Out of the Box n°1
Colofon Out of the Box verschijnt twee keer per jaar en is een uitgave van Media Marketing Communications in opdracht van Ambiorix. Hoofdredacteur: Ben Vinken Vormgeving/layout: Android Fotografie: Joris Luyten Redactie: Ben Vinken, Katrien Bruyland,
Met “out of the box” willen we communiceren met onze klanten: mannen en vrouwen die buiten de lijntjes kleuren als het op hun persoonlijke verschijning aankomt. Elk nummer wordt opgehangen aan een thema. In dit eerste nummer is dat “inside outside”, we keren de dingen binnenste buiten. En de spits wordt afgebeten met een niet alledaags interview met ons boegbeeld Erik Van Looy, zeker een van de allerslimsten.
Joost Houtman, Joris Luyten, Hugo Meeussen
Geniet van dit eerste nummer, en denk voortaan ‘out of the box’. Het verrijkt je leven.
Redactieadres & advertenties:
Peter Vavedin, CEO Ambiorix
MMC N.V. Sint-Lucaslaan 34 2180 Antwerpen T 03 645 72 47
[email protected] Druk: Antilope, Lier Distributie losse verkoop: AMP dagbladhandel
04
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,
20
opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,
30
hetzij elektronisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere wijze, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever en andere
04 12 20 26 30 36 43 48 50 54 60 64
out of the box collectie Stick voor stick, de nieuwe Ambiorix collectie voor u uitgeprobeerd door drie hockeyers
inside/outside Op bezoek in de Openluchtschool van Brasschaat
auteursrechthebbenden.
12
54
coverstory Erik Van Looy binnenstebuiten
thinking in new boxes Luc de Brabandere, Slim zonder cijfers shopping Vrouwen shoppen. Mannen kopen. inside/outside (In) de buik van het cruiseschip inside the shoe De kurk Out of the Box denken Het labyrinth Out of the Box Gadgets Vodka voor de Jet Set Choc’O’ Beer Art Out of the Box Verbeke Foundation inside/outside travel Sintra Ongegeneerd gluren over de haag Out of the Box books Daar is hij weer...
3
Erik Van Looy, het gezicht van Ambiorix binnenstebuiten gekeerd.
“Perfectionisme is soms een gesel.” Hij is erg honkvast. Zodanig zelfs dat hij afscheid nemen, mijdt als de pest. Vraag het gerust aan Cindy Crawford, die
“Niets is zo erg als iets geestigs vertellen waar niemand mee lacht.”
hij maar bleef kussen. Niets voor een verlegen aard? Jaren na datum raadt hij nog steeds welke soep Goldie Hawn hem serveerde. Gewoon, omdat hij haar dat niet durfde vragen. Brad Pitt vroeg hij nochtans op de man af of hij winden laat in bed. En met Michael Douglas heeft hij gemeen dat hij werd buitengesmeten door Catherine Zeta-Jones.
4
5
Eerst leek het alsof de muziek te luid stond in het Antwerpse café waar we waren neergestreken. Dat was niet zo. Erik Van Looy spreekt zo stil en snel dat er geen andere manier is om te horen wat hij zegt dan hem onversneden en onverdeelde aandacht te schenken. Soms ontsnappen woorden uit zijn mond of mompelt hij iets. Met daar snel wat anders achteraan, gecombineerd met een half grijnslachje. Alsof hij de maten van zijn gesprekspartner neemt, voor hij zich opgewarmd verklaart. Hem vergelijken met een kleerkast zou er wat over zijn. Erik Van Looy is een funa-dansu. Japanse zeereizigers verborgen in die prachtige kisten hun meest waardevolle bezittingen. Een prachtig meubel aan de buitenkant. Binnenin? Verborgen sloten, complexe veiligheidsmechanismen en geheime vakken. Zonder gebruiksaanwijzing of hulp van bovenaf kan een mens eeuwen morrelen zonder dat dit hoogstandje van verbergingskunst zijn inhoud vrijgeeft. Twintig jaar geleden maakte Erik Van Looy zijn entrée in de Vlaamse filmwereld met het studentendrama Ad Fundum. Zes jaar later volgde Shades. Hij schreef niet alleen mee aan het scenario maar kreeg naast Jan Decleir, Gene Bervoets en Koen De Bouw ook Mickey Rourke aan boord van de cast. Rourke kwam en ging. De andere drie kwamen terug. In 2003 verfilmde Van Looy De Zaak Alzheimer van Jef Geeraerts. De thriller lokte 700.000 bioscoopgangers. Zijn eerste kaskraker was een feit. Vijf jaar later was Erik Van Looy als presentator van de televisiequiz De Slimste Mens ter Wereld uitgegroeid tot een goede bekende in de Vlaamse huiskamers. Alleen is het niet snel goed genoeg. Walsend tussen de kijkcijferrecords en televisieprijzen stuurt hij in 2008 ook zijn nieuwste film de wereld in. Loft klopt het commerciële succes van zijn voorganger met gemak. Tot op vandaag torent de prent bovenaan het lijstje van meest succesvolle Belgische films. En ook in Loft: dezelfde drie bekende gezichten. Amper een jaar later zet hij een punt achter het scenario van Dossier K., een film geregisseerd door Jan Verheyen, met … alweer Koen De Bouw. Een vraag voor De Allerslimste Lezer van Out Of The Box: wie speelt de hoofdrol in De Premier, de volgende film van Erik Van Looy? Een tip: het is niet Gene Bervoets of Jan Decleir.
6
Houdt hij vast aan zijn usual suspects omdat hij extreem bijgelovig is? Bang dat het magische succesrecept van zijn films mislukt als hij gezichten inruilt? Of heeft hij een autistisch trekje? “Ik ben gewoon erg honkvast”, luidt het antwoord. En we zijn vertrokken. “Ik ben geboren in Deurne, niet ver van waar ik nu woon. Mijn vader werkte in de diamant, mijn moeder was huisvrouw. De twee grootste hobby’s van mijn ouders waren reizen en verhuizen. Hoewel we vaak op reis gingen, verhuisden we nooit naar het buitenland. Toen ik kind was, ging het zeer goed in de diamant. We verhuisden van een heel klein appartement naar een groter. Vervolgens naar een huis, een kleine villa, dan een grote villa met zwembad. Uiteindelijk naar een grote villa met overdekt zwembad. Zo ging dat van Merksem naar Schoten en van Schoten naar Schilde. Dat duurde tot het begin van de oliecrisis, midden jaren zeventig. Dan ging het verhuizen de andere richting uit, om te eindigen in een appartement. Voor m’n 22e zijn we dertien keer verhuisd. En dat vond ik echt niet altijd prettig. Je hebt pas een nieuwe vriendenkring opgebouwd als je moet herbeginnen. Hoewel ze nog altijd gelukkig samen zijn, hebben mijn ouders een zekere wispelturigheid die ik niet deel.” Fandango is de favoriete film van Erik Van Looy. De film met Kevin Costner gaat over vijf vrienden die afscheid nemen van hun jeugd. “Ik heb het al mijn hele leven moeilijk met afscheid nemen. Dat is waarschijnlijk de reden waarom ik het zo weinig doe. Ik ben heel gelukkig met mijn vrouw en mijn zoon. Telkens ik in een fase van mijn leven moet afsluiten om iets anders te doen, heb ik het lastig. Fandango is een heel dynamische en leuke film, met een fantastische Kevin Costner. Al vond ik hem ook geweldig in Dances With Wolves, Bull Durham, The Untouchables en Silverado. Ik ben trouwens bij hem thuis geweest. Dat was voor Undying, een sci-fi thriller.” Dat de film er uiteindelijk niet zou komen, wist Erik Van Looy toen niet. En hij dus naar Santa Barbara. “Omdat Costner niet goed hoort, moest ik aan zijn goede kant gaan zitten. Dat heb je ook met die sterren. Soms is er dan een défaut aan. (lacht) Terwijl hij over de oceaan uitkeek, zat ik met mijn rug naar dat prachtige uitzicht. “Kijk, een dolfijn”, zei hij telkens er eentje uit de golven opdook. Elke keer ik me omdraaide, was er niets te zien. Op zeker moment dacht ik echt dat hij met mijn gezicht zat te lachen.”
“Het succes van die interviewtjes was vooral te danken aan het feit dat ik mij voordeed als een complete onnozelaar. Het kostte me weinig moeite om mijn sukkelfactor uit te vergroten. Omdat ze vaak medelijden met me hadden, kon ik me veel permitteren. Al probeerde ik altijd te plagen zonder slaan. Of ik nu drie of tien minuten bij iemand was om vragen te stellen … net omdat ik andere vragen stelde, werkte dat. Of lieten ze het allemaal gebeuren. Er ontstond altijd wel iets. Hebben ze echt gevoel voor humor? Zijn ze ad rem? Aangenaam in de omgang? Ik voelde vaak dat ik dat kon inschatten en overbrengen, zelfs in die korte filmpjes.”
“Kan Clooney mij krijgen? Ik ben de Griekse beginselen niet toegedaan. Maar in het kader van een filmproject? Absoluut.” Ontdek de ster Erik Van Looy heeft a killer sense of humor. Het onomstotelijk bewijs werd geleverd nadat hij zijn voet tussen de deur stak bij het televisieprogramma De laatste show en er aan de slag kon als sterrenreporter. “Als regisseur weet ik hoe vervelend de promointerviews voor een nieuwe film zijn. Ook acteurs krijgen dagen aan een stuk steeds dezelfde vragen voorgeschoteld. Je kan je als reporter nog zo goed voorbereiden, swingende televisie komt daar zelden van.” En dus gooide Van Looy het over een andere boeg. Lang voor hij zijn voeten elke dag in Ambiorix mocht steken, moest hij van 2002 tot 2004 voor zijn filmrubriek Ontdek de ster wekelijks zijn stoute schoenen aan.
Meestal lukte dat erg goed. Renée Zellweger kirde na afloop van de babbel: “You’re so sweet!” Sylvester Stallone en Arnold Schwarzenegger lieten zich, net als zovele anderen, gewillig door Erik Van Looy kussen. Op de vraag van Cindy Crawford hoeveel afscheidszoenen Belgen geven, antwoordde hij: “Tot de vrouw ‘stop’ zegt.” Pierce Brosnan, de vleesgeworden James Bond, antwoordde met plezier op de vraag of hij geen erectie krijgt tijdens liefdesscènes. En bracht hem in één adem de Engelse term ‘woody’ bij. “Toen ik Cher zei er al mijn hele leven van te dromen haar te mogen kussen, antwoordde ze: ‘Dream on.’ Dat antwoord verraste mij wat omdat ze een toffe madam is. Alleen is ze zo vaak verbouwd dat ze misschien bang is dat er een stuk van haar gezicht valt als iemand haar kust.” (lacht) Eén keer liep het mis. Toen Erik Van Looy het pad van Catherine Zeta-Jones kruiste, was ze pas bevallen van haar tweede kindje. En al jaren getrouwd met Michael Douglas. Alleen wist die ‘onnozelaar uit België’ dat, zogezegd, pas. “Ik kom binnen en vraag haar of het waar is wat ik in de gang had horen zeggen. Zij beaamde wat de hele wereld al een paar jaar wist: dat ze getrouwd was met Michael Douglas. En ik: “Is hij niet wat ouder dan u?” Nu is Michael Douglas ongeveer 25 jaar ouder dan zij. Zegt zij: “Ja, hij is wel wat ouder.” Daarop ik weer: “Ik vond hem echt fantastisch in Spartacus.” … Alleen was dat Kirk Douglas. En dat had zij ook door. Ik vond dat een goed opgebouwde grap. Zij kon er nog mee lachen, maar dan groen. Iemand uit de entourage riep meteen: ‘That was the last question, thank you!’ Ik wist niet dat een Brits journalist haar die ochtend had gevraagd welke luiers ze het liefst ververste: die van haar baby of die van haar man. Zo’n vraag vind
7
ik er heel, heel erg over. Grof zou ik nooit worden. Al begrijp ik nu dat ze hetzelfde scenario geen twee keer wilden riskeren. Dus vloog ik buiten.” “Wanneer ik terugkijk op die interviews, is het ongelooflijk wat ik heb kunnen doen. Het werkte vaak goed omdat ik veel prijsgaf over mezelf. Dan kan je veel meer vragen. George Clooney, bijvoorbeeld, is absolute top. Hij is intelligent en grappig. Een mooie man, ook. Niet te beroerd om reclame te maken voor Nespresso en daar mee weg te komen. No nonsense en tegelijk heel veel nonsens. Hem vertelde ik over die keer dat ik met drie in bed lag. Al wist hij niet dat ik het had over die keer dat ik als veertienjarige op reis met mijn bomma en bompa in één bed sliep omdat er in het hotel maar één kamer meer vrij was. Misschien heb ik dat met Clooney gemeen: graag onnozel doen, niet altijd zo serieus zijn. Hij maakt graag goede films. Kan Clooney mij krijgen? Ik ben de Griekse beginselen niet toegedaan. Maar in het kader van een filmproject? Absoluut.”
Hollywood Op 29 augustus 2014 wordt The Loft, de Amerikaanse remake van Loft, op de wereld losgelaten. Zijn smoking hangt klaar. En Ambiorix reist mee om Erik Van Looy over de rode loper van de première te dragen. Die dag gaat een jongensdroom in vervulling. Als tiener wilde Erik Van Looy niets liever dan Steve McQueen worden. “Ik wist alleen niet dat ik in België acteur kon worden. Van Studio Herman Teirlinck had ik nooit gehoord, ook al woonde ik mijn hele leven in Antwerpen. We wisten niets, toen. Er was geen internet. Nu is informatie overal en weten we alles. Of denken we dat we alles weten. Had ik wel van de Studio gehoord, was ik misschien een middelmatig acteur geworden. Of werkte ik nu in een café.” “Mijn ouders reisden overal naartoe, behalve naar Amerika. Mijn grootouders, daarentegen, waren gefascineerd door de VS. Alleen spraken ze geen Engels. Ze namen me twee keer mee op reis als tolk. De eerste keer was ik veertien. Ik wilde naar die ene plek die toen al een grote aantrekkingskracht op me uitoefende: Hollywood. Tijdens die reis langs de westkust wrong ik me in alle bochten om zo lang mogelijk in Los Angeles te blijven. En dat is gelukt. Van de veertien dagen bleven we vijf dagen in en rond
8
Hollywood. Dat magische dat ik toen voelde, ervaar ik er ook nu nog. Die stad ademt film. Als ik op Sunset Boulevard rijd en ik zie die gigantische twintig vierkante meter reclameborden voor nieuwe films … dan rijd ik bijna ergens tegen. Zelfs al is het reclame voor een onnozele film.” “Het klinkt nu gemakkelijk om te zeggen dat Universal altijd al mijn favoriete studio was. Toch is het zo. Toen ik als veertienjarige in een karretje die toeristentoer reed, dacht ik: ‘Dit is de hemel. Hier wil ik later terugkeren en iets betekenen.’ Als je veertien bent, kan je nog dromen. Toen ik er op m’n negentiende terug was, dacht ik dat ik blij ging mogen zijn om in België een jobke in de filmindustrie te vinden. Toch is het gebeurd.” Volgend jaar brengt Universal Studios The Loft uit. De film werd in New Orleans gedraaid met veertien miljoen dollar budget, twintig vrachtwagens mate-
culinair idioot ben, durf ik zeggen dat ze ongeveer wisten welk gerecht op tafel zou komen. Film is spelen met de camera, met licht. Het is ook spelen met acteurs. De beste hebben maar één blik, één gebaar nodig om te zeggen wat moet worden verteld. Met hun uitstraling zeggen ze meer dan met woorden. Hoewel film vertellen is, blijft het vooral een kwestie van tonen. Mickey Rourke leerde me ten tijde van Shades hoe je in één zin zegt wat eerst tien zinnen kostte. Zonder minder te vertellen. In het leven vind ik dat even belangrijk. Waarom zou je iets met tien woorden zeggen als het met twee kan?”
Sorry Wie droomt van de dag dat Erik Van Looy een historisch epos of romantische komedie regisseert, is er aan voor de moeite. “Sinds De Zaak Alzheimer weet ik welk soort films ik wil blijven maken. Ik noem ze thrillers met een ziel. Die term heeft zowel betrekking op de structuur en de spanningsopbouw van de film als op de gelaagdheid van de personages. Af en toe overweeg ik een ander project waarvan ik denk dat het leuk zou zijn om te doen. Maar dan bedenk ik me. Film vraagt teveel van me in mijn leven. Ik heb het gevoel dat ik voor het thriller- en misdaadgenre in de wieg ben gelegd. In het Vlaamse filmlandschap heb ik een eigen stem. En tot nu toe lijkt het publiek wel van die stem te houden.”
“Als ik op Sunset Boulevard rijd en ik zie die gigantische twintig vierkante meter reclameborden voor nieuwe films … dan rijd ik bijna ergens tegen.”
riaal en een honderdtwintig man tellende crew. In Vilvoorde deed Erik Van Looy het met dertig man. En hoewel hij lyrisch is over werken in Amerika, kent hij inmiddels ook de andere kant van de medaille. “In de VS heeft iedereen een assistent. Soms hebben die zelfs een assistent! Ik doe liever alles zelf. Wij werken veel harder. Of beter: we vervullen meer functies tegelijk. Hoewel het woord multitasking uit de VS komt, zijn wij er veel beter in. Zelfs Amerikaanse acteurs hebben het gevoel dat het bij ons met minder volk even snel en goed gaat.” Laat de geoliede machine van een Hollywoodproductie toe dat een regisseur out of the box denkt? “Ik kon The Loft maken in totale creatieve vrijheid. Ze kenden het origineel natuurlijk al. Hoewel ik een
De Slimste Mens viert dit jaar zijn tiende verjaardag. Erik Van Looy is meer dan een beetje blij dat de quiz bestaat. Anders had hij hem moeten uitvinden. “Ik kan niet de ene film na de andere maken. Er zijn regisseurs die het hele proces, van scenario tot en met de première, geweldig vinden. Het leukste aan film maken, is voor mij de première! Ik kan tijdens een draaidag nooit genieten voor ik zeker weet dat het er allemaal op staat. Voor het helemaal goed zit, ben ik niet gerust. En een van de redenen waarom
9
www.ramobo.be ik maar om de zoveel jaar een film maak, is omdat elke film weer straffer moet zijn dan de vorige. Perfectionisme is soms een gesel. Het is heel hard werk. Heel belastend. En niet alleen voor mezelf, ook voor m’n gezin. Werken op een set is een zoektocht voor iedereen. Ik begrijp dat sommige regisseurs op jan en alleman staan te brullen. Je staat onder enorme druk als regisseur. Alleen ben ik iemand die eigenlijk nooit kwaad wordt. Ik ben vaak kwaad. Maar alleen op mezelf. Ik zeg ook heel vaak ‘sorry’. Mensen vragen me voortdurend waarom ik dat doe. Waarom? Omdat ik vaak denk dat het mijn fout is wanneer iets misloopt.” “Bij De Slimste Mens geloven we in trial and error. Philippe Geubels is een meester-improvisator. Als het niet werkt, proberen we iets anders. We hebben natuurlijk wel wat in onze mouw zitten, zoals elke goede goochelaar. Mensen vragen me soms of De Slimste Mens live is. Dat is onmogelijk. Er is niets zo erg als iets geestigs vertellen waar niemand mee lacht. Je mag nog geniaal zijn … Als je tien keer iets grappig vertelt, zal er wel één keer zijn dat de mensen niet lachen. Een komiek leert daarmee omgaan. Ik ben geen komiek. Voor mij is het veel moeilijker. Nochtans wordt ook van mij verwacht dat ik samen met de jury mensen entertain. Want veel meer dan een quiz blijft De Slimste Mens entertainment.
10
Wie ik ben op televisie verschilt niet veel van wie ik echt ben. Laten we zeggen dat het een lichte uitvergroting van mezelf is. Bepaalde facetten van mijn persoonlijkheid krijgen in het programma iets meer speelruimte dan ze in het dagelijks leven krijgen.” Steve McQueen was Steve McQueen. De incarnatie van de mannelijkheid in Hollywood maakte er geen geheim van dat hij meestal gewoon zichzelf speelde. Is Erik Van Looy meer acteur dan zijn grote held? Graham Beckel, een Amerikaans acteur voor wie in The Loft een bijrol is weggelegd, heeft misschien het antwoord op die vraag. “De man heeft meer talent dan wie dan ook, is slimmer dan wie dan ook en geeft je het gevoel dat je slimmer bent dan hij is. Het is eigenlijk zeer verontrustend.” Famous last words: “Ik weet dat ik mensen het gevoel kan geven dat ze slimmer en beter zijn dan ze zijn. Van al dat andere weet ik niet of het waar is. Ik heb liefst dat mensen zich in alle omstandigheden goed voelen en zich amuseren. Klink ik nu heel melig? Denk niet dat ik elke ochtend klaarsta om steunkaarten te kopen van mensen die de straat op gaan voor het goede doel. Tenzij ze Ambiorix dragen, misschien.”
Katrien Bruyland ■
Out of the Box collection
Stick voor stick
Klass Saddle Calf Brown: Een hippe dubbele gesp gecombineerd met een klassieke leest.
De nieuwe Ambiorix-collectie voor u uitgeprobeerd door drie hockeyers. En niet van de minste! Loic, Manu en Arthur van het nationale hockeyteam zetten hun beste ‘voetje’ voor! Giorgetti staat voor eigentijds Italiaans meubeldesign. Laat het ons antiek voor de toekomst noemen. Het gevoel van thuiskomen na een drukke werkdag en de rust vinden in een veilige haven omgeven door objecten en meubels die je koestert. In een statig herenhuis op de Antwerpse Britse lei, een huis met een geschiedenis maken we een gezellige fotoshoot van de nieuwe Ambiorixcollectie mee. Het gebouw is lekker art nouveau. In deze architecturale top-omgeving komen de Italiaanse design-meubels van Giorgetti alleraardigst tot hun recht. “Ik hou wel van dat eclectische. Je moet stijlen en culturen mengen in je huis. Dat creëert een
12
heerlijk spanningsveld. Wat qua design zowel oorspronkelijk als goed gemaakt is, laat zich immers makkelijk combineren.”, aldus Jan TH. de Kok, CEO bij Giorgetti. Stefaan Seykens, die de Antwerpse shop runt, vult aan: “Dit is een huis met geschiedenis. Het werd gebouwd door meneer Koetermans, een beetje de Antwerpse negentiende eeuwse versie van Bill Gates. Deze diamantair was ook nog eens consul van Perzië en ja, de sjah van Perzië is hier dus enkele keren op bezoek geweest.” Het is inderdaad een prachtige locatie. Dat moeten ook Manu Stockbroekx (1993), Loic Luypaert (1991) en Arthur Van Doren (1994) toegeven.
13
Foto’s vlnr: Arthur, Manu en Loic
14
De drie jongemannen – in jeans, sweater en atletisch gebouwd – zijn hockeyers. En niet van de minste! Ze spelen bij Dragons Brasschaat en bij de nationale hockeyploeg. Dat zijn dus geen “gewoon mannen”. Dat we ondertussen een sportland zijn om u tegen te zeggen mag wel duidelijk zijn. De Rode
studeerd als Master Lichamelijke Opvoeding, maar wil er nog sportmanagement bij doen. Arthur en Manu beginnen nog aan hun studie-carrière. Niet eenvoudig, want er moet in de week veel getraind worden. “Maandag drie uur, dinsdag vier, woensdag twee uur…” Manu begint alle trainingen op te som-
Duivels doen het bijzonder goed, maar ook in andere sporten durven wij het hoogste na te streven. Zo plaatste België zich afgelopen zomer op het EK hockey in Boom voor de finale. In de halve finale waren de Red Lions een klasse te sterk voor Engeland. Het werd maar liefst 3-0. Vooruitgestuwd door een dolenthousiast thuispubliek - het stadion kleurde helemaal rood - vocht België in de finale tegen onze oosterburen tot het eind. Die hadden in de halve finale gewonnen van dat dekselse Nederland. Titelverdediger en olympisch kampioen Duitsland trok tegen België aan het langste eind: 3-1. “Het was een geweldige ervaring.”, vertelt Arthur. “Je wil nooit een finale verliezen. Maar dat we zo ver zijn geraakt was wel knap. Het is een tegenstrijdig gevoel.” De drie jongemannen studeren nog. Loick is bijna afge-
men: “En dan heb ik het nog niet over de individuele training” Dat deze jongens geëngageerd zijn mag wel duidelijk zijn.
Lega Canelle Tressé, een eigentijdse versie van grootvaders vlechtschoen.
Arthur is de benjamin en dat laten de twee anderen goed merken. “Ach, het is wat de running joke om met de jongste te lachen.”, vertelt Loick. Arthur kan er wel mee om en prikt ten gepaste tijde terug. Hij heeft ook geen probleem met het poseren: “Voor Audi moest ik dat ook doen. Dat waren wel wat rare poses vond ik toen, maar je leert dat wel. Daarbij, het zijn wel de sponsors die alles mogelijk maken, natuurlijk.” De drie jongemannen kennen elkaar goed. Ze spelen al enkele jaren samen. Zowel in clubverband als bij de
15
Mykonos New Box Brandy, een moderne leest in een modieuze kleur , stijlvol onder kostuum of jeans.
16
17
“Wij zijn wel wat technische freaks. De juiste stick, de juiste maat, dat is allemaal belangrijk, dus ja, dit voorbeeld van vakmanschap kunnen we wel appreciëren.” nationale ploeg. Je kan de chemie zo voelen. Ze openen de verschillende dozen en kijken bewonderend naar de schoenen. “Knap!”, “Wow!” en “Vet!” klinkt het. We vragen hen wat ze in het dagelijkse leven als schoen dragen. “Sneakers!”, klinkt het unisono. Al snel sturen de jongens hun uitspraak wel bij: “Behalve als het chique moet!” Het valt op, de schoenen vallen in de smaak. Het woord ‘vet’ valt meermaals. “Dat de schoenen heel goed zitten!” klinkt het.
hoog draagcomfort en Klass, stijlvolle schoenen, comfortabel en van een tijdloze klasse worden allemaal fel gesmaakt. Manu geeft hoog op over zijn Klass saddle calf brown. Loick is helemal gewonnen voor zijn Mykonis new box fumo en Arthur is dan weer heel enthousiast over zijn Londra new box cognac. Loic probeert ook nog de Lega niger tresse en de Manga skipper: “Wij zijn wel wat technische freaks. De juiste stick, de juiste schoen, dat is allemaal belangrijk, dus ja, dit voorbeeld van vakmanschap kunnen we wel appreciëren.” Arthur die de Lega canella tressé en Londra skipper cuoio aanpast vult aan: “Het is een beetje als de GPS die we tijdens de match dragen. Die levert informatie op die geanalyseerd wordt en die we achteraf gebruiken om beter te worden. Bij deze schoenen voel je dat kennis en praktijk aan elkaar gekoppeld zijn.” Ondertussen past Manu zijn Marriott suede choco aan en knikt. Toffe jongens, stick voor stick! Joost Houtman ■
Stefaan kijkt toe: “Ik ben zelf wel een beetje een schoenfetisjist, moet ik toegeven.”, lacht de man. De jongemannen passen verschillende modellen. Ze zijn ook niet te beroerd om de fotograaf wat te helpen. En er wordt veel gelachen. Passeren de revue: Mykonos, Manga, Marriott ... trendy, moderne designschoenen gemaakt van soepele ledersoorten. Lega, tressé schoenen met een stijlvolle look, Londra, fashionable sneakers met een
Boven: Londra New Box Cognac Onder: Mykonos New Box Fumo
18
19
Op bezoek in de Openluchtschool van Brasschaat
De school waar je nooit buiten kunt vliegen*
Zelden een concept gezien dat zo mooi op het thema INSIDE/OUTSIDE aansloot als de openluchtschool. Instinctief voel je wel aan waarover het gaat: een school waar je in open lucht les krijgt. Toch is deze cirkelredenering zo eenvoudig niet. Out of the Box ging op reportage.
(* maar waar je ook nooit binnen zit…)
20
21
De meest eenvoudige definitie die we kunnen bedenken van een openluchtschool is een school waar het lesgeven in de open lucht plaatsvindt. Of toch zo veel mogelijk. Door op het grasveld of met open ramen
Aandacht hebben voor en bezorgdheid voelen voor medemens en natuur vormen de kern. les te geven. Maar is daarmee de kous af? Natuurlijk niet, want aan dit soort scholen hangt een behoorlijke voorgeschiedenis vast en natuurlijk ook een heel pedagogisch project. En ja, zoiets kan je natuurlijk alleen maar in de praktijk toetsen. Daarom trokken we naar de Openluchtschool in Brasschaat waar we hartelijk werden ontvangen door de heren Patteet en Peeters en ook een gelukkige ouder ontmoetten. “Openluchtonderwijs bestaat al een goede honderd jaar. Het is o.m. ontstaan uit een initiatief van een
22
groep ouders die wilden dat hun kinderen onderwijs zouden kunnen volgen in hun eigen moedertaal. Daar werd toen binnen het Franstalige Belpaire-instituut gehoor aan gegeven en zo begon men met enkele klassen. De groei was de eerste jaren opmerkelijk waardoor men in 1936 naar nieuwe gebouwen kon verhuizen. De allereerste openluchtschool was een feit, in Koningshof in Schoten. In 1954 ontstond dan Sint-Ludgardis in Brasschaat.” We wandelen door de gebouwen heen en verstaan meteen waarom
een goede vriend zo lyrisch is over deze school. Die vriend is Ben Vinken. Zijn drie dochters volgden er les: “En met veel plezier. Dat is gewoon een heel goed concept. De natuur, de goede lucht en het engagement van het korps. Meer moet en kan je als ouder toch niet verwachten? Om over de vele uitgespaarde ziektes niet te spreken!”, lacht Ben. Inderdaad, de leerlingen van de openluchtschool zijn opvallend minder ziek. Onderzoek toont dat ook aan: minder dan de helft van de afwezigheidsdagen
wegens ziekte worden in de openluchtschool opgetekend tegenover andere scholen. Je bent hier één met de natuur. Je kan hier in een rustige en gezellige sfeer van onderwijs genieten. “Een wand staat altijd open. Letterlijk. Maar ook figuurlijk: openheid, verbondenheid en bewondering naar de natuur toe. De leerlingen moeten zich altijd bewust zijn van de buitenwereld. Aandacht hebben voor en bezorgdheid voelen voor medemens en na-
23
Historiek
De eerste scholen in open lucht werden opgericht om kinderen met tuberculose te laten kuren. De link naar wat wij vandaag de dag een sanatorium noemen is snel gelegd. Bedrust, gezonde buitenlucht en al even gezond voedsel waren/zijn daar de ingrediënten om zieke kinderen er bovenop te helpen. In Nederland vind je er onder andere in Hilversum en Zwolle en in België is het Zeepreventorium van De Haan natuurlijk het gekendste. De allereerste openluchtschool opende de deuren in 1904. In een voorstad van Berlijn trok men op een open plek in het bos een eenvoudige barak op: de Waldschüle van Charlottenburg was een feit. Kinderen trokken er naartoe met de elektrische tram. De idee achter zo’n school was echter niet nieuw. Meer nog, eind negentiende eeuw gingen overal in Noord-Europa stemmen op om openluchtscholen te organiseren. In de Verenigde Staten volgde er een in 1908. In Nederland opende men de eerste in 1913, in Den Haag. In onze noordelijke streken kunnen we niet buigen op een overdosis zonlicht vandaar dat net hier de vraag naar openluchtscholen groot is. Pas in tweede instantie werden deze scholen gesticht voor gezonde kinderen.
Soms spreekt men ook van openluchtklassen als men verwijst naar bosklassen, zeeklassen, kasteelklassen, boerderijklassen en dergelijke meer. Deze werden voor het eerst in de jaren zeventig van de vorige eeuw ingelegd. Natuurlijk zijn deze weekjes of zelfs maar halve weekjes niet te vergelijken met een heel schooljaar les volgen in openlucht. Echter, de link is er wel. Als het maar binnen de door de schooldirecties gevreesde maximumfactuur past.
tuur vormen de kern. Kortom openheid, vrijheid en blijheid staan hier centraal en dat is mooi. Heel mooi..” Ben vertelt verder: “Zelfs bij vriestemperaturen blijven de ramen open. De hele dag. Vloerverwarming, flink wat lagen kleren en de nodige bewegingstussendoortjes doen hun werk om de leerlingen het warm te laten krijgen. Frisjes blijft het dan wel, maar dat is heerlijk om goed te kunnen nadenken.” Het extra voordeel is natuurlijk dat ziektebacillen hier veel minder kans krijgen dan in een warm gestookt zuurstofarm klaslokaal. En wanneer gaan de ramen dan wel dicht, vraag ik de heren. “Enkel bij mist.”, klinkt het. Geen dom antwoord natuurlijk: als
de leerlingen de leerkracht niet meer kunnen zien heeft lesgeven weinig zin. Of was het omgekeerd? Extra troef aan de school is dat ze elk jaar weer uit pakken met benefietconcerten om u tegen te zeggen. We maakten een heel leuke avond mee met een optreden van Elisabeth, Gabriëla en Alexandra, of de Vinken zusjes, die hier school liepen. Het is dat we een beetje te ver wonen, want anders had ik mijn kinderen hier onmiddellijk ingeschreven!
Joost Houtman ■
*
Citaat uit de oude doos:
“Alleen de openluchtschool kan een volledige opvoeding verschaffen. Zij sluit zon, levensvreugde en vrijheid in, zij beschikt over de beste didactische middelen, namelijk al wat het kind omringt: de mensen aan het werk, de bomen, de vogels, het water. (…) Elke openluchtklas is een kleine onafhankelijke wereld, en een geest van eendracht, op kameraadschappelijkheid gesteund, leidt daar de leerlingen en leerkrachten.” Uit congrestekst Het Internationaal Congres voor Openluchtopvoeding in 1949
24
25
Ja, Luc De Brabandere is een filosoof, terwijl zijn achtergrond burgerlijk ingenieur is. Als dat al niet outof-the box is. Want kan je met een andere ingenieur praten als je het niet kan berekenen? In zijn eerste Nederlandstalige boek “Slim zonder cijfers” overtuigt hij de lezer om de gebruikelijke denkpatronen te doorbreken. Het eerste deel “Wat is filosofie”, “Wat is een model” en “Wat is denken” is misschien een beetje moeilijk om te doorworstelen. Het is eigenlijk een cursus want de voormalige Boston Consulting Groupcoryfee is nu docent geworden. Hij vindt dat hij op zijn 65 wat mag teruggeven en hij vindt het geweldig om met jonge studenten van onder de 30 te werken. Hij is grootvader geworden, en blijft nog wat actief bij BCG waar ik hem interview in een klein kantoortje.
veertigste, maar kon daar niet blijven. Neen, toen besloot hij zijn passie in een job om te vormen, “wat goed is voor de gezondheid!” Maar het “out of the box” denken in een bedrijf kan ook gevaarlijk zijn, er zijn de geijkte patronen, procedures, position power van mensen… is mijn logische vraag, waarop hij antwoordt: ”het is ook gevaarlijk om NIET out of the box te denken. “ We leven niet in een bevroren wereld. Op een bepaald moment moet een bedrijf een nieuwe strategie bedenken. En dan zijn er maar twee opties: Eureka of Caramba. Ik moet iets nieuws bedenken of caramba: iets explosiefs, dat je maar net of niet overleeft. Eureka is aangenaam, Caramba is niet zo aangenaam,
Thinking in new boxes ... en slim zonder cijfers
Luc de Brabandere zet ons aan het denken… Als Franstalige Belg is Luc de Brabandere (65) bij ons in Vlaanderen totaal onbekend. Toch wist hij op het vorige Marketingcongres van Stima het publiek een uur te boeien en dat zonder één enkele slide… Geniet van dit out-of-the box interview met een heel bijzondere denker.
26
In het boek staan heel wat oneliners die doen nadenken. Modellen bevatten nooit waarheid of zekerheid. Het zijn maar hulpstukken. Nuttig, maar niet waar. De boekhouding geeft geen beeld van de financiële situatie, maar helpt. Een mooi voorbeeld hiervan is het model van het rouwproces in negen stappen. Toegepaste wiskunde-ingenieur die filosoof wordt. Hij sleet heel wat jaren in de bankwereld, tot zijn
maar status quo is geen optie. Toen ik geboren werd waren we met 2,5 miljard mensen, nu met 7,5. We kunnen niet met dezelfde strategie van vroeger overleven. De boodschap van mijn boek is dus duidelijk: de oude strategie verlaten, en een nieuwe bedenken. Waar moet ik naar toe? Out of the box is te gemakkelijk, we moeten een nieuwe box bedenken. Filosofie is de volgende stap in de abstractie. Ik
27
Slim zonder cijfers Uitgever: LannooCampus Paperback, 128 pag. EAN: 9789401410380
verzamel rekenmachines, heb er honderden. 20 jaar geleden ontmoette ik de baas van IBM, die had zelfs nog de oude rekenmachine van Pascal. Ik heb er toen een boek overgeschreven “Calculus”. Om een boek te schrijven moet je er honderd gelezen hebben: Descartes, Pythagoras, Leibniz, Pascal… ik was ze allemaal tegengekomen in mijn wiskundecursussen, maar blijkbaar hadden ze ook een ander leven. Ik nam negen jaar van mijn leven om deze boeken te lezen… en in het nieuwe boek komt alles terug. Filosofie is een geschenkverpakking van het geheel. Mijn job gaat niet meer over WAT de mensen moeten denken, maar HOE ze moeten denken. Ik ga met CEO’s eten en dan kan ik hen geen toekomst aanbieden, maar hen wel laten zien HOE ze moeten denken… dat is fantastisch. Ik ben blij dat ik hier nog “fellow” ben, het is zo mooi. Zo is er ook geen breuk. Ik bouw langzaam af op die manier. Het is toch intriest hoe sommige managers plots op vrijdag hun sleutels en secretaresse moeten afgeven omdat ze zogezegd te oud zijn geworden?
een kader, en breng het “hoe” denken aan, want iedereen staat voor dezelfde uitdagingen.
Meubelen om te werken.
Na twee dagen denken komt de “so what” vraag. En nu? Wel, ik gebruik geen cijfers. De woorden, de concepten zijn even belangrijk. Het is de andere kant van de cijfers. Met cijfers kan je makkelijk strengheid bekomen in een bedrijf. Als er geen cijfers zijn… krijg je toogfilosofen , “le café du commerce”. Mijn job is om strengheid te bekomen waar er geen cijfers zijn. Ik ben dan ook heel tevreden over de titel van mijn boek “slim zonder cijfers”. Hoe bent u zo onbekend in Vlaanderen? DB: “Ik was twaalf jaar in het buitenland, voornamelijk in Parijs. Maar dit is ook maar mijn eerste boek, uitgegeven bij Lannoo. Die uitgeverij gaat ook mijn vroegere boek “infoducten” vertalen. Maar ja, we leven ook in twee gemeenschappen in België.” Innoveren is niet hetzelfde als creëren, schrijft u.
Je eigen box uitdenken, daar komt het op neer. Een risico is het wel, maar geen gevaar.” In het boek staan ongelofelijk goeie quotes: “Het probleem is niet meer de toegang tot kennis, maar hoe die vast te houden.” “De uitdaging is te kunnen omgaan met wat we niet weten.” Van kennis manager naar “ignorance” manager. En de oplossing ligt in de filosofie. De Brabandere: “Voor een stuk is er kennis, maar voor een stuk is het totaal onvoorspelbaar. Hoe dit oplossen? Je goed voorbereiden. Ik kan een stuk inschatten, maar de rest? Is er wel een rest?” Kan u een voorbeeld geven van een bedrijf dat u zo geholpen heeft? DB: “Ik heb heel weinig oplossingen gevonden. Mijn job is de discussie zo te organiseren dat de oplossing van de mensen komt. Ik heb in zowat alle sectoren gewerkt, maar door het organiseren van het gesprek met oefeningen komt het plots… Logica en analogica. Logica is deduceren, maar analogica is induceren. Het helpt, maar niet voldoende om te beslissen. Het geeft ideeën. Ik kom bij een gezondheidsbedrijf, en geef voorbeelden uit andere industriën. Ik schep
28
DB: “Innoveren is de werkelijkheid veranderen, creëren is de perceptie van de werkelijkheid veranderen. Een bier kopiëren, dat is innovatie, maar geen creatie.” BCG spreekt enkel met de bazen, is dat niet gemakkelijk, want die hebben het toch voor het zeggen? DB: “Toch is dat niet gemakkelijk. Ik kan nooit iets beloven, verkopen… ik ben eigenlijk een voetbaltrainer. Soms ben ik trainer, maar soms ook referee. Trainer: dan geef ik tactiek, teamspirit… eenmaal de match begint is de ref baas. Eigenlijk heb ik dus twee jobs. Om te spelen ben ik helaas te oud geworden (lacht). Dit is een mooi einde van het gesprek. Ik geef nog wat quotes aan onze lezers uit het boek: “Een merk is een concept dat vecht om voort te bestaan.” “Computers kunnen niet induceren.” “De mens is er in geslaagd te vliegen toen hij ophield met niet naar de vogels te kijken.” “De vooruitgang komt er soms niet door iets toe te voegen, maar door iets weg te laten.” Ben Vinken ■
Meubelen om te werken. Duurzaam ontworpen en gefabriceerd in Mechelen. Bezoek onze Werkplaats en geniet van de inspiratie en beleving rond het werken. Van maandag tot en met zaterdag, Blarenberglaan 6 in Mechelen. Inlichtingen 015 28 28 28 bulo.com
18% van alle mannen vindt zichzelf niet stylish
Vrouwen shoppen. Mannen kopen.
Op reportage in de Antwerpse Huidevettersstraat
74% van de mannen weet welk merk hij draagt
De eeuwige man-vrouw clichés, gelden die ook bij het shoppen? Shoppen mannen anders? Out of the Box trok op onderzoek.
Het gemiddelde shoppingbudget per maand per man is in België 95 euro, in Duitsland 101 euro en in Nederland 108 euro!
30
31
Een blik cliché’s
*
We trekken even het blik cliché’s open. Je zal er enkele van herkennen en anderen bestrijden, maar gun ons even het plezier. Alsjeblief. Vrouwen staan te popelen tot de maand om is; salaris opstrijken en ze zijn klaar om te shoppen. Vrouwen kunnen iets in een etalage zien hangen en weten meteen dat dit het kleedje is waar ze al hun hele leven naar snakken. Vrouwen nemen hun tijd bij het shoppen. Ze zijn kieskeurig. Ze lezen de verpakking. Ze communiceren zelfs met het winkelpersoneel. Vrouwen shoppen samen. Vrouwen zien shoppen als seks. Of toch minstens als chocolade.
Onderzoek: 3500 mannen uit zes landen
Maar hoe zit het met mannen, hoe shopgraag zijn zij? Gaat een man ooit een impulsieve aankoop aan? OK, ook hier vuren we een portie cliché’s op u af. Mannen shoppen snel en doelgericht. Ze gaan voor de satisfying approach. Als het goed is is het goed. Zelfs als er na lang zoeken een beter alternatief zou zijn. (Let wel, we hebben het niet over technische aankopen als een computer of een auto.) Mannen zien shoppen als tandenpoetsen. Noodzakelijk kwaad. Mannen shoppen alleen. Altijd.
Een groot webshopplatform deed een onderzoek bij 3500 mannen (tussen 18 en 49 jaar) uit zes Europese landen (België, Nederland, Duitsland, Zwitserland, Frankrijk, Finland en Noorwegen). Er werd gepolst naar de thema’s mode en shoppen: hun impulsaankopen, fashion no go’s, shopbudget en nog veel meer. Eerste constatatie: vooral onze noorder-, zuider- en oosterburen geven aan dat ze kledij en schoenen shoppen leuk vinden. Wij Belgen zijn net als de Noren iets minder enthousiast. Finnen en Noren zijn einzelgängers. Zij kopen zelf. Zij beslissen zelf. Alle andere mannen polsen minstens - om niet te zeggen dat ze al dan niet volledig het advies van hun partner volgen.
En toch: zagen wij niet onlangs behoorlijk veel vrouwen shoppen in een doe-het-zelfzaak en veel mannen in de supermarkt? Of waren dat toevalstreffers?
32
Komt daarbij dat we ooit lazen bij de Franse filosofe Simone de Beauvoir ‘Men wordt niet als vrouw geboren, men wordt het.’ Dat zou suggereren dat vrouwen hun vrouwelijkheid en dus ook hun shopgedrag aangeleerd krijgen. Zou dat dan ook voor mannen gelden? Doen wij maar wat ons is geleerd. Met andere woorden zouden wij wel shopaddicts worden als ons vader dat ook was?
De praktijk We trokken naar de Antwerpse Leopoldstraat, een straat vol knappe shops. Op een doordeweekse dag zie je shopgrage vrouwen passeren, maar ook enkele - jawel - mannen. Zo ook Hans Geens. Of hij graag shopt? “Er is een shopleven voor mijn vriendin en eentje na. (lacht) Ja, ik was echt, vroeger, een shopper in de zin van snel binnen, snel buiten. Heel gericht. En ik stond er ook niet heel hard bij stil wat ik kocht. Als het maar goed zat en ik er mij goed bij voelde. Mijn vriendin heeft me de ogen geopend. Zou je niet eens dit of dat? Je kent dat wel. De grap is dat ik ondertussen helemaal veranderd ben. Ik heb de indruk dat ik meer “oog” heb gekregen voor kleur, mode, snit, pasvorm enzovoort. We gaan graag samen shoppen, maar ik kan het ook alleen (lacht). Vroeger neigde ik naar het oerklassieke blauw, maar ik heb al bijgeleerd. (lacht opnieuw) Als we nu samen gaan shoppen kan het gebeuren dat ik ‘harder’ shop dan mijn vriendin.” We spreken Hans in de Ambiorix flagship store in Antwerpen. Of schoenen belangrijk zijn? “Ja, natuurlijk. Een schoen moet heel goed zitten en mag er goed uit zien.” Elke, de charmante dame van de shop, pikt er snel op in: “Wat ik wel opvallend vind is dat meneer ook de spreekwoordelijke ‘botjes’ leuk vindt. De meeste mannen houden het toch op lage schoenen.” Als iemand goed geplaatst is om iets over het shopgedrag van mannen te kunnen zeggen, lijkt het ons Elke wel te zijn. Ze pikt gretig op onze voorzet in: “De meeste mannen die hier binnenkomen houden van stijl. Wat ze aan hebben klopt. Punt. Het zijn geen mannen die gewoon een goed zittende schoen willen hebben. Nee, ze willen een schoen met - bij manier van spreken - een verhaal.” We vragen Elke om de typisch mannelijke klant te beschrijven: “Je hebt er - hier - twee. De snel binnen snel buiten is degene
die binnen stapt en heel duidelijk weet wat hij wil. Kwaliteit, goed zitten, knappe looks… maar vaak betekent dat de nieuwere versie van hun favoriete schoen. Het plezier zit hem dan in die kleine variatie. In die kleine verbetering. Dat Hans hier voor de hogere schoen valt is wel een uitzondering. Hij hoort eigenlijk meer bij de tweede categorie mannen.” Wat dat dan betekent vragen we joviale Elke: “Wel, Hans is de andere variant - en geloof me vrij - er zijn maar twee types mannelijke shoppers. Hij is de man die geïnteresseerd binnenstapt. Die voor zichzelf heeft uitgemaakt dat hij dingen gaat proberen. Die weet dat hij wat tijd moet vrijmaken. Natuurlijk zijn er ook hier variaties in. Er zijn ook mannen die blijven proberen, een beetje meer dit, een beetje minder dat, maar dat zijn echt wel uitzonderingen. Mannen zijn andere soort shoppers als vrouwen. Wij, vrouwen, gaan in groep shoppen of dingen uitproberen. Of toch af en toe (lacht). Mannen doen het zelf. Alleen. Nooit met een goeie vriend. Soms ontstaan hier
ideale begeleidster voor de manneljke shopper. Niet opdringerig, wel gericht en warm. Als “man” weet ook ik dat te appreciëren. Hans pikt gretig in: “Ik doe dat ook. Fotootje nemen, doorsturen en dan vragen.” Zelf herken ik me ook wel in wat Hans en Elke vertellen. Ik hou er niet van om “te gaan shoppen”, maar kan me er tegelijkertijd wel op betrappen. Dat je nu wel eens even gewoon voor jezelf iets wil kopen. Maar o wee als daar gedoe bij komt kijken. Gericht, daar gaat het om. Alleen op reis gaat dat met de andere “helft van het trouwboekje”; waarom? Omdat er dan tijd is. In het dagelijkse leven voelt het voor mij toch vaak als tijdverlies. Hans treedt me bij: “Het moet wel iets opleveren, ja. In de zin van, heb ik een broek nodig, dan moet ik ook een broek kopen.” Dat onze partners ook kunnen genieten van het ‘rondkijken’ snappen we wel, maar zien we onszelf nooit doen. Er is niks ‘sociaal’ aan het mannelijke shoppen. “Wel een babbeltje doen met de madam van de win-
Kwaliteit en het nastreven van een eigen stijl zijn belangrijker dan het najagen van trends of toevallige hippe merken.
toffe babbels tussen twee mannen die elkaar van haar noch pluim kennen. Er worden ook foto’s genomen van schoenen en dan gemaild naar de partner. Met korte strategische bel erna. Ik hou wel van de mannelijke joviale shopper, ja.” Elke is inderdaad de
kel, ja. Of wat zwanzen met een andere mannelijke shopper, maar er een echte uitstap zou ik het toch niet noemen.” Ik herken me volledig. Looks zijn belangrijk. Punt uit. Daar hoef ik niet over te tobben om dat toe te geven, maar de weg er naar toe is voor een
33
45% van alle mannen heeft een sterke voorkeur voor blauw voor kleren man niet altijd even evident. Elke pikt daar op in: “Ik merk heel hard dat de klanten - en dat zijn per definitie mannen of mannen met partner - hier ook echt met een paar willen buiten stappen. Ze komen om geholpen te worden. Het moet een praktisch resultaat opleveren. Terwijl ik zelf wel kan genieten van de spreekwoordelijke prospectie.” En zo lijkt onze eenvoudige steekproef een duidelijk beeld te schetsen: mannen kopen, vrouwen shoppen. En toch, mannen weten wel wat ze willen… en zijn net iets meer met hun looks bezig dan wat de goegemeente denkt!
“Het moet wel iets opleveren, ja. Heb ik een broek nodig, dan moet ik ook een broek kopen.”
Duitsers en Fransen zijn het meest shopgraag met 70%. Belgen hinken meer dan 15% achterop…
53% van alle mannen kiest jeans als hun favoriete shopitem
De wetenschap De Amerikaanse retailpsycholoog Tim Denison analyseerde het gedrag van meer dan 2000 winkelende mensen in 2011. Hij ziet een duidelijk verschil in stresshormonen bij het shoppen tussen mannen en vrouwen. De man piekt eerder, precies op het moment dat hij zijn handen legt op wat hij begeert.
Hij piekt hoger dan de vrouw, maar zodra hij betaald heeft, verdwijnt de spanning. Dan wil hij weg.
Dr. Denison mat de spanning door de bloeddruk te meten, wat een aardige indicator is voor de aanmaak van stresshormonen. Bij vrouwen gaat het heel anders. Ze nemen de tijd, treuzelen vaak, lopen nog eens terug en vergelijken. Ze hebben dus minder precies een beeld van wat ze willen. De spanning loopt heel langzaam op en duurt nog zeker een twintigtal minuten na de aanschaf van het product.
Dit verschil in spanning brengt Denison in verband met de natuur: mannen zijn jagers, vrouwen zijn verzamelaars. Daarin krijgt hij gelijk door gedragspsycholoog Daniel Kruger die eveneens shopgedrag aan verzamelwoede linkt.
34
Joost Houtman ■
35
Meer dan 10.000 maaltijden per dag klaarmaken, terwijl men tegen 20 knopen per uur de golven van Caribische Oceaan trotseert, dat is echt geen sinecure. Verwende cruisegasten
(In) De buik van het cruiseschip
zullen immers straks weer hoge eisen stellen, als ze zich installeren in de zachte fauteuils van het luxerestaurant op het bovenste dek. Maar ze hebben vast geen flauw besef van de geweldige organisatie die benedendeks nodig is om al die fijne borden netjes op tijd gedresseerd te krijgen. In Miami kreeg ik de kans om eens tot diep in de buik van zo’n reuze cruiseliner te kijken en te ontdekken hoe het er achter de schermen aan toe gaat.
De zon is nog maar net vuurrood aan de horizon verschenen, als het cruiseschip de Fortuna langzaam de haven in manoeuvreert. Op de kade staan reusachtige Amerikaanse trucks al klaar, om gelost te worden. Meteen kan je je al een eerste idee vormen van de gigantische complexiteit, qua logistiek en organisatie. Op enkele uren tijd, gaan zo dadelijk meer dan 3.000 passagiers met hun bagage van boord en komen er evenveel weer aan boord, samen met alle nodige food en non-food leveringen. Vanavond om 19u00 kiest het schip alweer volgeladen het ruime sop op weg naar de volgende ‘port of call’: Montego Bay in Jamaica.
36
Villardo Purificacion, Executive Chef de Cuisine, is onze persoonlijke gids voor onze exclusief bezoek aan deze wonderlijke wereld van drijvende keukens. Hij werkte eerst in de meest exclusieve hotels van Dubai, Jemen, Australië en Japan voor hij aan een zeemansleven begon. Hier heeft hij nu, enkel in de keuken, 176 personeelsleden te dirigeren. Die werken in een 3-ploegen systeem, 7 dagen op 7 en dat voor een periode van 8 maanden. De voertaal is Engels, dat moet wel, met 16 nationaliteiten aan boord. Begrijpelijk dat de ploeg dus geolied moet draaien. Ergens op volle zee tussen Jamaica en Honduras, vind je immers niet meteen een vervanger voor een zieke saucier …
37
Het cruiseschip behoort tot de ‘World leading lines’ met een 5 sterren quotatie. Dat uit zich uiteraard ook in het gastronomische aspect. Alle instructies en de keuze qua menu’s komen rechtstreeks uit het moederhuis in Italië. Zij weten immers heel precies welke passagiers waar aan boord én van boord zullen gaan. De menu’s worden steeds op maat van de passagierslijst gemaakt. Zo zullen er volgende week 2.000 Arabieren meevaren. Die krijgen allemaal hun typisch Oosterse gerechten voorgeschoteld. Maar daarnaast zijn ook passagiers met speciale dieetwensen welkom. Wanneer een groep Joden meereist, brengen die zelfs een rabbijn mee, die tot aan het fornuis mee controleert of de gerechten wel volledig koosjer zijn klaargemaakt. De keuken is 24/24 uur in actie. De buffetten en restaurants aan boord zijn doorlopend open en ook de
In de keuken werken 176 personeelsleden in een 3-ploegen systeem, 7 dagen op 7 voor een periode van 8 maanden. Elke dag is er een volledig nieuw assortiment van broodjes en desserts. Goed voor 650 kg bloem en 100 kg grissini.
crew, zo’n 1.000 koppen, moet eten. Het huzarenstukje blijft echter het diner. In twee opeenvolgende services van telkens 1.700 ‘seats’ kunnen de gasten volledig à la carte uit het menu kiezen. Toch met dagelijks een 20-tal verschillende gerechten. Die zijn telkens van hoogstaande kwaliteit, met prima ingrediënten gemaakt en ook met de nodige klasse opgediend. De chef beschikt over een ultramodern monitoring systeem. Hiermee kan hij de bediening volgen, vanaf de bestelling door de restaurantgast. Hij kan meteen instructies geven en eventueel bijsturen waar nodig.
38
In twee opeenvolgende services van telkens 1.700 ‘seats’ kunnen de gasten volledig à la carte uit het menu kiezen.
39
Driehonderd extra kreeften ontdooien of honderd kilo extra basmatirijst koken… Zijn jarenlange ervaring en prima intuïtie zijn ruim voldoende om precies al te voorspellen wat de gasten zullen eten. De keuken zit hier zelden ‘in de jus’. Onderweg, tijdens de cruise, kan en mag niet geladen worden op de eilanden. Het is volgens de Amerikaanse wet verboden, dit om contaminatie te verhinderen. Alle ingrediënten voor de hele reis gaan dus aan boord in Miami. De droge voeding zoals bloem, rijst en pasta, maar ook typische producten zoals olijfolie, gedroogde vruchten, parmaham en wijn worden per container rechtstreeks ingevoerd vanuit Italië. De verse producten zijn uitsluitend van Amerikaanse bodem.
Nog een verdieping lager, dit cruiseschip heeft er 17, komen we in de bakkerij terecht. Elke dag is er ook een volledig nieuw assortiment van broodjes en desserts. Goed voor 650 kg bloem en 100 kg grissini. De chef goochelt blijkbaar graag met cijfertjes. Wat dacht je van een gemiddeld dagverbruik van 6.000 eieren of 300 kg rijst? Of de spekcomsumptie? Iedere ochtend om 2 uur beginnen 2 koks samen 450 kg spek en 50 kg bacon te bakken. Dat komt overeen met het gewicht van haast 5 complete varkens.
De keuken is 24/24 uur in actie. De buffetten en restaurants aan boord zijn doorlopend open.
Door de all-in formule aan boord zijn de gasten, helaas soms wat te gulzig en verspilzuchtig. Maar al te vaak zie je in het restaurant, amper aangeraakte borden terug verdwijnen naar de keuken. Niet omdat er iets mee mis is, maar gewoon omdat er te overdadig besteld wordt. Het moet dan ook frustrerend werken
Het keukenteam bestaat uit 16 Uiteraard is stockbeheer cruciaal. De opslagruimtes lijken dan ook meer op volgestouwde fabriekshallen, al blijft alles netjes en overzichtelijk. Duizenden zakken, kratten, tonnen en dozen gevuld met voedingswaren zijn veilig vastgeankerd aan de vloer of wand, zodat een ruwe zee niet meteen een hutsepot maakt van het economaat. De ‘wijnkelder’ is een dek lager. Uiteraard zijn de cijfers indrukwekkend: 28.700 flessen wit, 32.500 flessen rood. Spumante en Champagne: 2350 stuks. Het mineraalwater schat ik ruwweg op 30.000 en de bieren 18.000 stuks. Eind volgende week is dit allemaal weeral opgedronken en doorgespoeld…
40
zijn om al dat moois en lekkers te zien weggooien. Maar volledig verloren is het niet. Er verdwijnt immers geen gram afval of vuil spoelwater in de zee. Alle restjes worden via een speciaal systeem gedeshydrateerd en vervolgens verbrand. De verkregen hitte wordt dan opnieuw gerecycleerd in de keuken. Zo verwarmt het overschotje van de Thaise Loempia’s even later opnieuw de pan van de ‘Tournedos Rossini’… Joris Luyten ■
nationaliteiten.
41
Wonen met beleving in Haspengouw
Het merkwaardige verhaal van een merkwaardig product
De kurk
Quercus suber. Nee, het is geen nieuwe Latijnse oneliner van Bart De Wever, het is de Latijnse benaming van de kurkeik. Haspengouw... Een glooiend kastelenlandschap om van te snoepen. Weidse uitzichten over de sappigste fruitgaarden. Het land waar Bourgondisch genieten hand in hand gaat met het kiemen van nieuwe ideeën. Hier ontwikkelt Q living bouwprojecten met beleving. Onze aanpak is uniek, innovatief en met respect voor de mooiste plekjes.
Diens schors wordt gebruikt om het licht elastische materiaal van te maken dat we allemaal kennen als… kurk. Kurkkoning Portugal
Q living zoekt nog meer droomplaatsen in Haspengouw. Bezit jij een projectgrond? Contacteer ons snel en misschien bouwen we binnenkort samen aan een nieuw woonverhaal. Want, wonen in Haspengouw da’s beleven! Hasseltsesteenweg 387 3800 Sint-Truiden +32 (0)11 76 00 00
[email protected] www.qliving.be
Even een taalspelletje.Weet u wat volgende spreekwoorden betekenen?
1. 2. 3.
de kurk waarop de zaak drijft een goed geloof en een kurken ziel dan drijft men de zee over iets onder de kurk hebben
Kijk even achteraan het artikel als u twijfelt. Duidelijk mag wel wezen dat kurk iets speciaal heeft. En gelinkt kan worden aan wel heel leuke producten. Maar waar kan je dat product nu vinden? Het groeit toch niet in het wild? Inderdaad niet, het wordt geteeld. Twee miljoen hectare kurkbos vind je op deze aardkloot. Een beetje in Algerije, Marokko en Italië. Een vierde van alle kurkbossen is te vinden in Spanje, een derde in Portugal, dat wel voor de helft van
43
de totale productie in staat. Van de kurkwouden in Portugal is 80% in privébezit, 15% is van de staat en 5% is coöperatief. Echter, alle kurkwouden staan onder toezicht van het Ministerie van Landbouw. De grootste kurkwouden staan in Alentejo vanwege de prima bodem en klimatologische omstandigheden. Er staat hier 670000 ha woud wat 170000 ton kurk per jaar oplevert. De gemiddelde opbrengst in Portugal ligt met 200 tot 250 kg per ha gemiddelde 50% hoger dan elders in de wereld. Portugees kurk geldt als de beste ter wereld. De grootste kurkwouden bevinden zich ten zuiden van de rivier de Taag. In de vijftiende eeuw was heel Portugal bedekt met kurkeiken. Dat is nu anders.
De tijd de tijd laten Wie “in de kurk” wil gaan als investering, moet wel geduld kunnen hebben. Je moet een kwart eeuw kunnen wachten. Immers, vanaf dan wordt de schors iedere negen jaar geschild. Waarom negen jaar? Wel, zo lang duurt het eer de schors weer dik genoeg is om er kurk van te kunnen oogsten. De bomen zelf leven ongeveer 200 à 250 jaar. Reken dus maar uit.
44
Duurzaam is het wel. Gelukkig. Recycling is redelijk “easy peasy” en je kan er allerlei bijproducten uit ontwikkelen. Hoe doet men dat nu heel concreet, kurk schillen? De kurklaag wordt in één stuk van de stam gepeld, en pas na een periode (hoe lang hangt van allerlei verschillende factoren af) in het water en een poos drogen is de kurk dicht genoeg en bruikbaar. De eerste kurk wordt van de stam genomen als de boom 25 tot 30 jaar oud is. Die eerste kurk noemt men geheel toepasselijk maagdekurk en deze is – het spijt ons oprecht - slecht van kwaliteit. De tweede oogst noemt men “secondary cork”. Pas de derde oogst, “amadia cork”, is van goede kwaliteit. Per levenscyclus van een boom wordt 12 tot 17 keer geoogst. Kurk wordt geoogst in de hete zomermaanden, juli en augustus, wanneer het kurkschors door vochtonttrekking loslaat van het Cambium, de dunne laag tussen de schors en de boom. Na de oogst ontstaat een wond. Deze geneest na drie maanden. Vervolgens hervat de aangroei van kurk weer. De geoogste kurkschors verblijft nog een half jaar in de plantage om te drogen. Bij de fabriek slaat men
de kurkplaten op om te drogen. Dit heeft als gevolg dat ook spanning en krimp uit het materiaal trekt en de platen vlak worden gemaakt. Voor verwerking wordt de kurk met stoom verwarmd. Zo raakt het materiaal weer soepel omdat water wordt opgenomen. De kurkeik heeft een zwarte stam. Om nu te weten wanneer die voor het laatst geschild is kalkt men er in witte verf het laatste cijfer van het jaartal op waarin dat is gebeurd. Een 6 slaat dan bijvoorbeeld op 2006. Jaarlijks leveren al die kurkeiken een productie op van zo’n 300000 ton. Het schillen van kurkschors met de bijl is een heel precies werkje. Een verkeerde haal met de bijl en de boom is permanent beschadigd. Dat heeft ook gevolgen voor de schorsaangroei. Het beroep van kurkboer gaat al decennia lang over van vader op zoon. Een goede boer laat de bast van de kurkeik zo glad als een babyhuidje achter. De eik ziet er dan vreemd naakt uit. De rode bast gaat over in grijs, groen en bruin. Elke aanplant van kurkbos heeft zijn eigen oogstjaar. Het oogsten heeft geen enkele negatieve invloed op de boom. Let wel, alleen de stam wordt “ontkurkt”, de takken blijven ongemoeid. De stam vormt na het afnemen van
de bast heel snel een zwarte buitenlaag om zich weer tegen de hitte (bijvoorbeeld in de Algarve in Portugal) te kunnen beschermen. Mochten de kurkeiken niet van hun bast zouden worden beroofd zouden ze waarschijnlijk veel ouder dan 250 jaar oud kunnen worden.
Multi-inzetbaar Het grappigste aan kurk is dat het eigenlijk een verpakking voor lucht is. Net daarom is het lichter dan water… en ook warmte-isolerend bovendien. Wie al eens geprobeerd heeft een champagnekurk weer in de fles te duwen, weet het: moeilijk, schier onmogelijk… kortom, onbegonnen werk. Dat komt omdat de kurk maar liefst tot 35% van zijn oorspronkelijke diameter kan ingedrukt worden. Handig voor in een fles, maar niet om ze er nogmaals in te steken natuurlijk. Zestig procent van alle kurkproductie eindigt als flessenstopper. Echter, u hebt het al gemerkt. U vindt steeds minder flessen wijn met een kurkstop. Topkwaliteit kurkstoppers, oftewel kurk met weinig “lenticellen”, zijn duur. Voor veel goedkopere wijnsoorten is men daarom overgegaan op plastic stoppers, schroefdoppen of andere sluitingen. Synthetische stoppers hebben bovendien het voordeel dat
45
ze niet droog worden of krimpen. Wijnflessen met kunststofstoppers hoeven niet op hun zij gelegd te worden. Een kurken flessenstop kan daarentegen altijd droog worden en/of krimpen. Dat leidt dan tot de bevinding bij het voorproeven dat de wijn in de fles naar kurk smaakt. Maar liefst 1 tot 5% van alle wijnflessen heeft een kurkprobleem. Gesteld dat u dus 100 flessen koopt kan u er dus mogelijkerwijs wel vijf van weggieten… Opmerkelijk toch?
1=de basis (steun) van het geheel 2=met vertrouwen en optimisme kan men alles aan 3=nog iets te drinken hebben
De vochtwerende, geluidsdempende en antistatische kwaliteiten van het product kunnen echter nog op allerlei andere manieren dan alleen als flessenstopper ingezet worden. Denk maar aan handvatten voor vishengels, muziekinstrumenten, in honkbalbats of in prikborden of vloertegels… en schoenen (zie kader). Tot zelfs capsules met radioactieve isotopen, muurbedekkingen, of in de auto- en vliegtuigindustrie, en ja, zelfs in de airconditioning en ventilatiesystemen van onderzeeërs. De veelzijdigheid van kurk is tot op de dag van vandaag niet overtroffen door enig ander kunstmatig product.
Creatief met kurk
van de kurk van 225 kurkeiken uit de Alentejo. En ja, er bestaan ook kunstbenen van drukbestendige kurk. lichter door kurk. Zelfs op televisie werkt het. Kreatief met Kurk was een satirische mockumentary van Arjan Ederveen en Tosca Niterink die begin jaren negentig speelde op de Nederlandse omroep VPRO. Het duo Ederveen en Niterink had al eerder de overbekende serie Theo en Thea gemaakt. Nu begonnen ze met een serie op de late avond, met een aantal vrije onderwerpen met wisselende invalshoeken. Het programmathema was steeds een duo, dat een cursus “Kreatief met Kurk” presenteerde alsof het een educatieve Teleaccursus was. U herinnert zich misschien nog wel de standaardconversatie? (Indien niet, snel naar youtube!) Ellen: “En wat is het basismateriaal van vandaag?” Peter: “Het basismateraal van vandaag is kurk.” Ellen: “Waar moet je op letten?” Peter: “Altijd van je af snijden!”
Joost Houtman ■
Zo’n 3000 jaar geleden maakten de Egyptenaren hun vissersnetten ‘lichter’ met kurk. Op de eerste succesvolle vlucht van het ruimteveer Columbia, was de buitenste brandstoftank geïsoleerd met het hittebestendige kurk (bestendig tot 800 graden), gemaakt
Verrassend onderdeel: kurk! Het maken van de schoen vergt meer dan 100 handelingen en verschillende basisproducten, waaronder ook, verrassend, kurk! Een opmerkelijk product in onze ogen. Wat kan daar nu het nut van zijn? Leer (kalfsleer, maar ook haaienleer en hagedissenleer) wordt niet alleen voor de bovenschoen gebruikt, maar ook om de zolen uit te stansen. Zweetvoeten vermijd je immers niet door verluchtingsgaatjes aan te brengen in de zool, wel door je schoen voor de volle honderd procent uit leer te vervaardigen. OK, maar waar zit dan de kurk? We vroegen het CEO Peter Vavedin: “Die zit tussen de binnen- en buitenzool. Dat maakt dat onze schoenen nooit piepen. Piepen je schoenen, wel, dan heb je lucht gekocht. Letterlijk. Dat piepen wordt veroorzaakt door de lucht die geperst zit tussen binnen- en buitenzool. Bij ons zit daar de kurkpasta.” Jef Van de Beek, operationeel verantwoordelijke bij Ambiorix en ongeveer en halve eeuw in dienst, vult aan: “De ruimte tussen de randen wordt opgevuld met een halve tot één centimeter gemalen kurk, gemengd met een bindmiddel dat soepelheid verzekert. Voordeel van die kurk is dat die uw schoen naar uw schoenzool vormt. Die verdeelt namelijk het gewicht over het hele oppervlak. Na een tweetal weken dragen zet de zool zich volledig natuurlijk naar uw voetbed. Extra voordelen zijn de isolatiefactoren. In winter houdt het de kou echt buiten en in de zomer de warmte. En, niet onbelangrijk, vandaag de dag, kurk is bijzonder goed tegen alle mogelijke allergieën. Daar treden er trouwens steeds meer van op tegenwoordig.”
46
aantrekkingskracht heeft. Het meest gekende labyrint uit de klassieke oudheid is wellicht dat onder het Kretenzische paleis van Koning Minos kronkelde. De jonge held Theseus was in staat om tot in het hart van het labyrint door te dringen om er de verschrikkelijke Minotaurus te doden. Hij vond nadien zijn weg moeiteloos terug door gewoon het touwtje terug te volgen naar zijn geliefde Ariadne. Het was haar geniaal idee het een bolletje wol af te wikkelen, om de weg terug te vinden.
Het labyrint
De legende is altijd een onderwerp van discussie gebleven onder historici. De vraag was dan niet zozeer of de Minotaurus, half mens en half stier, wel echt had bestaan, dan wel het feit dat Theseus in een labyrint eigenlijk niet
een tintelend gevoel van welbehagen, ontspanning en perfecte balans ervaren? Het is tenslotte niet meer dan een pad, kronkelend van links naar rechts en weer terug. Niemand kan erin verdwalen. Er is maar één weg te gaan. En wie de weg een aantal malen gelopen heeft, kent ook snel alle bochten. Maar geen enkel pad van enige betekenis in ons leven verloopt in een rechte lijn. De menselijke levensweg lijkt in veel opzichten dus erg op de kronkelingen van het labyrint De universele waarde van het labyrint laat zich vandaag nog zien, en vooral ervaren, op talrijke plekken. Elke kasteeltuin die zich respecteert heeft er wel een. Maar de meest aangrijpende vind je nog steeds in religieus getinte omgevingen. De kathedraal van Chartres, is een ideale plaats om de kracht van het labyrint te ervaren. Een en al tegenstrijdigheid, die kathedraal. Zwaar en licht tegelijk. Een immense binnenruimte die de bezoeker niet verplettert maar optilt. De zon achter het
“Ooit leefden we in het tijdperk van het labyrint. Tegenwoordig leven we in het tijdperk van de doolhof.”
Het labyrint is een kronkelige weg naar het midden. Een mysterieuze zoektocht naar ‘in’, om dan pas voor pas terug te keren, naar ‘out’.
Een labyrint is een kruisingsvrij, slingerend pad dat je langs een aantal wendingen naar het centrum leidt en daarna weer langs dezelfde weg terug naar buiten brengt. Over de gehele wereld zijn in haast alle culturen doolhoven en labyrinten gevonden. Ze werden gemaakt van klei, steen, mozaïek en heggen. De vroegst bekende primitieve ontwerpen zijn wel 6000 jaar oud.
48
Als oeroud symbool is het wellicht verwant met mandala’s en medicijnwielen. Volgens de overlevering hebben die betrekking op vruchtbaarheidsrituelen, ceremoniële dansen, de banen van de planeten en initiatieceremonieën. Wat de precieze betekenis ook moge zijn; het is duidelijk dat het spiralende ontwerp van het labyrint zo’n krachtig symbool is gebleken dat het ook in ons huidige tijdperk een blijvende
kon verdwalen. In tegenstelling tot een doolhof, is er in een labyrint altijd slechts één weg in en uit. Er zijn immers nooit kruisingen of doodlopende paden. Wie gewoonweg zijn rechterhand tegen de muur houdt en verder stapt, komt altijd in het centrum terecht. En zo ook loopt de weg terug. Simpel dus. Het bolletje wol had dus gerust in Ariadne’s breimand kunnen blijven liggen. Het doel van het labyrint blijft nu nog steeds met mysterie omgeven, maar het is duidelijk in eerste plaats een symbool van spiritualiteit.
zuidelijk roosvenster doet de hele ruimte baden in een symfonie van gekleurd en getemperd licht. Centraal in het koor, het immense 800 jaar oude labyrint. Je kunt er, zoals ontelbaren je voor zijn gegaan, over de brede witte plavuizen een wandeling maken door de gotiek en kennismaken met duizenden jaren oude symboliek van het labyrint. Het lopen van een labyrint maakt heel even je geest leeg. Het kan op verrassende wijze leiden tot het aangaan van nieuwe verbindingen. Maar vooral de korte tocht naar de kern, om daarna weer terug te keren, is verfrissend en prikkelend. Joris Luyten ■
Hoe komt het toch dat mensen in een labyrint zo vaak
49
Out of the Box Gadgets
Vodka voor de jet set Michel Morren is een Nederlander die al jaren in Hong Kong woont en van daaruit actief is in de wereld van de luxegoederen, iets dat hij al heel zijn leven gedaan heeft. Zijn voorlaatste exploot waren de GoldVish luxe mobiele telefoons, (mobieltjes van goud en diamant van meer dan een miljoen euro), hij verkocht dit aan een private equity fonds in 2007.
Royal Dragon
Zijn nieuwste kindje is de Royal Dragon vodka. Als je vijfentwintig jaar luxe-ervaring in een vodka stopt, krijg je de exclusieve Royal Dragon. Het product: een vijfmaal gedistilleerde vodka, ergens in Rusland gestookt in koperen pot stills met koolstoffilters. De verpakking: daar kon Morren zich laten gaan. Du jamais vu. Het is een aziatisch-zwitsersitaliaans huwelijk geworden, waar hij twee jaar aan gewerkt heeft. Vodka heb je misschien op een nacht, maar een innovatieve luxe-verpakking die de concurrentie het nakijken geeft, dat is een paar ander mouwen. De fles is een beauty: een mondgeblazen draak in een mondgeblazen fles, goudschilfertjes in de fles (perfect getest en geheel onschadelijk voor de gezondheid) diamantjes in de hals en een zwarte doos met gouden draken, Royal Dragon staat als een huis. Daar wil je mee gezien worden. Het gamma bestaat uit de Elite, Imperial, Emperor en ‘customised’ bottles. Bij deze laatsten worden eigennaam en logo op een temperatuur van 600° in de fles gebrand met bladgoud. Morren lanceerde de vodka in Hong Kong, dé hub en scharnier tussen
50
de Oosterse en Westerse wereld als het op trendsettende producten aankomt. Meer dan duizend flessen gingen er door op dit event. Hong Kong telt dan ook een wijde range van bars, clubs, hotels en restaurants. Snel volgen er lanceringen in het V.K., Singapore en Australië, en nu is België aan de beurt. Een jonge ondernemer uit Antwerpen, tot nu toe vooral aktief met wijn, trok zijn stoute schoenen aan en verwierf het importership voor België (testmarkt) en een optie op Europa. Lester Verbruggen ontvangt ons in de prachtige Antwerpse zakenclub ‘Lange Wapper’, tevens zijn hoofdkwartier om de nieuwe vodka uit te rollen. In deze discrete club waar je in de chesterfields je krantje leest bij een goede sigaar, komt deze vodka volledig tot zijn recht. We proeven hem eerst ‘neat’, en erkennen meteen zijn zachtheid en zuiverheid. Met enkele blokjes ijs wordt hij heel fris. En met een goede tonic wordt hij gewoon zalig.Een ideale pairing met een Cubaan, die vindt je overigens in de originele club-humidor, met tabaksbladeren op de grond, zoals we eerder al in Havana zagen in de ‘conde de villanova’. Lester is van plan om binnen de kortste keren dit exclusieve product aan te bieden in alles wat naam heeft in het nachtclubwereldje: te beginnen met de Antwerpse regio. Hij gaat de Lange Wapper doen vollopen met 200 bartenders, in de aanloop naar een nationale uitrol. Dit verhaal gaan we zeker volgen, vanuit een wereldstad als Antwerpen moet dit lukken! Ben Vinken ■
Smaakt het best Out of zijn Box.
NEW N ECW U SC TO U SMTM OA MDME ACDO E LC L EOCLTL IEOCN TION
Spring Spring Summer Summer ‘14 ‘14
Out of the Box gadgets
S U I T S S&UJI A T SC K&E TJ AS C K E T S De pralines hebben de vorm van een klein flesje, en volgens Dirk Naert, zaakvoerder van Chocolaterie Carré, hoor je eerst het flessenhalsje af te bijten, om nadien het flesje in je mond leeg te gieten. Een bijzondere ervaring! Vier verschillende bieren van Brouwerij Bockor werden gebruikt om vier verschillende pralines te ontwikkelen: OMER Traditional Blond, Vanderghinste Oud Bruin, Kriek Max en Framboise Max. Elke praline heeft zijn eigen kleurtje wrapper en eigen etiketje, geïnspireerd door de etiketten op de flesjes bier.
Choc’O’Beer Een praline in de vorm van een bierflesje met echte
Foodpairing van bier en chocolade is een opkomend fenomeen, en is wellicht te verklaren door de overeenkomsten tussen de beide producten. Beide kennen de tonen van mout, geroosterd, bitter. En net zoals bij kaas, helpt ook hier het bier om het vet weg te spoelen wanneer ze samen geconsumeerd worden. In deze reeks bierpralines zitten er twee vormen van pairing: het contrast bij de fruitige Max-bieren, en de complementariteit bij de hoppige bieren. Dat zal ook meteen de verklaring zijn waarom wij persoonlijk vonden dat de smaak van het bier meer uitgesproken was bij de pralines met fruitbieren dan bij die met bittere bieren.
biervulling ... of hoe onze twee populairste producten ter wereld samenvloeien... De ontvangst was in de zaal ‘De Brett’, het hoogste plekje van de brouwerij, een strakke, moderne ruimte met veel licht en een prachtig vergezicht naar de Franse grens toe. Wij mochten getuige zijn van een absolute wereldpremière: de bierpraline met een liquide biervulling, een gemeenschappelijk project van Chocolaterie Carré en Brouwerij Bockor. Beide bedrijven deelden hierin hun traditie om een product te ontwikkelen dat de twee edele ambachten verenigt. Reeds lang bestaan er pralines met een crèmevulling en bieraroma, maar het bier vloeibaar in een praline is echt vernieuwend. Chocolaterie Carré heeft de beheersing van de technologie van likeurpralines nu toegepast op bier. Het specifieke hierbij is dat de praline aan de binnenkant voorzien wordt van een suikerlaagje. Dat houdt de smaak vast, conserveert, en vooral verhindert dat de chocolade onder invloed van de alcohol in het bier zacht van textuur zou worden.
52
Chocolaterie Carré bestaat sinds 1993, en is gevestigd in Moen-Zwevegem, op een boogscheut van de Brouwerij Bockor. Zij exporteren hun reeds bestaande pralines wereldwijd naar meer dan tien landen. www.carrechocolates.be De pralines zullen verdeeld worden langs de klassieke kanalen van chocoladewinkels, patisserieën, bakkerijen en delicatessenzaken. Hugo Meeussen ■
S H I R T SS H I R T S
Milano Bilzen www.milano-mode.be Nicole Men Gent www.nicolemen.be Goris ‘Finest men’s clothing’ Herentals www.goriskleding.be Bloemen Houthalen www.herenmode-bloemen.be De Witte Duif Leuven www.dewitteduif.be Cassari Mechelen www.cassari.be deVille fashion Turnhout www.devillefashion.be D’Longueville Waregem www.dlongueville.be Leduc Wilrijk www.leduc.be De Cock men Wolvertem www.decockmen.be
Verbeke Foundation 54
“Nee, overnachten in onze Anus kan niet meer vanavond, die zit al heel de week volgeboekt …” Geef toe, van zulke telefoongesprekken hoop je echt, dat niemand stiekem staat mee te luisteren.
De CasAnus, door Joep Van Lieshout ontworpen als exclusieve overnachtingplaats.
En toch, perverse gedachten zijn echt niet nodig. De CasAnus is immers een hele nette B&B, zij het in een zeer speciale vorm en op een buitengewone locatie. Je slaapt in een kunstcomplex op een onbewoond schiereilandje, in een schitterend natuurdomein van liefst 12ha. De polyester sculptuur, een gigantische uitvergroting van de menselijke endeldarm, werd door kunstenaar Joep Van Lieshout ontworpen als exclusieve overnachtingplaats. Welkom in de Verbeke Foundation en beleef er kunst eens echt ‘Out of the Box’
55
en tot één van Europa’s grootste privé kunstrealisaties in z’n genre. Geert Verbeke was in een vorig leven eigenaar van een transportmaatschappij. In 2007 gooide hij, samen met zijn echtgenote Carla, bewust en gedecideerd het roer volledig om. In het voormalige industrieel complex, met een reusachtig omliggend domein, zou
Het moet zowat een jaar of zeven geleden zijn. Rijdend langs de Expressweg van Antwerpen naar Knokke, zag ik, in een strook braakliggend niemandsland, bizarre grote constructies opduiken. Op het eerste zicht leken ze wat op relicten van industriële archeologie, maar bij nader toezien bleek de setting toch iets te artistiek. Hier, in deze godvergeten achterhoek, groeide heel organisch de Verbeke Foundation. Mijn eerste toevallige kennismaking, met van wat in komende jaren zou uitgroei-
56
hij starten met een nieuw levenswerk. Een project waar cultuur, natuur en ecologie hand in hand zouden gaan. Kunstenaars krijgen, onder zijn mecenaat, de vrije hand om hier assemblages en installaties neer te poten en/of de meest bizarre kunstuitingen tot leven te brengen. Verbeke is niet het prototype van de klassieke museumcurator die in een net pakje door z’n museum paradeert, druipend van de mediageilheid. Nee, het is
een bescheiden man en zeker een die van aanpakken weet. Hij staat zich haast dagelijks overenthousiast in het zweet te werken, om samen met een van zijn gastkunstenaars weer eens wat nieuws te realiseren. ‘Ons museum verandert dag na dag, want het is een levend organisme’ vertelt hij, met een heerlijke tongval uit het Waasland, tussen twee spadesteken door. ’Onze presentatie is ook nooit af. Ze is steeds
“Ik hou van collages. De kunstenaar knipt, scheurt, plakt en maakt iets nieuws. Net zoals ook in mijn echte leven. Dat is ook een collage…” in beweging, bewust wat slordig, onharmonieus en complex. Bij ons is kunst niet gepresenteerd in opzichtige spektakelgebouwen, maar onpretentieus. Misschien wel wat met subtiele kritiek op de kunstwereld.’
Het merendeel van de bezoekers komt blijkbaar uit het buitenland. De Verbeke Foundation heeft ongetwijfeld een wat cult-achtige aantrekkingskracht bij een publiek van progressieve hedendaagse kunstliefhebbers. Al van op de grote parking begint zowaar de zoektocht. Tussen al die containers, kranen, autowrakken en andere bijzondere items, is de eigenlijke inkom niet meteen duidelijk te vinden. Ook
best mogelijk dat er zelfs even niemand aan de kassa zit . Maak je daar echter geen zorgen over. Je kunt rustig later nog even afrekenen (€10/persoon).De gigantische expohal trekt immers al aan als een magneet en geeft een beklijvende eerste indruk. De binnententoonstellingen wisselen regelmatig af. Nu hangen er nog, als in een abattoir, koeien aan de haak. Deze hier zijn replica’s, maar wel levensecht.
57
Dood en vergankelijkheid zijn oerthema’s uit de natuur en dus vaak wederkerend. den beelden staan nog roerloos te wachten op een definitief plaatsje. Veel kunstwerken hebben een aangename hoge aaibaarheidsfactor. Hier en daar neemt de natuur echter heel gedecideerd terug de overhand. Woekerende planten doen beseffen dat de tijd relatief is. Niets is voor eeuwig. Te laat besef ik, dat ik toch beter even het infokaartje had gelezen, voor ik een kijkje nam in een grote vrijstaande witte blok. ‘Poltergeist’ heeft me wel echt kippenvel bezorgd. Ook geluid kan dus een onverwachte, maar geslaagde vorm van kunst zijn… dat is duidelijk. In het Collagepaviljoen, merk je meteen dat Geert Verbeke en Carla wel degelijk een substantiële kennis hebben van hedendaagse kunst. In deze geacclimatiseerde sobere galerij staat hun ‘klassieke’ kunstcollectie uitgestald. Meer dan 2000 collages en assemblages uit de 20ste eeuw, worden hier afwisselend, in viermaandelijkse cycli tentoongesteld. Zij vormen het solide hart van de ganse Verbeke Foundation. “Ik hou van collages,” zegt Geert. ‘De kunstenaar knipt, scheurt, plakt en maakt iets nieuws. Net zoals ook in mijn echte leven. Dat is ook een collage…” www.verbekefoundation.com
Dood en vergankelijkheid zijn oerthema’s uit de natuur en dus vaak wederkerend. Hier zijn ze wel erg plastisch weergegeven. Misschien voor sommige bezoekers zelfs ietwat te morbide. Een octopus in ontbinding, die elektrische pulsen geeft… het blijft een bijzondere wandeling door ongebreidelde fantasie. Maar ook kunst met nieuw leven is evenzeer prominent aanwezig. In binnenvijvers zie je een leuk project met opspringende levende killivisjes. De binnenruimte heeft een oppervlakte van meer dan 20000 m2. In de serres vind je een vlindertuin met een overvloed aan fladderende kleuren en ook de collectie beroemde Cosmopolitan kippen van Koen Van Mechelen. Dit is echt geen afgelikt museum. Waar je ook rondkijkt, heerst er chaos. Rekken vol, met honder-
58
Nadien loopt de ontdekkingsroute buiten verder. Sinds de oprichting, enkele jaren geleden, is het landschap totaal veranderd. Waar eerst nog een saai maïsveld stond, groeien nu, rond een mooi watergebied de wilgen. Kronkelende gemaaide wandelpaden laten een mysterieuze zoektocht toe. Een 40-tal werken staan her en der opgesteld. Sommige met immense afmetingen, anderen heel intiem, maar steeds schitterend en geassimileerd geplaatst in het groene kader. Een kudde lemen paarden, een windorgel, een heuse campingflat, een regenverplaatser en heel wat anders fraais. Natuurlijk is ook nog de CasAnus. Wellicht de meest waanzinnige plaats om eens te overnachten. Gegarandeerd dat je daar, out of de box, mee kan uitpakken op menig feestje. In een anus overnacht je nu eenmaal niet zo vaak. Enfin, ik toch niet…
Joris Luyten ■
59
Een hond heft z’n poot om zijn territorium af te bakenen. Toen de Homo Erectus het nomadenleven opgaf en zich wereldwijd begon te settelen, bleef een bizar oerinstinct hem echter parten spelen. Zijn huisje en tuintje moesten duidelijk afgebakend zijn. De rotsblok voor de grot, evolueerde gelukkig via metersdikke stadswallen ondertussen naar een fijnmazig, roestvrije Bekaert draadomrastering. Maar voor de goegemeente blijft het duidelijk. Dit is ‘in’ en dat is ‘out’. Het tuinmuurtje is een futiele grens die je niet zomaar over kan
In het cultboek ‘1000 places to see, before you die’ van Patricia Schultz, een prettige leidraad voor iedere wereldreiziger, staat het kleine Portugese stadje Sintra beschreven, als een van de betoverendste plaatsen in Europa. Gedurende meer dan 5 eeuwen trokken koningen en rijken der aarde er hun zomerresidenties op, om de drukte en hitte van het nabijgelegen Lissabon te kunnen ontvluchten. Hoge muren rond hun fabelachtige domeinen lieten jarenlang geen onbescheiden blikken toe. Gelukkig dat je nu, ook als gewone sterveling, kan binnentreden in deze wonderlijke wereld van subliem aangelegde tuinen en architecturale schoonheid.
Regaleira Mijn persoonlijke topper is zonder meer Quinta da Regaleira. De bizarre tuinmuur doet al vermoeden dat hierachter een wondere wereld moet liggen. Wie langs de zware gietijzeren poort binnenkomt, wordt dan ook meteen in de ban geslagen. Een mix van Da Vinci Code, Harry Potter en een vleugje Efteling, maar dan echt… De bouwheer Carvalho Monteiro, een steenrijke bibliofiel, liet dit bizarre bouwwerk optrekken omstreeks 1904. Elementen uit de vrijmetselarij, de alchemie, Rozenkruisers, de Tempeliersorde en het christendom zijn naadloos versmolten in één geheel. Wie kickt op symboliek en ideologie,
Ongegeneerd gluren over de haag … steken. Des te meer fascineert het ons wat er achter zo’n muurtje gebeurd en te zien is, vooral bij extreem gefortuneerden.
60
komt hier in een 4 ha groot enigma terecht, ontsproten aan het brein van Monteiro. Een octagonale toren domineert de façade van het landhuis. Exuberante gotische elementen zoals waterspuwers en kapitelen geven een indruk alsof het uit witte druipsteen is gemaakt. Een fel zuidelijke
61
zon doet de blanke gevel contrasteren tegen een staalblauwe hemel. De vijf verdiepingen in de woning zijn nog te bezoeken. Het interieur is authentiek, maar de inrichting is helaas verdwenen. In plaats daarvan is er een tentoonstellingsruimte, waar je al een voorproefje krijgt van weg die je door de ‘levenstuin’ kan volgen. Een labyrint van aangelegde, ondergrondse gangen brengt je tot in diverse grotten, waar rituele bijeenkomsten gehouden werden. In de Bron van Initiatie, stap je langs een wenteltrap spiraalvormig 27 meter diep de aarde in. Het lijkt letterlijk de afdaling zoals Dante ze beschreef. Of is het een symbolische reis tussen licht en donker, leven en verrijzenis. Eens boven kan je enkele de cirkel verlaten als je de geheime deur kan vinden.
Een mix van Da Vinci Code, Harry Potter en een vleugje Efteling, maar dan echt… Een andere tunnel brengt je in de kapel. Bizar om dit meesterwerk van katholieke religieuze kunst te vinden in deze bizarre omgeving. Maar wie goed rondkijkt, ziet op vloeren en muren toch ook symbolen zoals het pentagram, subtiel verwijzend naar een heel ander gedachtegoed. De lager gelegen tuin is heel nauwgezet aangeplant. Achter elk hoekje vindt je een decoratief element, een rustbank met mythische figuren of een promenade uit de klassieke oudheid. Je ontmoet er Fortuna, Orpheus, Venus, Flora, Pan en Hermes in al hun glorie. Als één van de vier alchemistische elementen is water overal overvloedig aanwezig. Twee vijvers werden kunstmatig aangelegd. Een ervan ligt intiem verscholen en heeft grote stapstenen die erg Oosters aandoen en een waterval die je langs achter ook kan bekijken en waar andere bezoekers stiekem kan begluren… als je de weg vindt.
62
Bizarre gebouwen met torens, rustgevende terrassen, zacht klaterende fonteinen en ruines, je lijkt te wandelen in een typisch Engels schilderij uit de late Romantiek. Leuk aan deze tuin is, dat je een moeilijk door - en overzicht hebt. Elk paadje is een ontdekking op zich en prikkelt de nieuwsgierigheid
de omgeving van de kaart geveegd tijdens de grote aardbeving van Lissabon. Maar zo kwam er ook een plek vrij voor dit merkwaardig bouwwerk. We zijn dan al omstreeks 1842, als de eerste steen gelegd wordt. De architect is een Duitse baron met veel reiservaring. Hij tekent een zoet stroperig eclectisch kasteel uit, met stijlelementen uit de neogotiek, neorenaissance en de middeleeuwen. Moorse arabesken, klassieke arcades, allegorieën en christelijke symboliek zijn samen geperst tot een zonderling geheel. Sommige onderdelen zij gewoon reproducties van andere bekende monumenten zoals de klokkentoren van Belem, het klooster in Tomar of een kasteel langs de Rijn. Het interieur is mooi bewaard en volledig bemeubeld.
Je kunt eigenlijk niet genoeg krijgen van deze verassende omgeving. Zelfs wie het niet zo heeft met al die diepzinnige symboliek, kan ook best genieten van de vegetale schoonheid. Heel wat zeldzame bomen hebben een volwassen omvang en er zijn hier heel wat zeldzame variëteiten te spotten.
Monseratte Eerste geschriften, die dateren uit de voege 16de eeuw, verwijzen naar een kapel, die opgericht werd naar analogie met het bedevaartsoord ‘Nossa Senhora de Monserrate’ in Barcelona. Vanwege de paradijselijke ligging, kwam het domein van wel 33 ha, echter snel in ‘rijke en profane handen‘ terecht. Ene Francis Cook besefte dat de grond er zeer vruchtbaar was, de natuurlijke waterbronnen overvloedig en vooral de zachte zeemist voor een uniek microklimaat zorgde. Met een onnoemelijk fortuin achter de hand, kon hij de meest exclusieve en zeldzame aanplantingen doen. Een natuurlijke heuvelrug beschermde de exotische tuin tegen ruwe zeewinden. De wandeling begin je hier met een afdaling door de vallei, aangeplant met Australische varens. Die voelen zich hier lekker in dit warm vochtige klimaat. Iets verderop loop je door de oude ruïne van de eerste kapel tot aan de Japanse tuin, met een uitgebreide collectie bamboes en camelia’s. Maar onze botanische wereldreis houdt niet op. In het droogste en heetste stukje van de tuin vind je de palmen, yucca’s, agaven en cactussen uit Mexico. Bomen en planten uit alle werelddelen staan in dit park heel harmonieus naast elkaar. Niet enkel de tuin is een mondiale synergie. Blijkbaar heeft de immens rijke familie Cook uit de voormalige kolonie India heel wat souvenirs aangesleurd. Het paleis is opgebouwd rond een centrale hal met een albasten fontein en zachte roze zuilen. Langs weerszijden lopen twee lange gangen waar het licht op subtiel gefiltreerde wijze binnenvalt, dit creëert een geweldig
dieptezicht. De panelen zijn in originele ‘Mogul style’ en destijds door kunstenaars in Delhi gemaakt. Alle zinnen worden geprikkeld, want ook aan de geursensatie is niet voorbij gegaan. Volg de uitgang langs de Triton fontein, in richting van de Indische arcade en afhankelijk van het seizoen kan je ter hoogt van de pergola’s een intense en haast bedwelmende geur opsnuiven van jasmijn en wisteria. Blijkbaar hielden de tuinontwerpers toch ook van ‘a good joke’. Wat anders te denken van de heuse replica uit het Stonehenge tijdperk omgeven door… wuivende palmbomen.
Pena Als je Monseratte buitenkomt en de weg naar boven blijft volgen langs de strakke tuinmuur, kom je automatisch bij Pena uit. Het felkleurige romantische sprookjeskasteel domineert theatraal de weidse omgeving. Zichtbaar vanaf de zee en tot kilometers ver het binnenland in. Ook hier heeft de geschiedenis niet stil gestaan. In de vroege middeleeuwen stond op deze plek een bescheiden klooster. Het werd, zoals haast alle gebouwen in
Het park rond dit kasteel is totaal anders dan de voorgaande tuinen. De oppervlakte bedraagt meer dan 200 ha en kan meer als een heuvelend wandelbos omschreven worden. De paden zijn breed en comfortabel, maar de hoogte verschillen kunnen wel even in de kuiten bijten. Tussendoor kom je relicten uit vroegere tijden tegen: bronzen beelden, tempels, kapelletjes of natuurlijke elementen die door hun vorm aandacht vragen. Ook hier zijn de bomen tot een respectabele hoogte uitgegroeid. De sequoia’s lijken tot in de wolken te priemen. Maak zeker tijd voor een wandeling door de varen vallei. Nieuw Zeelandse variëteiten groeien tot 10 meter hoog. Zelfs op een regenachtige wordt het toch nog een sensatie voor me. Dit is exact het landschap van Jurassic Park. Enkel de roep van een exotische vogel verbreekt de stilte . De glimmende takken van de varens hangen er wat mistroostig bij, door de zware waterdruppels. De typische geur van mos en de slierten mist maakten het plaatje volledig. Terwijl ik geniet van dit voorwerelds natuurwonder, merk ik plots voor mij een donkere massa die beweegt in een lage struik. Een overjaarse dino die zich hier nog wist te verschuilen, sinds de meteorietinslag? Ik ben op m’n hoede… Maar dan steek een zwart hoofd met een brede panamahoed en een reuze glimlach uit het struikgewas en zegt ‘bom dia’ (goedendag). Het is een tuinman die op z’n knieën wat onkruid zit uit te trekken. Ik ben heel even van de wijs en antwoord vriendelijk terug. Hopelijk heeft hij niet gemerkt dat ik hem even voor een kleine T-rex aanzag…
Joris Luyten ■
63
Out of the Box books Lachen met ‘de oorlog’ en Hitler, het is altijd kantje boordje. Charlie Chaplin deed het in ‘The Great Dictator’ en John Cleese alias Basil Fawlty zocht in Fawlty Towers ook de grenzen op met ‘Don’t mention the war’, weet u nog? Timur Vermes’ boek ‘Daar is hij weer heeft een bijzonder intrigerende cover. In Duitsland had het boek een prijskaartje dat de wenkbrauwen doet fronsen: 19,33 euro… Wie aan het boek begint moet wel in de edele kunst der ‘suspension of disbelief’ geloven: Adolf Hitler – de echte – ontwaakt op 30 augustus 2011 in een met benzine doordrenkt uniform op een grasveld in Berlijn. Het laatste wat hij zich kan herinneren dat hij zich in 1945 van het leven wilde benemen. Waarom hij nu ineens wakker wordt weet en begrijpt hij niet.
IN-teressant UIT-gelezen boeken
Daar is hij weer… Hoe dat komt doet er in dit verhaal echter niet toe. De “herboren” A.H. dwaalt rond in een voor hem volstrekt onherkenbare stad. Hij trekt natuurlijk de aandacht, maar al wie hij aanspreekt denkt dat hij een hilarische imitator is. Wat hij dus echt niet is. Hij brengt zijn uniform naar een door Turken gerunde Blitzreinigung en meteen dwalen zijn gedachten af naar een andere ‘Reinigung’. Binnen de kortste keren groeit deze eigenaardige man uit tot een hype en begint hij zesenzestig jaar na zijn “vermeende” overlijden aan een televisiecarrière. Zonder Goebbels, leger of Eva, maar gewapend met YouTube-filmpjes, trending topics en vind-ikleuks stijgt zijn ster opnieuw aan het firmament. Belandt zo’n zot in het gesticht of weet hij toch zijn slag thuis te halen? Hij wordt graag gezien. Simpelweg omdat hij zo uitblinkt in ‘Messed Ekting’ (method acting). Het publiek kickt op hem. Het establishment gaat overstag. Maar ja, wie heeft er moraliteit nodig als je entertainment hebt? Een volk voor wie entertainment het hoogste goed is, kan je alles verkopen. Alle politieke partijen willen hem inlijven, zeker nadat hij de extreemrechtse partij NDP
64
wegzet als een bende hopeloze amateurs waar een fatsoenlijke Duitser niets te zoeken heeft. In eins-zwei-drei groeit de nieuwe-oude Hitler uit tot Bekende Duitser en komiek met een mening. Heerlijk ook als iemand hem vraagt wie de ingrepen heeft gedaan die hem zo op Hitler laten lijken. “Beste mevrouw, ik heb geen idee waar u het over hebt!” “Over operaties”, zei ze kregelig. “En doet u nou niet net alsof die er niet zijn geweest. Dat is belachelijk.” “Uiteraard waren er operaties, zei ik geïrriteerd. Ze was op haar manier niet onsympathiek. “Seelöwe, Barbarossa, Citadel…” “Nooit van gehoord. Was u tevreden?” […] “In het begin was het allemaal in orde, maar daarna traden er complicaties op. Niet dat de Engelsen het beter deden. Of de Russen… Maar toch.” Door van hem een mens te maken wil auteur Timur Vermes onderzoeken hoe ver charmes je wel kunnen brengen. Monster noch clown. Hitler is/was een mens. Eentje die daarenboven democratisch verkozen werd. Laat ons dat toch vooral niet vergeten. Vermes’ Hitler is ondanks zijn behoorlijk bedenkelijke denkbeelden zelfs een sympathieke, wat naiëve man. Heel symbolisch is dan ook de scène waarin Hitler in zijn eigen praatprogramma de voorzitster van de Grünen onder vuur neemt. Hij werpt haar voor de voeten dat niemand een verweer heeft voor zijn provocatieve uitspraken. Niemand biedt weerwerk. Niemand heeft antwoorden. Dit boek heeft haar literaire kracht en getuigt van een intelligent historisch en politiek inzicht. Vermes heeft daarenboven een scherp zicht op het huidige Europese politieke bestel. Toegegeven, aannemelijke politieke en culturele observaties wisselen slag om slinger met hilarische passages, maar deze mix werkt. En zeg nu zelf, een politicus die tekeer gaat tegen rondslingerende hondenpoep en snelheidsduivels heeft toch wel een punt, niet? Moeilijk om het met hem oneens te zijn als hij het over universele ergernissen heeft. En dat is confronterend. Dit heerlijk vlot weglezende boek maakt het duidelijk: wie vergeet wat het verleden ons leerde en wie geen ogen heeft voor de uitdagingen van het heden krijgt ultieme waanzin op het bord. Een boek dat je aan het denken zet. En hoe! Joost Houtman ■