Paragraaf 2.7 Financiële kengetallen 1.
Financiële kengetallen a. Uit de investerings- en financieringsstructuur is de financiële positie van een onderneming af te leiden. Aan welke drie financieringsregels moet een onderneming daarvoor getoetst worden? b. Welke drie kengetallen (ratio's) zijn daarvoor te gebruiken?
2.
Liquiditeit a. Wat verstaat men onder de liquiditeit van een onderneming? b. Welke drie mogelijkheden bestaan er om de liquiditeit van een onderneming te toetsen? c. Neem de gegevens over van de balans van voorbeeld 2.10. • Probeer zonder hulp van het boek de liquiditeitsbalans op te stellen. • Probeer zonder hulp van het boek de balansliquiditeit te beoordelen. d. Waarom houdt men bij het bepalen van de balansliquiditeit wel rekening met eventuele kernen en bij het berekenen van de liquiditeitsratio's niet? e. Formuleer de quick ratio en bereken dit met behulp van de balansgegevens van voorbeeld 2.10. f. Formuleer de current ratio en bereken dit met behulp van de balansgegevens van voorbeeld 2.10. g. Is een onderneming voldoende liquide als de quick ratio kleiner is dan 1 en de current ratio groter dan 1? Motiveer het antwoord. h. Welk voordeel is er in het gebruik van de quick ratio boven de current ratio? i. Als van de liquiditeitsbalans (antwoord van vraag 35c) de voorraden binnen 2 weken met €50.000,C afnemen en alles op rekening verkocht is, waardoor de debiteurenpost met €50.000,C toeneemt, • bereken dan de quick ratio en current ratio; • bereken dan hoeveel procent beide ratio's veranderd zijn. j. Als vraag 35i, maar dan als de €50.000,C aan debiteuren op rekening bijgeschreven zijn. k. Een onderneming heeft liquiditeitsratio's van ±3. Toch raakt deze onderneming 6 weken na balansdatum in liquiditeitsmoeilijkheden. Geef hiervoor een mogelijke verklaring. l. Definieer op twee manieren het werkkapitaal. m. Bereken het werkkapitaal met behulp van de balansgegevens van voorbeeld 2.10. n. Wat is het doel van het werkkapitaal? o. Waarom is de liquiditeit van een onderneming beter te beoordelen met behulp van het werkkapitaal als met behulp van de current ratio? p. Welke nadelen kunnen verbonden zijn aan een te omvangrijke liquiditeit? q. Over welke mogelijkheden beschikt een ondernemer om de liquiditeit liquiditeitspositie van zijn onderneming te verbeteren? r. Wat is een liquiditeitsbegroting? s. Wat is het specifieke voordeel van een liquiditeitsbegroting boven een liquiditeitsbalans? t. Welke posten moeten begroot worden voor het opzetten van een liquiditeitsbegroting?
3.
Opdracht liquiditeitsbalans samenstellen Een handelaar in autobanden heeft aan zijn administratie diverse gegevens ontleend. Deze staan op de gegeven balans. Verder moet de ijzeren voorraad op €120.000,C gesteld worden en de debiteurenkern op 20.000,C.
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
1
Balans Winkelpand Inventaris winkel Inventaris magazijn Voorraden Debiteuren Kas Postbank
a. 4.
€
164.000,C 11.800,C 16.000,C 130.860,C 23.090,C 6.575,C 1.965,C
€
354.290,C
Eigen vermogen Hypotheek o/z Langlopende lening Crediteuren
€
120.000,C 120.000,C 65.000,C 49.290,C
€
354.290,C
Stel de liquiditeitsbalans samen.
Opdracht liquiditeitsbalans samenstellen Ondernemer ‘Artistiek’ heeft een spotpaintingbedrijf. Hij zit in een gehuurd pand waarvan de huur vooruit betaald wordt. Uit de onderstaande balansposten moet hij een liquiditeitsbalans opstellen. Daarbij houdt hij rekening met een ijzeren voorraad groot €40.000,C en een debiteurenkern groot €16.000,C. Balans Machines Gereedschappen Inventaris Kas Bank Postbank Debiteuren Huur Voorraden
5.
€
40.000,C 31.000,C 11.400,C 4.880,C 2.360,C 3.280,C 17.600,C 800,C 43.160,C
€
154.480,C
Eigen vermogen Langlopende lening Crediteuren Te betalen kosten
€
120.000,C 20.000,C 13.600,C 880,C
€
154.480,C
Opdracht liquiditeitsbalans samenstellen Garagehouder ‘Betaaltoptijd’ wil aan de hand van onderstaande balans de liquiditeitsbalans opstellen. De debiteurenkern wordt gesteld op €100.000,C en de crediteurenkern op 180.000,C. De ijzeren voorraad bedraagt €210.000,C. Balans Gebouwen Inventaris Vervoermiddelen Voorraden Debiteuren Betalingsmiddelen
€
800.000,C 200.000,C 80.000,C 250.000,C 120.000,C 70.000,C
€ 1.520.000,C
Uitgeverij Streutker
Eigen vermogen Hypotheek o/z LVV bank Crediteuren Bedrijfskosten Te betalen BTW
€
630.000,C 400.000,C 250.000,C 200.000,C 10.000,C 30.000,C
€ 1.520.000,C
Vragen/opdrachten Financieel Management
2
6.
Opdracht liquiditeitsbalans samenstellen Van een autospuitbedrijf zijn voor dit jaar diverse balansposten en andere gegevens bekend, namelijk: • op de hypotheek dient jaarlijks €10.000,C afgelost te worden op 1 april; • de aflossing op de geldlening bedraagt €6.000,C per half jaar op 1 mei en op 1 november; • de ijzeren voorraad bedraagt €30.000,C; • de debiteurenkern wordt op €12.000,C gesteld. Balans Gebouwen Inventaris Auto Voorraden Debiteuren Kas, bank, Postbank
€ 200.000,C 60.000,C 20.000,C 40.000,C 16.000,C 24.000,C
Eigen vermogen Hypotheek 8% Geldlening 5% Crediteuren Bedrijfskosten Te betalen rente
€ 146.800,C 140.000,C 40.000,C 18.000,C 2.000,C 13.200,C
€ 360.000,C
€ 360.000,C
Gevraagd a. Welk bedrag van de hypotheek en de geldlening dient tot het kort krediet gerekend te worden? b. Stel de liquiditeitsbalans samen per 1 januari. 7.
Opdracht liquiditeitsbeoordeling Een ondernemer heeft zich gespecialiseerd in de verkoop en inbouw van autoradio's en auto-alarminstallaties. De balans van zijn onderneming ziet er als volgt uit: Balans Pand € Inventaris Voorraden Debiteuren Betalingsmiddelen
240.000,C 32.000,C 24.000,C 16.000,C 16.000,C
€
328.000,C
Eigen vermogen Hypotheek Crediteuren
€
248.000,C 40.000,C 40.000,C
€
328.000,C
De ijzeren voorraad stelt de ondernemer op €20.000,C en de debiteurenkern op €12.000,C. Verder moeten we aannemen dat een bedrag van €4.000,C aan betalingsmiddelen normaal is om de lopende verplichtingen direct te kunnen betalen. Onder crediteuren staat voortdurend een gemiddeld bedrag van €8.000,C. Gevraagd a. Beoordeel de liquiditeit van deze onderneming. b. Om een betere service te kunnen verlenen overweegt de ondernemer zijn zaak uit te breiden. Een aannemer schat de verbouwing van het pand op €40.000,C. Voor de uitbreiding van de service is een inventarisuitbreiding nodig van €24.000,C. De ondernemer schat dat de ijzeren voorraad met €8.000,C zal toenemen en de debiteurenkern met €4.000,C. Hoeveel vermogen op lange termijn heeft de ondernemer voor deze uitbreiding nodig? c. Hoeveel vermogen op lange termijn kwam de ondernemer al tekort?
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
3
d.
e. 8.
De ondernemer besluit de uitbreiding te financieren door het hypotheekbedrag te verhogen. Hij wil tevens van de gelegenheid gebruik maken zijn onderneming liquide te maken. Met welk bedrag moet de hypotheek verhoogd worden? Beoordeel de liquiditeit wanneer de hypotheek met €120.000,C verhoogd wordt.
Opdracht liquiditeit vaststellen Van autobedrijf ‘De auto’ is de volgende balans gegeven: Balans Gebouwen Inventaris Auto's Voorraden Debiteuren Kas, bank, Postbank
€
250.000,C 50.000,C 40.000,C 20.000,C 10.000,C 20.000,C
€
390.000,C
Eigen vermogen Hypotheek o/z Langlopende lening Crediteuren
€
190.000,C 100.000,C 90.000,C 10.000,C
€
390.000,C
Gevraagd a. Stel de liquiditeitsbalans op. Hierbij behoeft geen rekening gehouden te worden met de debiteurenkern, crediteurenkern en ijzeren voorraad. b. Is het automobielbedrijf liquide? Geef de berekening. c. Bereken het werkkapitaal. d. Bereken de quick ratio. e. Bereken de current ratio. 9.
Opdracht liquiditeit vaststellen Van een autobedrijf zijn gegeven de balansen van 1 januari vorig jaar en van 1 januari dit jaar. Balans 1 januari vorig jaar Gebouwen Inventaris Voorraad Debiteuren Kas, bank, Postbank
€
325.000,C 75.000,C 55.000,C 25.000,C 45.000,C
Eigen vermogen € Hypotheek o/z Crediteuren
310.000,C 165.000,C 50.000,C
€
525.000,C
€
525.000,C
Balans 1 januari dit jaar Gebouwen Inventaris Voorraad Debiteuren Kas, bank, Postbank
€
335.000,C 95.000,C 50.000,C 32.000,C 20.000,C
Eigen vermogen € Hypotheek o/z Crediteuren
312.000,C 145.000,C 75.000,C
€
532.000,C
€
532.000,C
Verder is gegeven: • ijzeren voorraad €20.000,C; • debiteurenkern €10.000,C.
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
4
Gevraagd a. Stel de liquiditeitsbalans samen op 1 januari vorig jaar b. Stel de liquiditeitsbalans samen op 1 januari dit jaar. c. Hoe groot is de verandering in het geïnvesteerde vermogen van de vaste middelen? d. Hoe groot is de verandering in het vreemd vermogen op lange termijn? e. Hoeveel is de quick ratio veranderd? f. Is deze verandering in de quick ratio gunstig of ongunstig? Motiveer het antwoord. g. Bereken de verandering in werkkapitaal. 10. Opdracht berekening liquiditeit en cash flow Ondernemer Jansen heeft een autoreparatiebedrijf. Daarvan heeft hij de volgende balans en begroting opgesteld. Balans Werkplaats Apparatuur Inventaris Gereedschap Voorraden Debiteuren Kas, bank, Postbank
€
80.000,C 60.000,C 10.000,C 16.000,C 20.000,C 10.000,C 8.000,C
Eigen vermogen € Hypotheek Bedrijfskrediet Crediteuren
78.000,C 50.000,C 60.000,C 16.000,C
€
204.000,C
€
204.000,C
Begroting komend jaar Omzet Inkopen
€ -
400.000,C 120.000,C
Brutowinst Exploitatiekosten
€ -
280.000,C 240.000,C
Nettowinst
€
40.000,C
Gevraagd a. Beoordeel de liquiditeit van deze onderneming als de voorraad binnenkort teruggebracht wordt tot de normale grootte van €6.000,C. Een totale vordering van €10.000,C op debiteuren is normaal. Bij deze beoordeling moet nog geen rekening geworden met dat wat onder vraag b. staat. b. De hypotheek is gesloten voor een duur van 25 jaar met een jaarlijkse aflossing in gelijke bedragen. Het bedrijfskrediet is verleend voor een periode van 4 jaar, waarop maandelijks gelijke bedragen afgelost moeten worden. Hoeveel moet er jaarlijks afgelost worden? c. De werkplaats wordt in 40 jaar afgeschreven, de apparatuur en inventaris in 10 jaar en de gereedschappen in 5 jaar. Bereken de totale afschrijving per jaar. d. Hoe groot is het bedrag aan aflossingen dat uit de winst gereserveerd dient te worden? e. Hoe hoog mogen het komende boekjaar de privé-opnamen hoogstens zijn? f. Waarom is het aan te bevelen dit bedrag niet geheel op te nemen? g. Bepaal de cash flow van deze onderneming.
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
5
11. Opdracht balans lezen Een ondernemer heeft in een winkelcentrum een pand waarin hij auto-accessoires verkoopt. Hij heeft de volgende balansen opgesteld. Balans per 1 januari Winkelpand Inventaris Voorraden Debiteuren Kas
€
300.000,C 50.000,C 50.000,C 25.000,C 10.000,C
Eigen vermogen € Hypotheek Crediteuren
240.000,C 160.000,C 35.000,C
€
435.000,C
€
435.000,C
Balans per 31 december Winkelpand Inventaris Voorraden Debiteuren Kas
€
290.000,C 35.000,C 50.000,C 25.000,C 10.000,C
Eigen vermogen € Hypotheek Crediteuren
235.000,C 150.000,C 25.000,C
€
410.000,C
€
410.000,C
Gevraagd a. Waaruit is de aflossing van de hypotheek gefinancierd? b. Hoeveel is er over het afgelopen jaar in totaal afgeschreven indien niet geïnvesteerd is? c. Waar is de rest van de afschrijvingen voor gebruikt? d. Hoe groot zijn afgelopen jaar de privé-opnamen geweest als de nettowinst €100.000,C was? e. Beoordeel de liquiditeit van de balans per 31 december. Bij de beoordeling van de liquiditeit moeten we rekening houden met een ijzeren voorraad van €40.000,C en een debiteurenkern van €15.000,C. f. De ondernemer wenst zijn inventaris te moderniseren. De kosten hiervan worden begroot op €100.000,C. Op welke manier zal deze investering gefinancierd moeten worden en waarom? g. Tot wie zou hij zich kunnen wenden en voor welk krediet zou hij in aanmerking kunnen komen? h. Zou een krediet met een looptijd van 5 jaar, groot €75.000,C, uit het oogpunt van liquiditeit groot genoeg zijn? Toon dit aan door middel van een nieuwe liquiditeitsbalans. 12. Opdracht liquiditeitsbegroting opstellen (gebruik bijlage 1) Een ondernemer stelt eind maart een liquiditeitsbegroting op voor het volgende kwartaal. Hij gebruikt daarvoor de volgende gegevens: • de kas-, bank- en Postbanksaldi bedragen per 31 maart respectievelijk €975,C, €3.570,C en €1.230,C; • de omzetten in de maanden april tot en met juli worden respectievelijk geschat op €84.000,C, €91.000,C, €86.800,C en €98.000,C en zijn alle contant. De brutowinst is 40% van de inkoopprijs. De verwachte omzet in een bepaalde maand wordt in het geheel een maand van te voren ingekocht en contant betaald; • de bedrijfskosten bedragen €6.000,C plus 3% van de omzet per maand;
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
6
•
de ondernemer heeft een 10,5% hypothecaire lening afgesloten in juli 1989, groot €60.000,C. Rentebetaling vindt plaats per 1 mei en 1 november. De halfjaarlijkse aflossingen, ad. €1.000,C, worden op dezelfde data gedaan en heeft voor de eerste keer in mei 3 jaar geleden plaatsgevonden; • in april worden de in het eerste kwartaal ingehouden bedragen voor loonheffing en sociale verzekeringspremies afgedragen. De inhoudingen bedragen €2.575,C; • alle bedrijfsverzekeringen worden in juni betaald, totaal €2.250,C; • in april krijgt de afdeling receptie nieuw meubilair ter waarde van €3.750,C. Dit wordt contant betaald; • In mei wordt de bestelauto ingeruild bij aankoop van een nieuwe auto. Bijbetaling €10.500,C Gevraagd a. Stel de liquiditeitsbegroting op. Maak daarvoor gebruik van het schema op bijlage 1. 13. Opdracht liquiditeitsbegroting opstellen (gebruik bijlage 2) Een groothandelaar in auto-onderdelen maakt drie keer per jaar een liquiditeitsbegroting op: • op 1 november voor de periode januari tot en met april; • op 1 maart voor de periode mei tot en met augustus; • op 1 juli voor de periode september tot en met december. Op 1 maart beschikt de groothandelaar over de volgende gegevens voor het opzetten van de liquiditeitsbegroting voor de periode mei tot en met augustus: • de liquide middelen per 1 mei zullen €45.000,C bedragen; • het debiteurensaldo per 1 maart bedraagt €250.000,C; • de verkopen op rekening vinden gemiddeld plaats met een krediettermijn van 2 maanden; • de verkopen worden geacht plaats te vinden per het begin van de maand en zijn als volgt gepland: totaal januari februari maart april mei juni juli augustus • •
€ -
waarvan contant 260.000,C 275.000,C 310.000,C 370.000,C 335.000,C 390.000,C 400.000,C 450.000,C
€ -
60.000,C 75.000,C 60.000,C 70.000,C 60.000,C 40.000,C 45.000,C 75.000,C
van een aan een collega groothandelaar zal in juli €3.000,C interest ontvangen worden wegens een aan hem verstrekte lening; het ontvangen leverancierskrediet kan gemiddeld op 3 maanden gesteld worden, gemeten per begin van de maand;
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
7
•
het overzicht van de inkopen is: januari februari maart april mei juni juli augustus
€ -
110.000,C 125.000,C 155.000,C 130.000,C 180.000,C 170.000,C 195.000,C 225.000,C
Deze inkopen worden geacht plaats te vinden per het begin van elke maand. Bovengenoemde bedragen zijn inclusief 19% BTW. Bij de berekening deze bedragen op hele euro’s afronden!) • de salarissen worden als volgt begroot: mei € 125.000,C juni - 140.000,C juli - 140.000,C augustus - 190.000,C •
de algemene kosten worden als volgt begroot: mei € 25.000,C juni 15.000,C juli 18.000,C augustus 20.000,C
•
in juli zal aan de ontvanger van de belastingen €65.000,C afgedragen worden wegens verschuldigde BTW. Gevraagd a. Wat is een liquiditeitsbegroting en waar dient deze voor? b. Stel de liquiditeitsbegroting op voor de periode mei tot en met augustus. Maak daarvoor gebruik van het schema op bijlage 2. c. Wat wordt verstaan onder leverancierskrediet en wat onder afnemerskrediet? Geef van beide kredieten een voorbeeld. d. De werkzaamheden en risico's verbonden aan de debiteurentegoeden kan men overdragen aan daarvoor speciaal opgerichte bedrijven. Hoe worden deze bedrijven genoemd? 14. Opdracht liquiditeitsbegroting opstellen (gebruik bijlage 3) Automaterialenhandelaar ‘Het Oosten’ stelt een liquiditeitsbegroting op voor het vierde kwartaal van dit jaar. Hij beschikt daartoe over de volgende gegevens: • de omzet voor de maanden september, oktober, november en december is begroot op respectievelijk €68.000,C, €64.000,C, €60.000,C en €68.000,C. Van deze omzetten wordt 75% contant afgerekend. De rest op rekening verkocht met 1 maand krediet. Van alle op rekening verkochte producten wordt verwacht dat het uitstaande bedrag in de daarop volgende maand ontvangen zal worden; • maandelijks wordt ⅓ van de begrote kwartaalomzet besteld. De brutowinst bedraagt 30% van de omzet. De orders worden een maand van te voren geplaatst en in de maand daarop afgeleverd; dus bestelling september wordt in oktober geleverd, enzovoort. De leveranciers verlenen 1 maand krediet. De leveringen op rekening bedroegen voor september €43.800,C;
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
8
•
de te betalen kosten worden voor oktober, november en december respectievelijk begroot op €15.800,C, €17.280,C en €14.400,C; • op 1 november 1989 heeft automaterialenhandelaar ‘Het Oosten’ een lening gesloten van €70.000,C tegen 8% rente. Aflossing en rente worden telkens achteraf per 1 november betaald, voor het eerst per 1 november 3 jaar geleden. De aflossing gebeurt in 10 gelijke bedragen; • in oktober, november en december wordt voor privé respectievelijk €1.600,C, €15.00,C en €1.700,C opgenomen; • alleen in de maand november (dus maximaal 1 maand) kan hij beschikken over een renteloos krediet, groot €10.000,C; • het bedrag aan liquide middelen bedroeg per 1 oktober €3.000,C; Gevraagd a. Stel de liquiditeitsbegroting op. Gebruik daarvoor het schema op bijlage 3. b. Automaterialenhandelaar ‘Het Oosten’ blijkt in liquiditeitsmoeilijkheden te verkeren. In de veronderstelling dat zich dit het volgende jaar niet zal herhalen, tracht automaterialenhandelaar ‘Het Oosten’ een krediet te verkrijgen, zodat zijn tekort in een overschot, groot €900,C, zal veranderen. Hoe groot dient het aan te vragen krediet te zijn? c. Welke kredietmogelijkheden staan automaterialenhandelaar ‘Het Oosten’ ter beschikking? 15. Opdracht liquiditeitsbegroting opstellen Ondernemer Pukkel van het antiroestbedrijf ‘Tectyl’ ontleent van zijn administratie de onderstaande balansposten. Uit de bedrijfsbegroting haalt hij de volgende gegevens: • omzet €840.000,C, waarvan 50% met 1 maand krediet; • brutowinstopslag 25% van de verkoopprijs; • inkopen €600.000,C, waarvan 40% met 2 maanden krediet; • de te betalen bedrijfskosten zullen €130.000,C bedragen; • van de lening moet €10.000,C afgelost worden; • van de inventaris wordt 10% afgeschreven; • de privé-opnamen zullen €40.000,C bedragen. Balans per 1 januari .... Inventaris Voorraden Debiteuren Betalingsmiddelen
€
30.000,C 60.000,C 40.000,C 20.000,C
€ 150.000,C
Eigen vermogen € Lening Crediteuren
50.000,C 50.000,C 50.000,C
€ 150.000,C
Gevraagd a. Stel de liquiditeitsbegroting voor het komende jaar op. b. Stel de exploitatiebegroting voor het komende jaar op. c. Stel de geprognotiseerde balans per 31 december op. d. Verifieer de juistheid van het eigen vermogen per 31 december.
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
9
16. Opdracht liquiditeitsbegroting opstellen (gebruik bijlage 4) Ondernemer Speedy van motorpaleis ‘Gaatnietonderuit’ wil een liquiditeitsbegroting opstellen en beschikt daartoe over de volgende gegevens: november december januari februari maart
jaar 1 jaar 1 jaar 2 jaar 2 jaar 2
Begrote inkopen
Begrote verkopen
€ -
€ -
75.000,C 80.000,C 95.000,C 88.000,C 77.000,C
110.000,C 120.000,C 135.000,C 125.000,C 100.000,C
• • •
de brutowinst is gemiddeld 25% van de omzet; de krediettermijn aan debiteuren is één maand en aan crediteuren twee maanden; de begrote kosten bedragen: te betalen per maand €10.000,C; te betalen per maand 5% van de verkoop in die maand; te betalen per jaar €24.000,C; dit is over de kwartalen gelijkelijk verdeeld met als ingangsdatum 1 januari; afschrijving op gebouw en inventaris per jaar €20.000,C, wordt per maand betaald; • te betalen in maart voor vennootschapsbelasting €35.000,C; • de liquide middelen zullen naar schatting per 1 januari van jaar 2 €70.000,C bedragen. Gevraagd a. Stel de liquiditeitsbegroting en de resultatenbegroting op voor het eerste kwartaal van jaar 2. Gebruik daarvoor het schema op bijlage 4.
17. Solvabiliteit a. Waarom moet, vanwege de continuïteit een onderneming behalve liquide ook solvabel zijn? b. Definieer de solvabiliteit van een onderneming. c. Geef de formule van het solvabiliteitspercentage. d. Op welke manier is de in vraag c. genoemde formule om te zetten? e. Kunt u aantonen waarom het solvabiliteitspercentage minimaal 100% moet zijn? f. De minimumgrens van het solvabiliteitspercentage is onder andere afhankelijk van: • de stabiliteit binnen de branche; • de stabiliteit van de verkoopwaarden van de activa; • de kapitaalstructuur van de onderneming; • het financiële beleid; • de doelmatigheid van de onderneming. Geef voor elke genoemde factor een verklaring. g. Noem een aantal oorzaken waardoor de solvabiliteitspositie van een onderneming kan veranderen. h. Wat verstaat men onder een liquidatiebalans? Geef aan waarvoor deze bedoeld is. i. Waarom is in een bedrijf meestal geen liquidatiebalans beschikbaar? j. Verklaar waarom de verhouding tussen lang vreemd vermogen en kort vreemd vermogen geen invloed heeft op de solvabiliteit van de onderneming, maar wel op de liquiditeit. k. Welke twee factoren worden bij weerstandsvermogen tegen elkaar afgewogen? l. Formuleer op twee manieren het ‘aandeel eigen vermogen’ ofwel weerstandsvermogen. m. Waartoe dient het aandeel eigen vermogen ofwel weerstandsvermogen?
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
10
n.
o. p. q. r. s. t. u. v.
Achtergestelde lening • Wat is dit voor een soort lening? • Wat is het doel van deze lening? • Op welke voorwaarde kan een dergelijke verkregen worden? • Verklaar dat door deze lening het risico voor overige schuldeisers minder wordt. Wat is het verschil tussen een liquiditeits- en een liquidatiebalans? Kan een onderneming tegelijkertijd liquide als insolvabel zijn? Verklaar uw antwoord. Kan een onderneming tegelijkertijd illiquide als solvabel zijn? Verklaar uw antwoord. Verklaar waarom illiquiditeit gemakkelijker in liquiditeit om te zetten is dan insolvabiliteit in solvabiliteit. Welke mogelijkheden heeft een ondernemer om illiquiditeit om te zetten in liquiditeit? Welke mogelijkheden heeft een ondernemer om insolvabiliteit om te zetten in solvabiliteit? Wanneer is er economisch sprake van surséance van betaling en wanneer van faillissement van een onderneming? De kredietwaardigheid van een onderneming wordt niet alleen bepaald door een goed solvabiliteitspercentage. Noem nog een aantal factoren.
18. Opdracht berekening solvabiliteitspercentage De vermogenspositie van een onderneming ziet er op 01-01-…. als volgt uit: Bezittingen
€
100.000,C
Eigen vermogen € Vreemd vermogen -
60.000,C 40.000,C
Gevraagd a. Bereken het solvabiliteitspercentage op 01-01-…. b. Bereken het solvabiliteitspercentage als één van de onderstaande gevallen zich voordoet: a. door een algemene prijsstijging wordt de waarde van de bezittingen €120.000,C; b. door de technische ontwikkeling daalt de waarde van de apparatuur met €10.000,C; c. in 19.. wordt een winst gemaakt van €40.000,C, terwijl de eigenaren €25.000,C uit de zaak nemen; d. in 19.. wordt een winst gemaakt van €25.000,C, terwijl de eigenaren €40.000,C uit de zaak nemen; e. in 19.. wordt een verlies geleden van €20.000,C, terwijl de eigenaren €25.000,C uit de zaak nemen; f. een eigenaar wint €50.000,C in een loterij en stort dit bedrag als vermogensdeelname in de kas van de zaak; g. er treedt een nieuwe eigenaar tot de zaak toe en deze brengt een vermogen in van €100.000,C; h. er wordt een lening gesloten van €30.000,C; i. op de bestaande lening wordt €30.000,C afgelost.
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
11
19. Opdracht berekening financieringsratio’s Van een onderneming is de volgende balans bekend. Balans Terreinen Gebouwen Inventaris Vervoermiddelen Voorraad Debiteuren Kas, bank, Postbank
€
100.000,C 140.000,C 44.000,C 28.000,C 64.000,C 35.000,C 28.000,C
€
439.000,C
Eigen vermogen Hypotheek o/z Bedrijfskrediet Rekening courant Crediteuren
€
124.000,C 160.000,C 75.000,C 45.000,C 35.000,C
€
439.000,C
Verder is gegeven: • de ijzeren voorraad is 70% van de totale voorraad; • de debiteurenkern is 60% van de debiteuren; • de crediteurenkern is 40% van de crediteuren. Gevraagd a. Stel de liquiditeitsbalans op. b. Bereken de quick ratio. c. Bereken de current ratio. d. Bereken het solvabiliteitspercentage. e. Bereken het aandeel eigen vermogen. f. Bereken het werkkapitaal. g. Geef aan of de onderneming liquide is. h. Geef aan of de onderneming solvabel is. 20. Opdracht berekening financieringsratio’s Van een autobedrijf is de onderstaande balans gegeven. Balans Vaste activa Vlottende activa Betalingsmiddelen
€
1.500.000,C 700.000,C 300.000,C
€
2.500.000,C
EV LVV KVV
€
800.000,C 1.200.000,C 500.000,C
€
2.500.000,C
Gevraagd a. Bereken het solvabiliteitspercentage. b. Bereken het aandeel eigen vermogen. c. Bereken de current ratio. d. Bereken het werkkapitaal. e. Bereken hoeveel van het werkkapitaal dient ter financiering van de vaste kernen bij: • een ijzeren voorraad van €400.000,C; • een debiteurenkern van €150.000,C; • een betalingsmiddelenkern van €100.000,C; • een crediteurenkern van €350.000,C.
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
12
21. Opdracht berekeningen beoordeling financieringsratio’s Van een autobedrijf is de onderstaande balans gegeven. Balans Gebouwen Inventaris Demo’s Voorraden Debiteuren Betalingsmiddelen
€ 1.400.000,C 800.000,C 200.000,C 500.000,C 400.000,C 180.000,C
Eigen vermogen € 1.800.000,C Hypotheek o/z 900.000,C Garantiekrediet 400.000,C Crediteuren 350.000,C Overige kortlopende schulden 30.000,C
€ 3.480.000,C
€ 3.480.000,C
Verder is bekend: • van de voorraad behoort €400.000,C tot de ijzeren voorraad; • een vordering van €100.000,C op debiteuren is in deze onderneming normaal; • binnen een jaar moet op de lang lopende leningen €80.000,C afgelost worden, waarvan €50.000,C op de hypotheek. Gevraagd a. Stel de liquiditeitsbalans op. b. Geef de beoordeling over de liquiditeit van de onderneming. c. Bereken het solvabiliteitspercentage. d. Bereken het aandeel eigen vermogen (twee verschillende manieren). e. Heeft het solvabiliteitspercentage oftewel aandeel eigen vermogen invloed op het verkrijgen van vreemd vermogen? f. Bereken de liquiditeit van de eerste orde. g. Beoordeel dit kengetal. h. Bereken de liquiditeit van de tweede orde. i. Beoordeel dit kengetal. j. Bereken het werkkapitaal. k. Waartoe dient het werkkapitaal? 22. Opdracht berekeningen beoordeling financieringsratio’s Ondernemer Denkruim van autobedrijf ‘Quantum’ beschikt over de volgende balansposten. Bedrijfseconomische balans per 01-01-.. Gebouwen Inventaris Demo’s Voorraden Debiteuren Betalingsmiddelen
€
1.200.000,C 250.000,C 200.000,C 2.000.000,C 250.000,C 100.000,C
€
4.000.000,C
Eigen vermogen Hypotheek o/z LVV bank Crediteuren Rekening-courant
€
2.000.000,C 800.000,C 100.000,C 1.000.000,C 100.000,C
€
4.000.000,C
Gevraagd a. Beoordeel met behulp van ratio's de liquiditeit en solvabiliteit van de onderneming.
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
13
b.
c.
Beoordeel de liquiditeit (balansliquiditeit en werkkapitaal) en solvabiliteit van de onderneming met behulp van de liquiditeitsbalans als het volgende bekend is: • ijzeren voorraad €1.200.000,C; • debiteurenkern €210.000,C; • kern betalingsmiddelen €90.000,C; • crediteurenkern €200.000,C. Gezien de slechte marktomstandigheden en de omvang van de voorraden, vertrouwt de huisbankier de situatie niet geheel en eist van de ondernemer een liquidatiebalans. Deze ziet er als volgt uit: Liquidatiealans per 01-01-.. Gebouwen Inventaris Demo’s Voorraden Debiteuren Betalingsmiddelen
d.
€
1.000.000,C 200.000,C 150.000,C 1.300.000,C 250.000,C 100.000,C
€
3.000.000,C
Eigen vermogen Hypotheek o/z LVV bank Crediteuren Rekening-courant
€
1.000.000,C 800.000,C 100.000,C 1.000.000,C 100.000,C
€
3.000.000,C
Beoordeel nu met behulp van de liquiditeit- en solvabiliteitratio's de economische positie van de onderneming. Hoe kan een ondernemer achter de liquidatiebedragen komen?
23. Rentabiliteit a. Wanneer is een onderneming rendabel? b. Uit welke drie elementen bestaat het ondernemersinkomen? c. Waarom zijn het gewaardeerd loon en de totale privé-opnamen doorgaans niet aan elkaar gelijk? d. Kunt u één of meer redenen bedenken waarom niet iedere ondernemer met natuurlijke persoonlijkheid rekening houdt met vergoeding eigen vermogen? e. Wat verstaat men onder rentabiliteit? f. Welke vormen van rentabiliteit kent men in de economie? g. Geef de formules van de REV, RVV en RTV voor ondernemers met natuurlijke persoonlijkheid. h. Geef de formules van de REV, RVV en RTV voor ondernemers met rechtspersoonlijkheid. i. Waarin zit het verschil in rentabiliteit tussen ondernemers met natuurlijke persoonlijkheid en met rechtspersoonlijkheid? j. Wat verstaat men onder het hefboomeffect? k. Geef de formule van het hefboomeffect. l. Wanneer heeft het financieren met vreemd vermogen een gunstige invloed op de REV? m. Geef in de formule van het hefboomeffect aan wanneer sprake is van een positief hefboomeffect en wanneer van een negatief hefboomeffect? n. Als de RTV groter is als de RVV bij een gegeven verhouding tussen eigen en vreemd vermogen, lijkt het voor de ondernemer aantrekkelijk in de onderneming zoveel mogelijk eigen vermogen te investeren ten koste van vreemd vermogen. Welke factoren zullen dit beperken? o. Geef de formule van de RTV waarin de brutomarge en de omloopsnelheid van het vermogen tot uiting komen.
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
14
p. q.
r.
s. t.
Welk verband bestaat er tussen de omloopsnelheid en de omlooptijd van het vermogen? Geef het verschil aan tussen: • brutomarge; • brutowinstmarge; • nettowinstmarge. Wanneer op de verkoop van auto's een ‘geringe’ nettowinstmarge behaald wordt, moet de omzet zorgen voor voldoende RTV. Wanneer de omzet auto's beperkt is, moet de nettowinstmarge zorgen voor voldoende RTV. Bekritiseer deze uitspraken en geef van elke uitspraak een voorbeeld. Geef door middel van de ‘Du Pont Chart’ het verband tussen rentabiliteit, winst en omzetsnelheid van het vermogen weer. Welk verband bestaat er tussen liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit?
24. Opdracht berekening eigen vermogen en cash flow Het eigen vermogen van een onderneming bedroeg op 1 januari €60.000,C. De fiscale winst over het boekjaar was €48.000,C. Van het gewaardeerd loon van €42.000,C was €40.000,C voor privé-gebruik opgenomen. De afschrijvingen hebben €20.000,C bedragen. Voor de rentevergoeding over het gemiddeld eigen vermogen is 11% berekend. Gevraagd a. Bereken het eigen vermogen op 31 december. b. Bereken het economisch resultaat en geef aan of dit positief of negatief is. c. Bereken de werkelijk behaalde rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen. d. Bereken de cash flow. e. Waarvoor kan de cash flow aangewend worden? 25. Opdracht berekening rentabiliteit Van een groot autobedrijf kan uit de jaarrekening het volgende afgeleid worden: • eigen vermogen op 1 januari €15.000.000,C; • eigen vermogen op 31 dec. €15.000.000,C; • vreemd vermogen op 1 januari €4.000.000,C; • vreemd vermogen op 31 dec. €6.000.000,C; • interestkosten vreemd vermogen €625.000,C; • winst voor aftrek vennootschapsbelasting €2.250.000,C. Gevraagd a. Bereken de rentabiliteit van het gemiddeld in de onderneming geïnvesteerde eigen vermogen voor aftrek van de vennootschapsbelasting. b. Bereken de rentabiliteit van het gemiddeld in de onderneming geïnvesteerde vreemd vermogen. c. Bereken de rentabiliteit van het gemiddeld in de onderneming geïnvesteerde totale vermogen. d. Bereken de rentabiliteit van het gemiddeld in de onderneming geïnvesteerde eigen vermogen na aftrek van de vennootschapsbelasting als de winstbelasting 36% bedraagt. 26. Opdracht berekening vergoeding eigen vermogen en rentabiliteit Een grossier in automaterialen heeft een werkkapitaal van €250.000,C. Hiervan is €150.000,C eigen vermogen en €100.000,C geleend geld. Over het geleende geld betaalt hij 8% rente. De nettowinst bedroeg €85.000,C. Het gewaardeerd loon wordt gesteld op €60.000,C.
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
15
Gevraagd a. Bepaal de vergoeding voor het eigen vermogen. b. Bepaal de rentabiliteit van het eigen vermogen. c. Bepaal de rentabiliteit van het totale vermogen. 27. Opdracht berekening vergoeding eigen vermogen en rentabiliteit Een handelsonderneming had afgelopen jaar een gemiddeld eigen vermogen van €260.000,C en een vreemd vermogen van €240.000,C. De nettowinst bedroeg €145.000,C en het gewaardeerd loon €65.000,C. Er werd €27.500,C aan interest betaald voor het vreemd vermogen. Gevraagd a. Bereken de vergoeding voor het eigen vermogen. b. Bereken de vergoeding voor het totale vermogen. c. Bereken de rentabiliteit van het totale vermogen. 28. Opdracht berekening rentabiliteit Ondernemer Draaiknop van autoradiohuis ‘Big Sound’ wil het rendement van zijn bedrijf calculeren. Hij stelt daarvoor twee geprognotiseerde balansen op, namelijk voor 1 januari en 31 december van het komende jaar. Tevens maakt hij een geprognotiseerde exploitatiestaat. Geprognotiseerde balans 01-01-.. Pand Inventaris Bestelauto Voorraden Debiteuren Kas Bank Postbank
€
134.000,C 25.000,C 13.000,C 24.000,C 16.000,C 4.000,C 6.000,C 8.000,C
Eigen vermogen € 8% hypotheek Crediteuren Te betalen O.B. Bank
117.400,C 80.000,C 30.000,C 2.600,C
€
230.000,C
€
230.000,C
Geprognotiseerde balans 31-12-.. Pand Inventaris Bestelauto Voorraden Debiteuren Kas Postbank Bank
Uitgeverij Streutker
€
164.000,C 20.000,C 10.000,C 26.000,C 14.000,C 1.000,C 3.000,C
Eigen vermogen € 8% hypotheek Crediteuren Te betalen O.B. Bank
120.000,C 76.000,C 36.000,C 2.000,C 4.000,C
€
238.000,C
€
238.000,C
Vragen/opdrachten Financieel Management
16
Geprognotiseerde exploitatiestaat Afschrijvingen Loonkosten Interest Autokosten Huisvestingskosten Algemene kosten Nettowinst
€
16.000,C 50.000,C 8.000,C 6.000,C 2.000,C 10.000,C 84.000,C
€
176.000,C
Netto-omzet Inkoopwaarde Brutowinst
€
880.000,C 704.000,C 176.000,C
€
176.000,C
Gevraagd a. Bereken het economisch resultaat als het gewaardeerd loon gesteld wordt op €76.000,C en 8% interest berekend wordt als vergoeding voor het gemiddeld eigen vermogen. b. Bereken de REV. c. Bereken de RVV. d. Bereken de RTV. 29. Opdracht berekening financieringsratio’s De ondernemer van een automobielbedrijf presenteert de volgende balans en resultatenrekening over het afgelopen jaar. BALANS PER 31-12-..... Gebouwen Machines Inventaris
€ -
625.000,C 110.000,C 60.000,C
Vaste activa
€
795.000,C
Vlottende activa
-
725.000,C
Liquide middelen
-
85.000,C
€
1.605.000,C
€
675.000,C
-
480.000,C
-
450.000,C
€
1.605.000,C
Voorraden Debiteuren
Aandelenvermogen Reserves
€ -
€ -
500.000,C 225.000,C
290.000,C 385.000,C
Eigen vermogen Leningen Hypotheek o.z.
€ -
155.000,C 325.000,C
Lang vreemd vermogen Crediteuren Rekeningcourant Kort vreemd vermogen
Uitgeverij Streutker
€ -
255.000,C 195.000,C
Vragen/opdrachten Financieel Management
17
RESULTATENREKENING Omzet Kostprijs van de omzet
€ -
3.200.000,C 2.750.000,C
Bedrijfsresultaat Betaalde rente
€ -
450.000,C 80.000,C
Winst voor belasting Vennootschapsbelasting
€ -
370.000,C 180.000,C
Winst na belasting
€
190.000,C
Gevraagd a. Bereken de quick ratio. b. Bereken de current ratio. c. Bereken het werkkapitaal. d. Bereken de RTV. e. Bereken de REV. 30. Opdracht berekening en beoordeling rentabiliteit Ondernemer Koolwaterstof produceert in zijn fabriek imitatie-uitlaten voor de Nederlandse markt. Hij wil de ontwikkelingen in zijn bedrijf goed in de gaten houden en stelt daarvoor een geprognotiseerde balans op. Uiteraard doet hij dit naar aanleiding van gegevens van het huidige jaar en de toekomstverwachting die hij daarbij heeft. Geprognotiseerde balans per 01-01-.. Gebouwen Machines Voorraden Debiteuren Kas, Postbank, bank
€
150.000,C 90.000,C 105.000,C 57.000,C 21.000,C
€
423.000,C
Eigen vermogen Hypotheek Crediteuren
€
294.000,C 75.000,C 54.000,C
€
423.000,C
Verdere gegevens over het huidige jaar zijn: • nettowinst €105.000,C; • gewaardeerd loon €72.000,C; • privé-uitgaven €78.000,C; • privé-storting €4.500,C. Gevraagd a. Bereken het eigen vermogen op 1 januari van het huidige jaar. b. Bereken de rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen, als u weet dat rente over het eigen vermogen hier niet tot de bedrijfskosten gerekend is. c. Geef uw oordeel over deze rentabiliteit. d. Als een rendement van 8% over het eigen vermogen normaal is, hoeveel procent blijft er dan over voor risicovergoeding?
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
18
e.
f.
g.
h.
Ondernemer Koolwaterstof wil vanwege de efficiency zijn bedrijf in het begin van het komende jaar aanpassen. De verbouwing wordt op €18.000,C geraamd. Voor de gewenste efficiencyverhoging is een nieuwe machine nodig ter waarde van €21.000,C. De voorraad zal daardoor stijgen met een bedrag van €15.000,C. Hij schat dat de vorderingen op debiteuren zullen oplopen tot €66.000,C. Om zijn onafhankelijkheid te waarborgen, wil hij zijn schuld aan zijn crediteuren terugbrengen tot €36.000,C. Welk bedrag zal ondernemer Koolwaterstof moeten lenen om dit te financieren? Hij kan een bedrag van €90.000,C lenen tegen 8% per jaar. Hierop moet hij €9.000,C per half jaar aflossen. Is de lening uit liquiditeitsoogpunt groot genoeg? Hierbij moeten we aannemen dat het bedrag van de uitstaande vorderingen en de voorraden niet terug zullen lopen. Op een leverancierskrediet van €36.000,C kan regelmatig gerekend worden. Op de gebouwen wordt jaarlijks €4.500,C afgeschreven. Oude en nieuwe machines worden binnen 8 jaar afgeschreven. De restwaarde wordt verwaarloosd. Hoeveel aan afschrijvingen vloeit per jaar in de onderneming terug? Waaraan zullen deze bedragen besteed worden?
31. Opdracht berekening vergoeding eigen vermogen en rentabiliteit Ondernemer Menning van automaterialenzaak ‘Het Oosten’ beschikt over de volgende resultatenrekening. Resultatenrekening Netto-omzet Inkoopwaarde
€ 1.000.000,C 700.000,C
Brutowinst
€
300.000,C
Totale kosten
-
225.000,C
Nettowinst
€
75.000,C
Kosten: - lonen, sociale premies, enz. - huur, verwarming, enz. - afschrijving verbouwing - reclame, vervoer, enz. - afschrijving inventaris, auto - interest
€ -
160.000,C 20.000,C 9.000,C 20.000,C 8.000,C 8.000,C
Verder is gegevens: • eigen vermogen 1 januari €86.000,C • eigen vermogen 31 december €88.000,C • totaal vermogen 1 januari €330.000,C • totaal vermogen 31 december €450.000,C • gewaardeerd loon €60.000,C • rente lang krediet 8% Gevraagd a. Hoeveel behoorde de vergoeding over het gemiddeld eigen vermogen te zijn bij de gegeven rentestand? b. Bereken het economisch resultaat. c. Bereken de rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen. d. Bereken de rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen.
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
19
32. Opdracht berekening en beoordeling rentabiliteit Ondernemer Automaat had afgelopen boekjaar een gemiddeld totaal vermogen van €1.000.000,C, waarvan €600.000,C vreemd vermogen, tegen een rente van 10% per jaar. Zijn nettowinst bedroeg over dat jaar €60.000,C. Met deze nettowinst is bij de vermogenssamenstelling reeds rekening gehouden. Gevraagd a. Bereken over het afgelopen boekjaar de REV. b. Bereken over het afgelopen boekjaar de RTV. c. Op 1 januari van dit jaar vergroot hij zijn vermogen met €200.000,C. De RTV blijft ongewijzigd. Bereken voor dit jaar de REV, indien de €200.000,C als vreemd vermogen aangetrokken wordt tegen een rente van 10%. d. Waardoor is dit jaar de REV gestegen ten opzichte van vorig jaar? 33. Opdracht berekening vermogen, winst en rentabiliteit De begin- en eindbalansen van ‘NV AUTO’ zien er na winstverdeling als volgt uit: Balans per 01-01-.. (bedragen x €1.000,C) Gebouwen Terreinen Inventaris Demo's Voorraden Debiteuren Betalingsmiddelen
4.000 2.000 500 400 2.000 900 200
Maatschappelijk aandelenvermogen Aandelen in portefeuille Geplaatst aandelenvermogen Algemene reserve Agioreserve 8% Hypothecaire lening 7% Obligatielening Voorzieningen Crediteuren Overige kortlopende schulden
5.000 2.000 3.000 1.700 500 1.200 1.500 500 900 700
10.000
10.000
Balans per 31-12-.. (bedragen x €1.000,C) Gebouwen Terreinen Inventaris Demo's Voorraden Debiteuren Betalingsmiddelen
4.800 2.000 700 500 2.600 1.000 400
Maatschappelijk aandelenvermogen Aandelen in portefeuille Geplaatst aandelenvermogen Algemene reserve Agioreserve 8% Hypothecaire lening 7% Obligatielening Voorzieningen Crediteuren Overige kortlopende schulden
12.000
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
5.000 1.000 4.000 2.000 800 1.400 1.400 500 1.000 900 12.000
20
Gevraagd a. Bereken het eigen vermogen van deze onderneming per 1 januari en per 31 december. b. Bereken het gemiddeld eigen vermogen. c. Bereken het gemiddeld totale vermogen. d. De winst bedroeg €1.500.000,C. De kosten van het leverancierskrediet bedroegen €20.000,C. De aflossing op de hypothecaire lening en op de obligatielening vonden op 1 juli plaats. Bereken de rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen. e. Bereken de rentabiliteit van het gemiddeld totale vermogen. 34. Opdracht berekening en toelichting rentabiliteit Van ‘NV Auto’ zijn de balansen per 1 januari en per 31 december gegeven. Om de diverse rentabiliteitratio's te kunnen bepalen, zijn de volgende gegevens bekend: • de betaalde rente die ten laste van de winst- en verliesrekening kwam, bedroeg €200.000,C; • de behaalde nettowinst, groot €700.000,C, was als volgt verdeeld: vennootschapsbelasting €200.000,C; dividend en tantièmes €300.000,C; winstreserve €200.000,C; Balans per .......... (bedragen x €1.000.000,C) 1 jan Diverse activa
5.0
5.0
31 dec 6.0
1 jan Aandelenvermogen Winstreserve Herwaarderingsreserve Crediteuren Nettowinst
6.0
1.5 1.0 0.5
31 dec
2.0
1.5 1.0 0.6 2.2 0.7
5.0
6.0
Gevraagd a. Bepaal aan de hand van de gegevens het eigen vermogen en het vreemd vermogen van NV Auto per 31 december na winstverdeling. b. Bereken de rentabiliteit van het gemiddeld totale vermogen voor aftrek van de vennootschapsbelasting. Voor het gemiddeld vermogen mag aangenomen worden dat dit het gemiddelde is van de balans van 01-01-…. en de balans van 31-12-…. na winstverdeling. c. Bereken de rentabiliteit van het eigen vermogen voor aftrek van de vennootschapsbelasting dat gemiddeld in NV Auto aanwezig was. d. Bereken de rentabiliteit van het eigen vermogen na aftrek van de vennootschapsbelasting dat gemiddeld in NV Auto aanwezig was. e. Verklaar waarom de uitkomst van vraag c. hoger is dan die van vraag b. f. Licht het antwoord toe met een berekening en neem daarbij de uitkomst van vraag b. als uitgangspunt.
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
21
35. Opdracht berekening rentabiliteit en omloopsnelheid vermogen Een toeleveringsbedrijf van autofabrikanten publiceerde de volgende balans per 31-12-…. Balans per 31-12-.. (bedragen x €1.000,C) Gebouwen Machines Diverse activa Voorraden Debiteuren Betalingsmiddelen
3.000 9.000 200 3.000 2.800 500
Maatschappelijk aandelenvermogen Aandelen in portefeuille Geplaatst aandelenvermogen Algemene reserve 9% Hypothecaire lening 12% Obligatielening Bank Crediteuren Nettowinst
8.000 4.000 4.000 6.000 1.000 3.500 1.000 2.000 1.000
18.500
18.500
Verder is bekend: • de winst is gelijkmatig over het jaar verkregen. Van de overige posten op de balans moet aangenomen worden dat het jaargemiddelde overeenkomt met de balansbedragen; • de kosten van het bankkrediet bedroegen €120.000,C; • de kosten van het leverancierskrediet bedroegen €170.000,C; • de vennootschapsbelasting wordt buiten beschouwing gelaten. Gevraagd a. Bereken het gemiddeld eigen vermogen over dit jaar. b. Bereken de RTV (1 december). c. Bereken de RVV (1 december). d. Bereken de gemiddelde REV met behulp van de formule die het verband aangeeft tussen REV, RTV en RVV. e. De omzet bedroeg €40.000.000,C. Bereken de nettowinstmarge in procenten (1 december). f. Bereken de omloopsnelheid van het vermogen (1 december). g. Welke grootheid kan met behulp van de antwoorden e. en f. berekend worden? 36. Opdracht berekening rentabiliteit en opstelling/beoordeling Du Pont Chart Van autobedrijf ‘Ligtgoed’ zien de balansen per 01-01-.. en per 31-12-.. en de resultatenrekening over dat boekjaar er als volgt uit. Balans per 01-01-.. (bedragen x €1.000,C) Gebouwen Inventaris Voorraden Debiteuren Betalingsmiddelen
945 600 1.320 540 75
Aandelenvermogen Agioreserve Winstreserve 9% Obligatielening Crediteuren
3.480
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
960 240 420 1.200 660 3.480
22
Balans per 31-12-.. (bedragen x €1.000,C) Gebouwen Inventaris Voorraden Debiteuren Betalingsmiddelen
900 800 1.600 600 100
Aandelenvermogen Agioreserve Winstreserve 9% Obligatielening Crediteuren
1.250 350 600 1.100 700
4.000
4.000
Resultatenrekening (bedragen x €1.000,C) Interest Afschrijving pand Afschrijving inventaris Overige kosten Nettowinst
100 50 100 1.250 300
Omzet Inkoopwaarde van de omzet
Brutowinst Boekwinst verkochte inventaris 1.800
10.800 8.800
2.000 200 1.800
Nadere gegevens zijn: • de kosten van het ontvangen leverancierskrediet waren €13.000,C. Dit bedrag is niet begrepen in het interestbedrag op de resultatenrekening; • als gemiddeld geïnvesteerd vermogen moet het gemiddelde van deze posten van beide balansen genomen worden. Gevraagd a. Bereken de RTV. b. Bereken de omloopsnelheid van het gemiddeld eigen vermogen. c. Bereken de nettowinst in procenten van de omzet. d. Welke relatie bestaat er tussen de omloopsnelheid van het eigen vermogen, de nettowinst in procenten van de omzet en de rentabiliteit van het eigen vermogen? e. Teken de Du Pont Chart, bereken de ontbrekende waarden en vul de Du Pont Chart in. f. Becommentarieer de waarden in de Du Pont Chart en analyseer bij te grote afwijkingen de oorzaak. 37. Opdracht opstelling en becommentariëren Du Pont Chart Toeleverancier ‘NV Elektronica’ produceert hardware voor autofabrikanten. Uit het jaarverslag zijn de onderstaande balans en resultatenrekening overgenomen. Balans (bedragen x €1.000,C) Gebouwen Inventaris Voorraden Debiteuren Vooruitbetalingen Liquide middelen
2.000 400 4.000 600 500 500 8.000
Uitgeverij Streutker
Aandelenvermogen Algemene reserve Herwaarderingsreserve Voorzieningen Schulden lange termijn Schulden korte termijn
2.000 350 650 400 4.000 600 8.000
Vragen/opdrachten Financieel Management
23
Resultatenrekening (bedragen x €1.000,C) Omzet Kostprijs van de omzet (excl. interest en afschrijvingen)
6.000 4.000
Bruto bedrijfsresultaat Afschrijvingen
2.000 600
Netto bedrijfsresultaat Bijzondere opbrengsten
1.400 200
Interest vreemd vermogen
1.600 800
Winst voor belasting Vennootschapsbelasting
800 300
Winst na belasting
500
Voor de hierna gevraagde berekeningen moet aangenomen worden dat het gemiddeld eigen en vreemd vermogen over het hele jaar gelijk zijn. Gevraagd a. Bereken de REV voor belastingen (2 december). b. Bereken de RTV voor belastingen (2 december). c. Bereken de RVV (2 december). d. Is hier sprake van een positieve of negatieve werking van het hefboomeffect. Waardoor wordt dit veroorzaakt? e. Bereken de brutomarge (2 december). f. Bereken de omloopsnelheid van het totale vermogen (2 december). g. Bereken met behulp van de antwoorden e. en f. de RTV (2 december). h. Teken de Du Pont Chart, bereken de ontbrekende waarden en vul de Du Pont Chart in. i. Becommentarieer de waarden in de Du Pont Chart en analyseer bij te grote afwijkingen de oorzaak. 38. Opdracht opstelling en becommentariëren Du Pont Chart (gebruik bijlage 5) Voor deze opgave moet uitgegaan worden van de gegevens van opdracht 61. Gevraagd a. Op bijlage 5 staat de Du Pont Chart afgedrukt. Vul de bekende gegevens uit opdracht 61 hierin in. Bereken de ontbrekende waarden en vul deze eveneens in. b. Verifieer de uitkomst van de RTV volgens de Du Pont Chart met de uitkomst van de RTV van opdracht 61d. Bij afwijking is één van de antwoorden fout! c. Welke functie heeft de Du Pont Chart als managementinstrument? d. Becommentarieer de waarden in de Du Pont Chart en analyseer bij te grote afwijkingen de oorzaak. 39. Opdracht opstelling en becommentariëren Du Pont Chart (gebruik bijlage 6) Voor deze opgave moet uitgegaan worden van de gegevens van opdracht 62. Gevraagd a. Op bijlage 6 staat de Du Pont Chart afgedrukt. Vul de bekende gegevens uit opdracht 62 hierin in. Bereken de ontbrekende waarden en vul deze hierin in. b. Verifieer de uitkomst van de RTV volgens de Du Pont Chart met de uitkomst van de RTV opgave 62d. Bij afwijking is één van de antwoorden fout. c. Becommentarieer de waarden in de Du Pont Chart en analyseer bij te grote afwijkingen de oorzaak.
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
24
BIJLAGE 1 (behoort bij opdracht 45)
APRIL Liquide middelen Opbrengst verkopen
MEI
JUNI
€ ......................... € ......................... € ......................... .........................
.........................
.........................
Totaal beschikbaar
€ ......................... € ......................... € .........................
Inkopen
€ ......................... € ......................... € .........................
Bedrijfskosten
.........................
.........................
.........................
Aflossing hypotheek
.........................
.........................
.........................
Rente hypotheek
.........................
.........................
.........................
Loonheffing en premies
.........................
.........................
.........................
Verzekeringen
.........................
.........................
.........................
Inventaris
.........................
.........................
.........................
Auto
.........................
.........................
.........................
Totaal uitgaven
€ ......................... € ......................... € .........................
Beschikbare gelden
€ ......................... € ......................... € .........................
Uitgaven Resultaat liquide middelen
Uitgeverij Streutker
.........................
.........................
.........................
€ ......................... € ......................... € .........................
Vragen/opdrachten Financieel Management
25
BIJLAGE 2 (behoort bij opdracht 46)
Periode
MEI
JUNI
JULI
AUGUSTUS
Omschrijving Beginstand liquide middelen
€ ....................... € ....................... € ....................... € .......................
ONTVANGSTEN: -
.......................
.......................
.......................
.......................
-
.......................
.......................
.......................
.......................
-
.......................
.......................
.......................
.......................
-
.......................
.......................
.......................
.......................
-
.......................
.......................
.......................
.......................
Totaal ontvangsten
€ ....................... € ....................... € ....................... € .......................
UITGAVEN: -
€ ....................... € ....................... € ....................... € .......................
-
.......................
.......................
.......................
.......................
-
.......................
.......................
.......................
.......................
-
.......................
.......................
.......................
.......................
-
.......................
.......................
.......................
.......................
Totaal uitgaven
€ ....................... € ....................... € ....................... € .......................
Eindstand liquide middelen
€ ....................... € ....................... € ....................... € .......................
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
26
BIJLAGE 3 (behoort bij opdracht 47)
Periode
OKTOBER
NOVEMBER
DECEMBER
Omschrijving ONTVANGSTEN: •
contante verkopen
•
debiteuren
.........................
.........................
.........................
•
renteloos krediet
.........................
.........................
.........................
Totaal ontvangsten
€ ......................... € ......................... € .........................
€ ......................... € ......................... € .........................
UITGAVEN: •
crediteuren
•
kosten
.........................
.........................
.........................
•
aflossing lening
.........................
.........................
.........................
•
interest lening
.........................
.........................
.........................
•
privé
.........................
.........................
.........................
•
renteloos krediet
.........................
.........................
.........................
Totaal uitgaven
€ ......................... € ......................... € .........................
€ ......................... € ......................... € .........................
Beginstand liquide middelen € ......................... € ......................... € ......................... Overschot of tekort Eindstand liquide middelen
Uitgeverij Streutker
.........................
.........................
.........................
€ ......................... € ......................... € .........................
Vragen/opdrachten Financieel Management
27
BIJLAGE 4 (behoort bij opdracht 49) LIQUIDITEITSBEGROTING 1E KWARTAAL JAAR 2 Liquide middelen per 01-01-…. ONTVANGSTEN: -
€
€ -
....................
.................... .................... .................... ....................
UITGAVEN: -
€ -
KOSTEN: -
€ -
€
....................
-
....................
€
....................
.................... .................... .................... €
....................
-
....................
-
....................
.................... .................... ....................
Vennootschapsbelasting
Liquide middelen per 31-03-….
RESULTATENBEGROTINGBEGROTING 1E KWARTAAL JAAR 2 Brutowinst KOSTEN: -
€ -
....................
-
....................
€
....................
.................... .................... .................... .................... ....................
Nettowinst
Uitgeverij Streutker
€
Vragen/opdrachten Financieel Management
28
BIJLAGE 5 (behoort bij opdracht 71)
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
29
BIJLAGE 6 (behoort bij opdracht 72)
Uitgeverij Streutker
Vragen/opdrachten Financieel Management
30