Aan de Raad
OPINIERONDE
Made, 28 februari 2012
5 april 2012
Agendapuntnummer: 6 Raadsvergadering 19 april 2012
Registratienummer:
12int00750 Casenr: 12.00277 Onderwerp:
Bodembeheernota gemeente Drimmelen en bodemkwaliteitskaart regio Brabant. Portefeuillehouder:
Bijlagen:
Ter inzage:
M. Vos-Kroeze
1. Raadsbesluit 2. Bodembeheernota gemeente Drimmelen
1. Bodemkwaliteitskaart regio Brabant 2. Veldgids
Ambtelijke coördinatie:
Grondgebied Steller:
K.A. van Twist SAMENVATTING
Actualisatie van de huidige bodemkwaliteitskaart en bodembeheersplan zou uiterlijk 26 mei 2010 moeten plaatsvinden. Omdat per 1 juli 2008 het Besluit Bodemkwaliteit en de bijbehorende Regeling Bodemkwaliteit van kracht zijn geworden is besloten in te steken op de nieuwe wetgeving; zijnde het Besluit Bodemkwaliteit als opvolger van het Bouwstoffenbesluit. Kosten hiervoor bedroegen vanaf 2009 t/m heden heeft de € 6.837,10 excl. BTW. Gelet op het voorstel om de bermen in het buitengebied van de gemeente Drimmelen aan te gaan duiden als een fictieve zone, dienen conform de richtlijn er éénmalig 20 grondboringen (incl. analyse) in het totale gebied te worden verricht om de kwaliteit (chemisch-analytisch) van de bermen binnen onze gemeentegrenzen te kunnen bepalen, zodat daarna de grond die vrijkomt in de bermen van het buitengebied in al de gelijkwaardige bermen van het buitengebied binnen onze gemeentegrenzen kan worden toegepast. Vermoedelijk zullen de kosten hiervan komen op een bedrag circa € 5.000,- excl. BTW. De totaalkosten komen dan uit op circa € 11.837,10 Algemeen: In verband met de voorgesteld aanpassing van het beleid voor bermen buiten de bebouwde kom binnen de grenzen van de gemeente Drimmelen komt het eerder (6 december 2011) aan uw raad voorgelegde raadsvoorstel “Bodembeheernota gemeente Drimmelen en bodemkwaliteitskaart regio Brabant” te vervallen! Inleiding: De geldigheid van onze huidige bodemkwaliteitskaart en bodembeheersplan liep per 26 mei 2010 af. Actualisatie hiervan zou 5 jaar na inwerkingtreding (26 mei 2010) plaats moeten vinden. Omdat per 1 juli 2008 het Besluit Bodemkwaliteit en de bijbehorende Regeling Bodemkwaliteit van kracht zijn geworden is door ons college medio 2009 besloten de actualisatie van de vigerende bodemkwaliteitskaart en bodembeheersplan gemeente Drimmelen achterwege te laten en in te steken op de nieuwe wetgeving; zijnde het Besluit Bodemkwaliteit als opvolger van het Bouwstoffenbesluit. Besluit bodemkwaliteit: Het Besluit bodemkwaliteit heeft het bodembeleid ingrijpend veranderd. De grootste verandering is dat grond niet overal meer zonder meer mag worden toegepast.
12int00750
Bij elk grondverzet groter dan 50 m3 dient een bodemonderzoek (zgn. AP04-onderzoek) te worden verricht. Daarnaast was het niet meer mogelijk grond in elk gebied her te gebruiken ook al komt deze grond uit hetzelfde gebied. Het Besluit Bodemkwaliteit bevat een eenduidig beleidskader voor alle toepassingen van grond en bagger (en bouwstoffen) op of in de bodem of in oppervlaktewater. Ook streeft het Besluit Bodemkwaliteit naar Duurzaam Bodembeheer, een balans tussen de bescherming van de bodemkwaliteit en ruimte voor ontwikkelingen. Door deze wijzigingen hebben de regiogemeenten Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Breda, Dongen, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Gilze-Rijen, Oosterhout, Werkendam en Woudrichem medio 2009 ambtelijk de samenwerking gezocht en gekozen voor gebiedspecifiek bodembeleid. Om hiervoor te kiezen kan meer grond binnen de regio worden hergebruikt zonder daarmee de duurzaamheid van de bodem aan te tasten. Het duurzaam bodembeheer wordt met het nieuwe beleid afgestemd op het beoogde gebruik. Dat wil zeggen dat binnen een bepaald gebied met grond mag worden geschoven zodat deze op die plaats wordt toegepast waar deze de minste risico’s oplevert. Door samenwerking met andere gemeenten wordt het werkbaar grondgebied groter. Hierdoor wordt op primaire grondstoffen bespaard en omdat de grond niet elke keer meer hoeft te worden onderzocht levert dat tijdwinst en financiële voordelen op.De regionale samenwerking richt zich op het erkennen van elkaars bodemkaarten om te komen tot een groot werkbaar grondgebied. De mogelijkheden voor toepassing van grond en bagger worden vertaald in de regionale bodemkwaliteitskaart en het gemeentelijke bodembeheersplan. Hiervoor diende ieder afzonderlijk college van burgemeester en wethouders van de deel-nemende gemeenten een bodemfunctiekaart voor haar gemeente vast te stellen. Door ons college is de bodemfunctiekaart voor onze gemeente op 23 maart 2010 vastgesteld. Hierna is begonnen met het verder uitwerken en opstellen van de bodemkwaliteitskaart en het gemeentelijke bodembeheersplan. Deze documenten zijn gereed waarin het nieuwe gebiedspecifieke beleid voor de 11 samenwerkende gemeenten is opgenomen. De regionale bodemkwaliteitskaart sluit aan op de bodemkwaliteitskaart die de gemeente Tilburg heeft. Daardoor is het na vaststelling door ons college mogelijk om vanuit de regio grond met de gemeente Tilburg uit te wisselen. Overgangsbeleid: Onze gemeente maakt in deze gebruik van het overgangsrecht voor bodemkwaliteitskaarten zoals beschreven in artikel 76 van het Besluit bodemkwaliteit. Tot het moment van vaststeling van de regionale bodemkwaliteitskaart kon door onze gemeente gebruik worden gemaakt van de huidige bodemkwaliteitskaart en bodembeheersplan.Dit betekent dat in de bodemkwaliteitskaart geen informatie is opgenomen over dehalten aan barium, kobalt, molybdeen en PCB's. Voor deze parameters worden derhalve de maximale waarden van de functieklasse 'landbouw/natuur', 'wonen' of 'industrie' als toepassingseis gehanteerd. Deze invulling geldt voor de genoemde stoffen en zolang gebruik wordt gemaakt van het overgangsrecht. Bodemfunctiekaart: Iedere gemeente is dan ook verplicht om voor haar beheergebied een functiekaart vast te stellen. Dit is als zodanig beschreven in artikel 55 van het Besluit bodemkwaliteit. In artikel 4.7.1 en 4.9.2 van de Regeling bodemkwaliteit, en de bij het laatstgenoemde artikel behorende bijlage J, zijn de eisen opgenomen waar de bodemfunctiekaart aan moet voldoen. De bodemfunctiekaart moet door het college van Burgemeester en wethouders worden vastgesteld. Dit betreft een besluit waarop een Awb-procedure van toepassing is. De functiekaart dient iedere 5 jaar opnieuw te worden vastgesteld. Zoals eerder gezegd heeft ons college de bodemfunctiekaart voor de gemeente Drimmelen op 23 maart 2010 vastgesteld.
De normering hiervoor uit het Besluit Bodemkwaliteit is gebaseerd op een risicobenadering, waarbij gekeken wordt naar eventuele risico’s van bodemverontreiniging en de effecten op gezondheid, ecosystemen, landbouw en eventuele verspreidingsrisico’s. Hierdoor gelden voor gevoeliger terreingebruik, bijvoorbeeld wonen met tuin, strengere normen dan voor minder gevoelig terreingebruik zoals bedrijfsterreinen en infrastructuur. De normering wordt hiermee gekoppeld aan de functie van de bodem, waarbij deze functies worden vastgelegd in een bodemfunctiekaart. Let wel, een bodemfunctiekaart geeft geen beeld van de bodemkwaliteit maar is in feite een weergave van de gewenste bodemkwaliteit. De bodemfunctiekaart is van belang voor de normering (toepassingseisen) bij grondverzet. Daarnaast is de bodemfunctiekaart van invloed op de bepaling van terugsaneerwaarden bij bodemsanering. De bodemfunctiekaart speelt een rol bij het, volgens het generieke kader, op landbodem toepassen van partijen grond of baggerspecie. Eén van de uitgangspunten van dit generieke kader is namelijk dat de milieuhygiënische kwaliteit van de toe te passen partij grond of baggerspecie geschikt moet zijn voor het gebruik van de ontvangende bodem (de bodemfunctieklasse). Op de functiekaart moet het huidige (en toekomstige) gebruik van de bodem worden aangegeven, gebaseerd op het bestemmingsplan en toekomstige ontwikkelingen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de volgende functies: - Gebieden met de bodemfunctieklasse 'wonen'; - Gebieden met de bodemfunctieklasse 'industrie'; - Overige gebieden (de gebieden die niet worden ingedeeld in de functieklasse 'wonen' of 'industrie' en daardoor automatisch in de klasse 'landbouw/natuur' vallen). Bij het opstellen van de functiekaart voor onze gemeente is rekening gehouden met ruimtelijke ontwikkelingen die de komende 5 jaar plaatsvinden. Hiervoor is nauw overleg geweest met het cluster Ruimtelijke ordening. Desondanks is het mogelijk dat de functie van een locatie wijzigt als gevolg van een bestemmingsplanwijziging in het kader van de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO). Als gevolg van een dergelijke wijziging kan het voorkomen dat de functieklasse, zoals aangegeven op de functiekaart, niet meer correspondeert met de actuele functie van de locatie. Dit zou in theorie kunnen leiden tot verkeerde afwegingen bij het toepassen van grond (of baggerspecie) volgens het generieke kader. Ten aanzien van wegbermen binnen de bebouwde kom is door onze gemeente voor de functieklasse aansluiting gezocht bij het omliggende gebied. De wegbermen buiten de bebouwde kom hebben de functieklasse 'industrie' toegewezen gekregen. Uit praktisch oogpunt wordt het wenselijk geacht om de bermen in het buitengebied van de gemeente Drimmelen aan te gaan duiden als een fictieve zone. Hiertoe dienen er, conform de richtlijn, éénmalig 20 grondboringen (incl. analyse) in het totale gebied te worden verricht om de kwaliteit (chemisch-analytisch) van de bermen binnen onze gemeentegrenzen te kunnen bepalen, zodat daarna de grond die vrijkomt binnen de bermen van het buitengebied in al de gelijkwaardige bermen van het buitengebied binnen onze gemeentegrenzen vrij kan worden toegepast. Er hoeven dan in de toekomst geen AP04-onderzoeken meer verricht te worden om de kwaliteit van alle vrachten (> 50 m3) te kunnen bepalen. Hiervoor dienen dan de bermen in het buitengebied van Drimmelen gezoneerd te worden en als zodanig te worden aangegeven. Het bij iedere wijziging van het bestemmingsplan moeten aanpassen van de functiekaart, en zo nodig de bodembeheernota of andere beleidsdocumenten, vergt echter een onevenredige inspanning. Daarom wordt door de gemeente Drimmelen éénmaal per jaar nagegaan of het noodzakelijk is om de functiekaart aan te passen en opnieuw vast te stellen. In de tussenliggende periode wordt een eventuele bestemmingsplanwijziging, indien nodig, wel betrokken bij de afweging welke kwaliteitsklasse grond of baggerspecie op een bepaalde locatie mag worden toegepast. Naast grondverzet speelt de bodemfunctiekaart ook een rol bij het saneringsbeleid. In de Circulaire bodemsanering 2009 (Staatscourant nr. 67 van 7 april 2009) is namelijk aangegeven dat wanneer er aanleiding is om te saneren, de standaardaanpak uitgaat van
het functiegericht saneren. Dit betekent dat de bodemkwaliteit in de contactzone (bovengrond) in die mate moet worden hersteld dat wordt voldaan aan de bij de bodemfunctieklasse behorende maximale waarden. Het bevoegd gezag voor de Wet bodembescherming (de provincie) zal derhalve voor de terugsaneerwaarden, maar ook voor de milieuhygiënische kwaliteit van de leeflaag of aanvulgrond, in eerste instantie uitgaan van de voor het Besluit bodemkwaliteit geldende maximale waarden voor de functieklasse 'landbouw/natuur', 'wonen' of 'industrie'. Omdat aan de bodem onder oppervlaktewater geen functieklasse kan worden toegekend, zijn deze gebieden als witte vlek op de functiekaart aangegeven. De bodemfunctiekaart van onze gemeente is opgenomen in een regionale bodemfunctiekaart, die op zijn beurt weer is opgenomen in de Bodemkwaliteitskaart regio Brabant. Bodemfunctiekaart is toepassingskaart met een bovengrens Dit betekent dat bij het beoordelen of een partij grond mag worden toegepast, de kwaliteitsklasse van de ontvangende bodem buiten beschouwing wordt gelaten. Wel wordt een bovengrens gesteld aan de kwaliteitsklasse van de toe te passen partij grond, namelijk maximaal de klasse wonen. Dus ook in de gebieden die volgens de functiekaart de klasse industrie toegewezen hebben gekregen, mag maximaal grond van de kwaliteitsklasse wonen worden toegepast. Door het stellen van deze bovengrens wordt voorkomen dat de bodemkwaliteit ter plaatse van industriegebieden in die mate afneemt, dat dit in de toekomst een belemmering zou kunnen vormen. Bijvoorbeeld wanneer één van deze gebieden wordt heringericht tot woonwijk of anderszins gevoeligere gebruiksfuncties. Wanneer per gemeente de generieke en gebiedsspecifieke toepassingskaart naast elkaar worden gelegd, blijkt dat met het gebiedsspecifieke beleid meer afzetmogelijkheden zijn gecreëerd voor grond met de kwaliteitsklasse wonen. Partijen vrijkomende grond die als klasse industrie worden beoordeeld, kunnen in de gemeente Tilburg dan wel in grootschalige bodemtoepassingen in de regio worden verwerkt. Bodembeheernota gemeente Drimmelen: Het op landbodem toepassen van grond en baggerspecie kan plaatsvinden volgens het generieke of het gebiedsspecifieke kader van het Besluit bodemkwaliteit. De regiogemeenten hebben, na een gedegen afwegingsproces, gebieden aangewezen waarop gebiedsspecifiek beleid van toepassing is en voorziet hiermee de volgende voordelen: - Het specifieke beleid bevat lokale normen die optimaal aansluiten bij de ambities, de gebruiksfuncties, de activiteiten en de ontwikkelingen van de betreffende gebieden. - Door decentralisatie van bodembeheerstaken kan de gemeente zelf meer sturing geven aan het realiseren van haar eigen bodemambities. Hergebruik van de juiste kwaliteit grond op de juiste plek is hiervan het resultaat waardoor duurzaam bodembeheer mogelijk is. - Door te kiezen voor een goede invulling van de lokale uitgangspunten wordt ruimte gecreëerd voor optimaal hergebruik. Maatschappelijke kosten worden hierdoor verlaagd, onnodige stagnatie van grondverzet voorkomen en export van grond tot buiten de gemeente- dan wel regiogrenzen (met de bijkomende extra transportkosten) geminimaliseerd. Op deze wijze wordt het onder voorwaarden makkelijker om partijen grond en bagger opnieuw te kunnen toepassen. Daarnaast hebben wij het initiatief genomen om in de regio samen te gaan werken zodat rechtsongelijkheid wordt voorkomen en voor de marktpartijen dezelfde regels gelden. In de bodembeheernota wordt aangegeven dat voor de regiogemeenten dezelfde regels gelden zodat er een werkbaar grondgebied bestaat. Als afwijkingen van het generiek kader worden hieronder enkele punten voor gebiedsspecifiek beleid kort samengevat. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de nota, hoofdstuk 2 ‘Gebiedsspecifieke toepassingseisen’. In de bodembeheernota zijn ontgravings- en toepassingskaarten van de bodem opgenomen. Deze kaarten geven een beeld van de kwaliteit van de bodem op basis van de onderzoeks-
gegevens die er nu zijn. De toepassingskaarten geven een beeld van de bestemmingen die een bepaald gebied heeft of waarschijnlijk in de toekomst zal gaan krijgen. Gebruik voor onze inwoners, gemeentelijke diensten en (loon)bedrijven: De voorliggende bodemkwaliteitskaart regio Brabant en bodembeheernota gemeente Drimmelen heeft dus veel voordelen voor onze inwoners, gemeentelijke diensten (Openbare Werken) en (loon)bedrijven als het gaat over het toepassen van meer dan 50 m3 grond binnen de regio.Het toepassen van > 50 m3 grond blijft voor eenieder meldingsplichtig aan de gemeente via Agentschap NL. Doordat er binnen de regio één bodemkwaliteitskaart voorhanden is kan er binnen een groot gebied grond worden toegepast omdat de ontgravings- en toepassingskaarten binnen het gebied op elkaar zijn afgestemd. Door de regio is vanuit praktisch oogpunt ook een handzame veldwerkgids samengesteld waarin het bodembeleid van de regio is vertaald naar stroomschema’s (is bijgevoegd). Aan de hand van deze stroomschema’s kan eenvoudig worden bepaald welk toetsingskader van toepassing is maar ook welke specifieke voorwaarden voor de betreffende toepassing gelden.Ook is er een standaard regionaal formulier ontwikkeld (via internet van onze gemeentelijke website te downloaden) waarop de ‘bodemambtenaar’ van de gemeente van herkomst van de grond aan moet geven dat de grond de kwaliteit heeft die wordt aangegeven door de aanvrager. Kosten regionale bodemkwaliteitskaart en bodembeheernota gemeente Drimmelen: De regionale bodemkwaliteitskaart en de bodembeheernota gemeente Drimmelen zijn technisch maar ook financieel tot stand gekomen door Agentschap NL. Via Agentschap NL zijn ILB-adviseurs (Impuls Lokaal Bodembeheer) ingehuurd die gemeenten bij het opstellen hiervan konden ondersteunen. Gemeenten die aan dit proces wilden deelnemen konden dit aangeven en kregen hiervoor ILB-uren toegewezen. De regio heeft hier uiteraard dankbaar gebruik van gemaakt. Aan onze regio werd ILB-adviseur dhr. René Rummens van Ingenieursbureau Oranjewoud toegewezen. In eerste instantie werd in 2009 door onze gemeente geschat dat met de vervaardiging van deze nota’s een bedrag van € 12.000,- excl. BTW zou zijn gemoeid (Marap 2 2009). Vanaf 2009 t/m heden heeft de vervaardiging hiervan onze gemeente totaal € 6.837,10 excl. BTW gekost. Gelet op het voorstel om de bermen in het buitengebied van de gemeente Drimmelen aan te gaan duiden als een fictieve zone, dienen conform de richtlijn er éénmalig 20 grondboringen (incl. analyse) in het totale gebied te worden verricht om de kwaliteit (chemisch-analytisch) van de bermen binnen onze gemeentegrenzen te kunnen bepalen, zodat daarna de grond die vrijkomt in de bermen van het buitengebied in al de bermen van het buitengebied binnen onze gemeentegrenzen kan worden toegepast. Vermoedelijk zullen de kosten hiervan komen op een bedrag circa € 5.000,- excl. BTW. De totaalkosten komen dan uit op circa € 11.837,10. Vaststellingsprocedure nota’s ‘bodemkwaliteitskaart regio Brabant en bodembeheer gemeente Drimmelen’ Voor het vaststellen van de bodemkwaliteitskaart regio Brabant en de nota bodembeheer gemeente Drimmelen is de Uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4) van de Awb van toepassing. De nota’s inclusief kaarten worden vrijgegeven voor inspraak door het college van burgemeester en wethouders. Gedurende een periode van 6 weken (16 december 2011 t/m 27 januari 2012) zijn de nota’s ter inzage gelegd en konden bewoners en andere belanghebbenden hun zienswijze kenbaar maken. Hiervan is geen gebruik gemaakt. De nota bodembeheer gemeente Drimmelen wordt door het college van burgemeester en wethouders ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad. Burgemeester en wethouders van Drimmelen, drs. C. Smits Secretaris
drs. G.L.C.M. de Kok Burgemeester
De raad van de gemeente Drimmelen; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 februari 2012; Besluit: 1. De bermen gelegen in het buitengebied maar binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Drimmelen aan te wijzen als een fictieve zone, waardoor deze bermen gezoneerd kunnen worden en de vrijkomende grond uit de bermen in het buitengebied zonder verder onderzoek toegepast kan worden in de overige gelijkwaardige bermen in het buitengebied van de gemeente Drimmelen; 2. De voorliggende conceptnota bodembeheernota hierop laten aanpassen en vast te stellen in uw raadsvergadering van 22 maart aanstaande. Made, 19 april 2012 de raad voornoemd,
Mr. M.J.N. Schetters-Schuurbiers Drs. G.L.C.M. de Kok griffier voorzitter