openbaar ministerie jaargang 13 nummer 8
oktober 2007
Thema: GPS Klikken, scrollen en telewerken... locatieonafhankelijk werken aan digitaal dossier
08
Pyromane Lyndia (Alles afwegende) Forensische samenwerking in de opsporing
OPPORTUUN
Hoek van Jan
tijdschrift voor het openbaar ministerie JAARGANG 13 NUMMER 8 OKTOBER 2007
Opportuun is het tijdschrift van en voor het Openbaar Ministerie. Het blad wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het blad verschijnt tien keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud van het blad. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. Suggesties, opmerkingen, artikelen Bel of mail de eindredacteur. Eindredactie Pieter Vermaas, 070 – 3399840 of
[email protected]. Redactieadres Afdeling Communicatie, Parket-Generaal, kamer 423, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Telefoon: 070 – 3399840.
HarmHarm Iedereen associeert GPS met TomTom. Behalve mensen die bij het Openbaar Ministerie de kost verdienen. Voor ons is het meer HarmHarm en ‘komt er nog wat van’? Ik weet zelf al niet meer hoe lang het geleden is dat ik er voor het eerst van hoorde. Jaren geleden in elk geval. En ik zie me nog zitten. Hoog kantoorgebouw ergens in Utrecht. Of was het Nieuwegein? Het was in elk geval aftands. Er waren techneuten. Computerjongens die een verhaal vertelden over iets wat GPS heette. Die dag heb ik Jasper leren kennen.
Pas veel later maakte ik kennis met het andere GPS. De soort die zo populair is in auto’s. Dat was in Luik. Ik reed achter mijn zwager aan. Hij had een GPS, ik niet. Malmédy. Daar moesten we heen. Echt elk verkeersbord vertelde ons welke kant we op moesten. En bij echt elk verkeersbord gingen we de andere kant op. Luik is een rare stad. Dat weet ik. Ik heb er lang genoeg rond gereden. Het bleek dat de GPS kapot was gegaan. Iets met een batterij of zo. Mijn zwager was meteen radeloos en reddeloos verloren zonder.
Jasper is een kabouter. Eentje die met dossiers zeult. Virtueel natuurlijk. Jasper nam ons mee op zijn tocht door het nieuwe automatiseringssysteem van het OM. Bij elk plaatje was hij weer ergens anders en legde geduldig uit wat hij daar deed met dat dossier. Op zich slim bedacht van de heren programmeurs: ‘het zijn juristen, laten we het niet te moeilijk maken’. Alleen denk ik bij GPS nu steeds aan kabouters. En eerlijk gezegd: ik geloof niet zo in kabouters.
Maar dat is het andere GPS. Wat “ons” GPS betreft moet ik mijn geloof nu toch bijstellen. Geloof ik. Het komt echt. Denk ik. En ja: ik heb vertrouwen in HarmHarm. Maar zullen we wel op de bordjes blijven letten? Jan Hoekman
Abonnementenadministratie 070 - 3399823. Wijzigingen? Stuur de adreswikkel met de aangebrachte wijzigingen naar het redactieadres, of mail de wijzigingen, onder vermelding van het nummer op de adreswikkel, naar
[email protected]. Redactieraad Heleen Rutgers, Hans Wesselink, Marcel Wolters, Elke Kool, Thea van der Geest, Dick Zuilhof, Manon Nooteboom. Vaste medewerkers Linda Bregman, Linda van Bruggen, Thea van der Geest, Jan Hoekman, Willem Hoogendoorn, Josine ten Kate, Sjaak Klunder, Koos Spee, Gerard Strijards. Aan dit nummer werkten verder mee Miranda van Ark, Jan-Willem Grimbergen, Manon Nooteboom, Petra Sprado, Katja Wetsteijn. Foto omslag Onno Kummer Ontwerp Fabrique BV, Delft Druk Zijlstra Drukwerk, Rijswijk Oplage 7.450
OPPORTUUN
Inhoud
Nummer 8 – 2007
3
‘E-PV vloeit straks rechtstreeks GPS in’ Henk van Brummen, pagina 10
Oktober 2007
Rubrieken
Thema: GPS Henk van Brummen
OMgeslagen 10
Hij kan zich goed voorstellen dat de voortschrijdende digitalisering vooraf angst oproept. Maar Henk van Brummen heeft vertrouwen in werken met het Geïntegreerd Processysteem Strafrecht. ‘GPS wordt steeds beter.’ Interview met de ICT-PG.
Geen Papier Stapels
12
Muizen klikken en beeldschermen kantelen. Reportage van een GPS-zitting.
Column Strijards
15
‘Gecomputeriseerde rechtspraak’
Implementatiemanagers
16
‘GPS is het systeem van de toekomst’, zeggen implementatieprojectleiders Jan Knol (Rechtspraak) en officier Peter Muijen.
GPS & ik
18
Wat doe ik met GPS? Wat doet GPS met mij? Twee vragen, beantwoord door zeven OM’ers. ‘In het begin heb ik er tranen om gelaten. Letterlijk.’
21
GPS, een jaar in citaten.
Fabels
22
24
Duizenden documenten kunnen er digitaal worden gemaakt. In de Scanstraat van de CVOM staat GPS voor Grootschalig Papier Scannen. ‘Eén scanner is geen scanner.’
Alles afwegende
6
Jan Hoekman blikt terug op zijn zaak tegen pyromane Lyndia.
25
Het project Integer Persoonsbeeld moet identiteitsfraude onmogelijk maken.
Forensische samenwerking 26 Forensisch officieren zijn blij met de FSO-organisaties van politie en NFI.
KortOM
4
WaarOM?
8
Discriminatie
Personalia
28
Uitgelicht
29
‘De Middelvinger’
En verder
Zitten voor een ander
2
‘HarmHarm’
Vijf hele en halve fabels over GPS.
CVOM-Scanstraat
De Hoek van Jan
Internationaal
30
2e etage
30
Strip Linda van Bruggen
Verkeer
31
AchterOM
32
KortOM Uitkomst GPS-pilots: levensvatbaar en bezinning De collega’s in Amsterdam en Den Bosch van het OM en de Rechtspraak en bij de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM), hebben de afgelopen maanden veel werk verzet om het Geïntegreerd Processysteem Strafrecht (GPS) in de praktijk te testen. Deze ‘pilots’ zijn onlangs afgerond en geëvalueerd. Ook hebben diverse externe partijen rapportages opgesteld over onder andere de efficiency, technische aspecten, werkplek, ergonomie, functie-inhoud en over de gevolgen voor de productiviteit bij zowel het OM als de ZM. Op basis van deze bevindingen heeft het OM het vertrouwen uitgesproken dat GPS
het informatiesysteem is dat de primaire processen in de parketten en bij de CVOM gaat ondersteunen. Het OM zal daarom de implementatie van GPS in het land aanvangen, mede ter voorbereiding van de inwerkingtreding van de Wet OMafdoening. Bovendien kunnen dan de verbeteringen in GPS worden beproefd. De Rechtspraak heeft nog onvoldoende vertrouwen in GPS voor haar traject: de werkstroom in GPS leidt tot te veel omslachtigheid bij zittingsgerichte werkprocessen, tot verlies van productiviteit en ongunstige beïnvloeding van de arbeidsomstandigheden.
De bevindingen en evaluaties zijn deze week door het OM en de ZM besproken met de minister van Justitie. Naar aanleiding van dit gesprek is besloten op korte termijn een gezamenlijk Plan van aanpak op te stellen dat een oplossingsrichting moet bieden voor de Rechtspraak en daarmee voor de gehele strafketen. Binnen twee maanden moet deze beoordeling op tafel liggen.
BOPZ-Omnis ondersteunt beslissingen over gedwongen opname De applicatie BOPZ-Omnis gaat medewerkers ondersteunen die zich bezighouden met de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). Eind dit jaar moet het beschikbaar zijn voor alle parketten. BOPZ-Omnis vervangt de huidige applicatie BOPZIS, die functioneel niet meer voldoet. Recente wetgeving wordt door beheersmatige beperkingen niet meer ondersteund door BOPZIS, dat door sommige OM-onderdelen ook niet meer wordt gebruikt. Het nieuwe systeem ondersteunt medewerkers die zich bezighouden met de Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen, een van de civielrechtelijke OM-taken. Meer dan honderd OM-medewerkers adviseren en beslissen dagelijks over de gedwongen opname van duizenden mensen met psychische problemen die mogelijk een gevaar voor de omgeving opleveren. BOPZ-Omnis moet zorgen voor betere procesondersteuning voor de parketten. De betrokken parketmedewerkers zullen de komende maanden geconfronteerd worden met een aantal veranderingen. Ook zal in
sommige gevallen medewerking of aanpassing van processen worden gevraagd. Hierin zal echter de BOPZ-Omnis Gebruikersraad een belangrijke rol gaan spelen. Deze gebruikersraad, waarin bijna alle parketten vertegenwoordigd zijn, adviseert over de toekomstige ontwikkelingen rond BOPZ-Omnis en beoordeelt wensen. De applicatie is nu bijna gereed voor de ingebruikname. In oktober wordt gestart met een pilot in Utrecht, die ongeveer twee weken zal duren, daarna zal arrondissementsparket Arnhem aanhaken. Als de pilot goed verloopt, zal het systeem eind dit jaar beschikbaar zijn voor alle parketten. De applicatie wordt door ICTRO beheerd. Twee keer per jaar wordt een nieuwe release uitgebracht, waarmee BOPZ-Omnis naar wens van de gebruikers blijft functioneren en waarin recente wetgeving wordt meegenomen. Bij technische problemen kunnen gebruikers altijd de servicedesk van Ictro om hulp vragen. Het Parket-Generaal maakt in overleg met de gebruikersvertegenwoordiging afspraken met Ictro over de wijze en snelheid waarmee technische problemen worden opgelost.
Parketten die nog in de gebruikersraad willen deelnemen, kunnen contact opnemen met Bram Diepstraten, Informatiemanager bij het Parket Generaal, tel. 070-3399679.
Tips? Heeft u tips voor de rubriek KortOM? Neem contact op met de redactie via
[email protected] of 070 3399840.
OPPORTUUN
KortOM
Nummer 8 – 2007
5
OM-standpunt arrest-Geerings Het College heeft een OM-standpunt ingenomen over de gevolgen van het Geeringsarrest voor de ontnemingspraktijk. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft in de ontnemingszaak Geerings geoordeeld dat er een schending van de onschuldpreasumptie van artikel 6 EVRM had plaats gevonden. In deze zaak had de ontnemingsmaatregel betrekking op feiten waarvan verdachte was vrij gesproken. Het College van Procureurs-Generaal heeft vastgesteld wat de gevolgen zijn van dit arrest voor ontnemingszaken en hoe daar in de praktijk mee omgegaan moet worden. Dat schrijft het College in een brief aan alle hoofdofficieren en hoofdadvocaten-generaal. In de praktijk is gebleken dat over de consequenties van dit arrest verschillende opvattingen bestaan. Volgens het College zijn de gevolgen slechts beperkt. Daarnaast kan ook bij de afweging wat ten laste gelegd moet worden, geanticipeerd worden op de gevolgen van het Geeringsarrest. In zaken waarin de ontnemingsvordering
is gebaseerd op een vermogensvergelijking of kasopstelling heeft het arrest-Geerings volgens het College geen gevolgen, ook als er voor een of meer feiten van de tenlastelegging is vrijgesproken. In zaken waarin de ontnemingsvordering is gebaseerd op een transactieberekening zijn verschillende varianten te onderscheiden. Zo is er de situatie dat de ontnemingsvordering is gebaseerd op een of meer tenlastegelegde feiten alsmede op een of meer soortgelijke en/of andere feiten, die niet tenlastegelegd zijn. Ten aanzien van die soortgelijke feiten en/of andere feiten kan nog steeds ontnomen worden. Ook tenlastegelegde feiten waarbij de rechter vanwege een vervolgingsbeletsel niet aan de vraag naar het bewijs is toegekomen, kunnen nog steeds de grondslag vormen voor een ontnemingsvordering. En stel dat een ontnemingsvordering is gebaseerd op meerdere tenlastegelegde strafbare feiten, waarbij van een aantal is vrijgesproken op grond van onvoldoende bewijs, maar ten aanzien van die feiten wél kan worden vastgesteld
dat er vermogen in het bezit van betrokkene is gekomen - dan kan ook dit vermogen in de ontnemingsvordering worden meegenomen. Alleen in de volgende situatie vindt een beperking voor de ontnemingsvordering plaats: de ontnemingsvordering is gebaseerd op meerdere tenlastegelegde strafbare feiten, waarbij van een aantal is vrijgesproken op grond van onvoldoende bewijs, zonder dat er vermogen uit die vrijgesproken feiten kan worden vastgesteld: de ontnemingsvordering kan niet meer op die vrijgesproken feiten worden gebaseerd. Volgens het College geldt deze handleiding voor de opsporings- en vervolgingspraktijk totdat jurisprudentie van de Hoge Raad noopt tot een bijgesteld inzicht. Op OMtranet is meer informatie te vinden over in welke gevallen kan worden ontnomen. De brief met handleiding, alsmede de bespreking van het arrest-Geerings is te vinden via Omtranet > JKS > Kennisdomeinen > Ontneming
Roelof Jan Manschot geridderd Roelof Jan Manschot, vice-voorzitter van het college van Eurojust, is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Collegevoorzitter Harm Brouwer prees hem op woensdag 26 september tijdens een afscheidssymposium in Wassenaar – de 62jarige Manschot gaat met pensioen – voor zijn pionierswerk voor Eurojust.
werk te doen voor Amnesty International”. Ook gaat hij zich inzetten voor OM-gerelateerde projecten in het buitenland. “Verder zal ik veel vaker in ons huis in Frankrijk zijn te vinden. Ook ga ik veel lezen en natuurlijk mijn vrouw in de huishouding
helpen, omdat zij ook van haar pensioen moet kunnen genieten.” Hij is stellig in wat hij niet zal missen aan het OM: “Het feit dat ik 24 uur per dag, 7 dagen in de week altijd inzetbaar was.”
De 62-jarige Manschot is blij met de onderscheiding, “omdat het tegenwoordig geen automatisme meer is een lintje te krijgen”. In de dertig jaar dat hij bij het OM heeft gewerkt, heeft hij “zeker niet de makkelijkste weg gekozen”, aldus Brouwer in zijn afscheidstoespraak. Manschot zal het internationale karakter van Eurojust enorm missen. Om dat gemis enigszins op te vullen zal hij “veel blijven reizen”. Daarnaast liggen er plannen om “wat © 2007 Eurojust
6
Pyromane Lyndia ‘Ik heb het niet gedaan, maar áls ik het gedaan zou hebben...’
In de boswachterijen rond Gieten en Borger woedden eind 2004 en gedurende 2005 vele, soms grote branden. Een theehuis ging in vlammen op en kostbare onderhoudsmachines van Staatsbosbeheer stonden in lichterlaaie. Wie zijn auto in die dagen in het bos parkeerde, wist niet of deze er bij terugkomst van de wandeling nog ongeschonden zou staan. De onrust nam steeds meer toe, terwijl het onderzoek naar die branden bepaald niet vlotte. Tot er op een dag ineens een jonge vrouw het politiebureau van Emmen binnen stapte. Ze was samen met haar vader. Ze kwam omdat ze aan zichzelf twijfelde. Lyndia. Ik ontmoette haar voor het eerst in het politiebureau van Emmen. Ze had zichzelf gemeld, omdat er in die tijd veel branden woedden in haar woonomgeving. Ze dacht eigenlijk dat ze er niets mee te maken had, maar ze wist het niet zeker. Lyndia kwam naar de politie om uit te sluiten dat zij de schuldige was. Toen ík haar voor het eerst zag was duidelijk dat zij de branden wél had gesticht. Veertien in totaal met een schade van meer dan anderhalf miljoen euro. Steeds waren gebouwen, auto’s en onderhoudsmachines die in de bossen stonden het doelwit.
gedaan, maar áls ik het zou hebben gedaan, dan zou ik...’. Om vervolgens in geuren en kleuren en met alle mogelijke daderwetenschap te vertellen over het vuur en de kick die ze ervan kreeg dat zij dat allemaal kon. Dat niemand haar kon pakken. Zoals die keer dat de brandweer langs haar heen gereden was op weg naar een brand die zij had veroorzaakt. Die onverholen trots over haar daden wekte eerlijk gezegd vooral weerzin bij me op. Net als haar “gave” te voorspellen hoe haar toekomst er nu verder uit zou zien: eerst naar het huis van bewaring, dan naar de FOBA (Forensische Observatie en
Wat de zaak lastiger maakte was Lyndia zelf. Of : de Lyndia’s Lyndia vertelde er onbewogen en vrijuit over en hield desondanks steeds vol dat zij het niet had gedaan. Ze vertelde honderduit over zichzelf en haar enorme problemen, maar steeds als het op de branden aankwam, veranderde haar focus: ‘Kijk, ik héb het niet
Begeleidingsafdeling) in Amsterdam, want ze was detentieongeschikt, vervolgens het Pieter Baan Centrum en dan een straf en TBS met dwangverpleging. Ik hoorde het haar zeggen en kreeg de aandrang haar ongelijk te bewijzen.
Dat mislukte. Het traject dat ze beschreef heeft ze doorlopen. Verwonderlijk was dat niet. Want zo jong als ze was, had ze het allemaal al eerder meegemaakt. Destijds had ze tientallen auto’s in brand gestoken en haar TBS-behandeling daar voor was enkele jaren geleden gestopt. Even was het daarna goed gegaan. Ze had rust gevonden in de Drentse bossen, vertelde ze. Daar wandelde ze dag in dag uit met haar hond. Tot de dag dat er ‘iets’ was gebeurd. Lyndia wilde eerst niet vertellen wát er voorgevallen was, later sprak ze van een verkrachting. Of het verhaal waar was, weet ik niet. Maar sinds dat moment was ze de gebouwen, auto’s en machines als indringers in haar bos gaan zien. Verstoorders van haar nieuw gevonden vrede. Ze vernietigde hen met vuur. Ik heb veel te stellen gehad met Lyndia. Bijna dagelijks hing ik aan de telefoon met de bijzondere behandelafdeling van het Huis van Bewaring. Daar verbleef ze vanwege haar psychische gesteldheid. Ook daar vertoonde ze haar voorspellende gave, die daar overigens meer weg had van een selffulfilling prophecy. Lyndia vertelde iedereen die het horen wilde, dat ze zichzelf zou gaan verminken. Dat deed ze al jaren. Als de spanning haar teveel zou worden, dan zou ze zich gaan snijden. Toen ze tijdens één van de vele verhoren op een dag ineens opvallend met de mouw van haar trui zat te spelen, wisten de rechercheurs dan ook wel waarom. Ze had zichzelf namelijk inderdaad gesneden. Nogal oppervlakkige wondjes, hadden ze in het huis van bewaring verteld. Het wekte een wat theatrale indruk. De rechercheurs lieten haar friemelen en vroegen er niet naar. Omdat ze niet de aan-
OPPORTUUN
Alles Afwegende
Nummer 8 – 2007
Illustratie: Linda van Bruggen
dacht kreeg die ze leek te willen, liep het verhoor stuk. Lyndia was zichtbaar geïrriteerd en wilde niet meer. Niet lang daarna was ze niet meer te handhaven in een “gewoon” huis van bewaring en vertrok ze, zoals ze al had aangekondigd, naar de FOBA en nog iets later naar het Pieter Baan Centrum. Niet geheel verrassend werden daar de aanzienlijke psychische problemen bloot gelegd. Ze had veel voor haar kiezen gehad, Lyndia, en dat niet allemaal kunnen verwerken. Een vertroebelde geest. Dat bleek wel uit haar daden en motieven. Dat bleek ook uit de observaties van gedragsdeskundigen. De spanning van de zaak zat niet in het bewijs. Haar bekentenissen, de daderwetenschap, het technisch bewijs; een veroordeling zou volgen. Wat de zaak lastiger maakte was Lyndia zelf. Of misschien wel
beter: waren de Lyndia’s. Er was de trotse, manipulatieve, theatrale vrouw met haar “voorspellingen” die ergernis en afkeer opwekte. Maar er was ook een verdrietige jonge vrouw, die soms echt niet leek te weten wat ze had aangericht. Ernstig in de war en meelijwekkend. De laatste keer dat ik Lyndia heb gezien was op de zitting. Ze was daar precies zoals ik haar had leren kennen. Vol van haar eigen problemen. De branden had ze niet gesticht. ‘Maar als ze het wel zou hebben gedaan, dan...’. Ik had het allemaal al gezien en gehoord. Ze vertelde de rechtbank in tranen dat ze het in de gevangenis niet zou overleven. Achter het glas van de publieke tribune zat tijdens de behandeling een oudere man. Hij keek triest toe en had het duidelijk te kwaad
elke keer dat Lyndia het ook te kwaad had. Haar vader. Ik begreep hem wel, toen hij in woede ontstak na mijn eis: vier jaar en TBS met dwangverpleging. ‘Laat die man maar,’ riep hij zijn dochter toe. ‘Die vent begrijpt er niets van’. Alsof hij me wilde vragen of ik dan niet gehoord had dat zijn dochter in de gevangenis niet zou overleven. Hoe kon ik dan vier jaar gevangenisstraf eisen? Lyndia zei haar vader dat hij zich geen zorgen hoefde te maken. Twee weken later veroordeelde de rechtbank Lyndia conform mijn eis. Ze is niet in hoger beroep gegaan. Tekst: Jan Hoekman
7
Discriminatie
8
WaarOM? Een man van Chinese afkomst wordt in de buurt waar hij woont regelmatig toegeroepen door een groep jongens. De jongens roepen hem al langere tijd kreten toe als: ‘ching chang chong’ en sinds kort lijken de jongens er plezier in te hebben om de namen van Chinese gerechten te roepen als de man langs komt. Omdat het dagelijkse praktijk begint te worden en het voor de man in kwestie erg hinderlijk en irritant is, gaat hij bij de politie langs. De vraag is of het zinvol is om aangifte te doen. Vraag 1: Naar welke strafbare feiten moet gekeken worden? In casu is de gedraging die ter discussie staat een uiting, namelijk het roepen van de jongens. In het Wetboek van strafrecht zijn een aantal uitingsdelicten opgenomen. De meest gebruikte artikelen zijn smaad (artikel 261 Sr), eenvoudige belediging (artikel 266 Sr) en de artikelen betreffende discriminerende uitlatingen (artikelen 137c t/m f Sr). Kort gezegd gaan belediging en smaad beide over het aanranden van iemands eer en goede naam. Bij smaad moet het daarbij gaan om het ten laste leggen, het aanwrijven of in de schoenen schuiven, van een bepaald feit. Discriminatie is het beledigen van een groep, wegens een van de gronden genoemd in de artikelen, bijvoorbeeld ras of godsdienst of het aanzetten tot haat, discriminatie of geweld tegen zo’n groep.
Discriminatie in de zin van artikel 137c is ook niet aan de orde. De jongens roepen naar de man, omdat hij van Chinese afkomst is. De jongens roepen echter niets over Chinezen als groep. Het zou wel strafbaar kunnen zijn als de jongens uitspraken hadden gedaan als: ‘Chinezen zijn......’ of ‘Jij bent ook een van die ..... -Chinezen’. Als deze uitspraken over de groep een beledigende inhoud zouden hebben, is het een belediging wegens ras als bedoeld in artikel 137c. In artikel 137d is het aanzetten tot haat, discriminatie of geweld strafbaar gesteld. De jongens roepen echter niets in die richting. Een uitspraak als ‘Al die Chinezen moeten het land uit of ‘Kom op, laten we met z’n allen die Chinees te lijf gaan’ zou onder artikel 137d kunnen vallen. Nu er geen groep is beledigd en ook artikel 137d niet van toepassing is, blijft de vraag over of er sprake is van belediging in de zin van artikel 266 Sr. Eenvoudige belediging richt zich namelijk op het individu. Een belangrijk aandachtspunt is dat artikel 266 Sr een klachtdelict is (zie artikel 269 Sr). Van belediging in de zin van artikel 266 Sr is sprake als in casu de Chinese man wordt aangetast in zijn eer en goede naam. Door het roepen van de woorden ‘ching chang chong’ en de namen van Chinese gerechten wordt de man niet in zijn eer en goede naam aangetast. Er wordt immers niet iets gezegd wat de man minder doet zijn dan een ander. Als hij zou worden uitgescholden kan het wel een belediging zijn in de zin van artikel 266 Sr. De gedragingen van de jongens vallen niet onder een van de uitingsdelicten in het Wetboek van strafrecht. In een casus als deze is het echter raadzaam te beoordelen of artikel 426bis van toepassing zou kunnen zijn (het hinderlijk volgen). Tekst: Gerdine Dankers
Vraag 2: Is er sprake van smaad, discriminatie of belediging? Van smaad is in casu geen sprake, omdat er niet wordt geroepen dat de man een bepaalde concrete gedraging heeft verricht, bijvoorbeeld: ‘die Chinees heeft gefraudeerd’. Er is geen sprake van een ‘telastlegging’ van een bepaald feit.
Voor meer informatie m.b.t. de beoordeling van discriminatiezaken, zie het JKS kennisdomein discriminatie op OMtranet waarop ook het Handboek discriminatie, inclusief links naar relevante jurisprudentie, te raadplegen is, of neem contact op met het LECD (Landelijk Expertise Centrum Discriminatie) via 020-5413788.
Thema:
‘Het systeem van de toekomst’
Harm Brouwer, voorzitter van het College van Procureurs-Generaal
‘Locatieonafhankelijk werken is een van de voordelen die het Geïntegreerd Processysteem Strafrecht de rechterlijke macht biedt. Maar GPS biedt het OM en de ZM veel meer. Of misschien moet ik zeggen: veel minder. Minder papierstapels, minder kopieerwerk en minder fouten. GPS gaat het concern OM ondersteunen in eenduidig, efficiënt en zorgvuldig werken. De afgelopen maanden is GPS door de collega’s bij de CVOM en de parketten Amsterdam en Den Bosch uitvoerig getest. Op basis van hun ervaringen én een groot aantal externe rapportages is het College ervan overtuigd dat GPS hét systeem van de toekomst is. Het OM zal daarom de implementatie van GPS in het land aanvangen, mede ter voorbereiding van de inwerkingtreding van de Wet OM-afdoening. GPS is een systeem dat wordt vormgegeven door mensen. Over wat mensen met GPS doen en wat GPS met onze mensen doet, geeft dit themanummer een indruk.’
10
‘GPS wordt steeds beter’ Maar Henk van Brummen ziet ook nog veel werk aan de winkel Een jaar is hij OM-opdrachtgever voor GPS - en de spanning moet de procureur-generaal naar de keel grijpen. Wordt Henk van Brummens digitale droom verwezenlijkt, of eindigt GPS in een nachtmerrie? Denkt de ICT-PG bij “GPS” nog steeds aan het Geïntegreerd Processysteem Strafrecht. Aan Geen Papier Stapels? Of aan Grote Projecten Stress en Geen Prettige Slaap? Opportuun vroeg het Van Brummen kort voordat de toekomst van GPS duidelijk wordt. Bent u nog positief over de voortgang van het project GPS? ‘Jazeker, ik zie het wel zitten. Ik heb in mijn directe ervaring - na 1 jaar met het project bezig zijn - gezien hoe de organisatie zich heeft ingericht op de ontwikkeling en beheer van GPS. Als ik zie hoe door inspanning van de Gebruikersraad, de Ictro en het Centraal Functioneel Beheer het project zich ontwikkelt, zeg ik: we zijn in staat om het aan te kunnen. Door deze organisatorische groei zie ik het GPS-systeem zelf ook steeds beter worden. Toen ik onlangs in de rechtszaal zelf een GPS-zitting heb gedraaid, kreeg ik de bevestiging dat GPS meer en meer aansluit op de behoefte van de gebruikers. Dat is ook het beeld dat naar voren komt uit de gehouden pilots in de arrondissementen Amsterdam, Den Bosch en bij de CVOM. Daar is GPS keer op keer “een werkbaar systeem” genoemd en dat is een kwalificatie die ik eerder niet over het systeem hoorde. Gestoeld op al die ervaring in de pilots beschikken we ook over een implementatieclub die weet wat de invoering van het systeem betekent. Afgelopen jaar is het project steeds beter opgebouwd. Dankzij de pilots weten we wat er bij de standaardzaken aan de orde is. Bij de maatwerkzaken gaat dat ook gebeuren. We hebben het goed onder controle. Zonder enige vertraging hebben we nu net de OM-afdoening binnen de “GPS release C” gerealiseerd, en dus hebben we kunnen besluiten dat de C release “de machine in kan”. Dat is eind september gebeurd.
Maar er is ook nog werk aan de winkel. We moeten bij voorbeeld nog functionaliteiten beproeven die tot nu toe niet in de pilots zijn getest. Andere functionaliteiten moeten nog bepaald worden. Verder heeft de ergonomie van het systeem onze aandacht. En gaan we de hoeveelheid gebruikers die het systeem aankan, langzaam opvoeren. Het gevoel moet niet bestaan dat zo’n pro-
Rechtspraak de afgelopen jaren niet heeft gekend. Gevolg is dat de rechters nu een meer toegesneden implementatie willen, waarbij voor hen de tijd ontstaat om het systeem meer af te stemmen op de behoefte. En waarbij de organisatie meer in lijn gebracht wordt met GPS en vice versa. De Rechtspraak wil eerst meer bewezen zien wat de verbeteringen zijn die GPS brengt, daarna wil ze daadwerkelijk realisatie van die verbeteringen. Ja, er is angst voor werklastvermeerdering. Ik vind dat je daar pas echt wat over kunt zeggen als je alle werkprocessen hebt “doorgeakkerd” en in kaart hebt gebracht wat digitalisering betekent en wat je daarmee wil. Daarna zie je wat het aan de ene kant aan zwaardere werklast geeft en aan de andere kant aan werklastverlichting oplevert. In het onderzoek naar werklastmeting wordt nu
‘Natuurlijk vragen medewerkers zich af wat GPS betekent voor de bevrediging die zij uit het werk halen’ duct er in één keer is. Samen met de gebruikers bepalen we hoe GPS in de praktijk gaat werken. Stapsgewijs doen we daarbij ervaring op. Het is een proces waarin steeds verbeteringen worden aangebracht, en de organisatie moet dat zelf doen.’ Is de Rechtspraak even positief? ‘Van de kant van de rechters ontvangen we een gevarieerd beeld. Op de zitting heb ik ook van de betrokken rechters gehoord dat ze het een werkbaar systeem vinden. Maar ook zij menen dat er nog veel werk moet worden verzet. De werkprocessen rondom GPS binnen de Rechtspraak, en tussen het OM en de Rechtspraak moeten nog echt anders worden ingericht. Met Het OM Verandert heeft het OM allerlei bewegingen doorgemaakt die de
aanbevolen om als OM en ZM gezamenlijk onderzoek te doen. Binnen het OM hebben we die inschatting van wat het voor de werklast betekent eerder aan de orde gehad: wat de scheiding tussen standaard- en maatwerkzaken betekent; wat de inrichting van de CVOM voor gevolgen heeft. Wat dat betreft landt GPS bij ons wat gemakkelijker, heeft het minder impact. Dat zie je ook aan de waardering die de CVOM tijdens haar GPS-pilot voor het systeem heeft. Het ondersteunt onze processen goed, zeggen ze zelf bij de CVOM. Ze werken nu ook nog veel met papier, maar kunnen niet wachten totdat straks ook het papier verdwijnt bij werkprocessen rond de zitting, zoals de vordering ter terechtzitting. We hebben rekening te houden met de
OPPORTUUN
Interview
Nummer 8 – 2007
manier waarop de Rechtspraak er tegenaan kijkt. Het zou jammer zijn als we gescheiden sporen krijgen. Ik hoop dat de Rechtspraak ziet dat GPS het ondersteunende systeem van de toekomst wordt. Ik hoop dat we samen de digitale wereld ingaan. Dat we samen hard aan de slag blijven om het zo te krijgen als we willen.’ Wat als de Rechtspraak afhaakt? ‘Ik kan mij dat niet voorstellen. De strafrechtspleging behoort in een keten te blijven functioneren.’ Waarom vindt u GPS zo’n mooi systeem? ‘Omdat torenhoge papierstapels verdwijnen. Omdat kopiëren verdwijnt. Omdat fouten verdwijnen die worden veroorzaakt door het steeds weer invoeren van gegevens. Omdat meerdere mensen tegelijkertijd aan het elektronisch dossier werken.
Niet alleen op je eigen OM-onderdeel, maar locatie-onafhankelijk: dus ook vanaf een ander OM-onderdeel of, via een beveiligde JEP-account, vanaf je eigen huis. En bekijk het eens vanuit de gehele strafrechtketen. GPS maakt daarbinnen veel berichtenuitwisseling mogelijk. Van de politie ontvangen we straks het “ePV”, het elektronisch proces-verbaal. Dan hoeven we zelfs niet meer de PV’s te scannen; de gegevens vloeien dan rechtstreeks GPS in. Dat geldt ook voor de justitiële documentatie en de executie. Het mooie is dat medewerkers veel dingen niet meer hoeven te doen. Zoals controle van het woonadres van een verdachte in de Gemeentelijke Basisadministratie: dat doet GPS vanzelf. Denk ook aan de aanlevering van zaken vanuit het RDW. Of toezending van stukken aan advocaten: dat kan via een GPS-koppeling met het Landelijk Tableau
van de Nederlandse Orde van Advocaten, waarin alle contactgegevens van advocaten staan. Met GPS kunnen we veel meer met informatie naar buiten komen. Dat speelt zeker voor de Rechtspraak, die werkt aan een opener rechtspleging. Er is zóveel informatie voorhanden, je kan ook besluiten wat je openbaar wilt maken. Je kunt met GPS makkelijk managementinformatie genereren. Het systeem volgt het verloop van zaken en kan daarin allerlei gegevenselementen tellen. GPS ondersteunt zo het bepalen van de werklast. Als een procesdossier geluid, foto’s of films bevat, ben je in staat om dat met één muisklik af te draaien. En dan zien niet alleen de officier, de rechter en de advocaat dat voor zich op hun scherm, er zijn ook beeldschermen voor de publieke tribune en journalisten. En stel je eens voor: verdachten die worden betrokken bij het reserveren van zittingsdagen waarop ze zelf kunnen intekenen! ‘t Is allemaal mogelijk. Maar wacht, nu zit ik wat te ver in de toekomst te dromen. Eerst moeten we er voor zorgen dat we GPS dicht bij huis laten werken.’ Over dichtbij huis gesproken, kent u de angst voor GPS bij menig OMmedewerker? ‘Jawel. En ik kan me ook goed voorstellen dat de voortschrijdende digitalisering vooraf angst oproept. Natuurlijk vragen medewerkers zich af: “Wat gaat dat betekenen voor mijn werk? Voor de bevrediging die ik daar uit haal?” Dat kan je alleen ervaren door aan de slag te gaan. En dan hoor ik bijvoorbeeld bij de CVOM, die ermee werkt, niet dat die angst er nog is. Dat zal ook komen doordat bij de CVOM de arbeidsomstandigheden en de inrichting van de werkplekken zo goed zijn. Dat is wat ons betreft dé standaard.’ Tekst: Pieter Vermaas
‘Het e-PV van de politie vloeit straks rechtstreeks GPS in.’ Foto: Gerhard van Roon
11
12
Geen Papier Stapels Tijdens de GPS-zitting klikken muizen en kantelen schermen Als hij op een verkeerd kruisje klikt, sluit hij onbedoeld het programma af. Maar officier Jouke Osinga hanteert ook de handigheidjes van het nieuwe GPS-systeem. Verslag van een GPS-zitting én de voorbereiding ervan. ‘Ik scroll niet meer, maar klik down.’ Officier van justitie Jouke Osinga sleept zijn overbodige dossierkoffer op wielen achter zich aan de rechtszaal in. Slechts de ordner met Amsterdamse richtlijnen, twee wetboeken en de printjes voor het noodscenario liggen ergens op de bodem. Terwijl de officier plaatsneemt, zit een medewerker van de Ictro op de publieke tribune klaar om in te springen als het GPS-systeem, waarmee vandaag gewerkt wordt, op tilt mocht slaan. ‘Dat is me eigenlijk maar één keer gebeurd in al die jaren’, laat Osinga weten. Hij heeft inmiddels twee jaar ervaring sinds de start van GPS in Amsterdam. De rechter vraagt of iedereen zover is, maar de griffier heeft problemen bij het inloggen. ‘Wat is w.w.?’, vraagt hij. ‘Kan het een ander wachtwoord zijn?’, oppert de rechter. Er wordt gelachen. De toga’s gaan aan. De eerste verdachte mag naar binnen. De advocaat van de verdachte vraagt om een tolk. ‘Dat staat niet aangekruist in mijn dossier’, reageert de rechter. ‘Even kijken in welke taal met de verdachte is gesproken bij de politie.’ Er wordt door het elektronisch dossier geklikt en de officier kijkt op zijn eigen scherm mee met de rechter. Ze overleggen met de advocaat en besluiten om alsnog een tolk Engels op te roepen en de zaak een half uur uit te stellen. Een verdachte in de volgende zaak is niet
aanwezig. Daarom wordt nagegaan of de dagvaarding wel goed is betekend. In het digitale dossier staat precies waar en aan wie de dagvaarding is uitgereikt. Aantekeningen van de postbode en postkantoorstempels worden ontcijferd. De digitale informatie uit de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) wordt erop nageslagen om het huisadres van verdachte vast te stellen. De officier vraagt verstek. Als er een nieuwe verdachte binnenkomt, kijken de officier, de rechter en de griffier op. ‘Ik heb me aangeleerd om dat te doen. Mijn scherm leg ik ook platter, zodat mijn zicht niet altijd naar het beeld wordt getrokken’, vertelt de rechter achteraf. Het loopt gesmeerd. Iedereen klikt snel door de dossiers heen. Als de tolk Engels arriveert worden de eerste
geeft antwoord op vragen van de rechter. Verdachte wilde een vriendendienst verrichten door de auto uit het buitenland naar de Rotterdamse haven te rijden waar die moest worden ingeklaard. Men had hem verzekerd dat de buitenlandse platen goed waren om Nederland door te rijden. Ter ondersteuning worden vervoerspapieren overgelegd. De officier leest, iets voorovergebogen, van zijn scherm een stukje uit het procesverbaal voor. De auto had gebruikt kunnen worden voor een misdaad, geeft Osinga in zijn requisitoir aan en eist een geldboete. De eis is lager dan door de parketsecretaris in de voorbereiding in GPS was ingevuld. Die veranderde eis moet in GPS ingevoerd worden. Als de officier bij een andere zaak ook afwijkt, blijkt er dit keer geen tijd om de betreffende velden te openen. Het is een lastig klusje. Vlug schrijft hij de eis op de schaduwprintjes om dit later te verwerken. ‘Dit zijn administratieve handelingen die door iemand anders uitgevoerd zouden kunnen worden’, geeft hij later als commentaar.
De officier kopieert de gemarkeerde tekst naar het werkdossier verdachte en zijn advocaat opnieuw opgeroepen. De verdachte had in een voertuig gereden met ongeldige kentekenplaten, zonder rijbewijs. Tijdens het verhoor blijkt dat de auto was gekocht in Duitsland en bestemd voor export naar Ghana. De advocaat legt de situatie uit en de verdachte
Een dag eerder. Het bureau van de officier is leeg. Er zijn geen stapels papier meer te zien. In zijn werkkamer op het Amsterdamse parket bereidt Jouke Osinga de GPS-zaken voor. Het begint met een verrassend ouderwetse handeling: printen van de tenlastelegging en het resumé van de
OPPORTUUN
GPS-zitting
Nummer 8 – 2007
parketsecretaris. ‘Dat doe ik altijd voor als GPS crasht op de zitting. Dan kan de zaak toch behandeld worden.’ Zonder moeite opent en sluit hij documenten in het strafdossier, weet hij in welke versie hij werkt en geeft hij tips voor de onnozelen onder ons. ‘Ik scroll niet meer, maar klik down. Je hebt dan een beter overzicht.’ GPS kent zijn eigen structuur. Zo blijkt het niet mogelijk om met pijltjes "vorige" en "volgende" te switchen tussen verschillende documenten, zoals op internet. ‘Het is heel handig als je toetscombinaties als Ctrl-C voor kopiëren en Ctrl-V voor plakken kent,’ adviseert Jouke Osinga, ‘want GPS is muis-gericht.’ Op het grote A3-scherm kunnen twee documenten tegelijk openstaan. ‘Aan de dikte van een ouderwets papieren dossier kon je de moeilijkheidsgraad zien - dun is makkelijk, dik moeilijk. Dat is bij het
digitale dossier niet meteen zichtbaar’, legt hij uit. In het proces-verbaal markeert Jouke Osinga met een digitale highlighter relevante tekst, klikt hij door naar een aangemaakt werkdossier en opent hij de justitiële documentatie, Bos-Polaris, Compas of de GBA die online staan. De gemarkeerde tekst en gevonden documentatie kopieert Osinga naar het werkdossier. ‘Vroeger stikte het van het papier hier. Mensen liepen in en uit met stapels dossiers. Die dossiers zitten nu allemaal veilig in het systeem en kunnen nooit meer kwijtraken. Alles is terug te vinden.’ Osinga kijkt naar het scherm voor de volgende zaak. De tenlastelegging print hij als back-up. Het betreft een dijkverbod, een typisch Amsterdamse overtreding. Toezichthouders sturen mensen weg die
overlast veroorzaken op de Zeedijk. Vooral drugsgebruikers probeert men zo te weren. In het proces-verbaal staat dat het bevel van de ambtenaar is genegeerd. De officier maakt een digitale werkkopie van het verbaal. Uit de online verbinding met het Justitieel Documentatie Centrum blijkt dat verdachte de afgelopen vijf jaar al zes keer eerder is geverbaliseerd. Twee dijkverboden staan nog open, ziet Jouke Osinga. De Amsterdamse richtlijnen staan niet in Bos-Polaris en zijn niet digitaal beschikbaar. Een beduimelde ouderwetse ordner haalt Osinga van de plank en zoekt de strafmaat op. De eis voert hij in GPS in: drie maanden gevangenisstraf. Een ISD-maatregel kan niet opgelegd worden voor dijkverboden. Dan slaat de officier hard op het toetsenbord: ergens moet hij een fout gemaakt hebben. De tekst kan niet opgeslagen worden in GPS. ‘Ik zit waarschijnlijk nog in mijn werkmap.’ Wat inderdaad zo is. Na sluiting van de persoonlijke map is het probleem opgelost. Na zoveel ervaring met GPS weet Jouke Osinga wat de voordelen, maar ook de nadelen zijn: ‘Het aanmaken van een werkdossier en het invullen van de eis zijn eigenlijk administratieve handelingen. De bedoeling is dat het in de toekomst voor ons wordt gedaan. Daarnaast is het lezen van een computerscherm wennen’, zegt Osinga. Hij vindt dat iedereen vrij moet zijn te kiezen om alsnog dossiergegevens te printen. Maar dat collega’s en rechters tegelijkertijd de dossiers en alle bijlagen zoals kleurenfoto’s (in plaats van die zwart-wit kopietjes) kunnen inzien, is fijn, onderkent hij direct.
'Daar is het, klik er nog eens op', zegt officier Jouke Osinga (l.) tegen de rechter. Foto’s: Maarten van de Velde
13
14
GPS is een kwestie van kennis opdoen en routine opbouwen zoals bij het gebruik van alle dagelijkse digitale middelen als een digitale camera, een GSM of een nieuw computerprogramma. Je moet het leren. De relatief makkelijke zaken passeren snel het scherm. GPS stroomlijnt vooral de administratieve voorbereiding van de zaken, het is een vaststaande manier van handelen. Om je goed voor te bereiden voor de zitting maak je het dossier toegankelijk door het highlighten van gegevens. Dat betekent dat je het hele dossier digitaal doorneemt en de relevante passages markeert. Daardoor kun je deze passages tijdens de zitting op het scherm makkelijk terugvinden, weet Jouke Osinga.
Natuurlijk heeft elke zaak zijn eigen uitzondering. Zo is in een van de volgende zaken het “Anker-verweer” aan de orde. Officier Osinga kijkt na of de verbalisant in kwestie wel de cursus heeft gevolgd om blaastesten af te nemen. Daarvoor moet het lokale OMtranet geopend worden om de namenlijst op te vragen. De verbalisant staat er niet bij dus moet er een e-mail naar het politieteam. Outlook wordt opgestart. Weer terug in de zittingszaal, waar GPS nog steeds voorbeeldig functioneert. Achter de tafel zit de volgende verdachte: een man die terechtstaat voor rijden onder invloed. Hij vertelt dat hij enorm veel spijt heeft en
inmiddels in behandeling is. ‘Ik eet geen kérsenbonbon meer, meneer de rechter’, legt hij zijn veranderde levenshouding uit. Als stok achter de deur krijgt hij een voorwaardelijke rijontzegging. Per ongeluk drukt Jouke Osinga op een verkeerd kruisje rechts bovenaan in het beeldscherm. In plaats van het document te sluiten, sluit hij GPS af. Dat is hem wel vaker overkomen. Als hij opnieuw inlogt pakt hij snel het schaduwdossier erbij. In een andere zaak wordt weer een betekening gecontroleerd. De rechter fronst de wenkbrauwen. ‘Ik moet terug naar waar ik was. Wacht even. In welke akte zit jij nou?’, vraagt de zittende magistraat aan de officier. Ze komen er niet uit. Uiteindelijk staat de officier op en kijkt over de schouder van de rechter mee naar het scherm. Omdat het scherm in de tafel gemonteerd is kan de officier niet voor het podium van de rechter meekijken, zoals het wettelijk eigenlijk hoort. ‘Daar is het. Klik er nog eens op?’ De dagvaarding blijkt verkeerd betekend. In de laatste zaak maakt een advocaat als enige een opmerking over GPS: ‘Ik hoor een hoop geklik.’ Waarop de rechter reageert: ‘We proberen het zonder papier te doen.’ Tekst: Thea van der Geest
OPPORTUUN
Column
Nummer 8 – 2007
Gecomputeriseerde rechtspraak Toen ik in 1986 werd benoemd tot gerechtsauditeur bij de Hoge Raad, reed de bode – Harry de Niet – dagelijks met zijn bakfiets, afgeladen met grijze dossierzakken, twee rondes door de lange, roodbeloperde gangen van het voormalige Ministerie van Justitie aan het Plein. Om half negen klopte hij aan je deur en deponeerde vijf zakken op het tafeltje rechts van de deur. De bedoeling was dat die zakken tegen vijven op het tafeltje links lagen, voorzien van een prerapport of een conceptuitspraak. De dossierzakken waren grijs en werden dichtgebonden met een wit koord. Op de buitenkant prijkte een befje, waarop de namen stonden van de behandelend gerechtsauditeur, de advocaat-generaal, de raadsheer rapporteur en de “meelezende” raadsheren. Was het concept akkoord, dan ging het naar de typekamer, waar het eindarrest werd opgemaakt. De typemachines werden dan ook alleen uitgezet in dit reservaat. De voorbereidende werkzaamheden werden verricht met de pen. Natuurlijk een vulpen. Voorts heerste doodse stilte in de gangen. Alleen de accordeonspeler, die bij de drogisterij in de Lange Poten zijn permanente post had, wist zo nu en dan met verwarde uithalers door te dringen in deze sacrale tempel van het recht, waar een mixtum heerste van de lucht van oud papier, verschaalde koffiegeur van het in de bibliotheek verscholen, want illegale, koffiezetapparaat en duivenpoep. Deze ratten van de lucht immers, heersten van oudsher op de zolders en tussen de dubbele tuimelramen.
Het leek zo eeuwig door te zullen gaan: de piepende bakfiets, de doffe ploffen van de dossierzakken, voorafgegaan door een gepreveld “goeiemorgen meneer!” met Haagsche tongval en het verre geratel uit de typekamer als de deur daar even openging. In deze negentiende eeuwse schemer stond de tijd stil. Hooggehoede schimmen waarden in het schemeruur op de gietijzeren galerijen rond tussen de Weekbladen van het Regt, de kaartenbakken van de jurisprudentie, en de drinkbakken voor de paarden op de binnenplaats. En dit dunkte mij goed, want dat beantwoordde aan mijn idee over de universele onveranderlijkheid van het recht in hoogste instantie. Totdat bij de sectie fiscaal recht de computers werden ingevoerd. Computers! Op de grote balpoten tafels stonden ineens een soort televisieschermen met kabels en flikkerlampjes. Maatvast geklop verried dat men het onderdeel dat later de naam kreeg van “ramplank” aan het bespelen was. Elders stond een tjoekende helse machine, door ingewijden gedefinieerd als “printer”. En de actieradius van Harry de Niets bakfietsronde werd ineens drastisch verkleind. “Dit”, zo sprak Harry somber tot mij, “kan niet goed gaan. Hier komen bloedneuzen en echtscheidingen van!” En het ging ook niet goed. De cirkelgang van het eeuwenoude handwerk van het bundelen der dossiers, het vervolgens daaroverheen stulpen van de zak, het beschilderen van het befje, en het dichtstrikken van het koord werd verbro-
ken. De dames ter griffie, die zich jarenlang bekwaamd hadden in deze vaardigheid, moesten ineens met floppies gaan werken en de functie F-7 toepassen. Overspannen werden ze ervan en chaos was het gevolg. Dossiers raakten zoek en uitspraken verhaspeld. Allemaal door de computer. Voorlopig kon ik mij met mijn vulpen op mijn kamer verschansen want de sectie strafrecht bleef nog wel even buiten dit geëlektrificeerde Sodom en Gomorra. Maar dat de wereld op zijn eind liep dat stond voor menig oude raadsheer wel vast. Hakken in het zand tegen dit soort nieuwigheden en hun acroniemen, ongeacht of dat Compas of GPS zou zijn. In zoverre heeft de zittende magistratuur ook iets onveranderlijks. Dat echter het zwaard van Damesklets - als hoedanig Harry het steekwapen van Damocles hardnekkig bleef aanduiden boven ons aller hoofd hing, dat wist De Niet met stelligheid. Het is ook neerwaarts gesuisd, op een mooie, stille herfstdag, toen iedereen het zag aankomen en niemand erop bedacht was. Maar toen werkte ik al elders. De Niet kwam ik kort daarop tegen. Hij zag er vervallen uit. Hij had een bakfiets in de aanbieding. Tekst: Gerard Strijards
15
16
Het systeem van de toekomst Maar wanneer begint de toekomst? Schouder aan schouder werken ze aan de implementatie van GPS. Het is het systeem van de toekomst, zeggen GPS-projectleiders Implementatie Jan Knol (vanuit de Rechtspraak) en Peter Muijen (vanuit het OM). Maar wanneer begint die toekomst? ‘Voor 95 procent zijn we het eens.’ Eigenlijk is het voor Peter Muijen en Jan Knol geen vraag of GPS een goed systeem is. De basis is werkbaar, en met verbeteringen wordt het gewoon een goed systeem. Het is de toekomst, zeggen de twee Implementatie-projectleiders. Denk maar aan de parketsecretaris die bijvoorbeeld GPS automatisch een slachtofferbrief laat genereren. Of aan de rechter die ’s avond thuis met een muisklik (in plaats van zoeken in zes ordners) nog even een tapgesprek beluistert. Mooi toch? De kwestie is: Wannéér worden staande en zittende magistraten scrollende en klikkende rechterlijke ambtenaren? Wanneer durven ze de draai naar het digitale dossier aan? Knol, vice-president Rechtbank Amsterdam, is iets pessimistischer. ‘Het ís de toekomst, ja, maar het zal nog een generatie rechters, officieren en andere medewerkers duren voordat het het rechtsbedrijf eigen is om digitaal te werken. Voor wie jarenlang informatie van papier heeft gelezen is informatie opnemen vanaf een scherm een heel ander fysiek proces. Nieuwe gebruikers – die blanco tegen Compas én GPS aankijken – vinden GPS wel veel gebruiksvriendelijker.’
Wat niet meehelpt: de komst van GPS is al jaren geleden aangekondigd en steeds ging het op het laatste moment weer niet door. GPS heeft iets weg van een evangelie voor atheïsten: “tuurlijk jongens, dream on.” Doe de test maar eens. Loop door de kantoorgang, zing uit volle borst “GPS, hollee, hollee, hollee” en tel hoeveel collega’s aansluiten in de polonaise. Surprise, surprise: GPS blijkt de laatste maanden in pilots wél een werkbaar systeem. Waar nog wel aan gesleuteld moet worden. Wat nu? De deadline aandurven? De drempel over en doorpakken? Of eerst nog wat verder schaven? Low profile. Langzaam aan, dan breekt het lijntje niet? Ze gaan er niet over, want het is een beslissing die het OM en de Rechtspraak nemen. Daartoe uitgedaagd hebben Knol en Muijen wel een persoonlijke mening. Er zijn drie scenario’s voor de Rechtspraak, zegt Knol: Eén: helemaal stoppen omdat GPS nog te veel haken en ogen kent. Twee: full swing doorgaan. Niet wijs, meent Knol, want dan haal je je te veel zorgen op de hals omdat wezenlijke GPS-onderdelen nog niet goed genoeg zijn. Drie: verdergaan op bescheiden schaal. Knol verwacht dat het daarop uitdraait. ‘Mijn persoonlijke visie is
dat arrondissementen op low profile basis verder zullen gaan. Geef GPS de ruimte om vanaf oktober verder te gaan. GPS moet op orde zijn om straks flink te kunnen opschalen, anders krijgen we later huilende medewerkers aan de lijn. Ga je nu invoeren en loopt dat niet goed, dan krijg je op termijn meer vertragingen. “Koop” je wat tijd en geduld, dan koop je ook kwaliteit en draagvlak. Maar laat de praktijk ondertussen dus wel doorgaan. Want in de praktijk leer je meer dan in een statische testomgeving. En als je dan straks een december-release krijgt met verbeteringen die goed werken, dan kun je besluiten om het aantal zaken op te voeren. Het woord is aan de Rechtspraak.’ Peter Muijens persoonlijke mening spoort meer met de algemene OM-lijn: ‘Volgens mij moeten we het uitrolschema handhaven’, zegt de officier van justitie (AP Den Bosch), die binnen het project een werkkamer deelt met Jan Knol. ‘Zonder mijn kritische blik te verliezen, zeg ik dat GPS het verdient dat we nu doorgaan. Als ik GPS niet goed genoeg zou vinden zou ik het ook zeggen, want ik moet er zelf mee werken. Druk houden op de startdatum is nu belangrijk, anders wordt het een gebed zonder eind. Het systeem zal zich nog verder ontwikkelen, maar je moet een keer de drempel over. Wat ik in zekere zin deel met Jan – we zijn het voor 95 procent eens – is dat je de ruimte moet nemen. Volgens mij kunnen we de startdatum handhaven en “schuiven in de lengte”. De uitrol begint bij het maken van een inventarisatie: wat is de situatie bij een arrondissement? Vervolgens kan het parket
OPPORTUUN
Implementatie GPS
Nummer 8 – 2007
Jan Knol (links) en Peter Muijen: ‘Wij faciliteren de implementatie, maar de lokale organisatie is verantwoordelijk.’ Foto: Christiaan Krouwels
bepalen hoeveel zaken het gaat draaien. Dan gaan we de mensen opleiden. Hoe lang je er dan uiteindelijk over doet om álle standaardzaken in GPS te draaien is wat mij betreft een lokale verantwoordelijkheid. De kanteling van Compas naar GPS mag gerust anderhalf jaar duren.’ Arrondissementale angst voor de introductie van GPS hoeft er niet te zijn, menen beide projectleiders. De implementatie zal – vroeger of later – “op maat” geschieden. ‘Het is niet zo dat wij als project binnenkomen, GPS afgeven en ons vervolgens weer omdraaien’, zegt Muijen. ‘We bieden mensen aan die de implementatie begeleiden.’ ‘Daartoe hebben we veel expertise in huis gehaald’, bevestigt Knol. ‘Organisatieadviseurs, communicatiedeskundigen en professionele opleiders
werken samen met onze eigen materiedeskundigen zoals parket- en gerechtssecretarissen. Onze GPS-implementatieploeg telt meer dan twintig mensen van ons eigen project, accountmanagers, mensen van Ictro, Centraal Functioneel Beheer, een secretariaat, een financieel medewerker, een kwaliteitsmedewerker, de Gebruikersraad en mensen van het Parket-Generaal’. Hoe graag projectleiders Knol en Muijen ook willen faciliteren, uiteindelijk zal het lokale arrondissement van hoog tot laag zijn verantwoordelijkheid moeten pakken. ‘Het is niet vrijblijvend,’zegt Muijen, ‘het vergt veel aandacht van de organisatie. Lokale projectleiders moeten substantieel worden vrijgemaakt om beschikbaar te zijn. We nemen die projectleiders mee “de hei” op,
we luisteren, we verwerken al hun input in een implementatieplan. Maar daarna moeten ze, met ons, wél aan de slag.’ De landelijke uitrol van een verantwoord GPS – dat einddoel hebben Muijen en Knol dagelijks voor ogen. Jan Knol: ‘Mei volgend jaar loopt mijn twee jaar detachering bij het project GPS af. Ik hoop zeer dat ik de daadwerkelijke implementatie van de Crelease dan heb meegemaakt. Dat ik dan kan zien dat mensen in de praktijk echt met GPS werken. Daar hebben Peter en ik ons de afgelopen tijd voor ingezet.’ Tekst: Pieter Vermaas
17
18
GPS & ik ‘Op het scherm turen geen probleem’ Jan Tuip, beoordelaar op parket Amsterdam
Wat doet GPS met jou? ‘Ik heb er geen problemen mee dat ik de hele dag op het scherm zit te turen. Sommigen hebben dat wel, maar voor mij zijn de schermen groot genoeg. Ik werk graag met GPS. Het oude Compas is veel onoverzichtelijker. Bij GPS heb je alles juist meteen bij de hand: met één druk op de knop kun je alles bekijken. Misschien werkt Compas op individueel niveau sneller, maar voor de organisatie is GPS een goede investering: niet langer moeten fysieke dossiers steeds heen en weer geschoven worden.’
hier natuurlijk allemaal liggen. Ik dacht eerst: het komt nooit goed. Maar het went toch. Je moet even je weg vinden om de foefjes te leren en dan gaat het steeds beter. Al doende leer je. Een groot voordeel vind ik dat de dossiers nu voor het hele land inzichtelijk zijn, zonder dat ze eerst naar andere OM- en ZM-onderdelen verstuurd hoeven te worden.’
‘Op de zitting zien we hoe het met onze “kindjes” afloopt’
Wat doe jij met GPS? ‘Als opleider zet ik schriftelijke modules op, geef ik GPS-demo’s, train ik gebruikers en bied ik werkplekbegeleiding. De mensen die ik op hun werkplek begeleid, zijn al opgeleid, maar ze komen in de praktijk veel dingen tegen waarbij ze denken: hoe zat het ook al weer? Dan ga ik naast hen zitten en help ik waar nodig. Vaak hebben de vragen te maken met de werkstroombesturing. Soms weten gebruikers niet meer waar een zaak in GPS gebleven is, zijn mensen zaken kwijt omdat ze niets in hun digitale werkbakje zien. Echt kwijt zijn die zaken nooit. Geredeneerd vanuit het perspectief van werkstroombesturing blijkt zo’n zaak zelfs altijd weer op een logische plek te zitten. Een zaak zit alleen in een bakje als er op dat moment iets mee gedaan moet worden. Je moet even weten hoe GPS in elkaar zit, om die logica in te zien. In de opleiding leren we gebruikers de basis van hoe GPS werkt. Maar de “strafrechtwerkelijkheid” kent veel uitzonderingen en bijzonderheden, en al die bijzondere uithoeken komen in GPS ook weer in bijzondere uithoeken terecht.’
Sylvia van Arkel, administratief juridisch medewerker (AJM) bij de CVOM
Foto: Pieter Claessen
Wat doe jij met GPS? ‘In GPS beoordeel ik kantonzaken. Die zaken komen bij ons in het digitale werkbakje, nadat de administratie de proces-verbalen heeft gescand en heeft post-behandeld. Eén voor één haal ik de zaken uit het bakje. Via het elektronische dossier lees ik de procesverbalen af vanaf de mooie 22-inch beeldschermen. Als ik het heb beoordeeld en vind dat het verbaal aan de vorm en inhoud voldoet, voer ik aan de linkerkant gegevens in en check ik bepaalde informatie. Zoals de incidentgegevens die door het CJIB in Trias zijn ingevoerd. Daarna voer ik eisgegevens in. Via het langslopen van een “beslisboom” beland je bij een standaardeis voor het betreffende feit die in bijna alle gevallen klopt; anders moet ik het handmatig wijzigen. Daarna check ik of de lokale dan wel landelijke tenlastelegging correct is. In de tenlasteleggingstekst komen soms variabelen voor; die kan je handmatig aanpassen. Als ik de tenlastelegging heb en de eis heb vastgelegd, geef ik de zaak vrij. Dan krijgen we van GPS een parketnummer. Dan klik ik naar de volgende zaak.’
Wat doe jij met GPS? ‘In het begin zijn we met zijn allen met GPS gestart om het systeem te leren kennen. Hier bij de CVOM hebben we een opleiding gehad. In GPS beoordelen we zaken die later door de AJM’ers op zitting worden gebracht. Het gaat dan om PV’s van alcoholzaken en onverzekerd rijden. Toen de instroom van nieuwe zaken daarna langzaam opdroogde, is er voor gekozen om op dit moment een beperkt aantal mensen met GPS te laten werken. Inmiddels zijn die beoordeelde zaken langzamerhand op zitting gekomen en zien we hoe het daar met onze “kindjes” afloopt. Heel spannend is dat voor ons CVOMbeoordelaars, omdat we van officieren van justitie en rechters ook commentaar terugkrijgen, wat over het algemeen positief is. Daarna verwerken we alle uitspraken. We komen steeds verder in het proces van strafafwikkeling, dat is heel leerzaam. Zo leren we nu ook de zittingsvoorbereiding en executie van zaken. Daarvoor krijgen we geen aparte opleiding, maar we krijgen wel voldoende ondersteuning. Al doende leer je steeds meer trucjes.’ Wat doet GPS met jou? ‘In het begin moest ik heel erg wennen aan het lezen vanaf het scherm. Je bent geneigd om stiekem in de dossiers te bladeren, die
‘Echt kwijt zijn zaken in GPS nooit’ Jan Meijaard , GPS-opleider voor het OM-deel (gedetacheerd vanuit de Ictro)
Wat doet GPS met jou? ‘Ik vind het systeem heel leuk: het elektronisch dossier, tal van moderne dingetjes die er in zitten. Het is interessant om aan de voorkant van nieuwe dingen te zitten. Maar niet alles is gelijk prima, hè? En soms word ik wel eens moe van mensen die alleen maar “ja maar” kunnen zeggen. Dan probeer ik het tactisch te brengen: vertellen waarom
OPPORTUUN
GPS & ik
Nummer 8 – 2007
dingen zo zijn. En in een enkel geval moet ik zeggen: “tja, zo is het nu eenmaal.” Het kunnen omgaan met bezwaren is wel een belangrijk deel van de functie. Zeker omdat we al lang roepen dat GPS eraan komt en de gemiddelde medewerker niet zit te wachten op verandering.’
uitdaging. Het is moeilijk om over de volle breedte iedereen gelukkig te maken. Dat gebruikers in de huidige versie verbeteringen willen aanbrengen, kan ik me goed voorstellen. In zo’n groot systeem moet je altijd een aantal slagen maken. Maar GPS heeft de potentie om ontzéttend mooi te worden.’
fouten hebt gemaakt, werkt GPS het proces af en slaat het dan op in het digitaal dossier. En indien nodig zet GPS automatisch het volgende werkproces klaar in de desbetreffende “werkbakjes”. Wij werken met twee schermen op een 24inch monitor. Links zie je het proces-scherm en rechts staat het digitaal dossier. Dat is geweldig: je krijgt veel meer informatie te zien dan in Compas.’
Jan Erlings, hoofd Centraal Functioneel Beheer
‘In het begin heb ik er tranen om gelaten’
Wat doe jij met GPS? ‘Mijn afdeling zorgt er voor dat alle functionele GPS-vraagstukken goed worden behandeld. Dat kunnen verduidelijkingen zijn, maar het kan ook gaan om verzoeken tot een wijziging. Stel, een GPS-gebruiker wil iets veranderd hebben: hij wil een extra “knop” op het scherm of vindt dat de inhoud van een standaardbrief anders zou moeten luiden. Dan doet hij, via het decentrale functioneel beheer, een wijzigingsvoorstel. Wij kijken er dan naar en werken het verder uit. Vervolgens stappen we naar de Gebruikersraad en zeggen: Dit en dat is geconstateerd, we stellen voor om het zus of zo te veranderen. De Gebruikersraad kan dan zeggen: Ja, ook wij vinden dat het anders moet, en we geven er deze prioriteit aan. Naar aanleiding van al dit soort verzoeken, verandervoorstellen en prioriteiten, komt er een nieuwe GPS release (versie). Onze afdeling stelt op basis daarvan een voorstel op hoe die nieuwe release er uit moet zien. Dat voorstel leggen wij weer voor aan de Gebruikersraad. Daaruit komt dan een eindvoorstel. Vervolgens gaat de Ictro het maken. Zijn zij klaar, dan gaan wij het weer testen met de gebruikers. Is alles akkoord, dan zorgt de Ictro er voor dat het in productie komt. Vervolgens zorgt “Implementatie” dat het lokaal in gebruik wordt genomen.’
Hung Le, administratief medewerker op parket Den Bosch
Wat doet GPS met jou? ‘In het begin heb ik er tranen om gelaten. Ja letterlijk, het beviel me helemaal niet. Ik vond GPS omslachtig, supertraag en er waren technische storingen. Er is inmiddels veel verbeterd. Er zijn extra functies toegevoegd, het is gebruiksvriendelijker en beter werkbaar geworden. Helemaal optimaal is het nog niet: het scannen moet nog sneller kunnen. En werkprocessen moeten worden geoptimaliseerd om “bulk-zaken” sneller te verwerken, meer stapelverwerking, dat wil zeggen werkprocessen die dezelfde handelingen hebben, in de werkbak “stapelverwerking” af te doen. Je moet een aantal maanden met GPS werken voordat je het systeem begrijpt en je je het ritme van GPS hebt eigen gemaakt. Om veel muisklikken te voorkomen, leerde ik functietoetsen te gebruiken en de muis zowel links als rechts te gebruiken. Inmiddels wil ik niet meer terug naar Compas. Digitaal werken is toch de toekomst. Wat ik vooral fijn vind? Strafzaken hoeven niet van de ene medewerker naar de andere te worden gestuurd. De binnengekomen proces-verbalen worden door het scanproces digitale dossiers, zoeken naar de zaken is voorbij. In Compas moest je altijd de dossierbeweging vastleggen: waar heb je de zaken die je hebt verwerkt naar toe gestuurd. Dat hoeft met GPS allemaal niet meer. Laatst nog. Zocht ik me rot naar drie strafzaken waarin “beslag” verwerkt moest worden. In GPS had ik die veel sneller kunnen vinden en dus sneller kunnen afwerken.’
‘De uitdaging is iedereen tevreden te krijgen’
Wat doet GPS met jou? ‘Ik vind GPS in de basis een mooi systeem. Het lastige voor ons is dat je niet één gebruiker hebt, maar een grote, diverse groep mensen, van OM en ZM. Hoe je die groep binnen je mogelijkheden maximaal kunt bedienen en tevreden houden, dát is mijn
Foto: Marc Bolsius
Wat doe jij met GPS? ‘In drie fases ben ik opgeleid voor GPS. Ik begon met “zittingsvoorbereiding”, daarna kwam “executie” en in de laatste fase leerde ik de GPS-processen “scannen” en “post behandelen”. In GPS zijn alle papierstapels digitale werkbakjes. Bakjes als postbehandelen, zittingsvoorbereiding en adreswijzigingen. Het is een andere manier van werken. In Compas registreerde je gewoon, het systeem deed verder niks. Maar GPS is een meedenkend systeem, waarbij het de kunst is om alles “over de lijn” te zetten. Alle werkprocessen worden in de werkbakjes gezet. Gegevens controleren, opslaan, vrijgeven - en dan gaat GPS het verwerken. Als je geen
19
20
‘Soms ontmoet je weerstand, soms gaat het snel’
‘We creëren het bureau van de toekomst’
Johan Rauwerda, implementatiemanager van project GPS
John Remmerswaal, voorzitter Gebruikersraad GPS
Wat doe jij met GPS? ‘Ik werk nu op parket Den Bosch waar ik de lokale projectleiders ondersteun en adviseer. Ik woon vergaderingen bij van het lokale projectteam dat bestaat uit OM en ZM, lokale projectleiders, applicatiebeheerders, gebruikers en de lokale ICT-adviseur. Eigenlijk is het er voor zorgen dat de implementatie van GPS zo soepel mogelijk verloopt. Samen met het projectteam voeren we de activiteiten uit die in het projectdraaiboek beschreven staan. Deze activiteiten hebben betrekking op technisch, functioneel en met name organisatorisch gebied. Bij techniek moet je bijvoorbeeld denken aan scanners en bulkprinters die niet optimaal functioneren of het regelen van autorisaties voor gebruikers. Bij functionaliteit kan het gaan om een onderdeel van het primaire proces dat fouten bevat. En bij organisatie kun je denken aan het archiveerproces dat nog moet worden ingeregeld. Aan afspraken tussen OM en ZM die gemaakt moeten worden en alle veranderingen die GPS voor de gebruikers en het management met zich meebrengt.’ Wat doet GPS met jou? ‘Ik ben nu bijna zeven jaar betrokken bij het GPS-traject en ben erg begaan met de applicatie. Soms ontmoet je weerstand, soms gaat alles snel, maar samen proberen we de GPSapplicatie zo goed mogelijk te maken. Het is een leuke job, omdat ik ook mijn eigen “sausje”, aanpak en visie er over heen kan gieten. Als ik naar de GPS-schermen kijk, vind ik het echt een mooi ding dat heel veel kan. We moeten ook reëel zijn, want wat betreft de ontwikkeling zijn we er nog niet. Maar als we daarvoor de tijd krijgen heb ik alle vertrouwen in GPS.’
Foto: Gerhard van Roon
Wat doe ik met GPS? ‘In de Gebruikersraad GPS bespreek ik met vertegenwoordigers van OM én ZM de bevindingen van GPS. We zijn het scharnierpunt tussen de gebruikerservaring en de techneutenoplossing. Bijvoorbeeld, een GPS-gebruiker vindt een bepaalde registratiehandeling te omslachtig. Hij meldt dat eerst aan de GPS-mensen van de Ictro. Die vertalen dat samen met functioneel beheer in een voorstel tot aanpassing van GPS. Dat voorstel en andere voorstellen worden dan ingebracht in onze Gebruikersraad. Wij gaan dan wegen en prioriteren op basis van drie criteria: wat is de impact van het probleem voor de organisatie en de bedrijfsvoering; hoeveel urgentie heeft het; en wat zijn de kosten van de aanpassing? In die discussies voel ik me als voorzitter “procesbewaker”: het gaat er om dat we met zijn allen proberen een goed GPS de lucht in te krijgen. Dat vereist inlevingsvermogen. In de persoon die met het probleem kwam,
maar ook in de andere organisatie. OM’ers moeten zich inleven in wat iets voor de Rechtspraak betekent en andersom. In de Gebruikersraad zitten iets meer OM’ers dan ZM’ers. Vertrouwen in elkaar om tot een eenduidige prioritering te komen, is belangrijk. We werken niet volgens “meeste stemmen gelden”, maar zoeken naar consensus. Op onderdelen moet je als OM’er de kennis van een ZM’er hoger inschatten dan die van je zelf. Het is laveren, maar iedereen heeft dezelfde intentie: van GPS een zo goed mogelijk werkend systeem maken. Op dit moment kent de Gebruikersraad alleen vertegenwoordigers van de pilotarrondissementen Amsterdam, Den Bosch en van de CVOM. Als GPS straks verder uitrolt, zien we ook andere arrondissementen graag vertegenwoordigd.’ Wat doet GPS met mij? ‘GPS is een enorme vooruitgang in de professionalisering en automatisering van het OM. Dat neemt niet weg dat aan GPS een “verleden” kleeft: het is geen fantastisch groeiend systeem geweest. GPS moet van ver komen, en daar zit mijn uitdaging in. GPS grijpt heel erg in in het werk van mensen, en het voelt heel bijzonder om daaraan mee te werken. We creëren het bureau van de toekomst, want dat komt er anders uit te zien. Geen fysieke dossiers meer op je bureautafel, geen papieren stukken in de trein meer lezen, allerlei ingesleten gewoontes veranderen. Dan realiseer je je met wat voor een ontzettend ingrijpend en boeiend proces je bezig bent.’ Tekst: Pieter Vermaas
OPPORTUUN
OMgeslagen
Nummer 8 – 2007
GPS, een jaar in citaten “De ontwikkeling en implementatie van een landelijk systeem voor ongeveer 6000 gebruikers is een uitgebreide en complexe operatie. De implementatie van GPS vereist dan ook zorgvuldigheid en tijd omdat het niet alleen de vervanging van een automatiseringssysteem betreft, maar ook de implementatie van een nieuw bedrijfsproces en een nieuwe werkwijze.” Ernst Hirsch Ballin, minister van Justitie, in een brief aan de Tweede Kamer, 12 december 2006. “Het jaar 2007 wordt een ongelofelijk belangrijk jaar. Het is het jaar waarin de start van de landelijke implementatie van GPS moet plaatsvinden en wel op de aangegeven datum, en dat is 1 september a.s. Het is ten behoeve van onze geloofwaardigheid en betrouwbaarheid, en dat laatste bedoel ik zowel intern als extern, een keiharde opdracht met een keiharde datum.” Harm Brouwer, voorzitter van het College van Procureurs-Generaal, tijdens zijn nieuwjaarstoespraak, 2 januari 2007. “Terwijl we daar plichtgetrouw aan het testen waren, hadden we niet zo in de gaten wat er zich om ons heen eigenlijk allemaal afspeelde. Toen andere testers in blinde paniek naar buiten begonnen te rennen en wij op het internet zagen dat onze vriend Jan de Wind een kleine ravage aan het aanrichten was, besloten ook wij de jas aan te trekken.” Laurens Mulders en Kirsten Aarts van het parket Den Bosch, moesten na de Gebruikers Acceptatietest bij GPS in Utrecht op 18 januari 2007 tijdens de zware storm nog terug naar huis...
“De inspanningen vanuit het project, Ictro en de pilot-locaties hebben het geloof er bij mij in gehouden. We stellen ons in op de hobbels die we onderweg nog zullen aantreffen, maar GPS komt er nu echt aan.” Harm Brouwer, voorzitter van het College van procureurs-generaal, na de start van de pilots op 20 maart 2007.
“Een beetje wennen, dat wel, maar we hebben zonder problemen in de tijd die er voor stond de zaken behandeld. De rechter was al erg handig met het systeem. Ik kon hem in mijn ooghoeken makkelijk zien switchen tussen verschillende documenten. Handig aan GPS is bijvoorbeeld dat je twee documenten naast elkaar op je scherm kunt zetten. Dat ging bij mij soms mis. Een keer moest ik tijdens de zitting opnieuw inloggen in het systeem. Ook dat ging soepel en heeft niemand doorgehad. En met je papieren dossier moet je soms ook even zoeken. Natuurlijk moeten er nog een hoop zaken verbeterd worden, maar daar zijn de pilots voor om het uit te proberen.” Jeroen Steenbrink, directeur CVOM, over zijn eerste papierloze zitting als officier van justitie, 29 mei 2007. “Nog steeds ontdekken we veel ‘geheimen’ in het systeem” / “Door GPS liggen er minder zaken op de plank” / “Door GPS hoeven we niet met dossiers heen en weer te schuiven” / “Het is uitgesloten dat zaken zoek raken” /
“Het is leuk om mee te denken en te filosoferen over GPS” / “In het begin was je meer bezig met het systeem dan met het beoordelen van de zaak” / “Het systeem is nog niet stabiel en de perfomance is wisselend” / “Er zijn wat kinderziektes, maar als deze eruit zijn, is het een goed en snel systeem om mee te werken.” Enkele citaten van GPS-gebruikers bij de CVOM, twee maanden na de start van de pilot, mei 2007. “Sommigen willen graag snel op GPS overstappen, anderen wachten liever iets langer.” Jan Knol, implementatiemanager GPS, na een ‘rondje’ langs de parketten, juli 2007. “Om 8.30 uur begon ons duo aan 28 nieuwe zaken, allemaal 30 WAM: filteren en scanklaar maken, scannen, registeren, beoordelen. Om 13.45 uur waren ze klaar! Ze gingen als de brandweer, we stonden er echt van te kijken.” Gitta van Kleef, projectleider GPS bij de CVOM, over twee administratief medewerkers bij de CVOM, augustus 2007. “Wat erg prettig is, is dat je overal je zitting kan voorbereiden. Ik heb gisteren deze zitting voorbereid in Utrecht. Je hoeft niet drie weken van tevoren ergens je zaken op te halen. Je kan zelf het tijdstip kiezen waarop en waar je je werk doet. Het dossier is te allen tijde beschikbaar. Zo ben je veel flexibeler. Dit is een groot pluspunt van GPS.” PG Henk van Brummen na zijn GPS-zitting, augustus 2007. Samenstelling: Manon Nooteboom
21
22
‘In GPS verdwijnen zaken’ Vijf hele en halve fabels, en hoe het echt zit
Positivo’s en criticasters. Velen hebben een mening over GPS. Gebaseerd op daadwerkelijke ervaring, gestoeld op beleving, dan wel van horen zeggen. Sommige opgevangen uitspraken zijn niet meer dan fabels. 1. ‘Van GPS krijg je RSI!’ Je werk gaat door GPS veranderen. De computer zal een grotere rol spelen in de dagelijkse werkzaamheden. Daar zijn we ons allemaal heel bewust van. Er is een zeer uitgebreid onderzoek geweest door Achmea naar de arbeidsomstandigheden van het werken met GPS. Dat ging over de schermindeling, de werkplek, de hoeveelheid handelingen. De bevindingen uit het onderzoek acht het project GPS heel belangrijk en de nodige acties zijn intussen al uitgezet. Niet alleen GPS, ook de parketten en rechtbanken moeten daarin actie ondernemen: zorgen voor een goede werkplek, de juiste beeldschermen en deugdelijke stoelen. Maar de medewerkers zelf kunnen ook het nodige doen door de werkplek goed in te (laten) stellen en niet te lang achter het beeldscherm te blijven zitten. Dus koffie halen voor de broodnodige beweging. Of bij een collega langslopen, in plaats van te e-mailen. Functietoetsen gebruiken in plaats van alles te “muizen”. Bovendien wordt RSI vaak veroorzaakt door de hand boven de muis te laten hangen, terwijl je die niet gebruikt. Ook de techniek kan je daar bij helpen. Bijvoorbeeld met een “trilmuis”,
die signaleert dat je tien seconden je muis vasthoudt terwijl je niets doet, en dan gaat trillen. Kortom, wees bewust dat er met GPS anders wordt gewerkt, en dat je daar zelf je eigen patronen in vindt.
2. ‘Werken met GPS kost meer tijd!’ “Dertig procent productiviteitsverlies” is er geroepen, ten opzichte van niet-digitaal werken. De effecten van GPS op de werkbelasting bij de arrondissementen is onderzocht. Er wordt bekeken hoe tijdrovende zaken kunnen worden opgelost, hoe de snelheid van het scannen kan worden verbeterd, etcetera. Maar... Alle begin is moeilijk. Je moet nu eenmaal erg wennen aan het werken met GPS én aan de andere werkwijze die dat met zich meebrengt. Vooral in de beginfase leidt dat tot lagere efficiency. Bovendien moet je niet alleen naar jezelf kijken. Het feit dat je met meer mensen tegelijk, op verschillende plekken, in één dossier kunt werken, hoe bereken je die tijdwinst? En dat de medewerker niet hoeft te wachten op de officier omdat die op zitting is, om in diens kamer te zoeken naar een bepaald dossier? Of dat er niet meer zeven kopieën gemaakt hoeven te worden. Dat scheelt ook tijd. Kortom, het is heel lastig om over het
geheel genomen een goede uitspraak te doen over de productiviteit met GPS. In de pilot bij met name de CVOM is gebleken dat een medewerker die zich volledig stort op GPS (en dus niet in de tussentijd ook met Compas blijft werken), het systeem veel sneller en beter onder de knie krijgt. Je moet het systeem naar je toe trekken. Je eigen maken. Er constant mee werken. Dan valt het muntje, en blijkt het toch ook wel leuk om mee te werken. Ander vraagje. Wie kent er alle mogelijkheden van Outlook? Wie gebruikt de takenlijst, de invulvelden van de contactpersonen? Kun jij toveren met Excell en berekeningen via verschillende werkbladen doorvoeren? Heel erg veel mensen niet. Dat is mede afhankelijk van hoeveel je met een systeem werkt. Dat geldt dus ook voor GPS. Het rendement van deze grote stap vooruit zit zeker niet in het eerste jaar dat je met GPS werkt. Bovendien zullen er nog verbeteringen doorgevoerd worden. Dus iedereen moet veel investeren. Opdat we er zelf goed mee kunnen werken, maar ook het CJIB, de politie en andere ketenpartners.
3. ‘Compas kan nog best jaren mee’ De technische levensduur van de Compassoftware raakt ten einde. Compas is een verouderd systeem, dat steeds is verbouwd. Van een auto kun je ook geen touringcar maken. Je kunt wel extra ruimte creëren, een dakdrager erop met een skibox, of twee, de achterbanken eruit, het raam open en
OPPORTUUN
iemand in de deur laten zitten, kijk maar naar Indiase taxi’s. Maar na verloop van tijd kan ál die extra bagage (management informatie, OM-beschikking) er toch niet meer bij. Dan moet je overstappen naar een echte touringcar. Om al die mensen en al die bagage de komende decennia weer rond te kunnen rijden. GPS is ontwikkeld als opvolger van Compas. Hiermee gaat het OM van papier naar digitaal, met nieuwe werkprocessen. Dat is een hele omschakeling, maar de kwaliteit van het werk zal verbeteren. Het is dus logisch en onvermijdelijk dat een systeem als GPS wordt ingevoerd. De techniek van GPS ondersteunt die nieuwe manier van werken. Die stelt ons in staat om weer heel lang vooruit te gaan, maar ook onze ketenpartners snel en efficiënt te blijven bedienen. We bouwen nu
Strip: Sjaak Klunder
GPS-fabels
Nummer 8 – 2007
aan iets nieuws, naast iets dat al twintig jaar functioneert. We gooien Compas ook echt niet meteen weg. Pas als GPS functioneert voor alle soorten zaken.
4. ‘GPS is instabiel’ Tijdens de pilotperiode zijn er inderdaad allerlei technische problemen geweest die het gebruik van GPS lange tijd negatief hebben beïnvloed. Inmiddels zijn de grootste problemen onder controle. Vergeet niet dat er in een relatief korte tijd heel veel verbeteringen en aanpassingen zijn geweest om in die ‘proeftijd’ zo veel mogelijk uit te proberen. Voor de landelijke uitrol zal er nog het nodige getest en verbeterd worden, voordat het bij de arrondissementen in gebruik wordt genomen. Daarnaast wordt
ook de techniek voor de langere termijn verder ontwikkeld.
5. ‘In GPS verdwijnen zo maar zaken’ Nee, je kunt in GPS geen zaken kwijt raken. Maar je hebt niet het visuele overzicht van een stapel dossiers op je bureau die je van ‘te doen’ naar ‘gedaan’ kunt verplaatsen. Je moet echt in de overzichtsbakjes van de computer kijken. Daar moet je mee leren werken. Uiteraard wordt daar in de training voldoende aandacht aan besteed. Tekst: Katja Wetsteijn
23
24
‘Eén scanner is geen scanner’ De “scanstraat” van de CVOM Gitta van Kleef: 'Zelfs ik kan het.' Foto: Onno Kummer
In de scanstraat van de CVOM betekent GPS: grootschalig papier scannen. Duizenden documenten kunnen er digitaal worden gemaakt. ‘Een kind kan de was doen.’ Terwijl ze de scanstraat van de CVOM in Utrecht toont, herhaalt Gitta van Kleef het woord een paar keer. ‘Scanstraat... scanstraat...’ Elke keer dat het uit haar mond komt klinkt het vreemder. ‘Ik vind het een flinke benaming voor een kleuren- en zwart-witscanner met daaraan gekoppeld een pc en beeldscherm, waarmee van papier digitale plaatjes worden gemaakt.’ Maar zonder scannen geen digitaal dossier in GPS, weet Van Kleef, die projectleider GPS bij parket Zutphen is en nu bij de CVOM is gedetacheerd. Immers, duizenden en duizenden documenten zullen voor de verwerking in GPS via de scanstraat digitaal worden gemaakt. Op dit moment valt het aantal scans nog mee. In de pilotperiode heeft de CVOM vierhonderd zaken (8WVW en 30WAM) voor de parketten Amsterdam en Den Bosch verwerkt. Meestal gaat het om procesverbalen van circa twaalf kantjes die moeten worden gescand en eventueel brieven van advocaten en ketenpartners. Het digitale dossier bevat daarnaast door GPS gegenereerde documenten die eventueel na ondertekening moeten worden ingescand, zoals vonnissen en vorderingen ter terechtzitting. ‘De overgang van Compas naar GPS is gelukkig geen big bang’, verklaart Van Kleef de relatief beperkte hoeveelheid scans. ‘We gaan immers niet in één keer om, want GPS wordt gefaseerd bij de arrondissementen ingevoerd. Als CVOM lopen we straks met de uitrol mee en wordt de GPS-zakenstroom groter en de Compas-zakenstroom kleiner. Voor de CVOM overigens een groot voordeel omdat de CVOM in GPS over een “eigen” arrondissementscode beschikt, dus je krijgt herkenbaarheid in de zaken.’ Straks gaat de CVOM echt grote volumes verwerken: een veelvoud van wat tot nu toe
in GPS is ingevoerd. Mentaal zijn ze er bij de CVOM al helemaal klaar voor. De vraag is nog of de scanstraat deze grote volumes in aantallen en tijd wel kan verwerken. ‘Eén scanner is geen scanner, zeggen we hier. Gaat er een scanner kapot, dan loop je immers het risico dat het primaire proces in de gevarenzone komt. Dus onderzoeken we nu of er straks een scanner bij moet, of dat we een ander type scanner met bijvoorbeeld meer vermogen gaan plaatsen.’ Wat verder in de toekomst zal overigens het aantal scans dalen. Op het moment dat de politie straks landelijk het ePV gebruikt, kunnen PV’s rechtstreeks digitaal GPS in. ‘Tot die tijd krijgen we te maken met een stijgende lijn in scanstroom. Het scannen wordt nu ervaren als extra werk, niet helemaal terecht. Op zich is het te vergelijken met kopiëren. In de huidige situatie wordt er gekopieerd voor officieren, advocaten of ketenpartners. Met het digitaal dossier behoort dit kopiëren voor een groot deel tot het verleden. Meerdere malen papieren dossiers uit elkaar halen en weer in elkaar zetten is dan niet meer nodig. Eigenlijk een echte winstpakker.’ PV’s worden in kleur ingescand; handtekening, stempels, foto’s en bijvoorbeeld situatieschetsen van een eenzijdige aanrijdingen worden hierdoor in GPS in kleur getoond en zijn daardoor goed zichtbaar. De overige documenten gaan door de zwart-wit scanner. ‘Het is heel makkelijk, zelfs ik kan het’, zegt Van Kleef terwijl ze een stapel PV’s scan-klaar maakt. Ze plakt een barcodesticker boven op het voorblad van het PV dat ze wil scannen. Daarna ontniet ze het document. Tot slot brengt Van Kleef scheidingsvellen aan bij het begin van elk nieuw PV. ‘Op die manier kun je een hele stapel tegelijk inscannen; door de aangebrachte scheidingsvellen ziet GPS het
onderscheid in de PV-documenten. Eigenlijk kost dit gepruts met het ontnieten en scanklaar maken meer tijd dan het scannen zelf.’ Dan legt ze de papieren op de scanner en start ze met de software het scanproces. Eén voor één rollen de documenten via doorvoerrollen door de scanstraat. Tijdens het scannen checkt ze op het beeldscherm of alles leesbaar is en er geen lege documenten tussen zitten. ‘Verder moet je nog even weten hoe je een document op het scherm moet omdraaien, zodat mensen straks geen whiplash oplopen bij het doornemen van het digitale dossier. Maar een kind kan de was doen.’ Het einde van het scannen luidt de eerste GPS-stap in: post behandelen. ‘De postbehandelaar bepaalt als “verkeersleider” wie welke digitale post voor zijn rekening neemt en welke vervolgstappen moeten worden uitgezet. Geeft de postbehandelaar in GPS aan dat er sprake is van een PV (procesdossier), dan wordt in GPS automatisch de processtap intake/beoordelen getoond met de bijbehorende fase Beoordelen.’ Na het scannen verwijdert Van Kleef de scheidingsvellen en niet ze de A4’tjes van de originele PV’s weer aan elkaar. Ten behoeve van de dossiervorming stopt ze het origineel in een kaftje. ‘In de toekomst hoeft dat niet meer, dan gaan we archiveren op barcode.’ ‘Nu is scannen bij de CVOM nog een taak van het hele GPS-team. Om het te leren, scannen beoordelaars en de administratief medewerkers om de beurt. Straks is het de bedoeling dat het scannen bij de gespecialiseerde repro-functie wordt ondergebracht, waar het scannen wordt afgewisseld met bijvoorbeeld kopiëren en het sorteren en stempelen van de dagelijkse post, die in postzakken wordt aangeleverd.’ Tekst: Pieter Vermaas
OPPORTUUN
Identiteitsfraude
Nummer 8 – 2007
Zitten voor een ander Integer Persoonsbeeld moet identiteitsfraude voorkomen
Een gedetineerde die tegen betaling een straf voor een ander uitzit. Een onschuldige die een procesverbaal krijgt omdat de schuldige valse identiteitsgegevens heeft opgegeven. Een dader die voor een licht vergrijp wordt gestraft zonder dat politie en justitie in de gaten hebben dat deze persoon onder een andere alias meer op zijn kerfstok heeft. Om identiteitsvaststelling te verbeteren participeert het OM in het project Integer Persoonsbeeld. Een “integer persoonsbeeld” houdt in dat de identiteit van een verdachte of gedetineerde volgens protocol is vastgesteld. Werken volgens dat protocol biedt het OM grote voordelen, zegt Theo d’Anjou, rechercheofficier in parket Middelburg en landelijk OM-projectleider Integer Persoonsbeeld. ‘Met een integer persoonsbeeld komt het niet meer voor dat iemand bij de politie als A bekend staat, terwijl hij bij ons als B bekend staat. We weten nu zeker dat A ook echt A is, en we weten alles van zijn aliassen. Ook al heeft iemand 44 aliassen, we koppelen die via vingerafdrukken, foto’s en documenten nu aan dezelfde persoon.’ De politie gaat de identiteit van de verdachte eenduidig vaststellen, zo veel mogelijk door controle van het identiteitsbewijs. Wanneer dit er niet is of wanneer het vals is, volgt een nader identiteitsonderzoek. Daarnaast wordt een
digitale foto genomen en worden zijn vingerafdrukken gescand. Al deze gegevens worden opgeslagen in een databank. Begin volgend jaar zal in enkele politieregio’s een begin worden gemaakt met deze eenduidige vaststelling van de identiteit door de politie. Ook bij parketten, rechtbanken en penitentiaire inrichtingen komen vingerscans. Wanneer een verdachte voor bijvoorbeeld een OM-zitting op het parket komt, voor een zitting op de rechtbank verschijnt, of na een verlof bij de PI terugkeert, legt hij zijn vinger op een vingerscan. Al zijn gegevens springen dan te voorschijn op een computerscherm. Zo blijkt direct of de goede persoon zich heeft gemeld. Voor de nieuwe werkwijze moet een wetswijziging worden aangenomen en moet de ICT, waaronder het Havank (vingerafdrukken-)systeem van de politie, worden aangepast. Hierop vooruitlopend worden nu pilots
gedraaid in parket Haarlem (team Schiphol), Amsterdam, Breda en Dordrecht. De pilot op Schiphol richt zich alleen op de identiteitsvaststelling van bolletjesslikkers, zegt de Haarlemse officier van justitie en regionaal projectleider integer persoonsbeeld Diana van Gosen. ‘Op Schiphol zijn de DJI, de Koninklijke marechaussee, het parket, en de rechtbank vertegenwoordigd. Daarbij zit, op kleine schaal, de héle keten bij elkaar.’ Dat is anders bij de pilot in Dordrecht, weet de Dordtse officier en regionaal projectleider Astrid Tiggelaar. ‘Bij politie Zuid-Holland-Zuid geldt de identiteitsvaststelling bij álle verdachten. Daarbij is gekozen voor een “decentrale opzet” waarbij iedere Dordtse diender de identiteitsvaststelling doet via het nieuwe protocol. Terwijl bijvoorbeeld in de Amsterdamse pilot alleen politieassistenten op twee centrale locaties de identiteit vaststellen.’ ‘Omdat iedereen het op een andere manier doet,’ zegt landelijk projectleider D’Anjou, ‘komen we er achter wat wel en niet werkt en kunnen best practises ontstaan.’ Tekst: Pieter Vermaas
Wat merken medewerkers: 1. De dossiers bevatten meer gegevens over de vaststelling van de identiteit, zoals een foto en een kopie van het identiteitsbewijs. 2. De politie gaat de identiteit van verdachten grondig vaststellen. 3. De identiteitsgegevens van verdachten worden vastgelegd onder een “strafrechtketennummer” Dit nummer wordt de basis voor de vastlegging van de persoonsgegevens in de politie- en justitiesystemen. 4. Er zullen meer gevallen van identiteitsfraude worden vastgesteld.
25
26
Forensische Samenwerking ‘Meer begrip tussen betrokken organisaties’
Zeven FSO’s functioneren in Nederland als interface-organisatie tussen OM, politie en NFI. Voluit staat de afkorting dan ook voor Forensische Samenwerking in de Opsporing. Die werken goed, zeggen forensisch officieren. ‘Met het FSO heb je één loket naar diverse deskundigheidsgebieden binnen het NFI, en dat werkt prettig. Forensisch adviseurs van het FSO ontsluiten soms mogelijkheden voor je waaraan je zelf niet had gedacht.’ De forensisch officier onderhoudt contacten met de forensische partners van het OM en daardoor met het FSO in het eigen gebied. Zowel de functie van forensisch officier als de start van de FSO-posten was een aanbeveling uit het rapport van de commissie-Posthumus. En hoewel het bestaan van beide nog pril is – het zevende FSO opende in juli 2007 – hebben ze elkaar al goed gevonden. Liesbeth Schuijer, forensisch officier van justitie bij het parket in Den Haag: ’Doordat je dezelfde expertise hebt, praat je op gelijk niveau. Daarin investeren wij als forensisch officieren ook stevig. Zo hebben we een speciaal opleidingsprogramma en doen we cursussen bij het NFI, waardoor we op de hoogte zijn van de mogelijkheden én onmogelijkheden in het forensisch onderzoek.’ Door hun specialisatie zijn de forensisch officieren ook een eerste aanspreekpunt voor hun collega’s bij forensische vragen.
Optimale afstemming Op elk van de FSO’s werken vier forensisch adviseurs, aangestuurd door een locatiecoördinator, die verantwoording aflegt aan politie en het NFI. ‘Op de FSO’s begeleiden we de zakenstroom zo efficiënt mogelijk’, zegt Bert van Leuven, die bij het NFI programmamanager uitrol FSO’s is. De adviseurs pakken elke zaak zoveel mogelijk
volgens een vast traject aan. Dit start met het screenen van een zaak. Daarna volgt een FIT-gesprek: een forensische intake waarbij een forensisch adviseur overlegt met de opdrachtgever; bij voorkeur is daarbij een officier van justitie aanwezig en zonodig ook deskundigen van het NFI. Na deze intake monitort het FSO het proces, dat afsluit met een evaluatie van de gang van zaken. Van de forensisch adviseurs komen er twee uit de gelederen van het NFI en twee van de korpsen. Dit moet een optimale afstemming realiseren. ‘De adviseurs balanceren tussen twee werelden’, oordeelt Greetje Bos, forensisch officier van justitie bij het parket in Rotterdam. ‘Bij de politie zit veel deskundigheid die vanuit de praktijk is ontstaan en bij het NFI is de deskundigheid vanuit de wetenschap ontstaan. De FSO’s vervullen een belangrijke rol bij het synchroniseren van deze organisaties. Dat kost al met al flink wat tijd.’ Bos is tevreden over de rol die de adviseurs vervullen. ‘Zij zijn voor ons vooral een mediator tussen ons als OM en het NFI en de politie. De adviseurs zijn goed in staat om in een zaak met alle partijen rond de tafel te gaan zitten, te inventariseren wat een PD aan sporen heeft opgeleverd en vervolgens te kijken wat er het best kan gebeuren. Dit vindt plaats in overleg met alle betrokken partijen.’
Samengebalde ervaring Voor het OM is het prettig om een vast aanspreekpunt voor het forensisch onderzoek te hebben, zegt Liesbeth Schuijer, officier van justitie van parket Den Haag. ‘Op de FSO’s is een samenballing van de ervaring van het NFI en die van de politie. Daardoor kun je je werk efficiënter doen.’ De kracht van de forensisch adviseur ligt deels in het goed kunnen prioriteren. Schuijer: ‘Zowel bij het OM als bij de politie en het NFI bestaat de neiging om liefst alles te onderzoeken in een zaak. Maar we hebben te maken met beperkte capaciteit. Dan moet je zinvolle keuzes maken en het is een van de taken van de forensisch adviseur om daarin goed te adviseren.’ Dat betekent niet dat je direct allerlei onderzoeken uitsluit, maar wel dat je prioriteert. Dat helpt gewoon om de instroom te beperken. Dat de FSO’s daadwerkelijk de snelheid van onderzoek bevorderen, durft Schuijer nog niet te beamen. ’Het is wel de bedoeling, maar het is nog te vroeg om daar iets over te zeggen. Ik vind het in ieder geval een goede zaak dat de forensisch adviseurs aan voortgangsbewaking doen. Ze dringen bij alle partijen aan op het nakomen van gemaakte afspraken. Ze zorgen er voor dat zaken tijdig, compleet en correct worden aangeleverd én dat de deskundige op tijd rapporteert.’
Monitorfunctie Wanneer de forensisch adviseur de monitorfunctie goed invult, kan dit diverse voordelen hebben, meent ook “FSO-uitroller” van het NFI, Bert van Leuven. ’In het verleden belde een officier wel eens omdat er twee dagen later een zitting was en hij het rapport nog niet had. Zaken worden echter zes weken vooraf op de rol gezet. We zitten er daarom nu in een vroeg stadium achteraan om te
OPPORTUUN
Forensische samenwerking
Nummer 8 – 2007
in de Opsporing
Forensisch officier Liesbeth Schuijer: 'We zitten nu dicht op elkaar'. Foto: Gerhard van Roon
zorgen dat de uitslag van het onderzoek van het NFI op tijd bij het OM is. Zodat er zo weinig mogelijk pro-formazittingen zijn doordat het rapport van het NFI ontbreekt.’ Overigens zien sommige adviseurs meer contact met de forensisch officieren wel zitten. Jan Stoof, forensisch adviseur in Utrecht: ’Met name bij de zaken die nét geen TGO zijn, zoals verkrachtingen en zware overvallen, zou ik best vaker met de forensisch officieren om tafel willen’, zegt Stoof, die eerder technisch rechercheur in politieregio Utrecht was. ‘Voor deze zware delicten houden we wel een FIT-gesprek, maar daar is de forensisch officier meestal niet bij. Terwijl het goed zou zijn als ook hier in samenspraak wordt afgestemd welke onderzoeken zinvol zijn. Zodat de energie zo zinvol mogelijk wordt ingezet. Ik hoop dat de forensisch officier hier op termijn een rol in kan spelen.’
Doorgroeien
Elkaar intensief opzoeken
Volgens de forensisch officieren Bos en Schuijer kunnen de FSO’s nog groeien. Schuijer: ‘De ontwikkeling van één daarvan, het landelijk sporenvolgsysteem, is al ingezet. Nu is het soms moeilijk om zaken met elkaar in verband te brengen omdat iedereen andere manieren van registratie gebruikt. Het sporenvolgsysteem geeft elk spoor een uniek nummer dat alle organisaties gebruiken. Dat biedt transparantie.’ Ook menen beiden dat de FSO’s zich mogen doorontwikkelen naar Forensische Service Centra. ‘Natuurlijk moet eerst de basis goed zijn,’ zegt Bos, ‘maar vervolgens mogen de FSO’s zich ontwikkelen als kennisverspreiders en zich bezighouden met vooronderzoek op locatie. Wij zien het wel zitten als men op deze posten de sporen veilig gaat stellen. Dat geeft het NFI lucht, zodat het meer zaken kan onderzoeken.’
En verdere verbeterpunten? Bos: ‘Die heb ik niet echt, want de contactlijnen zoals die nu lopen zijn gewoon erg goed. Als de FSO’s ook nog de taak van het monitoren en bewaken goed uitvoeren, scheelt dat voor mij als forensisch officier werk. Ik hoef dan niet steeds achter de afspraken met het NFI aan te hollen.’ ‘Voor het eerst’, zegt Schuijer, ‘is er een samenwerking waarbij we elkaar zo intensief opzoeken. Doordat je zo dicht op elkaar zit, begrijp je ook beter met welke problemen de andere organisaties worstelen. Dat is misschien nog wel de belangrijkste winst; dat er veel meer kennis van elkaars werk is. En daardoor is er veel meer begrip ontstaan en kan men beter rekening met elkaar houden.’ Tekst: Miranda van Ark
27
Personalia
28
Personalia Parket Dordrecht In: Uit:
Eise Kamphuis (medewerker repro) Rachel Cudogham (adjunct parketsecretaris) Johannes Frankruijter (RAIO) Ludwina Sprok (stagiaire OvJ uit Sint Maarten)
Ressortsparket Arnhem Albert Hazelhoff (plv. hoofdadvocaat-generaal) Sarah Keizer, Mark Lauriks, Sabine van den Brink (secretarissen) Martina Bijker-Veen (advocaat-generaal) Randy Geluk (Front Office) Guido Roording (informatiespecialist) Switch: Paul Everaars (nu plv. hoofdadvocaat-generaal in Alkmaar) Anouk van de Kerkhof (van Back Office naar Front Office) Cora Pieffers (Informatiespecialist) Uit: Audrey Bulsink, Celina Pas, Sven Brinkhoff (secretarissen) In:
Arrondissementsparket Utrecht Marianne van Ling (sectiechef Maatwerkzaken) Joey Tuinenburg (administratief medewerker) Switch: Rolf Eigeman (recherche-officier Landelijk Parket) Kirsten Romijn - Jaspers (CVOM) Mieke Bongaerts (Gerechtshof Den Haag) Femke Willems (Rechtbank Rotterdam) Carla van den Broek (CVOM) Anita Verwoerd - van Dieten (medewerker P&O) Uit: Dina Al Abbasy (stagiaire P&O) In:
Arrondissementsparket Arnhem in:
Linda Hoestlandt (managementassistente) Freek Spruijt (wetenschappelijk onderzoeker) Frans van Delft (BIV-medewerker) Joep Beerens (applicatiebeheerder) Edwin Vink (financial controller) Faiga Boerboom (administratief medewerker) Natalie Scholten (criminoloog) Ine Meulendijks, Andrea Vloedbeld,
uit:
Ingeborg Muller (officier van justitie) Marloes Zewald
CVOM Mechriban Agajeva, Lahoucine Aztouti, Sabrina van Bavel, Lennaert Bergsma, Hilde Bisschop, Leonie Boudewijn, Lilian Daams, Angelien Haaken-Vogel, Maaike Koeman, Jana Kool, Dominique Rademaker, Amanda Sinkeler (administratief medewerkers) Judesca Hooker (zittingsvertegenwoordiger) Guy Friedrichs (directiesecretaris) Christina Klomp (management assistente) Rigdzin Tashi Phüntsok (applicatiebeheerder) Anjelie Audhoe, Henrike Benjamins, Dominique Benschop, Ahmed Douiri Helena van Hulzen (stagiair) Switch: Corrie van Buuren, Diana van Veenendaal (administratief medewerkers, van BVOM) Frank van Spronsen (naar Parket-Generaal) Uit: Patricia Bos, Suzan Hutter, Leo van Kempen, Suzanne Koelewijn, Maria Montoya Patiño-de Klein, Chris van der Tol In:
Arrondissementsparket Zwolle-Lelystad Wilbert Tomesen (hoofdofficier van justitie) Hilde Dam, (AJM’er) Marlene Kartodikromo, Bert van der Sluis (senior administratief medewerkers) Simon Kooistra, Amy Maduro (parketsecretarissen) René Merema (P&O adviseur) Switch: Arend Vast (hoofdofficier van justitie, naar Eurojust) Carolien Veenman (senior administratief medewerker, naar parket Alkmaar) Ingeborg Muller (officier van justitie, naar parket Arnhem) Steven Cotino (senior administratief medewerker, naar Functioneel Parket Amsterdam) Uit: Jolanda de Kleine-Zomerdijk, Joëlla Baal, Joke Faber-Brugman, Lique van Donselaar (administratief medewerkers) In:
OPPORTUUN
Uitgelicht
Nummer 8 – 2007
De middelvinger
In de zittingszaal doemen soms onverwachte problemen op. Een politieman, naar wie opzichtig de middelvinger werd opgestoken, vond daarin aanleiding om een procesverbaal voor belediging op te maken. Maar is dat nou wel beledigend? De politierechter in Almelo vond van niet. In een vonnis van 10 april 2007 leeft hij zich uit in een fraai stukje proza, waarin hij allereerst een lezenswaardige beschouwing geeft over de herkomst van het gebaar: ‘De opgestoken middelvinger – hetzij links dan wel rechts – is een – vermoedelijk uit de Verenigde Staten van Amerika overgewaaid – gebaar, verbeeldende de uitdrukking: “up yours”. Even bargoens en plat als “Stop dat maar in je reet.” Hier te lande is het gebaar echter in de loop der jaren ingeburgerd als zou het betekenen: “fuck you”. Hoewel dit letterlijk een seksuele duiding inhoudt, wordt het in feite vrijwel nimmer zo bedoeld. Het betekent, afhankelijk van de omstandigheden, veeleer: “Lazer toch op”, “Krijg de kolere”, “Maak dat de kat wijs”, “Ik heb schijt aan je” of soms zelfs “Val dood”. In alle gevallen zonder twijfel hufterig en/of
onbeschoft,’ aldus nog steeds de politierechter, ‘maar hufterig en/of onbeschoft gedrag is – hoewel spijtig genoeg – op zichzelf naar Nederlands recht niet strafbaar.’ Maar is de middelvinger daarmee nou wel of niet beledigend? Nee dus, zo concludeert de politierechter. Dat de verdachte dat zelf wél vond, is daarbij voor de rechter niet doorslaggevend: ‘Verdachte heeft een dusdanig uitgebreide en gevarieerde strafrechtelijke documentatie, dat betwijfeld moet worden of hij beschikt over een zodanig ingeprent stelsel van normen en waarden dat hij in dit kader geacht moet worden te weten waar hij het over heeft.’ Hetgeen leidt tot vrijspraak: ‘Aldus is niet komen vast te staan dat de opgestoken rechtermiddelvinger van verdachte in casu de tenlastegelegde belediging opleverde, zodat verdachte dient te worden vrijgesproken.’ Bij arrest van 12 juli 2007 (LJN BA9186) heeft het Arnhemse hof zich eveneens over deze materie uitgesproken. In die zaak kwam het wél tot een veroordeling: ‘In het onderhavige geval kan het opsteken van de middelvin-
ger, zoals in bovengenoemd proces-verbaal omschreven, slechts worden begrepen als een uiting van grote minachting jegens de betreffende politiefunctionarissen en daarmee als een gebaar dat de strekking heeft de politiefunctionarissen tot wie het gebaar was gericht in hun eer en goede naam aan te tasten.’ En wie vindt dat een politieman meer moet kunnen hebben dan een ander vindt het hof evenmin aan zijn zijde: ‘Het hof overweegt bovendien dat in zijn algemeenheid niet valt in te zien waarom voor agenten een hogere grens zou gelden dan voor de gemiddelde mens.’ En dat is maar goed ook: de gedachte dat een politieman of andere functionaris het tot op zekere hoogte maar over zijn kant moet laten gaan als hij wordt uitgescholden, beledigd of zelfs met enig geweld te maken krijgt, is niet de mijne. Jan Willem-Grimbergen, advocaat-generaal ressortsparket Arnhem
29
30
INTERNATIONAAL Doortocht in het kader van uitlevering
Europees Aanhoudingsbevel (EAB) en de
lid 4, onder voorwaarden in de doortocht van
Overleveringswet zijn vier mogelijke vormen van
Nederlanders. In een dergelijk geval zal de officier
doortocht ontstaan:
van Justitie moeten nagaan of naar Nederlands
In het kader van een uitlevering of overlevering wordt de opgeëiste persoon vervoerd over
recht overlevering van deze persoon mogelijk 1.
het grondgebied van een derde staat die niet betrokken is bij deze uitleveringsprocedure.
2.
Deze derde staat behoudt het recht om voor dergelijk vervoer eerst toestemming te verlenen. Verzoek aan Nederland om doortocht Artikel 48 Uitleveringswet (UW) bepaalt onder-
3. 4.
Doortocht van een EAB-land naar een
zou zijn. Daarbij is ondermeer van belang dat
EAB-land
overlevering van Nederlanders alleen mogelijk is
Doortocht van een niet-EAB-land naar
ter fine van strafvervolging en dat in een dergelijk
een EAB-land
geval sprake moet zijn van een terugkeergarantie
Doortocht van een EAB-land naar een
(zie artikel 6 OLW en de rubriek Internationaal
niet-EAB-land
van Opportuun, jrg. 13, nr. 1, januari 2007).
Doortocht van een niet-EAB-land naar een niet-EAB-land
meer dat vreemdelingen die, ten behoeve van
Verzoek door Nederland om doortocht Artikel 56 OLW geeft een regeling voor de situ-
een strafrechtelijk onderzoek of de tenuitvoerleg-
Ad. 1 en 2
atie dat Nederland een derde land, in het kader
ging van een strafvonnis, door de autoriteiten van
Voor deze twee vormen van doortocht geldt de
van overlevering, verzoekt om toestemming voor
een vreemde staat ter beschikking van de autori-
procedure van artikel 51 OLW. Op grond van dit
doortocht. De UW geeft hiervoor geen regeling.
teiten van een andere staat worden gesteld, met
artikel is doortocht een bevoegdheid van de offi-
In dat geval wordt volstaan met hetgeen daar-
toestemming van de Minister over Nederlands
cier van Justitie geworden. Dergelijke verzoeken
omtrent in de betreffende verdragen is geregeld.
grondgebied kunnen worden vervoerd.
kunnen door de officier van Justitie zelfstandig worden afgedaan wanneer zij vanuit het buiten-
Doortocht in het kader van overbrenging van
Artikel 51 Overleveringswet (OLW) bepaalt onder-
land worden ontvangen of worden doorgezon-
gevonniste personen
meer dat vreemdelingen die, ten behoeve van een
den door het Nederlandse ministerie van Justitie.
Ook in het kader van een verzoek om over-
strafrechtelijk onderzoek of de tenuitvoerlegging
Er is geen toestemming van de minister van
brenging van gevonniste personen kan het
van een strafvonnis, door de uitvoerende justitiële
Justitie vereist.
voorkomen dat de veroordeelde persoon wordt vervoerd over het grondgebied van een derde
autoriteit van een lidstaat feitelijk worden overgeleverd aan de uitvaardigende justitiële autoriteit
Ad. 3 en 4
staat die niet betrokken is bij deze overbren-
van een andere lidstaat of door een derde staat
Voor deze twee vormen van doortocht blijft de
gingsprocedure. Deze derde staat behoudt het
aan een andere lidstaat worden uitgeleverd, met
procedure van artikel 48 UW gelden. Doortocht
recht om voor dergelijk vervoer eerst toestem-
toestemming van de officier van justitie over
is afhankelijk van toestemming door de minister
ming te verlenen. Artikel 69 Wet Overbrenging
Nederlands grondgebied kunnen worden vervoerd.
van Justitie. Wanneer een dergelijk verzoek door
Gevonniste Personen (WOTS) verklaart in derge-
een officier van Justitie wordt ontvangen kan
lijke gevallen de artikelen 48 en 50 UW van toe-
Het toepasselijke verdrag geeft vaak criteria
contact opgenomen worden met de Afdeling
passing. Toestemming wordt dus gegeven door
voor het nemen van een beslissing over door-
Internationale Rechtshulp in Strafzaken van het
de minister van Justitie.
tocht (zie bijvoorbeeld artikel 21 en 25 Europees
ministerie van Justitie.
Uitleveringsverdrag (EUV)). Ook van belang zijn
Tekst: Linda Bregman, Ministerie van Justitie,
de verklaringen die lidstaten mogelijk hebben
Nederlanders
Afdeling Internationale Rechtshulp in Strafzaken,
afgelegd bij het betreffende verdragsartikel.
De UW maakt enkel doortocht van vreemde-
telefoon 070 – 37 07 468
Met de inwerkingtreding van het Kaderbesluit
lingen mogelijk. De OLW voorziet in artikel 51,
2e etage
Strip: Linda van Bruggen
OPPORTUUN
Verkeer
Nummer 8– 2007
verkeer
werkvrachtwagen. Een wegwerker die het verkeer stond te regelen heeft daarom, volgens de
Gebruik van de autogordel
betrokkene, hem de busbaan op gestuurd. Het
Gerechtshof Leeuwarden 18 juni 2007,
Voorsorteervak niet volgen
hof oordeelt dat, nog daargelaten of de door
WAHV 07/00569
Gerechtshof Leeuwarden 30 juli 2007,
de betrokkene geschetste gang van zaken juist
WAHV 07/00821
is, daarin geen rechtvaardiging gevonden kan
De betrokkene ontkent dat hij geen gordel heeft
worden voor het ongeoorloofde gebruik van de
gedragen. Hij voert aan dat hij vanwege zijn lengte
De betrokkene bestrijdt niet dat hij op een krui-
busbaan. Uit hetgeen hij heeft aangevoerd volgt
en veiligheid de gordel onder zijn oksel draagt.
sing niet de richting had gevolgd die het voor-
niet zonder meer, dat van hem niet kon worden
Tijdens het rijden heeft hij de gordel onder zijn
sorteervak aangaf, maar voert aan dat hij voor
gevergd dat hij wachtte tot de vrachtauto de
oksel weggehaald. De verbalisant had gezien dat
het groene verkeerslicht stond achter, naar hij
weg weer vrijgemaakt had. Bovendien is niet
de gordel ongebruikt langs de deurstijl hing en
veronderstelde, een voertuig met pech en logi-
aannemelijk dat de betreffende wegwerker,
betrokkene rijdend langs het (verkeers-)controle-
scherwijs om dat voertuig heen is gereden. Het
die de betrokkene de busbaan opgestuurd zou
punt met de rechterhand de loshangende gordel
hof overweegt dat de door de betrokkene aange-
hebben, een bevoegde en als zodanig herken-
greep en deze om trok. Het hof ziet in hetgeen de
voerde omstandigheden niet van dien aard zijn
bare verkeersregelaar als bedoeld in artikel 82
betrokkene aanvoert geen aanleiding te twijfelen
dat deze het opleggen van een administratieve
RVV90 was (vgl. Hof Leeuwarden 14 augustus
aan de verklaring van de verbalisant. Een verba-
sanctie niet billijken dan wel dat deze tot matiging
2002, WAHV 02/00466). Volgt bevestiging van de
lisant is er bovendien op getraind waarnemingen
van de opgelegde sanctie dienen te leiden. De
beslissing van de kantonrechter tot ongegrond-
als de onderhavige te doen in verkeerssituaties.
enkele veronderstelling van de betrokkene dat het
verklaring van het beroep.
Uit de verklaring van de verbalisant blijkt tevens
Van oude dingen die voorbijgaan
dat het ging om een gerichte controle. Bij een
voertuig voor hem pech had, rechtvaardigt niet de keuze van de betrokkene om reeds bij voorbaat
Overschrijden van doorgetrokken streep
gerichte controle kan de toezichthouder zich vol-
het voertuig in te halen en dientengevolge een
Gerechtshof Leeuwarden 16 juli 2007,
ledig richten op die taak, zodat een goede waar-
andere richting te volgen dan de richting van het
WAHV 07-00447
neming kan worden gedaan. Volgt bevestiging
De verbalisant verklaart in het zaakoverzicht van
grondverklaring van het beroep.
van de beslissing van de kantonrechter tot onge-
voorsorteervak. Volgt bevestiging van de beslissing van de kantonrechter tot ongegrondverkla-
Hoe het strafrecht eigenlijk is, ring“modisch” van het beroep. realiseer je je als je een intree-rede herScherpe aan eenjaren, voertuig leest die indelen de zeventiger natuurlijk van de vorigeLeeuwarden eeuw, enorm furore Gerechtshof 9 juli 2007, maakte. “Het rechtskarakter van het strafrecht” van WAHV07/00025 A.A.G.Peters is zo’n oratie. De kern ervan is, Dehet betrokkene ontkentvan dat hij een voertuig dat rechtsgehalte eenmet strafrechtssysteem afhankelijk is dat vanscherpe de mate waarin het heeft gereden terwijl delen heeft. Hij rechtsbescherming biedt tegen de overheid. voert aan dat de spoiler achter op het voertuig Die per definitie niet te vertrounietoverheid scherp enishoekig is. De verbalisant heeft wen. is er op uitvan hetdeindividu te onrechte onderbij deZij beoordeling spoiler ten werpen, zijn private te ontkennen geen gebruik gemaaktsfeer van een meetmiddel.en De zijn grondrechtsuitoefening onmogelijk tehet verbalisant verklaarde dat het spoilertype niet maken. type was dat was goedgekeurd voor dit merk en type voertuig. De spoiler was voorzien van twee
De verdachte ook weer per definitie, scherpe zijden.is,Het hof ziet geen aanleidingeen de “ontrechte”, machteloze, die door twijfelen aaneen de ambtsedige verklaring vanhet de “establishment” (ookdeweer zo’nen term die delen verbalisant. Dat deze scherpe hoekige niemand vandaag nog in de mond neemt) van de spoiler visueel heeft waargenomen en niet gestigmatiseerd is. Peters gebruikt zijn met behulp van een meetmiddel heeftvoor vastgesteld beschrijving de “strafrechtswerkelijkdat de spoilervan scherp en hoekig was, maakt dit, heid” (alwéér zo’n volgens het hof, nietwoord) anders.twee Volgt uitersten. bevestiging Aan kant isvan er de hetkantonrechter “crime control vande deene beslissing tot ongegrondverklaring van het beroep. model”. Dat is het systeem, waarbij de overheid het straffenarsenaal gebruikt om de Gebruik maken van busbaan mensheid tot het gewenst gedrag te brengen. De straf Leeuwarden is instrument. Aan2007, de andere Gerechtshof 19 juni kant is er het “due process model”. Dat is het WAHV 07/00484 stelsel, waarbij voorop staat dat de mens De betrokkene ontkent nietbeginselen dat hij gebruik “menswaardig”, volgens vanheeft gemaakt van de busbaan plastisch of –strook,met aangeduid behoorlijk procesrecht, zijn schuld geconfronteerd terechtmet “lijnbus”, maar voert wordt. aan dat Ter hij de kruising zitting alsdie hetwerd moet, buiten dedoor rechtszaal als naderde geblokkeerd een kerende
het is niet vergeldend, maar hetkan. CJIBDe datstraf de betrokkene de doorgetrokken “conflictoplossend”. streep overschreed om een drietal auto’s in te
het. Twintig jaren lang. Twintig jaar lang bleTaxichauffeur en gordelgebruik ven de rechtsbeoefenaren gevangen in de tegenstelling tussen “crime control” Gerechtshof Leeuwarden 25 juni 2007, en “due halen, welke stil stonden. In een aanvullende Dat laatste verduidelijkt stelsel, u raadt heteen al, had de WAHV 07/00600; process” en namLJN:BB1930 de politiek vérreikende verklaring hij dat bestuurder voorkeur van Peters. vanstaande al zijn toehoorvan een bromfiets kortEn werd gehouden beslissingen, waaronder de reductie van de De taxichauffeur erkent geen gebruik te hebben ders en de lezers. Dat waren destijds bezet- penitentiaire capaciteit. Natuurlijk zijn we en dat opvallende dienstauto op alle de rijbaan ters academische posten. Bovendien gemaakt van de gordel, maar stelt datgevandit was weer opnieuw in slagwoorden wasvan geplaatst met knipperende richtingaanwij- nu gen. Ik kan ze noemen. dat doe ik moesten allede studenten instonden de rechten zers. Achter dienstauto drie deze auto’s toegestaan opugrond van deMaar Wet Personenvervoer niet. IkEen gebruik ze voor mijniseigen suspecte oratie uit hun Ik ook. Alleen te wachten. Ikhoofd zag datleren. de bestuurder van een 2000. chauffeur die bezig met personenvervoer is niet verplicht een Jan autogordel te door dragen. motieven. Alleen zo komt Splinter vroeg ik mij af of nu in de gaten motorrijtuig deze drieniemand auto’s links passeerde, deNu winter. had dat deze onderling niet hij in werktijd geen gordel droeg was dit waarbij hij depolariteiten doorgetrokken streep overschreed gelijkwaardig waren. Als voor je aan ervan toegestaan. Of er zich een passagier in de persoen geheel op de rijstrook hetéén tegemoetTekst: Gerard Strijards nentaxi bevond, doet volgens hem niet ter zake. komende reed. De betrokkene voert tevoren deverkeer kwalificatie “due” geeft - en dat De verbalisant verklaarde dat er geen passagiers aan dat hij als vrijwilligerdan werkt dekonijn Stichting betekent: “behoorlijk”zitbij het toch eigenlijktealA.inende hoed? is datgene in de taxi waren. De betrokkene zat alleen in de Rolstoelbus een cliëntDan moest ophalen. wat je “bewijzen” toch eigenlijk uitauto en kwam aanrijden zonder autogordel. Naar Nadat hij enige tijdwil heeft gewacht en al zich ervan gangspunt? de overtuiging van het hof is komen vast te staan heeft vergewist dat er geen tegemoetkomend verkeer reed, is hij het politievoertuig gepas-
Mijn oude, wijze seerd, nu hij niet leermeester wist hoe lang Cees het oponthoud Bronkhorst toen ik hem ging duren.knikte Hij steltvermoeid slechts één voertuig, te hierop Zijn collegezaal was net bezet weten wees. het politievoertuig, te zijn gepasseerd. door de abolitionisten, dieonwetendheid het strafrecht Het hof stelt dat de enkele bij de geheel wilden afschaffen omdat de mens betrokkene over de duur van het oponthoud, inniet wezen goed bleek te zijn. Hij had dus betrokkenes keuze rechtvaardigt om reeds wel tijd.de Wevoertuigen zaten in de gang, bij even voorbaat in te halenterwijl en daarbij inde dedoorgetrokken zaal de kreet “discussie! Discussie!” streep te passeren. Of hierbij werd aangeheven. De zijn eerste keer dat ik één of drie voertuigen gepasseerd, doet niet Bronkhorst was hij wit. ter zake. Datontmoette naar de mening vangeheel de betrokkene geen“Recht sprakeVooruit” was van een De fractie hadonoverzichtelijke een zak met en gevaarlijke maakt dit hij, eveneens meel over hemsituatie uitgestort toen betab-niet berd, de dies openen. dit maar anders. Volgtwilde bevestiging van“Je de kan beslissing van beter vóór je houden” deelde hij mij mede. de kantonrechter tot ongegrondverklaring van “Met die lui is tóch niet te praten”. Zo was het beroep.
dat de betrokkene geen passagiers vervoerde op het moment van de staande houding. De wetstekst van artikel 59, zesde lid, RVV90 moet naar het oordeel van het hof zo worden gelezen dat de uitzondering op de gordelplicht slechts geldt in het geval daadwerkelijk personen tegen vergoeding worden vervoerd. Anders dan de betrokkene meent, is deze uitzondering niet zo ruim dat de gehele werktijd van een taxichauffeur daartoe behoort. Volgt bevestiging van de beslissing van de kantonrechter tot ongegrondverklaring van het beroep. Tekst: Koos Spee, Bureau Verkeershandhaving OM. Voor complete teksten, bel 0346 – 333310.
31
Harm Brouwer bezoekt jaarlijks alle parketten. Op dinsdagochtend 4 september was het ressortsparket Arnhem aan de beurt. De voorzitter van het college begon de eerste 25 minuten van zijn bezoek met een stage bij Front Office. Peter Nederveen, coördinator FO, vertelde Harm Brouwer van achter zijn bureau welke werkzaamheden er op zijn afdeling worden verricht. Om het verhaal te verlevendigen hebben ze samen een appeldossier binnengehaald. Daarbij is o.a. aandacht besteed aan het nieuwe verlofstelsel.
Namens de vijf ressortsparketten bood Leo den Hollander op 6 september de vijf samenwerkingsovereenkomsten aan de hoofdofficier van justitie van het Funtioneel Parket ter ondertekening aan. In grote lijnen bevatten de vijf documenten dezelfde afspraken, de verschillen liggen in de diverse administratieve afhandelingen en gelden van 2007-2009.
Ruim een jaar werkte de GPS Taskforce aan verbetering van het GPS-systeem met belangrijke inbreng van de pilots. Op 19 september viel het doek; voortaan coördineert de GPS Gebruikersraad de afhandeling van gebruikersopmerkingen. Bij de laatste Taskforce-vergadering waren, achterste rij, vlnr: André Blommers (ICTRO), André Wolfs (OM Den Bosch), Hein Tuijp (OM Amsterdam), Ton Reesink (voorzitter GPS Taskforce), Jan Erlings (Centraal Functioneel Beheer). Voorste rij: Piet Werk (ZM Amsterdam), Mark Elstgeest (project GPS), Marjolein Steeman (AEF) en Petra Sprado (project GPS).
Afscheid van advocaat-generaal Rob de Vries (ressortsparket Amsterdam) als voorzitter van het Landelijk Platform jeugd-OM en de OM-commissie jeugd. Uit handen van PG Han Moraal ontvangt hij een OM-beeldje (Tommie).
Uitreiking certificaten module 1 aan medewerkers arrondissementsparket ‘s-Hertogenbosch op 6 september 2007. Links op de foto, Leo Melkert, de interne docent van de module 1.
‘De samenwerking met Zutphen/Arnhem werkt sterk kwaliteitsverhogend.’ Eén van de stellingen waarover gediscussieerd werd tijdens het bezoek van Harm Brouwer aan Arnhem op 4 september.
We gaan samenwerken! Het thema van het bezoek van Harm Brouwer aan Zutphen op 4 september! (Zutphen)
De afdeling Zwacri heeft een nieuwe BOB-kast (en een opblaas-BOB)! (parket Zutpen)