PARVEST EUROPE DIVIDEND Subfonds van de SICAV PARVEST, Beleggingsinstelling met veranderlijk kapitaal
Vereenvoudigd prospectus NOVEMBER 2009 Dit vereenvoudigd prospectus bevat de algemene informatie over PARVEST (de “SICAV”) en het subfonds. Voor alle aanvullende inlichtingen zijn op ieder moment en gratis de laatste versies van het volledig prospectus en van de halfjaar- en jaarverslagen beschikbaar op de statutaire zetel
van de SICAV of op de website www.bnpparibas-am.com Alle verwijzingen in dit document naar bijlagen of hoofdstukken moet worden gezien als een verwijzing naar het volledig prospectus.
BEHEER EN REFERENTIEVALUTA Vermogensbeheerder
BNP Paribas Asset Management, Paris, Frankrijk
Referentievaluta
EUR
BELEGGINGSBELEID EN RISICO’S Beleggingsdoel: Waardestijging van de activa op middellange termijn. Beleggingsbeleid: Het subfonds PARVEST Europe Dividend zal te allen tijde minimaal 75% beleggen in: - aandelen uitgegeven door vennootschappen met statutaire zetel in een van de lidstaten van de Europese Unie, die in de indices MSCI Europe of DJ Euro Stoxx Mid zijn opgenomen en geselecteerd zijn vanwege hun dividendvooruitzichten, en/of - met aandelen vergelijkbare effecten waarvan de onderliggende waarden worden uitgegeven door vennootschappen met statutaire zetel in een van de lidstaten van de Europese Unie, die in de indices MSCI Europe of DJ Euro Stoxx Mid zijn opgenomen en geselecteerd zijn vanwege hun dividendvooruitzichten. Het resterende gedeelte van de activa mag worden belegd in aandelen of met aandelen vergelijkbare effecten anders dan deze welke bepaald zijn in het hoofdbeleggingsbeleid, in obligaties, converteerbare obligaties, obligaties met warrant, geldmarktinstrumenten of liquiditeiten. Binnen de twee maanden voorafgaand aan de liquidatie of fusie van het subfonds kan worden afgeweken van de hierboven beschreven beleggingsbepalingen.
Risicoprofiel van de subfondsen: Potentiële beleggers moeten het prospectus volledig en aandachtig lezen alvorens een beleggingsbeslissing te nemen. Er kan geen enkele garantie worden gegeven dat de subfondsen van de SICAV hun beleggingsdoel zullen realiseren en in het verleden behaalde resultaten zijn geen garantie voor resultaten in de toekomst. Wijzigingen van de voorschriften met betrekking tot het toezicht op de wisselkoersen, fiscaliteit of bronheffing of betreffende het economisch en monetair beleid kunnen een weerslag hebben op beleggingen. Wij willen beleggers er ten slotte op wijzen dat de performance van een subfonds mogelijk niet overeenstemt met de doelstelling ervan en dat zij het belegde kapitaal (na aftrek van de inschrijvingsvergoeding) mogelijk niet volledig zullen terugkrijgen. Hierna vindt u de belangrijkste risico’s die een weerslag kunnen hebben op het subfonds. Aandelenrisico: Aandelenmarkten kunnen belangrijke en sterke koersschommelingen tonen die een directe weerslag hebben op de ontwikkeling van de intrinsieke waarde van het subfonds. Met name in periodes met zeer volatiele aandelenmarkten kan de intrinsieke waarde van een subfonds zowel sterk stijgen als dalen. Tegenpartijrisico: Dit risico is verbonden aan de kwaliteit van de tegenpartij waarmee de 1
PARVEST EUROPE DIVIDEND Vereenvoudigd prospectus - NOVEMBER 2009
beheersmaatschappij handelt, met name wat betreft de betaling/levering van financiële instrumenten of het sluiten van contracten op financiële termijninstrumenten. Dit risico is gekoppeld aan het vermogen van de tegenpartij om haar verbintenissen na te leven (bv. betaling, levering, terugbetaling). Wisselrisico: Het subfonds belegt ook in activa uitgedrukt in andere valuta’s dan de referentievaluta. Het kan bijgevolg worden beïnvloed door de schommeling van de wisselkoers tussen de referentievaluta en deze andere valuta’s of door een eventuele wijziging wat betreft het toezicht op de wisselkoersen. Als de valuta waarin een effect is uitgedrukt wordt opgewaardeerd ten opzichte van de referentievaluta van het subfonds, stijgt de tegenwaarde van het effect in de referentievaluta. Omgekeerd geldt dat de waarde van het effect in de referentievaluta daalt wanneer de valuta waarin het wordt uitgedrukt in waarde daalt. Wanneer de beheerder activa indekt tegen dit wisselrisico kan echter niet worden gegarandeerd dat deze maatregel 100% efficiënt is. Risico’s verbonden aan afgeleide producten: Om het rendement van de portefeuille te optimaliseren en/of de portefeuille te diversifiëren mag het subfonds onder de voorwaarden beschreven in bijlagen I en II van het prospectus gebruik maken van technieken en afgeleide instrumenten (met name warrants op effecten, swapcontracten op effecten, rente, valuta's, inflatie, volatiliteit en andere afgeleide financiële instrumenten, contracts for difference (CFD), credit default swaps (CDS), termijncontracten, opties op effecten, rente of termijncontracten, enz..
De aan deze beleggingen verbonden risico’s en kosten komen voor rekening van het subfonds. Het gebruik van deze technieken en instrumenten voor andere dan indekkingsdoeleinden verhoogt het volatiliteitsrisico en kan een tegenpartijrisico met zich meebrengen. Daarenboven kan het subfonds over the counter-transacties verrichten op termijncontracten en contant op indices of andere financiële instrumenten evenals op swaps op indices of andere financiële instrumenten met banken of eersterangs beursvennootschappen die ter zake gespecialiseerd zijn en die optreden als tegenpartij. Hoewel de desbetreffende markten niet noodzakelijk volatieler zijn dan andere termijnmarkten, zijn de spelers bij hun transacties op deze markten minder beschermd tegen praktijken van wanbetaling omdat de contracten die er worden verhandeld niet door een clearinginstituut worden gegarandeerd. Risico’s verbonden aan beleggingsstrategieën: De beleggingen van een sector- of thematisch subfonds zijn beperkt tot een relatief klein segment van de economie of tot een gespecialiseerde sector. Dergelijke subfondsen zijn minder gediversifieerd dan subfondsen die in alle economische sectoren beleggen. De volatiliteit van dergelijke subfondsen is doorgaans hoger. De performance van het subfonds kan lager zijn dan die van de markt in haar geheel. Profiel van de beleggers: De aandelen van de subfondsen van de SICAV worden aangeboden zowel aan particuliere als institutionele klanten. Zodra hun beleggingen een bepaalde drempel overschrijden beschikken deze laatsten over een specifieke aandelencategorie.
ACTIEVE AANDELENCATEGORIEËN Aandelencategorie
Kapitalisatieklasse Uitkeringsklasse
Aangeboden aan
Classic
Ja
Ja
Natuurlijke en rechtspersonen
Institutions
Ja
Neen
Institutionele klanten en ICB’s
Privilège
Ja
Neen
Natuurlijke en rechtspersonen
L
Ja
Neen
Natuurlijke en rechtspersonen
M
Ja
Neen
Beheerders, institutionele klanten en ICB’s
2
PARVEST EUROPE DIVIDEND Vereenvoudigd prospectus - NOVEMBER 2009
De voormelde begrippen worden als volgt gedefinieerd: • “Institutionele klanten”: verwijst naar speciaal door de SICAV erkende rechtspersonen die inschrijven op aandelen i) voor eigen rekening of ii) voor rekening van natuurlijke personen in het kader van een collectief spaarplan of een vergelijkbaar stelsel. • “Beheerders”: verwijst naar beheerders, maatschappijen die er een filiaal van zijn, evenals portefeuillebeheerders die bij volmacht inschrijven uitsluitend in het kader van het beheer van een geïndividualiseerde portefeuille voor hun institutionele klanten. Deze entiteiten en hun institutionele klanten moeten speciaal door de SICAV erkend zijn. • “ICB’s”: speciaal door de SICAV erkende ICB’s. PERFORMANCE Voor subfondsen die minimaal een jaar in werking zijn gesteld worden de performances per kalenderjaar berekend. Deze performances gelden na aftrek van kosten. Eventuele provisies en kosten als gevolg van de uitgifte of terugkoop van de aandelen worden evenwel niet in aanmerking genomen. De beleggingen van de BEVEK zijn onderhevig aan de marktschommelingen en het is bijgevolg mogelijk dat de beleggers een lager bedrag terugkrijgen dan zij hebben belegd. De prestaties uit het verleden zijn geen garantie voor de resultaten in de toekomst. Performance per 31/12 (na aftrek van kosten) Categorie
2005
2006
2007
2008
Classic
19,65%
22,61%
-1,62%
-38,53%
Institutions
20,78%
23,77%
-0,69%
-37,95%
Privilège
20,57%
23,30%
-1,10%
-38,09%
L
18,75%
21,71%
-2,37%
-38,99%
M
21,49%
24,52%
-0,05%
-37,57%
De performance van kapitalisatieklassen worden medegedeeld wanneer deze klassen bestaan; standaard wordt de performance voor uitkeringsaandelen gegeven. MINIMALE BELEGGINGEN Minimaal bedrag voor de initiële inschrijving en bezit
Minimaal bedrag van de volgende inschrijving
Classic
1 aandeel (ook het minimum voor conversies)
1 aandeel
Institutions
EUR 3 miljoen per subfonds of EUR 10 miljoen over de totale SICAV
Geen (onder voorbehoud dat de minimale drempel van bezit wordt gerespecteerd)
Privilège
EUR 1 miljoen per subfonds
Geen (onder voorbehoud dat de minimale drempel van bezit wordt gerespecteerd)
L
1 aandeel (ook het minimum voor conversies)
1 aandeel
M
1 aandeel (ook het minimum voor conversies)
1 aandeel
Aandelencategorie
3
PARVEST EUROPE DIVIDEND Vereenvoudigd prospectus - NOVEMBER 2009
RECHTEN EN PROVISIES Inschrijvings-, terugkoop- en omzettingskosten/provisie : Deze kosten/provisies dienen door de beleggers te worden betaald bij de voormelde transacties. De omzettingsprovisie dient, in voorkomend geval, te worden betaald bovenop de eventuele toetredings- en/of uittredingskosten. Rechten ten gunste van het fonds
Classic
Institutions
Privilège
L
M
Toetredingskosten
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
Maximale uittredingskosten voor 1% terugkopen/omzettingen van meer dan 10% van de activa van het betrokken subfonds op een gegeven Waarderingsdag
1%
1%
1%
1%
Maximale uittredingskosten voor de overige transacties
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
Provisies ten gunste van de distributeur
Classic
Institutions
Privilège
L
M
Maximale inschrijvingsprovisie
5%
5%
5%
Geen
5%
Maximale uittredingsprovisie
Geen
Geen
Geen
5%
Geen
Omzettingsprovisie binnen eenzelfde subfonds tussen de verschillende aandelencategorieën of -klassen
Geen
Geen
Geen
Geen
Geen
Omzettingsprovisie tussen subfondsen, binnen eenzelfde categorie of tussen de toegelaten categorieën
i) 2% of ii) het verschil tussen de maximale toetredingsprovisie en het tarief van de initiële inschrijving
Maximale jaarlijkse distributievergoeding
Geen
Geen
Geen
0,75%
Geen
Jaarlijkse kosten en provisies (Total Expense Ratio of TER): Deze kosten en provisies worden toegeschreven aan het gemiddelde van de netto activa over een gegeven boekjaar en worden uitgedrukt als een percentage. Aandelencategorie
Maximale 1 beheersprovisie
Performancevergoeding
Overige maximale 2 kosten
TER over het boekjaar 2008-2009
Classic
1,50%
Neen
0,50%
1,87%
Institutions
0,60%
Neen
0,50%
0,94%
Privilège
0,80%
Neen
0,50%
1,18%
L
1,50%
Neen
1,25%
2,62%
M
0%
Neen
0,50%
0,34%
1
2
Berekend op het gemiddelde van de helft van de netto activa van elke aandelencategorie gedurende de afgelopen maand. De vergoeding van de beheerders en gedelegeerd beheerders is in deze provisie begrepen. Omvatten alle andere kosten (accountant, publicatie van de intrinsieke waarde, taxe d'abonnement, etc.) en provisies (Depothoudende bank, Beheersmaatschappij, en in voorkomend geval de jaarlijkse uitkeringsprovisie, etc.) met uitzondering van de aan de transacties verbonden kosten en provisies.
TRANSACTIEBELEID Intrinsieke waarde: Aan iedere weekdag die een bankwerkdag is in Luxemburg (de “Waarderingsdag”) beantwoordt een intrinsieke waarde die op die Waarderingsdag is gedateerd, maar die berekend en meegedeeld wordt op de bankwerkdag volgend op die Waarderingsdag (hierna de ”Berekeningsdag van de IW”).
Deinschrijvings-, terugkoop- en omzettingsorders worden verwerkt volgens de hierna bepaalde regels tegen een onbekende intrinsieke waarde; deze verwerking gebeurt alleen op bankwerkdagen in Luxemburg en de vermelde tijd is de Luxemburgse tijd.
4
PARVEST EUROPE DIVIDEND Vereenvoudigd prospectus - NOVEMBER 2009
Centralisering van 1 de orders 15 uur op de Waarderingsdag
Datum van de IW voor de uitvoering van de orders
Dag waarop de IW wordt berekend en meegedeeld
Waarderingsdag (W) De dag volgend op de Waarderingsdag (W+1)
Betalingsdatum Maximaal vier bankwerkdagen volgend op de Waarderingsdag (W+4)
Valuta waarin IW wordt genoteerd en inschrijvingen/terugkopen worden betaald EUR en USD
1
De omzettingsorders (naar en van subfondsen waarvoor de orders op de dag voorafgaand aan de Waarderingsdag om 15 uur gecentraliseerd worden) moeten op de dag voorafgaand aan de Waarderingsdag voor 15 uur op de Maatschappij zijn ontvangen.
Er kan op de aandelen van het subfonds worden ingeschreven en die aandelen kunnen worden teruggekocht tegen de intrinsieke waarde van de toepasselijke Waarderingsdag. De intrinsieke waarde die van toepassing is op de inschrijvingen kan worden verhoogd met eventuele toetredingskosten en/of een eventuele inschrijvings- of uitkeringsprovisie. De intrinsieke waarde die van toepassing is voor terugkopen kan worden verminderd met een terugkoopprovisie ten gunste van de Distributeur en/of een uittredingsprovisie ten gunste van de SICAV. De aandelencategorieën en –klassen waarop kan worden ingeschreven via een individueel spaarplan zijn in voorkomend geval vastgesteld in het prospectus en/of de bijlagen bij het prospectus en/of de inschrijvingsformulieren die worden gebruikt in de landen waar de aandelen mogen worden verkocht. De kosten en provisies die in het kader van een individueel spaarplan worden geheven, mogen voor maximaal een derde worden toegerekend aan het bedrag dat tijdens het eerste
jaar van dit individueel spaarplan wordt gestort. Alle intrinsieke waarden zijn beschikbaar op de statutaire zetel van de SICAV en bij de Beheersmaatschappij, in de banken die instaan voor de financiële dienstverlening en op de website www.bnpparibas-am.com. Omzetting van aandelen in aandelen van verschillende subfondsen: De voorwaarden met betrekking tot inschrijvingen en terugkoop gelden ook voor de omzettingen van aandelen. Een omzetting wordt beschouwd als een gelijktijdige terugkoop van en inschrijving op aandelen. Bijgevolg kan een dergelijke transactie alleen worden uitgevoerd op de eerste gemeenschappelijke Waarderingsdag van de bij deze omzetting betrokken subfondsen. Aandelen kunnen slechts worden omgezet indien de beperkingen die van toepassing zijn op de nieuwe categorie/klasse waarop wordt ingeschreven (minimale belegging, toegelaten beleggers, enz.), worden nageleefd.
BELASTINGSTELSEL Volgens de momenteel geldende wetgeving en reglementering is de SICAV onderworpen aan de taxe d’abonnement. Op de publicatiedatum van het huidige prospectus bedraagt het jaarlijks tarief 0,05%, behalve voor de subfondsen PARVEST Short Term (CHF), PARVEST Short Term (Dollar), PARVEST Short Term (Euro) en PARVEST Short Term (Sterling), de categorie M en de aandelencategorieën die uitsluitend zijn voorbehouden voor Institutionele beleggers en ICB’s zoals vermeld in hoofdstuk IV.1.A., waarvoor het jaarlijks tarief 0,01% bedraagt. De driemaandelijks betaalbare belasting wordt berekend op basis van de intrinsieke waarde van de SICAV aan het eind van het desbetreffende kwartaal.
Sinds 1 juli 2005 is overeenkomstig de Luxemburgse wet van 21 juni 2005, die een omzetting naar Luxemburgs recht is van de Richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 met betrekking tot de fiscaliteit op inkomsten uit spaargeld onder de vorm van een uitkering van renten, wordt een bronheffing toegepast op de inkomsten uit spaargeld die onder de vorm van renten worden uitgekeerd door een betaalkantoor in Luxemburg aan de effectieve begunstigden, die natuurlijke personen en fiscale ingezetenen zijn van een andere Lidstaat van de Europese Unie. In Luxemburg zijn dergelijke inkomsten onderworpen aan een bronheffing tegen een tarief van 15% tot 30 juni 2008, 20% tot 30 juni 2011 en 35% vanaf 1 juli 2011.
De door de SICAV ontvangen inkomsten kunnen onderworpen zijn aan een heffing in het land van oorsprong en worden door de SICAV ontvangen na inhouding van deze heffing, die niet kan worden geboekt noch worden teruggevorderd.
De inschrijvers moeten zelf de nodige aangiften doen waartoe zij eventueel verplicht zijn in het land waar zij fiscaal woonachtig zijn.
5
PARVEST EUROPE DIVIDEND Vereenvoudigd prospectus - NOVEMBER 2009
ALGEMENE INLICHTINGEN Wettelijk statuut Subfonds van PARVEST. PARVEST is een beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal met meerdere subfondsen naar Luxemburgs recht en opgericht op initiatief van de groep BNP Paribas. De SICAV is erkend overeenkomstig de Luxemburgse wet van 20 december 2002 met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging. De SICAV werd op 27 maart 1990 in Luxemburg opgericht voor onbepaalde duur. Boekjaar Het boekjaar begint op 1 maart en eindigt op de laatste dag van februari van ieder jaar. Statutaire zetel 33, rue de Gasperich, L-5826 Howald-Hesperange, Groothertogdom Luxemburg Promotor: BNP Paribas S.A., 16, boulevard des Italiens, F-75009 Parijs, Frankrijk
Vermogensbeheerder BNP Paribas Asset Management, 1, boulevard Haussmann, F-75009 Parijs, Frankrijk Depothoudende bank BNP Paribas Securities Services, Luxemburgs filiaal, 33, rue de Gasperich, L-5826 Howald-Hesperange, Groothertogdom Luxemburg Bedrijfsrevisor PricewaterhouseCoopers, 400, route d’Esch, L-1014 Luxembourg, Groothertogdom Luxemburg Toezichthoudende autoriteit Commission de Surveillance du Secteur Financier, 110, route d’Arlon, L-2991 Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg www.cssf.lu
Beheersmaatschappij BNP Paribas Asset Management Luxembourg, 33, rue de Gasperich, L-5826 Howald-Hesperange Groothertogdom Luxemburg
6