Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Soort document* Naam document: HKZ norm: HKZ rubriek: Datum: Status document: Versienummer: Evaluatiedatum:
Protocol, procedure, richtlijn Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken 1.2 / 2.15/ 4.8 1/2/4 16-09-2013 Geaccordeerd directeur 2013.2 September 2015
Wijzigingen
2013 toevoegingen
Toelichting bij ‘soort document’
Procedures Richtlijnen Protocollen
Draaiboeken Formulieren Registraties Convenanten
Overeenkomst Checklijst Werkinstructie Reglement
beschrijvingen van werkprocessen handvatten voor een bepaalde werkwijze afspraken over aard, inhoud en uitvoering van taken, verantwoordelijkheden en functie in het proces uitgebreide aanwijzingen of beschrijvingen voor uitvoering (model voor aanpak) voorgeschreven invul document (digitale) verwerking van standaardgegevens (veelal anoniem) schriftelijk vastgelegde afspraken met samenwerkingspartners over een bepaald gemeenschappelijk doel of belang formeel (soms juridisch) document waarin afspraken zijn geformaliseerd geheugensteun voorschrift handelingsvoorschrift (meestal in juridisch kader)
Doel:
Procedure/richtlijnen voor het pedagogisch handelen in de peuterspeelzalen. Het pedagogisch beleidsplan maakt transparant aan ouders/verzorgers, subsidiegever, samenwerkingspartners en leidsters wat de doelstelling is van het peuterspeelzaalwerk en op welke wijze hieraan uitvoering wordt gegeven.
Toepassing:
afdeling Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken
Contentbeheerder:
LGF PSZ /kwaliteitsmedewerker
Ontwerper(s):
M. Hoek (LGF PSZ)
Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
1
Pedagogisch beleidsplan
Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken
Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
2
Inhoudsopgave: Pagina:
Inleiding
4
De Peuterspeelzalen
5
Doelstelling van het peuterspeelzaalwerk van het CMWW
6
Visie op de ontwikkeling van kinderen
6
Kwaliteit van het personeel
7
SPELEN
8
ONTMOETEN
10
ONTWIKKELEN
13
SIGNALEREN
15
BEGELEIDEN
17
Voorschoolse educatie en de doorgaande ontwikkelingslijn
19
Oudercontacten
20
Het ontwikkeld beleid ten aanzien van het pedagogisch handelen binnen de peuterspeelzalen van het CMWW is digitaal terug te vinden in het kwaliteitshandboek van het CMWW. De papieren versies zijn terug te vinden in de beleidsklapper die in iedere peuterspeelzaal aanwezig is. Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
3
Inleiding Voor u ligt het pedagogische beleidsplan van de afdeling peuterspeelzaalwerk van het CMWW Brunssum-Onderbanken. In de peuterspeelzalen bieden we speel- en leermogelijkheden voor peuters. Het pedagogisch beleidsplan is tot stand gekomen door middel van veelvuldig overleg tussen leidinggevende van de afdeling met alle leidsters, hoofdleidsters en met externe ondersteuning. Mede door het bespreken van het pedagogisch handelen in gezamenlijke studiedag(en) met alle leidsters van de peuterspeelzalen is het plan dat nu voor u ligt een eigen stuk geworden waar iedere leidster kennis van heeft en naar handelt. De peuterspeelzalen afzonderlijk vertalen het algemeen pedagogisch beleidsplan in een pedagogisch werkplan dat aansluit op de specifieke situatie van de peuterspeelzaal in samenwerking met de basisschool. In dit werkplan wordt een korte meer praktische vertaling gemaakt van het algemene pedagogische beleid waarin de identiteitsgebonden accenten van de peuterspeelzaal verder tot uiting komen. (o.a. verschillende VVE-programma’s) Met het op schrift stellen van de visie, de doelen en de pedagogische uitgangspunten van het peuterspeelzaalwerk van het CMWW wordt optimaal kwaliteit aangeboden. Het maakt het pedagogisch handelen voor alle betrokkenen inzichtelijk en versterkt de professionaliteit. Het pedagogisch beleidsplan maakt transparant aan ouders/verzorgers , subsidiegever, samenwerkingspartners, bestuur en leidsters wat de doelstelling is van het peuterspeelzaalwerk en op welke wijze hieraan uitvoering wordt gegeven. Het pedagogisch beleid blijft een structureel onderwerp tijdens teamvergaderingen, hoofdleidsteroverleg, werkbegeleiding en functioneringsgesprekken. Voor de leidinggevende van de afdeling geeft het pedagogisch beleid aanknopingspunten om de leidsters aan te sturen en te beoordelen. De peuterspeelzalen maken deel uit van lokale zorgnetwerken en brede scholen. Deze ontwikkelingen brengen hogere eisen met zich mee op het gebied van kwaliteit en toegankelijkheid van het peuterspeelzaalwerk. Het peuterspeelzaalwerk van het CMWW geeft vorm aan de wettelijke kwaliteitseisen, zoals o.a. kwaliteit van het personeel, groepsgrootte, aanbod VVE, pedagogisch beleid, die vanuit de WET OKE met ingang van augustus 2010 gesteld zijn. De kwaliteitseisen in de peuterspeelzalen staan onder toezicht van de GGD en de educatieve kwaliteit van het VVE-programma zal worden gecontroleerd door de Inspectie van het Onderwijs.
Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
4
De Peuterspeelzalen De peuterspeelzalen vangen peuters op in horizontale groepen van 2- en 3 jarigen. Afhankelijk van de doelstelling kan er gewerkt worden met gemengde leeftijdsgroepen. Elke leeftijdsgroep wordt een gevarieerd spelprogramma aangeboden door vaste, professionele leidsters. Kinderen van 2 jaar zijn in de VVE zalen gedurende 2 dagdelen welkom en de 3 jarigen wordt gedurende 4 dagdelen voorschoolse educatie geboden. In de niet VVE zalen is een gedifferentieerd aanbod mogelijk. Het peuterspeelzaalwerk wordt zoveel mogelijk dichtbij huis, school en leefomgeving aangeboden en kent een algemeen plaatsingsbeleid. Dat betekent dat kinderen geplaatst worden op basis van de inschrijfdatum, beschikbare capaciteit en voorkeur locatie. Omdat elk kind recht heeft op een plek in de peuterspeelzaal kennen wij geen voorrangsbeleid. Voor de deelname aan het peuterspeelzaalwerk wordt een maandelijkse ouderbijdrage in rekening gebracht. Ouders vullen bij plaatsing, naast het plaatsingsformulier een “ ouderverklaring “ in waarop aangegeven wordt wat het hoogst genoten onderwijs is van de ouders. Aan de hand van deze verklaring kan beoordeeld worden of de ouders in aanmerking komen voor de verlaagde ouderbijdrage. Indien dit van toepassing is wordt het kind geregistreerd als administratief doelgroepkind. CMWW kent ook “ inhoudelijke doelgroep kinderen “ die door het consultatiebureau toegeleid worden naar het Peuterspeelzaalwerk. Voor verdere informatie verwijzen wij naar de “ ouder-informatiemap”.
Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
5
Doelstelling Peuterspeelzaalwerk Brunssum - Onderbanken Spelen - ontmoeten – ontwikkelen – signaleren - ondersteunen/ begeleiden Het peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum – Onderbanken biedt in samenwerking met het basisonderwijs Voor- en Vroegschoolse Educatie aan. Elke peuter moet in de gelegenheid zijn deel te nemen aan het peuterwerk en het educatieve programma gedurende 4 dagdelen per week. De Peuterspeelzalen ’t Pieëpelke in Merkelbeek en Jabeek zijn geen officiële VVE peuterspeelzalen. Aan het kind wordt een materiële- en immateriële veilige speel- en leeromgeving aangeboden door professionele beroepskrachten. Indien er belemmerende factoren aanwezig zijn in- of rondom het kind, waardoor de ontwikkeling stagneert, zullen deze door de beroepskracht worden gesignaleerd en op deskundige wijze door de beroepskracht en-of in samenwerking met ketenpartners begeleid en ondersteund worden. De beroepskracht werkt nauw samen met de ouders/verzorgers van het kind, de basisschool en externe ketenpartners.
Visie op de ontwikkeling van kinderen Ieder kind heeft de drang zich te ontwikkelen en doet dat op zijn eigen manier, op basis van aanleg en temperament. Daarnaast ontwikkelen kinderen zich in relatie met hun omgeving. Voor jonge kinderen is de peuterspeelzaal vaak de eerste stap buiten de omgeving van het gezin. Voor alle kinderen geldt dat ze zich kunnen ontwikkelen dankzij de communicatie over en weer met hun omgeving en vooral de volwassene. Ze maken deel uit van de wereld, al is die wereld nog beperkt: het gezin, de familie en de directe omgeving daar omheen. In de wereld om hen heen worden ontwikkelingsprocessen in gang gezet. Kinderen leren hun zintuigen gebruiken en oefenen hun motoriek, ze nemen klanken, woorden over van anderen. Ze leren de wereld begrijpen met hulp van de volwassene. Communicatie over en weer en samenspel met andere kinderen en de volwassene zijn voor het kind een voorwaarde om te kunnen deelnemen aan activiteiten en om de wereld steeds beter te begrijpen. Voor een goede ontwikkeling van het kind is de houding van de leidster van wezenlijk belang. De houding dient gericht te zijn op een liefdevol en aandachtig begeleiden, ondersteunen en stimuleren, zodat het kind zich optimaal kan ontwikkelen en ontplooien. De pedagogische relatie die de leidster met de kinderen heeft, dient naast affectief ook respectvol te zijn. Het pedagogische klimaat waarin de peuter terecht komt moet een sfeer van veiligheid, geborgenheid en vertrouwen uitstralen, zodat het kind de omgeving durft te gaan ontdekken en onderzoeken.
Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
6
Kwaliteit van het personeel In de peuterspeelzalen van het CMWW wordt de pedagogische begeleiding van de peuters verzorgd door 1 gekwalificeerde peuterleidster met opleidingsniveau PW-3 (of equivalent, conform CAO W&MD) per groep tot 8 kinderen die aan alle gestelde eisen voldoet om het spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen van en bij peuters mogelijk te maken. Een peutergroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. Bij meer dan 8 kinderen is er een tweede gekwalificeerde leidster aanwezig. Peuterspeelzaal ’t Pieëpelke in Jabeek werkt met het ambitieniveau 1 hetgeen impliceert dat er 1 gekwalificeerde beroepskracht wordt ingezet op 16 kinderen. Achterwacht Indien een groep uit 8 kinderen bestaat zal de vaste peuterleidster ondersteund worden door minimaal een vaste vrijwilliger gedurende de gehele openstelling. De aanwezige beroepskracht kan de leidinggevende van de afdeling peuterspeelzaalwerk CMWW (of diens vervanger), als achterwacht, benaderen bij calamiteiten. In het lokaal zijn alle telefoonnummers aanwezig waarop de achterwacht bereikbaar is. De aanwezige, ondersteunende vrijwilliger(s) is op de hoogte van de achterwacht en de wijze waarop deze te bereiken is. In alle peuterspeelzalen van CMWW Brunssum – Onderbanken zijn de leidsters op PW-3 opleidingsniveau- en geschoold in het werken met een gecertificeerde VVE methode. Alle leidsters zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag. In verschillende peuterspeelzalen worden de beroepskrachten door vrijwilligers ondersteund. De vrijwilliger is door de werkgever tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd en is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag. De vrijwilliger is op de hoogte van het gevoerde -vrijwilligersbeleid1- kent het pedagogische beleidsplan en kan daar naar handelen. De vrijwilliger heeft voldoende vaardigheid in de Nederlandse taal om met kinderen in deze taalgevoelige leeftijd, adequaat te kunnen communiceren. Aan de ouders wordt via ouderbrieven of via een mededelingenbord duidelijk aangegeven bij welke groep het kind behoort en welke peuterspeelzaalleidsters welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn, dit geldt voor het structurele rooster, behoudens ziekte, verlof en vakantie. Aan elk kind wordt minimaal één en maximaal drie gekwalificeerde peuterspeelzaalleidsters toegewezen. Als het kind de peuterspeelzaal bezoekt, zal het altijd door minimaal één van zijn vaste peuterspeelzaalleidsters ontvangen worden.
1
zie kwaliteitshandboek en/of beleidsklapper
Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
7
Het pedagogisch handelen In een peuterspeelzaal draait alles om de kinderen. De rol van de leidster is hierin cruciaal. De peuterleidsters beschikken over een aantal middelen en mogelijkheden om de ontwikkeling van de peuters te ondersteunen en te stimuleren. De leidster biedt een pedagogische basis: - ze biedt een veilige uitnodigende en krachtige omgeving aan waar de peuter graag komt. - De leidster is sensitief: ze is gevoelig voor de signalen die de peuter uitzendt. De leidster doet telkens moeite aan te voelen en te begrijpen wat de peuter wil, doet of bedoelt. Daarnaast is ze ook responsief: ze reageert tijdig positief op de signalen van de peuter, waardoor deze zich gewaardeerd, begrepen en serieus genomen voelt. - De leidster heeft hoge verwachtingen. Ze gaat op zoek naar wat kinderen al kunnen en sluit daarbij aan. (je kunt het! Ik zal je helpen!)
De leidster biedt een betekenisvol activiteitenaanbod aan door: - Activiteiten aan te bieden die ontwikkeling bevorderend zijn. - Activiteiten en materialen te gebruiken die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. De leidsters begeleiden de activiteiten en de ontwikkeling van peuters - De leidsters hebben pedagogische en didactische vaardigheden om activiteiten interessanter en uitdagender te maken om zo de ontwikkelingswaarde te vergroten. De leidster weet waar kinderen aan toe zijn, zij weet hoe ver het kind is in zijn ontwikkeling. Op grond hiervan probeert ze door middel van het aanbod de peuter een stap verder in zijn ontwikkeling te brengen. De leidsters observeren en registreren de ontwikkeling van de peuter. - Dit geeft aanknopingspunten voor een goed aanbod met nieuwe handelingsmogelijkheden.
SPELEN: De peuter is welkom vanaf 2 jaar en wordt in een horizontale groep opgevangen. In ’t Pieëpelke Jabeek worden kinderen in een verticale groep opgevangen.Voor veel kinderen is het de eerste kennismaking met andere leeftijdsgenootjes en nieuwe volwassenen. Wij gunnen het kind een uitgebreide kennismakingsperiode waarin het “ vrij “ is in haar/zijn spelkeuze. In eerste instantie is de peuterspeelzaal een plek waar kinderen onder deskundige begeleiding veilig kunnen spelen met leeftijdgenoten. Spelen is essentieel voor de ontwikkeling van het jonge kind. Wij willen de kinderen een gevoel van warmte, geborgenheid en veiligheid laten ervaren als basis voor hun ontplooiing en ontwikkeling van het zelfvertrouwen. Kinderen die onvoldoende mogelijkheden hebben om te spelen, lopen het risico om een ontwikkelingsachterstand op te lopen. Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
8
Op de peuterspeelzaal worden peuters gestimuleerd om veelzijdige speelervaring op te doen, zowel individueel als in groepsverband. De daarbij gebruikte ruimte en het materiaal moet kinderen uitdagen, hun belangstelling oproepen en passen bij hun ontwikkelingsniveau.
Fysieke veiligheid: De leidsters creëren een veilige (im)materiële en fysieke speel-en leeromgeving. De richtlijnen die voor peuterspeelzalen gelden vanuit onder andere de GGD en de brandweer dienen hierbij als uitgangspunt. Het CMWW voert een verantwoord veiligheids- en gezondheidsbeleid en voert jaarlijks een risico-inventarisatie uit. De GGD controleert ieder jaar in opdracht van de gemeente of de peuterspeelzaal ook daadwerkelijk deze veilige omgeving biedt en adviseert daar waar verbeterpunten liggen. De daaruit voortvloeiende eisen en adviezen resulteren in een plan van aanpak om de veiligheid van de kinderen verder te bevorderen en waar nodig te verbeteren.
Er wordt peuters geleerd te spelen op een veilige manier. Er is hierin altijd een spanningsveld tussen veiligheid en uitdaging. Peuters ontwikkelen zich snel, zijn nieuwsgierig en gaan op ontdekking uit. De leidster oefent veilig gedrag met de peuter. Hierbij is herhaling noodzakelijk: peuters kunnen zich niet in een keer aan alle afspraken houden. De leidster houdt rekening met de leeftijd van de peuter bij het aanbod van het spelmateriaal. Daarnaast zorgt een overzichtelijke indeling en inrichting van de ruimte ervoor dat de leidster alle peuters zoveel mogelijk in het oog kan houden. Kinderen spelen niet alleen in de peuterspeelzaalruimte, maar kunnen ( afhankelijk van de huisvesting ) gebruik maken van het speellokaal of gymzaal in de school. Kinderen maken gebruik van de buiten speelruimte bij de peuterspeelzaal. Elke peuterspeelzaal heeft in het Pedagogisch Werkplan omschreven van welke binnenen buitenruimten zij gebruik maken. Elke peuterspeelzaal beschrijft in het Pedagogisch Werkplan op welke wijze zij met de kinderen de vaste speelruimte verlaten. Tijdens het spelen gebruiken de leidsters veel taal. Spelen en taal zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De volwassene gaat mee in de activiteit en gaat in gesprek met de kinderen, zowel in het vrij spel, de kring, als in de groepsactiviteiten. De leidster speelt zelf in de poppenhoek of in het winkeltje, speelt samen met de peuters met de auto’s en de Duplo. In het samenspel verwoorden de leidsters de handelingen van de peuters. Door een gevarieerd en rijk spelaanbod in betekenisvolle thema’s vanuit de verschillende VVE-programma’s blijven de peuters geboeid en worden ze uitgedaagd tot een volgende stap in hun ontwikkeling. Het spel binnen de verschillende thema’s wordt aangevuld met een gevarieerd en rijk boekenaanbod. Voorlezen behoort dan ook tot een vast programmaonderdeel.
Hygiëne De leidster draagt zorg voor een goede persoonlijke hygiëne en geeft hierin het goede voorbeeld. De leidster kent de richtlijnen die de GGD geeft voor persoonlijke Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
9
hygiëne, voeding en schoonmaken en werkt volgens die manier. De leidsters zijn samen verantwoordelijk voor een schone groepsruimte. De leidster controleert of de toiletten schoon en fris zijn. Het verschonen van de peuter of naar het toilet gaan, gebeurt op een vast tijdstip op de ochtend of de middag, wanneer de peuter een vuile luier heeft of wanneer de peuter aangeeft dat hij naar het toilet moet. Na elke verschoning maakt de leidster de commode schoon. Het speelgoed krijgt twee keer per jaar, of vaker wanneer dat nodig is, een grote poetsbeurt (vaak in samenwerking met de ouders). De groepsruimten worden regelmatig geventileerd.
Ziek zijn Kinderen in een peuterspeelzaal kunnen ziek worden. Het CMWW heeft beleid opgesteld over hoe peuterspeelzalen omgaan met kinderen die ziek zijn of ziek worden. Deze afspraken zijn vastgelegd in het protocol: -Zieke kinderen, medicatieverstrekking en medische handelingen in de Peuterspeelzalen van het CMWW- 2. Het protocol omschrijft de afspraken die gemaakt zijn over het toelaten van zieke kinderen, het omgaan met (infectie)ziekten, medicatieverstrekking en medische handelingen. De leidster is op de hoogte van de inhoud van het protocol en handelt conform de gemaakte afspraken.
ONTMOETEN: Op de peuterspeelzaal doen de kinderen vaak voor het eerst ervaring op in het spelen met leeftijdsgenootjes en het ontmoeten van andere volwassenen. Hier leren ze in een veilige omgeving onder deskundige begeleiding geleidelijk aan te spelen met andere kinderen, zich aan regels te houden en rekening te houden met elkaar.
Samen Een peuterspeelzaal is een samenleving in het klein waar kinderen samen komen en samen spelen. Als voorbereiding op het leven in een samenleving is het in dit samenzijn belangrijk dat de kinderen leren om rekening te houden met elkaar, samen te delen en elkaar te helpen. Alle kinderen van de groep zijn belangrijk en niemand mag buitengesloten worden. Respect is een sleutelwoord; met respect omgaan met andere kinderen en de leidsters. Met respect omgaan met de omgeving en met respect omgaan met het speelmateriaal. De leidsters zijn in deze een rolmodel; peuters imiteren de leidsters en nemen hun gedrag over als zijnde een vanzelfsprekendheid.
Waarden en normen Peuters groeien uit tot sociale mensen die zich aan de regels van onze samenleving houden. Binnen de opvoeding krijgen zij waarden en normen mee
2
Zie kwaliteitshandboek en/of beleidsklapper.
Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
10
Waarden geven uitdrukking aan de betekenis die mensen hechten aan bepaald gedrag of aan bepaalde dingen of gebeurtenissen. Het zijn ideeën of opvattingen die aangeven hoe belangrijk mensen iets vinden. Waarden zijn onmiskenbaar cultuurgebonden; ze veranderen in de loop van de tijd en variëren per samenleving. Normen vertalen de waarden in regels en voorschriften over hoe volwassenen en kinderen zich behoren te gedragen. De waarde is bijvoorbeeld: respect hebben voor elkaar. De norm is dat geen enkele vorm van agressie is toegestaan. Binnen de peuterspeelzaal staan een aantal waarden centraal: plezier, veiligheid, samenwerken, autonomie, geduld, eigenheid, respect, zelfstandigheid, erkenning en waardering. Er wordt de kinderen aangeleerd om beleefd te zijn tegen elkaar en tegen volwassenen. Algemeen geldende omgangsvormen zoals elkaar begroeten, dank je wel zeggen, sorry zeggen etc. gelden als norm. Er wordt op het taalgebruik van de kinderen gelet en zo nodig wordt hierin gecorrigeerd. De leidster is zich in haar handelen bewust van dat haar gedrag mogelijk geïmiteerd zal worden door de peuter. De leidster heeft een voorbeeldfunctie en gaat met respect met iedere peuter om, onafhankelijk van de achtergrond van de peuter.
Huisregels (zie tevens Pedagogisch Werkplan per peuterspeelzaal) Het is belangrijk om met respect voor elkaar te komen tot afspraken die voor de peuter duidelijk en begrijpelijk zijn en door de leidsters consequent (dus voorspelbaar) worden uitgevoerd. Peuters leren beperkingen accepteren en hebben tegelijkertijd de vrijheid zich te bewegen binnen de regels, ook wanneer deze anders zijn dan dat de peuter vanuit zijn persoonlijke of culturele achtergrond gewend is. Enkele voorbeelden van deze regels zijn: -
Er wordt naar elkaar geluisterd Iedereen wacht op zijn beurt Er wordt niet geslagen, geschopt, gekrabd of gebeten Er wordt samen opgeruimd Er wordt geen grove taal gebruikt Er wordt geen speelgoed afgepakt Er wordt geen speelgoed kapot gemaakt
Belonen en straffen In de omgang met elkaar en met de peuters, kiezen we voor een positieve benadering. Dit doen we door het positieve gedrag van een peuter te benoemen en complimenten te geven. Als de peuter iets doet wat niet mag, dan wordt hij gecorrigeerd en legt de leidster uit waarom iets niet mag. We proberen de aandacht te verleggen door hem af te leiden en een alternatief aan te bieden. Een enkele keer is het nodig dat de leidster een ‘straf’ moet opleggen. Deze straf is kort en volgt direct na het negatieve gedrag. Een peuter kan dan even apart gezet worden om tot rust te komen. Niet de peuter wordt bestraft, maar het gedrag dat hij vertoont moet gecorrigeerd worden. Het gedrag van de peuter wordt na afloop van Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
11
het dagdeel met de ouders nader besproken
Omgaan met emoties De gevoelens van de kinderen worden serieus genomen door goed naar ze te luisteren en op de uitingen van emoties in te gaan. De leidsters laten zien en voelen dat ze de kinderen begrijpen. Door gevoelens te benoemen en ze niet te negeren, leren de kinderen hun eigen emoties ontdekken en er mee om te gaan.
Zindelijkheid Ouders kunnen aangeven wanneer ze met hun peuter bezig zijn met de zindelijkheidstraining. De leidsters zullen dan een keer extra met de peuter naar het toilet gaan en begeleiden het proces van zindelijk worden op de peuterspeelzaal. Peuters worden door de leidsters geprezen in de stappen die ze in dit proces zetten. Eten en drinken Het eten en drinken op de peuterspeelzaal is vooral een sociaal gebeuren en biedt een moment van rust. Het is geen vervanging van het eten of drinken thuis. De peuter leert met anderen aan tafel te eten en te drinken, maar ook pas te beginnen na het zingen van een liedje of nadat iedereen iets gekregen heeft. De leidster stimuleert de peuter om de dingen die hij zelf kan ook zelf te doen, onder andere het in- en uitpakken van het rugzakje en het openmaken van het broodtrommeltje. Als iets nog niet lukt, kan de peuter uiteraard rekenen op hulp. Smakelijke, gezonde en verantwoorde versnaperingen en traktaties dragen bij aan het welzijn en de gezondheid van de peuters. Op alle peuterspeelzalen worden ouders zoveel mogelijk gestimuleerd hierin een verantwoorde keuze te maken. Zelfstandigheidbevordering/ autonomie van het kind Alle kinderen hebben recht op de mogelijkheid om zich in hun eigen tempo en op hun eigen wijze te ontwikkelen. Vanuit deze zienswijze hebben kinderen de ruimte nodig om te ontdekken en te experimenteren. Op deze leeftijd willen veel kinderen zelf doen. Aan de ene kant hebben ze behoefte aan zorg en aan de andere kant is er de drang naar zelf doen. Op de peuterspeelzaal wordt aandacht besteed aan de zelfstandigheidbevordering, zoals zelf je handen wassen, je jas aantrekken, je tasje in- en uitpakken, opruimen. De zelfstandigheid wordt bevorderd door de kinderen te stimuleren kleine probleempjes zelf op te lossen. De leidster geeft de kinderen de kans en de ruimte om de wereld te ontdekken en zijn er voor hen als ze hierom vragen.
Feesten In alle Brunssumse peuterspeelzalen besteden we aandacht aan de algemeen geldende feestdagen als Kerstmis en Pasen. Sinterklaas komt op bezoek en met Carnaval mogen de kinderen verkleed komen. Verjaardagen van de peuter worden in de groep gevierd. Bij Moederdag en Vaderdag worden de ouders niet vergeten. Er wordt aandacht besteed aan de geboorte van een broertje of zusje van de peuter.
Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
12
Omgaan met verschillende culturen en religies In de peuterspeelzaal hebben we te maken met de Nederlandse cultuur, maar ook met andere culturen en gewoonten. Deze andere culturen brengen vaak andere normen en waarden met zich mee. Vanuit een algemene grondhouding van respect willen de peuterspeelzalen van het CMWW open staan voor deze andere culturen. De kinderen leren zo kennismaken met verschillende gebruiken en gewoonten.
ONTWIKKELEN: Naast spelen en ontmoeten wordt binnen het peuterspeelzaalwerk van het CMWW expliciet aandacht besteed aan de ontwikkeling van de peuters en het signaleren van eventuele ontwikkelingsachterstanden. Ontwikkeling staat voor groei, vooruitgang en vorming. Kinderen willen zelf groot worden. Ze zijn van nature nieuwsgierig en actief. Door initiatieven te nemen en mee te doen, zijn ze voortdurend bezig de “ grotemensenwereld “ te ontdekken en te begrijpen. Jonge kinderen ontwikkelen zich vooral door spel. Spelactiviteiten zijn voor jonge kinderen dan ook de basis voor hun ontwikkeling. Het is de taak van de volwassenen om kinderen in dit actieve proces te steunen en uit te dagen. In de peuterspeelzalen van het CMWW staat de peuter centraal waarbij hij de mogelijkheid krijgt zich spelenderwijs verder te ontwikkelen. Er is aandacht voor de algemene brede ontwikkeling van de individuele peuter op verschillende gebieden Sociale ontwikkeling: De peuterspeelzaal is een plaats waar de peuter (meestal) voor het eerst in een groep met anderen speelt. Hoewel peuters vaak nog naast in plaats van met elkaar spelen, krijgt het sociale aspect, door het samen in de kring zitten en naar elkaar en de leidster luisteren gericht vorm. Ook het samen aan tafel eten en drinken en andere gezamenlijke activiteiten stimuleren de sociale ontwikkeling. Peuters krijgen oog voor elkaar en leren rekening met elkaar te houden. Ze leren binnen een veilige omgeving hun eigen grenzen te ontwikkelen, plezier te ervaren aan het samen ondernemen van dingen en een vertrouwde plek in de groep te vinden. Op de peuterspeelzaal wordt de peuter geaccepteerd zoals hij is, maar daarnaast wordt ook geleerd zich aan regels te houden. Regels met betrekking tot het samen spelen en het omgaan met het spelmateriaal. Positief gedrag wordt gestimuleerd door de peuter aandacht of een compliment te geven. Emotionele ontwikkeling: De peuter ontdekt dat hij een eigen ‘ik’ heeft en los van de ouder iemand is met een eigen wil. Hij komt in een fase van ‘nee’ zeggen en zelf doen. De peuter reageert vaak direct en impulsief en laat heftige emoties zien. Hij kan deze emoties vaak nog niet zo goed reguleren. Op de peuterspeelzaal is ruimte voor de emoties van de peuter, zijn gevoelens worden door de leidster serieus genomen. Door enerzijds positief en anderzijds begrenzend in te gaan op de verschillende emoties wordt het herkennen en adequaat uiten van eigen gevoelens gestimuleerd. Peuters verwerken hun emoties vaak door middel van het naspelen van gebeurtenissen. Ook het creatieve spel (met water, zand, verf en klei) helpt de peuter om uiting te geven aan zijn emoties. Tevens leert de peuter tijdens het begeleide spel om emoties van andere kinderen te herkennen en daar goed mee om te gaan. Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
13
Motorische ontwikkeling: De peuter heeft een grote bewegingsdrang en onderzoekt de wereld waarbij zijn hele lichaam actief is. Een goede motorische ontwikkeling levert voor het jonge kind een bijdrage aan de totale ontwikkeling. Peuters hebben binnen de peuterspeelzalen volop de gelegenheid om spelenderwijs binnen en buiten motorisch bezig te zijn. Om de grove motoriek te stimuleren kunnen de peuters fietsen, klimmen, klauteren, dansen en rennen. De fijne motoriek wordt geprikkeld door het doen van creatieve activiteiten en spelletjes, waarbij onder andere de oog-handcoördinatie belangrijk is. Bij het zingen is merkbaar dat de peuter dingen leert door met zijn hele lijf mee te doen. Liedjes met ondersteunende gebaren worden veel gezongen. De peuter heeft naarmate hij ouder wordt steeds meer de beheersing over zijn coördinatie en krijgt meer bedrevenheid in de fijne motoriek. Cognitieve ontwikkeling: Het denkvermogen wordt bij de peuters vanuit verschillende invalshoeken ontwikkeld. De peuter leert waar te nemen, te ordenen en te sorteren door onder andere het voorlezen, het maken van puzzels, het doen van spelletjes, het bouwen met bijvoorbeeld de Duplo en door te werken met kleuren en vormen. De peuter leert spelenderwijs zelfstandig oplossingen te bedenken, wat van groot belang is in de cognitieve ontwikkeling. Taalontwikkeling: In de leeftijd van 0 tot 4 jaar is een kind het meest ontvankelijk voor taal. Daarom krijgt de taalontwikkeling binnen de peuterspeelzalen veel aandacht. De peuterspeelzalen bieden in samenwerking met groep 1 en 2 van de basisscholen voor- en vroegschoolse educatie (VVE) aan. Peuterspeelzalen Hummelhoek en Pimpeloentje werken met het VVE-programma Piramide; Peuterspeelzalen De Kruimeldoos, Pukkio, Pinokkio, Hummelhutje en Olleke Bolleke met Speelplezier. Peuterspeelzaal de Paddestoel werkt met het VVE-programma Startblokken3. In alle VVE-peuterspeelzalen wordt de taalontwikkeling van de peuter nauwlettend in de gaten gehouden. De peuterspeelzalen bieden een gevarieerd activiteitenaanbod aan, waarin aandacht besteed wordt aan thema’s die aansluiten bij de belevingswereld van het kind, taalspelletjes, voorlezen, liedjes en versjes, kringgesprekken. Op indicatie van de leidsters of op verzoek van de ouders/ verzorgers vinden er screeningen van peuters door de logopediste plaats. Waar nodig krijgen de peuters extra ondersteuning en worden ze eventueel doorverwezen. Creatieve ontwikkeling: De peuter heeft een rijke fantasie en is in staat steeds originele spelvormen te bedenken. Omdat peuters zich creatief uiten door vrij spelen en expressieactiviteiten, zoals knutselen, zingen en dansen, zijn dit belangrijke onderdelen in de dagindeling. De leidster geeft het kind zoveel mogelijk de ruimte en stimuleert peuters die nog wat terughoudend zijn door zelf mee te doen en een voorbeeld te zijn. Binnen de creatieve ontwikkeling gaat het om de ervaring, niet om het resultaat. Wanneer de peuter bijvoorbeeld met lijm gaat werken, ervaart de peuter dat het plakt en je er iets mee vast kan maken. Of het werkje uiteindelijk wel of niet lijkt op het voorbeeld is hierbij minder van belang!
voor nadere uitwerking van de verschillende VVE-programma’s zie pedagogisch werkplan van de betreffende peuterspeelzalen. 3
Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
14
Zintuiglijke ontwikkeling: De peuter wordt gestimuleerd zijn zintuigen bewust te gebruiken door deelname aan spelletjes die het zien, horen, ruiken, voelen en proeven betreffen. In de kring kunnen bijvoorbeeld eenvoudige kimspelletjes worden gedaan, waarbij de peuter goed moet luisteren of moet kijken. Door te spelen met water, zand en klei, maar daarnaast ook bezig te zijn met andersoortige materialen zoals lijm, wol, scheerschuim en papier-maché, wordt de tastzin gestimuleerd.
Zelfredzaamheid: De peuter leert steeds meer dingen zelf te doen. Om hierbij aan te sluiten, stimuleert de leidster de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid van de peuter. De peuter leert zelf zijn jas aan trekken, zijn tasje te pakken en open te maken, een ruzietje op te lossen, zelf zijn stoel in de kring te zetten, te helpen met opruimen en leert om hulp te vragen wanneer iets niet lukt. De leidster heeft aandacht voor wat de peuter al kan en sluit hierbij aan. Doordat de peuter ontdekt dat hij dingen zelf kan en hierin bevestigd wordt, groeit zijn zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen is een voorwaarde om goed te kunnen ontwikkelen.
SIGNALEREN: De peuterspeelzaal heeft een duidelijke rol in de sluitende aanpak 0-6 jarigen en de doorgaande ontwikkelingslijn van het kind. Op de peuterleeftijd maken kinderen een stormachtige ontwikkeling door. Binnen de taalontwikkeling, de ontwikkeling van de creativiteit, de zintuigen en de motoriek en de cognitieve ontwikkeling. Kinderen moeten kunnen opgroeien tot zelfstandige en zelfredzame volwassenen. Gebleken is dat daarvoor in de leeftijd van 0 tot 4 jaar de basis wordt gelegd. De in deze fase opgelopen achterstand in de ontwikkeling van het kind is naarmate de tijd vordert steeds moeilijker en tegen steeds hogere inspanningen en kosten in te lopen. Het observeren van kinderen in hun ontwikkeling geeft informatie en zekerheid over de vraag of ieder kind zich veilig voelt in de groep, of het met plezier speelt en werkt en of het zich naar verwachting ontwikkelt. De leidster kan met die informatie de kinderen ondersteunen, hun spel verrijken en hun ontwikkeling stimuleren. Iedere peuter ontwikkelt zich op zijn eigen tempo en op zijn eigen manier. Bij de meeste peuters is geen reden tot bezorgdheid, maar soms zijn er vragen over bijvoorbeeld het gehoor, het gezichtsvermogen, de motoriek, de taal-en spraakontwikkeling, de opvoeding of het gedrag. Door intensieve observatie zullen eventuele ontwikkelingsproblemen snel herkend worden en aandacht krijgen. Naast het dagelijks volgen van de peuter, wordt de peuter op een systematische wijze gevolgd in zijn ontwikkeling.
Dit gebeurt door middel van: Kindbesprekingen Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
15
Elke leidster vervult een mentor functie voor een groep kinderen/ouders. Zij is het vaste aanspreekpunt voor ouders en is ook de aangewezen persoon om met ouders de ontwikkeling van het kind te bespreken. De leidster/mentor volgt haar kinderen en noteert signalen betreffende wel- onwelbevinden van het kind. Het toekennen van het mentorschap neemt niet weg dat elke leidster verantwoordelijk is voor de gehele groep.
Tijdens de kindbespreking in de peuterspeelzaal wordt het welbevinden/ nietwelbevinden van de kinderen uitvoerig besproken en vastgelegd. Indien noodzakelijk worden er begeleidings/ handelingsplannen opgesteld. Indien geconstateerd wordt dat benodigde of passende ondersteuning c.q. begeleiding niet door de leidsters kan worden geboden zal externe deskundigheid ingeschakeld worden. Het (on)welbevinden wordt vastgelegd in persoonlijke kindrapportages en ingevuld in een door de peuterspeelzaal, in overleg met de basisschool gekozen observatieinstrument. Dit kan zijn: de observatielijst van CITO, ‘Het portret van uw kind’, ‘De peilpuntenkaart’ of de groeiwijzer (zie pedagogisch werkplan). De ontwikkeling van het kind wordt aan de hand van bovenstaande instrumenten structureel besproken met alle belanghebbenden. In eerste instantie zijn dit de ouders/verzorgers van het kind. De wijze waarop oudergesprekken plaatsvinden is omschreven in het protocol oudergesprekken dat door iedere peuterspeelzaal afzonderlijk opgesteld is. Na toestemming van de ouders/verzorgers zullen de gegevens ook doorgesproken worden met overige belanghebbenden, zoals consultatiebureaus, logopedisten, basisscholen. Peutervolgsysteem PVS CITO Om in kaart te brengen hoe de cognitieve ontwikkeling van de peuter verloopt, gebruikt het CMWW het Peutervolgsysteem van CITO. Aan de hand van enkele ‘toetsen’ die de peuter maakt, wordt de cognitieve ontwikkeling gevolgd en de ontwikkeling van het kind vergeleken met de ontwikkeling van leeftijdgenoten. Op deze wijze kan gemonitord worden of de peuter zich goed ontwikkelt, of dat de ontwikkeling stimulans vraagt. Het Peutervolgsysteem wordt afgenomen rond de leeftijd van 3 jaar en ongeveer 3 jaar en 11 maanden.
BEGELEIDEN: De peuterspeelzalen van het CMWW hebben vanuit ambitieniveau 2 de taak niet alleen ontwikkelingsachterstanden te signaleren maar ook daadwerkelijk begeleiding te bieden om deze achterstanden te bestrijden. Door middel van inzet van programma’s voor voor-en vroegschoolse educatie (VVE) bieden we risicokinderen een betere startpositie op de basisschool. Ontwikkelingsachterstanden worden voorkomen of op tijd opgemerkt en aangepakt in samenwerking met o.a. consultatiebureaus, logopedie vanuit O2, ZAT (zorgPedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
16
adviesteams) en het CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin). Het vroegtijdig signaleren van ontwikkelingsachterstanden en hier adequaat op inspelen is een belangrijke taak van het peuterspeelzaalwerk. Tijdens het plaatsingsgesprek wordt samen met de ouder(s) het entreeformulier ingevuld, om een optimaal beeld te krijgen van de ontwikkeling van het kind en de gezinssituatie waarin het kind opgroeit. Wanneer de peuterleidster zich zorgen maakt over de ontwikkeling van de peuter zal zij haar bevindingen met haar collega’s en de ouders bespreken. In het gesprek met de ouders is ruimte voor het uitwisselen van informatie met als uiteindelijk doel een oplossing te vinden die door alle partijen gedragen wordt. De peuterspeelzaal heeft ten aanzien van opvoedvragen een verwijzende taak en fungeert als intermediair bij het tot stand brengen van een aanbod voor opvoedingsondersteuning. Een leidster kan gebruik maken van advies van externe deskundigen; mensen die gespecialiseerd zijn in problemen die kunnen optreden bij opgroeiende peuters, zoals, een logopediste, een orthopedagoog, kinderfysiotherapeut of consultatiebureaus. Logopedie De peuterspeelzalen in Brunssum worden regelmatig bezocht door een logopedist(e) van O2 Onderwijsadvies. Deze observeert de kinderen en op vraag van leidsters en/of ouders onderzoekt de logopedist of het kind taal, spraak, gehoor of stemproblemen heeft. Wanneer het leren praten minder goed verloopt, kan dit gevolgen hebben voor de hele ontwikkeling. Door kinderen al jong in de gaten te houden kun je, indien dit nodig is, al vroeg helpen bij het leren praten. De logopedist(e) nodigt regelmatig ouders samen met hun kind uit om te bekijken hoe ver de taal- en spraakontwikkeling op dat moment is. Dit gebeurt meestal door een testje te doen met allerlei leuke spelletjes. Na afloop hiervan wordt met de ouders besproken hoever de ontwikkeling is en hoe ouders zelf nog kunnen stimuleren. De logopedist(e) heeft regelmatig contact met de leidsters en bespreekt hoe kinderen in hun taal- en spraakontwikkeling op de peuterspeelzaal geholpen kunnen worden.
Inloopspreekuur Meander jeugdgezondheidszorg Tijdens het inloopspreekuur in de peuterspeelzaal, 2 x per jaar, hebben ouders de gelegenheid om met een verpleegkundige van het consultatiebureau Brunssum te spreken over de verzorging, voeding en opvoeding van hun kind. Wanneer ouders dat wensen, kunnen de verpleegkundigen aanvullende informatie geven over omgaan met het gedrag en het stimuleren van de ontwikkeling van de peuter. Veel voorkomende gespreksonderwerpen zijn eten, slapen, zindelijkheid, druk of driftig zijn.
Zorg Advies Team Problemen rondom peuters kunnen na toestemming van de ouders/verzorgers ingebracht worden in het Zorg Advies Team (ZAT), met als doel problemen zo vroeg Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
17
mogelijk te signaleren en binnen een multidisciplinair team tot een weloverwogen advies met betrekking tot de zorg voor het kind/ gezin te komen. Wanneer ouders geen toestemming verlenen kunnen probleemsituaties anoniem ingebracht worden in het ZAT4.
Meldcode kindermishandeling Binnen het peuterspeelzaalwerk van het CMWW is het beleid ten aanzien van signalen kindermishandeling vastgelegd in het protocol: - Kindermishandeling CMWW-Vermeend seksueel misbruik in het Peuterspeelzaalwerk van het CMWWen het convenant –Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling-5. In deze beleidsstukken wordt de verantwoordelijkheid omschreven voor het signaleren van kindermishandeling en voor het ondernemen van actie na het signaleren. Verwijsindex Het CMWW conformeert zich aan het uitgangspunt “ een gezin – een plan “ en meldt zorgen rondom het kind in de -Verwijsindex Parkstad- 6. Risicomeldingen van hulpverleners over jeugdigen worden in dit landelijk digitaal signaleringssysteem bij elkaar gebracht, waardoor hulpverleners geïnformeerd raken over hun betrokkenheid bij jeugdigen en kunnen samenwerken om op deze wijze het kind nog beter te kunnen helpen. Wanneer er binnen de peuterspeelzaal zorgen zijn rondom een kind, wordt dit besproken met de leidinggevende van de afdeling. Samen wordt bepaald of er een melding moet plaatsvinden in de verwijsindex. Deze melding zal door de leidinggevende gedaan worden en bestaat slechts uit het doorgeven van de NAWgegevens, zonder omschrijving van de situatie. De melding mag gedaan worden zonder toestemming van de ouders. Ouders worden wel op de hoogte gebracht van de melding in de verwijsindex. Centrum voor Jeugd en Gezin CJG Ouders, kinderen en jongeren tot 23 jaar en professionals kunnen bij het CJG in Brunssum terecht met al hun vragen over opvoeden en opgroeien7.
Voorschoolse Educatie en de doorgaande Ontwikkelingslijn Een doorgaande lijn in de vorm van een doorlopend VVE-programma van voorschoolse voorzieningen naar groep 1 en 2 levert een betere ‘startpositie’ op voor groep 3. Achterstanden die bij binnenkomst in groep 1 al bestaan, blijken tijdens de basisschoolperiode moeilijk weg te werken. Voor de ontwikkeling van kinderen is het van belang dat de overgang van de peuterspeelzaal naar de basisschool soepel verloopt. VVE-programma De peuterspeelzalen van het CMWW bieden peuters vanaf 3 jaar voorschoolse educatie aan gedurende vier dagdelen per week (10 uur) De activiteiten zijn gericht 4
Voor de werkwijze van het ZAT zie kwaliteitshandboek en/of beleidsklapper -Zorg Advies Team (ZAT) 12Zie kwaliteitshandboek en/of beleidsklapper. 6 Zie 5. 7 Voor meer informatie zie -kadernota m.b.t. CJG Brunssum-Onderbanken- in kwaliteitshandboek en/of beleidsklapper. 5
Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
18
op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Wij onderscheiden binnen de peuterspeelzalen 3 VVE-programma’s, namelijk Piramide, Speelplezier en Startblokken. Binnen de verschillende VVE-programma’s wordt op een specifieke wijze vormgegeven aan deze ontwikkelingsstimulering. De programma’s worden nader omschreven in het pedagogisch werkplan van de peuterspeelzalen afzonderlijk. De peuterspeelzalen werken volgens het door hun gekozen programma nauw samen met de basisscholen. De kinderen worden in de groep, maar ook individueel geprikkeld om met taal bezig te zijn. Door deze extra aandacht willen wij, samen met de ouders en de basisschool, ervoor zorgen dat het kind een goede basis meekrijgt voor de verdere schoolloopbaan. Bij VVE-programma's is de doorgaande lijn één van de uitgangspunten. Het jonge kind heeft het meeste profijt van VVE wanneer het gedurende een aaneengesloten periode van 3 jaar een programma aangeboden krijgt. Ten behoeve van de doorgaande lijn in VVE is het wenselijk dat de voorschoolse- en vroegschoolse voorziening samenwerken. Koppeloverleg Een structureel overleg tussen leidsters van de peuterspeelzaal en leerkrachten van groep 1 en 2. In dit overleg worden onderwerpen besproken zoals: doorgaande lijn qua aanbod, pedagogisch en educatief handelen en de omgang met ouders. Verder: de overdracht op basis van observatie- en toets gegevens en de warme overdracht van de peuterspeelzaal naar de basisschool. Overdracht kindgegevens Voor een goede doorstroming is het van belang dat de observatie- en toetsgegevens van kinderen doorgegeven worden aan de basisschool. Het is hierbij wenselijk dat peuterspeelzalen en de basisschool gebruik maken van dezelfde systemen en de signalerings- en diagnose-instrumenten van de voor- en vroegschool op elkaar aansluiten. De overdracht van kindgegevens is vastgelegd in de notitie – VVE Beleid PSZ - (overdracht kindgegevens van voor-naar vroegschool- 8. ) Integraal VVE-overleg Enkele keren per jaar worden in een gezamenlijk overleg van alle Brunssumse VVEkoppels met een afvaardiging van de gemeente en O2 onderwijsbegeleidingsdienst actuele onderwerpen besproken zoals doorgaande leerlijn, VVE-programma’s, subsidies, inspecties e.d.
Oudercontacten Naast het ondersteunen en stimuleren van de ontwikkeling van de peuter in de groep heeft de peuterleidster een belangrijke taak in het contact en de samenwerking met de ouders. Het “Ouderbeleid“ is beschreven in een beleidsnotitie 20138 De informatievoorziening aan ouders dient duidelijk, volledig en correct te zijn. 8
Zie kwaliteitshandboek en/of beleidsklapper.
Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
19
De volgende informatievoorziening aan de ouders achten wij van belang: Informatiemap De plaatsing van de peuters in de peuterspeelzaal vindt plaats door middel van een persoonlijk gesprek met de ouders. Tijdens dit gesprek wordt de informatiemap overhandigd en toegelicht. In deze map is alle informatie verzameld betreffende de plaatsingsprocedure inclusief formulieren. Daarnaast is in de map belangrijke informatie over het peuterspeelzaalwerk van het CMWW bij elkaar gebracht inclusief specifieke informatie over de peuterspeelzaal waar het kind geplaatst wordt. Tijdens het plaatsingsgesprek wordt het plaatsingsformulier, de ouderverklaring en indien noodzakelijk de overeenkomst gebruik medicatie ingevuld. Plaatsing in de peutergroep Binnen de peuterspeelzalen van het CMWW worden de ouders duidelijk geïnformeerd tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn. Daarnaast wordt tevens kenbaar gemaakt welke vrijwilligers en eventueel stagiaires er aanwezig zijn. Inloop Aan het begin of het einde van het dagdeel hebben ouders/ verzorgers de gelegenheid om vragen met betrekking tot hun peuter, het programma of vragen van praktische aard te stellen. Verschillende peuterspeelzalen hanteren een inloopkwartiertje. Programma De informatieoverdracht ten aanzien van het VVE-programma wordt door middel van ouderbrieven of thema-aankondigingen kenbaar gemaakt aan de ouders. Ouders worden regelmatig actief betrokken bij activiteiten en gestimuleerd om ook thuis samen met de peuter VVE-stimulerende activiteiten te ondernemen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het verzamelen van spulletjes voor een bepaald thema of het stimuleren van het voorlezen thuis, door middel van de leeskoffertjes. Ontwikkeling van de peuter Ouders worden tijdens de peuterperiode een of enkele malen uitgenodigd voor een 10 minutengesprek. In deze gesprekjes wordt de voortgang in de ontwikkeling van het kind aan de hand van verschillende observatie-instrumenten met de ouders besproken en ouders kunnen in dit gesprek altijd terecht met vragen en/of opmerkingen. De wijze waarop oudergesprekken plaatsvinden is omschreven in het protocol oudergesprekken dat door iedere peuterspeelzaal afzonderlijk opgesteld is (zie pedagogisch werkplan). Extra oudergesprekken kunnen worden ingepland wanneer ouders hier tussentijds behoefte aan hebben of wanneer de leidster het nodig acht dat er een tussentijds gesprek plaatsvindt. Beleid Het beleid ten aanzien van de plaatsing en een aangenaam verblijf van de peuter is in diverse protocollen omschreven. Deze protocollen, waaronder het pedagogisch beleid, het plaatsingsprotocol, protocol vermeend seksueel misbruik, de Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
20
klachtenregeling e.d. liggen ter inzage in de betreffende peuterspeelzaal en bij het CMWW9.
Inspraak Het CMWW heeft sinds 2009 een cliëntenraad10 met een vertegenwoordiging van cliënten/ deelnemers vanuit de verschillende afdelingen van het CMWW. De cliëntenraad denkt mee over onderwerpen die voor cliënten van belang zijn en behartigt de gemeenschappelijke belangen van mensen die op de zorg van het CMWW zijn aangewezen. Klachtenregeling Met betrekking tot het registreren en afhandelen van interne c.q. externe klachten heeft het CMWW de beleidsnotitie -Klacht- en afwijking behandeling, klacht- en afwijking registratie en de verwerking van de registratie- opgesteld11. Het klachtenreglement in het kader van de -gedragscode CMWW -vormt een onderdeel van het algemene klachtenreglement. Het doel van het reglement is om een onafhankelijke beoordeling en adequate behandeling van klachten van cliënten en klanten van alle afdelingen van het CMWW, betreffende hun behandeling: onheuse bejegening, schending privacy en iedere vorm van discriminatie. De klachtenregeling kan door de ouder opgevraagd worden in de peuterspeelzaal bij de leidinggevende van de afdeling Peuterspeelzaalwerk. Het “klachten formulier” is aanwezig in de peuterspeelzaal en terug te vinden op de website www.cmww.nl
9
Zie kwaliteitshandboek en/of beleidsklapper. Zie 9. 11 Zie 9. 10
Pedagogisch beleidsplan Peuterspeelzaalwerk CMWW Brunssum-Onderbanken Versie 2013.2
21