Beleidsplan Peuterspeelzalen Stichting Peuterspeelzalen Bergeijk
Westerhoven Oktober 2014
Inhoud 1. Inleiding 1.1 Wat is een peuterspeelzaal? 1.2 Algemene missie 1.3 Onze kerntaken 1.4 Maatschappelijke ontwikkeling peuterspeelzaalwerk 1.5 Peuterspeelzaalwerk een gedecentraliseerd beleidsterrein 2. Het pedagogisch beleidsplan 2.1 Pedagogische visie 2.2 De rol van de medewerkster in relatie met de pedagogische visie 2.3 Waarom een pedagogisch beleidsplan 3. Het pedagogisch handelen 3.1 Aandachtgebieden 3.2 Pedagogische doelen 3.3 Aandachtgebieden, middelen in relatie met geformuleerde doelen 3.3.1 Ontwikkelingstimulering 3.3.2 Welbevinden 3.3.3 Hanteren van waarden en normen 3.3.4 Volgen en signaleren 4. Ouderparticipatie
Pedagogisch_Beleidsplan gew.01-10-2014
2
1. Inleiding 1.1 Wat is een peuterspeelzaal Een peuterspeelzaal is een ontwikkelingsgerichte, preventieve basisvoorziening voor alle kinderen van 2 tot 4 jaar. “Ontwikkelingsgericht” omdat het bieden van optimale ontwikkelingskansen centraal staat. Dit heeft betrekking op de motorische, sociale, emotionele, cognitieve, creatieve en taalontwikkeling. Het spel is daarbij een belangrijk instrument om spelend te leren. “Preventief” omdat een peuterspeelzaal een belangrijke bijdrage levert aan het vroegtijdig signaleren van ontwikkelingsachterstanden. Door de wet OKE (Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie) heeft het begrip Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) zijn intrede gedaan binnen het peuterspeelzaalwerk. Voor- en vroegschoolse Educatie is een instrument in het onderwijsachterstandenbeleid, gericht op het vroegtijdig opsporen en bestrijden van onderwijsachterstanden bij kinderen in de voorschoolse en vroegschoolse periode. Het VVE programma kent een gestructureerde didactische aanpak en neemt een aantal dagdelen per week in beslag. De bedoeling van de VVE is om achterstanden in de algehele ontwikkeling (op het gebied van taal en/of op het gebied van sociaalemotionele ontwikkeling) bij peuters vroegtijdig te signaleren. Dit om toegang te geven tot extra begeleiding om achterstanden in van het basisonderwijs te voorkomen en om de kans op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière te vergroten. De voorschoolse periode heeft betrekking op de periode van nul tot vier jaar en de vroegschoolse periode is bedoeld voor kleuters van de groepen een en twee in het basisonderwijs. Het peuterspeelzaalwerk draagt bij aan het creëren van een doorgaande ontwikkelingslijn bij kinderen. Dit maakt het peuterspeelzaalwerk tot een belangrijke partner in de uitvoering van het lokaal jeugdbeleid. Het begrip “basisvoorziening” geeft aan dat een peuterzaal in gelijke mate toegankelijk moet zijn voor elk kind, uitgaande van waarborg tot kwalitatieve dienstverlening. Onze peuterspeelzalen zijn ketenpartner in een netwerkorganisatie Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). De doelstellingen van het CJG zijn als volgt geformuleerd: -het bevorderen van gezondheid, optimale opvoeding en brede ontwikkeling van jeugdigen -het voorkomen van problemen bij opvoeden en opgroeien -het vroegtijdig inzetten van effectieve steun of hulp bij (beginnende) problemen Hierdoor fungeren de peuterspeelzalen voor ouders als belangrijke vraagbaak bij opvoedingsproblemen. Door het laagdrempelig karakter leggen ouders vragen en problemen gemakkelijk voor waarna medewerksters, als dat nodig is, adequaat kunnen adviseren of verwijzen naar instanties voor opvoedingsondersteuning. 1.2 Algemene missie Stichting Peuterspeelzalen Bergeijk wil alle kinderen binnen de gemeente in de leeftijd van twee tot vier jaar de gelegenheid geven te spelen in een stimulerende, veelzijdige en veilige omgeving. Dit moet plaats vinden in een sociale omgeving waarin kinderen zich geaccepteerd voelen. We willen aan alle kinderen maximale ontwikkelingskansen bieden en zorg dragen voor een goede toerusting voor het
Pedagogisch_Beleidsplan gew.01-10-2014
3
toekomstig onderwijs, met bijzondere aandacht voor kinderen die iets extra’s nodig hebben. 1.3 Onze kerntaken Kerntaak 1: Ontwikkelingsstimulering Elke peuterspeelzaalleidster heeft tot taak om de algehele brede ontwikkeling van alle kinderen te stimuleren om zodoende hun mogelijkheden binnen het opgroeien en hun kansen binnen het vervolg onderwijs te vergroten. Kerntaak 2: Volgen en signaleren Elke peuterspeelzaalleidster heeft de verantwoordelijkheid om elk kind in zijn/haar persoonlijke ontwikkeling en welbevinden via een methodische wijze te volgen. Mocht daarvoor aanleiding bestaan, zorg te dragen voor een gerichte ondersteuning, advisering en verwijzing. Kerntaak 3: Vormgeven ononderbroken ontwikkelingslijn Dit betekent op het niveau van het individuele kind: - Overdracht van gegevens over de ontwikkeling van het kind richting onderwijs en indien gewenst naar andere bij het kind betrokken organisaties. - Doorverwijzing als een kind andere professionele hulp of ondersteuning nodig heeft anders dan binnen de peuterspeelzaal geboden kan worden. Als een kind in een zorgroute wordt opgenomen is coördinatie en afstemming noodzakelijk, hierbij kan mogelijk een taak liggen voor de peuterspeelzaal. (informatieoverdracht en doorverwijzing wordt in alle gevallen in samenspraak met de ouders gedaan en tevens vraagt deze werkwijze een nauwe samenwerking met de andere partners; basisonderwijs, thuiszorg, consultatiebureaus, maatschappelijk werk, Centrum voor Jeugd en Gezin en andere organisaties) 1.4 Maatschappelijke ontwikkeling peuterspeelzaalwerk. De toenemende beleidsmatige en politieke aandacht voor het jonge kind is de afgelopen jaren in hoge mate van invloed geweest op het peuterspeelzaalwerk en de ontwikkelingen daarbinnen. Hierdoor kregen peuterspeelzalen een steeds groter belang toebedeeld. Zowel binnen het lokale jeugdbeleid, bij signalering en/of ter voorkoming van ontwikkelingsachterstanden, in het kader van de doorgaande ontwikkelingslijn en ook als essentiële schakel in de lokale sociale infrastructuur. De peuterspeelzaal wordt steeds professioneler en de roep om eenduidige kwaliteitseisen wordt groter. Gemeenten moeten ruimte creëren om nieuw beleid te maken op het gebied van peuterspeelzaalwerk, voorwaarden scheppen voor de professionalisering van de werksoort en het peuterspeelzaalwerk een duidelijke plek te geven in het (preventieve) lokale jeugdbeleid. 1.5 Peuterspeelzaalwerk in relatie met Voor- en Vroegschoolse Educatie De periode waarin kinderen de peuterspeelzaal bezoeken wordt inmiddels aangeduid als de voorschoolse periode. Het gaat immers om 1,5 á 2 jaar voorafgaand aan de basisschoolperiode. De peuterspeelzalen kwamen vooral in beeld als algemene voorschoolse basisvoorziening en als instrument bij de bestrijding van achterstanden in het onderwijs. Althans als middel om de startcondities van kinderen in het basisonderwijs te verbeteren. De peuterspeelzaal speelt al langere tijd een rol van betekenis binnen het lokale onderwijs- en jeugdbeleid binnen de gemeente Bergeijk. Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid als het gaat om het realiseren van een sluitende, op elkaar afgestemde voorziening ofwel gemeenten moeten zorgdragen Pedagogisch_Beleidsplan gew.01-10-2014
4
voor een doorlopende ontwikkelingslijn op basis van een sluitende aanpak binnen de diverse organisaties die zich op het terrein van jeugd begeven. In 2010 is de wet OKE (Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie) in werking getreden. Deze wet beschrijft het volgende: De gemeenten zijn verantwoordelijk om te zorgen voor voldoende aanbod van voorschoolse educatie van goede kwaliteit. Gemeenten zijn verder verantwoordelijk om met betrokkenen te zorgen voor een sluitend systeem van werving en toeleiding naar voorschoolse educatie. Gemeenten, schoolbesturen, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de organisatie van een doorlopende leerlijn van voor- naar vroegschoolse educatie. Diverse instanties die te maken hebben met kinderen en ouders van jonge kinderen spelen een signalerende rol bij het in beeld krijgen van ontwikkelingsachterstanden bij kinderen. Een consultatiebureaumedewerker zal na een ontvangen signaal, op basis van instrumenten voor vroegsignalering, risico’s en/of achterstanden op een of meerdere ontwikkelingsgebieden in kaart brengen. Indien hiervan sprake is, is er sprake van een doelgroepkind. Deze kinderen krijgen een indicatie voor minimaal 10 uur VVE aanbod op een peuterspeelzaal (VVE erkende organisatie).
2. Het pedagogisch beleidsplan 2.1 Pedagogische visie Een kind maakt in zijn eerste levensjaren een enorme ontwikkeling door. Wij gaan ervan uit dat ieder kind een innerlijke drang heeft om zich te ontwikkelen op zijn/haar eigen wijze en in een eigen tempo. Van nature is het kind gericht op het onderzoeken van zijn omgeving en op het communiceren met anderen. Die gerichtheid vormt als het ware de “motor” van de ontwikkeling van ieder kind. Daarbij heeft een kind veel ruimte tot eigen initiatief nodig binnen een veilige leefomgeving. 2.2 De rol van de medewerkster in relatie met de pedagogische visie Vanuit de overtuiging dat kinderen zich ontwikkelen dankzij de interactie met hun omgeving en met name de contacten met de volwassenen in die omgeving zijn ze in belangrijke mate afhankelijk van de voorbeelden en hulp die volwassenen bieden. Het belangrijkste pedagogisch basisdoel is dit voorbeeldgedrag (leer moment) te laten plaats vinden binnen een omgeving waar het kind in ruime mate een gevoel van veiligheid ervaart. Zonder het gevoel van veiligheid is het moeilijk andere pedagogische doelen te behalen. In het bieden van deze veiligheid is een belangrijke taak weggelegd voor de medewerksters werkzaam binnen onze organisatie. De medewerkster observeert nauwgezet de verrichtingen van het individuele kind om te kunnen leiden en te kunnen begeleiden. Zij gaat te rade bij de kinderen: wat doen ze graag, wat vinden ze interessant, wat kunnen en weten ze al, wat kunnen ze bijna…………. De medewerkster zoekt naar betekenisvolle activiteiten die voor het individuele kind van bijzondere betekenis zijn en tevens hun ontwikkeling bevorderen. Hierdoor heeft het kind betere kansen op een optimale ontwikkeling naar volwassenheid. Pedagogisch_Beleidsplan gew.01-10-2014
5
2.3 Waarom een pedagogisch beleidsplan Met het pedagogisch beleidsplan willen wij, Stichting Peuterspeelzalen Bergeijk, op een eenduidige wijze aangeven welke koers wij varen om onze kerntaken vanuit een pedagogische visie te verwezenlijken. Het pedagogisch beleidsplan geeft de kaders aan, voor onze medewerkers binnen de diverse peuterspeelzalen, waarbinnen de dagelijkse activiteiten moeten plaats vinden. Ouders die hun kind bij ons brengen kunnen er op rekenen dat ze in elke vestiging, binnen elke groep dezelfde continuïteit in kwaliteit aan te treffen. Het eerste doel van het pedagogisch beleid is een eenduidig pedagogische kwaliteit in het peuterspeelzaalwerk te herkennen en te bewaken. In het pedagogisch beleidsplan is duidelijk omschreven welk handelen in het beleid past. Het tweede doel is het pedagogisch handelen van de medewerksters toetsbaar te maken. Het beleid geeft criteria waaraan je het handelen van de medewerkster kunt beoordelen. Dit voorkomt dat emotionele betrokkenheid/persoonlijke mening van de medewerkster leidend zijn voor de kwaliteit van het peuterspeelzaalwerk. Het derde doel is herkenbaarheid scheppen voor direct betrokkenen en (toekomstig) belanghebbenden. Als onze peuterspeelzalen zich duidelijk profileren weten anderen wat zij van ons kunnen verwachten. Ouders kunnen hierdoor meer gericht hun keuze bepalen om gebruik te willen maken van het peuterspeelzaalwerk. Lokale overheid en fondsen kunnen dit betrekken in het besluit tot het toekennen van subsidie. 3. Het pedagogisch handelen 3.1 Aandachtgebieden De visie van Stichting Peuterspeelzalen Bergeijk is bepalend voor de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. We hebben de keuze gemaakt het beleidsplan op te bouwen vanuit vier aandachtsgebieden: ontwikkelingsstimulering welbevinden hanteren van waarden en normen volgen en signaleren Benoemde aandachtsgebieden zijn nauw verwant aan elkaar en bieden structuur aan het uit te voeren pedagogisch beleid. Ze worden als uitgangspunt gehanteerd voor het dagelijks aanbod van activiteiten binnen de peuterspeelzalen. 3.2 Pedagogische doelen Om de aandachtsgebieden concreet te kunnen vertalen naar werkprocessen/activiteiten hebben we de volgende doelen geformuleerd die gerealiseerd moeten worden binnen ons dagelijks pedagogisch handelen: veiligheid (waarborgen van de algehele veiligheid voor de peuter binnen de peuterspeelzaal) ontwikkelen van individuele vaardigheden (zelfredzaamheid vergroten) ontwikkelen van psychosociale vaardigheden (eigen identiteit) overdracht van waarden en normen die gangbaar zijn binnen de samenleving
Pedagogisch_Beleidsplan gew.01-10-2014
6
3.3 Aandachtgebieden, middelen in relatie met geformuleerde doelen - 3.3.1 Ontwikkelingsstimulering Ieder kind heeft de drang om zich te ontwikkelen. Een kind doet dat op zijn/haar eigen manier en in zijn/haar eigen tempo op basis van aanleg en temperament. Stichting Peuterspeelzalen Bergeijk gaat uit van de ontwikkelingsmogelijkheden van het individuele kind en de bijdrage die met name volwassenen aan die ontwikkeling kunnen leveren. Daarbij leggen we de nadruk op wat kinderen wel kunnen in plaats van wat ze niet kunnen. Op de peuterspeelzalen komen kinderen in contact met leeftijdsgenootjes waarbij het spelen in groepsverband een belangrijk kenmerk is van de peuterspeelzaal. De interactie tussen de medewerkster en het kind, de medewerkster en de groep en tussen de kinderen onderling speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het kind. Stichting Peuterspeelzalen Bergeijk wil ieder kind in de samenleving de kans geven zich optimaal te ontwikkelen. Er is aandacht voor: sociaal-emotionele ontwikkeling motorische ontwikkeling (beweging) lichamelijke ontwikkeling verstandelijke ontwikkeling creatieve ontwikkeling taalontwikkeling ontwikkeling van identiteit en zelfredzaamheid
middelen De kinderen worden uitgedaagd deel te nemen aan een breed scala van diverse activiteiten. Zij worden waar nodig gestimuleerd/geactiveerd door de medewerkster. De activiteiten op de peuterspeelzaal zijn aangepast naar leeftijd en niveau van het kind (kringspelletjes, knutselwerkjes, versjes en liedjes). Het aanbod van activiteiten, het (spel)materiaal, het ruimte gebruik en de aanwezige groepsdynamiek sluiten aan bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen. We maken kinderen nieuwsgierig door bijvoorbeeld gebruik te maken van “de schatkist” en spelen hierbij in op de zintuigelijke ontwikkeling van de kinderen. Deze schatkist kan gevuld worden met objecten door de kinderen zelf aangedragen of met objecten die op dat moment bij een te behandelen thema passen; bijvoorbeeld dierendag en voorleesontbijt. Aan de hand van het object wat door de peuter uit de schatkist wordt gehaald zal de peuterspeelzaalleidster met de peuters een interactief verhaal houden wat past bij de belevingswereld van de peuter. Vanuit een veilige omgeving die de peuterspeelzaal biedt, kan het kind de wereld gaan verkennen en leren van de ervaringen die hij/zij opdoet. Het verkennen van de wereld is niet iets wat zich alleen op de peuterspeelzaal/speelplein afspeelt. Met regelmaat verlaten we de peuterspeelzaal om projecten die binnen een bepaald thema aan bod komen in werkelijkheid te gaan bezoeken. Zo gaan we bijvoorbeeld op bezoek bij het boerenbedrijf, de bakker, kinderboerderij, maken een herfstwandeling of bezoeken de basisschool. Wanneer de peuters de speelzaal
Pedagogisch_Beleidsplan gew.01-10-2014
7
verlaten zullen de leidsters gebruik maken van het wandelkoord om hierdoor optimale de verkeersveiligheid voor de peuters te kunnen waarborgen. Stichting Peuterspeelzalen Bergeijk biedt extra ontwikkelingsmogelijkheden voor de peuter vanuit de programma’s van Voor- en Vroegschoolse Educatie. Op elke peuterspeelzaal wordt gebruik gemaakt van het gecertificeerd VVEprogramma Puk & Ko (voorschools programma). Puk & Ko is een taalprogramma dat zich richt op de brede ontwikkeling van peuters. Taalontwikkeling staat daarbij voorop: spreken, luisteren en uitbreiding van de woordenschat. Daarnaast is er in Puk & Ko aandacht voor sociaal-communicatieve vaardigheden en een eerste oriëntatie op rekenen. Het programma biedt peuters tal van uitdagende activiteiten, de kinderen leren spelenderwijs en doen zelf ontdekkingen. Pop Puk neemt aan de hand van de thema’s de kinderen mee in de te behandelen onderwerpen. Hierbij is Puk één van hen en verplaatst zich hierbij in de belevingswereld van de peuter. Peuters met een gesignaleerde ontwikkelachterstand (taal, sociaal emotioneel) kunnen door de kind-ouderverpleegkundige geïndiceerd worden voor extra dagdelen voorschoolse educatie. - 3.3.2 Welbevinden Stichting peuterspeelzalen Bergeijk biedt de kinderen een sfeer van veiligheid/geborgenheid en vertrouwen op zowel lichamelijk als sociaal-emotioneel gebied. De organisatie zorgt voor een omgeving die veilig is en waar kinderen zich welkom en gerespecteerd voelen. Belangrijke onderwerpen zijn: gezondheid verantwoorde hygiëne fysieke omgeving sociale omgeving
middelen Door de inzet van gekwalificeerde medewerksters (functie peuterspeelzaalleidster volgens CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening en VVE gecertificeerd ) en de inrichting van de ruimte wordt het kind een vertrouwde, uitnodigende, veilige ruimte aangeboden. Enkele medewerksters hebben een vrijstellingsverzoek ingediend. De resultaten van de huidige discussie omtrent criteria zal uitkomst moeten bieden of betreffende medewerksters binnen de stichting werkzaam kunnen blijven. We werken hierbij met een vaste dagindeling, pictogrammen (dagritme kaarten) en bepaalde regeltjes zodat er voor de peuter duidelijkheid ontstaat. Continuïteit in de vorm van vaste groepen waarin kinderen en leidsters met elkaar vertrouwd kunnen raken zijn hierbij van belang. Ook continuïteit in de groep samenstelling, groepsgrootte (maximaal 16 kinderen in een groep met twee leidsters) en gestructureerde dagindeling dragen bij aan gevoel van vertrouwen. De momenten dat één beroepskracht alleen op de groep staat (bij maximaal 8 kinderen) is er een achterwachtregeling. Hierbij is een ander volwassene, indien noodzakelijk, telefonisch bereikbaar en binnen 15 minuten op de peuterspeelzaal
Pedagogisch_Beleidsplan gew.01-10-2014
8
aanwezig. De peuterleidster die alleen op de groep staat is op de hoogte hoe de achterwacht geregeld is. Op peuterspeelzaal ’t Zandhupke (Weebosch) zitten de peuters in een samengestelde groep met de kleuters van de groepen 1 en 2 van het basisonderwijs Gerardus. Op sommige momenten zitten de groepen 1,2 en 3 vanuit het basisonderwijs in een samengestelde groep, de peuters zijn dan niet aanwezig. Op de momenten dat de peuters de speelzaal bezoeken heeft groep 3 van het basisonderwijs les in een ander lokaal. De peuterspeelzaal is zodoende niet uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. Vanuit bovenstaande voldoet peuterspeelzaal ’t Zandhupke niet aan eisen van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Hierover hebben gesprekken plaats gevonden met de toezichthouder en handhaver gemeente Bergeijk en deze situatie zal gedoogd blijven worden tot het moment er zich nieuwe ontwikkelingen voordoen waarbij er onaanvaardbare risico’s ontstaan. De resultaten van landelijke pilots die momenteel lopen met gecombineerde groepen (0-1-2 van peuters en kleuters) zullen te zijner tijd meegenomen worden in een nieuwe afweging hoe hiermee om te gaan. Op de peuterspeelzaal zijn altijd een peuterleidster en leerkracht van de onderbouw aanwezig. Door deze samengestelde groep van peuters en kleuters wordt het maximale aantal van 16 kinderen per groep overschreden. Door de gecombineerde groep is er een natuurlijke doorstroming van het voorschoolse- naar het vroegschoolse educatief gebeuren. Deze organische overgang heeft grote voordelen voor de peuters/kleuters, de ononderbroken overdracht door medewerksters en persoonlijke ontwikkelingskansen van het kind. De momenten dat leerlingen stage lopen binnen onze peuterspeelzalen worden deze boventallig ingezet, op het niveau (competenties) wat overeenkomt met het leerproces van de stagiaires. Stichting Peuterspeelzalen Bergeijk is een erkend leerbedrijf en staat als zodanig geregistreerd voor de volgende peuterspeelzalen; ’t Peuterhofke, ’t Eikehofje, ’t Kwetternest en ‘t Hummeltje. Peuterspeelzaal ‘t Zandhupke en de Hummelhof staan niet geregistreerd als een erkend leerbedrijf gezien de mogelijkheden hier leerlingen optimaal te begeleiden in verband met de beperkte openstelling. Alle medewerksters zijn VVE en Vversterk geschoold en hebben het certificaat Kinder E.H.B.O. waarvoor men jaarlijks een herhalingscursus volgt. Alle peuterleidsters zijn op de hoogte van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en meldplicht geweld- en zedendelicten door professionals en hebben deze ondertekend. Tevens zullen richtlijnen/adviezen met betrekking tot kwaliteitseisen aangaande inrichting, gezondheid, veiligheid en spelmateriaal uitgevoerd worden. Jaarlijks vindt op elke peuterspeelzaal een risico-inventarisatie plaats met betrekking tot gezondheid en veiligheid. Gesignaleerde risico’s worden in een actieplan beschreven met het doel deze op te heffen c.q. te reduceren. De resultaten hiervan vormen een onderdeel van de jaarlijkse inspectie door de GGD. De inspectierapporten zijn in te zien op de website: www.peuterspeelzalenbergeijk.nl Er zijn protocollen voor het handelen bij: ziekten en ongevallen veiligheid en hygiëne Pedagogisch_Beleidsplan gew.01-10-2014
9
meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling meldplicht geweld- en zedendelicten door professionals behandeling van hoofdluis geneesmiddelen verstrekking en medische handelingen op de peuterspeelzaal
- 3.3.3 Hanteren van waarden en normen Respect voor de medemens en voor de omgeving is de basis van waaruit wij werken en van waaruit wij met elkaar omgaan. De peuterspeelzaal is een plaats waar kinderen in aanraking komen met andere aspecten van cultuur en met de verscheidenheid in onze samenleving. Stichting Peuterspeelzalen Bergeijk wil de kinderen begeleiden/de kans geven zich de waarden en normen eigen te maken van de samenleving waarvan zij deel uit maken.
middelen Alle medewerksters zijn in het bezit van een Verklaring Omtrent Gedrag. Een open houding en communicatie van de medewerksters naar de ouders en kinderen draagt in belangrijke mate bij aan het ontstaan van begrip en respect voor elkaars waarden en normen. Wij geven onder andere aandacht aan de volgende thema’s: omgaan met elkaar omgaan met emotie omgaan met belonen en straffen omgaan met verschillende culturen Diverse dagelijkse activiteiten vinden in groepsverband plaats. De leidster geeft hierbij bijzondere aandacht aan het sociale klimaat binnen de groep en ziet er op toe dat alle kinderen hieraan respectvol een bijdrage kunnen leveren. Hierbij heeft de leidster nadrukkelijk oog voor de persoonlijke inbreng van de individuele peuter. De leidster bereikt dit door alle kinderen op naam en op persoonlijke niveau uit te nodigen. Daar waar het groepsgebeuren verstoord wordt door gedragingen van een peuter zal deze hierop aangesproken worden. Op een thematisch wijze wordt aandacht besteedt aan bijzondere gebeurtenissen die voor de kinderen een behoorlijke impact kunnen hebben. Onderwerpen die hierbij aan de orde kunnen komen zijn bijvoorbeeld; ziek zijn, ziekenhuis, Sint Nicolaas, vakantie, geboorte van broertje of zusje en verjaardagen. Zijn er specifieke gebeurtenissen die zich in de nabijheid van een betreffende peuter voordoen wordt hier persoonlijke dan wel in groepsverband aandacht aanbesteed; bijvoorbeeld een geboorte binnen het gezin, overlijden van familielid of het verlies van een huisdier. Het spelend leren binnen het peuterspeelzaalwerk is met name gebaseerd op voorbeeld gedrag van de volwassenen en het belonen van positief gedrag van de peuter. De peuterspeelzaalleidsters zullen in voorkomende situaties de peuter wijzen op negatieve gedragingen en hierbij corrigerend handelen. In moeilijk te corrigeren situaties zullen de ouders hierover door de begeleidster geïnformeerd worden.
Pedagogisch_Beleidsplan gew.01-10-2014
10
- 3.3.4 Volgen en signaleren Ieder kind heeft het recht op optimale ontwikkelingskansen. De peuterspeelzaal heeft hierbij tot taak ieder kind via een systematische observatie te volgen in zijn/haar ontwikkeling en welbevinden. Blijkt uit de observatie van een kind dat er sprake is van risico gedrag of mogelijk aanleiding is voor zorg, dan kan een gerichte observatie, uitgevoerd door deskundigen de volgende stap zijn. Hierna kan, indien noodzakelijk, het inzetten van ondersteuning op maat door specialisten gaan plaatsvinden. Ouders zullen hiervan door de leidsters op de hoogte gebracht worden. Als een peuter een zodanig gedrag vertoont dat een situatie ontstaat waarin het kind niet op de gebruikelijke wijze kan deelnemen aan het peuterspeelzaalwerk en/of andere kinderen hierdoor een nadelige invloed ondervinden zal in overleg met de ouders deelname aan het peuterspeelzaalwerk beëindigd worden.
middelen Binnen de peuterspeelzalen maken we gebruik van het volg/overdrachtsysteem “Peuterestafette”. Daarnaast werken we nauw samen met de organisatie ZuidZorg (ouder en kindverpleegkundige). Wij treden in samenspraak met de ouders in overleg met andere organisaties bij een gesignaleerde problematiek bij het individuele kind. Tevens vertegenwoordigt de ouder- en kindverpleegkundige de peuterspeelzalen in het lokale jeugdzorgteam binnen de gemeente Bergeijk waarin diverse professionele organisaties vertegenwoordigd zijn zodat problemen bij kinderen integraal benaderd kunnen worden. Onze organisatie is een ketenpartner in het Centrum voor Jeugd & Gezin en informeert en adviseert ouders/verzorgers bij opvoedingsvragen. Stichting Peuterspeelzalen Bergeijk geeft indien nodig signalen af aan “Zorg voor Jeugd”. Het signaleringssysteem “Zorg voor Jeugd” is bedoeld om problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot 23 jaar in een vroegtijdig stadium te signaleren en vervolgens de coördinatie van zorg te organiseren. Op deze wijze moeten risico’s met kinderen worden voorkomen. Indien we gebruik maken van het signaleringssysteem hebben we hierover altijd contact met de ouders. Als uw peuter 3 á 5 weken deelneemt aan het peuterspeelzaalwerk volgt er met de ouders een intake gesprek. In dit gesprek wordt in ruime mate aandacht besteed aan het algeheel welbevinden van uw zoon/dochter op de peuterspeelzaal. Op het moment dat uw peuter de overstap maakt naar het basisonderwijs zullen de leidsters u uitnodigen voor een gesprek. Hierin worden de resultaten van de Peuterestafette met u door genomen. De besproken Peuterestafette is het document wat door de ouders bij de leerkrachten van de onderbouw van het basisonderwijs aangeleverd kan worden. Wij willen u nadrukkelijk vragen de Peuterestafette aan de leerkracht van het basisonderwijs te overhandigen. Hierdoor is er een goede overdracht en een betere doorgaande ontwikkelingslijn binnen de nieuwe situatie van de kleuter gewaarborgd.
Pedagogisch_Beleidsplan gew.01-10-2014
11
4. Ouderparticipatie Ouders zijn eerstverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Ouders blijven die verantwoordelijkheid ook dragen als zij voor een bepaalde periode een deel van hun verzorgings- en opvoedingstaken willen delen met de peuterspeelzaal. De peuterspeelzaal wordt hierdoor een partner in de opvoeding van het kind. Een goede relatie en communicatie met ouders is mede hierdoor ontzettend belangrijk. Wij willen participatie en inspraak van ouders stimuleren. Mogelijkheden hiertoe zijn: informatieboekje/nieuwsbrief de jaarlijkse ouderavond, hierbij staat het beleid binnen de peuterspeelzalen centraal en er is aandacht voor een bepaald thema met betrekking tot ontwikkeling van het kind tijdens een intakegesprek kunnen ouders bijzonderheden m.b.t. hun kind bespreekbaar maken samen met de ouders activiteiten binnen de groep ondernemen - meedenken/ondersteunen bij vieringen zoals Sint/Kerst/carnaval/afsluiting schooljaar e.d. - ondersteuning bij groepsactiviteiten, uitstapjes, voorleesontbijt en inrichten/schoonhouden peuterspeelzaal werkgroepen samengesteld uit ouders, die binnen een bepaalde peuterspeelzaal een aantal taken op zich nemen website: www.peuterspeelzalenbergeijk.nl klachtencommissie; klachten die in overleg met de (team)leidsters niet tot een tevreden afwikkeling leiden kan men de klacht schriftelijk bij de klachtencommissie neerleggen, Klachtencommissie Peuterspeelzalen Bergeijk, Dorpstraat11, 5563 BC Westerhoven. Na het indienen van een schriftelijke klacht krijgt u binnen twee weken na verzending een bericht van ontvangst. Na ontvangstbevestiging worden partijen binnen drie weken gehoord en zal de commissie schriftelijk aanbevelingen doen.
Wij hopen u met het pedagogisch beleidsplan inzicht gegeven te hebben op welke wijze het peuterspeelzaalwerk binnen de organisatie van Stichting Peuterspeelzalen Bergeijk wordt aangeboden. Mochten er nog vragen zijn dan staan onze medewerksters u graag te woord om onderwerpen daar waar nodig te verduidelijken.
Pedagogisch_Beleidsplan gew.01-10-2014
12