Operationeel draaiboek zeehondensterfte Hoe te handelen bij grote sterfte van zeehonden
Den Haag 27 november 2014
1
Inhoudsopgave 1. Inleiding ............................................................................................................ 3 2. Doel van dit draaiboek......................................................................................... 4 3. Crisisbeheersing bij grote zeehondensterfte ........................................................... 5 4. Verantwoordelijkheid en coördinatie ...................................................................... 5 5. Onderzoek en registratie...................................................................................... 5 6. Melding ............................................................................................................. 6 7. Opvang aangespoelde zeehonden ......................................................................... 6 8. Afvoer ............................................................................................................... 7 9. Stroomschema grote zeehondensterfte .................................................................. 8 10. Nadere toelichting op werkwijze en verantwoordelijkheden .................................... 10 Bijlage 1: Contactpersonen ...................................................................................... 12 Bijlage 2: Onderzoeksprotocol zeehonden in geval van een grote sterfte ....................... 13 Kosten onderzoek ................................................................................................ 13 Bijlage 3: Instructie personeel centrale meldpost Brandaris en Ouddorp ........................ 14 Bijlage 4: Protocol hoe te handelen bij het aantreffen levende zeehond tijdens grote zeehondensterfte .................................................................................................... 15 Bijlage 5: Protocol voor het omgaan met en vervoer van dode zeehonden ..................... 17 Bijlage 6: Registratie protocol .................................................................................. 18 Gewone zeehond ................................................................................................. 19 Grijze zeehond .................................................................................................... 19 Bijlage 7: Communicatie bij verhoogde zeehondensterfte ............................................ 20 Bijlage 8: Gemeeentelijke contacten langs Nederlandse kust en Veiligheidsregio’s…………. 21 Bijlage 9: Gegevens Waddenunit ministerie van EZ..................................................... 27 Bijlage 10: Gegevens terreinbeherende instanties rond de Nederlandse kust ................. 28 Bijlage 11: Waterschappen rond Nederlandse kust...................................................... 30 Bijlage 12: Zeehonden identificeren .......................................................................... 31 Bijlage 13: Omvang zeehondenpopulatie Nederlandse Wateren tot 2014 ....................... 32
2
1. Inleiding Het operationele draaiboek beschrijft de situatie en de handelingen in geval er sprake is van (een dreiging van) grote sterfte onder in het wild levende zeehonden. Het gaat in zo’n geval om sterfte van enkele honderden tot enkele duizenden zeehonden in een beperkte tijd op een thans aanwezige populatie van ca. 10.000 zeehonden in de Nederlandse kustwateren. Er is dan sprake van een zogenaamde “zeehondencrisis”. Met enige regelmaat wordt de populatie wilde zeehonden getroffen door een infectieziekte. Soms treedt aanzienlijke sterfte op, zoals in 1988 en 2002 toen de populatie werd getroffen door een virusziekte. Tot nu toe is het nog niet voorgekomen dat dit tot een zo sterke teruggang van het aantal zeehonden heeft geleid dat de populatie zeehonden (grijze en gewone) in de Nederlandse wateren met uitsterven is bedreigd. Een teruggang van de populatie door dergelijke infecties heeft zich altijd weer binnen tien jaar hersteld. Pas in extreme situaties, waarbij de populatie zeehonden in de gehele Waddenzee onder de kritische grens van 1000 dieren daalt, ontstaat een situatie dat het beschermen van de soort voorrang krijgt. Het (trilaterale) Waddenzeebeleid streeft naar zo ongestoord mogelijke natuurlijke processen. Dit houdt in dat zo min mogelijk moet worden ingegrepen in het bestaan van in het wild levende dieren. Het streven is een populatie die zich zoveel mogelijk natuurlijk reguleert. Regulatie door de mens van de omvang van de populatie is in principe ongewenst. Relatief grote fluctuaties van het aantal dieren horen bij het natuurlijke proces. De intrinsieke waarde van het natuurlijke systeem staat centraal, waarbij het zelfregulerend vermogen uitgangspunt is. Ten aanzien van het opvangen en terugzetten van zeehonden is het leidende principe dat dit voor het behoud van de populatie van de zeehonden in de Nederlandse kustwateren niet nodig is. Een nadere uitwerking hiervan alsook algemene regels voor het opvangprotocol (zie bijlage 15) zijn opgenomen in de Leidraad Opvang Zeehonden. Bij het verlenen van zorg aan een in het wild levend dier moet altijd een afweging worden gemaakt tussen de optredende verstoring door de mens en het mogelijk positieve effect voor het dier en de populatie. Het advies is dat men zieke, verzwakte, gewonde of verlaten zeehonden laat liggen op de plaats waar men ze aantreft, het contact met de dieren vermijdt en dit meldt bij de bevoegde personen of instellingen, die vervolgens een afweging maken wat met het dier moet worden gedaan. Situatieschets 1988 - 2014 In 1988 en 2002 woedde onder gewone zeehonden in de Noordzee een epidemie veroorzaakt door het zogenaamde Phocine Distemper Virus of PDV. Als gevolg hiervan stierf respectievelijk 52 en 49% van de toen aanwezige gewone zeehonden (resp. ongeveer 1000 en 4500 dieren in Nederland). De populatie herstelde goed na beide epidemieën. In beide gevallen verspreidde de ziekte zich vanaf het eiland Anholt in het Kattegat bij Denemarken, via de westkust naar de Waddenzee en verder naar Groot Brittannië en Frankrijk. Grijze zeehonden leken minder vatbaar voor de ziekte. Hoewel deze ziekte voor veel andere vleeseters, zoals honden gevaarlijk kan zijn. De mens is hier niet gevoelig voor. Hoewel sindsdien op kleine schaal het virus nog is gesignaleerd (bijvoorbeeld in juni 2007 is destijds melding gemaakt van een onevenredig hoog aantal gestrande dode zeehonden op Anholt), kan men aannemen dat het grootste gedeelte van de ongeveer 10.000 gewone zeehonden die nu in de Nederlandse wateren leven, geen immuniteit voor deze ziekte hebben. Dit maakt de kans voor een nieuwe PDV uitbraak erg groot. In juli van 2014 werd wederom bij Anholt een verhoogde sterfte geconstateerd, echter ditmaal is niet het PDV, maar een influenza virus (type H10N7) gevonden bij veel van de dode dieren. Het blijkt dat dit virus al in april van dit jaar is gevonden in Zweden. De ziekte verspreidde zich in de maanden daarna naar de Deense Waddenzee (september-oktober) en vervolgens in oktober naar Helgoland en het wad van Sleeswijk-Holstein (D). In november zijn ook de eerste gevallen in Neder-Saksen gesignaleerd. Tot nu toe zijn in deze gebieden al
3
meer dan 1000 dode dieren aangetroffen, vooral ook volwassen dieren. Op 17 november 2014 is ook besmetting bij in Nederland levende zeehonden vastgesteld. Dit bleek uit analyse van een aantal monsters van dode zeehonden in het oostelijk deel van de Waddenzee. Verspreiding naar andere delen van de Waddenzee en de overige Nederlandse kustwateren ligt voor de hand. Het RIVM heeft op 18 november 2014 een advies gegeven over te nemen preventieve maatregelen bij dit griepvirus. Het advies is via de GGD’s verspreid. In het algemeen wordt contact met zieke of dode dieren ontraden voor mens en dier om overdracht van ziekteverwekkers van dier op mens (zoönosen) te voorkomen. In bijlage 4 staat beschreven welke andere maatregelen worden geadviseerd voor medewerkers die in contact komen met zieke zeehonden. Tot nu toe bekende ziekten die leiden tot vergrootte sterfte van zeehonden PDV-virusepidemie Indien een virus epidemie zoals het Phocine Distemper Virus (PDV) naar Nederland komt, wordt gerekend met een sterfte van 20 tot 50% van de zeehonden in aantallen van maximaal circa 5000 dode zeehonden. Het voortbestaan van de populatie komt hiermee echter niet in gevaar. Bij een sterfte van 50% (zoals het geval was bij de PDV-epidemie in 2002) zal een groot deel van de getroffen dieren worden gevonden (ca. 3000-4000 stuks) maar slechts 10% (ca.500 dieren) of minder zal levend aanspoelen. Tot nu is de verwachting dat grijze zeehonden (veel) minder onder een dergelijke virusepidemie zullen leiden. Het hoogtepunt van een epidemie kan een periode van 4 weken of langer beslaan, dit is afhankelijk van veel factoren waaronder het soort virus. Dat komt bij het hierboven aangegeven scenario neer op gemiddeld ca. 100 dode en 10 levende zeehonden per dag verspreid over het hele kustgebied. De meeste Nederlandse zeehonden leven in het oostelijk deel van de Waddenzee. Andere virusepidemieën of oorzaken verhoogde sterfte Naast deze grootschalige sterfte door PDV kunnen er zich ook uitbraken van andere ziekten voordoen, zoals een uitbraak van het griepvirus (influenza) of een andere reden tot verhoogde sterfte. Het aantal slachtoffers onder de dieren kan niet worden voorspeld, maar op dit moment wordt verwacht dat dat lager zal zijn dan bij de PDV epidemieën. Wat betreft influenza zijn er nu geen aanwijzingen dat een zeehondengriepvariant overdraagbaar is op mensen, maar wel wordt geadviseerd afstand te houden van dode en zieke dieren. Het RIVM wordt bij een besmetting met influenzavirus of na een andere, nog onbekende ziekte, door het ministerie van Economische Zaken (EZ) om een advies gevraagd. 2. Doel van dit draaiboek Dit draaiboek maakt helder wie verantwoordelijk is voor welk deel van de zeehondensterfte, indien deze uitbreekt. Het coördineren van acties met betrekking tot een massale sterfte van zeehonden in Nederland en het aanreiken van richtlijnen met betrekking tot deze acties. Deze richtlijnen betreffen hoe om te gaan met de coördinatie van opvang, hoe te komen tot een besluit tot euthanasie, onderzoek en afvoer van aangespoelde dode en levende zeehonden langs de Nederlandse kust, de publieke communicatie, registratie en rapportage van deze bevindingen. Het draaiboek is alleen van toepassing tijdens een grootschalige virusepidemie of door andere oorzaken veroorzaakte grote sterfte van zeehonden in de Nederlandse wateren. De primaire verantwoordelijkheid voor eventuele opvang en mogelijk herstel van levend aangespoelde zeehonden ligt bij de drie erkende zeehondencentra in ons land. Voorafgaand aan een daadwerkelijke grote zeehondensterfte, is er sprake van een zgn. “aandachtsfase” (zie paragraaf 3). Tijdens deze “aandachtsfase” worden ten opzichte van de “normaalfase” meer aangespoelde dode dieren onderzocht op de doodsoorzaken ook specifiek onderzocht op de dan voorkomende infecties langs de Nederlandse kusten. Tevens wordt
4
bijgehouden waar deze dieren werden aangetroffen om de regionale ontwikkeling te monitoren. 3. Crisisbeheersing bij grote zeehondensterfte Crisisbeheersing omhelst het geheel van maatregelen en voorzieningen dat de overheid in samenwerking met andere organisaties treft met het oog op (acute) noodsituaties ter waarborging van de veiligheid in brede zin. De besluitvorming bij een crisis vindt plaats onder grote druk met een geringe beslissingstijd, veel onzekerheid én veelal met grote mediaaandacht. De vier fasen van crisisbeheersing corresponderen met de fasen in de veiligheidsketen: 1. de normaalfase correspondeert met de fase van proactie en preventie; 2. de aandachtfase met de fase van preparatie; 3. de crisisfase met de fase van respons; 4. en de nafase met de fase van nazorg, evaluatie en zo nodig aanpassing van het draaiboek. Deze vier fasen van de veiligheidsketen worden algemeen gebruikt binnen crisisbeheersing en calamiteitenbestrijding en zijn ook van toepassing bij het optreden van grote sterfte van zeehonden. 4. Verantwoordelijkheid en coördinatie De burgemeester van de kustgemeente waar zeehonden aanspoelen is vanuit het oogpunt van openbare orde en volksgezondheid bestuurlijk de eerst verantwoordelijke. De gemeente is ook beleidsmatig verantwoordelijk voor een adequate afvoer van dode zeehonden naar opslag- en afvoerlocaties voor kadavers in deze betreffende gemeente. De opvangmedewerkers van de zeehondencentra worden van het feit dat er een levend aangespoeld dier ligt op de hoogte gebracht door de gemeentelijke dienst, de beherende natuurorganisatie, de Waddenunit, of andere diensten. Dood aangespoelde dieren dienen te worden verwijderd door de verantwoordelijke gemeente. De levend aangespoelde zieke dieren worden met rust gelaten, kunnen in overleg door één van de betrokken dierenartsen worden meegenomen naar een van de drie erkende zeehondenopvangcentra of worden geëuthanaseerd op een daarvoor in de gemeente aangewezen locatie (bijlage 10). Dit te beoordelen door de dierenarts. Het ministerie van EZ is verantwoordelijk voor de regelgeving met betrekking tot opvang, verzorging en transport van nog levende dieren en is het verantwoordelijke departement ingeval er een zeehondencrisis uitbreekt. Operationeel verantwoordelijk voor de daadwerkelijke opvang van levende dieren zijn de zeehondenopvangcentra. Bij de verzameling en afvoer van dode dieren zijn diverse terreinbeheerders, waterschappen, Rijkswaterstaat, particuliere beheerders, kustwacht, Waddenunit en havenbeheerders betrokken. Zij krijgen meldingen van aangespoelde zeehonden binnen of doen deze meldingen zelf. 5. Onderzoek en registratie Te allen tijde wordt getracht alle aangespoelde dieren te registreren, dit om eventuele ontwikkelingen en afwijkingen in de tijd en door het gebied te kunnen bepalen. In geval van een geconstateerde verhoogde sterfte worden dagelijks aangespoelde dieren geregistreerd volgens de richtlijnen van het registratieprotocol (bijlage 6) door ofwel de gemeentelijke dienst, de beherende natuurorganisatie of de opvangmedewerkers aangesloten bij de zeehondenopvangcentra. Deze gegevens worden centraal geregistreerd via
[email protected].
5
Zolang er geen verhoogde sterfte dreigt, noch uit andere gebieden dreigt te komen (fase 1 van de crisisbeheersing), gaat in opdracht van het ministerie van EZ, een zeer beperkte selectie (verse) dode dieren voor nader pathologisch onderzoek naar het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) van de Universiteit Utrecht. DWHC onderzoekt hierbij nauwkeurig wat de doodsoorzaak is. Zodra de dreiging van een grote sterfte toeneemt (fase 2), omdat in omringende landen een toenemende sterfte optreedt, zal frequenter onderzoek worden verricht naar de doodsoorzaak van zeehonden langs de Nederlandse kust door het DWHC. Selectie van deze te onderzoeken dieren wordt beschreven in bijlage 2. Zodra uit onderzoek is vastgesteld dat de doodsoorzaak het zeehondenvirus is, of een andere aandoening welke grote sterfte onder zeehonden kan veroorzaken, wordt gehandeld volgens onderdeel B van het “Onderzoeksprotocol zeehonden in geval van een grote sterfte” (bijlage 2). Vanaf dit moment gaat fase 3 van start. 6. Melding Veel meldingen van aangespoelde zeehonden komen binnen bij de Brandaris, de centrale meldpost voor de Waddenzee en de Hollandse Kust, of bij de Kustwacht in Ouddorp voor de Hollandse en Zeeuwse delta, die vervolgens handelen zoals in de instructie hiervoor staat vermeld (bijlage 3). Alle adressen en telefoonnummers van kustgemeenten en veiligheidsregio’s staan in (bijlage 8)vermeld. 7. Opvang aangespoelde zeehonden Onderscheid wordt gemaakt tussen de opvang en behandeling van nog levende dieren en afvoer en eventueel onderzoek van dode dieren. Opvang en behandeling van levende dieren Het beleid van het ministerie van EZ is terughoudendheid te betrachten in de opvang van zeehonden. De dierenartsen die betrokken worden door de zeehondencentra en gemeenten zullen aan de hand van hun diagnose en op basis van eventuele additionele richtlijnen die door of in samenspraak met het ministerie van EZ opgesteld kunnen worden, bepalen of opvang van gestrande dieren bij een van de drie zeehondenopvangcentra gewenst is. Op basis van criteria kan de dierenarts bepalen of tot euthanasie van de zeehond moet worden overgegaan, het dier met rust moet worden gelaten of dat de aangespoelde zeehond, indien passend, overgebracht wordt naar een van de drie zeehondenopvangcentra. Aan gemeenten en Rijkswaterstaat is gevraagd om in overleg met oevereigenaren en beheerders dode zeehonden te registreren via
[email protected], deze te verzamelen en af te voeren naar daartoe uitgeruste kadavercontainers. De algemene lijn is dat kadavers in afgesloten en moeilijk bereikbare gebieden niet worden weggehaald, tenzij dit door grote aantallen dode dieren tot ongewenste situaties leidt (bijlage 4). Omgang met dode dieren a) Voor het omgaan en het vervoer van dode zeehonden dient gehandeld te worden volgens het “Protocol voor het omgaan met en vervoer van dode zeehonden” (bijlage 5). Belangrijk is ook dat van deze dieren een foto wordt gemaakt, waarbij de vindplaats wordt vastgelegd en doorgegeven aan
[email protected]. Dood aangespoelde dieren: - worden langs de gehele Nederlandse kust verzameld door de aldaar verantwoordelijke gemeente en afgevoerd naar een passende gemeentelijke opvanglocatie voor dode dieren: - worden op kwelders, op platen en in het water, in zogenaamde artikel 20- gebieden of andere gebieden waar geen direct contact met mensen voor de hand ligt, gemeld en geregistreerd via
[email protected] maar worden niet actief verzameld. - pas bij grote opeenhoping van dode dieren in deze artikel 20 gebieden zullen deze dieren alsnog worden verzameld en verwijderd door het ministerie van EZ.
6
b) Alle bij de gemeentelijke verzamelplaats afgeleverde dode dieren worden z.s.m. overgebracht naar een geschikte gesloten container op het gemeentelijke terrein (bijvoorbeeld een milieustraat). 8. Afvoer Zolang nog niet is vastgesteld wat de sterfte veroorzaakt en of het om een grootschalige sterfte gaat, worden dode zeehonden afgevoerd naar de gemeentelijk opvanglocatie voor dode dieren nadat deze zijn geregistreerd (bijlage 6). Een zeer beperkt en daarvoor geschikt aantal dode dieren wordt van deze locatie vervoerd naar het DWHC voor gedetailleerd vervolgonderzoek (bijlage 2). Zodra bekend is dat het om een grootschalige sterfte gaat, worden alle dode zeehonden (m.u.v. enkele ten behoeve van het voortgaande onderzoek zoals hierboven vermeld) na registratie, afgevoerd naar daarvoor geschikte kadavercontainer op het terrein van gemeentewerken in de gemeente waar het dier is gevonden.
7
9.
STROOMSCHEMA GROTE ZEEHONDENSTERFTE HET VINDEN ALGEMEEN:
ZEEHOND WORDT
ZEEHOND WORDT
AAN KUST
GEVONDEN IN HET
GEVONDEN DOOR:
WATER OF OP PLAAT
OPVANGER NETWERK ZEEHONDEN CENTRA
BURGER, TOERIST, NATUURORGANISATIE MELDEN BIJ
Of ::
BRANDARIS 0562-443100 of RWS Ouddorp 0187-681266/684059 BRANDARIS OF RWS BELT SCHIP. (S.I.W. als nodig in Wadden en HMCN voor Noordzee en Zeeuwse kust)
REGISTRATIE DOORGEVEN AAN EZ (zie registratie protocol bijlage 6)
SIW, HMCN OF BURGERSCHIP zet actie in gang na telefoontje van BRANDARIS OF RWS BEHEERDER (AFGESLOTEN) NATUURGEBIED
Of ::
REGISTRATIE DOORGEVEN AAN EZ (zie registratie protocol bijlage 6)
NAGAAN WELKE SCHEPEN IN DE BUURT ZIJN
INDIEN EZSCHIP BESCHIKBAAR deze inzetten
KUSTGEMEENTE
DAGELIJKS STUREN VRIJWILLIGERS ALLE VINDGEGEVENS NAAR CENTRAAL ADRES (zie registratie protocol bijlage 6)
GEEN EZ-SCHIP BESCHIKBAAR: ander schip inzetten VRIJWILLIGER ZEEHONDENCENTRUM aan boord nemen (zie lijst)
NAAR VINDPLAATS TOE VAREN DIER LEVEND
DIER DOOD
REGISTRATIE DOORGEVEN AAN EZ (zie registratie protocol bijlage 6)
8
LEVENDE ZEEHOND: OPVANGERS van centra roepen hun DIERENARTS op.
REGISTREREN
DODE ZEEHOND: DODE dier ligt in AFGESLOTEN/niet ontsloten GEBIED
LATEN LIGGEN; wel REGISTREREN
DIAGNOSE door DIERENARTS volgens protocol
KADAVER ligt op plaats waar geregeld mensen (kunnen) komen
DIER al langer dood
DIER pas dood
REGISTREREN REËLE levenskans aanwezig
OPVANGER neemt CONTACT op met de ZEEHONDENOPVANG over opvangmogelijkheid
GEEN REËLE levenskans aanwezig
DIERENARTS EUTHANASEERT; zie ook vervolg blz. 10
ALS VIRUSINFECTIE RONDGAAT: afvoeren naar plaatselijke kadavercontainer
ZOLANG VIRUSINFECTIE NIET ZEKER: bel Zeehondenopvang om dier zo nodig te vervoeren voor onderzoek; liefst gekoeld bewaren.
Periodiek kadavercontainer (bv bij een gemeentelijke milieustraat) afvoeren naar RENDAC (09009221)
9
10.
Nadere toelichting op werkwijze en verantwoordelijkheden
Werkwijze signaleren zeehonden Uitgangspunt is dat de gemeente voor zijn eigen gebied voor het surveilleren verantwoordelijk is. Deze verantwoordelijkheid kan aan derden worden overgedragen, bijvoorbeeld aan opvangmedewerkers van zeehondenopvangcentra. Een helikopter van Rijkswaterstaat houdt standaard een wekelijkse surveillance over het Waddengebied en de diverse beheerders van natuurgebieden surveilleren vrijwel dagelijks in hun gebied, zowel op het land als te water. Gelet op de op dit moment beschikbare informatie wordt dit - naast de meldingen van burgers-, voorshands voldoende gevonden. Hierbij speelt mee, dat voorkomen moet worden dat ligplaatsen van levende zeehonden worden verstoord door een overmaat aan surveillance, zeker in een tijd dat de dieren jongen hebben (nov-jan: grijze zeehonden, meijuli: gewone zeehonden). Centraal meldpunt De Brandaris op Terschelling is als centraal meldpunt gekozen voor het totale Waddengebied en de Noordzeekuststrook tot aan de Zuid-Hollandse en Zeeuwse delta. Voor de ZuidHollandse en Zeeuwse Delta is Kustwacht Ouddorp het centrale meldpunt. Coördinatie De regelgeving met betrekking tot de opvang van levende dieren, berust bij het ministerie van ministerie van EZ. Ministerie van EZ bespreekt in nauw overleg met betrokkenen ook de communicatie naar het publiek. Contactpersoon bij Rijkswaterstaat voor het hele Waddengebied is de secretaris van de Samenwerkende Inspecties Waddenzee (S.I.W.). Vanuit dit secretariaat wordt de coördinatie binnen Rijkswaterstaat voor het Waddengebied verzorgd, en is het tevens het centrale meldpunt van de S.I.W. De secretariaten van de Vereniging van Waddenzeegemeenten en het Overlegorgaan Waddeneilanden coördineren de zaken voor wat betreft de gemeenten grenzend aan de Waddenzee. De Veiligheidsregio Fryslân heeft een coördinerende rol voor het Waddengebied. De Veiligheidsregio Fryslân wordt geïnformeerd en is bereid om, waar nodig, een coördinerende rol te vervullen naar andere veiligheidsregio’s langs de Nederlandse kust. Zij kunnen ook de contacten met de gemeentelijke instanties en de dierenartsen leggen. Afvoerlijn Alle gemeenten hebben een relatie met Rendac voor het verzamelen en afvoeren van kadavers. Dode zeehonden aan de wal vormen een risico (o.a. voor de eerder genoemde carnivoren bij een PDV-infectie en dienen z.s.m. door Rendac afgevoerd en vernietigd te worden1. In geval van nood moet hier een koel/vriescontainer geplaats worden. Te allen tijde moeten de dode zeehonden tussentijds in een afgesloten container worden opgeslagen. Bij grote aantallen aanspoelende dode dieren, worden op de eilanden - en eventueel ook bij de walgemeenten – koel/vriescontainers geplaatst voor dieren die al ontbinden, dan wel meerdere dagen bewaard moeten worden.
1
Dode wilde dieren, waarvan bekend is of wordt vermoed dat zij besmet zijn met een overdraagbare ziekte, vallen op grond van artikel 2, tweede lid, onderdeel a, onder de DBP-Verordening (dierlijke bijproducten; Vo 2009/1069). Op grond van deze DBP-verordening (artikel 8 aanhef, onderdeel a, punt v) zijn deze dieren zogenaamd categorie-1materiaal, waarvoor zeer strenge eisen gelden: ingevolge artikel 11 moeten deze dieren (kort gezegd) uiteindelijk worden verwerkt of verbrand. Begraven is in dit geval geen optie. Dit is ook opgenomen in de krachtens de Wet Dieren vastgestelde regelgeving (het Besluit dierlijke producten en de Regeling dierlijke producten), die verwijst naar de DBP-verordening. Dode dieren moeten worden aangeboden, opgehaald en verwerkt.
10
Een beperkt aantal recent dode dieren wordt geselecteerd ten behoeve van uitgebreid onderzoek voor een diagnose en om de ontwikkeling van deze ziekte goed te volgen. De aanlevering van monsters hiervoor gebeurt door de zeehondenopvangcentra en de Waddenunit van het ministerie van EZ. Deze dode dieren en ook monsters van deze dieren worden voor nader onderzoek naar het Dutch Wildlife Health Centre (DHWC) van de Universiteit Utrecht gestuurd en voor virologisch onderzoek naar het Centraal Veterinair Instituut (CVI) en/of het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam. Verantwoordelijkheden en financiering Het ministerie van EZ is verantwoordelijk voor het laten vervoeren en uitvoeren van het extra onderzoek van verse dode zeehonden tijdens fase 2 en 3. De kosten van het transport en onderzoek van te onderzoeken verse dode zeehonden tijdens deze fases zijn voor rekening van het ministerie van EZ. Rijkswaterstaat kan in het kader van de S.I.W. faciliteren in te vorm van het beschikbaar stellen van schepen, zeeverkeersposten etc. De gemeente is primair verantwoordelijk voor openbare orde, veiligheid en gezondheid van bewoners en toeristen binnen hun gemeente. Vanuit die optiek is ook actie ondernomen in de vorm van het opstellen van dit draaiboek en participatie van de gemeenten in de coördinatie van de stranding en het ruimen van de dode zeehonden. Het RIVM / het ministerie van VWS adviseert over de mogelijke risico’s in het kader van de volksgezondheid.
11
Bijlage 1: Contactpersonen Coördinatie en regie EZ Centraal meldpunt:
[email protected] Waddenunit EZ Zie bijlage 9 Centrale meldpunten Brandaris: Centrale Meldpost Waddenzee en Hollandse kust (tel: 0562 - 44 31 00) Kustwacht Ouddorp: Voor de Zuid Holandse en Zeeuwse Delta (tel:0187-681266/-684059) Rijkswaterstaat Samenwerkende Inspecties Waddenzee (S.I.W.): - Rijkswaterstaat Noord-Nederland, district West, Oedsmawei 32, 9001 ZJ Grou. - Secretariaat S.I.W. 0582-344344 coördinatie binnen RWS en S.I.W. Veiligheidsregio’s en Gemeenten (zie bijlage 8) De veiligheidsregio werkt volgens afgesproken procedures volgens het systeem GRIP. Hierbij hebben gemeenten en daarmee de burgemeesters van deze regio’s een coördinerende en verantwoordelijke rol. Bij een problematiek aangaande een zeehondenviruscrisis zal de driehoek Rijkswaterstaat, ministerie Economische Zaken en de Veiligheidsregio centraal staan. Zeehondencentra De drie zeehondenopvangcentra van ons land hebben ontheffing voor het vervoer en opnemen van zieke zeehonden met reële overlevingskansen naar daarvoor aangewezen en geschikte plaatsen. 1 Zeehondencrèche Pieterburen: 0595 - 526 526 (http://www.zeehondencreche.nl) 2 Ecomare: 0222 - 31 77 41 (http://www.ecomare.nl) 3 Stichting A Seal – Stellendam: 0187-663644 (http://www.aseal.nl)
12
Bijlage 2 Onderzoeksprotocol zeehonden in geval van een grote sterfte Alle dode gewone en grijze zeehonden moeten vanaf het moment dat er een dreiging is eenduidig worden geregistreerd waarbij (zo mogelijk) soort, geslacht en lengte wordt vastgelegd, naast datum, locatie en vinder. Deze gegevens kunnen digitaal vastgelegd worden en met foto doorgegeven aan een centraal meldpunt bij
[email protected]. A) Tot het moment dat er in Nederland nog geen verhoogde sterfte is maar deze wel dreigt (Crisisfase 2; aandachtsfase) Als de ziekteverwekker bekend is: - Een beperkte selectie van de aangespoelde verse dode zeehonden (ca. 1 per week) gaat voor nader onderzoek naar het DWHC van de Universiteit Utrecht waar deskundigen onderzoek doen naar de aanwezigheid van deze ziekteverwekker. Als de ziekteverwekker nog niet bekend is: - Geselecteerd aantal aangespoelde verse dode zeehonden gaat voor nader onderzoek naar het DWHC van de Universiteit Utrecht waar op een beperkt aantal dieren uitgebreid postmortaal onderzoek naar de doodsoorzaak wordt gedaan Dit gaat om een totaal onderzoek. Daarnaast gaat onderzoeksmateriaal voor virologisch onderzoek naar het CVI in Lelystad en/of de Erasmus Medisch Centrum Rotterdam. De aanlevering van monsters hiervoor gebeurt door de zeehondenopvangcentra en de Waddenunit van het ministerie van EZ. B) Er is in Nederland verhoogde sterfte (Crisisfase 2-3; start crisisfase) Op basis van overleg tussen de zeehondencentra, deskundigen en het Ministerie van EZ wordt bepaald of van Crisisfase 3 (zie paragraaf 3) situatie moet worden uitgegaan. Als de ziekteverwekker bekend is: - Dode zeehonden die langer dood zijn, worden na registratie, bij voorkeur afgevoerd naar een daartoe opgestelde koel- of vriescontainer in de gemeente. Periodiek wordt de inhoud van deze containers vervoerd naar destructiebedrijf Rendac. - Periodiek gaan gedurende de epidemie enkele “verse” dode zeehonden rechtstreeks naar de onderzoeksafdeling van DWHC van de Universiteit Utrecht om vast te stellen of de ziekteverwekker als doodsoorzaak moet worden aangemerkt. Om inzicht te krijgen in het verloop van de verspreiding van het ziekte veroorzakende virus, vindt aanvullend virologisch onderzoek plaats bij het CVI te Lelystad naast het lopende onderzoek bij het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam. C) Voorkomen van grote aantallen zieke en dode dieren (Crisisfase 3) Indien er grote aantallen dode en ook veel zieke zeehonden langs de Nederlandse kust worden gevonden, dan is er sprake van een daadwerkelijke crisis. Op basis van overleg tussen de zeehondencentra, deskundigen en het ministerie van EZ wordt bepaald of van een fase 3 situatie moet worden uitgegaan. Kosten onderzoek De kosten voor onderzoek in fase 2 en 3 zijn voor rekening van het ministerie van EZ. De totaal-onderzoeken blijven beperkt tot een enkel compleet te onderzoeken dier per week. Gericht virologische onderzoek zal frequenter plaatsvinden en komt ook gedurende de eerste weken voor rekening van het ministerie van EZ. Afhankelijk van de beleidsvragen die het ministerie van EZ beantwoord wenst te zien, zal het ministerie bijdragen in de kosten om het verloop (crisisfase 3) van de virusinfectie te volgen. Registratie van de dode dieren en bemonstering en analyse van een deel van de dieren t.b.v. de bepaling of besmetting nog aanwezig is en hoe de besmetting verloopt in de tijd en het gebied is voor rekening van het ministerie van EZ.
13
Bijlage 3: Instructie personeel centrale meldpost Brandaris en Ouddorp Indien een melding van een aangespoelde zeehond binnen komt, zijn de volgende feiten van belang: a. betreft het een nog levende of een dode zeehond, (incl. soort, grootte, sexe) b. wat is de exacte vindplaats; c. binnen welke gemeente valt deze vindplaats. De melding van een zieke of dode zeehond op het (ei)land wordt, met vermelding van de vindplaats en gemeente, doorgegeven aan één van de telefoonnummers van de zeehondencentra (bijlage 1) en de gemeenten en de veiligheidsregio’s (bijlage 8) van waaruit zorg wordt gedragen voor het verwijderen van het dode dier en het al dan niet vervoeren van het zieke dier na consultatie van een deskundige dierenarts. Tevens wordt melding gemaakt van het gevonden dier op
[email protected]. Indien het een melding betreft van een (dode of zieke) zeehond op het water of op een wadplaat in de Waddenzee, dan geeft het centrale meldpunt de melding door aan het secretariaat van de S.I.W. (bijlage 1). Voor inhoudelijke vragen die aan De Brandaris en Ouddorp worden gesteld, wordt doorverwezen naar
[email protected].
14
Bijlage 4: Protocol: hoe te handelen bij het aantreffen van levende zeehonden tijdens een grote zeehondensterfte Het beleid van het ministerie van EZ, zoals trilateraal afgesproken, staat een zo beperkt mogelijke opvang van zeehonden voor. Waar dieren lijden is echter zorg geboden zoals vastgelegd in wetgeving. Bij die zorg kan alleen een dierenarts afwegen of de stress die een zieke zeehond ondervindt van transport naar een opvangcentrum opweegt t.o.v. de kans die het dier heeft om weer volledig te genezen. Bij het aantreffen van een levende zeehond geldt in het algemeen: - Dier niet verontrusten en publiek weghouden. Aanbevolen preventieve maatregelen van het RIVM (d.d. 18 november 2014) In het algemeen wordt contact met zieke of dode dieren ontraden voor mens en dier om overdracht van ziekteverwekkers van dier op mens (zoönosen) te voorkomen. Werknemers die intensief contact hebben met zieke of dode zeehonden worden geadviseerd om: - hygiënemaatregelen in acht te nemen (handen wassen na aanraken van de dieren, voor het eten/drinken/eventueel roken en na het uittrekken van de persoonlijke beschermingsmaatregelen); - persoonlijke beschermingsmaatregelen te gebruiken (handschoenen, wegwerpoverall, minimaal FFP2-masker (mond-, neusmasker) en afsluitende oogbescherming); - wegens het geringe risico op overdracht, er is geen indicatie voor oseltamivir profylaxe (een virusremmend middel); - Als medewerkers griepachtige verschijnselen of conjunctivitis (‘rode ogen’) ontwikkelen in de 10 dagen na het contact met de zieke zeehonden, dan moeten zij door de huisarts worden beoordeeld om een infectie met H10N7 uit te sluiten. -
-
-
Indien werknemers die betrokken zijn bij de opvang van zieke zeehonden of bij afvoer van dode zeehonden binnen 10 dagen na blootstelling “griepachtige verschijnselen” ontwikkelen dan wordt de werkgever geadviseerd om contact op te nemen met de GGD. Indien werknemers betrokken zijn bij intensieve en langdurige verzorging van zieke zeehonden (in de centra) wordt de werkgever geadviseerd om vaccinatie tegen seizoensinfluenza aan te bieden. Deze lijn wordt gecommuniceerd langs de reguliere kanalen waaronder de GGD; Als er vragen zijn over het risico op overdracht van zeehond naar mens of de beschermende maatregelen, kan contact opgenomen worden met de GGD voor 'op maat' advisering.
“Triage” op basis van klinische verschijnselen door dierenarts 2: Criteria voor beslissing tot opvangen in opvangcentrum dan wel euthanasie van zeehonden: - Het principe is dat dieren die onherstelbaar ziek dan wel moribund (zieltogend) zijn, kunnen worden geëuthanaseerd. Dit dient, afhankelijk van de lokale situatie en omstandigheden, bij voorkeur ter plaatse of nabij de vindplaats te geschieden (ter voorkoming van onnodig transport). Op basis van het klinische onderzoek door een dierenarts wordt geschat hoe groot de kans is dat het dier succesvol kan genezen in één van de drie opvangcentra en weer uitgezet kan worden met een reële kans van zelfstandig functioneren in de populatie 2
Leidraad opvang zeehonden
15
-
-
Indien besloten kan worden tot opvang en verzorging, dient het dier via de bestaande infrastructuur en met inachtneming van de daartoe geldende regels , z.s.m. naar een der opvangcentra te worden vervoerd. In geval van grote twijfel over de kans op genezing wordt het dier geëuthanaseerd dit ter beoordeling van een dierenarts. Indien de indruk bestaat dat andere ziektes een rol spelen, dan kan het dier ter observatie in quarantaine naar één van de opvangcentra gebracht worden (zie boven). Gedurende de eerste 48 uur zal dan tot een beslissing over rehabilitatie vs. euthanasie door de dierenarts van het opvangcentrum worden gekomen.
Contactadressen opvangcentra - Zeehondencrèche Pieterburen /EHBZ netwerk; tel. 0595 - 526526 (24 uur bereikbaar), (http://www.zeehondencreche.nl); - Ecomare/zeehondensteunpunten, tel. 0222 – 31 77 41 (24 uur bereikbaar), (http://www.ecomare.nl); - Stichting A Seal – Stellendam tel: 0187 – 663644, (http://www.aseal.nl) (24 uur bereikbaar).
16
Bijlage 5: Protocol voor het omgaan met en vervoer van dode zeehonden Achtergrond Dode zeehonden kunnen, evenals kadavers van andere dode dieren, pathogenen (ziektekiemen) bevatten die infectieus zijn en die mogelijk ziekten kunnen veroorzaken bij mensen, huisdieren en wilde dieren. Er moeten daarom voorzorgsmaatregelen worden genomen om te voorkomen dat dergelijke pathogenen zich kunnen verspreiden. Zie ook bijlage 4 (RIVM-advies). Protocol Voor u een gevonden kadaver aanraakt, kunt u vooraf bedekkende wegwerpkleding en wegwerphandschoenen aandoen. Deze wegwerpkleding moet na gebruik in een afgesloten zak worden weggegooid. Wanneer het dier is afgevoerd en zeker als uw handen per ongeluk vies worden, moeten ze met een desinfecterende zeep worden gewassen. Bevuilde kleding kan worden gedesinfecteerd door te wassen bij 90 graden Celsius. Andere voorwerpen, zoals de vloer van een voertuig, kunnen worden gedesinfecteerd met chloorhoudend bleekwater. Dode dieren moeten worden getransporteerd in speciale gesloten zakken. Om te voorkomen dat het kadaver de buitenkant van de zak verontreinigt, wordt aangeraden om het eerste deel van de zak (de rand) op te rollen, voordat het kadaver in de zak wordt gedaan en vervolgens de rand weer af te rollen. Indien nodig kan ter bescherming een tweede zak om de eerste zak heen worden gedaan. Indien normale plastic zakken worden gebruikt moet er voor worden gezorgd dat deze groot genoeg zijn en dat ze gemaakt zijn van voldoende dik plastic. De zakken moeten strak worden afgesloten met een knoop of anderszins. Tijdens het vervoer naar de kadavercontainer in de gemeente moet het kadaver zo koel mogelijk worden gehouden. Ideaal is wanneer het rond 4 graden Celsius kan worden gehouden, bijvoorbeeld door gebruik te maken van ijs of koelelementen.
17
Bijlage 6: Registratie protocol Om het verloop van de epidemie goed te kunnen volgen is het van belang dat dagelijks wordt geregistreerd via onderstaand formulier of via een melding op
[email protected]: - aantal gevonden/gesignaleerde dode dieren, en hoeveel daarvan: werden afgevoerd; zijn blijven liggen in niet ontsloten gebieden. - aantal gevonden zieke dieren, en hoeveel daarvan: werden afgevoerd naar een opvangcentrum; werden geëuthanaseerd. Eén en ander gespecificeerd naar soort, geslacht, geschatte leeftijd en lengte indien mogelijk. Door de gemeentelijke dienst, belast met het opruimen, door natuurterrein beherende organisaties en opvangcentra wordt dagelijks om 17.00 uur het formulier digitaal ingevuld, of anders gescand en verzonden naar het volgende e-mail adres:
[email protected]. Door het ministerie van EZ worden deze meldingen samengevat en regelmatig via de website naar buiten gebracht. Daarnaast stuurt het ministerie van EZ alle meldingen die op dit mailadres binnenkomen voor analyse naar IMARES.
18
FORMULIER REGISTRATIE ZEEHONDENSTERFTE Registratie bij voorkeur invoeren via het onderstaand EXCEL-formulier en toezenden aan
[email protected] Indien dit niet mogelijk is m.b.v. onderstaand formulier registreren, het formulier scannen en wekelijks toezenden aan bovenstaand mailadres.
dode zeehond melding formulier 18 nov 2014.xlsx
Datum: Gemeente/terrein beherende instantie/opvangcentrum: Ingevuld door: GEWONE ZEEHOND Vindplaats
Genummerd door
Vind- Num datum mer label
Afgevoerd naar
DODE DIEREN LEVENDE DIEREN Laten Naar Euthan Lengte liggen welk aseren (cm) centrum
Vind- Num datum mer label
Afgevoerd naar
DODE DIEREN LEVENDE DIEREN Laten Naar Lengte liggen welk Euthan (cm) centrum aseren
♀/♂
GRIJZE ZEEHOND Vindplaats
Genummerd door
♀/♂
Bijzonderheden:
19
Bijlage 7: Communicatie bij verhoogde zeehondensterfte Communicatie door het ministerie van EZ Om een uniforme boodschap uit te dragen is een centrale rol toebedeeld aan een gezamenlijke lijst van vragen en antwoorden, welke continu wordt bijgewerkt. Deze lijst staat op de internetsite van de Rijksoverheid en is leidend in de externe communicatie vanuit het ministerie van EZ. Communicatie richting het grote publiek loopt via de desbetreffende gemeenten. Het ministerie van EZ zorgt wel voor het tijdig informeren van de gemeenten. Persvoorlichting De perscontacten lopen via de Directie Communicatie (DC) van het ministerie van EZ. Persvoorlichters van gemeenten en betrokken organisaties zijn gevraagd hun persberichten in deze vooraf af te stemmen met de persvoorlichting van het ministerie van EZ. Zij worden zo continue mogelijk op de hoogte gehouden van de persactiviteiten van het ministerie. Deze taakverdeling geeft een richting aan. Hiervan kan worden afgeweken al naar gelang de actuele situatie.
20
Bijlage 8: Gemeentelijke contactadressen langs de Nederlandse kust en Veiligheidsregio’s 1. Oldambt
Postbus 175, 9670 AD Winschoten Burgemeester: dhr. P. Smit Tel: (0597)482000
[email protected]
2. Delfzijl
Postbus 20000, 9930 PA Delfzijl Burgemeester: dhr. E.A. Groot Tel: 140596
[email protected]
3. Eemsmond
Postbus 11, 9980 AA Uithuizen Burgemeester: mw. M. van Beek Tel: (0595)437555
[email protected]
4. Winsum
Postbus 10, 9950 AA Winsum Burgemeester: dhr. M.A.P. Michels Tel: (0595)447777
[email protected]
5. De Marne
Postbus 11, 9965 ZG Leens Burgemeester: dhr. F.H. Wiersma (0595)575500
[email protected]
6. Schiermonnikoog
Postbus 20, 9166 ZP Schiermonnikoog Burgemeester: dhr. J. Stellinga Tel: (0519)535050
[email protected]
7. Ameland
Postbus 22, 9160 AA Hollum Burgemeester: dhr. A. de Hoop Tel: (0519)555555
[email protected] Postbus 14, 8880 AA West-Terschelling Wnd. Burgemeester: J.H. Bats Tel: (0562)446244
[email protected]
8. Terschelling
9. Vlieland
Postbus 10, 8899 ZN Vlieland Wnd. Burgemeester: Mw. Mr. P. Schadd-de Boer Tel: (0562)452700
[email protected]
21
10. Dongeradeel
Postbus 1, 9100 AA Dokkum Burgemeester: mw.drs. M.C.M. Waanders Tel: 140519
[email protected]
11. Ferwerderadiel
Postbus 2, 9172 ZS Ferwert Burgemeester: Dhr. Mr. W. van den Berg Tel: (0518)418888
[email protected]
12. Het Bildt
Postbus 34, 9076 ZN St. Annaparochie Wnd. Burgemeester: Dhr. G. Krol Tel: (0518)409234
[email protected]
13. Franeker
Postbus 58, 8800 AB Franeker Burgemeester: Dhr. F. Veenstra Tel: (0517)380380
[email protected]
14. Harlingen
Postbus 10000, 8860 HA Harlingen Burgemeester: Dhr. Drs. W.R. Sluiter Tel: (0517)492222
[email protected]
15. Sudwest Fryslan
Postbus 10000, 8600 HA Sneek Burgemeester: Dhr. Drs. H.H. Apotheker Tel: (0515)489000
[email protected]
16. Texel
Postbus 200, 1790 AE Den Burg Burgemeester: Mw. Drs. F.C. Giskes Tel: 140222
[email protected]
17. Hollands Kroon
Postbus 8, 1760 AA Anna Paulowna Burgemeester: Dhr. J.R.A. Nawijn Tel: (088)3215000
[email protected]
18. Den Helder
Postbus 36, 1780 AA Den Helder Burgemeester: Dhr. K.F. Schuiling Tel: (0223)671200
[email protected]
19. Schagen
Postbus 8, 1740 AA Schagen Burgemeester: Mw. M.J.P. Kampen-van Nouwen Tel: (0224)210400
[email protected]
22
20. Bergen (NH)
Postbus 175, 1860 AD Bergen Burgemeester: Mw. Drs. H. Hafkamp Tel: (072)8880000
[email protected]
21. Castricum
Postbus 1301, 1900 BH Castricum Burgemeester: Dhr. Drs. A. Mans Tel: (0251)661122
[email protected]
22. Heemskerk
Postbus 1, 1960 AA Heemskerk Burgemeester: Mw. Drs. A.E.H. Baltus Tel: 140251
[email protected]
23. Beverwijk
Postbus 450, 1940 AL Beverwijk Burgemeester: Dhr. F. Ossel Tel: (0251)256256
[email protected]
24. Velsen
Postbus 465, 1970 AL IJmuiden Burgemeester: Dhr. F.M. Weerwind Tel: (0255)567200
[email protected]
25. Bloemendaal
Postbus 201, 2050 AE Overveen Burgemeester: Dhr. R.Th.M. Nederveen Tel: 14023
[email protected]
26. Zandvoort
Postbus 2, 20140 AA Zandvoort Burgemeester: Dhr. Mr. N. Meijer Tel: (023)5740100
[email protected]
27. Noordwijk
Postbus 298, 220 AG Noordwijk (ZH) Burgemeester: Dhr. Drs. J.P. Lokker Tel: (071)3660000
[email protected]
28. Katwijk
Postbus 589, 2220 AN Katwijk Burgemeester: Dhr. Drs. J. Wienen Tel: (071)4065000
[email protected]
29. Wassenaar
Postbus 499, 2242 LV Wassenaar Burgemeester: Dhr. Drs. J.Th. Hoekema Tel: (070)5122222
[email protected]
23
30. Den Haag
Postbus 12600, 2500 DJ ’s Gravenhage Burgemeester: dhr. J.J. van Aartsen Tel: 14070 www.denhaag.nl
31. Westland
Postbus 150, 2670 AD Naaldwijk Burgemeester: Dhr. J. van der Tak Tel: 140174
[email protected]
32. Rotterdam
Postbus 70012, 3000 KP Rotterdam Burgemeester: Dhr. Ing. A. Aboutaleb Tel: 14010
[email protected]
33. Westvoorne
Postbus 550, 3235 ZH Rockanje Burgemeester: Dhr. P.E. de Jong Tel: (0181)408000
[email protected]
34. Hellevoetsluis
Postbus 13, 3220 AA Hellevoetsluis Wnd. Burgemeester: Dhr. F.D. van Heijningen Tel: 140181
[email protected]
35. Bernisse
Gemeenlandsedijk Noord 26, 3216 AG Abbenbroek Burgemeester: Mw. P.J. Bouvy-Koene Tel: (0181)667200
[email protected]
36. Korendijk
Postbus 3708, 3265 ZG Piershil Wnd. Burgemeester: Dhr. Drs. S. Stoop Tel: (0186)697777
[email protected]
37. Cromstrijen
Postbus 7400, 3280 AE Numansdorp Burgemeester: Dhr. J.J. Luteijn Tel: (0186)656100
[email protected]
38. Moerdijk
Postbus 4, 4760 AA Zevenbergen Burgemeester: Dhr. J.P.M. Klijs Tel: (0168)373600
[email protected]
39. Goeree-Overflakkee
Postbus 1, 3240 AA Middelharnis Burgemeester: Mw. Mr. A. Grootenboer-Dubbeldam Tel: 140187
[email protected]
24
40. Schouwen-Duiveland
Postbus 5555, 4300 JA Zierikzee Burgemeester: Dhr. G.C.G.M. Rabelink Tel: (0111)452000
[email protected]
41. Noord-Beveland
Postbus 3, 4490 AA Wissenkerke Burgemeester: Dhr. H. van Kooten Tel: (0113)377377
[email protected]
42. Veere
Postbus 1000, 4357 ZV Domburg Burgemeester: Dhr. Drs. R.J. van der Zwaag Tel: (0118)555444
[email protected]
43. Vlissingen
Postbus 3000, 4380 GV Vlissingen Burgemeester: Mw. A.M. Demmers-van der Geest Tel: (0118)487000
[email protected]
44. Borsele
Postbus 1, 4450 AA Heikenszand Burgemeester: Dhr. E.J. Gelok Tel: (0113)238383
[email protected]
45. Kapelle
Postbus 79, 4420 AC Kapelle Burgemeester: Dhr. Mr. A.B. Stapelkamp Tel: (0113)333110
[email protected]
46. Reimerswaal
Postbus 70, 4416 ZH Kruiningen Burgemeester: Dhr. A.J. Huisman Tel: 140113
[email protected]
47. Hulst
Postbus 49, 5460 AA Hulst Burgemeester: Dhr. J.F. Mulder Tel: 140114
[email protected]
48. Terneuzen
Postbus 35, 4530 AA Terneuzen Burgemeester: Dhr. J.A.H. Lonink Tel: 140115
[email protected]
49. Sluis
Postbus 27, 4500 AA Oostburg Burgemeester: Mw. Mr. A.M.M. Jetten Tel: (0117)457000
[email protected]
25
Veiligheidsregio’s Groningen (Gemeenten 1–5) Friesland (Gemeenten 6–15) Noord-Holland Noord (Gem. 16-21 ) Kennemerland (Gemeenten 22-26) Hollands Midden (Gemeenten 27-28) Haaglanden (Gemeenten 29-31) Rotterdam-Rijnmond (Gem. 32-37) Zeeland (Gemeenten 38-49)
088-1625000 088-2299999 072-5675010 023 -5159500 088- 2465000 088-8868000 010-4468900 0118-421100
Postbus Postbus Postbus Postbus Postbus Postbus Postbus Postbus
66, 9700 AB GRONINGEN 612, 8901 BK LEEUWARDEN 416, 1800 AK ALKMAAR 5514, 2000 GM HAARLEM 1123, 2302 BC LEIDEN 52155, 2505 CD DEN HAAG 9154, 3007 AD ROTTERDAM 8016, 4330 EA MIDDELBURG
26
Bijlage 9: Gegevens Waddenunit ministerie van EZ Boot Ms. Phoca (Texel)
Telefoonnummer algemeen 06 54901769
Ms. Stormvogel (Harlingen)
06 50253769
Ms. Krukel (Lauwersoog
06 53150610
Ms. Harder (Eemshaven)
06 22471734
Adres Havenkade 1 Rijkswaterstaat 1779GT Den Oever Visafslag Van Harinxsmakanaal Harlingen Havenweg 2, 9976VN Lauwersoog Schildweg 18, 9979XR Eemshaven
27
BIJLAGE 10: Gegevens terrein beherende instanties rond de Nederlandse kust Organisatie
Adres
Postcode Plaats
Telefoon
Natuurmonumenten Noord Natuurmonumenten Noord-Holland
Postbus 764 Noordereinde 60
9400 AT 1243 JJ
0592 305050 035 6559933 / 05919531346
Natuurmonumenten Zuid Holland Natuurmonumenten Zeeland Staatsbosbeheer Centraal It Fryske Gea
Postbus 1300 Postbus 3
030 692611 0512 381448
It Fryske Gea
Postbus 3
Het Groninger Landschap
Rijksstraatweg 333 Postbus 222
3973BH Driebergen 9244 ZN BEETSTERZWAA G 9244 ZN BEETSTERZWAA G 9752 CG HAREN 1800 AE
HEILOO
088 0064400
Ommelanderweg 32 Postbus 5807 Postbus 5014
9978 TC
HORNHUIZEN
0595 401943
2280 HV RIJSWIJK 4330 KA MIDDELBURG
070 3366800 0113 622110
Postbus 2301 Postbus 194 Postbus 20000
8901 JH LEEUWARDEN 1780 AD DEN HELDER 9930 PA DELFZIJL
0562 443110 0223 657890 0596 639306
Mokweg 18
1797 SB DEN HOORN
0223 658400* 0223 650402
Het Noord-Hollands Landschap Het Zuid-Hollands Landschap Het Zeeuws Landschap Vereniging van Oevereigenaren en Gebruikers Rijkswaterstaat MC Noordzee Rijkswaterstaat Verkeerscentrale Vlissingen Rijkswaterstaat Centrale post Waddenzee DGW&T / Dienstkring Den Helder Vereniging van Waddenzeegemeenten Samenwerkingsverband De Waddeneilanden Commandant Joost Dourleinkazerne
ASSEN ‘s GRAVELAND
0512 381448 050 3135901
* De SD is 24/7 bereikbaar op nummer 0223-657890. De SD monteur (overdag via de frontdesk) heeft toegang tot de defensie locaties en kan dus indien nodig het bezoek begeleiden.
28
BIJLAGE 11: Waterschappen rond Nederlandse kust Waterschappen
Telefoonnummer
Noorderzijlvest Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Hunze en Aa's Fryslân
050 3048911 072-5828282 0598 693270 058-2922237 058-2922122 071-3063063 015-2608108 09002005005 088-2461000
Rijnland Delfland Hollandse Delta Scheldestromen
29
BIJLAGE 12: Zeehonden identificeren ●Verschillen tussen de gewone en de grijze zeehond: Neusgaten: gaan onder naar elkaar toe: gewone zeehond
Kiezen: gekarteld (3 kartels): gewone zeehond
blijven parallel: grijze zeehond
(bijna) glad: grijze zeehond
●Verschillen tussen vrouwtjes en mannetjes (zicht op de buik):
Vrouwtjes hebben één navel Volwassen vrouwtjes hebben soms duidelijk zichtbare tepels
Mannetjes hebben twee “navels” Die het dichtst bij de staart is eigenlijk een geslachtsopening
●Lengte meting van zeehonden: 2 1
Je kan van een zeehond twee lengtes bepalen: 1. de standaard lengte: de naam zegt het al dit is de standaard, zonder de flippers omdat deze scheef kunnen staan en de meting beïnvloeden. 2. totale lengte: hierbij worden de flippers meegenomen in de meting, deze wordt daarom onnauwkeurig. Niet doen dus, als je het toch doet: meldt dit
30
Bijlage 13 Omvang zeehondenpopulatie Nederlandse Wateren tot 2014
P.S. Jaarlijks worden de zeehonden in NL geteld resultaten worden onder andere gepresenteerd in het Natuurcompendium. Dit zijn tel resultaten, echter niet alle dieren zijn tegelijk op de kant en een beste schatting voor de populatie aantallen voor gewone zeehonden wordt gevonden door deze te vermenigvuldigen met 1,4 (40% wordt gemist). Voor grijze zeehonden bestaat (vooralsnog) geen correctiefactor, echter, aannemelijk is dat deze vergelijkbaar, of hoger is.
31