Opzet van het gezondheidszorgsysteem (paragraaf 1) Globale systeemvergelijking
Ziekenhuiszorg aanbod en productie (paragraaf 2) Aanbod
Productie
Ziekenhuiszorg prestaties (paragraaf 3) Kwaliteit
Toegankelijkheid
Betaalbaarheid
1
Groot-Brittannië
Zwitserland
Nederland
Oostenrijk
Frankrijk
Denemarken
Financiering
Spanje
Herkomst systeem
Duitsland
België
Overzicht van de verschillen in organisatie, financiering en betaling van de Europese ziekenhuiszorg
-
-
-
Bismarck Beveridge Verplichte zorgverzekering Algemene middelen (belastingen)
Geheel non-profit* Organisatie verplichte Gemengd non-profit en profit verzekeraars Geheel profit Geheel fee-for-service Betaling Gemengd fee-for-service – ziekenhuizen diagnosegerelateerd
**
Geheel diagnosegerelateerd Geheel publiek non-profit
***
***
Organisatie Publiek en privaat non-profit Ziekenhuizen Publiek, privaat non-profit en privaat profit Geheel profit
* Het gaat hier om de organisatie van de verplichte zorgverzekeringen. In veel landen zijn er zorgverzekeraars van vrijwillige (aanvullende) verzekeringen die for-profit werken. ** Heeft betrekking op Engeland *** Private for-profit ziekenhuizen zijn toegestaan, maar dit gaat om een zeer klein gedeelte van de zorg (4% van de ziekenhuisbedden in Denemarken in 2004)
2
Financieringsbron van de gezondheidszorg 2007 Bron: OECD Health at a Glance 2009 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Overige Eigen bijdrage Vrijwillige zorgverzekering Verplichte zorgverzekering Algemene middelen
De invulling van de vrijwillige zorgverzekeringen verschilt per land. Zo is dit in Nederland de aanvullende zorgverzekering die de dekking van de verplichte zorgverzekering verhoogt. In Duitsland is het een vervanging van de verplichte zorgverzekering. Boven een bepaald inkomen mag men kiezen voor de verplichte zorgverzekering of een vrijwillige zorgverzekering.
3
Percentage private for-profit ziekenhuisbedden van het totaal aantal ziekenhuisbedden in 2006 Bron: HOPE, WHO en SiRM-analyse Frankrijk Oostenrijk Duitsland Spanje Groot-Brittanië Denemarken Nederland België 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
4
Invoering en vormgeving van diagnosegerelateerde betalingssystemen in Europa België
Spanje
Oostenrijk
Denemarken
Zwitserland
Type
APR-DRG (USA)
AP-DRG en CMS-DRG (USA)
Austrian DRG (eigen systeem)
DkDRG (eigen systeem)
AP-DRG (USA)
Soort zorg
klinische zorg klinische zorg klinische zorg Klinisch en en gedeelte ambulant (2 van systemen) ambulante zorg
klinische zorg klinisch en ambulant
klinische zorg klinische zorg klinisch en ambulant
% van totale budget in 2006
16%
verschilt regionaal
67%
verschilt regionaal
50%
Prijsvaststelling
waarde afhankelijk van budget
waarde afhankelijk van budget
punten gebaseerd systeem op (waarde historische gebaseerd op kosten nationaal budget)
verschilt regionaal
Budgetplafond voor instelling
budget plafond (prijs daalt als volume stijgt)
volume plafond
budget plafond (prijs daalt als volume stijgt)
budget plafond, invulling regionaal
1995
1996
1997
1998
20 – 70% (verschilt regionaal)
budget plafond
1999
2000
2001
Engeland (niet de gehele UK) HRG (eigen systeem)
70%
Frankrijk
Duitsland
Nederland
GHM (eigen systeem)
G-DRG (eigen systeem)
DBC (eigen systeem)
± 66% vulling budget ± 33% vrije segment gebaseerd op gebaseerd op gebaseerd op A-segment:, historische volume van historische historische kosten afgelopen kosten kosten jaar en B-segment: nationaal vrije budget onderhandelingen Budget budget gedeeltelijke A-segment: plafond, plafond vergoeding budgetinvulling boven plafond, regionaal volumeB-segment: plafond nee
2002
2003
90% (van de klinische zorg)
2004
2005
Startjaar van het gebruik van diagnosegerelateerde betalingssysteem als financieel instrument
5
Aantal werkzame artsen per 1.000 inwoners in 2007 Bron: OECD Health at a glance 2009 België Oostenrijk Duitsland Frankrijk Zwitserland
generalisten/huisartsen medisch specialisten
Spanje (2006) Groot-Brittannië Denemarken (2006) Nederland 0
0,5
1
1,5
2
2,5
3
3,5
4
4,5
In internationale data is voor Nederland het aantal BIG-geregistreerde artsen opgenomen. Dit is een overschatting van het aantal werkzame artsen. Hiervoor is gecorrigeerd (zie toelichting in de bijlage). Het aantal artsen in Spanje is een onderschatting : de werkzame zelfstandige huisartsen en specialisten in private klinieken zijn niet meegenomen. Voor Zwitserland is sprake van een kleine overschatting van het aantal specialisten. De specialisten met twee of meer specialisaties zijn dubbel meegenomen.
6
Aantal consulten per hoofd van de bevolking in 2007 (inclusief huisarts) Bron: OECD Health at a glance 2009 en SHARE wave 2 huisarts
specialist
Spanje* België Duitsland Oostenrijk Frankrijk Nederland* Denemarken* Groot-Brittannië* Zwitserland 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Landen gevolgd door een * hebben een poortwachtersysteem. Patiënten hebben alleen toegang tot ziekenhuiszorg via een doorverwijzing door de huisarts. Het aantal consulten in Duitsland is een onderschatting omdat alleen het eerste consult in drie maanden geregistreerd wordt. De consulten in de 3 maanden na het eerste consult worden niet vergoed en zijn ook niet meegenomen. Bij de SHARE data treedt dit probleem niet op, toch is het gemiddeld aantal consulten in de SHARE is niet veel hoger (8,26). SHARE is waarschijnlijk een overschatting doordat het een steekproef van de ouderenbevolking is (50+). De Deense data zoals opgenomen in de OECD is een overschatting (7,5 consult per hoofd van de bevolking). Er zijn naast consulten ook telefonische consulten, thuis visites door de arts en het uitschrijven van herhaalrecepten bij. Op basis van SHARE-data is het gemiddelde 5,13, aanzienlijk lager dan de OECD. Aangezien SHARE een ouderen steekproef is, zal dit alsnog een (lichte) overschatting zijn. De SHARE data is gebruikt in de bovenstaande figuur.
7
Aantal ziekenhuisbedden per 100.000 inwoners in 2007 Bron: Eurostat Duitsland (2006) Oostenrijk België Frankrijk Zwitserland Denemarken Nederland Groot-Brittannië Spanje 0
100
200
300
400
500
600
700
8
Gemiddelde bedbezetting in 2007 Bron: OECD Health for all Zwitserland Groot-Brittannië Oostenrijk Spanje (2006) Duitsland België (2005) Frankrijk Nederland 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
De gemiddelde bedbezetting is berekend voor acute curatieve zorg. De bedden in psychiatrische instellingen, rehabilitatie instellingen of in de langdurige zorg zijn niet opgenomen. In de bovenstaande figuur zijn de dagopnames niet meegenomen behalve in Oostenrijk en Duitsland.
9
Aantal opnames per 1000 inwoners in 2007 Bron: OECD Health for all & Hospital Morbidity database Oostenrijk (2005) België (2006) Frankrijk Groot-Brittannië* Duitsland
klinische opnames
Denemarken*
dagopnames
Nederland* Zwitserland Spanje* 0
50
100
150
200
250
300
350
Landen gevolgd door een * hebben een poortwachtersysteem. Patiënten hebben alleen toegang tot ziekenhuiszorg via een doorverwijzing door de huisarts. Deze opnames zijn voor alleen curatieve zorg. De opnames in psychiatrische instellingen of de langdurige zorg zitten dus nergens opgenomen. De data van Groot-Brittannië en Denemarken bevatten alleen de ontslagen uit publieke ziekenhuizen. De Deense data zijn gecorrigeerd hiervoor, maar de data uit Groot-Brittannië niet. Er zijn weinig private ziekenhuizen in Groot-Brittannië, dus de onderschatting zal klein zijn. 10
Gemiddelde opnameduur in dagen in 2007 Bron: OECD Health at a glance 2009 Duitsland Zwitserland België (2006) Groot-Brittannië Spanje (2006) Nederland Oostenrijk Frankrijk Denemarken (2005) 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Dit is de ligduur van opnames voor acute curatieve zorg. De opnames in psychiatrische instellingen of de langdurige zorg zijn dus nergens opgenomen. De data van Groot-Brittannië en Denemarken bevatten alleen de ontslagen uit publieke ziekenhuizen. Als de opnames in private ziekenhuizen voor minder complexe aandoeningen zijn dan is de opnameduur een lichte overschatting. Echter, er zijn weinig private zorginstellingen in Denemarken en Groot-Brittannië dus het effect zal klein zijn. In Denemarken zijn in de berekening alleen opnames korter dan 18 dagen meegenomen. De gemiddelde ligduur is hierdoor een lichte onderschatting.
11
Aantal CT-scanners per miljoen inwoners in 2007 Bron: OECD Health at a glance 2009 België Oostenrijk Zwitserland Denemarken Duitsland Spanje Frankrijk
Nederland Groot-Brittannië 0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
Voor Spanje en Duitsland zijn er alleen CT-scanners in ziekenhuizen in de cijfers meegenomen. Voor Groot-Brittanië alleen de scanners in de publieke sector.
12
Aantal CT scans per 1000 inwoners in 2007 Bron OECD Health at a glance 2009 en IMS België
Nederland
Frankrijk
Duitsland
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
Voor Spanje en Duitsland zijn er alleen CT-scanners in ziekenhuizen in de cijfers meegenomen. Voor Groot-Brittanië alleen de scanners in de publieke sector.
13
Aantal MRI-scanners per miljoen inwoners in 2007 Bron: OECD Health at a glance 2009 Oostenrijk Zwitserland Nederland Denemarken Spanje Groot-Brittannië Duitsland België Frankrijk 0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
Voor Spanje en Duitsland zijn er alleen CT-scanners in ziekenhuizen in de cijfers meegenomen. Voor Groot-Brittanië alleen de scanners in de publieke sector.
14
Aantal MRI scans per 1000 inwoners in 2007 Bron OECD Health at a glance 2009 en IMS België
Nederland
Frankrijk
Duitsland
0
10
20
30
40
50
60
Voor Duitsland zijn alleen MRI-scans, die in ziekenhuizen zijn gemaakt , in het cijfer opgenomen.
15
Aantal angiografie units per miljoen inwoners in 2007 Bron: OECD Health at a glance 2009
België Nederland Frankrijk Duitsland Spanje Groot-Brittannië 0
2
4
6
8
10
12
14
16
Data uit Groot-Brittanië zijn gebaseerd op een schatting door de OECD.
16
Aantal chirurgische verrichtingen per hoofd van de bevolking in Nederland in 2007 [in verhouding met land met het gemiddelde aantal per hoofd in Europese landen] Bron: OECD Health at a glance 2009 Tonsillen Heupvervanging Baarmoeder verwijderen Borstbesparing/verwijdering Galblaas verwijderen Cataract Liesbreuk Bypass Knievervanging Varices Prostaat verwijderen Blinde darm Pacemakers Keizersnede Dotteren Hartkatheterisatie -60%
63%
-50%
-40%
-30%
-20%
-10%
0%
10%
20%
Oostenrijkse data zijn niet beschikbaar en is daarom niet meegenomen. De data van België zijn gebaseerd op 2006.
17
Percentage van de respondenten dat bereid is te reizen naar een ander EU-land voor een medische behandeling en het percentage dat dit heeft gedaan in 2007 Bron: Flash Eurobarometer nr 210 is bereid om te reizen
heeft gereisd
Denemarken
Nederland Spanje Groot-Brittannië België Oostenrijk Duitsland Frankrijk 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
18
Rangorde gezondheidszorgsystemen 2009 Bron: Bewerking van: Euro Health Consumer Index 2009 Nederland Denemarken Oostenrijk Zwitserland Duitsland Frankrijk België Groot-Brittannië Spanje 0
2
4
6
8
10
19
Het percentage respondenten dat in 2007 de kwaliteit van ziekenhuizen als goed beoordeelt Bron: Eurobarometer 283 België Oostenrijk Nederland Denemarken Frankrijk Spanje Duitsland Groot-Brittannië 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
20
baarmoederhals
Vijf jaar overlevingskansen voor darm-, borst- en baarmoederhalskanker (2002-2007) Bron: OECD Health at a Glance Nederland Denemarken Groot-Brittannië
borst
Nederland Denemarken Groot-Brittannië
darm
Nederland Frankrijk
Denemarken Groot-Brittannië 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
De bovenstaande overlevingskansen zijn niet gecorrigeerd voor het stadium van de tumor bij diagnose. Hierdoor is de overlevingskans onder andere afhankelijk van het moment van diagnosestelling en screening en van kwaliteit van zorg.
Het percentage van de bevolking dat in 2007 onthouden is van zorg (bron: Eurostat) te duur
te ver weg
wachtlijsten
geen goede dokter bekend
5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0%
22
Nabijheid tot ziekenhuis: percentage van respondenten dat in 2002 binnen 20 minuten toegang tot een ziekenhuis heeft Bron: Health and care in an enlarged Europe Nederland België Denemarken Frankrijk Duitsland Groot-Brittannië Spanje Oostenrijk 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
23
Gemiddelde wachttijd in dagen voor een consult met een specialist in 2004 (50+ bevolking) Bron: SHARE wave 1 (wachttijd en aard van het consult zelf gerapporteerd door respondenten) Zwitserland België Oostenrijk Duitsland gepland consult
Frankrijk
spoed consult
Nederland Spanje
Denemarken 0
5
10
15
20
25
30
35
40
24
Eigen bijdragen aan gezondheidszorg door 50+ bevolking in 2006 €PPP gecorrigeerd Bron: SHARE wave 2 (eigen bijdrage en aard van de zorg zelf gerapporteerd door respondenten) Denemarken Nederland Spanje Frankrijk ambulante zorg
Duitsland
klinische zorg Oostenrijk Zwitserland België 0
50
100
150
200
250
300
350
400
Eigen bijdrage gemiddeld voor hele bevolking, dus ook voor diegenen die geen zorg hebben gebruikt.
25
De post zelfstandige artsen buiten ziekenhuizen moet worden meegenomen voor een goede vergelijking. In sommige andere landen, zoals Duitsland, zijn er meer specialististen die alleen ambulante zorg bieden onafhankelijk van het ziekenhuis.
26
Uitgaven aan de totale gezondheidszorg per inwoner 2007 €PPP gecorrigeerd Bron: OECD Health at a glance 2009 en Eurostat Zwitserland Nederland Oostenrijk Frankrijk België Duitsland Denemarken Groot-Brittannië Spanje 0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
4000
De data uit Nederland, Zwitserland en België zijn door de OECD geschat. Het CBS rapporteert enigszins hogere gezondheidszorguitgaven in 2007 dan de OECD. De CBS data zijn echter ook gebaseerd op een raming en niet op werkelijke cijfers. Deze hogere schatting is met een lichtere kleur oranje weergegeven. PPP betekent “Purcasing Power Parity” en betekent dat de cijfers zijn gecorrigeerd voor koopkracht.
27
Uitgaven aan de totale gezondheidszorg als percentage van het totale BBP in 2007 Bron: OECD Health at a glance 2009 Frankrijk Zwitserland Duitsland België Oostenrijk Nederland Denemarken Spanje Groot-Brittannië 0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
De data uit Nederland, Zwitserland en België zijn door de OECD geschat. Het CBS rapporteert enigszins hogere gezondheidszorguitgaven in 2007 dan de OECD. De CBS data zijn echter ook gebaseerd op een raming en niet op werkelijke cijfers. Deze hogere schatting is met een lichtere kleur oranje weergegeven.
28
Verdeling van de zorguitgaven naar soort aanbieder als percentage van de totale zorguitgaven in 2006 Bron: Eurostat 100% 80% 60% 40%
Zelfstandige artsen Ziekenhuizen
20% 0%
De post zelfstandige artsen buiten ziekenhuizen moet worden meegenomen voor een goede vergelijking. In sommige andere landen, zoals Duitsland, zijn er meer specialististen die alleen ambulante zorg bieden onafhankelijk van het ziekenhuis.
29