2.
PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN
Doel paragraaf weerstandsvermogen Deze paragraaf geeft inzicht in de mogelijkheden die de gemeente heeft tegenvallers op te vangen zonder dat de uitvoering van het beleid in gevaar komt. Daarbij is een wezenlijk onderdeel van de paragraaf weerstandsvermogen het in beeld brengen van de (financiële) risico’s die de gemeente loopt. Het weerstandsvermogen wordt namelijk concreet gemaakt door de weerstandscapaciteit van de gemeente te vergelijken met een financiële vertaling van de risico’s. Niet alle risico’s zijn financieel te kwantificeren. Een tweede doel van de Paragraaf weerstandsvermogen is het inzicht geven in de risico’s, ook al worden ze niet direct betrokken in de rekenkundige benadering voor het weerstandsvermogen. Daarmee is deze paragraaf tevens de basis voor de risicobeheersing.
Weerstandscapaciteit Wat is weerstandscapaciteit? De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen die ingezet kunnen worden om tegenvallers op te vangen. Daarbij is een onderscheid te maken in een incidentele en een structurele weerstandscapaciteit. 1. De structurele component bestaat met name uit onbenutte belastingcapaciteit en capaciteit van de overige heffingen. Het verhogen van de inkomsten door belastingverhogingen kan worden benut als er geen andere mogelijkheden meer voorhanden zijn om deze tegenvallers op te vangen. Daarnaast bevat de begroting een structurele raming voor onvoorziene uitgaven. 2. De incidentele component bevat vrij aanwendbare reserves binnen het eigen vermogen van de gemeente en stille reserves in bezittingen. Deze middelen kunnen slechts eenmalig worden ingezet. De genoemde onderdelen worden hieronder uitgewerkt. Onbenutte belastingcapaciteit Bij de bepaling van de onbenutte belastingcapaciteit wordt alleen uitgegaan van de onbenutte belastingcapaciteit op de OZB. De opbrengsten voor de rioolheffing, afvalstoffenheffing en leges zijn namelijk in beginsel kostendekkend. Voor de berekening wordt het tarief gehanteerd dat van toepassing is bij een aanvraag op basis van artikel 12 van de Financiële verhoudingswet. Voor 2014 is dit 0,1651% (percentage van de WOZ-waarde) volgens de junicirculaire 2013, voor zowel woningen als nietwoningen. Onvoorziene uitgaven In onze begroting is een bedrag opgenomen voor onvoorziene uitgaven. Dit bedrag is voor 2014 € 23.400,00. Hiervoor is € 2,50 per inwoner gehanteerd. Deze post is bedoeld om incidentele (kleinere) uitgaven op te vangen die zich lopende het jaar voordoen en die bij de opstelling van de begroting nog niet bekend waren.
Programmabegroting 2014-2017
-136-
Algemene reserve In de Nota reserves en voorzieningen heeft de raad een minimale norm voor de vrij aanwendbare algemene reserve vastgesteld. Een minimale streefwaarde is 20% maar het absolute minimum is vastgesteld op 15% van de omzet1. Per 1 januari 2014 is de geraamde stand van de algemene reserve afgerond € 6 miljoen. Hierbij is rekening gehouden met een bedrag dat wellicht nodig is bij de afwaardering van de grondexploitaties. Dit bedrag is bij het opstellen van de begroting nog niet bekend. Het berekende minimum van de Algemene reserve bedraagt op basis van de begroting 2014 € 1,95 miljoen. Stille reserves Stille reserves maken onderdeel uit van de weerstandscapaciteit. Dit zijn zaken waarvoor geen (of slechts beperkte) boekwaarde aanwezig is maar toch een zekere waarde in het economisch verkeer vertegenwoordigen. Hierbij zijn de WOZ-waardes 2013 gebruikt van de ambtswoning en Willaerlaan 34. De WOZ-waarde van zwembad ’t Willaer bedraagt € 1.462.000,00. Deze waarde is buiten beschouwing gelaten, omdat verkoop geen reële optie is. Tabel 1 Overzicht weerstandscapaciteit Per 1-1-2014 Structureel Onbenutte belastingcapaciteit: - OZB woningen eigenaar - OZB niet-woningen eigenaar - OZB niet-woningen gebruiker Totaal onbenutte belastingcapaciteit
€ € € €
641.600 59.300 105.000 805.900
Onvoorziene uitgaven
€
23.400
Totale structurele weerstandscapaciteit:
€
829.300
Incidenteel Algemene reserve Stelpost afwaardering gronden Raming saldo per 1-1-2014 Minimale omvang
€ € € € €
6.926.406 1.000.0005.926.406 1.952.0003.974.406
€ € €
523.000 263.000 786.000
Stille reserves: - Ambtswoning (Burg. Royaardslaan 2) - Willaerlaan 34
Totale incidentele weerstandscapaciteit:
€ 4.760.406
1
Als omzet is gedefinieerd: de totale opbrengsten van de gemeente, gecorrigeerd voor mutaties op reserves en grondexploitaties.
Programmabegroting 2014-2017
-137-
Risico-inventarisatie Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen, is naast de weerstandscapaciteit ook inzicht nodig in de omvang van risico’s waarmee in de begroting geen rekening is gehouden en waarvoor geen verzekering is afgesloten. Wat is een risico? Een risico is het gevaar van het ontstaan van schade of verlies door interne of externe omstandigheden. Het betreft risicoposten waarvan de financiële omvang (nog) niet, of slechts bij benadering bepaald kan worden en waarvoor het niet zeker is of, en zo ja, wanneer het risico zich voor doet. Indien het risico wel concreet getaxeerd kan worden, is het beleid dat er een voorziening gevormd wordt ter dekking van de kosten. Risico’s in Scherpenzeel In het onderstaande overzicht is inzicht gegeven in de risico’s die in onze gemeente spelen. De risico’s zijn ingedeeld in een zestal categorieën, (A t/m F) waarbij per geval is ingeschat welke kans er is dat het risico zich daadwerkelijk zal voordoen. Daarnaast is, waar mogelijk, een indicatie van de mogelijke financiële implicaties weergegeven. Dit wordt gedaan door de financiële grondslag van het risico, te vermenigvuldigen met één van de onderstaande kans factoren. Kans dat risico zich voordoet: Minimaal Beperkt Reëel Zeer Reëel
Wegingsfactor 0,10 0,25 0,50 0,75
De uitkomst van deze berekening wordt verderop in deze paragraaf vergeleken met het aanwezige weerstandsvermogen. Tabel 2 Risico-inventarisatie Omschrijving A. Risico’s uit juridische procedures en aansprakelijkheid - Aansprakelijkheidsstellingen - Juridische procedures - Aanbestedingen B. Risico’s uit borgstellingen en gemeentegaranties - Garantie ARN - Garantie geldlening Woonstede - Borgstelling Patrimonium (achtervang WSW) - Borgstelling Woonstede i.v.m. aankoop woningbedrijf C. Exploitatierisico’s - Bouwgronden - VGGM - Sociale werkvoorziening/Permar - Inkomensvoorzieningen
Programmabegroting 2014-2017
Kans
Reëel Reëel Beperkt
Grondslag
Bedrag Bedrag incidenteel structureel
Onbekend € 15.000 € 141.000
€ 7.500 € 35.250
Beperkt Minimaal Minimaal Minimaal
€ 99.528 € 4.354.198 € 3.616.816 € 1.225.931
€ 24.882 € 435.420 € 361.682 € 122.593
Zeer reëel Minimaal Reëel Reëel
€ 1.000.000 Onbekend € 14.000 € 57.000
€ 750.000 Onbekend € 7.000 € 28.500
-138-
Omschrijving
Kans
- Participatiebudget - Participatiewet - Wmo (huishoudelijke hulp) - Exploitatie De Breehoek - Decentralisaties - Jeugdzorg - Omgevingsdienst De Vallei (RUD) - Regio Food Valley - Fris Valley - Planschades bestemmingsplannen - Algemene Uitkering - Beleid andere overheden - Tegenvallers binnen de begroting D. Risico’s op eigendommen - Diefstal, fraude, etc… - Schade door brand, storm, etc… E. Risico’s in samenhang met de bedrijfsvoering - Personeel F. Vermogensrisico’s - Belegging Royal Bank of Scotland - Benodigde externe financiering
Minimaal Reëel Reëel Zeer reëel Reëel Reëel Minimaal Minimaal Minimaal Beperkt Zeer reëel Reëel Reëel
€0 Onbekend Onbekend € 29.000 Onbekend Onbekend € 11.250 €0 €0 Onbekend € 300.000 Onbekend € 141.000
Minimaal Minimaal
Eigen risico Eigen risico
Reëel Beperkt Beperkt
Totale financiële inschatting risico’s
Grondslag
Bedrag Bedrag incidenteel structureel €0 Onbekend Onbekend € 21.750 Onbekend Onbekend € 1.125 Onbekend €0 €0 Onbekend € 225.000 Onbekend € 70.500
Onbekend € 2.500.000 € 25.000
€ 625.000 € 6.250 € 2.363.451
Toelichting op de risico-inventarisatie A. Risico’s uit juridische procedures en aansprakelijkheid ·
Overheidsaansprakelijkheidsrecht: nadeelcompensatie bij rechtmatige besluiten. Ter uitvoering van haar publiekrechtelijke taken neemt de overheid veel maatregelen en besluiten. Zo zal de gemeente, als zij wegwerkzaamheden moet verrichten, het besluit nemen om de weg tijdelijk af te zetten. Ook kan de gemeente op grond van nieuw beleid besluiten om voor een jaarlijks terugkerend evenement (braderie, open lucht voorstelling, optocht etc.) geen evenementenvergunning meer af te geven. De besluiten die de overheid neemt en de uitvoering daarvan kunnen voor burgers en bedrijven schade tot gevolg hebben, ook als ze volkomen rechtmatig zijn. Als de schade onevenredig is en drukt op een beperkte groep, dan kan er aanleiding zijn tot vergoeding van deze schade. Vergoeding van schade vanwege rechtmatig overheidshandelen wordt aangeduid met de term “nadeelcompensatie”. Een burger of bedrijf heeft recht op nadeelcompensatie, indien de maatregel (de last) waarmee hij wordt geconfronteerd, schade veroorzaakt die onevenredig is, dat wil zeggen abnormaal en speciaal. Belangrijk is het karakter van nadeelcompensatie, het is een tegemoetkoming in de schade en niet een volledige vergoeding van de schade. De betreffende wet treedt met betrekking tot nadeelcompensatie waarschijnlijk per 1 januari 2014 in werking. De omvang van deze aansprakelijkheidsstellingen is vooraf niet in te schatten. De gemeente is verzekerd voor deze aansprakelijkheidstellingen. Hierbij geldt een eigen risico van € 2.500,00 per schadegeval. Dit bedrag is opgenomen in de begroting.
Programmabegroting 2014-2017
-139-
€ 359.000
·
·
·
·
·
Overheidsaansprakelijkheidsrecht: schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten. Anders ligt het bij de onrechtmatige overheidsbesluiten. Als er sprake is van onrechtmatig overheidshandelen dient deze schade in beginsel in zijn geheel vergoed te worden. De wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten’ is voor het gedeelte met betrekking tot onrechtmatige besluiten op 1 juli 2013 in werking getreden. Schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn. Hieronder valt het uitkeren van dwangsommen en eventuele schadevergoedingen op grond van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Juridische procedures. Bij juridische procedures op publiek- of privaatrechtelijk gebied kan externe ondersteuning nodig zijn bovenop de in de begroting geraamde basisbedragen. Gezien de ervaringen in het verleden is hiervoor is € 15.000,00 opgenomen in deze risico-inventarisatie. Risicoaansprakelijkheid van de gemeente als beheerder van de openbare ruimte. Te denken valt hierbij aan schadeclaims als gevolg van vorstschade aan wegen, schade door bomen, speeltoestellen etc. Ook hiervoor geldt de afgesloten verzekering en het eigen risico van € 2.500,00 per schadegeval. Aanbestedingen. Bij aanbestedingtrajecten is vaak complexe regelgeving van toepassing. Het niet correct volgen van richtlijnen en procedures kan leiden tot juridische geschillen. Om de expertise op dit onderdeel te vergroten is de gemeente toegetreden tot stichting Inkoop Bureau Midden Nederland (IBMN). Hiermee is meer kennis in huis gehaald om een kwaliteitsimpuls te geven aan het inkoop-en aanbestedingsproces. Mede gelet hierop wordt het risico op procedures op minimaal ingeschat. Als grondslag voor de kwantificering wordt 1% van het begrotingstotaal gehanteerd.
B. Risico’s die uit voortvloeien uit borgstellingen en gemeentegaranties ·
·
De ARN (Afvalverwerking Regio Nijmegen) is het afvalverwerkingsbedrijf waarbij de gemeente Scherpenzeel via regio De Vallei is aangesloten. Garant wordt gestaan voor een gedeelte van verstrekte geldleningen aan ARN met een bedrag van € 99.528,00. Er is sprake van een op dit moment financieel gezond bedrijf. Nog steeds weet ARN voldoende volume te behalen. Het bedrijf heeft de beschikking over het nodige weerstandsvermogen om zo nodig een bepaalde periode te overbruggen. Het genoemde garantiebedrag is ons maximale risico. Borg- en garantstellingen. De gemeente heeft de achtervangpositie ingenomen van door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw gegarandeerde geldleningen van ruim € 4,3 miljoen aan Woonstede te Ede. De risico’s van borgstellingen aan Woonstede zijn minimaal aangezien het woningbezit van de woningcorporatie als onderpand dient. Een vergelijkbare positie is van toepassing voor de borgstelling van afgerond € 3,6 miljoen aan woningcorporatie Patrimonium te Veenendaal ten behoeve van de sociale woningbouw in het plan Gelderse Roos. De gemeente staat borg voor een bedrag van € 1,2 miljoen in verband met de door Woonstede aangegane geldleningen voor de aankoop van het gemeentelijk Woningbedrijf. Wat betreft deze borgstelling worden, gelet op de laatste positieve beoordeling die door het CFV in 2011 is afgegeven, geen problemen verwacht.
Programmabegroting 2014-2017
-140-
C. Exploitatierisico’s ·
·
·
Bouwgronden. De boekwaarde van de nog niet in exploitatie genomen bouwgronden bedraagt per 1 januari 2014 naar verwachting € 6,8 miljoen. In 2013 is gestart met grondexploitatieberekeningen per deelcomplex ten behoeve van de planning en haalbaarheid. De structuurvisie en woonvisie vormen hiervoor een belangrijke basis. Als beide documenten zijn vastgesteld kan niet meer worden volstaan met de reservering, maar moet daadwerkelijk een verlies worden genomen op basis van de verwachte einduitkomsten. De planning is in het najaar van 2013 een voorstel tot het nemen van een verliesvoorziening in te brengen. Het bedrag dat boven de genoemde € 2,6 miljoen nodig is, zal onttrokken moeten worden aan een bestaande reserve. De vaststelling en doorrekening van de parameters is nog niet afgerond. Op basis van de eerste doorrekeningen is als risico een bedrag van € 1 miljoen gehanteerd. VGGM. Begin 2012 is het onderzoek naar het benodigde weerstandsvermogen geactualiseerd. Deze actualisatie geeft geen aanleiding tot bijstelling van de totale impact van het risico en als gevolg daarvan is een weerstandsvermogen van € 1.145.000,00 toereikend. Na de regionalisering van de brandweer kan – door de toegenomen omvang en veranderingen in de bedrijfsvoering – het risicoprofiel veranderen. VGGM is voornemens in 2014 het benodigde weerstandsvermogen te herijken. Sociale Werkvoorziening. Mede door de economische crisis hebben Werkvoorzieningsschappen meer moeite hun financiële exploitatie sluitend te krijgen. Wat betreft het lopende jaar 2013, geeft de exploitatie een nog enigszins onscherp beeld te zien ten opzichte van de begroting. Dit komt omdat in de kosten- en opbrengstensfeer iets wordt achtergelopen op de begroting, waarbij Permar een aantal factoren aangeeft op basis waarvan men denkt dat deze achterstand wel zal worden ingelopen. Het blijft dus zaak voor het DB om de exploitatie nauwgezet te volgen. Daarnaast heeft de raad in december 2012 besloten om een bedrag van € 35.000,00 beschikbaar te stellen voor de noodzakelijke reorganisatie. Het bedrag betalen we pas nadat er concrete deelplannen voorhanden zijn. Afgesproken is dat Permar per kwartaal rapporteert. De rapportage over het eerste kwartaal 2013 is begin april door college behandeld, waarna een bedrag van in totaal € 6.927,00 beschikbaar is gesteld aan Permar WS voor de kosten van de reorganisatie van 2012 van € 4.326,00 en het eerste kwartaal van 2013 van € 2.601,00. Het tweede kwartaal 2013 is opgeleverd door het DB en wordt begin derde kwartaal 2013 in het college behandeld. De rapportages worden vertrouwelijk ter informatie aan de betrokken gemeenteraden aangeboden. De te voorziene kosten over het tweede kwartaal bedragen ongeveer € 3.500,00 zodat de kosten tot heden ruim binnen de gereserveerde transitiemiddelen van € 35.000,00 blijven. Wel is er sprake van timingverschillen in de uitgaven, doordat de voortgang van de reorganisatie iets vertraagd is in verband met de onderhandelingen met de bonden. Vooralsnog wordt er geen overschrijding verwacht van de gereserveerde middelen voor de reorganisatie. Ook de exploitatie van komende jaren bevat risico’s. De risico-inventarisatie in de begroting 2014 van Permar becijfert de risico’s met de kans ‘groot’ op € 1,4
Programmabegroting 2014-2017
-141-
·
·
miljoen. Daarom is voor Scherpenzeel rekening gehouden met een bedrag van € 14.000,00. Inkomensvoorzieningen (gebundelde uitkering). De gemeente is risicodrager voor het verstrekken van de bijstandsuitkeringen. Vanaf 2010 is de gebundelde uitkering (WWB, IOAW/IOAZ en een deel van de Bbz) in werking getreden. Gemeenten tot 10.000 inwoners hebben een eigen risico van 10% van de gebundelde uitkering, onder de voorwaarde dat er rechtmatig uitkeringen zijn verstrekt. Dit eigen risico is reeds financieel opgenomen in de begroting omdat het waarschijnlijk is dat deze kosten gemaakt zullen worden. Er kan jaarlijks een incidenteel aanvullende uitkering worden verkregen bij het Rijk bij overschrijding van het budget van meer dan 10%. De gebundelde uitkering is in 2013 ongeveer € 57.000,00 hoger dan verwacht. Dit bedrag is vooralsnog structureel in de begroting 2014 en verder opgenomen. Deze toename is als risicobedrag verwerkt. Het aantal uitkeringsgerechtigden is in 2012 sterk gestegen: van 32 (eind 2011) naar 42 (eind 2012). Deze stijging heeft zich voortgezet in het eerste halfjaar 2013. Einde tweede kwartaal 2013 waren er 61 uitkeringsgerechtigden, bijna een verdubbeling ten opzichte van het aantal eind 2011. Dit betekent dat het eigen aandeel van 10% ook gaat stijgen, maar tevens de kosten van de uitvoering. De stijging van het bestand heeft (uiteraard) te maken met de economische crisis en zal de komende jaren bij economische opleving naar verwachting wel weer dalen. Belangrijk daarbij is wel dat het bestand zoveel mogelijk ‘fit’ blijft. Dit betekent dat geïnvesteerd moet worden in de re-integratie van deze groep. Participatiebudget. De gemeente krijgt jaarlijks een participatiebudget voor de onderdelen re-integratie, inburgering en (volwassen)educatie. Re-integratie: Zodra het aantal uitkeringsgerechtigden toeneemt, nemen ook de uitgaven voor het participatiebudget toe voor het onderdeel re-integratie. Hierdoor loopt de gemeente een risico. Vanuit het onderdeel re-integratie kan de gemeente gebruik maken van de zgn. “Meeneemregeling”. Deze regeling is nog steeds van kracht. Uit de jaarrekening 2012 blijkt dat de pot leeg is, maar aan het eind van dit jaar kan worden bekeken of er een overschot op dit onderdeel is dat kan worden meegenomen. Hiernaast is er nog een Reserve WWnV en participatie, welke ook kan worden gebruikt voor tekorten op het onderdeel re-integratie. Hiermee is het risico voor de korte termijn afgedekt. Met de toename van het bestand uitkeringsgerechtigden blijven inspanningen op het terrein van re-integratie noodzakelijk voor de bevordering van de uitstroom, zeker gelet op de huidige situatie op de arbeidsmarkt. Hierdoor nemen de kosten van deze inspanningen ook toe. De kosten van deze inspanningen (inkoop trajecten en dergelijke) wegen niet op tegen de kosten van een uitkering (gemiddeld 14.000,00 op jaarbasis). Het is dus belangrijk een actief re-integratiebeleid te (blijven) voeren ter beperking van de uitkeringslasten als aandeel in de ‘vangnetregeling’ vanuit het rijk, waarbij Scherpenzeel dus een risico heeft van maximaal 10% van de uitkeringslasten. Het onderdeel reintegratie wordt – naar verwachting - per 1 januari 2015 ondergebracht in de Participatiewet, opvolger van het ingetrokken wetsvoorstel Wet werken naar vermogen. Inburgering: Vanaf 2013 is de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het onderdeel inburgering vervallen voor nieuwe aanvragers. Doordat wij iets voorlopen op de rijkstaakstelling voor de huisvesting van statushouders is het beslag op
Programmabegroting 2014-2017
-142-
·
·
·
·
het budget inburgering ook iets groter. De gemeente houdt wel een taak op het gebied van de maatschappelijke begeleiding van nieuwkomers. Educatie: Op dit onderdeel zijn er geen risico’s. Participatiewet. De Wet werken naar vermogen wordt vervangen door de Participatiewet. Die wet vervangt de Wet werk en bijstand, de sociale werkvoorziening en onderdelen van de Wajong. Aanvankelijk had het kabinet het plan de wet per 1 januari 2014 in te voeren, door het realiseren van een sociaal akkoord met de sociale partners heeft het kabinet de beoogde ingangsdatum gewijzigd in 1 januari 2015. Dit betekent iets meer voorbereidingstijd, maar tegelijkertijd is ook besloten dat het gehele zittende bestand Wajong wordt herkeurd, waardoor een groot deel van deze groep vanaf 2016 wordt overgeheveld naar de Participatiewet. Dit betekent dat de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor deze groep belangrijk gaat toenemen ten opzichte van de eerste plannen, die voorzagen in een geleidelijke instroom in de Participatiewet van uitsluitend ‘nieuwe gevallen’. Het kabinet hoop structureel € 1,2 miljard. te bezuinigen met deze maatregel die vanaf 2018 maximaal is. De Wsw-instroom vervalt per 1 januari 2015 maar daarvoor in de plaats moet de gemeente beschut werken zelf organiseren. Onderzocht wordt of dat in regionaal verband kan worden opgepakt. Het kabinet hoopt met de combinatie sluiting Wsw en het neerleggen van de organisatie van beschut werk bij de gemeenten in de structurele fase (vanaf 2018) € 650 miljoen. te besparen. Dit betekent een toename van de gemeentelijke taken en daarmee ook een toename van de financiële risico’s die op dit moment nog niet zijn te voorspellen. Wmo. Naast de verschillende andere prestatievelden van de Wet maatschappelijke ondersteuning is de gemeente verantwoordelijk voor de bekostiging van hulp in de huishouding. Het kabinet heeft in april 2013 een zogenaamd zorgakkoord gesloten met belanghebbende partijen als werkgevers en werknemers (uitgezonderd Abvakabo). Dit akkoord voorziet in: - een korting op het budget voor huishoudelijke zorg van 40% in plaats van de beoogde 75%; - de maatregel om in 2014 nieuwe aanvragers geen huishoudelijke zorg meer te verstrekken wordt ingetrokken; - verzachting van de extramuraliseringsoperatie (hoeveel mensen thuis zouden kunnen blijven wonen) door een complex aan maatregelen anders te gaan regelen. Duidelijks is dat ondanks de verzachting van de maatregelen door het zorgakkoord de taken voor de gemeenten aanzienlijk toenemen en daarmee de financiele risico’s. Evenals de financiële risico’s van de uitvoering van de participatiewet, zijn ook de risico’s met betrekking tot de Wmo nog niet te becijferen. Decentralisaties. Dit omvat de geboogde Participatiewet (2015), de beoogde Jeugdwet (2015) en de beoogde overheveling van Awbz-taken naar Wmo (2015). De overheveling van taken gaat gepaard met een efficiencykorting. Onzekerheden zijn er m.b.t. definitief wettelijk kader en bijbehorende budgetten. Desalniettemin gaan de voorbereidingen door omdat de taken die voortvloeien uit deze wetgeving het leven van mensen in een kwetsbare situatie raakt. Jeugdzorg. Het voorlopige budget Jeugdzorg voor Scherpenzeel voor 2015 bedraagt circa 1,5 miljoen (bron: meicirculaire 2013). Dit budget is berekend op basis van het gebruik van jeugdzorg over 2011 op gemeentelijk niveau. In de meicirculaire 2014 wordt het definitieve bedrag per gemeente voor 2015 bekend op basis van de dan meest recente gegevens en de genomen of nog te nemen beslui-
Programmabegroting 2014-2017
-143-
·
·
·
ten. Voor 31 oktober 2013 sluit de Regio FoodValley een transitiearrangement af met zorgaanbieders en de huidige financiers. Het doel van de regionale transitiearrangementen is om een arrangement gereed te hebben in 2015 dat inzicht biedt in de continuïteit van zorg voor cliënten waarvan de zorg vóór 1 januari 2015 is aangevangen. Het arrangement is een overzicht van gemaakte afspraken tussen gemeenten, zorgaanbieders en financiers. Omdat het Rijk ook een bezuinigingsopdracht meegeeft vanaf 2015, is het de vraag of de toe te kennen middelen voor 2015 toereikend zijn. Op dit moment is dat nog niet in te schatten. Exploitatie De Breehoek. Het huidige structurele subsidieniveau van Kulturhus De Breehoek staat op € 39.000,00. Op 19 september heeft de raad besloten het structurele subsidiebedrag aan De Breehoek op dit niveau te handhaven en eventuele tekorten incidenteel af te dekken. Rekening houdend met het rapport van ICS adviseurs waarin een exploitatietekort van € 68.000,00 voor de komende jaren reëel wordt geacht, is het risico op een aanvullende exploitatiebijdrage de komende jaren € 29.000,00. Omgevingsdienst De Vallei (OddV). De overgang van taken naar de omgevingsdienst leidt tot achterblijvende overhead bij de gemeente. Daarnaast kan er sprake zijn van ‘restformatie’ wanneer van een medewerker een deel van de taken overgaat en een deel achterblijft. De omvang werd bij de Kadernota 20132016 geschat op € 52.000,00. Op dit moment is er nog sprake van een saldo van € 11.250,00. Doelstelling is dit bij de organisatiewijziging op te lossen middels verschuivingen binnen de ambtelijke organisatie. Hiermee lijkt de termijn die in de begroting hiervoor is opgenomen (tot en met 2015) haalbaar. Daarnaast is de inwonerbijdrage aan de omgevingsdienst van belang. Mede in het licht van het amendement dat bij de Kadernota 2013-2016 is aangenomen (waarbij de toen genoemde structurele meerkosten van € 51.000,00 niet zijn geaccepteerd), is in regionaal verband bekeken hoe de kosten per gemeente kunnen worden teruggedrongen. De actuele doorrekening van de meerkosten komt afgerond uit op € 17.000,00 voor 2014. Structureel kan dit gaan om een bedrag van ruim € 30.000,00. Deze bedragen zijn verwerkt in programma 1, omdat de vastgestelde meerjarenbegroting 2013-2017 van de OddV is gebruikt. Met de OddV blijft het gesprek gaande over de gevolgen van de afgenomen bouwvolumes in relatie tot de begroting van de OddV. Belangrijk is verder dat per 2017 – een jaar eerder dan oorspronkelijk was gepland – de systematiek verandert. In plaats van ingebrachte budgetten wordt de ‘productie’ van de OddV leidend. Daarbij krijgt Scherpenzeel in rekening gebracht wat de OddV voor Scherpenzeel doet. Hoe dit financieel zal uitpakken is op dit moment niet te voorzien. Regio FoodValley. Bij samenwerken is het van belang dat samenwerkingspartners afspraken nakomen en zich voldoende inzetten om de samenwerking tot een succes te maken. Hier wordt soms een beroep gedaan op solidariteit. Het leveren van de gevraagde ambtelijke capaciteit kan leiden tot het bijstellen van onze 'binnen gemeentelijke' prioriteiten dan wel tot het betalen van een financiële compensatie zodat capaciteit elders kan worden betrokken. Tot op heden hebben zich nog geen knelpunten voorgedaan. Dit heeft ook te maken dat de voortgang van verschillende projecten: niet alle zijn reeds ter hand genomen en enkele zijn recent gestart. Voor het zgn. Regiocontract 2012-2015 (onderdeel van het totale uitvoeringsprogramma) zijn de benodigde middelen beschikbaar. Voor nieuwe regionale initiatieven is binnen de begroting op voorhand geen geld beschikbaar.
Programmabegroting 2014-2017
-144-
·
·
·
·
·
Fris Valley. De gemeente Scherpenzeel is bestuurlijk trekker van het project FrisValley 2.0, welke onderdeel uitmaakt van het regiocontract 2012-2015. De overeenkomst is in het laatste kwartaal van 2012 ondertekend. De gemeente Wageningen is in april jl. akkoord gegaan met een gedeeltelijke deelname aan FrisValley 2.0. Dit is kortgesloten met de andere deelnemende gemeenten en de gevolgen hiervan zijn in de begroting van FrisValley verwerkt. Planschades bestemmingplannen. Voor 1 juli 2013 zijn de benodigde bestemmingsplannen geactualiseerd. Het wijzigen van een bestemmingsplan kan leiden tot planschadeclaims. Anders dan bij bouwprojecten is geen verhaal bij derden mogelijk. Om inzichtelijk te maken in hoeverre planschadeclaims zouden kunnen leiden tot concrete claims zijn planschaderisico-analyses opgesteld. Geconcludeerd kan worden dat er een lichte kans bestaat tot het toekennen van claims. Dat kan het geval zijn op die locaties waar de mogelijkheid om nieuwe woningen op te richten in de gebouwenvlakken verdwenen is. Mogelijk is planschadevergoeding niet aan de orde vanwege het feit dat het met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet mogelijk was dergelijke woningen op te richten dan wel er sprake was van passieve risicoaanvaarding. Daar zou nader onderzoek voor nodig zijn. Voor het overige is de kans op succesvolle planschadeclaims klein. Algemene uitkering. De algemene uitkering uit het gemeentefonds vormt voor bijna 50% onze inkomstenbron. De algemene uitkering is gekoppeld aan de rijksbegroting (‘Samen de trap op en af’). Daarmee draagt de gemeente ook weer het risico van onderbesteding door de rijksoverheid en de effecten van de loonen prijsstijgingen op de rijksbegroting. De meicirculaire 2013 is verwerkt in de begroting. Op deze circulaire zijn twee belangrijke kanttekeningen te maken: - Het bedrag voor 2014 is waarschijnlijk te optimistisch, omdat onvoldoende rekening wordt gehouden met onderuitputting. In het jaar 2014 hebben wij hiervoor een stelpost van € 75.000,00 opgenomen; - Het kabinet moet aanvullend € 6 miljard bezuinigingen. Dit zal ook structurele gevolgen voor de gemeenten hebben. We houden rekening met een structureel effect tussen € 175.000,00 en € 300.000,00. Beleid andere overheden. Het is reëel dat bezuinigingen door de landelijke overheid of de provincie leiden tot kostenstijgingen bij de gemeente. Een voorbeeld is de afname van de Brede doeluitkering wegen, waardoor de subsidiemogelijkheden beperkt worden. Ook rijksbezuinigingen op het gebied van de gezondheidszorg kunnen leiden tot een toenemend beroep op de gemeenten. Tot op heden is dit effect in Scherpenzeel nog niet in grote omvang waargenomen. Tegenvallers binnen de begroting. Hoewel er reëel geraamd wordt, kunnen zich naast de reeds in deze paragraaf genoemde zaken, ontwikkelingen voordoen die een nadelige invloed hebben op het begrotingsresultaat. Het in deze paragraaf opgenomen risicobedrag moet daarom vooraf als risicoperspectief voor de komende jaren bezien worden. Als grondslag voor de risico-inschatting wordt gehanteerd 1% van het begrotingstotaal. Hierbij kan het gaan om: o Hogere, niet of moeilijk beïnvloedbare kosten. o Tegenvallende inkomsten: zoals voor bouwleges en andere rechten. o Bijdragen in open einde regelingen, zoals leerlingenvervoer.
D. Risico’s op eigendommen Programmabegroting 2014-2017
-145-
De waarde van gemeentelijke eigendommen wordt beschermd tegen risico’s door middel van verzekeringen. De polissen van de diverse verzekeringen worden regelmatig geactualiseerd om het risico van onderverzekering te voorkomen. In 2013 zijn de gemeentelijke inventarissen getaxeerd. In 2015 zullen de gemeentelijke gebouwen weer getaxeerd worden. Alle gemeentelijke gebouwen zijn verzekerd tegen brand en storm. Het gaat hierbij om zowel de opstallen als de inboedel. De schoolgebouwen inclusief inboedel zijn verzekerd tegen een uitgebreide dekking. De kunstgrasvelden in gebruik bij de voetbal- en hockeyverenigingen zijn allrisk verzekerd. De motorrijtuigen en het werkmaterieel zijn verzekerd tegen WA+casco. Wat diefstal en fraude betreft, is de gemeente verzekerd tegen fraude, diefstal van geld en andere waardedocumenten met een maximumbedrag van € 250.000,00 per gebeurtenis. Daarnaast zijn aparte verzekeringen afgesloten voor diefstal van computerapparatuur en kunstvoorwerpen. De verdere inboedel is echter niet verzekerd voor diefstal. Weliswaar is vrijwel alles te verzekeren, maar de kosten hiervan moeten worden afgewogen tegen de mate van het financiële risico dat wordt gelopen. Het te lopen risico op de inboedel is dan ook beperkt.
E. Risico’s in samenhang met de bedrijfsvoering ·
Personeel. Aangezien de gemeente Scherpenzeel een kleine gemeente is met een op de grootte afgestemd personeelsbestand, kan de voortgang van de werkzaamheden grote hinder ondervinden bij ziekte en vacatures. Om dit in eerste instantie op te vangen is er in de begroting structureel een budget opgenomen van € 20.000,00. Voor vacatures worden in eerste instantie vrijvallende salariskosten ingezet voor tijdelijke vervanging. Binnen het ‘raamcontract flexibel personeel’ dat de gemeente sinds 2011 heeft met een aantal voorkeursleveranciers kan tegen relatief lage tarieven extern personeel ingehuurd worden. Deze tarieven zijn vrijwel gelijk aan de loonkosten, waardoor er bij vacatures geen extra kosten zijn wanneer voor tijdelijke inhuur wordt gekozen. Voor ziektevervanging is het gereserveerde bedrag echter al snel onvoldoende.
F. Vermogensrisico’s ·
De gemeente beschikt per 1 januari 2013 over een beleggingsportefeuille met een nominale waarde van € 2,5 miljoen. Het betreft de participatie in Royal Bank of Scotland. Vanwege de financiële crisis en de precaire situatie waarin de bank heeft verkeerd, staat de obligatiekoers nog steeds onder druk. De rating is lager dan wat de Wet FIDO als ondergrens hanteert. Gezien het feit dat wij niet actief handelen, hoeft een lagere koers niet tot problemen te leiden, mits de bank ‘overeind blijft’. In 2012 heeft de bank een verlies geleden van £ 6 miljard. De bank moest veel geld opzijzetten om gedupeerde klanten te compenseren en voor een schikking in de Libor-zaak. Afgezien van deze eenmalige kosten steeg de operationele winst van £ 1,8 miljard naar £ 3,5 miljard. In de eerste zes maanden van dit jaar boekte de bank een winst van £ 0,5 miljard. Daarnaast loopt er een onderzoek om de bank te splitsen in een zogenoemde “bad bank” en een “good bank”. RBS is
Programmabegroting 2014-2017
-146-
·
voor circa 82% in handen van de Britse Staat en blijft een systeembank in de UK. De privatisering van RBS zal waarschijnlijk pas over 5 jaar plaatsvinden. Wij gaan er vooralsnog vanuit dat de obligatie op 3 juli 2014 gewoon vervroegd wordt afgelost. In de meerjarige renteberekening is er van uitgegaan dat de lopende obligatie in 2014 wordt afgelost op de zogenoemde calldatum. Wanneer dit niet plaatsvindt, zal op een eerder moment externe financiering moeten worden aangetrokken. Afhankelijk van de renteontwikkeling kan dit leiden tot een kostenstijging van € 25.000,00.
Weerstandscapaciteit en risico’s: conclusie De gemeente wordt geconfronteerd met verschillende risico’s. Deze risico’s zijn geinventariseerd in bovenstaand overzicht waarbij zoveel mogelijk een inschatting is gemaakt van de financiële implicaties zijn gemaakt. Door de wegingsystematiek is het mogelijk om de kwantificering van de risico’s te vergelijken met het beschikbare weerstandsvermogen. De volgende conclusies kunnen worden getrokken: · Een groot deel van de geïnventariseerde risico’s hebben incidentele gevolgen. De incidentele risico’s worden becijferd op een normbedrag van afgerond € 2,4 miljoen. Onze incidentele weerstandcapaciteit is berekend op bijna € 4,8 miljoen. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat onze incidentele weerstandcapaciteit op voldoende niveau ligt. · Het normbedrag voor de structurele risico’s is berekend op afgerond € 359.000,00. De structurele weerstandscapaciteit is € 829.000,00. Ook hiervoor geldt dat er vooralsnog voldoende structureel weerstandsvermogen aanwezig is. Deze conclusie heeft echter een voorlopig karakter. Uit de beschrijving van de risico’s valt namelijk op dat de financiële consequenties van de decentralisaties van rijkstaken (jeugdzorg, AWBZ en de gevolgen van de participatiewet) nog niet bekend zijn. Wel is duidelijk dat vanuit het rijk efficiencykortingen zullen worden opgelegd. Het risico is reëel dat de gemeente onvoldoende middelen krijgt voor de uitvoering van de taken. Door de beperkte informatieverschaffing vanuit de landelijke overheid en regelmatige wisselende beleidskeuzes is dit effect nog niet te kwantificeren.
Programmabegroting 2014-2017
-147-