presenteren. Daartoe bood het model van de pedagogische cirkel uitkomst. In de cirkel is duidelijk de samenhang zichtbaar tussen onze kindvisie, onze attitude en ons gedrag. Centraal in ons dagelijks handelen staat de peuter. Ook in de cirkel is dat zichtbaar door vanuit de kern “het kind centraal” onze visie, missie, houdingsaspecten en de manier waarop zich dat vertaalt in ons gedrag de cirkel verder in te vullen. De kern van al ons handelen is het kind. Het kind staat bij ons centraal. De middencirkel bestaat verder uit onze kernwaarden, en onze visie op de opvoeding van het kind. De tweede cirkel bevat vervolgens de houdingsaspecten die horen bij het daadwerkelijk laten zien waarin we geloven, wat voor ons waarde heeft. In de buitenste ring tenslotte vinden we de gedragingen die horen bij onze grondhouding. De cirkel kent verder een vijftal kwadranten. Elk kwadrant heeft een eigen kleur en staat voor één van de vijf door ons geformuleerde uitgangspunten in ons pedagogisch handelen.
In de pedagogische cirkel wordt direct helder dat op de speelzalen van SPB het kind echt centraal staat. Alle leidsters benaderen de peuters als unieke mensjes die zich op hun eigen manier ontwikkelen in een wisselwerking met de omgeving. Elk kind wordt immers geboren met een bepaalde aanleg en eigenheid en ontwikkelt zich op zijn eigen manier. Voor een goede ontwikkeling van het kind is de houding en het gedrag van een leidster van wezenlijk belang. Bij SPB is de houding van de leidster gericht op een liefdevol en aandachtig begeleiden, ondersteunen en stimuleren, zodat het kind zich optimaal kan ontwikkelen en ontplooien. De pedagogische relatie die de leidster met de peuter heeft is naast affectief ook altijd respectvol, zorgzaam en met een onvoorwaardelijke bereidheid om het te begeleiden bij zijn eigen unieke ontwikkeling. De pedagogische cirkel maakt ook helder dat we op SPB werken conform de pedagogische onderbouwing in de vereisten van de wet Kinderopvang zoals omschreven door mevr. J.Riksen-Walraven: 1. 2. 3.
Het bieden van een gevoel van (emotionele) veiligheid De gelegenheid tot het ontwikkelen van persoonlijke én sociale competentie De kans om zich waarden en normen, de ‘cultuur’ van een samenleving eigen te maken
9
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best
10
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best Pedagogische Opvoedingsdoelen
O
nderstaand volgt een verdere beschrijving van onze pedagogische opvoedingsdoelen, uitgesplitst naar emotionele en fysieke veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en het eigen maken van cultuur.
Emotionele en fysieke veiligheid Op elke locatie geldt dat de groep uit maximaal 16 peuters bestaat die wordt begeleid door twee volledig gekwalificeerde leidsters (minimaal MBO-3 aangevuld met VVE-certificering), eventueel aangevuld met een vrijwillige leidster en/of een stagiaire. Het personeelsrooster is zo samengesteld dat peuters maximaal 3 verschillende beroepskrachten per week zien. De leidsters geven geborgenheid, warmte en bieden troost. Ze creëren een omgeving waarin elk kind zichzelf kan en mag zijn. Kortom, ze reageren met respect en aandacht voor ieder kind. De leidsters verwoorden wat een kind doet en voelt en geven mogelijkheden aan om met gevoelens om te gaan. Wanneer een kind initiatief neemt wordt dit beloond door de leidsters. De speelzaal is ook een vertrouwde omgeving voor het kind doordat de groepssamenstelling zo constant mogelijk gehouden wordt. Nieuwe peuters stromen in principe 1 x per maand in. Door de verticale groepssamenstelling kunnen de oudere peuters de nieuwe peuters “opvangen”. De jonge peuter heeft houvast, de oudere peuter krijgt hierdoor meer zelfvertrouwen. Door herhaling van de activiteiten is de dagstructuur duidelijk voor de peuters, bijvoorbeeld ontvangst, vrij spel, knutselen, kringetje, toilet. Om ook vanuit de inrichting aandacht te schenken aan de emotionele en lichamelijke veiligheid in de peuterspeelzaal is de ruimte ingedeeld in verschillende hoeken, precies zoals het werken met een VVEmethodiek van ons vraagt. Hierbij kun je denken aan een bouwhoek, poppenhoek, leeshoek, puzzelhoek, wegkruiphoek. Dit kan per speelzaal variëren. Naast de hoeken is er een ruimte waar een groepstafel staat en er is een centrale ruimte. Door deze indeling wordt veel rust gecreëerd en is de ruimte overzichtelijk en uitdagend. Er is ook gelegenheid om (in het kader van VVE) individueel met een kind te werken. Daarnaast is de speelzaal, inclusief het spelmateriaal, een fysiek veilige omgeving die aan alle wettelijke normen voldoet. Ook de buitenruimte is zodanig ingericht dat de kinderen er veilig kunnen spelen. Het is een afgesloten ruimte waar ze kunnen rennen, klimmen en fietsen. Vaak is er een zandbak, watertafel, of klimrek. Als de omstandigheden het toelaten gaan de kinderen tijdens het dagdeel dat ze op de speelzaal zijn ook even naar buiten. Met het aanbieden van verschillende activiteiten en spelmateriaal wordt ingespeeld op de belevingswereld van het kind. Bijvoorbeeld in de poppenhoek wordt de thuissituatie nagebootst. Het kind moet kunnen doen waar het behoefte aan heeft. Het ene moment is dit het lezen van een boekje, het volgende moment misschien bewegen op muziek of het helpen van de leidster. 1
De leidster bewaakt de balans tussen het belang van het kind en het belang van de groep. Elk kind mag zichzelf zijn binnen de groep.
1
Zie Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
11
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best De leidster stimuleert en ondersteunt samenspelen en delen om vriendschappen te bevorderen. Hierbij vertoont zijzelf voorbeeldgedrag ten aanzien van de communicatie en toont respect voor ieder kind. Ook besteedt zij aandacht aan emotionele momenten zoals: plezier, verdriet, pijn, ruzie, grapjes. De leidster zal de peuter stimuleren om initiatief te nemen en toont hiervoor haar waardering. De speelzaal vraagt ouders zich aan de afspraken te houden die gemaakt zijn, bijvoorbeeld met betrekking tot het brengen, ophalen en afscheid nemen van de peuter. Halen en brengen gebeurt in principe door de ouders zelf. Is dat niet het geval dan wordt van ouders verwacht dat ze zelf doorgeven aan de leidsters wie hun kind komt brengen en halen. Bij twijfel wordt er altijd contact gezocht met de ouders. Op deze wijze wordt voor alle peuters een voorspelbare, veilige situatie gecreëerd. Mocht de peuter of ouder/ verzorger moeite hebben met het afscheid nemen, dan wordt er altijd even contact opgenomen met de ouders/ verzorgers. Bij een verandering in de thuissituatie houdt de leidster de peuter extra in de gaten en koppelt ze haar bevindingen terug naar de ouders. De peuterspeelzaal biedt daar waar mogelijk ondersteuning. Ook bijzonderheden die zich voordoen tijdens het 2
verblijf van het kind op de speelzaal worden met de ouders besproken . Als een peuter onverwacht niet verschijnt en de leidsters zijn daar niet van op de hoogte wordt er in voorkomende gevallen contact gezocht met de ouders om na te vragen wat er aan de hand is.
Persoonlijke competentie Er zijn verschillende gebieden waarop een kind zich kan ontwikkelen: grote motoriek (bijvoorbeeld dansen, peutergym, fietsen), kleine motoriek (bijvoorbeeld bouwen, duplo, nopper, knippen, plakken, kleuren), verstandelijke ontwikkeling (bijvoorbeeld puzzels, spelletjes), sociaal-emotionele ontwikkeling (bijvoorbeeld poppenhoek, verkleedkleren), persoonlijkheidsontwikkeling (bijvoorbeeld ontwikkelen van Ik-besef, mijn en dijn), zelfstandigheid (bijvoorbeeld toiletgang, jas aan/uit), taalontwikkeling (bijvoorbeeld articulatie, zinsbouw, luistervaardigheid) De leidster stimuleert de ontwikkeling van de peuter, door het aanbieden van een gevarieerd programma. Hierdoor ontdekt het kind zijn eigen capaciteiten, verlegt zijn grenzen en doet specifieke leerervaring op. De peuter wordt door de leidsters ondersteund en gestimuleerd bij zijn dagelijkse activiteiten. Door bijvoorbeeld het speelgoed op ooghoogte in open kasten aan te bieden, wordt de zelfstandigheid en de persoonlijke interesse gestimuleerd. Hierdoor wordt de peuter uitgenodigd zich in de ruimte te bewegen, te ontdekken en zijn grenzen te verleggen. Centraal staat de aandacht voor het individuele kind binnen de groep. De leidster geeft de peuter de mate en soort van aandacht, die past bij zijn leeftijd, ontwikkelingsfase en karakter.
2
Zie ook Protocol “Richtlijnen geneesmiddelenverstrekking en medische handelingen op de speelzalen”
12
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best Op de speelzaal leert de peuter zichzelf kennen in relatie tot de groep en leert hij/zij zijn of haar behoeftes en emoties te uiten. Ook krijgt de peuter de kans zichzelf en zijn talent, aan de groep te laten zien. Het kind leert spelenderwijs de namen van de andere kinderen kennen. De leidsters werken regelmatig in kleine groepjes waarbij ze extra aandacht besteden aan individuele interesses en vriendschappen. Door het aanbieden van verschillende materialen, zoals klei, verf, zand, water en plaksel, leert het kind deze materialen kennen. Het spelmateriaal en de activiteiten zijn gevarieerd zodat de peuter zich op verschillende gebieden kan ontwikkelen. Er is ruimte om hun eigen werkjes te bewonderen. Wanneer ouders aangeven dat hun peuter bezig is met zindelijk worden, besteden de leidsters hier ook aandacht aan op de peuterspeelzaal. Er is gelegenheid voor de peuter om zelfstandig naar het toilet te gaan en de leidster zal hiertoe de peuter (vaak op vaste tijden) uitnodigen. Wanneer de leidster bijzonderheden opmerkt ten aanzien van de verschillende vaardigheden van de peuter, wordt dit besproken met de ouders. Op de peuterspeelzaal ligt informatie m.b.t. bibliotheek, inloopochtenden Todo en de speel-o-theek. In geval van een (taal)ontwikkelingsachterstand bij een peuter kan de leidster hier gericht op inspelen door het aanbieden van Voor –en Vroegschoolse Educatie.
Sociale competentie De leidster organiseert activiteiten om peuters te leren samenwerken, samen delen en samen ervaren. Ze heeft oog voor hechte vriendschap, kameraadschap of vijandigheid tussen kinderen. De leidster kiest bewust voor een bepaalde rol in de groep: verzorgster, bruggenbouwer en initiatiefneemster. Zij draagt zorg voor de sfeer en is continu aan het observeren en grijpt zo nodig in. De ruimte is zodanig ingericht dat de kinderen vrij zijn in hun spelkeuze. Ze kunnen samen aan tafel een spelletje doen, in de poppenhoek spelen, in de bouwhoek spelen, elkaar voorlezen in de leeshoek. Ook de buitenruimte daagt uit om samen te spelen. Samen fietsen, ravotten en in de zandbak spelen. De leidster maakt de peuter bewust van veilig spelen in de ruimte. Denk hierbij bijvoorbeeld aan rennen of gooien met zand of speelgoed. Het kind leert in de groep dat iedereen anders is. De leidster leert peuters samen te spelen, te delen en respect te hebben voor elkaar. Het nemen van initiatieven wordt gestimuleerd en beloond. De leidster praat met de kinderen over gebeurtenissen die belangrijk zijn voor hen. De leidster stimuleert de sociaal emotionele ontwikkeling door het aanbieden van bepaalde activiteiten en materialen zoals: gezelschapsspelletjes, knutselen, kletsen, kringspelletjes, liedjes zingen en voorbeeldgedrag van de leidster.
13
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best Eigen maken van cultuur en overdracht van waarden en normen De leidster toont voorbeeldgedrag met betrekking tot algemene omgangsvormen (elkaar begroeten, respect tonen, luisteren naar elkaar) en bij conversaties onderling (woordkeuze en taalgebruik). De positie van de leidster is duidelijk voor alle kinderen. Zij hanteert afspraken met betrekking tot gedrag.
De peuterspeelzaal maakt een heldere afweging tussen het individuele belang van de peuter en het groepsbelang. De leidster maakt afspraken met de groep over de omgangsvormen en bespreekt hoe je jezelf en elkaar hieraan kunt houden. Er gelden heldere en duidelijke afspraken over wat kan en mag in alle ruimtes (speelruimte, gang, keuken enzovoort). Binnen de groep zijn er afspraken omtrent de hygiëne. Bij verschillende thema’s, seizoenen en/of feesten (bijvoorbeeld Sint, Kerst, Carnaval) wordt de ruimte in desbetreffende sfeer versierd, zodat het kind hiermee vertrouwd raakt. De themaknutselwerkjes van de peuter maken deel uit van de versiering. Ook het maken van een thematafel- of hoek kan de thema’s ondersteunen. Bij deze thema’s wordt ook gebruik gemaakt van materialen die hierop van toepassing zijn; zoals puzzels, boekjes, verkleedkleren en poppenkastpoppen. Daarnaast kunnen er speciale activiteiten georganiseerd worden, zoals pietengym, kerstontbijt, carnaval, themaliedjes- en kringgesprekjes. De leidster maakt met het kind afspraken over het gebruik van spelmaterialen en het uitvoeren van activiteiten. (speelgoed opruimen, tijdens een activiteit blijven zitten en wachten op je beurt). De leidster viert de verjaardag van de peuter en besteedt aandacht aan rituelen, feesten en gedenkdagen vanuit verschillende culturen. Ouders/verzorgers worden uitgenodigd om de verjaardag van hun peuter op de peuterspeelzaal te vieren. De peuter heeft de gelegenheid om een ‘cadeautje’ voor naaste familie te maken bij feestelijke gebeurtenissen zoals verjaardagen, geboorte en/of bruiloften. Door ouders/verzorgers, familieleden uit te nodigen op de peuterspeelzaal, om iets uit hun cultuur te laten zien of te vertellen, delen wij in elkaars levensstijl. Wij denken niet alleen aan cultuurverschillen maar ook aan beroepen van ouders bijvoorbeeld brandweer, politie, verpleegkundige, enzovoort. Op gezette tijden gaan de leidsters ook met de peuters op stap om in andere situaties ervaringen op te doen met waarden, normen, omgangsregels en leefgewoontes. Zo wordt bijvoorbeeld het plaatselijke verzorgingshuis bezocht of wordt er een bezoek gebracht aan een (kinder-)boerderij.
14
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best Ouderbeleid
V
oor peuters is het belangrijk als hun ouders betrokken zijn bij de peuterspeelzaal. Dat verbindt hun leefwerelden en biedt ouders en leidsters mogelijkheden om ervaringen uit te wisselen over ontwikkeling en opvoeding. Ook in het kader van voor- en vroegschoolse educatie spelen de contacten
met ouders een belangrijkere rol. Sinds 2009 is er een Ouderraad actief. Tot de taken van de ouderraad behoren: a. het desgevraagd of op eigen initiatief uiten van wensen en het aandragen van ideeën aan het bestuur van de stichting, met name over die aangelegenheden die de ouders en peuters in het bijzonder aangaan b. het in overleg met en onder verantwoordelijkheid van de beroepskrachten verlenen van medewerking aan binnen- en buitenspeelzaalse activiteiten c. het in overleg met het bestuur en/of coördinator zelfstandig organiseren van activiteiten binnen het kader van het dagelijkse peuterspeelzaalwerk De ouderraad is daarbij vooral actief in o.a. het organiseren van ouderavonden (bijv. met een thema), het verdelen van de taken bij inzet van extra ouderhulp bij speciale gelegenheden en het bevorderen dat ouders zoveel mogelijk betrokken zijn en blijven bij het wel en wee op de peuterspeelzalen. Alle ouders kunnen terecht met vragen en opmerkingen bij de ouderraad.
Stichting Peuterspeelzalen Best Alle ouders ontvangen bij aanvang van de peuterspeelzaalperiode een informatieboekje. Hierin worden een aantal organisatorische zaken beschreven zoals dagindeling, begin/eindtijd van een dagdeel, ouderbijdrage, ziekte, bereikbaarheid, etc.. Daarnaast ontvangen ouders regelmatig een nieuwsbrief over meer actuele zaken. Ouders kunnen met vragen/ opmerkingen over het pedagogisch beleidsplan terecht bij de leidster of coördinator. Er vindt een kennismakingsgesprek plaats waarin ouders onder andere op de hoogte gesteld worden van afspraken binnen de groep. Dit gaat om praktische afspraken zoals verschoning, rugzakje, maar ook over 3
omgangsvormen binnen de groep . Ouders worden ook geïnformeerd over en betrokken bij groepsactiviteiten zoals het bezoek van Sinterklaas, het bezoek aan de bibliotheek, het bezoek aan het bejaardentehuis. De peuterspeelzaal organiseert een inloopochtend/-middag voor de ouders/ verzorgers om een indruk te geven van het reilen en zeilen op de peuterspeelzaal. Daarnaast worden er thema-avonden georganiseerd, waarbij ouders welkom zijn en er onderwerpen uit het pedagogisch beleid besproken worden. 3
Zie o.a. protocol Foto- en video-opnamen
15
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best Aan het begin/ einde van elk dagdeel is er zowel voor ouders als leidsters gelegenheid om ervaringen uit te wisselen met betrekking tot de kinderen. Dit kunnen vragen over de opvoeding zijn, als ook gesprekjes over gebeurtenissen die thuis of op de speelzaal hebben plaatsgevonden en belangrijk zijn voor het functioneren van het kind. Om aan te sluiten bij de ontwikkeling van de peuter hanteren we een observatiesysteem. Dit geeft een duidelijke momentopname van de peuter op al zijn ontwikkelingsgebieden. Elke peuter wordt een aantal keren geobserveerd. Daarnaast kan een peuter extra geobserveerd worden indien hier aanleiding toe is. Dit wordt met de ouders besproken. Er worden regelmatig kindbesprekingen gehouden, indien nodig in aanwezigheid van de coördinator. Op deze manier kunnen eventuele problemen vroegtijdig gesignaleerd worden en kan er een handelingsplan geschreven worden. Indien nodig wordt er, in overleg met ouders, doorverwezen naar andere instanties. Naar aanleiding van de laatste observatie wordt door de peuterspeelzaal een overdrachtsformulier ingevuld op de leeftijd van ongeveer 3 jaar en 9 maanden. Uiteraard is ook dit een momentopname. Alvorens het formulier naar de betreffende basisschool wordt gestuurd, krijgen ouders thuis de gelegenheid de overdracht te lezen en eventueel aan te vullen. Wanneer een peuter niet kan doorstromen naar het reguliere basisonderwijs worden ouders door de leidsters en (indien nodig ) de coördinator begeleid tijdens het plaatsingstraject naar bijvoorbeeld een school voor speciaal basisonderwijs. Ook wanneer tussentijds blijkt dat een peuter niet op zijn plaats is op een reguliere peuterspeelzaal zullen de leidsters in overleg met ouders en coördinator bekijken waar de peuter beter begeleid kan worden en voor zover mogelijk ook dit traject in gang zetten en/of begeleiden. De peuterspeelzalen streven ernaar een spreekkamer ter beschikking te hebben om ongestoord te kunnen overleggen met ouders en derden. Aan het eind van het schooljaar wordt ouders gevraagd om het spelmateriaal mee schoon te maken. Ook is de speelzaal altijd op zoek naar “klus” ouders. Regelmatig worden ouders gevraagd om te ondersteunen op de speelzaal, bijvoorbeeld in het geval van uitstapjes buiten de speelzaal. Te allen tijde wordt daartoe toestemming gevraagd aan ouders en wordt er gezorgd voor extra toezicht en begeleiding. De ouders die kinderen bij een uitstapje begeleiden krijgen van te voren instructies van de leidsters en er worden heldere afspraken gemaakt om de veiligheid van de kinderen te waarborgen. Ouders kunnen te allen tijde een afspraak maken om hun wensen en eventueel klachten met de leidster te bespreken. Als er ernstige geschillen bestaan kunnen ouders en leidster zich wenden tot de coördinator, die 4
tracht te bemiddelen. Ook is er een formele klachtenregeling waar ouders naar worden verwezen en is de Stichting Peuterspeelzalen Best aangesloten bij de Stichting Klachtenregeling Kinderopvang (SKK). Ouders hebben altijd de mogelijkheid om rechtstreeks contact te zoeken met het SKK in het geval van klachten.
4
Klachtenreglement (conform Wet Klachtrecht 29 mei 1995)
16
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best Pedagogisch vernieuwing en harmonisatie
V
1.
2.
oor wat betreft ontwikkelingsstimulering van jonge kinderen heeft het kabinet in 2009 twee belangrijke speerpunten in haar beleid opgenomen: Alle kinderen met een risico op taalachterstand maken gebruik van gerichte programma’s voor Vooren Vroegschoolse Educatie (VVE) Alle kinderen hebben kans op een goede ontwikkeling doordat er harmonisatie plaats vindt van peuterspeelzalen en kinderopvang
Daarnaast moet ieder kind tussen zijn tweede en vierde levensjaar gebruik kunnen maken van een voorschoolse voorziening, zodat het een zo optimaal mogelijke start maakt op de basisschool. In de voorschoolse periode worden educatief verantwoorde activiteiten aangeboden. SPB heeft de afgelopen jaren nadrukkelijk de samenwerking gezocht met de Kinderopvang. Op diverse locaties heeft dat al geleid tot vormen van samenwerking zoals die passen in de harmonisatiedoelstellingen. In 2011 heeft de gemeente Best een nota vastgesteld waarin de ambitie is beschreven dat het peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang uiterlijk in 2016 zijn samengesmolten tot Integrale Voorschoolse Kindercentra, tenminste in die wijken waarbij er samen vanuit één gebouw activiteiten worden aangeboden. Zowel het interne beleid als het beleid van de gemeente is er op gericht de voorzieningen voor kinderopvang en peuterspeelzalen zoveel mogelijk gezamenlijk te huisvesten, mits dit de eigen identiteit en ontwikkeling niet in de weg staat. De komende jaren zal per locatie worden bezien wat de concrete stappen moeten en kunnen zijn om te komen tot geïntegreerde voorzieningen waarin professionele opvang plaatsvindt voor werkende en niet-werkende ouders. Ouders zullen daar zo goed mogelijk over geïnformeerd worden en via de ouderraad ook bij betrokken worden.
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) Voor- en Vroegschoolse Educatie is een ontwikkeling- en stimuleringsprogramma. VVE is een educatieve methode voor alle kinderen vanaf ruim twee jaar. Alle peuterspeelzalen van SPB zijn VVE-speelzalen. Op alle locaties kan extra ondersteuning worden geboden aan peuters bij wie achterstanden worden verwacht. Met het programma Startblokken worden achterstanden verminderd of zelfs opgeheven.
Startblokken Startblokken is een pedagogisch werkplan om de ontwikkeling van peuters en jonge kleuters optimaal te stimuleren. Het is een landelijk erkend werkplan met een uitgewerkte visie voor de opvang, vorming en educatie van jonge kinderen. Ontwikkeling van jonge kinderen vraagt om een brede aanpak. Van meet af aan is Startblokken zo'n aanpak. Startblokken betekent vooral veel inbreng van leidsters en kinderen waarbij het spel centraal staat. Spel als basis en leidsters die meedoen op het juiste moment. Vanuit het spel van de kinderen (waaraan de leidster meedoet en in voordoet) worden nieuwe activiteiten aangeboden die een directe relatie hebben met het spel. Tijdens het spel komen diverse ontwikkelingsgebieden aan bod, zoals de sociaal-emotionele ontwikkeling en de taal-/spraakontwikkeling. Het is een doelgerichte aanpak (doch géén vastomlijnd aanbod)
17
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best die aansluit bij wat de meeste jonge kinderen zelf willen doen. Er is voor de leidsters veel ruimte om flexibel met het programma om te gaan en zodoende voortdurend aan te sluiten bij de belevingswereld van de peuters. Voorop staat het plezier in spelen en samen bezig zijn. De peuters zijn dol op de pop PUK die bij het programma hoort. De pop is een middel om de kinderen sneller op hun gemak te laten voelen en uit te lokken tot meedoen met de activiteiten. De peuters vinden het geweldig om Puk bijvoorbeeld andere kleren aan te trekken en te betrekken bij hun spel. Soms mag Puk zelfs mee naar huis om een nachtje te logeren.
Alle beroepskrachten hebben naast hun (CAO-bepaalde) MBO-opleiding een aanvullende VVE-studie gevolgd. Elke leidsters is gecertificeerd om met het programma Startblokken te mogen en kunnen werken.
Doelgroepbereik In de gemeente Best wordt de Beste Overdracht- en Verwijsprocedure gevolgd als leidraad voor de overdracht van risicofactoren van het consultatiebureau naar peuterspeelzalen en kindercentra. De gemeente Best heeft de criteria voor wat zij verstaat onder doelgroepkinderen helder vastgelegd in deze procedure. Van een doelgroepkind Voorschoolse Educatie is sprake als het kind 2 of 3 jaar oud is en er tenminste aan één van onderstaande criteria wordt voldaan: 1. Aan de peuter wordt extra “gewicht” toegekend op basis van de criteria uit de gewichtenregeling in het basisonderwijs (artikel 27 van het Besluit bekostiging WPO); het opleidingsniveau van de ouders is hierin doorslaggevend; 2. In de thuissituatie van de peuter wordt niet of gebrekkig Nederlands gesproken; 3. Er is sprake van observeerbare problemen in de taal- en/of spraakontwikkeling. Peuters die in aanmerking komen voor VVE krijgen in de gemeente Best twee extra dagdelen peuterspeelzaalwerk aangeboden, teneinde de (taal-)ontwikkeling in de voorschoolse periode zoveel mogelijk te stimuleren. Om zoveel mogelijk ‘doelgroeppeuters’ de kans te bieden deel te nemen aan deze extra dagdelen worden (volgens landelijke richtlijnen) de ouderbijdragen voor deze peuters laag gehouden en worden de extra dagdelen gratis aangeboden.
Aansluiting op de basisschool: de doorgaande ontwikkelingslijn Door middel van VVE wordt de kwaliteit van het peuterspeelzaalwerk versterkt en de aansluiting op de basisschool bevorderd. Het programma is het meest effectief als de voorschoolse fase (de peuterspeelzaal) en de basisschool hierin samenwerken. Twee peuterspeelzalen participeren in een Brede School. Bam Bam is partner in de Brede School HaktolNotermansstraat en ’t Debberke in Brede School Hoge Akker. Peuterspeelzaal ’t Heuvelhummeltje en ’t Hummeltje zijn ondergebracht in een schoolgebouw en ook daar zijn initiatieven tot samenwerking ontwikkeld of in ontwikkeling. Peuterspeelzaal Snuffeltje is gehuisvest in een separaat gebouw, doch onderhoudt intensieve contacten met de in de wijk Naastenbest gelegen scholen teneinde de aansluiting tussen peuterspeelzaal en basisschool te optimaliseren. Het doel is steeds om de ontwikkelingskansen van de kinderen te vergroten door een optimale doorgaande ontwikkelingslijn te creëren. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting door gezamenlijk activiteiten te organiseren.
18
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best Daarom is er regelmatig overleg met de basisscholen in de wijken en werken we zoveel mogelijk met dezelfde thema’s. Om de doorgaande lijn in de ontwikkeling van de kinderen te stimuleren, werken we met observatie- en overdrachtsformulieren. Op termijn zal daartoe op alle speelzalen en basisscholen de methode KIJK! Worden gehanteerd.
19
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best WERKPLAN PEUTERSPEELZALEN
O
nderstaand volgt een overzicht van de belangrijkste onderdelen van het pedagogisch beleidsplan. Op alle locaties die onder Stichting Peuterspeelzalen Best ressorteren gelden onderstaande regels, afspraken en uitgangspunten.
Dagindeling Openingstijden: 08.30 – 11.30 / 13.00 – 15.00 De peuterspeelzaalleidsters begroeten de kinderen en hun ouder(s)/verzorger(s). Het meegebrachte fruit wordt in een mandje gelegd en jasjes/tasjes worden opgehangen aan de kapstokken. De peuters nemen afscheid (elke zaal doet dat anders, bijv. zwaaien door het raam) en gaan even vrij spelen tot alle kinderen er zijn. Alle kinderen gaan dan (met de leidsters) in een kring zitten en wensen elkaar goedemorgen door middel van de pop Puk. Kinderen die dat willen mogen iets vertellen over wat ze hebben meegemaakt. Ook wordt het hulpje voor die dag apart genoemd en deze mag de dagritmekaarten ophangen. Soms worden er daarna nog liedjes gezongen of wordt er uitleg gegeven over wat er die ochtend/middag op het programma staat. Dan volgt een vrijspelen moment. De peuters mogen zelf kiezen waarmee ze willen spelen. Hulp van de leidsters is uiteraard altijd voorhanden. In kleine groepjes kan geknutseld worden (in het kader van het thema, of soms ook ter voorbereiding van bijv. een verjaardag of Moederdag. Daarna is er eet- en drinkmoment. Daartoe wordt eerst gezamenlijk opgeruimd dat ingeluid wordt met een opruimliedje. Iedereen helpt mee. De peuters gaan vervolgens handen wassen en nemen weer plaats in de kring. Het fruit wordt aangeboden en iedere peuter neemt om de beurt een stukje fruit. Daarna wordt er een bekertje ranja gedronken. Alle leidsters zijn steeds alert op leer en oefenmomenten (bijv. kleuren oefenen of tellen). Op sommige zalen wordt er nog een soepstengel aangeboden. De kinderen worden uitgenodigd om (indien nodig) naar het toilet te gaan en vervolgens wordt er (als het weer het toelaat) buiten gespeeld. Bij slecht weer wordt er binnen gespeeld met daarbij wat meer nadruk op bewegingsspelletjes, dansen en zingen. Aan het einde van het dagdeel wordt opnieuw alles in gezamenlijkheid opgeruimd en gaan de kinderen nog even in de kring. Er wordt nog iets voorgelezen, de gemaakte werkjes worden uitgedeeld en er wordt een afscheidsliedje gezongen. Dan wordt de deur opengemaakt en worden de peuters door hun ouder(s)/verzorger(s) weer opgehaald. Activiteiten Er wordt (vrij) gespeeld met het aanwezige materiaal. De ruimtes zijn ingedeeld in diverse hoeken: Keukentje, leeshoek, poppenhoek, automat, etc. Afhankelijk van het thema worden er knutselwerkjes gemaakt, in kleine groepjes gewerkt of ook wel uitstapjes gepland. Het knutselen kan bestaan uit tekenen, kleuren, knippen, plakken, klei, etc. Soms komt er iemand voorlezen (voorleesoma). Er wordt veel gezongen. Als het weer het toelaat wordt er buiten gespeeld. Er zijn fietsjes e.d. beschikbaar. Ook zijn er speeltoestellen buiten waar de peuters op kunnen klimmen en glijden. Er kan met zand worden gespeeld in de zandbak. Op de woensdagochtend groep (3+) zijn de activiteiten iets moeilijker gemaakt. Er wordt dan overwegend meer voorgelezen en er worden moeilijkere spelletjes aangeboden. Ook zijn er aanvullende activiteiten denkbaar, zoals zonnebloemen zaaien of bij iemand op bezoek gaan. Er wordt meer aandacht gegeven aan en meer nadruk gelegd op de structuur, de concentratie en de fijne motoriek. Er wordt ook dieper ingegaan op het thema met speciale werkjes of door bezoekjes binnen en/of buiten de speelzaal. Rituelen Samen met de peuters worden de ouders uitgezwaaid nadat ze gebracht zijn. Er wordt uitgebreid de tijd genomen om elkaar goedemorgen of goedemiddag te wensen en de namen van de andere kinderen te leren kennen. Kinderen die dat willen mogen in de kring vertellen wat ze hebben meegemaakt. Een nieuwe activiteit (bijv. opruimen of vlak voor dat de peuters weer naar huis gaan) wordt ingeleid met een herkenbaar liedje dat steeds hetzelfde is. Bij het eten en drinken wensen de kinderen elkaar “smakelijk eten en drinken” toe. Indien mogelijk blijven de kinderen in de kring zitten tot iedereen klaar is met eten en drinken. De verjaardag van een peuter wordt volgens een vast ritueel gevierd. Het kind krijgt een verjaardagskroon en ze mogen in de kring op de verjaardagsstoel zitten. Er wordt gezongen, meestal met muziekinstrumentjes erbij, en er worden
20
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best (nep-) kaarsjes uitgeblazen op een taart. De peuter krijgt een verjaardagskaart en de jarige mag trakteren. Ouders mogen bij de verjaardag van hun kind aanwezig zijn. Ter gelegenheid van vader- en Moederdag maken de peuters een passend cadeautje, zoveel mogelijk passend binnen het thema. Hetzelfde geldt voor de verjaardag van vader en moeder. Op verzoek van de ouders kan er ook voor andere familieleden een cadeautje worden gemaakt (bijv. voor opa of oma). Alle gangbare feestdagen worden passend gevierd. Carnaval: Kinderen mogen verkleed naar de peuterspeelzaal komen. Er wordt gedanst op carnavalsmuziek. Pasen: Er worden eitjes gezocht of eier-salade gemaakt. Sinterklaas: Sint en/of piet komen naar de speelzaal. Elk kind krijgt een cadeautje. Er worden pepernoten gebakken. Kerst: De kinderen komen voor een kerstontbijt naar de (versierde) speelzaal. Ook is het mogelijk dat de ouders worden uitgenodigd om samen met de peuters kerststukjes te maken. Als een kind naar de basisschool gaat wordt daar aandacht aan besteedt. Er wordt nadrukkelijk afscheid genomen van de andere kinderen uit de groep. Speciale uitstapjes Soms gaan de leidsters met de peuters buiten de speelzaal voor een speciaal uitstapje. Te denken valt aan de supermarkt, het verzorgingshuis, de kinderboerderij of een sportveld. Ouders/verzorgers worden hier altijd tijdig van op de hoogte gebracht. Indien nodig wordt ook de hulp van ouders gevraagd, bijv. om de peuters in kleine groepjes te begeleiden naar de locatie. Als het wat verder weg is wordt ouders ook gevraagd om de peuters met de auto of fiets zelf te komen brengen. Er wordt altijd een telefoon meegenomen alsmede de telefoonnummers van de ouders(s)/verzorger(s). Huisregels In grote lijnen worden op alle speelzalen dezelfde huisregels gehanteerd. De belangrijkste zijn: Halen en brengen: Bij het halen en brengen wachten de ouders/verzorgers met de peuter in de hal (of buiten) tot de leidsters de deur van de speelzaal openen De peuters hangen hun jas en tas aan de kapstok Er worden geen fietsen of buggy’s in de gang geparkeerd Alle peuters en ouders worden nadrukkelijk begroet. Indien mogelijk kan er kort met ouders worden gesproken; als een gesprek meer tijd vraagt wordt een aparte afspraak gemaakt. Als alle ouders weg zijn wordt de deur op slot gedaan; ouders die later komen kunnen aanbellen. Als een peuter moeite heeft met afscheid nemen bieden de juffen aan om later de ouders te bellen of dat de ouders zelf bellen om na te vragen hoe het gaat De deur wordt alleen geopend wanneer de betreffende persoon bekend is bij de leidsters De leidsters letten op wie welk kind ophaalt; ouders dienen door te geven als hun kind door iemand anders wordt opgehaald Als een peuter niet komt opdagen wordt er in voorkomende gevallen even gebeld om navraag te doen wat de reden hiervan is Bij gladheid wordt er bij de ingang sneeuw geruimd en zout gestrooid Bij sluiting wordt gecontroleerd of alle kinderen ook daadwerkelijk zijn opgehaald Indien nodig wordt de thermostaat teruggedraaid en worden ramen en deuren gesloten Sociale omgangsregels: We zijn beleefd en respectvol naar elkaar We vragen iets netjes aan elkaar en gaan niet duwen of afpakken We zeggen dankjewel en alsjeblieft We groeten elkaar bij binnenkomen en bij het afscheid nemen We luisteren goed naar elkaar en praten niet door elkaar heen Iedereen telt mee en is belangrijk Materiaalregels: Materiaal wordt gebruikt waarvoor het bestemd is We gooien niet met spullen en stoppen het niet in onze mond Er wordt niet op speelgoed gelopen of getrapt Kapot speelgoed wordt direct weggezet en in overleg weggegooid of gerepareerd Verkleedkleren laten we niet op de grond slingeren ivm uitglijden Tussentijds wordt materiaal zoveel mogelijk opgeruimd om het overzicht te bewaren en voor de veiligheid van kinderen en leidsters Kinderen mogen zelf kiezen uit open kasten en bouwmaterialen Kinderen moeten vragen om spelletjes uit de spelletjeskast Eten- en drinkregels: Als we eten of drinken zitten we op een stoeltje Voor het fruit eten worden de handen gewassen
21
Pedagogisch Beleidsplan Stichting Peuterspeelzalen Best -
We zeggen dankjewel als we fruit, een soepstengel of drinken krijgen aangeboden De kinderen wachten met drinken of eten totdat iedereen wat heeft De leidsters zijn alert op waar ze hun eigen koffie- of theekopje neerzetten, uit veiligheid voor de kinderen en voor henzelf De kinderen mogen zonder toestemming niet in het keukengedeelte komen
Hygiëne en verzorgingsregels: Kinderen wordt geleerd op een goede manier te hoesten of te niezen Kinderen mogen ook zelf een zakdoekje pakken of ze vragen hulp Zakdoekjes worden na gebruik direct in de prullenbak gegooid Leidsters wassen tussendoor regelmatig hun handen, doch in elk geval nadat ze een kind hebben geholpen met toiletgebruik of bijv. niezen Er wordt gebruik gemaakt van desinfecterende zeep bij het handen wassen Handdoeken worden regelmatig verschoond, dan wel er wordt gebruik gemaakt van wegwerphanddoeken Er wordt in het bijzijn van peuters niet gerookt In het gebouw geldt een algeheel rookverbod Ook kinderen wassen hun handen na het toiletgebruik en tevens voor het fruit eten Speelgoed wordt niet in de mond gestopt of meegenomen naar de toiletruimte Het verschonen van luiers gebeurt op een (verstelbare) commode of prettige hoogte voor de leidsters Na het verschonen wordt het aankleedkussen schoongemaakt Vieze luiers worden verpakt en direct in de kliko gegooid Na de speelzaaltijden worden de toiletjes gepoetst en de vloeren geveegd Twee of drie keer per week worden de zalen grondig schoongemaakt door een gespecialiseerd schoonmaakbedrijf De speelzalen worden zo goed mogelijk geventileerd Na een vakantie worden de kranen 10 min open gezet voor het doorspoelen van de leidingen In geval van ziekte en geneesmiddelengebruik is er een apart protocol beschikbaar dat strikt wordt nageleefd Peuters mogen niet bij heet water komen of daarmee hun handen wassen De afvalcontainers worden op de afgesproken dagen aan de straat gezet Veiligheid: Alle ruimtes waar de peuters komen zijn kindvriendelijk ingericht Elk dagdeel wordt er gecontroleerd op het rondslingeren van klein materiaal ivm verstikkings- of verslikkingsgevaar De hal, vluchtwegen en vluchtdeuren worden vrijgehouden Als er wordt geknoeid bij het eten of drinken wordt dit direct opgeruimd om uitglijden te voorkomen Er is een gifwijzer, vluchtplan en calamiteitenplan aanwezig waar iedereen van op de hoogte is Het ontruimingsplan wordt minimaal eenmaal per jaar geoefend, ook met de kinderen Alle stopcontacten zijn voorzien van kinderbeveiliging De kinderen mogen niet zelf de deuren of ramen openmaken Er zijn geen planten in de speelruimte aanwezig Huisdieren worden alleen na overleg toegelaten; na contact met de dieren worden de handen gewassen Er hangen geen slingers door de ruimte ter hoogte van de verkeersroutes ivm brandgevaar Er wordt bij voorkeur niet gerend of geschreeuwd op de groep Schoonmaakmiddelen zijn goed opgeborgen zodat de kinderen daar niet bij kunnen Speeltoestellen worden door een erkend bedrijf jaarlijks gecontroleerd op veiligheid Kinderen mogen niet op stoelen en tafels staan De buitenruimte wordt regelmatig gecontroleerd op zwerfvuil De kinderen mogen niet in de schuur komen Bij felle zon worden de kinderen extra beschermd met bijv. huidcrème of door plaatsing van parasols Bij koud weer worden de kinderen warm aangekleed Fietsen en auto’s worden veilig geparkeerd op daarvoor bestemde plaatsen rond het gebouw
22