Paul Krugerbrug II
13-12-2013
PAUL KRUGERBRUG II EN RECENTE JURISPRUDENTIE
ANITA NIJBOER 13 DECEMBER 2013
PAUL KRUGERBRUG II, ABRVS 22 NOVEMBER 1983, AB 1984, 154 (I)
Korte schets van de situatie -
De Minister van Verkeer en Waterstaat verleent een vergunning aan de gemeente Utrecht voor het realiseren van een vaste brug over het Merwedekanaal in plaats van de bestaande opklapbare brug
-
De vaste brug is nodig voor de aanleg van de sneltramlijn naar Nieuwegein.
-
Door de aanleg van deze vaste brug wordt de bereikbaarheid van de scheepswerf en machinefabriek De Liesbosch BV beperkt.
-
Het bedrijf lijdt een schade van f. 6 138 500 en komt op tegen de vergunning
Academie voor de Rechtspraktijk
1
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
PAUL KRUGERBRUG II, ABRVS 22 NOVEMBER 1983, AB 1984, 154 (II)
Korte schets van de situatie (vervolg) - In de vergunning was een voorwaarde opgenomen, luidende: “de houder van de vergunning is verplicht de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen ten einde te voorkomen, dat het Rijk dan wel derden, ten gevolge van het gebruik van de vergunning schade lijden.” -
De vergunning wordt vernietigd omdat onvoldoende duidelijk is op welke wijze en aan de hand van welke criteria de omvang van de schadevergoeding zal worden betaald.
- Na vernietiging neemt de minister een nieuw besluit: er wordt een vergoeding toegekend van 40% van de totale schade (totale schade: f. 6 138 500). - De Liesbosch stelt ten tweede male beroep in: het te vergoeden bedrag is te laag
Academie voor de Rechtspraktijk
2
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
PAUL KRUGERBRUG II, ABRVS 22 NOVEMBER 1983, AB 1984, 154 (III) Oordeel van de Afdeling: -
De Afd. stelt voorop dat de vergunning tot het maken en behouden van een vaste brug op de aangegeven plaats in redelijkheid kon worden verleend mits onder afweging van de in aanmerking komende belangen.
PAUL KRUGERBRUG II, ABRVS 22 NOVEMBER 1983, AB 1984, 154 (IV) De Afdeling acht het volgende relevant: -
Vaste brug is aanzienlijk goedkoper dan losse brug en biedt meer zekerheid voor railverkeer
-
Vergunning kon in redelijkheid worden verleend, mits onder afweging van betrokken belangen
-
Bedrijven zijn voor een rendabele bedrijfsvoering in aanmerkelijke mate afhankelijk van het feit dat de nabijgelegen Paul Krugerbrug opklapbaar is.
-
Ten gevolge van de onderhavige vergunningverlening zijn deze bedrijven ter plaatse niet langer levensvatbaar zijn, tenzij maatregelen worden getroffen waarmee aanzienlijke bedragen zijn gemoeid.
Academie voor de Rechtspraktijk
3
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
PAUL KRUGERBRUG II, ABRVS 22 NOVEMBER 1983, AB 1984, 154 (V)
De Afdeling concludeert -
De schade bedraagt F 6.138.500. Deze schade kan niet worden geacht te behoren tot het voor de betrokken bedrijven als normaal te beschouwen bedrijfsrisico.
- Er dient een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding te worden toegekend.
PAUL KRUGERBRUG II, ABRVS 22 NOVEMBER 1983, AB 1984, 154 (VI)
De Afd. is van oordeel dat niet 40% maar 80 % van de totale kosten naar billijkheid moet worden vergoed (schade moet voor ondergeschikt deel ten laste van appellanten blijven)
Academie voor de Rechtspraktijk
4
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
PAUL KRUGERBURG II -
Appellanten hadden kunnen beseffen dat de scheepvaartfunctie van het Merwedekanaal geleidelijk aan betekenis inboette
-
Dit terwijl de drang van weg- en railverkeer allengs toenam.
-
Zij hebben er dan ook niet vast op kunnen rekenen dat het water altijd in de voor hun individuele behoeften meest bruikbare staat zou worden gehouden.
-
Daarom moet 80 % van de schade moet worden vergoed .
VERSCHIL ONZELFSTANDIG EN ZELFSTANDIG SCHADEBESLUIT
Onzelfstandig schadebesluit
Zelfstandig schadebesluit
Het niet aanbieden van schadevergoeding maakt het besluit in strijd met art. 3:4 lid 2 Awb (evenredigheid)
Het niet aanbieden van schadevergoeding maakt het besluit niet in strijd met artikel 3:4 lid 2 Awb. Schadevergoeding op basis van égalité-beginsel.
In geval het nadeel voor een belanghebbende onevenredig groot is in verhouding tot het te dienen belang
In geval het te dienen belang zwaarder weegt dan dat van de gelaedeerde belanghebbende
Academie voor de Rechtspraktijk
5
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
CRITERIA VOOR SCHADEVERGOEDING - Rechtmatig overheidshandelen - Causaal verband - Égalité-beginsel - Normaal maatschappelijk risico - Voorzienbaarheid - Eigen risico
ÉGALITÉ-BEGINSEL onevenredig nadelige, - dat wil zegen buiten het normale maatschappelijke risico of het normale bedrijfsrisico vallende, en op een beperkte groep burgers of instellingen drukkende – gevolgen niet ten laste van een beperkte groep dienen te komen maar gelijkelijk over de gemeenschap dienen te worden verdeeld. Het toebrengen van zodanige onevenredige schade bij een op zichzelf rechtmatige overheidshandeling is onrechtmatig
Academie voor de Rechtspraktijk
6
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
EGALITÉ- VARKENSMESTER HR 18 JANUARI 1991, AB 1991, 241
Feiten: -
In 1986 vaardigt de Minister van Landbouw en Visserij op grond van artikel 36 Veewet de “Regeling verbod voedsel- en slachtafvallen (varkens)” uit.
-
Varkens mogen voortaan niet meer met voedsel- en slachtafvallen, zogenaamde ‘swill’ worden gevoederd. Aanleiding is het constateren van varkenspest in een bedrijf waar swill gevoerd werd.
-
Een kleine groep van alle varkensfokkers specialiseert zich in de swill-vervoedering
-
Leffers is een swill-vervoederende varkensmester (die daar steeds vergunningen voor kreeg) die de plotselinge omschakeling niet kan financieren en failleert
EGALITÉ- VARKENSMESTER HR 18 JANUARI 1991, AB 1991, 241
Vordering van Leffers: A. een verklaring voor recht dat de staat jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld door het voederingsverbod uit te vaardigen en onverkort in stand te houden B. een verklaring voor recht dat de staat gehouden is tot schadevergoeding C. buitenwerkstelling van de gewraakte regeling
Academie voor de Rechtspraktijk
7
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
EGALITÉ- VARKENSMESTER HR 18 JANUARI 1991, AB 1991, 241 Oordeel van de Hoge Raad: schadevergoeding moet worden toegekend, de staat handelde onrechtmatig -
De regeling strekt tot bescherming van de belangen van al diegenen die zich bezighouden met het fokken, verhandelen en exporteren van varkens
-
Juist door deze bescherming wordt een naar verhouding kleine groep van bedrijfsmatige varkensmesters (die gericht zijn op swill) onevenredig in hun belangen getroffen
-
Het bedrijf van Leffers moest worden geliquideerd met aanzienlijke vermogensschade
-
Dit plotseling opgelegd, drastisch verbod behoort niet tot de normale bedrijfsrisico’s
-
Temeer omdat Leffers de maatregelen die tevoren waren voorgeschreven om besmetting te voorkomen stipt heeft nageleefd.
EGALITÉ- VARKENSMESTER HR 18 JANUARI 1991, AB 1991, 241
Oordeel van de Hoge Raad (vervolg): -
De minister heeft jegens Leffers onrechtmatig gehandeld door de Regeling uit te vaardigen en uit te voeren zonder daarbij voor de varkensmesters die hun bedrijf geheel op vervoedering van swill hadden ingericht, een regeling te treffen die het hun financieel mogelijk maakte het bedrijf aan te passen of anderszins in hun economische belangen tegemoet kwam.
-
De staat is gehouden de daardoor door Leffers geleden schade te vergoeden.
Academie voor de Rechtspraktijk
8
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICO
Uitgangspunt: zolang schade kan worden aangemerkt als behorende tot het als normaal te beschouwen bedrijfsrisico, dan hoeft de overheid geen schadevergoeding toe te kennen.
NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICO-COFFEESHOPS VENLO ABRVS 31 JULI 2013, 201210332/1/A2
Feiten: -
In Venlo zijn aan een aantal coffeeshops exploitatievergunningen verleend
-
De burgemeester heeft aan omwonenden een bedrag aan nadeelcompensatie toegekend, omdat de exploitatie tot een waardevermindering van woningen van €25.000,- heeft geleid.
-
De burgemeester heeft bij het bepalen van de toe te kennen bedragen aansluiting gezocht bij het normale maatschappelijke risico van twee procent als bedoeld in artikel 6.2, tweede lid, van de Wro (het wettelijk forfait bij planschade).
-
Omwonenden A en B hebben beroep ingesteld. Ze stellen dat de schade in zijn geheel niet binnen het normale maatschappelijke risico valt en de burgemeester niet vast mocht houden aan het wettelijk forfait bij planschade.
Academie voor de Rechtspraktijk
9
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICOCOFFEESHOPS VENLO ABRVS 31 JULI 2013, 201210332/1/A2
De Rechtbank verklaart de beroepen van A en B gegrond: - Ten aanzien van omwonende A ziet de Rechtbank, gezien de mate van overlast aanleiding het door de burgemeester toegepaste forfait van twee naar één procent te matigen - Omwonende B heeft een grotere mate van overlast. De Rechtbank ziet dan ook hier aanleiding het door de burgemeester toegepaste forfait te matigen. De Rechtbank stelt het forfait op nihil.
NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICOCOFFEESHOPS VENLO ABRVS 31 JULI 2013, 201210332/1/A2
De Afdeling verklaart het hoger beroep van de gemeente gegrond: -
Met het oog op de uniformiteit en de voorspelbaarheid van vergoeding van schade is het in beginsel aanvaardbaar dat een bestuursorgaan ten aanzien van het normale maatschappelijke risico een vaste drempel of korting of een vaste drempel in combinatie met een korting bovenop het schadebedrag toepast (zie ook 201204563/1/T1/A2)
-
De drempel van artikel 6.2 lid 2 van de Wro mag hierbij worden gehanteerd, omdat deze drempel berust op het algemeen rechtsbeginsel van gelijkheid voor de openbare lasten en de aard van de toegebrachte schade overeenkomstig is.
Academie voor de Rechtspraktijk
10
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICOCOFFEESHOPS VENLO ABRVS 31 JULI 2013, 201210332/1/A2
De Afdeling verklaart het hoger beroep van de gemeente gegrond (vervolg): -
Omdat de burgemeester een drempel heeft toegepast, komt het deel van de schade dat daar bovenuit stijgt, volledig voor vergoeding in aanmerking
-
De relatief hoge schade in vergelijking tot die van anderen in de beperkte groep van omwonenden van de coffeeshops, is op zichzelf geen reden om de drempel te verlagen
-
Er is dan ook ten onrechte grond gevonden voor het oordeel dat de burgmeester de drempel in redelijkheid niet heeft kunnen toepassen.
WAAR PROCEDEREN? Procedure bij de Bestuursrechter of de civiele rechter?
Academie voor de Rechtspraktijk
11
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
EGALITÉ- VAN VLODROP ABRVS 6 MEI 1997, AB 1997, 229
Feiten: -
Van Vlodrop BV is verwerker van fotochemisch afval
-
In 1993 wordt door de Minister van VROm een beleidswijziging met betrekking tot de verwerking van fotochemisch afval doorgevoerd
-
Van Vlodrop verzoekt de minister om vergoeding van de schade, primair omdat het de minister niet vrijstaat de genoemde beleidswijziging door te voeren. In geval de beleidswijziging wel rechtmatig wordt geoordeeld, baseert zij haar verzoek op artikel 3:4 Awb.
-
De minister wijst het verzoek af omdat zijns inziens geen sprake is van een beleidswijziging. Al was hier wel sprake van, dan was deze niet onrechtmatig noch in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur
-
Van Vlodrop maakt bezwaar. Dit wordt niet ontvankelijk verklaard omdat de afwijzing van het verzoek geen besluit betreft
EGALITÉ- VAN VLODROP ABRVS 6 MEI 1997, AB 1997, 229
Oordeel van de Afdeling De bestuursrechter is slechts bevoegd tot kennisneming van een beroep tegen een zelfstandig schadebesluit als tegen het schadeveroorzakende besluit ook beroep mogelijk was bij de bestuursrechter. Als dat niet het geval is, is de bestuursrechter niet bevoegd (maar de civiele rechter)
Academie voor de Rechtspraktijk
12
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
PROCEDURE - SNACKBAR SWOOPY HR 28 MAART 2008, LJN: BC0256 , TBR 2009, 12
Feiten: -
Asha exploiteert sinds haar oprichting (14 mei 1987) een horecaonderneming onder de naam Snackbar Swoopy
-
De onderneming was vanaf 1 januari 1990 gevestigd in een bedrijfspand gelegen in het centrum van Amersfoort
-
Sinds medio1996 werd het stadshart van Amersfoort gerevitaliseerd. Het eerste (deel)project (de bouw van het Sint Jorisplein) was omstreeks april 2000 gereed. Nadien is sprake geweest van de voorbereidingen voor en de realisering van twee andere (deel)projecten. De realisering was in 2001 voltooid.
SNACKBAR SWOOPY Asha stelt dat zij onafgebroken onevenredig groot nadeel van de werkzaamheden ondervonden heeft. Asha verzoekt dan ook om nadeelcompensatie bij het bestuursorgaan. Haar verzoek wordt afgewezen en het bezwaar daartegen wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat de schade niet zou zijn gelegen in besluiten maar zou zijn veroorzaakt door feitelijke werkzaamheden. Hiertegen gaat Asha niet in beroep bij de bestuursrechter. In plaats daarvan stelt zij een vordering in bij de civiele rechter.
Academie voor de Rechtspraktijk
13
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
PROCEDURE - SNACKBAR SWOOPY HR 28 MAART 2008, LJN: BC0256 , TBR 2009, 12
De Hoge Raad: -
De schade betreft schade ten gevolg van besluiten waarvan de (on)rechtmatigheid in beginsel ter beoordeling aan de bestuursrechter dient te worden voorgelegd.
-
De besluiten hebben formele rechtskracht. Zodoende is er geen strijd met het in art. 3:4 lid 2 Awb neergelegde evenredigheidsbeginsel.
-
Schadevergoeding op grond van het égalité-beginsel is nog wel mogelijk. Asha heeft een verzoek om toekenning van nadeelcompensatie ingediend. De Gemeente heeft haar bezwaar tegen het negatieve besluit op dat verzoek niet-ontvankelijk verklaard. Kennelijk heeft Asha tegen dat besluit geen beroep ingesteld.
-
De taakverdeling tussen de bestuursrechter en de burgerlijke rechter maakt dat het hof terecht tot niet-ontvankelijkheid heeft besloten.
BESTUURSRECHTELIJKE OF CIVIELRECHTELIJKE PROCEDURE?
Schade ten gevolge van de rechtmatige uitoefening van een publiekrechtelijke taak of bevoegdheid kan zijn oorzaak hebben in: A. feitelijke handelingen door of namens een bestuursorgaan; B. een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit (een appellabel besluit) van een bestuursorgaan; of C. een niet voor bezwaar en beroep vatbaar besluit van een bestuursorgaan (bijvoorbeeld beleid, wetgeving);
Academie voor de Rechtspraktijk
14
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
OVERZICHT PROCEDURES Bestuursorgaan en Bestuursrechter
Civiele rechter
Schade waarin een Schade ten gevolge van nadeelcompensatieregeling een niet voor bezwaar en voorziet beroep vatbaar besluit Schade ten gevolge van een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit
Schade ten gevolge van feitelijke handelingen
Nieuwe regeling Nadeelcompensatie Artikel 4:126 t/m 4:131 Awb
Academie voor de Rechtspraktijk
15
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
NIEUWE WETGEVING (I) Artikel 4:126 t/m 4:131 Awb Als bestuursorgaan bij de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid schade veroorzaakt, boven het normaal maatschappelijk risico, dan kan een verzoek om nadeelcompensatie worden ingediend.
NIEUWE WETGEVING (II) Het verzoek wordt ingediend bij het betreffende bestuursorgaan dat de schade heeft veroorzaakt waarna (na bezwaar) beroep kan worden ingesteld bij de bestuursrechter.
Academie voor de Rechtspraktijk
16
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
NIEUWE WETGEVING (III)
De oorzaak van de schade (feitelijk handelen/ besluit/besluit niet voor beroep vatbaar) is niet meer relevant. Bij nadeelcompensatie volgt altijd de gang naar de bestuursrechter.
Schade ten gevolge van onrechtmatige besluiten (8:88 t/m 8:95 Awb), in werking getreden per 1 juli 2013
Academie voor de Rechtspraktijk
17
Paul Krugerbrug II
13-12-2013
NIEUWE REGELING (I)
Bij schade t.g.v. besluit waarover de Centrale Raad van Beroep of de Belastingkamer van de Hoge Raad bij uitsluiting bevoegd is, is de bestuursrechter bij uitsluiting bevoegd om hierover te oordelen. Verzoekschrift indienen bij de bestuursrechter.
NIEUWE REGELING (II)
Bij schade t.g.v. overige besluitvorming kan een verzoek bij de bestuursrechter worden ingediend indien de schade ten hoogste 25.000 euro bedraagt. Geen bevoegdheid als geding bij burgerlijke rechter aanhangig is gemaakt.
Academie voor de Rechtspraktijk
18