OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK

OPDRACH TE N B I J TH E M A 9 FEED B A C K

Van positieve feedback leer ik niets.

INLEIDING

Feedback geven en ontvangen moet je eerst oefenen en dan toepassen. In de opdrachten hieronder ga je ermee aan de slag.

Doelstellingen Je: • omschrijft de begrippen feedback, verbale en non-verbale feedback, positieve en negatieve feedback • past de feedbackregels toe • past de Johari-matrix toe • geeft aan wat hij geleerd heeft en formuleert verbeterpunten. Verdieping • Je kunt zelf 360 graden feedback uitvoeren.

Voorbereiding Voor het maken van de opdrachten heb je nodig: • papier • stiften • plakband • kaarten voor spreuken.

2

OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK

OPWARMEN EN ORIËNTEREN

Opdracht 1

Stelling nemen*

Doe deze opdracht met de groep. De stelling ‘Van positieve feedback leer ik niets’ hangt op meer plekken in het lokaal aan de muur. Je mag erbij schrijven wat bij je opkomt als je hem leest. De docent leest de reacties voor. Wie wil, mag er op reageren of een vraag stellen aan de schrijver van de reactie.

Opdracht 2

Maak een Loesje-spreuk***

Doe deze opdracht met de groep. Loesje heeft altijd eigenwijze, tegendraadse spreuken. Zoals: Ik kan alles, maar daar is weer geen diploma voor. Of: Aan het eind van mijn geld houd ik altijd een stuk maand over. Maak net als Loesje een spreuk over feedback. Alle spreuken – geschreven op een kaart – komen op tafel te liggen. Om de beurt kiest iemand een spreuk en zegt waarom hij die kiest.


3

WETEN EN BEGRIJPEN

Opdracht 3

Feedback individuele opdracht*

Doe deze opdracht individueel. 1

Vul de tekst hieronder aan. Je vindt de antwoorden in de theoriebron.

Feedback is een boodschap over het handelen of positief of

van een ander. Feedback kan

zijn. Feedback kun je geven met gebaren en mimiek. Voor het geven van

feedback bestaan regels. Eén van die regels is: gebruik de is: Geef feedback op gedrag, niet op de

-vorm. Ook een regel .

2 Noem nog twee regels die gelden bij het geven van feedback. 1 2

Opdracht 4

Johari-matrix*

Doe deze opdracht individueel. Zoek de fouten in de tekst hieronder en verbeter hem. De kwadranten in de Johari-matrix: De open ruimte is informatie die jij niet weet over jezelf, maar een ander wel, (bijvoorbeeld: je luistert niet goed, je hebt een slechte adem). De blinde vlek is informatie die voor zowel jou als de ander onbekend is. Het verborgen gebied is de informatie die zowel bij jou als bij de ander bekend is. Het onbekende gebied is jouw geheim, informatie die je niet wilt prijsgeven aan een ander.

4


Opdracht 5

Twee voor twaalf***

Doe deze opdracht individueel. Hierna staan vragen en zinnen die je moet aanvullen. Noteer in de tabel in de eerste kolom het antwoord. In de tweede kolom noteer je de letter uit je antwoord. Maak van de twaalf letters een woord uit dit thema. Vragen 1 Hoe noem je de manier van feedback vragen, waarbij je meerdere mensen vraagt om informatie over jouw functioneren? 2 Welke vorm moet je gebruiken als je feedback geeft? De 3 Een hulpmiddel bij het geven en ontvangen van feedback is de 4 Hoe noem je feedback met woorden? feedback 5 Feedback kun je schriftelijk of

vragen.

6 Je moet nooit teveel feedback tegelijk geven, je moet feedback 7 Als ik iemand die zuinig is een gierigaard noem, geef ik een 8 Hoe noem je feedback die gaat over hoe een boodschap opgevat moet worden? Feedback op

9 Hoe noem je feedback die gaat over de letterlijke inhoud van de boodschap? Feedback op

10 Hoe heet het kwadrant waarbij informatie bekend is aan jezelf, maar onbekend aan anderen?

11 Het bijzondere aan 360 graden feedback is dat je ook beoordeelt. 12 Hoe heet het kwadrant waarbij informatie bekend is aan jezelf, maar ook aan anderen?


5

Twee voor twaalf Antwoord:

Letters:

1.

De twee na laatste letter is:

2.

Eerste letter:

3.

Laatste letter:

4.

Vijfde letter:

5.

Eerste letter:

6.

Tweede letter:

7.

Vierde letter:

8.

Vierde letter:

9.

Derde letter:

10.

Veertiende letter:

11.

Eerste letter:

12.

Zevende letter:

Welk woord kun je maken van de twaalf letters?

6


ANALYSEREN EN TOEPASSEN

Opdracht 6

Help Luuk***

Doe deze opdracht individueel. Je hebt het voorbeeld van Luuk gelezen in de theoriebron. Kun je de feedback van Margriet verbeteren met behulp van de feedbackregels? Wat ben jij een egoïst’, zegt hij tegen Willie. ‘Je houdt nooit rekening met een ander, je denkt altijd alleen maar aan jezelf. Dit jaar de beste vakantieweken inpikken, vorig jaar en dat jaar ervoor ook al. Altijd de beste roosters. Geen wonder dat je nooit een vriend krijgt.’

Opdracht 7

Feedback verzamelen en ombouwen***

Doe deze opdracht met twee medestudenten. Verzamel feedback, een paar dagen lang. Feedback die jij krijgt, feedback die je om je heen hoort. Noteer deze feedback en neem het mee naar de les. Vorm groepjes van drie en bekijk de feedback die jullie verzamelt hebben. Vorm deze feedback om tot goede feedback, met behulp van de feedbackregels.


7

VERDIEPEN EN CREËREN

Opdracht 8

360 graden feedback****

Doe deze opdracht individueel. Je hebt gelezen hoe je 360 graden feedback kunt aanpakken en uitvoeren. Doe dit voor jezelf. • Bedenk waarover jij 360 graden feedback wilt en maak een plan om dit aan te pakken. • Zoek zelf mensen uit die je om feedback gaat vragen en geef ook feedback op jezelf. • Verwerk de uitkomsten van de feedback. • Betrek de Johari-matrix in je verwerking. Noteer voor jezelf welke informatie jou niet bekend was (blinde vlek) en welke wel (open ruimte). • Verwerk de informatie uit de feedback en formuleer voor jezelf drie verbeterpunten.

Opdracht 9

Welke feedback is populair**

Doe deze opdracht individueel. Gebruik bij deze opdracht het wetenschappelijk onderzoek. Beantwoord eerst deze vragen: 1 Voor wie is positieve feedback geschikt? 2 Voor wie is negatieve feedback geschikt? Waarom? 3 Als jij mensen in jouw omgeving zou vragen of ze liever positieve of negatieve feedback ontvangen, wat denk je dat de uitkomst zou zijn? Waarom denk je dat? 4 Doe zelf een klein onderzoek naar aanleiding van jouw verwachting. 5 Maak vijf goede vragen over het ontvangen van positieve en negatieve feedback. Let goed op dat jouw vragen de ander niet in een bepaalde richting sturen, het moeten open vragen zijn. (Niet: Vind jij ook dat positieve feedback fijner is dan negatieve feedback? Wel: Hoe vind jij het om negatieve feedback te krijgen? Wel: Vind jij dat je iets kunt leren van negatieve feedback?) • Twijfel je? Laat de vragen aan je docent zien, voordat je ze gebruikt. • Laat tien mensen antwoord geven op je vragen. Mail ze de vragen of stel ze mondeling. Doe bij alle tien hetzelfde! 6 Maak een kort verslag waarin je aangeeft: • Hoe de tien mensen die jij vragen hebt gesteld, denken over het krijgen van positieve feedback en negatieve feedback. • Of jouw uitkomsten overeenkomen met die van het wetenschappelijk onderzoek uit de theoriebron.

8


EVALUEREN EN REFLECTEREN

Opdracht 10

In de vingers**

Doe deze opdracht individueel. Trek je hand over. • Schrijf in de vingers wat je 'al in de vingers' hebt, in de handpalm 'waar je nog grip op moet krijgen'. • Noteer drie acties (aanpakken van zaken waar je nog grip op moet krijgen).

Opdracht 11

Feedback voor mezelf***

Doe deze opdracht individueel. Je hebt geoefend met het geven en ontvangen van feedback. • Geef jezelf positieve feedback over hoe je de opdrachten van dit thema hebt aangepakt. • Geef jezelf negatieve feedback over hoe je de opdrachten van dit thema hebt aangepakt.


9

OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK

Recommend Documents