B E L G I S C H E K A M E R VA N V O L K S V E RT E G E N W O O R D I G E R S
PA R L E M E N T A I R E ME D E D E L I N G E N 51e Zittingsperiode
van 09/10/2006 tot 13/10/2006
111
Voor meer informatie surft u naar : www.dekamer.be
Parlementaire Mededelingen is het informatiebulletin van de Kamer van volksvertegenwoordigers van België en verslaat de activiteiten van de voorbije week (van donderdag tot donderdag). Deze uitgave verschijnt iedere week in het Nederlands en in het Frans, behalve tijdens het parlementair reces. Parlementaire Mededelingen kan tegen abonnering opgestuurd worden naar iedereen die erom verzoekt. De abonnementsprijs is 13,00 € per parlementair jaar (van de tweede dinsdag van oktober tot de tweede dinsdag van oktober van het daaropvolgend jaar). Het bedrag moet worden gestort op rekening nummer 000-1648428-10 van de "Kamer van volksvertegenwoordigers publicaties te 1008 Brussel". Het bulletin verschijnt in het Frans onder de titel Informations parlementaires ; het abonnement op beide versies bedraagt 26,00 €. Deze publicatie wordt volledig door de diensten van de Kamer verzorgd. coördinatie en redactie : dienst Public Relations en Internationale Betrekkingen tel : 02/549.81.77 - 02/549.80.80 fax : 02/549.83.02 E-mail :
[email protected] lay-out drukwerk
: PRI : drukkerij van de Kamer
postadres
: Kamer van volksvertegenwoordigers van België B - 1008 BRUSSEL
bezoekerstoegang
: Leuvenseweg 13 - Brussel
verantwoordelijke uitgever : de secretaris-generaal van de Kamer
Inhoud ORGANEN VAN DE KAMER COMMISSIES Commissievergaderingen
3
PLENAIRE VERGADERING Opening van de gewone zitting 2006-2007 Benoeming van het vast bureau Toespraak van de voorzitter Mondelinge vragen Stemmingen over de moties
13 14 19 21
PERSONALIA
29
SCHRIFTELIJKE VRAGEN
35
INTERNATIONALE BETREKKINGEN
39
MINISTERRAAD
41
BIJLAGEN Wetsontwerpen, - voorstellen en commissieverslagen
45
ADDENDA Agenda van de plenaire vergaderingen Bijeenroeping van de commissievergaderingen
13
47 49
WEEK VAN 09 OKTOBER TOT 13 OKTOBER 2006
PM 51 / 111 - 2
ORGANEN VAN DE KAMER
COMMISSIES
Justitie COMMISSIE VOOR DE JUSTITIE Voorzitter : mevrouw Martine Taelman WOENSDAG 11 OKTOBER 2006 1. Interpellatie van de heer Daniel Ducarme tot de vice-eerste minister en minister van Justitie over “het voorontwerp van wet over de nationaliteitscode en in het bijzonder de toepassing van zijn artikel 9 dat het verbod van de dubbele nationaliteit in Belgisch recht afschaft” (nr. 936). - De vice-eerste minister en minister van Justitie heeft geantwoord. - Er werden geen moties ingediend. 2. Samengevoegde vragen : - Vraag van de heer Philippe Monfils aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over “de problemen die de toepassing van de nieuwe wapenwet doet rijzen” (nr. 12566). - Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over “de moeilijkheden bij de toepassing van de nieuwe wapenwet” (nr. 12569). - Vraag van de heer Stijn Bex aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over “de uitvoering van de wapenwet” (nr. 12609). - De vice-eerste minister en minister van Justitie heeft geantwoord. 3. Samengevoegde vragen : - Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over “de gevolgen van het arrest van het Hof van Cassatie van 28 september 2006 die de wetgevende macht aansprakelijk stelt voor de gerechtelijke achterstand” (nr. 12568). - Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over “de gevolgen van het recent arrest van het Hof van Cassatie waarin het federale Parlement is veroordeeld voor de gerechtelijke achterstand in Brussel” (nr. 12574). - De vice-eerste minister en minister van Justitie heeft geantwoord.
PM 51 / 111 - 3
4. Vraag van de heer Servais Verherstraeten aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over “het regeringscompromis inzake de strafuitvoering” (nr. 12570). - De vice-eerste minister en minister van Justitie heeft geantwoord. 5. Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over “de fraudezaak binnen het ministerie van Justitie die in 2001 aan het licht kwam” (nr. 12578). - De vice-eerste minister en minister van Justitie heeft geantwoord. 6. Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de vice-eersteminister en minister van Justitie over “het jaarverslag van de Dienst voor Alimentatievorderingen” (nr. 12581). - De vice-eerste minister en minister van Justitie heeft geantwoord. 7. Vraag van de heer Tony Van Parys aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over “de misdrijven gepleegd door El Azzouzi terwijl hij voortvluchtig was” (nr. 12602). - De vice-eerste minister en minister van Justitie heeft geantwoord. 8. Wetsontwerp betreffende de hervorming van de echtscheiding, nrs. 2341/1 tot 7. Amendementen van de hh. Swennen, Verherstraeten en Wathelet, mevr. Lahaye-Battheu en van mevr. Marghem. Toegevoegde wetsvoorstellen : - Wetsvoorstel (Patrick De Groote) tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Gerechtelijk Wetboek wat de ontvangstmachtiging aan onderhoudsgerechtigden betreft, nrs. 139/1 en 2. - Wetsvoorstel (Patrick De Groote) tot wijziging van artikel 391bis van het Strafwetboek, nrs. 140/1 en 2. - Wetsvoorstel (Marie Nagy) tot invoeging van een artikel 233bis in het Burgerlijk Wetboek en tot wijziging van artikel 1 van de wet van 27 juni 1960 op de toelaatbaarheid van de echtscheiding wanneer ten minste een van de echtgenoten een vreemdeling is, nr. 223/1. - Wetsvoorstel (Servais Verherstraeten, Tony Van Parys, Jo Vandeurzen, Liesbeth Van der Auwera, Carl Devlies) tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende echtscheiding en tot invoering van de echtscheiding op grond van een onherstelbare ontwrichting van het huwelijk, nr. 295/1. - Wetsvoorstel (Anne Barzin, Marie-Christine Marghem) tot wijziging van artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, wat de uitkering tot levensonderhoud in het kader van de echtscheiding op grond van feitelijke scheiding betreft, nr. 463/1. - Wetsvoorstel (Patrick De Groote) tot wijziging van artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, nrs. 679/1 en 2. - Wetsvoorstel (Patrick De Groote) tot wijziging van artikel 276 van het Burgerlijk Wetboek, nrs. 680/1 en 2. - Wetsvoorstel (Patrick De Groote) tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende echtscheiding, nrs. 728/1 en 2. - Wetsvoorstel (Patrick De Groote) tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzake de herziening van de overeenkomst bij echtscheiding door onderlinge toestemming, nrs. 729/1 en 2. - Wetsvoorstel (Martine Taelman, Alfons Borginon, Claude Marinower, Guy Hove) tot hervorming van het echtscheidingsrecht en de invoering van de foutloze echtscheiding, nr. 737/1.
PM 51 / 111 - 4
- Wetsvoorstel (Yvan Mayeur, Colette Burgeon, Thierry Giet) tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek teneinde te voorzien in de voorlopige tenuitvoerlegging van rechtswege wat de verplichtingen tot onderhoud betreft, alsmede de rechter de mogelijkheid te bieden de alimentatieplichtige van ambtswege betalings- en uitsteltermijnen toe te staan, nrs. 797/1 en 2. Amendement van de h. Mayeur. - Wetsvoorstel (Muriel Gerkens) tot wijziging van sommige in het Burgerlijk Wetboek vervatte bepalingen betreffende de bijdrage van de vader en moeder tot de opvoeding van hun kinderen, nr. 1101/1. - Wetsvoorstel (Melchior Wathelet, Jean-Jacques Viseur) tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, teneinde te voorzien in een objectieve berekening van de door de vader en de moeder te betalen onderhoudsbijdragen voor hun kinderen, nr. 1145/1. - Wetsvoorstel (Alain Courtois, Olivier Maingain, Jean-Pierre Malmendier) tot wijziging van artikel 232 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de echtscheiding op grond van feitelijke scheiding van meer dan twee jaar, om een door het Arbitragehof aangestipte discriminatie op te heffen, nr. 1354/1. - Wetsvoorstel (Sabien Lahaye-Battheu, Alain Courtois, Guido De Padt, Martine Taelman) betreffende de verplichte ontvangstmachtiging in geval van niet-betaling van een onderhoudsgeld, nr. 1480/1. - Wetsvoorstel (Guy Swennen) tot vereenvoudiging van de echtscheiding door onderlinge toestemming en tot het gedeeltelijk fiscaal aftrekbaar maken van de eraan verbonden kosten, nr. 1564/1. - Wetsvoorstel (Melchior Wathelet) tot wijziging van sommige bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en van het Gerechtelijk Wetboek teneinde het echtscheidingsrecht op grond van duurzame ontwrichting in te stellen, nr. 1738/1. - Wetsvoorstel (Servais Verherstraeten, Tony Van Parys) tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de bemiddeling in gezinsconflicten, nr. 1886/1. - Wetsvoorstel (Valérie Déom, Eric Massin, Annick Saudoyer, André Perpète, Colette Burgeon, Yvan Mayeur, Talbia Belhouari, Thierry Giet) tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek tot hervorming van de wetgeving inzake echtscheiding, nr. 2069/1. - Wetsvoorstel (Marie-Christine Marghem, Olivier Maingain) tot instelling van een algemene hervorming van de echtscheidingsprocedure, nr. 2102/1. - Wetsvoorstel (Guy Swennen) tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek teneinde in elke vordering waarin kinderen betrokken zijn, voorafgaande bemiddeling in familiezaken verplicht te maken, nr. 2188/1. - Wetsvoorstel (Guy Swennen) tot invoering van de arbitrage-echtscheiding, nr. 2288/1. - Wetsvoorstel (Walter Muls) tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de procedure tot echtscheiding met onderlinge toestemming, nr. 2476/1. (Verslag namens de subcommissie “Familierecht” uitgebracht door mevr. Valérie Déom en de h. Servais Verherstraeten). - Rapporteurs : mevr. Valérie Déom en de h. Servais Verherstraeten. - Mevr. Valérie Déom heeft namens de subcommissie “Familierecht” verslag uitgebracht. - De vice-eerste minister en minister van Justitie heeft een uiteenzetting gehouden. - De algemene bespreking werd aangevat. 9. Wetsontwerp tot wijziging van de artikelen 80, 259quater, 259quinquies, 259nonies, 259decies, 259undecies, 323bis, 340, 341, 346 en 359 van het Gerechtelijk Wetboek en tot invoeging in dit Wetboek van een artikel 324 en tot wijziging van de artikelen 43 en 43quater van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, nr. 2646/1. - Regeling der werkzaamheden. - De commissie heeft beslist om hoorzittingen te organiseren met het Hof van Cassatie.
PM 51 / 111 - 5
10. Wetsontwerp tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de toegang tot de magistratuur, nr. 2624/1. - Regeling der werkzaamheden. - De commissie heeft beslist om hoorzittingen te organiseren met de gerechtelijke stagiairs, de Hoge Raad voor de Justitie en de Balies. Volgende vergadering : maandag 16 oktober 2006.
Financiën en Begroting COMMISSIE VOOR DE FINANCIEN EN DE BEGROTING Voorzitter : de heer François-Xavier de Donnea DINSDAG 10 OKTOBER 2006 1. Interpellatie van de heer Servais Verherstraeten tot de vice-eerste minister en minister van Financiën over “de gevogtrekkingen uit het onderzoek van het Rekenhof van de verkoop van overheidsgebouwen in de periode 2001-2004” (nr. 943). - De vice-eerste minister en minister van Financiën heeft geantwoord. - Een motie van aanbeveling werd ingediend door de h. Servais Verherstraeten. - Een eenvoudige motie werd ingediend door mevr. Marie-Christine Marghem, de hh. Bart Tommelein en Eric Massin, de dames Annemie Roppe en Anne-Marie Baeke en de hh. Luk Van Biesen, Alain Courtois en François Bellot. 2. Samengevoegde interpellaties en vraag : - Interpellatie van de heer Carl Devlies tot de vice-eerste minister en minister van Financiën over “de rekenfout van de administratie en in het bijzonder van het tijdstip waarop het kabinet van de minister en/of de minister zelf op de hoogte is gebracht van de desactivering van de controlefilter, van de activering ervan en van de abnormale inkohieringsbedragen” (nr. 948). - Interpellatie van de heer Jean-Jacques Viseur tot de vice-eerste minister en minister van Financiën over “de informatie die de FOD Financiën aan de minister van Financiën en/of diens kabinet heeft bezorgd in verband met een eventuele fout in de raming van de ontvangsten van de personenbelasting in het raam van de inkohiering van het aanslagjaar 2005”(nr. 949). Vraag van de heer Jean-Marc Nollet aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over - “het onderzoek betreffende de gebrekkige werking van zijn administratie” (nr. 12595). - De vice-eerste minister en minister van Financiën heeft geantwoord. - Er werd een eerste motie van aanbeveling ingediend door de hh. Carl Devlies, Hendrik Bogaert en Servais Verherstraeten. - Er werd een eenvoudige motie ingediend door mevr. Marie-Christine Marghem, de hh. Bart Tommelein en Eric Massin, de dames Anne-Marie Baeke en de hh. Luk Van Biesen, Alain Courtois en François Bellot. - Er werd een tweede motie van aanbeveling ingediend door de h. Jean-Jacques Viseur. Volgende vergadering : dinsdag 17 oktober 2006.
PM 51 / 111 - 6
Binnenlandse Zaken COMMISSIE VOOR DE BINNENLANDSE ZAKEN, DE ALGEMENE ZAKEN EN HET OPENBAAR AMBT Voorzitter : de heer André Frédéric WOENSDAG 11 OKTOBER 2006 1. Wetsontwerp houdende verscheidene wijzigingen inzake verkiezingen, nr. 2548/1. Toegevoegde wetsvoorstellen : - Wetsvoorstel (Bart Laeremans, Filip De Man) inzake de verplichte inschrijving van kiezers uit het buitenland in de gemeente van hun laatste officiële verblijfplaats, nr. 385/1. - Wetsvoorstel (Bart Laeremans) inzake de opneming van de stemmen van kiezers uit het buitenland, nr. 397/1. - Wetsvoorstel (Hilde Vautmans, Annemie Turtelboom, Miguel Chevalier) tot instelling van het vrijwillig bijzitterschap in de stembureaus, nr. 1287/1. - Wetsvoorstel (Sabien Lahaye-Battheu, Yolande Avontroodt, Guido De Padt, Hilde Dierickx) tot wijziging van het Kieswetboek inzake het bewijs tot machtiging van een andere kiezer bij tijdelijk verblijf in het buitenland, nr. 1431/1. - Wetsvoorstel (Katrien Schryvers, Liesbeth Van der Auwera) tot wijziging van het Kieswetboek met betrekking tot de aanwijzing van bijzitters en plaatsvervangende bijzitters in de stembureaus, nr. 1978/1. - Wetsvoorstel (Hilde Vautmans, Annemie Turtelboom, Miguel Chevalier) tot wijziging van het Kieswetboek met betrekking tot de stembiljetten, nr. 2149/1. - Rapporteur : de h. Philippe De Coene. - De vraag van de hh. Bart Laeremans en Pieter De Crem om hun wetsvoorstellen inzake de splisting van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (Doc. Nrs 1379, 1382 en 1808) aan de bespreking van het huidig wetsontwerp toe te voegen, werd verworpen met 8 tegen 4 stemmen. - Inleidende uiteenzettingen door de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken en door de indieners van de toegevoegde wetsvoorstellen. - De algemene bespreking werd beëindigd. Hebben eraan deelgenomen : de hh. Dirk Claes en Jean-Claude Maene en mevr. Katrien Schryvers. 2. Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, en van de wet op het politieambt, nr. 2555/1. - Rapporteur : mevr. Annick Saudoyer. - Inleidende uiteenzetting door de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. - De algemene bespreking werd aangevat. Hebben eraan deelgenomen : de hh. Joseph Arens, Willy Cortois en de dames Annick Saudoyer en Katrien Schryvers. 3. Wetsontwerp tot oprichting van het Federaal Kenniscentrum voor de Civiele Veiligheid, nr. 2691/1. - Rapporteur : mevr. Jacqueline Galant. - Inleidende uiteenzetting door de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. - De algemene bespreking werd aangevat. Hebben eraan deelgenomen : de hh. Dirk Claes en Joseph Arens.
PM 51 / 111 - 7
4. Interpellatie van de heer Daniel Ducarme tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over “de vereenvoudiging van de procedures inzake het stemrecht van de Belgen in het buitenland voor de komende parlementsverkiezing” (nr. 937). - De vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken heeft geantwoord. - Er werden geen moties ingediend. 5. Samengevoegde vragen en interpellatie : - Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over “de geplande brandweerhervormingen” (nr. 12538). - Interpellatie van de heer Dirk Claes tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over “de brandweerhervorming” (nr. 942). - Vraag van mevrouw Nancy Caslo aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over “de brandweerhervorming” (nr. 12607). - De vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken heeft geantwoord. - Er werd een motie van aanbeveling ingediend door de h. Dirk Claes. - Er werd een eenvoudige motie ingediend door mevr. Magda De Meyer. Volgende vergadering : woensdag 25 oktober 2006.
Bedrijfsleven COMMISSIE VOOR HET BEDRIJFSLEVEN, HET WETENSCHAPSBELEID, HET ONDERWIJS, DE NATIONALE WETENSCHAPPELIJKE EN CULTURELE INSTELLINGEN, DE MIDDENSTAND EN DE LANDBOUW Voorzitter : de heer Paul Tant WOENSDAG 11 OKTOBER 2006 1. Samengevoegd wetsontwerp en wetsvoorstel : - Wetsontwerp betreffende het verbod op de commerciële productie van en handel in honden- en kattenbont en hiervan afgeleide producten, nr. 2411/1. - Wetsvoorstel (Philippe Monfils) tot wijziging van artikel 12 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, teneinde tot een betere bescherming van de gezelschapsdieren te komen, nr. 95/1. - Rapporteur : mevr. Véronique Ghenne. - Inleidende uiteenzetting door de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid. - De bespreking werd aangevat. Hebben eraan deelgenomen : de hh. Mark Verhaeghen en Pierre Lano. 2. Wetsontwerp betreffende de taalkaders bij het Nationaal Orkest van België en de Koninklijke Muntschouwburg, nr. 2405/1. - Rapporteur : mevr. Dalila Douifi. - De bespreking werd beëindigd. - De artikelen, alsook het gehele wetsontwerp, werden eenparig aangenomen.
PM 51 / 111 - 8
3. Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken over “de omzetting van de Europese richtlijn op de oneerlijke handelspraktijken” (nr. 12608). - De vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken heeft geantwoord. 4. Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over “de inwerkingtreding van de wet betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein” (nr. 12325). - De minister van Middenstand en Landbouw heeft geantwoord. 5. Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over “het verslag van het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie” (nr. 12326). - De minister van Middenstand en Landbouw heeft geantwoord 6. Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over “het advies van de Raad van State over het ontwerp-KB dat een wijziging voorstelt van de voorwaarden om de activiteiten van vastgoedmakelaar uit te oefenen” (nr. 12415). - De minister van Middenstand en Landbouw heeft geantwoord. 7. Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over “het wetsontwerp betreffende de schijnzelfstandigheid” (nr. 12430). - De minister van Middenstand en Landbouw heeft geantwoord. 8. Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Middenstand en Landbouw over “de arbitragecommissie die werd voorzien in de nieuwe franchisewet” (nr. 12493). - De minister van Middenstand en Landbouw heeft geantwoord. 9. Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over “de taakomschrijving van het federaal wetenschapsbeleid” (nr. 12321). - De minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid heeft geantwoord. 10. Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over “de klachtenbehandeling in de verzekeringssector” (nr. 12381). - De minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid heeft geantwoord.
PM 51 / 111 - 9
11. Interpellatie van mevrouw Simonne Creyf tot de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over “het lot van het nucleair passief” (nr. 907). - De minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid heeft geantwoord. - Er werd een motie van aanbeveling ingediend door de dames Simonne Creyf en Trees Pieters en door mevr. Muriel Gerkens en de h. Melchior Wathelet. - Er werd een eenvoudige motie ingediend door de h. Georges Lenssen. 12. Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over “de twee nieuwe stroomtaksen” (nr. 12408). - De minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid heeft geantwoord. 13. Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over “de kritiek op de liberalisering van de energiemarkt” (nr. 12409). - De minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid heeft geantwoord. 14. Vraag van de heer Patrick De Groote aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over “de wet inzake vergunningen van handelsvestigingen” (nr. 12453). - De minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid heeft geantwoord. 15. Interpellatie van de heer Paul Tant tot de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid en tot de vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken over “het nieuwe uitstel van de inwerkingtreding van de bepalingen in de zgn. Apetrawet m.b.t. het aanhouden van de olievoorraden” (nr. 950). - De minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid heeft geantwoord. - Er werd een motie van aanbeveling ingediend door de h. Paul Tant, mevr. Muriel Gerkens, de h. Melchior Wathelet en de dames Simonne Creyf en Trees Pieters. - Er werd een eenvoudige motie ingediend door de h. Georges Lenssen. 16. Samengevoegde vragen : - Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over “het overleg over de fusie van Suez en Gaz de France” (nr. 12584). - Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over “de concurrentie op de Belgische gasmarkt naar aanleiding van de mogelijke fusie van Suez en Gaz de France” (nr. 12587).
PM 51 / 111 - 10
- Vraag van mevrouw Simonne Creyf aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over “de ‘Pax Electrica II’ “ (nr. 12597). - Vraag van mevrouw Muriel Gerkens aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over “de Pax Electrica II’‘ “(nr. 12603). - De minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid heeft geantwoord. 17. Samengevoegde vragen : - Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over “het overleg over de fusie van Suez en Publigaz” (nr. 12585). - Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over “de opsplitsing van Fluxys in drie maatschappijen” (nr. 12586). - De minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid heeft geantwoord. 18. Vraag van mevrouw Trees Pieters aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid over “de Single European Payments Area” (nr. 12605). - De minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid heeft geantwoord. Volgende vergadering : dinsdag 17 oktober 2006.
Europese aangelegenheden, Landsverdediging en Buitenlandse Betrekkingen GEMEENSCHAPPELIJKE VERGADERING VAN HET FEDERAAL ADVIESCOMITE VOOR DE EUROPESE AANGELEGENHEDEN, DE COMMISSIE VOOR DE LANDSVERDEDIGING EN DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN Voorzitters : de heren Herman De Croo, Philippe Monfils en Hendrik Daems WOENSDAG 11 OKTOBER 2006 (Gemeenschappelijke vergadering met de homologe commissies van de Senaat) De parlementaire controle over het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid. Gedachtewisseling met leden van de Politieke commissie en de commissie Defensie van de Assemblee van de WEU. - Er heeft een gedachtewisseling plaatsgevonden.
PM 51 / 111 - 11
PM 51 / 111 - 12
PLENAIRE VERGADERING
Dit hoofdstuk bevat: -
de belangrijkste thema’s van de plenaire vergaderingen van de afgelopen week; een overzicht van de in plenaire vergadering besproken en gestemde wetsontwerpen en –voorstellen; de uitslag van de stemmingen. Het nummer na de titel van het ontwerp of voorstel verwijst naar het Kamerdocument (zie Bijlage 2 – wetsontwerpen, -voorstellen en commissieverslagen).
Het cijfer tussen haakjes, na de datum van de plenaire vergadering, identificeert de vergadering in de officiële publicaties van de Kamer: het Beknopt verslag, waar de synthese van de debatten gepubliceerd wordt; de Parlementaire handelingen die de volledige weergave van de debatten bevat (zie “Publicaties van de Kamer” op het laatste blad van dit bulletin).
DINSDAG 10 OKTOBER 2006 NAMIDDAG (231)
OPENING VAN DE GEWONE ZITTING 2006-2007 De Kamer komt van rechtswege bijeen op grond van artikel 44 van de Grondwet. De Kamervoorzitter verklaart de wetgevende zitting 2006-2007 voor geopend.
BENOEMING VAN HET VAST BUREAU Aan de orde is de benoeming van het Vast Bureau. Het aftredende Bureau is als volgt samengesteld : leden verkozen door de vergadering : - de heer Herman De Croo, voorzitter; - de heer Jean-Marc Delizée, eerste ondervoorzitter; - de heer Olivier Chastel, tweede ondervoorzitter; - de heren Paul Tant en Geert Lambert, ondervoorzitters; - mevrouw Colette Burgeon, de heer Pierre Lano, dames Anne Barzin en Greet van Gool, secretarissen;
PM 51 / 111 - 13
toegevoegd lid : - de heer Filip De Man, aangewezen door een erkende fractie met ten minste twaalf leden die geen voorzittern ondervoorzitter of secretaris heeft in het Bureau. leden van rechtswege : - de voorzitters van de fracties. Het aftredend Bureau is verkozen.
TOESPRAAK VAN DE VOORZITTER Waarde collega’s, Ik wil u bedanken voor de eer die u mij bewijst door mij opnieuw, voor het achtste opeenvolgende jaar, tot voorzitter van onze Assemblee te benoemen. Ik ben zeer geroerd door die blijk van vertrouwen, die mij motiveert om onze essentiële democratische waarden te verdedigen. Vandaag hervat onze Assemblee officieel haar werkzaamheden, al zijn tijdens de voorbije weken reeds talrijke commissies bijeengekomen. Ik wil deze gelegenheid te baat nemen om een aantal beschouwingen over het thema van de parlementaire democratie en de parlementaire diplomatie met u te delen, het optreden van onze Assemblee op het Europese toneel te schetsen en, ten slotte, het recente arrest van het Hof van Cassatie toe te lichten. Mijn collega-voorzitters van de Europese parlementaire assemblees hebben mij, op grond van mijn ervaring, niet alleen als voorzitter van een nationaal parlement maar tevens als parlementslid met 38 jaar anciënniteit, gelast een rapport betreffende de parlementaire diplomatie voor te stellen tijdens de Conferentie van parlementsvoorzitters van de lidstaten van de Raad van Europa, die op 30 en 31 mei 2006 in Tallinn plaatsvond. Waar de parlementaire diplomatie amper een decennium geleden nog als een "opkomend concept" werd beschouwd, is zij vandaag uitgegroeid tot een tastbare werkelijkheid die stevig in de parlementaire praktijk is verankerd. De parlementaire diplomatie is een verbindingsmiddel geworden, niet alleen tussen landen maar ook tussen volkeren. Voortaan maakt zij integraal deel uit van de internationale betrekkingen van een land. Een toenemend aantal parlementen heeft meer zeggenschap over het beleid inzake buitenlandse betrekkingen verworven. De parlementaire diplomatie laat meer ruimte voor flexibiliteit omdat de parlementsleden niet aan diplomatieke procedures zijn gebonden en veel vrijer van gedachten kunnen wisselen. Voor veel parlementen is onze Assemblee bijzonder belangwekkend, en dat ondervinden wij dagelijks, omdat zij een meertalige assemblee is waarin de gelijke behandeling van de taalgemeenschappen tot een principe is verheven.
PM 51 / 111 - 14
Door parlementen mee te helpen opbouwen en ze te versterken en representatieve instellingen van de opkomende democratieën te steunen, wordt tevens tot de verankering van de democratie en de rechtsstaat bijgedragen. Onze Kamer zet haar schouders onder tal van projecten, hetzij alleen, hetzij in samenwerking met andere assemblees, of met nationale en internationale instellingen. Zo heeft zij haar steun verleend aan de oprichting van de Assemblee van Kosovo en tal van Afrikaanse parlementen structurele hulp geboden. Tal van Afrikaanse parlementen vragen bijvoorbeeld hulp bij de oprichting van democratische instellingen. Vele Belgische parlementsleden nemen regelmatig deel aan zendingen die door AWEPA (Vereniging van Europese parlementsleden voor Afrika) worden georganiseerd. Samen met vele collega's van deze Assemblee hebben wij andere parlementen bezocht en positieve betrekkingen met parlementsleden in het buitenland aangeknoopt. De twee jongste jaar zijn wij naar Kazachstan, Koeweit, Azerbeidzjan, Armenië en Georgië gereisd en daarvoor hebben wij nagenoeg het hele Middellandse Zeegebied bezocht, met uitzondering van Palestina en Israël. Wij praten zowel met leden van de meerderheid als van de oppositie, en dat is precies wat ons onderscheidt van de ontmoetingen van de ministers, die doorgaans de opinies van de meerderheid vertolken en met vertegenwoordigers van de meerderheid in andere landen praten. Sinds 1999, toen ik voor het eerst werd verkozen, wordt van al die parlementaire zendingen verslag uitgebracht in een speciale uitgave van ons bulletin Parlementaire mededelingen. Tot dusver werden er al meer dan 60 verslagen gepubliceerd. In een aantal landen nemen parlementsleden deel aan zendingen van de ministers van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel, Landsverdediging of Ontwikkelingssamenwerking. In België gebeurt het vaak dat de parlementsleden die lid zijn van de betrokken commissies aan dergelijke regeringszendingen deelnemen. Net zoals veel andere parlementen stuurt ook de Kamer regelmatig parlementsleden op zending om de verkiezingen in diverse landen te monitoren. In 2005 heeft ons parlement aan verkiezingswaarnemingsopdrachten in Kirgizië, Moldavië, Albanië, Azerbeidzjan, Kazachstan, Palestina, Costa Rica, Wit-Rusland, Oekraïne en de DRC deelgenomen, zoals de heer Van der Maelen zich wellicht nog herinnert. De parlementsleden beschikken ontegenzeglijk over veel ervaring, niet alleen op het stuk van het verloop van de kiesverrichtingen, maar ook wat de rol en de werking van een parlement in een democratische staat betreft. Zoals Jean-Pierre Kingsley, directeur-generaal der verkiezingen in Canada, heeft opgemerkt, zijn de parlementsleden tijdens hun waarnemingsen bijstandsopdrachten ware ambassadeurs van onze democratische instellingen. Wij zijn dan ook bevoorrechte getuigen die vanuit onze eigen ervaring onze gesprekspartners in de landen waar we onze opdracht uitvoeren, de werking van de democratische electorale instellingen kunnen toelichten.
PM 51 / 111 - 15
Van 3 tot 7 juli – en het zal niet gebeuren in de nabije toekomst - vond in het Europees parlement te Brussel de 15e jaarlijkse zitting van de Parlementaire Assemblee van de organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, de PAOVSE plaats. Ik zou willen wijzen op de Belgische traditie om in internationale organisaties als klein land een betekenisvolle rol te spelen. Het huidige Belgische OVSE-Voorzitterschap illustreert hoezeer België de OVSE-waarden van conflictpreventie en conflictbeslechting genegen is. Parlementsleden kunnen een actieve rol spelen op drie domeinen, namelijk conflictpreventie en conflictbeslechting, de verkiezingswaarnemingen en het opvolgen van de activiteiten van de OVSE-missies. Ik wens trouwens te benadrukken welk uitstekend werk onze collega’s die in de interparlementaire assemblees zitting hebben - van de WEU, de Raad van Europa, de Benelux, de OVSE, de NAVO en de EMPA - verrichten. Getuige daarvan hun actieve deelname aan de werkzaamheden van die organen. In dat opzicht ware het wenselijk dat de werkzaamheden van de interparlementaire assemblees en van de nationale parlementen beter op elkaar werden afgestemd. De documenten die door die assemblees worden opgesteld, mogen niet binnenskamers blijven, wat nu te dikwijls gebeurt. Het is van fundamenteel belang dat de verslagen en de besluiten die door de interparlementaire assemblees worden aangenomen en op initiatief van de leden van de respectieve delegaties aan de nationale parlementen worden voorgelegd, door de bevoegde commissies van de nationale parlementen worden onderzocht. Waarde Collega’s, België is ook lid van de Europese Unie en neemt dus deel aan de supranationale besluitvorming ter zake. De Europese wetgeving vereist dezelfde parlementaire controle als de nationale wetgeving. De invloed ervan op ons dagelijks bestaan is immers ingrijpend en onomkeerbaar. De mislukking van het ratificatieproces van het Ontwerp van Europese Grondwet reveleert een vertrouwenscrisis van de burgers in de Europese Unie en haar instellingen. Om de kloof tussen de Europese Unie en de burgers te dichten hebben de EU-instellingen ingezien dat de nationale parlementen daarbij een belangrijke intermediaire rol kunnen spelen door hen nauwer bij de besluitvorming te betrekken, op een proactieve wijze. Daarom heeft de Europese Commissie onlangs beslist vanaf 1 september 2006 systematisch alle Europese wetgevingsvoorstellen rechtstreeks aan de nationale parlementen over te zenden met de bedoeling dat ze hierover een advies (in het bijzonder met betrekking tot het subsidiariteits- en evenredigheidsprincipe) zouden formuleren ten aanzien van de Europese Commissie. We schatten dat er aldus jaarlijks 600 à 800 documenten zullen overgezonden worden. De Europese Raad van 15-16 juni 2006 heeft akte genomen van dit initiatief van de Europese Commissie. Wij moeten derhalve zelf intern de nodige maatregelen treffen om onze standpunten aan de Europese Commissie te kunnen overmaken. Deze communicatie met de Europese Commissie is dus vooral gericht op de naleving van het subsidiariteits- en evenredigheidsprincipe.
PM 51 / 111 - 16
De originaliteit van onze benadering bestaat erin dat we voorgesteld hebben een samenwerkingsovereenkomst tussen alle parlementaire assemblees – de gewestelijke, communautaire en de federale – inzake de toepassing van het subsidiariteitsbeginsel op te stellen en dat we daarover onderhandeld hebben. Die samenwerkingsovereenkomst werd op 19 december 2005 ondertekend. Geachte Collega’s, Als behoeder van de parlementaire instelling wil ik bij het begin van deze zitting mijn bezorgdheid uiten over een aantal recente rechterlijke uitspraken en, in het bijzonder, over het arrest van het Hof van Cassatie van 28 september 2006. In een zeer korte tijdspanne (vier maanden) heeft het Hof van Cassatie overigens twee arresten geveld die ingrijpen op de wijze waarop wij onze taken als parlementslid uitoefenen. Het eerste, u welbekende, arrest van 1 juni 2006 handelt over de parlementaire onverantwoordelijkheid. U zult zich herinneren dat het Hof van Beroep te Brussel op 28 juni 2005 de Staat heeft veroordeeld omdat de parlementaire onderzoekscommissie “sekten” de zorgvuldigheidsplicht zou hebben geschonden bij het opstellen van haar openbaar verslag. Dat arrest heeft het Hof van Cassatie op 1 juni 2006 vernietigd. Daarbij bevestigde het Hof het absolute karakter van de parlementaire onverantwoordelijkheid. Die onverantwoordelijkheid stelt, volgens het Hof, beperkingen aan het recht de handelingen van het Parlement en zijn leden te toetsen en dient een belangrijk legitiem doel: het beschermen van de vrije meningsuiting in het Parlement en – niet onbelangrijk - de handhaving van de scheiding van machten tussen wetgever en rechter. Was dat arrest mij een hart onder de riem, dan baart de uitspraak die hetzelfde Hof van Cassatie deed op 28 september jl., mij zorgen. Waarover gaat het? Over de kwestie van de aansprakelijkheid van de Staat voor de abnormale duur van de burgerlijke procedure heeft een rechtbank van eerste aanleg de vordering toegewezen en de Belgische Staat veroordeeld. Vervolgens wordt het beroep van de Staat in een arrest van het hof van beroep verworpen en wordt de Staat veroordeeld. De fout die men de wetgever verwijt is niet dat hij wetteksten heeft opgesteld die in strijd zijn met grondwettelijke bepalingen, maar wel dat hij nagelaten heeft wetgevend op te treden teneinde de rechterlijke macht de nodige middelen ter beschikking te stellen om een efficiënte openbare dienstverlening op het stuk van de justitie te garanderen, onder meer met inachtname van artikel 6.1 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden dat de ondertekenende staten er onder meer toe verplicht de hoven en rechtbanken van hun rechterlijke orde zodanig te organiseren dat de zaken die hun worden voorgelegd, binnen een redelijke termijn worden behandeld. Ten slotte werd de voorziening in cassatie verworpen en het Hof van Cassatie stelt dat “Het beginsel van de scheiding der machten, dat ertoe strekt een evenwicht tussen de diverse machten van de Staat tot stand te brengen, niet impliceert dat de Staat zich, over het algemeen, zou kunnen onttrekken aan de verplichting om de schade die door zijn fout of door die van zijn organen in de uitoefening van de wetgevende functie aan anderen wordt toegebracht, te vergoeden.”
PM 51 / 111 - 17
Enerzijds is het ongetwijfeld legitiem dat een burger de schade die hij heeft geleden ten gevolge van onrechtmatig overheidsoptreden wil vergoed zien. En dat een burger die het slachtoffer is van een fout begaan door de uitvoerende en de rechterlijke macht, het recht heeft daarvoor te worden vergoed, is overigens sinds de arresten Flandria en Anca algemeen aanvaard. Maar dat anderzijds het arrest van het Hof van Cassatie van 28 september mij - als uw voorzitter - zorgen baart, zal u ongetwijfeld niet verwonderen. Hoewel de Staat er als wetgever werd aangesproken, waren Kamer en Senaat nochtans geen partij bij die zaak. Mede daarom, wil ik - op grond van vier citaten uit het arrest zelf - de mogelijke algemene draagwijdte van dit zeer belangrijke arrest nog even voor u verduidelijken: - eerste citaat: «Het is de Staat in zijn geheel, als enige rechtspersoon, die aansprakelijk is voor de fouten die zijn organen zouden hebben begaan, ongeacht of zij tot de uitvoerende, wetgevende of rechterlijke sfeer behoren; (…) die verschillende machten hebben, hoewel ze los van elkaar staan, als dusdanig geen rechtspersoonlijkheid en kunnen dus niet als dusdanig voor een rechtbank worden gedaagd»; tweede citaat: «het onderscheid dat wordt gemaakt tussen, enerzijds, de Staat (uitvoerende en rechterlijke macht), die aansprakelijk kan worden gesteld ten aanzien van burgers en waarvan de fouten door hoven en rechtbanken van de rechterlijke orde kunnen worden bestraft en, anderzijds, de Natie (de wetgevende macht), die een principiële immuniteit zou genieten als houdster van de soevereiniteit en emanatie van het volk, wekt verwondering en heeft in de grondwet, de wet, de rechtspraak of de rechtsleer geen grondslag»;
-
- derde citaat: «De aansprakelijkheid en de verplichting van de Staat om de schade te vergoeden die particulieren hebben geleden wegens de fouten die door de organen van de Staat werden begaan, werden geleidelijk door de rechtspraak erkend sinds het Flandria-arrest van het Hof van Cassatie van 5 november 1920 (…); die opmerkelijke evolutie (…) was (…) aanvankelijk beperkt tot de handelingen van de uitvoerende macht in zijn bestuurlijke en regelgevende functie (…) en werd nadien uitgebreid tot de handelingen verricht in de rechtsprekende functie (…). (Men) stelt ten onrechte dat de evolutie daar moet stoppen en dat er geen sprake kan van zijn dat de aansprakelijkheid van de Staat als wetgever in het geding zou komen, (aansprakelijkheid) die (weliswaar) nog niet door het Hof van Cassatie werd bekrachtigd, hoewel zij al door verscheidene rechtscolleges werd erkend (…) »; - vierde citaat: “Thans wordt niet langer betwist dat de administratie aansprakelijk is voor de fouten die zij in de uitoefening van haar reglementerende functie begaat (…) (Welnu,) de reglementerende functie is verwant (…) met de wetgevende functie (…). Voor wie een ogenblik abstractie wil maken van het grondwettelijk kader waarin het probleem rijst, geldt het reglement (…) als een materiële of secundaire wet. De doelstelling die aan die beide juridische regels wordt toegeschreven is identiek (…), de reglementerende functie streeft hetzelfde doel na als de wetgevende functie, waarvan zij enkel een geleding is, en gebruikt dezelfde methoden”. Op dit alles heb ik niet meteen een pasklaar antwoord. Het is trouwens zeer de vraag of dit arrest niet de doos van Pandora heeft geopend. Ongetwijfeld zult u het met mij dan ook eens zijn dat het ogenblik is aangebroken om ons opnieuw te bezinnen over het principe van de “scheiding der machten” en de grondwetsartikelen, 33, 36 en 42.
PM 51 / 111 - 18
De tijd dat men kon beweren dat de wetgever of het Parlement boven elke rechterlijke controle verheven is, is voorbij. En er werden ook grenzen getrokken. Wij hebben zelf toegegeven dat er grenzen zijn aan de soevereiniteit van de wetgever door het Arbitragehof op te richten. Wij hebben de bevoegdheid van dat Hof om de wetten te toetsen aan de Grondwet en ongrondwettige bepalingen te vernietigen en desnoods te schorsen, tot tweemaal toe, uitgebreid. Wij aanvaarden dat het Europees Hof te Luxemburg een Staat kan veroordelen voor het niet tijdig of niet correct omzetten van Europese richtlijnen, ook wanneer het een nationale wetgever is die in gebreke blijft. Wij hebben een beroep bij de Raad van State mogelijk gemaakt tegen bestuurshandelingen ten aanzien van ons eigen personeel en inzake overheidsopdrachten van onze instelling. Het Parlement staat immers noch buiten, noch boven de samenleving en ondergaat dus ook de gevolgen van de juridisering van het maatschappelijk leven. Ik heb reeds toegegeven dat ik voor één keer – une fois n’est pas coutume - geen pasklare oplossing heb m.b.t. de mogelijke draagwijdte van het Cassatiearrest van 28 september 2006. Niettemin lijkt het mij alvast raadzaam aan de regering te vragen dat de Wetgevende Kamers voortaan geregeld op de hoogte zouden worden gehouden van de zaken waarin de Belgische Staat als wetgever werd veroordeeld. Hoe dan ook, de Conferentie van voorzitters heeft op 4 oktober 2006 beslist deskundigen aan te stellen om, in overleg met onze diensten, deze problematiek te onderzoeken en, desgevallend, wetgevende en/of grondwetgevende initiatieven uit te werken. Collega’s Onze Kamer, gisteren, vandaag en morgen blijft de hoogste democratische ontmoetingsplaats van ons federaal land, een plaats voor dialoog en beheerste confrontatie, een plaats van ideeën, voorstellen en standpunten. Ik ben ervan overtuigd dat dit ook zo zal zijn tijdens deze laatste maanden. Ik wens u allen een opbouwend parlementair jaar. (Applaus op vele banken)
DONDERDAG 12 OKTOBER 2006 NAMIDDAG (232)
MONDELINGE VRAGEN Het uitzenden van beelden van de ontsnapping van Murat Kaplan Vraag van : de heer Melchior Wathelet (cdH) aan de vice-eerste minister (nr. P.1532)
PM 51 / 111 - 19
De toestand bij de financiële parketten Vraag van : de heer Carl Devlies (CD&V) aan de vice-eerste minister en minister van Justitie (nr. P1533) De bevak 2006 Samengevoegde vragen van - de heer Servais Verherstraeten (CD&V) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën (nr. P1534) - de heer Jean-Marc Nollet (Ecolo) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën (nr. P1535) - de heer Benoît Drèze (cdH) aan de vice-eerste minister en minister van Financiën (nr. P1536) - de heer Eric Massin (PS) aan de vice-eerste ministeren minister van Financiën (nr. P1537) De Noord-Koreaanse kernproef Vraag van : de heer Hervé Hasquin (MR) aan de minister van Buitenlandse Zaken (nr. P1538) De pensioenen en het Generatiepact Vraag van : mevrouw Greet Van Gool (sp.a-spirit) aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen (nr. P1539) De tariefverhoging bij de NMBS Vraag van : de heer Guido De Padt (VLD) aan de staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, toegevoegd aan de Minister van Begroting en Consumentenzaken (P1540) De politiebezetting te Berlaar-Nijlen Vraag van de heer David Geerts (sp.a-spirit) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken (nr. P1541)
PM 51 / 111 - 20
De veiligheid bij het openbaar vervoer in het Pajottenland en Brussel Vraag van : de heer Bart Laeremans (Vlaams Belang) aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken (nr. P1542)
NAAMSTEMMINGEN OVER DE MOTIES De eenvoudige motie is een motie die er zonder meer toe strekt over te gaan tot de orde van de dag. De eenvoudige motie heeft van rechtswege voorrang op alle andere moties, met uitzondering van de motie van vertrouwen. De aanneming van een eenvoudige motie heeft tot gevolg dat alle andere moties vervallen (art.92bis Rgt van de Kamer). Zijn er verscheidene moties van aanbeveling over hetzelfde onderwerp ingediend, dan hebben de moties ingediend door interpellanten bij de stemming van rechtswege voorrang op de moties ingediend door andere leden. Binnen elk van beide categorieën wordt de volgorde van stemming bepaald door de volgorde van indiening.
STEMMINGEN OVER :
1. over de moties ingediend tot besluit van de interpellaties van : -
de heer Francis Van den Eynde (Vlaams Belang) tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over “de merkwaardige visapolitiek van de Dienst Vreemdelingenzaken" (nr. 894) (gehouden in de openbare vergadering van de Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 10 juli 2006)
Twee moties werden ingediend (MOT 51 nr. 894/001) -
een motie van aanbeveling door Francis Van den Eynde (Vlaams Belang) een eenvoudige motie door Talbia Belhouari (PS), Véronique Ghenne (PS) en Eric Libert (MR) De eenvoudige motie wordt aangenomen met 87 stemmen tegen 42
PM 51 / 111 - 21
2. over de moties ingediend tot besluit van de interpellaties van : -
de heer Melchior Wathelet (cdH) tot de eerste minister over “de begrotingscontrole van de regering” (nr. 899) de heer Hendrik Bogaert (CD&V) tot de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken over “de tweede begrotingscontrole 2006” (nr. 900) de heer Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang) tot de vice-eerste minister en minister van Begroting en Consumentenzaken en tot de vice-eerste minister en minister van Financiën over “de begrotingscontrole II” (nr. 903) (gehouden in de openbare vergadering van de Commissie voor de Financiën en de Begroting van 20 juli 2006)
Drie moties werden ingediend (MOT 51 nr. 899/001) -
een motie van aanbeveling door Marleen Govaerts (Vlaams Belang), Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang) en Staf Neel (Vlaams Belang) een motie van aanbeveling door Hendrik Bogaert (CD&V) en Melchior Wathelet (cdH) een eenvoudige motie door Annemie Roppe (sp.a-spirit), Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit), Alfons Borginon (VLD), Luk Van Biesen (VLD), Luc Gustin (MR) en Eric Massin (PS) De eenvoudige motie wordt aangenomen met 86 stemmen tegen 44
3. over de moties ingediend tot besluit van de interpellaties van : -
de heer Gerolf Annemans (Vlaams Belang) tot de vice-eerste minister en minister van Justitie over “het vrijlatingsbeleid van de minister inzake pedofielen en recidiverende zware criminelen” (nr. 901) (gehouden in de openbare vergadering van de Commissie voor de Justitie van 19 juli 2006)
Twee moties werden ingediend (MOT 51 nr. 901/001) -
een motie van wantrouwen door Gerolf Annemans (Vlaams Belang) en Bart Laeremans (Vlaams Belang) een eenvoudige motie door Karine Lalieux (PS), Thierry Giet (PS), Dylan Casaer (sp.aspirit), Walter Muls (sp.a-spirit) en Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit) De eenvoudige motie wordt aangenomen met 86 stemmen tegen 44
4. over de moties ingediend tot besluit van de interpellaties van : -
de heer Gerolf Annemans (Vlaams Belang) tot de vice-eerste minister en minister van Justitie over “onderhandelingen met een op de vlucht zijnde gangster” (nr. 905) de heer Tony Van Parys (CD&V) tot de vice-eerste minister en minister van Justitie over “het bericht dat het kabinet-Justitie zou onderhandelen met Murat Kaplan” (nr. 906) (gehouden in de openbare vergadering van de Commissie voor de Justitie van 19 juli 2006)
PM 51 / 111 - 22
Drie moties werden ingediend (MOT 51 nr. 905/001) -
een motie van wantrouwen door Gerolf Annemans (Vlaams Belang) en Bart Laeremans (Vlaams Belang) een motie van aanbeveling door Tony Van Parys (CD&V) een eenvoudige motie door Karine Lalieux (PS), Thierry Giet (PS), Walter Muls (sp.aspirit) en Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit) De eenvoudige motie wordt aangenomen met 86 stemmen tegen 44
5. over de moties ingediend tot besluit van de interpellaties van : -
de heer Dirk Claes (CD&V) tot de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken over “de financiële implicaties van het nieuwe statuut voor het CALog-personeel van de politiedienst” (nr. 909) (gehouden in de openbare vergadering van de Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 25 september 2006)
Twee moties werden ingediend (MOT 51 nr. 909/001) -
een motie van aanbeveling door Trees Pieters (CD&V), Dirk Claes (CD&V) en Tony Van Parys (CD&V) een eenvoudige motie door François-Xavier de Donnea (MR), Jean-Claude Maene (PS) en Willy Cortois (VLD) De eenvoudige motie wordt aangenomen met 91 stemmen tegen 43
6. over de moties ingediend tot besluit van de interpellaties van : -
de heer Bart Laeremans (Vlaams Belang) tot de vice-eersteminister en minister van Justitie over “de spectaculaire ontsnapping uit de gevangbenis van Dendermonde” (nr. 910) de heer Tony Van Parys (CD&V) tot de vice-eersteminister en minister van Justitie en tot de vice-eersteminister en minister van Financiën over “de ontsnapping uit de gevangenis in Dendermonde en de staat van die gevangenis” (nr. 912) mevrouw Marie Nagy (Ecolo) tot de vice-eersteminister en minister van Justitie over “de ontsnapping van gedetineerden uit de gevangenis van Dendermonde” (nr. 915 (gehouden in de openbare vergadering van de Commissie voor de Justitie van 23 augustus 2006)
Drie moties werden ingediend (MOT 51 nr. 910/001) -
een motie van aanbeveling door Gerolf Annemans (Vlaams Belang), Bart Laeremans (Vlaams Belang) n Francis Van den Eynde (Vlaamse Belang) een motie van aanbeveling door Simonne Creyf (CD&V), Greta D’Hondt (CD&V, Pieter De Crem (CD&V),Tony Van Parys (CD&V) en Patrick De Groote (N-VA) een eenvoudige motie door Karine Lalieux (PS), Thierry Giet (PS), Charles Michel (MR), Alfons Borginon (VLD), Dylan Casaer (sp.a-spirit) en Walter Muls (sp.a-spirit) De eenvoudige motie wordt aangenomen met 89 stemmen tegen 45
PM 51 / 111 - 23
7. over de moties ingediend tot besluit van de interpellaties van : -
de heer Bart Laeremans (Vlaams Belang) tot de vice-eersteminister en minister van Financiën over “de gevangenis van Dendermonde” (nr. 911) de heer Tony Van Parys (CD&V) tot de vice-eersteminister en minister van Financiën over “de ontsnapping uit de gevangenis in Dendermonde en de staat van die gevangenis” (nr. 920) (gehouden in de openbare vergadering van de Commissie voor de Financiën en de Begroting van 24 augustus 2006)
Drie moties werden ingediend (MOT 51 nr. 911/001) -
een motie van aanbeveling door Marleen Govaerts (Vlaams Belang) en Bart Laeremans (Vlaams Belang) een motie van aanbeveling door Tony Van Parys (CD&V) een eenvoudige motie door Karine Lalieux (PS), Luc Gustin (MR), Alfons Borginon (VLD) en Bart Tommelein (VLD) De eenvoudige motie wordt aangenomen met 89 stemmen tegen 45
8. over de moties ingediend tot besluit van de interpellaties van : -
-
de heer Francis Van den Eynde (Vlaams Belang) tot de eerste minister over “de zeer labiele toestand die na de verkiezingen van 30 juli 2006 in Congo is ontstaan en de gevolgen hiervan voor zowel de veiligheid van onze landgenoten ter plekke als voor de verkiezingen zelf” (nr. 916) mevrouw Nathalie Muylle (CD&V) tot de minister van Buitenlandse Zaken over “de spanningen in Congo” (nr. 918) (gehouden in de openbare vergadering van de Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen van 29 augustus 2006)
Drie moties werden ingediend (MOT 51 nr. 916/001) -
een motie van aanbeveling door Nathalie Muylle (CD&V) en Herman Van Rompuy (CD&V) een motie van aanbeveling door Francis Van den Eynde (Vlaams Belang) een eenvoudige motie door Mohammed Boukourna (PS), Hervé Hasquin (MR), Hilde Dierickx (VLD) en Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit) De eenvoudige motie wordt aangenomen met 91 stemmen tegen 43
9. over de moties ingediend tot besluit van de interpellaties van : -
de heer Francis Van den Eynde (Vlaams Belang) tot de minister van Buitenlandse Zaken over “het zenden van troepen naar Libanon” (nr. 917) de heer Pieter De Crem (CD&V) tot de eerste minister, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Landsverdediging over “de Belgische bijdrage aan de VNtroepenmacht voor Libanon (UNIFIL)” (nr. 921) (gehouden in de gemeenschappelijke vergadering van de commissies voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging van de Kamer en van de homologe commissies van de Senaat van 28 augustus 2006)
PM 51 / 111 - 24
Drie moties werden ingediend (MOT 51 nr. 917/001) -
een motie van aanbeveling door Gerolf Annemans (Vlaams Belang), Staf Neel (Vlaams Belang) en Francis Van den Eynde (Vlaams Belang) een motie van aanbeveling door Nathalie Muylle (CD&V) en Pieter De Crem (CD&V) een eenvoudige motie door Mohammed Boukourna (PS), Hervé Hasquin (MR), Hilde Vautmans (VLD) en Inga Verhaert (sp.a-spirit) De eenvoudige motie wordt aangenomen met 89 stemmen tegen 45
10. over de moties ingediend tot besluit van de interpellaties van : -
de heer Tony Van Parys (CD&V) tot de vice-eersteminister en minister van Justitie over “de dreiging van het moslimterrorisme” (nr. 923) de heer Gerolf Annemans (Vlaams Belang) tot de vice-eersteminister en minister van Justitie over “het islamterrorisme” (nr. 941) (gehouden in de openbare vergadering van de Commissie voor de Justitie van 26 september 2006)
Drie moties werden ingediend (MOT 51 nr. 923/001) -
een motie van aanbeveling door Gerolf Annemans (Vlaams Belang) en Bart Laeremans (Vlaams Belang) een motie van aanbeveling door Patrick De Groote (N-VA),Tony Van Parys (CD&V) en Servais Verherstraeten (CD&V) een eenvoudige motie door Valérie Déom (PS), François-Xavier de Donnea (MR), Jean-Pierre Malmendier (MR), André Perpète (PS) et Alfons Borginon (VLD) De eenvoudige motie wordt aangenomen met 91 stemmen tegen 43
11. over de moties ingediend tot besluit van de interpellaties van : -
de heer Tony Van Parys (CD&V) tot de vice-eersteminister en minister van Justitie en tot de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken over “de inbraak in het gebouw waar de Antiterroristische gemengde groep is gehuisvest (AGG)” (nr. 924) (gehouden in de gemeenschappelijke vergadering van de commissies voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt, en voor de Justitie van 25 september 2006)
Twee moties werden ingediend (MOT 51 nr. 924/001) -
een motie van aanbeveling door Trees Pieters (CD&V), Dirk Claes (CD&V), Tony Van Parys (CD&V), Marie Nagy (Ecolo) en Melchior Wathelet (cdH) een eenvoudige motie door Alain Courtois (MR), Jean-Claude Maene (PS) en Willy Cortois (VLD) De eenvoudige motie wordt aangenomen met 91 stemmen tegen 43
PM 51 / 111 - 25
12. over de moties ingediend tot besluit van de interpellaties van : -
de heer Hendrik Bogaert (CD&V) tot de vice-eersteminister en minister van Begroting en Consumentenzaken over “de impact van de rekenfout van de belastingadministratie op de begrotingen 2006 en 2007” (nr. 925) (gehouden in de openbare vergadering van de Commissie voor de Financiën en de Begroting van 14 september 2006)
Twee moties werden ingediend (MOT 51 nr. 925/001) -
een motie van aanbeveling door Hendrik Bogaert (CD&V) en Carl Devlies (CD&V) een eenvoudige motie door Luc Gustin (MR), Eric Massin (PS), Anne-Marie Baeke (sp.a-spirit) en Luk Van Biesen (VLD) De eenvoudige motie wordt aangenomen met 90 stemmen tegen 44
13. over de moties ingediend tot besluit van de interpellaties van : -
de heer Carl Devlies (CD&V) tot de vice-eersteminister en minister van Financiën over “de rekenfout van de administratie” (nr. 926) de heer Jean-Marc Nollet (Ecolo) tot de vice-eersteminister en minister van Financiën over “de rekenfout van zijn administratie” (nr. 928) de heer Melchior Wathelet (cdH) tot de vice-eersteminister en minister van Financiën over “de overschatting van de ontvangsten inzake personenbelasting in het kader van de inkohiering voor het aanslagjaar 2005” (nr. 933) (gehouden in de openbare vergadering van de Commissie voor de Financiën en de Begroting van 14 september 2006)
Vier moties werden ingediend (MOT 51 n° 926/001) -
een motie van wantrouwen door Marleen Govaerts (Vlaams Belang), Gerolf Annemans (Vlaams Belang), Koen Bultinck (Vlaams Belang) en Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang) een motie van aanbeveling door Carl Devlies (CD&V) een motie van aanbeveling door Melchior Wathelet (cdH) een eenvoudige motie door Marie-Christine Marghem (MR), Luc Gustin (MR), Eric Massin (PS), Anne-Marie Baeke (sp.a-spirit) en Luk Van Biesen (VLD) De eenvoudige motie wordt aangenomen met 91 stemmen tegen 43
14. over de moties ingediend tot besluit van de interpellaties van : -
de heer Bart Laeremans (Vlaams Belang) tot de vice-eersteminister en minister van Justitie over “de houding van Justitie ten aanzien van topgangster Victor Hoxha” (nr. 927) de heer Tony Van Parys (CD&V) tot de vice-eersteminister en minister van Justitie over “de beslissingen van Justitie inzake het dossier van de Albanese topgangster Victor Hoxha” (nr. 932) (gehouden in de openbare vergadering van de Commissie voor de Justitie van 20 september 2006)
PM 51 / 111 - 26
Drie moties werden ingediend (MOT 51 nr. 927/001) -
een motie van wantrouwen door Gerolf Annemans (Vlaams Belang) en Bart Laeremans (Vlaams Belang) een motie van wantrouwen door Tony Van Parys (CD&V) een eenvoudige motie door Valérie Déom (PS), Eric Massin (PS), Daniel Bacquelaine (MR), Alfons Borginon (VLD) en Walter Muls (sp.a-spirit) De eenvoudige motie wordt aangenomen met stemmen 91 tegen 43
15. over de moties ingediend tot besluit van de interpellaties van : -
de heer Jean-Jacques Viseur (cdH) tot de vice-eersteminister en minister van Financiën over “de verkoop van onroerende goederen van de Staat door de Regie der Gebouwen” (nr. 934) (gehouden in de openbare vergadering van de Commissie voor de Financiën en de Begroting van 19 september 2006)
Twee moties werden ingediend (MOT 51 nr. 934/001) -
een motie van aanbeveling door Jean-Jacques Viseur (cdH) en Carl Devlies (CD&V) een eenvoudige motie door Jacques Chabot (PS), Luc Gustin (MR) en Luk Van Biesen (VLD) De eenvoudige motie wordt aangenomen met 90 stemmen tegen 44
16. over de moties ingediend tot besluit van de interpellaties van : -
de heer Pieter De Crem (CD&V) tot de eerste minister over “de verdeeldheid binnen de regering over de problematiek van de voorlopige invrijheidstelling van zware delinquenten” (nr. 938) de heer Melchior Wathelet (cdH) tot de eerste minister over “de genomen of te nemen maatregelen om een einde te maken aan de crisis binnen de meerderheid” (nr. 939) de heer Jean-Marc Nollet (Ecolo) tot de eerste minister over “de crisis binnen de meerderheid als gevolg van wat de jongste dagen is misgegaan” (nr. 940) de heer Gerolf Annemans (Vlaams Belang) tot de eerste minister over “de toestand waarin de regering zich bevindt” (nr. 944) de heer Patrick De Groote (N-VA) tot de eerste minister over “de aanhoudende onenigheid binnen de regering” (nr. 945) (gehouden in de openbare vergadering van de Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van 29 september 2006)
Vier moties werden ingediend (MOT 51 n° 938/001) -
een motie van wantrouwen door Gerolf Annemans (Vlaams Belang) en Bart Laeremans (Vlaams Belang) een motie van wantrouwen door Simonne Creyf (CD&V), Pieter De Crem (CD&V) en Servais Verherstraeten (CD&V) een motie van wantrouwen door Jean-Marc Nollet (Ecolo) en Melchior Wathelet (cdH) een eenvoudige motie door Talbia Belhouari (PS), Jacqueline Galant (MR), Alfons Borginon (VLD) en Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit) De eenvoudige motie wordt aangenomen met 91 stemmen tegen 43
PM 51 / 111 - 27
PM 51 / 111 - 28
PERSONALIA
In memoriams uitgesproken door de heer Herman De Croo, Voorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers Plenaire vergadering van donderdag 12 oktober 2006 Waarde collega’s, Tijdens het parlementair reces zijn verscheidene gewezen Kamerleden overleden. Namens de Kamer heb ik de families van de overledenen het diepe medeleven van onze assemblee betuigd.
HULDEBETOON TER NAGEDACHTENIS VAN DE HEER MIK BABYLON, ERELID VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
Mik Babylon, erelid van de Kamer, is op 7 oktober 2006 overleden, op de leeftijd van 71 jaar. Deze doctor in de rechten van de KU – Leuven zetelde in onze Assemblee van 1965 tot 1978 als Volksunie-Kamerlid. Hij vertegenwoordigde het arrondissement Roeselare-Tielt. Tot tweemaal toe was hij secretaris van de Kamer. Op lokaal vlak was hij tevens gemeenteraadslid van Roeselare-Tielt. Onze gewezen collega, bekend om zijn gestaald karakter, verdedigde steeds met eenzelfde vastberadenheid zijn opvattingen vanuit een sterke actiegerichtheid op het terrein. Hij stelde bijzonder belang in het taalgebruik, de streekeconomie, de ouderdomspensioenen en de ziekte- en invaliditeitsverzekering.
HULDEBETOON TER NAGEDACHTENIS VAN DE HEER JEAN MOTTARD, GEWEZEN LID VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS Waarde collega’s, De heer Jean Mottard, gewezen Kamerlid, is op 22 juli 2006 op 81-jarige leeftijd overleden. Hij studeerde af als doctor in de rechten aan de Universiteit van Luik en was actief als advocaat.
PM 51 / 111 - 29
In 1962 verkreeg hij de vrijspraak voor de aangeklaagde arts in het zogenaamde Softenonproces, een van de meest geruchtmakende processen in de gerechtelijke geschiedenis van ons land. Van 1981 tot 1991 vertegenwoordigde de heer Mottard als lid van de PS-fractie het arrondissement Luik in onze assemblee. Hij was ondervoorzitter van de Kamer van 1989 tot 1991, evenals voorzitter van de commissie voor de Justitie. Voorts was hij gemeenteraadslid in de Vurige Stede. Zijn toespraken in onze assemblee waren steeds goed onderbouwd en nooit gespeend van een vleugje humor, vaak met een sarcastische ondertoon.
HULDEBETOON TER NAGEDACHTENIS VAN ROBERT MOREAU, ERESECRETARIS VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS, GEWEZEN MINISTER Waarde collega’s, Met droefheid heeft de Kamer vernomen dat de heer Robert Moreau, eresecretaris van de Kamer en gewezen minister, op 23 juli 2006 op 91-jarige leeftijd is overleden. Robert Moreau werd op 20 mei 1915 in Tulle in het Franse departement Corrèze geboren. Hij volgde een opleiding van tekenaar-elektricien en trad in 1937 in dienst bij de tekenafdeling van ACEC. Van bij de aanvang van zijn beroepsloopbaan was onze oud-collega een actief vakbondsmilitant in de Fédération des Métallurgistes en mettertijd nam hij in die organisatie steeds grotere verantwoordelijkheden op zich. Na de oorlog werd Robert Moreau 'vakbondsbestendige' en vervolgens gewestelijk secretaris van het ABVV van Charleroi. Van 1945 tot 1953 was hij tevens voorzitter van de PSB-afdeling van Marcinelle. In 1954 werd hij nationaal secretaris van het ABVV en aldus de rechterhand van André Renard. Nadat hij in 1961 zijn nationaal mandaat binnen het ABVV had neergelegd, sloot hij zich aan bij de Mouvement populaire wallon die pas was opgericht. In 1964 verliet hij de Parti Socialiste, waarvan hij sinds 1932 lid was. In 1965 werd hij in het arrondissement Charleroi voor de Parti wallon tot lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers verkozen, waarin hij tot 1981 zitting zou hebben. Hij was een vurig aanhanger van het federalisme en een briljant pleitbezorger van de Waalse bewustwording. In 1968 stond hij mee aan de wieg van het Rassemblement wallon waarvan hij in 1974 federaal voorzitter werd. In de regeringen Tindemans was hij van 1974 tot 1976 staatssecretaris voor Sociale Zaken, toegevoegd aan de minister voor Waalse Aangelegenheden, en van 1976 tot 1977 minister van Pensioenen, een functie die ik later ook heb uitgeoefend. Als minister in diezelfde regering had ik de gelegenheid zijn inzet te waarderen.
PM 51 / 111 - 30
Later werd hij opnieuw lid van de Parti Socialiste en werd hij meer bepaald voorzitter van de afdeling van het Institut Jules Destrée in Charleroi. Robert Moreau was een overtuigde Waal wiens politiek engagement vóór alles was ingegeven door solidariteit met de allerzwaksten in de samenleving.
HULDEBETOON TER NAGEDACHTENIS VAN HUGO SCHILTZ, VOLKSVERTEGENWOORDIGERS, MINISTER VAN STAAT
ERELID VAN DE KAMER VAN
Waarde collega's, Hugo Schiltz, erelid van de Kamer en minister van Staat, is op 5 augustus 2006 op 78-jarige leeftijd in Edegem overleden. Hugo Schiltz werd op 27 oktober 1927 geboren in Borsbeek. Aan de Katholieke Universiteit Leuven studeerde hij met brille af als doctor in de rechten, licentiaat in de Economische Wetenschappen en baccalaureus in de wijsbegeerte. Hij begon zijn loopbaan als advocaat bij de balie van Antwerpen in 1953. In 1958 stapte hij in de actieve politiek, toen hij op een CVP-lijst verkozen werd als Antwerps gemeenteraadslid. Hij was Kamerlid van 1965 tot 1991, als Volksunievertegenwoordiger voor het arrondissement Antwerpen, en senator van 1991 tot 1995. Van 1975 tot 1979 was hij voorzitter van de Volksunie. In 1977 loodste hij zijn partij in de regering, en speelde vervolgens een belangrijke rol in de staatshervorming, waarbij België omgevormd werd tot een federale Staat. Hij werd minister van Financiën en Begroting in de eerste Vlaamse Executieve in 1981, en behield die portefeuille tot 1985. Daarna was hij van 1988 tot 1991 vice-eerste minister en minister van Begroting en Wetenschapsbeleid in de laatste regering-Martens. Hugo Schiltz was een getalenteerd redenaar en een geducht debater. Zijn toespraken hier in de Kamer waren vaak gedreven en scherp, maar ook vol humor, en altijd hoffelijk. In 1995 benoemde de Koning hem tot minister van Staat. Hugo Schiltz bleef tot 2000 actief in de lokale Antwerpse politiek, als schepen voor Financiën, Economie en Toerisme, en legde zich daarna toe op zijn advocatenpraktijk.
PM 51 / 111 - 31
Tot aan zijn dood bleef deze erudiete en belezen gentleman, liefhebber van moderne schilderkunst en poëzie, voor de politiek gepassioneerd. Hij leeft in de herinnering voort als een groot politicus, van in zijn prille jeugd gehecht aan zijn Vlaamse, kosmopolitische identiteit. Hij was een man van zijn woord, die rotsvast in de gegrondheid van zijn analyses geloofde, maar ook respect had voor zijn tegenstanders. Ik had de eer onze Assemblee te vertegenwoordigen op de uitvaart in de Onze-LieveVrouwekathedraal van Antwerpen.
HULDEBETOON TER NAGEDACHTENIS VAN DE HEER CHARLES CORNET D’ELZIUS, DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS, GEWEZEN MINISTER
ERELID VAN
Waarde collega’s, De Kamer vernam met leedwezen dat de heer Charles Cornet d’Elzius, erelid van de Kamer en gewezen minister, op 27 juli 2006 op 84-jarige leeftijd is overleden. Hij genoot een opleiding als bosdeskundige en was gewapend verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. Gedurende achttien jaar, van 1968 tot 1971 en van 1978 tot 1991, was hij lid van onze assemblee. Hij vertegenwoordigde het arrondissement Dinant-Philippeville voor de Parti Réformateur Libéral. Hij onderscheidde zich met name door zijn briljante uiteenzettingen tijdens de besprekingen over de landbouwbegroting. Van 1974 tot 1977 was de heer Cornet d’Elzius Senator. In 1976 werd hij adjunct-minister van Economische Zaken, bevoegd voor land- en bosbouw, van het Waals Gewest. Die functie, die hij tot het einde van de regering Tindemans I uitoefende, stemde perfect overeen met zijn capaciteiten en beantwoordde aan zijn belangrijkste streven. Hij hamerde voortdurend op het belang van het bosbehoud dat bepalend is voor de toekomst van de volgende generaties. Zijn houding ten aanzien van de jacht stond eveneens in het teken van die bekommernis. Ook op gemeentelijk en provinciaal niveau was de heer Cornet d’Elzius erg actief. Hij was burgemeester van de gemeente Scy en vervolgens, gedurende vele jaren, van de stad Ciney. De heer Cornet d’Elzius stond bekend om zijn aangeboren hoffelijkheid en voorkomendheid waarmee hij al zijn functies waarnam.
natuurlijke
HULDEBETOON TER NAGEDACHTENIS VAN DE HEER DRIES DEQUAE, EREVOORZITTER VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS, GEWEZEN MINISTER Waarde collega’s, Onze gewezen collega Dries Dequae, erevoorzitter van onze assemblee, is op 17 augustus 2006 overleden te Kortrijk, waar hij op 3 november 1915 werd geboren.
PM 51 / 111 - 32
Hij volbracht zijn middelbare studies met glans in het Collège Notre Dame de la Tombe te Kain en bij de Broeders Xaverianen te Brugge. In 1938 werd hij met grote onderscheiding licentiaat in de economische en handelswetenschappen aan de Katholieke Universiteit Leuven, waar hij onder meer college liep bij professor Gaston Eyskens. Op 16 augustus 1940 begon onze gewezen collega, die twee jaar eerder zijn eindverhandeling aan de vlasnijverheid had gewijd, zijn beroepsloopbaan als secretaris-generaal van de werkgeversorganisatie van de textielsector in de regio Kortrijk. Het werd de start van een veertigjarige loopbaan in de textielsector, die hij zijn leven lang een warm hart toedroeg en waarvoor hij met vuur op de bres stond. Dankzij zijn grote managementkwaliteiten waarvan hij in die functie blijk gaf, werd hij in 1954 tot voorzitter van de International Linen and Hemp Confederation verkozen. Dries Dequae nam op 17 februari 1946 zitting in de Kamer, als christendemocratisch volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Kortrijk. In zijn eerste toespraken ging de aandacht logischerwijs naar de moeilijkheden waarmee de textielnijverheid in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog had te kampen. In 1949 en 1950 werd hij herkozen, en hij werd lid van de commissies voor de Financiën en de Economische Zaken. Hij zou meer dan dertig jaar, tot 10 oktober 1977, deel uitmaken van de Kamer. Hij werd onder meer voorzitter van de commissie voor de Financiën, waar hij uitblonk door zijn grondige dossierkennis. Zijn betoog was altijd helder en beknopt en, ondanks het technische karakter van de materie, was een kwinkslag nooit ver weg. Vanaf juni 1950 deed hij zijn eerste regeerervaring op als minister van Wederopbouw in de regering-Duvieusart. In augustus van hetzelfde jaar ruilde hij die portefeuille echter al in voor die van Koloniën in de regering-Pholien. Dankzij zijn voortreffelijk en pragmatisch beheer van onze voormalige kolonie, bleef hij ook in de regering-Van Houtte minister van Koloniën, tot april 1954. In 1958 werd hij gedurende korte tijd minister van Buitenlandse Handel, waarna hij van 2 september 1960 tot 27 maart 1961 het ambt van minister van Economische Coördinatie vervulde in de regering van christen-democraten en liberalen onder Gaston Eyskens. In 1961 kwamen, na een machtswissel, met de regering-Lefèvre-Spaak de christen-democraten en de socialisten aan de macht. Voor de portefeuille van Financiën viel de keuze op Dries Dequae, die er in 1962 in slaagde in moeilijke omstandigheden een ingrijpende belastinghervorming ten uitvoer te brengen, die de bestaande regels moderniseerde en vereenvoudigde. In april 1974 volgde hij Achille Van Acker op als Kamervoorzitter. Hij leidde de werkzaamheden van onze assemblee tot 1977. Zijn streven de democratische spelregels te doen naleven, zijn objectiviteit, zijn hoffelijkheid en zijn gevoel voor humor werden door alle leden naar waarde geschat. Zijn grondige kennis van het Reglement verleende hem op korte tijd veel gezag, dat weliswaar door zijn aangeboren bonhomie werd verzacht. Als jeugdig minister van Nationale Opvoeding kon ik me geen betere leerschool wensen. In 1977 nam hij afscheid van het parlementaire leven en werd hij voorzitter van de Boerenbond, een functie die hij tot 1981 zou waarnemen. Daarna volgden nieuwe verantwoordelijkheden; hij werd onder meer voorzitter van de raad van bestuur van de Bank Brussel Lambert en ondervoorzitter van de Hoge Raad van Financiën. In februari 1986 zei hij het beroepsleven voorgoed vaarwel.
PM 51 / 111 - 33
Eén van de levensregels waaraan hij zich steeds heeft gehouden, was de verantwoordelijkheden die hem werden toevertrouwd waardig te zijn. Dries Dequae was een eenvoudig man, die om het algemeen belang en het welzijn van zijn medemens was bekommerd. Zijn reputatie als fervent kaarter tijdens de treinritten op lijn 89 Kortrijk-Brussel is legendarisch. Hij bestempelde zichzelf overigens als de grootste pendelaar van het land. Deze levensgenieter en liefhebber van een goed glas wijn vertoefde echter het liefst bij zijn gezin of bij vrienden, na een lange wandeling op het uitgestrekte Noordzeestrand. Ik had de eer onze assemblee op de begrafenisplechtigheid te vertegenwoordigen.
PM 51 / 111 - 34
SCHRIFTELIJKE VRAGEN
AANTAL SCHRIFTELIJKE VRAGEN MET VERTRAGING PER MINISTER (12/10/2006) (Zitting 2006/2007) De tabel vermeldt, per minister, het aantal vragen met vertraging, het totaal aantal vragen die gesteld werden en het percentage vragen met vertraging
% G. VERHOFSTADT, Eerste Minister................................................. 0
134
0,0
L. ONKELINX, Justitie................................................................... 192
1121
17,1
D. REYNDERS, Financiën ............................................................... 79
1425
5,5
F. VAN DEN BOSSCHE, Begroting................................................ 16 F. VAN DEN BOSSCHE, Consumentenzaken ................................ 18 Totaal................................................................... 34
96 223 319
10,7
P. DEWAEL, Binnenlandse Zaken ................................................... 93
1111
8,4
K. DE GUCHT, Buitenlandse Zaken ................................................ 12
389
3,1
A. FLAHAUT, Landsverdediging....................................................... 7
421
1,7
M. VERWILGHEN, Economie......................................................... 29 M. VERWILGHEN, Energie .............................................................. 3 M. VERWILGHEN, Buitenlandse Handel ......................................... 3 M. VERWILGHEN, Wetenschapsbeleid.......................................... 30 Totaal............................................................... 65
505 187 72 119 883
7,4
R. DEMOTTE, Sociale Zaken .......................................................... 71 R. DEMOTTE, Volksgezondheid ................................................... 137 Totaal............................................................. 208
522 839 1361
15,3
S. LARUELLE, Middenstand ............................................................. 0 S. LARUELLE, Landbouw ................................................................. 0 Totaal................................................................. 0
142 96 238
0,0
A. DE DECKER, Ontwikkelingssamenwerking............................... 10
129
7,8
PM 51 / 111 - 35
Chr. DUPONT, Ambtenarenzaken...................................................... 1 Chr. DUPONT, Maatschap. Integratie .............................................. 20 Chr. DUPONT, Grootstedenbeleid ..................................................... 1 Chr. DUPONT, Gelijke Kansen ....................................................... 39 Totaal................................................................... 61
219 224 63 123 629
9,7
R. LANDUYT, Mobiliteit ................................................................. 75
518
14,5
B. TOBBACK, Leefmilieu.................................................................. 6 B. TOBBACK, Pensioenen ............................................................... 10 Totaal................................................................... 16
106 180 286
5,6
P. VANVELTHOVEN, Werk ........................................................... 78
613
12,7
H. JAMAR, Modern. Financiën, Strijd fisc. fraude ............................ 5
75
6,7
V. VAN QUICKENBORNE, Administratieve vereenvoudiging ....... 0
97
0,0
D. DONFUT, Europese Zaken ............................................................ 0
60
0,0
E. VAN WEERT, Duurzame Ontwikkeling ....................................... 0 E. VAN WEERT, Sociale Economie .................................................. 8 Totaal..................................................................... 8
62 87 149
5,4
G. MANDAILA MALAMBA, Gezin en Personen met een handicap ............................................ 6
97
6,2
B. TUYBENS, Overheidsbedrijven ................................................ 108
1092
9,9
AANTAL SCHRIFTELIJKE VRAGEN MET VERTRAGING PER MINISTER (12/10/2006) (Zitting 2006/2007) De tabel vermeldt per minister de vragen die meer dan drie maanden en meer dan zes maanden vertraging hebben Vertraging van meer dan 3 maanden
Vertraging van meer dan 6 maanden
G. VERHOFSTADT, Eerste Minister..................................................-
-
L. ONKELINX, Justitie..................................................................... 53
123
D. REYNDERS, Financiën ............................................................... 18
44
PM 51 / 111 - 36
Vertraging van meer dan 3 maanden
Vertraging van meer dan 6 maanden
F. VAN DEN BOSSCHE, Begroting.................................................. 2 F. VAN DEN BOSSCHE, Consumentenzaken .................................. 7 Totaal................................................................. 9
13 4 17
P. DEWAEL, Binnenlandse Zaken ................................................... 20
48
K. DE GUCHT, Buitenlandse Zaken .................................................. 2
0
A. FLAHAUT, Landsverdediging....................................................... 1
6
M. VERWILGHEN, Economie........................................................... 2 M. VERWILGHEN, Energie .............................................................. 0 M. VERWILGHEN, Buitenlandse Handel ......................................... 0 M. VERWILGHEN, Wetenschapsbeleid............................................ 3 Totaal................................................................. 5
19 1 2 23 45
R. DEMOTTE, Sociale Zaken .......................................................... 21 R. DEMOTTE, Volksgezondheid ..................................................... 31 Totaal............................................................... 52
39 76 115
S. LARUELLE, Middenstand ..............................................................S. LARUELLE, Landbouw ..................................................................Totaal................................................................. 0
0
A. DE DECKER, Ontwikkelingssamenwerking................................. 0
4
Chr. DUPONT, Ambtenarenzaken...................................................... 0 Chr. DUPONT, Maatschap. Integratie .............................................. 11 Chr. DUPONT, Grootstedenbeleid ..................................................... 1 Chr. DUPONT, Gelijke Kansen ......................................................... 3 Totaal................................................................... 15
0 6 0 21 27
R. LANDUYT, Mobiliteit ................................................................. 30
36
B. TOBBACK, Leefmilieu.................................................................. 2 B. TOBBACK, Pensioenen ................................................................. 4 Totaal..................................................................... 6
4 3 7
P. VANVELTHOVEN, Werk ........................................................... 12
50
H. JAMAR, Modern. Financiën, Strijd fisc. fraude ............................ 1
4
V. VAN QUICKENBORNE, Administratieve vereenvoudiging ....... 0
0
PM 51 / 111 - 37
Vertraging van meer dan 3 maanden
Vertraging van meer dan 6 maanden
D. DONFUT, Europese Zaken ............................................................ 0
0
E. VAN WEERT, Duurzame Ontwikkeling ....................................... 0 E. VAN WEERT, Sociale Economie .................................................. 0 Totaal..................................................................... 0
0 0 0
G. MANDAILA MALAMBA, Gezin en Personen met een handicap ............................................ 0
6
B. TUYBENS, Overheidsbedrijven .................................................. 39
34
PM 51 / 111 - 38
INTERNATIONALE BETREKKINGEN
WOENSDAG 11 OKTOBER 2006
ONTMOETING MET DE PARLEMENTAIRE ASSEMBLEE VAN DE WEST-EUROPESE UNIE In het kader van het Belgische Voorzitterschap van de WEU1 (op het niveau van het executief) hebben ook contacten plaatsgegrepen tussen de leden van de Parlementaire WEU-Assemblee en de bevoegde commissies van Kamer en Senaat. Zo heeft op woensdag 11 oktober 2006 een gedachtewisseling plaatsgehad met de buitenlandse parlementaire delegaties in de WEU-Assemblee en de commissies voor de Landsverdediging en Buitenlandse Zaken van Kamer en Senaat, evenals met het Federaal Adviescomité voor Europese Aangelegenheden. Zowel tijdens een voorafgaande audiëntie van de contactgroep onder leiding van de heer R. Walter (Ondervoorzitter van de WEU-Assemblee) bij Kamervoorzitter De Croo als tijdens de gemeenschappelijke vergadering met de parlementaire commissies, werd gepleit voor de erkenning en uitbouw van de WEU-Assemblee als het intermediair forum tussen de nationale parlementen en het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid. Zolang dit Europees Veiligheids- en Defensiebeleid intergouvernementeel is (en het Europees Parlement niet bevoegd is in deze materie) is de WEU het aangewezen parlementair instrument om (op basis van samenwerking met de nationale parlementen) het EVDB te controleren, transparanter te maken en het te legitimeren. Kamervoorzitter De Croo heeft vooral kritische vragen gesteld naar de werkelijke invloed van de WEU in concrete gevallen en heeft gewezen op de noodzaak van een betere “feedback” tussen de WEU-assemblee en de bevoegde nationale parlementaire commissies. Tijdens de gedachtewisseling in de gemeenschappelijke vergadering werd door WEU-leden uit andere landen geïllustreerd hoe deze communicatie bij hen in eigen land verloopt.
1
West-Europese Unie
PM 51 / 111 - 39
PM 51 / 111 - 40
MINISTERRAAD
Hieronder vindt u de agendapunten van de ministerraad die het toekomstige parlementaire werk kunnen beïnvloeden. Meestal gaat het om goedgekeurde voorontwerpen van wet. De bespreking van een ontwerp zal in het federaal Parlement worden aangevat wanneer het door de regering werd ingediend. Het kan pas als wet door de Koning worden bekrachtigd en afgekondigd nadat het door de Kamer en, in sommige gevallen, door de Senaat werd aangenomen. Meer informatie m.b.t. de beslissingen van de ministerraad kan men vinden op de website van de regering: http://Fgov.be.
MINISTERRAAD VAN 13 OKTOBER 2006 ZETELBELEID Goedkeuring van het zetelbeleid. De ministeraad erkende de betekenis voor België van de aanwezigheid van zetels en vertegenwoordigingen van talrijke internationale organisaties op zijn grondgebied en ging akkoord met het actief en strategisch zetelbeleid dat Eerste minister Guy Verhofstadt en minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht voorstelden. Het zetelbeleid is het actief en strategisch beleid dat betrekking heeft op het onthaal van internationale gouvernementele organisaties die hun zetel of een vertegenwoordiging hebben in België. Met dit beleid streeft de regering het behoud en de bevordering na van de vooraanstaande positie op wereldvlak van België als vestigingplaats voor internationale organisaties. Ruim 30 internationale organisaties hebben een zetel of verbindingsbureau in België. Meer dan 30.000 internationale ambtenaren en hun families zijn hier gevestigd.
POLITIESAMENWERKING België - Albanië. De ministerraad keurde een voorontwerp van wet goed, waarmee hij instemt met het verdrag tussen de regeringen van België en Albanië over de politiesamenwerking. Minister van Buitenlandse Zaken Karel de Gucht legde het voorontwerp aan de ministerraad voor.
PM 51 / 111 - 41
KOSTELOZE BORGTOCHT Betere bescherming van de borgsteller. De ministerraad keurde in tweede lezing het voorontwerp van wet over de kosteloze borgtocht goed. Het voorontwerp dat een voorstel is van minister van Consumentenzaken Freya Van den Bossche en minister van Justitie Laurette Onkelinx is aan het advies van de Raad van State aangepast. Heel wat mensen stellen zich borg voor familieleden of vrienden zonder goed de financiële gevolgen in te schatten. Om hen beter te beschermen en te informeren legde de ministerraad een aantal principes in een voorontwerp van wet vast.
WELZIJN VAN DE WERKNEMERS VAN AANNEMERS EN ONDERAANNEMERS De ministerraad stemde in met een voorstel van minister van Werk Peter Vanvelthoven om de wet te wijzigen die het welzijn van werknemers garandeert die voor verschillende werkgevers op eenzelfde arbeidsplaats werken. Het gebeurt vaak dat verschillende ondernemingen samenwerken op een arbeidsplaats. Als het zonder overleg gebeurt, kan dat tot gevaarlijke situaties leiden.
GEWIJZIGD AANSLAGSTELSEL VOOR INKOMENS VAN ONDERZOEKERS De ministerraad besliste op voorstel van minister van Financiën Didier Reynders om bepaalde inkomens van onderzoekers aan 33% te belasten. De ministerraad wil zo de braindrain van hooggekwalificeerde onderzoekers uit België tegengaan. De valorisatie van academische onderzoeksresultaten wordt immers steeds belangrijker voor de maatschappij en voor de vernieuwing van de Belgische economie. Daarom geeft de regering aan onderzoekers die aan een openbare academische instelling verbonden zijn, een incentive om mee te werken aan de exploitatie van hun onderzoeksresultaten.
PM 51 / 111 - 42
BIJLAGEN
PM 51 / 111 - 43
PM 51 / 111 - 44
WETSONTWERPEN, WETSVOORSTELLEN EN COMMISSIEVERSLAGEN
Alle bij de Kamer ingediende wetsontwerpen of –voorstellen en de desbetreffende commissieverslagen, worden als parlementair stuk gedrukt. Bij het drukken van het stuk, krijgt elk wetsontwerp of –voorstel een volgnummer alsook een reeksnummer dat aan de verschillende documenten (advies van de Raad van State, amendementen, commissieverslagen) die op de basistekst volgen, wordt gegeven. Ten slotte wordt de zitting vermeld tijdens welke het ontwerp of voorstel werd ingediend. Alle parlementaire stukken kunnen worden besteld (zie laatste blad van het bulletin: “Publicaties van de Kamer van volksvertegenwoordigers en van de Senaat van België”). Deze parlementaire stukken kunnen eveneens geraadpleegd worden op de website van de Kamer: http://www.dekamer.be, onder de rubriek “Wetgeving”. Een subrubriek vermeldt de meest recente gepubliceerde documenten. U vindt op onze website ook de verslagen van de plenaire vergaderingen en informatie over de commissies. Onder "Plenum" vindt u de beknopte verslagen en de integrale verslagen. Onder "Commissies" vindt u enerzijds een bespreking van wetteksten en anderzijds een bespreking van de interpellaties en de mondelinge vragen.
PM 51 / 111 - 45
PM 51 / 111 - 46
A D D EN D A
PM 51 / 111 - 47
PM 51 / 111 - 48
AGENDA VAN DE PLENAIRE VERGADERINGEN EN VAN DE COMMISSIEVERGADERINGEN
De agenda’s van de commissievergaderingen en plenaire vergaderingen zijn beschikbaar op de website van de Kamer (www.dekamer.be).
PM 51 / 111 - 49
MONOGRAFIEËN VAN DE KAMER - BESTELBON
TITEL Wetgeving De Belgische Grondwet (april 2002) N F D E De Belgische Grondwet - editie “hardcover” Wet van 13 mei 1880 op het parlementair onderzoek gewijzigd door de wet van 30 juni 1996 Reeks Parlementair recht in kort bestek De parlementaire onverantwoordelijkheid (januari 2006) De parlementaire onschendbaarheid (november 2000) Het Arbitragehof: bevoegdheid, inrichting en werking (oktober 2003) De invloed van de arresten van het Arbitragehof op het parlementaire werk (november 2001) De bijzondere wetten tot hervorming der instellingen (oktober 2001) Parlementaire informatie Adressenlijst van de volksvertegenwoordigers - politieke samenstelling -taalgroepen -commissies samenstelling statistieken van de parlementaire werkzaamheden Verkiezingsuitgaven: verkiezingen 18 mei 2003 Jaarverslag 2004-2005 Reglement van de Kamer (oktober 2005) De geschiedenis van de Kamer van Volksvertegenwoordigers Het faillissement van Sabena (rapport + bijlagen) Parlementaire info-steekkaarten Informatie over de staatsstructuren en de werking van het federale Parlement: N F D E Parlementum Belgicum Fotoboek Videofilm of DVD : "Het Federaal Parlement van België" N F D E video DVD (video N en F uitgeput) Honderd jaar ongewone debatten in Kamer en Senaat; Emile Toebosch, Kamer van volksvertegenwoordigers; 2001; 182 pag. Gravure : “Vue de l’Hôtel des Etats Généraux à Bruxelles” ingelijst Gravure : “Vue de l’Hôtel des Etats Généraux à Bruxelles” niet ingelijst Iconografie van het Parlementsgebouw “Het Paleis der Natie” – (W. Van Den Steene) De Volksvertegenwoordigers 1894-1969 (facsimile)
Brochure “Spotprenten” Varia Folder "Het Federale Parlement van België" N F D E Folder "Het Halfrond – Kamer van volksvertegenwoordigers" N F D E Pin met logo van de Kamer Terug te sturen naar:
AANTAL
TOT. PRIJS
2,50
------
------
5,00
------
------
1,20
------
------
2,50 2,50 2,50
----------------
----------------
2,50 2,50
-----------
-----------
2,50
------
------
2,50 2,50 2,50 15,00 5,00
------
------
----------------
----------------
1,20
------
-------
4,00 6,20
-----------
-------------
5
-------
-------
70,00 10,00 2,50 30.00 2,50 2,00
-------------------------------------
-------------------------------------
gratis
------
-------
gratis
------
-------
1,20
------
-------
EURO
BESTELBON - MONOGRAFIEËN VAN DE KAMER Kamer van volksvertegenwoordigers, Dienst Algemene Zaken - 1008 BRUSSEL
NAAM
ADRES Gelieve het verschuldigde bedrag te willen storten op postrekening nr. 000-0019220-14 van de Kamer van volksvertegenwoordigers - 1008 Brussel (IBAN BE94 0000 0192 2014 BIC BPOTBEB1) De bestelling wordt uitgevoerd na ontvangst van de betaling. Er wordt geen factuur opgestuurd.
PUBLICATIES VAN DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS EN SENAAT
BELGIË
BUITENLAND
ABONNEMENT PER Definitief integraal verslag Kamer en handelingen Senaat Volledig verslag van de debatten in de Wetgevende Kamers, in de taal van de spreker Bulletin van vragen en antwoorden (tweetalig) Vragen gesteld door de parlementsleden en antwoorden van de regering Beknopt verslag Kamer Samenvatting van de debatten (tweetalig) Parlementaire mededelingen Wekelijks bulletin
ABONNEMENT PER
PARLEMENTAIRE ZITTING (1)
LOSSE NUMMERS
PARLEMENTAIRE ZITTING (1)
LOSSE NUMMERS
80,00 euro (2)
1,80 euro (3)
225,00 euro (2)
5,00 euro (3)
50,00 euro (2)
1,30 euro (3)
150,00 euro (2)
4,00 euro (3)
13,00 euro
0,50 euro
39,00 euro
1,50 euro
13,00 euro
/
39,00 euro
/
(1) parlementaire zitting: in principe van oktober tot oktober (2) Kamer en Senaat (3) Kamer of Senaat Inlichtingen en bestellingen voor bovenstaande publicaties: Dienst Algemene zaken - tel.: (02) 549 81 79 fax: (02)549 82 74 Rekening nr. 000-1648428-10 van "Publicaties van de Kamer van volksvertegenwoordigers - 1008 Brussel (IBAN BE41 0001 6584 2810 BIC BPOTBEB1) Gelieve duidelijk te vermelden: Naam en volledig adres van de inschrijver Verzendingsadres indien dit verschilt van het adres van de inschrijver Nauwkeurige omschrijving van de gewenste publicaties (titel, datum, nummer, zittingsjaar en taal) Het abonnementsbedrag is geheel verschuldigd, ongeacht de datum van inschrijving; de nummers die voor de datum van betaling zijn verschenen worden niet bezorgd Het abonnement begint te lopen bij ontvangst van betaling en kan niet worden opgezegd De Kamer is niet BTW-plichtig Parlementaire stukken van de Kamer Wetsontwerpen en -voorstellen, amendementen, voorstellen van resolutie, commissieverslagen, adviezen van de Raad van State, enz. - volledig abonnement met begrotingen - volledig abonnement zonder begrotingen - thematische abonnementen - losse nummers Administratieve kosten voor bestellingen van losse nummers beneden de 2,50 EUR : 0,75 EUR
BELGIË 0,06200 euro per gedrukte bladzijde BUITENLAND 0,06200 euro per gedrukte bladzijde + verzendingskosten
Inlichtingen en bestellingen: Kamer van volksvertegenwoordigers: Dienst Algemene Zaken 1008 BRUSSEL tel.: (02) 549 81 58: inlichtingen (02) 549 81 60: bestellingen fax: (02) 549 82 74 Rekening nr. 000-1648428-10 van "Publicaties van de Kamer van volksvertegenwoordigers Betaling na ontvangst van de afrekening