1
Leeswijzer veiligheidsanalyse gemeente Geertruidenberg en Drimmelen Inleiding De gemeenteraden van Drimmelen en Geertruidenberg hebben ingestemd met het gezamenlijk opstellen van één integraal veiligheidsbeleid. Dit veiligheidsbeleid zal de huidige beleidstukken (2009-2012) van beide gemeenten gaan vervangen. Om te komen tot een goed resultaat, moet eerst worden nagegaan welke veiligheidsproblematiek er speelt binnen beide gemeenten. Om gemeente te ondersteunen bij het inzichtelijk maken van de veiligheidssituatie, heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in de methode Kernbeleid Veiligheid een handleiding/instrument ontwikkeld, genaamd de veiligheidsanalyse. Deze analyse is uitgevoerd aan de hand van een format uit de methode Kernbeleid Veiligheid. Veiligheidsanalyse Bij het maken van een veiligheidsanalyse wordt een duidelijk beeld gegeven van de actuele veiligheidssituatie in de gemeente en de (on)veiligheidsgevoelens bij burgers uit deze gemeenten. Deze veiligheidsanalyse vormt de onderbouwing van keuzes die bij de uitwerking van het beleid worden gemaakt. Een veiligheidsanalyse is opgebouwd uit 5 veiligheidsvelden. Deze veiligheidsvelden worden vervolgens uitgesplitst in veiligheidsthema’s. Per veiligheidsthema wordt ingezoomd op aspecten die van belang zijn voor het thema. Hieronder vind u de schematische weergave van de 5 veiligheidsvelden met bijbehorende veiligheidsthema’s en deelaspecten. Veiligheidsvelden
Veiligheidsthema’s
1
1.1: Sociale kwaliteit (woonoverlast, burgenruzies, geluidsoverlast) 1.2: Fysieke kwaliteit (vernielingen, graffiti, verloedering) 1.3: Objectieve veiligheid (woninginbraak, voertuigcriminaliteit, geweldsdelicten) 1.4: Subjectieve veiligheid (veiligheidsgevoel en beleving)
Veilige woon- en leefomgeving
2
Bedrijvigheid en veiligheid
2.1: Winkelgebied (winkeldiefstallen en -inbraken) 2.2: Bedrijventerreinen (inbraken, diefstallen en verkeersveiligheid bedrijventerreinen) 2.3: Uitgaan/horeca (geluidsoverlast, dronken mensen op straat) 2.4: Evenementen (geluidsoverlast en parkeerproblematiek) 2.5: Toerisme en recreatie (Biesbosch)
3
Jeugd en veiligheid
3.1: Overlastgevende jeugd (jeugdgroepen en jeugdoverlast) 3.2: Criminele jeugd/individuele probleemjongeren (verdachte/criminele jongeren) 3.3: Jeugd, alcohol en drugs (alcohol en drugsgebruik onder jongeren) 3.4: Veilig in en om de school (pest- en spijbelgedrag, verkeersveiligheid)
4
Fysieke veiligheid
4.1: Verkeersveiligheid (ongevallen in het verkeer, inrichting infrastructuur) 4.2: Brandveiligheid (brandveiligheid, vergunningen en controles) 4.3: Externe veiligheid (risico’s bij bedrijven, inrichtingen en kwetsbare objecten) 4.4: Voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing (rampenorganisatie)
5
Integriteit en veiligheid
5.1: Radicalisering/terrorisme (discriminatie, radicalisering en terreurdaden) 5.2: Georganiseerde criminaliteit (mensenhandel, drugshandel, witwassen, 1% motorclubs) 5.3: Ambtelijke en bestuurlijke integriteit (gedragscode, afleggen eed/gelofte)
Subjectieve en objectieve gegevens Veiligheidscijfers (objectief) en de veiligheidsbeleving (subjectief) zijn aan veranderingen onderhevig. Naast deze veranderingen moet rekening worden gehouden met het feit dat objectieve en subjectieve gegevens niet altijd in verband staan met elkaar. Zo kunnen bewoners bijvoorbeeld bang zijn om ’s avonds overvallen te worden op straat, maar is men minder bang om een ongeval te krijgen in het verkeer. Terwijl uit de cijfers blijkt dat de kans om ’s nachts overvallen te worden op straat, vele malen kleiner is dan de kans om een ongeluk te krijgen in het verkeer. Dit wordt ook wel de ‘veiligheidsparadox’ genoemd.
2
Het nadeel van politiecijfers is dat het enkel om geregistreerde criminaliteit gaat. Dit betekent dat alleen delicten waarvan aangifte is gedaan bij de politie of waarbij de politie ze zelf constateert, worden opgenomen in het systeem. Deze cijfers zijn daarnaast nog te beïnvloeden. Wanneer de politie bijvoorbeeld meer controleert, zullen er meer delicten geconstateerd worden. Het feit dat de politiecijfers stijgen, hoeft dus niet te betekenen dat de hoeveelheid criminaliteit ook werkelijk stijgt, maar zou net zo goed kunnen komen door een toenemende druk op politie om bepaalde beleidsdoelstellingen te halen. De cijfers waarover de politie niet beschikt, wordt ook wel de verborgen criminaliteit genoemd. Aangiftebereidheid van de slachtoffers speelt daarbij ook een belangrijke rol. Voornamelijk bij kleinere delicten (bv. fietsendiefstal) en delicten in de privésfeer (bv. huiselijk geweld) wordt soms geen aangifte gedaan (uit angst voor represailles of gebrek aan vertrouwen in de politie). Deze cijfers zijn onbekend en kunnen niet worden meegenomen in bijvoorbeeld deze analyse. Tot slot moet rekening worden gehouden met de ‘wet van de kleine getallen’. Zo hoeft een stijging van 2 naar 5 aanhoudingen voor openbare dronkenschap (stijging van 250%), niet te beteken dat er veel meer dronken mensen op straat lopen. Procentueel gezien is het aantal ‘flink’ gestegen, maar contextueel gezien zijn de aantallen vrij laag. Advies Per veiligheidsthema is nagegaan of er sprake is van een bepaald soort problematiek (incidenteel of structureel). Deze problematiek wordt gebaseerd op o.a. signalen uit de gemeenschap, rapporten, onderzoeken, gesprekken, cijfermatige gegevens etc. Daarnaast wordt gekeken of er een bepaalde aanpak is en of extra beleidsversterkingen nodig zijn. Per veiligheidsveld worden vervolgens prioriteiten en aandachtspunten benoemd. Prioriteiten zouden, gezien de mate van problematiek, voorrang moeten krijgen op aandachtspunten. De prioriteiten zijn willekeurig gerangschikt. De opgestelde prioriteiten zijn een advies vanuit de vakafdeling en bepalen welke prioriteiten/aandachtspunten met voorrang behandeld moeten worden. Het overzicht van de prioriteiten en aandachtsvelden is te vinden op pagina 70. Bronverantwoording Bij de uitwerking van de thema’s zijn de volgende relevante bronnen gebruikt: - Veiligheidsmonitor 2011. In deze rapportages is de veiligheid enerzijds beschreven vanuit de beleving van bewoners (via enquêtes) en anderzijds vanuit de geregistreerde incidenten via de politieregistratie. - Cijfers en kaartmateriaal van de politie. Hierbij is gekeken naar het aantal incidenten/aangiftes/meldingen, die geregistreerd zijn in periode van 2009-2012 (afgelopen beleidstermijn). Hierbij draait het vooral om cijfers betreffende misdrijven, overtredingen en jeugdoverlast. Kaartmateriaal (‘hotspot’ kaarten) geeft de geografische ligging weer waar bepaalde problematiek voorkomt. - GGD gezondheidsprofiel 2011. Hierin zijn de lokale gezondheidscijfers geanalyseerd die verkregen zijn door bevolkingsenquêtes, uitgezet door de GGD-regio West Brabant. Percentages/cijfers worden waar mogelijk vergeleken met het gemiddelde van alle gemeenten binnen de GGD-regio. Onderwerpen hierbij zijn o.a. drugs- en alcoholgebruik onder jongeren en ouderen, veiligheidsgevoelens, pest- en spijbelgedrag, thuissituaties etc. - Regionale beleidsplan 2013-2014 v/d politieregio Zeeland-West-Brabant. Het regionaal beleidsplan kent twee onderdelen. Ten eerste de vijf gemeenschappelijke veiligheidsthema's die de gemeenten, OM en politie in de regio ZWB samen gaan aanpakken in 2013 en 2014. Het tweede deel bestaat uit een integrale jaarschijf 2013, waarin staat aangegeven welke acties bestuur, OM en politie in dat jaar ondernemen op de vijf afgesproken gemeenschappelijke veiligheidsthema’s. Het kan zijn dat regionaal een thema veel prioriteit krijgt, maar dat in deze analyse naar voren komt dat het lokaal veel minder speelt. - Cijfers en onderzoeken uitgevoerd door de ambtelijke organisatie of andere veiligheidspartners. Dit zijn o.a. uitkomsten uit iDOP’s, woonwensen- en leefbaarheidsonderzoeken, tevredenheidsenquêtes, dorpssignaal etc. Borging De veiligheidsanalyse is beoordeeld en daar waar nodig intern verbeterd door collega’s en aangevuld door de veiligheidspartners van de gemeente. Er is een werkgroep gevormd waarin o.a. politie Zuid-West Nederland – district Baronie, Openbaar Ministerie, 3 woningcorporaties: Goed wonen (Drimmelen), Volksbelang (Drimmelen) en Thuisvester (Geertruidenberg), een communicatieadviseur voor beide gemeenten evenals administratieve ondersteuning. Deze werkgroep wordt geleid door de Ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid (AOV’ers) van beide gemeenten.
3
INHOUDSOPGAVE Leeswijzer Veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving -
thema 1.1: sociale kwaliteit
p. 5
-
thema 1.2: fysieke kwaliteit
p. 10
-
thema 1.3: objectieve veiligheid
p. 14
-
thema 1.4: subjectieve veiligheid
p. 20
Tussenstand: mogelijke prioriteiten veilige woon- en leefomgeving
p. 23
Veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid -
thema 2.1: winkelgebied
p. 25
-
thema 2.2: bedrijventerreinen
p. 27
-
thema 2.3: uitgaan/horeca
p. 29
-
thema 2.4: evenementen
p. 32
-
thema 2.5: toerisme en recreatie
p. 35
Tussenstand: mogelijke prioriteiten bedrijvigheid en veiligheid
p. 37
Veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid -
thema 3.1: overlastgevende jeugd
p. 39
-
thema 3.2: criminele jeugd/individuele probleemjongeren
p. 45
-
thema 3.3: jeugd, alcohol en drugs
p. 48
-
thema 3.4: veilig in en om de school
p. 50
Tussenstand: mogelijke prioriteiten jeugd en veiligheid
p. 51
Veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid -
thema 4.1: verkeersveiligheid
p. 52
-
thema 4.2: brandveiligheid
p. 55
-
thema 4.3: externe veiligheid
p. 57
-
thema 4.4: voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing
p. 59
Tussenstand: mogelijke prioriteiten fysieke veiligheid
p. 61
Veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid -
thema 5.1: radicalisering/terrorisme
p. 63
-
thema 5.2: georganiseerde criminaliteit
p. 65
-
thema 5.3: bestuurlijke en ambtelijke integriteit
p. 68
Tussenstand: mogelijke prioriteiten integriteit en veiligheid
p. 69
Overzicht; selectie mogelijke prioriteiten en aandachtsvelden
p. 70
4
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
thema 1.1: sociale kwaliteit
De ‘sociale kwaliteit’ van een buurt/wijk/gemeente wordt bepaald door zowel fysieke als sociale factoren. Een omgeving kan er schoon en verzorgd uitzien, maar bewoners moeten er ook samen in kunnen leven, werken en recreëren. Een goede relatie met andere buurtbewoners en een gezonde thuissituatie, kunnen bijdragen aan een verhoging van de leefbaarheid en betrokkenheid in de buurt. Negatieve aspecten als burenruzies, huiselijke geweld, overlast gerelateerd aan geluid, drugs, alcohol en zwervers kunnen de kwaliteit verslechteren. Bij sociale kwaliteit draait het vooral om de interactie met de buurt en de mede buurtbewoners. Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
bron
gemeente feitelijke waarde 2009
2010
2011
2012
Totaal aantal meldingen voor het thema ‘Sociale kwaliteit’
politie/VNG-BVHmodel 1.1
Geertruidenberg Drimmelen
224 191
202 159
194 180
211 142
Melding burenruzie (zonder gevolgen)
politie/VNG-BVHmodel 1.1.1
Geertruidenberg Drimmelen
29 55
30 45
32 37
26 38
Melding huiselijke twist (zonder gevolgen)
politie/VNG-BVHmodel 1.1.1
Geertruidenberg Drimmelen
37 34
32 18
27 15
19 19
Behandeling huiselijk geweld in het veiligheidshuis
Rapportage Veiligheidshuis
Geertruidenberg Drimmelen
-
-
76 39
36 37
Melding geluidshinder
politie/VNG-BVHmodel 1.1.1
Geertruidenberg Drimmelen
87 53
77 51
88 75
87 48
Melding overlast gestoord/overspannen persoon
Politie/VNG-BVHmodel 1.1.2
Geertruidenberg Drimmelen
29 18
33 22
30 18
33 15
Melding overlast zwervers
politie/VNG-BVHmodel 1.1.3
Geertruidenberg Drimmelen
5 3
7 3
0 4
0 1
Melding drugsoverlast
politie/VNG-BVHmodel 1.1.4
Geertruidenberg Drimmelen
6 9
6 3
5 12
20 11
Indicator
bron
gemeente
% jeugdige 0-11 jaar dat ontevreden is over activiteiten in de eigen buurt
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
20% 22%
% jeugdige12-18 jaar vindt dat (veel) te weinig leuke dingen georganiseerd worden in de eigen buurt
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
37% 45%
% volwassenen 19-64 jaar is ontevreden over betrokkenheid in de eigen buurt
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
43% 37%
% ouderen 65+ jaar is ontevreden over betrokkenheid in de eigen buurt
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
46% 40%
% volwassenen 19-64 jaar is actief geweest om de eigen buurt te verbeteren
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
18% 12%
% volwassenen 19-64 jaar voelt zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in de eigen buurt
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
67% 70%
Politiecijfers: GGD gezondheidsprofiel:
Positief t.o.v. vorig jaar
Negatief t.o.v. vorig jaar
Gunstiger dan West Brabant
Gelijk met West Brabant
% in 2011
Ongunstiger dan West Brabant
5
Indicator
Bron
gemeente 2011
gemiddelde middelkleine gemeente
Veiligheid in de gemeente (gemiddeld rapportcijfer, 0=veel, 10=weinig)
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
6,9 7
6,9
Sociale cohesie (gemiddeld rapportcijfer, 0=laag, 10=hoog)
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
6,3 6,7
6,6
Onveiligheidsgevoelens in %
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
14% 12,7%
17%
Woonoverlast/burengerucht en relatieproblemen (per 1.000 inwoners
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
7 4,2
4,9
Overlast van dronken mensen op straat (in %)
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg
6,3% 4,6%
4,4%
Mishandeling (per 1.000 inwoners)
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
3,9 2,2
3,5
Bedreiging (per 1.000 inwoners)
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
1,7 1,7
2,4
Drugsoverlast (in %)
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
3% 0,9%
4,8%
Drimmelen
Sterk positieve afwijking
Positieve afwijking
Negatieve afwijking
Sterk negatieve afwijking
Ongeveer gemiddeld
Veiligheidsmonitor 2011:
Indicator
bron
dorpskernen/wijken
Aanwezigheid dorpsraad of bewonersgroepen
Dorpsraad of bewonersgroepen
Lage Zwaluwe Hooge Zwaluwe Made Drimmelen Wagenberg Terheijden Geertruidenberg Raamsdonkveer Noord Raamsdonkveer Zuid Raamsdonk
Naam
Bewonersplatform Lage Zwaluwe Bewonersgroep Hooge Zwaluwe Voor Mekaar Bewonersgroep: Samen Actief Made Bewonersgroep Hart voor Drimmelen Bewonersgroep Dorpsraad Wagenberg Bewonersplatform Terheijden Bergsch klankbord Wijkraad Raamsdonkveer Noord Wijkraad Raamsdonkveer Zuid Tijdelijk niet actief*
2012
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja ?
Algemeen: Uit de cijfers van de veiligheidsmonitor 2011 blijkt dat het veiligheidsgevoel in beide gemeenten goed is. Het veiligheidsgevoel wordt in beide gemeenten beoordeeld met (afgerond) een 7. In de gemeente Drimmelen voelt men zich het minst onveilig (12,7%). In de gemeente Geertruidenberg (14%) ligt het percentage eveneens onder het West-Brabantse gemiddelde van de middelkleine gemeenten (17%). Een veilig gevoel in de buurt kan mogelijk bijdragen aan een verbetering van de sociale kwaliteit. De sociale kwaliteit wordt, naast het algemene veiligheidsgevoel, weergegeven in de mate van sociale cohesie (manier van onderlinge verbondenheid in de buurt). Beide gemeenten worden op het gebied van sociale cohesie beoordeeld met een voldoende. De gemeente Geertruidenberg scoort net iets onder het gemiddelde met het rapportcijfer 6,3 t.o.v. de andere middelkleine gemeente in de regio Midden- en West Brabant (6,6). De gemeente Drimmelen scoort een 6,7. Een ander positief gegeven is dat het aantal volwassenen (19 t/m 64 jaar) dat zich redelijk betrokken voelt in beide gemeenten. In 2011 gaf ruim 2/3 van de geënquêteerde volwassenen in beide gemeenten aan dat ze zich medeverantwoordelijk voelde voor de leefbaarheid in de eigen buurt en gemeente. Over het algemeen mag geconcludeerd worden dat beide gemeenten ruim voldoende scoren op het gebied van sociale kwaliteit en is er een relatief laag onveiligheidsgevoel.
6
Dorpsraden/bewonersgroepen In 9 van de 10 dorpen van beide gemeenten zijn dorpsraden/bewonersgroepen actief. Deze dorpsraden/bewonersgroepen kunnen gezien worden als een vertegenwoordiging van een kern/wijk/dorp richting de gemeente en andere instanties. Dorpsraden kunnen een belangrijke rol spelen om de stem van de bewoners kenbaar te maken. In de gemeente Geertruidenberg kunnen bewonersgroepen op verschillende manieren hun inbreng leveren. Dit kan onder andere door de projecten die zijn opgenomen in het iDOP-actieplan en via de wijkraden. In de gemeente Drimmelen werkt men sinds 2009 met ‘Dorpsgericht werken’ (voorheen was dit ‘wijkgericht werken’). Alle dorpen in de gemeente Drimmelen hebben een actieve bewonersgroep/dorpsraad, die samenwerken met o.a. politie, woningstichtingen, welzijnswerk en diverse afdelingen van de gemeente. Samen werken zij aan het verhogen van leefbaarheid, veiligheid en sociale betrokkenheid. Overlast Beide gemeenten hebben in mindere mate last van ‘grote stedenproblematiek’, zoals overlast door zwervers en drugsverslaafden. Echter is het aantal meldingen in de gemeente Geertruidenberg op het gebied van drugsoverlast toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren. Vergeleken met de rest van middelkleine gemeenten uit de regio, bleek in 2011 het percentage bewoners dat drugsoverlast constateerde erg laag te liggen. In de gemeente Drimmelen was dit percentage 1,4% en in Geertruidenberg 3%. Met name de gemeente Drimmelen heeft een beduidend lager percentage dan het regionaal gemiddelde van 4,8%. Ondanks dat men op het gebied van sociale cohesie voldoende scoort in de gemeente Geertruidenberg, is het aantal incidenten op het gebied van woonoverlast/burengerucht en relatieproblemen bovengemiddeld hoog. In de gemeente Geertruidenberg hebben 7 van de 1000 inwoners last van woonoverlast/burengerucht en relatieproblemen. Dit komt neer op ongeveer 150 inwoners (21.307 inwoners in 2011). In de gemeente Drimmelen heeft 4,2 van de 1000 inwoners last van bovengenoemde problemen. Dit komt neer op ongeveer 111 inwoners (26.477 inwoners in 2011). Huiselijk geweld Sinds de aansluiting bij het veiligheidshuis Breda in 2011, is het aantal meldingen van huiselijk geweld hoog (met name in de gemeente Geertruidenberg. Onbekend is of dit te maken heeft met een toename van huiselijk geweld of dat het taboe op dit onderwerp verminderd is, waardoor het aantal meldingen is gestegen. Feit is wel dat casussen over huiselijk geweld in het veiligheidshuis beter en integraal worden opgepakt met betrokkenen partners (politie, maatschappelijk werk, steunpunt huiselijk geweld, gemeente, justitie en mogelijke andere organisaties). De aanpak richt zowel op de daders als de slachtoffers en hun omgeving. De cijfers uit 2012 geven aan dat het aantal casussen huiselijk geweld in de gemeente Geertruidenberg is gehalveerd. In de gemeente Drimmelen zijn 2 casussen minder behandeld dan in 2011. Conclusie problematiek: Op basis van de politiecijfers, rapportage Veiligheidshuis Breda, de veiligheidsmonitor (2011), het GGD gezondheidsprofiel en aanvullende gesprekken, kan het volgende geconcludeerd worden over de sociale kwaliteit: -
Zowel in de veiligheidsmonitor als uit de politiecijfers komt naar voren dat in de gemeente Geertruidenberg relatief veel burengeruchten/overlast plaatsvinden. Weliswaar is het aantal meldingen gedaald, het aantal incidenten van woonoverlast, burengerucht en relatieproblemen ligt met 7 incidenten (per 1000 bewoners) beduidend hoger dan het gemiddelde van de middelkleine gemeenten uit de regio Midden- en West Brabant (4,9 incidenten per 1000 bewoners). Het aantal meldingen van woonoverlast, burengerucht en relatieproblemen is in de gemeente Drimmelen ongeveer gelijk gebleven in de afgelopen jaren (4,2 incidenten per 1000 bewoners).
-
Uit de veiligheidsmonitors van beide gemeenten blijkt dat het aantal meldingen drugsoverlast in 2011, relatief laag was ten opzichte van de rest van de middelkleine gemeenten. In 2012 geven de politiecijfers aan dat het aantal
7
meldingen in de gemeente Geertruidenberg op het gebied van drugsoverlast verviervoudigd zijn van 5 naar 20 meldingen. Opmerkelijk daarbij is dat in 2011 slechts 3% van de bewoners van Geertruidenberg aangaf daadwerkelijk drugsoverlast te ervaren. Deze cijfers van 2012 zijn niet bekend; -
In gemeente Geertruidenberg ervaren de inwoners meer overlast van dronken mensen op straat (6,3%) dan in de rest van de middelkleine gemeenten uit de regio Midden- West Brabant. In de gemeente Drimmelen ligt dit percentage ongeveer even hoog als in de rest van de middelkleine gemeenten (4,4%). Met name wordt deze overlast geconstateerd rondom de uitgaansgelegenheden.
-
Op basis van de rapportage van het Veiligheidshuis Breda 2012, is gebleken dat er relatief veel casussen huiselijk geweld zijn behandeld van de gemeente Geertruidenberg in 2011 (76 casussen). In de gemeente Drimmelen was het aantal van 39 casussen beduidend minder dan in gemeente Geertruidenberg. Het hoge aantal casussen kan voortkomen uit communicatie over huiselijk geweld. In 2012 is de helft van het aantal huiselijk geweld casussen behandeld voor de gemeente Geertruidenberg (36 casussen) en is het aantal in de gemeente Drimmelen met 2 casussen gedaald tot 37 casussen.
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Woonoverlast, burengeruchten en relatieproblemen: Het aantal incidenten van woonoverlast, burengeruchten en relatieproblemen ligt in de gemeente Geertruidenberg veel hoger dan het gemiddelde van de middelkleine gemeenten van West Brabant. Dit kan de sociale kwaliteit en cohesie in sommige wijken verslechteren. Uit gegevens van de gemeente Geertruidenberg blijkt dat één van de grootste ergernissen in 2012, geluidsoverlast van de buren was.
Gem. Geertruidenberg: - Burgers die last ondervinden van hun buren wordt bij melding gevraagd eerst zelf het gesprek aan te gaan. Werkt dit niet, dan wordt de wijkagent gevraagd hier een rol in te spelen, eventueel in samenwerking met de gemeente (mediation). Werkt dit niet, dan heeft de burger de mogelijkheid een juridische procedure te starten. Bij huurwoningen kan de betreffende woningcorporatie een rol spelen in bemiddeling of juridische procedures. Gem. Drimmelen: - In eerste instantie moeten de buren in onderling overleg proberen het probleem op te lossen. In de gemeente is men in 2011 gestart met een pilot buurtbemiddeling. Deze pilot is in 2012 verlengd wegens succes. Buurtbemiddeling is een samenwerkingsproject van de gemeente Drimmelen, de woningcorporaties Volksbelang en Goed wonen, politie en Surplus Welzijn. Buurtbemiddeling werkt met een coördinator en goed getrainde vrijwilligers die bemiddelen tussen de ruziënde buurtbewoners. Gezamenlijk: - Handhaven van de APV (art. 2:74 en 2:74a) door de politie; - Naast handhaving van de APV kan de politie verdachten aanhouden of staande houden op grond van de Opiumwet; - Beide gemeenten werken op preventief gebied samen met de andere gemeenten in West-Brabant, er wordt voorlichting gegeven op scholen over dit onderwerp en de gevaren worden in kaart gebracht samen met partners als GGD en Novadic-Kentron; - Verslavingszorg door Novadic-Kentron en andere partners. Gem. Geertruidenberg: - Preventieve acties uitzetten en overleg binnen de werkgroep ‘Genotmiddelen’ Gem. Drimmelen: - In de werkgroep ‘jeugd en alcohol’ wordt het thema drugs ook als bespreekpunt meegenomen.
Gezamenlijk: - Onderzoeken wat het Veiligheidshuis bij kan dragen aan deze problematiek. Momenteel zijn beide gemeenten bezig met een evaluatie over de meerwaarde van het Veiligheidshuis. Gem. Drimmelen: - In de gemeente Drimmelen is men in 2011 gestart men de pilot buurtbemiddeling. Deze was zo succesvol dat het college van B&W het met een jaar heeft verlengd. In totaal waren er 24 zaken aangemeld bij Surplus (zorgstichting) voor buurtbemiddeling. Hiervan is 68% van deze conflicten tussen buren succesvol bemiddeld. De huidige aanpak moet men dus in stand houden en waar nodig verbeteren. Gem. Geertruidenberg: - Momenteel wordt er onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om buurtbemiddeling in te zetten in de gemeente Geertruidenberg. De uitkomsten van dit onderzoek zijn medio mei 2013 bekend.
Drugsoverlast: Het aantal meldingen van drugsoverlast in 2012 is gestegen of was al hoog in beide gemeenten ten opzichte van 2011 (politiecijfers). Echter het gevoel van drugsoverlast bij de bewoners in 2011 was zeer laag (veiligheidsmonitor). Het is mogelijk dat bewoners steeds meer drugsoverlast constateren en dit eerder melden dan voorheen. Vaak werd er een melding gemaakt, maar trof de politie geen verdachten aan.
Gezamenlijk: - Structurele drugsproblematiek integraal aanpakken (politie, GGD, Novadic-Kentron, BOA, bureau HALT, dorpsraden/bewonersgroepen en gemeenten); - Meldingsbereidheid of Meld Misdaad Anoniem promoten om (bekende) overlastgevers aan te geven bij de politie. Gem. Geertruidenberg: - Onderzoek doen naar de stijging van het aantal meldingen. Gem. Drimmelen: - Onderzoeken of ‘vliegende brigade’ bij kunnen dragen aan het opsporen van de overlastgevers. Mogelijk kunnen overlastgevers bekende zijn uit de buurt.
8
Dronken mensen op straat: Discotheek Oscars in Raamsdonkveer is de meest nabije en grootste uitgaansgelegenheden voor beide gemeenten. Voordat de jongeren (12 tot 16 jaar) naar de alcoholvrije avonden (pr!k) bij Oscars gaan, beginnen ze met indrinken. Dit doen ze regelmatig in de openbare ruimte, wat verboden is volgens de APV. Bewoners ondervinden hier overlast van (vooraf en na afloop).
Hoog aantal casussen huiselijk in de gemeente Geertruidenberg: In 2011 hebben beide gemeenten zich aangesloten bij het veiligheidshuis Breda. In dit jaar zijn relatief veel casussen besproken voor de gemeente Geertruidenberg (74 casussen) t.o.v. het aantal casussen in de gemeente Drimmelen (39 casussen). In 2012 is het aantal casussen van gemeente Geertruidenberg gehalveerd tot 36. In de gemeente Drimmelen is het aantal licht afgenomen tot 37 casussen.
Gezamenlijk: - Jongeren onder de 16 jaar, maar ook ouderen zijn strafbaar als ze alcohol bij zich hebben op een openbare plek (Drank en Horecawet 2013). Jongeren kunnen een taakstraf (haltverwijzing) krijgen of een boete (€45,-) van de politie of een BOA bij constatering; - Bij openbare dronkenschap treedt de politie repressief op middels handhaving APV; - Regionale aanpak Alcohol en Jeugd (‘Think before you drink’-project). Gem. Drimmelen: - Lokaal project ‘Jeugd en Alcohol’. Gem. Geertruidenberg: - Werkgroep Genotmiddelen; - Project ‘Van Basis naar Voortgezet onderwijs’; - Overleg met exploitant van Oscars over voorkomen van drinken op straat; - Politiecontroles gericht op alcohol drinken op straat in de omgeving van Oscars, tijdens pr!k-avonden. Gezamenlijk: - Aansluiting bij het veiligheidshuis Breda waar de casussen huiselijk geweld integraal opgepakt en behandeld worden.
Gezamenlijk: - Toezicht op drankverstrekkers door middel van controles door Boa’s; - Handhaving en evaluatie van de nieuwe Drank en Horecawet. In alle gemeenten is het sinds 1 januari 2013 mogelijk om strafrechtelijk op te treden tegen alcoholgebruik door jongeren (<16jr/18jr) op straat (art. 45 DHW). De gemeente is zelf verantwoordelijk voor toezicht. Gem. Geertruidenberg: - Blijven uitvoeren van alcoholcontroles bij ‘pr!k feesten’ in samenwerking met de ondernemer en portiers; Gem. Drimmelen: - Invoeren van de exploitatievergunningen voor de horeca.
Gezamenlijk: - Momenteel zijn geen extra beleidsversterking nodig voor de bestrijding van huiselijk geweld.
9
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
thema 1.2: fysieke kwaliteit
De fysieke kwaliteit binnen de gemeente heeft betrekking op de inrichting van de woonomgeving en de gevoelens daarbij van de bewoners. Objectieve cijfers komen uit gegevens van de politie (2009-2012) en gaan over het aantal meldingen/aangiftes van vernielingen en illegale afvalverbranding. De subjectieve gegevens komen van de GGD gezondheidsprofiel 2011 en de Veiligheidsmonitor 2011. De inrichting van de gemeente en het gevoel daarbij komt hierin vooral naar voren. Bewoners kunnen met meldingen en klachten over de omgeving terecht bij de gemeente. De gemeente stelt hiervoor meldpunten beschikbaar. Het aantal klachten en meldingen kunnen inzichtelijk maken welke problemen zich afspelen op het gebied van leefbaarheid en inrichting van de buurt binnen beide gemeenten. Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
bron
gemeente feitelijke waarde 2009
2010
2011
2012
Melding vernieling van/aan auto
politie/VNG-BVHmodel 1.2.1
Geertruidenberg Drimmelen
117 103
161 96
98 74
76 86
Melding vernieling van/aan OV/bushokje
politie/VNG-BVHmodel 1.2.1
Geertruidenberg Drimmelen
3 2
4 2
3 1
3 1
Melding vernieling van/aan openbaar gebouw
politie/VNG-BVHmodel 1.2.1
Geertruidenberg Drimmelen
12 11
3 12
2 12
2 8
Melding vernieling overige objecten (bv. straatmeubilair)
politie/VNG-BVHmodel 1.2.1
Geertruidenberg Drimmelen
124 137
101 126
90 161
84 100
Melding afval verbranden
politie/VNG-BVHmodel 1.2.2
Geertruidenberg Drimmelen
5 2
5 3
1 14
1 5
Indicator
bron
gemeente % in 2011
West Brabant 2011
De eigen buurt is onveilig om zonder begeleiding op straat te lopen of spelen in % (0-11 jaar)
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
19% 16%
20%
% jeugdige 12-18 jaar dat zich wel eens onveilig voelt op straat in eigen buurt (door de inrichting)
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
10% 7%
10%
% jeugdige 12-18 jaar dat ontevreden is over de inrichting van de eigen buurt
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
4% 7%
6%
% volwassenen 19-64 jaar dat ontevreden is over de inrichting van de eigen buurt
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
6% 4%
6%
% jeugdige 0-11 jaar dat ontevreden is over mogelijkheden om in de eigen buurt alleen buiten te spelen
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
20% 15%
19%
% jeugdige 12-18 jaar mist een of meer ontmoetingsplaatsen in de eigen buurt
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
48% 51%
48%
% volwassenen 19-64 jaar dat erg gehinderd wordt door omgevingsgeluid
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
22% 18%
23%
% volwassenen 19-64 jaar dat erg gehinderd wordt door geur
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
7% 8%
9%
Politiecijfers: GGD gezondheidsprofiel:
Positief t.o.v. vorig jaar
Negatief t.o.v. vorig jaar
Gunstiger dan West Brabant
Gelijk met West Brabant
Ongunstiger dan West Brabant
10
Indicator
bron
Gemeente 2011
gemiddelde middelkleine gemeente
% inwoners, dat tevreden is met het onderhoud van openbaar groen
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
52,9% 43,1%
58,8%
% inwoners, dat tevreden is met openbare verlichting
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
70,6% Geen gegevens
71,2%
Verkeersoverlast (gemiddeld rapportcijfer, 0=laag, 10=hoog)
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
3,7 Geen gegevens
3,6
Verloedering (gemiddeld rapportcijfer, 0=laag, 10=hoog)
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
3,5 3
3,1
Vernielingen (per 1000 inwoners)
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
9,2 6,3
9,2
Veiligheidsmonitor 2011:
Sterk positieve afwijking
Positieve afwijking
Negatieve afwijking
Sterk negatieve afwijking
Ongeveer gemiddeld
Algemeen: Over het algemeen zijn de inwoners van beide gemeenten erg tevreden over de inrichting van hun buurt/wijk. Kinderen van beide gemeenten (0 tot 11 jaar) geven aan dat ze veilig zonder begeleiding in de buurt kunnen spelen (ruim 80%). Echter mist de helft van alle geënquêteerde jongeren tussen de 12-18, een plek om elkaar te ontmoeten in beide gemeenten. Het missen van een dergelijke plaats leidt ertoe dat jongeren op plaatsen gaan hangen die daarvoor niet bedoeld zijn. Op sommige plaatsen constateren bewoners dan ook overlast van deze ‘hangjongeren’. De overlast door vervuiling, graffiti en vernielingen is slecht voor de fysieke kwaliteit. Het percentage volwassenen van beide gemeenten (19 t/m 64 jaar) dat tevreden is met de inrichting van de buurt is hoog (gemiddeld 95% in 2011). Daarnaast ondervinden de volwassenen bewoners niet of nauwelijks overlast van geur of omgevingsgeluiden. Vernielingen Het aantal meldingen van vernielingen en illegale afvalverbranding is in de afgelopen jaren afgenomen. Echter wil dit niet zeggen dat het totale schadebedrag, voor zowel bewoners als beide gemeenten, lager is. Alleen al tijdens de jaarwisseling in 2011/2012 werd in de gemeente Geertruidenberg €8.380,- aan schade toegebracht en afgelopen jaarwisseling zelfs €16.660,- (dit is inclusief de uren die nodig waren om de schade te herstellen, feitelijke schade kwam uit op €9.000). In de gemeente Drimmelen lag het schadebedrag aan straatmeubilair tijdens de jaarwisseling van 2011/2012 rond de €5.075,- en afgelopen jaarwisseling rond de €2.150,-. Het totale schadebedrag aan straatmeubilair en gemeentelijke gebouwen in de gemeente Drimmelen, lag rond de €10.150,- tijdens afgelopen jaarwisseling. In beide gemeenten zijn relatief weinig meldingen gedaan van vernieling aan openbare gebouwen en bushokjes. Echter is het aantal vernielingen aan auto’s en overige objecten (o.a. bankjes, prullenbakken, straatverlichting, etc.) nog steeds hoog te noemen. Het totale schadebedrag aan deze eigendommen kost de maatschappij veel geld. Het aantal schades wat verhaald wordt op verdachten is zeer laag en vaak kan een schade niet gekoppeld worden aan een verdachte, omdat deze niet bekend is. Als de verdachte wel bekend is, wordt de schade verhaald via het strafproces. Fysieke kwaliteit In het woonwensen-leefbaarheidsonderzoek (2011) van de gemeente Geertruidenberg, hebben de bewoners een oordeel gegeven over de fysieke kwaliteit van de woonomgeving. De fysieke kwaliteit van de woonomgeving wordt bepaald door het oordeel over de netheid (mate van verloedering) van de woonwijk. Dit oordeel is een 7,3, wat ruim voldoende betekent voor de fysieke kwaliteit. In de gehele gemeente Geertruidenberg is geen sprake van verloedering van de fysieke buitenruimte. In
11
de bewonersscan (2012) van de gemeente Drimmelen, beoordeelt men de mate van netheid met gemiddeld een 7,4. In de veiligheidsmonitor van 2011 komt eveneens terug dat de mate van verloedering in beide gemeenten gering is. Deze wordt beoordeeld met een 3,5 in de gemeente Geertruidenberg en een 3 in de gemeente Drimmelen. De helft van de geënquêteerde inwoners van de gemeente Geertruidenberg is tevreden over het onderhoud van het groen en ruim 2/3 is tevreden over de openbare straatverlichting. Het percentage bewoners uit de gemeente Drimmelen (43,1%) dat tevreden is met onderhoud van het groen, licht onder het regionaal gemiddelde van 58,9%. Klachtenmeldpunt In beide gemeenten werkt men met een klachtenmeldpunt. In de gemeente Drimmelen werkt men bij de verwerking van de klachten met het systeem Prevent. De gemeente stelt voor zichzelf 7 werkdagen om de melding op te lossen. Uit de cijfermatige gegevens van Prevent wordt aangetoond dat gemiddeld 75% van alle meldingen tussen 2009 en 2012 opgelost zijn binnen de 7 gestelde werkdagen. Het betreft meldingen op het gebied van milieu, ongedierte, openbaar groen, openbare verlichting, riolering en wegen/trottoirs. Momenteel is de afdeling Openbare Werken bezig met een evaluatie van een tevredenheidsonderzoek, waarvan de uitkomsten medio mei 2013 bekend zullen zijn. Bij de gemeente Geertruidenberg kunnen klachten op 4 manieren worden doorgegeven. Mondeling bij de gemeentewinkel, per brief, via het algemeen telefoonnummer 14 0162 en via het digitale meldingsformulier. Conclusie problematiek: Op basis van de politiecijfers, de veiligheidsmonitor (2011) en het GGD gezondheidsprofiel, kan het volgende geconcludeerd worden voor de fysieke kwaliteit: -
Het aantal vernielingen aan van/aan auto’s en overige objecten (zoals bankjes, prullenbakken, verkeersborden, verlichting, etc.) is de afgelopen jaren afgenomen, maar de totale schadepost blijft erg hoog voor beide gemeenten. Schades kunnen niet of nauwelijks verhaald worden, omdat de daders niet bekend zijn. Vooral rond de jaarwisseling wordt de meeste schade aangericht aan bijvoorbeeld auto’s, bushokjes, prullenbakken, straatborden en andere eigendommen, door voornamelijk (zwaar) vuurwerk.
-
Jongeren missen ontmoetingsplaatsen in de buurt en gaan hierdoor in de buurt rondhangen. Dit leidt in de meeste gevallen tot overlast voor de omwonende nabij de hanglocaties (geluidsoverlast, vernielingen, vervuiling, graffiti, etc.). Wijkagenten, jongerenwerkers en andere partners werken zowel preventief als repressie aan het voorkomen of oplossen van overlast door jongeren. Preventief wordt door de wijkagent of jongerenwerker rondes gemaakt langs bekende hanglocaties. Bij aantreffen van de jongeren wordt een ‘praatje gemaakt’. Afhankelijk van de situatie, worden de jongeren gewaarschuwd of verzocht om naar een andere plaats te gaan. Echter zijn er geen ‘officiële’ aangewezen hanglocaties waar de jongeren zich op kunnen houden. Als jongeren overlast veroorzaken die in de APV (hinderlijk gedrag: art. 2:47, 2:49 en 2:50) omschreven staan, zal de politie repressief handhaven. Uit de landelijke veiligheidsmonitor van 2012 komt naar voren dat nog geen kwart (24%) van de Nederlanders vindt dat er goede voorzieningen voor jongeren in de buurt zijn.
-
Vernielingen tijdens de jaarwisseling zijn voor vele gemeenten enorme kostenposten. Deze kosten kunnen niet op verdachten verhaald worden, omdat deze niet bekend zijn of omdat er onvoldoende bewijsmateriaal is. Inwoners lezen vaak pas achteraf hoeveel schade er is veroorzaakt en hebben niet door dat zij als belastingbetaler voor de herstelwerkzaamheden indirect meebetalen. De totale schadebedragen lagen tijdens de laatste jaarwisseling in beide gemeenten boven de €10.000 euro, wat een aanzienlijk hoog bedrag is.
12
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Vernielingen auto’s en overige objecten Het aantal meldingen van vernielingen in beide gemeenten is afgenomen, maar de schadepost van de gemeente en de bewoners blijven problematisch hoog. Het aantal schades dat verhaald kan worden op verdachten is zeer laag. Dit komt vooral doordat er onvoldoende bewijslast (geen getuigen en/of beeldmateriaal) is tegen verdachten of dat de verdachten onbekend zijn.
Gezamenlijk: - Als er schade is geconstateerd door de gemeente of de bewoners kunnen ze aangifte doen bij de politie. De gemeente zal zo snel mogelijk de schade herstellen. Als er een verdachte bekend is, wordt de schade op hem/haar verhaald; - Klachten en schades over/aan gemeentelijke eigendommen, kunnen gemeld worden bij de daarvoor opgerichte klachtenmeldpunten van de gemeente. Beide gemeenten proberen de klachten binnen de door hun gestelde termijn (5 á 7 werkdagen) op te lossen; - Inzet burgernet bij opsporen van verdachten. - Meldingsbereidheid van de burgers vergroten door campagnes, flyers, nieuwsbrieven en promotie van meldpunten gemeente, Meld Misdaad Anoniem en het 0900-8844 nummer van de politie. Gem. Drimmelen: - Vliegende brigades zijn de ogen en oren binnen de dorpen. Tijdens hun ‘observatierondes’ kunnen ze plaatsen aandoen waar veel vernielingen hebben plaatsgevonden. Gezamenlijk: - Momenteel worden hangjongeren bij overlastlocaties (waar meldingen van worden gedaan of bij aantreffen op locatie) doorverwezen naar andere plaatsen waar ze mogelijk minder hinderlijk zijn voor de omgeving. De verwijzingen worden gedaan door de wijkagenten en jongerenwerkers; - Beide gemeenten financieren géén ontmoetingsplaatsen, omdat men de overlast niet wilt faciliteren. Resultaten van eerdere initiatieven waren negatief (resulteerde o.a. in het verwijderen van Jongeren Ontmoetings Plaatsen). Gezamenlijk: - Mensen wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid om schades door vernielingen te voorkomen. Ruim één of twee maanden voor de jaarwisseling, communiceren met de bewoners over de manier waarop de gemeente en politie zich gaan voorbereiden en wat ze van de bewoners verwachten. Gem. Drimmelen: - Jaarlijks stelt men een plan van aanpak op ter voorbereiding van de Nieuwjaarswisseling. Dit plan wordt telkens geactualiseerd op basis van ervaringen en nieuwe ontwikkelingen.
Gezamenlijk: - Bewoners moeten erop geattendeerd worden dat ze meldingen blijven maken bij de politie en gemeente. Vaak wordt gedacht dat de politie/gemeente niets doen met de meldingen/aangiftes (daling melding/aangiftebereidheid). Echter zijn het de burgers zelf die indirect betalen voor de herstelwerkzaamheden die door een ander zijn aangebracht; - Mochten bewoners de daders kennen, maar bang zijn voor represailles, dan kan men aangifte doen via Meld Misdaad Anoniem. Dit nummer moet (meer) bij de burgers onder de aandacht gebracht worden (0900-7000); Gem. Geertruidenberg: - Onderzoeken of buurtpreventie bij kan dragen aan het vergroten van de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente. Bij een positief resultaat zal deze ingevoerd kunnen worden.
Geen ontmoetingsplaats: Ongeveer de helft van de geënquêteerde jongeren tussen de 12 en 18 jaar, geven aan dat er vrijwel geen ontmoetingslocaties zijn in beide gemeenten. Omdat er geen faciliteiten voor ze zijn, gaan ze rond hangen op plaatsen die daarvoor niet bestemd zijn. Verschillende bewoners kunnen hier overlast van ondervinden. (dit onderwerp heeft tevens raakvlak met veiligheidsveld 3: Jeugd en Veiligheid)
Vernielingen jaarwisseling: Naast de ‘reguliere’ vernielingen door het gehele jaar heen, vinden rond de jaarwisseling de meeste vernielingen plaats. De totale schadepost voor de gemeente wordt (in korte tijd) door de vernielingen rondom de jaarwisseling opgedreven.
Gezamenlijk: - Zoeken naar alternatieven om jongeren van de hanglocaties weg te houden. Jongerenwerkers zijn in beide gemeenten erg actief en tonen veel ambitie. Wellicht is het vanuit de gemeente of andere organisaties mogelijk om bepaalde initiatieven te financieren of te ondersteunen.
Gezamenlijk: - Meer onopvallende surveillance door de politie. In burger, op de fiets of met een onopvallende auto, rondes maken door de buurt waar veel vernielingen plaatsvinden of hebben plaatsgevonden; - In diverse sociale en/of reguliere media, berichten verspreiden over de O&N strategie van alle veiligheidspartners (gemeente, politie, HALT, jongerenwerkers, etc.).
13
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
thema 1.3: objectieve veiligheid
De ‘objectieve veiligheid’ van de gemeente heeft betrekking op de criminaliteit die er plaatsvindt en waar bewoners slachtoffer van zijn. Deze criminaliteitscijfers worden via meldingen (meldkamer) en aangiften (slachtoffers), in politiesystemen geregistreerd. De politie stelt deze cijfers beschikbaar aan de gemeenten middels een gebiedsscan. De objectieve veiligheid bevat vooral ‘harde cijfers’, maar daarnaast moet rekening worden gehouden met ‘dark numbers’ (onbekende aantallen/verborgen criminaliteit) en de aangiftebereidheid van inwoners. Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
Bron
Gemeente feitelijke waarde 2009
2010
2011
2012
Gebouwen Aantal woninginbraken
politie/VNG-BVHmodel 1.3.1
Geertruidenberg Drimmelen
32 113
100 132
76 85
73 119
Aantal woningovervallen
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.7
Geertruidenberg Drimmelen
1 0
0 3
0 3
0 0
Aantal inbraken in box/garage/schuur/tuinhuis
politie/VNG-BVHmodel 1.3.2
Geertruidenberg Drimmelen
3 9
4 6
8 13
18 5
Aantal diefstallen in box/garage/schuur/tuinhuis
politie/VNG-BVHmodel 1.3.2
Geertruidenberg Drimmelen
12 8
19 10
10 16
34 30
Aantal inbraken in sportcomplex
politie/VNG-BVHmodel 1.3.3
Geertruidenberg Drimmelen
4 12
7 8
5 9
1 2
Aantal inbraken in school
politie/VNG-BVHmodel 1.3.3
Geertruidenberg Drimmelen
0 0
1 2
10 5
0 7
Aantal diefstallen uit/vanaf een personenauto
politie/VNG-BVHmodel 1.3.4
Geertruidenberg Drimmelen
76 168
133 193
147 93
74 114
Aantal diefstallen van personenauto
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.5
Geertruidenberg Drimmelen
14 22
11 13
10 10
8 13
Aantal diefstallen van vrachtauto/bestelauto
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.5
Geertruidenberg Drimmelen
1 3
2 5
3 2
7 1
Aantal fietsendiefstallen
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.6
Geertruidenberg Drimmelen
97 60
66 54
65 68
79 70
Aantal diefstallen van een bromfiets/snorfiets
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.6
Geertruidenberg Drimmelen
2 5
8 2
5 5
9 2
Melding tassenrollerij/zakkenrollerij (zonder geweld)
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.11
Geertruidenberg Drimmelen
15 17
14 11
15 18
11 9
Melding openlijke geweldpleging tegen personen
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.7
Geertruidenberg Drimmelen
7 8
7 16
9 6
8 1
Doodslag/moord
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.7
Geertruidenberg Drimmelen
5 1
2 4
3 1
2 11
Voertuigen
Geweld (verbaal/non-verbaal)
Politiecijfers:
Positief t.o.v. vorig jaar
Negatief t.o.v. vorig jaar
14
Indicator
Bron
Gemeente feitelijke waarde 2009
2010
2011
2012
Geweld (verbaal/non-verbaal) Melding burenruzie (zonder gevolgen)
politie/VNG-BVHmodel 1.1.1
Geertruidenberg Drimmelen
29 55
30 45
32 37
26 38
Melding eenvoudige mishandeling
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.7
Geertruidenberg Drimmelen
44 25
59 47
51 40
50 37
Melding zware mishandeling
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.7
Geertruidenberg
13 9
8 4
7 5
11
Drimmelen
Melding overlast stalker
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.8
Geertruidenberg Drimmelen
2 1
2 1
0 1
0 2
Melding bedreiging
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.8
Geertruidenberg Drimmelen
43 35
43 21
28 34
50 40
Melding vechtpartij zonder gevolgen
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.9
Geertruidenberg Drimmelen
10 5
5 2
7 10
3 0
Melding ruzie/twist zonder gevolgen
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.9
Geertruidenberg Drimmelen
89 72
104 81
111 81
90 79
Melding exhibitionisme/openbare schennis van de eerbaarheid
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.10
Geertruidenberg Drimmelen
9 2
1 7
1 3
17 1
Melding verkrachting
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.10
Geertruidenberg Drimmelen
3 2
2 2
1 2
0 2
Melding aanranding
Politie/VNG-BVHmodel 1.3.10
Geertruidenberg Drimmelen
1 2
3 3
1 2
0 5
7
Zeden
Politiecijfers:
Positief t.o.v. vorig jaar
Negatief t.o.v. vorig jaar
Algemeen: Het regionaal beleidsplan 2013-2014 van de politieregio Zeeland-West-Brabant, geeft de huidige situatie duidelijk weer voor de regio, evenals voor beide gemeenten. Citaat: “De objectieve veiligheid in Zeeland-West-Brabant is in de periode 20092012 over het algemeen verbeterd. Het totaal aantal misdrijven daalde gemiddeld in de afgelopen jaren. Binnen dit totaal is er sprake van een afname van geweldsmisdrijven, straatroven en overvallen. Het aantal woninginbraken is echter toegenomen in de periode 2009-2012”. (Politie Zeeland-West-Brabant, 2012) Misdaad Nederlandse gemeenten RTL-nieuws heeft begin 2013 onderzoek gedaan naar de misdaadcijfers binnen de 410 Nederlandse gemeenten. Hierbij hebben ze aan de politie gegevens opgevraagd over twaalf soorten misdrijven. Deze zijn o.a. straatroof, woninginbraken, bedreigingen, diefstallen van bromfietsen, fietsen en motorvoertuigen, diefstal uit/vanaf motorvoertuigen, inbraken bedrijven, mishandeling, vernielingen, winkeldiefstal en zakkenrollerij. Gemeente Geertruidenberg staat op plaats 227 met 561 misdrijven per jaar (26 per 1.000 inwoners) en gemeente Drimmelen op plaats 271 met 623 misdrijven per jaar (23 per 1.000 inwoners). Communicatie en maatregelen tegen bepaalde misdrijven kunnen ertoe leiden dat bepaalde cijfers hoger uitvallen, omdat er meer aandacht aan besteed wordt. Woninginbraken Het aantal inbraken en diefstallen uit woningen en bijgebouwen (box/garage/schuur/tuinhuis) is hoog in beide gemeenten (ondanks de afname voor gemeente Geertruidenberg). Bovengenoemde WOS-feiten (woninginbraken, overvallen en straatroof) zijn landelijk, regionaal, districtelijk en lokaal één van de grootste aandachtspunten van politie, justitie en gemeenten. Deze zogenoemde ‘High Impact Crimes’ hebben een enorme impact op de slachtoffers en hun leefomgeving. Het aantal woningovervallen en straatroven is verwaarloosbaar ten opzichte van het hoge aantal woninginbraken in beide
15
gemeenten. Woninginbraken gebeuren vooral tijdens de “donkere maanden” (oktober t/m maart), tijdens de vakantiemaanden (juni t/m augustus) en met carnaval.
Voertuigcriminaliteit: Het aantal fietsendiefstallen en diefstallen uit auto’s (m.n. navigatiesystemen, airbags, radio’s) is, naast de woninginbraken, vrij hoog in beide gemeenten. Deze diefstallen kunnen leiden tot irritatie onder de gedupeerden. Niet alleen politie en gemeente kunnen iets betekenen voor het tegengaan en oplossen van deze diefstallen, maar juist de burgers zijn één van de belangrijkste spelers bij het bestrijden van deze misdrijven. Het creëren van meer bewustwording en zelfredzaamheid onder de burgers is daarbij één van de aandachtspunten.
16
Geweldsmisdrijven: Het aantal geweldsmisdrijven is in beide gemeenten relatief laag t.o.v. de rest van de middelkleine gemeenten uit de regio Midden- en West Brabant. Het aantal mishandelingen was in 2011 (zowel eenvoudig als zwaar) in de gemeente Drimmelen het laagst (2,2 per 1000 inwoners) en in Geertruidenberg gemiddeld met de rest van de regio (3,9 per 1000 inwoners). Geweldsmisdrijven hebben, net als de WOS-feiten, een hoge impact op het leven van de slachtoffers. In de laatste jaren is gebleken dat sociale media en Burgernet een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de opsporing van de daders. Gemeenten en politie moeten hierbij wel rekening houden met de negatieve effecten van sociale media. Voorbeelden van deze negatieve effecten zijn het spelen van “eigen rechter”, beschuldigen van onschuldige mensen en het belemmeren van het strafrechtelijk onderzoek. Deze negatieve aspecten kunnen gevolgen hebben voor de manier van strafvervolging en/of de strafmaat.
Conclusie problematiek: Op basis van de politiecijfers en overige onderzoeken kan het volgende geconcludeerd worden voor de objectieve veiligheid: -
Het aantal inbraken en diefstallen uit zowel woningen als bijgebouwen is hoog in beide gemeenten. In de gemeente Geertruidenberg neemt het aantal woninginbraken weliswaar af, maar zijn er tijdens de “donkere maanden” (oktober t/m maart) vakantiemaanden (juni t/m augustus) en carnaval, pieken te zien van woninginbraken. Rondtrekkende inbrekersgroepen, maar ook individuele inbrekers slaan dan op één of meerdere avonden hun slag. Er zijn vele onderzoeken, scripties en uitspaken gedaan over woninginbraken en de daders. Waar het steeds op neer komt, is dat daders bepaalde beweegredenen hebben om ergens in te breken. Als de beweegredenen voor de inbrekers verlaagd worden, zal het aantal woninginbraken eveneens afnemen. Echter blijkt dat slechts een aantal van die beweegredenen aangepakt kunnen worden door gemeenten, politie, woningbouwcorporaties en burgers zelf. Gezamenlijk zal men tot een gerichte aanpak moeten komen.
-
Het aantal diefstallen uit/vanaf auto’s en fietsendiefstallen is vrij hoog voor beide gemeenten. Ondanks dat deze vormen van criminaliteit een lage impact hebben voor het veiligheidsgevoel, leiden ze wel tot grote irritatie onder de slachtoffers. Bij diefstallen uit/vanaf auto’s maken de criminelen over het algemeen navigatiesystemen, airbags, antennes en ‘achtergebleven’ waardevolle spullen (laptop, mobiel, portemonnee, etc.) buit. Bewoners zelf kunnen voorkomen dat ‘losse’ waardevolle spullen worden gestolen, door ze veilig mee naar binnen te nemen. Fietsen kan men het beste in huis/schuur/garage opbergen en niet op straat of in de tuin laten staan.
17
-
Geweldsdelicten kunnen in drie categorieën opgesplitst worden: zedenmisdrijven, mishandelingen en bedreigingen. Het aantal zedenmisdrijven is in beide gemeenten laag. In 2012 waren in Raamsdonkveer 17 meldingen gedaan van schennis van de eerbaarheid. Hierbij is één verdachte aangehouden die verantwoordelijk is voor minstens 7 van deze incidenten. Het aantal mishandelingen was in 2011 (zowel eenvoudig als zwaar) in de gemeente Drimmelen het laagste (2,2 per 1000 inwoners) en in Geertruidenberg gemiddeld met de rest van de regio (3,9 per 1000 inwoners). Geweldsmisdrijven hebben, net als de WOS-feiten, een hoge impact op het leven van de slachtoffers. In 2012 was een zeer lichte daling te zien qua eenvoudige mishandelingen en een lichte stijging qua zware mishandelingen. Echter is elke mishandeling één te veel.
-
Het aantal meldingen van bedreigingen is in beide gemeenten gestegen. In 2011 waren 1,7 van de 1000 bewoners van beide gemeenten, slachtoffers van bedreiging. Dit aantal lag iets lager dan het gemiddelde van de rest van de middelkleine gemeenten uit de regio Midden- en West Brabant. Op de schaalscore bedreiging scoren beide gemeenten in 2011, gemiddeld ten opzichte van de andere middelkleine gemeenten. Deze score meet vormen van gedrag die bewoners als “dreigend” kunnen ervaren zoals drugsoverlast en geweldsdelicten.
-
Het hoge aantal meldingen van poging moord/doodslag in 2012 voor de gemeente Drimmelen, is te verklaren doordat een betrapte inbreker in februari is ingereden op een aantal agenten tijdens een achtervolging. Hierdoor zijn meerdere incidentmeldingen en aangiften gedaan in deze zaak. In juli is een 18 jarige man uit Oosterhout doodgeschoten door twee mannen van 18 en 26 jaar.
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Woninginbraken en diefstallen: In beide gemeenten vinden relatieve veel inbraken en diefstallen plaats uit woningen en bijgebouwen. Een woninginbraak kan een grote impact hebben op de veiligheidsgevoelens van de slachtoffers. Diefstal van waardevolle spullen (kostbaar spullen en spullen met een emotionele waarde) hebben ook negatieve gevolgen voor de leefbaarheid van de slachtoffers.
Gezamenlijk: - “WOS” aanpak (Regionaal Beleidsplan ZWB 2013-2014 politie); - Extra controles door politie; - Keurmerk Veilig wonen. Beide gemeenten stelt bij nieuwbouw het politiekeurmerk verplicht. Bewoners die nog geen keurmerk hebben kunnen informatie vinden op de website: www.politiekeurmerk.nl. In totaal zijn 49 certificaten PKVW afgegeven en geldig in de gemeente Geertruidenberg (vrij laag) en t.o.v. 283 in de gemeente Drimmelen (rond het gemiddelde). Gem. Geertruidenberg: - Informeren van bewoners op de gemeentesite. O.a. over de onderwerpen ‘quick scan’ van de politie, Keurmerk Veilig Wonen, digitale nieuwsbrief en algemene tips; - Incidenteel houdt de gemeente gezamenlijk met politie en wijkraden, acties in wijken waar veel inbraken zijn op dat moment. Hier wordt actief huis-aan-huis geflyerd en als er verdachte/onveilige situaties (open ramen, klimmateriaal etc.) zijn, worden deze gemeld bij bewoners; -Eind 2012 zijn bijeenkomsten georganiseerd voor senioren over veiligheid waar dit onderwerp en preventie hiervoor een belangrijk deel van het programma bevatte. Gem. Drimmelen: - Verzenden van waarschuwingsbrieven over de ‘donkere dagen’. Voordat de wintermaanden beginnen worden bewoners erop attent gemaakt dat inbrekers vaker zullen proberen toe te slaan; - Inzet en aansturing van Vliegende Brigades; - Organiseren van preventiebijeenkomsten voor de burgers i.s.m. politie.
Gezamenlijk: - Stimuleren en voorlichting geven aan bewoners over het politiekeurmerk Veilig Wonen; - Woningbouwcorporaties en huurders stimuleren om bij onderhoud/renovatie, de woningen aan te passen aan de eisen van het keurmerk Veilig Wonen; - Bewustwordingsacties bij inwoners organiseren met de politie over het nemen van preventieve maatregelen om woninginbraken te voorkomen (“voetjesacties”); - Probleemgericht werken in plaats van incidentgericht; - Verbeteren van openbare verlichting op donkere plaatsen rondom woonwijken en huizen (bv. in brandgangen). Gemeente Geertruidenberg: - Momenteel is men bezig met het onderzoeken en opzetten van buurtpreventie.
18
Geweldsmisdrijven: Toename bedreigingen en relatief gelijk blijven van het aantal mishandelingen. Geweldmisdrijven vallen, net als woninginbraken, onder de ‘High Impact Crimes’. Slachtoffers van geweld kunnen blijvend letsel overhouden of geestelijk nooit meer hetzelfde worden (angst- en woedeaanvallen).
Voertuigcriminaliteit: In beide gemeenten kent men een hoog aantal diefstallen uit/vanaf auto’s en lichte stijging van het aantal fietsendiefstallen.
Gezamenlijk: - Aangiften worden afgehandeld door politie en verdachten worden vervolgd door het Openbaar Ministerie. - Vanuit de gemeenten wordt momenteel geen expliciete aandacht gegeven aan deze onregelmatige incidenten. Gem. Geertruidenberg: Uitgaansgeweld wordt wel expliciet actie op ondernomen. In de exploitatievergunning van discotheek Oscars en evenementenhal Koloszaal, is expliciet opgenomen dat zij een ‘sus-team’ moeten hebben. Vooraf en na sluitingstijd houden deze teams in de directe omgeving van het bedrijf toezicht op arriverende en vertrekkende bezoekers. Ervaring leert dat zij beginnende geweldsincidenten tijdig aanpakken en voorkomen. Gem. Drimmelen: - Inzet Vliegende Brigades om verdachte activiteiten te signaleren en door te geven aan de politie. Gem. Geertruidenberg: - Preventieve acties als flyeren, in samenwerking met gemeente, politie en wijkraden. Naast het onderwerp woninginbraken wordt ook aan dit onderwerp aandacht gegeven. - Gemeente en politie informeren omwonenden via het lokale nieuwsblad over voertuigcriminaliteit (nieuwsbrief).
Gezamenlijk: - Omdat veel geweldsmisdrijven plaatsvindt in het weekend en gekoppeld kunnen worden aan de horeca moet er beveiliging zijn bij de horecagelegenheden en evenementen. (zie voorbeeld ‘sus-teams’ bij Oscars en Koloszaal in Raamsdonkveer). Politie: - Het doen van nader onderzoek door de politie naar de toename van het aantal bedreigingen en mishandelingen.
Gezamenlijk: - Bewoners bewust maken van hun eigen verantwoordelijkheid. Gem. Geertruidenberg: - Momenteel is men bezig met onderzoek en opzetten van buurtpreventie. Buurtpreventieteams kunnen net als de Vliegende Brigades in gemeente Drimmelen, fungeren als de ogen en oren in de buurt.
19
veiligheidsveld 1: veilige woon- en leefomgeving
thema 1.4: subjectieve veiligheid
De ’subjectieve veiligheid’ binnen de gemeente heeft betrekking op het veiligheidsgevoel van de inwoners. Bijvoorbeeld of mensen zich overdag, ‘s avonds en ’s nachts veilig voelen in de buurt. Dit veiligheidsgevoel komt voort uit enquêtes en vraaggesprekken, gehouden onder verschillende bewoners (iDOP’s en Dorpssignaal). Deze enquêtes en gesprekken zijn gehouden door de GGD West-Brabant en beide gemeenten. Deze onderzoeksresultaten zijn verwerkt in rapporten per gemeente of dorp. Rapporten zijn o.a. het ‘gezondheidsprofiel 2011’ (GGD West-Brabant, 2012) en de ‘Veiligheidsmonitor 2011’ (Gemeente Breda, 2012). Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
Bron
Gemeente
2011
gemiddelde middelkleine gemeente West-Brabant
Rapportcijfer veiligheidsgevoelens in de buurt (0=erg onveilig gevoel, 10=erg veilig gevoel)
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
6,9 7
6,9
Onveiligheidsgevoelens in %
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
14% 12,7%
17%
% volwassenen (19-64 jaar ) dat zich overdag wel eens onveilig gevoeld heeft
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
3% 6%
7%
% ouderen (65+ jaar) dat zich overdag wel eens onveilig gevoeld heeft
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
7% 10%
10%
% volwassenen (19-64 jaar ) dat zich ’s avonds/’s nachts wel eens onveilig gevoeld heeft
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
14% 14%
20%
% ouderen (65+ jaar ) dat zich ’s avonds/’s nachts wel eens onveilig gevoeld heeft
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
15% 20%
22%
Rapportcijfer beschikbaarheid politie (0=slecht, 10=goed)
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
3,9 3,7
3,6
Rapportcijfer functioneren politie in de buurt (0=slecht, 10=goed)
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
4,8 4,9
4,8
Rapportcijfer functioneren gemeente (0=slecht, 10=goed)
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg Drimmelen
5,1 4,9
5,4
GGD gezondheidsprofiel:
Gunstiger dan West Brabant
Gelijk met West Brabant
Veiligheidsmonitor 2011:
Sterk positieve afwijking
Positieve afwijking
Negatieve afwijking
Sterk negatieve afwijking
Ongunstiger dan West Brabant
Ongeveer gemiddeld
Algemeen: Het thema subjectieve veiligheid weergeeft de mate waarop bewoners zich veilig voelen in de gemeente. Het gevoel van de bewoners wordt beïnvloed door sociale contacten (sociale kwaliteit) en de omgeving (fysieke kwaliteit). Men kan zich bijvoorbeeld ’s avonds niet veilig voelen op donkere plaatsen in de buurt. Dit kan komen doordat een grote groep hangjongeren ’s avonds voor de deur staat te ‘hangen’ (sociale kwaliteit). Echter kan het ook voorkomen dat de straatverlichting kapot is of op bepaalde donkere plaatsen ontbreekt (fysieke kwaliteit). Over het algemeen komt uit de enquêtes naar voren dat de inwoners van beide gemeenten zich veilig voelen binnen beide gemeenten (meer dan 86%). Overdag voelen volwassenen (19-64 jaar) en bejaarden (65+ jaar) zich het meest veilig. ’s Avonds en ’s nachts voelen ze zich eveneens veiliger dan in de rest van de middelkleine gemeenten uit de regio Midden- en West Brabant.
20
Dorpssignaal Drimmelen Dorpssignaal (oorspronkelijk Buurtsignaal) is een methode om leefbaarheid, veiligheid en sociale betrokkenheid effectief te verbeteren door gezamenlijke inspanning van professionele partners en bewoners. De methode komt uit Amerika en is door de politieacademie Apeldoorn en Avans hogeschool in ’s-Hertogenbosch aangepast voor Nederland. Deze methode is eerder als pilot in Eindhoven uitgevoerd en wordt nu als pilot in alle dorpen in Drimmelen toegepast. Door middel van diepgaande interviews wordt een beeld verkregen van wat er leeft in een dorp op het gebied van leefbaarheid (woonplezier), veiligheid en sociale betrokkenheid. Vervolgens worden resultaten gepresenteerd, gezamenlijk prioriteiten gesteld en plannen van aanpak gemaakt en uitgevoerd. Deze manier van onderzoeken is gedetailleerd en zorgt voor een duidelijk beeld van wat zich afspeelt in elk dorp. Voor elk dorp worden vervolgens aparte prioriteiten en acties uitgezet. De resultaten en aangedragen prioriteiten komen overeen met de prioriteiten die genoemd worden in deze veiligheidsanalyse. Oordeel over politie en gemeente De bereikbaarheid en het functioneren van de politie scoren gemiddeld even hoog als de rest van de middelkleine gemeenten uit de regio Midden- en West Brabant. Op basis van de rapportcijfers kan men concluderen dat de politie met een onvoldoende beoordeeld werd in 2011. Over het functioneren van de gemeente was men in 2011 nog minder tevreden. In beide gemeenten werd dit beoordeeld met gemiddeld een 5. Dit is een negatieve afwijking ten opzichte van de rest van de middelkleine gemeenten (beoordeeld met een 5,5). Veiligheidsparadox Bij veiligheidsmetingen moet rekening worden gehouden met het feit dat objectieve en subjectieve veiligheid niet altijd in verband staan met elkaar. Zo kunnen bewoners bijvoorbeeld bang zijn om ’s avonds overvallen te worden op straat, maar is men minder bang om een ongeval te krijgen in het verkeer. Terwijl uit de cijfers blijkt dat de kans om ’s nachts overvallen te worden op straat vele malen kleiner is dan de kans om een ongeluk te krijgen in het verkeer. Dit wordt ook wel de ‘veiligheidsparadox’ genoemd. Het oordeel over politie en gemeente kan ook gezien worden als een veiligheidsparadox. Bewoners voelen zich in beide gemeente (erg) veilig, maar zijn toch ontevreden over functioneren van politie en gemeente. Conclusie problematiek: Op basis van de cijfers en gegevens uit de rapportages kan het volgende geconcludeerd worden voor de sociale veiligheid: -
De veiligheidsbeleving van de inwoners van beide gemeenten is ruim voldoende. Gemiddeld komen beide gemeenten uit op een rapportcijfer van een 7. Zowel de volwassenen (18-64 jaar) als de ouderen (65+ jaar) voelen zich overdag het meest veilig in beide gemeenten. Er zijn geen noemenswaardige afwijkingen in negatieve zin. Opvallend is zelfs dat 85% van de ouderen (65+ jaar) zich bovengemiddeld veilig voelt in de gemeente Geertruidenberg. Dit is een positieve afwijking ten opzichte van het regionaal gemiddelde. In de rest van de middelkleine gemeenten uit de regio voelt 78% van de ouderen zich veilig ’s avonds/’s nachts.
-
De bereikbaarheid en het functioneren van de politie, scoren in beide gemeente onvoldoende tot twijfelachtig. De bereikbaarheid krijgt in beide gemeenten een rapportcijfer van gemiddeld een 3,8 (ruim onvoldoende). Het functioneren van de politie is gemiddeld in beide gemeenten beoordeeld met een 4,9 (onvoldoende). Echter wijkt men hierbij niet af van het regionaal gemiddelde. Bereikbaarheid en functioneren wordt in de rest van de middelkleine gemeenten uit de regio beoordeeld met respectievelijk een 3,6 en 4,8.
-
Het functioneren van de gemeente scoort eveneens onvoldoende. Gemiddeld wordt dit in beide gemeenten beoordeeld met een 5. In de rest van de middelkleine gemeenten uit de regio wordt dit eveneens net niet voldoende beoordeeld, met gemiddeld een 5,4.
-
Opmerkelijk is dat inwoners van beide gemeente zich veilig voelen, maar toch (erg) ontevreden zijn over het functioneren van zowel politie als gemeente. Waaraan dit te wijten is zal mogelijk onderzocht moeten worden door middel van tevredenheidsonderzoeken.
21
Wat is het probleem? Beschikbaarheid en functioneren van de politie: Het functioneren en de beschikbaarheid van de politie is volgens de veiligheidsbeleving van de inwoners onvoldoende. Vooral de beschikbaarheid is het grootste probleem. Door de politieleiding wordt dit probleem erkend en is men momenteel bezig hier verandering aan te brengen. Gezien de komst van de Nationale Politie begin 2013, zal nog moeten blijken hoe het proces zal gaan verlopen. Een van de belangrijkste speerpunten van de politie is om context gedreven (overal op reageren en niet bagatelliseren) en meer dienstverlenend (terugkoppeling naar de burger) te gaan werken. Functioneren van de gemeente: Uit de veiligheidsmonitor van 2011 kwam naar voren dat beide gemeenten onvoldoende beoordeeld werden op hun functioneren. De reden waarom de burgers dit vonden komt niet uit de monitor naar voren.
Wat is de huidige aanpak? Gezamenlijk met politie: - Op dit moment heeft de politie 8 wijkagenten voor beide gemeenten (4 per gemeente). Naast de wijkagenten rijden agenten van de Noodhulp naar 112-meldingen toe. Wijkagenten zijn voor de burgers het aanspreekpunt naar de politie; - De politie neemt deel aan verschillende projecten en acties naast die van hun eigen organisatie. Dit zijn o.a. schoolprojecten, bewustwordingsacties, buurtbemiddelingen, bewonersbijeenkomsten etc.; - De balie van het politiebureau in Geertruidenberg, wordt sinds eind 2012 weer bemand door zogeheten ‘volontairs’. Deze vrijwilligers kunnen o.a. informatie geven over de verschillende manieren van aangifte doen, een afspraak maken voor telefonische aangifte of helpen met het doen van internetaangifte. Gezamenlijk: - Beide gemeenten huren een BOA in voor een bepaald aantal uren. De BOA is aangesteld voor de kleine ergernissen als zwerfafval, hondenpoep, parkeerproblemen en APVovertredingen; - Klachten/meldingen die bij de meldpunten van de gemeente worden gedaan, worden binnen de gestelde termijn (5 tot 7 werkdagen) opgelost. Mocht het door bepaalde omstandigheden langer duren dan wordt de melder hiervan op de hoogte gesteld. Gem. Geertruidenberg: De gemeente is zich bewust dat communicatie belangrijk is richting burgers. Hierdoor wordt steeds vaker gecommuniceerd over veiligheid in de richting van burgers en bedrijven. In het voorjaar van 2013 wordt als pilot een digitale nieuwsbrief over veiligheid verspreid in de gemeente.
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen/acties? Politie: - Om meer transparant te zijn richting de burger over prioriteiten of acties kan de politie ervoor kiezen om dit via verschillende media te communiceren (lokale krant, Twitter van wijkagenten, nieuwsbrieven etc.); - De politieleiding heeft in een gesprek aangegeven dat men zich steeds meer dienstverlenend op wil gaan stellen. Hierbij legt men de nadruk op het terugkoppelen naar de burger. Onderzocht moet worden op welke manier dit het beste gedaan kan worden, omdat dit veelal een tijdrovend proces is. Gemeente kunnen hier mogelijk aan bijdragen in de vorm van bevolkingsonderzoeken en gesprekken.
Gezamenlijk: - Klanttevredenheidsonderzoek doen onder de bewoners. Bij een afhandeling van een melding/klacht kan mogelijk door middel van een korte enquête of vragenlijst achterhaald worden of de bewoner tevreden is geweest over de manier waarop de gemeente haar diensten heeft verleend.
22
TUSSENSTAND: MOGELIJKE PRIORITEITEN VEILIGE WOON- EN LEEFOMGEVING Op basis van de beschrijving hiervoor van problematiek en aanpak binnen het veld ‘veilige woon- en leefomgeving’, zijn de volgende prioriteiten opgesteld: Prioriteit 1 Woninginbraken; zoals uit de cijfers van de politie naar voren komt, is het aantal woninginbraken in beide gemeenten erg hoog. Het regionaal beleidsplan Zeeland-West-Brabant 2013-2014 beschrijft dat de WOS-feiten (woninginbraken, overvallen en straatroof) één van de hoofdprioriteiten is voor de komende jaren. In beide gemeenten zullen vooral de woninginbraken de aandacht krijgen. Dit probleem zal zowel preventief als repressief aangepakt moeten worden. Zoals de ondertitel van het regionaal beleidsplan ZWB al beschrijft moet er “samen gewerkt worden aan veiligheid”. Prioriteit 2 Geweldsmisdrijven; weliswaar schommelt het aantal geweldsmisdrijven (zeden, mishandelingen en bedreigingen) per jaar, toch is elk van deze misdrijven er één te veel. De aanpak van geweld (o.a. uitgaansgeweld, huiselijk geweld en geweld tegen mensen met een publieke taak) is eveneens één van de hoofdprioriteiten in het regionaal beleidsplan van de politie. Geweld en bedreigingen veroorzaken inbreuk op de persoonlijke integriteit van de inwoners en verminderen het veiligheidsgevoel van de inwoners. Geweld is een vorm van gedrag. De ervaring leert dat gedragsbeïnvloeding een lastig en tijdrovend proces is wat jaren kan duren en in sommige gevallen niet het beoogde effect heeft. Landelijke overheidscampagnes bereiken niet altijd hun doel. De campagne ‘handen af van onze hulpverleners’ is daarvan een goed voorbeeld. De boodschap bereikt de doelgroep (de daders) zelden tot nooit, omdat men zich niet aangesproken voelt. Prioriteit 3 Voertuigcriminaliteit; auto-inbraken/diefstallen en fietsendiefstallen zijn vormen van criminaliteit die kunnen zorgen voor grote ergernis onder de burgers. Het aantal van beide delicten is in beide gemeenten vrij hoog en kunnen alleen met behulp van de bewoners aangepakt worden. Door ‘de gelegenheid’ voor de dieven weg te halen (goede fietssloten en de ‘buit’ mee naar binnen te nemen), wordt de kans om slachtoffer te worden verkleind. Bewustwordingsactie kunnen hieraan bijdragen. Het initiatief voor deze acties kunnen genomen worden door de gemeente of de politie in samenwerking met de inwoners (bewonersgroepen, wijkraden etc.). Prioriteit 4 Functioneren en bereikbaarheid van politie en gemeente; ondanks het vrij hoge veiligheidsgevoel van de inwoners (gemiddeld een 7) vinden zij het functioneren van politie en gemeente ondermaats. De reden daarvoor is onbekend. Omdat men in de toekomst steeds meer de burger bij bepaalde onderwerpen wil betrekken, is het opbouwen van onderling vertrouwen en tevredenheid een belangrijke prioriteit. Prioriteit 5 Vernielingen (o.a. jaarwisseling); jaarlijks lijden gemeenten, bedrijven en burgers in Nederland grote schade aan eigendommen door vernielinging. Vooral tijdens de jaarwisseling kunnen de schadebedragen in korte tijd behoorlijk oplopen. Deze kosten kunnen niet op verdachten verhaald worden omdat deze niet bekend zijn of omdat er onvoldoende bewijsmateriaal is. Inwoners lezen vaak pas achteraf hoeveel schade er is veroorzaakt en hebben niet door dat zij als belastingbetaler voor de herstelwerkzaamheden betalen. De totale schadebedragen lagen tijdens de laatste jaarwisseling in beide gemeenten boven de €10.000 euro, wat een aanzienlijk hoog bedrag is.
23
(specifiek voor gemeente Geertruidenberg) Burenruzies; woonoverlast, burengeruchten en relatieproblemen (mogelijk met geweld tot gevolg) zal in de gemeente Geertruidenberg de nodige aandacht moeten krijgen. De cijfers van deze meldingen zijn bovengemiddeld hoog voor de gemeente. In de gemeente Drimmelen heeft het project ‘buurtbemiddeling’ goed uitgepakt en is met een jaar verlengd. Momenteel is men aan het onderzoeken of dit project ook in de gemeente Geertruidenberg gestart kan worden. Aandachtspunten: Naast de zes prioriteiten zijn er nog twee aandachtspunten te benoemen: Aandachtspunt 1 Dronken mensen op straat; jongeren en volwassenen gaan voornamelijk in de weekenden vaak op stap binnen of buiten de gemeente. Vooraf en na afloop van het stappen, kan de omgeving van deze mensen overlast ondervinden. Politie en de jongerenwerkster hebben in Raamsdonkveer geconstateerd dat jongeren (vaak van jonge leeftijd) op straat indrinken voordat ze naar discotheek Oscars gaan. Dit doen ze in de openbare ruimte, wat verboden is volgens de APV. Bewoners ondervinden hier overlast van door het lawaai en afval dat de jongeren achterlaten. Na afloop vertrekken de meeste mensen naar huis of blijven ze nog even ‘hangen’ op straat. Veelal zijn ze dan luidruchtig door de drank en worden ze baldadig of zelfs agressief. Vernielingen en geluidsoverlast zijn hiervan het gevolg. Aandachtspunt 2 Drugsoverlast; het aantal meldingen van drugsoverlast in 2012 is gestegen of was al hoog in beide gemeenten ten opzichte van 2011 (politiecijfers). Echter het gevoel van drugsoverlast bij de bewoners in 2011 was zeer laag (veiligheidsmonitor). Het is mogelijk dat bewoners steeds meer drugsoverlast constateren en dit eerder melden dan voorheen. Vaak werd er een melding gemaakt, maar trof de politie geen verdachten aan. Drugsoverlast kan het veiligheidsgevoel van omwonende aantasten en is daarom een aandachtspunt.
24
veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid
thema 2.1: winkelgebied
Dit thema heeft betrekking op het aantal winkeldiefstallen en –inbraken. Verschil wordt gemaakt tussen incidenten met of zonder geweld. Er zijn in beide gemeenten geen grootschalige winkelgebieden, maar kleinschalige groeperingen van winkeliersbedrijven. Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
Bron
Gemeente feitelijke waarde 2009
2010
2011
2012
Melding winkeldiefstal (zonder geweld)
Politie/VNG-BVHmodel 2.1.1
Geertruidenberg Drimmelen
21 16
28 7
23 12
43 10
Melding winkeldiefstal (gevolgd door geweld)
Politie/VNG-BVHmodel 2.1.1
Geertruidenberg Drimmelen
0 1
0 0
0 0
0 0
Melding inbraak winkel (zonder geweld)
Politie/VNG-BVHmodel 2.1.2
Geertruidenberg Drimmelen
9 12
13 9
16 11
3 5
Melding inbraak winkel (gevolgd door geweld)
Politie/VNG-BVHmodel 2.1.2
Geertruidenberg Drimmelen
0 0
0 0
0 0
0 0
Politiecijfers:
Positief t.o.v. vorig jaar
Negatief t.o.v. vorig jaar
Algemeen: In beide gemeenten zijn geen grote winkelcentra. Lokale winkels (kleding, elektronica, supermarkten etc.) zijn in beide gemeenten over het algemeen gevestigd in winkelstraten. Alleen Raamsdonkveer kent een kleinschalig winkelcentrum genaamd ‘Het Anker’. Grootstedelijke problematiek rondom winkelcentra (parkeerproblemen, hangjongeren en – ouderen, en zwervers) kent men niet of in mindere mate. Winkels in de gemeente Drimmelen De gemeente Drimmelen kent geen grote winkelcentra, zoals grote steden deze wel kennen. Beter kan gesproken worden van ‘winkelstraten’. Vier van de zes dorpen hebben winkelstraten. Er zijn verschillende soorten winkels, waaronder bijvoorbeeld supermarkten, kledingwinkels, slijterijen, doe-het-zelf zaken, drogisterij e.d. Grootstedelijke problematiek als parkeerproblemen en hangjongeren en –ouderen, kent men in mindere mate of vrijwel niet. De ondernemersverenigingen in de gemeente Drimmelen zijn georganiseerd in het ondernemersplatform Drimmelen. Deze voeren samen met de gemeente, elk kwartaal een regulier overleg over de ontwikkelingen in de gemeente. Het aantal winkeldiefstallen in de gemeente Drimmelen lagen in de afgelopen vier jaar rond het gemiddelde van 11. Dit komt ongeveer overeen met het gemiddelde van de rest van de middelkleine gemeenten uit de regio Midden- en West Brabant. Alle aangegeven winkeldiefstallen in 2012 vonden in de kern Made plaats. Winkels in de gemeente Geertruidenberg Alleen het dorp Raamsdonkveer kent een ‘klein’ winkelcentrum, genaamd ‘Het Anker’. In de iDOP van Raamsdonkveer (2012) kwam naar voren dat “winkelcentrum Het Anker niet de sfeer en uitstraling heeft die de inwoners graag wel zouden willen zien. Panden staan leeg en zien er lelijk uit”. De gemeente is bezig om het centrum opnieuw in te richten. Een extern bureau heeft een voorlopig ontwerp gemaakt (februari 2013) voor de herinrichting. Deze is gepresenteerd aan inwoners, ondernemers en andere belangstellenden. Over het algemeen waren de reacties van de aanwezigen positief. Eveneens als in de gemeente Drimmelen kan men in Geertruidenberg en Raamsdonkveer winkelstraten vinden.
25
De VOG (Verenigde Ondernemers Geertruidenberg) is de ondernemersvereniging voor ondernemers in de gemeente Geertruidenberg. Alle ondernemers uit de gemeente kunnen zich hierbij aansluiten. Het aantal winkeldiefstallen is in 2012 bijna verdubbeld ten opzichte van 2011 (van 23 naar 43 diefstallen). De verantwoordelijkheid voor het tegengaan van winkeldiefstal ligt bij de ondernemer zelf. Als men iets tegen de diefstallen wilt doen zal men zelf moeten investeren (camerabeveiliging, voldoende en veilige afroming, detectiepoortjes, trainen en opleiden van personeel). Gemeente en politie kunnen hen hierbij adviseren. Daarnaast is het van belang dat ondernemers of winkeliersverenigingen aangifte doen bij diefstal of inbraak. Mogelijk hebben in 2012 meer winkeliers aangifte gedaan van diefstal of inbraak bij de politie dan in 2011. Dit zou een goed teken kunnen zijn voor wat betreft de aangiftebereidheid onder de ondernemers. De daadwerkelijke oorzaak van de hoge aantallen is niet bekend. Conclusie problematiek Op basis van de politiecijfers kan het volgende geconcludeerd worden voor het thema winkelgebied: -
Het aantal meldingen van winkeldiefstal in de gemeente Geertruidenberg is bijna verdubbeld in 2012 t.o.v. 2011. In de gemeente Drimmelen zijn ze ongeveer gelijk gebleven. Er kan niet geconcludeerd worden of dit ligt aan de preventieve maatregelen die winkeliers treffen of de voorlichting vanuit de gemeenten of politie. Dit is echter wel een mogelijkheid, want door gezamenlijke inzet in 2011 is de aangiftebereidheid van winkeliers t.a.v. winkeldiefstallen mogelijk wel gestegen.
-
Winkelcentrum ‘Het Anker’ in Raamsdonkveer heeft niet de sfeer en uitstraling die de inwoners graag zouden willen zien (iDOP Raamsdonkveer). Panden staan leeg en zien er lelijk uit. Momenteel is ontwerpbureau bezig met het definitieve ontwerp voor de herinrichting van het centrum (februari 2013).
Wat is het probleem? Winkeldiefstallen: Vooral in de gemeente Geertruidenberg (Raamsdonkveer) zijn het aantal meldingen van winkeldiefstallen hoog. Van 2011 op 2012 is het aantal meldingen zelfs verdubbeld. Oorzaken hiervan zijn niet bekend.
Wat is de huidige aanpak? Gem. Drimmelen: - De ondernemersverenigingen in de gemeente Drimmelen zijn georganiseerd in het ondernemersplatform Drimmelen. Elk kwartaal is er een regulier overleg tussen het ondernemersplatform en de gemeente. Hierbij gaat het vooral over de ontwikkelingen in de gemeente. Gem. Geertruidenberg: - Verenigde Ondernemers Geertruidenberg (VOG) is een ondernemersvereniging waarvan alle ondernemers lid kunnen worden. Diverse werkgroepen voeren activiteiten uit binnen de VOG. Zo zijn er o.a. de werkgroepen ‘veiligheid/beveiliging’ en ‘brandpreventie’. Ondernemers nemen initiatief en zorgen voor hun eigen veiligheid; - In 2011 heeft de gemeente in samenwerking met de politie, advies gegeven aan de VOG werkgroep detailhandel over beveiliging en maatregelen ter voorkoming van winkeldiefstal, -inbraken en overvallen. Hierbij is ook aandacht besteed aan de promotie van Burgernet. Mogelijk is dat deze voorlichting heeft geleid tot het doen van meer aangiftes, waardoor het cijfer in 2012 hoger uit is gevallen.
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen? Gezamenlijk: - Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) is een proces en instrument dat uitgegeven wordt door het CCV. Het keurmerk maakt het mogelijk om criminaliteit en overlast in een winkelgebied of op een bedrijventerrein terug te dringen. Het KVO zorgt dat ondernemers, gemeente, politie, brandweer en andere partijen structureel samenwerken aan de veiligheid. Als gekozen wordt voor het KVO moet dit een integrale samenwerking zijn waarbij alle partijen actief deelnemen. (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, 2012); - Promoten van Burgernet onder zowel winkelend publiek als de ondernemers. Dergelijke acties verhogen de pakkans van winkeldieven of inbrekers.
26
veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid
thema 2.2: bedrijventerreinen
Bedrijventerreinen zijn belangrijk voor de werkgelegenheid. De inrichting van deze terreinen, maar ook vormen van criminaliteit, kunnen invloed hebben op de veiligheid van deze terreinen. Diverse aspecten zijn o.a. inbraak, diefstal en overvallen op bedrijven en kantoren. Aspecten als verkeersveiligheid, brandveiligheid en externe veiligheid (ofwel de beheersing van risico’s rond gevaarlijke stoffen) worden behandeld in veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid. Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
Bron
Gemeente feitelijke waarde 2009
2010
2011
2012
Inbraak bedrijf/kantoor
Politie/VNG-BVHmodel 2.2.1
Geertruidenberg Drimmelen
36 28
31 41
18 33
18 33
Diefstal in/uit bedrijf/kantoor
Politie/VNG-BVHmodel 2.2.1
Geertruidenberg Drimmelen
5 3
12 14
5 2
10 6
Politiecijfers:
Positief t.o.v. vorig jaar
Negatief t.o.v. vorig jaar
Algemeen: In beide gemeenten kent men veel bedrijvigheid. In totaal zijn er 11 bedrijventerreinen in beide gemeente, waarvan de grootste in Raamsdonkveer (Dombosch I en II) en Made (Brieltjenspolder). In het bijzonder bij deze grotere terreinen nemen de ondernemers het heft in handen om criminaliteit gezamenlijk te bestrijden. Voorbeelden daarvan zijn het aanleggen van een Bollard systeem (Brieltjenspolder) en permanente camerabeveiliging (Dombosch I en II). Ondernemers zijn zelf verantwoordelijk voor het beveiligen van hun bedrijven (bedrijfsrisico). Doen ze dit niet, dan lopen ze eerder de kans om slachtoffer te worden van criminaliteit. Ondernemers moeten hun personeel, goederen en andere zaken goed beschermen en beveiligen tegen gevaren van zowel buitenaf (inbrekers, hackers, demonstranten, verkeer en brand) als binnenuit (criminele werknemers en brand/explosiegevaar). Uiteraard kunnen gemeente, brandweer en politie een rol spelen in de advisering over veiligheid op bedrijventerreinen. Daarnaast is de gemeente verantwoordelijk voor het openbaar gebied (onderhoud, verkeersveiligheid etc.) Bedrijventerreinen gemeente Drimmelen De gemeente Drimmelen heeft zeven bedrijventerreinen met elk een verschillende grootte. De grootste terreinen (11 tot 12 hectare) zijn gevestigd in Made (Brieltjenspolder en Stuivezand). Kleinere terreinen (3,5 tot 5 hectare) zijn gevestigd in Terheijden, Lage Zwaluwe, Hooge Zwaluwe en Wagenberg. De grotere bedrijventerreinen zijn kwetsbaarder voor o.a. criminelen en verkeersproblemen. Ondernemers van de Brieltjenspolder in Made hebben in samenwerking met de politie en gemeente een beveiligingssysteem (Bollard systeem) aangelegd. Mocht er een inbraakalarm bij een van de ondernemers afgaan, dan komen bij de uitgangswegen betonnen paaltjes uit de grond. De andere bedrijventerreinen kennen geen collectief beveiligingssysteem. Bedrijventerreinen gemeente Geertruidenberg In de gemeente Geertruidenberg zijn vier bedrijventerreinen gevestigd. Deze hebben bij elkaar een totaaloppervlakte van ruim 360 hectare. Dit komt overeen met 13,5% van de totale grondoppervlakte van de gehele gemeente. In Raamsdonkveer liggen de grootste terreinen, Dombosch (I en II) en De Pontonnier. In Geertruidenberg liggen de kleinere terreinen Dongeoever/Amerkant en Gasthuiswaard. Op Dombosch I en II hebben de ondernemers een collectief beveiligingsbedrijf ingehuurd. Alert Security verzorgt hier permanente camerabeveiliging. De andere bedrijventerreinen zijn te klein voor een
27
collectief beveiligingssysteem. Voor het terrein Dombosch I en II is daarnaast nog een BedrijvenInvesteringsZone (BIZ) opgericht. Vanuit het BIZ wordt de inrichting en veiligheidsmaatregelen op het terrein geregeld en bekostigd. Alle bedrijven die hier gevestigd zijn, betalen mee aan het BIZ. De gemeente is faciliterend aan het BIZ. Conclusie problematiek: Op basis van de bovenstaande cijfers kan (slechts) geconcludeerd worden voor het thema bedrijventerreinen, dat: -
Het aantal meldingen van bedrijfs/kantoor inbraken in beide gemeenten is afgenomen. In 2012 zijn het aantal diefstallen uit een bedrijf/kantoor gestegen. Deze aantallen zijn niet schrikbarend hoog te noemen t.o.v. het totaal aantal bedrijven dat in beide gemeenten aanwezig is;
-
In de gemeente Drimmelen zijn de meeste bedrijven/kantoren in de (onbewaakte) poldergebieden slachtoffer van criminaliteit. Bedrijven/kantoren die hier gevestigd zijn hebben een relatief korte afstand met de omliggende snelwegen (A59 en N285). In 2012 waren vooral de bedrijventerreinen van Dombosch I en II, het slachtoffer van criminaliteit. De inbraken daar vonden voornamelijk plaats aan de randen van de terreinen. Eveneens als in de gemeente Drimmelen hoeven de criminelen niet ver te rijden voordat ze op de snelweg (A27) zitten.
Hieronder vindt u een overzicht van de locaties van inbraken (groen) en diefstallen (blauw) in 2012. Beide kaarten zijn afkomstig uit het systeem van de politie.
Wat is het probleem? Bedrijfsinbraken en diefstallen: In beide gemeente is te zien dat criminaliteit vooral gepleegd wordt waarbij de afstand tussen het bedrijf/kantoor en de snelweg, relatief klein is. Deze onbewaakte ‘vluchtroutes’ maken het aantrekkelijk voor criminelen om in te breken. Ondernemers zijn verantwoordelijk voor de beveiliging van hun eigen bedrijf en terrein. Dit wordt het bedrijfsrisico genoemd.
Wat is de huidige aanpak? Gezamenlijk: - Ondernemers zijn zelf verantwoordelijk voor de beveiliging van hun bedrijf. Gemeente en politie kunnen hier een adviserende rol in spelen. Gem. Drimmelen: - Bedrijventerrein Brieltjenspolder in Made maakt gebruik van een collectief beveiligingssysteem (Bollard systeem) in samenwerking met politie en gemeente. - In september 2012 heeft er een inbraakgolf plaatsgevonden in het kassengebied. Ondernemers hebben hiervoor een eigen Vliegende Brigade opgericht. Gem. Geertruidenberg: - Bedrijventerrein Dombosch I en II maken gebruik van een permanent camerabewakingssysteem met daarbij surveillancetoezicht. Deze worden bekostigd vanuit het BIZ. Toezicht wordt uitgevoerd door Alert Security.
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen? Gezamenlijk: - Gemeenten kunnen aansturen op het verantwoordelijkheidsgevoel van de ondernemers. Daarnaast biedt de nationale overheid keurmerken aan als Veilig Ondernemen. Hiervoor geldt dat dit integraal moet worden opgepakt, waarbij alle partijen (gemeente, politie en de ondernemers) inzet leveren.
28
veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid
thema 2.3: uitgaan/horeca
Onveiligheid rondom uitgaan/horeca komt vaak voor in de vorm overlast, vernielingen, bedreiging, geweld, gezondheidsschade door drank/drugs/uitputting en onveiligheidsgevoelens van stappers, ondernemers, omwonenden. Beide gemeenten hebben geen grote staplocaties/straten, zoals men die in de Brabantse grote steden wel kent (Breda, Oosterhout en Tilburg). Wel zijn er diverse kroegen/cafetaria’s/cafés/kantines in beide gemeenten te vinden. Een van de grootste uitgaansgelegenheden binnen beide gemeenten is discotheek Oscars in Raamsdonkveer. Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
Bron
gemeente feitelijke waarde 2009
2010
2011
2012
Melding geluidshinder horeca (bij politie)
Politie/VNG-BVHmodel 2.2.1
Geertruidenberg Drimmelen
9 7
16 13
9 39
7 37
Melding geluidshinder horeca (bij gemeente meldpunt)
Gemeente
Geertruidenberg Drimmelen
1 -
0 -
3 5
5 5
Aantal reguliere en para commerciële horecagelegenheden (o.b.v. drank- en horecavergunning)
Gemeente
Geertruidenberg
54
62
67
72
Drimmelen
46
56
71
79
% inwoners dat zich onveilig voelt op plaatsen rondom het uitgaansgelegenheden
Veiligheidsmonitor 2011
Geertruidenberg
-
-
1,7%
-
Drimmelen
-
-
1%
-
Politie- en gemeente cijfers: Veiligheidsmonitor 2011:
Positief t.o.v. vorig jaar
Negatief t.o.v. vorig jaar
Positieve afwijking
Ongeveer gemiddeld
Algemeen: In beide gemeenten kent men geen bruisend uitgaansleven, zoals men dit in grote steden als Breda, Oosterhout en Tilburg wel heeft. Het merendeel van de jongeren en volwassenen gaat in deze steden stappen. Lokaal heeft men in beide gemeenten kroegen en cafés, waar de inwoners een leuke en gezellige avond kunnen beleven. In Raamsdonksveer is een discotheek gevestigd. Naast een leuk avondje vermaak, kent uitgaan ook negatieve aspecten als ruzies, geweld, drank- en drugsmisbruik en vernielingen. In de weekenden zullen deze negatieve aspecten vaker plaatsvinden dan doordeweeks. Cijfers van de politie over deze ‘negatieve incidenten’ tijdens het stappen, worden niet specifiek weggezet onder het thema ‘uitgaan’. Zo valt een mishandeling tijdens het stappen onder ‘eenvoudige of zware mishandeling’. Specifieke gegevens over incidenten moeten worden opgezocht in de politiemutaties. Omdat deze incidenten onregelmatig voorkomen, zeggen ze niets over de mate van uitgaansgeweld of misdrijven/overtredingen binnen de gemeente. Hierover kunnen geen uitspraken worden gedaan. Wet- en regelgeving Sinds 1 januari 2013 geldt de nieuwe Drank- en Horecawet. De gemeente ziet toe op naleving van de regels. Alleen horecagelegenheden met een geldige Drank- en Horecavergunning mogen alcohol schenken aan publiek in hun bedrijf. Naast de Drank- en Horecavergunning moeten horecabedrijven zich ook houden aan geluidsvoorschriften en de exploitatievergunning. Geluidsmetingen bij horecabedrijven worden in opdracht van de gemeente (bij klachtenmeldingen) door de omgevingsdienst West-Brabant uitgevoerd (sinds 2013). Na de geluidsmetingen krijgt de gemeente de meetrapportages toegezonden waarna er zo nodig juridische acties ondernomen worden. Een buitengewoon
29
opsporingsambtenaar (BOA) kan aangesteld worden om toezicht te houden op de Drank- en Horecawet. Voorheen werd dit uitgevoerd door de Voedsel- en Warenautoriteit, maar dit is overgegaan naar de gemeenten. In beide gemeenten is men in 2008 met een pilot gestart waarbij een gemeentelijke BOA dit toezicht is gaan uitoefenen voor twee jaar (gefinancierd door het Rijk). Uitkomsten van de pilot waren positief, maar hebben in beide gemeenten niet geleidt tot het specifiek aanstellen van een BOA Drank- en Horecatoezicht. Uitgaan in de gemeente Drimmelen Zoals eerder is vermeld kent ook de gemeente Drimmelen geen grote uitgaansgelegenheden/gebieden. Toch gaan veel jongeren en volwassenen uit Drimmelen vaak op stap in het weekend. Populaire en nabije uitgaanslocaties in Noord-Brabant zijn Oosterhout, Breda, Tilburg en Eindhoven. Deze steden zijn goed te bereiken met het openbaar vervoer. Op zaterdagnacht (02.00, 03.00 en 04.00 uur) rijdt er een zogenaamde ‘uitbus’ vanuit Breda naar o.a. Terheijden, Wagenberg en Made. Het nadelige effect van deze uitbus is dat bij terugkomst, de stappers richting huis lopen/fietsen en vernielingen aanrichten of luidruchtig over straat gaan. Dit was in 2009 in het centrum van Made en Terheijden het geval. Als men binnen de gemeente Drimmelen uit wilt gaan zullen ze vooral naar een lokaal café gaan. In totaal zijn er 28 cafés (eveneens gecombineerd met hotel/restaurant/sporthal/bar) in de gemeente, waarvan de meeste in Made, Terheijden en Drimmelen. De sluitingstijden voor de horeca zijn opgenomen in artikel 2:29 van de APV. Alle horecagelegenheden moeten gesloten zijn van maandag tot en met vrijdag tussen 01:00 uur en 05:00 uur. Voor zaterdag en zondag geldt dit tussen 02:00 uur en 05:00 uur. Voor ‘droge’ horecagelegenheden (waar geen alcohol geschonken wordt zoals cafetaria’s en grillrooms) geldt een ‘afhelp-halfuur’. In dit half uur kan de horecaondernemer zijn laatste klanten na sluitingstijd ‘afhelpen’. Na dit halfuur moet de horecaonderneming dicht zijn. Uitgaan voor jongeren beneden de 16 jaar wordt niet in de gemeente gefaciliteerd. Jongeren onder de 16 jaar zullen vooral naar de ‘pr!k-avonden’ (alcoholvrij) van discotheek Oscars gaan in Raamsdonkveer. Het aantal meldingen van geluidsoverlast bij horeca (politiemeldingen), zijn in de gemeente Drimmelen relatief hoog (37 in 2012). De 39 meldingen in 2011 zijn voor een groot deel te wijten aan een aantal nieuwe uitbaters van de horecagelegenheden. Ondanks preventieve gesprekken tussen de uitbaters, wijkagent en de gemeente, hebben de uitbaters toch de grenzen opgezocht en overschreden. In de komende jaren blijft dit een extra aandachtspunt voor het toezicht- en handhavingsteam van de gemeente. Uit de veiligheidsmonitor van 2011 blijkt dat slechts 1% van de inwoners zich niet veilig voelt rondom uitgaansgelegenheden. Uitgaan in de gemeente Geertruidenberg: In Raamsdonkveer zit de enige discotheek van de gemeente. Vanuit de gehele regio komen, vooral jongeren, naar Oscars toe om uit te gaan. De minimale leeftijd is 16 jaar, tenzij anders is aangegeven. Eens in de maand worden hier ‘pr!k’ georganiseerd, waarbij alleen jongeren van 12 tot en met 15 jaar binnen mogen. Tijdens deze avonden wordt géén alcohol geschonken. Echter weerhoudt dit de jongeren niet om vooraf te drinken op straat. Alcoholgebruik onder jongeren wordt behandeld bij veiligheidsveld 3: Jeugd en Veiligheid. De exploitant van Oscars heeft, voor het voorkomen van overlast, een zogenoemd 'sus-team' ingehuurd. Deze mensen houden te voet de openbare orde in de gaten in de omliggende straten en zijn bedoeld om overlast voor de woonomgeving te voorkomen. In totaal zijn er 22 cafés (mogelijk gecombineerd met een eetgelegenheid) verdeeld over de drie dorpen. De meeste zijn gevestigd in Raamsdonkveer en Geertruidenberg. De sluitingstijden voor de horeca zijn opgenomen in artikel 2:29 van de APV. Alle horecagelegenheden moeten gesloten zijn van maandag tot en met vrijdag tussen 02:00 uur en 05:00 uur. Voor zaterdag en zondag geldt dit tussen 03:00 uur en 05:00 uur. Het aantal meldingen van geluidsoverlast (politiemeldingen), zijn in de gemeente Geertruidenberg relatief laag (7 in 2012). Uit de veiligheidsmonitor van 2011 blijkt dat slechts 1,7% van de inwoners zich niet veilig voelt rondom uitgaansgelegenheden.
30
Conclusie problematiek: Op basis van eerdergenoemde cijfers en bestaande wet- en regelgeving (APV) kan het volgende geconcludeerd worden over uitgaan/horeca: -
Het aantal meldingen bij gemeenten van geluidsoverlast betreffende de horeca is minimaal. Dit wil overigens niet zeggen dat omwonende geen overlast ervaren. Wellicht melden ze de overlast niet zo snel of denken ze dat dit de volgende keer wel minder zal zijn. In 2012 was wel opvallend dat er 24 meldingen zijn gedaan in Lage Zwaluwe. Dit hoge aantal is te verklaren omdat de melder op nog geen 3 meter afstand woont van de horecagelegenheid die de overlast veroorzaakt. Echter blijft deze uitbater wel binnen de geluidsnormen die zijn vastgelegd in de wet.
-
Een buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA) wordt opgeleid voor een afgebakend vakgebied. Op dit moment beschikken beide gemeenten (nog) niet over een bevoegde BOA voor de toezicht en handhaving van de Drank- en Horecawetgeving. Op dit moment handhaaft alleen de politie bij overtredingen. Sinds de komst van de nieuwe Drank- en Horecawet 2013 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering, toezicht en handhaving van het beleid.
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Geen bevoegde BOA: Sinds de komst van de nieuwe Drank- en Horecawet (2013) is de burgemeester verantwoordelijk voor het toezicht en handhaving van de Drank- en Horecawet. In beide gemeenten is nog geen gemeentelijke toezichthouder aangewezen. De politie is in beginsel geen toezichthouder, maar verantwoordelijk voor handhaving van de openbare orde.
Gezamenlijk: - In beide gemeenten is de burgemeester verantwoordelijk voor toezicht en handhaving van de: 1. Drank- en Horecawet (nieuw sinds 2013); 2. Sluitingstijdenwet volgens APV art. 2:29. 3. Exploitatievergunning. Politieambtenaren zijn in beginsel geen toezichthouder. De afdeling Toezicht en handhaving is verantwoordelijk voor de uitvoering. Gem. Drimmelen: - Bij een nieuwe uitbater vindt een kennismakingsgesprek plaats op initiatief van de AOV’er en de wijkagent. Tijdens dit gesprek maakt men kennis met elkaar en bespreek men de regels binnen de gemeente. Gem. Geertruidenberg: - Bij een nieuwe uitbater vindt een gesprek plaats tussen de burgemeester en desbetreffende ambtenaar die verantwoordelijk is voor het Drank- en Horecabeleid. Gezamenlijk: - Als een inwoner een melding maakt van geluidsoverlast bij een horecagelegenheid, dan komt de omgevingsdienst Midden- en West Brabant een meting doen. Het rapport wordt vervolgens opgestuurd naar de gemeente die daarna verdere actie kan ondernemen.
Gezamenlijk: - Aanstellen of opleiden van een bevoegde BOA. Beide gemeenten hebben meegedaan aan een pilot van 2008 t/m 2010. De resultaten hiervan waren positief, maar hebben niet geleid tot het aanstellen van een vaste BOA voor het handhaven en toezien op de Drank en Horecawet; - In overleg met de 11 gemeenten uit politiedistrict de Baronie, wordt momenteel gekeken naar een aantal opties voor het gezamenlijk aannemen/inhuren van Boa’s.
Geluidsoverlast: Vooral in Lage Zwaluwe was het aantal meldingen van geluidsoverlast erg hoog (24 meldingen in 2012). De verklaring hiervan kunt u in bovenstaande tekst ‘conclusie problematiek’ teruglezen.
Gezamenlijk: - Bij stelselmatige overlast kan een gesprek worden aangegaan tussen de uitbater en de overlastmelder. Samen kan men mogelijk tot een oplossing komen. Gemeente en/of de wijkagent kunnen hierin een bemiddelende rol spelen. Op het moment dat dit niet werkt, heeft de politie/gemeente wellicht de mogelijkheid om handhavend op te treden. Hierbij moet per casus bekeken worden op welke gronden gehandhaafd kan worden (exploitatievergunning, APV, etc.)
31
veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid
thema 2.4: evenementen
Het aantal evenementen is in de loop der jaren toegenomen. Mensen (vooral jongeren) hebben meer vrije tijd en meer te besteden. Naast de positieve aspecten (naamsbekendheid, vermaak bezoekers, opbrengsten etc.), brengen evenementen ook risico’s met zich mee. De bekendste risico’s zijn: brand, noodweer, verkeer, verdringing/paniek in menigten, geweld en diefstal en de gezondheidsrisico’s door alcohol/drugs/uitputting. De organisator van het evenement is verantwoordelijk voor de beheersing van de risico’s en moet veiligheidsmaatregelen treffen. De gemeente is verantwoordelijk voor de vergunningverlening en in dat kader voor het vaststellen van vergunningsvoorwaarden, alsmede voor de handhaving van die voorwaarden. De gemeente wint advies in bij operationele diensten (politie/brandweer/GHOR) over de op te leggen veiligheidsvoorwaarden (preventief en voorbereidend). Bij openbare ordeverstoringen is de burgemeester verantwoordelijk en kan hij/zij maatregelen treffen (noodverordening, afgelasting en/of inzet van politie/ME bij openbare orde verstoringen). Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
bron
gemeente feitelijke waarde 2009
2010
2011
2012
Totaal aantal afgegeven evenementenvergunningen
Gemeente
Geertruidenberg Drimmelen
81 108
79 234
77 275
81 264
Geluidshinder evenement
Politie/VNG-BVHmodel 2.2.1
Geertruidenberg Drimmelen
4 2
1 3
3 4
1 1
Politiecijfers:
Positief t.o.v. vorig jaar
Negatief t.o.v. vorig jaar
Algemeen: In beide gemeente kent men een groot aantal evenementen per jaar. De meeste van deze evenementen worden gecategoriseerd als kleine of middelgrote evenementen. De omschrijving van een evenement staat omschreven in artikel 2:24 van de APV (begripsbepaling). Het is verboden zonder een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. De specifieke eisen voor een evenementenvergunning staan omschreven in artikel 2:25 van de APV. Alle evenementen moeten voldoen aan de daarvoor gestelde voorwaarden. Bij voorwaarden moet gedacht worden aan geluid, eindtijden, gezondheidsrisico’s, brandveiligheid enzovoort. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht en handhaving van de afgegeven vergunningen. Daarnaast wordt bij het afgeven van de vergunningen advies ingewonnen bij o.a. politie, brandweer en GHOR, over diverse veiligheidsaspecten (brand- en gezondheidsrisico, soort publiek en inzet van personeel). In beide gemeenten heeft men een evenementennota opgesteld. Deze nota’s geven het beheer (beleid) aan van de evenementen voor de vastgestelde jaren. De evenementennota in de gemeente Drimmelen is afkomstig uit 2006 en moet worden geactualiseerd. Een eenduidige uitleg van de evenementennota schept duidelijkheid voor zowel de organisatoren als de bewoners. Evenementen gemeente Drimmelen De gemeente Drimmelen kent een groot aantal vaste evenementen (Vlaggetjesdagen Drimmelen, Havenfeesten Lage Zwaluwe, Terheijdense Zomerfeesten, Top 100 Made, carnaval enz.). Veel van deze evenementen vinden plaats in de buitenlucht, al dan niet in een tijdelijke tent. Naast de vaste evenementen kent men ook veel evenementen die niet jaarlijks plaatsvinden en kleinschaliger van karakter zijn. Dit zijn bijvoorbeeld buurt- en straatfeesten, barbecues, braderieën en sportevenementen. De Toezicht en Handhavingsnota van 2012 omschrijft dat de gemeente jaarlijks ongeveer 25 gebruiksvergunningen verleent voor evenementen met een grootschalig karakter. Van deze 25 grotere evenementen worden
32
ongeveer 16 evenementen gecontroleerd op veiligheid. De terugloop van het aantal te controleren evenementen is verklaarbaar door het steeds professioneler worden van de evenementenorganisaties en doordat men steeds vaker zelf het belang van veiligheid inziet. Naast eerdergenoemde nota’s beschikt de gemeente Drimmelen sinds 2012 over een ‘beleidsnota geluid bij buitenevenementen’. Deze is opgesteld omdat bij de gemeente steeds vaker klachten binnenkwamen van geluidsoverlast bij buitenevenementen. Daarnaast ontbrak bij de gemeenten een toetsingskader en handhavingsprotocol voor geluidsoverlast bij buitenevenementen. De evenementennota van 2006 moet nog worden geactualiseerd. Evenementen in de gemeente Geertruidenberg De gemeente Geertruidenberg kent eveneens een groot aantal vaste terugkerende evenementen (Rondje Den Berg, Vestingfeesten, Cajun en Zydecofestival, Dollemansdagen, Veerse dag, kermissen, carnaval enz.). In 2012 had men 22 kleine evenementen (buurt- en straatfeesten), 45 evenementen met een lokaal karakter (kermis) en 14 met een bovenregionaal karakter (Veerse dag, Cajun en Zydecofestival). Bij evenementen die plaatsvinden nabij een woonomgeving, kunnen klachten en kritische geluiden worden geuit door de omwonenden. Dit gaat vooral over geluidsoverlast en parkeerproblemen. Vanwege de belangen van omwonenden houdt de gemeente hier rekening mee. Zo stelt men een maximaal aantal evenementen vast en bekijkt men de aard van evenementen die op een bepaalde locatie worden gehouden. Carnaval Eén van de grootste evenementen in de provincie Noord-Brabant is carnaval. In beide gemeenten wordt dit uitbundig gevierd. Zo vinden er carnavalsoptochten plaats in de verschillende kernen en zijn de kroegen en cafés open gedurende de 5 carnavalsdagen (vrijdag t/m dinsdag). Voor velen is het een feest waarbij “alles mag en niets moet”. Veel mensen drinken tijdens deze dagen (te)veel alcohol. Hierbij zitten ook jongeren onder de 16 jaar die alcohol drinken. Horeca en gemeenten werken samen aan een alcoholvrij carnaval voor de jeugd. Afgelopen jaren heeft de gemeente Geertruidenberg met horecaondernemers samengewerkt door een bandjessysteem in te voeren. Jongeren vanaf 16 jaar kregen een bandje waarmee ze licht alcoholische dranken konden krijgen. Voor de jongeren vanaf 18 jaar was er een ander kleur bandje beschikbaar, voor het verkrijgen van lichte- en sterke alcoholische dranken. Naast de gevaren van alcohol, slaan ook veel inbrekers toe tijdens deze dagen. De politie heeft in 2012 en 2013 de actie ‘Stop de Carnavalskraker’ gehouden. Carnavalsen vakantievierders worden opgeroepen maatregelen te treffen die moeten voorkomen dat er tijdens het feest/vakantie bij hen wordt ingebroken. Conclusie problematiek: Op basis van gesprekken binnen de beide gemeenten met diverse afdelingen, kan het volgende geconcludeerd worden voor het thema evenementen: -
De meest genoemde problemen die men bij evenementen constateert zijn geluidsoverlast en parkeerproblemen. Echter is het voor de gemeente niet altijd mogelijk om het alle betrokkenen naar hun zin te maken. In de vergunningen worden de nodige voorschriften en beperkingen opgenomen om de nadelige effecten te voorkomen of tot een aanvaardbaar niveau te verminderen. Daarnaast probeert men door zorgvuldige afspraken tussen de organisator, gemeente en politie, te voorkomen dat er veiligheidsproblemen ontstaan. In elke gemeente moeten organisatoren van grotere evenementen een compleet veiligheidsplan aanleveren, waarin wordt aangegeven hoe ze de veiligheid van de organisatie, artiesten en bezoekers gaan waarborgen. Het aanleveren van een dergelijk veiligheidsplan maakt onderdeel uit van het vergunningsverleningsproces. Organisatoren van grote evenementen zien tegenwoordig in dat ze het zichzelf niet meer kunnen permitteren om slecht om te gaan met de veiligheid.
33
Dit is gebleken na incidenten op grote evenementen als Pukkelpop, Veronica Sunset Grooves (‘strandrellen Hoek van Holland’) en de Love Parade. -
Carnaval is voor beide gemeenten één van de grootste evenementen van het jaar. Nadelige effecten als dronkenschap (vooral onder jongeren) en toenemende aantal woninginbraken tijdens deze dagen, hebben de aandacht nodig vanuit zowel de gemeente, politie, horecaondernemers en bewoners (ouders en hun kinderen).
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Geluidsoverlast bij evenementen: In beide gemeenten zijn de totale aantallen van overlastmeldingen bij de politie voor evenementen miniem. Toch is gebleken dat er wel degelijk geluidsoverlast geconstateerd wordt bij evenementen. Ook vanwege het grote en toenemende aantal evenementen per jaar, is dit een aandachtspunt. In de gemeente Drimmelen heeft dit in 2012 geleid tot het opstellen van de ‘beleidsnota geluid bij buitenevenementen’.
Gezamenlijk: - Bij meldingen van geluidsoverlast komt de omgevingsdienst Midden- en West Brabant, metingen doen. Deze rapporteren vervolgens aan de gemeente die hier vervolgens actie op ondernemen. Dit kan gevolgen hebben voor de toekomst van een evenement en het verlenen van de vergunning. Gem. Drimmelen: - In 2012 is de ‘beleidsnota geluid bij buitenevenementen’ opgesteld. Deze beleidsregel heeft tot doel, door het stellen van regels, tegemoet te komen aan de handhavingsvraag van omwonenden en de wens van het college om duidelijkheid te brengen in het spanningsveld evenement en geluidsoverlast bij buitenevenementen Gezamenlijk: - Per evenement wordt bekeken of een verkeersplan nodig is en hoeveel verkeersregels daarbij ingezet moeten worden; - Verkeersregelaars kregen in principe bij ieder evenement instructies van de politie. Omdat dit voor (vrijwillige) verkeersregelaars en de politie veel tijd kost worden instructies gegeven via elearning. Daarnaast zijn voor 2013 acht algemene instructieavonden georganiseerd; - Verkeersregelaars zijn personen ouder dan 16 jaar die bij een evenement het verkeer regelen door stop- en/of oprijtekens te geven. De organisator van een evenement is zelf verantwoordelijk voor de werving van verkeersregelaars. Verkeersregelaars zijn alléén vereist indien daadwerkelijk stop- of oprijtekens moeten worden gegeven. Gezamenlijk: - Draaiboek opgesteld door de politie en aangevuld door de gemeente; - Politieactie Stop de Carnavalskraker (waarschuwen voor woninginbraken)
Gezamenlijk: - Het opstellen van één gezamenlijk evenementenbeleid, al dan niet in samenwerking met de overige 9 gemeenten uit politiedistrict de Baronie. Hierin kunnen o.a. duidelijke geluidsnormen worden afgesproken en kan men het gezamenlijke handhavingsbeleid formuleren die men gaat toepassen.
Verkeers- en parkeerproblemen: Naast geluidsoverlast is verkeers- en parkeeroverlast één van de problemen bij evenementen. Omwonenden kunnen hun auto nergens kwijt of kunnen de straat niet inrijden omdat deze is afgesloten voor het evenement. Communicatie met de bewoners en een goed verkeersplan kunnen deze problemen wegnemen of verminderen.
Carnaval: De voorbereiding voor carnaval verdient de nodige aandacht van gemeente, politie, horecaondernemers en bewoners (zowel ouders als kinderen). Dit vanwege de eerdergenoemde risico’s tijdens carnaval (dronkenschap en inbraken)
Gezamenlijk: - Momenteel zijn er geen beleidsversterkingen nodig.
Gezamenlijk: Opstellen van een gezamenlijk draaiboek ‘carnaval’ met de 6 Dongenmond gemeenten.
34
veiligheidsveld 2: bedrijvigheid en veiligheid
thema 2.5: toerisme en recreatie
Dit thema heeft betrekking op de onveiligheid die zich kan voordoen in en rondom recreatiegebieden (vooral de Biesbosch) in beide gemeenten. Verschillende vormen van criminaliteit kunnen zich hier voordoen (diefstal uit of van vaartuigen, geweldplegingen, overlast, vernielingen, milieuvervuiling, alcohol en drugsgebruik, drugshandel etc.). Echter hebben politie en gemeente beperkt zicht op recreatiegebieden, dit is vooral bij de Biesbosch het geval. Recreatie- en natuurgebieden zijn veelal afgelegen van de ‘bewoonde wereld’ en moeilijk toegankelijk voor voer- en vaartuigen. Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
bron
gemeente feitelijke waarde 2009
2010
2011
2012
Melding diefstal uit/vanaf vaartuig
Politie/VNG-BVHmodel 2.5.1
Geertruidenberg Drimmelen
5 14
8 8
16 20
20 14
Melding diefstal van vaartuig
Politie/VNG-BVHmodel 2.5.1
Geertruidenberg Drimmelen
1 5
2 7
7 12
6 11
Politiecijfers:
Positief t.o.v. vorig jaar
Negatief t.o.v. vorig jaar
Algemeen: In beide gemeenten is veel te doen voor dagjesmensen en toeristen. Zo kan men verschillende bezienswaardigheden bezoeken en activiteiten doen als fietsen, wandelen, varen, waterrecreatie en zwemmen. Beide gemeenten beschikken over een VVV-voorziening waar men informatie kan vinden of activiteiten kan boeken. Het grootste recreatie- en natuurgebied is de Biesbosch. Het nadeel van dit omvangrijke gebied is dat het erg afgelegen liggen van de bewoonde wereld (omringt met water) en dat er bij de veiligheidspartners nauwelijks zicht is op wat er zich in dit gebied afspeelt. Daarnaast zijn sommige gebieden van de Biesbosch moeilijk toegankelijk voor voertuigen/vaartuigen van hulpdiensten. Sinds februari 2013 is een nieuwe blusboot in gebruik genomen door de brandweer. De boot, die in Drimmelen ligt, wordt ook ingezet voor de politie en ambulancediensten. Biesbosch Voor beide gemeenten vormt het Nationaal Park de Biesbosch het uithangbord als het gaat om toerisme en recreatie. Een groot deel van de Biesbosch, dat binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Drimmelen valt, is alleen per boot bereikbaar. Het Nationaal Park wordt vooral bereikt vanuit de havens in Lage Zwaluwe en Drimmelen. Voornamelijk in de zomer periode trekt de Biesbosch veel toeristen aan. Dit brengt automatisch veiligheidsrisico’s met zich mee. Te denken valt hierbij aan diefstallen, vernielingen, aantasting van de natuurwaarden in brede zin, parkeeroverlast, verhoging van kans op geweldsmisdrijven en gezondheidsproblemen, mogelijk in combinatie met alcohol- en drugsgebruik. De ligging van het Nationaal Park in twee provincies, 4 gemeenten, 2 veiligheidsregio’s, 3 politie-eenheden en een aantal belangrijke belanghebbenden, zoals Staatsbosbeheer en waterbedrijf Evides, maken het toezicht en handhaving binnen het gebied niet eenvoudiger. Het Parkschap de Biesbosch heeft een veiligheidscoördinator aangesteld die probeert de diverse partners op het gebied van toezicht en handhaving in de Biesbosch samen te laten werken. Daarvoor zijn afspraken nodig over inzet van mensen en materieel, maar ook over de wijze van toezicht en optreden.
35
Conclusie problematiek: Op basis van de politiecijfers en gesprekken binnen beide gemeenten, kan het volgende geconcludeerd worden voor het thema toerisme en recreatie: -
De afgelopen jaren ziet men een stijging van het aantal meldingen van diefstal uit/vanaf een vaartuig, vooral in de gemeente Geertruidenberg (in 2012 zijn er 20 meldingen geweest). Dieven hebben het voornamelijk gemunt op buitenboordmotoren en benzine. Het aantal meldingen van diefstallen van vaartuigen is in 2012 in beide gemeenten met 1 melding gedaald. De aantallen zijn weliswaar relatief laag (6 diefstallen in gemeente Geertruidenberg en 11 in gemeente Drimmelen), maar is wel een punt van aandacht voor o.a. de politie, de haven(meester) en de eigenaren van vaartuigen.
-
Nationaal Park de Biesbosch is een enorm en onoverzichtelijk gebied door de vele natuur. Overzicht en toezicht in dit gebied is hierdoor vrij lastig. Vooral in de zomer periode trekt de Biesbosch veel toeristen aan. Dit brengt automatisch veiligheidsrisico’s met zich mee. Te denken valt hierbij aan diefstallen, vernielingen, aantasting van de natuurwaarden in brede zin, parkeeroverlast, verhoging van kans op geweldsmisdrijven en gezondheidsproblemen, mogelijk in combinatie met alcohol- drugsgebruik.
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Bereikbaarheid en toezicht Biesbosch: Nationaal Park de Biesbosch heeft een totaaloppervlakte van 9000 hectare. Er zijn weinig verharde wegen in het natuurgebied, waardoor sommige delen alleen over het water bereikt kunnen worden. Dit maakt het voor de toezicht- en hulpverleningsdiensten niet gemakkelijk om zich door het gebied te verplaatsen. Diefstallen uit/vanaf vaartuigen en diefstallen van vaartuigen: Afgelopen jaren is er een stijging te zien van het aantal meldingen diefstallen vanaf/uit vaartuigen. Dieven hebben het vooral gemunt op (jacht)havens en gaan daarbij op zoek naar slecht beveiligde vaartuigen en/of waardevolle spullen. De buit bestaat veelal uit buitenboordmotoren, watertanks en benzine. Vaak worden meerdere vaartuigen op een dag/nacht aangedaan door de dieven.
Gem. Drimmelen: - De gemeente Drimmelen stimuleert de handhavingspartners om meer met elkaar samen te werken. Daarnaast adviseert en ondersteunt men het Parkschap. Het Parkschap heeft een veiligheidscoördinator aangesteld die probeert de diverse partners op het gebied van toezicht en handhaving in de Biesbosch samen te laten werken. Gezamenlijk: - Op dit moment wordt hier niet expliciet aandacht aan besteed vanuit de gemeenten en politie.
Gem. Drimmelen: - Actief participeren in het integraal veiligheidsoverleg Biesbosch met als doel meer zicht te krijgen op de problematiek in het gebied.
Gezamenlijk: - Stimuleren van havenmeesters om jachthavens beter te beveiligen (camerabewaking, toegangscontrole met pasjes en/of sleutels). De eigenaren van vaartuigen attenderen goed op hun spullen te letten en hun motoren van goed hang- en sluitwerk te voorzien.
36
TUSSENSTAND: MOGELIJKE PRIORITEITEN BEDRIJVIGHEID EN VEILIGHEID Op basis van de beschrijving hiervoor van problematiek en aanpak binnen het veld ‘bedrijvigheid en veiligheid’, kunnen er géén prioriteiten worden toegekend voor beide gemeenten. De aanpak van problemen binnen de andere vier veiligheidsvelden verdienen een hogere prioriteit. Aandachtspunten: Ondanks dat er geen prioriteiten benoemd kunnen worden aan de hand van de beschikbare gegevens, zijn er voor beide gemeenten wel een vijftal gezamenlijke en twee specifieke aandachtspunten te benoemen: Aandachtspunt 1 (Geluids)overlast horeca; horecabedrijven en omwonenden kunnen op gespannen voet met elkaar samenleven. Hierbij gaat het veelal over geluidsoverlast die doorgaat tot sluitingstijd en vaak verder gaat op straat (02.00 of 03.00 uur). Na afloop kunnen klanten van deze horecagelegenheden voor overlast zorgen bij het naar huis gaan. Vernielingen, schreeuwen en roepen over straat en mogelijk zelfs geweldsincidenten, zijn voorbeelden van deze overlast. Bij stelselmatige overlast is het eerst aan de omwonenden om een gesprek aan te gaan met de horeca eigenaar. Komen beide er niet gezamenlijk uit, dan kunnen politie en gemeente optreden als bemiddelingspersoon. Veelal blijft de horecaondernemer net onder de geluidsnormen, maar ondervinden de buren hier wel last van. Prioriteit 2 (Geluids)overlast bij evenementen; in beide gemeenten vinden veel evenementen plaats en het aantal blijft licht stijgen. Tijdens buitenevenementen of feesten in een evenemententent, kan het geluid zich veel gemakkelijker verspreiden door de openbare ruimte (geen geluidsisolatie). Omwonenden kunnen soms op kilometers afstand verderop ‘meegenieten’ van het evenement. Vanuit de gemeente (vergunningverlener) moet in goed overleg met de organisator, afspraken worden gemaakt over o.a. geluidsversterkers, de ‘bass’, inlichting/communicatie van omwonenden en de eindtijden. Echter is het voor de gemeente niet altijd mogelijk om het voor alle betrokkenen naar hun zin te maken. In de vergunningen worden de nodige voorschriften en beperkingen opgenomen om de nadelige effecten te voorkomen of tot een aanvaardbaar niveau te verminderen. Het is dus belangrijk om deze evenementen zo veilig en plezierig mogelijk te laten verlopen voor iedereen. Aandachtspunt 3 Aanstellen van een BOA voor toezicht en handhaving Drank- en Horecawet; sinds de komst van de nieuwe Drank- en Horecawet (2013) is de burgemeester verantwoordelijk voor het toezicht en handhaving van de Drank- en Horecawet. In beide gemeenten is nog geen gemeentelijke toezichthouder aangewezen. De politie is in beginsel geen toezichthouder, maar verantwoordelijk voor handhaving van de openbare orde. Binnen de 11 gemeenten uit politiedistrict de Baronie, is men momenteel aan het onderzoeken of men kan komen tot een gezamenlijke regeling betreffende het aannemen van één of meerdere Boa’s voor de toezicht en handhaving van de Drank- en Horecawet. Aandachtspunt 4 Inbraken en diefstallen in kantoren/bedrijven; in beide gemeenten zijn veel bedrijven en kantoren gevestigd op verschillende bedrijventerreinen of andere locaties. Men kent gezamenlijk in totaal 11 bedrijventerreinen. De meeste van de ondernemers hebben zich vertegenwoordigd in een ondernemersvereniging. Beveiliging en toezicht op de bedrijfspanden en terreinen, is de verantwoordelijkheid van de ondernemers zelf (bedrijfsrisico). Echter kunnen politie en gemeente de ondernemersverenigingen of onafhankelijke ondernemers advies geven voor de beveiliging van hun panden en terreinen. Bij ‘inbraakgolven’ kan de politie en gemeente daarnaast inspringen als adviseur.
37
Aandachtspunt 5 Diefstal vanaf/uit vaartuig; in de afgelopen jaren is er een stijging te zien van het aantal meldingen van diefstallen vanaf/uit vaartuigen. Dieven hebben het vooral gemunt op (jacht)havens en gaan daarbij op zoek naar slecht beveiligde vaartuigen en/of waardevolle spullen. De buit bestaat veelal uit buitenboordmotoren, watertanks en benzine. Vaak worden meerdere vaartuigen op een dag/nacht aangedaan door de dieven. Momenteel wordt door politie en gemeenten geen expliciete aandacht besteedt aan deze vorm van criminaliteit. Specifiek voor Gemeente Geertruidenberg: Winkeldiefstallen; Binnen de gemeente Geertruidenberg was in 2012 een flink aantal meldingen van winkeldiefstallen gedaan (43 in 2012 t.o.v. 23 in 2011). Dit kan twee oorzaken hebben te weten: het aantal diefstallen zijn daadwerkelijk toegenomen doordat er meer winkeldieven actief zijn geweest of de aangiftebereidheid onder de winkeliers is toegenomen (door advies van politie en gemeente). Onderzocht kan worden of winkeliers eerder aangifte doet als voorheen van winkeldiefstallen. Specifiek voor Gemeente Drimmelen: Bereikbaarheid en toezicht Biesbosch; Nationaal Park de Biesbosch heeft een totaaloppervlakte van 9000 hectare en is één van de grootste natuurgebieden van ons land. Er zijn weinig verharde wegen in het natuurgebied, waardoor sommige delen alleen over het water bereikt kunnen worden. Dit maakt het voor de toezicht- en hulpverleningsdiensten niet gemakkelijk om zich door het gebied te verplaatsen. Vooral in de zomer periode trekt de Biesbosch veel toeristen aan. Dit brengt automatisch veiligheidsrisico’s met zich mee. Te denken valt hierbij aan diefstallen, vernielingen, aantasting van de natuurwaarden in brede zin, parkeeroverlast, verhoging van kans op geweldsmisdrijven en gezondheidsproblemen, mogelijk in combinatie met alcoholgebruik. Het Parkschap de Biesbosch, waarbij het toezicht over de Biesbosch is belegd, heeft een veiligheidscoördinator aangesteld die probeert de diverse partners op het gebied van toezicht en handhaving in de Biesbosch samen te laten werken.
38
veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid
thema 3.1: overlastgevende jeugd(groepen)
In elke gemeenten zijn groepen jongeren actief. Groepen jongeren hebben net als iedereen de vrijheid om te bewegen, zich te vermaken en te recreëren in de openbare ruimte. Natuurlijk moeten zij zich net als iedereen wel aan de regels houden die binnen de gemeente gelden (APV). Dit thema heeft betrekking op het overtreden van die regels en het veroorzaken van overlast door jongeren. Veel voorkomende problemen zijn geluidsoverlast, intimiderend/luidruchtig aanwezig zijn, zwerfvuil achterlaten en het aanrichten van vernielingen en andere vormen van kleine criminaliteit. Veel van deze problemen hebben invloed op de veiligheid en leefbaarheid in de buurt. Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
bron
Gemeente/ feitelijke waarde 2009
2010
2011
2012
Vandalisme/baldadigheid
Politie/VNG-BVH-model 3.1.1
Geertruidenberg Drimmelen
30 20
20 31
28 17
25 9
Melding overlast jeugd
Politie/VNG-BVH-model 3.1.2
Geertruidenberg Drimmelen
94 112
80 99
86 75
140 84
Aantal aanvaarbare jeugdgroepen
Overzicht jeugdgroepen (politie)
Geertruidenberg Drimmelen
-
-
-
3 7
Aantal hinderlijke jeugdgroepen
Overzicht jeugdgroepen (politie)
Geertruidenberg Drimmelen
-
0 1
0 2
1 2
Aantal overlastgevende jeugdgroepen
Overzicht jeugdgroepen (politie)
Geertruidenberg Drimmelen
-
1 1
0 0
1 0
Politiecijfers:
Positief t.o.v. vorig jaar
Negatief t.o.v. vorig jaar
Algemeen: Jeugdgroepen zijn van alle tijden. Het gezamenlijk optrekken met leeftijdsgenoten behoort tot het ‘normale’ proces van volwassen worden. De meeste van deze groepen zorgen niet voor problemen of overlast. Deze groepen worden omschreven als ‘aanvaardbare jeugdgroepen’. Helaas zijn er ook groepen die zich misdragen in de buurt. Om deze jeugdgroepen onder te verdelen gebruikt de politie de zogenaamde ‘Bureau Beke shortlistmethodiek’. Deze shortlistmethodiek gaat uit van 3 verschillende soorten problematische jeugdgroepen. Dit zijn hinderlijke jeugdgroepen, overlast gevende jeugdgroepen en criminele jeugdgroepen. Wijkagenten leveren, in overleg met de gemeente en jongerenwerker, deze shortlist aan. In beide gemeente kent men veelal aanvaardbare en hinderlijke jeugdgroepen. In de gemeente Geertruidenberg noemt men een overleg over jeugdgroepen, het ‘straathoekoverleg’ en in de gemeente Drimmelen het ‘overleg jeugdbegeleidingscommissie’. Beide overleggen kennen dezelfde overlegpartners, namelijk wijkagenten, jongerenwerker, Novadic-Kentron, bureau Halt en een ambtenaar van de gemeente. Regionaal beleidsplan ZWB In het regionaal beleidsplan ZWB van de politie is de aanpak van ‘overlast en criminaliteit door jeugdgroepen’, één van de hoofdprioriteiten voor de komende jaren van alle veiligheidspartners. De overlast en delicten die door jeugdigen worden gepleegd vinden in 75% van de gevallen plaats in groepsverband. Vaak zie je dat er een mix is van jongeren die zich door de groepen en locaties heen bewegen en die zich niet altijd houden aan de wijk- en gemeentegrenzen. Dit bemoeilijkt de aanpak voor de veiligheidspartners. Gemeenten, politie, het Openbaar Ministerie, het Veiligheidshuis en betrokkenen zorgen welzijnsorganisaties, gaan de komende jaren flink investeren op dit veiligheidsthema. Elementen die in het huidige beleid goed ontwikkeld zijn en hun effecten hebben bewezen, zullen blijven gelden en daar waar nodig worden bijgestuurd. In het regionale beleidsplan wordt gestreefd naar een goede regionale basis, maar er is genoeg ruimte voor lokale invulling.
39
Beschrijving jeugdgroepen: Hieronder wordt omschreven hoeveel en binnen welke categorie jeugdgroepen actief zijn binnen beide gemeenten. Aanvaardbare jeugdgroepen In een aanvaardbare groep bevinden zich jongeren die zich gedragen binnen de normen die de sociale omgeving stelt. Zij veroorzaken verder geen of weinig hinder/overlast. Waar men als overheid en andere veiligheidspartners voor moeten waken, is dat deze groepen niet het verkeerde pad op gaan. Een specifieke aanpak voor deze jeugdgroepen is er niet, omdat hier (nog) geen noodzaak voor is. Mochten er mensen over bepaalde groepen hebben geklaagd, dan kan het goed zijn om met deze mensen in gesprek te gaan en proberen de tolerantiegrens te verhogen en de problemen te achterhalen. Dit kan gedaan worden in samenwerking met het jongerenwerk en indien nodig de wijkagent. Begin 2013 is er door de wijkagenten, jongerenwerk en beide gemeenten, geïnventariseerd hoeveel aanvaardbare jeugd er zijn. In de gemeente Geertruidenberg zijn 3 aanvaardbare jeugdgroepen en in de gemeente Drimmelen 7. Waar men voor moet waken, is dat de inventarisatie altijd een momentopname is. Daarnaast mixen de jongeren zich over diverse groepen en locaties. Hierdoor kan men niet spreken van één bepaalde groep met één en dezelfde jongeren. Hinderlijke jeugdgroepen In de gemeente Geertruidenberg kent men 1 hinderlijke jeugdgroep en in de gemeente Drimmelen 2. In de Bureau Beke methodiek wordt een ‘hinderlijke jeugdgroep’ als volgt omschreven: “Een hinderlijke jeugdgroep hangt wat rond in de buurt, is af en toe luidruchtig aanwezig en trekt zich niet zoveel aan van de omgeving. Soms loopt het wel eens uit de hand en zijn er kleine schermutselingen, maar dat is doorgaans snel in de kiem gesmoord en vaak ook meer toeval dan gepland. Ook maakt de groep zich incidenteel schuldig aan kleine vernielingen. Een beperkt aantal jongeren maakt zich soms schuldig aan (veelal lichte) gewelds- en (in mindere mate) vermogensdelicten. Over het algemeen is het een groep die nog voldoende ‘autoriteitsgevoelig’ is en aanspreekbaar is op zijn gedrag”. Overlastgevende jeugdgroepen Alleen in gemeente Geertruidenberg wordt één groep gekenmerkt als een ‘overlastgevende jeugdgroep’. De Bekeshortlistmethodiek omschrijft het volgende: “Een overlastgevende jeugdgroep is wat nadrukkelijker aanwezig, kan af en toe provocerend optreden, valt omstanders wel eens lastig (uitschelden of zelfs intimideren), vernielt regelmatig allerlei zaken en laat zich veel minder gelegen liggen aan andere mensen. Geweldsgebruik wordt niet geschuwd en de groepsleden zijn ook minder goed te corrigeren. Ook de lichtere vormen van criminaliteit waar de groep zich schuldig aan maakt, worden doelbewuster gepleegd en de groepsleden zijn ook meer bezig om te zorgen dat ze niet gepakt worden”. Wat bij deze ene groep nadrukkelijk naar voren komt is het gebruik van harddrugs. Criminele jeugdgroepen In beide gemeenten komen geen criminele jeugdgroepen voor volgens de shortlistmethodiek. Criminele jeugdgroepen bestaan uit jongeren die behoorlijk op het criminele pad zijn geraakt. Ze zijn al vaker met de politie in aanraking gekomen. Kenmerkend voor dergelijke groepen is dat ze meer en meer criminaliteit plegen voor het financiële gewin in plaats van voor de kick of het aanzien. Deze jongeren scoren ook hoog op de delicten waar de andere twee typen groepen ook hoog mee scoren. De feiten zijn echter ook ernstiger en ze schrikken ook niet terug voor het gebruik van geweld. Aanpak jeugdgroepen Ten behoeve van het regionaal beleidsplan is een actieplan opgesteld door o.a. afvaardiging van gemeenten, politie en Openbaar Ministerie. Burgemeester van der Meer Mohr (gemeente Rucphen) is de bestuurlijke trekker van deze bestuurlijke werkgroep. In politiedistrict de Baronie is men momenteel aan het onderzoeken hoe men de Bureau Beke methodiek gaat toepassen op de jeugdgroepen per gemeente. Uit recente jeugdrapportages van de politie bleek namelijk dat bepaalde
40
jeugdgroepen ‘verkeerd’ of zelfs niet in de rapportages opgenomen zijn. Wijkagenten en de jongerenwerker stellen momenteel gezamenlijk, al dan niet in overleg met de gemeente, de shortlist op. Daarnaast werken ze samen om bepaalde problematiek op te lossen. In het opgestelde regionaal actieplan staat wie er sturing geeft, wat de integrale aanpak is en welke specifieke aanpakken er gedaan worden. Deze specifieke aanpakken zijn: 1.
Persoons- of systeemgerichte aanpak:
Deze aanpak richt zich op het aanpakken van de individuele jongeren in de groepen. Deze jongeren vormen vaak de ‘harde kern’ van de overlast. Wijkagenten, jongerenwerkers en Novadic-Kentron moeten zich specifiek op deze jongeren richten en ze uit de groep proberen te halen. Daarnaast moeten ze proberen te zorgen dat broertjes en zusjes niet hetzelfde voorbeeld gaan volgen. Als professionele ‘hulpverleners’ hebben ze hier verschillende technieken en methodes voor. 2.
Groepsgerichte aanpak:
Elke doelgroep (overlastgevend, hinderlijk en crimineel) krijgt hierbij een eigen aanpak. Hinderlijke jeugdgroep worden aangesproken door o.a. de jongerenwerker, de BOA, Novadic-Kentron, de wijkagent en eventueel andere zorg- en welzijnsorganisaties. Daarnaast worden ook de ouders erbij betrokken en afspraken gemaakt met jongeren. Overlastgevende jeugdgroepen worden repressief gecontroleerd door de politie voor een bepaalde tijd. Wekelijkse/dagelijkse voert men controles uit en schrijft men een procesverbaal uit aan de jongeren bij het vertonen van wangedrag. Waar nodig wordt zorg (op maat) aangeboden aan de ouders en jongeren. Bureau Halt heeft ook een rol bij de aanpak van overlastgevende jeugdgroepen onder de 18 jaar. Hiervoor hebben zij een aparte aanpak genaamd ‘groepsgerichte aanpak overlastgevende jeugd ZWB’. Bij criminele jeugdgroepen start men een politieel onderzoek. Als er voldoende bewijslast is tegen de criminele jongeren, worden er straffen/maatregelen opgelegde door de officier van justitie. 3.
Gebiedsgerichte aanpak:
Bij deze aanpak gaat het om maatregelen die in de buurt nodig zijn om de overlast van groepen jongeren te verminderen en de leefbaarheid en veiligheid te vergroten. Hierbij moeten de klagende bewoners en de jongeren worden betrokken om tot een oplossing van de overlast te komen. Per gemeente wordt gekeken waar de overlast het grootste is, dit zijn de zogenaamde ‘hotspots’. Op deze locaties kan men maatregelen treffen die zowel de ruimtelijke sfeer als de sociale sfeer bevorderen. Dit kan bijvoorbeeld door het verbeteren van het zicht op locaties (weghalen begroeiing), het aanbrengen van verlichting en indien gewenst zelfs camera’s. Ook het inzetten van buurtpreventieteams of Vliegende Brigades kunnen bijdragen aan de sociale sfeer op een positieve manier. (Gemeente Rucphen, 2012) Overlastlocaties en meldingen In beide gemeenten worden veel meldingen gedaan van overlast door jongeren. In de gemeente Geertruidenberg en Drimmelen waren in 2012 respectievelijk 140 en 84 meldingen gedaan voor overlast van jeugd. Al deze locaties zijn geïnventariseerd door de gemeente, jongerenwerker en de wijkagenten. Deze locaties worden dagelijks/wekelijks aangedaan door de jongerenwerker en de wijkagenten. Na afloop rapporteert men wat er is geconstateerd en wat voor acties men heeft ondernomen. Hieronder en op de volgende bladzijde ziet u twee kaartjes en twee grafieken van beide gemeenten waar en wanneer deze meldingen gedaan werden.
41
Conclusie problematiek: Op basis van de bovenstaande cijfers, grafieken en andere gegevens, kan het volgende geconcludeerd worden voor het thema overlastgevende jeugd: -
In de gemeente Drimmelen is een daling te zien van het aantal meldingen van vandalisme/baldadigheid (9 meldingen in 2012). Het aantal in gemeente Geertruidenberg blijft ongeveer gelijk (25 meldingen in 2012).
-
Het aantal meldingen van overlast door jeugd is in de gemeente Geertruidenberg en Drimmelen hoog, met 140 melding voor de gemeente Geertruidenberg in 2012 en 84 in de gemeente Drimmelen. Vaak wordt overlast gemeld door directe omwonende van een hanglocatie. Het hoge aantal meldingen is te verklaren, doordat op een aantal hanglocaties in beide gemeenten groepen jongeren verblijven die voor overlast zorgen. Deze overlast bestaat vooral uit geluid (schreeuwen, roepen, muziek, scooter/brommers etc.) en vervuiling. Bij het doen van meldingen speelt de tolerantiegrens van omwonende een rol. Bij langdurige overlast wordt bij sommige buurtbewoners de tolerantiegrens steeds lager, waardoor men meer gaat melden.
-
Het totale aantal ‘aanvaardbare jeugdgroepen’ in gemeente Geertruidenberg is op dit moment 3 en in Drimmelen 7. Onder aanvaardbare jeugdgroepen worden jongeren gezien die rondhangen op straat voor de gezelligheid en zich niet schuldig maken aan strafbare feiten. Over het algemeen respecteren ze de normen en waarden die in de buurt gelden. Het nadeel van deze groepen is dat ze constant wisselen van samenstellingen en deels in elkaar overlopen. Daarnaast wisselen ze ook voortdurend van hanglocatie. Hierdoor wordt het voor politie, gemeente en jongerenwerk bemoeilijkt om zicht te krijgen op de samenstelling en één juiste aanpak op te stellen.
-
Het totaal aantal ‘hinderlijke jeugdgroepen’ is in gemeente Geertruidenberg 1 en in Drimmelen 2. Deze groepen zijn veelal luidruchtig aanwezig en houden geen rekening met de omwonenden. De groepen maken zich incidenteel schuldig aan kleine vernielingen en laten afval achter. Veelal gebeurt dit uit verveling. Over het algemeen zijn de groepen nog voldoende ‘autoriteitsgevoelig’ en zijn ze aanspreekbaar op hun gedrag. De namen van deze jongeren zijn bekend bij de politie, jongerenwerker en de gemeenten.
-
Enkel de gemeente Geertruidenberg kent één ‘overlastgevende jeugdgroep’. Deze groep wordt hierna beschreven als voorbeeld. De groep wordt in het straathoekoverleg de ‘Triangel-groep’ genoemd.
-
Tijdens diverse gesprekken met o.a. wijkagenten, jongerenwerkers en betrokkenen ambtenaren van de gemeenten, is gebleken dat het kwalificeren van jeugdgroepen volgens de Beke shortlistmethodiek, in sommige gevallen lastig is. Zo herkent het systeem van de politie bijvoorbeeld niet de ‘overlastgevende’ jeugdgroep ‘Triangel’ in Raamsdonkveer. De wijkagent omschrijft de groep als volgt: ‘De Triangel-groep bestaat uit plusminus
42
vijftien personen in de leeftijd van ongeveer 17 tot 23 jaar met een vaste samenstelling. Binnen de groep is het gebruik van alcohol en harddrugs bekend (GHB, cocaïne en speed). De jongeren verzamelen zich met fietsen, brommers en auto’s op de carpoolplaats aan de rand van Raamsdonkveer (nabij de snelweg A59). Deze locatie geeft weinig meldingen van overlast, omdat in de directe omgeving geen bebouwing staat. Als er overlast is, dan is dit in de vorm van het achterlaten van afval en gedrag veroorzaakt door het gebruik van alcohol of drugs’. Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Meldingen jeugdoverlast: Elke generatie kent zijn eigen jeugdgroepen. Veel van deze jongeren ontmoeten elkaar op straat en hangen daar wat rond. Veelal doen deze groepen niets verkeerd, maar in sommige gevallen maken ze zich schuldig aan overlast. Geluidsoverlast (schreeuwen, roepen, optrekken van scooters/brommers, fluiten) en het vernielen of vervuilen van de buurt zijn de meest voorkomende vormen van jeugdoverlast. In 2012 waren het meldingen van jeugdoverlast in beide gemeenten vrij hoog. Niet alleen het gedrag van de jongeren, maar ook de (lage) tolerantiegrenzen van de melders, dragen bij aan het hoog aantal meldingen.
Gezamenlijk: - De politie reageert rechtstreeks op meldingen die bij hun binnen komen. In de meeste gevallen gaan ze daarbij ter plaatse. Eenmaal ter plaatsen bekijken ze het probleem en nemen indien nodig passende maatregelen. Bij het aantreffen van de jongeren worden namen opgeschreven en een gesprek aangegaan; - Klachten die bij de gemeente of andere partners binnenkomen, worden besproken met de partners van het straathoekoverleg/ jeugdbegeleidingscommissie. Acties worden onder de partners verdeeld en uitgevoerd met als doel het probleem op te lossen; - In beide gemeenten is een themabijeenkomst georganiseerd door de gemeente in samenwerking met andere samenwerkingspartners. Een expert op het terrein van jeugdoverlast, heeft tijdens deze bijeenkomst uitleg en handvatten gegeven over het omgaan met jongeren in de openbare ruimte. Gezamenlijk: - In het districtelijk driehoeksoverleg de Baronie (februari 2013) is een concept plan van aanpak jeugdgroepen opiniërend besproken. Afgesproken is dat voor deze vergadering een operationeel voorstel komt ten aanzien van het verkrijgen van een eenduidige rapportage Jeugdgroepen district Baronie. Per kwartaal wordt een Jeugdrapportage aangeleverd door de politie. Gemeenten vullen deze rapportage aan met eigen informatie en brengen deze informatie samen tot de definitieve kwartaalrapportage jeugdgroepen. Gezamenlijk: - Actief bezoeken van hanglocaties door wijkagenten en jongerenwerkers. Hierbij worden de namen van de jongeren genoteerd; - Zorgbrieven worden aan ouders verstuurd indien de partners uit het straathoekoverleg/ jeugdbegeleidingscommissie zich zorgen maken over het alcohol- en middelengebruik en het gedrag van de jongeren; - Novadic-Kentron bezoekt op verzoek van de gemeente een bepaalde hanglocatie om voorlichting te geven over het middelengebruik.
Gezamenlijk: - Tolerantiegrenzen verhogen bij omwonenden door ze in contact te brengen met de jongeren. Hierbij kunnen de jongerenwerkers, gemeente en de politie het initiatief nemen; - Na het ter plaatse gaan van de wijkagenten of de noodhulp, zou men in de mutatie kunnen opnemen of er wel degelijk sprake is geweest van overlast. Het kan natuurlijk ook zijn dat de overlast in de ogen van de melder veel erger is dan het daadwerkelijk blijkt te zijn. Elke melding moet uiteraard serieus genomen worden en professioneel worden afgehandeld.
Indeling volgens de bureau Beke-shortlist: Wijkagenten, jongerenwerkers en de gemeente zijn niet altijd tevreden met de toepassing van de Beke-shortlistmethodiek. Ze vinden dat er ‘heel wat aan de hand moet zijn’, voordat een jeugdgroep in een bepaalde categorie valt. Een voorbeeld hiervan is de ‘overlastgevende jeugdgroep’ de Triangel in Raamsdonkveer, die bij toepassing van de shortlistmethodiek niet in deze categorie terecht komt.
Hinderlijke jeugdgroepen in beide gemeenten: In de gemeenten Geertruidenberg en Drimmelen kent men respectievelijk 1 en 2 hinderlijke jeugdgroepen. Deze hinderlijke jeugdgroepen hangen wat rond in de buurt, zijn af en toe luidruchtig aanwezig en trekt zich niet zoveel aan van de omgeving en de buurtbewoners. Echter zijn deze groepen over het algemeen nog voldoende ‘autoriteitsgevoelig’ en aanspreekbaar op hun gedrag.
Gezamenlijk: - Dat wat bij de hiernaast genoemde aanpak ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd.
Gezamenlijk: - Jongeren en omwonenden met elkaar in contact laten komen om zo wederzijds respect te verkrijgen en het verlagen van de ‘aanspreekbaarheidsdrempel’.
43
Overlastgevende jeugdgroep in gemeente Geertruidenberg: De gemeente Geertruidenberg kent als enige van beide gemeenten, een gecategoriseerde ‘overlastgevende jeugdgroep’. Deze ‘Triangelgroep’ bestaat uit een vaste groep van ongeveer vijftien personen tussen de 17 en 23 jaar oud. Deze groep veranderd nauwelijks van samenstelling en hangt op één locatie (carpoolplaats A59) rond. Het gebruik van harddrugs is bekend bij alle partners uit het straathoekoverleg.
Gezamenlijk: - Zelfde aanpak wordt toegepast als bij ‘aanpak hinderlijke jeugdgroepen’ (zie tekst vorige bladzijde).
Gezamenlijk: - Verdere beleidsversterkingen zijn momenteel nog niet nodig.
44
veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid
thema 3.2: criminele jeugd/individuele
probleemjongeren Bij dit thema staan individuele (criminelen) probleemjongeren centraal. Criminele jongeren zijn jongeren die meerdere antecedenten hebben gepleegd in hun leven, de zogenoemde ‘veelplegers’. Veelplegers vormen in de meeste gevallen de harde kern van de jeugdgroepen en plegen verschillende vormen van criminaliteit. Het gevaar van deze veelplegers of criminele leiders, is dat ze andere jongeren (meelopers) meetrekken in hun gedrag. In grote steden ziet men dan verschijnselen als jeugdbendes ontstaan. In beide gemeenten zijn geen criminele jeugdgroepen actief. Wel zijn er diverse jongeren in aanraking geweest met politie, bureau Halt en/of justitie. Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
Bron
Gemeente/ feitelijke waarde 2009
2010
2011
2012
Aantal verdachten van 12 t/m 17 jaar
Politiegegevens
Geertruidenberg Drimmelen
71 79
74 98
33 31
74 33
Aantal verdachten van 18 t/m 24 jaar
Politiegegevens
Geertruidenberg Drimmelen
141 105
85 75
81 68
72 63
Aantal criminele jeugdgroepen
Overzicht jeugdgroepen (politie)
Geertruidenberg Drimmelen
-
0 0
0 0
0 0
Doorverwijzingen Halt
Halt
Geertruidenberg Drimmelen
41 43
36 14
16 33
37 36
Politiecijfers:
Positief t.o.v. vorig jaar
Negatief t.o.v. vorig jaar
Algemeen: Jeugdcriminaliteit is een verzamelnaam voor het strafbare gedrag van jongeren tot en met 24 jaar. Probleemjongeren kunnen in drie categorieën worden verdeeld, namelijk ‘risicojongeren’, ‘first-offenders’ en ‘criminele jongeren’. Risicojongeren zijn jongeren die nog niet in contact zijn gekomen met de politie en justitie, maar dreigen af te glijden naar het criminele circuit. Veelal dreigt men af te glijden door invloed van ‘slechte vrienden’, een slechte opvoeding, onvoldoende scholing en een slecht vooruitzicht op de toekomst. De categorie na de risicojongeren zijn de ‘first-offenders’. Dit zijn jongeren die voor de eerste keer met justitie in aanraking zijn gekomen. Na een eerste veroordeling is het de vraag of het indruk heeft gemaakt op de jongeren en of ze hun leven gaan beteren. Zo niet, dan zullen ze in het criminele circuit belanden en vallen ze onder de categorie ‘criminele jongeren’. Deze jongeren zijn meerdere keren met politie en justitie in aanraking gekomen. Aanpak criminelen jongeren volgens het regionaal beleidsplan ZWB: In het regionaal beleidsplan Zeeland-West-Brabant voor 2013-2014, hebben politie, gemeenten en justitie de prioriteit gesteld om de overlast en criminaliteit door jeugdgroepen aan te pakken. De ambitie voor 2013-2014 omschrijft men in het beleidsplan als volgt: “Om de jeugdcriminaliteit en -overlast terug te dringen wil men de regierol van de gemeenten vergroten en versterken. Daarnaast wil men de informatievoorziening en -positie eenduidiger maken, van elkaar leren en actief met elkaar delen van ‘best practises’. De criminele jeugdgroepen moeten in 2013 aangepakt zijn en het aantal hinderlijke en overlastgevende groepen moeten eveneens dalen in 2013-2014.” Als aanpak wil men jeugdgroepen voortdurend integraal in beeld brengen. Dit gebeurd door middel van een rapportage van jeugdgroepen in het district. Deze rapportages worden opgesteld door de politie en andere partners, onder regie van de gemeente. Per kwartaal wordt de jeugdrapportage gedeeld
45
in de districtelijke driehoek. Binnen de districtelijke driehoek worden vervolgens afspraken gemaakt over welke (hinderlijke, overlastgevende en/ of criminele) groep als eerst wordt aangepakt inclusief capaciteitsafspraken. Wat daarbij vooral belangrijk is, is dat een duidelijke individuele-, en/of groeps- en/of gebiedsgerichte aanpak opgesteld wordt, onder regie van de gemeente, in nauwe afstemming en samenwerking met de politie, het OM, het Veiligheidshuis Breda en de overige betrokken partners. Het veiligheidshuis zal hierbij vooral gebruikt moeten worden als informatieknooppunt en kenniscentrum. Aanpak criminele jongeren door het Veiligheidshuis Breda: Veiligheidshuis Breda is een samenwerkingsverband van organisaties die overlast, (huiselijk) geweld en criminaliteit aan willen pakken. Beter samenwerken, sneller informatie uitwisselen en het opbouwen van een kenniscentrum/netwerk, is waarom de Veiligheidshuizen in Nederland zijn opgezet. Het Veiligheidshuis Breda heeft als gemeenschappelijke doel: het voorkomen van delicten en het verlenen van de beste hulp aan het slachtoffer. Binnen het Veiligheidshuis Breda zijn o.a. de 11 gemeenten van politiedistrict de Baronie, OM, politie, GGZ, Halt, Novadic-Kentron, Jeugdzorg e.d. vertegenwoordigd. Het Veiligheidshuis is de plaats waar casusoverleg over criminele jongeren plaatsvind. Dit wordt ook wel het ‘Justitioneel Casusoverleg Jeugd (JCO) genoemd. In het JCO worden afdoeningsbeslissingen genomen met betrekking tot jongeren die een strafbaar feit hebben gepleegd. Uit de laatste rapportage van het Veiligheidshuis Breda (2012) blijkt dat er géén jeugdige veelplegers actief zijn in beide gemeenten. In 2012 zijn voor de gemeente Drimmelen, 24 casussen behandeld (t.o.v. 37 casussen in 2011). In de gemeente Geertruidenberg zijn er 20 casussen behandeld in 2012 (t.o.v. 29 casussen in geheel 2011). Jeugdige verdachten: Een verdachte is iemand waarbij een redelijk vermoeden bestaat dat hij/zij een bepaald strafbaar feit heeft gepleegd. Echter is een verdachte onschuldig totdat zijn schuld door de rechter is vastgesteld (onschuldpresumptie). Jongeren tussen de 12 en 17 jaar vallen onder het jeugdstrafrecht. Toch kunnen verdachte jongeren van 16 of 17 jaar berecht worden volgens het volwassenstrafrecht (art. 77b van het Wetboek van Strafrecht). De rechter bepaald of de omstandigheden dusdanig ernstig zijn dat deze jongeren volgens het volwassenstrafrecht berecht moeten worden. In de gemeente Geertruidenberg ligt het aantal verdachte jongeren van 12 t/m 17 jaar, jaarlijks rond de 70 (m.u.v. 2011 toen het aantal verdachten op 33 lag). In de gemeente Drimmelen blijft het aantal verdachte jongeren ongeveer rond de 30 liggen per jaar. Het aantal verdachte jongvolwassenen (18 t/m 24 jaar) blijkt uit de cijfers van de politie in beide gemeenten af te nemen. Halt verwijzingen: Sinds 1 januari 2013 is er één Halt-organisatie, stichting Halt. Halt staat voor ‘Het ALTernatief’. Jongeren tot 18 jaar die een bepaalde strafbare feit hebben gepleegd, kunnen door de politie naar Halt worden doorverwezen voor een Halt-afdoening. Jongeren krijgen zo de mogelijkheid om recht te zetten wat zij fout deden, zonder dat zij hierbij in aanraking komen met Justitie. Hierbij voeren zij een leer- en/of werkstraf uit, bieden excuses aan en vergoeden de schade aan de benadeelde. Naast de jongeren spreekt Halt de opvoeders aan op hun verantwoordelijkheid en ondersteunt hen in hun rol als opvoeder. Bij een vermoeden van achterliggende problemen verwijst Halt door naar de jeugdhulpverlening. Zoals eerder gezegd is stichting Halt één van de ketenpartners binnen het Veiligheidshuis Breda. Beide gemeenten vallen onder de Halt-regio Midden en West Brabant. In een gesprek met een van de Halt-medewerkers kwam naar voren dat ze tevreden was over de manier van doorverwijzen van het toenmalige politieteam Geertruidenberg-Drimmelen. In de afgelopen jaren zijn het aantal Halt-verwijzingen eerst afgenomen en afgelopen jaar weer licht gestegen. In de gemeente Drimmelen en Geertruidenberg kreeg Halt in 2012, respectievelijk 36 en 37 doorverwijzingen. De feiten waarvoor de jongeren het meeste zijn doorverwezen zijn o.a. vernielingen, openlijke geweldpleging, mishandeling en overtreding van de APV.
46
Conclusie problematiek: Op basis van de bovenstaande cijfers aanvullende gegevens, kan het volgende geconcludeerd worden voor het thema criminele jeugd/individuele probleemjongeren: -
In beide gemeenten zijn géén criminele jeugdgroepen. In 2012 zijn 24 casussen behandeld voor individuele (criminele) jongeren uit gemeente Drimmelen en 20 voor de gemeente Geertruidenberg. In 2011 vonden voor de gemeente Drimmelen en Geertruidenberg, respectievelijk 37 en 29 JCO’s plaats binnen het Veiligheidshuis Breda. Momenteel is men bezig met een doorontwikkeling van het Veiligheidshuis in Breda. Vanaf 1 januari 2013 is de regie op de Veiligheidshuizen van het Rijk naar gemeenten verschoven. Daarmee krijgen de gemeenten de verantwoordelijkheid voor de coördinatie op de regionale samenwerking in het Veiligheidshuis. Het aantal JCO’s is in beide gemeenten afgenomen t.o.v. het aantal in 2011.
-
Het aantal verdachten tussen de 12 en 17 jaar is in de gemeente Drimmelen flink afgenomen in 2011 (31 verdachten) en 2012 (33 verdachten), ten opzichte van 2009 en 2010. Het gaat hierbij om een afname van ruim 60%. In de gemeente Geertruidenberg ligt het aantal verdachten jaarlijks rond de 70. Echter waren er in 2011 ‘maar’ 33 verdachten jongeren. Voor het jaar 2012 geldt dat de gemeente Geertruidenberg meer dan twee keer zoveel verdachten in deze categorie had dan de gemeente Drimmelen. Dit verschil is niet te onderbouwen omdat achterliggende informatie er niet is.
-
Het aantal verdachten tussen de 18 en 24 jaar ligt in beide gemeenten in een dalende lijn. Deze dalende lijn is positief, echter ligt het aantal verdachten per gemeenten vrij hoog (72 verdachten in de gemeente Geertruidenberg en 63 in de gemeente Drimmelen). Ook deze cijfers zijn niet te verklaren.
-
Het aantal doorverwijzingen naar Halt is vergelijkbaar met de rest van de middelkleine gemeenten in de regio.
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Aantal verdachten 12 t/m 17 jaar: Het aantal verdachten tussen de 12 en 17 jaar lag de afgelopen 2 jaar in de gemeente Drimmelen rond de 30. In de gemeente Geertruidenberg lag het aantal verdachten jaarlijks rond de 70. Echter waren er in 2011 ‘maar’ 33 verdachten jongeren. Voor het jaar 2012 gold dat de gemeente Geertruidenberg meer dan twee keer zoveel verdachten in deze categorie had dan de gemeente Drimmelen. Aantal verdachten 18 t/m 24 jaar: Het aantal verdachten tussen de 18 en 24 jaar ligt in beide gemeenten in een dalende lijn. Deze dalende lijn is positief, maar het aantal verdachten per gemeenten is vrij hoog in deze leeftijdscategorie, namelijk 72 verdachten in de gemeente Geertruidenberg en 63 in de gemeente Drimmelen.
Gezamenlijk: - Justitioneel Casus Overleg Veiligheidshuis Breda (JCO’s) - Doorverwijzingen naar Halt door de politie/leerplichtambtenaar
Gezamenlijk: - Betere communicatie tussen veiligheidshuis en gemeente over individuele casussen in deze categorie. Momenteel is men bezig met een evaluatie over de samenwerking met het Veiligheidshuis. Communicatie is hierbij een van de besproken onderwerpen.
Gezamenlijk: - Justitioneel Casus Overleg Veiligheidshuis Breda (JCO’s)
Gezamenlijk: - Zie uitleg hierboven.
47
veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid
thema 3.3: jeugd, alcohol en drugs
Jongeren verkennen hun grenzen en experimenten daarbij graag met van alles en nog wat. De meest bekende verschijnselen van experimenteren zijn het gebruiken van alcohol en drugs. Vooral het alcoholgebruik onder de jeugd is zorgwekkend. De trend tegenwoordig is dat jongeren steeds vaker, steeds meer en op steeds jongere leeftijd alcohol drinken. Binnen dit thema vallen onder meer het voordrinken, hinderlijk gebruik van alcohol in de openbare ruimte en eveneens het gebruik van drugs. Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
Bron
gemeente feitelijke waarde
% West Brabant 2011
% jeugdige 8-11 jaar dat ooit alcohol gedronken heeft.
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
10% 5%
9%
% jeugdige 12-18 jaar dat ooit alcohol gedronken heeft
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
59% 58%
52%
% jeugdige 12-18 jaar dat per gelegenheid 6 of meer glazen alcohol drinkt (binge-drinker)
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
36% 34%
28%
% ouders dat vindt dat 15 jaar of jonger, een verantwoorde leeftijd is voor het eerste glas alcohol
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
10% 15%
14%
% jeugdige 12-18 jaar dat zeg ‘mijn ouders vinden het goed dat ik alcohol drink’
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
61% 60%
57%
% jeugdige 12-18 jaar dat softdrugs gebruikt (hasj of wiet)
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
3% 3%
2%
GGD gezondheidsprofiel:
Positieve afwijking
Ongeveer gemiddeld
Negatief afwijking
Algemeen: Veel jongeren gaan steeds vaker, steeds meer en op steeds jongere leeftijd alcohol drinken. Deze landelijke trend onder jongeren is in de ogen van verslavings- en gezondheidszorginstellingen (GGD, GGZ, Novadic-Kentron e.d.) zorgwekkend. Regionaal zijn 18 gemeenten in West Brabant, GGD West Brabant en Novadic-Kentron gestart met de aanpak ‘Think before you drink’ (zie alinea op de volgende pagina ‘Regionaal project Think before you drink’). Het drugsgebruik onder jongeren in beide gemeenten komt niet nadrukkelijk naar voren uit de jeugdmonitor en gezondheidsprofiel van GGD West Brabant. Mocht er gebruik plaatsvinden, dan is dit volgens de jongerenwerkers en wijkagenten vooral (m.n. onder oudere jongeren) uit verveling of experimenterend gedrag. Bekend is dat in de meeste gevallen softdrugs (wiet of hasj) wordt gebruikt en in zeer beperkte mate harddrugs (XTC/MDMA/cocaïne) GGD Gezondheidsprofiel De cijfers van de GGD komen voort uit de resultaten van de gezondheidsenquête in de categorie 12 t/m 18 jaar in 2011. Deze enquêtes zijn in 2011 in West- Brabant afgenomen onder ruim 15.000 jongeren in de leeftijd van 12 t/m 18 jaar. De response was voor de gemeente Geertruidenberg 47,2% (296 jongeren) en in de gemeente Drimmelen 54,2% (358 jongeren). De jongerenenquête wordt één keer in de vier jaar gehouden. Uit het gezondheidsprofiel komt naar voren dat beide gemeenten ongeveer gelijk scoren met de rest van de middelkleine gemeenten uit de regio. Enkel de gemeente Geertruidenberg wijkt negatief af qua percentage binge-drinkers (6 of meer glazen per uitgaansavond) en jongeren tussen de 12 en 18 jaar die weleens alcohol gedronken hebben.
48
Regionaal project ‘Think before you drink’: 18 gemeenten in West-Brabant hebben medio 2008 gezamenlijk het initiatief genomen een integraal project te starten gericht op de aanpak van alcoholgebruik door jongeren. Dit project vindt nog steeds plaats en heet ‘Think Before You Drink’. De hoofddoelstellingen voor deze regionale aanpak alcohol en jeugd in West-Brabant zijn: -
Terugdringen van het alcoholgebruik onder de 16 jaar (de landelijke leeftijdsgrens voor alcoholverkoop gaat verwacht per 1 januari 2014 omhoog naar 18 jaar, indien de Eerste Kamer goedkeuring geeft aan het voorstel);
-
Geen overmatig alcoholgebruik door jongeren in de leeftijd van 16 tot 23 jaar (binge drinken: bij één gelegenheid 6 glazen alcohol of meer drinken).
-
Gezondheidswinst en de beperking van overlast en andere schade zijn de onderliggende beweegredenen.
Beide gemeenten, Novadic-Kentron, GGD en scholen zijn hierbij actief betrokken. In 2013 wordt een rapportage aangeleverd waarin de effecten van de campagne ‘Think before you drink’ worden geëvalueerd. Conclusie problematiek: Op basis van het GGD gezondheidsprofiel, kan het volgende geconcludeerd worden voor het thema jeugd, alcohol en drugs: -
Het alcoholgebruik onder jongeren (12 t/m 18 jaar) in de gemeente Drimmelen (58%) en Geertruidenberg (59%) is hoger dan in de rest van de gemeenten in West-Brabant (52%). Vooral het aantal jongeren dat op 14-15 jarige leeftijd is begonnen met drinken, is fors toegenomen. Het aantal 12-13 jarige dat op die leeftijd begint met drinken is positief afgenomen. Het percentage ‘binge-drinkers’ (6 glazen alcohol of meer bij één gelegenheid) ligt in beide gemeenten (Geertruidenberg: 36% en Drimmelen: 34%) eveneens hoger dan in de rest van de gemeenten in West Brabant (28%).
-
(Soft)drugsgebruik onder jongeren ligt in beide gemeenten met 1%, boven het West-Brabantse gemiddelde van 2%. Dit is gezien het lage percentage niet als zorgwekkend bestempeld, maar verdient wel de aandacht om toename van gebruik te voorkomen.
-
Discotheek Oscars in Raamsdonkveer is de enige discotheek binnen de gemeente Geertruidenberg. Elke zaterdag komen hier jongeren naar toe uit de regio. Naast de avonden dat alcohol wordt geschonken (16+), organiseert men ook het zogenaamde ‘pr!k’. Tijdens deze avond worden jongeren tussen de 12 t/m 15 jaar uitgenodigd om te komen feesten (zonder alcohol). De wijkagenten, jongerenwerker en buurtbewoners hebben geconstateerd dat jongeren die naar ‘pr!k’ gaan, op straat of op openbare plaatsen (hanglocatie) gaan indrinken. Deze jeugd wordt samen met de oudere jeugd (16+) vaak gelinkt aan het hoge percentage ‘overlast van dronken mensen op straat’. Vooral het alcoholgebruik onder de ‘prikjongeren’ wordt door diverse hulpverleningsinstanties als zorgwekkend bestempeld.
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Hoog percentage alcoholgebruik onder jongeren (12 t/m 18 jaar): Veel jongeren gaan steeds vaker, steeds meer en op steeds jongere leeftijd alcohol drinken. In beide gemeenten ligt het percentage alcoholgebruik hoger dan in de rest van de gemeenten in West-Brabant.
Gezamenlijk: - Regionaal project ‘Think before you drink’; - Lokaal project ‘Veilige school’; - Handhaving en toezicht van de Drank- en horecawet (alcoholverkoop, gebruik in de openbare ruimte en tijdens evenementen). Gem. Drimmelen: - Overleg en uitzetten van acties in de werkgroep ‘Jeugd en alcohol’; - Uitvoeren van het Jeugdbeleid 2013-2016. Gem. Geertruidenberg: - Overleg en uitzetten van acties in de werkgroep ‘Genotmiddelen’. Acties waren o.a. het organiseren van alcoholvrij carnaval en de aanpak van alcoholgebruik onder hangjongeren; - BAVO-project waarbij op basisscholen voorlichting gegeven wordt over de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs. Alcoholgebruik en ‘Nee leren zeggen’ is een van de onderwerpen.
Gezamenlijk: - Op 1 januari 2014 wordt verwacht dat de minimumleeftijd van alcoholverkoop en het drinken daarvan, van 16 jaar naar 18 jaar wordt verhoogd. Gemeenten, politie, horecaondernemers, detailhandel (supermarkten, slijters e.d.), evenementenorganisatoren zullen door de eenduidige leeftijdsgrens beter kunnen handhaven, controleren en inzetten op acties. De uitvoering hiervan zal in 2014 ter zaken komen; - In 2015 vindt een nieuw onderzoek (jeugdmonitor) vanuit de GGD plaats, waarin het gebruik van alcohol en drugs een onderwerp is. Bij de GGD moet meer informatie komen, waar gemeenten daadwerkelijk informatie uit kunnen putten.
49
veiligheidsveld 3: jeugd en veiligheid
thema 3.4: veilig in en om de school
Scholen zijn, naast de thuisopvoeding, de basis voor het vormen en ontwikkelen van het kind. Op school kan het soms ook onveilig zijn. Veiligheidsproblemen op en rond school zijn pesten, spijbelen, intimidatie, geweld, diefstal, vernielingen en verkeersonveiligheid. Bij dit thema wordt ingegaan op de onderwerpen pesten en spijbelen. Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
Bron
gemeente feitelijke waarde
% West Brabant 2011
% schooljeugd dat aangeeft wel eens te spijbelen.
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
4% 6%
7%
% schooljeugd dat aangeeft gepest regelmatig gepest te zijn
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
6% 5%
4%
% schooljeugd dat aangeeft regelmatig anderen te pesten
GGD gezondheidsprofiel
Geertruidenberg Drimmelen
3% 2%
2%
GGD gezondheidsprofiel:
Positieve afwijking
Ongeveer gemiddeld
Negatief afwijking
Algemeen: In beide gemeenten kent men ieder 9 basisscholen. Elke school heeft zijn eigen identiteit, sfeer en levensovertuiging. Scholengemeenschap Dongenmond College is gevestigd in Raamsdonkveer en Made. Hier wordt voortgezet onderwijs gegeven voor Atheneum, Havo, Vmbo en Technasium. Vanuit de christelijke traditie werkt deze school vanuit de kernwaarden als openheid, respect, vertrouwen in het ander, nemen van verantwoordelijkheid, verbondenheid e.d. Project Veilige School: Het project ‘veilige school’ is in 2005 van start gegaan in beide gemeenten. Dit heeft geleid tot het ondertekenen van het ‘Convenant veilige school’, door o.a. de scholen, de politie, OM, bureau Halt en beide gemeenten. In 2012 zijn deze afspraken opnieuw bevestigd. De genoemde partijen hebben een gezamenlijk belang bij het maken van een eenduidig en sluitend stelsel van afspraken ten behoeve van het voorkomen en bestrijden van overlast, vandalisme, pesten, spijbelen, of zelfs grensoverschrijdend-/crimineel gedrag. Conclusies problematiek: Op basis van het GGD gezondheidsprofiel, kan geconcludeerd worden dat er geen noemenswaardige problemen zijn. Het spijbel- en pestgedrag ligt in beide gemeenten rond het gemiddelde van de rest van de gemeenten in West Brabant. Daarnaast zijn de afspraken in het ‘Convenant veilige school’, in 2012 opnieuw bevestigd en ondertekend.
50
TUSSENSTAND: MOGELIJKE PRIORITEITEN JEUGD EN VEILIGHEID Op basis van de beschrijving hiervoor van problematiek en aanpak binnen het veld ‘jeugd en veiligheid’, zijn de volgende prioriteiten opgesteld: Prioriteit 1 Aanpak jeugdoverlast; jeugdoverlast is van alle tijden. In beide gemeenten komt dit voor en het verschilt qua intensiteit en vorm. Iedere vorm van overlast wordt op verschillende manieren ervaren en er wordt door buurtbewoners ook op verschillende wijzen mee omgegaan. Bij het ervaren van jeugdoverlast is het belangrijk de jeugd en de buurt bij elkaar te brengen en bewustwording te creëren bij beide partijen. Dit kan door middel van workshops waarbij buurtbewoners leren hoe ze om moeten gaan met jongeren en andersom. Een andere oplossing is het organiseren van een gezamenlijke buurtactiviteit, zodat men elkaar leert kennen en begrip voor elkaar krijgt. Bij alle activiteiten moet rekening gehouden worden met het districtelijk plan van aanpak jeugdgroepen. Prioriteit 2 Alcoholgebruik door jongeren; de trend onder jongeren is in de ogen van verslavings- en gezondheidszorginstellingen (GGD, GGZ, Novadic-Kentron) zorgwekkend. Veel jongeren gaan steeds vaker, steeds meer en op steeds jongere leeftijd alcohol drinken. Er vinden veel preventie- en repressieactiviteiten plaats om het gebruik van alcohol (en drugs) te beperken en jongeren en ouders bewust te maken van de gevaren. Ondanks dit alles wordt er nog steeds alcohol genuttigd onder jongeren, wat in sommige situaties leidt tot problemen. Het is belangrijk problemen die in een vroeg stadium ontstaan aan te pakken, zodat erger voorkomen wordt. Prioriteit 3 Aantal verdachten 12 t/m 24 jaar; in beide gemeenten ligt het aantal verdachten jongeren, jaarlijks rond de 70 of minder. Het Veiligheidshuis Breda is ‘de’ plaats waar deze jongeren ter sprake komen tijdens diverse overleggen met ketenpartners (o.a. het Justitioneel Casusoverleg). Momenteel is men bezig met een doorontwikkeling van het Veiligheidshuis in Breda. Vanaf 1 januari 2013 is de regie op de Veiligheidshuizen van het Rijk naar gemeenten verschoven. Daarmee krijgen de gemeenten de verantwoordelijkheid voor de coördinatie op de regionale samenwerking in het Veiligheidshuis. Aandachtspunten: Naast de 3 prioriteiten voor beide gemeenten zijn er nog 2 aandachtspunten te benoemen: Aandachtspunt 1: Toepassing van de Beke-shortlistmethodiek; wijkagenten, jongerenwerkers en de gemeente zijn niet altijd tevreden met de toepassing van de Beke-shortlistmethodiek. Ze vinden dat er ‘heel wat aan de hand moet zijn’, voordat een jeugdgroep in een bepaalde categorie valt. In het districtelijk driehoeksoverleg de Baronie (februari 2013) is een concept plan van aanpak jeugdgroepen opiniërend besproken. Afgesproken is dat voor deze vergadering een operationeel voorstel komt ten aanzien van het verkrijgen van een eenduidige rapportage Jeugdgroepen district Baronie. Aandachtspunt is dat deze rapportages goed gebruikt kunnen worden door alle betrokkenen voor het uitzetten van acties en interventies. Aandachtspunt 2: Drugsgebruik; uit het gezondheidsprofiel van de GGD komt naar voren dat de mate van drugsgebruik in beide gemeenten relatief gelijk is als in de rest van de West-Brabantse gemeenten. 3% van de jongeren in beide gemeenten geeft aan wel eens drugs gebruikt te hebben (in het bijzonder softdrugs). Aandachtspunt is dat dit percentage niet hoger wordt.
51
veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid
thema 4.1: verkeersveiligheid
Verkeersveiligheid heeft betrekking op veiligheid voor verkeersdeelnemers en de omgeving. Onderwerpen hierbij zijn o.a. verkeersongevallen, verlaten van het plaats ongeval, te hard rijden, rijden onder invloed (alcohol en drugs) en agressief rijgedrag. Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
Bron
gemeente feitelijke waarde 2009
2010
2011
2012
Verkeersongeval met dodelijke afloop
Politie/VNG-BVH-model 4.1.1
Geertruidenberg Drimmelen
0 2
0 3
0 4
0 1
Verkeersongeval met letsel
Politie/VNG-BVH-model 4.1.2
Geertruidenberg Drimmelen
31 30
40 52
56 30
22 30
Verkeersongeval met alleen materiële schade
Politie/VNG-BVH-model 4.1.3
Geertruidenberg Drimmelen
181 89
134 100
161 93
139 79
Verlaten plaats ongeval
Politie/VNG-BVH-model 4.1.4
Geertruidenberg Drimmelen
120 123
112 122
98 125
118 116
Parkeerproblemen
Politie/VNG-BVH-model 4.1.5
Geertruidenberg Drimmelen
81 36
64 43
55 33
39 30
Snelheidsovertreding
Politie/VNG-BVH-model 4.1.6
Geertruidenberg Drimmelen
7 24
7 10
3 28
2 4
Rijden onder invloed medicijnen/drugs
Politie/VNG-BVH-model 4.1.7
Geertruidenberg Drimmelen
0 2
4 1
0 2
0 4
Rijden onder invloed alcohol
Politie/VNG-BVH-model 4.1.7
Geertruidenberg Drimmelen
53 56
40 40
45 47
48 33
Politiecijfers:
Positief t.o.v. vorig jaar
Negatief t.o.v. vorig jaar
Algemeen: Op de verkeersveiligheid binnen een gemeente te verhogen worden verschillende maatregelen getroffen aan de inrichting van de openbare weg. Zo worden in sommige gebieden 30 km/u-zones, drempels, wegversmallingen en andere obstakels aangebracht om het verkeer af te remmen. Veel van deze gebieden liggen in woonwijken, winkelstraten, scholen en andere plaatsen waar veel voetgangers, fietsers en spelende kinderen komen. De gemeente is voor alle wegen binnen de gemeentegrenzen, verantwoordelijk als wegbeheerder. Bij snelwegen (A-wegen), provinciale wegen en sommige rijkswegen (N-wegen) is de provincie of Rijkswaterstaat de wegbeheerder. Politiecijfers Veel van de politiecijfers moeten ‘gehaald’ worden door middel van controles en surveillance. Cijfers van aanrijdingen met letsel, dodelijke verkeersongevallen en verlaten van het plaats ongeval, worden ‘gebracht’ door aangiftes en (spoed)meldingen. Mocht de politie besluiten om bijvoorbeeld meer verkeerscontroles te gaan voeren, dan zullen de cijfers ook hoger uitvallen, omdat men dan meer aantreft (te hard rijden, rijden onder invloed, rijden zonder geldig rijbewijs e.d.). Echter zijn deze controles een momentopname en kunnen ze niets zeggen over de verkeersveiligheid op langere termijn. Voorbeelden van verkeerscontroles zijn scooter- en brommercontroles (project ‘Brom ff normaal’), snelheidscontroles en alcoholcontroles.
52
Conclusies problematiek: Op basis van de politiecijfers en verdere gegevens, kan het volgende geconcludeerd worden voor het thema verkeersveiligheid: -
Het aantal verkeersongevallen met dodelijk letsel is in beide gemeenten nihil (1 dodelijk ongeval in 2012 in de gemeente Drimmelen en 0 in de gemeente Geertruidenberg).
-
Het aantal meldingen van verkeersongevallen met letsel is in beide gemeenten afgenomen. In 2012 werden er voor de gemeente Geertruidenberg 22 meldingen gedaan van verkeersongevallen met letsel en in de gemeente Drimmelen 30.
-
Het aantal verkeersongevallen met alleen materiële schade is eveneens afgenomen voor beide gemeenten. Toch zijn deze meldingen vrij hoog voor beide gemeenten. In de gemeente Geertruidenberg had men in 2012, 139 materiële schademeldingen en in de gemeente Geertruidenberg 79. Veelal worden deze zaken afgehandeld door de verzekeringsmaatschappijen van de betrokkenen.
-
Het aantal meldingen van verlaten plaats ongeval is in beide gemeenten ongeveer gelijk. De meldingen zijn echter vrij hoog, met 116 meldingen in de gemeente Drimmelen en 118 in Geertruidenberg voor 2012. Veelal gaat het bij deze meldingen om schade die is toegebracht aan eigendommen waarvan de dader is doorgereden. Van deze schade kan aangifte worden gedaan bij de politie. De aangifte kan tevens worden gebruikt als men de schade wil claimen bij het Waarborgfonds Motorverkeer.
-
Rijden onder invloed van alcohol is te meten via alcoholcontroles, surveillance (verdacht rijgedrag, slingeren etc.) en het rijden naar meldingen (aanrijding, letsel of dodelijk ongeval met alcohol als mogelijke oorzaak). Via een blaastest kan de politie meten hoeveel promillage er in het bloed zit. Cijfers van dit misdrijf moeten ‘gehaald’ worden door middel van controles door de politie. In de gemeente Geertruidenberg is een lichte stijging waar te nemen, met in 2012 48 aanhoudingen. In de gemeente Drimmelen is een lichte daling te zien met 33 aanhoudingen in 2012. Misdrijven van deze aard worden bestraft met een geldboete (vanaf €340,-), tijdelijke rijontzegging, verplichte deelname aan een cursus op eigen kosten (€798,-), alcoholslotprogramma (kosten boven de €1000,-), taakstraf of gevangenisstraf.
-
Op het gebied van inrichting van de verkeersveiligheid (infrastructuur als gevaarlijke kruisingen, onveilige oversteekplaatsen etc.) zijn er geen grote problemen in beide gemeenten. Het is belangrijk om bij nieuwe infrastructuur en herinrichting van bestaande infrastructuur, te kijken naar de mogelijke gevolgen voor de verkeersveiligheid. Educatie (voorlichting scholen, schoolverkeersexamen, Brabants VerkeersveiligheidsLabel) en gedragsbeïnvloeding (landelijke BOB-campagne, campagne ‘NUL verkeersdoden Brabant’) zijn daarnaast ook een belangrijk aandachtspunt.
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Verkeersongevallen met dodelijke afloop en letsel: Het aantal dodelijke verkeersongevallen zijn in beide gemeenten laag tot nihil (gemeente Geertruidenberg: 0). Ongevallen met letsel zijn in beide gemeenten afgenomen, maar moet een blijvend aandachtspunt blijven.
Gezamenlijk: - Duurzaam Veilig Verkeer. Dit betreft een structurele en preventieve aanpak van de verkeersveiligheid. De aanpak richt zich op de ruimtelijke ordening (inrichting nieuwe en bestaande infrastructuur), vormgeving van de infrastructuur (verkeersmaatregelen als drempels, snelheidszones etc.) en het gedrag van verkeersdeelnemers (educatie en gedragsbeïnvloeding). Gezamenlijk: - (online) aangiften doen bij de politie; - Strafvervolging door het OM; - Schadeclaim indienen bij het Waarborgfonds Motorverkeer (eerst moet aangifte zijn gedaan bij de politie).
Gezamenlijk: Momenteel zijn er geen verder beleidsversterkingen noodzakelijk.
Verlaten plaats ongeval: Verlaten van plaats ongeval is een misdrijf. Hierbij kan de dader zowel materiële als letselschade hebben toegebracht, en vervolgens In beide gemeenten ligt het aantal vrij hoog. Het aantal meldingen ligt jaarlijks rond de 100 of meer.
Gezamenlijk: - Het verhogen van de aangiftebereidheid onder getuigen. Gedupeerden van zowel letsel als materiële schade
53
Rijden onder invloed van alcohol: Rijden onder invloed is een misdrijf. Vooral het aantal misdrijven op het gebied van alcohol komen voor beide gemeenten naar voren. In de gemeente Geertruidenberg is een lichte stijging waar te nemen, met in 2012, 48 aanhoudingen. In de gemeente Drimmelen is een lichte daling te zien met 33 aanhoudingen in 2012.
Gezamenlijk: - Preventief: het houden van verkeerscontroles door de politie; - Repressief: Strafoplegging door het OM in de vorm van een geldboete, rijontzegging, verplichte cursus, alcoholslotprogramma, taakstraf of gevangenisstraf.
Gezamenlijk: - Meer verkeerscontroles door politie, vooral tijdens weekenden zowel in de middag-, avond- als nachturen.
54
veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid
thema 4.2: brandveiligheid
Dit thema heeft betrekking op brandveiligheid van gebouwen waaronder woongebouwen, gebouwen met horecabestemming, tijdelijke bouwwerken, instellingen en bedrijven. Om de brandveiligheid van deze gebouwen goed te waarborgen ziet de brandweer toe op preventie (gebruiksvergunningen, -melding en controles), geeft voorlichting aan doelgroepen en bereid men zich voor op de bestrijding van incidenten en calamiteiten. Als er zich incidenten voordoen verleent de brandweer hulp (bijvoorbeeld door slachtoffers los te knippen uit een auto), blust men de brand en verricht men technisch onderzoek (in verband met schades en strafrechtelijk onderzoek). Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: indicator
Bron
Gemeente/brandweer post
feitelijke waarde 2009
2010
2011
2012
Brandmeldingen totaal
Brandweer
Geertruidenberg Drimmelen
40 77
47 82
48 61
41 58
Hulpverleningen totaal
Brandweer
Geertruidenberg Drimmelen
44 59
34 85
42 41
70 111
Totaal aantal keren uitgerukt
Brandweer, 3xrood.nl
Geertruidenberg Raamsdonkveer Made Lage Zwaluwe Terheijden
60 112 89 22 103
50 108 106 29 111
39 122 88 29 98
34 139 97 30 118
Verstrekte gebruiksvergunningen
Brandweer
Geertruidenberg Drimmelen
45 51
Aantal actuele gebruiksmeldingen
Brandweer
Geertruidenberg Drimmelen
93 125
Brandweercijfers:
Positief t.o.v. vorig jaar
Negatief t.o.v. vorig jaar
Algemeen: In 2006 is het samenwerkingsverband tussen de brandweerkorpsen van de gemeente Drimmelen, Geertruidenberg en Oosterhout van start gegaan. Dit samenwerkingsverband heeft de naam ‘3x Rood’ gekregen en richt zich voornamelijk op de brandweerzorg en bedrijfsuitvoering. Hierbij werkt men (net als bij ‘3x Oranje’; zie thema 4.4: voorbereiding op rampenbestrijding- en crisisbeheersing), samen op het gebied van preventie, opleiden, oefenen en het aanschaffen van materieel. Sinds de komst van de Veiligheidsregio zijn de 3 gemeentelijke korpsen, samen met nog 25 andere gemeentelijke korpsen, opgegaan in de Brandweer Midden- en West-Brabant. De Veiligheidsregio MWB is opgedeeld in tien brandweerclusters, waarvan de gemeente Geertruidenberg en Drimmelen vallen onder het cluster Amerstreek. Het brandweerkorps van gemeente Geertruidenberg bestaat uit 40 vrijwillige en 4 beroeps brandweermensen. Zij zijn verdeeld over de teams Geertruidenberg en Raamsdonksveer. Het brandweerkorps van de gemeente Drimmelen bestaat uit 68 vrijwillige en 4 beroeps brandweermensen. Zij zijn verdeeld over de teams Made, Terheijden en Lage Zwaluwe. Risicobeheersing en incidentbestrijding (veiligheidsketen) Risicobeheersing en incidentbestrijding zijn de belangrijkste processen waar de brandweer zich mee bezig houdt. Beide onderdelen maken deel uit van de veiligheidsketen. De veiligheidsketen is een cyclisch proces bestaande uit 5 verschillende aspecten die bij risico- en crisisbeheersing van toepassing zijn. Deze 5 onderdelen zijn: pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg. Risicobeheersing bestaat uit pro-actie (adviseren en meedenken bij o.a. nieuwbouwprojecten of
55
vergunningverlening) en preventie (maatregelen die het uitbreken van brand en ongevallen als gevolg van brand helpen voorkomen). Incidentbestrijding bevat de onderdelen preparatie (opleiden, trainen en oefenen van personeel), repressie (brandbestrijding en andere vormen van hulpverlening) en nazorg (schadebeperking en onderzoek). Risicobeheersing noemt men ook wel de ‘koude fase’ en incidentbestrijding de ‘warme fase’. Brandveiligheid, gebruiksvergunning en gebruiksmelding (pro-actie en preventie) In Nederland mogen de meeste gebouwen zonder gebruiksvergunning of gebruiksmelding gebruikt worden. Voor gebouwen die uit oogpunt van brandveiligheid een risico vormen, geldt dat ze verplicht zijn een gebruiksvergunning aan te vragen bij de gemeente. Bij bepaalde gebouwen is alleen een gebruiksmelding voldoende. Dit zijn bijvoorbeeld gebouwen met verblijf voor meer dan 50 mensen (middelbare scholen, kantoren, restaurants, sportkantines, supermarkten etc.). De brandweer beoordeeld, op verzoek van de gemeente, of er voldoende (brandveiligheids)voorzieningen en maatregelen zijn getroffen bij een gebouw. Indien nodig kunnen ze aanvullende eisen opstellen en deze adviseren naar de gemeente. Dit geldt ook voor de beoordeling van aangevraagde evenementenvergunningen. Preventieve maatregelen hebben het meeste effect wanneer ze regelmatig worden gecontroleerd. De unit Risicobeheersing van de brandweer houdt daarom regelmatig controles bij evenementen en gebouwen waar bepaalde voorzieningen zijn voorgeschreven. Met name bij de horeca worden er steekproefsgewijs extra controles op brandveiligheid en vluchtmogelijkheden uitgevoerd (bijvoorbeeld met kerst, nieuwjaarsviering en carnaval). Conclusies problematiek: Op basis van de cijfers en gegevens van de brandweer kan worden geconcludeerd voor de brandveiligheid: -
In de gemeente Geertruidenberg heeft men relatief gezien minder brandmeldingen en hulpverleningen per jaar dan de gemeente Drimmelen. Deze cijfers zeggen echter niets over de brandveiligheid voor beide gemeenten. Ze geven wel een indicatie voor de verhoudingen tussen brandbestrijding en hulpverlening. Het aantal hulpverleningen ligt in beide gemeenten relatief hoger dan het aantal brandbestrijdingen.
-
Met name de brandweerposten in Raamsdonkveer, Made en Terheijden rukken veel uit per jaar. Het aantal ligt gemiddeld rond de 100 keer per jaar. De posten in Geertruidenberg en Lage Zwaluwe rukken relatief gezien veel minder uit per jaar; gemiddeld ligt het aantal rond de 30-40.
-
In de gemeente Drimmelen zijn relatief meer gebruiksvergunningen en gebruiksmeldingen van kracht dan in de gemeenten Geertruidenberg. Dit is verklaarbaar omdat het aantal risicovolle en kwetsbare objecten (zie thema 4.3: ‘Externe Veiligheid’) in de gemeente Drimmelen, relatief hoger is als in de gemeente Geertruidenberg. Het aantal controles uitgevoerd door de gemeente, wordt vastgesteld in het toezicht- en handhavingsbeleid van beide gemeenten. Deze controles van vergunningen en meldingen liggen steekproefsgewijs rond de 40 controles per jaar.
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Geen probleem: Ongevallen en branden vinden dagelijks plaats. De brandweer bereid zich voor op alle facetten uit de eerdergenoemde veiligheidsketen. Risicobeheersing en incidentbestrijding zijn processen die in beide gemeenten goed verlopen en uitgevoerd worden door de brandweer.
Gezamenlijk met de brandweer: - Bij risicobeheersing adviseert en denkt de brandweer mee bij o.a. nieuwbouwprojecten en vergunningverlening. Bij onveilige situaties worden maatregelen opgelegd die het uitbreken van brand en ongevallen (als gevolg van brand) helpen voorkomen; - Incidentbestrijding bevat de onderdelen preparatie (opleiden, trainen en oefenen van personeel), repressie (brandbestrijding en andere vormen van hulpverlening) en nazorg (schadebeperking en onderzoek).
Gezamenlijk: - Momenteel zijn geen beleidsversterkingen noodzakelijk.
56
veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid
thema 4.3: externe veiligheid
Externe veiligheid gaat over de risico’s van gevaarlijke stoffen, aanwezig binnen inrichtingen/bedrijven en bij het vervoer ervan. Deze risico’s (te onderscheiden naar plaatsgebonden risico en groepsrisico) hebben een via de ‘QRA’ (kwantitatieve risicoanalyse) te bepalen effectgebied, de zgn. risicocontouren, die van belang zijn voor c.q. dienen te worden meegenomen in allerlei gemeentelijke planprocessen (o.m. bestemmingsplanprocedures/ruimtelijke ordening). Beide gemeenten hebben, natuurlijk binnen de kaders van de wet, de beleidsvrijheid om zelf keuzes te maken over het niveau van veiligheid (laat men een nieuw (risicovol)bedrijf toe? Gaat men strenger en regelmatiger vergunningsvoorschriften controleren? etc.) Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
Bron
Gemeente feitelijke waarde 2012
Aantal risicovolle bedrijven/objecten
Risicokaart.nl – Provincie Noord-Brabant
Geertruidenberg Drimmelen
27 28
Aantal kwetsbare objecten
Risicokaart.nl – Provincie Noord-Brabant
Geertruidenberg Drimmelen
32 58
Aantal BRZO-inrichtingen
Risicokaart.nl – Provincie Noord-Brabant
Geertruidenberg Drimmelen
2 0
Algemeen: Bij externe veiligheid draait het om de beheersing van productie-, opslag-, verwerkings- en transportrisico’s die binnen risicovolle inrichtingen, bedrijven en transportroutes gelden en invloed kunnen hebben op de omgeving. Een extern veiligheidsbeleid is gericht op het inzichtelijk maken en beheersen van deze risico’s. In beide gemeenten zijn meerdere risicovolle bedrijven aanwezig of vindt transport plaats van gevaarlijke stoffen over de weg, vaarwegen en via buisleidingen. Gemeenten, provincie, bedrijven en transporteurs werken samen om de risico’s van gevaarlijke stoffen zodanig te beheersen dat de kans op een ongeval of ramp met dodelijke slachtoffers en maatschappelijke ontwrichting minimaal is. Programma Brabant Veiliger: Alle Brabantse gemeenten, veiligheidsregio’s, brandweren, regionale samenwerkingsverbanden en de provincie zijn momenteel bezig (2011-2014) ervoor te zorgen dat externe veiligheid en vaste en vanzelfsprekende plaats krijgt in elke organisatie. Beide gemeenten hebben hier een afdeling voor ingericht. Om tot de boring te komen van het externe veiligheidsbeleid heeft de provincie Noord-Brabant, vanuit het Programma Brabant Veiliger, kwaliteitscriteria opgesteld. Naast de eigen verantwoordelijkheid van beide gemeenten, heeft de provincie en het rijk een regierol gekregen om te zorgen dat alle organisaties aan de kwaliteitscriteria voldoen of gaan voldoen. Conclusie problematiek: Op basis van bovenstaande cijfers kan geconcludeerd worden voor het thema externe veiligheid, dat: -
Het aantal risicovolle bedrijven/objecten in beide gemeenten ligt rond de 30. Het betreft voornamelijk LPGtankstations of propaan tanks bij boerderijen in de polder die niet voorzien zijn van aardgas. Kwetsbare objecten (onderwijsinstellingen, verzorgingstehuizen, publieksgebouwen, etc.) zijn er binnen de gemeente Drimmelen het meeste, met 58 objecten. Veel van deze objecten zijn gevestigd binnen de kernen Made, Terheijden en Lage Zwaluwe. In de gemeente Geertruidenberg kent men 32 kwetsbare objecten. Deze objecten zijn veelal gevestigd in de kernen Raamsdonkveer en Geertruidenberg. Enkel in de gemeente Geertruidenberg kent men twee BRZO- inrichtingen. Beide BRZO-inrichten houden zich bezig met laad-, los en overslagactiviteiten van gevaarlijke stoffen. Bij beide inrichtingen is de provincie Noord-Brabant vergunningverlener en toezichthouder. De rampenbestrijdingsplannen van beide inrichtingen zijn geactualiseerd en op orde.
57
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Geen probleem: Gelet op het aantal en aard van de risicovolle objecten en het beperkt aantal BRZOinrichtingen (2) zijn er geen noemenswaardige problemen.
Gezamenlijk: - In beide gemeenten maakt men gebruik van de provinciale beleidsvisie externe veiligheid. Deze is gesubsidieerd door de provincie. Daarnaast hebben beide gemeenten een eigen beleidsvisie externe veiligheid die is vastgesteld.
Gezamenlijk: - Momenteel geen behoefte aan beleidsversterkingen op dit gebied. Bedrijven en inrichtingen moeten regelmatig (naar mate van het externe veiligheidsrisico) worden gecontroleerd en bezocht door bevoegde toezicht- en handhavingsinstanties.
58
veiligheidsveld 4: fysieke veiligheid
thema 4.4: voorbereiding op rampenbestrijding-
en crisisbeheersing Veiligheidsregio’s, gemeenten en operationele diensten (politie, brandweer, geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR)) bereiden zich voor op de bestrijding van rampen en calamiteiten. Dit doen ze door middel van planvorming (draaiboeken, deelplannen e.d.), opleiding, training en oefening (afgekort OTO). OTO betreft hier alle activiteiten die vallen binnen de schakel ‘preparatie’ van de veiligheidsketen. De veiligheidsketen bestaat uit de onderdelen: pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg. Het Regionaal Crisisplan 2012 (RCP) beschrijft de aanpak van rampen en crisis en heeft de gemeentelijke rampenplannen vervangen. Gegevens: Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
Bron
Draaiboek/ jaar
Veiligheidsregio
2013
Gemeente
Draaiboek Crisiscommunicatie Draaiboek Publieke Zorg Draaiboek Omgevingszorg Draaiboek Evacuatie Draaiboek Nafase Draaiboek Ondersteuning Draaiboek Informatiemanagement Bevolkingszorg 2009 2010 2011 2012 2013 (staat geplant)
Bestuurlijke rampenoefening (GBT)
Gemeente
Voor iedere (sleutel)functionaris een plaatsvervanger aangewezen
Gemeente 2013
Drimmelen
Getoetst, goedgekeurd en actueel regionaal crisisplan Actuele draaiboeken/deelplannen/ handreikingen geïmplementeerd voor taakorganisaties
Geertruidenberg
feitelijke waarde
Ja
Ja
Ja Ja Ja Nee Ja Ja
Ja Ja Ja Nee Ja Ja
Ja
Ja
Ja Ja Ja Nee Ja
Ja Ja Ja Nee Ja
Ja
Ja
Algemeen: Beide gemeenten maken, samen met 24 andere Midden- en West-Brabantse gemeenten, onderdeel uit van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Sinds de komst van de Wet Veiligheidsregio (Wvr) in 2010, zijn er een aantal dingen veranderd op het gebied van rampenbestrijding- en crisisbeheersing. In deze wet is o.a. opgenomen waaraan bestuurlijke en operationele diensten minimaal moeten voldoen (basisvereisten). De gemeentelijke rampenbestrijdingsstructuur bestond voorheen uit 10 processen (zoals o.a. de processen crisiscommunicatie, milieu, uitvaartverzorging etc.). Vanaf december 2012 bestaat de gemeentelijke rampen- en crisisorganisatie, volgens de RCPstructuur, uit 7 verschillende taakorganisaties. Voor iedere taakorganisatie is een Hoofd Taakorganisatie (HTO) aangesteld. Al deze taakorganisaties samen zijn verantwoordelijk voor het gemeentelijke onderdeel ‘Bevolkingszorg’. Het gezamenlijk overleg van de 7 taakorganisaties vinden plaats in het HTO-overleg. Voor iedere taakorganisatie is een deelplan en draaiboek opgesteld en geïmplementeerd in de rampenbestrijdingsorganisatie. Het draaiboek Evacuatie is in beide gemeenten nog niet beschikbaar, maar wordt (verwacht) medio 2013 aangeleverd door de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. (Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, 2012)
59
3x Oranje: Naast de regionale samenwerking binnen de Veiligheidsregio, wordt binnen de 3 gemeenten Geertruidenberg, Drimmelen en Oosterhout actief samengewerkt op het gebied van rampenbestrijding- en crisisbeheersing. Dit samenwerkingsverband wordt ‘3x Oranje’ genoemd. Bij deze samenwerking zorgt men in de ‘koude fase’ (voorbereidings- of preparatie fase) gezamenlijk voor het organiseren van de OTO-activiteiten en het gezamenlijk aanschaffen van benodigde middelen (rampenkoffers, pagers e.d.). Tijdens de ‘warme fase’ (als een ramp of crisis zich voordoet; repressie fase) kan men beroep doen op elkaars personeel (dit wordt ook wel ‘burenhulp’ genoemd). Binnen de 3x Oranje gemeenten worden jaarlijks verschillende monodisciplinaire oefeningen georganiseerd (waaronder Gemeentelijke Beleidsteam-oefeningen en oefeningen met het belcomputersystemen ‘Communicator’). Werkgroep MDBO (Veiligheidsregio MWB): Multidisciplinair en bestuurlijk oefenen wordt georganiseerd vanuit de werkgroep MDBO van de Veiligheidsregio MWB. Hierbij richt men zich op het multidisciplinair oefenen met de sleutelfunctionarissen (hoofden en teamleiders) van de teams (o.a. de teams CoPI, ROT, GBT en RBT). Het uitgangspunt hierbij is dat de sleutelfunctionarissen beschikken over vakinhoudelijke kennis en kennis van procedures. Het opdoen en bijhouden van deze kennis wordt beschouwd als monodisciplinaire verantwoordelijkheid van de sleutelfunctionarissen. Conclusie problematiek Op basis van de bovenstaande gegevens kan het volgende worden geconcludeerd voor de voorbereiding op rampenbestrijding- en crisisbeheersing: -
Beide gemeenten zijn vertegenwoordigd in het samenwerkingsverband ‘3x Oranje’. Alle beschikbare deelplannen en draaiboeken zijn geïmplementeerd, met uitzonderling van het deelplan en draaiboek ‘evacuatie’. Deze wordt naar verwachting in het eerste halfjaar van 2013 door de Veiligheidsregio MWB aangeleverd en moet vervolgens worden geïmplementeerd door de gemeente. Sleutelfunctionarissen (hoofden en teamleiders van elk deelproces) en plaatsvervangers zijn bekend binnen de organisatie en eventueel kan gebruik worden gemaakt van personeel uit de buurgemeenten tijdens de ‘warme fase’ (‘burenhulp’).
-
Opleiden, trainen en oefenen staat voorlopig op de agenda. Het (nieuwe) opleiden en trainen van de rampenbestrijdings- en crisisorganisatie begint in 2013. Het multidisciplinair oefenen met brandweer, politie en GHOR start in 2014 en wordt verzorgd door de werkgroep MDBO van de Veiligheidsregio MWB.
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Opleiden, trainen en oefenen: Rampen en crises doen zich nooit volgens het welbekende ‘boekje’ voor. Bestuurlijke en operationele diensten moeten echter wel opgeleid, getraind en geoefend worden, indien er zich een voorval voordoet waarbij multidisciplinaire inzet vereist is. Het opleiden, trainen en oefenen brengen zowel financiële (kosten van een cursus) als tijdsgebonden (planning van oefeningen) kosten met zich mee.
Gezamenlijk: - Afstemming en overleg binnen ‘3x Oranje’; - Op dit moment staat het opleiden en trainen van de rampenbestrijdingsorganisatie op de agenda (2013). Het multidisciplinair oefenen zal in 2014 aan de orde komen.
Momenteel zijn er geen verdere beleidsversterkingen nodig. Alle zaken betreffend de rampenbestrijding- en crisisbeheersing zijn op orde of staan geland op de agenda.
60
TUSSENSTAND: MOGELIJKE PRIORITEITEN FYSIEKE VEILIGHEID Op basis van de beschrijving hiervoor van problematiek en aanpak binnen het veld ‘fysieke veiligheid’, zijn de volgende prioriteiten opgesteld: Prioriteit 1 Controle en toezicht op externe veiligheid van bedrijven, objecten en inrichtingen; Het aantal risicovolle bedrijven/objecten in beide gemeenten ligt rond de 30. Hierbij gaat het voornamelijk om LPG- tankstations of propaan tanks bij boerderijen/bedrijven in de polder die niet voorzien zijn van aardgas. Kwetsbare objecten (onderwijsinstellingen, verzorgingstehuizen, publieksgebouwen, etc.) zijn er het meeste binnen de gemeente Drimmelen (58 objecten). Veel van deze objecten zijn gevestigd binnen de kernen Made, Terheijden en Lage Zwaluwe. In de gemeente Geertruidenberg kent men 32 kwetsbare objecten. Deze objecten zijn veelal gevestigd in de kernen Raamsdonkveer en Geertruidenberg. Enkel in de gemeente Geertruidenberg kent men twee BRZO- inrichtingen. Beide BRZO-inrichten houden zich bezig met laad-, los en overslagactiviteiten van gevaarlijke stoffen. Bij beide inrichtingen is de provincie Noord-Brabant vergunningverlener en toezichthouder. De rampenbestrijdingsplannen van beide inrichtingen zijn geactualiseerd en op orde. Voldoende en regelmatige controle en toezicht op deze bedrijven en inrichtingen is een prioriteit. Prioriteit 2 Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO); Bestuurlijke en operationele diensten moeten zich voorbereiden op rampen en crises. Ervaring leert dat niet elke ramp of crisis zich volgens een vast patroon ontwikkeld. Toch moet men zich als rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisaties voorbereiden op dergelijke incidenten. Het opleiden, trainen en oefenen van de rampenbestrijdingsorganisatie wordt in beide gemeenten, samen met de gemeente Oosterhout, gezamenlijk uitgevoerd en gefinancierd. Het is de taak van gemeenten, Veiligheidsregio en operationele diensten om de kwaliteit (kennis en ervaring) en kwantiteit (personeel en materiaal) goed te bewaken en te waarborgen. Aandachtspunten: Naast de twee prioriteiten voor beide gemeenten zijn er nog drie aandachtspunten te benoemen: Aandachtspunt 1 Verkeer en veiligheid; uit ongevallencijfers van de politie blijkt dat het aantal verkeersdoden in beide gemeenten relatief laag is t.o.v. regionale en landelijke cijfers. Het aantal ongevallen met letsel zijn in de afgelopen jaren in beide gemeenten afgenomen. Verkeersveiligheid bestaat deels uit de inrichting van de infrastructuur (snelheidsbeperkingen, snelheidszones, oversteekplaatsen etc.) en deels uit het rijgedrag van de verkeersdeelnemers. Vooral het onvoorspelbare rijgedrag (agressief rijgedrag, te hard rijden, inhalen waar het niet kan, rijden onder invloed e.d.) van verkeersdeelnemers kan ertoe leiden dat het aantal ongevallen toe- of afnemen. Aandachtspunt 2 Rijden onder invloed van alcohol; het rijden onder invloed van alcohol of verdovende middelen is een misdrijf. Boetes of andere sancties zijn niet mild in Nederland. Echter kruipen sommige mensen toch achter het stuur met een slok te veel op. Regionaal gezien waren in 2011 de meeste overtreders aangetroffen in de provincies Noord-Brabant (3,5%) en NoordHolland (3%), blijkt uit een rapportage van het Ministerie van Infrastructuur & Milieu in 2012. Echter kan dit ook liggen aan het hoge aantal verkeerscontroles door de politie in beide provincies. Elke verkeersdeelnemer die dronken achter het stuur stapt is er één te veel.
61
Aandachtspunt 3 Verlaten plaats ongeval; in beide gemeenten zijn het aantal meldingen van verlaten plaats ongeval ongeveer gelijk. De meldingen zijn vrij hoog, met 116 meldingen in de gemeente Drimmelen en 118 in Geertruidenberg voor 2012. Het komt dagelijks voor dat betrokkenen bij een aanrijding door- of wegrijden zonder hun identiteit achter te laten. Het verlaten van een plaats ongeval is een misdrijf (ook voor getuigen, zoals inzittende of andere weggebruikers). In de meeste gevallen gaat het bij deze meldingen om schade die is toegebracht aan eigendommen (parkeerschade). Van deze schade kan aangifte worden gedaan bij de politie. De aangifte kan tevens worden gebruikt als men de schade wil claimen bij het Waarborgfonds Motorverkeer. Echter moet dan wel bewezen worden dat de aanrijding is veroorzaakt door een ander motorrijtuig. Omdat het aantal meldingen in beide gemeenten zo hoog is (c.q. de hoogte van de schade), verdient dit de nodige aandacht.
62
veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid
thema 5.1: radicalisering/terrorisme
Dit thema heeft betrekking op individuen die vervreemd raken van hun omgeving en steeds verder af komen te staan van de samenleving. Deze personen lopen het risico om beïnvloed te worden door opvattingen of ideeën van radicale groeperingen of personen (middels internet, bijeenkomsten, demonstraties etc.). Momenteel wordt er in Nederland een onderscheid gemaakt tussen dierenrechten-, links- , rechts- en moslimradicalisering. Terrorisme is het dreigen met, voorbereiden van of plegen van gewelddadige handelingen vanuit een bepaalde ideologie. Doel is om de maatschappij te ontwrichten, een maatschappelijke verandering te bewerkstelligen, de bevolking angst aan te jagen of politieke besluitvorming te dwarsbomen. Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: Indicator
Bron
gemeente feitelijke waarde 2009
2010
2011
2012
Aantal geregistreerde klachten discriminatie
RADAR
Geertruidenberg Drimmelen
5 0
2 0
1 0
0 0
Aantal allochtonen (incl. westerse en niet-westerse allochtonen
CBS StatLine
Geertruidenberg
-
1.815
1.805
1.841
Drimmelen
-
1.814
1.828
1.844
RADAR-klachten:
Positief t.o.v. vorig jaar
Negatief t.o.v. vorig jaar
Algemeen: In Nederland behoren sommige groepen tot een ‘minderheid’. Voornamelijk in de kleinere hechte gemeenschappen kunnen minderheden ‘buiten de toon vallen’. Mensen uit deze minderheden kunnen te maken krijgen met incidentele discriminatie (uitschelden, nakijken, roepen, intimidatie etc.) of uitsluiting (weigering sportclubs, werk, scholen etc.) van bepaalde activiteiten. Minderheden kunnen o.a. allochtonen, homoseksuelen, vrouwen, ouderen en jongeren zijn. In artikel 1 van de Nederlandse Grondwet staat opgenomen dat iedereen die zich in Nederland bevindt gelijk behandeld moet worden, ongeacht zijn/haar geloofsovertuiging, levensovertuiging, politieke voorkeur, ras, sekse of leeftijd. Discriminatie is in Nederland niet toegestaan. Gemeenten zijn volgens de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorziening verplicht om “onafhankelijk bijstand te verlenen aan personen bij de afwikkeling van hun klachten betreffende discriminatie of onderscheid” (art. 2.1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen). RADAR en gemeentelijke antidiscriminatie voorziening: RADAR verzorgt voor 72 gemeenten de afhandeling van discriminatieklachten. Als mensen binnen de gemeente een klacht hebben dan kunnen ze dat bij RADAR telefonisch of via de e-mail melden. RADAR geeft vervolgens advies en biedt ondersteuning aan als dat noodzakelijk is. Welke vervolgstappen worden ondernomen hangt af van de aard van de klacht, de wens en verwachting van de klager en welke mogelijkheden er zijn tot juridische afhandeling. In de afgelopen jaren is het aantal geregistreerde klachten bij RADAR, in beide gemeenten, afgenomen tot 0. De gemeente Geertruidenberg maakt nog steeds gebruik van de diensten van RADAR en betalen hiervoor subsidie. De gemeente Drimmelen heeft begin 2013 besloten om, gezamenlijk met de gemeenten Woensdrecht en Rucphen, één antidiscriminatie voorziening (ADV) op te zetten. Gemiddeld komen jaarlijks 1 á 2 klachten binnen bij de gemeenten, terwijl de gemeente jaarlijks meer dan €10.000,subsidie verlenen aan RADAR. Dit bedrag staat volgens de gemeente Drimmelen niet in verhouding tot het aantal klachten, wat heeft geleid tot het opzetten van een eigen antidiscriminatie voorziening.
63
Aantal westerse- en niet-westerse allochtonen: In beide gemeenten was de omvang van het aantal allochtonen omschreven als middelgroot in 2010. Het aantal westerse en niet-westerse allochtonen lag in de afgelopen 4 jaar rond de 1.800 personen. In de gemeenten Drimmelen maakt in 2010, 6,5% van de toenmalige inwoners deel uit van de allochtonen minderheid. Deze minderheden bestonden voornamelijk uit Indonesiërs, Polen, Turken en Chinezen. In de gemeente Geertruidenberg was dit percentage 8%, en bestonden de minderheden voornamelijk uit Indonesiërs, Surinamers en Afrikanen. Het aantal allochtonen binnen een gemeente heeft niets te maken met de mate van discriminatie, radicalisering of terrorisme. Echter toont het wel aan dat het aantal westerseen niet-westerse allochtonen in de minderheid zijn in beide gemeenten. Conclusies problematiek: Op basis van de het aantal discriminatieklachten en andere gegevens kan het volgende worden geconcludeerd voor radicalisering en terrorisme: -
Over de mate van radicalisering en terrorisme is moeilijk uitspraak te doen, omdat deze processen zich vaak ‘achter gesloten deuren’ afspelen en de buitenwereld er vrijwel niets of incidenteel iets van merkt. Op basis van de cijfers kan niet geconcludeerd worden of er in beide gemeenten sprake is van radicalisering of terrorisme. Het aantal meldingen binnengekomen bij het antidiscriminatie bureau RADAR/gemeentelijke antidiscriminatie voorziening is in beide gemeenten afgenomen tot 0.
-
Uit onderzoek binnen voormalig politiedistrict Oosterhout (2010), blijkt dat de kans op xenofobie in kleinere gemeenten, veel groter is dan de grotere gemeenten of steden. Xenofobie, ook wel vreemdelingenhaat genoemd, is de irrationele en/of obsessieve angst voor vreemdelingen en/of buitenlanders. Het versterkt het zogenaamde ‘wij/zij denken’ binnen bepaalde gemeenschappen. Gemeenten, politie en jongerenwerkers moeten alert zijn op uitingen en signalen van jongeren en ouderen die duiden op xenofobie en discriminatie.
Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Geen problematiek: Zoals hierboven beschreven is er op dit moment geen sprake van problemen op het gebied van discriminatie, radicalisering of terrorisme. Gelet moet worden op signalen uit de omgeving die kunnen duiden op deze verschijnselen. Veelal vinden deze processen/ontwikkelingen zich ‘achter gesloten deuren’ plaats.
Gem. Geertruidenberg: - RADAR is voor de gemeente Geertruidenberg het meldpunt voor klachten op het gebied van discriminatie. Discriminatie kan gebaseerd zijn op geloofs- en levensovertuiging, ras, geslacht, leeftijd e.d. Gem. Drimmelen: - De gemeenten Woensdrecht en Rucphen hebben samen met de gemeente Drimmelen besloten een eigen gemeentelijke antidiscriminatie voorziening op te zetten. Klachten worden volgens vastgesteld protocol afgehandeld.
Gezamenlijk: Momenteel zijn er geen verdere beleidsversterkingen nodig. Indien er signalen/klachten worden geconstateerd door o.a. RADAR, gemeentelijke antidiscriminatie voorziening, politie en/of jongerenwerkers, dan moet er gehandeld worden. Hiervoor zou men een plan van aanpak kunnen opstellen met andere gemeenten en ketenpartners, wat te doen indien er in de toekomst sprake is van discriminatie/ radicalisering/terrorisme.
64
veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid
thema 5.2: georganiseerde criminaliteit
Georganiseerde criminaliteit houdt zich bezig met illegale praktijken als mensenhandel, prostitutie, drugsvervaardiging en handel, witwassen, grootschalige fraude, internetcriminaliteit, wapenhandel, afpersing, moorden e.d. Een criminele organisatie is een samenwerkingsverband van 2 of meerdere personen, die voor een langere periode ernstige/criminele misdaden plegen met als doel macht en vermogen te verwerven. Criminele organisaties doen er alles aan om hun praktijken te verbergen voor de buitenwereld. Echter komt het regelmatig voor dat illegaal verkregen vermogen geïnvesteerd wordt in legale branches, zoals woningbouw en horeca. Die vermenging van boven- en onderwereld proberen gemeenten, politie (CIE; Criminele Inlichtingen Dienst), OM, Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC), belastingdienst, woningbouwcorporaties en andere partners te voorkomen. Gemeenten kunnen de bewegingsruimte voor deze vormen van criminaliteit inperken door bij beschikkingsprocedures kritisch te werk te gaan. Dit doen ze door toetsing volgens de wet BIBOB (Wet ‘bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur’). Cijfers Indicatoren met betrekking tot dit veiligheidsthema zijn: indicator
bron
gemeente feitelijke waarde 2009
2010
2011
2012
Bezit harddrugs (lijst 1)
Politie/VNG-BVHmodel 5.2.1
Geertruidenberg Drimmelen
1 3
1 3
3 2
4 2
Bezit softdrugs (lijst 2)
Politie/VNG-BVHmodel 5.2.1
Geertruidenberg Drimmelen
16 13
17 10
9 8
9 6
Handel e.d. harddrugs (lijst 1)
Politie/VNG-BVHmodel 5.2.1
Geertruidenberg Drimmelen
0 0
1 1
3 1
3 0
Handel e.d. softdrugs (lijst 2)
Politie/VNG-BVHmodel 5.2.1
Geertruidenberg Drimmelen
3 2
3 1
0 0
2 0
Vervaardigen harddrugs (lijst 1)
Politie/VNG-BVHmodel 5.2.1
Geertruidenberg Drimmelen
0 0
0 0
0 0
1 0
Vervaardigen softdrugs (lijst 2)
Politie/VNG-BVHmodel 5.2.1
Geertruidenberg Drimmelen
8 6
8 7
7 7
15 14
Mensenhandel
Politie/VNG-BVHmodel 5.2.2
Geertruidenberg Drimmelen
0 0
0 0
1 1
0 0
Oplichting
Politie/VNG-BVHmodel 5.2.2
Geertruidenberg Drimmelen
10 14
21 17
15 23
31 35
Aantal BIBOB toetsingen
Gemeente
Geertruidenberg Drimmelen
Politiecijfers:
Positief t.o.v. vorig jaar
8 8
Negatief t.o.v. vorig jaar
Algemeen: Evenals bij radicalisering en terrorisme, speelt georganiseerde criminaliteit zich veelal ‘achter gesloten deuren’ af. Criminelen doen er alles aan om hun criminele praktijken en winsten te verhullen. In het Regionaal Beleidsplan 2013-2014 van de politie Zeeland-West-Brabant, wordt specifiek aandacht besteedt aan de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Hierbij richt men zich voornamelijk op drugshandel, mensenhandel en 1% motorclubs. Het Regionaal Beleidsplan ZWB beschrijft daarin het volgende: “Georganiseerde criminaliteit zorgt niet alleen voor een minder zichtbare, sluipende ontwrichting van de samenleving, maar blijkt ook in sterke mate verbonden met de door burgers in het dagelijks leven ervaren overlast en criminaliteit (bv. helingstructuren om illegaal verworven goederen af te kunnen zetten, het faciliteren van verbouw en verkoop van wiet door particulieren en overlast, opdrachten tot plegen van woninginbraken, overvallen en straatroven). Dit is een maatschappelijk probleem dat ook bestuurlijk moet worden aangepakt”.
65
Drugshandel, mensenhandel en 1% motorclubs Het Regionaal Beleidsplan ZWB beschrijft de volgende geconstateerd problematiek en aandachtspunten voor de regio: “Speciale aandacht is er voor drugshandel. Deze vorm van criminaliteit kan ontaarden in geweld, bedreigingen en afpersing. Bovendien worden illegale inkomsten witgewassen door geld te investeren in de legale economie en wordt de volksgezondheid (van met name de jeugd) aangetast. Daarnaast ligt de focus op mensenhandel. Uitbuiting vormt hier de kern en dit kan zowel prostitutie, maar ook in de horeca of agrarische sector zijn. Naast de aangetaste rechtsorde zijn ook de mensenrechten hierbij in het geding. Ten slotte worden 1% motorclubs extra onder de loep genomen. Dit zijn de motorclubs die zich niet aan regels en wetten houden zoals die voor een ieder gelden. Bedreiging, geweld en afpersing zijn zaken waaraan ze zich schuldig maken”. Regionaal Informatie en Expertise Centrum Het Regionaal Informatie en Expertise Centrum is opgezet om overheden en andere instanties te stimuleren en te ondersteunen bij de integrale aanpak van georganiseerde criminaliteit. Het is een informatieknooppunt en expertisecentrum waarbij verschillende partners zijn aangesloten. Primaire partners zijn o.a. gemeenten, OM, politie, belastingdienst, douane, Fiscale en Sociale inlichtingen en opsporingsdienst (FIOD en SIOD), provincies en de Koninklijke Marechaussee. Daarnaast kunnen ze nog samenwerken met private instellingen als onderwijsinstellingen, woningbouwcorporaties, energiebedrijven etc. Binnen het RIEC Zuid-West Nederland, waar beide gemeenten bij zijn aangesloten, wordt informatie over een vermoedelijke criminele organisatie of activiteit (informatie afkomstig van de eerdergenoemde partners) gebundeld. Doel hiervan is om te bekijken of het daadwerkelijk gaat om georganiseerde criminaliteit. Als dit het geval blijkt te zijn, wordt een casus voorgelegd aan een zogenoemde ‘stuurploeg’ binnen het RIEC. Deze ploeg besluit of er voldoende informatie is om te werken aan een integrale aanpak tegen de criminele organisatie. Wet BIBOB De wet Bevordering Integriteitbeoordeling door het Openbaar Bestuur (wet BIBOB) geeft gemeenten een instrument om zich te beschermen tegen het ongewild faciliteren van criminele activiteiten. De Wet BIBOB geeft een extra weigerings- en/of intrekkingsgrond, op grond waarvan vergunningen of subsidies kunnen worden geweigerd of ingetrokken. De gemeenten kunnen door het stellen van aanvullende vragen meer inzicht krijgen in de achtergronden van de aanvrager. In beide gemeenten zijn in 2012, 8 BIBOB toetsingen verricht. Na het aanleveren van de ‘achtergrondinformatie’ door de aanvrager zijn alle vergunningen verstrekt (m.n. Drank- en Horecavergunningen en exploitatievergunningen). Conclusie problematiek: Op basis van de politiecijfers, het aantal BIBOB toetsingen en verdere gegevens, kan het volgende worden geconcludeerd voor het thema georganiseerde criminaliteit: -
De politiecijfers over drugshandel, bezit en vervaardiging, mensenhandel en oplichting zijn niet te koppelen aan de georganiseerde criminaliteit. Het is namelijk ook mogelijk dat individuele criminelen hiervoor verantwoordelijk zijn. Wat opvalt, is dat het aantal politiemeldingen van softdrugsvervaardiging en oplichtingen in beide gemeenten hoger is dan de andere incident categorieën. Mogelijk dat bepaalde acties, gericht op de bestrijding van hennepteelt door de politie, hebben bijgedragen aan deze hogere aantallen.
-
In 2012 zijn in beide gemeenten 8 BIBOB-toetsingen verricht. Aanvragers van vergunningen hebben de verzochte informatie aangeleverd bij de gemeente en hieruit kwam niets illegaals naar voren. De vergunningen zijn na alle toetsingen verstrekt.
-
Voor de gemeente Geertruidenberg geldt dat op dit moment 1 casus in de voorbereidende fase zit voor de integrale aanpak, vanuit het RIEC. Dit betekent dat bekeken wordt welke informatie nodig is t.a.v. vermoedelijke criminelen/criminele samenwerkingsverbanden. Een tweede casus zit in de onderzoeksfase. Dat betekent dat
66
informatie verzamelt en gebundeld wordt om te kijken of daadwerkelijk sprake is van georganiseerde criminaliteit. De derde casus zit in de integrale aanpak en wordt uitgevoerd. Voor de gemeente Drimmelen geldt dat zij 1 casus hebben in de voorbereidende fase. Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Georganiseerde criminaliteit: Ondanks dat deze vorm van criminaliteit zich vaak buiten het zichtveld van overheid, politie en justitie afspeelt, hebben beide gemeenten te maken met georganiseerde criminaliteit.
Gezamenlijk: - Beide gemeenten doen bij nieuwe vergunningaanvragen een BIBOB-toetsing. Indien nodig kan men verder onderzoek instellen of een casus inbrengen bij het RIEC. - Casussen inbrengen en het opstellen van een integrale aanpak gericht op het tegengaan van georganiseerde criminaliteit. Dit gebeurd in samenwerking met het RIEC ZWN en andere partners.
Gezamenlijk: Momenteel zijn geen verdere beleidsversterkingen noodzakelijk.
67
veiligheidsveld 5: integriteit en veiligheid
thema 5.3: bestuurlijke en ambtelijke integriteit
Bestuurlijke en ambtelijke integriteit is belangrijk om het vertrouwen in de overheid onder de burgers te blijven behouden. Integriteit zegt iets over het karakter van een individu. Een integer persoon is eerlijk, oprecht en niet omkoopbaar. “Zeggen wat je doet, en doen wat je zegt”, is daarbij een belangrijk gezegd. Ambtenaren, bestuurders en volksvertegenwoordigers moeten zich aan gedragsregels houden die gelden binnen de wet. Een ambtenaar moet daarvoor de eed of belofte aflegt, en zweren of beloven dat hij/zij deze regels nakomt. Daarnaast moeten bestuurders hun nevenwerkzaamheden bekend maken en mogen ze geen geschenken of diensten met een waarde van meer dan €50,- accepteren. Algemeen: Aan het thema bestuurlijke en ambtelijke integriteit wordt in beide gemeenten aandacht besteed, echter doen beide gemeenten dit op een andere manier. Gemeente Geertruidenberg: Gemeenten zijn sinds 2005 verplicht om een integriteitsbeleid te voeren. Dit houdt in dat gemeenten beleid moeten voeren met daarin opgenomen: een verplichte gedragscode, de integratie van integriteit in het personeelsbeleid en de verantwoordingsplicht van het college aan de raad. De gemeente Geertruidenberg beschikt sinds 2010 over een vernieuwde Beleidsnota Ambtelijke Integriteit. In de gedragscode wordt o.a. beschreven en toegelicht wat men verstaat onder goed ambtenaarschap, het ondertekenen van de integriteitsverklaring, het omgaan met gevoelige informatie, het inzichtelijk maken van nevenfuncties en andere privéactiviteiten, hoe men om moet gaan met geschenken, aanbiedingen en uitnodigingen voor congressen, diners en evenementen. Volgens artikel 125 van de Ambtenarenwet zijn ‘nieuwe’ ambtenaren verplicht om de eed of belofte af te leggen. De gemeente Geertruidenberg heeft er echter voor gekozen om de eed of belofte niet ceremonieel af te laten leggen, maar door middel van het tekenen van een integriteitsverklaring door alle ambtenaren. Hierdoor wordt het belang en de bewustwording bij alle medewerkers benadrukt tijdens het tekenen van de verklaring. Alle nevenfuncties en privé-activiteiten van de gemeenteraad en het college van burgemeesters en wethouders, zijn overzichtelijk gemaakt en gepubliceerd op de website van de gemeente. Gemeente Drimmelen: Begin 2012 heeft er binnen de gemeente Drimmelen een workshop integriteit plaatsgevonden voor raadsleden, burgerleden en het college van burgemeester en wethouders. Hierbij is aan de hand van stellingen en voorbeelden van dilemma’s het onderwerp integriteit besproken. Daarnaast was afgesproken dat de gedragscode voor bestuurders uit 2006 geactualiseerd zou worden aan de hand van de landelijke modelgedragscode. Deze nieuwe gedragscode 2012 is door de gemeenteraad vastgesteld. De code heeft bestuurlijke en politieke relevantie. Politieke ambtsdragers zijn op de naleving van gedragscodes aanspreekbaar. Als zij zich er niet aan houden, kan dat gevolgen hebben voor hun functioneren en positie. Naast de gedragscode hebben de leden van de gemeenteraad, voor de zittingsperiode 2010-2014, de eed of de belofte af moeten leggen bij de voorzitter (burgemeester). Wat is het probleem?
Wat is de huidige aanpak?
Wat zijn mogelijke beleidsversterkingen?
Geen problemen: Integriteit is voor beide gemeenten een belangrijk onderwerp en daar wordt uitvoerig aandacht aan besteed. Beide gemeenten voeren een ander integriteitsbeleid, maar kennen ongeveer dezelfde procedures en regels.
Hierboven staat voor beide gemeenten beschreven wat de huidige aanpak is op het gebied van integriteitsbeleid.
- Momenteel zijn er geen beleidsversterkingen nodig. Beide gemeenten voeren een eigen integriteitsbeleid en zijn strikt in de naleving van o.a. de gedragscode en de betekenis van het afleggen van de eed of belofte.
68
TUSSENSTAND: MOGELIJKE PRIORITEITEN INTEGRITEIT EN VEILIGHEID Op basis van de beschrijving hiervoor van problematiek en aanpak binnen het veld ‘integriteit en veiligheid’, zijn twee prioriteiten af te leiden: Prioriteit 1 Aanpak georganiseerde criminaliteit; georganiseerde criminaliteit is een vorm van criminaliteit die moeilijk in beeld te brengen is. Vaak zijn er vermoedens, maar is het erg lastig om daadwerkelijk criminelen/criminele samenwerkingsverbanden te ontmaskeren en ze aan te pakken. Om meer grip te krijgen op criminelen en hun organisaties werken verschillende partners (gemeenten, politie, justitie, FIOT, SIOT, belastingdienst etc.) samen met het RIEC ZWN. Indien er uit de verworven gegevens van de partners (o.a. door onderzoeken, infiltratie, BIBOB-toetsingen etc.), een vermoeden bestaat dat er criminele activiteiten plaatsvinden binnen een bepaalde (criminele) organisatie, wordt er een casus voorgelegd. Indien men over genoeg informatie beschikt, kan men zich richten op de integrale aanpak van deze criminele organisatie. Aangezien er diverse casussen lopen binnen beide gemeenten en de aanpak van georganiseerde criminaliteit in het Regionaal Beleidsplan 2013-2014 als één van de prioriteiten wordt omschreven, is dit een prioriteit voor beide gemeenten. Prioriteit 2 Aanpassen BIBOB-beleid waardoor het instrument breder ingezet kan worden; de Wet BIBOB is in 2007 geëvalueerd door het rijk. Uit de evaluatie kwam naar voren dat het goed zou zijn als de wet uitgebreid en gemakkelijker toepasbaar zou worden gemaakt. Met de vernieuwing en uitbreiding van de Wet BIBOB, krijgen gemeenten meer mogelijkheden om eigen onderzoek te doen en barrières op te werpen tegen criminele organisaties. Beide gemeenten moeten de vernieuwde BIBOBwetgeving in hun eigen beleid opnemen en implementeren. Aandachtspunten: Naast bovengenoemde prioriteiten is voor beide gemeente nog één aandachtspunten te benoemen: Aandachtspunt 1 Voortdurend aandacht voor integriteit bestuur en ambtenaren; zoals de Rijksoverheid al omschrijft, kan “integriteit het vertrouwen in de overheid maken of breken. Het is belangrijk dat ambtenaren, bestuurders en volksvertegenwoordigers integer zijn”. In beide gemeenten heeft men integriteitsbeleid en gedragscodes opgesteld om die integriteit zoveel mogelijk te borgen. Integriteit is een vorm van mentaliteit en betreft één van de belangrijkste karaktereigenschap van een individu. Waarborging van integriteit (in de vorm van bijvoorbeeld workshops of discussies) binnen de organisatie, is daarom een blijvend aandachtspunt.
69
OVERZICHT PRIORITEITEN Veiligheidsveld veilige woon en leefomgeving -
Woninginbraken
-
Geweldsmisdrijven
-
Voertuigcriminaliteit
-
Functioneren en bereikbaarheid van politie en gemeenten
-
Vernielingen (o.a. met de jaarwisseling)
-
Burenruzies (specifiek voor gemeente Geertruidenberg)
Veiligheidsveld bedrijvigheid en veiligheid -
Bereikbaarheid en toezicht Biesbosch (specifiek voor gemeente Drimmelen)
Veiligheidsveld jeugd en veiligheid -
Aanpak jeugdoverlast
-
Alcoholgebruik door jongeren
-
Aantal verdachten tussen de 12 en 24 jaar terugdringen
Veiligheidsveld fysieke veiligheid -
Controleren externe veiligheid bedrijven
-
Opleiden, trainen en oefenen (OTO)
Veiligheidsveld integriteit en veiligheid -
Aanpak georganiseerde criminaliteit
-
Aanpassen BIBOB-beleid na wetswijziging
OVERZICHT AANDACHTSGEBIEDEN Veiligheidsveld veilige woon en leefomgeving -
Dronken mensen op straat
-
Drugsoverlast
Veiligheidsveld bedrijvigheid en veiligheid -
(geluids)overlast horeca
-
(geluids)overlast evenementen
-
Aanstellen van een BOA voor handhaving Drank- en Horecawet
-
Diefstal vanaf/uit vaartuig
-
Inbraken en diefstallen in kantoren/bedrijven
-
Winkeldiefstallen (specifiek voor gemeente Geertruidenberg)
Veiligheidsveld jeugd en veiligheid -
Toepassing van de Beke-shortlistmethodiek
-
Drugsgebruik onder jongeren
Veiligheidsveld fysieke veiligheid -
Verkeer en veiligheid
-
Rijden onder invloed van alcohol
-
Verlaten plaats ongeval
Veiligheidsveld integriteit en veiligheid -
Voortdurend aandacht voor integriteit bestuur en ambtenaren
70