PEER FEEDBACK BIJ DE BACHELORTHESIS
Eindrapport Didactische aanpak
EMP-project 2010-2011 Fac.Geowetenschappen, Departement Innovatie- en Milieuwetenschappen i.s.m. Centrum voor Onderwijs en Leren Universiteit Utrecht
Ineke van den Berg Jerry van Dijk Jacco Farla Frank van Laerhoven Frank van Rijnsoever
Augustus 2011
1
Inhoudsopgave
Pag.nrs
I Eindrapport 1 Doelstelling van het project
3
2 Werkwijze
3
3 Verkenning bestaande situatie
3
4 Verbetervoorstel
4
5 Evaluatie
4
6 Conclusies en aanbevelingen
5
II Didactische aanpak peer feedback 1 Instructie studenten: peer feedback, waarom en hoe?
6
2 Peer feedback bij thema-/onderwerpkeuze
7
3 Peer feedback bij onderzoeksplan (plan van aanpak)
8
4 Peer feedback op onderdelen van de thesis
10
5 peer feedback bij conceptthesis (coreferaat)
11
III Feedback- en beoordelingsformulieren 1 Peer feedback op onderzoeksplan (plan van aanpak)
12
2 Peer feedback op onderdelen
14
3 Peer feedback op concept-thesis
16
4 Beoordeling coreferaat
18
BIJLAGEN 1 Schema begeleiding en feedback tijdens de cursus
19
(optioneel) 2 Presentatie peer feedback tgv ‘Broodje Onderwijs’
2
20
I EINDRAPPORT
1 Doelstelling van het project Gedurende het academisch jaar 2010-2011 is bij het Departement Innovatie en Milieuwetenschappen, in het bijzonder de bacheloropleidingen Milieu- en Maatschappijwetenschappen (MMW), Milieu en Natuurwetenschappen (MNW) en Natuurwetenschap en Innovatiemanagement (NWI) een gezamenlijk EMP-project gestart met als doel te komen tot een minder vrijblijvende en zinvolle vormgeving van het onderdeel ‘intervisie’ bij de bachelorthesis. 2 Werkwijze Om inzicht te krijgen in de problematiek en naar voorstellen toe te werken die kunnen rekenen op draagvlak binnen de opleidingen is een projectgroep gevormd, bestaande uit drie bachelorthesisbegeleiders, te weten Frank van Laerhoven (MMW), Jerry van Dijk (MNW) en Frank van Rijnsoever (NWI), met daarnaast Jacco Farla (docent en programmaleider NWI) als projectleider en Ineke van den Berg als onderwijskundig adviseur (Centrum voor Onderwijs en Leren). Na een eerste faculteitsbrede bijeenkomst in het kader van Broodje Onderwijs Geowetenschap, waarin de docenten kennis hadden kunnen maken met de mogelijkheiden om ‘peer feedback’ te gebruiken in hun onderwijs (zie bijlage 2), werd besloten om deze werkvorm te gebruiken om de intervisie bij de bachelorthesis beter te stroomlijnen. Ter verkenning van de problematiek zijn allereerst de bestaande handleidingen voor de bachelorthesis bestudeerd van de drie opleidingen. Vervolgens is in een eerste bijeenkomst met de projectgroep besproken op welke punten men verbetering nodig achtte. Op basis hiervan werd door de onderwijskundig adviseur een conceptvoorstel uitgewerkt om de intervisie meer gestructureerd aan te pakken, in de vorm van peer feedback. Dit conceptvoorstel is door de projectgroep becommentarieerd en daarna uitgewerkt tot een voorstel voor een nieuwe opzet van de groepsbijeenkomsten gedurende het traject van de bachelorthesis. Afgesproken werd om dit voorstel bij wijze van pilot in blok 4 (cursusjaar 2010-2011) uit te voeren, in de eigen werkgroepen van de drie betrokken thesisbegeleiders. Aan het eind van dit blok is geëvalueerd of deze vernieuwde opzet een verbetering is en zo ja, onder welke condities. De uitkomsten van de probleemverkenning, het voorstel voor de nieuwe opzet en de uitkomsten van de evaluatie worden hieronder weergegeven. 3 Verkenning bestaande situatie In de opzet van twee van de drie thesiscursussen (MNW en NWI) is intervisie in de vorm van een aantal mogelijkheden voor interactie tussen studenten in de plan- en schrijffase opgenomen. De instructies die beide opleidingen geven verschillen sterk qua inhoud, toonzetting en mate van detaillering. Bij MNW worden de (vaak overgedetailleerde en niet altijd ter zake lijkende) instructies voor intervisie, aldus de betreffende thesisbegeleider die dit materiaal van zijn voorganger heeft overgenomen, door de meeste studenten niet of nauwelijks opgevolgd, een enkele zeer gemotiveerde studentengroep daargelaten. Bij NWI worden de (over het algemeen adequaat ogende) instructies meer gevolgd, maar ook daar is behoefte aan een minder vrijblijvende aanpak. Bij MMW is nog geen instructie over intervisie in de cursusmaterialen opgenomen, men zou wel iets willen opnemen om intervisie te faciliteren, maar dan niet te dwingend en niet te gedetailleerd. 3
De aanpak van NWI lijkt inhoudelijk de meeste aanknopingspunten te bieden voor een verbeterde aanpak van de intervisie. Omdat deze aanpak nog niet aan alle bij de projectgroep betrokken thesisbegeleiders bekend bleek te zijn werd de cursus voor alle projectgroepleden opengesteld, zodat ieder de materialen (schrijfinstructie, feedbackformulieren) kon inzien. 4 Verbetervoorstel Het voorstel voor een nieuwe aanpak van de intervisie tijdens de bachelorthesis omvat driee (begeleide) momenten voor peer feedback, te weten bij de onderwerpkeuze, het onderzoeksplan (plan van aanpak), en bij de conceptthesis (bijlage 1). Voor de vormgeving daarvan is een korte instructie gemaakt voor docenten (zie II Didactische aanpak peer feedback). Door de leden van de projectgroep werd hierbij benadrukt dat het geen tot in details af te werken draaiboek zou moeten worden. De drie in de projectgroep participerende thesisbegeleiders hebben in blok 4 met deze aanwijzingen gewerkt, bij wijze van pilot. 5 Evaluatie De evaluatie, uitgevoerd in de vorm van een mondelinge terugblik van de drie thesisbegeleiders tijdens het laatste projectoverleg aan het eind van blok 4, was gericht op het bepalen van de meerwaarde van het werken met de nieuwe opzet. Op dat moment was de cursus nog niet afgesloten. Uitvoering Geen van de drie thesisbegeleiders had de studenten willen verplichten om aan peer feedback te doen (‘ze hebben al stress genoeg door het zelfstandig moeten werken’; ‘ik bied het ze alleen aan, als een mogelijkheid om te leren’). Bij MNW hadden twee of drie (van de totale groep van zes) studenten vrijwillig aan peer feedback gedaan. Bij NWI (dwz de groep van Jacco Farla, Frank van Rijnsoever had dit jaar zelf geen groep) was de hele groep (vijf studenten) aan het werk gegaan volgens de nieuwe opzet en tot nu toe was dit zo gebleven omdat men het nut ervan inzag. Van de drie groepen van MMW is een groep (vijf studenten) doorgegaan met peer feedback, in de andere twee is het doodgebloed doordat iedereen steeds meer met zijn eigen onderwerp bezig was. Meerwaarde De reacties van de studenten van MNW waren over het algemeen positief, zowel op de instructies als op de beoordelingsformulieren, ze hadden wel het idee dat die hielpen om hun werk te verbeteren. De ervaringen over de eventuele meerwaarde van peer feedback in deze opzet zijn verschillend. Bij NWI bleek de winst te liggen in het feit dat de studenten door de peer feedback duidelijker waren in het formuleren van vragen waar ze graag het commentaar van de docent op wilden, waardoor deze het idee had hen meer te kunnen bieden. Een ander voordeel was dat studenten meer in dezelfde pas gingen lopen. (Jacco Farla: ‘doordat ze hun producten gefaseerd aan elkaar moesten voorleggen kwam het niet meer voor dat sommigen een tijd niets hadden en dan ineens met een enorme lap tekst aan kwamen zetten. Daardoor werd het gemakkelijker om tussentijds bij te sturen’. Bij MMW liep het eerste onderdeel van de nieuwe opzet goed: de bijeenkomst waarin het erom ging elkaar kritisch te bevragen bij het verzinnen en aanscherpen van het onderwerp was een succes (Frank van Laerhoven: ‘Ik merk dat het samen verzinnen van criteria waaraan een onderwerp moet voldoen erg goed werkt, veel beter dan wanneer ik zelf de criteria op bord zet’). Maar gaandeweg werd duidelijk dat voor de studenten de balans steeds ongunstiger uitviel: naarmate zij zich meer verdiepten in hun onderwerpen waren de kosten om zich in andermans onderwerp te verdiepen hoger dan de baten. Leerpunten Leerpunten en vragen naar aanleiding van het werken met deze -gedeeltelijk geslaagdevernieuwde opzet van het intervisiedeel bij de begeleiding van de bachelorthesis zijn: 4
1. Staat onze vrije opzet van de bachelorthesis, met name de vrije keuze van onderwerpen voor de bachelorthesis en de vrijheid die wij studenten toestaan om uit de pas te lopen niet haaks op de keuze voor peer feedback? (MNW). Het lijkt in elk geval belangrijk om vast te houden aan hetzelfde moment waarop iedereen het Plan van Aanpak inlevert. Daarbij moet de theorie van tevoren zijn gelezen, om de kans kleiner te maken dat er naderhand nog veel tijd verloren gaat vanwege onvoorziene problemen en inhaalslagen. 2. Willen we structureel met peer feedback gaan werken gedurende de hele opleiding? In de bachelorthesis laat je zien wat je in het voorgaande traject hebt opgestoken, peer feedback hoort daar onderdeel van te zijn. (Frank van Laerhoven: ‘Je moet het niet pas aan het eind van het 3e jaar introduceren als iets nieuws, maar als een didactisch model dat gaandeweg de opleiding steeds sterker wordt ingezet’). 6 Conclusies en aanbevelingen Peer feedback, zoals geconcretiseerd in ‘Didactische tips voor gebruik van peer feedback bij de bachelorthesis’, is een verbetering vergeleken met de bestaande aanpak van intervisie. De vernieuwde aanpak lijkt te kunnen werken onder de volgende condities: 1. meer homogeniteit in de gekozen onderwerpen, waardoor de studenten interesse blijven houden in elkaars onderwerpen, zodat hun kosten-baten calculatie niet bij voorbaat ten nadele van peer feedback uitvalt naarmate ze verder in hun eigen thesisonderwerp komen. 2. alle studenten houden zich aan de afgesproken deadlines en leveren de daarbij vereiste deelproducten in. 3. peer feedback wordt een element in een doorgaande lijn, die al in jaar 1 begint, waarin studenten stapsgewijs leren om elkaar feedback te geven, op weg naar meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. De projectgroep vraagt dan ook aan het managementteam bacheloronderwijs IMW om deze aanbevelingen in overweging te nemen en, wanneer de conclusies worden gedeeld, de bijbehorende vervolgstappen te ondernemen. Deze betreffen naar het oordeel van de projectgroep: a. eventuele aanpassing van de richtlijnen voor de opzet van de bachelorthesis en b. onderzoek naar de mogelijkheid om een opbouwende lijn van peer feedback in het curriculum te creëren.
5
II DIDACTISCHE AANPAK PEER FEEDBACK 1. Instructie studenten: peer feedback, waarom en hoe? Bij het onderzoeksplan oefen je je alvast in het geven van goede feedback, als voorbereiding op het coreferaat dat je zult houden over de thesis van een medestudent bij de eindpresentatie. De peer feedback op het onderzoeksplan is om te oefenen en vormt geen onderdeel van het eindcijfer. Het co‐referaat op basis van een conceptthesis is wel onderdeel van het eindcijfer. De verkregen feedback kan gebruikt worden ter verbetering van de thesis. Waarom peer feedback: 1- door het beoordelen van andermans werk leer je beter aan welke criteria je eigen werk moet voldoen; 2- door gebruik te maken van de inbreng van je medestudenten kun je een extra verbeteringsslag maken; 3- op basis van de feedback van je medestudenten kun je gerichter om input vragen aan je begeleidend docent, waardoor je meer uit de begeleiding kunt halen; 4- feedback kunnen geven en je voordeel kunnen doen met de feedback die je krijgt zijn vaardigheden waar vaak een beroep op wordt gedaan in je toekomstige werksituatie. Hoe ga je te werk bij peer feedback: Vijf algemene regels voor het geven van feedback: • • • • •
Neem de voorliggende tekst als basis van je commentaar. Onderbouw je mening met voorbeelden uit de tekst. Geef ook aan wat goed is aan het verhaal. Concentreer je op de punten die verbeterd moeten worden en geef suggesties daarvoor. Check of de ontvanger met je commentaar uit de voeten kan.
Gebruik hiervoor het bij de opdracht behorende feedback- en beoordelingsformulier (zie onder III), vul dat serieus in, vat je oordelen in de vorm van adviezen voor verbetering samen onder ‘sterke/ zwakke punten’. Geef het mee aan degene die de tekst geschreven heeft. Vier algemene regels voor het ontvangen van feedback: • • • •
6
Luister eerst zonder in de rede te vallen en te verdedigen. Vraag eventueel naar verduidelijking, zet eventuele misverstanden recht en licht toe waarom je iets zus of zo hebt aangepakt. Vat daarna het (overblijvende) commentaar samen. Vertel duidelijk wat je met welke feedback gaat doen.
2. Peer feedback bij thema-/onderwerpkeuze Studenten vormen groepjes van drie, en brainstormen gedurende vijf minuten over welke elementen een thesisonderwerp geschikt, en welke elementen zo’n onderwerp ongeschikt voor een thesis maken. Ze bepalen onderling een top drie van zaken waaraan een onderwerp moet voldoen. Die top drie delen ze met de hele groep aan het einde van die vijf minuten. De docent noteert de criteria van alle groepen op het bord. Zo ontstaat er dus een lijst van criteria waarvan de studenten vinden dat ze belangrijk zijn voor een goed thesisonderwerp. Vervolgens noteren alle studenten op het bord (nogmaals - maar nu geconfronteerd met de ideeën van hun 'peers') wat ze als hun uiteindelijke top drie van belangrijke criteria beschouwen. Vervolgens toetsen de studenten bij wijze van ‘speeddate’ elkaars ideeën voor een onderwerp aan de hand van deze, door hen zelf bepaalde, criteria. Dat gebeurt als volgt: de eerste student begint met een ‘elevator pitch’ van één minuut, over de twee ideeën die haar voorkeur hebben. Vervolgens loopt de tweede student de criteria een voor een na, om zo de potentie van de twee ideeën te bepalen. Hiervoor krijgt de referee drie minuten. Dan draaien de studenten de rollen om. Dat betekent dat studenten in totaal tien minuten hebben om op elkaar onderwerpen te reageren. Als er nog genoeg ‘rek’ in zit (dwz dat studenten het nog leuk en zinvol vinden) kunnen de studenten doorschuiven naar andere peers om dit nog een tweede en eventueel derde keer te herhalen. De bedoeling is dat ze op deze manier zo snel mogelijk tot een geschikte onderwerpkeuze komen.
7
3. Peer feedback bij onderzoeksplan (plan van aanpak) Algemeen1 Elke student schrijft in de eerste weken een onderzoeksvoorstel, waarin het onderwerp uitgewerkt wordt en waarin de planning beschreven wordt. Belangrijk is dat de student in het voorstel (maar ook in de thesis), het onderzoek kan positioneren ten opzichte van de bestaande relevante wetenschappelijke literatuur. Het onderzoekvoorstel is bedoeld als een ‘wegwijzer’ om de komende acht weken een thesis te schrijven. De thesis is een onderzoeksverslag of een state‐of‐the‐art feedback, hier wordt in het voorstel op geanticipeerd. Gedurende de cursus schrijft elke student twee keer een schriftelijk co‐referaat over het werk van een medestudent. Eén keer op basis van een onderzoeksvoorstel van een andere student en één keer op basis van een conceptthesis van een andere student. Procedure voor peer feedback in groepsbijeenkomst2 Vooraf: De studenten nemen hun onderzoeksvoorstel mee naar de bijeenkomst, in viervoud geprint, een exemplaar wordt aan het begin van de bijeenkomst aan de docent gegeven. Tijdens: De groep wordt door de docent in twee-, drie- of viertallen ingedeeld, voor zover mogelijk op basis van hun onderwerpen (verwante thema’s bij elkaar). Welke subgroepsgrootte verstandig is hangt ondermeer af van de omvang van het onderzoeksvoorstel (bij > 2 A4 en goed samenwerkende studenten is een tweetal vaak beter) en evt. heterogeniteit binnen de subgroepen (bij grote verschillen is een drie- of viertal vaak beter). Ter plekke worden de onderzoeksvoorstellen binnen elke subgroep uitgewisseld. Bij tweetallen krijgt elke student één onderzoeksvoorstel te beoordelen, bij drietallen krijgt ieder twee en bij viertallen ieder drie voorstellen3. In de eerste 15- 20- 30 minuten (afhankelijk van aantal en omvang van de te beoordelen onderzoeksvoorstellen) leest ieder het voorstel of de voorstellen door en maakt aantekeningen erbij van punten die opvallen. Daarna vult ieder het feedbackformulier in (III Peer feedback op onderzoeksplan) en overhandigt dit aan de schrijver van het voorstel. Vervolgens is er een ronde van ca 20- 30 min waarin de feedbackgevers van de subgroepen per onderzoeksvoorstel de feedback toelichten aan de schrijver, die de gelegenheid krijgt om er vragen over te stellen. Slotfase: Resterende kwesties waar de subgroepen onderling niet uitkomen worden pas nadat de peer feedback in de subgroepen is uitgewisseld en besproken aan de docent voorgelegd.
1
Uit Studiewijzer Bachelorthesis NWI 2010-2011 Omdat de omvang van de groepsbijeenkomsten per opleiding uiteenloopt tussen 1 en 3 uur is hier alleen een minimale tijdsaanduiding gegeven voor de diverse onderdelen, ze kunnen naar believen worden uitgerekt. 3 Bij een viertal kan ook gekozen worden voor de variant waarin onderzoeksvoorstellen door tweetallen beoordeeld worden: de ene helft van het viertal beoordeelt gezamenlijk de twee onderzoeksvoorstellen van de andere helft, zodat ieder niet meer dan twee onderzoeksvoorstellen beoordeelt. 2
8
De laatste tien minuten maakt elke student voor zichzelf de balans op en formuleert zijn voornemens om het onderzoeksplan aan te passen. Rol van de docent De docent neemt de onderzoeksplannen in ontvangst aan het begin van de bijeenkomst en deelt de subgroepen in. Tijdens de lees- en uitwisselpauzes kijkt hij er een aantal door om een eerste indruk te krijgen van de kwaliteit, en of er opvallende en veelgemaakte fouten in staan. Tijdens de peer feedback activiteiten mengt hij zich niet in de groepsgesprekken (en zegt dat ook vooraf, zodat de studenten dat ook niet verwachten). Pas als er vragen worden ingebracht vanuit de subgroepen gaat hij daarop in. Wanneer hij gemerkt heeft dat bepaalde onvolkomenheden, die hem bij zijn snelle check van de onderzoeksplannen zijn opgevallen, niet worden opgemerkt dan vraagt hij daar alsnog aandacht voor.
9
4. Peer feedback op onderdelen van de thesis In tussentijdse groepsbijeenkomsten kan peer feedback ook gebruikt worden om te voorzien in de behoefte aan feedback op onderdelen van de thesis. De werkwijze hierbij is steeds als beschreven bij 3. Een feedbackformulier is opgenomen in deel III (2 Peer feedback op onderdelen). In dit formulier worden de studenten niet alleen aangezet om te beoordelen, maar ook om eerst zelf eens door te denken over de criteria waaraan het betreffende tekstgedeelte moet voldoen. Als studenten moeilijk tot het zelf formuleren van criteria komen is het handig om ze een goed en een slecht geschreven onderdeel van een thesis te laten beoordelen, de oordelen plenair te vergelijken en vervolgens te bespreken hoe ze tot hun oordeel gekomen zijn.
10
5. Peer feedback bij conceptthesis (coreferaat)
Algemeen De thesis is het wetenschappelijke eindverslag van de opleiding, meestal is het een onderzoeksverslag of een state‐of‐the‐art review. Er geldt een minimale eis voor het aantal wetenschappelijke referenties dat gebruikt wordt. Voor een onderzoeksverslag is dit aantal 15, voor een state‐of-the‐art‐ review is dit aantal 25. Voorafgaand aan de posterpresentatie levert de student de conceptthesis in. Dit concept is een bijna-eindversie vande thesis, waarin de student nog kleine aanpassingen kan maken op basis van feedback van de begeleider, het coreferaat en opmerkingen over de presentatie. Procedure voor peer feedback als coreferaat4 De studenten hebben van tevoren bepaald wie hun coreferenten zijn (bij voorkeur studenten die al vaker feedback op onderdelen van elkaars thesis hebben gegeven). Drie dagen voorafgaand aan de gezamenlijke slotbijeenkomst krijgt ieder de conceptthesis van de medestudent voor wie hij als coreferent zal fungeren. Deze wordt op hetzelfde moment ook verstuurd naar de docent. De coreferent vult vervolgens het feedbackformulier in (III Peer feedback op conceptthesis) en zorgt ervoor dat hij in een betoogje van ca 5-10 min.: 1- de kern van de thesis bondig samenvat; 2- de belangrijkste sterke en zwakke punten van de thesis aangeeft; 3- enkele concrete suggesties voor verbetering meegeeft; 4- het zojuist gegeven commentaar synthetiseert in enkele discussiepunten. De ondertoon hiervan moet zijn: Wees kritisch, maar niet onaardig. De coreferent zet zijn referaat met de verbetersuggesties op papier en geeft dat aan de schrijver van de thesis en aan de docent, die dit beoordeelt aan de hand van het formulier Coreferaat (III Beoordeling coreferaat). Vervolgens krijgt de schrijver nog een paar dagen om zijn thesis te verbeteren.
4
Hierbij is ervan uitgegaan dat de voorbereiding van het coreferaat in zelfstudietijd wordt gedaan moet worden gedaan.
11
III FEEDBACK- EN BEOORDELINGSFORMULIEREN
1 Peer feedback op onderzoeksplan
Feedback op onderzoeksplan van………… (naam schrijver van het onderzoeksplan)
Feedback van:…….
(naam beoordelende student), datum:……………. – onvoldoende; 0 voldoende; + goed
Titel: –
0
+
–
0
+
–
0
+
–
0
+
–
0
+
Maakt de titel duidelijk waar de thesis over gaat? Feedback:
Inleiding: adequate beschrijving van aanleiding en relevantie onderzoek Feedback:
Theorie: onderbouwing met wetenschappelijke bronnen; toewerkend naar de vraagstelling Feedback:
Vraagstelling: voortvloeiend uit het theoretisch kader; onderzoekbaar; uitgewerkt in deelvragen en operationalisering Feedback:
Methode: adequate methode gekozen
12
Feedback:
Planning: alle onderdelen meegenomen in de planning, realistisch?
–
0
+
–
0
+
Feedback:
Literatuurlijst: voldoende en relevante referenties; verwijzing volgens de eisen van het vakgebied Feedback:
Samenvattend: Sterkste punten onderzoeksplan:
Zwakste punten onderzoeksplan:
Suggesties voor verbetering:
13
2. Peer feedback op onderdelen bachelorthesis
Feedback op onderdeel……………van………… (naam schrijver van het onderzoeksplan)
Feedback van:…….
(naam beoordelende student), datum:…………….
Dit formulier gebruiken we om tijdens de bachelorthesis elkaars werk te beoordelen. Door het lezen van stukken van anderen wordt je je meer bewust van de kwaliteiten van je eigen werk. Daarnaast help je anderen ook met het verbeteren van hun werk.
Waar knap jij doorgaans het eerst op af als je stukken van anderen leest?
1………………………………………………………………………………………
2………………………………………………………………………………………
Wat zijn de belangrijkste criteria waaraan dit onderdeel volgens jou moet voldoen?
1………………………………………………………………………………………
2………………………………………………………………………………………
3………………………………………………………………………………………
Lees het stuk van je medestudent kritisch door, vul vervolgens de onderstaande zaken in.
A. Wat is je algemene indruk van het stuk?
………………………………………………………………………………………
14
B. Wat zijn de sterke punten?
1………………………………………………………………………………………
2………………………………………………………………………………………
3………………………………………………………………………………………
C. Wat zijn de zwakke punten/punten ter verbetering?
1………………………………………………………………………………………
2………………………………………………………………………………………
3………………………………………………………………………………………
15
3 Peer feedback op conceptthesis
Feedback op conceptthesis van…………
Feedback van:…….
(naam schrijver van het onderzoeksplan)
(naam beoordelende student), datum:…………….
– onvoldoende; 0 voldoende; + goed Titel: –
0
+
–
0
+
–
0
+
–
0
+
–
0
+
–
0
+
–
0
+
–
0
+
maakt de titel duidelijk waar de thesis over gaat? Samenvatting & Summary: zelfstandig begrijpelijk voor medestudent; max. 1 A4; bevat de belangrijkste punten: vraagstelling, aanpak, resultaat Inleiding: adequate beschrijving van aanleiding en relevantie onderzoek Theorie: onderbouwing met wetenschappelijke bronnen; toewerkend naar de vraagstelling Vraagstelling: voortvloeiend uit het theoretisch kader; onderzoekbaar; uitgewerkt in deelvragen en operationalisering Methode: adequate methode gekozen; transparante beschrijving werkwijze, operationalisatie, analysemethode Resultaten: overzichtelijke presentatie, helder beschreven,goede interpretatie, terugkoppeling naar theorie, alternatieve verklaringen Conclusies en discussie: duidelijke terugkoppeling naar introductie; duidelijk antwoord op de onderzoeksvraag; belangrijkste beperkingen; theoretische en maatschappelijke implicaties Literatuurlijst: voldoende en relevante referenties; verwijzing volgens de eisen van het vakgebied
16
Vat je oordeel samen in de vorm van lopende tekst: Sterkste punten thesis:
Zwakste punten thesis:
Verbetersuggesties:
17
4. Beoordeling coreferaat
Naam co‐referent (gever feedback):
Datum:
Naam student (ontvanger feedback):
Naam docent:
Aspecten van feedback geven
toonzetting zakelijk, gericht op de inhoud adequate en bondige weergave van de thesis
onderscheidt relevante sterke punten
onderscheidt relevante zwakke punten
geeft concrete suggesties voor verbetering synthetiseert commentaar in interessante discussiepunten
Specifieke aandachtspunten: ………………………………………………… ………………………………………………
Beoordeling: VOLDOENDE / ONVOLDOENDE 18
Goede punten / verbeterpunten
BIJLAGEN Bijlage 1: Schema begeleiding en feedback tijdens de thesiscursus (optioneel) Wk 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
GB+PF
GB
GB+PF
IO
GB(+ evtPF)
IO
GB+PF
Kiezen thema
Onderzoeksplan
Presentatie onderzplan
‘groen licht’
Bespreking voortgang
Preeindoordeel
Posterpresentatie +coreferaat
ZS
ZS
ZS
ZS
ZS
ZS
ZS
ZS
ZS
Onderwerp uitwerken
Uitwerken onderzoeksplan
Bijstellen onderzoeksplan
Uitwerking onderdelen thesis
Uitwerking onderdelen thesis
Uitwerking onderdelen thesis
Uitwerking onderdelen thesis
Uitwerking onderdelen thesis→
Voorbereiding posterpres. +coreferaat
conceptthesis
GB= begeleide groepsbijeenkomst IO= individueel overleg student-docent ZS= zelfstudie PF=Peer feedback
19
20
Bijlage 2: Presentatie peer feedback ihkv ‘Broodje Onderwijs’ Geowetenschappen (dd 5 okt. 2010) Slide 1
Universiteit Utrecht IVLOS
Peer assessment/feedback/review Ineke van den Berg Onderwijskundig adviseur en onderzoeker IVLOS, Universiteit Utrecht
[email protected]
30-8-2011
1
Slide 2
Universiteit Utrecht IVLOS
Wat is peer review? (1) Werkvorm Peer feedback Essentieel: gebruik van beoordelingscriteria
Toetsvorm Peer assessment/evaluation→co-assessment Essentieel: studentoordeel telt mee in eindcijfer
Toepassing: Schrijven, presenteren Samenwerken 30-8-2011
21
2
Slide 3
Universiteit Utrecht IVLOS
Wat is peer review? (2) Studenten van (ongeveer) gelijk niveau Peer (iemand die je als je gelijke beschouwt) Essentieel: geen statusverschil
Basisprocedure: Werk-in-wording uitwisselen en door medestudenten laten beoordelen Feedback gebruiken voor verbetering Docent beoordeelt eindversie 30-8-2011
3
Slide 4
Universiteit Utrecht IVLOS
Waarom peer review ? (1) Pragmatisch Meer feedback tijdens leerproces (beperkte docenttijd) Samenwerkend leren met individuele component/aanspreekbaarheid
30-8-2011
22
4
Slide 5
Universiteit Utrecht IVLOS
Waarom peer review? (2) Leertheorie ‘peers’ spreken elkaars taal bereidt voor op beroepsuitoefening tussenstap zelfstandig leren activerend→diepteverwerking
30-8-2011
5
Slide 6
Universiteit Utrecht IVLOS
Klinkt goed, maar werkt het ook zo? Ja: onderzoek wijst uit dat….. Studenten - eerder aan het werk gaan - meer tijd besteden - zeggen te leren van het feedback geven Docenten - zien betere producten
Nee: minder geschikt voor convergente opdrachten 30-8-2011
23
6
Slide 7
Universiteit Utrecht IVLOS
Belang van goed organiseren Factoren die de leeropbrengst bevorderen: • Kwalitatieve, constructieve en criteriagerelateerde feedback →oefening • Interactie over de feedback →in werkgroep of via ICT • Tijd om de feedback te verwerken Denk na over een efficiente aanpak • Gebruik ICT • Wil niet alles zien wat studenten doen, maak een bewuste keuze 30-8-2011
7
Slide 8
Universiteit Utrecht IVLOS
Efficiënt en effectief monitoren van peer review Voorwaarden: goed organiseren reviewproces (cf.variabelen Topping, 1998) Mogelijkheden, bv: Steekproefsgewijs kijken of de groepen aan het werk zijn Alleen probleemgroepen volgen en waar nodig bijsturen Niet zelf alles willen zien maar de studenten laten reflecteren op de peer feedback: kunnen ze ermee verder, waar hebben ze nog behoefte aan? 30-8-2011
24
8
Slide 9
Universiteit Utrecht IVLOS
electronische facilitering peer review Niet-specifieke ICT bij peer review WORD met wijzigingen functie: mist communicatiesysteem Discussieforum Blackboard, WebCT: mist link met tekst Specifieke online peer review-applicaties Turnitin (o.a.), SPA-tool Blackboard Annotatiesysteem (IVLOS,UU): Scherm: tekst en geannoteerde discussiedraad 30-8-2011
9
Slide 10
Universiteit Utrecht IVLOS
Het Annotatiesysteem is te vinden op: http://www.annotatiesysteem.nl/
30-8-2011
25
10
26