EDITIE april 2013
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK ondernemend vakmanschap
Sporters op de voet gevolgd ----------------------------------------------------------------------------------
Voetschoen protocol de volgende stap ----------------------------------------------------------------------------------
Ketenzorg Ambulante Compressie Therapie door 'de compressietherapeut'
orthopedische schoentechniek - orthesen & prothesen - therapeutisch elastische kousen
2
INHOUD
ZORG & KWALITEIT
26
De volgende stap voor het Voetschoen protocol
NIEUWS
08
Ketenzorg Ambulante Compressie Therapie door ‘de compressietherapeut’
18 19 20 39
Biomechanica toegepast in de revalidatie ISPO 14th World congres India Verslag 13e Symposium Diabetische Voet 29-31 januari 2013 in Almelo
Oproep
INNOVATIE
beschermende handschoen bij letsel
10 14 28 40
ATEX veiligheidsschoenen Als het maar klikt Osseointegratie in het dijbeen
Beschermende handschoen bij handletsel Sporters op de voet gevolgd
OPLEIDINGEN
ispo 14th world congres india
21
28
19
08 22 44
Ketenzorg Ambulante Compressie Therapie door ‘de compressietherapeut’ Onderzoeksprojecten voor orthopedisch (schoen)technoloog Mobiliteit bij Hereditaire Motorische en Sensorische Neuropathie,een Richtlijn voor schoentechnische voorzieningen Uit de school geklapt… Een overzicht van de opleidingen orthopedische (schoen)techniek binnen de DHTA
INTERVIEW
32
40
Ketenzorg Ambulante Compressie Therapie door ‘de compressietherapeut’
32
DHTA student Merel van den Berkhof
36
‘Alleen goed is goed genoeg.’
wetenschap
in de schijnwerpers
sporters op de voet gevolgd
30
24
Uitkomsten en leven na een beenamputatie bij oudere personen
EN VERDER
05 07 34 39
44
uit de school geklapt
Voorwoord Door Rob Verwaard
Column Door Lenie de Kock
Registreren en kalibreren, heren! ZVOS Zukunftstage
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
3
Leder
Instrumentaria
Zoolmaterialen
Verbandmiddelen
Siliconen
Praktijkinrichting
Werkplaatsinrichting
Verbruiksmaterialen
A healthy focus on feet
Een unieke Nieuwe leercollectie Voor een orthopedisch schoenmaker is niet alleen kwaliteit belangrijk. Een uitgebreide collectie, afgestemd op het actuele modebeeld en een snelle levering uit voorraad geven hem optimale keuze en betrouwbaarheid. Het maakt Medical Leather uniek als leverancier van (boven)leer.
Leder
Zanddonkweg 6, 5144 NX Waalwijk T +31 (0)416 37 69 87 F +31 (0)416 37 56 02 E
[email protected] W www.medical-leather.nl
4
Adv 180x130 Leercollectie.indd 1
2/20/13 11:29 AM
FOTO Eric Grashoff
VOORWOORD
door Rob Verwaard
Oranje strik Beste lezer, Op de laatste dag van deze april maand vindt er een historische gebeurtenis plaats in Nederland. Op 30 april zal Hare Majesteit de Koningin haar troon afstaan aan haar zoon Prins Willem-Alexander. Een unieke dag voor Nederland, die op het moment van het schrijven van dit voorwoord nog druk in voorbereiding is. Er is voor deze dag zelfs een keurmerk met logo voor in het leven geroepen, de oranje strik. Activiteiten die origineel, positief en authentiek zijn komen in aanmerking voor erkenning door het Nationaal Comité Inhuldiging. De troonswisseling is een belangrijke mijlpaal die een positieve invloed kan geven op het Nederlandse Gevoel. Het gevoel dat we er weer staan, na of ondanks het zware weer van de afgelopen tijden. Ook onze redactie heeft de afgelopen maanden hard gewerkt om deze uitgave van het vakblad origineel, positief en authentiek te maken. In deze editie leest u veel artikelen over onderwijs, innovaties en onderzoek op het vakgebied van orthopedische techniek. Zo hebben we veel aandacht voor osseointegratie, een nieuwe ontwikkeling op het gebied van prothesiologie. Anne Marie Griffioen schrijft over een schoentechnische richtlijn voor patiënten met HMSN. Er is een casusbeschrijving voor de toepassing van beschermende handschoenen bij handletsel van Mirjam de Haart en Tom Gort. Op pagina 30 leest u over een onderzoek naar de uitkomst en leven na een beenamputatie bij oudere personen. Wij kijken in dit vakblad terug op een aantal geslaagde symposia. Zo leest u een verslag over het 13e diabetische voet symposium in Almelo en blikken we terug op de ISPO cur-
sus biomechanica toegepast in de revalidatie. Jeroen Olsman verzorgde een artikel over het 14e ISPO World Congress in India en in Berlijn werd afgelopen oktober een Zukunftstage gehouden door onze collega branchevereniging ZVOS in Duitsland. Liefhebbers van technische workshops kunnen hun hart ophalen bij het artikel van John Lavrijsen over orthopedische werkschoenen die gebruikt worden in een explosieve omgeving. We doen ook een oproep aan technische schrijvers om dit soort artikelen te publiceren in volgende edities van ons vakblad.
den Berkhof vertelt in dit vakblad over haar ervaringen tijdens haar mbo opleiding in het artikel van Jan van Hirtum en Kirsten Lyklama. Lambert Klaus geeft tenslotte een actueel overzicht van de opleidingen orthopedische (schoen)techniek binnen de DHTA. Tot slot krijgt u in deze editie bij twee bedrijven een kijkje achter de schermen. Smeets Loopcomfort licht de activiteiten van haar divisie SL Sports toe en My Orthopedics introduceert zich via het artikel van Jaap de Boer. Ik zou graag alle redacteuren willen bedanken voor deze geslaagde editie van ons vakblad vol met originele, positieve en authentieke artikelen. Wat mij betreft een uitgave met een dikke oranje strik. Ik wens u namens het hele redactieteam van Orthopedische Techniek veel leesplezier!
Vanuit opleidingen is er een mooie bijdrage van Gerda Uilhoorn over de ketenzorg ambulante compressie therapie door de compressietherapeut. Bij de Fontys hbo opleiding orthopedische technologie gaan de regels voor afstuderen veranderen. Mark van der Pluijm zette voor u alles op een rijtje over dit traject. DHTA student Merel van
De troonswisseling is een belangrijke mijlpaal die een positieve invloed kan geven op het Nederlandse Gevoel. ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
5
MagnoFlex
Nieuwe generatie Shuttle Locks Een nieuw lock-systeem met een flexibele pin en een magnetische schuttle. De pin geleidt zichzelf in de shuttle lock waardoor gebruikers veel makkelijker in hun koker kunnen stappen. In een geheel van glasvezelversterkte kunststof. Licht en duurzaam. Ideaal in combinatie met 6Y75 transtibiale siliconenliner met SKINGUARD technologie.
6
Ottobock
Voor meer informatie: +31 (0)499 474 585 • www.ottobock.nl
COLUMN
Het lentegevoel
Het heeft lang geduurd, tot de vierde week van maart, maar eindelijk is de lente doorgebroken. We snakten ernaar, na die maanden van grijze luchten, sneeuw, regen en de gure oosten wind. Warmte, zonlicht, vogels die fluiten en vrolijke gezichten. De donkere maanden hebben plaatsgemaakt voor langere en zonnige dagen. Kortom een nieuw en fris begin, nieuwe inzichten en nieuwe kansen. De economie in Nederland bevindt zich momenteel nog steeds in zwaar weer. De export trekt weer wat aan, maar tegelijkertijd neemt de werkloosheid nog niet af, en de binnenlandse bestedingen zijn al een paar jaar op een zeer laag niveau. Dit is van invloed op onze bedrijven, vooral nu ook het eigen risico in de zorg blijft groeien. Veel consumenten hebben meer moeite om de zorg, die ze toch echt nodig hebben, te betalen en stellen daardoor het aanschaffen van bijvoorbeeld schoenen of therapeutische elastische kousen uit. De zorg in Nederland verandert constant en krijgt steeds meer invloed op het maatschappelijk en persoonlijk leven. De zorg moet goed, efficiënt, effectief, betaalbaar en verantwoord zijn. Deze ontwikkelingen hebben invloed op (het denken in) onze branche.
door Lenie de Kock, voorzitter NVOS-Orthobanda
Constant vernieuwen is naar mijn mening de manier om de economische tegenwind te trotseren. Het ‘lente gevoel’ moet zich vastklampen in ons denken, in ons persoonlijk leven en in ons handelen in en voor de branche. Iedereen, ook ik, maakt regelmatig een balans op om te kijken waar we nu staan, en waar we naartoe willen. Afscheid nemen van oude gedachten, gewoontes en structuren is soms moeilijk, maar betekent ook een nieuw begin. Er zijn bedreigingen in onze branche, zoals de te starre contracten die de zorgverzekeraars afsluiten en de daling van het aantal leerlingen op onze mbo opleidingen. Maar als we allemaal bereid zijn aanpassingen door te voeren in bestaande structuren, komen er ook nieuwe kansen. Een vernieuwing van bijvoorbeeld het huidige opleidingsbeleid is gewenst om de toekomst van het vak binnen de branche veilig te stellen. Scholing is essentieel voor de studenten en medewerkers van onze bedrijven. Zonder een goede, flexibele en betaalbare opleiding is de toekomst van de branche in gevaar. Verandering op dit vlak is nodig. Als er geen veranderingen worden doorgevoerd, komen er ook individuele bedrijven in gevaar. Opleiden wordt namelijk onbetaalbaar als we niet nadenken over alternatieve vormen. In het verleden waren er voldoende leerlingen, nu niet meer. De opleidingen moeten aansluiten bij wat bedrijven willen. Het opleiden dient dus anders
'Constant vernieuwen is naar mijn mening de manier om de economische tegenwind te trotseren.'
georganiseerd te worden; het kan anders, effectiever en goedkoper. Economische tegenwind, bezuinigingen van de overheid en bij consumenten en veranderingen in onze branche vragen om creativiteit en om nieuwe inzichten. De branche zet in op een kwaliteitsverbetering. Er is overleg binnen de branche, met de DHTA en Fontys, de SEMH, met zorgverzekeraars en de overheid. Protocollen worden ontwikkeld en geïmplementeerd. Er wordt nagedacht over outputmeting. Nieuwe bedrijven worden lid van de vereniging, nieuwe leden participeren in de commissies en in ons bestuur. Als wij bereid zijn om te vernieuwen, dan gaat het lentegevoel haar vruchten afwerpen. Vernieuwen is noodzakelijk om (persoonlijke) groei mogelijk te maken. Daar ben ik van overtuigd.
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
7
TEKST Gerda Uilhoorn, bestuurslid VATEK
Ketenzorg Ambulante Compressie Therapie door ‘de compressietherapeut’ De laatste tien jaar is er veel veranderd op het gebied van de Therapeutisch Elastische Kousen (TEK). Er is in 2003 een vereniging opgericht van beroepsbeoefenaars (VATEK) en in het najaar van 2006 is een beroepsbeschrijving aanmeter TEK opgesteld door de SVGB in opdracht van NVOSOrthobanda en VATEK, waarop de huidige TEK opleidingen gebaseerd zijn. Sinds 1996 heeft de branche een eigen erkenningsregeling bij de SEMH en in 2011 is de nieuwe beroepsbeschrijving compressietherapeut opgesteld. Dit is een heldere beschrijving van het beroep Consulent Compressietherapie, waaruit de taken, de competenties en het niveau van dit beroep duidelijk naar voren komen.
8
Alleen de erkende bedrijven kunnen Therapeutisch Elastische Kousen leveren. Daarnaast zijn er ook andere beroepsgroepen die Therapeutisch Elastische Kousen leveren, zoals huidtherapeuten en fysiotherapeuten. Deze groep heeft een module in hun opleiding waarin de TEK aan bod komt, en na diplomering en contractering met een zorgverzekeraar mogen zij ook TEK leveren.
Aanmeter - compressietherapeut Als aanmeter van Therapeutisch Elastische Kousen lever je ambulante compressietherapie als nabehandeling. Voor de behandelingsfase is de patiënt met veneuze en/of lymfatische problemen aangewezen op compressietherapie die veelal wordt verzorgd door de thuiszorg, verpleegkundigen op poli’s dermatologie en doktersassistenten. Om het totale traject vanaf de indicatiestelling – dus behandeling en nabehandeling ambulante compressietherapie - te bundelen tot één beroep - hebben NVOS-Orthobanda en VATEK samengewerkt om te komen tot een uitgebreidere beroepsbeschrijving waarbij de regie van de behandeling en nabehandeling bij de aanmeter TEK ligt; de compressietherapeut. Nieuwe opleiding Om de aanmeters/consulenten TEK te scholen tot compressietherapeut, is er door NVOS-Orthobanda en VATEK contact gezocht met een vijftal opleidingsinstituten. Uit deze vijf zijn uiteindelijk twee opleidingsinstituten overgebleven, die beiden hun eigen plan, ervaring en inzicht hebben bij de uitwerking van de beroepsbeschrijving. Het betreft de Dutch HealthTec Academy (DHTA) in Utrecht en Nova Mundo in Vught. Beiden hebben hun sporen ondertussen verdiend in het opleiden van aanmeters TEK, elk op hun eigen specifieke wijze, de één met contactonderwijs, de ander via e-learning. NVOS-Orthobanda en VATEK hebben de afgevaardigden van DHTA en Nova Mundo gevraagd om te bezien of het gezamenlijk optrekken bij de ontwikkeling en totstandkoming van de opleiding ‘compressietherapeut’ een mogelijkheid is, zodat er één opleiding komt met een optimale mix van zelfstudie, contactonderwijs en workshops. De eerste gesprekken tussen DHTA en Nova Mundo hebben ondertussen plaatsgevonden en de intentie tot samenwerking is uitgesproken om de opleiding ‘compressietherapeut’ in 2013 van de grond te krijgen. De opleiding zal worden gecertificeerd. De deelnemers die deze opleiding met succes
afronden, zullen worden opgenomen in een kwaliteitsregister. Momenteel oriënteert het bestuur van VATEK zich op het opzetten van een kwaliteitsregister ‘compressietherapeut’. Ketenzorg De huidige ontwikkelingen in de zorg laten al een verschuiving zien van AWBZ naar zorgverzekeraar, waarbij de zorgverzekeraars de ketenzorg willen stimuleren. Vanuit de branche zal voldoende draagvlak, onder andere bij de zorgverzekeraars, moeten worden gecreëerd, zodat de regie / ketenzorg bij de ambulante compressietherapie voor veneuze en lymfatische patiënten straks ook daadwerkelijk bij de ‘compressietherapeut’ komt te liggen en dat de werkzaamheden daarvoor worden vergoed.
De trein is in gang gezet We hopen in het najaar van 2013 de eerste cursisten te mogen begroeten! Heeft u interesse in deze opleiding, maak dan gebruik van de mogelijkheid van voorinschrijving. Stuur een mail naar
[email protected] met als onderwerp ‘Voorinschrijving compressietherapeut’. Vermeld daarin uw naam en overige NAW-gegevens. Zodra bekend is waar, wanneer en tegen welke kosten de opleiding van start gaat, wordt u als eerste bericht en in de gelegenheid gesteld uw voorinschrijving om te zetten in een definitieve inschrijving. Voor verdere informatie kunt u mailen:
[email protected] of
[email protected].
Afgevaardigden van NVOS-Orthobanda en VATEK zullen zich inspannen om met zorgverzekeraars in gesprek te gaan. De eerste gesprekken zijn gevoerd en hoewel er geen toezeggingen zijn, staat men positief ten opzichte van deze ontwikkeling.
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
9
TEKST John Lavrijsen
ATEX veiligheidsschoenen Orthopedische veiligheidsschoenen worden gebruikt in veel verschillende omgevingen. Voor elke werkomgeving zijn verschillende eisen waaraan een schoen moet voldoen. In de vorige uitgave van NVOS Magazine bekeken we orthopedische schoenen die worden gebruikt bij elektronica montage ESD (Electro Static Discharge). Dit keer wil ik wat dieper ingaan op ATEX (ATmosphère Explosible), ofwel Frans voor ‘explosieve omgevingen’.
Wat is een ATEX omgeving? Een ATEX omgeving is een bedrijf waarin met explosie gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. Deze stoffen kunnen gassen zijn, of vluchtige vloeistoffen met explosieve dampen. Het kunnen echter ook vaste stoffen zijn. De fijnstofpoeders zoals toner, meel, melkpoeder, mout en zaagsel, maar ook bindmiddel voor soep en vele andere vaste stoffen kunnen explosief zijn. Om welke bedrijven gaat het? In Nederland zijn ongeveer 45.000 bedrijven in verschillende sectoren die onder de ATEX wetgeving vallen. Zij moeten maatregelen treffen om explosiegevaar te voorkomen. Van gasbedrijven, de petro chemische industrie en raffinaderijen kan iedereen zich meteen een voorstelling maken. Maar ook afvalverwerkende bedrijven, energiecentrales, metaalverwerkende bedrijven, levensmiddelenindustrie, houtverwerkende bedrijven, tussenhandel, verfspuiterijen en de landbouw moeten allemaal aan deze ATEX wetgeving voldoen. De meeste ongelukken gebeuren dan ook in de bedrijven die zich niet bewust zijn van de risico's. Hoe kan een explosie ontstaan? Een explosie kan ontstaan wanneer er drie dingen samenkomen. Allereerst is er een explosieve stof of gas nodig. Ten tweede is er zuurstof nodig. Beiden zijn in een ATEX omgeving altijd aanwezig. Het derde wat voor een explosie nodig is, is een ontstekingsbron. De bekende ontstekingsbronnen zijn open vuur of electrische of mechanische vonken, bliksem of hete oppervlakken. Maar ook minder voor de hand liggende ontstekingsbronnen, zoals straling en statische elektriciteit. Voor (orthopedische) veiligheidsschoenen of steunzolen is statische elektriciteit de ontstekingsbron waar rekening mee moet worden gehouden.
10
Dus met foute schoenen kan ik een ontstekingsbron zijn? Ja, door de statische elektriciteit kan een mens een explosieve stof, gas of damp ontsteken. Gelukkig is de mens beperkt in zijn capaciteit om explosieve stoffen en gassen middels statische elektriciteit te ontsteken. Wil je hier meer over weten is het raadzaam om een expert training ATEX te volgen. Daar worden de formules voor de berekening van de ontstekingsenergie van de mens en de minimale onstekingswaarden van verschillende explosieve stoffen en gassen uitgelegd. Wetgeving betreffende ATEX. Gezien de gevaren en de enorme gevolgen is er Europese wetgeving om veilig te kunnen werken in ATEX omgevingen. De wetgeving is globaal opgedeeld in twee delen: ATEX 95, voor machines die vallen onder de Nederlandse warenwet, en ATEX 137, voor de arbeidsplaatsen die onder de Nederlandse arbowet vallen. Alle bedrijven zijn verplicht om een risicoinventarisatie te doen en dit vast te leggen in een EVD Explosie Veiligheids Document. Dat lijkt goed geregeld, echter in de praktijk is helaas nog veel onduidelijk, met name in het ATEX 137 gedeelte. Binnen alle normen over de PBM's (Persoonlijke Beschermings Middelen) is het makkelijk het spoor bijster te raken en ook is de borging tijdens het gebruik van de PBM's door wassen, reinigen en slijtage zeer lastig te controleren en te organiseren. Waaraan moeten ATEX veiligheidsschoenen voldoen? Een ATEX schoen moet niet alleen de goede weerstandswaarde hebben (tussen de 1 en de 100 M Ohm voor een zone 0 of zone 20), maar daarnaast is het in een ATEX omgeving van groot belang dat de schoen weinig elektrostatische oplading opbouwt wanneer men ermee over een ATEX vloer loopt. Die elektrostatische oplading moet voor een ATEX omgeving lager zijn dan 1000 volt. Dat klinkt veel, maar in de praktijk is het dat niet. Bedenk dat een gewone schoen gemakkelijk 10.000 tot 30.000 volt elektrostatische oplading kan opwekken. Vandaar ook de schok en vonk die je ooit krijgt bij een deurklink, vooral in winterse omstandighe-
den vanwege de lage luchtvochtigheid. De ATEX grens van maximaal 1000 volt is vanwege het voorkomen van een schrikreactie. Ook is het van belang dat elke elektrostatische oplading gecontroleerd kan worden afgevoerd. Dit mag niet te snel, maar ook zeker niet te langzaam gaan. De ontladingstijd voor goede ATEX schoenen ligt tussen de 0,02 en 4 seconden. Wat als het niet voldoet? Als ATEX veiligheidsschoenen niet voldoen, neem je enorme risico's. De gevolgen van een bedrijfsongeval in een explosieve omgeving is niet alleen een gigantische materiële schade, maar vaak vallen er slachtoffers met ernstig letsel of zelfs dodelijke slachtoffers. Vandaar dat de wettelijke eisen als minimum dienen te worden gezien. Wat moet ik doen? Gezien het bovenstaande is het duidelijk dat je mensen met ATEX veiligheidsschoenen niet zomaar een orthopedische veiligheidsschoen of orthopedische of podologische inlegzool kunt leveren. Alle ongelukken worden door de arbodienst onderzocht en in geen enkel geval wil je als leverancier van een PBM (Persoonlijk Beschermings Middel) een fout product hebben geleverd. ATEX is redelijk complexe materie en zonder enige kennis van zaken is het beste advies om er vanaf te blijven. Mocht je zelf ATEX orthopedische veiligheidsschoenen willen vervaardigen, is het van belang om zelf voldoende basiskennis van ATEX te hebben. Daarnaast dien je minimaal over een goede multimeter te
beschikken en voor het meten van de elektrische oplading, moet je over een goede ATEX vloer en specifieke meetapparatuur beschikken. Datzelfde geldt ook voor het meten van de ontladingstijden. Deze metingen kun je doorgaans beter uitbesteden aan gespecialiseerde keuringsinstituten zoals TNO, TUV of NSC-consultancy. Deze hebben niet alleen de (gekalibreerde) meetapparatuur en juiste vloeren, maar ook de kennis om de testen goed uit te voeren. Wat raad je de orthopedisch schoentechnische bedrijven aan? Het beste wat je als orthopedisch schoentechnicus kunt doen is een onafhankelijk meetrapport bij de ATEX veiligheidsschoenen voegen, zodat je klant dit met de veiligheidsdeskundige van zijn bedrijf kan overleggen. De veiligheidskundige kan hierin meteen zien of de ATEX veiligheidsschoenen of steunzolen voldoen aan de gestelde bedrijfsomstandigheden. n Voor meer info, training of testen: www.nsc-consultancy.nl
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
11
CVOS start met een actie voor de stichting CapelleWerkt www.stichtingcapellewerkt.nl
Deze Stichting heeft een meubel- en kledingbank opgezet om mensen die niet over voldoende financiële middelen beschikken de kans te geven toch meubels en kleding te kunnen krijgen. CVOS zamelt tijdens deze actie zoveel mogelijk nieuwe of gebruikte schoenen in. De gebruikte schoenen worden door CVOS gecontroleerd, gepoetst en beoordeeld en daar waar nodig worden hakken of zolen gerepareerd. Zo kan CVOS deze gebruikte schoenen ‘als nieuw’ doneren aan de kledingbank. Wilt ook u zich samen met CVOS inzetten om zoveel mogelijk mensen te helpen? Heeft u schoenen in de kast staan die niet meer worden gedragen? Steun ons initiatief en neem contact met ons op. Ook voor andere ideeën staan wij open. Alvast bedankt!
Toekomst ambachten Het kabinet vraagt de SER (Sociaal-Economische Raad) te adviseren hoe ambachtssectoren aantrekkelijk kunnen blijven voor jongeren. De kleine ambachtssectoren, zoals de orthopedische (schoen)techniek, kampen met vergrijzing: ervaren vakmensen verlaten het ambacht, terwijl weinig jongeren kiezen voor een toekomst in het ambacht. MKB-Nederland, waar NVOS-Orthobanda lid van is, vindt het positief dat het kabinet aandacht geeft aan ambachten. Ambachtelijke branches hebben een belangrijke economische waarde voor Nederland, die ook voor de toekomst zeker moet worden gesteld. NVOS-Orthobanda participeert via het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) in SOS Vakmanschap, een samenwerkingsverband van meer dan 50 organisaties uit bedrijfsleven en onderwijs, die zich inzetten om het kleinschalig, specialistisch vakmanschap in Nederland voor de toekomst veilig te stellen, door behoud en versterking van specialistisch beroepsonderwijs. Het specialistisch vakmanschap in Nederland – van meubel- en horlogemakers tot orthopedische (schoen) technici en restauratiestukadoors – wordt in haar voortbestaan bedreigd. Deze specialistische beroepsgroepen zijn ieder voor zich kleinschalig, maar leveren gezamenlijk een aanzienlijke bijdrage aan de Nederlandse economie. Daarnaast vertegenwoordigen zij ruim 30% van de opleidingen in het MBO. Om deze beroepen een gezamenlijke stem te geven, hebben diverse partners uit bedrijfsleven en onderwijs zich verenigd in de “Samenwerkende Organisaties Specialistisch Vakmanschap”, waaronder de initiatiefnemers VNONCW MKB-Nederland, Hoofdbedrijfschap Ambachten, en SVGB kenniscentrum. Sinds de start hebben zich inmiddels 56 organisaties aangesloten bij SOS Vakmanschap. Het Platform Ambachten van MKB-Nederland en VNO-NCW wordt betrokken bij de totstandkoming van het SER-advies.
Voor nadere informatie ga naar www.sosvakmanschap.nl Centrum voor Orthopedische Schoentechnieken - E-mail:
[email protected]
Vooraankondiging Symposium orthopedische hulpmiddelen en compressiezorg 2014 ISPO Nederland, de VATEK en NVOS-Orthobanda organiseren op 7 februari 2014 in Utrecht het Symposium orthopedische hulpmiddelen en compressiezorg. Het symposium is bedoeld voor de leden van de organisaties, de medewerkers in de orthopedische (schoen)techniek en compressiezorg, (revalidatie)artsen, podotherapeuten, wetenschappers, opleiders en studenten. Naast een uitgebreid inhoudelijk programma met diverse interactieve workshops, wordt er ook een netwerk- en informatiebeurs georganiseerd. Voor meer informatie over het symposium en de beurs, kunt u contact opnemen met het secretariaat van NVOS-Orthobanda (
[email protected]). 12
Afscheid Dirk Ruitenbeek Dirk Ruitenbeek, een vertegenwoordiger van een van de leden van NVOS-Orthobanda, is 43 jaar werkzaam in de orthopedie,waarvan 15 jaar als Algemeen Directeur bij POM BV. Hij is onlangs gestopt als Algemeen Directeur maar blijft actief als adviseur van V!GO International. Dirk Ruitenbeek is een maatschappelijk betrokken ondernemer, die in 2012 is gestart met het Nederlands amputatie voetbalteam, het voetbalteam voor geamputeerden dat dit jaar mee wil doen met de wereldkampioenschappen amputatievoetbal in Iran. Hij is ook al jaren actief binnen NVOS-Orthobanda, waaronder als deelnemer in de commissie Markt & Regels. Klaas Groenwold volgt Dirk Ruitenbeek op als Algemeen Directeur van POM BV. Dirk Ruitenbeek blijft zich proactief inzetten voor de branche van de orthopedische hulpmiddelen en compressiezorg.
Nieuwe leden ORTHOPÉDIE+REHANVOSTECHNIK wordt OTWorld Het Bundesinnungsverband für Orthopädie-Technik, sponsoren en de Leipziger Messe GmbH hebben besloten om de naam van ORTHOPEDIE + REHA-TECHNIK, de belangrijkste en grootste (inter)nationale orthopedische (schoen) technische vakbeurs en congres, te veranderen in OTWorld. Redenen voor de naamsverandering zijn het groeiende aantal exposanten en bezoekers, de toename in de tentoongestelde producten en diensten en de deelname van steeds meer branche- en beroepverenigingen. Daarnaast wordt recht gedaan aan de toenemende combinatie en integratie van orthopedische (schoen) techniek en compressiezorg in veel bedrijven en de focus op de revalidatie.
Op de vorige editie van ORTHOPEDIE + REHA-Technik in Leipzig waren bijna 20.000 bezoekers en 537 exposanten verdeeld over twee hallen met een totale oppervlak van 42.000 vierkante meter. De samenwerking tussen de diverse vakdisciplines, innovaties en de dagelijkse praktijk hadden een prominente rol op de beurs en in het conferentie-programma. NVOS-Orthobanda was met een poster aanwezig op het Internationale Forum op de beurs. OTWorld wordt van 13 - 16 mei 2014 gehouden in Leipzig. Voor nadere informative over OTWorld, bezoek de website www.leipziger-messe.de
Orthobanda
De onderstaande bedrijven zijn onlangs lid geworden van NVOSOrthobanda: ProReva Bewegingsvisie GVN Orthopedie Service Papenburg Orthopedie Snoeren Orthopedisch Schoentechniek bv Informatie over het lidmaatschap van NVOS-Orthobanda kunt u aanvragen via
[email protected].
Voor de regio Huizen en Almere zijn wij op zo kort mogelijke termijn op zoek naar:
ORTHOPEDISCH TECHNICUS (M/V) voor 36 uur per week (100%) ProReva is een modern bedrijf, waarbij kwaliteit en innovatie centraal staan. ProReva heeft als doel voor de lichamelijk gehandicapte medemens kunst- en hulpmiddelen te vervaardigen, waarmee hij of zij zo optimaal mogelijk kan functioneren. Er werken in totaal ruim 70 medewerkers. Naast de hoofdvestiging in Apeldoorn beschikken wij over vestigingen in Zwolle, Huizen en Almere en hebben wij diverse aanmeetlocaties. Wij werken nauw samen met revalidatiecentra De Trappenberg, De Vogellanden en ViaReva. Het werkgebied van ProReva bevindt zich in de regio midden- en oost nederland.
Je werkzaamheden zijn: • Divers, in het Flevoziekenhuis Almere en revalidatiecentrum “de Trappenberg” te Huizen. • Voor uitgebreide informatie zie de website www.proreva.nl onder vacatures. Wij vragen van jou: • Een opleiding op MBO- of HBO-niveau op gebied van orthopedische technologie. • Commercieel denken en uitstekende sociale vaardigheden. • Het vermogen om geheel zelfstandig prothesen en orthesen aan te meten, te passen en af te leveren volgens moderne technieken. Ruime ervaring in het orthopedische vakgebied. • Kennis van nieuwe werkwijzen, methoden en technieken. • Organisatorisch vermogen t.b.v. het (onder)houden en opzetten van spreekuren. Belangstelling? Stuur dan een schriftelijke sollicitatie of per e-mail, o.v.v. vacaturenummer 1209-05 naar ProReva B.V. Orthopedisch Maatwerk, Postbus 812, 7301 BB te Apeldoorn, t.a.v. afdeling P&O of per e-mail naar
[email protected] Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met E. Hellemond (Algemeen manager) of D. de Jong (productiemanager), tel. 035-6929636. Of zie onze website www.proreva.nl
w w w. p ro re va . nl
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
13
TEKST Sicco Bus
Als het maar klikt Osseointegratie in het dijbeen ‘Osseointegratie is niet te stoppen’, zegt revalidatiearts Henk van de Meent, net terug van een symposium in San Francisco. ‘Uit alle studies blijkt dat de implantaten goed verankeren. Alleen infecties aan de stomp zijn soms nog spelbrekers.’ De afgelopen drie jaar zijn er in UMC St Radboud in Nijmegen 29 patiënten voorzien van een implantaat in het dijbeen, waaraan ze hun beenprothese vastklikken. Problemen met de koker behoren daarmee tot het verleden. Heeft de klikprothese de toekomst? Dertien vragen over de state of the art. Februari 2012. De internationale pioniers van osseointegratie verzamelen zich in San Francisco voor een satelliet-symposium van het jaarlijkse congres van AAOS (American Academy for Orthopaedic Surgeons). Uit Zweden zijn er afgevaardigden van de Brånemarkgroep – opgericht door professor PerIngvar Brånemark, die in 1950 het principe van osseointegratie ontdekte. Uit Duitsland is er de groep rond dr. Horst Aschoff uit Lübeck, waar zo’n zestig patiënten geholpen zijn. Uit Salt Lake City zijn er preklinische onderzoekers, die aan de universiteit van Utah dierexperimenteel onderzoek doen. En natuurlijk zijn de Nederlanders vertegenwoordigd: UMC St Radboud is wereldwijd het derde medisch centrum dat mensen met een amputatie voorziet van implantaten voor een klikprothese.
Werken ze in Amerika nog niet met de klikprothese? Van de Meent: ‘Nee. Dat gebeurt alleen in Australië, Zweden, Duitsland en Nederland. En op kleine schaal in Frankrijk, Groot-Brittannië en Mexico. Op het congres was wel een Amerikaan met een bovenarmamputatie. Hij was in Zweden geopereerd. Die man was zo blij met zijn klikprothese, dat hij een Occupy-beweging wilde opzetten om actie te voeren voor osseointegratie. Als je het hebt over patient empowerment, dan is hij een mooi voorbeeld. Ook de Nederlandse patiënten nemen vaak zelf de regie; wij hebben nooit reclame gemaakt voor de klikprothese. De mensen bellen en mailen elkaar, zitten in patiëntenverenigingen en zoeken elkaar op. Ik juich dat toe en adviseer mijn patiënten altijd om contact op te nemen met een ervaringsdeskundige, zodat ze een weloverwogen besluit kunnen nemen.’
Waarom zou iemand met een amputatie geen klikprothese willen? ‘Je moet het zien zitten: er komt een operatie bij kijken en de toekomst is onzeker, want hoe ziet het er over tien of twintig jaar uit? Er zijn ook mensen die opzien tegen het gevoel van een stuk staal dat uit het lichaam steekt, of tegen de infecties.’
Hoe groot is het risico op infecties?
Henk van de Meent: ‘Wij hebben nooit reclame gemaakt voor de klikprothese.’ 14
‘Van de 29 mensen die wij sinds 2009 in Nijmegen hebben behandeld, hebben er 7 regelmatig last van infecties aan de weke delen van de stomp. Dat vind ik een groot
aantal. Tegelijkertijd zie je dat ze, ondanks pijn en stoma-irritatie, toch heel tevreden zijn met het functionele resultaat. Ze hebben alleszins minder ellende dan vroeger met hun kokerprothese.’
Wat waren de belangrijkste thema’s in San Francisco? ‘We hebben uitgebreid gediscussieerd over infecties en het afsluiten van de huid. Want ja, dat hele osseointegratie is eigenlijk geen thema meer. De materialen die we gebruiken, zijn zodanig goed verankerd in het bot – daar is geen twijfel over mogelijk.’
Welke materialen en behandeltechnieken zijn er? ‘Er zijn twee scholen: de Zweedse en de Duitse. De implantaten verschillen nogal van design. Het Zweedse design is een schroef – dat komt uit de tandheelkunde – en het Duitse implantaat heeft een spongiosa-structuur waar het bot helemaal ingroeit. Wij gebruiken in Nijmegen het Duitse systeem, omdat je dat veel eerder kunt belasten. Ook de operatietechniek verschilt: de Zweden maken het stoma – de opening door de huid – ultrakort. Maar in Nederland hebben we de operatietechniek afgekeken van onze collega’s in Lübeck, waar de lengte van het stoma nooit een thema was. Daar komen we nu op terug. Een kort stoma vermindert de kans op complicaties – daar hebben we tijdens het congres consensus over bereikt.’
Waarom is de lengte van het stoma zo bepalend? ‘Het stoma is een open verbinding van buiten naar binnen. Als je het implantaat weghaalt, zie je een huidkleurig kokertje dat is bekleed met granulatieweefsel: een kwetsbaar weefsel waar altijd wat vocht zit. Wanneer mensen actief zijn en veel doen, schuurt dat langs het implantaat. Bij een
Drie diagrammen uit het onderzoek naar de eerste 24 Nederlandse patiënten met een klikprothese
lang stomakanaal krijg je eerder retentie van vocht en dan kunnen er ontstekingen ontstaan. Maar ook de hoeveelheid weke delen – vet en spieren in de stomp – is bepalend: die slingeren bij elke stap tegen het implantaat. Bij tien stappen is dat nog niet zo erg, maar als je een stukje loopt zet je al snel duizend stappen. Dan masseer je duizend keer bacteriën in de wand van het stoma. Bij onze eigen groep heb ik geconstateerd dat de complicaties optreden bij mensen die veel weke delen hebben én bij mensen die heel actief zijn. Daarom maken we het stoma voortaan zo kort mogelijk en we opereren de weke delen zodanig, dat het traject van buiten naar binnen heel kort is. De mensen die nu veel problemen hebben, krijgen een stomprevisie.’
Waarom laten jullie de huid niet dichtgroeien aan het implantaat? ‘Dat thema leverde in San Francisco interessante discussies op. De gegevens uit proefdieronderzoek matchen wat dat betreft niet met klinisch onderzoek. Artsen spreken over de onmogelijkheid om de huid aan het implantaat te laten grenzen, terwijl preklinische onderzoekers dat wel denken te gaan bereiken.’
U presenteerde in San Francisco de resultaten bij de eerste 24 Nederlandse patiënten. Wat valt op? ‘Wat mij blijft boeien, is dat de mensen ontzettend tevreden zijn. Zelfs mensen met problemen en pijn, zijn blij met wat ze gewonnen hebben. Onze onder-
zoeksgroep bestaat uit mensen met een dijbeenamputatie vanwege een trauma of tumor, en problemen aan de stomp door hun kokerprothese. De gemiddelde leeftijd is 45 jaar. We onderzoeken de veiligheid, het functioneren en de kwaliteit van leven. Al die factoren verbeteren significant.’
Waarom is de klikprothese zo veel beter? ‘De klikprothese zit vast aan het skelet, hij kan tijdens het lopen niet afvallen en je kunt hem beter uitlijnen. Ook is het zitcomfort vele malen beter dan met een kokerprothese. De huid gaat niet stuk, transpiratie en vervelende luchtjes uit de koker zijn er niet meer. Een ander voordeel is dat de spieren in de stomp weer actief worden, die komen helemaal in conditie. Ook de botkwaliteit lees verder op pagina 16
‘Eén kort stoma vermindert de kans op complicaties. Daarover hebben we tijdens het congres consensus bereikt.’ ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
15
‘De klikprothese zit vast aan het skelet, hij kan tijdens het lopen niet afvallen en je kunt hem beter uitlijnen.’ wordt beter en het heupgewricht gaat weer functioneren zoals voor de amputatie. Dat alles geeft mensen het gevoel, dat ze hun eigen been weer terug hebben.’
Welke adviezen geeft u in de revalidatie fase? ‘Hygiëne is belangrijk. En ik adviseer mensen hun activiteiten aan te passen. Als je een kokerprothese hebt gedragen, bestaan de spieren in de stomp soms maar uit een paar vezels. Die krijgen het enorm voor de kiezen in de revalidatie. In de eerste fase willen mensen vaak te snel, ze voelen geen rem meer. In het begin had ik dat niet in de gaten, dan zei ik: ga maar weer rustig van alles doen. En dan deden ze ook van alles: hout hakken, de tuin omploegen, vijf kilometer lopen. Dan kwamen ze een week later helemaal geradbraakt hier, hadden ze dagenlang op bed gelegen met spierpijn.’
Toch gaan mensen nu denken: zo’n klikprothese wil ik ook wel. ‘Dat is inderdaad zo, maar het is geen eerste voorziening. Er zijn veel mensen die prima functioneren met een kokerprothese. Met de zorgverzekeraars hadden we afgesproken dat we tien tot vijftien patiënten per jaar mochten behandelen in 2010 en 2011. Nu is het even afwachten. Dat heeft te maken met de overgang van LPT-budget naar DOT-financiering, een ingewikkeld verhaal. Over het algemeen zijn zorgverzekeraars positief: de onderzoeksresultaten zijn goed en de klikprothese is op de lange termijn niet veel duurder – je spaart de koker uit, die regelmatig vervangen moet worden. Zelf schat ik in dat we in het najaar verdergaan met operaties.’
16
Behandelen jullie ook mensen met een onderbeenamputatie? ‘We hebben één patiënt met een onderbeenprothese, maar dat is een verhaal apart. De ingreep is lastiger in het onderbeen: je hebt voldoende botlengte nodig en omdat het bot een triangulaire vorm heeft, moet je het uitfrezen voor een rond implantaat. Het bot wordt dan dunner dan bij het bovenbeen. De patiënt bij wie we dit hebben gedaan, had geen keuze: zij kwam voor een bovenbeenamputatie omdat de huid van haar onderbeen niets verdroeg, zelfs geen liner. Voordat we tot zo’n rigoureuze stap als amputatie wilden overgaan, hebben we eerst osseointegratie geprobeerd. Zij was destijds zelfs de eerste patiënt die we hebben behandeld. En nu loopt ze al drie jaar heel fraai op haar klikprothese.’ XIII Waar staan we over vijf jaar? ‘Ik denk dat dit het begin is van een groot succes. Ik vergelijk het wel eens met het laseren van ogen. Dat was eerst ook experimenteel en tegenwoordig wordt het overal gedaan.’
Contra-indicaties • Diabetes • Vaatproblemen • Roken
In vier stappen naar de klikprothese • De chirurg brengt het implantaat aan in de mergholte van het bot. • Na zes weken maakt de chirurg een opening in de huid om een verbindingspin in de eerder geplaatste pin te schroeven. Deze steekt door de huid naar buiten. • Na twee weken is het stoma gevormd en start de revalidatie. De patiënt krijgt een oefenvoetje/-dop aan het implantaat en een weegschaal meet de belastbaarheid. • Zodra de patiënt de stomp met zijn complete gewicht belast, wordt de klikprothese (in de meeste gevallen een C-Leg®) aangesloten en start de looptraining.
Meer osseointegratie: Ga naar www.uitzendinggemist.nl en bekijk de uitzending Academisch Ziekenhuis van 2 mei 2011.
Iceross® Transfemoral Locking Liner / Iceross Seal-In® X5 •• Balance™ Knee Locking •• Balance™ Foot J
© Copyright Össur, Februari 2013
Het juiste evenwicht vinden
Complete oplossingen voor de minder actieve transfemoraal geamputeerde Össur beschikt nu over een breed aanbod aan transfemorale oplossingen voor mensen die het grootste deel van de dag in of dichtbij hun huis doorbrengen. Deze oplossingen zijn zorgvuldig ontworpen om het ideale evenwicht te bieden tussen veiligheid, comfort en mobiliteit, doordat ze verschillende mogelijkheden bieden voor de individuele vermogens en ambities van laag actieve geamputeerden.
www.ossur.nl ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
17
TEKST Tjerk de Ruiter
Biomechanica toegepast in de revalidatie Door velen wordt mechanica beschouwd als een van de belangrijkste bouwstenen voor het uitoefenen van de revalidatie, vooral waar het prothesen en orthesen betreft. Deze ISPO cursus op 18 en 19 januari jl. beloofde dan ook de broodnodige basale kennis bij te brengen aan een select publiek van artsen, fysiotherapeuten, schoenmakers en orthopedische instrumentenmakers. Gezien de goede recensies achteraf, zijn zij daar glansrijk in geslaagd. Zo’n 40 personen waren neergestreken in het congrescentrum de Ruwenberg, nabij het lommerrijke Maaskantje, voor deze 2-daagse ISPO cursus. Onder leiding van voorzitter Anke Verlouw werd door 5 sprekers uit het gehele ISPO werkgebied steeds dieper op de materie gegaan: Klaas Postema-revalidatie-
arts, Jos Deckers-fysiotherapeut, Fred Holtkamp-hoofd opleiding orthopedische technologie, Dick Plettenburg-TU Delft en ISPO voorzitter Jaap Harlaar-hoogleraar bewegingsanalyse. Na een opfrissing van brugklasnatuurkunde werden al snel berekeningen gemaakt op “vrije lichamen”, maar belangrijker nog: werden de consequenties voor de gang, voor de uitlijning van een prothese, orthese of schoen beredeneerd aan de hand van diverse casussen. Al redenerend werd zo steeds duidelijker in welke hoek een oplossing voor een prothese/ orthese/schoenprobleem gezocht kan of moet worden. Vaak werd een specifieke mechanische bevinding gekoppeld aan een specifiek klinisch beeld (bijvoorbeeld een vrij ken-
Durf jij in de voetsporen te treden van 80 jaar ervaring?
ONZE VACATURES
nl
tcare.
foo www.
18
TOTALE VOETZORG
merkende pijn in de laterale knie bij surmenage van de peroneï bij mensen met een laterale voetafwikkeling). Met name het gedeelte waarin in werkgroepjes rekenopdrachten werd gedaan onder supervisie van rekenmeester Dick Plettenburg was pittig, maar zeer illustratief voor de rest van de cursus. Achteraf terugkijkend zie ik een gangpatroon, zowel het normale als het bijzondere, een beetje anders. Lichamelijke klachten zijn ineens een beetje beter verklaard. Kortom: een zeer leerzame en nuttige cursus die vooral dankzij de herhaling vanuit steeds weer een andere hoek in kleine groepjes indruk achter laat. Waarschijnlijk wordt in 2014 de cursus herhaald. Een aanrader.
TEKST Jeroen Olsman
ISPO 14th World congres India
Indiase minister van Volksgezondheid opent het congres In Hyderabad (India) werd van 4 t/m 7 februari 2013 het 14e wereldcongres voor prothesen en orthesen georganiseerd door de ISPO (International Society for Prosthetics and Orthotics). Iedere 2 jaar wordt dit congres georganiseerd. Dit maal was het de beurt aan het continent Azië en is India uiteindelijk gekozen als gastland. Hyderabad is de hoofdstad van de Indiase staat Anidhra Pradesh. In Hyderabad wonen 6,8 miljoen mensen. India is na China het land met de meeste inwoners, en heeft een hoog kennisniveau. Zij zijn in staat om satellieten in een baan om de aarde te brengen. Hyderabad wordt ook wel Cyberabad genoemd, omdat er vele ICT bedrijven gehuisvest zijn.
Meer dan 1.800 personen hebben het wereldcongres bezocht. Nederland was na het gastland India het sterkst vertegenwoordigd met maar liefst 86 deelnemers. De methoden van presenteren en informeren waren divers; middels 260 Free Papers sessies, 100 poster sessies, 27 instructional courses, 21 Symposia en 16 Exhibitor workshops werden onderzoeken gepresenteerd, de nieuwste technologie gepromoot en stellingen ter discussie gebracht. Deze sessies waren onderverdeeld in Prosthetics: Lower limb en Upper limb, Pedorthics-Footwear, Education. Orthotics: Lower limb en Upper limb, Rehab Medicine & Surgery, Sports and Physical activity, Developing Countries en Evidence based practices. Al met al een breed scala aan onderwerpen,
waar elke deelnemer zijn of haar eigen specialisatie kon terug vinden. In de centrale hal stonden vele stands opgesteld van diverse leveranciers. Hier werden de nieuwste technieken gedemonstreerd. Zowel de grote bekende toeleveranciers als Otto Bock en Ossür, als ook de minder bekende leveranciers (uit derde wereldlanden) waren hier vertegenwoordigd. Het congres werd geopend door de minister van Volksgezondheid van India en met een traditionele dans werd het startschot gegeven. Vier intensieve dagen van presentaties, discussies en demonstraties volgden. Het volgende ISPO world congres zal worden gehouden in Lyon, Frankrijk van 22 t/m 25 juni 2015.
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
19
TEKST Sicco Bus
Verslag 13e Symposium Diabetische Voet 29-31 januari 2013 in Almelo
Van 29 tot en met 31 januari werd voor een 13e keer in Almelo het symposium Diabetische Voet gehouden, georganiseerd door Ziekenhuisgroep Twente. Het symposium stond in het teken van de ‘Ingewikkelde diabetische voet’ en besloeg voor het eerst drie dagen. Op de laatste dag werd een Masterclass Kritische Ischemie gehouden, aanvullend aan het normale tweedaagse programma. Het jonge onderzoekers symposium op de dinsdagmiddag 29 januari stond in het teken van 5 proefschriftpresentaties van onderzoekers die dit jaar hopen te promoveren op een voetgerelateerd onderwerp. In deze uitgave van het vakblad een korte impressie. De ingewikkelde voet De thema’s van het hoofdsymposium op woensdag 30 januari waren de Charcot voet, drukontlasting en preventie. Door griep geveld, moesten alle internationale sprekers afzeggen, waardoor het een volledig Nederlands gesproken symposium werd. Professor Nicolaas Schaper uit Maastricht gaf ons heldere inzichten over de stand van zaken rond de zorg en het onderzoek van de Charcot voet, waarvan nog steeds niet duidelijk is hoe deze precies ontstaat. Ondergetekende sprak daarna over de effectiviteit van orthopedisch schoeisel om druk te verlagen onder de voet en voetwonden te voorkomen, vooral gebaseerd op het pas afgesloten landelijke DIAFOS onderzoek. Dr. Kristien van Acker hield in de middag een fascinerende toespraak over preventie van diabetische voetcomplicaties en dan vooral de organisatie van zorg rond preventie. In België bestaat een beleid waarin geselecteerde centra gecertificeerd worden om complexe diabetische voetzorg te leveren, iets waar wij in Nederland van kunnen leren, omdat bij ons de voetzorg meer versnipperd is. Aan het eind van de dag gaf Nicolaas Schaper opnieuw een lezing, maar nu over de bewijslast die er is rondom de behandeling van de diabetische voet en hoeveel daarvan
20
in de praktijk wordt gebracht. Hier is nog veel te bewerkstelligen, omdat de praktijk vaak niet volgens de nieuwste wetenschappelijke inzichten gebeurt. Interessante workshops werden gehouden over patiënteducatie, radiologische diagnostiek van de Charcot voet, nieuwe technologie voor het monitoren van de diabetische voet en live casuïstiek van complexe voetproblemen. De workshop over schoenvoorzieningen ging vooral over de organisatie van zorg, waarin de ‘anderhalf-lijns zorg’ besproken werd als model om podotherapie en schoentechniek te organiseren tussen de eerste- en tweedelijns zorg in. ‘So you want to be a PhD’ Op dinsdagmiddag de 29e werd voor de 6e keer het jonge onderzoekers symposium gehouden, een symposium dat onderdeel uitmaakt van de activiteiten van de studiegroep Neurovasculaire Complicaties van Diabetes (NVCD). Dat het momenteel goed gaat met het diabetische voetonderzoek in Nederland, blijkt uit het feit dat dit jaar 6 onderzoekers hopen te promoveren op een onderwerp gerelateerd aan de diabetische voet. Dat is uniek te noemen, want dat zijn bij elkaar in 1 jaar net zoveel promoties als in de afgelopen 10 jaar! Onder de titel: ‘So you want to be a PhD’ gaven vijf van de 6 onderzoekers een overzicht van hun studies. De kwaliteit van het onderzoek is hoog te noemen en de presentaties waren
dat ook. Onder leiding van Nicolaas Schaper werd het dan ook een interessante bijeenkomst voor alle aanwezigen. Kritische Ischemie Voor het eerst in de geschiedenis een derde symposiumdag, over de kritisch ischemische voet, een onderwerp waar veel ontwikkeling is als het gaat om diagnostiek en behandeling, zoals de endovasculaire interventie. Ook voor deze masterclass moesten helaas enkele internationale sprekers afmelden waardoor het programma ingekort moest worden. Ik denk echter dat de toon in Almelo is gezet om dit soort actuele onderwerpen via dergelijke masterclasses onder de aandacht te brengen. Hulde aan de organisatie hiervoor! We kunnen terugkijken op een goed symposium waarin de diabetische voet van vele relevante kanten werd belicht. Het symposium is het enige jaarlijks terugkerende diabetische voetsymposium in Nederland, wat het tot een begrip in diabetisch voetenland maakt. Ook in 2014 zal er weer een symposium gehouden worden. U bent bij deze alvast van harte uitgenodigd deel te nemen.
TEKST Mark van der Pluijm
Onderzoeksprojecten voor orthopedisch (schoen)technoloog Achtergrond In het vakblad van september 2012 heeft u kunnen lezen dat er veel gaat veranderen rondom het afstuderen van de orthopedische (schoen) technoloog. De aangescherpte eisen voor het verkrijgen van een HBO diploma hebben ertoe geleid dat in alle afstudeeronderzoeken een wetenschappelijke component moet terugkomen. Concreet betekent dit dat er in alle afstudeerwerken een literatuuronderzoek en een wetenschappelijk praktijk onderzoek gedaan dienen te worden. Veranderingen curriculum Het afstuderen bestaat nu nog uit een onderzoek van 10 studiepunten (280 uur) en een stage van 20 studiepunten (560 uur). Dit is de opzet zoals deze al jaren gebruikelijk is, met een onderzoek en een stage waarin de student ervaring op doet in de paskamer en in de productie. Vanaf het studiejaar 2014-2015 bestaat het laatste jaar van de opleiding uit een stage (gevolgd door enkele vakken) voor 30 studiepunten (840 uur) in het najaar en een groot onderzoek voor 25 studiepunten (720 uur) in het voorjaar. Op deze manier kan de student zowel ervaring opdoen in de paskamer als een wetenschappelijk praktijk onderzoek uitvoeren. Kansen De nieuwe opzet van de afstudeeronderzoeken biedt nieuwe kansen voor bedrijven en instellingen binnen de technische orthopedie. Natuurlijk is het nog steeds mogelijk voor de orthopedische bedrijven om een student een project binnen het bedrijf te laten uitvoeren. Door de langere periode van het onderzoek zou de student nu grotere projecten of opdrachten kunnen uitvoeren. Hierbij kan gedacht worden aan een ontwerpproject of protocollering van processen, maar ook aan klanttevredenheid of informatievoorziening. De grotere omvang van de onderzoeken zorgt er ook voor dat studenten (deel-) onderzoeken kunnen doen voor promotietrajecten of langer lopende onderzoeken bin-
nen universiteiten en ziekenhuizen. Voor deze langlopende onderzoeken kunnen meerdere studenten na elkaar of parallel aan elkaar aan opdrachten werken. Een nieuwe groep met mogelijke opdrachtgevers zou kunnen komen uit de industrie. Waar het voor veel bedrijven in het verleden moeilijk was om een opdracht uit te zetten, door vaak het ontbreken van de mogelijkheden voor paskamer werk, biedt de nieuwe opzet kansen. Onderzoek naar nieuwe producten, ontwerp van producten of evaluatie van producten zou tot de mogelijkheden behoren. Onderzoekslijnen Binnen de opleiding zijn acht onderzoekslijnen opgesteld. Iedere onderzoekslijn heeft een verantwoordelijke met duidelijke affiniteit met de afstudeerlijn. De acht onderzoekslijnen zijn: 1. Prothesen 2. (Zool)therapieën en orthesen 3. Organisatie van de gezondheidszorg 4. Acceptatie van hulpmiddelen c.q. zorg 5. Schoentechnologie en schoenadvies 6. Digitale technieken en diagnostiek 7. Sport, podotherapie en orthopedische technologie 8. Telecare en e-health Door de onderzoeken onder een onderzoekslijn te schuiven kunnen parallellen, overlappingen en rode lijnen van de verschillende onderzoeken gecontroleerd en gewaarborgd worden. Onderzoeksvoorstellen Voor het aanleveren van onderzoeksvoorstellen is een format beschikbaar wat door een mogelijke opdrachtgever kan worden ingevuld. Dit format is zo opgesteld dat de verantwoordelijke voor de onderzoekslijn waar het onderzoek onder valt een onderzoeksopdracht kan schrijven. Wanneer nodig zal dit gebeuren in overleg met de mogelijke opdrachtgever. Uiteindelijk zullen de studenten die gaan afstuderen kunnen kie-
zen uit de onderzoeksvoorstellen om zo hun eigen onderwerp van afstuderen te kiezen. Begeleiding De begeleiding van de student wordt gegeven vanuit de opleiding. Kwaliteit en niveau van het onderzoek moet gewaarborgd worden door de opleiding. Afhankelijk van de opdracht kan de opdrachtgever veel of weinig begeleiding geven. Wanneer een onderzoek een directe vraag is vanuit een bedrijf of instelling zal de opdrachtgever meer begeleiding geven om het onderzoek naar het gewenste resultaat te laten leiden. Als een onderzoek een overkoepelde of zeer brede vraag treft kan het zo zijn dat de begeleiding alleen vanuit de opleiding wordt gegeven. Lectoraat Health, Innovations & Technology (HIT) Om het wetenschappelijk niveau te waarborgen zal het wetenschappelijk instituut van de Fontys Paramedische Hogeschool, het lectoraat Health, Innovations & Technology (HIT), toezien op het niveau van de afstudeerprojecten. Eventueel kan een voorstel worden voorgelegd aan een Medisch Ethische Toetsings Commissie, een zogenaamde METC. Dit zou kunnen gelden voor onderzoeken waar proefpersonen aan deelnemen. Kortom De nieuwe opzet met grotere onderzoeken op wetenschappelijk niveau (practice based) bieden de mogelijkheid vele vragen die spelen in de technische orthopedie aan te pakken. De vragen kunnen komen van allerlei disciplines, van instrumentmaker tot revalidatieartsen en van industrie tot universiteiten en onderzoeksinstituten. Mocht u een idee of vraag hebben, neem contact op met Janna Bruijning (
[email protected]) en wellicht kan een student proberen om antwoord op uw vraag te vinden .
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
21
TEKST Anne Marie Griffioen
Mobiliteit bij Hereditaire Motorische en Sensorische Neuropathie, een Richtlijn voor schoentechnische voorzieningen
Het laatste jaar van de duale opleiding Orthopedische (schoen) Technologie bestaat uit het doen van een groot onderzoek, wat wordt afgesloten met een afstudeerverslag en een presentatie. De duale student werkt al in het orthopedisch technisch werkveld en in veel gevallen komt de inspiratie voor een onderzoek uit de dagelijkse praktijk. Zo ook bij Anne Marie Griffioen die afgelopen jaar afstudeerde als orthopedische schoentechnoloog. Anne Marie is werkzaam als orthopedisch schoentechnoloog bij Krabben Orthopedische Schoentechniek, het bedrijf dat zij samen met haar man leidt.
22
Tijdens schoentechnische spreekuren komt in toenemende mate de hulpvraag van cliënten in verschillende stadia van Hereditaire Motorische en Sensorische Neuropathie (HMSN) aan de orde met, onder andere, een diversiteit aan voet- en onderbeen problematiek, die in de loop van de jaren progressief zijn. De hulpvraag van deze cliënten heeft meestal betrekking op een adequaat loophulpmiddel. Deze vraag heeft zowel betrekking op het aantrekken van, dan wel het beter kunnen functioneren door middel van dit hulpmiddel.
terwijl de ander voor een losse koker of een enkel/voet orthese (EVO) in halfhoog schoeisel of semi-orthopedische schoeisel (OS B) kiest. Beide voorzieningen zijn voetheffende orthesen en adequaat. Daarnaast moet de schoentechnicus rekening houden met de wensen van de revalidatiearts en niet te vergeten de wensen van de cliënt. Ook de combinatie van gebruikte materialen wordt bepaald door de expertise van de schoentechnicus. Een breed scala aan verschillende soorten materialen met vergelijkbare eigenschappen is verkrijgbaar.
Cliënten met HMSN klagen over spierzwakte, instabiliteit, balans problematiek, drukplekken, en vooral problemen met het vinden van passend schoeisel. Hoewel de klachten zeer divers zijn, valt op dat weinig eenheid te vinden is in de schoentechnische oplossingen. De methode die wordt gebruikt om tot een passende schoentechnische voorziening te komen is veelal gebaseerd op trial and error. Hierdoor kan de hulpvraag niet evidence based worden beantwoord. Deze gebruikte methode wordt mede bepaald door de expertise en de toegepaste techniek van de orthopedisch schoentechnicus, die de voorziening uitvoert. De ene schoentechnicus kiest voor een peroneusveer in de schacht van een extra hoge orthopedisch schoeisel type A (OS A)
Tijdens een spreekuur met de revalidatiearts kwam de vraagstelling ter sprake of de verschillende mogelijke voorzieningen, die worden gebruikt bij HMSN, evidence based in kaart kunnen worden gebracht. Dit om meer eenheid in de beantwoording van de hulpvraag bij cliënten met HMSN te krijgen. De doelstelling van het onderzoek is het verkrijgen van deze eenheid en het inzicht in de match tussen de problematiek aan de onderste extremiteiten bij HMSN en de schoentechnische oplossingen. Gekozen is om de resultaten van dit onderzoek te verwerken in de vorm van een richtlijn. De richtlijn gaat niet specifiek in op de
uitvoering van de voorziening, maar op de technische eisen waaraan de betreffende voorziening moet voldoen. Daarnaast is onderzocht of een richtlijn over het voorzieningenbeleid, passend bij de problematiek, een meerwaarde kan opleveren bij de keuze van het hulpmiddel. Voor het opstellen van de richtlijn is gebruik gemaakt van een stroomdiagram. Deze richtlijn kwam tot stand door middel van een literatuur studie, betreffende de problematiek en de voorzieningen bij HMSN. Een retrospectief dossieronderzoek onder twintig cliënten, met HMSN, van Krabben ost, en de beantwoording van vijf casussen door orthopedische schoentechnici en revalidatieartsen. Resultaten Literatuur/dossieronderzoek De symptomen bij HMSN komen meestal symmetrisch voor. Het verloop van de ziekte is progressief, maar (meestal) slechts langzaam. (3) Bij HMSN treden altijd sensibiliteitsstoornissen op, zowel stoornissen van tastzin als van pijnzin. (7) In de onderste extremiteiten zijn in eerste instantie de intrinsieke voetspieren aangedaan. Hierna volgen de dorsaalflectoren en de evertoren, en tenslotte ook de plantairflectoren en de musculus triceps surae. Dikwijls ontstaat diepstand van metatarsaal één ten opzichte van de achtervoet. Als deze rigide is (gefixeerde pronatie), wordt bij staan de achtervoet in varus gedwongen (diepstand eerste straal). Bij een parese van de intrinsieke voetspieren ontstaan klauwtenen door disbalans van de spieren. Tractie van de musculus tibialis posterior zonder neutralisatie via de peroneusspieren (inversie wint het van eversie) veroorzaakt en varusstand van de voet die na verloop van tijd rigide kan worden. Klachten van spierzwakte, balansstoornissen, pijnlijke drukplekken en toenemende holling en scheefstand van de voet komen veel voor bij HMSN. Uiteindelijk kan een rigide cavovarus
voet ontstaan. (8) Bij een snel progressieve uitval van alle spiergroepen is de aandoening ernstiger. Door het ontbreken van disbalans tussen spiergroepen ontstaat geen of weinig misvorming. Een slappe parese wordt dan over het algemeen juist gekenmerkt door een platvoetmisvorming. (9) Verschillende stadia van ernst kunnen worden onderscheiden met betrekking tot de problematiek aan de onderste extremiteiten bij HMSN. Hierbij heeft ieder stadia een andere aanpak met betrekking tot de schoentechnische voorzieningen. In de eerste stadia zijn de voetafwijkingen nog te corrigeren en zal worden geprobeerd om progressie te voorkomen of vertragen. In latere stadia, wanneer de afwijkingen structureel en meer rigide zijn waardoor geen passend confectieschoeisel meer te vinden is, staat verbeteren van het functioneren centraal. (13) Het is van belang voor de indeling van de groepen met betrekking tot de problematiek/ stoornissen en voor de functie van de schoentechnische voorziening om te weten of een deformatie wel of niet corrigeerbaar is. Daarnaast is het bij stoornissen van het propriocepsis van belang de voeten en enkels voldoende stabiliteit te geven. Afhankelijk van de uitval en vormafwijkingen kan men het functioneren optimaliseren met een orthese of individueel aangemeten schoeisel. Doordat vormafwijkingen optreden bij HMSN, wordt de orthopedisch schoentechnicus regelmatig ingeschakeld. Lichtgewicht orthesen hebben de voorkeur omdat de kracht van de proximale musculatuur is verminderd. Ook moet rekening worden gehouden met eventuele beperkingen van de handfunctie, waardoor bepaalde sluitingen niet zelfstandig kunnen worden gehanteerd. (3) De voetheffende voorziening is afhankelijk van de mate van voetheffersparese. Het opstaan uit een stoel en het autorijden kunnen door een orthopedische schoenverstrekking met hoge schacht ernstig worden beperkt. Dit moet in de afweging worden meegenomen. Een bufferhak of hakafronding is te overwegen om tijdens de hielstrike het moment op de knie te verminderen. (4,15) De voorzieningen moeten aan de volgende
randvoorwaarden voldoen (4,12): • L icht van gewicht in verband met parese • Functionaliteit • Ontlasten van (pijnlijke) drukpunten • Compensatie van de equinovarus stand • Opheffen van voetheffersparese •D oormiddel van een afwikkeling het normale gangbeeld verkrijgen •H et geven van stabiliteit bij het staan en gaan • Comfort •D iabetes voering en weinig naden wanneer sprake is van sensibiliteitsstoornissen Analyse data casussen Van de dertig casussen die naar verschillende orthopedische schoentechnici zijn gemaild is 43% geretourneerd. Deze data is met behulp van SPSS 17 geanalyseerd waarna vervolgens de uitkomsten, per casus, in grafieken zijn geplaatst. Voor iedere casus zijn twee grafieken gemaakt.( zie pagina 24). De eerste grafiek geeft voor elke casus aan welke technische basis voorzieningen voor de betreffende casus werden vervaardigd. De tweede grafiek geeft voor elke casus aan welke extra voorzieningen bij de basisvoorziening werden gevoegd en welke correcties nodig waren om de voorzieningen te optimaliseren. Grafiek 3 toont de voorwaarden waar alle voorzieningen in de casussen aan moeten voldoen. Discussie Door de resultaten van het literatuuronderzoek te vergelijken met het dossieronderzoek, blijkt dat de problematiek aan de onderste extremiteiten bij HMSN in verschillende groepen kan worden onderverdeeld. Iedere groep heeft een andere aanpak met betrekking tot de technische uitvoering van voorzieningen. In de resultaten literatuuronderzoek staat beschreven dat de schoentechnische voorzieningen aan een aantal randvoorwaarden moet voldoen. Deze voorwaarden worden terug gevonden in het dossier- en casusonderzoek. Uit het casusonderzoek blijkt dat vele manieren worden gehanteerd waarop een voetheffende orthese kan worden gemaakt. Dit geldt voor de uitvoering van deze orthese en voor het materiaalgebruik. Ook de benaming voor de orthese is verschillend. De een noemt een
voetheffende orthese een EVO, de ander een peroneusveer. Daarnaast hebben orthopedisch schoentechnici zelf voetheffende orthesen ontwikkeld. Over de mate van stijfheid van de orthese zijn onderling ook de meningen verdeeld. Over de correctie in de schoentechnische voorzieningen liggen de meningen van de schoentechnici meer op één lijn. Deze mening is terug te vinden in het literatuur- en dossieronderzoek. Over het type afwikkeling dat wordt gebruikt onder de voorzieningen, zijn de meningen van de schoentechnici echter verdeeld. De pasfase is het moment om te onderzoeken of de gekozen afwikkeling adequaat is. Conclusie Met de resultaten van het onderzoek is, doordat niet alles wetenschappelijk kon worden bewezen, een best practice richtlijn ontworpen. De uitkomsten die wel zijn gevonden in de diverse literatuuronderzoeken zijn bewezen in de praktijk door het retrospectief dossier- en casusonderzoek. Daardoor heeft deze best practice richtlijn een toegevoegde waarde. De toegevoegde meerwaarde van de richtlijn bestaat onder andere uit: •D e groepen waarin de problematiek bij HMSN worden verdeeld zijn beter omschreven. •D e voorziening behorend bij deze groepen staan helder en duidelijk omschreven. •H et doel van de voorziening wordt door de literatuur ondersteund. •D oor de vorm van de richtlijn, een stroomdiagram, is deze makkelijk in gebruik.
Samengevat luidt het antwoord op de onderzoeksvraagstelling: Geconcludeerd kan worden dat het mogelijk is om een best practice richtlijn te ontwerpen, welke problematiek aan de onderste extremiteiten rond HMSN matcht aan schoentechnische voorzieningen. Dit op basis van een literatuur-, dossier- en casusonderzoek. Om deze richtlijn evidence based te maken zal meer wetenschappelijk onderzoek nodig zijn. De richtlijn is ter ondersteuning voor de keuze van de te maken voorziening. Tijdens de uitgebreide pasfase wordt bekeken of de gekozen voorziening adequaat is. Naar aanleiding van de uitkomst van de pasfase kan de voorziening, waar nodig, worden aangepast.
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
23
Eindhoven. Effectiviteit van spierfunctietraining bij ALS en HMSN, mei 2009 10. H van der Linde, JWK Louwerens, AJM Reijnders, ISPO symposium “Enkel- en voetproblematiek bij HMSN”, Nijmegen 19 december 2009 11. DWJ Howcroft, S Kumar, N Makwana. Charcot Marie Tooth Disease. Orthopaedics and Trauma 2009; 23:4 12. MC Gyzianm, L Bensoussan, JM Vitin, V Mihle de Bovis, J Ramon, JP Azulay, A Delarque. Orthopeadic shoes improve gait in a Charcot Marie Tooth patient: A combined clinical quantified case study. Prosthetics and Orthotics International, 2006, 30(1):8796 13. JWG Meijer, E Lindeman. Revalidatie bij HMSN Revalidatiegeneeskunde, UMC Utrecht. Basis cursus revalidatie bij Neuromusculaire en degeneratieve aandoeningen van het centrale zenuwstelsel 1999 14. JWL Lauwerens, Operatieve behandeling van voetafwijkingen bij HMSN. Orthopaedic chirurg. Basis cursus revalidatie bij Neuromusculaire en degeneratieve aandoeningen van het centrale zenuwstelsel 1999 15. WGM Jansen, Begeleiding van voetproblemen bij HMSN. Basis cursus revalidatie bij Neuromusculaire en degeneratieve aandoeningen van het centrale zenuwstelsel 1999 16. Dutch Health Tec Academy Utrecht, Motorische Sensorische Neuropathie en haar schoenconcepten
Literatuur 1. www.charcot-marie-tooth.be website van de vzw. Charcot-Marie-Tooth (oktober 2011) 2. JM Vance. Hereditary motor en sensory neuropathies.(review) Med Genet 1991; 28:1-5 3. Vereniging spierziekten Nederland. Informatie voor de huisarts over Hereditaire Motorische en Sensorische Neuropathie. 2006 4. Vereniging spierziekten Nederland. Richtlijn voor de revalidatiegeneeskundige behandeling van mensen met hereditaire motorische en sensorische neuropathie. 1998 uitgave nr R002 5. TC Parson, Ni Lorenzo. Charcot-Marie-Tooth and other Hereditary Motor and Sensory
24
Neuropathies. Medscape Reference, 2011 WebMD, LLC 6. Vereniging spierziekten Nederland. /erfelijke polyneuropathieën diagnose en behandeling. CMT, HMSN, HNA, HNPP, HMN. Uitgavenr. D009-1208 7. http://users.skynet.be/fa621959/CMT2008. pdf B Rosien, W Fliers, C Bezemer. Hereditaire motorische en sensorische polyneuropathie (HMSN) Nieuwegein, mei 2008 8. J Verhaar, J van Mourik, Orthopedie.Houten 2008: Bohn Stafleu en van Loghem. Deel D Orthopedie 407-424 J Louwerens 9. Afstudeeronderzoek Opleiding Fysiotherapie aan de Fontys Paramedische Hogeschool te
Richtlijn/ Voorzieningen bij HMSN Groepen betreffende problematiek bij HMSN Groep 1 Milde corrigeerbare pes cavus met klauw/hamertenen tgv parese intrinsieke voetmusculatuur. Groep 2 Milde corrigeerbare pes cavus met hamertenen, diepliggende eerste straal, corrigeerbare varus kanteling subtalaire gewrichten tgv parese intrinsieke voetmusculatuur, beginnende contractuur fascia plantaris en tractie m tibialis posterior. Groep 3 Pes cavus met hamertenen, diepliggende eerste straal, corrigeerbare varuskanteling subtalaire gewrichten, niet corrigeerbare contractuur van de fascia plantaris en een klapvoet tgv parese intrinsieke voetmusculatuur en voortschrijdende parese van extrinsieke voetmusculatuur waardoor overheersing parese
van peronei/voetheffers. Door torsie in de voet ontstaat enerzijds valgusstand van de voorvoet, niet corrigeerbaar en varusstand van de calcaneus anderzijds, in deze fase nog wel corrigeerbaar. Mogelijk sensibiliteitsstoornissen. Groep 4* Niet volledig corrigeerbare pes cavus met hamertenen, diepliggende eerste straal, varuskanteling subtalaire gewrichten, klapvoet en balansproblematiek tgv parese intrinsieke en extrinsieke voetmusculatuur. Veelal gecombineerd met atrofie kuitmusculatuur (ooievaars benen) en sensibiliteitsstoornissen. Deformatie van de midtarsale en subtalaire gewrichten op röntgenfoto’s duidelijk zichtbaar. Groep 5* Volledig rigide varuskanteling calcaneus en spits voorvoet. Tevens een klapvoet met ba-
lansproblematiek. Atrofie kuitmusculatuur en sensibiliteitsstoornissen. Deformatie en osteoporose is op röntgenfoto’s duidelijk zichtbaar. Tevens is er een toename van bindweefsel in alle spiercompartimenten. Groep 6* Deze groep staat niet in de literatuur als groep omschreven, toch wordt deze groep benoemd omdat deze tijdens het literatuuren dossieronderzoek naar voren is gekomen. Intrinsieke en extrinsieke voetmusculatuur met sensibiliteitsstoornissen, gekenmerkt door een platte slappe voet en sterk geatrofieerde onderbenen. Bij deze groep kan er sprake zijn van hyperextensie van de knie. * Vanaf groep 4 zo nodig overleg/verwijzing orthopedisch chirurg/revalidatiearts ter beoordelen chirurgische correctie, zeker bij drukplekken.
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
25
TEKST Rob Verwaard
De volgende stap voor het Voetschoen protocol In 2010 heeft NVOS-Orthobanda het NPi voet-schoen protocol gepubliceerd. Veel zorgverzekeringen hebben dit protocol opgenomen in de contractvoorwaarden en ook de SEMH heeft het gebruik van het protocol beschreven in haar branche-specifieke eisen. Een goede zaak, want één landelijk erkend protocol is beter dan een groot aantal verschillende protocollen per zorgverzekeraar. Binnen de commissie Kwaliteit en Richtlijnen werkt NVOS-Orthobanda achter de schermen aan de volgende stap voor het voet-schoen protocol. In dit artikel brengen wij u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op dit gebied.
Beheer en onderhoud protocollen Het bestuur van NVOS-Orthobanda onderkent dat alleen het laten ontwikkelen en publiceren van een landelijke protocol niet het einde van een dergelijk project is. Een goed protocol heeft beheer en onderhoud nodig om ook in de toekomst levensvatbaar te blijven. Dit is één van de redenen om direct na de introductie van het protocol de commissie Kwaliteit en Richtlijnen te starten. Deze werkgroep wordt in 2013 geleid door voorzitter Herwin Renshoff en telt naast de voorzitter nog 6 leden waaronder een vertegenwoordiger van SEMH. Inmiddels is het beheer van de protocollen goed geborgd bij het secretariaat van NVOS-Orthobanda. Alle NVOS-Orthobanda protocollen hebben een versienummer gekregen en worden op een goed gedocumenteerde plaats bewaard. Wie dus een kopie van de laatste versie van een protocol zou willen ontvangen, kan bij het secretariaat van NVOSOrthobanda terecht. Doelstellingen voet-schoen protocol Het oorspronkelijke doel van het voetschoen protocol (VSP) staat in het NPi rapport van 2010 beschreven. Het VSP beschrijft het proces – in de vorm van een protocol – dat de orthopedisch schoentechnicus doorloopt bij cliënten die verwezen worden voor een schoenvoorziening. De voetorthese die een cliënt krijgt op basis
26
van de verwijzing hangt, zonder gebruik van een protocol, mede samen met het bedrijf. Bij cliënten, verwijzers en zorgverzekeraars is daarom behoefte aan heldere protocollen die de verstrekking van voetorthesen beschrijven. Doel van het NPi project was om een aantal handzame protocollen te ontwikkelen die: • kunnen rekenen op draagvlak in het veld van orthopedische bedrijven; • onderschreven worden door de andere zorgverleners die betrokken zijn bij het verstrekkingsproces; • helderheid bieden aan cliënten en financiers van zorg. De protocollen moeten de orthopedisch schoentechnicus ondersteunen bij het geven van advies, het maken van een keuze, het leveren en evalueren van een voetorthese [1]. Sinds de introductie in 2010 is er door NVOS-Orthobanda geen onderzoek gedaan in hoeverre het huidige VSP voldoet aan de verwachtingen van de oorspronkelijke doelstellingen. Binnen de commissie Kwaliteit en Richtlijnen wordt gewerkt aan onderzoeksvoorstellen rondom het VSP. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen dienen als input voor een verbeterproject voor versie 2 van het VSP. Hieronder worden deze voorstellen in grote lijnen toegelicht.
Onderzoeksvoorstellen VoetSchoen Protocollen Naast een procesbeschrijving moet het VSP ook worden beschouwd als een instrument voor de orthopedisch schoentechnicus om hem te ondersteunen bij het maken van een keuze voor een oplossingsrichting bij een bepaalde casus. In dit laatste geval gedraagt het VSP zich als een toets met als uitslag een functionele oplossingsrichting voor de voetorthese. Belangrijke eigenschappen voor toetsen zijn de mate van betrouwbaarheid en validiteit. Betrouwbaarheid VSP Een toets wordt betrouwbaar genoemd als het bij herhaalde afname onder dezelfde omstandigheden eenzelfde resultaat laat zien. Deze betrouwbaarheid wordt bepaald door drie belangrijke factoren: de kwaliteit van de toets zelf (eenduidige formulering, enz.), de omstandigheden waaronder de toets wordt afgenomen (bv. tijdsdruk) en de wijze waarop de gegevens in het VSP worden beoordeeld om tot een oplossingsrichting te komen (interpretatie). Met een test-retest proef kunnen waarnemingen worden gedaan om een uitspraak te doen over de mate van betrouwbaarheid van het VSP. Gedacht wordt aan het invullen van een VSP door verschillende orthopedisch technici bij eenzelfde client en de inhoud van de VSP's met elkaar te vergelijken. Validiteit VSP De mate van validiteit van een toets zegt iets over de mate waarin de toets meet wat het beoogt te meten. Zijn de uitkomsten van het VSP te vergelijken met de uitkomsten van een andere vergelijkbare toets? De uitkomsten van het VSP zijn te relateren aan de uitkomsten die beschreven zijn in het rapport 'Doelmatige receptuur voor orthopedisch schoeisel' uit 2004 van CVZ. [2] Dit rapport is het resultaat van het project 'Voet-schoen richtlijn' dat in 1998 is gestart en per indicatie een adequate functionele schoentechnische oplossing specificeert.
Een hoge correlatie tussen beiden geeft een hogere mate van validiteit voor het VSP. Door een collectie van ingevulde VSP's te bestuderen zou een uitspraak gedaan kunnen worden over de mate van validiteit van het VSP. Outputmeting Een andere onderzoeksrichting is die van de outputmeting. Deze stelt de huidige methode van evalueren binnen het VSP ter discussie. De mate waarin de geleverde voetorthese succesvol is, wordt nu door de orthopedisch technicus zelf bepaald in het laatste stuk van het VSP. Deze methode kent zo zijn beperkingen omdat er een eigen interpretatie wordt gedaan over de mate van succes op basis van signalen van de klant. Bovendien is het op deze wijze onmogelijk een uitspraak te doen over de gemiddelde kwaliteit van een groot aantal gelijksoortige behandelingen/leveringen. Onderzocht wordt of het mogelijk is een door de klant ingevulde vragenlijst toe te voegen aan het VSP, waarin de klant de mate van succes van de voetorthese beschrijft in een voor-situatie en een na-situatie. In de literatuur staan al vele van dit soort kwaliteitsmetingen (PROMs) beschreven en er zal worden onderzocht of zo'n bestaande meetmethode toepasbaar is in Nederland in combinatie met het voetschoen protocol. Schriftelijke intake voor intakegesprek Tenslotte wordt nagedacht over verbetering van het communicatie proces rondom het VSP. Uit het MOS onderzoek [3] komt naar voren dat communicatie tussen klant en orthopedisch schoentechnicus een belangrijke succesfactor is voor het behalen van succes met een voetorthese. Door het vastleggen van de voor-situatie en de outputmeting te combineren met een schriftelijke voor-intake voor het VSP, is de klant beter voorbereid op de vragen die gesteld gaan worden in de paskamer. Hierdoor kan er sneller en gerichter gewerkt worden bij
het opstellen van het pakket van eisen van het VSP, waarbij de verwachting is dat dit leidt tot een hogere slagingskans van de behandeling. Dit laatste zou moeten blijken uit een vergelijking van outputmeting met en zonder schriftelijke voor-intake. Uit bovenstaande blijkt dat er binnen NVOS-Orthobanda nog het nodige werk verzet moet worden voordat een verbeterde versie 2.0 van het voet-schoen protocol gepubliceerd kan gaan worden. De commissie Kwaliteit en Richtlijnen bereidt momenteel een aantal van deze projecten voor en vraagt daarbij om ondersteuning van de leden. Zo is er bijvoorbeeld behoefte aan het beoordelen van een groot aantal ingevulde en anoniem gemaakte VSP's. Mocht u willen meewerken aan de verbetering van het huidige voet-schoen protocol, meldt u dan aan bij het secretariaat van NVOS-Orthobanda via
[email protected]. In de komende vakbladen zullen wij u vanuit de commissie Kwaliteit en Richtlijnen op de hoogte blijven houden van de vorderingen op dit gebied.
Literatuur: Heerkens, Y et al. (2010). Ontwikkeling van protocollen voor voet-/ schoenvoorziening voor orthopedisch schoentechnische bedrijven en orthopedisch schoentechnici bij clienten die zijn verwezen. Amersfoort: NPi Kenniscentrum Paramedische Zorg. Link, A. (2004). Doelmatige receptuur voor orthopedisch schoeisel. Diemen: College voo Zorgverzekeringen. Netten, J. et al. (2010). Use and usability of custom-made orthopedic shoes. Journal of Rehabilitation Research & Development, Vol 47 no 1, 73-82
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
27
TEKST Mirjam de Haart, revalidatiearts in het AMC in Amsterdam, Tom Gort, orthopedisch adviseur bij Noppe Orthopedie in Noordwijkerhout
Beschermende handschoen bij handletsel Functionele winst door toepassing van bestaande materialen bij de revalidatie van handletsels
De maliënkolder werd ooit gemaakt om het lichaam te beschermen tegen geweld van buitenaf in tijden van strijd. Dit was tot op zekere hoogte effectief, maar door het gewicht weinig comfortabel in het gebruik. Met de ontwikkeling van synthetische vezels (o.a. Kevlar®, aramidevezel en Dyneema®, ultra high molecular weight polyethylene) is, vooral door het toegenomen draagcomfort, het toepassingsgebied van lichaamsbeschermende hulpmiddelen verbreed. In verschillende beroepen, zoals in de metaalbewerkingsindustrie (www.euronorm.net), en in de sport (bijvoorbeeld het shorttrack schaatsen) is het dragen van beschermende kleding opgenomen in de veiligheidsvoorschriften. In het AMC wordt handbescherming met behulp van synthetische vezels toegepast bij patiënten met handproblemen. Onderstaande casussen schetsen een beeld van de toepassingsmogelijkheden. Patiënt A, een 51-jarige man, raakte met zijn linkerhand bekneld in een verpakkingsmachine tijdens zijn werk in een slagerij. Hij liep hierbij amputaties op van de top van zijn wijsvinger en middelvinger. De amputatiestompen werden bedekt met huidtransplantaties. Het verloop na de operatie verliep zonder complicaties (afbeelding A1). Na een half jaar was de patiënt in staat om zijn linkerhand volledig in te schakelen in zijn dagelijkse activiteiten. Werkhervatting werd echter belemmerd omdat deze patiënt zijn werkzaamheden grotendeels in een koelcel met een omgevingstemperatuur van ca. -10°C verrichtte en een koudeintolerantie van de met transplantaat bedekte gebieden optrad. De patiënt werd verwezen naar de revalidatiepolikliniek met de vraag of er voor dit probleem een oplossing kon worden bedacht. Patiënte B, een 64-jarige vrouw met vaatproblemen en inwendige verkalkingen, waarvoor zij meerdere operaties onderging aan beide handen. In verband met terugkerende wonden, mede ten gevolge van door de huid penetrerende kalkdepots, vond in 2002 een amputatie van de top van de middelvinger van de linkerhand plaats en in 2009 een amputatie van vrijwel de gehele
28
ringvinger links (afbeelding B1). Patiënte was voorafgaand aan de beide amputaties al zeer beperkt in staat de handen in te schakelen. Zij werd door de vaatchirurg verwezen naar de revalidatiepolikliniek met de vraag naar beschermingsmogelijkheden voor de hand.
A1
Beloop Bij beide patiënten is sprake van een handprobleem die het gebruik van de handen beperkt, al zijn de verschillen in mate en reikwijdte van de beperkingen groot.
A2
De hulpvraag van patiënt A betrof de bescherming van de vingers tegen koude in werkomstandigheden bij een goede functioneel inzetbare hand. Het beroep van de patiënt stelde aan de bescherming verdere eisen op het gebied van mechanische eigenschappen wegens het gebruik van scherpe messen en daarnaast nog aan draagcomfort voor langere tijd en aan het handhaven van voldoende hygiëne. Voor deze patiënt werd een confectie handschoen van synthetische vezels voorgeschreven, waarvan de 2e en 3e straal werden ingekort (afbeelding A2). De handschoen in combinatie met een latex wegwerphandschoen voldeed aan alle eisen en patiënt kon zijn werkzaamheden hervatten zonder dat dit koudegerelateerde klachten opleverde.
B1
De hulpvraag van patiënte B lag op het gebied van mechanische bescherming van de vingerstompen, vooral tegen stoten. Om het gevoel van de hand zoveel mogelijk te behouden werd gekozen voor gedeeltelijke bescherming van de hand (afbeelding B2/3). Voor deze patiënte werden de vingers van een confectiehandschoen van synthetisch materiaal afgeknipt en aan de hand gefixeerd door middel van klittenband rondom de pols (afbeelding 2B/C). Als extra stootdemping voor de amputatiestompen van de middel- en ringvinger werd een tweetal siliconen doppen gemaakt. Het dragen van deze beschermende vingers heeft er toe geleid dat de patiënte minder pijn ervaart bij stoten van de vingers. Zij voelt zich zo beter beschermd en is minder terughoudend om de handen in te schakelen, al blijft de inzetbaarheid beperkt.
De beschreven casussen illustreren de toepassing van beschermende handschoenen van synthetisch materiaal bij patiënten met handletsel. Individuele aanpassing van in confectiematen verkrijgbare handschoenen heeft in deze gevallen geleid tot een beter inzetbare hand. De ervaring in het gebruik van uit hoogwaardige synthetische vezel vervaardigde, mechanisch en thermisch beschermende handschoenen bij patiënten met een handletsel is nog beperkt. Indicatiestelling vindt plaats op grond van pragmatische overwegingen. Voor de toekomst is te verwachten dat praktijkervaring leidt tot een scherpere afgrenzing van het indicatiegebied. De doorgaande ontwikkeling op het gebied van synthetische vezelmaterialen levert een permanente uitdaging om medische toepassingen te exploreren, niet alleen op het gebied van de behandeling van handletsels.
B2
B3
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
29
TEKST Lauren Fortington, Prof dr Jan Geertzen (Eerste promotor) Afdeling Revalidatiegeneeskunde, Centrum voor Revalidatie, Universitair Medisch Centrum Groningen
Uitkomsten en leven na een beenamputatie bij oudere personen In Nederland zijn de meeste mensen die een beenamputatie ondergaan ouder dan 65 jaar. Chronisch vaatlijden of diabetes mellitus heeft bij hen geleid tot onomkeerbare ischemie of een levensbedreigende infectie. Ondanks de vooruitgang in preventieve zorg, medische behandelingen en (perifere) revascularisatie mogelijkheden, is een amputatie in sommige gevallen de beste optie om langdurige pijn, ziekenhuisopnames en infectie/ischemie te beëindigen en het daarmee mogelijk te maken om (verder) te leven. Het is dat ‘mogelijk maken om (verder) te leven’ waar het onderzoek in dit proefschrift om gaat. Hoe en in welke mate wordt het de oudere met een beenamputatie mogelijk gemaakt om te leven, vanaf het moment dat de beslissing valt te amputeren, tijdens de daaropvolgende revalidatie en tenslotte binnen de verpleeghuiszorg? Epidemiologie Onderzoek naar veranderingen in het totale aantal amputaties en de karakteristieken van deze populaties, geeft inzicht in de effectiviteit van preventieprogramma’s en de behoefte aan revalidatie. In een studie van alle beenamputaties uit 2003 en 2004 in de provincies Drenthe, Friesland en Groningen, bleek het nieuwe aantal amputaties per jaar 8,8 (alle leeftijden) en 23,6 (> 45 jaar) per 100.000 persoonjaren te zijn. Ten opzichte van cijfers uit 1991 en 1992 bleek er bijna geen verschil. In de jaren 2003 en 2004 had 50% van de personen met een amputatie diabetes mellitus. De amputatie incidentie was 151 per 100.000 persoonjaren in deze patiëntengroep, waarmee het risico op amputatie 12 keer hoger is dan bij personen zonder diabetes. Onderzoek in andere westerse landen laat een afnemend aantal nieuwe amputaties zien en een substantieel lager risico voor patiënten met diabetes dan in onze setting wordt gevonden. Het is niet goed mogelijk deze verschillen te verklaren.
met of zonder diabetes werden op het gebied van overlijden niet gevonden (zie figuur 1). Op basis hiervan stellen we vervolgonderzoek voor in een recente groep amputatie patiënten om het patroon van verandering in uitkomsten, of gebrek hieraan, te onderzoeken. Het blijft van belang manieren te
vinden om het aantal amputaties te verminderen, zeker nu diabetes vaker voorkomt en de gehele bevolking ouder wordt. Daarbij staat aandacht voor zorg in meerdere disciplines, waaronder vaatgeneeskunde, diabeteszorg en multidisciplinaire voetklinieken, voorop.
In ons onderzoek was 22% van de patiënten binnen 30 dagen na hun amputatie overleden. Op langere termijn zijn de cijfers betreffende de mortaliteit positiever; 56% van de patiënten overleven het eerste jaar en 24% van de patiënten overleven de eerste vijf jaar. Verschillen tussen personen
30
Figuur 1: mensen met of zonder diabetes mellitus hebben dezelfde levensverwachting na een eerste onderbeen- of bovenbeen amputatie
Revalidatiezorg in het verpleeghuis Patiënten moeten zo snel mogelijk na de amputatie beginnen met hun revalidatie. Dit is vooral belangrijk voor oudere patiënten die anders een snelle achteruitgang in hun fysieke conditie kunnen ervaren, wat weer leidt tot slechtere revalidatieresultaten. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat een hoge leeftijd, vrouwelijk geslacht, alleen wonen en een amputatie op een hoger niveau (bovenbeen) de kansen op verwijzing naar een verpleeghuis voor revalidatie verhogen. Van alle patiënten die de acute fase overleefd hebben, gaat 55% naar een verpleeghuis voor revalidatie. De enige factor die in ons onderzoek hiermee samenhing was een hogere leeftijd. Het totale aantal patiënten dat naar een verpleeghuis gaat is hoog, maar in de drie noordelijke provincies zijn deze patiënten verspreid over 34 verpleeghuizen. Deze spreiding roept de vraag op hoe artsen amputatie-specifieke kennis en vaardigheden verkrijgen en behouden. Om dit te onderzoeken hebben we verpleeghuisartsen geïnterviewd met als doel vanuit hun perspectief de setting, de barrières en het revalidatiepotentieel voor amputatiepatiënten in de verpleeghuizen te beschrijven. De resultaten bevestigen dat het kleine aantal patiënten met een amputatie in ieder verpleeghuis leidt tot problemen in het geven van efficiënte en evidence-based revalidatie. De meeste onderdelen van de amputatierevalidatie liggen op het bord van de fysiotherapeut, waarbij de grotere mogelijkheden van multidisciplinaire behandeling niet benut worden. Ondanks dat andere studies positieve resultaten van amputatie revalidatie in verpleeghuizen laten zien, stellen wij dat de huidige organisatie niet duurzaam te handhaven is. In iedere regio een verpleeghuis dat zich specialiseert in amputatierevalidatie is een oplossing, maar ook kleinere veranderingen zoals verbeteringen in de communicatie en de training van artsen kunnen een positieve bijdrage leveren. Uitkomsten Uit literatuuronderzoek naar mobiliteit concludeerden we dat slechts 50% van de oudere populatie met een amputatie, inclusief diegene die na de amputatie overlijden, het oude niveau van mobiliteit binnen het huishouden bereikt. Uit de studie blijkt echter dat de uitkomsten van verschillende studies moeilijk te vergelijken zijn. De unieke behoeften die oudere mensen tijdens hun revalidatie hebben, als gevolg van de co-morbiditeit en de korte levensverwachting, ondersteunen de noodzaak van verder onderzoek naar de mobiliteit van deze populatie. Mobiliteit van mensen met een amputatie is de sleutel tot onafhankelijkheid en de basis voor een hogere kwaliteit van leven. Verandering in kwaliteit van leven na 18 maanden werd geanalyseerd in een groep mensen met een eerste beenamputatie. Het bleek dat 18 maanden na een amputatie de kwaliteit van leven duidelijk verbeterd was in 5 van de 7 domeinen die onderzocht werden: fysieke functies, sociale functies, pijn, vitaliteit en ervaren verandering in gezondheid. De grootste verandering vond plaats in de eerste 6 maanden na de amputatie.
Conclusies Ook bij een hogere leeftijd is het goed mogelijk om na een amputatie verder te leven. Echter, het onderzoeken van de groep personen met een hoge leeftijd is moeilijk gebleken, omdat velen overlijden of om andere redenen uitvallen. Een belangrijke bevinding was dat de zorg voor amputatiepatiënten voor het grootste deel geleverd wordt op basis van de ervaring van de chirurg en andere artsen, en dat er (mede daarom) soms weinig consistentie is in beslissingen rondom de zorg voor deze personen. Dit betreft zowel de beslissingen van de chirurg op het moment van amputeren, als de beslissingen tijdens de revalidatie in het verpleeghuis. De fases voorafgaand en direct volgend op het amputeren zijn sterk chirurgisch georiënteerd en zouden kunnen profiteren van input van het revalidatieteam. Amputatierevalidatie voor de oudere patiënt is meer dan het vervangen van een ledemaat. Er moet ook rekening gehouden worden met psychosociale elementen en alternatieve opties voor mobiliteit. Op dit moment ontbreekt het aan meetmethoden en onderzoek naar niet-prothese gerelateerde mobiliteit. Daarnaast zou behandeling door het multidisciplinaire team dat in de verpleeghuizen beschikbaar is geïmplementeerd moeten worden. Op deze manieren kan het de oudere met een beenamputatie beter mogelijk worden gemaakt om (verder) te leven. Voor verdere vragen over dit onderzoek kan contact gezocht worden met de auteurs via
[email protected]
E
NABLING the elderly person
with lower limb amputation
THROUGH SURGERY , REHABILITATION AND LONG TERM CARE
Lauren Fortington
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
31
TEKST en foto's Jan van Hirtum en Kirsten Lyklama, SVGB / DHTA
IN DE SCHIJNWERPERS:
DHTA student Merel van den Berkhof
In schooljaar 2010/2011 bood de DHTA/SVGB een oriëntatiejaar aan studenten die zich wilden voorbereiden op een van de gezondheidstechnische opleidingen. Het oriëntatiejaar gezondheidstechniek was verdeeld in drie periodes. In de eerste periode maakte de leerling kennis met vijf beroepsrichtingen: tandtechniek, optiek, audicien, orthopedische schoentechniek en orthopedische techniek. Dit gebeurde grotendeels op school en door snuffelstages. In overleg met de studieloopbaanbegeleiding koos de leerling een differentiatie: Tandtechniek, Optiek/audicien of Orthopedische techniek/orthopedische schoentechniek. Tijdens deze periode verdiepten de leerlingen zich in de gekozen vakgebieden en liepen ze stage. Aan het eind van deze periode kozen de leerlingen de definitieve beroepsrichting. De laatste periode bestond uit 3 dagen in de week stage lopen en 2 dagen in de week naar school
Merel van den Berkhof heeft het oriëntatiejaar doorlopen en zit inmiddels in het tweede jaar van de opleiding tot orthopedisch technisch medewerker. Naast haar studie aan de DHTA werkt zij bij Westland Orthopedie in Delft. Westland Orthopedie heeft sinds 1989 ervaring in het vinden van passende oplossingen voor functionele beperkingen. Zij doen dit door op maat aan de klant een prothese, een orthese, therapeutisch elastische kousen of orthopedische schoenen te leveren. Wij vragen Merel naar haar ervaringen binnen het oriëntatiejaar, haar opleiding en haar leerbedrijf. Hoe ben je in eerste instantie terecht gekomen in het oriëntatiejaar? ‘Na mijn VMBO-kader opleiding ben ik SPW kinderopvang gaan doen. Deze opleiding bleek niet de juiste keuze te zijn voor mij, ik wilde namelijk iets met mijn handen doen, iets praktisch. Vanuit ROC Midden Nederland hebben ze me toen geholpen bij mijn keuze en via internet kwam ik toen het oriëntatiejaar van de DHTA/SVGB tegen. Toen ik bij de stand op de Onderwijs Beurs vroeg of ik me aan kon melden, bleek ik de allereerste aanmelding van het orientatiejaar te zijn.’
32
Hoe heb je het oriëntatiejaar ervaren? ‘Vooral in het begin vond ik het aanbod veel. En niet alle vakken vond ik even leuk. Als de lesstof wat meer was aangepast op mijn dyslexie, had mij dat wel erg geholpen. Ik heb verschillende snuffelstages gelopen binnen de 5 gezondheidstechnische richtingen. Ik vond de opbouw van theorie en praktijk met de verschillende snuffelstages goed werken. Bij de eerste stage mocht ik een halve dag mee werken, bij de tweede liep ik een hele dag mee. We deden dat bij grotere bedrijven in tweetallen en in kleinere bedrijven alleen.’ Ben je daarna direct aan de opleiding begonnen? ‘Ik mocht instromen in het tweede jaar, maar wilde zelf beginnen met het eerste jaar zodat ik de opleiding met een goed tempo kon doorlopen.’ Waarom heb je eigenlijk gekozen voor de richting van de othopedische techniek? ‘De combinatie van werken aan het hele lichaam en de verschillende technieken spreken me aan. Ook heb ik met deze opleiding de mogelijkheid door te stromen naar niveau 4.’ En waarom heb je gekozen voor dit (leer)bedrijf? ‘In de 3e periode van het oriëntatiejaar liep ik stage bij Eemland Orthopedie in Amersfoort. Daar kon ik helaas niet blijven. Toen ze bij Westland Orthopedie een stagiair zochten heb ik gesolliciteerd. Na een positief gesprek kon ik per 1 augustus 2011 beginnen. Voor studenten is het vaak lastig om een goed leerbedrijf te vinden.’ Denk je dat het zonder oriëntatiejaar ook gelukt was in te stromen in de branche? ‘Ik denk dat het lastiger zou zijn geweest. Veel jongeren hebben geen beeld van wat een bedrijf hen kan bieden en wat de technische werkzaamheden inhouden. Het is best pittig om 1 dag in de week naar school te gaan en 4
dagen te werken. Veel leerbedrijven liggen ook op een flinke reisafstand van de school. Door het oriëntatiejaar heb ik meer bagage en inzicht gekregen in het vak orthopedische techniek.’
‘Door het oriëntatiejaar heb ik meer bagage en inzicht gekregen in het vak orthopedische techniek.’ Merel van den Berkhof We stellen ook een paar vragen aan Merel’s praktijkopleider, de heer Cees Kribbe. Hij zit bijna 44 jaar in het vak en is al meer dan 20 jaar praktijkopleider. Bij Westland Orthopedie wordt hij breed ingezet. Hij werkt zowel in de paskamer als in de werkplaats. Hij leidt leerlingen op, plant de werkzaamheden in de werkplaats, is troubleshooter en controleert de producten op kwaliteit. Westland Orthopedie werkt ISO gecertificeerd. Uw leerling / collega heeft voordat zij de opleiding ging doen het oriëntatiejaar doorlopen. Wist u dat? ‘Bij haar solicitatie is het me wel verteld. Daarvoor hebben we als Westland Orthopedie nog niet met het oriëntatiejaar te maken gehad.’ Wat vindt u van dit initiatief vanuit de school? ‘Ik vind zo’n jaar heel nuttig omdat studenten zo de mogelijkheid krijgen meer kennis te maken met verschillende bedrijven. Westland biedt een aantal keer per jaar snuffelstages aan. VMBO leerlingen komen een uurtje langs en zien bijvoorbeeld hoe we een gipsafdruk van een voet maken. Voor bedrijven is het ook goed stagiairs te zien werken. Zo geef je mensen een kans en je ziet direct of iemand een goede werkhouding heeft en technisch kan mee werken.’
Hoe was de start van Merel bij jullie? ‘Merel had al enige kennis van materialen, maar nog geen praktijkervaring. Aan ieder product hangt een programma hoe het vervaardigd moet worden. Voordoen heeft meer waarde dan erover lezen. Ik vind dat je aan stagiairs eerst de basis goed moet aanleren voordat ze verder kunnen werken. Bijvoorbeeld het veilig werken en voorschriften naleven is erg belangrijk. Zo weten alle beginners hoe ze op de noodknop moeten drukken om de machine direct stop te kunnen zetten. Studenten mogen bij ons alle onderdelen doen. Wel blijf ik of mijn collega er in het begin bij, want er wordt gewerkt met dure materialen en een product moet op de afgesproken tijd aan de klant geleverd worden.’ ‘Ik sta positief tegenover het opleiden van studenten. Op dit moment hebben we vijf studenten in dienst. Ik wil mijn kennis doorgeven, in het belang van de zaak. Het is leuk jonge mensen in aanraking te brengen met specifieke oude technieken, zoals bijvoorbeeld de Jones spalk, dat is een aluminium spalk voor klompvoeten. Op de opleiding kregen we vroeger nog het smeden van een beugel, dat deden we zelf. Dat gebeurt nu niet meer. Maar als je niet weet hoe bijvoorbeeld zo’n beugel gemaakt wordt, kan je de klant in de paskamer geen goed advies geven.’ Wil je Merel aan het werk zien? Bekijk dan de filmpjes op: www.svgb.nl/orthopedische-techniek Voor meer informatie: www.westlandorthopedie.nl facebook.com/westlandorthopedie http://dhta.nl/bewegen svgb.nl/orthopedische-techniek
‘Het is leuk jonge mensen in aanraking te brengen met specifieke oude technieken’ De heer Cees Kribbe ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
33
TEKST Jaap de Boer
Registreren en kalibreren, heren! Als ik de werkplaats binnenkom bespeur ik een lichte paniekstemming. Even later wordt mijn gevoel bevestigd door Anja die vertelt dat mijnheer Schuiting gebeld heeft voor een paar nieuwe schoenen. De 83-jarige heer Schuiting is een man van de vier ‘erren’; rust, reinheid, regelmaat en rente. Hij heeft zijn fortuin vergaard in de scheepsbouw en zijn tegenwoordige hobby is het maken van stoommachines. Deze machines maakt hij exact op schaal en alle onderdelen draait hij met een enge precisie op zijn eigen draaibank. Deze nauwkeurigheid legt hij ook aan de dag bij zijn ‘leveranciers’, zoals hij dat altijd placht te zeggen. Alles gaat volgens vaste afspraken, schema’s en protocollen. Een afspraak is een afspraak. Half tien is half tien en niet 9.28 uur of 9.32 uur. Schuiting bewoont samen met zijn huishoudster een oude stadsvilla. Zijn vrouw en twee kinderen wonen vanwege het klimaat in het buitenland; ‘Ergens in de buurt van Nice’, zegt hij bij elk bezoek nonchalant. Op de afgesproken dag meld ik mij, stipt half tien, bij de Schuiting Residentie. De hardhouten buitenboel is nog steeds even lakloos als tijdens mijn laatste bezoek een dik jaar geleden. Vera, de huishoudster, opent de deur en neemt mijn jas aan. Ik krijg een paar vilten overschoenen, om krassen in het in visgraat gelegde eiken parket te voorkomen. Ik mag doorlopen naar de bibliotheek. ‘Past u op bij de deur, want een plank en de drempel liggen een beetje los.’ Mijnheer Schuiting, gezeten in wat eens een donkerbruine leren Chesterfieldstoel is geweest, steekt meteen van wal. Zoals altijd begint hij over de kwaliteit en de uitvoering van de schoenen. Het was allemaal niet volgens afspraak, maar hij wil me toch weer een kans geven. Maar: ‘Quid pro quo.’ Hij tovert een paar schoenen vanachter zijn bureau tevoorschijn. Een paar afgetrapte beige dessert boots, ik schat uit de tijd dat Hitler nog triomfen in Noord-Afrika vierde, moet opgekalefaterd worden. Eufemistisch gesteld, want ik voorzie dat de schoenen, als ze de nabijheid van een schuurmachine vermoeden, spontaan uit elkaar vallen. Natuurlijk moet de reparatie free of charge, anders gaat de order niet door. Ik zeg hem dat koppelverkoop wettelijk verboden is en dat
34
de reparatie buiten de garantietermijn valt en gewoon betaald dient te worden. Morrend gaat hij akkoord. Achtkantig gevlochten leder Er worden standaard nieuwe blauwdrukken, schuimdoos en maten genomen. Schuiting heeft zijn zinnen gezet op eenzelfde paar schoenen geleverd in 1991; molières uitgevoerd in achtkantig gevlochten leer met een opening in het midden van 7.2 mm in RAL-kleur 9001. Een vergeelde foto dient ter illustratie. Ik geef aan, dat het na een dergelijke lange periode wellicht lastig is om exact hetzelfde type en kleur vlechtleer te verkrijgen. Mijn opdrachtgever is niet onder de indruk van mijn opmerking en geeft aan dat ik maar goed mijn best moet doen. Nadat ik de supplementdikten nauwkeurig heb opgemeten neem ik afscheid van de oud-scheepsbouwer. Bij de deur maak ik bijna een doodsmak over de losliggende drempel. De toegesnelde huishoudster schudt het hoofd en vertelt dat dit karweitje nog niet op het urgentielijstje van de residentiehouder staat. Twee weken later meld ik mij, gewapend met de gerepareerde schoenen en passchoenen, op de afgesproken tijd. Nadat ik de vilten overschoenen heb aangedaan, be-
geef ik mij naar de bibliotheek. Behendig ontwijk ik de losliggende plank en dorpel. De leeskamer ziet blauw van de sigarenrook en Schuiting nipt aan een glaasje port. Allereerst inspecteert hij de gerepareerde schoenen. Voor een al bestaande beschadiging wil mijnheer een forse korting op de prijs. Lachend schud ik mijn hoofd en zeg hem dat ik de veters al gratis heb vervangen. Zuigend aan zijn sigaar stemt hij in. Dan de passchoenen. Nadat deze zijn aangedaan loopt mijnheer er enige tijd mee heen en weer, gaat weer zitten en werkt wederom een loopcircuit af. Al mompelend en sigaren rokend worden de passchoenen uitgedaan. Vervolgens neemt hij de supplementen uit de passchoenen, trekt deze op papier na en meet minutieus met een diktemeter. Ook de leerstaal wordt gekeurd en de steekgrootte van het stiksel wordt vastgelegd. Vervolgens worden temperatuur en luchtgevoeligheid genoteerd. ‘Registreren en kalibreren, heren!, roept Schuiting ineens luidkeels. Smakelijk om zichzelf lachend vertelt hij enkele anekdotes waarbij hij een voordeeltje wist te behalen, door alles schriftelijk vast te leggen. Ik vraag of de losliggende vloerdelen wellicht ook geregistreerd en gekalibreerd dienen te worden. Deze blijken geen prioriteit te hebben. Mijnheer weet precies dat hij bij de deur-
Wij zoeken een enthousiaste
zorgaanbieder op het gebied van het
Orthopedisch schoentechnicus / paskamermedewerker
oplossen van voetproblemen. Wij zijn
Je werkzaamheden bestaan uit een combinatie van het behandelen van cliënten en het vervaardigen van diverse
werkzaam
orthopedische voorzieningen. Je adviseert de cliënten op een professionele en persoonlijke wijze. Je overlegt indien
Kaptein
orthopedie
vanuit
is
onze
een
regionale
vestiging
in
Noordwijkerhout en hebben in de regio
nodig met voorschrijvers en andere disciplines om tot een adequate oplossing te komen voor de diverse voetproblemen.
Duin- & Bollenstreek en Kennemerland
Je voelt je van A tot Z verantwoordelijk voor de producten die je adviseert. Daarnaast stuur je de technische medewerkers
een viertal vaste servicelocaties. Daarnaast
aan en zul je zelf ook regelmatig in de productie meewerken.
verzorgen wij spreekuren in ziekenhuizen en
verzorgings-
en
verpleeghuizen.
Wij vragen
Centraal staat een klantgerichte aanpak bij
Je hebt het diploma orthopedisch schoentechnicus (MBO-nivo 4) of orthopedisch adviseur richting schoentechniek
het oplossen van voetproblemen op zowel
(HBO). Je hebt voldoende praktische evaring op dit gebied. Je bent correct en vlot in de omgang, kunt duidelijk
medisch-functioneel als cosmetisch gebied,
communiceren en je bent goed in het oplossen van voetproblemen. Uiteraard ga je soepel en efficiënt om met
in samenwerking met de voorschrijvend
wisselende werkzaamheden. Accuratesse en empathie zijn vereist in deze functie.
specialist of arts.
Wij bieden Een uitdagende en afwisselende functie binnen een modern en innovatief bedrijf met een prettige werksfeer. Salariëring is afhankelijk van ervaring en prestaties. Bij voldoende motivatie en inzet zijn er zeker doorgroeimogelijkheden. Ben jij de aangewezen persoon om ons bedrijf te komen versterken, stuur dan je schriftelijke sollicitatie met CV aan:
Kijk voor meer informatie over ons bedrijf op
Kaptein Orthopedie t.a.v. Wim Kaptein, Zeestraat 93a, 2211 XD Noordwijkerhout
www.kaptein-orthopedie.nl
of per email:
[email protected]
KAPT persadv 210x144.indd 1
opening, net uit het midden van de deur, de stap moet zetten. Ik schud mijn hoofd en neem afscheid. De volgende morgen belt Schuiting mij om te vragen alles nogmaals te controleren en te vergelijken. Hij geeft hierbij aan dat controle geen wantrouwen is. Visusproblemen Vijf weken later is het uur ‘u’ daar; het afleveren van de schoenen. Ik inspecteer de schoenen nogmaals zodat ik straks niet voor verrassingen sta; alles lijkt goed te zijn. Mijnheer Schuiting voelt zich niet helemaal lekker, dus blijven de sappige anekdotes en de cynische opmerkingen in de bureaulade. Ook blijft de generale controle achterwege maar dat is geen garantie dat mijnheer klakkeloos de schoenen accepteert. Na een kort bezoek en de bijbehorende stap bij deur net uit het midden, neem ik afscheid en wacht op de opmerkingen die ongetwijfeld komen gaan. De volgende morgen klokslag negen uur is het zover en
06-07-12 11:30
zijn de rapen gaar. Schuiting is weer de oude en steekt luidkeels van wal. ‘Niets deugt ervan! Onmiddellijk komen, anders rest een klacht bij het ziekenfonds!’ Een huisbezoek over twee dagen wordt niet geaccepteerd, anders wordt een klachtenprocedure gestart volgens mijnheer. Ik deel hem mee dat ik er donderdag om half tien zal zijn.
een onjuiste interpretatie door het avondlicht’, murmelt hij. Het ‘enorme’ verschil in openingen bij het vlechtleer weerleg ik waarna alleen nog de veters resteren. Ik zeg toe de lengte te corrigeren en hem te compenseren met een extra paar veters. Na twee rondjes ijsberen door de kamer gaat hij akkoord. We spreken een controle afspraak over drie maanden af.
Die ochtend zijn de messen geslepen. Een centimeter, diktemeter, schuifmaat, kleurspectrometer en ten slotte een thermo- en hygrometer liggen op het werkblad in de leeskamer. De schoenen zitten goed maar de kleur en de grootte van de openingen in het vlechtleer wijken 0,3 mm af. Ook zijn de veters 13 mm korter dan de vorige. Schuiting vraagt of ik misschien visusproblemen heb, omdat ik dergelijke omissies niet heb waargenomen. Ik pak mijn leerstaal en RAL-kleurenkaart. Mijnheer pakt de kleurspectrometer en moet morrend erkennen dat daar weinig verschil tussen zit. ‘Wellicht
Een aantal weken later word ik gebeld de afdeling orthopedie met het verzoek voor een hakzoolverhoging voor een patiënt na een heupoperatie. In het ziekenhuis loopt het afdelingshoofd met mij mee naar een aparte kamer. De patiënt bevindt zich hier wegens zijn bijzondere wensen en vooral eisen. Zij zwaait de deur open en ik kijk recht in het gezicht van mijnheer Schuiting. Wanneer ik hem de hand schud zeg ik: ‘De stap bij de deur net uit het midden?’ Hij lacht als een boer met kiespijn en antwoordt: ‘Soms moet je niet alleen registreren en kalibreren…’
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
35
TEKST Jaap de Boer
‘Alleen goed is goed genoeg.’
Dat zegt Vincent Bergmans, mede-eigenaar van My Orthopedics, terwijl Arrifana, onder de rook van Porto, wordt geteisterd door een heuse orkaan. Vincent Bergmans is geen onbekende in schoenenland. Voorheen produceerde hij confectie schoenen. De laatste vijftien jaar is Bergmans actief in de orthopedische schoen technische wereld met de vervaardiging van schachten en onderwerken. Bedrijven uit onder andere Nederland, België, Duitsland en zelfs Finland verzenden dagelijks hun leesten naar Portugal om ze als orthopedische schoenen geretourneerd te krijgen. Wanneer je door de fabriek loopt , vallen de toewijding en arbeidsvreugde meteen op; iedereen schept er genoegen in een perfect product af te leveren. De werkprocessen zijn helder en geprotocolleerd; dit jaar zal My Orthopedics (MyO) volgens de CE-en Iso 9001 norm gecertificeerd zijn. Hollandse waar Een van de sterke punten is het gebruik van materialen afkomstig van Nederlandse leveranciers. Wegens materiaalfluctuaties heeft MyO er bewust voor gekozen om leer en onderwerkmaterialen niet van de lokale markt te betrekken. De constante deugdelijkheid van Nederlandse producten is een waarborg voor de continue kwaliteit, daarop wordt niet bezuinigd. ‘Kwaliteit staat voorop’, betoogt Vincent Bergmans. Het biedt de bevlogen vakmensen de gelegenheid een prachtig product te realiseren. Elk bedrijf heeft zijn eigen specifieke afspraken binnen het productieproces waardoor de persoonlijke uitstraling behouden blijft. Alles wordt gerealiseerd in eigen huis. Binnen de branche vreest men bij grotere werkplaatsen voor eenheidsworsten; dat zal men hier niet aantreffen. De tweeëndertig gemotiveerde werknemers welke de tijd wordt gegund om een mooi product te maken, kennen en nemen hun verantwoordelijkheden en wijzen elkaar hierop. Alles met één doel: mooie schoenen maken voor een tevreden klant. Binnen het productieproces probeert men te innoveren en noviteiten uit de confectie toe te passen. Een trendy doorgestikte rubberrand is een exponent hiervan. Doordat de rand zoals bij confectie kuipzolen is vast gestikt zal deze op de cruciale plaatsen niet loslaten.
36
De uitgebreide G.A. Maas leercollectie staat garant voor een uitgebreide sortering van modisch leer in metal, vintage en waxy uitvoeringen in een spectrum van kleuren: van zilvergrijs naar zuurstok roze. Bijpassende onderwerkmaterialen en afwerkwijze geven de schoenen een klassieke of modern uiterlijk. Een genot om ambachtsmensen zó aan het werk te zien. Een doorgenaaid leren onderwerk of een sneaker met een trendy rubber onderwerk, alles wordt met liefde en toewijding vervaardigd. Schoenen in vijftien dagen gereed ‘Bij My Orthopedics is elke klant gelijk’, zegt Vincent, ‘of deze nu vijf of dertig paar laat maken, ze zijn ons allemaal dierbaar’. De klant staat centraal en onze missie is de klant tevreden te stellen en tevreden te houden. Daarom wordt er niet gewerkt met standaard modellen of modellenboeken. Iedereen kan, binnen het redelijke, laten maken wat men wil. Ook worden voeringschoenen en inschuivers in alle mogelijke variaties gemaakt. Sportschoenen, laarzen, sneakers of een klassieke broque, het kan allemaal. Tegen vaste prijzen zonder extra toeslagen voor snituitvoering, leerkeuze, onderwerkmateriaal of maakwijze.
De orthopedisch schoentechnicus wil duidelijkheid en deze krijgt hij dan ook. Helder is ook de productietijd van 15 werkdagen. De schoenen worden binnen deze termijn opgehaald en uitgeleverd; het onmogelijke wil men bij MyO mogelijk maken. Deze missie wordt onder andere mogelijk gemaakt door Marta en Madalena; twee hybride werkpaarden. Marta is de stille drijvende kracht die onder andere verantwoordelijk is voor het personeelsbeleid. Bij de werving en selectie bekijkt zij of de nieuwe eend in de bijt wel in het team past. Marta heeft hier een goed gevoel voor; slechts één persoon van de 32 heeft sinds de start het bedrijf verlaten. Madalena is, met haar Portugees / Zuid-Afrikaanse roots, verantwoordelijk voor de vertalingen. Zij is de spin in het web om miscommunicatie te voorkomen. Bij onduidelijke of incomplete werkorders ‘stalkt’ zij je net zo lang totdat de
juiste informatie verkregen is. Om te inventariseren of de juiste koers wordt gevaren en om te horen of de klant tevreden is, bezoekt Vincent Bergmans elke twee tot drie weken zijn afnemers. Miscommunicaties, onvolkomenheden en eventuele irritaties gaan hierdoor geen eigen leven leiden. Om in de toekomst de uitstekende levertijden te waarborgen, zal worden geïnvesteerd in CADCAM technieken voor het modelleren en het snijden van schachtonderdelen. Vrijdagmiddag. Met een warm gevoel wat ik heb overgehouden aan mijn bedrijfsbezoek aan My Orthopedics, zit ik boven de wild stromende Douro, in het proeflokaal van een lokale portproducent te nippen van een overheerlijke vintage port. Ook hier geldt: Alleen goed is goed genoeg.
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
37
W U NIE
WalkinSense
Wat is de WalkinSense? De WalkinSense is een klein, licht en uniek toestel dat gelijktijdig twee belangrijke variabelen meet ter beoordeling van de onderste ledematen: De dynamische plantaire druk binnen de schoen en tevens de manier waarop de onderste ledematen functioneren. • Klinische analyse in 5 minuten • Duurzame druksensoren • Compact systeem • Video analyse mogelijk met smartphone • Automatische rapportage deelbaar binnen multidisciplinair team • Vergroot de therapietrouwheid, patient ziet effect Inzetbaar bij: • Orthopedische schoenen • Semi-orthopedische schoenen • • • •
Steunzolen Prothesen onderste lidmaat Total Contact Cast (TCC) Verbandschoenen
W U E I
N
Wenst u meer informatie te ontvangen of een gratis demo te krijgen van onze vertegenwoordigers, neem dan contact met ons op: +32(0)54 50 40 05
38
Mutsaardstraat 47 - B-9550 Herzele T +32 (0)54 51 54 51 - F +32 (0)54 50 47 02 www.orthomedico.be
tekst Jeffrey Zoet
oproep
In
het vakblad Orthopedische Techniek worden regelmatig mini workshop(s) over de orthopedische schoentechniek gepubliceerd. In een artikel wordt dan een bepaald praktisch probleem die zich in de werkplaats voordoet, kort beschreven en er worden concrete oplossingen aangedragen, veelal voorzien van afbeeldingen of foto’s. Voorbeelden van mini workshop(s) zijn het antistatisch maken van inlay’s en voetbedden, trennen met folie en een mini workshop over lijmen. Het doel is kennisuitwisseling tussen externe deskundigen, de leden en medewerkers van NVOS-Orthobanda. De redactie van het vakblad zoekt een deskundig orthopedisch technisch medewerker- of technicus die het leuk vindt om een (serie) mini workshop(s) te schrijven over de praktische problemen en de oplossingen in de orthopedische techniek. Deze mini workshop(s) worden geplaatst in het vakblad. Ook een persoon die verstand heeft van de compressiezorg kan zich aanmelden. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met de redactie van het vakblad via
[email protected]. Heeft u interessante onderwerpen voor in het vakblad, dan kunt u deze ook altijd e-mailen.
tekst van onze redactie
ZVOS Zukunftstage Op 21 en 22 oktober heeft in Berlijn het congres “ZVOS Zunkunftstage” plaatsgevonden. Deze is georganiseerd door de Duitse branchevereniging. Tijdens dit succesvolle congres lag de focus op de toekomst van de Orthopedische Schoentechniek in Duitsland. De verschillende deelnemers vanuit diverse organisaties, de industrie en de politiek hebben met grote interesse kennis genomen van de ontwikkelingen in de toekomst van het beroep en de rol van de Orthopedisch Schoentechnicus. De branche heeft te maken met een snel veranderende wereld. We hebben te maken met vergrijzing en groei in de vraag naar Orthopedische Schoenen en aanverwante artikelen. Dat betekent ook dat we te maken krijgen met een gebrek aan jonge opgeleide en gecertificeerde orthopedisch adviseurs.
Mede naar aanleiding hiervan en daarnaast de wens en noodzaak om tot voordeligere alternatieven te komen is er sprake van meer standaardisering. De branche moet dus innoveren en daarnaast komt de focus meer op de particuliere markt te liggen. Anderzijds is er groei te verwachten in nichemarkten zoals aangepast werkschoeisel etc. Afhankelijk van het type bedrijf kan dat een mogelijke strategie zijn voor de toekomst. Op tijd inspelen op trends en het ontwikkelen van nieuwe of vernieuwde producten en gebruik maken van marketing en PR in de nieuwe media is een belangrijke stap om een bedrijf klaar te maken voor de toekomst. Het uitbesteden en het centraliseren van werk bevindt zich in Duitsland nog in een beginfase. Deze trend zal naar verwachting meer en meer doorzetten. Ook franchise-
modellen in de Orthopedische Schoentechniek zijn mogelijke veranderingen voor de toekomst. Het bijwonen van dit congres in Berlijn maakt in ieder geval duidelijk dat de bedreigingen en de kansen voor onze branche zowel in Duitsland als Nederland hetzelfde zijn. De toekomst van de branche is het wetenschappelijk onderbouwen van de geleverde producten, kostenverlagende productieprocessen en een nog betere opleiding van de medewerkers. Elk bedrijf moet een duidelijke keus maken over haar positionering in de markt en moet actief met marketing en innovatie aan de slag om haar marktpositie te onderbouwen en/of te versterken .
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
39
TEKST Redactie Orthopedische Techniek
Sporters op de voet gevolgd… Sporters krijgen, in hun streven naar optimale prestaties, vroeg of laat te maken met fysieke klachten. Met name bij de sportvormen die het bewegingsapparaat belasten. ‘Een uitgebreide voetdrukmeting of gangbeeld-analyse kan voor veel sporters het verschil betekenen tussen betere prestaties of een sportieve loopbaan vol blessures’, weet Thijs Smeets, orthopedisch schoentechnicus en directeur van Smeets Loopcomfort. Dit familiebedrijf heeft jarenlange ervaring en expertise op het gebied van voeten, schoenen en bewegen. Met de divisie sl sports vertaalde Thijs Smeets al deze kennis naar beter bewegen in de sport.
40
Om tot een adequaat behandelplan of hulpmiddel te komen, maakt sl sports gebruik van geavanceerde meetapparatuur. Hiermee wordt het looppatroon van de individuele sporter exact in kaart gebracht. Immers: meten is weten. ‘Intensieve samenwerking en kennis delen met de diverse disciplines zoals de revalidatiearts, de orthopedisch chirurg, de sportarts de fysiotherapeut, bewegingswetenschapper of podotherapeut zijn daarbij essentieel’, stelt Thijs Smeets. Geavanceerd meetsysteem Na een uitgebreide intake en anamnese worden de eigen sportschoenen van de sporter voorzien van dunne inlegzolen met speciale druksensoren. Hiermee kan de sporter worden gevolgd in zijn gebruikelijke
looppatroon. De metingen vinden veelal plaats gedurende de reguliere trainingen op de eigen sport- en trainingslocatie. Mits hier veel ruimte is met een ondergrond die geschikt is om te rennen, dus zonder vloerbedekking. Zo wordt een zo volledig en representatief mogelijk beeld verkregen. Met behulp van een high speed camera wordt het looppatroon in twee fasen gefilmd; zowel lopend als rennend, gedurende een van te voren vastgestelde periode en afstand. Tijdens een dynamische loop- en renfase registreert de apparatuur heel precies de druk van de voetzool per vierkante centimeter. Daarnaast worden ook de standfase en staplengte gemeten. Deze drie punten worden vergeleken met een database op basis van gemiddelde snelheid, gewicht, schoenmaat en lengte.
‘Wij zien hoe tijdens het lopen en rennen de druk op de verschillende plaatsen van de voet is, beoordelen de staplengte en kijken in de video analyse naar het looppatroon en de afwikkeling van de voet’, legt Thijs Smeets uit. ‘De geavanceerde systemen van voetdrukmeting en gangbeeld-analyse, geven ons veel aanvullende informatie. Aan de hand van deze informatie en met behulp van de vertraagd afgespeelde beelden, beoordelen we vervolgens het looppatroon en kunnen we zien of dit afwijkingen vertoont. De metingen worden geanalyseerd door de orthopedisch technicus, samen met een bewegingswetenschapper en/of sport-fysiotherapeut. Op basis van alle geregistreerde feiten werken we gezamenlijk aan het behandelplan van de sporter. Zo’n behandeling kan bestaan uit bijvoorbeeld sportfysiotherapie, maar ook uit hulpmiddelen zoals orthesen op maat, sportschoenaanpassing, sportsteunzolen of compressiekousen. De orthopedisch technicus zal op basis van de analyse een advies op maat opstellen ter verlichting en voorkoming van de klachten van de sporter.’ Oplossing op maat Een goed voorbeeld hiervan is Eric, een jongeman van 28 jaar. Hij werd door de orthopedisch chirurg naar Smeets doorverwezen met voet- en heupklachten. Eric is diabeet en gebruikt insuline. ‘Tijdens ons intakegesprek constateerden we een klein ulcus ter hoogte van mtp 1. Dit wondje wilde maar niet genezen. Eric had een holvoet met een diepliggend mtp 1. Bij ons verdere onderzoek, samen met de fysiotherapeut bleek hij ook een bewegingsbeperking in zijn rechtervoet en -heup te hebben. Na de vaststelling van zijn totale statiek lieten we Eric eerst lopen en vervolgens rennen op een indoor sprintbaan. Hierbij viel al meteen op dat de jongeman in beide gevallen een extreem kleine stap maakte. Het voetdruk-
meetsysteem bevestigde onze visuele bevindingen. De bewegingsbeperkingen in zijn heup en voet zorgden ervoor dat de standfase van zijn rechtervoet veel korter was dan de fase aan de linkerzijde. Hij kwam hierdoor ook veel sneller tot verzuring. Eric verbruikte immers veel meer kracht en energie om zijn afstand tijdens het lopen te volbrengen. Samen met de fysiotherapeut en orthopedisch schoentechnicus hebben we een behandeltraject uitgewerkt. Met fysiotherapie zou geprobeerd worden om eerst meer mobiliteit in de voet en heup te krijgen. In de heup lukte dat, de voet bleef een probleem. In dorsaal kregen we die met veel pijn en moeite in 0 graden.’ ‘Daarom besloten we Eric’s hardloopschoen aan te passen op twee gebieden. Door er een extra afwikkeling onder te zetten, kan Eric nu zijn voet iets eerder gaan afwikkelen. Dit betekent voor hem al een verlichting. De tweede aanpassing bestaat uit een inlay waarbij we de eerste straal (mtp 1) volledig ondersteunen. In de bin-
nenzool zit een uitsparing ter hoogte van mtp 1, waardoor het gewricht volledig vrij ligt. Na acht weken lopen op zijn aangepaste schoenen, in combinatie met fysiotherapie, is Eric’s paslengte aanzienlijk vergroot. De standfase van zijn rechtervoet is eveneens duidelijk verbeterd. Hij kan daardoor langer lopen eer er verzuring optreedt. Ook met het ulcus gaat het beduidend beter. Door de samenwerking van de fysiotherapeut en de orthopedisch schoentechnicus kan Eric voortaan lekker blijven hardlopen.’ Voetbal Betaald Voetbal Organisaties (BVO’s) in Nederland breiden hun medische en zorggerelateerde netwerken uit om uitval van de spelers te voorkomen en dus onnodige kosten te besparen. De medische en zorggerelateerde database van de spelersgroep wordt steeds uitgebreider en professioneler. Sl sports draagt inmiddels structureel haar steentje bij aan deze professionalisering. Bij een transfer worden spelers meestal
‘De geavanceerde systemen van voetdrukmeting en gangbeeld-analyse, geven ons veel aanvullende informatie.' ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
41
vooraf medisch onderzocht. Diverse BVO’s laten sl sports hierbij het looppatroon, de voetstand, de voetverzorging en de totale statiek met betrekking tot de onderste extremiteiten van de speler in kaart brengen. Een afwijkend looppatroon en/of een standafwijking wordt besproken met de medische staf van de BVO. Vervolgens wordt het blessureverleden bestudeerd om te onderzoeken of er een relatie bestaat tussen de bevindingen en de blessures. Hierop kan dan doelgericht een preventief persoonlijk behandelplan en/of hulpmiddel wordt ingezet. Verantwoord sporten en gezond bewegen ‘Mensen helpen om in alle vrijheid te bewegen en te sporten, dat is onze missie’, vertelt Thijs Smeets. Het bevorderen van een gezonde(re) leefstijl is een hot item in de zorg. Daar hoort ook bewegen en sport bij. Bepaalde fysieke klachten die daarbij optreden, kunnen opgelost worden via onze methode.
42
Ongeacht of het om recreatiesport van amateurs, wedstrijdsport of topsport gaat. Met onze innovatieve meetmethode kunnen we vaak de oorzaak van bepaalde blessures of problemen van sporters achterhalen. Bovendien kunnen we voor een oplossing op maat zorgen, zodat iedereen op zijn of haar best mogelijke manier kan sporten. Sl sports is er voor volwassenen en kinderen, maar ook voor zieken en gehandicapten die willen sporten en bewegen. Met ruim honderd jaar ervaring op het gebied van voeten en schoenen, ons enorme netwerk en onze geavanceerde apparatuur, maken we het verschil en onderscheiden we ons met ons totaalpakket. Zo kunnen we een betekenisvolle en duurzame bijdrage leveren met de best mogelijke bewegingsoplossingen.’
Of je nu orthopedisch instrumentmaker, maatschoenmaker, orgelbouwer of zadelmaker bent... Je bent hoe dan ook kritisch in de keuze van je leer. Want daar waar de kwaliteit te wensen overlaat, loop je het risico dat je ambachtelijk vakmanschap volledig teniet wordt gedaan. Bij Van Oosterum Leder begrijpen we dat al sinds 1929.
En dat merk je zodra je met onze leermeesters Ger van Wanrooij en Peter Wolfs rondloopt langs het grootste leerassortiment van Nederland. Zij vertellen je graag álles over de meest uiteenlopende leersoorten en hun specifieke eigenschappen. En laten je zien waar je op moet letten.
Elk vel leder dat je in ons magazijn aantreft, wordt door hen persoonlijk aan een uiterst strenge controle onderworpen. Wij staan er dan ook voor garant dat je altijd van de beste, constante kwaliteit bent verzekerd.
Meer informatie? Kijk op: www.oosterumleder.nl •
[email protected] • Telefoon +31 162 522 580 ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
43
TEKST ing. L.J.B.M. Klaus, Studieleider Vakgroep Bewegen, docent technische orthopedie
Uit de school geklapt… Een overzicht van de opleidingen orthopedische (schoen)techniek binnen de DHTA
Geslaagden Het schooljaar is alweer op de helft en de eindstreep voor een aantal leerlingen komt daarmee in zicht. Binnen de vakgroep ‘Bewegen’ heeft een aantal leerlingen in januari jl. hun opleiding kunnen afsluiten door te voldoen aan alle eisen die gesteld zijn aan het behalen van het diploma. Mark van der Gaarden (Westland Orthopedie) is geslaagd voor de opleiding Orthopedisch Technisch Medewerker en Joep de Laat (Ambroise) heeft het diploma voor niveau 4 Adviseur Gezondheidstechnische Voorzieningen behaald. Wij feliciteren deze leerlingen van harte met het behaalde resultaat. Ook bij de orthopedische schoentechniek kon een aantal leerlingen voor een diploma worden voorgedragen. Dit zijn bij de opleiding Schoentechnisch voorzieningen Erwin van Gompel (De Vroom Orthopedie), William Poh (’s-Heerenloo), Salomon Ruting
44
(Penders Voetzorg) en Safet Mustafic (POM Orthopedische Schoentechniek). Bij de opleiding Leestenmaken zijn de geslaagden Nick Maris (Roessingh Revalidatie Techniek), Walter Meerwijk (Hanssen Footcare), Sil Pater (Oosterbaan Orthopedische Schoentechniek), Adrie Westerhof (Hanssen Footcare) en Guus Waas (Donkersteeg Orthopedische Schoentechniek). Gediplomeerd Orthopedisch Schoentechnicus is geworden Saskia Schreurs (Livit Orthopedie) waarbij opgemerkt moet worden dat nog vijf andere kandidaten hun Proeve van Bekwaamheid hebben gehaald maar nog één of meerdere onderdelen van Nederlands, Engels en rekenen moeten afsluiten. Diploma Dat onze diploma’s begerenswaardig zijn, bleek vorige maand toen een vervalst diploma opdook. Een alerte werkgever stuurde een kopie van het aangeboden document naar de DHTA waarna de zaak aan het rollen kwam. Een heel vervelende situatie voor zowel de werkgever als het opleidingsinstituut, in dit geval het Koning Willem I College in ’sHertogenbosch, dat de diploma’s uitgeeft.
Vakken De minister van OC&W heeft in december besloten dat de vakken Nederlands en rekenen dit jaar geen invloed hebben op het zakken of slagen. Hiermee is voor een groot deel van de examenkandidaten de druk wat deze vakken betreft verminderd. De lessen worden nog steeds aangeboden en ook de toetsen moeten, vanwege de aan te tonen inspanningsverplichting, gemaakt worden. Heel bijzonder is dat het vak Engels voor niveau 4 nog wel met een voldoende moet worden afgesloten om voor diplomering in aanmerking te komen. Om deze, maar ook de andere toetsen, vlotter te kunnen afnemen, worden nieuwe computers aangeschaft en zal binnen korte tijd ook een ‘echt’ toetslokaal beschikbaar komen. Het Open Leercentrum dat tot nu toe werd gebruikt, was, dat mag duidelijk zijn, daar niet voor bedoeld. Open dag Op zaterdag 9 februari jl. was de Open Dag bij de DHTA en konden belangstellenden een kijkje nemen bij de verschillende opleidingen. Veel belangstelling was er voor de Orthopedische Techniek en -Schoentech-
niek, maar er zullen niet snel meer leerlingen naar de opleidingen komen dan de bedrijven sturen. Op zo’n dag word je weer bewust hoe bijzonder deze opleidingen en vooral ook de beroepen zijn. Mocht er in uw bedrijf nog een vacature zijn dan heeft de DHTA nog een lijst met belangstellenden. Gastdocent De vacature voor een docent orthopedische schoentechniek is nog niet ingevuld al vinden hierover al wel gesprekken plaats. De derdejaars leerlingen (AGVS3 en AGVT3) zijn de eerste 12 weken van het schooljaar gezamenlijk opgetrokken. Nu zijn de lessen, zoals gepland, afzonderlijk. De vaktheorie OT gaat verder met knie, heup enz. en de OST verdiept zich in oplossingen in en aan de schoenen. Naast de gastdocenten (waaronder oud-docent Bert Donders) zullen ook de andere docenten OST, Ben van der Linden en Peter Kok, meer betrokken raken bij de opleiding op niveau 4. De beide groepen treffen elkaar nog een keer bij een gastles over de SEMH. Ook de geplande stages voor de leerlingen niveau 4 (AGVS3 en -4) gaan onder auspiciën van de stagecommissie gewoon door. Omdat de derde jaarsgroep zoveel leerlingen bevat, is ervoor gekozen om de groep in tweeën te splitsen voor de stages. Afgesproken is nu dat de groep die een andere week op stage gaat dan gepland, in ieder geval die woensdag wel een lesdag heeft. Hiermee wordt bereikt dat de leerlin-
gen voldoende les krijgen en dat de gastdocenten voor een les maar een keer naar school hoeven te komen. Binnenkort hebben alle leerlingen van de vakgroep Bewegen de tweede voorwaardelijke toets voor de vakken die zij volgen. Deze toetsen moeten met een voldoende zijn gewaardeerd om deel te mogen nemen aan de Proeve van Bekwaamheid. Aangetoond moet worden dat ze de theorie beheersen die ze straks in de praktijk van de Proeve van Bekwaamheid kunnen toepassen. Voor alle examenkandidaten geldt onverlet deze voorwaarde.
Tot slot Tot slot kan worden gemeld dat er ook een aantal contractcursussen staat gepland waaronder voor de therapeutisch elastische kousen (TEK) de cursussen TEK Praktijk (11 en 18 april) en TEK voor arm en hand (geweest op 28 februari jl.) en op verzoek de cursus Behandelkamer Praktijk voor met name de orthopedische schoentechniek (20 en 27 april en 11 en 25 mei). Mocht u vragen of opmerkingen hebben of denkt u mee te kunnen werken als gastdocent, dan nodigen we u van harte uit om contact op te nemen met de DHTA. Ik hoop u in de volgende uitgave verder te kunnen berichten over het verloop van dit schooljaar.
ORTHOPEDISCHE TECHNIEK - april 2013
45
COLOFON
Vakblad van NVOS-Orthobanda Postbus 120, 3760 AC Soest, telefoon: 035-588 04 95. Concept en realisatie GaGa-Republic, Barendrecht. Eindredactie Rob Verwaard (NVOS-Orthobanda), GaGa-Republic. Redactieraad Dr. S. Bus, bewegingswetenschapper, Ing. J.A.P.F. Lavrijsen, Ing. J. Olsman, orthopedisch technoloog, H. Wessendorf, orthopedisch schoentechnicus, J.P.M. De Boer, orthopedisch schoenmaker en Ing. Mark v/d Pluijm, orthopedisch technoloog en docent. Contactadres redactie GaGa-Republic (
[email protected]). Oplage 1.500 exemplaren. Drukkerij JP Offset Duiven. ISSN 2210-7894 Het vakblad Orthopedische Techniek wordt o.a. verspreid onder de leden van NVOS-Orthobanda. Abonnementen kunnen via e-mail
[email protected] worden aangevraagd bij het secretariaat van NVOS-Orthobanda, Eigendomweg 4, 3765 ED Soest. Abonnementsprijs e 38,04 per jaar, exclusief 6% BTW. Losse nummers of extra bewijsnummers zijn beschikbaar op verzoek. Advertentieverkoop NVOS-Orthobanda, Eigendomweg 4, 3765 ED Soest. tel +31(0)35-5880495, FAX +31(0)35-6025170, mail
[email protected]. Aanlevering advertenties voor editie april 2013: uiterlijk 22-02-13.
voor editie september 2013: uiterlijk 12-07-13. voor editie december 2013: uiterlijk 11-10-13. Opzegging van het abonnement dient schriftelijk en minimaal drie maanden voor aanvang van het nieuwe kalenderjaar te geschieden. Dit vakblad verschijnt drie keer per jaar. Voor het geheel of gedeeltelijk overnemen of bewerken van artikelen dient men toestemming te vragen aan de redactie. In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven. Dit vakblad is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. De vereniging en de uitgever zijn niet aansprakelijk voor fouten en/of omissies.
Contact NEDERLAND
Vincent Bergmans +31 653 982 823
[email protected]
Contact PORTUGAL
Madalena Carvalho +351 256 858 359 +351 925 351 831 +351 915 448 826
Specialist in het maken van uw
OSA SCHOENEN
[email protected]
Orthopedics 46
Choose your Shoes is dé naam voor wereldklasse in orthopedisch schoeisel. Met de grote kennis van de markt en jarenlange ervaring, zijn wij uitgegroeid tot wereldwijd de grootste producent en leverancier in onze branche.
In onze 5000m2 grote faciliteit in de Filippijnen produceren wij custom made orthopedische schoenen, supplementen, alle type proefschoenen en vele aanverwante producten. Wij maken gebruik van de nieuwste CAD-CAM technologie voor het ontwerpen en frezen van leesten. Tevens bieden wij een totaalconcept voor 3D scanning, inclusief (product)training. Kwaliteit staat bij Choose your Shoes bovenaan, net als de service naar onze klanten. Het gebruik van onze uitgebreide modellencatalogus op papier en online, tezamen met onze leerbundel, biedt u een professionele ondersteuning in uw advies naar de klant. Graag nemen wij de zorg voor de productie van uw maatproducten uit handen. Zodat u zich geheel kunt toewijden aan úw klanten.
Heeft u interesse in samenwerking? Neem contact op met ons:
[email protected] Tel: (0475) 389 130