Stichting Peuterspeelzalen Gemeente Geldermalsen Reglement ouderraad 1. Begripsomschrijving 1. De stichting De rechtspersoon, Stichting Peuterspeelzalen Gemeente Geldermalsen (SPGG), waaronder de speelzaallocaties ressorteren.
Barry van der Haar 1 aug. '07, 11:12 Toegevoegd: Spatie
2. Locatie Alle locaties van de SPGG waar de uitvoering van peuterspeelzaalwerk plaatsvindt. 3. Ouder De ouder die voor één of meerdere kinderen gebruikmaakt van de peuterspeelzaal behorende tot de SPGG. 4. Kind Het kind dat één of meer dagdelen gebruikmaakt van de peuterspeelzaal behorende tot de SPGG. 5. Ouderraad De raad bestaande uit ouders van een kind dat gebruikmaakt van een tot de SPGG behorende peuterspeelzaal, die de belangen behartigt van andere ouders met kinderen die gebruikmaken van één van de tot de SPGG behorende peuterspeelzalen. 6. Bestuur Het algemeen bestuur van de SPGG. 7. Coördinator De door het bestuur benoemde functionaris belast met de hoogste dagelijkse leiding. 8. De wet De Wet medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen 2. Installatie van de ouderraad 1. De stichting stelt een ouderraad in. 2. De ouderraad stelt zich ten doel, binnen het kader van de doelstellingen en conform de statuten van de stichting, de belangen van de kinderen en hun ouders te behartigen. 3. Samenstelling van de ouderraad 1. De stichting streeft naar een ouderraad bestaande uit één ouder per peuterspeelzaalvestiging.. De ouderraad bestaat uit minimaal 3 en maximaal 6 leden. 2. Geen deel van de ouderraad kunnen uitmaken: a. personen in dienstverband van de stichting; b. echtgenoten, geregistreerd partner of partners van de onder sub a genoemde personen.
2010 versie 3
1
Benoeming 2. Als lid van de ouderraad kunnen uitsluitend worden benoemd: ouders in de zin van artikel 1 lid 3. 3. De zittingsduur is voor een periode van twee jaar. 4. Het lidmaatschap van de ouderraad eindigt: - door bedanken van het ouderraadslid; - door overlijden van het ouderraadslid; - doordat het ouderraadslid disfunctioneert; onder disfunctioneren wordt verstaan dat een ouderraadslid door houding en gedrag het functioneren van de ouderraad belemmert. Een besluit tot ontslag op deze gronden wordt gedaan bij meerderheid van tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen in een ouderraadvergadering waar tenminste tweederde van de leden van de ouderraad aanwezig zijn. Een voorstel tot ontslag wordt minimaal een week van tevoren geagendeerd; - door het einde van de zittingsperiode van het ouderraadslid; - zodra een ouderraadslid niet meer gebruikmaakt van de peuterspeelzaal voor een kind. Is er nog geen geschikte opvolg(st)er gevonden, dan kan dit ouderraadslid nog zes maanden aangesteld blijven. Indien er na deze periode, en binnen zes maanden, een opvolgend kind de peuterspeelzaal bezoeken, kan er ook gekozen worden om dit ouderraadslid voor een nieuwe periode van 2 jaar aangesteld worden. Dit kan alleen bij meerderheid van stemmen van de overige ouderraadsleden. 5. Een halfjaar voor beëindiging van de zittingsperiode geven ouderraadsleden dit aan bij de voorzitter ouderraad en bij de coördinator SPGG. De coördinator geeft nieuwe potentiële kandida(a)t(en) door aan desbetreffend ouderraadslid, zodat deze de nieuwe kandidaat kan benaderen. Bij meerdere kandidaten beslist de ouderraad, bij meerderheid van stemmen, wie het gaat worden. Wanneer de ouderraad geen beslissing kan nemen beslist de coördinator van de SPGG. De ouderraadordner van de vestiging wordt overgedragen aan het nieuwe lid. 4. Inrichting ouderraad 1. De ouderraad kiest uit zijn midden een voorzitter. 2. De voorzitter heeft de volgende taken: - toezien op een goede taakverdeling en coördinatie binnen de ouderraad; - opstellen van de agenda; - voorzitten van de vergaderingen; - toezien dat er verslaglegging en archivering van alle correspondentie in de ouderraadordner per vestiging plaats vindt. 5. Informatie 1. De ouderraad heeft recht op informatie die naar mening van het bestuur relevant is om tot advisering te komen. 2. Het bestuur verstrekt de ouderraad tenminste één maal per jaar mondeling of schriftelijk algemene gegevens, via jaarrekening en jaarverslag, omtrent beleid dat in het verstreken tijdvak is gevoerd en het komende jaar gevoerd zal worden.
2010 versie 3
2
6. Adviesrecht 1. De stichting stelt de ouderraad in ieder geval tijdig in de gelegenheid advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit dat de instelling betreft, inzake: - een wijziging van de doelstelling of grondslag; - het overdragen van zeggenschap of fusie, of het aangaan of verbreken van een duurzame samenwerking met andere instelling; - de gehele of een gedeeltelijke opheffing, verhuizing of ingrijpende verbouwing; - een belangrijke wijziging in de organisatie, welke verband houdt met de dienstverlening; - een belangrijke inkrimping, uitbreiding of andere wijziging van de werkzaamheden; - het benoemen van personen die rechtstreeks de hoogste zeggenschap zullen uitoefenen bij de leiding van de arbeid; - de begroting en jaarrekening; - het algemeen beleid inzake de toelating van kinderen en de beëindiging van de dienstverlening aan ouders en kinderen. 2. De ouderraad is bevoegd de stichting ongevraagd te adviseren inzake de in dit reglement genoemde onderwerpen en andere onderwerpen die voor de ouders van belang zijn. 3. De stichting doet van een besluit inzake een onderwerp waarover de ouderraad schriftelijk advies heeft uitgebracht, binnen een maand en schriftelijk, en voor zover hij van het advies afwijkt onder opgaven van redenen, mededeling aan de ouderraad. 4. De stichting neemt geen, van een schriftelijk door de ouderraad uitgebracht advies, afwijkend besluit, dan nadat daarover, voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is, ten minste één maal met de ouderraad overleg is gepleegd. 5. Bij vragen van advies moet de ouderraad tijdig reageren. Bij dringende zaken binnen 14 dagen. 7. Taken en verplichtingen ouderraad 1. De leden van de ouderraad zijn verplicht tot geheimhouding voor zover die verplichting uit de aard der zaak volgt dan wel hen nadrukkelijk is opgelegd. Deze verplichting geldt ook na beëindiging van lidmaatschap van de ouderraad. 2. De ouderraad tracht haar doel te bereiken door: - het tot stand brengen c.q. intensiveren van de overlegmogelijkheden met de daarvoor in aanmerking komende geledingen, zoals coördinator en bestuur van de stichting; - advies uit te brengen over in de onder 6.1 genoemde onderwerpen; - het stimuleren van de stichting in het bieden van voorlichting aan ouders over het gevoerde beleid en over beleidsvoornemens van de stichting; - het fungeren als platform voor het bespreken van signalen van ouders, betreffend de kwaliteit van de dienstverlening in het algemeen; - het zo nodig initiëren van tijdelijke werkgroepen ten behoeve van het voorbereiden van adviezen van de ouderraad; - het behartigen van de belangen van de kinderen en hun ouders bij de desbetreffende instanties en autoriteiten; - het voordragen van een persoon om zitting te nemen in het stichtingsbestuur;
2010 versie 3
3
-
het opstellen van een verslag, jaarlijks en binnenzes maanden na afloop van het kalenderjaar, over het functioneren van de ouderraad. Dit verslag wordt aan het bestuur ter beschikking gesteld.
8. Vergadering en besluitvorming 1. De ouderraad vergadert minimaal één maal per jaar tezamen met het bestuur. 2. De ouderraad vergadert minimaal twee maal per jaar en voorts zo vaak als voorzitter of twee van de leden dit nodig achten. 3. De ouderraad besluit met meerderheid van stemmen (de helft plus één). Bij staken der stemmen wordt de besluitvorming verdaagd. Indien ook bij een tweede keer stemmen de stemmen staken, dan brengt de ouderraad een verdeeld advies uit. Leden van de ouderraad kunnen hun stem schriftelijk, via de voorzitter, uitbrengen over van tevoren geagendeerde agendapunten. 4. De vergadering van de ouderraad is openbaar tenzij door de ouderraad is besloten een agendapunt of de gehele vergadering achter gesloten deuren te houden. 5. De ouderraad zorgt ervoor dat de agenda, vergaderdata en –locatie door publicatie op de prikborden en/of nieuwsbrief in de verschillende peuterspeelzalen bekend worden gemaakt. Leden van de ouderraad zullen worden uitgenodigd agendapunten tijdig bij de voorzitter te melden. 6. Vastgestelde notulen worden aan coördinator en voorzitter bestuur toegezonden en ter inzage neergelegd met uitzondering van informatie die valt onder de geheimhoudingsplicht en agendapunten die achter gesloten deuren zijn besproken. 9. Middelen De stichting verplicht zich, binnen redelijkheid en na overleg met het bestuur, de nodig geachte middelen en faciliteiten ter beschikking te stellen aan de ouderraad ter uitoefening van zijn functie. 10. Openbaarheid 1. De stichting geeft in het jaarverslag weer, de wijze waarop van zijn kant deze wet is uitgevoerd. 2. De stichting maakt binnen een maand na vaststelling door het bestuur schriftelijk openbaar: - het jaarverslag; - de uitgangspunten voor het beleid, waaronder de algemene criteria, die bij de dienstverlening worden gehanteerd; - de besluitenlijst van de bestuursvergadering voor zover deze algemene beleidszaken betreffen; - een regeling inzake de behandeling van klachten van ouders en andere voor ouders geldende regelingen als bedoeld in artikel 2 van de Wet. 3. De openbaarmaking gebeurt door het ter inzage leggen van voornoemde stukken op alle peuterspeelzaalvestigingen. Hiervan wordt mededeling gedaan op een voor de stichting gebruikelijk wijze van communiceren met ouders.
2010 versie 3
4
11. Slotbepaling Aangelegenheden welke beide partijen raken en die niet in dit reglement zijn geregeld, worden behandeld in de geest van de Wet medezeggenschap gebruikers zorginstellingen.
2010 versie 3
5