Pedagogisch beleidsplan Spring! Peuterspeelzalen
Méér dan Spelen!
Inhoud Voorwoord ............................................................................................................................................... 3 Hoofdstuk 1: Het 1-paginaplan van Spring! Peuterspeelzalen ................................................................ 4 1.1 Missie: waar we voor staan ............................................................................................................ 4 1.2 Visie op peuters en ouders ............................................................................................................ 4 1.3 Kernwaarden .................................................................................................................................. 4 1.4 Unieke kracht ................................................................................................................................. 4 1.5 Toegevoegde waarde .................................................................................................................... 4 1.6 Ambitie…. ....................................................................................................................................... 4 Hoofdstuk 2: Ouders als partners ............................................................................................................ 5 2.1 Ouderbetrokkenheid....................................................................................................................... 5 2.2 Ouderparticipatie ............................................................................................................................ 5 Hoofdstuk 3: Ontwikkelingsstimulering en educatie ................................................................................ 6 3.1 Pedagogisch handelen .................................................................................................................. 6 3.1.1 Emotionele veiligheid .............................................................................................................. 7 3.1.2 Sociale competentie ................................................................................................................ 7 3.1.3 Persoonlijke competentie ........................................................................................................ 7 3.1.4 Overdracht waarden en normen.............................................................................................. 7 3.2 Didactisch handelen ....................................................................................................................... 7 3.2.1 Ontwikkelingsgebieden ........................................................................................................... 7 3.2.2 Speel-leeromgeving ................................................................................................................ 8 3.2.3 Groepsmanagement ................................................................................................................ 8 3.2.4 Volgen van ontwikkeling .......................................................................................................... 8 Hoofdstuk 4: Zorg .................................................................................................................................... 9 4.1 Interne zorgstructuur ...................................................................................................................... 9 4.2 Doorgaande ontwikkelingslijn ........................................................................................................ 9 Hoofdstuk 5: De pedagogisch medewerker........................................................................................... 10 5.1 Wettelijk toezicht .......................................................................................................................... 10 5.2 Klachtenprocedure ....................................................................................................................... 11
2
Voorwoord
“Meer dan Spelen!”, dat is waar Spring! Peuterspeelzalen voor staat. Spring! levert een bijdrage aan een kansrijke toekomst voor kinderen. Jonge kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar vinden bij ons een uitdagende speel- en leeromgeving om zich optimaal te ontwikkelen, zodat zij stappen kunnen zetten in een voor hen steeds groter wordende wereld. Spring! Peuterspeelzalen is 1 januari 2008 ontstaan door de samenvoeging van 12 verschillende organisaties voor peuterspeelzaalwerk in Hengelo. Doel was het peuterspeelzaalwerk te professionaliseren en te profileren. Daarin zijn wij geslaagd. Spring! heeft zich ontwikkeld tot een professionele voorschoolse voorziening met een groot bereik in Hengelo. Wij bieden deze voorziening aan meer dan 600 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar op 15 locaties verspreid over Hengelo. Voor kinderen met een (taal)achterstand die voldoen aan de hiervoor vastgestelde criteria, biedt Spring! een extra aanbod. Wij noemen dit VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie). Spring! ontvangt jaarlijks subsidie van de gemeente Hengelo voor zowel het basisaanbod als VVE. Dit pedagogisch beleid beschrijft wat Spring! Peuterspeelzalen belangrijk vindt in het werken met kinderen en waarom we dat vinden. Ouders spelen voor ons hierin vanzelfsprekend een belangrijke rol. Het beleid richt zich daarom juist ook op hen en op het contact met hen. Daarnaast geeft dit beleid richting aan de pedagogisch medewerkers in de begeleiding van kinderen en beschrijft het hoe wij extra aandacht besteden aan kinderen met een (taal)achterstand. Deze werkwijze is medio 2016 op al onze locaties doorgevoerd. Dit pedagogisch beleidsplan is gebaseerd op de missie, visie en kernwaarden van Spring!, die wij hebben geformuleerd tijdens een beleidsdag in het voorjaar van 2014. Deze missie, visie en kernwaarden zijn kort en krachtig beschreven in ons zogenaamde “1-paginaplan”. Dit document, waarin wij onze identiteit helder verwoorden, vormt de leidraad voor keuzes op het gebied van professionalisering, personeelsbeleid en organisatiestructuur. Het 1-paginaplan vormt tevens de basis van dit plan. Het pedagogisch beleidsplan begint daarom met de grote lijnen zoals die in het 1-paginaplan staan: onze missie, visie op peuters en ouders, kernwaarden, unieke kracht, toegevoegde waarde en ambitie. Deze aspecten werken we daarna per onderwerp in hoofdstukken uit. Ik denk dat wij erin geslaagd zijn een solide fundament te leggen onder onze organisatie en dat wij daarmee een stevige basis bieden voor een kansrijke toekomst voor kinderen. Wij bieden “Méér dan Spelen!”
Annelies Nijkamp directeur Spring! Peuterspeelzalen
3
Hoofdstuk 1: Het 1-paginaplan van Spring! Peuterspeelzalen In dit hoofdstuk geven we weer waar wij echt voor staan, hoe wij naar peuters en ouders kijken, wat onze kernwaarden zijn en wat onze unieke kracht is. Ook onze toegevoegde waarde en onze ambitie verwoorden we hier. Op één pagina. Dit vormt een leidraad voor onze organisatiekeuzes en het werk dat we doen. In hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 werken we elk onderdeel uit. Ieder hoofdstuk start met de tekst van het onderdeel dat we daarin uitwerken.
1.1 Missie: waar we voor staan Waar staan wij echt voor? Wat is onze missie? Wij leveren een bijdrage aan een kansrijke toekomst voor kinderen (kinderen succesvol/gelukkig maken). Wij bieden jonge kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar een uitdagende speel- en leeromgeving om zich optimaal te ontwikkelen, zodat zij stappen kunnen zetten in een voor hen steeds groter wordende wereld.
1.2 Visie op peuters en ouders Peuters zijn in een van de meest cruciale fases van hun leven, puur en onbevangen, vanuit zichzelf gemotiveerd om te groeien, eigenaar van hun ontdekkingstocht en afhankelijk van volwassenen. Ouders zijn de belangrijkste personen in het leven van het kind en primair verantwoordelijk. Wij zien ouders als partners, we werken samen en ondersteunen en versterken elkaar bij de ontwikkeling van het kind.
1.3 Kernwaarden Men mag ons aanspreken op/wij spreken elkaar aan op:
Passie voor peuters
Bekwaamheid
professionaliteit en vakmanschap - kennis van en werken op een doelgerichte manier; afstemmen op de ontwikkelingsbehoeften van kinderen - kennis van en werken volgens het programma Piramide - eigenaarschap van eigen werkproces
Vertrouwen
uw kind is bij ons in goede handen
Geloof in groei
van kinderen, collega’s en organisatie - stimuleren van kennis en vaardigheden - begeleiding, coaching, feedback staan centraal
1.4 Unieke kracht Wij zijn leidend in ontwikkelingsstimulering en educatie van kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar en zijn daarmee een basisvoorziening voor de voorschoolse periode. Wij zijn bij uitstek in staat om kinderen die een (taal)achterstand hebben, te signaleren en extra ondersteuning te bieden om de stap naar de basisschool succesvol te laten verlopen. Wij werken intensief samen met het basisonderwijs.
1.5 Toegevoegde waarde Wij zijn sterk in de combinatie van pedagogisch en didactisch handelen. Wij bieden “Méér dan Spelen” in de begeleiding van kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Wij bieden een veilig pedagogisch klimaat, waarbij interactie en samenspel belangrijke items zijn. Wij bieden kinderen een uitdagende speel-leeromgeving om te ontdekken. Wij zijn in veel gevallen de eerste plek waar zorg om een kind gesignaleerd wordt (vroegsignalering) en waar wij kind en ouders specifieke begeleiding en ondersteuning in kunnen bieden (preventie).
1.6 Ambitie Over drie tot vijf jaar zijn wij een geïntegreerde basisvoorziening in de ontwikkelingslijn van een kind. Wij werken met vakkrachten, die specifieke kennis hebben van en ervaring hebben met het begeleiden van kinderen in deze leeftijdsfase.
4
Hoofdstuk 2: Ouders als partners Uit het 1-paginaplan: “Peuters zijn in een van de meest cruciale fases van hun leven, puur en onbevangen, vanuit zichzelf gemotiveerd om te groeien, eigenaar van hun ontdekkingstocht en afhankelijk van volwassenen. Ouders zijn de belangrijkste personen in het leven van het kind en primair verantwoordelijk. Wij zien ouders als partners, we werken samen en ondersteunen en versterken elkaar bij de ontwikkeling van het kind.” Ouders vertrouwen hun kind toe aan onze peuterspeelzaal. Wij vinden de betrokkenheid van ouders belangrijk, omdat wij samen het kind opvoeden. Ieder heeft hierin zijn eigen taak. Daarom hebben we over en weer veel contact. Welke ideeën en wensen leven er bij ouders? We wisselen informatie uit en overleggen samen om de peuter te bieden wat hij nodig heeft. Dit noemen wij educatief partnerschap. Deze samenwerking stimuleert de ontwikkeling en het leersucces van kinderen. Ouders bieden wij ondersteuning om hun kind thuis in zijn ontwikkeling te stimuleren. Uit wetenschappelijk onderzoek en uit eigen ervaring weten wij dat dit een positief effect heeft op de ontwikkeling van kinderen.
2.1 Ouderbetrokkenheid Wij informeren de ouders op verschillende manieren over ons aanbod. Via de website, via onze aanmeldmap en tijdens het kennismakingsgesprek dat de pedagogisch medewerker met de ouders heeft, voordat een kind start. Tijdens het kennismakingsgesprek vragen wij naar achtergrondinformatie van het kind: de gezinssituatie, bijzonderheden in zijn ontwikkeling, verwachtingen van ouders wat betreft de peuterspeelzaal. Ook bespreken we wat wij verwachten van de ouders. Ouders zijn heel verschillend, hebben verschillende achtergronden en verschillende manieren van communiceren en opvoeden. Om goed te kunnen samenwerken met ouders is het belangrijk dat de pedagogisch medewerkers en ouders op de hoogte zijn van elkaars wensen en ideeën over de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Door informatie uit te wisselen ontstaat een verbinding tussen de thuissituatie en de peuterspeelzaal. Dit is belangrijk tijdens het kennismakingsgesprek. De pedagogisch medewerker die het kennismakingsgesprek voert, is ook de mentorleidster van het kind. Zij is de vaste contactpersoon voor ouders voor informatie als het gaat om de ontwikkeling van hun kind. Deze informatie uitwisseling vindt vooral plaats tijdens de haal- en brengmomenten. Ouders kunnen bovendien altijd tussentijds een gesprek aanvragen. Over de activiteiten op de peuterspeelzaal ontvangen ouders informatie via themabrieven en tijdens ouderbijeenkomsten. Tijdens deze ouderbijeenkomsten wordt de themabrief besproken en leggen wij uit welke ondersteunende activiteiten ouders thuis zelf met hun kind kunnen doen. Tijdens ouderbijeenkomsten kunnen ook opvoedingsvraagstukken aan de orde komen. Het aanbod voor ouders en de georganiseerde ouderactiviteiten sluiten zo veel mogelijk aan bij de wensen en behoeften van ouders. Activiteiten kunnen daardoor divers zijn. Ouders nodigen wij ook uit voor de spelinloop tijdens de start van elk dagdeel. Datzelfde geldt voor de afsluitende kring van elk dagdeel, waar verteld wordt wat de kinderen hebben gedaan.
2.2 Ouderparticipatie Ouders kunnen deelnemen aan en helpen bij activiteiten, die wij in de peuterspeelzaal van hun kind organiseren. Zij worden door de pedagogisch medewerkers hiervoor uitgenodigd. Dikwijls gaat het om handen spandiensten bij uitstapjes voor hun kind, sinterklaas- en kerstvieringen, knutselactiviteiten et cetera. Spring! kent geen oudercommissie of ouderraad. Vanaf 2016 stelt de wet dat organisaties voor peuterspeelzaalwerk dit geregeld moeten hebben. Wij treffen hiervoor voorbereidingen.
5
Hoofdstuk 3: Ontwikkelingsstimulering en educatie Uit het 1-paginaplan: “Wij zijn leidend in ontwikkelingsstimulering en educatie van kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar (in Hengelo) en zijn daarmee een basisvoorziening voor de voorschoolse periode.” “Wij zijn sterk in de combinatie van pedagogisch en didactisch handelen. Wij bieden “Meer dan Spelen” in de begeleiding van kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Wij bieden een veilig pedagogisch klimaat, waarbij interactie en samenspel belangrijke items zijn. Wij bieden kinderen een uitdagende speel-leeromgeving om te ontdekken.” In dit hoofdstuk beschrijven wij op welke wijze wij de bovenstaande uitgangspunten invullen. Wij bieden het kind allereerst een veilige en beschermde omgeving. Jonge kinderen zijn (nog) afhankelijk van volwassenen. Wij begeleiden het kind in zijn ontwikkeling naar zelfstandigheid. Wij ondersteunen het kind in de ontwikkeling van zijn zelfvertrouwen. Zelfstandigheid en zelfvertrouwen heeft een kind nodig om de wereld te kunnen ontdekken. De ondersteuning die wij bieden, het aanbod dat wij hiervoor ontwikkeld hebben, bestaat uit een pedagogische en didactische component. Voordat wij dit nader toelichten, beschrijven wij eerst wat wij bieden en hoe wij dit organiseren. Aanbod en organisatie Kinderen komen twee dagdelen per week op een peuterspeelzaal gedurende 40 weken per jaar (gekoppeld aan het schoolseizoen). De peuterspeelzaal is toegankelijk voor alle kinderen. Kinderen die, met name op het gebied van taal, een extra steuntje in de rug kunnen gebruiken bij hun ontwikkeling om de overgang naar de basisschool makkelijker te laten verlopen, kunnen in aanmerking komen voor zogenaamde voorschoolse educatie. Zij komen dan twee extra dagdelen per week bij de peuterspeelzaal. Op alle locaties werken wij met het programma Piramide. Piramide is een educatieve methode voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 7 jaar. Educatie binnen Piramide betekent: zorgen dat jonge kinderen die nog kwetsbaar en nog niet zelfstandig zijn, zich veilig en ondersteund voelen. Educatie betekent tegelijkertijd ook: kinderen stimuleren om zelfstandig, zonder hulp en ondersteuning te spelen en te ontdekken. Piramide biedt kinderen in de peutergroep een goede stimulans in hun ontwikkeling. Met dit programma geven wij extra aandacht aan de ontwikkeling van kinderen om hen een zo goed mogelijke start op de basisschool te laten maken. Alle pedagogisch medewerkers zijn getraind om met Piramide te werken. In de Piramide-methode zijn de vier pedagogische basisdoelen geïntegreerd, die voor de ontwikkeling van kinderen essentieel zijn (Riksen-Walraven, 2008). In de Memorie van toelichting van de Wet kinderopvang zijn deze doelen vastgelegd voor elke organisatie die met jonge kinderen werkt. De pedagogische doelen waar wij aan werken zijn: 1. 2. 3. 4.
Bieden van emotionele veiligheid; Ontwikkelen van sociale competentie; Ontwikkelen van persoonlijke competentie; De overdracht van waarden en normen.
Onze pedagogisch medewerkers stemmen hun activiteiten doelgericht af op de ontwikkelingsbehoeften van de kinderen en verzamelen regelmatig gegevens over de ontwikkeling van de kinderen. Zij stellen een plan op. Afhankelijk van de reacties van de kinderen op het aanbod stemmen zij het aanbod af op de groep (differentiëren). Wij noemen dit opbrengstgericht en handelingsgericht werken.
3.1 Pedagogisch handelen Ons pedagogisch handelen hebben wij uitgewerkt aan de hand van de hierboven genoemde vier pedagogische basisdoelen: emotionele veiligheid, sociale competentie, persoonlijke competentie en de overdracht van waarden en normen. Deze staan in de volgende paragrafen. Dit pedagogisch handelen staat centraal bij alle opvoedings- en ontwikkelingsprocessen van kinderen.
6
3.1.1 Emotionele veiligheid Als een kind zich emotioneel veilig voelt, kan het zich optimaal ontwikkelen. Daarom bieden wij veiligheid en hebben de pedagogisch werksters een - wat wij noemen - ‘sensitieve’ houding: zij kijken goed naar elk kind en spelen in op zijn signalen. Hiervoor maken zij echt contact met hem. Ze zijn oprecht geïnteresseerd, spelen in op behoeften van het kind en op zijn interesse en ontwikkelingsniveau. Wij bieden de kinderen verder emotionele veiligheid door te werken met een vast team van pedagogische medewerkers voor elke groep, door een herkenbaar dagritme te hanteren en door ook in kleine groepjes te werken. Vooral bekende groepsgenootjes zorgen voor veel gevoel van veiligheid. Ook de manier waarop we onze peuterspeelzaal inrichten, hoeken met duidelijk herkenbare functies en materialen, biedt de kinderen een veilige ruimte om zich optimaal te ontwikkelen. 3.1.2 Sociale competentie Kinderen ontwikkelen zich makkelijker als er aandacht, plezier en optimisme is en een ontspannen sfeer heerst. Hier letten wij op bij alle activiteiten. Wij richten onze aandacht op wat goed gaat en versterken dit. Dat biedt kinderen zelfvertrouwen en beantwoordt aan de behoefte van kinderen aan veiligheid, en autonomie. Sociale vaardigheden die we ze daarbij leren zijn bijvoorbeeld: zich kunnen verplaatsen in een ander, contact maken, samenwerken, anderen helpen en ruzie voorkomen. Zo ontwikkelen zij het gevoel van verbondenheid en sociale verantwoordelijkheid. Wij stimuleren het groepsgevoel door een prettige sfeer te creëren en gezamenlijke activiteiten met de kinderen te ondernemen. Ook stimuleren we het contact tussen de kinderen. Dit contact benoemen we en we prijzen hen gericht, wanneer zij contact zoeken met elkaar. Wij begeleiden kinderen in hun samenspel, helpen hen hun gevoelens te verwoorden en leren hen hoe ze onenigheid met een ander kind oplossen. 3.1.3 Persoonlijke competentie Met persoonlijke vaardigheden bedoelen we persoonskenmerken als veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. Voor jonge kinderen zijn spel en de drive om te ontdekken en grenzen te verkennen essentieel om grip te krijgen op hun omgeving. Met de inrichting van onze peuterspeelzaal, ons materiaal- en activiteitenaanbod en onze begeleiding spelen wij daarop in. Zo helpen wij kinderen hun persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen. 3.1.4 Overdracht waarden en normen In de groep komen relatief veel leermomenten voor, die een kind helpen zich waarden en normen eigen te maken. De pedagogisch medewerkers zijn zich bewust van de voorbeeldfunctie die zij hierin hebben en zijn alert op de volgende punten: vriendelijk taalgebruik en een vriendelijke en open houding naar kinderen. Door spelbegeleiding komen omgangsvormen aan de orde. Wij verwoorden wat kinderen zien en meemaken tijdens het spel en geven daar betekenis aan. Ook stimuleren wij kinderen zelf te benoemen wat zij in het contact met elkaar wel en niet prettig vinden en helpen we hen bij het oplossen van onenigheid. Door de reacties van onze pedagogisch medewerkers ervaren kinderen de grenzen van goed en slecht, van anders, van mogen en van moeten. Bij het eigen maken van normen en waarden (bij de morele ontwikkeling) speelt ons eigen gedrag een cruciale rol. We geven daarom het goede voorbeeld.
3.2 Didactisch handelen De ontwikkeling van kinderen stimuleren we door gerichte activiteiten aan te bieden (didactisch handelen).Het aanbod voor de groep en het individuele kind is voorbereid (gestructureerd) en afgestemd op het niveau van de kinderen (gedifferentieerd). In de groepsplannen leggen wij vast wat we de kinderen willen bieden en waar wij aan willen werken. De activiteiten werken wij uit aan de hand van thema’s uit het programma Piramide. Vanuit het thema bieden wij een rijk aanbod aan activiteiten. De pedagogische component, zoals in de vorige paragraaf beschreven, vormt de basis voor het didactisch handelen. 3.2.1 Ontwikkelingsgebieden Wij stimuleren kinderen breed in hun ontwikkeling. Dit doen we door een combinatie van spelen, zelfstandig leren/ontwikkelen, ontdekken en samen leren in de groep. De volgende ontwikkelingsgebieden komen in de thema’s van Piramide aan de orde:
7
Persoonlijkheidsontwikkeling Sociaal-emotionele ontwikkeling Motorische ontwikkeling Kunstzinnige ontwikkeling Taalontwikkeling Ontwikkeling van de waarneming Denkontwikkeling en ontwikkeling van het rekenen Oriëntatie op ruimte en tijd en wereldverkenning
3.2.2 Speel-leeromgeving Kinderen leren al spelend. Daarom stimuleren wij de ontwikkeling van kinderen door ze een uitdagende, voorbereide speel-leeromgeving te bieden. Een omgeving waarin zij op eigen initiatief spelen, ontdekken en zelfstandig leren. Pedagogisch medewerkers creëren daarbij een gevarieerd aanbod. Uitgangspunt hiervoor vormen de bovengenoemde acht ontwikkelingsgebieden en de vier domeinen, die daarop aansluiten voor de voorschoolse educatie: taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling en motoriek. Wij besteden ook veel aandacht aan regels en rituelen. Dit helpt kinderen om zelfstandig en met zelfvertrouwen te leren spelen. 3.2.3 Groepsmanagement Wij hebben al vaak genoemd dat het kinderen beter lukt om te spelen en zich te ontwikkelen, als we ze begeleiden en stimuleren. Daarom spelen we zelf mee, geven we uitleg en geven we kinderen ruimte om zelf oplossingen te zoeken. Wij kijken daarbij naar de hele groep. Die bestaat gemiddeld uit 14 kinderen van 2 tot 4 jaar, die een verschillend ontwikkelingsniveau kunnen hebben. Ook tussen de groepen kunnen verschillen bestaan. Daarmee houden wij rekening in de planning van activiteiten. Wij laten de activiteiten aansluiten bij de mogelijkheden van de groep. Voor kinderen voor wie de groepsactiviteiten te moeilijk of te makkelijk zijn, organiseren wij aangepaste activiteiten. Wij werken met een vast dagritme, waarin dit gepland wordt. 3.2.4 Volgen van ontwikkeling Om het aanbod af te stemmen op de ontwikkelingsbehoeften van kinderen verzamelen wij gegevens over hun ontwikkeling. Wij doen dit door dagelijks te observeren hoe het met de kinderen gaat en passen ons handelen hierop aan. Daarnaast verzamelen wij informatie over de ontwikkeling van het kind aan de hand van landelijk vastgestelde normeringen. Dit leggen we vast in ons kindvolgsysteem. Dit kindvolgsysteem geeft een objectief beeld van de ontwikkeling van het kind. Ook brengt het de sociaal-emotionele ontwikkeling , de taal- en de rekenontwikkeling in beeld. Voor het in kaart brengen van de motorische ontwikkeling hanteren wij een eigen ontwikkelde observatielijst, gebaseerd op informatie uit andere kindvolgsystemen. Om de continuïteit in de ontwikkeling van kinderen te waarborgen, dragen wij de belangrijkste ontwikkelingsgegevens over aan de basisschool. Zo kunnen leerkrachten vanaf het begin goed inspelen op de ontwikkelingsbehoeften van de peuter en gaat er geen kostbare tijd verloren.
8
Hoofdstuk 4: Zorg Uit het 1-paginaplan: “Wij zijn bij uitstek in staat om kinderen, die een (taal)achterstand hebben, te signaleren en extra ondersteuning te bieden om de stap naar de basisschool succesvol te laten verlopen.” “Wij zijn in veel gevallen de eerste plek, waar zorg om een kind gesignaleerd wordt (vroeg-signalering) en waar wij kind en ouders specifieke begeleiding en ondersteuning in kunnen bieden (preventie).” Om zo goed mogelijk pedagogisch en didactisch te kunnen handelen, volgen en ondersteunen wij de kinderen in hun ontwikkeling. Onze peuterspeelzaal heeft een belangrijke functie in de ontwikkeling van het kind. Veel peuters zetten hun eerste stappen buiten de vertrouwde omgeving van gezin en familie als zij naar de speelzaal gaan. Peuters ontmoeten leeftijdsgenootjes in een uitdagende omgeving, die helemaal op hen is afgestemd. Zoals wij in het vorige hoofdstuk hebben beschreven, observeren de pedagogisch medewerkers de peuters voortdurend en maken zij gebruik van het kindvolgsysteem. Bij vragen en/of zorgen over de ontwikkeling van een kind kunnen zij de deskundigheid inschakelen van onze Intern Pedagogisch Begeleiders (IPB’ers). De IPB’ers zijn in dienst van Spring! Peuterspeelzalen. Zij helpen de pedagogisch medewerkers bij het onderkennen van taal- en/of ontwikkelingsachterstanden bij jonge kinderen en schakelen, waar nodig, externe instanties in. Onderdeel van onze zorgtaak is ook alert te zijn op huiselijk geweld en kindermishandeling. Hiervoor hanteren wij de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Hierin is beschreven hoe wij handelen bij een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling.
4.1 Interne zorgstructuur De zorg voor kinderen betekent voor ons allereerst begeleiding en zorg op maat leveren. Daarbij richten we ons op de positieve aspecten: Wat kan dit kind goed? Wat vindt hij leuk? Wat zijn stimulerende factoren? Waarin is deze pedagogisch medewerkster sterk en hoe kan zij dit kind het beste helpen? Welke aanpak werkt wel en onder welke omstandigheden? Waarin zijn deze ouders sterk? Wij gaan uit van het bieden van perspectief: wat (wel) goed gaat, bouwen wij verder uit. Wij kijken naar de ontwikkelingsbehoeften van het kind. De IPB’ers ondersteunen de pedagogisch medewerkers bij het werken met de kinderen in de groep. Twee keer per jaar is er een groepsbespreking tussen de IPB’ers en de pedagogisch medewerkers. Zij brengen de ontwikkeling van de groep en de kinderen in kaart. Wanneer de ontwikkeling van een kind achterblijft, bespreken zij met elkaar hoe de pedagogisch medewerkers het kind extra kunnen begeleiden. Alle groepen werken met het basisprogramma van Piramide. Kinderen die iets extra’s nodig hebben, krijgen dit in de zogenoemde tutor- of pientere groep aangeboden. Daarnaast bieden we extra zorg voor kinderen met een opvallende ontwikkeling, voor wie hulp in de groep te weinig helpt. De pedagogisch medewerkers kunnen de IPB’er vragen voor een observatie van het kind in de peuterspeelzaal. Hierna kunnen zij in overleg met ouders en de Jeugdgezondheidszorg eventueel vervolgstappen nemen.
4.2 Doorgaande ontwikkelingslijn Binnen de gemeente Hengelo krijgt de opzet van Brede Scholen 0-12 een vervolg in Integrale Kind Centra (IKC). Deze IKC’s moeten voor kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar een stevige basisvoorziening vormen. Een basisvoorziening waar kinderen terecht kunnen voor opvang, ontwikkelingsstimulering, educatie, zorg en vrijetijdsbesteding en waar ouders actief betrokken zijn. Wij zijn in Hengelo een belangrijke voorschoolse voorziening, dicht bij huis, waar kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar onder deskundige begeleiding spelend kunnen leren en zich ontwikkelen. Een van onze kerntaken is het zorgen voor een goede overdracht van informatie over het kind bij de overgang van peuterspeelzaal naar basisschool. Met 15 locaties, verspreid over Hengelo, zorgen wij voor een dekkend aanbod en zijn wij kernpartner van elk IKC. Wij zoeken dan ook gericht de samenwerking met de basisscholen. Onze kracht in de begeleiding van jonge kinderen ligt zowel in onze kennis op pedagogisch als op didactisch gebied. Daarnaast zijn wij in staat inzicht te geven in de ontwikkelings- en onderwijsbehoefte van het kind: wat heeft het kind nodig in zijn verdere ontwikkeling op de basisschool? Daarom zijn wij voor het onderwijs een belangrijke partner.
9
Hoofdstuk 5: De pedagogisch medewerker Uit het 1-paginaplan: “Men mag ons aanspreken op/wij spreken elkaar aan op:
Passie voor peuters
Bekwaamheid
Vertrouwen
Geloof in groei
professionaliteit en vakmanschap - kennis van en werken op een doelgerichte manier; afstemmen af op de ontwikkelingsbehoeften van kinderen - kennis en werken volgens het programma Piramide - eigenaarschap van eigen werkproces uw kind is bij ons in goede handen van kinderen, collega’s en organisatie - stimuleren van kennis en vaardigheden - begeleiding, coaching, feedback staan centraal
De kwaliteit van de pedagogisch medewerkers is cruciaal bij de begeleiding van kinderen. Zij leveren een belangrijke bijdrage aan het zo harmonisch en natuurlijk mogelijk laten verlopen van de ontwikkeling van kinderen. Dat doen zij op een professionele manier. Hiervoor zijn ze voldoende toegerust. Zij zijn dan ook de spil van onze organisatie. De kwaliteit van onze medewerkers maakt het verschil in hoe kinderen zich ontwikkelen in onze peuterspeelzaal. Het extra dat wij kinderen bieden, ligt in de kracht van de combinatie van pedagogisch en didactisch handelen. Dit kunnen wij waarmaken door de inzet en betrokkenheid van de pedagogisch medewerkers. Wij bieden hen ondersteuning in hun werk door na- en bijscholing te organiseren. Deze scholing leggen wij jaarlijks vast in ons opleidingsplan. De coördinatoren (de direct-leidinggevenden) en de IPB’ers ondersteunen de pedagogisch medewerkers in de uitoefening van hun taak in de vorm van individuele begeleiding en coaching en het organiseren van diverse teambijeenkomsten. Alle pedagogisch medewerkers zijn gekwalificeerd op ten minste mbo-3-niveau. Zij zijn daarnaast geschoold in het werken met het programma Piramide. Vrijwel alle pedagogisch medewerkers voldoen aan het vereiste taalniveau 3F. Dit houdt in dat zij voldoende taalvaardig zijn (zowel mondeling als schriftelijk) om kinderen te stimuleren in hun taalontwikkeling. Al onze medewerkers hebben een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Zij worden door het ministerie van Justitie continu gescreend.
5.1 Wettelijk toezicht Om de veiligheid van de kinderen te waarborgen zijn er wettelijke afspraken gemaakt over het toezicht op de kinderen, de inzet van de medewerkers en de inrichting van het gebouw. Wij zorgen ervoor dat een beroepskracht of de beroepskracht in opleiding uitsluitend haar werkzaamheden verricht, terwijl zij gezien of gehoord wordt door een andere volwassene. Dit heet het “vierogenprincipe”. Daarnaast houden wij jaarlijks op iedere locatie een Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) om vast te stellen of wij aan de veiligheids- en gezondheidseisen voor peuters en leidsters voldoen. Met de RI&E kijken wij per locatie onder meer naar de kans dat een gevaar zich voordoet, wat het gevolg van het gevaar is en hoe vaak deze situatie zich zou kunnen voordoen. Stellen wij een risico vast, dan beoordelen wij samen met de pedagogisch medewerkers hoe wij dit risico uitsluiten of verkleinen. De GGD inspecteert in opdracht van de gemeente of Spring! aan de eisen voldoet. Dit gebeurt jaarlijks. Afhankelijk of er reden tot zorg is over de kwaliteit is de toetsing uitgebreid of minder uitgebreid. Dit heet risico-gestuurd toezicht. De GGD toetst het Pedagogisch Beleidsplan en ook de kwaliteitseisen van de voorschoolse educatie. Elke locatie van Spring! wordt geïnspecteerd. De resultaten worden vastgelegd in een inspectierapport en worden gepubliceerd op de website van Spring!. Alle peuterspeelzalen voldoen aan de eisen die de gemeente, brandweer en de GGD stellen.
10
5.2 Klachtenprocedure Ouders die niet tevreden zijn over de manier waarop de pedagogisch medewerkers met hun kind omgaan, kunnen hun ontevredenheid of klacht altijd kenbaar maken. In eerste instantie bij de pedagogisch medewerker zelf. Leidt dit niet tot een oplossing, dan kunnen zij contact opnemen met de coördinator. Zij bespreekt met ouders en de pedagogisch medewerker hoe het probleem of de klacht opgelost kan worden. Leidt dit ook niet tot het gewenste resultaat, dan kunnen ouders terecht bij de directeur van onze organisatie. Bij klachten over bijvoorbeeld ons beleid, kunnen ouders rechtstreeks contact opnemen met de directeur. Is een klacht volgens ouders niet juist afgehandeld, dan kunnen zij een beroep doen op de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Informatie over het indienen van een klacht bij de geschillencommissie is te vinden in onze klachtenregeling, die geplaatst is op de website van Spring!: www.springhengelo.nl .
11