Stichting Peuterspeelzaalwerk Assen Pedagogisch Beleidsplan
SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
1
Inhoudsopgave 1. Doelstelling en visie Algemene doelstelling SPA Voorwaarden voor bereiken doelstellingen Visie en doelstellingen VVE peuterspeelzalen 2. Reguliere peuterspeelzaal en VVE peuterspeelzaal Ambitieniveaus van het peuterspeelzaalwerk Boekenpret Babyboekenpret Opstap met Puk 3. Ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen en de ontwikkelingsgebieden Belang van spel Sociaal-emotionele ontwikkeling Lichamelijke en motorische ontwikkeling Cognitieve en creatieve ontwikkeling Taalontwikkeling Basisbehoeften Dagindeling Vieringen 4. Overbrengen van normen en waarden Gewetensvorming Belonen en straffen Relaties tussen kinderen 5. Kinderen die extra zorg en/of aandacht behoeven Volgen van kinderen Extra zorg bieden Icare Zorgteams Buurtnetwerk Ouders Zieke kinderen Kinderen met een handicap 6. Hygiëne en veiligheid Veiligheid Hygiëne Zieke kinderen 7. Contacten en samenwerking met ouders Contacten met ouders Gesprekken met ouders Activiteiten met ouders Oudercommissies en de centrale ouderraad Klachtenregeling 8. Externe contacten Brede school Basisschool Bibliotheek Jeugdgezondheidszorg GGD Advies- en meldpunt kindermishandeling Consultatiebureau, logopedie, huisarts Buurtnetwerk Opleidingsscholen SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
2
9. Verzorging Zindelijkheid Handen wassen Neuzen snuiten Samen eten en drinken Aankleden E.H.B.O. Huishoudelijke karweitjes 10.Peuters die extra zorg of aandacht nodig hebben Opvallend gedrag Dieet Ziekte Handicap 11.Contacten en samenwerking met ouders Informatie uitwisseling en afstemming over de peuter Informatie over opvallend gedrag Privacy Ouderparticipatie 12.Rituelen Rituelen Vieringen 13. Samenwerking met ander organisaties
SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
3
Hoofdstuk 1 Doelstelling en visie
De wereld verkennen en spelenderwijs nieuwe ervaringen opdoen. Dit is in één zin beschreven wat de kernfunctie van een peuterspeelzaal is. In dit pedagogisch beleidsplan laat de Stichting Peuterspeelzaalwerk Assen (SPA) zien waar ze voor staat, wat haar visie op peuterspeelzaalwerk is, welke doelen ze heeft en hoe dit vorm krijgt in het pedagogisch beleid. De SPA hanteert de volgende algemene doelstelling: Algemene doelstelling SPA Het verspreid over alle wijken van de Assen aanbieden van peuterspeelzaalwerk en activiteiten ten behoeve van opvoedingsondersteuning. Kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar kunnen op de peuterspeelzalen elkaar ontmoeten en samen spelen in een veilige, vertrouwde en uitdagende omgeving. Hierdoor worden zij spelenderwijs gestimuleerd en uitgedaagd zich te ontwikkelen. In de peuterspeelzaal staat het pedagogisch verantwoord opvangen en verzorgen van kinderen, met als doel het leveren van een bijdrage aan hun ontwikkeling, voorop. De SPA ziet haar activiteiten als professioneel uitgevoerde diensten van kwalitatief hoogwaardig niveau, waar in gezamenlijke verantwoordelijkheid met ouders, met als basis wederzijds vertrouwen, openheid en respect, voorzien wordt in opvang, verzorging, ontwikkelingsstimulering en aanvullende opvoeding van kinderen. Pedagogische visie
De pedagogische visie gaat over de wijze waarop kinderen zich ontwikkelen en de rol/taak die de opvoeders daarin hebben en houdt in een visie op mens zijn, een visie op de ontwikkeling van kinderen en een visie op opvoeden. Een visie op mens zijn
Onze complexe samenleving wordt gekenmerkt door een groot aantal mogelijkheden. Het is belangrijk om zich als mens, individueel en in relatie tot anderen, optimaal te ontplooien om zo in vrijheid eigen keuzes te kunnen maken. Een visie op de ontwikkeling van kinderen
Ieder kind heeft in aanleg veel mogelijkheden in zich. Het heeft ruimte nodig om die mogelijkheden te ontwikkelen. De interactie kind en omgeving is van groot belang en zorgt ervoor dat een kind deze mogelijkheden kan ontplooien. De vrije keuze van het kind staat daarbij centraal. Een visie op dienstverlening aan, en samenwerking met ouders
Ouders en groepsleiding hebben een gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid, waarbij het belang van het kind centraal staat en de wensen van ouders uitgangspunt zijn. Uitgangspunten
Uit de hierboven beschreven visie vloeien de volgende uitgangspunten voort, zowel individueel als groepsgericht: het kind moet zich veilig voelen in de omgeving en ten opzichte van de leiding, zodat het zich optimaal kan ontplooien en ontwikkelen ieder kind is uniek en enig in z’n soort en ontwikkelt zich dus op eigen wijze en tempo kinderen moeten de mogelijkheid krijgen om uit te groeien tot zelfstandige mensen met een positief zelfbeeld kinderen moeten optimale ontplooiing van de ontwikkelingsmogelijkheden krijgen SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
4
het stimuleren van de interactie tussen kind en omgeving, rekening houdend met de wensen en behoeftes van het kind is belangrijk stimuleren van sociale contacten en vaardigheden is van groot belang groepsprocessen leveren een belangrijke bijdrage aan de sociale ontwikkeling van het kind
Spelen = ontwikkelen. Kinderen ontwikkelen zich door te spelen. In onze samenleving leven mensen uit veel verschillende culturen, opvoeden dient gericht te zijn op het leren omgaan met anders zijn, met respect voor andere waarden en normen. De visie en uitgangspunten vinden we terug in drie algemene pedagogische doelen. In de zorg voor en opvoeding van kinderen willen wij bereiken dat:
een kind zich veilig en op zijn gemak voelt. een kind zijn/haar ontwikkelingsmogelijkheden zo goed mogelijk ontplooit. de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen van een kind groeit.
Voorwaarden voor het bereiken van de doelstellingen Ruimte
Voor de ontwikkeling van het kind is ruimte erg belangrijk. Ruimte in de letterlijke en figuurlijke zin. Het kind moet de omgeving kunnen verkennen en moet niet te kort gehouden worden. Het kind moet de kans krijgen om dingen uit te proberen. De inrichting en indeling van de lokalen is van belang bij het spel. De ruimtes zijn zo toegerust dat kinderen worden uitgedaagd om te spelen, de lokalen zijn ingericht in hoeken, waardoor er rust en overzicht is voor kinderen en ze zich kunnen concentreren op het spelen. Rustige en drukke activiteiten vinden plaats op verschillende plekken De buitenruimten zijn groot genoeg om te rennen, te fietsen, hebben klimtoestellen, een zandbak en rijdend speelgoed. Op elk plein zijn plekken voor zon en schaduw gecreëerd. Regelmaat en structuur
Naast ruimte is regelmaat een voorwaarde voor ontplooiing van het kind. Peuters hebben een vast ritme en duidelijke regels nodig. Dat geeft hen zekerheid, veiligheid en vertrouwen. Vanuit die veilige basis kunnen ze op onderzoek uit gaan. We werken zoveel mogelijk met een vaste dagindeling. Kinderen zijn gebaat bij een duidelijke en consequente aanpak, zowel individueel als in de groep. Voor een dergelijke aanpak is betrokkenheid nodig van de leiding en ouders. Het hebben van regelmatig overleg tussen ouders en leidsters speelt hierbij een belangrijke rol. Het kind wordt zo veel mogelijk individueel benaderd, voor zover de groep dat toelaat. Elke groep stelt bepaalde regels en grenzen aan het gedrag van het kind. Om aan al deze voorwaarden te kunnen voldoen, is er zoveel mogelijk vaste leiding op elke groep. Ook voor kinderen met een handicap is het bespreekbaar gebruik te maken van één van de peuterspeelzalen, mits de situatie in de groep dat toe laat. Veiligheid
Net als thuis is ook bij de peuterspeelzaal een goede sfeer belangrijk. Het kind moet zich welkom en geborgen voelen, dan ontstaat er ook vertrouwen in de leiding. Gezelligheid in de groep geeft het kind een veilig gevoel. Veiligheid betekent in de ogen van de SPA: een situatie waarin het kind, zowel lichamelijk als geestelijk, geen gevaar loopt. Het spreekt voor zich dat daarbij hygiëne en een goede verzorging voorop staan SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
5
om ongelukken te voorkomen, wordt het inrichten van de groepsruimte en het uitkiezen van het speel- en werkmateriaal uiterst zorgvuldig gedaan. Kapot of versleten speelgoed wordt verwijderd of vervangen en we leren kinderen om zorgvuldig om te gaan met het spelmateriaal. In het kader van veiligheid en hygiëne komt de GGD eens per jaar alle peuterspeelzalen controleren. De SPA verplicht zich aan de gestelde eisen te voldoen. De 'geestelijke veiligheid' wordt gewaarborgd door deskundige leiding. De peuterleidster wordt daarbij door de coördinator begeleid.
Visie en doelstellingen VVE peuterspeelzalen Een aantal peuterspeelzalen van de SPA krijgen extra middelen omdat ze vallen onder de subsidieregeling voor de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Op de VVE peuterspeelzalen hebben leidsters scholing gevolgd voor een gerichte pedagogische aanpak. Er wordt gewerkt met twee leidsters op de groep, zodat er meer tijd is om gericht met kinderen individueel of in kleine groepen te werken Scholingsbeleid
Het scholingsbeleid van de SPA is gericht op het zodanig toerusten van leidsters, dat zij in staat zijn een professionele invulling te geven aan de pedagogische uitgangspunten en voorwaarde.
Bijlagen Bijlage 1: Functieomschrijvingen leidsters SPA Bijlage 2: Functieomschrijving VVE leidster SPA
SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
6
Hoofdstuk 2
Reguliere peuterspeelzaal en VVE peuterspeelzaal
Ambitieniveaus van het peuterspeelzaalwerk Het peuterspeelzaalwerk kent verschillende ambitieniveaus. Ambitieniveaus variëren van alleen spelen en ontmoeten tot stimulering van de ontwikkeling, en van het signaleren van achterstanden tot het ondersteunen bij het wegwerken van die achterstanden. De criteria voor deze ambitieniveaus zijn landelijk vastgesteld. Binnen SPA wordt gewerkt vanuit twee ambitieniveaus Ambitieniveau 1
Spelen, ontmoeten, ontwikkelen en signaleren Dit ambitieniveau hanteren we voor de reguliere peuterspeelzalen De peuterspeelzaal heeft een duidelijke rol in de sluitende aanpak 0-6 jarigen en de doorgaande ontwikkelingslijn van het kind. Naast het spelen en ontmoeten wordt expliciet aandacht besteed aan de ontwikkeling van peuters en het signaleren van eventuele ontwikkelingsachterstanden. De begeleiding van de peutergroep wordt gedaan door een leidster met tenminste een kindgerichte MBO opleiding, bijgestaan door een (vrijwillig) assistente. Op deze peuterspeelzalen volgen we kinderen gericht en geven we signalen over (vermoedelijke) (ontwikkelings)achterstanden door aan ouders, de basisschool en samenwerkende instellingen, zodat samen gezocht kan worden naar de beste zorg en afstemming. Spelen
Spelen is essentieel voor de ontwikkeling van jonge kinderen. Al spelend ontdekken kinderen de wereld om zich heen. De peuterspeelzaal biedt veiligheid, vertrouwen en geborgenheid. Peuters spelen onder deskundige leiding. Veelzijdige en voldoende op niveau aangeboden speelmogelijkheden zijn daarbij van groot belang. Bij kinderen die onvoldoende mogelijkheden hebben of krijgen om te spelen, bestaat de kans op een ontwikkelingsachterstand. Spelenderwijs en in interactie met andere kinderen en leidsters, vergroten kinderen hun woordenschat, ontwikkelen zij hun motorische mogelijkheden en groeien zij in sociaal vaardig gedrag, het leren omgaan met anderen. Elk kind op zijn eigen wijze en in zijn eigen tempo. De peuterspeelzaal biedt een eigenstandig pedagogisch milieu/ omgeving, aanvullend op de thuissituatie, waarin kinderen zich spelend ontwikkelen en leren. Ontmoeten
In de peuterspeelzaal ontmoeten kinderen elkaar en leren ze in een veilige omgeving, onder deskundige begeleiding, te spelen met andere kinderen. Kinderen leren op deze manier contact te leggen met elkaar en met volwassenen. Ze spelen samen, hebben plezier, maken ruzie en ontdekken wat wel en wat niet mag, de regels. De peuterspeelzaal is ook een ontmoetingsplek voor ouders. Er wordt informatie uitgewisseld tussen ouders en leidster, maar ook tussen ouders onderling over de verschillende aspecten van de opvoeding. Ontwikkelen
Op peuterleeftijd maken kinderen een stormachtige ontwikkeling door. Ieder kind doet dat op een eigen, unieke wijze en in een eigen tempo. De peuterspeelzaal heeft als taak de brede ontwikkeling van alle kinderen te stimuleren. Onder brede ontwikkeling valt de sociaalemotionele ontwikkeling, de lichamelijke en motorische ontwikkeling, de cognitieve en creatieve ontwikkeling, de taalontwikkeling en het ontwikkelen van de zelfstandigheid. In hoofdstuk drie worden deze ontwikkelingsgebieden verder uitgewerkt. De omgeving van het kind is hierbij zeer belangrijk. De leidsters ondersteunen kinderen individueel en in groepsverband. Doordat zij met verschillende kinderen werken is het signaleren en onderkennen van mogelijke problemen in de ontwikkeling bij een kind veelal gemakkelijker. SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
7
Volgen en signaleren
Elke peuterspeelzaal heeft als taak ieder kind te volgen in zijn/ haar ontwikkeling en welbevinden. Dit volgen door observatie geeft informatie over het kind waardoor het doelgericht en stimulerend begeleid kan worden. Als er aanleiding voor is kan er gericht worden gesignaleerd. Daar waar nodig kan hulp worden ingeschakeld, in overleg met de ouders, om zo verdere achterstand te voorkomen. Bij SPA wordt gebruik gemaakt van het ontwikkelingsvolgmodel van Memelink en de SPA heeft een signaleringsprotocol (zie bijlage) waarnaar wordt gehandeld. Vormgeven doorgaande ontwikkelingslijn
De peuterspeelzaal is een belangrijke schakel in de doorgaande ontwikkelingslijn van kinderen en daarmee een essentiële partner in de uitvoering van het lokaal jeugdbeleid. Dit betekent dat er wordt samengewerkt met andere voorzieningen waarbij voor het realiseren van de sluitende aanpak voor 0-6 jarige kinderen afstemming en overleg plaats vindt. Het streven is om een goede overdacht van consultatiebureau naar peuterspeelzaal en van peuterspeelzaal naar basisschool te realiseren. De peuterspeelzaal is een goede voorbereiding op de basisschool. Goed en regelmatig contact over de peuter tussen ouders en leiding is voorwaarde om bovengenoemde vorm te geven. In de gemeente Assen wordt wijkgericht werken steeds belangrijker. De peuterspeelzaal is een actieve partner bij de Voor en Vroegschoolse Educatie, de Brede School en bij de samenwerking met de Kinderopvang. Ambitieniveau 2
Spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen Voor de VVE peuterspeelzalen. Dit niveau gaat een stap verder en sluit meer aan bij het onderwijs door naast spelen, ontmoeten, ontwikkelen en signaleren, de peuters gericht te ondersteunen bij eventuele ontwikkelingsachterstanden. De peuterspeelzaal heeft nadrukkelijk een rol in de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) door niet alleen ontwikkelingsachterstanden te signaleren, maar ook daadwerkelijk begeleiding te bieden om deze achterstanden te bestrijden. Specifieke voorwaarden voor de VVE-speelzalen
Aanwezigheid van twee leidsters op de groep. De aanwezigheid van twee leidsters op de groep maakt het geven van extra aandacht mogelijk voor alle ontwikkelingsgebieden, met name taalontwikkeling. Achterstand op bepaalde gebieden kan beter worden gesignaleerd omdat er meer ruimte ten tijd is voor observaties. Meer aandacht en mogelijkheden om spel te stimuleren en kinderen te prikkelen meespelen door mee te spelen, met kinderen vooruit te kijken en terug te kijken en apart met individuele kinderen of in kleine groepjes (gericht) te werken. Uitgebreid registreren aan de hand van het ontwikkelingsvolgmodel en het bieden van gerichte hulp. Het omzetten van observatiegegevens in groepsoverzichten en groepsplannen om planmatig handelen mogelijk te maken en het aanbod goed aan te laten sluiten bij de behoeften en mogelijkheden van kinderen. (wordt schooljaar 2012/2013 ingevoerd) Het werken met gericht handelingsplannen voor kinderen die extra zorg/aandacht nodig hebben, dit wordt vaak met ondersteuning van de ambulant begeleider gedaan (zie zorgstructuur)
Vier peuterspeelzalen voldoen volledig aan de VVE criteria van de gemeente en hebben op alle groepen een dubbele bezetting en bieden een derde en vierde dagdeel aan. De VVE peuterspeelzalen hebben een nadrukkelijke rol in de voor- en vroegschoolse educatie. Een wezenlijk verschil met de reguliere peuterspeelzaal is dat ontwikkelingsachterstanden niet alleen worden gesignaleerd maar dat er ook daadwerkelijk begeleiding en ondersteuning wordt geboden om de achterstanden te bestrijden. Er wordt SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
8
zeer nauw samengewerkt met het basisonderwijs omdat specifieke VVE-programma’s zowel in de peuterspeelzaal als in groep 1 en 2 van de basisschool worden uitgevoerd. Er is extra aandacht voor alle ontwikkelingsgebieden met name voor de taalontwikkeling. Door te werken met twee leidsters, vaak aangevuld door een (vrijwillig) assistent op de groep kan het kind intensiever en directer begeleid en ondersteund worden en is er extra inzet contact met de ouders over opvoedingsvragen. Kinderen met een (mogelijke) achterstand krijgen natuurlijk ook extra aandacht binnen de basis/ reguliere peuterspeelzaal. De opgebouwde meerkennis en de resultaten vanuit de VVE speelzalen worden gebruikt en breed ingezet voor alle peuterspeelzalen. Dit betekent voor de dagelijkse praktijk het volgende: Spelen
De keuze van het kind vanuit de eigen belangstelling is richtinggevend. Begeleiding door de leidsters gebeurt door “meespelen”. Hierdoor kunnen leidsters het spel verrijken en richting geven. De interactie tussen leidster en kind is gericht op het uitlokken en aanbieden van taal Het materiaal is duidelijk zichtbaar voor kinderen en overzichtelijk opgeruimd (kasten en bakken voorzien van labels).Er zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden speelhoeken. Ontmoeten
Op een peuterspeelzaal doen kinderen vaak voor het eerst ervaring op in het spelen met leeftijdsgenootjes en het ontmoeten van andere volwassenen. Op een VVE speelzaal wordt met twee leidsters en een assistent gewerkt. Hierdoor hebben zij beter zicht op de contacten tussen kinderen. Doordat activiteiten doorgaans in kleine groepen aangeboden worden kunnen leidsters interacties en gesprekken beter stimuleren. Ontwikkelen/ Signaleren
Leidsters op een VVE peuterspeelzaal hebben meer tijd tot hun beschikking, waardoor ze meerdere ontwikkelingsgebieden kunnen observeren. Aan de hand van de bevindingen kunnen leidsters gerichte groepsplannen en handelingsplannen opstellen ter stimulering en ondersteuning van individuele kinderen (en hun ouders) of de hele groep. Ondersteunen
De aanwezigheid van twee leidsters biedt meer mogelijkheden voor individuele ondersteuning. Er wordt indien wenselijk gewerkt met gerichte handelingsplannen voor individuele kinderen of voor de groep of een klein groepje kinderen. Het contact met en ondersteuning van ouders krijgt speciale aandacht. Er wordt opvoedingsondersteuning geboden naar aanleiding van observaties, individuele vragen en via themabijeenkomsten en koffieochtenden. Ouder contacten
Aanwezigheid van twee leidsters biedt ook meer mogelijkheden tot feedback bij informele contactmomenten en biedt de mogelijkheid tot het organiseren en begeleiden van meekijk – momenten voor ouders. Naar aanleiding van observaties /ontwikkelingsvolgmodel vinden er gesprekken plaats met ouders over de ontwikkeling van hun kind. In het kader van Voor- en Vroegschoolse Educatie worden de programma’s Startblokken en Puk en Ko uitgevoerd (zie bijlagen)
Bijlagen Bijlage 3: Omschrijving Startblokken Bijlage 4: Omschrijving Puk&Ko
SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
9
Daarnaast worden nog een aantal specifieke VVE-programma’s toegepast: Boekenpret Boekenpret is een leesbevorderingsproject dat ten doel heeft het leesplezier en de leesbeleving te bevorderen. Op dit moment werken er 4 peuterspeelzalen mee aan het project. Doel is om de materiele leesomgeving van het kind te verbeteren, opvoeders bewust te maken van het belang van het voorlezen, het verbeteren van de kwaliteit van de interacties tussen opvoeder en kind en het positief beïnvloeden van het voorleesgedrag van opvoeders. Babyboekenpret Het Babyboekenpret project is een voorleesproject in de thuissituatie voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 2 jaar. Het is voor kinderen waar in de toekomst mogelijk taalachterstand verwacht wordt. Het doel is het voorlezen in de gezinssituatie te stimuleren en ouders handvaten te geven om zelf actief voor te lezen met hun kind. In de thuissituatie krijgen ouders uitleg over het voorlezen en informatie over de taalontwikkeling van hun kind. Wanneer het kind de leeftijd van ongeveer 21 maand heeft bereikt wordt er informatie aan ouders gegeven over het Opstap met Puk project en de peuterspeelzaal. Opstap met Puk In meerdere wijken wordt gewerkt met Opstap met Puk. Het doel van dit programma is om bij de peuters van twee tot vier jaar de aansluiting tussen de thuissituatie en de peuterspeelzaal te verbeteren en daardoor de onderwijskansen te vergroten. Door het programma kunnen kinderen spelenderwijs de kennis en vaardigheden opdoen die ze nodig hebben om een goede instap te maken op het basisonderwijs. Tevens wordt het bezoek aan de peuterspeelzaal bevorderd. Opstap met Puk is een ouder/kind programma dat gericht is op taal- en ontwikkelingsstimulering en dat de interactie tussen ouder en kind stimuleert. Ouder en kind komen wekelijks naar de groepsbijeenkomst die bij voorkeur op een peuterspeelzaal plaats vindt. De medewerkers zullen de ouders stimuleren om hun kind ook te laten deelnemen aan de peuterspeelzaal. Er wordt gewerkt met het thuisprogramma van Puk & Ko om voor een goede afstemming tussen de ouderbijeenkomsten en het aanbod van de peuterspeelzaal te zorgen. Naast de peuterspeelzalen waar wordt gewerkt met dubbele bezetting zijn er nog een aantal peuterspeelzalen binnen de SPA waar in het kader van VVE een 3de dagdeel wordt aangeboden voor met name doegroep kinderen. Ouder en kind samenspel Samenspel is gericht op kinderen van 0-4 jaar en biedt ouders de kans om met hun kind deel te nemen aan een spelochtend of – middag op de peuterspeelzaal. Doel is het bevorderen van samenspel, ontmoeting en onderling contact tussen ouders, het versterken van het sociale netwerk van ouders en toeleiding naar de peuterspeelzaal. Bijlagen Bijlage 5: protocol OVM en overdracht naar de basisschool
SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
10
Hoofdstuk 3
Ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen en de ontwikkelingsgebieden
In het vorige hoofdstuk hebben we de basisfuncties en de kerntaken van het peuterspeelzaalwerk beschreven. Spelen is één van de basisfuncties en is essentieel voor de ontwikkeling van het kind. Belang van spel Spelen is de manier waarop het zich ontwikkelende kind de wereld leert kennen en daarmee ontdekt het ook zichzelf en zijn / haar mogelijkheden. Spelen is dus onmisbaar voor de ontwikkeling van kinderen en draagt bij aan alle ontwikkelingsfacetten. Kinderen leren erdoor hoe ze zich moeten gedragen, hoe ze met hun gevoelens om kunnen gaan, hoe ze hun fantasie kunnen ontwikkelen en uitdrukken.
Spelen = Ontwikkelen Sociaal-emotionele ontwikkeling In een peutergroep wordt veel aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling, omdat zich veilig voelen en leren spelen met andere kinderen een voorwaarde is om zich te kunnen ontwikkelen. Door samen te spelen leren kinderen met elkaar te delen, om te gaan met eigen gevoelens en rekening te houden met gevoelens van anderen. Tijdens het spel komen peuters in aanraking met verschillende gevoelens zoals: spanning, angst, plezier, trots, boosheid en verdriet. Naarmate ze beter met hun gevoelens om kunnen gaan groeit hun zelfvertrouwen. Fantasie is voor peuters onmisbaar bij de verkenning van emoties. In de peuterspeelzaal heeft een kind de mogelijkheid emotionele banden aan te gaan met andere kinderen en volwassenen. Een veilige, vertrouwde sfeer en zorgzame leiding zijn daartoe een voorwaarde. Een peuter wordt op de peuterspeelzaal positief benaderd en leidsters en assistent leidsters werken vanuit een accepterende en steunende houding. leder kind is anders en in de peuterspeelzaal wordt er ruimte geboden om een eigen ik te ontwikkelen. Het kind leert er vertrouwen te krijgen in zichzelf en in de ander en elkaar te respecteren, zodat het kind een positief zelfbeeld ontwikkelt. Bij het ontdekken van de wereld hoort het leren omgaan met regels. Het is nodig om structuur aan te brengen en regels te stellen. Peuters zullen regelmatig geneigd zijn grenzen en regels te overschrijden, daarom werken we met duidelijke regels en grenzen. De veiligheid van de peuters vormt hiervoor het uitgangspunt. De regels kunnen verschillen van de regels thuis. Doordat ze deel uit maken van een groep leren kinderen om met anderen om te gaan. Leidsters begeleiden peuters actief in het proces van alleen spelen via naast spelen naar samenspel. Het aanbod van spelmateriaal kan het samenspelen bevorderen. De huis/poppenhoek, bouwhoek, fantasiespel, verkleedkleren en andere peuterspelletjes, kunnen hieraan een waardevolle invulling geven. Lichamelijke en motorische ontwikkeling De ontwikkeling van het eigen lichaam houdt een peuter erg bezig. Ze worden zich bewust van het eigen lijf en dat van anderen en de verschillen tussen jongentjes en meisjes. Op deze leeftijd ontdekken peuters dat ze controle kunnen uitoefenen op verschillende lichaamsfuncties, zoals eten, drinken, plassen en ontlasten. Het zindelijkheidsproces vormt een belangrijk onderdeel van het peuterspeelzaalbezoek. Wij beginnen hiermee als de peuter zelf aangeeft eraan toe te zijn. Dit gebeurt altijd in overleg en afstemming met thuis. Activiteiten die gericht zijn op het vergroten van lichaamsbesef zijn: spelletjes, lichaamsdelen benoemen, knuffelen en stoeien. De peuter ontdekt het eigen lijf en het verschil met anderen. Een kind moet gevoelens kunnen uiten en de baas zijn over zijn eigen lichaam. De peuterspeelzaal leiding respecteert het als een kind niet geknuffeld of aangehaald wil worden. SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
11
Voor de ontwikkeling van de zintuigen is het van belang dat een kind veel materialen met verschillende eigenschappen (hard, zacht, ruw, glad, koud, warm, met geluid en zonder) kan ervaren. We onderscheiden horen, zien, ruiken en proeven en voelen. Behalve kant en klaar speelgoed zijn juist ook speelmaterialen, gebruiksgoederen en ongestructureerd materiaal, zoals zand, water, verf, klei van belang. Aandacht wordt geschonken aan het omgaan met geluiden, klanken, luisterspelletjes en muziek (zingen en instrumenten). Om de grove motoriek te ontwikkelen biedt de peuterspeelzaal verschillende mogelijkheden. Voldoende beweging en variatie is belangrijk. Zo kunnen de kinderen klimmen, springen, etc. zowel binnen als buiten. Op de peuterspeelzalen worden verschillende materialen aangeboden om al deze activiteiten te kunnen ontplooien: water, zand, een glijbaan, schommel, zachte matten en fietsjes. We hechten veel waarde aan het buitenspelen Als het weer het toelaat gaan we dagelijks naar buiten. De fijne motoriek volgt op die van de grove. Een goede fijne motoriek is belangrijk voor de ontwikkeling van het denken en leren. Kleine bewegingen bevorderen de oog-hand coördinatie. Hiervoor beschikken de peuterspeelzalen over fijn en grof constructiemateriaal, zoals puzzels, kralen rijgen, kleuren, tekenen en verven. Cognitieve en creatieve ontwikkeling Kinderen tussen de twee en vijf jaar hebben een onverzadigbare drang tot leren. Zij leren door imitatie, exploratie en spel. Peuters nemen vooral handelend en bewegend waar en denken ook handelend. Het voorstellingsvermogen van de peuter vergroot de wereld. Het kind krijgt de wereld als het ware steeds meer in het hoofd. De aandacht en motivatie nemen snel af als peuters onvoldoende hun zintuigen kunnen gebruiken. Het begeleiden van de ontwikkeling van het denken van peuters is voornamelijk gericht op het aanbieden van herkenbare situaties, voorwerpen en spelmogelijkheden. Naast het ontwikkelen van het denkvermogen ontwikkelen peuters hun creatieve mogelijkheden. Peuters krijgen de ruimte om omgeving en materiaal te kennen en verkennen. Zo leren ze omgaan met verf, klei, potloden, krijt, lijm, etc. Het kind moet de vrijheid hebben om ermee te experimenteren. Het doen is belangrijker dan het resultaat. De ontwikkeling van de creativiteit houdt niet op bij beeldende vorming. Ook tijdens spel en muzikale activiteiten speelt creativiteit een grote rol. Kinderen die in staat zijn creatief te reageren in bepaalde situaties, zullen zich minder snel laten leiden door angst. Ook bij het verwerken van ervaringen hebben kinderen hun voorstellingsvermogen nodig. Taalontwikkeling Taalontwikkeling bij peuters is van groot belang en een voorwaarde voor alle andere ontwikkelingsgebieden. De ontwikkeling van het denken en sociaal - emotionele vaardigheden zijn sterk afhankelijk van de mogelijkheid je goed te kunnen uitdrukken. Taal is het belangrijkste middel om contact te maken met andere mensen. Er wordt op de peuterspeelzaal dan ook erg veel aandacht besteed aan de taalontwikkeling. Kinderen leren de taal tijdens het spelen door te luisteren, te imiteren en te proberen. Ook de onderlinge communicatie tussen de kinderen heeft een belangrijke rol in de speelzaal. Leidsters bevorderen de taalontwikkeling door met de peuters te praten en te luisteren en de communicatie naar elkaar toe te stimuleren. Het is belangrijk om dingen te benoemen, uitleg te geven bij spelletjes en activiteiten en handelingen en gevoelens van de peuter zelf te verwoorden. Leidsters sluiten het woordgebruik aan bij het niveau van de peuter, zonder kinderlijk te praten. Voorlezen biedt peuters net als vertellen een schat aan informatie, nieuwe woorden, nieuwe situaties. Hierbij is de interactie van groot belang. De onderwerpen moeten goed aansluiten bij de belevingswereld van het jonge kind. Het is belangrijk dat leidsters goed luisteren en de gesproken taal en lichaamstaal beheersen. Actief wordt gewerkt met taalspelletjes, spelen met klanken, geluiden, zingen, gesprekjes, voorlezen en poppenkast.
SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
12
Basisbehoeften Alle pedagogen onderschrijven de gedachte dat ieder mens een drietal psychologische basisbehoeften heeft: de behoefte aan competentie, de behoefte aan relatie de behoefte aan autonomie. Deze behoeften sluiten aan op en komen voort uit de drie basistalenten waarmee we worden geboren. Competentie (bekwaamheden) verwijst naar de behoefte van mensen om iets te presteren,
iets te kunnen, ergens goed in te zijn en dat ook te laten zien. Vanuit hun nieuwsgierigheid willen peuters handelend optreden naar wat hen uitdaagt in de omgeving. Peuters moeten ontdekken dat ze de taken die ze moeten doen, aankunnen en ervaren dat ze ook steeds meer aankunnen. Kernwoorden zijn hierbij: geloof en plezier hebben in eigen kunnen, ontwikkelen van zelfvertrouwen en figuurlijke en letterlijke ruimte creëren. Relatie (samenwerking) verwijst naar de behoefte om de ander te ontmoeten en in het
aangezicht van die ander zichzelf te ontdekken. De mens bestaat alleen in relatie tot de ander. Geen prestatie zonder relatie. Het opbouwen en ontwikkelen van een relatie vraagt om vertrouwen en veiligheid. Dit betekent dat peuters zich geaccepteerd moeten weten, het gevoel moeten hebben welkom te zijn en erbij te horen en zich veilig voelen. Autonomie (zelfstandigheid) verwijst naar de behoefte van mensen aan een zekere
eigenheid, onafhankelijkheid en speelruimte. Mensen willen greep krijgen op hun eigen situatie en sturing geven aan het eigen leven. Ze willen het zelf kunnen. Dat veronderstelt dat er ruimte is om zelfstandig te handelen en dat er keuzemogelijkheden zijn. Op de peuterspeelzaal krijgt het kind de kans om veel zelf te doen, waardoor de zelfstandigheid en zelfredzaamheid wordt gestimuleerd. Hierbij kunnen we denken aan: zelf jas aan en uittrekken stoel pakken en in de kring zetten speelgoed zelf pakken en opruimen werkjes zo veel mogelijk zelf laten doen schortje pakken en zelf aantrekken zelf handen wassen Dagindeling Elke peutergroep heeft een eigen dagindeling. Uitgangspunt is dat er regelmaat zit in de dagindeling en afwisseling binnen de activiteiten. Voor peuters is dit erg belangrijk. Het biedt veiligheid, vertrouwen en voor de jongste peuters houvast. Door het gebruik van dagritmekaarten kunnen peuters zien hoe de dagindeling eruit ziet. Een dagindeling ziet er ongeveer als volgt uit: Kinderen worden gebracht Kring/ vrij spel/ activiteit Opruimen samen met de kinderen Fruit eten en/ of wat drinken Liedjes zingen/ spelletjes/ gym/ muziek/ dans Voorlezen Buiten spelen (als dit mogelijk is)/ activiteit Kinderen worden weer opgehaald SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
13
Vieringen Het vieren van speciale gebeurtenissen is voor kinderen belangrijk. Op deze wijze ervaren kinderen al op jonge leeftijd hoe leuk en belangrijk het kan zijn om samen aandacht te besteden aan een speciale gebeurtenis. Een verjaardag van een kind is zo’n bijzondere dag, die op de peuterspeelzaal gevierd wordt. Er wordt gezongen en de jarige peuter zit op de feeststoel en mag trakteren. Ouders worden gevraagd om voor zoveel mogelijk gezonde traktaties te zorgen, de leidsters kunnen hier suggesties voor geven. Ook aan feestdagen als sinterklaas, kerst, Pasen, vader en moederdag wordt op de peuterspeelzaal aandacht besteed. Verder is er op elke peuterspeelzaal een jaarlijks feest. Bij de ene peuterspeelzaal is dit het eindfeest ter afsluiting van het schooljaar, bij de andere wordt dit al eerder gehouden. Deze feesten worden georganiseerd in samenwerking met de oudercommissie In de pedagogische werkplannen van elke peuterspeelzaal staat beschreven hoe er in de groepen gewerkt wordt aan de verschillende ontwikkelingsgebieden. De wijze waarop er gewerkt wordt aan de ontwikkeling van competenties, zelfstandigheid en samenwerking is terug te vinden de dagindeling die beschreven is in de werkplannen.
SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
14
Hoofdstuk 4
Overbrengen van waarden en normen
Het ontwikkelen van een eigen identiteit is een voorwaarde om als volwaardig mens te kunnen functioneren in de huidige maatschappij. Hoe mensen handelen in de samenleving wordt bepaald door hun waarden en normen Kinderen moeten leren wat waardevol is in onze samenleving. Ze leren dit vooral via gedrags- en omgangregels, via grenzen en door het voorbeeld dat volwassenen geven. Op de peuterspeelzaal worden waarden en normen overgebracht aan kinderen. Op de peuterspeelzaal zijn belangrijke normen: respect voor elkaar en voor ieders identiteit, voor de omgeving, goede communicatie en rekening houden met elkaar Gewetensvorming Een peuter experimenteert nog volop met wat wel en niet kan. Het geweten is in ontwikkeling, maar voor een peuter is nog niet duidelijk waar de grenzen liggen. Een peuter probeert voortdurend dingen uit en onderzoekt daarmee waar de grenzen liggen en in hoeverre grenzen echt vast liggen. Het geeft een kind houvast en structuur wanneer een leidster hierin duidelijk is. Zo kan het kind leren aan welke regels het zich moet houden. De leidsters wegen af wanneer men consequent en wanneer men flexibel moet zijn. Belonen en straffen Om kinderen grenzen bij te brengen sturen leidsters het gedrag van de peuter, ze geven aan welk gedrag wel en welk gedrag niet gewenst is. Leidsters hanteren een positieve benadering. Regels worden duidelijk en (waar mogelijk) met uitleg gesteld. Gewenst gedrag wordt gewaardeerd door het kind te prijzen. Het is fijn om beloond te worden, kinderen zijn geneigd beloond gedrag te herhalen. Bovendien bevorderd beloning de relatie tussen leidster en kind. Leidsters belonen gewenst gedrag door te zeggen dat ze het fijn vinden wat het kind gedaan heeft, of met een knipoogje, een duim in de lucht of een glimlach. Zo groeit het zelfvertrouwen en leert het kind complimentjes te krijgen en ook te geven. Met straffen zijn we zeer terughoudend op de peuterspeelzaal. Leidsters leggen het kind uit waarom het iets verkeerd heeft gedaan en stimuleren het de fout te herstellen of vrede te sluiten. Bij voorkeur bieden we alternatief gedrag aan door een kind te vertellen hoe het wél moet, of dit voor te doen. Negeren van ongewenst gedrag wordt ook bewust gebruikt als middel om gedrag te beïnvloeden. Het aanbieden van alternatief gedrag of spel zien we als een belangrijk middel om het kind te sturen. Indien dit niet voldoende is om de grens van ‘wat wel en niet kan ’aan te geven, beperken leidsters zich tot het kind vermanend toespreken of even apart zetten. Dit wordt altijd afgerond door er even op terug te komen. Het kind krijgt daardoor inzicht in zijn eigen gedrag en weet dat de verhouding met de liedster niet verstoord is. Dit versterkt het gevoel van zelfvertrouwen en veiligheid. Als er iets is voorgevallen, wordt dit bij het halen van de kinderen aan de ouders gemeld. Relaties tussen kinderen We vinden het belangrijk dat kinderen leren samenwerken, elkaar helpen, leren delen en samen spelen. Door dit jong te oefenen wordt het verantwoordelijkheidsgevoel op latere leeftijd bevorderd. Kinderen van 2 en 3 jaar zijn nog erg bezig met hun eigen ontwikkeling, vanaf 3,5 jaar gaan kinderen echt samen spelen. Tot die tijd spelen kinderen met name ‘parallel’. Ze doen hetzelfde naast elkaar. Peuters imiteren voortdurend en leren veel van elkaar. De peuterspeelzaal biedt uitgebreid de mogelijkheid voor kinderen om alleen te spelen en zich terug te trekken.
SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
15
Toch gaan peuters ook al echte vriendschappen aan. Op jonge leeftijd vrienden maken is waardevol voor het latere leven. Kinderen hechten zich niet alleen aan de leidsters, maar zeker ook aan leeftijdsgenootjes. Het is belangrijk dat kinderen leren om met conflicten om te gaan, om conflicten goed af te ronden. Pesten wordt niet geaccepteerd. Leidsters dienen oog te hebben voor kinderen die van nature een leidersrol hebben en kinderen die eerder volgen, dit mag niet leiden tot machtsverschillen of machtmisbruik. Door samen te spelen worden sociale vaardigheden getraind, hierbij hoort ook samen delen. Het speelgoed op de peuterspeelzaal is van iedereen en samen spelen kan heel leuk zijn. Niet alles hoeft gedeeld te worden. Werkstukken, zowel van constructiemateriaal als creatief, zijn vaak van het kind persoonlijk. Daar moet een ander kind respect voor opbrengen. Het is belangrijk dat kinderen leren goed te communiceren, dat wil zeggen, dat ze goed naar elkaar leren luisteren en leren zeggen wat ze willen. Overleggen, onderhandelen en afspraken maken zijn belangrijke vaardigheden voor samen werken en samen spelen. De leidster help nieuwe kinderen een plaatsje te krijgen in de groep. Voor kinderen die de peuterspeelzaalverlaten is afscheid nemen belangrijk. De leidster is zich bewust van het feit dat ze een belangrijke voorbeeldfunctie vervult.
SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
16
Hoofdstuk 5
Kinderen die extra zorg en/of aandacht behoeven
Volgen van kinderen Om in te kunnen spelen op de behoeftes en interesses van het individuele kind en de gehele groep, is het nodig dat de leidsters de ontwikkeling van alle kinderen in beeld hebben. Leidsters volgen kinderen dagelijks en maken gebruik van een ontwikkelingsvolgmodel om het welbevinden en eventuele (ontwikkelings-)achterstanden te kunnen signaleren. Alle peuterspeelzalen van de SPA maken hiervoor gebruik van het ‘Ontwikkelingsvolgmodel voor het zeer Jonge kind’ (Seminarium voor Orthopedagogiek). Met behulp van dit instrument wordt voor alle kinderen 2 keer een observatielijst ingevuld. De bevindingen worden met de ouders besproken en doorgegeven naar de basisschool. Een en ander is beschreven in het protocol: OVM en overdracht naar de basisschool. Extra zorg bieden Op basis van dagelijkse observaties en het gebruik van het ontwikkelingsvolgmodel kan geconstateerd worden dat een kind extra ondersteuning, zorg of begeleiding nodig heeft. Er kan sprake zijn van opvallend gedrag of een ontwikkelingsachterstand op een of meerdere ontwikkelingsgebieden. Een kind kan druk zijn, of juist heel stil en teruggetrokken, niet komen tot spel, storen in de groep enz. Geen kind ontwikkelt zich op dezelfde wijze. Kinderen kunnen zich langzamer ontwikkelen dan het gemiddelde kind, een ontwikkeling kan anders verlopen of er kunnen zich in het leven van het kind problemen voordoen die de ontwikkeling op een ongunstige manier beïnvloeden. Soms geven ouders bij de aanmelding van hun kind al aan dat zij zich zorgen maken over de ontwikkeling van hun kind. Soms worden deze zaken pas duidelijk als het kind de peuterspeelzaal al bezoekt. Vaak betreft het in eerst instantie vage vermoedens, gezien de grote verschillen tussen de kinderen. De verantwoordelijkheid voor het bieden van extra zorg beperkt zich in veel gevallen niet tot de leidster alleen. Factoren buiten het kind zelf kunnen mede de oorzaak van ontwikkelingsproblemen zijn. Wanneer op basis van dagelijkse observaties en informatie van ouders geconstateerd wordt dat er een kind in de groep is die extra ondersteuning, zorg of begeleiding nodig heeft, zijn er een aantal stappen die de leidster kan ondernemen. Deze stappen worden in het Signaleringszorgprotocol (zie bijlage 7) beschreven. Afhankelijk van de aard van de problematiek kan de leidster gebruik maken van de volgende externe instellingen en structuren: Icare Samenwerking met Icare is gericht op het tijdig signaleren van mogelijke ontwikkelingsachterstanden of gedrags- en opvoedingsproblemen bij peuters en op ondervoedingondersteuning aan ouders. Deze samenwerking vindt op verschillende manieren plaats. Het streven is om op alle speelzalen een inloopspreekuur van de wijkverpleegkundige te houden. Dit biedt de leidsters ook de mogelijkheid om in gesprek te gaan over een bepaald kind of een bepaalde vraag. Thema-avonden voor ouders worden ook door Icare verzorgd. Structureel overleg en gezamenlijke bijeenkomsten voor deskundigheidsbevordering zijn ook mogelijke manieren van samenwerking. De afspraken met Icare vormen deel van het Signaleringszorgprotocol van de SPA en zijn sinds 2009 verder uitgewerkt binnen het project Samen vroeg erbij. De specifieke inzet van de organisaties betrokken bij Samen vroeg erbij is in overleg met de gemeente Assen uitgewerkt. Integrale samenwerking wordt uitgevoerd in een zgn. driehoek van de peuterspeelzaal– JGZ 0-4 jaar en op consultatiebasis Yorneo. Er is sprake van verbreding van deskundigheid op het moment dat er zorgen over een kind zijn en er ook snel en afgestemd de juiste actie kan worden ondernomen. SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
17
Zorgteams In enkele wijken kunnen de leidsters gebruik maken van het zorgteam. Dit zorgteam, bestaande uit een wijkverpleegkundige, leidsters en de IB’er van de basisschool, komt een aantal keren per jaar bij elkaar voor kindbesprekingen. Ouders Om de aanpak thuis en op de peuterspeelzaal goed op elkaar af te stemmen, wisselen ouders en leidster regelmatig informatie uit, vooral tijdens breng- en haalmomenten. Als de leidster zich zorgen maakt om het kind zal zij de ouders uitnodigen voor een gesprek. Ouders kunnen de leidster ook vragen om een gesprek over hun kind. Er is dan voldoende tijd en rust om het beeld van de ouders en leidster naast elkaar te leggen en samen uit te zoeken wat het beste is voor het kind. Alle stappen die ondernomen worden gebeuren alleen met toestemming van de ouders. Voordat een kind naar de basisschool gaat worden de ouders uitgenodigd om op de peuterspeelzaal te komen en wordt het overdrachtsformulier met hen besproken. (zie Overdrachtsprotocol) Met de ouders wordt besproken of de leidster ook nog contact opneemt met de onderbouw leerkracht indien daar aanleiding toe is. Zieke kinderen De peuterspeelzaal is niet bij uitstek een voorziening voor zieke kinderen. Dit hoeft niet te gelden voor kinderen met een chronische, niet besmettelijke ziekte. (bijvoorbeeld Cara, epilepsie, allergie, diabetes, enzovoort). Ondanks hun ziekte kunnen deze kinderen zich net als andere kinderen ontwikkelen en meedoen op de speelzaal. Dit vergt geen extra begeleiding. Wel is het van belang dat de ouders en leidster een gesprek hebben om elkaar te informeren over de ziekte, medicijngebruik en handelen in nood. De leidster moet de kinderen goed kunnen volgen en kunnen handelen als dat nodig is. Kinderen met een handicap Bij aanmelding wordt bekeken of een kind met een handicap genoeg geboden kan worden, onder welke voorwaarden en in welke mate dit een extra belasting met zich meebrengt voor de groep en/of de groepsleiding. De plaatsingsmedewerkster zal overleg hebben met de coördinator. Deze beslist samen met de leidsters of het kind al dan niet geplaatst wordt. Indien er tot plaatsing wordt overgegaan geldt er een proefperiode van drie maanden. De coördinator bekijkt met het team in welke groep en bij welke leidster dit kind het beste past. Net als bij de plaatsing van zieke kinderen zal de leidster voor het eerste peuterspeelzaalbezoek de ouders uitnodigen voor een informatief gesprek. Er kan bekeken worden of er aanpassingen in het gebouw of de groepsruimte nodig zijn en of het spelmateriaal toereikend is. Net als bij zieke kinderen vindt er een gesprek plaats met de ouders om elkaar te informeren over de mogelijkheden en onmogelijkheden op de peuterspeelzaal
Bijlagen Bijlage 6: Concept protocol privacy Bijlage 7: Concept zorgprotocol Bijlage 8: Concept gedragscode
SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
18
Hoofdstuk 6
Hygiëne en Veiligheid
De peuterspeelzaal biedt goede zorg voor het welzijn van de peuters, zowel op lichamelijk als op emotioneel gebied. Dit betekent dat: hygiëne belangrijk is, de speelruimtes schoon, veilig en kindvriendelijk moeten zijn, wij zoveel mogelijk rekening houden met de behoefte van een kind en de verzorging daarop afstemmen, de groepsleiding in staat is een positieve band met de kinderen op te bouwen, er in de groep voldoende rust en stabiliteit is. Veiligheid Kinderen moeten veilig kunnen spelen. De binnen- en buitenruimte is daarom niet alleen kindvriendelijk en vertrouwd, maar ook veilig. De inrichting is zo, dat de kinderen speelruimte hebben en de leidsters overzicht. Met het oog op veiligheid zijn er een aantal voorzorgsmaatregelen getroffen, zoals deurstrips langs de scharnierkant, veilige stopcontacten enz. Het speelgoed is bestemd voor jonge kinderen en is veilig. De buitenspeelplaats is omheind, de speeltoestellen voldoen aan de veiligheidsnormen. Er zijn brandmelders aangebracht, de brandweer wordt in geval van brand automatisch gewaarschuwd. Een rampenplan is aanwezig. Elke locatie heeft een eigen EHBO-doos. Alle peuterspeelzaalleidsters zijn BHV geschoold. Bij ziekte of ongelukjes verleent de leidster eerste hulp. Ze schakelt zo nodig een arts in en waarschuwt de ouders. Op de peuterspeelzaal worden in principe geen dieren gehouden en toegelaten. Kinderen kunnen daar allergisch voor zijn. In de peuterspeelzaal mag niet worden gerookt en op de buitenspeelplaats mag alleen worden gerookt buiten de openingstijden van de peuterspeelzaal, als er geen kinderen aanwezig zijn. We zorgen ervoor dat zowel binnen als buiten geen planten aanwezig zijn die schadelijk kunnen zijn. Hygiëne In een omgeving waar veel kinderen bij elkaar komen, dient de hygiëne optimaal te zijn en gericht op het voorkomen van besmetting. Dit betekent dat de accommodatie schoon moet zijn. Het grote schoonmaakwerk wordt dagelijks gedaan door een vaste schoonmaakster. Voor en na het eten worden de tafels schoongemaakt door de leidsters. Na het verschonen van de luiers wordt het commodedek afgenomen. De leidster is ervoor verantwoordelijk dat het spelmateriaal drie keer per jaar wordt gereinigd, kapot speelgoed wordt verwijderd of vervangen. We vinden het belangrijk de kinderen hygiënisch handelen bij te brengen. Kinderen moeten hun handen wassen als ze naar de wc zijn geweest of gaan eten. De leidsters doen dat natuurlijk ook. Zieke kinderen Als er besmettelijke ziektes heersen, wordt er extra zorg besteed aan het schoonmaken van de toiletten en/of het spelmateriaal. Om besmetting te voorkomen kunnen zieke kinderen de peuterspeelzaal niet bezoeken. De groepsleiding kan aan zieke kinderen niet voldoende verzorging en aandacht geven. Bovendien is het voor een ziek kind beter om rustig thuis te zijn. Bij twijfel beslist de leidster uiteindelijk of het kind al dan niet naar de peuterspeelzaal kan komen, waarbij de richtlijnen van de GGD gehanteerd worden. We gaan ervan uit dat de kinderen ingeënt zijn tegen DKTP en BMR. Als bij aanmelding blijkt dat dit niet het geval is zal bij de GGD advies ingewonnen worden. Als er een besmettelijke ziekte rond gaat, worden ouders hierover geïnformeerd. Als er rode hond heerst wordt dit op de buitendeur gemeld in verband met zwangerschap. SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
19
Op alle peuterspeelzalen vinden jaarlijks inspecties plaats van de brandweer en de GGD. Alle locaties hebben een ontruimingsplan en er wordt minimaal eens per jaar een brandoefening gehouden.
SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
20
Hoofdstuk 7
Contacten en samenwerking met ouders
Om informatie over het kind te kunnen uitwisselen en zo de opvoeding thuis en op de peuterspeelzaal op elkaar af te stemmen, is een goed contact tussen leidster en ouders belangrijk. Bij afspraken die samen gemaakt worden, staat het belang van het kind voorop. We streven hierbij naar een relatie waarin openheid en wederzijds respect centaal staan. Dit betekent dat: er tijdens het brengen en halen van de kinderen gelegenheid is voor korte gesprekjes; er een afspraak gemaakt kan worden voor een gesprek met de leidster; de leiding open moet staan voor vragen, opmerkingen en suggesties; dat de leidster graag geïnformeerd wordt over (grote) veranderingen in de thuissituatie; de ouder en leidster bereid zijn elkaar te informeren en te adviseren; de ouders inspraak hebben; de leiding ouders betrekt bij activiteiten; de leidster een beroepsgeheim heeft. Contacten met ouders Een eerlijk en open contact met ouders is erg belangrijk. Ouders moeten vertrouwen in de leidster hebben zodat zij hun kind met een gerust hart kunnen achterlaten. Een goed contact met de ouders bevordert ook de ontwikkeling van het kind. Als de leidster kennis heeft van de thuissituatie, bijvoorbeeld de gezinssamenstelling of een belangrijke gebeurtenis, kan de leidster het kind beter aanvoelen en hier eventueel rekening mee houden. De leidster informeert de ouder over de ontwikkeling van het kind, de vorderingen die een kind maakt en op welke wijze er wordt omgegaan met het kind. (benadering). Gesprekken met ouders De peuter en zijn/haar ouders moeten zich welkom voelen op de peuterspeelzaal. De leidster staat open voor vragen en opmerkingen en geeft graag informatie aan ouders. Het eerste contact vindt plaats bij aanmelding van de peuter. De leidster geeft hierbij een mondelinge toelichting over de gang van zaken op de peuterspeelzaal.. Het is van belang dat ouders eventuele bijzonderheden van hun kind melden. Daarom wordt met de ouders een vragen-/aandachtspuntenlijst langsgelopen. Gedurende de hele peuterspeelzaalperiode is er tijdens breng- en haaltijden gelegenheid om even met de leidster te praten, zodat er een goede overdracht kan plaatsvinden. Van huis naar de peuterspeelzaal en omgekeerd. Uitgangspunt is dat de leidster iedere ouder in ieder geval één keer per week spreekt, dit kan een kort gesprekje betreffen. Voor een uitgebreider gesprek kan de ouder een afspraak met de leidster maken. De leidster heeft een beroepsgeheim. Activiteiten met ouders Om de ouders te betrekken bij het peuterspeelzaalgebeuren en te informeren over een bepaald onderwerp, wordt er eens per jaar een ouderavond georganiseerd. Op deze avond wordt het jaarverslag van de peuterspeelzaal doorgenomen en een thema behandeld. Soms wordt er een koffieochtend gehouden, om contacten tussen ouders te bevorderen en/of om voorlichting te geven. Bij feesten wordt ouderhulp gevraagd om een groepje te begeleiden of iets lekkers klaar te maken. Oudercommissies en de Centrale Ouderraad Elke peuterspeelzaal heeft een eigen oudercommissie. Deze is samengesteld uit een aantal ouders, waarvan het kind de peuterspeelzaal bezoekt. De oudercommissie vergadert vijf tot zes keer per jaar. De locatievertegenwoordiger is hierbij aanwezig. De vergadering is openbaar en voor iedereen toegankelijk. SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
21
De taak- en functieomschrijving staat van de oudercommissie omschreven in een draaiboek dat op de peuterspeelzaal ter inzage ligt. Één lid van de oudercommissie kan eventueel zitting nemen in de Centrale Ouderraad (een reglement hiervan ligt ter inzage op de peuterspeelzaal). Deze vergadert eveneens vijf tot zes keer per jaar. De inspraak is geregeld volgens de wet medezeggenschap zorginstellingen. Klachtenregeling Als er klachten zijn, kunnen ouders in eerste instantie bij de leidster terecht. Ook kunnen ouders contact opnemen met de voorzitter van de oudercommissie of de coördinator van de peuterspeelzalen. De SPA heeft een klachtenregeling voor ouders. Elke ouder ontvangt deze als zijn/ haar kind voor de eerste keer naar de peuterspeelzaal gaat. Voor meer informatie over ouderbetrokkenheid zie Ouderbeleid
SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
22
Hoofdstuk 8
Externe contacten
De peuterspeelzalen van SPA werken op allerlei terreinen samen met onderwijs, Icare, bibliotheek, kinderopvang, instellingen op het gebied van jeugdzorg en andere instellingen in de wijken met als doel: het bieden van brede ontwikkelingskansen aan kinderen, het bieden van optimale en een zo breed mogelijke zorg aan een kind, het realiseren van een pedagogische doorgaande lijn met betrekking tot de ontwikkeling van een kind, het bevorderen van een doorgaande lijn in de overdracht van een kind, het bieden van zorg aan kinderen die op welke wijze dan ook bedreigt worden in hun ontwikkeling. Daarnaast werkt SPA samen met opleidingen en vindt ze het haar maatschappelijke verantwoordelijkheid om opleidingsplaatsen te bieden aan mensen die voor het werk relevante opleidingen volgen Brede School De SPA is participant in Brede School Assen. In de wijken Assen Oost, Kloosterveen en Peelo wordt al een aantal jaren samengewerkt in Brede School verband. In 2007 is hiermee ook begonnen in Pittelo en Baggelhuizen. Vanaf 2008 is deze samenwerking uitgebreid naar de overige wijken van Assen. Op verschillende manieren wordt invulling gegeven aan de gezamenlijke doelstelling om brede kansen voor kinderen te scheppen. In de praktijk betekent dit o.a.: het formuleren van gezamenlijke pedagogische uitgangspunten het realiseren van doorgaande pedagogische lijnen het hanteren van overdrachtsformulieren het aanbieden van dagarrangementen het houden van gezamenlijke thema en inloop ochtenden voor ouders in het kader van o.a. opvoedingsondersteuning het houden van gezamenlijke thema avonden ter opvoedingsondersteuning het gezamenlijk werken aan thema’s in de peuterspeelzalen en in de onderbouw van de basisscholen het werken aan gezamenlijke thema’s op wijkniveau gebruik maken van elkaars ruimtes (in geval van MFA’s ) het regelmatig houden van afstemmingsoverleg een uitwisseling van de informatiebrochures en aanmeldingsformulieren van consultatiebureaus, speelzalen en scholen het uitwisselen schoolgidsen, schoolkranten, peuterkranten, jaarkalenders e.d. afstemmen van zaken als halen en brengen, liedjes die geleerd worden, enz. Basisscholen Alle peuterspeelzalen onderhouden contacten met het basisonderwijs. Een overdrachtsformulier van het Ontwikkelingsvolgmodel wordt aan de basisschool gegeven als een kind daar naar toe gaat. Op die manier wordt ervoor gezorgd dat de kinderen zo goed mogelijk worden begeleid in hun ontwikkeling en dat de overstap naar de basisschool zo soepel mogelijk verloopt. Met ouders wordt besproken of de leidster ook nog contact opneemt met de leerkracht onderbouw indien daar aanleiding toe is. Bij het overdragen naar de basisschool handelen wij volgens het protocol Ontwikkelingsvolgmodel en Overdracht naar basisschool. Op de VVE peuterspeelzalen wordt afstemming gezocht in de didactische aanpak op de peuterspeelzaal en in de onderbouw van het onderwijs. Met basisscholen vind overleg plaats over handelingsprotocollen voor het geval er twijfel is of een kind wel op zijn plaats is op het reguliere basisonderwijs SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
23
Bibliotheek In het kader van taalstimulering is er contact met de bibliotheek. Eens per twee jaar bezoekt de leidster met ouder en kind de bibliotheek. Voor sommigen is dit een eerste kennismaking. Ouders krijgen informatie en de kinderen een gezellige ochtend waarbij het peuterboek centraal staat. De bibliotheek stuurt elk kwartaal een pagina met boekentips naar de peuterspeelzalen, die opgenomen wordt in de peuterkrant. De peuterspeelzaal kan een abonnement nemen op de bibliotheek. Er kunnen dan elke drie weken negen boeken geleend worden. Ook bestaat de mogelijkheid om een boekenkist te lenen, hierin zitten allerlei boeken die geschikt zijn voor peuters. De peuterspeelzaal mag deze ca. zes weken gebruiken. Enkele peuterspeelzalen doen mee aan het project Boekenpret. Er is dan een collectie boeken op de peuterspeelzaal aanwezig voor de peuters. Ouders verzorgen de uitleen hiervan wekelijks. Jeugdgezondheidszorg Een goede samenwerking tussen JGZ en PSZ versterkt het proces van vroegtijdig signaleren van ontwikkelings- of sociale problematiek bij peuters tussen 2 en 4 jaar. Als de leidster vermoedt dat er problemen zijn in de ontwikkeling van een kind, kijkt zij samen met de ouders wat eraan gedaan kan worden. Met toestemming van de ouders neemt zij contact op met de wijkverpleegkundige van de betreffende peuterspeelzaal om na te gaan of de zorg door JGZ gedeeld wordt, of ze adviseert ouders dit zelf te doen. Met de wijkverpleegkundige worden afspraken gemaakt over eventuele vervolgstappen en in overleg met ouders wordt zo nodig verwezen naar de juiste instantie voor hulpverlening en diagnostiek (bijvoorbeeld logopedie, Yorneo, VTO). GGD De peuterspeelzalen worden jaarlijks door de GGD gecontroleerd op hygiëne en veiligheid. Van deze inspectie wordt een rapport opgemaakt, dat bij de SPA ter inzage ligt. De eventuele adviezen die hierin gegeven worden, worden eerst in het team en met de coördinator besproken en daarna zo nodig opgevolgd. Elke peuterspeelzaal beschikt over een map van de GGD, deze bevat informatie over ziekten die bij kinderen kunnen voorkomen. Er wordt bij vermeld vanaf wanneer en hoelang een ziekte besmettelijk is en of een kind met een bepaalde ziekte de peuterspeelzaal mag bezoeken. Ouders kunnen de leidster altijd om advies vragen. Advies- en meldpunt Kindermishandeling Wanneer men vermoedt dat er sprake is van incest of kindermishandeling, wordt na overleg met de directeur het Centraal Meldpunt Kindermishandeling geraadpleegd en wordt eventueel een melding gedaan. Vanaf april 2011 wordt gehandeld volgens de wet Verplichte meldcode. SPA hanteert een stappenplan, waarin staat wat een beroepskracht moet doen bij (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling. Opleidingsscholen De SPA is een leerwerkbedrijf voor mensen in opleiding. Op de peuterspeelzalen wordt stage gelopen. De SPA heeft stagebeleid ontwikkeld waarin vermeld staat hoe de begeleiding van stagiaires geregeld is, wat de rechten en plichten zijn en hoe de organisatie rondom de stages in zijn werk gaat.
SPA pedagogisch beleidsplan Versie: 4-2-2013
24