Opleidingsgids Techniek Assen Autotechniek locaties A.H.G. Fokkerstraat 7-9 9403 AM ASSEN 088 – 188 3101 Aziëweg 2 9407 TG ASSEN 088 – 188 4911
Drenthe College Techniek Assen Opleidingsgids Autotechniek
1
blz. 1.
Inleiding
3
2.
Opleidingen van de afdeling Techniek Assen
4
3.
Specifieke opleiding 3.1. Indeling opleiding 3.1.1. BOL Portfolio Taal op het Drenthe College Tijdsduur BPV/stage Opbouw leerjaren Jaarrooster 3.1.2. BBL Portfolio Taal op het Drenthe College Tijdsduur BPV/werk Opbouw leerjaren 3.2. Opleidingskosten 3.2.1. Te betalen via school 3.2.2. Zelf aanschaffen
5 7 7 8 8 9 9 9 9 10 10 10 11 11 11 11 12 12
4.
Leerlingbegeleiding
13
5.
Beoordeling en examinering
15
Drenthe College Techniek Assen Opleidingsgids Autotechniek
2
1. Inleiding In deze opleidingsgids vind je informatie over een aantal belangrijke zaken rond je opleiding. Er zal o.a. worden uitgelegd hoe de opleiding georganiseerd is. In het tweede hoofdstuk vind je een overzicht van alle opleidingen die bij Techniek Assen worden aangeboden. In het derde hoofdstuk vind je een aantal algemene gegevens over de beroepsrichting die je hebt gekozen, de manier van leren in het middelbaar beroepsonderwijs, dus ook bij het Drenthe College, en over de opbouw van de leerjaren. Ook lees je in dit hoofdstuk bijzonderheden over de lessen, de stage en over de opleidingskosten. Wij willen elke student zoveel mogelijk helpen om met succes de opleiding af te ronden. In hoofdstuk 4 is te lezen hoe de studedieloopbaanbegeleiding bij het Drenthe College is geregeld. In hoofdstuk 5 staat de beoordeling en examinering centraal.
Drenthe College Techniek Assen Opleidingsgids Autotechniek
3
2. Opleidingen van de afdeling Techniek Assen Bij de afdeling Techniek Assen kunnen de volgende opleidingen worden gevolgd: Locatie Fokkerstraat: Assistent meubelmaker/machinale houtbewerking, niveau 1 Assistent timmerindustrie, niveau 1 Assistent mobiliteitsbranche, niveau 1 Werktuigbouwkunde (metaalbewerker), niveau 2 Elektrotechniek (monteur elektrotechnische installaties), niveau 2 Installatietechniek (monteur werktuigkundige installaties), niveau 2 Autotechniek, niveau 2 Bedrijfsautotechniek, niveau 2 Meubelmaker, niveau 2 Machinaal houtbewerker timmerindustrie, niveau 2 Constructiewerker, niveau 3 Installatietechniek (eerste monteur werktuigkundige installaties), niveau 3 Bouwkunde/vormgeving en architectuur, niveau 4 Autotechniek (technisch specialist personenauto’s), niveau 4 Autotechniek (technisch specialist bedrijfsauto’s), niveau 4 Autotechniek (werkplaatsmanagement mobiliteitsbranche), niveau 4 Elektrotechniek (leidinggevend monteur elektrotechnische installaties), niveau 4 Installatietechniek (leidinggevend monteur werktuigkundige installaties), niveau 4 Locatie Aziëweg: Assistent schilderen/industriële lakverwerking, niveau 1 Schilder, niveau 2 Gezel schilder, niveau 3
Drenthe College Techniek Assen Opleidingsgids Autotechniek
4
3. Opleiding autotechniek Korte omschrijving De autotechniek speelt zich af in personenautobedrijven. In de werkplaats, om precies te zijn. Er zijn verschillende personenautobedrijven: Dealerbedrijven: Deze verkopen, onderhouden en repareren één merk (of meerdere merken) auto’s. Hiervoor hebben ze een contract met de importeur van het merk. De dealers moeten voldoen aan regels die de importeur stelt. Bijvoorbeeld de showroom moet op een bepaalde manier worden ingericht. Universele bedrijven: Deze bedrijven zijn niet merkgebonden. Zij verkopen, onderhouden en repareren alle mogelijke automerken. De universelen zijn vrij in de inrichting van hun bedrijf. Snelservicebedrijven: Deze doen snelle vervangingen en reparaties, maar verkopen geen auto’s. Personenautobedrijven hebben meestal een receptie, verkoopafdeling, werkplaats en magazijn. Bij de receptie vertellen klanten hun wens of vraag. Op de verkoopafdeling worden (nieuwe) auto’s verkocht en de werkplaats repareert en onderhoudt auto’s van klanten. In het magazijn liggen de onderdelen die nodig zijn voor reparaties en onderhoud. In de werkplaats werken meestal meerdere personen. In kleine bedrijven ben je soms met z’n drieën, in grote bedrijven soms wel met 20 collega’s. Deze medewerkers werken op verschillend niveau. Naast assistenten (AMB’ers) kom je er de volgende mensen tegen: Niveau 2: autotechnicus Niveau 3: Eerste autotechnicus (“eerste” betekent dus van hoger niveau) Niveau 4: Technisch specialist personenauto’s Op alle niveaus houd je je bezig met het onderhouden en repareren van personenauto’s. Je (de)monteert en vervangt onderdelen en stelt deze af. Naarmate je op een hoger niveau werkt, worden de klussen moeilijker. Zo doe je als autotechnicus veel standaard onderhoudsbeurten en eenvoudige reparaties, maar de technisch specialist personenauto’s lost ook grotere problemen op en weet alles van computersystemen in de auto. Welke taken je in de werkplaats uitvoert, hangt niet alleen af van je opleidingsniveau. Als je op een bepaald gebied heel goed bent of je hebt er speciale belangstelling voor, dan speelt dat ook een rol. Als je taken samen met een andere technicus uitvoert, heeft de meest ervaren en hoogst opgeleide technicus in principe de leiding. Waar ga je werken? Als autotechnicus een eerste autotechnicus kun je aan het werk in kleinere personenautowerkplaatsen of bij een groter bedrijf (merkdealer). Technisch specialisten personenauto’s komen meestal terecht bij een grotere werkplaats. Wat doe je als autotechnicus? Als autotechnicus doe je eenvoudigere taken: Je voert standaard onderhoudsbeurten uit. Denk aan: banden, uitlaat, accu, schokdempers en remmen controleren, olie en andere vloeistoffen bijvullen of
Drenthe College Techniek Assen Opleidingsgids Autotechniek
5
verversen, lampen bijstellen, remmen reinigen, distributieriem, oliefilter, luchtfilter of brandstoffilter vervangen. Je maakt nieuwe en gebruikte auto’s klaar voor aflevering aan de klant. Je voert eenvoudige reparaties uit. Je monteert eenvoudige accessoires, zoals een trekhaak of radio. In auto’s zit steeds meer elektronisch gestuurde apparatuur. Je bent dan ook steeds minder bezig met “zwarte handen” en “sleutelen”, maar meer met elektronica. Een belangrijk deel van je werk is het stellen van een goede diagnose. Daarvoor kun je allerlei moderne apparatuur gebruiken. Natuurlijk heb je nog (hand)gereedschap nodig, maar de elektronica wint steeds meer terrein. Vaak zijn je taken voor een dag van te voren ingepland. Het komt natuurlijk ook voor dat onverwacht een klant binnenkomt met een storing aan zijn auto, die snel verholpen moet worden. In beide gevallen krijg je een werkorder met de klacht die je moet oplossen. Dit doe je zelfstandig, je controleert je eigen werk en soms doet een leidinggevende de controle. Ook overleg je met klanten, bijvoorbeeld als je bij een reparatie over de geplande tijd en kosten heengaat. Daarom moet je, behalve technisch, ook klantvriendelijk zijn. Verder is een goede autotechnicus nauwkeurig, initiatiefrijk, collegiaal en let hij op de kosten. Wat doe je als Eerste Autotechnicus? Als eerste autotechnicus werk je op een hoger niveau dan de autotechnicus. Je doet de onderhoudsbeurten, diagnoses en reparaties waar wat meer bij komt kijken, bijvoorbeeld omdat een auto een lastige storing vertoont. Je monteert (elektronische) accessoires zoals carkits, alarmsystemen en meer ingewikkelde audiovisuele systemen en trekhaken. Je wisselt met de klant informatie uit over de werkzaamheden (je maakt bijvoorbeeld proefritten). Je vertelt leerlingen en collega’s wat ze moeten doen en springt bij als zij vastlopen in hun werk. Je bent eindverantwoordelijk voor het werk van minder ervaren collega’s. Net als de autotechnicus heb je veel te maken met elektronica. Voor onderhoud en reparaties gebruik je vaak speciale gereedschappen en apparatuur. Daarvoor moet je nauwkeurig en voorzichtig zijn. Om goed met je collega’s en klanten te kunnen omgaan, heb je communicatieve vaardigheden nodig. Als je een proefrit maakt met een klant, moet je in heldere taal met hem praten en doorvragen over het probleem aan zijn auto. Wanneer je opdrachten overdraagt aan collega’s, moet dat ook duidelijk gebeuren, en op de juiste toon. Wat doe je als Technisch Specialist Personenauto’s? Als technisch specialist personenauto’s ben je de technische topper in de personenautowerkplaats. Je bent gespecialiseerd in de complexe diagnoses en reparaties en je spoort “vage” klachten op, waarvan de oorzaak moeilijk te vinden is. Denk aan geluid, trilling en rij-eigenschappen. Je zoekt creatief naar oplossingen, je hebt inzicht in technische systemen en vooral analytisch vermogen. Je weet alles van computersystemen in de auto en digitale
Drenthe College Techniek Assen Opleidingsgids Autotechniek
6
communicatie. Bovendien wissel je technische informatie uit met externe specialisten en leveranciers. Zo nodig breng je die informatie op jouw beurt over op je collega’s. Ook ben je een belangrijk aanspreekpunt voor de klant. Jij kunt de klant vanuit jouw specialisme uitleggen dat een reparatie nodig is. Daarnaast doe je de bijbehorende administratie. Als technisch specialist personenauto’s moet je behoorlijk allround zijn: technisch deskundig, analytisch, verantwoordelijk, klantgericht en communicatief. Je moet kunnen plannen en de kosten in de gaten houden. Wat heb je nodig om de verschillende opleidingen te kunnen volgen? Waar moet je van houden als je één van deze beroepen wilt kiezen? Je houdt van: mooie auto’s, techniek, snelheid, dynamiek, oplossen van technische problemen, toepassen van nieuwe technologieën, verantwoordelijkheid nemen voor je eigen werk, werken in ruimten met meerdere collega’s, klanten blij maken, afwisseling, doorgroeimogelijkheden. Aan het werk: wat wordt er van je verwacht? Wat moet je allemaal kunnen als je de arbeidsmarkt op gaat? Hoe hoger het niveau waarop je werkt, hoe meer je in huis moet hebben. Als autotechnicus moet je bijvoorbeeld technische kennis kunnen toepassen, de uitvoering van je werk plannen, klantvriendelijk zijn en samenwerken met collega’s. Als eerste autotechnicus en technisch specialist personenauto’s moet je daarnaast ook nog complexe diagnoses kunnen stellen, collega’s aansturen en ondersteunen, klanten overtuigen, schrijven rapporteren. Ook heb je op alle niveaus enige talenkennis nodig want (montage)instructies zijn soms geschreven in het Duits of Engels. 3.1. Indeling opleiding Er zijn twee soorten beroepsopleidingen: de beroepsopleidende leerweg (BOL) en de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). De leerwegen verschillen, maar in beide gevallen gaat het om een studiebelasting van 1600 uur per jaar. (Studiebelasting = tijd op school + tijd op de stageplaats of werkplek + tijd die nodig is voor huiswerk e.d.) De beroepsopleidende leerweg (afgekort als BOL): dit is volledig dagonderwijs, want er is minimaal 850 uur op school en op de stageplaats doorgebracht. De BOL kent een praktijkdeel (stage) van meer dan 20% en minder dan 60% van de studieduur. De beroepsbegeleidende leerweg (afgekort als BBL): omvat een praktijkdeel van 60% of meer van de studieduur. Je gaat gemiddeld één dag per week naar school en daarnaast heb je een baan. Een BBL opleiding is dus geen volledig dagonderwijs en daarom zijn de wet van studiefinanciering en de wet tegemoetkoming studiekosten hierop niet van toepassing. 3.1.1. BOL Hoe ga je leren? In de opleiding wordt gewerkt aan de hand van beroepstaken. Dit is een manier van leren waarbij je in de (beroeps)praktijk leert. Je maakt zelfstandig of in kleine groepjes opdrachten. De beroepstaken sluiten aan bij de kerntaken en werkprocessen. Drenthe College Techniek Assen Opleidingsgids Autotechniek
7
Naast de beroepsgerichte taken werk je aan algemene taken in het kader van Leren, Loopbaan en Burgerschap. Ook wordt er tijdens de opleiding aandacht besteed aan reken- en taalvaardigheden en sport. Tijdens de opleiding leer je niet alleen binnen de school. Tijdens de beroepspraktijkvorming (BPV, stage) werk je in een bedrijf of instelling. Je bent zelf verantwoordelijk voor wat je leert en hoe je dat leert. Je wordt hierin begeleid door de studieloopbaanbegeleider. Door het maken van de taken, het volgen van lessen/workshops en het opdoen van werkervaring leer je de competenties die je nodig hebt om het diploma te kunnen behalen. Portfolio Als je een taak hebt afgerond heb je daar materialen van. Deze bewijzen bewaar je in een map. Dit is de map “mijn traject”. Deze map laat zien welke competenties je met welke taken gehaald hebt en aan welke competenties je nog moet gaan werken. Na waardering van de opdrachten kun je er voor kiezen om deze in je portfolio te plaatsen. Je bent zelf verantwoordelijk voor de inhoud en de kwaliteit van je portfolio. Je volgt zelf je eigen vorderingen en je denkt erover na. In je portfolio zitten ook verslagen over portfoliogesprekken, je stappenplannen, je persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en je persoonlijk activiteitenplan (PAP). Taal op het Drenthe College Wat heb je aan talen? Je hebt ervoor gekozen om bij het Drenthe College een beroepsopleiding te volgen. Tijdens je opleiding werk je aan leerdoelen die je nodig hebt om later goed je beroep te kunnen uitoefenen. Dat geldt ook voor talen. Als je leert, heb je de Nederlandse taal nodig. Ook is Nederlands van belang om mee te doen in de samenleving en om je te blijven ontwikkelen als werknemer. En als je een leuke baan wilt, is het belangrijk dat je je vreemde talen spreekt. Het Nederlandse bedrijfsleven onderhoudt veel contacten met het buitenland. En zeker in het grensgebied van Drenthe kun je niet zonder een vreemde taal. Je komt vast en zeker in aanraking met buitenlanders en dan wordt er ook van je verwacht dat je je talen spreekt. Hoe leer je een taal? Vooral door de taal te gebruiken! Dat gaan we dan ook doen op het Drenthe College. Je leert hoe je jouw beroep gaat uitoefenen en hoe belangrijk taal daarbij is. Dat betekent dat we met taal aan de slag gaan. Tijdens lessen, op de werkvloer maar ook thuis. Je houdt een taalportfolio bij. Hierin bewaar je je taalopdrachten zoals geschreven brieven en gespreksverslagen. Deze opdrachten kunnen geïntegreerde opdrachten zijn. Dat zijn opdrachten die je doet voor je opleiding waarin ook een taalopdracht zit. Wat moet je allemaal weten van een taal? Voor die vraag kun je het beste terecht bij je docent(e). Maar we kunnen er wel kort iets over zeggen. Elke beroepsopleiding kent taaleisen waar je aan moet voldoen. Deze zijn uitvoerig beschreven volgens het Europees Referentiekader. We kennen zes taalniveaus en ze zijn voor alle landen in Europa hetzelfde. Daarnaast zijn er vijf Drenthe College Techniek Assen Opleidingsgids Autotechniek
8
taalvaardigheden: luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven. Van je leraar hoor je aan welke niveaus je moet voldoen voor de verschillende taalvaardigheden. En welke taaltaken daarbij horen. Om je taalniveau in het algemeen te verbeteren, kunnen alle deelnemers van het Drenthe College de methode Taalblokken gebruiken. Tijdsduur De opleiding op niveau 2 duurt 2 jaar en de opleiding op niveau 4 duurt 4 jaar. BPV/stage Gedurende de opleiding zijn er meerdere stageperiodes. Tijdens de opleiding wordt je hierover nader geïnformeerd. Opbouw leerjaren Niveau 2: Leerjaar
Blok 1
Blok 2
Blok 3
Blok 4
1
4 dagen school
1 dag school 4 dagen BPV
4 dagen school
1 dag school 4 dagen BPV
2
1 dag school 4 dagen BPV
4 dagen school
1 dag school 4 dagen BPV
4 dagen school
Leerjaar
Blok 1
Blok 2
Blok 3
Blok 4
1
5 dagen school
5 dagen school
1 middag school 4 dagen BPV
5 dagen school
2
5 dagen school
1 middag school 4 dagen BPV
5 dagen school
5 dagen school
Niveau 4:
Drenthe College Techniek Assen Opleidingsgids Autotechniek
9
3 en 4
meer informatie volgt tijdens de opleiding
meer informatie volgt tijdens de opleiding
meer informatie volgt tijdens de opleiding
meer informatie volgt tijdens de opleiding
Jaarrooster Zie bijlage. 3.1.2. BBL Hoe ga je leren? In de opleiding wordt gewerkt aan de hand van beroepstaken. Dit is een manier van leren waarbij je in de (beroeps)praktijk leert. Je maakt zelfstandig of in kleine groepjes opdrachten. De beroepstaken sluiten aan bij de kerntaken en werkprocessen. Naast de beroepsgerichte taken werk je aan algemene taken in het kader van Leren, Loopbaan en Burgerschap. Ook wordt er tijdens de opleiding aandacht besteed aan reken- en taalvaardigheden en sport. Tijdens de opleiding ga je één dag per week naar school. Verder werk je in een bedrijf of instelling. Je bent zelf verantwoordelijk voor wat je leert en hoe je dat leert. Je wordt hierin begeleid door de studieloopbaanbegeleider. Door het maken van de taken, het volgen van lessen/workshops en het opdoen van werkervaring leer je de competenties die je nodig hebt om het diploma te kunnen behalen. Portfolio Als je een taak hebt afgerond heb je daar materialen van. Deze bewijzen bewaar je in een map. Dit is de map “mijn traject”. Deze map laat zien welke competenties je met welke taken gehaald hebt en aan welke competenties je nog moet gaan werken. Na waardering van de opdrachten kun je er voor kiezen om deze in je portfolio te plaatsen. Je bent zelf verantwoordelijk voor de inhoud en de kwaliteit van je portfolio. Je volgt zelf je eigen vorderingen en je denkt erover na. In je portfolio zitten ook verslagen over portfoliogesprekken, je stappenplannen, je persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en je persoonlijk activiteitenplan (PAP). Taal op het Drenthe College Wat heb je aan talen? Je hebt ervoor gekozen om bij het Drenthe College een beroepsopleiding te volgen. Tijdens je opleiding werk je aan leerdoelen die je nodig hebt om later goed je beroep te kunnen uitoefenen. Dat geldt ook voor talen. Als je leert, heb je de Nederlandse taal nodig. Ook is Nederlands van belang om mee te doen in de samenleving en om je te blijven ontwikkelen als werknemer. En als je een leuke baan wilt, is het belangrijk dat je je vreemde talen spreekt. Het Nederlandse bedrijfsleven onderhoudt veel contacten met het buitenland. En zeker in het grensgebied van Drenthe kun je
Drenthe College Techniek Assen Opleidingsgids Autotechniek
10
niet zonder een vreemde taal. Je komt vast en zeker in aanraking met buitenlanders en dan wordt er ook van je verwacht dat je je talen spreekt. Hoe leer je een taal? Vooral door de taal te gebruiken! Dat gaan we dan ook doen op het Drenthe College. Je leert hoe je jouw beroep gaat uitoefenen en hoe belangrijk taal daarbij is. Dat betekent dat we met taal aan de slag gaan. Tijdens lessen, op de werkvloer maar ook thuis. Je houdt een taalportfolio bij. Hierin bewaar je je taalopdrachten zoals geschreven brieven en gespreksverslagen. Deze opdrachten kunnen geïntegreerde opdrachten zijn. Dat zijn opdrachten die je doet voor je opleiding waarin ook een taalopdracht zit. Wat moet je allemaal weten van een taal? Voor die vraag kun je het beste terecht bij je docent(e). Maar we kunnen er wel kort iets over zeggen. Elke beroepsopleiding kent taaleisen waar je aan moet voldoen. Deze zijn uitvoerig beschreven volgens het Europees Referentiekader. We kennen zes taalniveaus en ze zijn voor alle landen in Europa hetzelfde. Daarnaast zijn er vijf taalvaardigheden: luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven. Van je leraar hoor je aan welke niveaus je moet voldoen voor de verschillende taalvaardigheden. En welke taaltaken daarbij horen. Om je taalniveau in het algemeen te verbeteren, kunnen alle deelnemers van het Drenthe College de methode Taalblokken gebruiken. Tijdsduur De opleiding op niveau 2 duurt 2 jaar en de opleiding op niveau 4 duurt 4 jaar. BPV/werk Tijdens de opleiding ga je één dag per week naar school. De andere vier dagen van de week werk je bij je werkgever. Opbouw leerjaren Leerjaar
Blok 1
Blok 2
Blok 3
Blok 4
alle
1 dag school 4 dagen BPV
1 dag school 4 dagen BPV
1 dag school 4 dagen BPV
1 dag school 4 dagen BPV
Jaarrooster Zie bijlage. 3.2. Opleidingskosten Iedere deelnemer van het Drenthe College is een bijdrage in de studiekosten verschuldigd. De samenstelling en de omvang van de te betalen studiekosten zijn afhankelijk van de opleiding die wordt gevolgd. De totale studiekosten bestaan uit diverse onderdelen. Lesgeld of cursusgeld Drenthe College Techniek Assen Opleidingsgids Autotechniek
11
Voor iedereen die op 1 augustus 2009 18 jaar of ouder is en zich met een onderwijskaart inschrijft aan de voltijds beroepsopleidende leerweg in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) moet lesgeld worden betaald. Het lesgeld voor het schooljaar 2009-2010 bedraagt € 1013, Dit wordt rechtstreeks voldaan aan de IB-groep. Wanneer wordt deelgenomen aan een deeltijd opleiding moet cursusgeld worden betaald aan het Drenthe College. Programmakosten Naast lesgeld of cursusgeld zijn er nog andere kosten verbonden aan het volgen van een opleiding. Denk hierbij aan de kosten van fotokopieën, stagemappen, projectwijzers e.d. Voor sommige opleidingen kan tegen gereduceerd tarief gereedschap, kleding en andere materialen worden aangeschaft. Deze kosten horen bij het opleidingsprogramma dat wordt gevolgd en heten daarom programmakosten. Voor de programmakosten ontvangt u een acceptgirokaart van het Drenthe College. Huur kluisjes In alle locaties van het Drenthe College zijn kluisjes te huur. De huurprijs voor een kluisje bedraagt € 7,00. Daarnaast moet er € 5,00 borg worden betaald. Deze kosten dienen aan het Drenthe College te worden voldaan. Aan het begin van het schooljaar ontvangt u informatie over de wijze van betaling. 3.2.1. Te betalen via school (programmakosten) Zie bijlage. 3.2.2. Zelf aanschaffen Voor boekenlijst zie bijlage.
Drenthe College Techniek Assen Opleidingsgids Autotechniek
12
4.
Leerlingbegeleiding
1e lijns leerlingbegeleiding -> de teams Taken Het is de bedoeling dat iedere leerling bij het Drenthe College gedurende de gehele schoolloopbaan een vaste studieloopbaanbegeleider heeft. Daarmee worden alle onderwerpen besproken die van belang zijn voor het opleidingstraject: intake, keuzes die gemaakt moeten worden, studievoortgang, het portfolio, de stages. Wanneer er in de privé situatie van een leerling omstandigheden zijn die de studie beïnvloeden wordt dat ook in eerste instantie met de studieloopbaanbegeleider besproken. Afhankelijk van de aard van de problemen kan dan een adviseur 2e lijn of studie loopbaan service (SLS) worden ingeschakeld. Signaleren Het begeleiden van problemen begint met het signaleren dat er problemen zijn. Bij dat signaleren zijn docenten en studieloopbaanbegeleider erg belangrijk, ze zijn er doorgaans ook heel bedreven in. Vervolgens rijst vaak de vraag waar men terecht kan: nu, dat is bij de adviseur 2e lijn of bij studie loopbaan service (SLS). Zij kennen indien nodig ook de weg naar externe hulpverlening. 2e lijns leerlingbegeleiding -> de adviseurs 2e lijn Taken Wanneer een leerling dreigt vast te lopen in een opleiding om redenen die betrekkelijk ver van de opleiding af staan (bijvoorbeeld omdat de vooropleiding tekort schiet of door problemen thuis) kan de leerling in overleg met, of op advies van, de studieloopbaanbegeleider terecht bij de adviseurs 2e lijn. Daar kan de leerling ook terecht voor voorlichting of advies over studie- en beroepskeuze, of met vragen over studiefinanciering. In geval van specifieke problematiek bij leerlingen kan de adviseur 2e lijn voor advies of ondersteuning SLS inschakelen. Naast leerlingbegeleiding ligt er voor de adviseurs 2e lijn een taak bij het beantwoorden van vragen over specifieke opleidingen; doorgaans is de opleidingsmanager daarvoor echter de eerst aangewezene. Contacten De adviseur 2e lijn onderhoudt onder meer contacten met Leerplicht. Op basis van een door het Drenthe College met de leerplicht afgesloten convenant, moet dreigende uitval vooraf tijdig worden gemeld. Wanneer er sprake is van daadwerkelijke uitval, tekent de adviseur 2e lijn als laatste het mutatieformulier; pas daarmee wordt de mutatie definitief. Adviseurs 2e lijn kunnen leerlingen bij de zorgcoördinator aanmelden ter bespreking in het Zorgadviesteam (vooralsnog alleen Emmen). Bereikbaarheid adviseurs 2e lijn Assen, Fokkerstraat 7-9
Drenthe College Techniek Assen Opleidingsgids Autotechniek
Haye de Jong
13
3e lijns leerlingbegeleiding -> StudieLoopbaanService Taken Binnen SLS zijn de volgende expertisegebieden ondergebracht. • Remedial Teaching (met name onderzoek en advies rond dyslexie); • Steunpunt Studie & Handicap (met name Leerling Gebonden Financiering); • Loopbaanadvies (o.m. advisering niet-weters en persoonlijkheidsonderzoek); • Faalangstreductietraining; • Zorgcoördinatie (o.m. ZorgAdviesTeam en instroom vanuit RMC). Tevens is, op projectbasis, DiOr ondergebracht bij SLS. DiOr (een 9-weeks traject voor Diagnose en Oriëntatie) richt zich op leerlingen van niveau 2 en hoger die hun opleiding dreigen af te breken zonder dat ze een nieuwe keus hebben gemaakt. Aanmeldingen van leerlingen bij SLS kan alleen aan de hand van een heldere vraagstelling. Naast begeleidingstaken adviseert SLS de organisatie omtrent leerlingbegeleiding. NB Indien nodig kunnen externe deskundigen worden ingeschakeld. Bijvoorbeeld voor specifieke begeleiding en ondersteuning, voor het aanbrengen van voorzieningen, etc. SLS onderhoudt intensieve contacten met deze instanties. Contacten Met name de Zorgcoördinatoren zitten midden in het netwerk van externe (hulpverlenende) instanties. Denk aan GGZ, Jeugdzorg, Maatschappelijk Werk, Leerplicht, verslavingszorg, wijkagent enzovoort. Sommige instanties organiseren, om de onderlinge samenwerking te intensiveren, spreekuren binnen de muren van het Drenthe College. Ook contacten om een warme overdracht van zorg- en risicoleerlingen mogelijk te maken liggen bij de zorgcoördinatoren. Bereikbaarheid SLS Assen, Fokkerstraat 7-9 * Zorgcoördinatie * Loop baanadvies / testen en faalangstreductietraining * Remedial Teaching * Steunpunt Studie & Handicap * Diagnose en Oriëntatie
Drenthe College Techniek Assen Opleidingsgids Autotechniek
Marcel Glöckner Elly de Graaff Petra de Mos / Marjolein Pieper Boele Geerts / Petra de Mos (ICT opl.) Johanna Visser (DiOr)
14
5.
Beoordeling en examinering
Beoordeling De hele procedure zal gaan via het digitale systeem Trajectplanner. Alle projecten zijn geschreven op verschillende niveaus. Alleen de projecten geschreven op eindniveau komen in aanmerking voor examineren. Je kiest een project. Ieder project bestaat uit verschillen 3 fasen. Na iedere fase vraag je om een “go” van jouw begeleider integrale opdrachten. (Dit is de vakdocent die het project begeleid) . Fase 1 de voorbereiding (stap 1 t/m 3) Fase 2 de uitvoering (stap 4 t/m 6) Fase 3 evaluatie (stap 7) Als je je (onderdelen van)het project af hebt stuur je de bewijzen digitaal via Trajectplanner op ter beoordeling. Via een koppeling in Trajectplanner tussen project en docent(en) komen de bewijzen bij de juiste persoon terecht. Je weet niet van te voren welke docent(en) jouw werk zal (zullen) beoordelen (onafhankelijkheid) maar je kunt dit achteraf wel zien zodat je bij onduidelijkheid altijd om een toelichting kan vragen. De bewijzen die opgestuurd moeten worden zijn aangegeven in het project met een *. De docent/beoordelaar heeft gezien/gecontroleerd dat je het product zelf hebt gemaakt/ de opdracht zelf heeft uitgevoerd. Na iedere fase geeft de docent een “go/no go”. Dit betekent dat de bewijzen zijn ingeleverd en dat de docent ze heeft gezien. De beoordeling van de kwaliteit vindt aan het eind plaats waarbij de beoordelaar (het vak docent die dit project heeft begeleid) de competenties beoordeeld. Competenties behaald in eerdere stappen kunnen eerder worden beoordeeld. De competenties zijn gekoppeld aan de projecten. In het overzicht moeten voor examineren minimaal 2 projecten/beroepstaken zichtbaar zijn waarbij alle competenties op eindniveau zijn beoordeeld (groen zijn). Competenties worden beoordeeld op waargenomen gedrag. In het vakje “notities” (Trajectplanner) heeft de beoordelaar ingevuld wat hij/zij heeft gezien en waarom hij/zij het voldoende vindt of niet. De beschrijving refereert aan de prestatie indicatoren uit het kwalificatiedossier. Het kan zijn dat het uiteindelijke niveau van de competentie hoger ligt dan het gevraagde niveau. De beoordelaar zal dan ook aangeven wat hij voor gedrag heeft gezien waardoor hij tot deze beoordeling komt. Criteria zijn, zoals gezegd, de prestatie indicatoren uit het kwalificatie dossier, deze zijn ook te zien bij de beoordeling voor zowel de beoordelaar als voor jou. (Trajectplanner, “mijn opleiding”) Er is zichtbaar, als je de overzichten opent, wie de beoordeling heeft ingevuld. Alleen bevoegde docenten (docenten die toegang hebben tot het betreffende project) kunnen bij de documenten komen om de beoordelingen invullen. Als je jouw bewijslast hebt ingevoerd ter beoordeling, kan het document niet meer aangepast worden en zit het definitief ingevoerd. Datum en tijd van het inlevermoment staan vermeld. Drenthe College Techniek Assen Opleidingsgids Autotechniek
15
Bewijslast voor examineren Beoordeling werkproces waarin door middel van minimaal 2 projecten/beroepstaken op eindniveau bewezen is dat de deelnemer dit werkproces in twee verschillende contexten heeft laten zien. In totaal zijn alle werkprocessen 2 keer met voldoende beoordeeld. Deze werkprocessen zijn uitgevoerd in minimaal 2 projecten. De onderliggende producten liggen vast in Trajectplanner. Ook de reflectie is zichtbaar in stap 7. Overzicht van de werkprocessen waarbij minimaal 2 projecten alle competenties met voldoende zijn beoordeeld (deze zijn dan groen) Bewijslast ingeleverd door de deelnemer bij deze projecten (deze geven ook de context aan waarin deze projecten zijn uitgevoerd).
Drenthe College Techniek Assen Opleidingsgids Autotechniek
16